TANDHEELKUNDIG EPIDEMIOLOGISCH ONDERZOEK IN BASISGÊZONDHEIDSDIENSTEN. H.Kalsbeek. Nederlands lnstituut voor Praeventieve Gczondheidrzorg.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TANDHEELKUNDIG EPIDEMIOLOGISCH ONDERZOEK IN BASISGÊZONDHEIDSDIENSTEN. H.Kalsbeek. Nederlands lnstituut voor Praeventieve Gczondheidrzorg."

Transcriptie

1 TANDHEELKUNDIG EPIDEMIOLOGISCH ONDERZOEK IN BASISGÊZONDHEIDSDIENSTEN H.Kalsbeek Nederlands lnstituut voor Praeventieve Gczondheidrzorg mg"ilo Leiden

2 TANDHEELKUNDIG K EPIDEMIOLOGISCH ONDERZOEK IN BASISGEZONDHEIDSDIENSTEN Verslag van een onderzoek naar de betrouwbaarheid van cariësgegevens verzameld door jeugdartsen en tandheelkundig preventief medewerkers BIBLIOTHEEK NEDERLANDS If istituut VOOR PRAEVENTIEVE GEZONDHESDSZORS TNO POSTBUS 124, 2300 AC LEIDEN Dit onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de GGD'en Eemland, Midden-Brabant, Midden-Holland, Stadsgewest Breda, Zeeland en Zuid-Kennemerland IBISSTAMBOEKNUMMER 001«/ÖOO f H.Kalsbeek Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg OPS-iD maarf 1990

3 Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO Wassenaarseweg 56, Leiden Postadres: Postbus AC LEIDEN Telefoon: Deze uitgave is te bestellen door het overmaken van ƒ 35,-- (incl. BTW) op postrekening van het NIPG-TNO onder vermelding van bestelnummer CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Kalsbeek, H. Tandheelkundig epidemiologisch onderzoek in basisgezondheidsdiensten: verslag van een onderzoek naar de betrouwbaarheid van cariësgegevens verzameld door jeugdartsen en tandheelkundig preventief medewerkers / H. Kalsbeek. Leiden - : Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO. Onderzoek uitgevoerd in samenw. met de GGD'en Eemland, Midden-Brabant, Midden-Holland, Stadsgewest Breda, Zeeland en Zuid-Kennemerland. - Met lit. opg. ISBN O SISO 609 UDC (492) Trefw.: tandheelkundig onderzoek : Nederland Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO Publikatienummer: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, openbaar gemaakt, en/of verspreid door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NIPG-TNO.

4 INHOUD BIz. SAMENVATTING i 1. INLEIDING l 2. MATERIAAL EN METHODEN Deelnemende GGD'en en onderzoekers De bij het onderzoek betrokken kinderen Parameters voor de prevalentie van cariës Hulpmiddelen Voorbereiding onderzoekers Gegevensverwerking 7 3. REPRODUCEERBAARHEID VAN GEGEVENS VERZAMELD DOOR TANDARTSEN Uitkomsten Discussie REPRODUCEERBAARHEID VAN GEGEVENS VERZAMELD DOORTPM's Uitkomsten Discussie REPRODUCEERBAARHEID VAN GEGEVENS VERZAMELD DOOR JEUGDARTSEN Uitkomsten Discussie DE KEUZE VAN ONDERZOEKERS CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 33 LITERATUUR 35 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN 36 BIJLAGEN 39

5 SAMENVATTING Zes GGD'en voerden epidemiologisch onderzoek naar de prevalentie van tandcariës bij kinderen van 5-6 jaar (melkgebit) en bij jarigen (blijvend gebit). In drie GGD'en werden de kinderen onderzocht door Tandheelkundig Preventief Medewerkers (TPM's) en in drie GGD'en door jeugdartsen. Om na te gaan wat de betrouwbaarheid was van de verzamelde gegevens werd een aantal kinderen opnieuw onderzocht door tandartsen van het NIPG. Van sommige kinderen werd het gebit door twee tandartsen beoordeeld. De TPM's werden, voor zij met hun werk startten, door een tandarts van het NIPG geïnstrueerd. De jeugdartsen kregen groepsgewijs voorlichting over het onderzoek van het gebit en zij werden daarna meestal ook nog op individuele basis begeleid door een TPM. Alle onderzoekers hadden een protocol ter beschikking met de te hanteren onderzoekscriteria. Als maat voor de overeenstemming tussen het oordeel van de GGD-medewerkers en de tandartsen werden gehanteerd het percentage overeenstemmende beoordelingen (Po) en Cohen's Kappa. Waar mogelijk werd ook de test-hertest correlatie berekend. Uit de gegevens van kinderen die door twee tandartsen waren onderzocht blijkt dat het onderzoek van de tandartsen in het algemeen betrouwbaar was. De Kappa-coëfficiënt was het laagst voor het onderzoek naar het aantal caviteiten (gaatjes) in het blijvend gebit, waarschijnlijk omdat vrijwel alle kinderen regelmatig bij een tandarts kwamen, waardoor er slechts weinig en alleen kleine afwijkingen voorkwamen. Ook van het onderzoek van de TPM's was de reproduceerbaarheid in het algemeen goed, zij het dat de Kappa-coëfficiënten wat lager waren dan van het onderzoek van de tandartsen. De gegevens van de jeugdartsen waren minder betrouwbaar dan die van de TPM's maar desondanks bruikbaar, vooral als werd uitgegaan van dichotome verdelingen, zoals de verdeling gaaf/niet-gaaf gebit. De data voor het melkgebit waren in het algemeen betrouwbaarder dan voor het blijvend gebit. Dit komt waarschijnlijk doordat de caviteiten in het melkgebit meestal groter waren. Bij oudere kinderen had men soms moeite elementen van het melkgebit van blijvende gebitselementen te onderscheiden. Caviteiten in het blijvend gebit werden noch door TPM's noch door jeugdartsen betrouwbaar gescoord. Hoewel globale cariësgegevens verzameld door jeugdartsen in het algemeen bruikbaar waren, bleek dat de resultaten van individuele jeugdartsen niet altijd betrouwbaar zijn. Men zal hiermee rekening moeten houden als men bijvoorbeeld schoolpopulaties wil vergelijken op grond van gegevens die door

6 verschillende jeugdartsen zijn verzameld. De keuze tussen jeugdartsen, TPM's en tandartsen als onderzoeker zal men mede moeten baseren op de vereiste betrouwbaarheid van de data. Jeugdartsen kunnen als onderzoeker worden ingezet als men alleen geïnteresseerd is in een globaal beeld van de mondgezondheid en wanneer kleine verschillen tussen groepen niet relevant worden geacht. Bij evaluatie-onderzoek zal de inschakeling van TPM's of tandartsen noodzakelijk zijn. Zowel voor TPM's als voor jeugdartsen lijkt een adequate instructie vooraf een vereiste om tot goede resultaten te komen. Aanbevolen wordt om als controle op de betrouwbaarheid van onderzoeksgegevens systematisch duplo-onderzoek uit te voeren: Een vergelijking tussen uitkomsten van onderzoek in verschillende GGD'en zonder nadere informatie over de vergelijkbaarheid van de gegevens is riskant. u

7 1. INLEIDING Sinds het midden van de jaren 80 is in een groot aantal basisgezondheidsdiensten (GGD'en) gestart met tandheelkundig.preventieve activiteiten (Heinsbroek & Kool, 1987). De aanleiding daartoe was vaak de opheffing van de schooltandverzorging, die eerder dergelijke taken vervulde. De mogelijkheid voor GGD'en subsidie te verkrijgen voor de aanstelling van een tandheelkundig preventief medewerker (TPM), vormde eveneens een stimulans. Naast de collectieve tandheelkundige preventie wordt ook tandheelkundig epidemiologisch onderzoek tot een taak van de GGD gerekend (Commissie Jeugdtandzorg van de Vereniging van Directeuren Basisgezondheidsdiensten, 1989). Dit is in lijn met de aanbeveling van de Stuurgroep Epidemiologie in Basisgezondheidsdiensten om epidemiologie te behandelen als een vanzelfsprekend facet van alle preventieve zorg (Stuurgroep Epidemiologie in Basisgezondheidsdiensten, 1987). Het tandheelkundig epidemiologisch onderzoek heeft veelal een signalerende functie. Onderzoeksvragen kunnen enerzijds betrekking hebben op het vóórkomen van gebitsafwijkingen als tandcariës: welke categorieën kinderen lopen het grootste risico, neemt de prevalentie toe of af? Anderzijds kan het onderzoek gericht zijn op het (preventief) gedrag dat met mondgezondheid samenhangt zoals tandenpoetsen en tandartsbezoek en op de determinanten van dit gedrag. In een eerdere NIPG-notitie (Kalsbeek, 1987) werden drie mogelijkheden genoemd voor de wijze waarop GGD'en epidemiologische gegevens over de gebitstoestand bij de jeugd kunnen verkrijgen. Deze mogelijkheden zijn: 1. informatie opvragen bij tandartsen of ziekenfondsen, 2. medewerkers van de GGD gebitsonderzoek laten uitvoeren, 3. een externe onderzoeksinstelling inschakelen. In de genoemde notitie worden voor- en nadelen beschreven van deze drie opties. De onder l genoemde mogelijkheid lijkt in de praktijk moeilijk te realiseren en heeft als nadeel dat over kinderen die niet bij een tandarts komen of niet bij een ziekenfonds zijn ingeschreven, geen informatie te verkrijgen is. De derde mogelijkheid betekent voor de GGD een extra kostenpost. In veel gevallen zal voor de tweede optie worden gekozen. Binnen de meeste GGD'en werken geen tandartsen. Over de kundigheid van niet-tandartsen om gebitsonderzoek uit te voeren, is weinig bekend. Met het oog op deze onzekerheid werd een onderzoek gestart met de volgende vraagstelling: - kunnen jeugdartsen bruikbare epidemiologische gegevens verzamelen over het vóórkomen van cariës bij kinderen? - zijn mondhygiënisten in staat dergelijke gegevens te verzamelen? Het antwoord op deze vragen zal mede afhankelijk zijn van het doel van het onderzoek en, in samenhang daarmee, met de parameter die men kiest voor de l

8 prevalentie van caries. Bij de beantwoording van de vragen zal daarmee rekening worden gehouden. Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, zijn cariësgegevens die bij kinderen werden verzameld door jeugdartsen en TPM's (mondhygiënisten), vergeleken met gegevens over de zelfde kinderen verzameld door tandartsonderzoekers van het NIPG. Met dit betrouwbaarheidsonderzoek werd beoogd een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het tandheelkundig epidemiologisch onderzoek als onderdeel van de basisgezondheidszorg.

9 2. MATERIAAL EN METHODEN 2.1 Deelnemende GGD'en en onderzoekers Mede naar aanleiding van de eerder genoemde NIPG-notitie vroegen diverse GGD'en om advies over de opzet van een tandheelkundig epidemiologisch onderzoek. Indien bleek dat men van plan was jeugdartsen of tandheelkundig preventief medewerkers (mondhygiënisten) onderzoek te laten doen naar het vóórkomen van cariës, werd de GGD verzocht deel te nemen aan het betrouwbaarheidsonderzoek van het NIPG. Alle GGD'en aan wie dit verzoek werd gedaan, waren bereid mee te werken. In werden zes GGD'en bij het onderzoek betrokken (zie tabel 1). In drie daarvan waren het jeugdartsen die kinderen onderzochten, in de drie andere TPM's. In waren er 21 jeugdartsen bij het onderzoek betrokken en zeven TPM's. Van de laatsten waren er zes mondhygiënist van professie en een voorlichtingsdeskundige. In twee van de drie GGD'en waar jeugdartsen als onderzoeker optraden, was een TPM voor de begeleiding beschikbaar (zie tabel 2.1). In de meeste GGD'en was ook een epidemioloog bij het onderzoek betrokken. Tabel 2.1 Overzicht van de in het project participerende GGD'en en medewerkers ondersteuning door GGD onderzoekers epidemioloog TPM Zeeland Hidden-Brabant Stadsgewest Breda Eemland Zuid-Kennemerland Hidden-Holland jeugdartsen + jeugdartsen + TPH's + TPH's + TPM's + jeugdartsen + + nvt nvt nvt - Vanuit het NIPG nam naast de projectleider (tandarts-epidemioloog) een (wisselend) aantal tandartsen deel aan de verzameling van gegevens. Deze tandartsen hadden allen ervaring met het gestandaardiseerd diagnostiseren van cariës.

10 2.2 De bii het onderzoek betrokken kinderen Kinderen werden onderzocht uit groep 2 en uit de groepen 7 of 8 van de basisschool. Deze kinderen zijn respectievelijk 5-6 en jaar oud. Door de GGD Eemland werd uitsluitend onderzoek gedaan in de oudste leeftijdscategorie. Het onderzoek van de jeugdartsen vond in twee van de drie GGD'en plaats tijdens het periodiek geneeskundig onderzoek (PGO). Dit was niet het geval in Zeeland, waar de artsen in het kader van een pilot-studie kinderen onderzochten op een viertal proefscholen, buiten het PGO om. Voor het betrouwbaarheidsonderzoek werd een selectie gemaakt uit alle basisscholen waar het onderzoek van de jeugdarts of TPM had plaatsgevonden. De keuze welke scholen door het NIPG zouden worden bezocht, is gemaakt door medewerkers van de GGD. In Zeeland waren alle vier proefscholen bij het betrouwbaarheidsonderzoek betrokken. In de overige GGD'en werd bij de keuze van de scholen gelet op de verdeling over de verschillende jeugdartsen of TPM's. De laatsten wisten op het moment dat zij het gebitsonderzoek uitvoerden, niet welke scholen voor het betrouwbaarheidsonderzoek zouden worden gekozen. Op basis van de door de GGD verzamelde gegevens, kon achteraf worden geconcludeerd dat de gebitstoestand van de kinderen op de scholen die door het NIPG werden bezocht, gemiddeld niet of slechts weinig afweek van het algemene beeld in de regio. In principe werd de gebitstoestand van alle kinderen van de groepen 2 en 7 of 8 op de gekozen scholen door een NIPG-tandarts herbeoordeeld, tenzij de ouders tevoren hiertegen bezwaar hadden gemaakt, wat zelden voorkwam. Een van elke vijf kinderen werd door twee tandartsen onderzocht, waarbij de eerste onderzoeker vooraf niet wist dat het onderzoek zou worden herhaald. 2.3 Parameters voor de prevalentie van caries Als eenheid van observatie kan men uitgaan van het gebit als geheel', van het gebitselement (tand of kies) of van een deel daarvan, het tandvlak. In tabel 2 is voor elke GGD en voor het NIPG de gehanteerde onderzoekseenheid vermeld. Tevens zijn de mogelijke beoordelingen weergegeven waaruit per meeteenheid een keuze moest worden gemaakt. De TPM's onderzochten allen op tandvlakniveau terwijl de jeugdartsen in één GGD op gebits-niveau en in twee GGD'en op element-niveau beoordeelden. Bij de 5-6-jarigen werden uitsluitend gegevens verzameld over het melkgebit, bij de l O-12-jarigen alleen gegevens over het blijvend gebit.

11 Het registreren van de bevindingen gebeurde op verschillende manieren. De jeugdartsen noteerden op de onderzoekskaart alleen scores voor het gebit als geheel (bijvoorbeeld het aantal gebitselementen met een caviteit). In Midden- Holland werden daarbij aantallen van vijf of hoger niet nader gespecificeerd. Voor de TPM's en voor de tandartsen van het NIPG werden de uitkomsten per tandvlak genoteerd. Achteraf werden de scores voor de gebitselementen en voor het gebit als geheel uit de vlakkenscores afgeleid. Tabel 2.2 Meeteenheid en beoordelingscategorieën gehanteerd door de onderzoekers van de diverse GGD'en en van het NIPG Zeeland Hidden-Brabant Stadsgewest Breda Eemland Zuid Kennemerland Midden-Holland NIPG meeteenheid gebitselement gebit tandvlak tandvlak tandvlak gebitselement tandvlak categorieën gaaf gevuld (geen caviteit) caviteit, vullen mogelijk idem, niet meer te vullen geëxtraheerd gaaf vulling(en) caviteit(en) en vuil.(en) caviteit(en) gaaf vulling vulling en caviteit caviteit geëxtraheerd zie Stadsgewest Breda zie Stadsgewest Breda gaaf gevuld (geen caviteit) caviteit of geëxtraheerd gaaf glazuurlaesie vulling vulling en caviteit caviteit geëxtraheerd

12 2.4 Hulpmiddelen De jeugdartsen stonden of zaten bij het onderzoek recht tegenover het kind. Om de mond te verlichten werd in de GGD Midden-Brabant een otoscoop met spreid-speculum gebruikt, in de GGD Midden-Holland een 'penlight' en in de GGD Zeeland een batterij-lampje bevestigd aan een brilmontuur. De artsen gebruikten een spatel om de wang en de tong weg te houden. De TPM's voerden het onderzoek uit met spiegel en sonde. Het kind lag daarbij achterover op een tafel, met het hoofd op een kussen. De lichtbron was een bureaulamp, bevestigd aan de tafelrand. De tandartsen onderzochten de kinderen in de onderzoeksbus van het NIPG. Hierin staan twee tandartsstoelen met alle toebehoren die een tandarts in de praktijk ter beschikking heeft (tandartslamp, luchtspuit, mondlampje). Het onderzoek werd uitgevoerd met spiegel en sonde; er werden geen röntgenfoto's gemaakt. 2.5 Voorbereiding onderzoekers Voor elke GGD werd een protocol opgesteld waarin de procedures en scoringscriteria voor het gebitsonderzoek waren beschreven. Voor de GGD Midden-Holland werd dit protocol, in overleg met het hoofd van de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD, door de projectleider van het NIPG geschreven, in de overige GGD'en werd het door GGD-medewerkers opgesteld. De verantwoordelijkheid voor het protocol berustte steeds bij de GGD. De jeugdartsen kwamen vooraf als groep bijeen om het protocol te bespreken. Daarbij was ook de projectleider van het NIPG aanwezig om vragen te beantwoorden en om het beoogde betrouwbaarheidsonderzoek toe te lichten. Belangrijke onderwerpen van gesprek waren: 'hoe zien carieuze laesies er uit?' en 'hoe zijn in een wisselgebit melkkiezen te onderscheiden van blijvende kiezen?'. In de GGD Midden-Holland werden twee groepsbijeenkomsten gehouden. De jeugdartsen in Zeeland en Midden-Brabant werden behalve in groepsverband ook op individuele basis op hun werk voorbereid door de TPM, die in de beginfase bij het onderzoek aanwezig was. De TPM's die zelf onderzoek uitvoerden, werden daarop voorbereid in twee oefen-bijeenkomsten, waarbij zij samen met de projectleider van het NIPG in een school kinderen onderzochten. Daar de tandartsen van het NIPG volgens een standaard-protocol werkten, dat ook bij ander epidemiologisch veldwerk wordt toegepast, werden voor dit onderzoek geen speciale calibratie-sessies gehouden.

13 2.6 Gegevensverwerking Voor elke klas kinderen die door de tandartsen was onderzocht, werd een lijst gemaakt waarop stond aangegeven de naam en de leeftijd van het kind en de volgende cariësindices: - het aantal 'decayed teeth' (gebitselementen met een caviteit), hierna aangeduid als dt, - het aantal 'missing teeth' (gebitselementen ontbrekend wegens cariës), aangeduid als mt - het aantal 'filled teeth' (gebitselementen met een vulling), aangeduid als ft, - het aantal 'decayed, missing or filled teeth' (al of niet behandelde door cariës aangetaste gebitselementen), aangeduid als dmft, - het aantal 'decayed surfaces' (tandvlakken met een caviteit), aangeduid als ds, - het aantal 'missing surfaces' (tandvlakken ontbrekend wegens cariës), aangeduid als ms, - het aantal 'filled surfaces' (tandvlakken met een vulling), aangeduid als fs, - het aantal 'decayed, missing or filled surfaces' (al of niet behandelde door cariës aangetaste tandvlakken), aangeduid als dmfs. Alle genoemde afkortingen hebben betrekking op het melkgebit. Voor cariëslaesies in het blijvend gebit worden dezelfde afkortingen in hoofdletters gebruikt. Voor de kinderen die werden onderzocht in Midden-Brabant, werd tevens de score voor het gebit als geheel vermeld, zoals gehanteerd door de jeugdartsen in deze regio (zie tabel 2.2). Van de lijsten werd een kopie naar de GGD gestuurd. Daar werden de scores van de GGD-onderzoekers naast die van de tandartsen genoteerd. Door het NIPG werden vervolgens kruistabellen gemaakt waarin de uitkomsten van de verschillende onderzoekers tegen elkaar werden afgezet. Vanuit vier GGD'en werd.een aantal van deze kruistabellen reeds eerder gepubliceerd (Flipse e.a., 1988, Van 't Bosch, 1988, Klingenberg, 1989, Schraven e.a., 1989). De mate waarin uitkomsten van de verschillende onderzoekers overeenstemmen zal op verschillende manieren worden weergegeven. Allereerst worden de uitkomsten als zodanig naast elkaar gezet zodat het (gemiddelde) verschil kan worden beoordeeld. Verder wordt het gevonden percentage overeenstemmende scores (Po) weergegeven en Cohen's Kappa, een index die rekening houdt met het feit dat ook door toeval een zekere mate van overeenstemming ontstaat. Kappa wordt berekend met behulp van de formule: Ka a _ % gevonden overeenstemming - % toevallige overeenstemming % toevallige overeenstemming

14 Kappa kan waarden aannemen tussen -l en 1. In navolging van Hunt (1986) wordt deze coëfficiënt als volgt geïnterpreteerd: Kappa < = 0,40 : slechte overeenstemming 0,40 Kappa < 0,75 : redelijke tot goede overeenstemming Kappa > = 0,75 : uitstekende overeenstemming. Voorzover dat al niet direct bij het onderzoek gebeurde, werden de uitkomsten alvorens Kappa te berekenen, gerubriceerd in een beperkt aantal categorieën. Dit werd aanvaardbaar geacht omdat kleine verschillen in het aantal aantastingen voor de gezondheid van het gebit weinig relevant zijn. De keuze van de categorieën is arbitrair. In het algemeen is uitgegaan van een indeling in vijf klassen (O, l of 2, 3 of 4, 5-8 en > 8). Aangezien dmfs-waarden een veel grotere spreiding vertonen dan dmft-waarden, is bij de indeling naar dmfs gekozen voor bredere klassen (O, 1-4, 5-8, 9-16 en > 16). De reproduceerbaarheid van het onderzoek van de tandartsen en de TPM's werd behalve op de hiervoor aangegeven manier, ook bepaald door de duplo-fout van de waarneming te berekenen. De duplo-fout is de standaardafwijking van het verschil tussen de eerste en de tweede onderzoeker (Van 't Hof in Truin e.a. 1988). Tevens werd de test-hertest correlatie (r) berekend volgens de formule: r_( duolo-fout ] 2 V s.d ) waarbij s.d. staat voor de standaardafwijking van de. verdeling van de betreffende parameter. In navolging van Van 't Hof wordt aangenomen dat r- waarden hoger dan 0,70 wijzen op een bruikbare meetmethode en metingen met r-waarden onder 0,50 onacceptabel zijn. Indien men beschikt over een 'gouden standaard', waarmee kan worden bepaald hoe de situatie werkelijk is, kan men van een andere, mogelijk minder betrouwbare onderzoeksmethode de 'sensitiviteit', 'specificiteit' en de 'predictieve waarde' berekenen (Vandenbroucke en Hofman, 1988). Om de mate van aantasting van een tand of kies met een 'borderline laesie' of met een afwijking in een moeilijk zichtbare plaats exact te kunnen vaststellen, zou men een röntgenfoto of een histologische coupe moeten maken. Het tandartsenonderzoek met spiegel en sonde heeft niet de pretentie een meting te zijn met een 'gouden standaard'. De genoemde indices zijn daarom niet berekend. Om als vergelijking te kunnen dienen voor het onderzoek van niet-tandartsen zal moeten worden aangetoond dat het onderzoek van de tandartsen goed reproduceerbaar is. Om die reden zullen in het volgende hoofdstuk allereerst gegevens worden gepresenteerd over de reproduceerbaarheid van het onderzoek van de tandartsen. In de daarop volgende hoofdstukken worden de uitkomsten 8

15 van de TPM's en de jeugdartsen met die van de tandartsen vergeleken. Daarna wordt ingegaan op de vraag welk type onderzoeker voor welk onderzoek het meest geschikt is.

16 3. REPRODUCEERBAARHEID VAN GEGEVENS VERZAMELD DOOR TANDARTSEN 3.1 Uitkomsten In dit hoofdstuk wordt de mate van overeenstemming tussen de tandartsen weergegeven met betrekking tot: - de aantallen dmft, dt, ft, DMFT; DT en FT, waarbij uitgegaan wordt van een verdeling van kinderen in vijf categorieën, - dezelfde parameters, uitgaande van dichotome verdelingen (bijvoorbeeld wel/geen dmft), - de aantallen dmfs, ds, fs, DMFS, DS en FS, uitgaande van een verdeling in vijf categorieën, - de gemiddelde waarden van de genoemde parameters. Voor de TPM's en de jeugdartsen werden de gegevens zoveel mogelijk op dezelfde wijze uitgewerkt, zodat onderlinge vergelijkingen mogelijk zijn. Van de 5-6-jarigen werden 120 kinderen tweemaal door een tandarts onderzocht. Van de jarigen gebeurde dit bij 160 kinderen. In de tabellen 3.1 en 3.2 worden de gegevens over het aantal dmft/dmft volgens de eerste en tweede onderzoeker tegen elkaar afgezet. De relatie tussen de uitkomsten van het eerste en het tweede gebitsonderzoek (beide uitgevoerd door tandartsen) met betrekking tot het aantal dmft bij 5-6-jarigen dmft Ie onderzoek > 8 dmft 2e onderzoek >

17 Tabel 3.2 -De relatie tussen de uitkomsten van het eerste en het tweede gebitsonderzoek (beide uitgevoerd door tandartsen) met betrekking tot het aantal DMFT bij jarigen DMFT 1e onderzoek > 8 DMFT 2e onderzoek > Bij de gekozen indeling waren voor het melkgebit 113 van de 120 uitkomsten gelijk, wat neer komt op een percentage overeenstemming (Po) van 94. Cohen's Kappa bedraagt 0,92. Voor het aantal DMFT waren Po 91 en Kappa 0,86. In tabel 3 staan deze waarden samen met die voor de aantallen dt, DT, ft en FT. De kruistabellen waaruit deze gegevens zijn berekend, kan men vinden in bijlage 1. Tabel 3.3 De overeenstemming tussen de tandarts-onderzoekers met betrekking tot het aantal draft, DMFT, dt, DT, ft en FT. De uitkomsten zijn gebaseerd op indelingen in vijf categorieën (zie tabel 3.1) percentage overeenstemming Cohen's Kappa 5-6 jaar jaar 5-6 jaar jaar melkgebit blijvend melkgebit blijvend gebit gebit dmft/dmft dt/dt ft/ft ,92 0,76 0,89 0,86 0,52 0,90 Op één na blijken alle Kappa-coëfficiënten hoger te zijn dan 0,75, wat duidt op een hoge mate van overeenstemming tussen de onderzoekers. Voor het aantal 11

18 onbehandelde carieuze elementen van het blijvend gebit (DT) was de overeenstemming, hoewel voldoende, duidelijk lager. Uitgaande van dichotome verdelingen (gaaf/niet-gaaf gebit, wel/geen gebitselementen met een vulling en wel/geen gebitselementen met een caviteit) wordt de mate van overeenstemming uiteraard hoger. De resulterende Po- en Kappa-waarden zijn in tabel 3.4 vermeld. Tabel 3.4 De overeenstemming tussen tandartsen-onderzoekers met betrekking tot het voorkomen dmft, DHFT, dt, DT, ft en FT. De uitkomsten berusten op een dichotome verdeling (zie tekst) percentage overeenstemming Cohen's Kappa 5-6 jaar jaar 5-6 jaar jaar melkgebit blijvend melkgebit blijvend gebit gebit dmft/dhft dt/dt ft/ft ,98 0,85 0,94 0,93 0,64 0,92 In tabel 3.5 worden de Po- en Kappa-waarden weergegeven voor de uitkomsten op tandvlakniveau, gerubriceerd vijf categorieën. De schaal voor de verdeling naar dmfs, ds en fs is aangepast met het oog op de grote spreiding van uitkomsten bij deze parameters. De klasse-breedte is in vergelijking met die voor dmft, dt en ft verdubbeld. De kruistabellen behorend bij tabel 3.5 staan in bijlage 1. De overeenstemming tussen tandarts-onderzoekers met betrekking tot het aantal dmfs, DMFS, ds, DS, fs en FS. De uitkomsten zijn gebaseerd op indelingen in vijf categorieën (zie de tabellen 7 t/m 12 in de bijlage 1). percentage overeenstemming Cohen's Kappa 5-6 jaar jaar 5-6 jaar jaar melkgebit blijvend melkgebit blijvend gebit gebit dmfs/dhfs ds/ds fs/fs ,90 0,76 0,91 0,83 0,48 0,94 12

19 Ook voor het onderzoek op vlakniveau blijkt dat alle Kappa-waarden op één na boven 0,75 uitkomen. In het algemeen wijken ze weinig af van die voor het onderzoek op element-niveau. Tabel 3.6 geeft voor de diverse parameters die werden gehanteerd de gemiddelde waarde, de standaardafwijking, de duplo-fout en de test-hertest correlatie. Daar de uitkomsten voor het.eerste en het tweede onderzoek niet systematisch afwijken, worden de gemiddelde uitkomsten voor deze twee onderzoeken niet afzonderlijk vermeld. Tabel 3.6 Gemiddelde waarde M voor de diverse parameters, de daarbij behorende standaardafwijking (s.d.), de duplo-fout van de waarneming en de test-hertest correlatie (r) X s.d. duplo-fout r dmft dt ft 2,8 1,9 0, ,5 0,7 0,9 0,4 0,97 0,92 0,92 dmfs ds fs ,3 5,2 3,2 1,4 1,* 0.5 0,96 0,93 0,97 DMFT DT FT 1,8 0,5 1, , ,5 0,7 0,5 0,92 0,51 0,89 DMFS DS FS 2.7 0,6 2,1 3,1 1,2 2, ,8 0,5 0,92 0,51 0,97 Alle r-waarden, met uitzondering van die voor de aantallen DT en DS, blijken hoog te zijn. De r-waarden van overeenkomstige parameters voor gebitselementen en tandvlakken wijken meestal weinig van elkaar af. 3.2 Discussie Voor vrijwel alle parameters blijkt dat de Kappa- en r-waarden hoog zijn. Daaruit kan worden geconcludeerd dat de reproduceerbaarheid van het onderzoek van de tandartsen in het algemeen goed of uitstekend was. Een uitzondering vormde de waarneming van het aantal caviteiten in het blijvend 13

20 gebit. Hoewel deze voldoende was, lag de betrouwbaarheid van de aantallen DT en DS toch ver onder het niveau van die van de overige parameters. De jarigen kwamen vrijwel allen regelmatig bij een tandarts. De caviteiten die bij het onderzoek werden gevonden zullen daarom voor de behandelend tandarts moeilijk zichtbaar zijn geweest of zijn ontstaan na de laatste gebitscontrole. Het is begrijpelijk dat dergelijke caviteiten bij een onderzoek minder betrouwbaar worden vastgesteld dan bijvoorbeeld caviteiten in het melkgebit. De laatste worden vrijwel niet behandeld. Een vergelijking tussen de Po-, Kappa- en r-waarden van overeenkomstige parameters voor gebitselementen en tandvlakken leert dat het voor betrouwbaarheid van de gegevens niet veel uitmaakt voor welke maat men kiest. Een argument voor het onderzoek van tandvlakken is dat de uitkomsten wat meer spreiding vertonen, wat met name bij onderzoek van groepen met een lage 'cariës experience' van belang kan zijn. Een bezwaar is echter dat het onderzoek meer tijd kost en dat men voor geëxtraheerde elementen het aantal aantastingen moet schatten. Indien men gegevens wil hebben over specifieke predilectieplaatsen (zoals pits, fissuren en contactvlakken) is onderzoek op vlakniveau uiteraard een vereiste. 14

21 4. REPRODUCEERBAARHEID VAN GEGEVENS VERZAMELD DOOR TPM's 4.1 Uitkomsten In de tabellen 4.1 en 4.2 staat per GGD het aantal kinderen dat zowel door TPM's als door tandartsen werd onderzocht. Ook is aangegeven hoeveel kinderen volgens deze onderzoekers een gaaf gebit hadden. Onder 'gaar wordt in dit verband verstaan een gebit zonder caviteiten of vullingen. Carieuze laesies die beperkt zijn tot het glazuur, zijn dus niet meegeteld. Tabel 4.1 Het totale aantal tweemaal onderzochte 5-6-jarigen en het aantal (percentage) kinderen met een gaaf melkgebit, per GGD gaaf melkgebit volgens TPH volgens tandarts GGD N N % N % Breda (51) 58 (48) Eemland Z.-Kennemerland (64) 23 (59) (54) 81 (51) Tabel 4.2 Het totale aantal tweemaal onderzochte jarigen en het aantal (percentage) kinderen met een gaaf blijvend gebit, per GGD gaaf blijvend gebit volgens TPM volgens tandarts GGD N N X N % Breda Eemland Z.-Kennemerland (53) (50) (51) (53) (43) (48) (51) 208 (48) De TPM's vonden vrijwel steeds wat meer gave gebitten dan de tandartsen. Het verschil per GGD varieerde tussen 0% en 7%. 15

22 In tabel 4.3 en 4.4 zijn voor de jongste en oudste leeftijdscategorie de dmft/dmft-waarden volgens de TPM's en de tandartsen tegen elkaar afgezet. Bij de gebruikte indeling in vijf categorieën was Po respectievelijk 77 en 83 en Kappa 0,65 en 0,74. Deze cijfers staan in tabel 4.5 samen met gegevens over de reproduceerbaarheid van de waarneming van elementen met een caviteit (dt/dt) en elementen met een vulling (ft/ft). De kruistabellen voor de diverse parameters staan in bijlage 2. Tabel 4.3 De relatie tussen de uitkomsten van de TPM's en de tandartsen (TA) met betrekking tot het aantal dmft bij 5-6-jarigen dmft volgens TA dmft volgens TPH > > 8 8 U Tabel 4.4 De relatie tussen de uitkomsten betrekking tot het aantal DMFT bij van de TPM's en de jarigen tandartsen (TA) met DMFT volgens TA DMFT volgens TPM > >

23 Tabel 4.5 De overeenstemming tussen de TPM's en de tandartsen met betrekking tot.het aantal dmft en DHFT, dt en DT, ft en FT. De uitkomsten berusten op een indeling in vijf categorieën (zie tabel 4.3 en 4.4) percentage overeenstemming Cohen's Kappa 5-6 jaar jaar 5-6 jaar jaar melkgebit blijvend melkgebit. blijvend gebit gebit dmft/dhft dt/dt ft/ft ,66 0,56 0,71 0,74 0,23 0,79. Op één na wijzen alle Kappa-waarden op een voldoende of hoge mate van overeenstemming tussen de beide groepen onderzoekers. Voor het aantal DT was de overeenstemming onvoldoende. In tabel 4.6 worden de uitkomsten vermeld uitgaande van dichotome verdelingen (gaaf/niet-gaaf gebit, wel/geen gebitselementen met een caviteit, wel/geen gebitselementen met een vulling). Tabel 4.6 De overeenstemming tussen de TPM's en de tandartsen met betrekking tot het voorkomen van dmft en DMFT, dt en DT, ft en FT. De uitkomsten berusten op een dichotome verdeling (zie tekst) percentage overeenstemming Cohen's Kappa 5-6 jaar jaar 5-6 jaar jaar melkgebit blijvend melkgebit blijvend gebit gebit dmft/dmft dt/dt ft/ft ,91 0,86 0,90 0,85 0,34 0,86 Ook nu blijkt Kappa voor DT lager dan 0,40 te zijn, dat wil zeggen dat deze onder de norm te ligt voor een voldoende mate van overeenstemming. Voor de overige parameters wijzen de Kappa-waarden op een uitstekende overeenstemming (Kappa > 0,75). Indien de uitkomsten voor de drie betrokken GGD'en afzonderlijk worden 17

24 beschouwd, blijken er onderling wel kleine verschillen te bestaan. Voor alle GGD'en geldt echter dat de reproduceerbaarheid voor vrijwel alle parameters goed is. Voor de TPM's in het Stadsgewest Breda lag de Kappa-coëfficiënt ook voor het aantal DT (juist) boven de norm (Kappa = 0,41 bij een indeling in vijf en Kappa = 0,54 bij een indeling in twee categorieën). In de praktijk zal een onderzoek bij een groep kinderen waarover men iets weten wil, bijvoorbeeld leerlingen van een bepaalde school, meestal worden uitgevoerd door één TPM. Het is daarom van belang de reproduceerbaarheid van de uitkomsten ook per TPM vast te stellen. Bij het onderzoek van de 5-6-jarigen waren vier TPM's betrokken terwijl de l O-12-jarigen door zeven TPM's werden onderzocht. Omdat het aantal in duplo onderzochte kinderen per TPM soms beperkt was (minimaal 28), is uitgegaan van dichotome verdelingen. Figuur l toont voor elke TPM de Po- en Kappa-waarden voor het onderzoek van het melk- en het blijvend gebit waarbij wordt uitgegaan van de categorieën gaaf/ niet-gaaf. Figuur 1. De overeenstemming tussen de TPM's en de tandartsen met betrekking tot het oordeel over het al of niet gaaf zijn van het melk- en het blijvend gebit, per TPM Percentage overeenstemming Cohen's Kappa 100-, , o a blijvend gebit melkgebit tnelkgebit blijvend gebit 18

25 Het blijkt dat voor vrijwel alle TPM's de reproduceerbaarheid van de waarneming gaaf/niet-gaaf uitstekend was. Aangezien de TPM's evenals de tandartsen bij het onderzoek het gebitsvlak als onderzoekseenheid hanteerden, zijn ook vergelijkingen te maken tussen de dmfs- en de DMFS-gegevens van de beide soorten onderzoekers. Voor de berekening van Po en Kappa werd opnieuw voor een indeling in vijf categorieën gekozen. Voor de kruistabellen wordt men verwezen naar bijlage 2. De berekende Po- en Kappa-waarden staan in de tabellen 4.7 en 4.8. Om een vergelijking te kunnen maken met de Po- en Kappa-waarden voor het onderzoek op elementniveau, worden deze eveneens in de tabellen vermeld. De overeenstemming tussen de TPM's en de tandartsen met betrekking tot de voor het melkgebit gehanteerde parameters op element- Ct) en op vlaknivsau (s). De uitkomsten berusten op indelingen in vijf categorieën (zie bijlage 2) percentage overeenstemming t s Cohen's Kappa dmft/dmfs dt/ds ft/fs ,66 0,56 0,71 0,75 0,65 0,83 De overeenstemming tussen de TPM's en de tandartsen met betrekking tot voor het blijvend gebit gehanteerde parameters op element- (T) en op vlakniveau (S). De uitkomsten berusten op indelingen in vijf categorieën Uie bijlage 2) de percentage overeenstemming Cohen's Kappa DMFT/DMFS DT/DS FT/FS ,74 0,23 0,79 0,71 0,21 0,80 Het blijkt dat de Kappa-coëfficiënten voor het onderzoek van het melkgebit hoger zijn als op vlakniveau werd beoordeeld. Voor het blijvend gebit maakte het weinig uit welke onderzoekseenheid werd gehanteerd. Bij de verwerking van cariësgegevens wordt veelal gewerkt met gemiddelde dmf/dmf-waarden. Het is daarom van belang na te gaan of deze gemiddelden 19

26 systematisch afwijken voor de tandartsen en de TPM's. In tabel 4.9 worden per categorie onderzoekers de gemiddelden gegeven voor de diverse parameters. Tevens is de duplo-fout aangegeven en de test-hertest correlatie (r). Tabel 4.9 De gemiddelde waarde voor de diverse parameters (x), afzonderlijk voor de TPM's en de tandartsen (TA), de standaardafwijking (s.d.), de duplo-fout en de test-hertest correlatie (r) TPM TA s.d. duplo-fout r X X dmft dt ft 2.7 2,0 0,5 2. 2,3 0, ,3 1,3 1,4 1,5 0,6 0,88 0,78 0,79 dmfs ds fs 4,7 3,3 0, , , ,4 0,8 0,89 0,85 0,87 DMFT DT FT 1.2 0,2 1, ,3 1, ,76 0,09 0,73 DMFS DS FS 1, ,6 2,2 0,4 1,8 3, ,8 1,5 1, ,76 < 0 0,80 Het verschil tussen de gemiddelde waarden was maximaal 0,4, waarbij de uitkomsten van de tandartsen steeds de hoogste zijn. Afgaande op de waarde van r blijkt de duplo-fout in de meeste gevallen acceptabel. Voor DT en DS wijzen de r-waarden uit dat deze data niet bruikbaar zijn. 4.2 Discussie In het algemeen kan men stellen dat het onderzoek van de TPM's goed \ reproduceerbare gegevens opleverde. Gemiddeld vonden de TPM's wat minder caviteiten dan de tandartsen. Men moet hierbij in aanmerking nemen dat er tussen het onderzoek van de TPM's en dat van de tandartsen soms een tijdsverloop was van enkele maanden. In deze periode kan het aantal aangetaste vlakken of elementen wat zijn toegenomen. 20

27 Een tweede oorzaak kan zijn dat in de oefensessies werd aanbevolen in twijfelgevallen een tandvlak of gebitselement niet als carieus aan te merken, dit ter vermijding van vals-positieve uitkomsten. Uit de tabellen 4.3 en 4.4 blijkt dat de TPM's bij sommige kinderen lager maar bij anderen hoger scoorden dan de tandartsen. Daaruit valt af te leiden dat de TPM's niet systematisch naar één kant van de tandartsen afweken. Waarschijnlijk zullen de verschillen die tussen de TPM's en de tandartsen werden gevonden, ook tussen TPM's onderling voorkomen. Waar het betrouwbaar scoren van het aantal caviteiten in het blijvend gebit voor de tandartsen al moeilijk blijkt te zijn, is het begrijpelijk dat het onderzoek van de TPM's lage Kappa-waarden opleverde voor DT en DS. Geconcludeerd kan worden dat het gemiddeld aantal caviteiten dat TPM's vinden bij kinderen die regelmatig een tandarts bezoeken, geen betrouwbaar gegeven is. Het is van belang hier op te merken dat de TPM's die aan het onderzoek meewerkten, allen vooraf door een medewerker van het NIPG werden geïnstrueerd. Welke resultaten worden bereikt zonder een dergelijke training, is uit dit onderzoek niet af te leiden. Anderzijds is het niet onmogelijk dat TPM's die langduriger worden getraind, tot nog betere resultaten komen. 21

28 5. REPRODUCEERBAARHEID VAN GEGEVENS VERZAMELD DOOR JEUGDDARTSEN 5.1 Uitkomsten In de tabellen 5.1 en 5.2 zijn de aantallen kinderen vermeld die in de drie GGD'en zowel door jeugdartsen als door tandartsen werden onderzocht, en tevens het aantal gebitten dat door hen als 'gaaf werd aangemerkt. Tabel 5.1 Het totale aantal tweemaal onderzochte 5-6-jarigen en het aantal (percentage) kinderen met een gaaf melkgebit, per GGD gaaf melkgebit volgens jeugdarts volgens tandarts GGD N N % N % Zeeland (57) 102 (61) Hidden-Brabant (52) 102 (44) Midden-Holland (70) 79 (53) (59) 283 (51) Tabel 5.2 Het totale aantal tweemaal onderzochte jarigen en het aantal (percentage) kinderen met een gaaf blijvend gebit, per GGD GGD N gaaf blijvend gebit volgens jeugdarts N X volgens tandarts N % Zeeland Midden-Brabant Midden-Holland (44) 141 (52) 104 (55) 90 (51) 127 (47) 111 (59) (51) 328 (52) Het verschil tussen de uitkomsten van de jeugdartsen en de tandartsen met betrekking tot het percentage kinderen met een gaaf gebit, wisselde sterk. In Zeeland beoordeelden de jeugdartsen minder gebitten als gaaf dan de tandartsen, in de andere regio's (soms veel) meer. 22

29 Zoals beschreven in hoofdstuk 2, werd door de jeugdartsen van de GGD Midden-Brabant niet het aantal aangetaste gebitselementen geteld maar werd per kind alleen gescoord of er vullingen of caviteiten in het gebit voorkwamen. Uit de registraties in de twee andere GGD'en zijn deze gegevens af te leiden. De tabellen 18 en 19 tonen de uitkomsten van de jeugdartsen in de drie GGD'en in relatie tot die van de tandartsen. Tabel 5.3 De relatie tussen het oordeel van de jeugdartsen en de tandartsen over het voorkomen van vullingen en caviteiten in het melkgebit bij 5-6-jarigen tandartsen jeugdartsen gaaf alleen vullingen vullingen en caviteiten alleen caviteiten gaaf alleen vullingen vuil. en caviteiten 5 37 « alleen caviteiten Tabel 5.4 De relatie tussen het oordeel van de jeugdartsen en de tandartsen over het voorkomen van vullingen en caviteiten in het blijvend gebit bij jarigen tandartsen jeugdartsen gaaf alleen vullingen vullingen en caviteiten alleen caviteiten gaaf alleen vullingen vuil. en caviteiten alleen caviteiten

30 Uit de beide tabellen blijkt dat de jeugdartsen en de tandartsen vaak verschilden in hun oordeel. Zoals was te verwachten, zagen de artsen een aantal caviteiten niet, die volgens de tandartsen wel bestonden. Anderzijds meenden de artsen soms caviteiten te zien waar deze er volgens de tandartsen niet waren. Op grond van de gegevens uit de twee voorgaande tabellen zijn Po-en Kappawaarden berekend, zowel voor indelingen in de vier getoonde categorieën, als voor indelingen gaaf/niet-gaaf, wel/geen caviteiten, wel/geen vullingen. Aangezien de uitkomsten voor drie GGD'en sterk uiteenlopen, worden deze in de volgende tabellen voor elke GGD afzonderlijk vermeld. Tabel 5.5 De overeenstemming tussen de jeugdartsen en de tandartsen met betrekking tot het oordeel over het voorkomen van vullingen en caviteiten. Uitgegaan wordt ven een verdeling in de vier categorieën genoemd in de tabellen 5.3 en 5.4 percentage 5-6 jaar melkgebit overeenstemming jaar blijvend gebit Cohen's Kappa 5-6 jaar melkgebit jaar blijvend gebit Zeeland H. -Brabant H. -Hol land ,78 0,61 0,45 0,53 0,50 0, ,61 0,49 24

31 Tabel 5.6 De overeenstemming tussen de jeugdartsen en de tandartsen met betrekking tot het oordeel over het al of niet gaaf zijn van het gebit en over het al of niet voorkomen van vullingen en cavitei ten. Uitgegaan wordt van dichotome verdelingen percentage 5-6 jaar melkgebit overeenstemming jaar blijvend gebit Cohen's Kappa 5-6 jaar melkgebit jaar blijvend gebit gaaf/niet-gaaf Zeeland M. -Brabant H. -Holland , ,63 0,69 0,69 0,45 wel/geen cavit. Zeeland M. -Brabant H. -Holland ,76 0,49 0,42 0,31 0,03 0,23 wel/geen vuil. Zeeland M. -Brabant M. -Holland ,95 0,92 0,65 0,91 0, Met uitzondering van die voor caviteiten in het blijvend gebit liggen vrijwel alle Kappa-coëfficiënten boven 0,40 wat wijst op een voldoende mate van reproduceerbaarheid van het onderzoek. Voor de jeugdartsen in Midden-Holland lagen de Kappa-waarden systematisch onder die van hun collega's in de andere regio's. Verder blijkt dat het onderzoek voor het melkgebit betrouwbaarder uitkomsten opleverde dan voor het blijvend gebit. In de tabellen 5.7 en 5.8 zijn de uitkomsten van de jeugdartsen en de tandartsen met betrekking tot het aantal dmft resp. DMFT tegen elkaar afgezet. Daar in Midden-Brabant niet op element-niveau is gescoord, betreft het hier alleen gegevens uit Zeeland en Midden-Holland. De jeugdartsen van de GGD Midden- Holland differentieerden niet tussen kinderen met 5-8 en meer dan 8 aangetaste gebitselementen. Daarom is er een indeling gemaakt in vier categorieën. 25

32 Tabel 5.7 De relatie tussen de uitkomsten van de jeugdartsen en de tandartsen met betrekking tot het aantal dmft bij 5-6-jarigen dmft tandartsen > 4 dmft volgens jeugdartsen > Tabel 5.8 De relatie tussen de uitkomsten van de jeugdartsen betrekking tot het aantal DMFT bij jarigen en de tandartsen met DMFT tandartsen > 4 DMFT volgens jeugdartsen > " 364 Vergelijkbare tabellen zijn ook gemaakt voor het aantal elementen met een caviteit (dt/dt) en het aantal elementen met een vulling (ft/ft). Deze tabellen zijn opgenomen in bijlage 3. De berekende Po- en Kappa-waarden staan samen met die voor de aantallen dmft en DMFT in tabel

33 Tabel 5.9 De overeenstemming tussen de jeugdartsen en de tandartsen m.b.t. het aantal dmft en DMFT, dt en DT, ft en FT. De uitkomsten zijn gebaseerd op een indeling in vier categorieën (zie tabel 5.7 en 5.8) percentage 5-6 jaar melkgebit overeenstemming jaar blijvend gebit Cohen's Kappa 5-6 jaar melkgebit jaar blijvend gebit dmft/dmft Zeeland M. -Holland , ,57 0,33 dt/dt Zeeland M. -Hol land ,62 0,28 0,25 0,18 ft/ft Zeeland H. -Holland ,84 0,58 0,78 0,47 De Kappa-waarden voor het onderzoek van het melkgebit liggen op een na alle boven de norm voor een voldoende mate van reproduceerbaarheid. Voor onderzoek van het blijvend gebit zijn de Kappa's vaak laag. Evenals voor de TPM's is het ook voor de jeugdartsen ven belang de mate van reproduceerbaarheid van de cariësgegevens per onderzoeker te beoordelen. Daar er 21 jeugdartsen bij het onderzoek waren betrokken, was het aantal tweemaal onderzochte kinderen per onderzoeker beperkt. De Po- en Kappa-waarden voor individuele onderzoekers hebben daardoor een relatief grote onbetrouwbaarheidsmarge. De figuren 2 en 3 tonen respectievelijk de Po- en Kappa-waarden voor het onderzoek van het melk- en het blijvend gebit per jeugdarts. Er wordt uitgegaan van de verdeling gaaf/niet-gaaf gebit. 27

34 Figuur Z. De overeenstemming tussen de jeugdartsen en de tandartsen met betrekking tot het oordeel over het al of niet gaaf zijn van het melk- en blijvend gebit, uitgedrukt in het percentage overeenstemmende beoordelingen, per jeugdarts, per GGD (Z = Zeeland, M-B = Midden-Brabant, M-H = Midden-Hol land) Percentage overeenstemming 100 -i M-B M-H melkgebit Z M-B M-H blijvend gebit De overeenstemming tussen de jeugdartsen en de tandartsen met betrekking tol het oordeel over het al of niet gaaf zijn van het melk- en blijvend gebit, uitgedrukt in Cohen's Kappa, per jeugdarts, per GGD (Z = Zeeland, M-B - Midden-Brabant, M-H = Midden-Holland) 100 i *D CO Cohen's Kappa J O M-B M-H melkgebit Z M-B M-H blijvend gebit

35 Voor vrijwel alle jeugdartsen van de GGD'en Zeeland en Midden-Brabant blijkt dat de reproduceerbaarheid van de beoordeling gaaf/niet-gaaf gebit voldoende of goed was. In Midden-Holland liet deze beoordeling met name voor het blijvend gebit vaak te wensen over. 5.2 Discussie Uit de hiervoor getoonde gegevens blijkt dat het onderzoek van jeugdartsen in principe bruikbare data kan opleveren over de cariësprevalentie, vooral als van de dichotome verdeling gaaf/niet-gaaf wordt uitgegaan. Het is op het eerste gezicht merkwaardig dat jeugdartsen een redelijk betrouwbaar oordeel gaven over het al of niet gaaf zijn van het blijvend gebit, terwijl zij caviteiten in dit gebit vaak over het hoofd zagen. De verklaring is dat de jeugdartsen vullingen betrouwbaar scoorden en dat er maar weinig kinderen waren met caviteiten in het blijvend gebit zonder dat er ook vullingen voorkwamen. Het is opvallend is dat de reproduceerbaarheid van de gegevens in één GGD zoveel lager was dan in de twee andere. Blijkbaar mag men er niet zonder meer vanuit gaan dat gegevens van jeugdartsen in alle gevallen voldoende betrouwbaar zijn. Dit kan ook worden afgeleid uit een onderzoek in het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant, waar de reproduceerbaarheid van registraties van een deel van de jeugdartsen onvoldoende bleek te zijn (De Kort, 1989). TPM's die in hun GGD jeugdartsen begeleiden bij het gebitsonderzoek, ervaren dat deze artsen moeite hebben de elementen van het melkgebit te onderscheiden van blijvende gebitselementen. Voor l O-12-jaar oude kinderen, waarvan het gebit in de wisselfase verkeert, kan dit leiden tot onjuiste uitkomsten. Dat de jeugdartsen van de GGD Midden-Holland, die niet door een TPM werden begeleid, veel meer van de tandartsen verschilden dan hun collega's elders, zou een gevolg kunnen zijn van een onvoldoende instructie op dit punt. Ook het ontbreken van een epidemioloog in de GGD Midden-Holland zou een rol kunnen hebben gespeeld. In de GGD Westelijk Noord-Brabant bleek overigens dat de beschikbaarheid van TPM's geen garantie geeft dat alle jeugdartsen op een betrouwbare wijze onderzoeken. Als op basis van het percentage kinderen met een gaaf gebit een rangorde wordt opgesteld van de GGD'en Zeeland, Midden-Brabant en Midden-Holland, en men gaat uit van de gegevens van de jeugdartsen, dan krijgt men een andere volgorde dan wanneer men dit zelfde doet op basis van de gegevens van de tandartsen (zie de tabellen 5.1 en 5.2). Hieruit blijkt dat gegevens verzameld door jeugdartsen niet geschikt zijn om vergelijkingen te maken tussen GGD'en onderling. 29

36 6. DE KEUZE VAN ONDERZOEKERS Hiervoor werd geconcludeerd dat zowel TPM's als jeugdartsen in principe in staat zijn op een reproduceerbare wijze gegevens te verzamelen over de cariësprevalentie bij kinderen. Dit wil echter niet zeggen dat deze onderzoekers voor elk type onderzoek kunnen worden ingezet. Bij de keuze van onderzoekers spelen zowel methodologische overwegingen een rol (zoals de betrouwbaarheid van de verkregen data) als meer pragmatische argumenten zoals de beschikbare tijd en de motivatie van de in aanmerking komende medewerkers. Ook de mogelijkheid financiële middelen te verwerven, waardoor het onderzoek aan een externe organisatie kan worden uitbesteed, kan de keuze mede bepalen. Hierna zullen enkele uitgangspunten worden genoemd die onderzoekstechnisch belangrijk zijn. Om een vergelijking tussen de diverse onderzoekers mogelijk te maken, zijn in tabel 6.1 overeenkomstige uitkomsten bijeen gebracht. Uitgegaan wordt van scores op element-niveau en indelingen in vier categorieën. De data uit Midden- Brabant zijn niet meegeteld, daar deze niet tot dmft/dmft-scores zijn te herleiden. 30

37 Tabel 6.1 De overeenstemming tussen de tandartsen onderling (TA-TA), tussen TPM's en tandartsen (TPM-TA), en tussen jeugdartsen en tandartsen (JA-TA) met betrekking tot het aantal dmft/dmft. dt/dt en ft/ft. De uitkomsten zijn gebaseerd op een indeling in vier categorieën (zie de tabel 5.7 en 5.8) percentage overeenstemming 5-6 jaar jaar melkgebit blijvend gebit Cohen's Kappa 5-6 jaar melkgebit jaar blijvend gebit dmft/dmft TA-TA TPM-TA JA-TA , ,62 0, ,46 dt/dt TA- TA TPM-TA JA-TA ,63 0,47 0,52 0,24 0,24 ft/ft TA-TA TPM-TA JA- TA ,89 0,71 0,69 0,90 0,80 0,62 Er blijkt een duidelijk verband te bestaan tussen het type onderzoeker en het niveau van de Kappa-coëfficiënt. Voor de jeugdartsen werden, zoals men kon verwachten, lagere Kappa-waarden bereikt dan voor de TPM's. Niet-behandelde caries in het blijvend gebit werd noch door de TPM's noch door de jeugdartsen op een betrouwbare wijze gescoord. Van vrijwel al het epidemiologisch onderzoek vormt de vergelijking van subgroepen een wezenlijk onderdeel. In het kader van de basisgezondheidszorg kan men denken aan vergelijkingen tussen scholen of schooltypen, tussen etnische groepen, tussen gemeenten binnen het verzorgingsgebied van de GGD en aan vergelijkingen met andere GGD-regio's. Indien men door herhaald onderzoek wil nagaan of de cariësprevalentie af- of toeneemt, betekent dit eveneens dat data van verschillende groepen worden vergeleken. Hetzelfde gebeurt bij onderzoek naar de relatie tussen preventief gedrag en het voorkomen van cariës. Voor men het onderzoek start zal men zich moeten afvragen hoe groot de verschillen in cariësprevalentie zijn die men verwacht en hoe groot een verschil tussen groepen moet zijn wil dit relevantie hebben voor het beleid van de GGD. De waarschijnlijkheid dat een in werkelijkheid bestaand verschil als 31

2007 Verslag gebitsonderzoek onder basisschoolleerlingen groep 2 en groep 7 in de gemeente Noordoostpolder

2007 Verslag gebitsonderzoek onder basisschoolleerlingen groep 2 en groep 7 in de gemeente Noordoostpolder 007 Verslag gebitsonderzoek onder basisschoolleerlingen groep en groep 7 in de gemeente Noordoostpolder Inleiding Tussen 199 en 005 is er onderzoek gedaan naar de gebitssituatie van basisschoolleerlingen

Nadere informatie

1~111~1~1~1. ~ gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst amsterdam. Mondgezondheid van Amsterdammertjes. Samenvatting

1~111~1~1~1. ~ gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst amsterdam. Mondgezondheid van Amsterdammertjes. Samenvatting dienen de poetsgewoonte op veel vroegere leeftijd tot stand te brengen, zo bleek uit het onderzoek onder 5-jarigen. Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek Hoofdgroep Gezondheidsonderzoek

Nadere informatie

Jeugdmondzorg: De restauratieve verzorgingsgraad

Jeugdmondzorg: De restauratieve verzorgingsgraad TNO-rapport KvL/P&Z 2007.102 Jeugdmondzorg: De restauratieve verzorgingsgraad Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T 071 518 18 18 F 071 518 19 10 info-zorg@tno.nl

Nadere informatie

A.A. Schuller, G.H.W. Verrips

A.A. Schuller, G.H.W. Verrips Evaluatie Regionale instellingen voor jeugdtandverzorging 2012 A.A. Schuller, G.H.W. Verrips 2 Evaluatie regionale instellingen voor jeugdtandverzorging 2012 ISBN nummer: 978-90-5986-442-9 Rapportnummer:

Nadere informatie

Evaluatie Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging 2005

Evaluatie Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging 2005 TNO-rapport Evaluatie Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging 2005 TNO Kwaliteit van Leven A.A. Schuller TNO-rapport TNO Kwaliteit van Leven KvL/B&G/2006.078 Evaluatie Regionale Instellingen voor

Nadere informatie

Tandcariës in Nederland rond de eeuwwisseling

Tandcariës in Nederland rond de eeuwwisseling Kalsbeek en Poorterman: Tandcariës in Nederland H. Kalsbeek 1 J.H.G. Poorterman Tandcariës in Nederland rond de eeuwwisseling Samenvatting Trefwoorden: Cariologie Epidemiologie Sociaal-economische status

Nadere informatie

Trends in mondgezondheid Cariësprevalentie en frequentie van controlebezoek aan de tandarts

Trends in mondgezondheid Cariësprevalentie en frequentie van controlebezoek aan de tandarts A.A. Schuller, J.H.G. Poorterman Trends in mondgezondheid Cariësprevalentie en frequentie van controlebezoek aan de tandarts In 2003 werd voor de zesde maal het project Tandheelkundige verzorging Jeugdige

Nadere informatie

De restauratieve verzorgingsgraad bij de jeugd 1 Patiëntgebonden factoren

De restauratieve verzorgingsgraad bij de jeugd 1 Patiëntgebonden factoren A.A. Schuller, J.J.M. Bruers, B.A.F.M. van Dam, J.H.G. Poorterman, V.A.M. Gerardu, G.J. Truin De restauratieve verzorgingsgraad bij de jeugd 1 Patiëntgebonden factoren In 2007 vond een onderzoek plaats

Nadere informatie

Fysieke Vaardigheid Toets DJI

Fysieke Vaardigheid Toets DJI Fysieke Vaardigheid Toets DJI Naar normering van toetstijden dr. R.H. Bakker dr. G.J. Dijkstra TGO, februari 2013 TGO Fysieke Vaardigheid Toets DJI: naar normering van toetstijden 1 TGO Fysieke Vaardigheid

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Standaard Mondgezondheid Stand van zaken. Roos Leroy VWVJ referatendag 15 december 2006

Standaard Mondgezondheid Stand van zaken. Roos Leroy VWVJ referatendag 15 december 2006 Standaard Mondgezondheid Stand van zaken Roos Leroy VWVJ referatendag 15 december 2006 Standaard Mondgezondheid DE NORMALE ONTWIKKELING EN ANATOMIE VAN MOND & GEBIT PATHOLOGIE VAN DE MOND BIJ KINDEREN

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Leger des Heils - Ambulant Volwassenen regio gemeenten (incl. nazorg PI Midden Holland) Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2018 www.triqs.nl Voorwoord Met

Nadere informatie

Oordeel van patiënten over het bezoek aan de tandartspraktijk

Oordeel van patiënten over het bezoek aan de tandartspraktijk Oordeel van patiënten over het bezoek aan de tandartspraktijk KNMT Onderzoek & Informatievoorziening Nieuwegein juni 2015 Inleiding Sinds 2013 is de patiëntenenquête van de KNMT vernieuwd. 1 De organisatie

Nadere informatie

ANALYSE RESULTATEN ENQUÊTE OVER CENTRUMPLANNEN april 2015

ANALYSE RESULTATEN ENQUÊTE OVER CENTRUMPLANNEN april 2015 ANALYSE RESULTATEN ENQUÊTE OVER CENTRUMPLANNEN april 2015 Inleiding Op 18 december 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders conceptvisies over deelaspecten van het centrum aan raads- en burgerleden

Nadere informatie

Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN

Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN 2001 CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN 2001 L. Hingstman R. Kenens November 2002 Aantal inwoners per full-time

Nadere informatie

Ziekenhuis Bethesda. Patiënttevredenheidsonderzoek. December 2008

Ziekenhuis Bethesda. Patiënttevredenheidsonderzoek. December 2008 Ziekenhuis Bethesda Patiënttevredenheidsonderzoek December 2008 Soort onderzoek : Patiënttevredenheidsonderzoek Uitgevoerd door : Right Marktonderzoek en Advies B.V. Datum : 11 december 2008 Inhoudsopgave

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

Evaluatie Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging Augusms H. Kalsbeek J.HJG. Poorterman

Evaluatie Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging Augusms H. Kalsbeek J.HJG. Poorterman o o o Ki^ TNO-rapport PG/JGD/99.27 Evaluatie Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging - TNO Preventie en Gezondlieid Jeugd Gottergetwuw: Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 231 CE Leiden Telefoon 71

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

Heeft u kennis genomen van het artikel 'GGD moet stoppen met seksvragen aan 13-jarigen' in het algemeen Dagblad van 18 februari 2014?

Heeft u kennis genomen van het artikel 'GGD moet stoppen met seksvragen aan 13-jarigen' in het algemeen Dagblad van 18 februari 2014? VVD-fractie Harderwijk C. Van der Wal-Zeggeling p/a Spiekerweg 9 3849 PT HARDERWIJK datum: ons kenmerk: uw brief van: uw kenmerk: onderwerp: 17 april 2014 U14.002313 Beantwoording van schriftelijke vragen

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek buitenles

Rapportage Onderzoek buitenles Rapportage Onderzoek buitenles In opdracht van: Contactpersoon: Jantje Beton en IVN Natuureducatie Wilma Nugteren Utrecht, maart 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Wordt het kindergebit slechter?

Wordt het kindergebit slechter? 2 epidemiologisch bulletin, 2007, jaargang 42, nummer 2 Trends in de prevalentie van tandcariës, tanderosie en gebitsverzorging bij de Haagse jeugd in de periode 1996-2005 1 Wordt het kindergebit slechter?

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Middelburg, juni 2016 Colofon ZB 2016 Samenstelling José van den Boomgaard Ankie Smit Esther van Sprundel ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2018 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Sïit(P. Ltr. I 6tr5 Ënt1n^ Í og.é,u,trs1f1eli. - SA}íENVATTING - H.P.A. VAN DE WATER M.J.TI. VA}I DE LAAR GEZONDHEIDSZORG/TNO

Sïit(P. Ltr. I 6tr5 Ënt1n^ Í og.é,u,trs1f1eli. - SA}íENVATTING - H.P.A. VAN DE WATER M.J.TI. VA}I DE LAAR GEZONDHEIDSZORG/TNO ïf Ltr M.J.TI. VA}I DE LAAR H.P.A. VAN DE WATER GONORROE EN SYTILIS IN DE REGIO AMSTERDAI{ - SA}íENVATTING - I 6tr5 Ënt1n^ Í og.é,u,trs1f1eli. Sïit(P NEDERLA}IDS INSTITWT VOOR PRAEVENTIEVE LEIDEN april

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN De vragen in deze Landelijke VVE monitor hebben betrekking op de situatie in het schooljaar 2009 2010. Ideaal gesproken gaat u uit van één teldatum, het liefst

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Normering en schaallengte

Normering en schaallengte Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald

Nadere informatie

Onderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF. 2012 Rapportage. Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs.

Onderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF. 2012 Rapportage. Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs. Onderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF 2012 Rapportage Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs. Ronald Zwart Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding en leeswijzer... 3 1.1 Inleiding:

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool BS Alexanderschool/ Denekamp Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool Enige tijd geleden heeft onze school BS Alexanderschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Tweede gehele bezoek De Hasselbraam

Tweede gehele bezoek De Hasselbraam Tweede gehele bezoek De Hasselbraam Voorwoord Dit onderzoek had niet kunnen plaatsvinden zonder de medewerking van basisschool De Hasselbraam in Heerhugowaard. Het Poetsbus team bedankt alle leraren voor

Nadere informatie

3.5 Voorzieningen in de buurt

3.5 Voorzieningen in de buurt 3.5 Voorzieningen in de buurt Samenvatting: Straatverlichting en straatmeubilair Veruit de meeste (8%) bewoners zijn (zeer) tevreden over de straatverlichting in hun buurt. De verschillen naar wijk zijn

Nadere informatie

Bataviastad. Parkeeronderzoek Parkeerdrukmeting en inzittenden telling

Bataviastad. Parkeeronderzoek Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Bataviastad Parkeeronderzoek 21 Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Bataviastad, Parkeeronderzoek 21 Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Datum 7 juli 21 LLS12/Glw/817 Kenmerk Documentatiepagina

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Inleiding Het Zeeuwse project Laat Ze Niet Verzuipen! (LZNVZ) 1 en de 13 Zeeuwse gemeenten willen inzicht in de mate waarin alcoholverstrekkers

Nadere informatie

9 Gebruik van wetenschappelijke kennis

9 Gebruik van wetenschappelijke kennis 9 Gebruik van wetenschappelijke kennis In dit hoofdstuk wordt het gebruik van wetenschappelijke kennis a) geanalyseerd in alle onderzochte beleidsprocessen in de JGZ voor 4-19-jarigen in de vier GGD-regio's.

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014 Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij het risicomodel... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso... 1 3.2 Scores op de indicatoren...

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

MONDHYGIËNISTEN. Antonius Deusinglaan 1, 9713 AV Groningen

MONDHYGIËNISTEN. Antonius Deusinglaan 1, 9713 AV Groningen MONDHYGIËNISTEN 1. Cursus Sealen Eén hele dag en een halve dag Kosten: 495,=, inclusief lunch en materialen Doelgroep: Tandartsassistenten en mondhygiënisten Data: Voorjaar 2009 Lokatie: Docenten: Inhoud:

Nadere informatie

Tussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012

Tussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012 TGO TOEGEPAST GEZONDHEIDS ONDERZOEK Tussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012 dr. Roel Bakker dr. G.J. Dijkstra TGO A. Deusinglaan 1, Gebouw 3217 Postbus 58285 9713 AV Groningen (050) 3632857

Nadere informatie

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden T.a.v. directie Postbus 5364 6802 EJ Arnhem

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden T.a.v. directie Postbus 5364 6802 EJ Arnhem > Retouradres Postbus 20584 1001 NN Amsterdam Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden T.a.v. directie Postbus 5364 6802 EJ Arnhem Datum 12 augustus 2014 Onderwerp vastgesteld rapport toezichtonderzoek

Nadere informatie

tla Technische Universiteit Eindhoven

tla Technische Universiteit Eindhoven tla Technische Universiteit Eindhoven lnstituut Wiskundige Dienstverlening Eindhoven RAPPORT IWDE 95-05 ONDERZOEK RAPPORT LENTING & PARTNERS J.T.M. Wijnen \\\\"(a Den Dolech 2 Postbus 513 5600 MB Eindhoven

Nadere informatie

FUMO deelnemersonderzoek 2015

FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO Projectgroep Tevredenheidsonderzoek 5 november 2015 1 Inleiding Om te achterhalen op welke wijze de deelnemers aankijken tegen de prestaties van de FUMO, heeft de directie

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 Rapport Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Samenvatting 2012/2013

Samenvatting 2012/2013 Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Hoekstien Enige tijd geleden heeft onze school BS De Hoekstien deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 193993 ouders

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Beoordeling elektromagnetische veldsterkte rondom hoogspanningslijnen in Nieuwland, Amersfoort. November 2009 GGD Midden-Nederland

Beoordeling elektromagnetische veldsterkte rondom hoogspanningslijnen in Nieuwland, Amersfoort. November 2009 GGD Midden-Nederland Beoordeling elektromagnetische veldsterkte rondom hoogspanningslijnen in Nieuwland, Amersfoort November 2009 GGD Midden-Nederland Beoordeling elektromagnetische veldsterkte rondom hoogspanningslijnen

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Mondgezondheidsrapport

Mondgezondheidsrapport Mondgezondheidsrapport sensibiliseringproject Glimlachen.be 2014 Effectevaluatie van een 4-jaar longitudinaal sensibiliseringproject in scholen in Vlaanderen Samenvatting J Vanobbergen Glimlachen - Souriez

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Opiniepeiling tegenover luisteronderzoek

Opiniepeiling tegenover luisteronderzoek Opiniepeiling tegenover luisteronderzoek Op 13 en 14 april 1973 werd er in opdracht van CV Veronica door het Bureau Veldkamp Marktonderzoek BV. een opinieonderzoek uitgevoerd onder de Nederlandse bevolking

Nadere informatie

ONDERZOEK KLANTTEVREDENHEID 2015

ONDERZOEK KLANTTEVREDENHEID 2015 ONDERZOEK KLANTTEVREDENHEID 2015 WASKO Hoe tevreden zijn de ouders over de verschillende aspecten m.b.t. kantoor en administratie, de opvang van het kind, de locatie en in het algemeen? 27 mei 30 juni

Nadere informatie

- Administratieve bijlage - NL-Petten: de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten voor JRC-IET (locatie te Petten)

- Administratieve bijlage - NL-Petten: de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten voor JRC-IET (locatie te Petten) Ref. Ares(2014)1829175-04/06/2014 - Administratieve bijlage - NL-Petten: de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten voor JRC-IET (locatie te Petten) Aankondiging van een opdracht: 2014/S 105-184206

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING In de gezondheidszorg is decubitus nog steeds een veel voorkomend zorgprobleem. Decubitus betekent voor de patiënt pijn en overlast en kan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

Berekeningen in Kwaliteitscholen

Berekeningen in Kwaliteitscholen Berekeningen in Kwaliteitscholen Inhoud: Dit document geeft uitleg hoe de berekeningen in Kwaliteitscholen plaatsvinden. Leidraad is de opbouw in informatieblokjes van een rapport: respondentgroepen domeinen

Nadere informatie

Een gezond gebit voor een schitterende toekomst

Een gezond gebit voor een schitterende toekomst Een gezond gebit voor een schitterende toekomst Een gezond gebit is een kostbaar bezit. Het is belangrijk voor een goede gezondheid én een stralende lach geeft zelfvertrouwen. Om een mooi gezond gebit

Nadere informatie

Screening op scoliose in Nederland: stand van zaken 2010

Screening op scoliose in Nederland: stand van zaken 2010 Screening op scoliose in Nederland: stand van zaken 2010 Den Haag, december 2010 Screening op scoliose in Nederland: stand van zaken 2010 1 Inhoudsopgave 1. Verantwoording...................................................................

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag?

Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag? TNO-rapport TNO/LS 2012 R10218 Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag? Behavioural and Societal Sciences Wassenaarseweg 56 2333 AL

Nadere informatie

Introductiecursus 0-19 Zelfstudieopdrachten 2014-2015

Introductiecursus 0-19 Zelfstudieopdrachten 2014-2015 Behavioural and Societal Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden www.tno.nl/onderwijs T +31 88 866 6270 onderwijs@tno.nl Introductiecursus 0-19 Zelfstudieopdrachten 2014-2015

Nadere informatie

The Disability Assessment Structured Interview

The Disability Assessment Structured Interview RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN The Disability Assessment Structured Interview Its reliability and validity in work disability assessment Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Medische Wetenschappen

Nadere informatie

Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers

Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers Ervaring in de driehoek Cello heeft in de periode mei juni van dit jaar onderzoek laten uitvoeren naar de ervaringen van cliënten, ouders / vertegenwoordigers

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Handleiding tandheelkundig team Onderwijsproject Ivoren Kruis

Handleiding tandheelkundig team Onderwijsproject Ivoren Kruis Handleiding tandheelkundig team Onderwijsproject Ivoren Kruis xx xx 2 Inhoudsopgave Informatie voor de tandheelkundig zorgverlener Inleiding Op bezoek in een groep op school Tijdens uw bezoek aan de groep

Nadere informatie

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015 RESULTATEN OUDER-ENQUÊTE 01 INLEIDING In dit document worden de resultaten besproken van de ouderenquête die is afgenomen in november 01 (schooljaar 01-015). Doelstelling van de enquête is het meten van

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 R.J. Kenens L. Hingstman Februari 2004 NIVEL Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Telefoon: 030-27 29 700 www.nivel.nl Pagina 2 van 6 INLEIDING In

Nadere informatie

Eindrapportage Gehandicaptenzorg. Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg

Eindrapportage Gehandicaptenzorg. Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg Eindrapportage Gehandicaptenzorg Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg Inhoud Inleiding eindrapportage Gehandicaptenzorg... 3 Leeswijzer... 5 Eindrapportage Verstandelijk Gehandicapten... 7 Domein

Nadere informatie

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014 Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014 Inhoud 1. Conclusies en aanbevelingen 2. Dienstverlening Gemeentewinkel 3. Contact met de gemeente 4. Wensen en behoeften De gemeente Zwijndrecht heeft

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Dienst voor het kadaster en de openbare registers uit Apeldoorn. Datum: 23 mei 2011

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Dienst voor het kadaster en de openbare registers uit Apeldoorn. Datum: 23 mei 2011 Rapport Rapport betreffende een klacht over de Dienst voor het kadaster en de openbare registers uit Apeldoorn. Datum: 23 mei 2011 Rapportnummer: 2011/151 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat: het Kadaster

Nadere informatie

Evaluatie-onderzoek Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging, 17-jarigen

Evaluatie-onderzoek Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging, 17-jarigen Uit het onderzoek dat in 2005 in opdracht van de Stichting Samenwerkende Regionale Instellingen werd uitgevoerd, naar de mondgezondheid en het mondhygiënisch gedrag van 5-, 8- en 11-jarige kinderen bleek

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1 havo 2009 - I

Eindexamen wiskunde B 1 havo 2009 - I Vetpercentage Al heel lang onderzoekt men het verband tussen enerzijds het gewicht en de lengte van volwassen mensen en anderzijds hun gezondheid. Hierbij gebruikt men vaak de Body Mass Index (BMI). De

Nadere informatie

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

Beoordelingsprotocol objectkenmerken WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Beoordelingsprotocol objectkenmerken Datum: 7 februari 2014 Bijlage(n): - BEOORDELINGSPROTOCOL OBJECTKENMERKEN Inleiding De juiste registratie van alle gegevens over een

Nadere informatie

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN.

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN. ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN HOOFDRAPPORTAGE www.klantok.nl O Inhoudsopgave Æ Inleiding 3 Æ Samenvatting 4 Æ Een overall beeld 5 Het onderzoek 5 Toegekend eindcijfer vervoer 6 Beoordeling

Nadere informatie

Standaard Mondgezondheid Stand van zaken. Roos Leroy VWVJ referatendag 7 december 2007

Standaard Mondgezondheid Stand van zaken. Roos Leroy VWVJ referatendag 7 december 2007 Standaard Mondgezondheid Stand van zaken Roos Leroy VWVJ referatendag 7 december 2007 Standaard Mondgezondheid DE NORMALE ONTWIKKELING EN ANATOMIE VAN MOND & GEBIT PATHOLOGIE VAN DE MOND BIJ KINDEREN EN

Nadere informatie

Stichting JGZ Zuid Holland West T.a.v. de Raad van bestuur Postbus AH Zoetermeer

Stichting JGZ Zuid Holland West T.a.v. de Raad van bestuur Postbus AH Zoetermeer > Retouradres Postbus 20584 1001 NN Amsterdam Stichting JGZ Zuid Holland West T.a.v. de Raad van bestuur Postbus 339 2700 AH Zoetermeer Programma Publieke gezondheid Kabelweg 79-81 Amsterdam Postbus 20584

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische

Nadere informatie