Actualisering Reserves & Voorzieningen 2008 Gemeente Alkemade. Actualisering Nota Reserves & Voorzieningen 2008 Gemeente Alkemade

Transcriptie

1 Actualisering Nota Reserves & Voorzieningen 2008 Gemeente Alkemade 1

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Voorgestelde wijziging 3 3. Overzicht reserves & voorzieningen in Uitgangspunten reserves en voorzieningen 5 5. Het gemeentelijk vermogen en weerstandsvermogen 6 6. De toerekening en verwerking van rente over de reserves en inflatiecorrectie over de voorzieningen 7 7. Het onderscheid tussen reserves en voorzieningen 8 8. Mutaties op reserves en voorzieningen 10 Bijlagen: 1 Meerjaren beeld ontwikkeling van de reserves en voorzieningen 13 2 Staat van reserves en voorzieningen behorende bij de jaarrekening Meerjarenoverzicht Reserves & Voorzieningen

3 1. Inleiding De belangrijkste doelstelling van deze notitie is te komen tot een continue herijking van de reserves en voorzieningen binnen de gemeente Alkemade. De notitie moet de uitgangspunten voor het vormen van reserves en voorzieningen helder maken en het formele onderscheid tussen reserves en voorzieningen transparant maken. De nota biedt inzicht in het meerjarige financiële beeld van de reserves en voorzieningen en bewaakt de toereikendheid daarvan voor het doel waarvoor zij zijn ingesteld. De nota Actualisering reserves en voorzieningen gemeente Alkemade van maart 2005 was de eerste nota waarbij rekening werd gehouden met de nieuwe voorschriften die vanaf 2004 zijn gaan gelden in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). In de BBV is het onderscheid reserves en voorzieningen scherper en zijn er meer richtlijnen opgenomen ten aanzien van resultaatbestemming en resultaatbepaling ten opzichte van de oude comptabiliteitsvoorschriften Jaarlijks wordt deze nota geactualiseerd. Een van de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Alkemade is een transparante begroting en jaarrekening. Het periodiek actualiseren van het overzicht van reserves en voorzieningen zal hieraan moeten bijdragen. Leeswijzer In hoofdstuk 2 staan de voorgestelde wijzigingen vermeldt. Vervolgens wordt er een overzicht gegeven van de bestaande reserves en voorzieningen. In hoofdstuk 4 zijn de algemene uitgangspunten benoemd ten aanzien van het te voeren beleid voor reserves en voorzieningen. Daarna wordt kort ingegaan op het doel en de functies van het gemeentelijke vermogen. Tevens wordt kort stilgestaan bij het weerstandsvermogen. In hoofdstuk 7 krijgt het onderscheid tussen reserves en voorzieningen aandacht. Dit onderscheid is in het BBV aangescherpt ten opzichte van vroegere comptabiliteitsvoorschriften Tevens wordt vastgelegd wanneer reserves en voorzieningen kunnen en/of moeten worden ingesteld en welke informatie daarvoor van belang is. Hoofdstuk 8 gaat in op welke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en voorzieningen mogelijk zijn. 2. Voorgestelde wijziging Holland Rijnland Een voorziening Holland Rijnland te vormen, waaruit de investeringsbijdragen aan Holland Rijnland voor alle jaren (15) kunnen worden betaald. Voor de leesbaarheid gaan we verder in deze nota ervan uit dat de Raad akkoord gaat met bovenstaand voorstel. 3. Overzicht reserves en voorzieningen Algemene reserves Bestemmingsreserves Voorzieningen Algemene reserve Grondfonds Groot onderhoud rioleringen Vrije Algemene reserve Voormalig armbestuur Voorziening stg Oud Alkemade - beheersreserve Vz Groot onderh gem.gebouwen - vermogensreserve Pontveer Kaag Recreatie en toerisme Voorziening WWB / werkdeel Welzijnszaken Tijd.stimuleringsreg.vrijwilligers Beloningsdifferentiatie Voorziening Wet Inburgering Bijzondere uitgaven Voorziening Holland Rijnland 3

4 Schuldsanering Alkeburcht Res. Uitkeringen Personeel (voorheen Vervroegde uittreding) Sociale zaken IOAW / IOAZ Wet WMO (voorheen WVG) Uitvoering opleidingsplan Egalisatiereserve BCF Reserve WWB / Inkomensdeel Reserve Ghana Egalisatiereserve beheerstaak wegen* Reserve Startersfonds * De egalisatiereserve beheerstaak wegen valt onder de Bestemmingsreserves, de overige reserves zijn Overige Bestemmingsreserves. Ten opzichte van de vorige nota zijn de volgende reserves en voorzieningen vervallen: Aandelen Nuon Uitvoering beleidsnota s Groot onderhoud bibliotheek Voorziening API Ade In 2007 vervallen nog de volgende reserves: Reserve uitkeringen personeel Reserve Welzijnszaken Bovenstaande is bij het vaststellen van de vorige nota besloten. Het onderscheid tussen voorzieningen en bestemmingsreserves is van belang omdat voorzieningen vreemd vermogen zijn en reserves eigen vermogen. Met andere woorden, aan voorzieningen kleeft een verplichting. De aanwending van reserves is vrijblijvender, omdat de raad een besluit kan nemen over een andere aanwending. Voor het instellen van of het in standhouden van een reserve of voorziening dienen goede gronden aanwezig te zijn. Met andere woorden er moet een goed motief zijn. Dit om te voorkomen dat onnodig middelen worden vastgelegd waarvoor een andere bestemming mogelijk is. Aan de andere kant moet er ook voor worden gewaakt, dat de financiële positie door optredende risico s waarvoor geen buffer is gevormd, kan worden aangetast. De omvang van de reserves en voorzieningen moet worden afgestemd op het doel dat ermee gediend moet worden. Volgens de eerder aangehaalde BBV geldt met betrekking tot reserves en voorzieningen de volgende indeling: Algemene reserves: Algemene reserves zijn reserves zonder directe bestemming. Zodra de rente over de algemene reserve wordt aangewend voor de exploitatielasten, is feitelijk geen sprake meer van vrij aanwendbare reserves. De algemene reserve is voor dit gedeelte geblokkeerd. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed hoeven te worden. Overige bestemmingsreserves Onder overige bestemmingsreserves worden onder andere verstaan egalisatierekeningen die dienen om 4

5 éénmalige ontvangen investeringsbedragen gedurende de gebruiksduur van het investeringsgoed in jaarlijkse termijnen ten gunste van de exploitatie te laten komen. Voorzieningen Voorzieningen geven een schatting van lasten in verband met risico s en verplichtingen. Het gaat daarbij om: - verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar welke omvang wel redelijkerwijs kan worden ingeschat; - Op de balansdatum bestaande risico s ter zake van bepaalde te verwachten verplichting of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; - lasten die zich in volgende jaren zullen voordoen, maar waarvan de oorsprong in het lopende jaar of een daaraan voorafgaand jaar ligt en de voorziening moet dienen tot een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal jaren. (Bijvoorbeeld groot onderhoud riolering) Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijkse terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op het onderscheid tussen reserves en voorzieningen. 4. Uitgangspunten reserves en voorzieningen In de nota Actualisering reserves en voorzieningen Alkemade maart 2005 werd een aantal gedragslijnen en spelregels beschreven. Deze gedragslijnen en spelregels zijn een concrete vertaling van het beleid dat we willen voeren met betrekking tot reserves en voorzieningen en hieraan gerelateerde onderwerpen. Voor de volledigheid herhalen we in deze nota deze uitgangspunten: Algemeen Vorming van reserves (en voorzieningen) vindt plaats met expliciete toestemming van de Raad. Door middel van het strenge onderscheid resultaatbepaling en -bestemming is dit gewaarborgd. (Voorzieningen hebben een informatief karakter binnen de bedrijfseconomische aspecten van de bedrijfsvoering) Bij een voorstel waarbij reserves en/of voorzieningen zijn betrokken dient zowel de afdeling middelen, in haar toetsende en coördinerende rol, als de (hoofd)budgethouder actief te worden betrokken. Reserves Toevoegingen en onttrekkingen zijn expliciet onderwerp van bestuurlijke besluitvorming en dienen vooraf (begroting of begrotingswijziging) geaccordeerd te worden. Toevoegingen en onttrekkingen in verband met het jaarlijkse exploitatieresultaat zijn onderwerp van resultaatbestemming en vinden plaats na resultaatbepaling bij de vaststelling van de programmarekening. Vorming van reserves vindt niet zondermeer plaats via onderuitputting op specifieke begrotingskosten en -opbrengsten (zie verordening 212). 5

6 Het vormen van egalisatiereserves is alleen mogelijk als met tarieven wordt gewerkt die aan de kostprijs zijn gerelateerd. Bij het instellen van een reserve dient doel, budgetverantwoordelijke, looptijd, minimale en maximale omvang expliciet vast gelegd te worden. Reserves kunnen niet aangewend worden ter dekking van investeringen waarvan de prestaties aan meerdere jaren kunnen worden toegeschreven, tenzij de investering niet vervangen hoeft te worden of er tegelijkertijd stortingen plaatsvinden die de vervanging op termijn kunnen bekostigen. Bestemmingsreserves worden jaarlijks geëvalueerd. Dat betekent dat reserves met een specifiek doel of een concrete aflooptermijn voor heroverweging worden voorgelegd als de geplande realisatie afwijkt van de werkelijke ontwikkelingen. Indien zich drie jaren achtereen geen mutaties voordoen (behoudens rentetoevoeging) zal de reserve worden opgeheven. Zonder raadsbesluit kan de eindigheiddatum niet verschoven worden. Momenteel zijn er geen reserves die 3 jaar geen mutaties hebben gehad. Voorzieningen Voor de ingestelde voorzieningen groot onderhoud rioleringen, groot onderhoud gemeentelijke gebouwen en de bestemmingsreserve beheerstaak wegen moeten beheersplannen aanwezig zijn. Deze beheersplannen moeten tijdig en jaarlijks worden geëvalueerd. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de (hoofd)budgethouder van de afdeling waar de voorziening is ingesteld. Aan voorzieningen rekenen we geen bespaarde rente toe. Dit is conform het Besluit Begroting en Verantwoording. Alleen als een voorziening is gewaardeerd tegen de huidige waarde van een toekomstige verplichting (=contante waarde) kan een inflatiepercentage worden toegerekend. 5. Het gemeentelijk vermogen en weerstandsvermogen Reserves en voorzieningen zeggen iets over het gemeentelijke vermogen. Het vormen van vermogen is geen doel op zich. Daarom kan ook de vraag gesteld worden waarom de gemeente over vermogen zou moeten beschikken, immers het potentieel aan belastingheffing en de waarde van de collectieve goederen vormen immers voldoende vermogen. Vanuit die optiek is eigen vermogen een nog niet terug gegeven belastingopbrengst. De functies van het gemeentelijk vermogen Het gemeentelijk vermogen kent de volgende functies: De bufferfunctie is ten behoeve van het opvangen van financiële tegenvallers: het weerstandsvermogen; De bestedingsfunctie betreft de uitgestelde bestedingen: bestemmingsreserves; De inkomensfunctie betreft opbrengsten uit vermogen. Rente en dividend is aanwendbaar voor het doen van uitgaven. Deze inkomsten uit het vermogen worden in beginsel alleen ingezet voor éénmalige lasten. Gelet echter op de uitkomsten van het meerjarenperspectief 6

7 en het feit dat de inkomsten uit het eigen kapitaal en de algemene reserve voorlopig nog een belangrijk deel uitmaken van de structurele baten kan daarvan gedeeltelijk worden afgeweken in bijzondere gevallen. Dit wordt jaarlijks toegelicht door het college en geëvalueerd door de raad. Naast inzicht in de omvang van het vermogen is ook de ontwikkeling van het vermogen van belang. De omvang en ontwikkeling van het vermogen zegt iets over de financiële positie van de gemeente. Inzicht hierin zal het bestuurlijk afwegingsproces bevorderen. De functie van het weerstandsvermogen Onder het weerstandsvermogen wordt verstaan: de middelen die nodig zijn om niet in financiële problemen te komen indien zich financiële tegenvallers voordoen. Het weerstandsvermogen geeft de indicatie van de minimale vermogensomvang om een gemeente financieel gezond te noemen. Omdat het vreemd vermogen (voorzieningen) geen eigendom is, kan het ook niet worden ingezet ter dekking van financiële problemen. In tegenstelling tot het eigen vermogen behoort het vreemd vermogen daarom niet tot het weerstandsvermogen. 6. De toerekening en verwerking van rente over de reserves en inflatiecorrectie over de voorzieningen Over het vermogen wordt rente berekend. De gemeenteraad bepaalt in principe of en welk deel van de aan eigen reserves toegerekende rente voor directe besteding wordt aangewend dan wel aan de reserves wordt toegevoegd. In het verleden heeft de Raad besloten dat er, op een aantal uitzonderingen na, geen rente wordt bijgeschreven op reserves. De uitzonderingen waar wel rente op de reserve wordt bijgeschreven zijn: - Vrije Algemene Reserve - Vermogens- en beheersreserve armbestuur (via exploitatie) - Bijzondere uitgaven - Reserve uitkeringen personeel (voorheen Vervroegde uittreding) - Egalisatiereserve BCF - Reserve Ghana - Egalisatiereserve beheerstaak wegen Op de reserve Grondfonds wordt rente bijgeschreven over het bedrag dat boven het bedrag van uitkomt. Daarnaast wordt volgens artikel 45 van het BBV (om de voorziening op peil te houden) op de volgende voorzieningen een inflatiecorrectie toegepast. - Groot onderhoud riolering - Groot onderhoud gemeentelijke gebouwen Aan de voorziening Holland Rijnland wordt jaarlijks een bedrag gedoteerd ter grootte van de rente over deze voorziening. Dit om deze voorziening zolang mogelijk toereikend te laten zijn voor de verplichting jegens Holland Rijnland. Het is de wens van de Raad om te kunnen beschikken over reserves zonder dat dit een negatief effect heeft op de exploitatierekening. Dit wordt gerealiseerd door de voordelige saldi van de rekening in de Vrije Algemene Reserve te storten. Negatieve exploitatiesaldi worden uit de Algemene Reserve gehaald. Afhankelijk van het begrotingsresultaat kan in de toekomst een bedrag van de Algemene Reserve worden overgeboekt naar de Vrije Algemene Reserve. Bij het overhevelen van een 7

8 bedrag van van de Algemene Reserve naar de Vrije Algemene Reserve, valt er een rentebate van ruim weg in de exploitatierekening. Door de stijging van de rente wordt de bespaarde rente op reserves en voorzieningen met ingang van 2008 verhoogd van 3,25% naar 4,25%. Door de reserves en voorzieningen te gebruiken als financieringsmiddel wordt rente bespaard die anders betaald had moeten worden voor aan te trekken vreemd vermogen. Omdat niettemin aan alle investeringen rente wordt toegerekend, komt deze bespaarde rente feitelijk beschikbaar, en kan aldus worden toegevoegd aan de reserve zelf of teruggeleid worden naar de begroting om daar te fungeren als dekkingsmiddel. De aan reserves en voorzieningen toegerekende rente maken deel uit van het totaal van de rentekosten. De totale rentekosten van de gemeente bestaan uit: - (bespaarde) rente reserves en voorzieningen - rente langlopende geldleningen - rente kortlopende financieringsmiddelen 7. Het onderscheid tussen reserves en voorzieningen Het onderscheid in eigen en vreemd vermogen (artikel 41 BBV) komt tot uitdrukking in het onderscheid in reserves respectievelijk de voorzieningen. Over het onderscheid is vaak discussie terwijl het onderscheid voor het gebruik van essentieel belang is. Een onjuiste beoordeling kan leiden tot een te hoge positie van eigen of vreemd vermogen hetgeen leidt tot een vertekening van de bestedingsmogelijkheden. Voorzieningen Over voorzieningen wordt in het BBV het volgende gezegd (Artikel. 44): 1. Voorzieningen worden gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; b. op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits " het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. 2. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. 3. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbare omvang. Bij een voorziening gaat het dus om het kwantificeren van verplichtingen en risico s. Vandaar ook dat voorzieningen tot het vreemd vermogen van een gemeente worden gerekend. Logisch gevolg van deze definitie is dat een voorziening de omvang van de betreffende verplichting of het betreffende risico moet hebben. Een kleinere omvang betekent dat niet aan de verplichting kan worden voldaan omdat het risico onvoldoende is afgedekt. Vandaar ook, dat de omvang van voorzieningen regelmatig moet worden getoetst aan de omvang van 8

9 de verplichtingen en risico s. Om dit te kunnen toetsen en beoordelen is het noodzakelijk dat er aan voorzieningen een beheersplan ten grondslag ligt. Is het risico van de verplichtingen en/of verliezen niet kwantificeerbaar, dan kan geen voorziening worden ingesteld. Vermelding in de risicoparagraaf is dan voldoende. Indien het risico wel kwantificeerbaar is kan overgegaan worden tot het instellen van een voorziening. Reserves Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de Programmarekening. (Artikel. 42 BBV). Belangrijk is dat het rekeningresultaat onderdeel uitmaakt van het vermogen. Het vraagstuk van resultaatbepaling en resultaatbestemming is daarmee onderdeel geworden van het vermogensvraagstuk. Een reserve is een (nog) niet besteed deel van de gemeentelijke middelen. ' Artikel 43 van het BBV bepaalt dat reserves worden onderscheiden naar: a. Algemene reserve. b. Bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed hoeven te worden (egalisatiereserve). c. Overige bestemmingsreserves Ad b. Bestemmingsreserve Essentiële kenmerken zijn: een duidelijk herkenbare en afzonderlijk vast te stellen prijs voor een nauwkeurig omschreven product. de kostenontwikkeling van het product kan jaarlijkse schommelingen vertonen. de productie wordt afgenomen door een derde, d.w.z. niet de gemeente zelf. de afzet kan jaarlijkse schommelingen vertonen. Met deze reserve stelt het bestuur zichzelf beperkingen teneinde de effectiviteit van beleid op langere termijn te optimaliseren. Gezien de invloed van de marktwerking op het concrete product wordt door middel van egalisatie gestreefd naar een evenwichtig budgettair beleid alsmede naar een zo effectief mogelijk prijsbeleid. Het besluit tot instellen van deze egalisatiereserve moet expliciet de boven en ondergrens van de reservepositie vaststellen. Ad c. overige bestemmingsreserves Dit zijn reserves waar aan door het bestuur een bepaalde bestemming is gegeven en heeft minimaal de volgende kenmerken: ingesteld bij een voorafgaand expliciet bestuurlijk besluit, een nauwkeurig omschreven bestemming, en een afhankelijk bestaan: is de bestemming bereikt dan houdt de bestemmingsreserve op te bestaan. Het instellen en beheren van reserves en voorzieningen Na het vaststellen van het theoretisch kader is het noodzakelijk het bestaande reserve en voorzieningenbestand onder de loep te nemen. Voor deze toets is het van belang over voldoende (beleidsmatige) achtergrondinformatie van de reserve te beschikken. Om te komen tot een jaarlijkse toets is het ook van belang dat reserves en voorzieningen pas worden ingesteld wanneer deze achtergrondinformatie bekend is en bestuurlijk vastgelegd wordt. Bij de nota van 2005 is vastgesteld dat voor alle nieuwe en bestaande reserves de volgende informatie wordt opgevraagd en bestuurlijk wordt vastgelegd. 9

10 Doel: Er moet een duidelijk omschreven doel, waar de bestedingen uit de reserve voor bestemd zijn, zijn aangegeven. Budgetverantwoordelijke: Er dient aangegeven te zijn wie verantwoordelijk is voor de reserve en/of voorziening. In de meeste gevallen is dit de budgetverantwoordelijke van de betreffende afdeling. De afdeling Middelen heeft ten aanzien van de reserves en voorzieningen een toetsende en coördinerende rol. Zowel de afdeling Middelen als de budgetverantwoordelijke dient in de besluitvorming aangaande een reserve en/of voorziening actief betrokken te worden. Looptijd: De periode dat een reserve in stand gehouden dient te worden moet worden aangegeven, indien dat niet mogelijk is moet duidelijk de reden hiervan worden aangegeven. Indien zich drie jaren achtereen geen mutaties voordoen (behoudens rentetoevoeging) zal de reserve worden opgeheven. Minimale en maximale omvang: Om uitspraken te kunnen doen over de omvang van de reserve dient de minimaal en maximaal benodigde omvang onderbouwd te zijn en te worden vastgelegd. Een reserve die zich onder het minimum niveau bevindt dient aangevuld te worden tot dat niveau. Indien het maximum niveau wordt overschreden wordt het surplus toegevoegd aan de algemene reserve. Jaarlijks zullen bij de behandeling van de Nota Reserves & Voorzieningen de genoemde factoren van iedere reserve tegen het licht worden gehouden. Hiermee wordt voorkomen dat een onnodige claim wordt gelegd op schaarse middelen, of dat onvoldoende vermogen aanwezig is. Evenals de instelling van een reserve dient ook de opheffing van reserves onderhevig te zijn aan bestuurlijke besluitvorming. Hierbij dient de reden aangegeven te worden van opheffen, hetzij het doel is bereikt, hetzij dat het doel niet meer gehaald behoeft te worden. 8. Mutaties op reserves en voorzieningen In het BBV is ten opzichte van de comptabiliteitsvoorschriften een aanscherping opgenomen op welke wijze toevoegingen en onttrekkingen mogen plaatsvinden. Hierbij speelt ook het aspect resultaatbepaling en resultaatbestemming een rol. In dit hoofdstuk wordt daar op ingegaan. Rentetoevoeging Voorzieningen Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan. (artikel 45 van het BBV) Voorzieningen dienen namelijk precies dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen of risico's. Er mag alleen worden toegevoegd als het noodzakelijk niveau moet worden aangepast. Onttrekkingen hebben enkel betrekking op de aanwending voor het doel waarvoor de voorziening is ingesteld. Indien echter een voorziening is gewaardeerd op contante waarde (= actueel prijspeil) en pas na geruime tijd tot uitgaven zal leiden, is een jaarlijkse dotatie noodzakelijk. De voorziening zou anders niet de noodzakelijke omvang hebben op het moment van verschuldigd zijn. Deze dotatie geven we de term inflatiecorrectie mee. 10

11 Reserves Volgens het BBV is het toevoegen van rente aan reserves toegestaan. De gemeente heeft de vrijheid om hier al dan niet voor te kiezen. Toevoegingen van rente aan reserves dienen te verlopen via het resultaat (zie: resultaatbepaling resultaatbestemming) Overige mutaties De verwerking van mutaties (toevoegingen en onttrekkingen) van een reserve wordt opgenomen in de begroting en vormt daarmee een onderwerp voor expliciete bestuurlijke besluitvorming. Tussentijdse mutaties die niet zijn opgenomen in de begroting dienen altijd vooraf te gaan van een begrotingswijziging met bijbehorend raadsvoorstel. Netto methode Tot en met 2004 werden incidenteel de kapitaallasten van grote investeringen ten laste gebracht van een reserve (dit is de netto methode). Hierdoor ontstond in de exploitatie een onjuist beeld over de betreffende lasten van een product in latere jaren. Het risico ontstond dat bij vervanging van deze activa onvoldoende middelen beschikbaar waren om voor daadwerkelijke vervanging zorg te dragen. In het BBV is het verboden om deze, in gemeenteland veelvuldig toegepaste systematiek, nog langer toe te passen (artikel 59). Bruto methode Daarom was het noodzakelijk alle investeringen (behoudens kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde) te activeren en af te schrijven over de economische levensduur (dit is de bruto methode). Wel blijft het mogelijk om van grote niet terugkerende investeringen de jaarlijkse kapitaallasten te ontrekken aan de (daarvoor in het leven geroepen) reserve. Op basis van de inwerkingtreding van het BBV per 1 januari 2004 wordt de netto methode niet meer gehanteerd. Daarnaast dienen reguliere investeringen via de exploitatie te lopen. Resultaatbepaling en resultaatbestemming Ten aanzien van de bepaling en bestemming van het resultaat zijn in het BBV een aantal zaken aangescherpt. Zo schrijven deze voor dat het (nog) inzichtelijker moet worden op welke wijze het resultaat wordt bepaald en bestemming daarvan plaats moet vinden. Voor een zuivere resultaatbepaling is het noodzakelijk dotaties en onttrekkingen ten gunste c.q. ten laste van (bestemming)reserves via de resultaatbestemming te laten plaatsvinden. Dat wil zeggen dat, zowel bij de begroting als bij de rekening, alle baten en lasten worden verantwoord zonder rekening te houden met toevoegingen en onttrekking aan reserves. Bij de bepaling van het saldo worden de mutaties (inclusief rente) in de reserves dus niet meegenomen (= resultaatbepaling). Na de resultaatbepaling zal de bestemming aangeven op welke wijze reserves worden ingezet (=resultaatbestemming). 11

12 12

13 Bijlage 1. Meerjaren beeld ontwikkeling van de reserves en voorzieningen Per reserve of voorziening zal worden aangegeven: 1. Naam, nummer, soort en beschikkingsbevoegdheid 2. De hoogte van de reserve of voorziening per 1 januari Bestemming / doelstelling 4. Gewenste omvang, d.w.z. ondergrens en bovengrens 5. Budgetverantwoordelijke 6. Looptijd 7. Bestemming rentebaten 8. Renteniveau 9. Voeding 10. Eventuele opmerkingen 11. Een cijfermatig overzicht 13

14 Naam : Algemene reserve Nummer : R Soort : Algemene reserve Beschikkingsbevoegdheid : Raad Beschikbaar per 1 januari 2007 : Bestemming / doelstelling : Vormen en in stand houden van een financiële buffer voor het opvangen van financiële tegenvallers. Gewenste omvang : Minimaal Maximaal n.v.t. Budgetverantwoordelijke : Jan Azier Looptijd : Voor onbepaalde tijd Bestemming rentebaten : Over de boekwaarde per 1 januari van ieder jaar wordt de rente berekend. Deze rente wordt niet toegevoegd aan deze reserve doch vormt onder de noemer bespaarde rente een baat voor de exploitatiebegroting. Renteniveau : Vast percentage: 4¼ % Risico : Aanwending betekent dat er een tekort op de exploitatiebegroting ontstaat tot een bedrag gelijk aan de bespaarde rente. Voeding : Voeding vindt vooralsnog niet meer plaats Opmerking : Voor deze reserve is geen maximum vastgesteld. In 1998 is voor de minimale hoogte voor de bufferfunctie gekozen tussen twee varianten. 1) De minimale norm: 2% van de som van de algemene uitkering en de OZB-opbrengst. 2) De maximale norm: 10% van het budget van de exploitatiebegroting van 1998 zijnde Er is besloten de tweede variant te hanteren 14

15 R00001 Algemene Reserve Datum Omschrijving Baten Lasten Rente t.g.v. exploitatiebegroting saldo - jaarrekening rente 3,25 % saldo investeringsreserve opheffing voorziening vervanging ANWB saldo Reserve Schilderwerk diverse gebouwen (via de Algemene Reserve) saldo Voorziening Onderhoud Gemeentehuis (via de Algemene Reserve) Afrekening WIW t/m resultaat 1e marap afroming opleidingsplan Hertogspark Ondersteuning Bor liquidatie muziekschool tijdelijke dekking tekort e budgetrapportage e bestuursrapportage aanvulling grondfonds vloer Mariaschool saldo - jaarrekening rente 3,25 % deel Liquidatie Muziekschool Sporthal West Dotatie Voorziening Groot onderhoud rioleringen restant reserve beleidsnota's (R02004) saldo - jaarrekening 2006, zie bijlage rente 3,25 % restant Liquidatie Muziekschool restant ondersteuning Bor opheffing reserve Welzijnszaken R huisvesting VSO-ZMOK vervanging hoofd zwemzaken de Tweesprong vervanging ANWB borden saldo rente 4,25 %

16 - extra dotatie sporthal Tweesprong overige toevoegingen / onttrekkingen p.m saldo rente 4,25 % extra dotatie Vz Groot Onderhoud Gem.Gebouwen extra dotatie sporthal Tweesprong overige toevoegingen / onttrekkingen p.m saldo rente 4,25 % p.m saldo rente 4,25 % p.m saldo

17 Naam : Vrije algemene reserve Nummer : R Soort : Algemene reserve Beschikkingsbevoegdheid : Raad Beschikbaar per 1 januari 2007 : Bestemming / doelstelling In 2001 is op verzoek van de raad met een deel van het rekeningsaldo 1999 en het voordelig effect dat ontstond door extra afschrijving van de boekwaarde van een aantal investeringen gedaan voor groot onderhoud van wegen, een reserve gevormd waarover door de raad vrijelijk kan worden beschikt. Gewenste omvang : Minimaal niet negatief Maximaal niet van toepassing Budgetverantwoordelijke : Jan Azier Looptijd : Voor onbepaalde tijd Bestemming rente en baten : Over de boekwaarde per 1 januari van ieder jaar wordt de rente berekend. Deze rente wordt toegevoegd aan deze reserve. Renteniveau : Vast percentage: 4¼ % Risico : Bij aanwending geen risico voor de exploitatiebegroting. Voeding : Postitieve rekeningsaldi worden in deze reserve gestort. Opmerking : In de Raad van 10 juli 2006 is besloten het positieve saldo ad van de 1 e bestuursrapportage 2006 toe te voegen aan de vrije algemene reserve van waaruit desgewenst noodzakelijke dotaties naar de SVn kunnen plaatsvinden in het kader van de startersleningen. In de Raad van 24 september 2007 is besloten om de pensioenvoorziening voor zittende wethouders bij het BNG APPA fonds onder te brengen. Dit wordt gedekt uit de Vrije Algemene Reserve. Het betreft een bedrag van ; dit is nog niet in deze nota verwerkt, om aansluiting te behouden met de begroting

18 R00002 Vrije Algemene Reserve Datum Omschrijving Baten Lasten Rente via exploitatiebegroting saldo - jaarrekening rekening saldo nieuw saldo per rente 3,25 % bespaarde rente Beleidsnota Handhaving restant Beleidsnota Woningbouwvereniging 78 - Beleidsnota Oostpolder/kaders Beleidsnota Jeugdbeleid restant Beleidsnota Accommodatiebeleid Beleidsnota Vrijwilligersbeleid restant Beleidsnota Gezondheidsbeleid Beleidsnota Ouderenbeleid Beleidsnota Onderwijsbeleid rekening saldo saldo - jaarrekening rekeningsaldo nieuw saldo per rente 3,25 % restant Beleidsnota Handhaving restant Beleidsnota Oostpolder/kaders restant Beleidsnota Vrijwilligersbeleid resultaat 1e marap resultaat 2e marap noodzakelijke dotaties SVn (startersleningen) p.m. - Revitalisering bedrijventerrein De Lasso saldo reserve Aandelen Nuon bestemming rekeningresultaat afboeken R02027 Ghana tot max.bedrag bespaarde rente saldo - jaarrekening 2006, zie bijlage rekeningsaldo nieuw saldo per rente 3,25 % bestemming rekeningresultaat saldo 1e marap bespaarde rente

19 saldo rente 4,25 % bespaarde rente saldo rente 4,25 % overige toevoegingen / onttrekkingen p.m. - bespaarde rente saldo rente 4,25 % overige toevoegingen / onttrekkingen p.m. - bespaarde rente saldo rente 4,25 % overige toevoegingen / onttrekkingen p.m. - bespaarde rente saldo

20 Naam : Grondfonds (voorheen Winst op grondverkopen) Nummer : R Soort : Bestemmingsreserve Beschikkingsbevoegdheid : Raad Beschikbaar per 1 januari 2007 : Bestemming / doelstelling Door middel van deze reserve wordt een bedrag geblokkeerd voor de dekking van nadelige saldi voortvloeiend uit de diverse grondexploitaties. Gewenste omvang : Minimaal Deze reserve moet minimaal ,- bedragen (ƒ ). Maximaal niet van toepassing Budgetverantwoordelijke : Lia Onderwater Looptijd : Voor onbepaalde tijd Bestemming rente en baten : Over de boekwaarde per 1 januari van ieder jaar wordt de rente berekend. Deze rente wordt tot een bedrag van niet toegevoegd aan deze reserve doch vormt onder de noemer bespaarde rente een baat voor de exploitatiebegroting. De rente boven het bedrag van wordt toegevoegd aan de reserve. Renteniveau : Vast percentage: 4¼ % Risico : Aanwending onder de stand van ,- betekent dat er een tekort op de exploitatiebegroting ontstaat tot een bedrag gelijk aan de bespaarde rente. Voeding / onttrekking : Voor- en nadelige saldi uit de diverse grondexploitaties. Opmerking : Besloten is om alle voor- en nadelige effecten in het kader van de grondexploitaties aan deze reserve toe te voegen c.q. te onttrekken. In 2007 is besloten de positieve saldi van de exploitaties van de Kaag en van de Meerkreuk aan te wenden voor de voorziening Holland Rijnland (R05014). Het positieve saldo van de exploitatie Rijpwetering ZW en een deel van het positieve saldo van de exploitatie Nieuwe Wetering worden respectievelijk in 2008 en 2009 toegevoegd aan de voorziening Holland Rijnland. 20

21 R02003 Grondfonds (voorheen winst op grondverkopen) Datum Omschrijving Baten Lasten Rente ged. t.g.v. exploitatiebegroting saldo - jaarrekening rente 3,25 % verspreide gronden 92 - toename boekwaarde Getru aanvulling tot minimumbedrag saldo - jaarrekening rente 3,25 % storting iz Veenderveld saldo verspreide percelen saldo - jaarrekening 2006, zie bijlage rente 3,25 % saldo rente 4,25 % bespaarde rente (boven ) saldo rente 4,25 % bespaarde rente (boven ) Nieuwe Wetering saldo rente 4,25 % bespaarde rente (boven ) saldo rente 4,25 % bespaarde rente (boven ) saldo

22 Naam : Beheersreserve voormalig armbestuur Nummer : R Soort : Bestemmingsreserve Beschikkingsbevoegdheid : Raad Beschikbaar per 1 januari 2007 : Bestemming / doelstelling Inzake de vermogensreserve (R.02007) van het voormalig armbestuur is destijds afgesproken dat dit vermogen in een afzonderlijke in het leven te roepen reserve zou worden beheerd en de netto revenuen uit die reserve bij afzonderlijk te nemen raadsbesluit aan te wenden voor extra uitgaven ten behoeve van algemeen sociale, maatschappelijke en culturele doeleinden in Alkemade West en op Kaag. De bespaarde rente op de beheers- en vermogensreserve worden gesaldeerd met de volgende bedragen en toegevoegd in of onttrokken uit deze reserve: - Aflossing lening Bisdom - Rente grootboekinschrijvingen van Ministerie van Financiën - Fictieve rente op de lening Maria-/Jozefschool - Fictieve rente op de renteloze lening dorpshuis Rijpwetering Gewenste omvang : Minimaal niet negatief Maximaal niet van toepassing. Budgetverantwoordelijke : Jacqueline Smulders Looptijd : Voor onbepaalde tijd Bestemming rente en baten : Over de boekwaarde per 1 januari van ieder jaar wordt de rente berekend. Deze rente wordt toegevoegd aan de beheersreserve armbestuur. Renteniveau : Vast percentage: 4¼ % Risico : Bij aanwending geen risico voor de exploitatiebegroting. Voeding : Niet meer van toepassing. Opmerking : Geen. 22

23 R02006 Beheersreserve voormalig armbestuur Datum Omschrijving Baten Lasten Rente via exploitatiebegroting saldo - jaarrekening rente 3,25 % bespaarde rente beheersreserve bespaarde rente vermogensreserve aflossing lening restauratie OLVG rente grootboekinschrijving fictieve rente lening Maria-/Jozefschool fictieve rente lening dorpshuis Rijpwetering Raad 28juni05: beeld kaasmeisje te Oud Ade saldo - jaarrekening rente 3,25 % bespaarde rente beheersreserve bespaarde rente vermogensreserve aflossing lening restauratie OLVG rente grootboekinschrijving fictieve rente lening Maria-/Jozefschool fictieve rente lening dorpshuis Rijpwetering bijdrage sporthal, Raad 11sept saldo - jaarrekening 2006, zie bijlage rente 3,25 % bespaarde rente beheersreserve bespaarde rente vermogensreserve aflossing lening restauratie OLVG rente grootboekinschrijving fictieve rente lening Maria-/Jozefschool 80 - fictieve rente lening dorpshuis Rijpwetering bijdrage aula begraafplaats Kaag subsidie dorpshuis Rijpwetering saldo rente 4,25 % bespaarde rente beheersreserve bespaarde rente vermogensreserve aflossing lening restauratie OLVG rente grootboekinschrijving fictieve rente lening Maria-/Jozefschool

24 - fictieve rente lening dorpshuis Rijpwetering saldo rente 4,25 % bespaarde rente beheersreserve bespaarde rente vermogensreserve aflossing lening restauratie OLVG rente grootboekinschrijving fictieve rente lening Maria-/Jozefschool 99 - fictieve rente lening dorpshuis Rijpwetering saldo rente 4,25 % bespaarde rente beheersreserve bespaarde rente vermogensreserve aflossing lening restauratie OLVG rente grootboekinschrijving fictieve rente lening Maria-/Jozefschool 88 - fictieve rente lening dorpshuis Rijpwetering saldo rente 4,25 % bespaarde rente beheersreserve bespaarde rente vermogensreserve aflossing lening restauratie OLVG rente grootboekinschrijving fictieve rente lening Maria-/Jozefschool 77 - fictieve rente lening dorpshuis Rijpwetering saldo

25 25

26 Naam : Vermogensreserve voormalig armbestuur Nummer : R Soort : Bestemmingsreserve Beschikkingsbevoegdheid : Raad Beschikbaar per 1 januari 2007 : Bestemming / doelstelling In 1966 is door het toenmalig Algemeen Burgerlijk Armbestuur Van de Vrije en Lage Boekhorst haar vermogen (mede door inwerkingtreding van de algemene bijstandswet) overgedragen aan de gemeente. Gewenste omvang : Minimaal niet negatief Maximaal Vastgelegd legaat. Budgetverantwoordelijke : Jacqueline Smulders Looptijd : Voor onbepaalde tijd Bestemming rente en baten : Over de boekwaarde per 1 januari van ieder jaar wordt de rente berekend. Deze rente wordt toegevoegd aan de Beheersreserve (R.02006). Renteniveau : Vast percentage: 4¼ % Risico : Bij aanwending geen risico voor de exploitatiebegroting. Voeding : Voeding vindt niet meer plaats. Opmerking : Geen. 26

27 R02007 Vermogensreserve voormalig armbestuur Datum Omschrijving Baten Lasten Rente t.g.v. beheersres. armbestuur saldo - jaarrekening rente 3,25 % saldo - jaarrekening rente 3,25 % saldo - jaarrekening 2006, zie bijlage rente 3,25 % saldo rente 4,25 % saldo rente 4,25 % saldo rente 4,25 % saldo rente 4,25 % saldo

28 Naam : Recreatie en toerisme Nummer : R Soort : Bestemmingsreserve Beschikkingsbevoegdheid : Raad Beschikbaar per 1 januari 2007 : 0 Bestemming / doelstelling Ooit is er de intentie geweest om te komen tot een Plassenschap Zuid-Holland. Op de begroting werd hiervoor de benodigde financiële ruimte opgenomen. Later is deze ruimte omgezet in een reserve met een vaste jaarlijkse toevoeging. Gewenste omvang : Minimaal niet negatief Maximaal niet van toepassing Budgetverantwoordelijke : Jan Oerlemans Looptijd : Voor onbepaalde tijd Bestemming rente en baten : Over de boekwaarde per 1 januari van ieder jaar wordt de rente berekend. Deze rente wordt niet toegevoegd aan deze reserve doch vormt onder de noemer bespaarde rente een baat voor de exploitatiebegroting. Renteniveau : Vast percentage: 4¼ % Risico : Aanwending betekent dat er een tekort op de exploitatiebegroting ontstaat tot een bedrag gelijk aan de bespaarde rente. Voeding / onttrekking : Voeding vindt plaats door het voordelige resultaat tussen het in de begroting opgenomen bedrag en de werkelijke lasten in enig jaar toe te voegen aan de reserve. Opmerking : Besteding van deze reserve dient plaats te vinden door een door de raad vast te stellen prioriteitenschema. 28

29 R02008 Recreatie en toerisme Datum Omschrijving Baten Lasten Rente t.g.v. exploitatiebegroting saldo - jaarrekening rente 3,25 % recreatieve objecten storting Recreatie en Toerisme saldo - jaarrekening rente 3,25 % onttrekking tbv voorziening Api Ade (R05011) storting Recreatie en Toerisme saldo - jaarrekening 2006, zie bijlage 0 rente 3,25 % 0 - storting Recreatie en Toerisme saldo rente 4,25 % 43 - storting Recreatie en Toerisme p.m saldo rente 4,25 % 43 - storting Recreatie en Toerisme p.m saldo rente 4,25 % 43 - storting Recreatie en Toerisme p.m saldo rente 4,25 % 43 - storting Recreatie en Toerisme p.m saldo

30 Naam : Welzijnszaken Nummer : R Soort : Bestemmingsreserve Beschikkingsbevoegdheid : Raad Beschikbaar per 1 januari 2007 : Bestemming / doelstelling : Bij de nota in 1998 werd ter beperking van het aantal reserves de reserve welzijnszaken gevormd. Uit deze reserve kunnen bedragen onttrokken worden voor incidentele uitgaven. Daarnaast kan deze reserve als egalisatiereserve dienen voor tussentijdse aanvragen in het kader van het leerlingenvervoer. Gewenste omvang : Minimaal niet negatief Maximaal niet van toepassing Budgetverantwoordelijke : Jacqueline Smulders Looptijd : Voor onbepaalde tijd Bestemming rente en baten : Over de boekwaarde per 1 januari van ieder jaar wordt de rente berekend. Deze rente wordt niet toegevoegd aan deze reserve doch vormt onder de noemer bespaarde rente een baat voor de exploitatiebegroting. Renteniveau : Vast percentage: 4¼ % Risico : Aanwending betekent dat er een tekort op de exploitatiebegroting ontstaat tot een bedrag gelijk aan de bespaarde rente. Voeding / onttrekking : Voeding vond plaats door een jaarlijkse bijdrage vanuit het budget leerlingenvervoer ( 8.168) en vanuit het budget voor kinderopvang ( 8.713). Besloten was om jaarlijks ten gunste van de exploitatie van het dienstencentrum een bedrag aan deze reserve te onttrekken ( ). Bij de vaststelling van de begroting voor 2005 is bepaald dat de uitvoeringskosten verbonden aan de Cultuurnota voor 2005 en 2006 aan deze reserve moeten worden onttrokken (2 x ). Opmerking : In 2007 wordt deze reserve opgeheven. Het restantsaldo wordt toegevoegd aan de Algemene Reserve. 30

31 R02009 Welzijnszaken Datum Omschrijving Baten Lasten Rente t.g.v. exploitatiebegroting saldo - jaarrekening rente 3,25 % exploitatiebijdrage leerlingenvervoer bijdrage kinderopvang aanwending tbv exploitatie dienstencentrum kunstmenu onderwijsnota cultuurnota (P540.00) saldo - jaarrekening rente 3,25 % sporthal (P530) cultuurnota (P540.00) saldo - jaarrekening 2006, zie bijlage rente 3,25 % opheffing reserve naar Algemene Reserve saldo 0 31

32 Naam : Beloningsdifferentiatie Nummer : R Soort : Bestemmingsreserve Beschikkingsbevoegdheid : Raad Beschikbaar per 1 januari 2007 : Bestemming / doelstelling Sinds 1991 worden er jaarlijks gelden op de exploitatiebegroting opgenomen om uitvoering te geven aan het fenomeen beloningsdifferentiatie. Besloten is destijds om de eventueel per jaar overblijvende gelden te storten in een fonds waarmede eventuele tekorten in andere jaren kunnen worden opgevangen. Gewenste omvang : Minimaal niet negatief Maximaal niet van toepassing Budgetverantwoordelijke : Henk Vink Looptijd : Voor onbepaalde tijd Bestemming rente en baten : Over de boekwaarde per 1 januari van ieder jaar wordt de rente berekend. Deze rente wordt niet toegevoegd aan deze reserve doch vormt onder de noemer bespaarde rente een baat voor de exploitatiebegroting. Renteniveau : Vast percentage: 4¼ % Risico : Aanwending betekent dat er een tekort op de exploitatiebegroting ontstaat tot een bedrag gelijk aan de bespaarde rente. Voeding : Voeding vindt in principe plaats door toevoeging van het voordelige resultaat tussen het in de begroting opgenomen bedrag en de werkelijke lasten in enig jaar. Opmerking : Besluiten genomen na 1 januari 2005 komen in eerste instantie ten laste van het afdelingsbudget en eerst in tweede instantie ten laste van de reserve. 32

33 R02011 Beloningsdifferentiatie Datum Omschrijving Baten Lasten Rente t.g.v. exploitatiebegroting saldo - jaarrekening rente 3,25 % e budgetrapportage saldo - jaarrekening rente 3,25 % ivm resultaat rekening /2 % van de loonsom aanwending tbv kostenplaats PZ saldo - jaarrekening 2006, zie bijlage rente 3,25 % /2 % van de loonsom aanwending tbv kostenplaats PZ saldo rente 4,25 % /2 % van de loonsom aanwending tbv kostenplaats PZ saldo rente 4,25 % /2 % van de loonsom aanwending tbv kostenplaats PZ saldo rente 4,25 % /2 % van de loonsom aanwending tbv kostenplaats PZ saldo rente 4,25 % /2 % van de loonsom aanwending tbv kostenplaats PZ saldo

34 Naam : Bijzondere uitgaven Nummer : R Soort : Bestemmingsreserve Beschikkingsbevoegdheid : Burgemeester en wethouders Beschikbaar per 1 januari 2007 : Bestemming / doelstelling In 1993 is besloten om de eventueel door collegeleden ontvangen presentiegelden voor bestuurlijke werkzaamheden elders voortvloeiend uit de gemeentelijke functie te storten in een reserve. Gewenste omvang : Minimaal niet negatief Maximaal niet van toepassing Budgetverantwoordelijke : Burgemeester & Wethouders Looptijd : Totdat de reserve leeg is Bestemming rente en baten : Over de boekwaarde per 1 januari van ieder jaar wordt de rente berekend. Deze rente wordt toegevoegd aan deze reserve. Renteniveau : Vast percentage: 4¼ % Risico : Bij aanwending geen risico voor de exploitatiebegroting. Voeding : Doordat er geen presentiegelden meer worden ontvangen, vindt er geen voeding meer plaats. Opmerking Afgesproken is dat het college over deze reserve mag beschikken en dat over de besteding verantwoording wordt afgelegd via de jaarrekening. 34

35 R02012 Bijzondere Uitgaven Datum Omschrijving Baten Lasten Rente via exploitatiebegroting saldo - jaarrekening saldo toevoegen aan Inveseteringsreserve overboeking vanuit Egalisatiereserve BCF rente 3,25 % bespaarde rente kosten ivm Ghana saldo - jaarrekening rente 3,25 % kosten ivm Ghana bespaarde rente saldo - jaarrekening 2006, zie bijlage rente 3,25 % bespaarde rente saldo rente 4,25 % bespaarde rente saldo rente 4,25 % bespaarde rente saldo rente 4,25 % bespaarde rente saldo rente 4,25 % bespaarde rente saldo

36 Naam : Schuldsanering Alkeburcht Nummer : R Soort : Bestemmingsreserve Beschikkingsbevoegdheid : Raad Beschikbaar per 1 januari 2007 : Bestemming / doelstelling : In 1990 werd door de raad besloten om aan de stichting dorpshuis De Alkeburcht ten behoeve van de schuldsanering van het dorpshuis een renteloze lening te verstrekken van Een en ander onder gelijktijdige overname door de gemeente van de op dat moment nog voor het dorpshuis bij derden lopende geldleningen. Per 1 januari 1990 is gestart met de schuldsanering door het van gemeentewege betalen van de rente en aflossing op deze leningen. Afgezet tegen de looptijd en de hoogte van deze leningen is in 1990 gelijktijdig een reserve gevormd die uiteindelijk moet dienen als dekking. De hoogte van deze reserve is gelijk aan de hypotheekschuld bij de Rabobank. Hiervoor heeft in 2006 een correctie plaatsgevonden. Gewenste omvang : Minimaal niet negatief Maximaal Budgetverantwoordelijke : Jacqueline Smulders Looptijd : Totdat de hypotheek is afgelost Bestemming rente en baten : Over de boekwaarde per 1 januari van ieder jaar wordt de rente berekend. Deze rente wordt niet toegevoegd aan deze reserve doch vormt onder de noemer bespaarde rente een baat voor de exploitatiebegroting. Renteniveau : Vast percentage: 4¼ % Risico : Aanwending betekent dat er een tekort op de exploitatiebegroting ontstaat tot een bedrag gelijk aan de bespaarde rente. Voeding : Er vindt geen voeding plaats. Hoogte van de reserve is destijds eenmalig vastgesteld. Opmerking : Geen. 36