Allergie voor schimmels
|
|
- Krista Bosman
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Allergie voor schimmels Samenvatting Ondanks de grote hoeveelheden sporen van schimmels die dagelijks worden geïnhaleerd, is de verdediging tegen deze sporen zeer efficiënt en worden deze zonder klachten verwijderd. Bij patiënten met aanleg tot allergie kan contact met schimmelsporen aanleiding zijn tot luchtwegklachten van onderste en bovenste luchtwegen. Deze klachten kunnen samenhangen met sensibilisatie tegen één of meerdere typen schimmelsporen. Onderzoek naar sensibilisatie tegen schimmels blijkt volgens onderzoek door huidtesten (verricht bij volwassenen) of specifiek IgE (verricht bij kinderen), een leeftijdsafhankelijk patroon te vertonen. De hoogste prevalentie komt voor rondom het achtste levensjaar, gevolgd door een permanente daling. Boven de leeftijd van jaar neemt de sensibilisatie tegen bepaalde schimmels (waaronder Aspergillus en Cladosporium) weer toe. Rond het achtste levensjaar blijkt de sensibilisatie voor Alternaria en Cladosporium het hoogste te zijn (> 30% bij allergische kinderen met luchtwegklachten, polikliniek Longziekten Groningen). Dit is merkwaardig aangezien sporen van Alternaria in Nederland in het algemeen 100-voudig minder voorkomen dan sporen van Cladosporium. Dit kan mogelijk samenhangen met de samenstelling van het Alternaria allergeen dat meer eiwitsplitsende enzymen bevat, die de passage van allergenen over het epitheel kunnen bevorderen. Ook de snelle groei en ontkieming van sporen van Alternaria kan hierbij een rol spelen. De internationale literatuur laat zien dat de sensibilisatie tegen schimmels, en die van Alternaria in het bijzonder, op de kinderleeftijd een samenhang vertoont met ernstig astma. Dit hangt ook samen met ademstilstand op vierjarige leeftijd. Hiernaast is de huidtest tegen Alternaria op jonge leeftijd voorspellend voor astma op latere leeftijd. In enkele studies werd deze associatie wel gevonden voor schimmels en met name niet voor de huisstofmijt! Op dit moment is de (causale) betekenis van sensibilisatie voor schimmels bij jonge kinderen (en op oudere leeftijd) voor het optreden van astma of rinitis nog niet duidelijk. Desalniettemin lijken huidige bevindingen (nationaal en internationaal) onderzoek naar de rol van deze schimmelsporen bij luchtwegziekten te rechtvaardigen. (Ned Tijdschr Allergie 2002;1:3-9) Trefwoorden - schimmel - schimmelsporen - expositie - allergie - prevalentie - sensibilisatie - leeftijd - astma - rinitis - IgE - huidtest Auteur H.F. Kauffman Inleiding Het onderzoek naar schimmels en allergie is begonnen met de studies van Blackley (1873) 1 die zelf een extract van Penicillium glaucum inhaleerde, hetgeen bij hem een aanval van Bronchial catarrh veroorzaakte. In Nederland is het onderzoek naar allergie voor schimmels gestart door Storm van Leeuwen (1925), 2 waarbij het meten van sporen van schimmels in de omgeving gecombineerd wordt met de studie naar de sensibilisatie (huidtest) en luchtwegreacties 3
2 op schimmelextracten. Deze combinatie van laboratorium en klinisch onderzoek is helaas in veel studies niet gebruikelijk. Hierdoor blijft veel onderzoek naar de aërobiologie van schimmels onduidelijk ten aanzien van hun klinische betekenis. De aërobiologische en klinische studies van Beaumont toonden aan dat het voorkomen van sensibilisatie tegen schimmels bij volwassen allergische patiënten een lage prevalentie heeft. 3 Hernieuwde belangstelling is ontstaan door studies naar sensibilisatie tegen schimmels op jonge leeftijd. De associatie van sensibilisatie voor schimmels (Alternaria) met de ontwikkeling van astma op latere leeftijd, alsook de associatie met het voorkomen van ernstige aanvallen van astma bij jonge kinderen, heeft nieuwe fundamentele vragen opgeroepen naar de rol van sensibilisatie tegen schimmels en astma. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige inzichten en nieuwe ontwikkelingen over schimmels en allergie. Indeling van de schimmels Schimmels behoren tot het rijk van de Myceteae, die onderverdeeld worden in de divisies I. Gymnomycota, II. Mastigomycota en III. Amastigomycota. De Amastigomycota wordt onderverdeeld in de subdivisies 1. Zygomyceten, 2. Ascomyceten, 3. Basidiomyceten en 4. Deuteromyceten ofwel Fungi imperfecti. De Zygomyceten, Ascomyceten en Basidiomyceten kennen allen zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke vormen van voortplanting, terwijl de geslachtelijke voortplanting voor de Deuteromyceten veelal niet bekend is (vandaar de indeling in de Fungi imperfecti). Voor allergische verschijnselen van de luchtwegen blijken de twee subdivisies, Basidiomyceten en Fungi imperfecti, de belangrijkste genera te bevatten. Sensibilisatie tegen deze schimmels treedt op door inademing van de sporen die gevormd worden op meer of minder gespecialiseerde vruchtlichamen. Bij de Basidiomyceten (de paddestoelen), worden de sporen gevormd worden op zogenaamde Basidia. Bij de Ascomyceten kan sporevorming plaats vinden op het buitenoppervlak (morieljes en kluifjeszwammen) of juist in specifieke holtes (truffels). Bij de Fungi imperfecti vindt sporevorming (conidia) plaats op enkelvoudige of geaggregeerde schimmeldraden, de conidiophoor. De genera die van belang zijn voor allergische manifestaties zijn onder andere Cladosporium, Alternaria, Botrytis, Fusarium, Penicillium, Aspergillus, Helminthosporium, Phoma, Rhizopus, Epicoccum en Mucor. Een overzicht van schimmels die allergie kunnen veroorzaken, de klimatologische omstandigheden die schimmelgroei bevorderen en de methoden voor het meten van de sporen in de woon- en werkomgeving zijn beschreven in een recent overzicht van Bush en Portnoy 4 en een recente Nederlandstalige publicatie. 5 Diagnostiek van schimmelallergie De diagnostiek van allergie voor schimmels is moeilijk. Bij de anamnese zijn op basis van de klachten weinig specifieke kenmerken voor een schimmelallergie aan te geven. Wel kan men bij verdenking van een schimmelallergie specifieke vragen stellen over de woonomgeving (vochtigheid, zichtbare schimmelplekken) respectievelijk de arbeidsomstandigheden (boerderij, kwekerij, kas in de tuin of aan het huis, et cetera). Sensibilisatie kan ondubbelzinnig worden aangetoond door het meten van specifiek IgE tegen schimmels met behulp van de RAST (radio-allergosorbent test) methode, ook al zijn dit reeds lang enzym- of fluorescentiemetingen. Het meten van sensibilisatie door middel van een IgE meting is weliswaar behulpzaam, maar is (evenals de huidtest) niet bewijzend voor de klinische manifestatie van allergie tegen een bepaalde schimmel. 6 Sensibilisatie tegen verschillende allergenen komt regelmatig voor zonder dat er sprake is van een allergische manifestatie. Een provocatie (neus of lagere luchtwegen) kan dan in laatste instantie aantonen dat een bepaalde schimmel manifestaties van allergische verschijnselen kan oproepen, waardoor de relatie met de omgeving waarschijnlijker wordt. Als dan ook deze schimmel in de woon- of werkomgeving kan worden aangetoond, komt men tot de zelden voorkomende situatie van bewijsvoering van de relatie tussen schimmel en klachten. De prevalentie van positieve huidtesten voor schimmels laat internationaal grote verschillen zien, variërend van laag (0-5%) tot zeer hoog (40-50%). 6,7 Hoge prevalenties worden vaak gerapporteerd vanuit kinderstudies. 8 Verschillen in huidtests kunnen echter ook een gevolg zijn van verschillen in de kwaliteit van de extracten zoals deze van de diverse firma s betrokken worden. De ontwikkelingen in de recombinanttechnologie voor het genereren van individuele allergenen gaan thans zeer snel. Dit kan binnen afzienbare tijd een oplossing bieden voor de standaardisatie van IgEtesten (en huidtesten?) tegen diverse schimmels door combinaties van gedefinieerde recombinante allergenen te gaan gebruiken. 4 F E B R U A R I N R. 1
3 Expositie aan schimmels Sensibilisatie voor schimmels kan plaatsvinden, omdat de meeste sporen tussen de 3 en 10 μm groot zijn en dus gemakkelijk geïnhaleerd en in de luchtwegen gedeponeerd kunnen worden. Sensibilisatie komt het meest voor bij sporen van schimmels die vooral buitenshuis aanwezig zijn (Cladosporium en Alternaria). Sensibilisatie tegen de in huis aanwezige schimmels (Aspergillus en Penicillium) komt minder vaak voor. De mate van sensibilisatie voor deze schimmels is uiteraard afhankelijk van de expositie en is afhankelijk van het seizoen, vocht in de woning, agrarische omgeving en klimatologische condities. 9 Expositie aan Alternaria blijkt in een droog woestijnklimaat als Texas of Australië aanleiding te zijn tot een hoge sensibilisatie tegen Alternaria op jonge leeftijd. 10,11 Sensibilisatie voor huisstofmijt is in die omgeving daarentegen nagenoeg afwezig. Uit onderzoek in Leiden 12 en Groningen 13 blijkt dat sporen van Cladosporium zonder uitzondering het meeste voorkomen en in belangrijke mate de hoeveelheid schimmelsporen in Nederland bepalen (Tabel 1). Het aantal sporen van Alternaria is veel lager (vaak slechts 1-5% ten opzichte van Cladosporium). Van de andere schimmels onder andere de Basidiomyceten (paddestoelen) en de 25% niet determineerbare schimmels, die in hoge aantallen voorkomen, is geen onderzoek over sensibilisatie bekend. Dit betekent dat deze onbekende sporen een rol kunnen spelen bij schimmel-geïnduceerde allergische ziekten, terwijl dit (door gebrek aan het allergeenextract) niet meetbaar is. Europees onderzoek laat zien dat de prevalentie van sporen in Nederland ook elders in Europa gevonden worden, waarbij Cladosporium altijd het meeste voorkomt. 14 Prevalentie van sensibilisatie voor schimmels Uit een eerste onderzoek door Beaumont bleek dat bij volwassen personen de prevalentie van sensibilisatie op basis van huidtesten voor schimmels vrij laag was (2-5%). Sensibilisatie voor individuele schimmels was gevonden voor Penicillium (3%), Cladosporium (2,3%), Aspergillus (4,7%) en Botrytis (4,9%) en Alternaria (1,1%). 3 Latere analyses in een grotere groep volwassen personen (1.684) tonen aan dat (huid)sensibilisatie sterk afhankelijk is van de leeftijd. (Huid)sensibilisatie komt duidelijk meer voor in de jongere leeftijdsgroep (16-19 jaar). 15 De buitenschimmels Alternaria en Cladosporium blijken in de jongste groep de hoogste prevalentie te vertonen (circa 12%). Opmerkelijk is dat de sensibilisatie Genera en CFU per m 3 rangordelijst 1. Cladosporium Botrytis Gisten Penicillium Basidiomyceten Aspergillus Alternaria Anderen Mycelia Sterilia Niet determineerbaar Naar F. Beaumont (Universiteit van Groningen, proefschrift 1985). CFU = colony forming units, gemeten met de Anderson sampler. voor Alternaria ongeveer gelijk is aan die van Cladosporium, ondanks de grote verschillen in aantallen sporen in de buitenlucht. Dit suggereert verschillen tussen schimmels in het vermogen om te kunnen sensibiliseren. Tevens blijkt dat op latere leeftijd (> 50 jaar) de prevalentie voor bepaalde schimmels (Aspergillus en Cladosporium) weer kan toenemen. Prevalentie van sensibilisatie in een jongere groep patiënten met astma is recent onderzocht in samenwerking met de afdeling Kinderlongziekten in het Academisch Ziekenhuis Groningen, door het meten van specifieke IgE tegen verschillende schimmels in kinderen tussen de 0 en 15 jaar (Tabel 2, op pagina 6). Hierbij blijkt dat de hoogste prevalentie van verhoogd IgE tegen schimmels wordt gevonden tussen 5 en 10 jaar, met een prevalentie voor Alternaria en Cladosporium in dezelfde orde van grootte. Nadere analyse door middel van probability score studies laten een maximum voor sensibilisatie zien tussen 7 en 8 jaar voor de gemeten schimmels (36%). 16 In dezelfde groep kinderen neemt het IgE tegen huisstofmijt met de leeftijd toe tot 100% (sic!, polikliniek Longziekten) in de groep van jaar. De reden waarom de sensibilisatie voor schimmels een maximum bereikt bij deze leeftijd, terwijl IgE waarden tegen andere inhalatieallergenen tussentijds blijven stijgen, is onduidelijk. Mogelijk Tabel 1. Prevalentie van schimmelsporen wekelijks gemeten in Groningen tussen 1981 en
4 Tabel 2. Prevalentie (%) van positieve CAP-IgE tegen schimmels op de polikliniek Kinderlongziekten in het Academisch Ziekenhuis Groningen (n = 137). Schimmels Leeftijdsgroepen 0 - < 5 jaar 5 - < 10 jaar 10 - < 15 jaar Alternaria plus Cladosporium Penicillium plus Aspergillus Alle schimmels 16 36,4 28 (bewerkt naar G. Nolles et al) 16 reageert het immuunsysteem anders op potentieel schadelijke micro-organismen (bijvoorbeeld, eerst een Th2 type allergische reactie gevolgd door de meer verdedigende Th1 type reactie), dan tegen niet pathogene allergenen zoals huisstofmijt, gras- en/of boompollen. De mogelijkheid van tolerantie inductie tegen deze veel voorkomende micro-organismen kan echter ook een rol spelen. De toename van sensibilisatie op latere leeftijd kan samenhangen met een algemene afname van de immunologische defensieve reactie hetgeen leidt tot moeizamere verwijdering. Van deze situatie zullen de opportunistische schimmels, zoals Aspergillus fumigatus, gebruikmaken. Schimmels als oorzaak van allergische verschijnselen - astma en rinitis Allergenen van schimmels blijken oorzaak te kunnen zijn van zowel hogere (rinitis) als lagere luchtwegklachten (astma). 9,17 Vroege en late obstructieve reacties na inhalatie van schimmelextracten zijn beschreven voor Aspergillus, Alternaria, Cladosporium, Basidiomyceten en enkele andere schimmels. Aangezien deze reacties vrijwel zonder uitzondering worden waargenomen bij patiënten met sensibilisatie tegen meerdere allergenen, onder andere tegen huisstofmijt, is het moeilijk om aan te geven wat de feitelijke bijdrage is van de sensibilisatie tegen schimmels bij het optreden van obstructieve reacties in de thuissituatie. De prevalentie van schimmelallergie bij patiënten met chronische rinitis onderzocht bij patiënten met een positieve Phadiatop IgE is 7% voor het schimmelmengsel van Alternaria, Cladosporium, Penicillium en Aspergillus. 18 Deze sensibilisatie werd niet bevestigd met een provocatietest. Van groot belang is het recente onderzoek bij kinderen in Tucson dat aantoont dat het optreden van sensibilisatie tegen Alternaria op jonge leeftijd voorspellend is voor het ontwikkelen van astma op latere leeftijd. 10,11 Ook werd in een studie in 1999 aangetoond dat het optreden van sensibilisatie tegen Alternaria gerelateerd is met astma. 19,20 Tevens blijkt sensibilisatie voor Alternaria geassocieerd te zijn met ademstilstand bij kinderen van 4 jaar 21 en blijkt het een risicofactor voor levensbedreigend astma. 22 Of deze vroege sensibilisatie tegen schimmels een kenmerk is voor de aanleg tot astma of juist een oorzakelijke factor die tot astma kan leiden is nog niet duidelijk, maar is wel een vraag van groot theoretisch en praktisch belang. Aspergillus astma en allergische bronchopulmonaire aspergillose Aspergillus kan evenals de andere schimmels allergisch astma of rinitis veroorzaken. Bij deze patiënten worden wel positieve huidtests en specifiek IgE tegen Aspergillus gevonden, maar de vorming van IgG tegen Aspergillus (ELISA IgG titer) ligt binnen het normale gebied. Bij luchtwegen die beschadigd zijn (veelal bronchiëctasiën) kan Aspergillus zich hechten aan het epitheel van de luchtwegen en daar ter plekke gaan groeien. Bij patiënten met allergische aanleg kan dit leiden tot allergische bronchopulmonale aspergillose (ABPA). Dit ziektebeeld wordt gekenmerkt door langdurige perioden met ernstige bronchusobstructieve reacties, (sterk) verhoogde aantallen eosinofiele cellen in het bloed en extreem hoge waarden voor het serum totaal IgE en specifiek IgE tegen A. fumigatus. Ook serum en bronchoalveolaire lavage vloeistof vertonen sterk verhoogde waarden voor ELISA IgG en IgA tegen A. fumigatus. 23 Na behandeling met corticosteroïden, al dan niet gecombineerd met anti-schimmel therapie, neemt de exacerbatie snel af en kunnen binnen een aantal maanden de waarden voor totaal IgE en de ELISA-IgG titers naar veel lagere niveaus terugkeren (incidenteel zelfs normaal worden). 24 Bij regelmatig terugkerend ABPA en/of late behandeling, kan er ernstige irreversibele schade aan de luchtwegen worden toegebracht 6 F E B R U A R I N R. 1
5 die gepaard kan gaan met corticosteroïd resistent astma. Dit ziektebeeld komt in Nederland betrekkelijk weinig (meer) voor, mogelijk door het voorkomen van luchtwegschade (bronchiëctasiën) door vroege behandeling van bacteriële infecties op de kinderleeftijd. schimmel om te kunnen sensibiliseren (vergelijk Cladosporium met Alternaria). Aantasting van de integriteit van de epitheelbarrière en activatie tot cytokine productie kunnen mogelijk een belangrijke rol spelen bij de sensibilisatie en ontstekingsreacties tegen schimmels. Schimmels en factoren die bijdragen tot sensibilisatie De luchtwegen hebben efficiënte beschermingsmechanismen tegen de grote hoeveelheden schimmelsporen die dagelijks worden geïnhaleerd. Overzichten van deze afweermechanismen zijn eerder beschreven. 5,15,25 Factoren die bijdragen tot een verhoogde sensibilisatie zijn onder andere: De snelheid van vrijmaking van de allergenen. In tegenstelling tot allergenen van gras- en boompollen en huisstofmijten die binnen 1-10 minuten vrij komen, is de vrijmaking van allergenen uit schimmelsporen veel trager (Alternaria meerdere uren, Aspergillus sporen weinig tot geen allergenen vrij in 24 uur). Deze langzame vrijmaking van allergenen uit sporen kan mogelijk verklaren waarom de sensibilisatie zo laag is in vergelijking met de grote massa aan sporenmateriaal dat men inhaleert. De grootte van de spore; dit is van belang om diep in de luchtwegen te penetreren. Dit betekent dat het verwijderen van de spore een langere transporttijd nodig zal hebben (zoals Penicillium en Aspergillus met sporen van 3-5 μm). Sommige schimmels kunnen stoffen uitscheiden die trilhaar bewegingen remmen (Aspergillus fumigatus). Door dit langere verblijf in de luchtwegen neemt de kans op sensibilisatie toe. Schimmels kunnen veel eiwitsplitsende enzymen (proteasen) vrijmaken. De gevolgen van de aanwezigheid van proteolytische enzymen staan thans sterk in de belangstelling, nu gebleken is dat deze proteasen (onder andere uit huisstofmijten en proteasen uit de voedingsindustrie) een faciliterende rol lijken te spelen bij sensibilisatie en het ontstaan van astma. Recent onderzoek laat zien dat proteasen van schimmels de barrière van epitheelcellen in vitro kunnen verminderen en de epitheelcellen kunnen activeren tot cytokine productie. 26 Verder blijken er grote verschillen te bestaan tussen de capaciteit van diverse schimmels om proteasen uit te scheiden. Vooral Cladosporium blijkt dit slechts in geringe mate te produceren, hetgeen van belang kan zijn bij het relatief geringe vermogen van deze Preventie van schimmelallergie Preventie van een allergie voor schimmels die buitenshuis voorkomen zal moeilijk zijn. Plaatsen waar hoge concentraties van sporen worden aangetroffen zoals schuren van boerderijen, compost en de omgeving waar granen geoogst worden, dienen door patiënten met allergische aanleg vermeden te worden. Ook kassen in de tuin of aan het huis vooral bij het kweken van vruchten en tomaten 27 zijn plekken die ernstig met schimmels verontreinigd kunnen zijn. Binnenshuis is de belangrijkste aanbeveling om vochtige plekken tegen te gaan. Woningen met ernstige vochtverschijnselen zijn niet zonder kostbare maatregelen te verhelpen. Toepassing van filtratieapparatuur in huizen kan ook een aanzienlijke reductie van expositie aan allergenen mogelijk maken. 28 Meting van schimmelallergenen door middel van een ELISA methode liet zien dat schimmel antigenen efficiënt worden ingevangen in deze filtratieapparatuur (Dr. S. van der Heide, niet gepubliceerd). Dit kan mogelijk een oplossing bieden in huizen waar vochtoverlast niet goed te bestrijden is. De laatste mogelijkheid is desensibilisatie door toediening van specifieke schimmelextracten waar men gevoelig voor is. Dit is in Nederland niet gebruikelijk, maar succesvolle desensibilisaties voor Cladosporium en Alternaria zijn beschreven. 29 Conclusies Sensibilisatie tegen schimmels is afhankelijk van de leeftijd en komt vooral voor op jongere leeftijd (4-8 jaar), gevolgd door een continue daling met de leeftijd en blijkt een risicofactor te zijn voor het ontstaan van ernstig (levensbedreigend) astma. Op oudere leeftijd, boven 50 jaar, neemt de sensibilisatie tegen bepaalde schimmels, vooral Aspergillus, weer toe. Sensibilisatie is niet alleen afhankelijk van het aantal sporen dat geïnhaleerd wordt, maar heeft ook te maken met specifieke eigenschappen van een schimmel om te kunnen sensibiliseren. Hierbij lijkt de snelheid van vrijmaking van allergenen en het vermogen van schimmels met behulp van proteoly- 7
6 A ANWIJZINGEN VOOR DE PRAKTIJK 1. Sensibilisatie voor schimmels is sterk afhankelijk van de leeftijd. Sensibilisatie wordt het meest waargenomen op jonge leeftijd (maximum tussen 7-8 jaar) en lijkt vooral voor te komen in de groep kinderen met astmatische klachten. 2. Op de kinderleeftijd komt sensibilisatie tegen Alternaria en Cladosporium in Nederland het meest voor. Ofschoon een samenhang met ernstige vormen van astma is gevonden, dient door nader onderzoek de samenhang tussen expositie en klachten nog aangetoond te worden. 3. Hoewel de sensibilisatie met toenemende leeftijd afneemt, kunnen ook op volwassen leeftijd sensibilisatie en gerelateerde klachten optreden, vaak als gevolg van hoge expositie in de werksituatie (kassen, combine activiteiten tijdens de oogst van granen). 4. Verdenking op allergische klachten door schimmels kan waarschijnlijk gemaakt worden door middel van huidtesten en/of IgE metingen tegen bepaalde schimmels. Door expositie aan schimmelextracten kan een samenhang tussen sensibilisatie en klachten worden aangetoond. 5. Indien er sprake is van aanwijzingen dat in de thuissituatie het huis vochtige plekken vertoont met al dan niet zichtbare schimmelplekken (badkamer en slaapkamer van de patiënt) dienen maatregelen voor vochtreductie te worden genomen. tische enzymen passage over het epitheel mogelijk te maken, van belang voor de IgE vorming. Sensibilisatie tegen schimmels is sterk afhankelijk van de expositie aan schimmelsporen hetgeen bepaald wordt door de plaats en de vochtigheid in de woonomgeving, respectievelijk werkplek. Referenties 1. Blackley C. Experimental researches on the cause and nature of Catharrus aestivus (hay-fever or hay-asthma). London: Storm van Leeuwen W, Kremer W. Schimmelpilz allergenen als Krankursachen. Klin Wochenschr 1927;6: Beaumont F, Kauffman HF, de Monchy JG, Sluiter HJ, De Vries K. Volumetric aerobiological survey of conidial fungi in the North-East Netherlands. II. Comparison of aerobiological data and skin tests with mould extracts in an asthmatic population. Allergy 1985;40: Bush RK, Portnoy JM. The role of abatement of fungal allergens in allergic diseases. J Allergy Clin Immunol 2001;107:S Kauffman HF. Schimmels en Allergie. Capriolen 2000;1-16. Pharmacia en Upjohn BV, Diagnostics. 6. Malling HJ. Diagnosis of mold allergy. Clin Rev Allergy 1992;10: Howard WA. Incidence and clinical characteristics of mould allergy. In Al-Doory Y, Domson JF, eds. Mould Allergy, pp Philadelphia: Lea and Febiger, Koivikko A, Viander M, Lanner A. Use of the extended Phadebas RAST panel in the diagnosis of mould allergy in asthmatic children. Allergy 1991;46: Lopez M, Salvaggio JE. Mold-sensitive asthma. Clin Rev Allergy 1985;3: Halonen M, Stern DA, Wright AL, Taussig LM, Martinez FD. Alternaria as a major allergen for asthma in children raised in a desert environment. Am J Respir Crit Care Med 1997;155: Peat JK, Tovey CM, Mellis CM, Leeder SR, Woolcock AJ. Importance of house dust mite and Alternaria allergens in childhood asthma: an epidemiological study in two climatic regions of Australia. Clin Exp Allergy 1993;23: Nikkels AH, Terstegge P, Spieksma FThM. Ten types of microscopically identifiable airborne fungal spores at Leiden, The Netherlands. Aerobiologia 1996;12: Beaumont F, Kauffman HF, van der Mark TH, Sluiter HJ, de Vries K. Volumetric aerobiological survey of conidial fungi in the North-East Netherlands. I. Seasonal patterns and the influence of meteorological variables. Allergy 1985;40: Spieksma FThM. Presentation of spore counts according to type. In Wilken-Jensen K, Gravesen S, eds. Atlas of moulds in Europe causing respiratory Allergy., pp Copenhagen: ASK, Kauffman HF, Tomee JF, van der Werf TS, de Monchy JG, Koëter GK. Review of fungus-induced asthmatic reactions. Am J Respir Crit Care Med 1995;151: Nolles G, Hoekstra MO, Schouten JP, Gerritsen J, Kauffman HF. Prevalence of immunoglobulin E for fungi in atopic children. Clin Exp Allergy 2001;31: Salvaggio JE, Aukrust L. Mold-induced asthma. J Allergy 8 F E B R U A R I N R. 1
7 Clin Immunol 1981;68: Crobach MJJS, Kaptein AAKJA, Hermans J, Riderikhoff, Mulder JD. The Phadiatop test compared with RAST, with the CAP system; proposal for a third Phadiatop outcome: inconclusive'. Allergy 1994;49: Neukirch C, Henry C, Leynaert B, Liard R, Bousquet J, Neukirch F. Is sensitization to Alternaria alternata a risk factor for severe asthma? A population based study. J Allergy Clin Immunol 1999;103: Targonski PV, Persky VW, Ramekrishnan V. Effect of environmental molds on risk of death from asthma during the pollen season. J Allergy Clin Immunol 1995;95: Tariq SM, Matthews SM, Stevens M, Hakim EA. Sensitization to Alternaria and Cladosporium by the age of 4 years. Clin Exp Allergy 1996;26: Black PN, Udi AA, Brodie SM. Sensitivity to fungal allergens is a risk factor for life-threatening asthma. Allergy 2000;55: Kauffman HF, Beaumont F, Sluiter HJ, De Vries K. Immunologic observations in sera of a patient with allergic bronchopulmonary aspergillosis by means of the enzyme-linked immunosorbent assay. J Allergy Clin Immunol. 1984;74: Kauffman HF, Beaumont F. Serological diagnosis of Aspergillus infections. Mykosen Suppl 1988;2: Kauffman HF, Tomee JFC. Inflammatory cells and airway defense against Aspergillus fumigatus. Immunology and Allergy Clinics of North America. 1999;18: Kauffman HF, Tomee JF, Van De Riet MA, Timmerman AJ, Borger P. Protease-dependent activation of epithelial cells by fungal allergens leads to morphologic changes and cytokine production. J Allergy Clin Immunol 2000;105: Kauffman HF, van der Heide S, de Vries K. Botrytis cinerea: a study of the immunological properties during growth. Incidence of antibodies against B. cinerea in a group of patients with aspergillosis. Int Arch Allergy Appl Immunol 1987;83: Heide S van der, van Aalderen WM, Kauffman HF, Dubois AEJ, de Monchy JG. Clinical effects of air cleaners in homes of asthmatic children sensitized to pet allergens. J Allergy Clin Immunol 1999;104: Malling HJ. Immunotherapy for mold allergy. Clin Rev Allergy 1992;10: Correspondentie-adres auteur: Dr. H.F. Kauffman, biochemicus, universitair hoofddocent Academisch Ziekenhuis Groningen Afdeling Allergologie Laboratorium Allergologie en Longziekten Interne Geneeskunde Hanzeplein GZ Groningen Tel.: Fax: h.f.kauffman@path.azg.nl 9
Schimmels en Allergie. Capriolen
Schimmels en Allergie Capriolen Oktober 2000 Capriolen is een uitgave van Pharmacia & Upjohn BV, Diagnostics. Het verschijnt een aantal keer per jaar en heeft als doelstelling specifieke onderwerpen te
Nadere informatieVerdiepingsmodule. Astma bij volwassenen: Aanvullende diagnostiek allergietest (Toets)
1. Toelichting Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard van oktober 2007 (tweede herziening) Allergie speelt een belangrijke rol in de pathofysiologie van astma: klachten en symptomen kunnen erdoor
Nadere informatieGevaarlijk duo bedreigt varkenshouders
Gevaarlijk duo bedreigt varkenshouders De blootstelling aan zowel chemische en biologische stoffen als allergenen is in de werkomgeving vaak vele malen hoger dan in het algemene milieu. Hierdoor biedt
Nadere informatieSamenvatting. Nederlandse samenvatting
Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,
Nadere informatieChapter 10. Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen
Nadere informatieDe betekenis van dierexperimenteel onderzoek bij de risicoschatting van allergeenblootstelling
De betekenis van dierexperimenteel onderzoek bij de risicoschatting van allergeenblootstelling C. Frieke Kuper Dieren zijn geen mensen.. 2 Focus Moeten huidcontact en inademing wel gescheiden worden? Bij
Nadere informatieALLERGIEDIAGNOSTIEK IN HET LABORATORIUM. S.O. Stapel
ALLERGIEDIAGNOSTIEK IN HET LABORATORIUM S.O. Stapel Er bestaat een algemene neiging om elke overgevoeligheidsreactie te bestempelen als "allergie". Het ontstaan van de tot deze conclusie leidende klachten
Nadere informatieSamenvatting. Vraagstelling
Samenvatting Vraagstelling Op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid leidt de Commissie Gezondheid en beroepsmatige blootstelling aan stoffen (Commissie GBBS; één van de vaste commissies
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatie05 - Informatie over binnenhuisallergie
05 - Informatie over binnenhuisallergie Inhoud Wat zijn binnenhuisallergenen?... 1 Wat weet men eigenlijk over binnenhuisallergenen?... 2 De behandeling van binnenhuisallergie... 3 Tabel met de meest voorkomende
Nadere informatieAllergische rhinitis bij kinderen
Allergische rhinitis bij kinderen Dr. Jurjan R. de Boer KNO heelkunde Martini Ziekenhuis Epidemiologie Prevalentie allergische en niet allergische rhinitis in Nederland: 150 200 per 1000 personen/jaar
Nadere informatieSAMENVATTING IN HET NEDERLANDS
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Allergisch astma Allergisch astma is een veel voorkomende ziekte waarbij mensen benauwd worden wanneer ze de stof inademen waar ze allergisch voor zijn geworden. Daarnaast
Nadere informatieImmunotherapie met inhalatie-allergenen
Immunotherapie met inhalatie-allergenen Interne Geneeskunde Allergologie Inleiding U reageert allergisch op stuifmeel, huisstofmijt en/of huidschilfers van katten. Deze stoffen die in de lucht voorkomen,
Nadere informatieWat is een allergie? Afweersysteem
De allergie survivalgids 15 Hoofdstuk 1 Wat is een allergie? Afweersysteem Voordat we uitleggen wat een allergie is, is het handig dat je eerst weet wat een afweersysteem is. Het afweersysteem van je lichaam
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Huisdierallergie
PATIËNTEN INFORMATIE Huisdierallergie Introductie Door middel van deze informatiefolder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over huisdierallergie. Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig te lezen.
Nadere informatieInfo allergie. In hyposensibilisatiekuur
Paard Eigenaar Houdbaarheid Pietje Jan 08/12/2014 Info allergie Met behulp van de allergie voortest + uitwerking is vastgesteld waarvoor uw huisdier allergisch is. Op basis van deze resultaten wordt speciaal
Nadere informatiePatiëntenvoorlichting Huisdierallergie
Patiëntenvoorlichting Huisdierallergie Dieren zijn niet weg te denken uit ons bestaan. Ze zijn in het huis aanwezig als huisdier, we komen ze tegen op het werk (denk hierbij aan boerderijdieren, proefdieren
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING
SAMENVATTING Een karakteristieke eigenschap van astma is ontsteking van de luchtwegen. Deze ontsteking wordt gekenmerkt door een toename van ontstekingscellen in het longweefsel. De overgrote meerderheid
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35756 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35756 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hamid, Firdaus Title: Helminth infections, socio-economic status and allergies
Nadere informatieAllergische Rhinitis; Een preventieve behandelkans die we niet mogen laten liggen!!
Allergische Rhinitis; Een preventieve behandelkans die we niet mogen laten liggen!! 1 2 4 The Sneeze Wat is een inhalatieallergie Een inhalatieallergie is een reactie van het menselijk afweersysteem (het
Nadere informatieAllergie voor huisdieren
Allergie voor huisdieren Longgeneeskunde Locatie Hoorn/Enkhuizen Allergie voor huisdieren. Normaal zorgt ons afweersysteem ervoor dat lichaamsvreemde en mogelijk ziekteverwekkkende organismen die ons lichaam
Nadere informatie03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie
03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie Inhoud Wat is een allergie eigenlijk?... 1 Waarom is een behandeling nodig?... 1 Welke behandelingsvormen zijn mogelijk?... 2 Wat betekent 'specifieke
Nadere informatieSubcutane immuno therapie. Sublinguale immuno therapie. Skin prick test.
Allergie A DEEL I: DIAGNOSTIEK 1e druk 2007 2e druk 2012 Samengesteld door kinderartsen, dermatologen, longartsen, KNO artsen, en laboratorium van de Isala Klinieken, en huisartsen Zwolle en omgeving.
Nadere informatieImmunotherapie. KNO-heelkunde. Beter voor elkaar
Immunotherapie KNO-heelkunde Beter voor elkaar 2 Immunotherapie Wat is Immunotherapie? Immunotherapie, ook wel hyposensibilisatie genoemd, is een behandeling die erop is gericht het eigen afweersysteem
Nadere informatie17 AUGUSTUS 2015 DUURZAAMHEIDSVRAAGSTUK MILIEUVERVUILING EN ALLERGIEËN. Actuele Topics in Aardrijkskunde 2014-2015 GULIZAR HEYECAN 3SA2
17 AUGUSTUS 2015 DUURZAAMHEIDSVRAAGSTUK MILIEUVERVUILING EN ALLERGIEËN Actuele Topics in Aardrijkskunde 2014-2015 GULIZAR HEYECAN 3SA2 Inhoud 1. Allergieën (Bevolking)... 2 2. Oorzaken van allergieën (Biosfeer,
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere
Nadere informatieInleiding. Allergische IgE-gemedieerde aandoeningen, zoals waterige rhinoconjunctivitis, asthma bronchiale en constitutioneel eczeem, komen
Inleiding R. Gerth van Wijk. Inleiding Allergie wordt wel eens de ziekte van de 2 e eeuw genoemd. Deze uitspraak berust op de hoge en toegenomen prevalentie van allergische aandoeningen en de associatie
Nadere informatieAllergie. Voedingsallergie en atopie bij hond en kat. Afweer. Afweer 28-5-2014. Eiwitten (15-40 kda) Glycoproteïne (10-70 kda)
Allergie Voedingsallergie en atopie bij hond en kat Drs. Stijn Peters info@dzeh.nl Tel. 040-3040054 Allergie Overdreven reactie op een stof/indringer Allergeen Sensitisatie Antigeen Allergeen Stoffen die
Nadere informatieCentrumlocatie. Voedselprovocatie. Afdeling Allergologie
Centrumlocatie Voedselprovocatie Afdeling Allergologie Met u is afgesproken dat u een voedselprovocatie zult doen. Dit is tot op heden de enige test waarin nagegaan kan worden of u een echte reactie krijgt
Nadere informatie2.1 Verstoord evenwicht protease-antiprotease
Roken is verreweg de belangrijkste risicofactor. Andere risicofactoren zijn: beroepen of hobby s met regelmatige blootstelling aan kleine deeltjes (fijnstof ) en (zelden) een familiair voorkomend enzymtekort
Nadere informatieThomas ontmoet een zebra Voorleesboekje voor een kind met allergie
1 Siemens Healthcare Diagnostics, de toonaangevende onderneming voor klinische diagnose, streeft er naar om artsen informatie te verschaffen die onmisbaar is voor accurate diagnoses en de nauwkeurige behandeling
Nadere informatieNederlandse samenvatting Liesbeth van rensen
Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen Wat is astma? Patiënten met astma hebben het regelmatig benauwd. Kenmerkend voor de ziekte is dat de benauwdheid gepaard gaat met een piepende ademhaling, hoesten
Nadere informatieKoemelkallergie. Test met voedselprovocatie. Allergie of intolerantie? Voedselprovocatie. Provocatie en eliminatie
Koemelkallergie Test met voedselprovocatie Uw kind heeft verschijnselen die kunnen passen bij een allergie voor koemelk. In deze folder leggen we u het een en ander uit over allergie voor koemelk bij jonge
Nadere informatieSamenvatting. Etiologie. samenvatting
Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding op dit proefschrift. Luchtweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen, die door een groot aantal verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt kunnen
Nadere informatieResultaten van de Aalst Allergy Study
// Resultaten van de Aalst Allergy Study Elke Govaere Voorjaarsvergadering VVK, Aalst. Algemene inleiding Sensitisatie in de ste eeuw Allergische klachten in de ste eeuw. De Aalst Allergy Study Doelstellingen
Nadere informatieAllergie kind: Koemelkeiwittest aanvullende informatie (Kinderafdeling)
Allergie kind: Koemelkeiwittest aanvullende informatie (Kinderafdeling) Algemeen Wat is een allergie? Verschijnselen van voedselallergie RAST-test Eliminatie-provocatieproef Aantonen van koemelkeiwitallergie
Nadere informatieNederlandse samenvatting. (voor iedereen dus )
(voor iedereen dus ) Iedere dag staan we bloot aan ontelbare schadelijke micro-organismen en stoffen. Om te overleven is het immuunsysteem constant in actie om deze factoren in ons lichaam te bestrijden.
Nadere informatieJ.S. Sittig, W. de Jager, S.W.J. Terheggen-Lagro, H.G.M. Arets en C.K. van der Ent
K l i n i s c h e i m m u n o l o g i e Immunologische kenmerken van allergische bronchopulmonale aspergillose bij patiënten met cystic fibrose Auteurs Tref woorden J.S. Sittig, W. de Jager, S.W.J. Terheggen-Lagro,
Nadere informatieImmunotherapie: terug van weggeweest? Dr S Maddens 05-12-2013
Immunotherapie: terug van weggeweest? Dr S Maddens 05-12-2013 Immunotherapie? Repetitieve toediening van oplopende dosis allergeen Induceren van beschermende immunologische veranderingen Afname van allergische
Nadere informatieAllergeenspecifieke immunotherapie
Allergeenspecifieke immunotherapie Afdeling Allergologie In deze folder vindt u informatie over een injectiekuur (immunotherapie). Behandeling van een allergie De behandeling van allergie bestaat uit een
Nadere informatieSamenvatting. Beroepsgebonden luchtwegallergie is een belangrijk probleem
Samenvatting Beroepsgebonden luchtwegallergie is een belangrijk probleem Veel van de gemelde beroepsziekten van de luchtwegen worden veroorzaakt door blootstelling aan allergenen in de werkomgeving. Dat
Nadere informatieAmyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer
Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieWerkgerelateerde blootstelling aan enzymen; een introductie
Werkgerelateerde blootstelling aan enzymen; een introductie Tim Meijster 1,2, Inge Wouters 1, Dick Heederik 1, Jelena Bogdanovic 1, Gert Doekes 1 1 Universiteit Utrecht, Institute for Risk Assessment Sciences
Nadere informatieVoedselallergie is een veel voorkomende vorm van overgevoeligheid voor voedsel, waarbij immunoglobuline type E (IgE)-antistoffen een rol spelen. Allergische reacties op voedsel staan steeds meer in de
Nadere informatieInvasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS
Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal
Nadere informatieMinisymposium voedselallergie. 28 april 2011 Chris Nieuwhof, internistallergologe/immunologe
Minisymposium voedselallergie 28 april 2011 Chris Nieuwhof, internistallergologe/immunologe Verschillende noten Verschillende noten Voedsel allergie Wat is allergie? Allergie is een afweerreactie (van
Nadere informatie01 - Informatie over de behandeling van allergieën
01 - Informatie over de behandeling van allergieën Inhoud Wat is een allergie eigenlijk?... 1 Waarom is een behandeling nodig?... 1 Welke behandelingsvormen zijn mogelijk?... 2 Wat betekent 'specifieke
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatie143 Lymfatische filariasis is een door muggen overgebrachte ziekte die wijdverbreid voorkomt in de tropen en subtropen. Hoewel de prevalentie niet hoog is, tonen gegevens van het Indonesisch ministerie
Nadere informatieVoedselprovocatie. Havenziekenhuis. april 2012
Voedselprovocatie april 2012 Een allergie is een reactie van het afweersysteem van het lichaam gericht tegen niet schadelijke stoffen als stuifmeel, huidschilfers of voedingsmiddelen met allergische klachten
Nadere informatieInterne Geneeskunde Allergologie Immunotherapie met inhalatieallergenen
Interne Geneeskunde Allergologie Immunotherapie met inhalatieallergenen Desensibilisatie Interne Geneeskunde Allergologie Inleiding U reageert allergisch op stuifmeel, huisstofmijt, of huidschilfers van
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Het mucosale immuunsysteem Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen infecties met bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. De huid en de mucosale weefsels zoals bijvoorbeeld
Nadere informatieImmunotherapie met inhalatieallergenen
Immunotherapie met inhalatieallergenen Desensibilisatie Inleiding U reageert allergisch op stuifmeel, huisstofmijt, of huidschilfers van katten. Deze stoffen, die in de lucht voorkomen, heten inhalatieallergenen.
Nadere informatie15.15 16.00 uur: allergische rhinitis: AR geluid van de KNO-arts. Allergische rhinopathie of afwijkende Rinne? Francis Burgersdijk
15.15 16.00 uur: allergische rhinitis: AR geluid van de KNO-arts Allergische rhinopathie of afwijkende Rinne? Francis Burgersdijk Kan de KNO arts meer met patienten met een allergische rhinopathie (AR)?
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten
Nadere informatieChapter. Nederlandse samenvatting
Chapter Nederlandse samenvatting 10 Allergische ziekten van de luchtwegen, zoals hooikoorts (allergische rhinoconjunctivitis) en allergisch astma zijn chronische ontstekingsziekten met klachten zoals tranende
Nadere informatieKlinische dagbehandeling allergologie
Klinische dagbehandeling allergologie Afdeling Kindergeneeskunde Locatie Purmerend/Volendam Inleiding Deze folder geeft informatie over de klinische dagbehandeling allergie in het Waterlandziekenhuis.
Nadere informatieOnderzoek naar koemelkallergie Informatie over koemelkallergie en over onderzoek met dubbelblind placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP)
Kindergeneeskunde Onderzoek naar koemelkallergie Informatie over koemelkallergie en over onderzoek met dubbelblind placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP) 1 Informatie voor ouders: koemelkallergie
Nadere informatieMeten van micro-organismen bij binnenmilieu-klachten in kantoren
Meten van micro-organismen bij binnenmilieu-klachten in kantoren Diny van Faassen, RAH/BVF Ineke Thierauf, AH/bestuurslid ISAQ-nl NVVA-symposium, 14-4-2016 biosafety consult Inhoud presentatie 1. Aanleiding
Nadere informatieIMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK
IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK Januari 2015 KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK EEN NEUS VOOR ASTMA Astma, Allergie en Allergische Rhinitis Adembenemend 2015 Papendal
Nadere informatieAllergie bij kinderen: peanuts?! DDr. Annemie Wijnants
Allergie bij kinderen: peanuts?! DDr. Annemie Wijnants Emma 14 jaar Op 6 jaar Symptomen: rhinitis conjunctivitis Huidtest op berk: 4+ Op 14 jaar Symptomen: lokale reactie op pinda Huidtest pinda: 4+ IgE
Nadere informatieSAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104
Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten
Nadere informatieEXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN
scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatie1/23/2013. Index. Index. Nieuwe strategieën om kinderen met KMA sneller te laten herstellen. Orale tolerantie: Concept. Vriend of vijand?
//0 Nieuwe strategieën om kinderen met KMA sneller te laten herstellen. Orale tolerantie: Concept Tolerantie wordt gedefinieerd als de actieve non-respons van het immuunsysteem op een antigeen dat via
Nadere informatieChapter 9 Samenvatting
Samenvatting Marcel D. Posthumus SAMENVATTING Reumatoïde artritis (RA) is een aandoening die voorkomt bij 0,5-1% van de bevolking en die gekenmerkt wordt door een chronische ontsteking van meerdere gewrichten
Nadere informatieSamenvatting Dissertatie B. Sorgdrager. Preventie en prognose van astma bij aluminium smelters
Samenvatting Dissertatie B. Sorgdrager Preventie en prognose van astma bij aluminium smelters Astma is een aandoening met aanzienlijke gezondheidkundige en sociale consequenties. Astma dient met medicijnen
Nadere informatieBlootstellingsrisico's in de gft-verwerking. Hester Dekker, ECTS Arbo Unie; NVvA symposium 29 maart 2012
Blootstellingsrisico's in de gft-verwerking Hester Dekker, ECTS Arbo Unie; NVvA symposium 29 maart 2012 Project Opdrachtgever: Afdeling Bioconversie Vereniging Afvalbedrijven Uitvoering: Expertise Centrum
Nadere informatieAstma: de laatste ontwikkelingen S.R.J. VAN OORD LONGARTS - LANGELAND ZIEKENHUIS
Astma: de laatste ontwikkelingen S.R.J. VAN OORD LONGARTS - LANGELAND ZIEKENHUIS Longen Longen Longen Wat doen longen precies? Zuurstof opnemen Koolstofdioxide afscheiden Longblaasjes Astma: de laatste
Nadere informatieEXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN
scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatiein de route kunnen activeren. Een groep van enzymen die ook deel uitmaken van deze cascade zijn de mitogen-activated protein kinases (MAP kinases).
Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1 geeft een algemene introductie tot de immuunresponsen die worden opgewekt door helminthen; wormen, waarvan de meeste soorten parasitair zijn. Twee typen zijn te onderscheiden:
Nadere informatieDermatologie. Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie
Dermatologie Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie Dermatologie Veel ouders van kinderen, en ook volwassenen, denken dat een allergie de oorzaak is van eczeem. Zij komen met de vraag bij de huisarts
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Plakproef
PATIËNTEN INFORMATIE Plakproef 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u enige informatie geven over het onderzoek. Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig te lezen.
Nadere informatieAstma monitoring & E-health anno 2012. TRENDS XXII, Garderen
Astma monitoring & E-health anno 2012 TRENDS XXII, Garderen Eric de Groot, ISALA Zwolle Rijn Jöbsis, MUMC + Maastricht Leerdoelen monitoring astma Mate van astmacontrole staat centraal Eén ideaal instrument
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 213 Primaire ciliaire dyskinesie (PCD) is een zeldzame erfelijke aandoening waarbij de trilharen die de luchtwegen bekleden niet goed werken. Trilharen hebben als functie om het
Nadere informatieDEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2013/1
scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatieAstmatische klachten bij kinderen jonger dan 6 jaar
Astmatische klachten bij kinderen jonger dan 6 jaar Afdeling kindergeneeskunde Veel kinderen hebben als baby, peuter of kleuter wel eens last van astmatische klachten, zoals een piepende ademhaling met
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Marel, Sander van der Title: Gene and cell therapy based treatment strategies
Nadere informatieIgG EN IgE IN DE ONTWIKKELING VAN ALLERGIE EN ASTMA, EEN STUDIE ONDER JONGE KINDEREN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK
Binnenwerk NTvA nr. 005 PMS+CMYK CON QXP 05005 : Pagina IgG EN IgE IN DE ONTWIKKELING VAN ALLERGIE EN ASTMA, EEN STUDIE ONDER JONGE KINDEREN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK Auteur Trefwoorden P.E.D. Eysink allergie,
Nadere informatiePublications PUBLICATIONS
Publications 164 Publications PUBLICATIONS 1. Heemskerk B, Veltrop-Duits LA, van Vreeswijk T, ten Dam MM, Heidt S, Toes RE, van Tol MJ, Schilham MW. Extensive cross-reactivity of CD4 + adenovirus-specific
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21710 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Buurma, Aletta Title: On the pathology of preeclampsia : genetic variants, complement
Nadere informatieoorspronkelijke stukken A.Baatenburg de Jong, L.D.Dikkeschei en P.L.P.Brand Zie ook het artikel op bl
oorspronkelijke stukken Testen op specifieke immunoglobulinen E (IgE) bij vermoeden van allergie bij kinderen: resultaten in een laboratorium voor huisartsen en medisch specialisten A.Baatenburg de Jong,
Nadere informatieCRD anno 2015. André Knulst, Dept. Dermatology/Allergology
CRD anno 2015 André Knulst, Dept. Dermatology/Allergology Voedselallergie: het probleem In NL denkt 25% een voedselovergevoeligheid te hebben (Europrevall) Een bewezen voedselallergie komt voor bij 2-4%
Nadere informatieAllergiediagnostiek in de regio Midden-Holland; zo gezond als een vis?
a l l e r g i e Allergiediagnostiek in de regio Midden-Holland; zo gezond als een vis? Auteurs Trefwoorden G.W.A. Lansbergen, E.H.G. van Leer, G.J. van der Vegte, J.M.M.H. Thomas en P.J.M.J. Kok allergie,
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 131 Astma, chronische bronchitis en longemfyseem (de laatste twee worden samen ook wel COPD genoemd) zijn longaandoeningen die veelvuldig voorkomen. De aandoeningen worden gekarakteriseerd
Nadere informatieVereenvoudigde Nederlandse samenvatting
Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting 151 152 Vroeggeboorte In de westerse wereld wordt 5 tot 13 procent van alle kinderen te vroeg geboren, waarbij vroeggeboorte wordt gedefinieerd als een zwangerschapsduur
Nadere informatieHandboek allergologie
prof.dr. C.A.F.M. Bruijnzeel-Koomen, dr. A.C. Knulst, prof.dr. J.G.R. de Monchy, prof.dr. R. Gerth van Wijk (redactie) Handboek allergologie De Tijdstroom, Utrecht De Tijdstroom Uitgeverij, 2008. De auteursrechten
Nadere informatieNiet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling
Niet-technische samenvatting 2016605 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het identificeren en karakteriseren van nieuwe concepten voor koemelkallergische patienten. 1.2 Looptijd van het project
Nadere informatieOnderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel
Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel drs. Suzanne Spaan ir. Inge Wouters dr. ir. Dick Heederik Institute for Risk Assessment Sciences
Nadere informatieBRONCHIËCTASIE POLIKLINIEK. In deze folder leest u meer over bronchiëctasieën en de bronchiëctasie polikliniek van het UCCZ Dekkerswald.
BRONCHIËCTASIE POLIKLINIEK In deze folder leest u meer over bronchiëctasieën en de bronchiëctasie polikliniek van het UCCZ Dekkerswald. Het ziektebeeld Wat zijn bronchiëctasieën? Bronchiëctasieën zijn
Nadere informatieOnderzoek naar koemelkallergie
Onderzoek naar koemelkallergie Uw kind heeft verschijnselen die wijzen op een allergie voor koemelk. In deze folder wordt uitgelegd wat een allergie voor koemelk bij jonge kinderen inhoudt. Ook krijgt
Nadere informatieASO: Toon Schiemsky Supervisor: Prof. Dr. X. Bossuyt Datum: 15 maart Optimalisatie van de pneumokokken polysacharide antistoffen test
ASO: Toon Schiemsky Supervisor: Prof. Dr. X. Bossuyt Datum: 15 maart 2016 Optimalisatie van de pneumokokken polysacharide antistoffen test Inleiding pneumokokken polysacharide antistoffen test Inleiding
Nadere informatieVoedselprovocatietest. Informatie voor ouders
Voedselprovocatietest Informatie voor ouders 2 Er is verdenking van een voedselallergie, daarbij is door uw kinderarts over een voedselprovocatietest gesproken. Deze folder is bedoeld om uitleg te geven
Nadere informatieWelke patient kunt u verwijzen naar de polikliniek allergologie?
Welke patient kunt u verwijzen naar de polikliniek allergologie? Allergologie: er is meer dan antihistaminica Huub Willems 1-2-2011 Rhinitis +- astma Urticaria Angio-oedeem Voedingsallergieën Medicatiereacties
Nadere informatieResultaten VGO en gerelateerde studies: inzichten in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht
Resultaten VGO en gerelateerde studies: inzichten in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht VGO studie Geen aanwijzingen voor meer ziekte door zoönoseverwekkers of
Nadere informatieVoedselallergieonderzoek met de DBPGVP
Voedselallergieonderzoek met de DBPGVP Afspraak U wordt verwacht voor de 1e testdag op de kinderafdeling Vervolgafspraken U wordt voor de 2e testdag verwacht op de kinderafdeling Voor het bespreken van
Nadere informatieEXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN
scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatieDe oudere patiënt met comorbiditeit
De oudere patiënt met comorbiditeit Dr. Arend Mosterd cardioloog Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dr. Irène Oudejans klinisch geriater Elkerliek ziekenhuis, Helmond Hartfalen Prevalentie 85 plussers
Nadere informatie