DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DERDE KONINKLIJKE NEDESKUNST IS DE

Transcriptie

1 DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DERDE KONINKLIJKE NEDESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND uitspraak Van De geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld in artikel 12 van het reglement van orde van de geschillencommissie in het geschil tussen A, aios psychiatrie wonende te., hierna te noemen de aios en B, psychiater, opleider bij C te.. Geschillencommissie Verloop van de procedure De aios heeft op 6 augustus 2015 een pro forma verzoekschrift aan de geschillencommissie voorgelegd, betreffende een geschil tussen de aios en de opleider. De aios heeft op 15 oktober 2015 een aanvullend verzoekschrift ingediend. Mw. mr. A. Türgut-Arslan heeft op 16 november 2015 namens de opleider een verweerschrift ingediend. Op 8 december 2015 heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt. GC/ Geschil Het geschil heeft betrekking op het besluit van de opleider van 10 juni 2015 tot beëindiging van de opleiding psychiatrie van de aios omdat zij de aios niet geschikt acht om de opleiding voort te zetten. De aios is het daar niet mee eens. Regelgeving Voor de beoordeling van het geschil zijn van toepassing: De Regeling specialismen en profielen geneeskunst, in werking getreden op 1 januari Het Kaderbesluit CCMS, zoals gewijzigd en in werking getreden op 1 juli 2014 Het besluit psychiatrie, in werking getreden op 1 januari Het Reglement van Orde geschillencommissie, in werking getreden op 1 januari Feiten De aios is op 1 april 2012 gestart met de opleiding psychiatrie bij C. De aios heeft van 1 april 2012 tot 1 april 2013 stage gelopen bij de opnamekliniek Centrum spoedeisende psychiatrie. De aios was blijkens de beoordeling van 21 augustus 2012 goed op niveau. Ze moest wel proberen te luisteren naar de mening van andere leden binnen het team. Efficiënt plannen van het werk, met name de ontslagbrieven, was het tweede leerpunt. Op 4 februari 2013 heeft een tweede stagebeoordeling plaatsgevonden. De aios scoorde op alle competenties goed op niveau. De organisatie TELEFOON (030) geschillencommissie@ fed.knmg.nl

2 van het werk was verbeterd, maar bleef een aandachtspunt. De aios moest multidisciplinair blijven werken en niet alleen op eigen ideeën varen. Daarnaast moest zij in haar medisch handelen zakelijker worden. In de periode van april 2013 tot oktober 2013 heeft de aios de klinische stage gevolgd bij de PAAZ van D. Gedurende deze periode hebben verschillende beoordelingen plaatsgevonden. De presentatie van een patiënt was onvoldoende. Er zijn twee 360 graden feedback beoordelingen. Blijkens de beoordeling van deze derde stage d.d. 2 oktober 2013 kreeg de aios aan het eind van deze stage leerpunten mee. De aios was het professioneel gebruik van de Nederlandse taal onvoldoende machtig, zowel in woord als geschrift. De aios moest zich hier in scholen door middel van een passende taalcursus. Daarnaast was de basiskennis nog niet op het gewenste niveau. Dit vereiste zelfstudie en de aios moest zich vaker bewust zijn van haar rol als arts en verantwoordelijk behandelaar. Dit had te maken met professionaliteit. Deze leerpunten waren met de aios besproken. De verwachting was dat de aios over de mogelijkheden en vaardigheden beschikte om hierin tot het gewenste niveau te groeien en zich te ontwikkelen. Van oktober 2013 tot april 2014 heeft de aios de poliklinische stage gevolgd bij C. Op 25 maart 2014 heeft een voortgangsgesprek plaats gevonden met de supervisor en opleider. Als aandachtspunten werden genoemd: zelfreflectie, beter time management, betere samenwerking met andere disciplines, op tijd komen, bewaken emotionele betrokkenheid en plaatsing van verantwoordelijkheden, meer leidende/professionele rol in team innemen. De taal was ook gedurende deze stage een aandachtspunt. De aios had na herhaaldelijk navragen van de opleider een taalcursus gevolgd. Daarnaast werd de aios gewezen op haar eigen verantwoordelijkheid in het bijhouden van toets momenten en portfolio. Blijkens de eindbeoordeling einde tweede jaar bestond er geen reden voor twijfel aan het voortzetten van de opleiding. De aios heeft in de periode van 1 april 2014 tot 1 oktober 2014 de externe PAAZ stage in D gevolgd. Tijdens deze stage hebben verschillende KPB s plaatsgevonden. Het zelfstandig en adequaat voeren van een diagnostisch intake gesprek was nog niet op niveau, evenals de overdracht. Bij een adviesgesprek waren het medisch handelen en communicatie onder niveau. Gedurende de stage heeft een aantal tussenevaluaties plaatsgevonden. Als leerpunten kwamen timemanagement, communicatie, Nederlandse taal, professionaliteit en dossiervoering steeds terug. Op 25 september 2014 heeft een voortgangsgesprek en een geschiktheidsbeoordeling plaatsgevonden. De opleider heeft de aios ten behoeve van het gesprek meerdere keren verzocht om een reflectie op een aantal competenties aan te leveren. De aios leverde een zelfreflectie in die niet compleet was. Tijdens het gesprek van 25 september 2014 is de eindevaluatie van de supervisor besproken. De aios presteerde op de competenties communicatie, organisatie en professionaliteit onder niveau. De organisatie van het werk was het grootste probleem, maar er waren meerdere klachten op het vlak van interdisciplinair samenwerken. Dit 2

3 betrof met name de communicatie. Daarnaast was er weinig groei zichtbaar, ondanks veel werkbegeleiding. De aios nam weinig verantwoordelijkheid om met de aandachtspunten/leerpunten constructief aan de slag te gaan. Blijkens de geschiktheidsbeoordeling van 25 september 2014 functioneerde de aios op alle competenties onder het niveau van een derde jaars aios. Er bestond twijfel over de geschiktheid van de aios. Er zou een extra beoordeling plaatsvinden in de vorm van een geïntensiveerd begeleidingstraject. De aios is op 1 oktober 2014 met het geïntensiveerd begeleidingstraject gestart bij het FACT-team. Het traject zou aanvankelijk tot 1 april 2015 lopen. De stage werd wegens ziekte van de aios verlengd tot 11 juni Op 6 oktober 2014 heeft een gesprek plaatsgevonden waarbij de aios, de opleider, de supervisor van het geïntensiveerd begeleidingstraject en de plaatsvervangend opleider aanwezig waren. Tijdens dit gesprek heeft een evaluatie en vaststelling van de leerdoelen plaatsgevonden. De aios heeft op 23 oktober 2014 na herhaalde verzoeken daartoe, een zelfreflectie ingeleverd. Naar aanleiding daarvan zijn de leerdoelen op papier gezet. Gedurende het traject hebben verschillende KPB s plaats gevonden. Op 24 november 2014 heeft een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden, waarbij de aios, de supervisor, de opleider en de plaatsvervangend opleider aanwezig waren. De aios had ondanks herhaalde verzoeken daartoe, geen gespreksverslag ingeleverd. Het gesprek was niet voorbereid door de aios. De leerstijl van de aios werd besproken. Afgesproken was dat de aios hiermee aan de slag zou gaan om de leerpunten te verbeteren. Daarnaast werd de aios er op gewezen dat zij zelf verantwoordelijk was voor een gevulde agenda. Indien dit niet zou lukken moest zij dit bespreken. Ook moest de aios haar verantwoordelijkheid nemen met betrekking tot het uitwerken van haar eigen leerdoelen en om hulp vragen bij moeilijkheden. De aios moest haar KPB s plannen. Er werd nog een aantal afspraken gemaakt over de supervisie en psychotherapie, het onderwijs en het nakomen van afspraken. De conclusie was dat er sprake was van een matige start. Op 19 januari 2015 heeft een tweede tussentijdse evaluatie plaatsgevonden, waarbij de aios, de supervisor, de opleider en de plaatsvervangend opleider aanwezig waren. De aios scoorde op alle competenties onder niveau. Er was reden voor extra begeleiding, extra studie, een extra gesprek en reden voor twijfel aan het voortzetten van de opleiding. De aios heeft zich op 2 februari 2015 ziek gemeld. Zij is in april 2015 langzaam aan weer gestart met de opleiding. Haar ziekte heeft geleid tot een verlenging van de opleiding tot 11 juni Op 20 april 2015 heeft een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden met de opleider en de plaatsvervangend opleider. Het gesprek was niet voorbereid door de aios. Er waren ten opzichte van de vorige keer weinig veranderingen. De communicatie bleef moeizaam verlopen en ook de organisatie en efficiëntie bleven sterk onder niveau. Op 21 mei 2015 heeft de eindevaluatie van de stage plaatsgevonden met de supervisor en opleider. De aios had geen verslag of zelfreflectie aangeleverd. De supervisor gaf aan dat er onvoldoende mogelijkheden waren om de achterstanden in het functioneren binnen de resterende 3

4 twee jaar van de opleiding in te halen. Er was sprake van een lichte groei in het communiceren naar de supervisor en opleider, maar de groei was pas laat geobserveerd en werd onvoldoende sterk geacht. Op 2 juni 2015 en 9 juni 2015 heeft de eindevaluatie van het verlengingstraject plaatsgevonden. Rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de aios was er weinig verandering gezien. De aios functioneerde op veel competenties onder niveau en er werd onvoldoende leercurve gezien. De competenties medisch handelen, communicatie, organisatie en professionaliteit schoten met name te kort. De integratie van de feedback van de afgelopen jaren vond maar ten dele plaats en bleef hangen op bepaalde constateringen, zonder duidelijke aanzet tot verandering. Er was wel sprake van enige groei, maar het functioneren bleef onvoldoende. De aios werd niet geschikt bevonden om tot psychiater te worden opgeleid. Standpunt aios De aios is het niet eens met de beëindiging van de opleiding. Zij voert daartoe aan dat de eerste twee jaar van de opleiding goed zijn verlopen. Haar beoordelingen waren goed op niveau. In het derde jaar ging het niet goed. Er is een opvallende knik te zien in haar beoordelingen. Zij liep toen een poliklinische stage op een PAAZ afdeling. Zij heeft die periode als zwaar ervaren. Het was een drukke periode. Naast de poliklinische taken had ze ook consultatieve taken. Zij was de enige aios en moest ook de consulttaken doen. Ook gaf ze psychotherapie. Dit was lastig te combineren. Hierdoor liepen de administratieve problemen hoog op. Zij kreeg lichamelijke klachten maar durfde zich niet ziek te melden. Dit heeft weerslag op haar werk gehad, waardoor ze een onvoldoende voor deze stage kreeg. Zij voert daarnaast aan dat zij tijdens deze stage onvoldoende begeleiding van haar opleider en supervisor heeft ervaren. Dit kwam mede doordat zij onvoldoende geïnformeerd waren over haar persoonlijke situatie en had ook te maken met haar afwezigheid door ziekte. Zij was overigens niet de enige aios die de werkdruk heeft aangekaart. Er volgde een geïntensiveerd begeleidingstraject van zes maanden. Na vier maanden heeft zij zich ziek moeten melden. In april startte zij weer langzaam met werken. Op het moment dat de opleider de opleiding beëindigde was zij nog niet geheel arbeidsgeschikt. Zij is in de periode tussen haar ziekmelding op 2 februari 2015 en de beëindiging van de opleiding veelvuldig afwezig geweest en heeft daardoor niet goed gebruik kunnen maken van de mogelijkheden om verbetering te laten zien in het geïntensiveerd begeleidingstraject. In die periode was haar vader ernstig ziek geworden en uiteindelijk overleden. Zij had het emotioneel erg zwaar en raakte fysiek uitgeput. Zij heeft het geïntensiveerd begeleidingstraject doorlopen in een emotioneel en fysiek zware periode. Zij is van mening dat de opleider in redelijkheid niet tot het besluit kon komen de opleiding voortijdig te beëindigen en verzoekt de geschillencommissie het besluit tot beëindiging van de opleiding te vernietigen. Standpunt opleider De opleider stelt zich op het standpunt dat er vanaf het begin van de opleiding kritiek is geweest op het functioneren van de aios. Het is niet juist dat het functioneren van de aios ineens verslechterde in het derde jaar. De communicatie is vanaf het begin van de opleiding een probleem geweest. De aandachtspunten hadden daarnaast ook betrekking op organisatie, samenwerking, professionaliteit en medisch handelen. Er werd geen vooruitgang meer geboekt. De feedback die de aios in het begin van de 4

5 opleiding kreeg, bestond nog steeds. Er was sprake van zich herhalende aandachts- en leerpunten, die de aios ondanks alle feedback en begeleiding onvoldoende heeft kunnen integreren en omzetten naar een gewenste verandering. Er is tijdens de gesprekken stilgestaan bij de lichamelijke klachten van de aios. Er is een rustperiode voorgesteld. De opleiding is moeizaam gegaan ondanks stimulatie. De opleider heeft de aios meerdere keren moeten vragen haar leerdoelen op te stellen en haar portfolio aan te vullen en stukken in te leveren voor het GAIA dossier. De daarvoor gestelde deadlines werden vaak niet gehaald en ook lukte het de aios niet om afspraken op tijd na te komen. De aios is tijdens de opleiding en in het bijzonder gedurende het intensiveringstraject intensief begeleid. De opleidingsgroep heeft tijdens het intensiveringstraject niet de indruk gekregen dat de aios in de resterende jaren nog op het gewenste niveau zou kunnen komen in verband met het ontbreken van de basiscompetenties, die een voorwaarde zijn om te kunnen verdiepen. De opleidingsgroep heeft bij haar beslissing over de voortzetting van de opleiding de persoonlijke omstandigheden van de aios nadrukkelijk meegewogen, maar dit leidde niet tot een andere beslissing. Bevoegdheid geschillencommissie Voordat een geschil aan de geschillencommissie kan worden voorgelegd, moet eerst bemiddeling hebben plaatsgevonden. Ingevolge artikel 3 van het Reglement van orde van de geschillencommissie moet een verzoek tot bemiddeling binnen vier weken na het besluit van de opleider aan de centrale opleidingscommissie worden voorgelegd. De centrale opleidingscommissie heeft zes weken de tijd om te bemiddelen in het geschil. De centrale opleidingscommissie kan gebruik maken van een mediator. Indien het geschil onbemiddelbaar is gebleken kan de aios binnen twee weken het geschil aan de geschillencommissie voorleggen. De opleider heeft op 10 juni 2015 besloten tot beëindiging van de opleiding. De aios ontving het besluit op 12 juni 2015 en heeft het geschil vervolgens binnen vier weken aan de centrale opleidingscommissie voorgelegd. De centrale opleidingscommissie heeft op 24 juli 2015 geconcludeerd dat het geschil onbemiddelbaar was. De aios heeft dit bericht op 27 juli 2015 ontvangen. Zij heeft vervolgens binnen twee weken een verzoekschrift bij de geschillencommissie ingediend. Op 15 oktober 2015 heeft zij een aanvullend verzoekschrift ingediend. De geschillencommissie is bevoegd het geschil in behandeling te nemen. Overwegingen Artikel B.12 Kaderbesluit bepaalt dat de opleiding is voorzien van momenten waarop toetsing en beoordeling plaatsvindt. Artikel B.13 Kaderbesluit bepaalt dat de aios in een voortgangsgesprek wordt beoordeeld op de voortgang in zijn ontwikkeling en in de jaarlijkse beoordeling of hij geschikt en in staat is de opleiding voort te zetten. Artikel B.14 Kaderbesluit bepaalt dat tijdens de opleiding gesprekken plaatsvinden tussen de opleider en de aios over de voortgang in de ontwikkeling van de aios. In het eerste jaar van de opleiding vinden tenminste vier voortgangsgesprekken plaats, ten minste één per kwartaal. In het tweede en derde jaar vinden ten minste twee voortgangsgesprekken plaats, ten minste één per half jaar. In de opleidingsjaren daarna tot het einde van de opleiding vindt 5

6 ten minste één voortgangsgesprek per opleidingsjaar plaats, waarbij geldt dat een voortgangsgesprek ten minste drie maanden voor het eind van elk opleidingsjaar wordt gehouden. Een voortgangsgesprek kan aanleiding geven het individueel opleidingsplan bij te stellen en kan leiden tot een geïntensiveerd begeleidingstraject. Van het voortgangsgesprek wordt een schriftelijk verslag gemaakt dat zowel door de opleider als door de aios wordt ondertekend. Artikel B.15 Kaderbesluit bepaalt dat aan het eind van elk opleidingsjaar, dat wil zeggen in ieder geval binnen een maand nadat de aios twaalf maanden opleiding heeft gevolgd, een geschiktheidsbeoordeling plaatsvindt. Dit geldt niet voor het laatste opleidingsjaar. Artikel B.22 Kaderbesluit bepaalt dat tot een geïntensiveerd begeleidingstraject kan worden besloten naar aanleiding van een voortgangsgesprek, een jaarlijkse geschiktheidsbeoordeling of een eind beoordeling. Voor een geïntensiveerd begeleidingstraject wordt het individuele opleidingsplan bijgesteld. Het plan vermeldt de doelen van en de voorwaarden waaronder een geïntensiveerd begeleidingstraject plaatsvindt, de termijn en de wijze waarop ontwikkeling van de aios zal worden beoordeeld. Een geïntensiveerd begeleidingstraject duurt minimaal drie en maximaal zes maanden. Tijdens het traject vindt tenminste één voortgangsgesprek plaats. Het traject wordt afgesloten met een geschiktheidsbeoordeling. De aios is op 1 april 2012 gestart met de opleiding. De aios heeft bij haar verzoekschrift twee beoordelingen van het eerste opleidingsjaar overgelegd. Ter zitting heeft de opleider de geschillencommissie voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de aios er herhaaldelijk op heeft gewezen dat zij haar beoordelingen van het eerste jaar in GAIA moest hangen. Dit is niet gebeurd. De aios heeft niet aangevoerd dat de vier verplichte voortgangsgesprekken niet hebben plaatsgevonden. De geschillencommissie gaat er daarom vanuit dat in het eerste jaar voldoende voortgangsgesprekken hebben plaatsgevonden en dat de aios na het eerste jaar de opleiding kon voortzetten. Uit de overgelegde beoordelingen van het eerste jaar blijkt dat de aios goed op niveau was, maar er werden wel aandachtspunten genoemd. In het tweede opleidingsjaar hebben voldoende voortgangsgesprekken plaatsgevonden: na de derde en vierde stage. De beoordelingen na deze stages bevatten meerdere leerpunten. Het probleem van de Nederlandse taal zowel in woord als geschrift werd tijdens de derde stage als een probleem gezien. De aios moest zich scholen door middel van een passende taalcursus. Ook was de basiskennis niet op het gewenste niveau en haar professionaliteit was een leerpunt. De supervisor van de derde stage verwachtte echter wel dat de aios over de mogelijkheden en vaardigheden beschikte om hierin tot het gewenste niveau te groeien en zich te ontwikkelen. Hoewel de aios de opleiding na het tweede opleidingsjaar kon voortzetten en er geen twijfel bestond over de geschiktheid van de aios, werden ook na de vierde stage meerdere leerpunten genoemd. De aios had na herhaaldelijke verzoeken daartoe van de opleider een taalcursus gevolgd. Maar desondanks bleef de taal een leerpunt, evenals de competentie professionaliteit. Andere leerpunten waren zelfreflectie, beter time management, betere samenwerking met andere disciplines en op tijd komen. De aios werd gewezen op haar eigen verantwoordelijkheid in het bijhouden van toets momenten en portfolio. De 6

7 beoordeling na de vijfde stage was onvoldoende. De aios presteerde op meerdere competenties onder niveau. Tijdens deze stage hebben verschillende KPB s en tussenevaluaties plaatsgevonden. De tekortkomingen in het functioneren van de aios werden benoemd. De leerpunten uit het tweede opleidingsjaar bleven bestaan. Er was weinig groei zichtbaar, ondanks veel werkbegeleiding. Volgens de aios was het vanaf de vijfde stage niet goed gegaan met de opleiding en was er vanaf dat moment sprake van een knik in de opleiding. De geschillencommissie kan de aios daarin niet volgen. Het dossier over het eerste opleidingsjaar is beperkt, maar in het tweede jaar verliep de opleiding al niet vlekkeloos, gezien de genoemde aandachtspunten c.q. leerpunten. Deze leerpunten zijn tijdens de vijfde stage niet verbeterd. De aios presteerde op de competenties communicatie, organisatie en professionaliteit onder niveau. De opleider heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de aios tijdens deze stage veel werkbegeleiding heeft gehad maar dat de aios weinig verantwoordelijkheid nam om met de leerpunten uit het tweede opleidingsjaar constructief aan de slag te gaan. Dit was voor de opleider dan ook reden om naar aanleiding van een voortgangsgesprek te besluiten tot een geïntensiveerd begeleidingstraject van zes maanden. Er bestond twijfel over de geschiktheid van de aios om de opleiding voort te zetten. De aios is op 1 oktober 2014 gestart met het geïntensiveerd begeleidingstraject. Overeenkomstig de regelgeving zijn aan het begin van het traject de leerdoelen voor het traject vastgesteld en is het individueel opleidingsplan van de aios bijgesteld. Ook tijdens dit traject hebben voldoende voortgangsgesprekken plaatsgevonden. Na vier maanden werd de aios ziek. Na twee maanden afwezigheid heeft de aios de opleiding geleidelijk aan weer hervat. Het geïntensiveerd begeleidingstraject werd met twee maanden verlengd. Uit de verslagen van de voortgangsgesprekken die zowel voor als na de ziekteperiode hebben plaatsgevonden blijkt dat er in eerste instantie weinig verandering werd gezien en dat er op een gegeven moment wel sprake was van enige groei maar dat deze onvoldoende werd geacht. Meerdere competenties waren aan het eind van het traject onder niveau. De aios werd niet geschikt geacht om de opleiding voort te zetten. De geschillencommissie constateert dat de beoordelingsprocedure zorgvuldig heeft plaats gevonden. Het geïntensiveerd begeleidingstraject heeft overeenkomstig de regelgeving plaatsgevonden. Hoewel de aios haar werkzaamheden na haar ziekte nog niet volledig had hervat, kon de opleider naar het oordeel van de geschillencommissie, de opleiding op dat moment beëindigen. De opleider heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake was van onvoldoende groei op meerdere competenties ondanks de inzet van de aios en de begeleiding die zij heeft gekregen. De aios is naar het oordeel van de geschillencommissie voldoende in de gelegenheid gesteld haar functioneren te verbeteren. De geschillencommissie constateert voorts dat persoonlijke omstandigheden van de aios van invloed zijn geweest op het functioneren van de aios tijdens de vijfde stage en het geïntensiveerd begeleidingstraject. De opleider heeft rekening gehouden met deze omstandigheden. De aios kreeg na haar onvoldoende beoordeling extra begeleiding in de vorm van een 7

8 geïntensiveerd begeleidingstraject van zes maanden en toen de aios ziek werd, werd dit traject verlengd. Ondanks deze extra begeleiding lukte het de aios helaas niet aan de vereiste competenties te voldoen. Uitspraak De geschillencommissie is van oordeel dat de opleider de opleiding van de aios op 10 juni 2015 terecht heeft beëindigd en wijst het verzoek van de aios tot vernietiging van het besluit van de opleider af. Aldus uitgebracht door: De heer mr. C.J. de Boer (voorzitter), mevr. dr. I.E. Lindhout, psychiater en mevr. dr. M. Schouw, aios psychiatrie, in tegenwoordigheid van mevr. mr. J.E.D. de Planque, secretaris. Namens de geschillencommissie Utrecht, De heer mr. C.J. de Boer Voorzitter Mevr. mr. J.E.D. de Planque Secretaris 8