UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE A
|
|
- Jozef Smits
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 8 oktober 2016 GC Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak als bedoeld in artikel 12 van het reglement van orde van de geschillencommissie in het geschil tussen A, aios radiologie, wonende te.., hierna te noemen de aios, bijgestaan door mw. mr. N.A. Viellevoye-Geers en B, opleider radiologie bij C te, hierna te noemen de opleider, bijgestaan door mw. mr. T.A.M. van den Ende. Verloop van de procedure De aios heeft op 20 mei een voorlopig verzoekschrift bij de geschillencommissie ingediend betreffende een geschil met haar opleider. Mw. mr. A. Ludwig heeft op 28 juni 2016 namens de aios een aanvullend voorlopig verzoekschrift bij de geschillencommissie ingediend. Op 4 augustus 2016 heeft mw. mr. N.A. Viellevoye namens de aios een aanvullend verzoekschrift ingediend. Op 20 september 2016 heeft mw. mr. T.A.M. van den Ende namens de opleider een verweerschrift met bijlagen ingediend. Op 26 en 27 september 2016 heeft mw. mr. Viellevoye namens de aios nadere stukken ingediend. Op 27 september 2016 heeft mr. Van den Ende de geschillencommissie een gestuurd naar aanleiding van de door de aios ingediende stukken. Op 28 september 2016 heeft mw. mr. Viellevoye een schrijven aan de geschillencommissie gestuurd over de latere indiening van de producties. Op 30 september 2016 heeft mw. mr. Van den Ende namens de opleider nadere stukken ingediend. Op 4 oktober 2016 heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt. Geschil Het geschil heeft betrekking op het besluit van de opleider van 23 april 2016, mondeling meegedeeld aan de aios op 25 april 2015, waarbij de opleiding van de aios voortijdig is beëindigd per 1 mei 2016 omdat de aios niet geschikt zou zijn de opleiding voort te zetten. De aios is het niet eens met dit besluit. Regelgeving Voor de beoordeling van het geschil zijn van toepassing: De Regeling specialismen en profielen geneeskunst, in werking getreden op 1 januari 2013; Het Kaderbesluit CCMS, zoals gewijzigd en in werking getreden op 1 juli 2014; Het Besluit radiologie, in werking getreden op 1 januari 2011; Het Reglement van Orde geschillencommissie, in werking getreden op 1 januari Feiten De aios heeft van januari 2011 tot en met april 2014 onderzoek gedaan, hetgeen tot een promotie heeft geleid op 10 april De aios is op 1 mei 2014 gestart met de opleiding radiologie in C. Zij zou haar opleiding op 1 mei 2016 voortzetten in D. 1/8
2 In juli 2014 heeft een beoordeling van de stage MSK1 plaatsgevonden. De aios functioneerde op verwacht niveau. Als suggestie voor verbetering werd aangegeven dat de aios moest studeren. Op 17 juli 2014 heeft het eerste voortgangsgesprek plaatsgevonden. De competenties werden met een voldoende of goed beoordeeld. Er was wel reden voor extra studie. Er was sprake van een gemiddelde start. De aios moest op haar kennis letten, er was sprake van een stijgende lijn. De aios moest ook letten op haar communicatie met supervisoren en laboranten en zij moest vragen om meer uitleg bij supervisie. Bij de beoordeling thoraxstage scoorde de aios op bijna alle punten op verwacht niveau. Alleen haar kwaliteit van werken, de kennis en het gebruik van protocollen en het vakinhoudelijk kennisniveau waren beneden verwacht niveau. Er werd dan ook geconstateerd dat de aios een kennisachterstand had. Op 18 september 2014 heeft de beoordeling van de abdomen 2 stage plaatsgevonden. De kwaliteit van werken, de kennis en het gebruik van protocollen en het vakinhoudelijk kennisniveau waren beneden verwacht niveau. De overige punten waren op verwacht niveau. De aios moest studeren. De verslaglegging was alleen goed indien deze was voorbesproken, anders niet. De aios moest kritiek als iets positiefs zien. Op 31 oktober 2014 heeft de beoordeling van de stage abdomen 1 plaatsgevonden. De competenties waren op verwacht niveau, met uitzondering van het vakinhoudelijk kennisniveau. De aios moest studeren. Op 12 november 2014 heeft het tweede voortgangsgesprek plaatsgevonden. Het kennisniveau was onvoldoende. De overige competenties waren voldoende of goed. Blijkens de toelichting liep het nog niet zo soepel en hadden er extra gesprekken plaatsgevonden. Er is een plan van aanpak afgesproken. De aios moest de studieaanpak verbeteren, zij zou worden ingedeeld met een supervisor die dat onderdeel als aandachtsgebied had, er zou een mentor worden aangesteld met wie de aios wekelijks een gesprek zou voeren en er zou niet meer gestigmatiseerd worden. Er was verbetering te merken. Op 13 november 2014 heeft de aios een gesprek met haar mentor gehad. Op 29 december 2014 heeft de beoordeling van de neurostage plaatsgevonden. Met uitzondering van het vakinhoudelijk kennisniveau, waren de competenties op verwacht niveau. Er was een stijgende lijn zichtbaar. De uitstraling van de aios kon worden verbeterd. Op 5 januari 2015 heeft volgens de opleider een tussentijdsgesprek plaatsgevonden naar aanleiding van de beoordeling van de neuroradiologie stage december De aios was het niet eens met deze beoordeling. Er was sprake van een stijgende lijn, maar de aios kon niet goed met kritiek omgaan. De aios werd geadviseerd een coach in te schakelen. De opleider heeft van dit gesprek een verslag gemaakt. Volgens de aios heeft dit gesprek niet plaatsgevonden en kende zij het verslag ook niet. Op 30 januari 2015 heeft de beoordeling van de stage abdomen 1 plaatsgevonden. Alleen de omgang en communicatie met patiënt was beneden verwacht niveau. De overige competenties waren op verwacht niveau. De kennis was vooruitgegaan. De communicatie met de patiënt kon worden verbeterd. Op 1 februari 2015 is met de aios gesproken over het starten van bereikbaarheidsdiensten. Er werden afspraken gemaakt, onder meer over de evaluatie van de diensten. Van dit gesprek is een verslag gemaakt, dat zowel door de aios als door de opleider is getekend. Op 9 februari 2015 heeft het derde voortgangsgesprek plaatsgevonden. De competenties waren voldoende of goed. Er was reden voor het aanwijzen van een andere supervisor, reden voor extra begeleiding en reden voor twijfel aan het voortzetten van de opleiding. Er was sprake van vooruitgang. De communicatie was lastig/stug. De aios zou hier aan gaan werken. De aios zou ook na elke werkdag aan de supervisor actief vragen hoe het was gegaan. In maart 2015 heeft de beoordeling van de stage cardiovasculair plaatsgevonden. De aios functioneerde op alle competenties op verwacht niveau. Als verbeterpunt werd genoemd dat de aios moest vragen als ze iets niet wist of begreep. 2/8
3 Op 30 maart 2015 heeft de opleider met de vakgroep over de aios gesproken, daaruit kwam dat er zorgen waren of de aios wel geschikt was voor het vak. De opleider heeft hier een verslag van gemaakt. De aios heeft geen afschrift van dit verslag ontvangen. Op 31 maart 2015 heeft de beoordeling van de stage MSK 2 plaatsgevonden. De kwaliteit van werken, de praktische /therapeutische vaardigheden en het vakinhoudelijk kennisniveau waren niet op verwacht niveau, de overige competenties waren op verwacht niveau. Het kennisniveau moest echt beter, de aios moest openstaan voor kritiek en aangeven wanneer zij iets niet wist. Op 2 april 2015 hebben de opleider en plaatsvervangend opleider een gesprek met de aios gehad. Het doel was dienstevaluatie en het bespreken van een plan voor de dienst. Er werden afspraken gemaakt. De opleider heeft een verslag van dit gesprek gemaakt. De aios ontkent dat dit gesprek heeft plaatsgevonden en heeft geen verslag hiervan ontvangen. Op 23 april 2015 heeft het vierde voortgangsgesprek plaatsgevonden. De kennis en algemene technische vaardigheden waren onvoldoende. De overige competenties waren voldoende. Er was met name sprake van onvoldoende basiskennis en onvoldoende perceptie. Er was reden voor het aanwijzen van een andere supervisor, voor extra begeleiding, extra studie, een extra gesprek en er was reden voor twijfel aan het voortzetten van de opleiding. De aios kreeg het voordeel van de twijfel. Er zou een geïntensiveerd begeleidingstraject voor de duur van 6 maanden worden gestart, zodat na afloop hiervan gekeken kon worden of de aios echt geschikt was. De aios zou door de opleidingsgroep positief benaderd worden, eerlijke beoordelingen krijgen en een beoordeling die paste bij haar niveau en duur van de opleiding. Op 23 april 2015 is het A/B formulier ingevuld. De kennis en perceptie waren onder de maat, maar er was wel een stijgende lijn te zien. De communicatie met patiënten was aan het verbeteren. Op 28 april 2015 zijn de afspraken over het GBT op papier gezet. De aios is op 1 mei 2015 gestart met een GBT voor de duur van 6 maanden. De RGS werd in kennis gesteld van dit traject. Op 29 mei 2015 heeft de beoordeling van de stage abdomen 2 plaatsgevonden. Alle competenties waren op verwacht niveau. De kennis en toepassing protocollen ging al beter, maar kon nog beter. Op 30 juni 2015 heeft een beoordeling van de stage abdomen 1 plaatsgevonden. Alle competenties waren op verwacht niveau. Er waren geen specifieke suggesties voor verbetering. Op 30 juni 2015 heeft een voortgangsgesprek plaatsgevonden. De algemene technische vaardigheden waren nog niet voldoende, de overige competenties wel. Er was sprake van een stijgende lijn. De aios moest hard blijven doorwerken. Er bestond echter nog steeds reden voor twijfel aan het voortzetten van de opleiding. Er was reden voor het aanwijzen van een andere supervisor, voor extra begeleiding, extra studie en een extra gesprek. Op 31 juli 2015 heeft een beoordeling van de stage neuro plaatsgevonden. De competenties waren op verwacht niveau. De perceptie moest nog wel verbeterd worden en de aios moest zich bij elke scan afvragen of de vraagstelling was beantwoord. Op 31 augustus 2015 heeft de beoordeling van de stage MSK 1 plaatsgevonden. Alle competenties waren op verwacht niveau. Als suggestie werd meegegeven dat de aios nog beter hoofd- en bijzaken moest scheiden. Op 14 september 2015 heeft een voortgangsgesprek plaatsgevonden. De algemene technische vaardigheden waren twijfelachtig, de overige competenties voldoende of goed. De aios werd geschikt bevonden de opleiding voort te zetten. Ze was geen natuurtalent en moest hard blijven werken en studeren. Er werd een plan opgesteld voor de komende weken. Het GBT was daarmee afgerond. Op 30 september 2015 heeft de beoordeling plaatsgevonden van de thorax 1 stage. Alle competenties waren op verwacht niveau, veel werk verzetten, veel zien en veel doen werden als verbeterpunten genoemd. 3/8
4 Op 20 november 2015 heeft de beoordeling van de thorax 2 stage plaatsgevonden. Alle competenties waren op verwacht niveau. De aios had alleen weinig besprekingen meegemaakt. Op 22 november 2015 heeft de opleider de RGS meegedeeld dat het GBT met succes was doorlopen en dat de verwachting was dat het GBT niet tot verlenging van de opleiding van de aios zou leiden. Op 7 december 2015 heeft een voortgangsgesprek plaatsgevonden. Alle competenties waren voldoende of goed. Er bestond geen reden meer voor het aanwijzen van een andere supervisor, voor extra begeleiding, extra studie, een extra gesprek en er was ook geen reden meer voor twijfel aan het voortzetten van de opleiding. Het ging goed en de stijgende lijn bleef. Op 31 januari 2016 heeft een beoordeling van de mammastage plaatsgevonden. De aios functioneerde op alle competenties op verwacht niveau. Als verbeterpunt werd genoemd dat de aios moest blijven oefenen met puncties. De aios had een goede leercurve doorgemaakt. Op 29 februari 2016 heeft een beoordeling plaatsgevonden van de stage cardiovasculair. De kwaliteit van de radiologieverslagen was onder verwacht niveau. De overige competenties waren op verwacht niveau. De aios moest aandacht hebben voor het juiste protocol, haar verslagopbouw moest beter en zij moest haar kennis uitbouwen. Op 23 maart 2016 heeft de aios een arbeidsovereenkomst gesloten met D voor twee jaar voor het vervolg van de opleiding. Op 31 maart 2016 heeft een beoordeling van de MSK 2 stage plaatsgevonden. De kwaliteit van werken en het vakinhoudelijk kennisniveau waren beneden verwacht niveau. De overige competenties op verwacht niveau. De aios moest studeren, oefenen op perceptie en oefenen op skeletechografie. Op 31 maart 2016 heeft een voortgangsgesprek plaatsgevonden. De praktische toepassing van kennis, de vaardigheden, de houding ten opzichte van verpleegkundigen en paramedische medewerkers waren onvoldoende. De overige competenties waren voldoende. Er was reden voor extra begeleiding, voor extra studie, voor een extra gesprek en voor twijfel aan het voortzetten van de opleiding. Na de eerdere stijgende lijn met intensieve begeleiding waren er toch weer zorgen. Er was sprake van wisselende prestaties. De aios had geen talent en aanleg voor het vak. Zolang de aios aan de hand werd meegenomen, ging het goed. De aios was te weinig zelfstandig en moest leren omgaan met kritiek en feedback. Op 23 april 2016 is het A/B formulier ingevuld. De aios was ongeschikt om de opleiding voort te zetten. De score ten aanzien van medisch handelen was onvoldoende, het mondeling en schriftelijk verslag was eveneens onvoldoende, ook de samenwerking met radiodiagnostisch laboranten en andere zorgverleners was onvoldoende. Daarnaast had de aios geen blijk gegeven van zelfinzicht met betrekking tot deze slecht ontwikkelde competenties. Er waren nieuwe klachten van diverse collega s zowel vakinhoudelijk als betreffende gedrag. Op 25 april 2016 heeft een extra voortgangsgesprek plaatsgevonden. Aan het begin van het gesprek werd de aios een brief d.d. 23 april 2015 overhandigd, waarin werd meegedeeld dat de opleiding zou worden beëindigd. Gedurende de opleiding hebben voldoende KPB s plaatsgevonden. De aios functioneerde in het eerste jaar veelal op verwacht niveau, in het tweede jaar op verwacht niveau. Gedurende de opleiding zijn meerdere evaluatieformulieren dienst ingevuld. Blijkens deze formulieren verliepen de diensten goed. De aios heeft op 24 mei 2016 een reflectieverslag geschreven. Zij heeft eveneens schriftelijk gereageerd op de geschiktheidsbeoordeling eind 2e jaar en op het gesprek van 25 april Standpunt aios De aios stelt zich op het standpunt dat het besluit tot beëindiging van haar opleiding onterecht en voor haar onverwacht is genomen. In het eerste jaar was er kritiek op haar functioneren, zij had een 4/8
5 kennisachterstand in de radiologie. Zij erkende dit en heeft dit probleem actief aangepakt. Aan het eind van het eerste jaar bestond er nog twijfel over haar geschiktheid en kreeg zij een GBT gericht op kennis en perceptie. Zij rondde dit GBT binnen zes maanden positief af. In het tweede opleidingsjaar functioneerde zij blijkens de stagebeoordelingen op verwacht niveau. Alleen de laatste stage is slechter beoordeeld. De kritiekpunten op haar functioneren, genoemd tijdens het gesprek van 31 maart 2016, waren nieuw voor haar. De aios stond open voor overleg en kritiek en wilde wel concreet weten wat zij zou moeten verbeteren. Blijkens het formulier voortgangsgesprekken van 31 maart 2016 werden het algemeen medisch kennisniveau en het medisch specialistisch kennisniveau nog met een voldoende beoordeeld. Enkele dagen later werden deze met een onvoldoende beoordeeld. Na de geconstateerde tekortkomingen heeft zij geen of nauwelijks de kans, c.q. de mogelijkheid gekregen zich te verbeteren. Er werd ook niet vermeld dat, indien de verbeterpunten niet werden gehaald, de opleiding zou worden beëindigd. Zij heeft niet de begeleiding gekregen waar zij recht op had, ook geen extra begeleiding na het gesprek van eind maart Gedurende de opleiding was volgens de aios sprake van voortdurende onderbezetting, waardoor de supervisoren kortaf waren en weinig tijd voor haar hadden. Ook heeft zij de werkomgeving als onveilig ervaren. Daarnaast heeft zij de indruk dat er dossiervorming achteraf heeft plaatsgevonden. Voorts stelt de aios dat de opleider de opleiding niet aan het eind van het tweede opleidingsjaar had mogen beëindigen. Er was geen sprake van zeer bijzondere of zwaarwegende omstandigheden. Indien de opleider twijfels had over haar geschiktheid dan had zij D om een herbeoordeling kunnen vragen. Er zijn geen duidelijke negatieve signalen aan de aios afgegeven die er op wezen dat zij onvoldoende zou functioneren. Standpunt opleider De opleider stelt zich op het standpunt dat de aios vanaf aanvang van de opleiding ondermaats functioneerde. De aios beschikte niet over de basiskennis die van een beginnend arts verwacht mocht worden. De aios werkte hard en spande zich tot het uiterste in om zich het beroep als radioloog eigen te maken. Dit harde werken leverde volgens de opleider te weinig resultaat af. De opleidersgroep hield de focus op positieve feedback om de aios gemotiveerd te houden voor het leren van het vak. De opleider stelt voorts dat zij vanaf het begin van de opleiding langdurige gesprekken met de aios heeft gevoerd over hoe zij haar basiskennis en basisvaardigheden zou kunnen uitbreiden en ontwikkelen om tot het te verwachten niveau te komen. De aios is aan de hand meegenomen met intensieve aandacht van de gehele opleidingsgroep. Zodra de aios wat meer los werd gelaten, zakte zij weer terug in niveau. De aios werd in het eerste jaar dringend geadviseerd een coach in te schakelen om te leren omgaan met kritiek, maar dat werd door de aios van de hand gewezen. Aan het eind van het eerste jaar kreeg de aios een GBT dat zij maar net heeft gehaald. Zij kon echter dit niveau niet vasthouden. Uit de stukken blijkt dat haar prestaties achterbleven. De aios erkent haar eigen aandeel en functioneren niet. Er is consequent aan de aios teruggekoppeld dat het niet goed ging. De in het verweerschrift genoemde incidenten en de feedback op haar diensten moeten bekend zijn bij de aios. De aios moest direct bij elk onderzoek bellen met haar supervisor. Dit was volgens de opleider zo ingericht om de aios meer dan gebruikelijk te begeleiden vanwege haar achterstand. De opleiders hebben tijdens het gesprek op 31 maart 2016 duidelijk aangegeven dat er grote twijfels waren over de kennis en kunde van de aios. De aios kon zich echter niets bij de gerede twijfel voorstellen en zag zichzelf als ruim voldoende. De aios miste niet alleen zelfinzicht maar ook gedurende de opleiding de perceptie om CT-scans, MRI-scans en röntgenfoto s en onderzoeken goed te beoordelen. Kort na het gesprek van 31 maart 2016 ontving de opleider nieuwe ernstige klachten van diverse collega s zowel vakinhoudelijk als betreffende haar gedrag tijdens diensten. De gemiste diagnoses stapelden zich op. De opleidingsgroep acht de aios unaniem ongeschikt om radioloog te worden. De competenties medisch handelen, communicatie en samenwerking zijn onvoldoende. Daarnaast is er een gebrek aan zelfinzicht met betrekking tot slecht ontwikkelde competenties. 5/8
6 Bevoegdheid geschillencommissie Voordat een geschil aan de geschillencommissie wordt voorgelegd wordt in het geschil bemiddeld. De aios legt het geschil op grond van artikel 3 van het reglement van orde geschillencommissie binnen vier weken na het besluit van de opleider voor aan de centrale opleidingscommissie met het verzoek tot bemiddeling. De duur van de bemiddeling bedraagt maximaal zes weken. Zodra de bemiddelende persoon of organisatie of een van de partijen het geschil onbemiddelbaar acht, doet hij daarvan schriftelijk mededeling aan de andere betrokkenen. Het geschil kan binnen twee weken nadat het geschil onbemiddelbaar is verklaard aan de geschillencommissie worden voorgelegd. Op 25 april 2016 heeft de opleider de aios mondeling en schriftelijk meegedeeld dat de opleiding per 1 mei 2016 zou worden beëindigd. De aios heeft op 19 mei 2016, en derhalve tijdig, het geschil aan de centrale opleidingscommissie voorgelegd. De centrale opleidingscommissie heeft op 17 juni 2016 laten weten, dat het niet was gelukt overeenstemming te bereiken. De aios heeft tijdig, op 20 mei 2016, een proforma verzoekschrift bij de geschillencommissie ingediend. Zij heeft vervolgens op 28 juni 2016 een tweede voorlopig verzoekschrift ingediend en op 4 augustus 2016 een aanvullend verzoekschrift ingediend. De geschillencommissie is bevoegd het geschil in behandeling te nemen. Overwegingen Artikel B.12 Kaderbesluit bepaalt dat de opleiding is voorzien van momenten waarop toetsing en beoordeling plaatsvindt. Artikel B.13 Kaderbesluit bepaalt dat de aios in een voortgangsgesprek wordt beoordeeld op de voortgang in zijn ontwikkeling en in de jaarlijkse beoordeling of hij geschikt en in staat is de opleiding voort te zetten. Artikel B.14 Kaderbesluit bepaalt dat tijdens de opleiding gesprekken plaatsvinden tussen de opleider en de aios over de voortgang in de ontwikkeling van de aios. In het eerste jaar van de opleiding vinden ten minste vier voortgangsgesprekken plaats, ten minste één per kwartaal. In het tweede en derde jaar vinden ten minste twee voortgangsgesprekken plaats, ten minste één per half jaar. In de opleidingsjaren daarna tot het einde van de opleiding vindt ten minste één voortgangsgesprek per opleidingsjaar plaats, waarbij geldt dat een voortgangsgesprek ten minste drie maanden voor het eind van elk opleidingsjaar wordt gehouden. Een voortgangsgesprek kan aanleiding geven het individueel opleidingsplan bij te stellen en kan leiden tot een geïntensiveerd begeleidingstraject. Van het voortgangsgesprek wordt een schriftelijk verslag gemaakt dat zowel door de opleider als door de aios wordt ondertekend. Artikel B.15 Kaderbesluit bepaalt dat aan het eind van elk opleidingsjaar, dat wil zeggen in ieder geval binnen een maand nadat de aios twaalf maanden opleiding heeft gevolgd, een geschiktheidsbeoordeling plaatsvindt. Dit geldt niet voor het laatste opleidingsjaar. Artikel B.22 Kaderbesluit bepaalt dat tot een geïntensiveerd begeleidingstraject kan worden besloten naar aanleiding van een voortgangsgesprek, een jaarlijkse geschiktheidsbeoordeling of een eindbeoordeling. Voor een geïntensiveerd begeleidingstraject wordt het individuele opleidingsplan bijgesteld. Het plan vermeldt de doelen van en de voorwaarden waaronder een geïntensiveerd begeleidingstraject plaatsvindt, de termijn en de wijze waarop ontwikkeling van de aios zal worden beoordeeld. Een geïntensiveerd begeleidingstraject duurt minimaal drie en maximaal zes maanden. Tijdens het traject vindt ten minste één voortgangsgesprek plaats. Het traject wordt afgesloten met een geschiktheidsbeoordeling. De opleider brengt de RGS op de hoogte van het geïntensiveerd begeleidingstraject en wijst de aios op de geschillenprocedure. De aios is op 1 mei 2014 met de opleiding gestart. In het eerste jaar hebben overeenkomstig de regelgeving vier voortgangsgesprekken plaatsgevonden. Daarnaast hebben er stagebeoordelingen en KPB s plaatsgevonden. In het eerste jaar waren er meerdere aandachtspunten. De aios schoot met name te kort op haar kennisniveau en de competentie communicatie was een punt van aandacht. Tijdens het derde voortgangsgesprek is twijfel uitgesproken of de aios de opleiding zou kunnen voortzetten. Deze twijfel bestond ook nog bij het vierde gesprek. Vanwege deze twijfel werd besloten tot een GBT van zes 6/8
7 maanden. Na afloop van deze periode zou opnieuw beoordeeld worden of de aios al dan niet geschikt zou zijn om de opleiding voort te zetten. Overeenkomstig de regelgeving werd het individueel opleidingsplan bijgesteld en werden de doelen van het GBT vastgesteld. Gedurende het traject vond een voortgangsgesprek plaats. Tijdens het voortgangsgesprek op 14 september 2015, werd, nog vóór het verstrijken van de termijn van zes maanden, de aios geschikt bevonden de opleiding voort te zetten. De verwachting was dat het GBT niet tot verlenging van de opleiding zou leiden. De stijgende lijn zette zich voort. Blijkens de stagebeoordelingen van 30 september 2015 en 20 november 2015 waren alle competenties op verwacht niveau. Ook tijdens het voortgangsgesprek van 7 december 2015 werd geconstateerd dat de stijgende lijn bleef en werden de competenties met een voldoende of goed beoordeeld. De beoordeling van de mammastage van 31 januari 2016 laat eveneens een positief beeld zien. Wel werd een verbeterpunt genoemd, maar de aios had een goede leercurve doorgemaakt. Blijkens de beoordeling van de stage cardiovasculair was alleen de kwaliteit van de radiologieverslagen onder verwacht niveau. De overige competenties waren op verwacht niveau. Er werden wel aandachtspunten meegegeven. De aios heeft op 23 maart 2016 een overeenkomst met D gesloten. Zij zou haar opleiding daar per 1 mei 2016 vervolgen. De aios ging en kon er op basis van de beoordelingen ook vanuit gaan, dat zij haar opleiding daar overeenkomstig het opleidingsschema zou kunnen voortzetten. De beoordeling van de MSK stage van 31 maart 2016 was wat minder positief. De kwaliteit van werken en het vakinhoudelijk kennisniveau waren beneden verwacht niveau. De aios moest meer studeren, oefenen op perceptie en op skeletechografie. De overige competenties waren op verwacht niveau. Op diezelfde dag vond een voortgangsgesprek plaats. Blijkens het formulier waren er, ondanks een eerdere stijgende lijn, toch weer zorgen over het functioneren van de aios. Er bestond reden voor twijfel aan het voortzetten van de opleiding. Dit is met de aios besproken. Er werd afgesproken dat een uitgebreide overdracht naar D zou worden geschreven en dat de opleider een gesprek zou hebben met de opleider in D. Er werd een vijftal aandachtspunten benoemd, die in de overdracht zouden worden meegenomen. Ondanks twijfel werd er niet gesproken over een mogelijke beëindiging van de opleiding. Vlak voor de aios naar D zou gaan, heeft een extra gesprek plaatsgevonden, waarbij de aios is meegedeeld dat de opleiding werd beëindigd. In de periode tussen het voortgangsgesprek van 31 maart 2016 en het gesprek van 25 april 2016 heeft de aios vakantie gehad en heeft zij niet veel gewerkt. In deze periode hebben zich volgens de opleider verschillende incidenten voorgedaan, zoals gemiste diagnoses, die aanleiding waren de opleiding te beëindigen. De beoordeling van 25 april 2015 is een geschiktheidsbeoordeling zoals bedoeld in artikel B.15 Kaderbesluit. Aan het eind van ieder opleidingsjaar vindt een geschiktheidsbeoordeling plaats. De aios stelt dat een dergelijke beoordeling niet aan het eind van het tweede jaar had mogen plaatsvinden. De geschillencommissie kan de aios daarin niet volgen. De regelgeving is immers helder op dat gebied. De beoordeling van 25 april 2015 is de geschiktheidsbeoordeling aan het eind van het tweede jaar. De vraag is echter of de opleider op basis van het portfolio in redelijkheid het besluit tot beëindiging van de opleiding heeft kunnen nemen. De geschillencommissie stelt vast dat er in het eerste jaar zorgen waren over het functioneren van de aios, hetgeen tot een GBT heeft geleid. De aios heeft het GBT binnen de termijn van zes maanden positief afgerond. In het tweede jaar was sprake van een stijgende lijn en functioneerde de aios, blijkens de stagebeoordelingen, op verwacht niveau. De voortgangsgesprekken van 14 september 2015 en 7 december 2015 laten ook een positief beeld zien. Uit het voorgangsgesprek van 31 maart 2015 blijkt voor het eerst dat er weer reden was voor twijfel aan het voortzetten van de opleiding. De aios had meerdere tekortkomingen. Blijkens de conclusies zou een overdracht plaatsvinden aan D, waarin meerdere aandachtspunten zouden worden aangegeven. Op dat moment was er nog geen sprake van een mogelijke beëindiging van de opleiding. Niet veel later werd de opleiding alsnog beëindigd. De opleider had nieuwe ernstige klachten van collega s ontvangen zowel vakinhoudelijk als betreffende haar gedrag tijdens diensten en ook de gemiste diagnoses stapelden zich op. 7/8
8 De geschillencommissie kan zich voorstellen dat het besluit tot beëindiging van de opleiding voor de aios onverwacht is gekomen. Op 31 maart 2016 werd er, ondanks de kritische beoordeling, toch vanuit gegaan dat de aios haar opleiding in D zou voortzetten. Naar het oordeel van de geschillencommissie heeft de opleider onvoldoende aannemelijk kunnen maken dat er sprake was van een opeenstapeling van gemiste diagnoses. Uit het portfolio blijkt dit niet. Evenmin blijkt hieruit dat de diensten niet goed zouden gaan. De beoordelingen van de diensten waren eveneens positief. De geschillencommissie constateert dan ook dat er een discrepantie bestaat tussen het overgelegde portfolio en hetgeen door de opleider naar voren is gebracht omtrent het functioneren van de aios. De aios is weliswaar geen talent, zoals meerdere keren naar voren is gekomen, maar blijkens de beoordelingen van het tweede jaar, waren de competenties veelal op verwacht niveau. Noch uit de stagebeoordelingen, noch uit de voortgangsgesprekken is voldoende gebleken dat de aios op haar onvoldoende functioneren is gewezen en op een mogelijke beëindiging van de opleiding, indien zij haar functioneren niet zou verbeteren. De opleider heeft ter zitting verklaard dat men de aios bewust positiever heeft beoordeeld om haar te stimuleren en dat dat de reden is dat de beoordelingen positiever waren, dan ze in werkelijkheid waren. De geschillencommissie kan zich voorstellen dat een positieve beoordeling stimulerend kan werken, maar is van oordeel dat, indien er sprake is van een niet goed functionerende aios, dit de aios duidelijk moet worden gemaakt en ook uit de beoordelingen en gespreksverslagen moet blijken. De opleider heeft de geschillencommissie er onvoldoende van kunnen overtuigen dat beëindiging van de opleiding een gevolg was van de beoordelingen en gesprekken die in het tweede jaar hebben plaatsgevonden. De geschillencommissie geeft daarom de aios het voordeel van de twijfel, in die zin dat de aios in gelegenheid moet worden gesteld haar functioneren te verbeteren in een andere opleidingsinrichting in de vorm van een geïntensiveerd begeleidingstraject. Na afloop van deze zes maanden zal opnieuw een geschiktheidsbeoordeling moeten plaatsvinden. Partijen zullen samen op zoek moeten gaan naar een andere opleidingsinrichting. Uitspraak De Geschillencommissie is van oordeel dat de opleider de opleiding niet op 25 april 2016 heeft kunnen beëindigen. De aios moet in de gelegenheid worden gesteld haar opleiding radiologie in een andere opleidingsinrichting voort te zetten in de vorm van een geïntensiveerd begeleidingstraject, met dien verstande, dat na zes maanden opnieuw een geschiktheidsbeoordeling plaatsvindt. De geschillencommissie draagt partijen op om samen een geschikte opleidingsinrichting te vinden, indien nodig, met hulp van de RGS. Aldus uitgebracht door: mr. F.H. de Haan, voorzitter, mw. drs. L.W. van Bockel, radiotherapeut en mw. drs. S.B.T. van Rooij, aios radiologie, in tegenwoordigheid van mw. mr. J.E.D. de Planque, secretaris Utrecht, 8 november 2016 mr. F.H. de Haan voorzitter mw. mr. J.E.D de Planque secretaris 8/8
Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen
Nadere informatieVan De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 20 december 2016 GC 16-63266 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als
Nadere informatieUITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE A
UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Datum GC 16-63262 Utrecht, 7 november 2016 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak
Nadere informatieDE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DERDE KONINKLIJKE NEDESKUNST IS DE
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DERDE KONINKLIJKE NEDESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND uitspraak Van De geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 14 februari 2017 GC/17-63268 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als
Nadere informatieVan De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen
Nadere informatieVan De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 23 januari 2018 GC/18-05 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld
Nadere informatieVan De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 29 januari 2019 GC 2019 1 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld
Nadere informatieUITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE
UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE Referentie Utrecht, 29 november 2016 GC 16-63264 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak
Nadere informatieUITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE
UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE Datum Utrecht, 4 oktober 2016 Referentie GC 16-63260 Opgemaakt door mw. mr. J.E.D. de Planque, secretaris Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen
Nadere informatieUITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE
UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE Datum 17 oktober 2016 Referentie GC 16-63261 Opgemaakt door mw. mr. J.E.D. de Planque, secretaris Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen
Nadere informatieVan De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A.
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A. Referentie Utrecht, 17 juli 2017 GC/17-63279 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld
Nadere informatiegeschillencommissie jaarverslag 2016
geschillencommissie jaarverslag 2016 8 maart 2017 geschillencommissie jaarverslag 2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Reglement van Orde... 4 3 Jaarverslag... 4 4 Hoorzitting en samenstelling... 4 5
Nadere informatieJaarverslag geschillencommissie 2015
Jaarverslag geschillencommissie 5 1. Inleiding De Registratiecommissie Geneeskundige Specialisten (RGS) heeft overeenkomstig artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst een geschillencommissie
Nadere informatieVan De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE Referentie Utrecht, 18 april 2017 GC/17-63272 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld
Nadere informatieGeïntensiveerd begeleidingstraject GBT
Geïntensiveerd begeleidingstraject GBT dr Jos Lips, Secretaris RGS drs Corry den Rooijen, onderwijskundige 8 december 2016 Workshop intensief begeleidingstraject Indeling workshop Kennismaking en inventarisatie
Nadere informatieGeïntensiveerd begeleidingstraject GBT
Geïntensiveerd begeleidingstraject GBT Martine Yntema Kalff anesthesioloog, plvv opleider UMCG Jos Lips Secretaris RGS Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 21 februari 2019 GC 2019 3 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld
Nadere informatieVan De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen
Nadere informatieRegistratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS)
Aan de (plv) opleiders Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (MKA) Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Datum 10 januari 2018 Ons kenmerk 18/AVZ/LdZ/2 Telefoon (088) 4404 380 E-mail
Nadere informatieRegistratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS)
Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Aan de (plv) opleiders Dento-Maxillaire Orthopaedie (DMO) Datum 10 januari 2018 Ons kenmerk 18/AVZ/LdZ/3 Telefoon (088) 4404 380 E-mail rts.opleiding@knmt.nl
Nadere informatieIntensief begeleidingstraject. Pieter van Driel, SEH arts en opleider Jos Lips, gynaecoloog en secretaris RGS Corry den Rooyen, opleidingskundige MMV
Intensief begeleidingstraject Pieter van Driel, SEH arts en opleider Jos Lips, gynaecoloog en secretaris RGS Corry den Rooyen, opleidingskundige MMV Indeling workshop Kennismaking en inventarisatie Herkennen
Nadere informatieInhoudsopgave. 3 Introductie. 4 Procedure. 5 Voorbereiding. 7 Vraag & antwoord. 8 Informatie. 9 Vragenlijst ter voorbereiding op de visitatie
2 Inhoudsopgave 3 Introductie 4 Procedure 5 Voorbereiding 7 Vraag & antwoord 8 Informatie 9 Vragenlijst ter voorbereiding op de visitatie 3 Introductie : informatie voor aios Kwaliteit staat bij de medische
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 26 juni 2018 GC/18-104 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld
Nadere informatieADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt
107793 - Een school moet in overleg met ouders treden om een andere passende school te vinden, ook als de school verwacht dat ouders hier niet voor openstaan. in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende
Nadere informatieHet College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,
UITSPRAAK Betreft klacht met registratienummer 16.01 ingediend door de heer A tegen de heer B. Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE D.H. Sparendam
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE D.H. Sparendam Referentie Utrecht, 20 augustus 2019 GC/19-6 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 24 juni 2019 GC 2019 4 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld
Nadere informatieBeroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen
108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],
Nadere informatie5. Protocol Toetsing en Beoordeling
5. Protocol Toetsing en Beoordeling Dit protocol Toetsing en Beoordeling maakt deel uit van het Landelijk Opleidingsplan met ingangsdatum 1 januari 2017. Uitgangspunten Dit Protocol Toetsing en Beoordeling
Nadere informatieUITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A
UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 19 november 2018 GC/18-149 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld
Nadere informatieADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5
107965 - Klacht student ROC over verwijdering is ongegrond. ADVIES inzake de klacht van: [klaagster] te [woonplaats], klaagster gemachtigde: de heer mr. G.J. Mulder tegen [de school] te [woonplaats], verweerder
Nadere informatieADVIES. de directie van [de school] en het College van Bestuur van de [stichting], verweerders gemachtigde: de heer mr. W.Th.A.
108337 ADVIES inzake de klacht van: de heer [klager] te [plaatsnaam], student van [de school], klager gemachtigde: mevrouw [familielid van klager] tegen de directie van [de school] en het College van Bestuur
Nadere informatieHet individuele opleidingsplan (IOP)
Het individuele opleidingsplan (IOP) Achtergrond Het Individueel Opleidings Plan (IOP) is een hulpmiddel om het leerproces van de aios te structureren en te vergemakkelijken. In een IOP wordt een beperkt
Nadere informatieADVIES. [klagers] klagen over de inhoud van het schooladvies voortgezet onderwijs van hun zoon [de leerling] en de daarbij gevolgde procedure.
108092 - Klacht over schooladvies wordt teughoudend getoetst. Schooladvies is gebaseerd op objectieve gegevens en is zorgvuldig tot stand gekomen. ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw [klagers]
Nadere informatieVoorkomen is beter dan genezen Vroegsignalering bij disfunctioneren van aios
Voorkomen is beter dan genezen Vroegsignalering bij disfunctioneren van aios Alexandr Sramek / Beatrijs de Leede LUMC Voorstellen en doelen Herkennen van signalen over minder goed functioneren bij aios
Nadere informatiePROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING
PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING Goedgekeurd door de HVRC 1 maart 2007 Voorwoord Conform artikel B3 lid 2 van het Kaderbesluit CHVG (hierna: Kaderbesluit), in werking getreden
Nadere informatieDE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENI- GING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM
09-18 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENI- GING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Beweerdelijk onjuiste vraagprijs en te geringe verkoopactiviteiten. Beëindiging opdracht door
Nadere informatieBezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.
108785 - Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. in het geding tussen: ADVIES [bezwaarde], wonende te [woonplaats], hierna
Nadere informatieSamen naar een individueel opleidingsplan. Anouk Straus
Samen naar een individueel opleidingsplan Anouk Straus Opzet workshop Theorie individueel opleidingsplan. Het individueel opleidingsplan in de praktijk Oefenen met IOP gesprek tussen aios en opleider Aan
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 291 d.d. 24 oktober 2011 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. H.J. Schepen, leden en mr. E.P.A. Bogers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatie16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieVisitatie van de opleiding informatie voor aios
Visitatie van de opleiding informatie voor aios introductie Visitatie van de opleiding: informatie voor aios Kwaliteit staat bij de medische vervolgopleidingen hoog in het vaandel. Om de kwaliteit te bewaken
Nadere informatieModern opleiden: hoe visiteren?
donderdag 30 september 1999 Vrijdag 9 oktober 2009 Modern opleiden: hoe visiteren? Corry den Rooyen, onderwijskundige Paul Blok, secretaris MSRC Introductie Maatschappelijke veranderingen Project modernisering
Nadere informatiehet College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van
Nadere informatie1. Procedure. 2. Feiten
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 146 d.d. 4 november 2009 (de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heren E.J.M. Mackay en mr. C.E. du Perron) 1. Procedure De Commissie beslist
Nadere informatieDe bemiddelende rol van Centrale Opleidingscommissies bij conflicten tussen opleiders en aios
De bemiddelende rol van Centrale Opleidingscommissies bij conflicten tussen opleiders en aios Resultaten van een onderzoek naar de manier waarop Centrale Opleidingscommissies hun bemiddelende rol in conflicten
Nadere informatieBeroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.
108379 - Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen
Nadere informatieCOMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK
COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: Inzake: UITSPRAAK Het beroepschrift van belanghebbende tegen De Toetsingscommissie van de sportbond De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen commissie,
Nadere informatieSchool moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES
107287 - School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES in het geding tussen: mevrouw A, wonende te K, verzoekster en Stichting B,
Nadere informatieDE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.
DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. Klacht over eigen aankoopmakelaar: asbest in aangekochte woning. Bouwkundige keuring aangeraden. Klager
Nadere informatieADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]
108056 - Geschil over voorgenomen verwijdering leerling. Het verzoek is gegrond omdat er geen ontwikkelingsperspectief is opgesteld en geen op overeenstemming gericht overleg met de ouder heeft plaatsgevonden.
Nadere informatieGeschil over verwijdering. Het besluit is redelijk omdat de school niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling.
108158 - Geschil over verwijdering. Het besluit is redelijk omdat de school niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling. ADVIES in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te
Nadere informatieREGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS
REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS ROC A12 (Onderdeel van de Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland Midden) 2014 Vastgesteld door het College van Bestuur op 4 juli 2014 Inhoudsopgave
Nadere informatieLANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS Klacht over schooladvies. Klagers zijn van mening dat het schooladvies onjuist is. Ook zijn zonder toestemming van klagers privé/medische gegevens toegevoegd
Nadere informatieKLACHTEN- EN GESCHILLEN PROCEDURE
KLACHTEN- EN GESCHILLEN PROCEDURE Inhoudsopgave KLACHTENPROCEDURE... 3 Artikel 1. Klachtenregeling... 3 Artikel 2. Behandeling van de klacht... 3 Artikel 3. Beroep op het bestuur... 3 Artikel 4. Beroep
Nadere informatieLANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015 School stelt zich ten opzichte van gescheiden vader partijdig op. Moeder krijgt informatie die de vader
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 3 2 4 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam appellant], appellant tegen de Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij
Nadere informatieLandelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019
Gespreksformulieren Deel 2: Nederlandse Internisten Vereniging Inhoud Gespreksformulieren 3 16a. Introductie-, tussen- en eindgesprek met de stagehouder/supervisor 3 lntroductiegesprek 3 Tussengesprek
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2017:3873
ECLI:NL:RBZWB:2017:3873 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 28-06-2017 Zaaknummer AWB 16/10200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Bestuursrecht
Nadere informatieADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen
107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van
Nadere informatieBelangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging.
18-21 RvT Amsterdam 203 ERECODE Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging. De verkopers van een woning (klagers) verwijten hun makelaars (beklaagden)
Nadere informatieSAMENVATTING Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE
SAMENVATTING 105569 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; Onvoldoende is vast komen te staan dat werkneemster disfunctioneerde of als ongeschikt
Nadere informatieKlacht over begeleiding leerling. De school heeft onvoldoende regie genomen en onvoldoende gecommuniceerd. ADVIES
107948 - Klacht over begeleiding leerling. De school heeft onvoldoende regie genomen en onvoldoende gecommuniceerd. ADVIES inzake de klacht van: [klagers], ouders van [leerling], klagers tegen [verweerder],
Nadere informatied. Secretaris: de medewerker van het LUMC die door de raad van Bestuur is aangesteld als ambtelijk secretaris klachtenadviescommissie;
Regeling klachtenadviescommissie Dit document is van toepassing op de klachtenadviescommissie van het LUMC en beschrijft de werkwijze en verantwoordelijkheden van deze commissie. Hiermee wordt voldaan
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 08/13KG Zitting gehouden op woensdag 4 juni 2008 om 10.00 uur Mondelinge uitspraak in kort geding in de zaak van: drs. A., wonende te Z., eiseres, gemachtigde: mr.
Nadere informatieADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers
107205 ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers tegen de heer F, directeur mevrouw G, intern begeleider (ib er) mevrouw H, leerkracht,
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht
UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.21T ingediend door de heer XXX (hierna te noemen klager ) tegen
Nadere informatieBij voorwaardelijke bevordering moet de school contact met ouders houden over de resultaten van de leerling. ADVIES
107518 - Bij voorwaardelijke bevordering moet de school contact met ouders houden over de resultaten van de leerling. inzake de klacht van: ADVIES de heer en mevrouw A te B, ouders van C, leerling van
Nadere informatieC E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist
Nadere informatie1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-019 d.d. 16 juni 2014 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatiehebben klagers op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerster ingediend met de volgende inhoud:
106580/106587/106588/106602/106604 - Een bestuurder moet met ouders transparant communiceren over het vertrek van de directeur en de wijziging van hoogbegaafdenonderwijs als gevolg van Passend ; PO inzake
Nadere informatieGeschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.
Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis. Klaagster is met haar broer en zus erfgenaam van een boedel waarin zich een recreatiewoning
Nadere informatieROC Horizon College. Reglement. Commissie van Beroep voor de Examens RVE Reglement Commissie van Beroep voor de Examens
ROC Horizon College Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Document 1.0.181001.RVE Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Status Vaststelling door College van Bestuur: 30 oktober 2018 Instemming
Nadere informatieReglement commissie van beroep voor de examens
Reglement commissie van beroep voor de examens Vastgesteld door het College van Bestuur ROC Rivor op INHOUDSOPGAVE Artikel 1. Algemene bepalingen 3 Artikel 2. Bevoegdheid 4 Artikel 3. Samenstelling Commissie
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.
103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst
Nadere informatieDe Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.
107216 - De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas. in het geding tussen: verbeterd* ADVIES de heer en mevrouw
Nadere informatie16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieBeslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatieADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder
107691 - De school kan de leerling verwijderen omdat deze niet meer voldoende begeleid en ondersteund kan worden en omdat de veiligheid van medeleerlingen in het geding is. in het geding tussen: mevrouw
Nadere informatie16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016
16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieADVIES. het D, gevestigd te B, vertegenwoordigd door de heer E, directeur, verweerder
107557 - School heeft een gescheiden vader voldoende adequaat en op gelijke wijze van informatie voorzien over zijn zoon. inzake de klacht van: de heer A, wonende te B, ouder van C, klager tegen ADVIES
Nadere informatieUitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.
1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het
Nadere informatieCOMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK
COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: UITSPRAAK Inzake: Het beroepschrift van Belanghebbende contra De Toetsingscommissie van de Sportbond De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen
Nadere informatieverklaring dat een belanghebbende zich, ofschoon zijn rechtspositie niet is geschaad, op incorrecte wijze door het fonds bejegend acht.
Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Reglement klachten- en geschillenprocedure Artikel 1. Begripsbepalingen De in de statuten en het pensioenreglement gebruikte begripsbepalingen worden geacht deel
Nadere informatie1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,
Nadere informatieUITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag
De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op
Nadere informatieBedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen
Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen ADVIES Rolnummer: LPL 99.054 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, ADVISERENDE
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht
UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.30T ingediend door de heer en mevrouw A. (hierna te noemen klagers
Nadere informatieLANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS Klachtnummer 2017/100 Commissie ziet geen bevestiging van gestelde pesten. School heeft niet gesprek over pest problematiek georganiseerd waarbij
Nadere informatie17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018
17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatieSchool hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES
107679 - School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. inzake de klacht van: A te B, moeder van C, klaagster tegen - D, docent op E, locatie F en - G, docent
Nadere informatieInstituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012
Instituutsreglement Huisartsopleiding VUmc Maart 2012 Adres: Huisartsopleiding VUmc OZW, de Boelelaan 1109 1081 HV Amsterdam Tel. 020-4448235 INHOUD Voorwoord... 3 Inleiding... 4 HOOFDSTUK A Artikelen
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld
Nadere informatieCOMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK
COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: Inzake: UITSPRAAK Het beroepschrift van (belanghebbende) contra De Toetsingscommissie van sportbond) De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen
Nadere informatie