Bijlagen bij. Zorgprogramma diabetes mellitus 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlagen bij. Zorgprogramma diabetes mellitus 2"

Transcriptie

1 Bijlagen bij Zorgprogramma diabetes mellitus 2

2 12.1 Landelijke Transmurale Afspraak Diabetes mellitus type 2 (Het volledige document met de tabel is goed via bovenstaande link in te zien. Door de samenstelling niet goed digitaal toe te voegen als complete tekst.) Kernpunten Deze LTA geeft aanbevelingen voor diagnostiek, behandeling en het beleid bij patiënten met diabetes mellitus type 2 met speciale aandacht voor consultatie/ verwijzen en terugverwijzen. Op basis van deze LTA kunnen huisartsen en internisten in regionaal verband werkafspraken maken. Uitgangspunt is dat de huisarts eindverantwoordelijk is voor patiënten zonder en de internist voor patiënten met complexe diabeteszorg. Consultatie van of verwijzing naar de tweede lijn is aangewezen bij: twijfel over de diagnose, problemen bij de glycemische instelling, problemen bij de behandeling van risicofactoren, het binnen de eerste lijn onvoldoende onder controle krijgen van de gevolgen van complicaties en zwangerschap(swens). Terugverwijzing naar de eerste lijn is aangewezen indien: de vraag van de huisarts is beantwoord, de gevraagde diagnostiek is afgerond, de individuele streefwaarden van de patiënt voor zover mogelijk zijn bereikt en de comorbiditeit optimaal is behandeld. Inleiding De Landelijke Transmurale Afspraak(LTA) Diabetes mellitus type 2 is opgesteld door een werkgroep van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de Nederlandse Internisten Vereniging(NIV). De LTA geeft aanbevelingen voorde samenwerking tussen de huisartsen en de internisten bij de zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2 en houdt daarbij rekening met een verschil in expertise en patiëntenpopulatie tussen huisartsen en internisten. De LTA gaat in op de raakvlakken van eerste- en tweedelijnszorg en geeft aanbevelingen om op het juiste tijdstip huisartsgeneeskundige of specialistische zorg te bieden, waarbij voor de patiënten de continuïteit in het beleid herkenbaar is. De LTA beschrijft globale aanbevelingen; geadviseerd wordt deze regionaal(door huisartsen en internisten) nader in te vullen en hierover werkafspraken te maken. De LTA is gebaseerd op wetenschappelijke gegevens en consensus afspraken. Bij de bespreking van de wetenschappelijke literatuur en de gemaakte keuzes is de werkgroep uitgegaan van de NHG- Standaard Diabetes mellitus type 2,1 het NHG- Standpunt Diagnostiek en behandeling van familiaire hypercholesterolemie,2 de LTA Chronische nierschade,3 de NIV- richtlijnen, Acute ontregeling diabetes mellitus,4 Diabetische nefropathie,5 Diabetes en zwangerschap6 en Diabetische voet,7 de multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair risicomanagement (CVRM)8 en de NDF- Zorgstandaard Transparantie en kwaliteit van diabeteszorg voormensen met diabetes type 2.9 Idealiter is een LTA gebaseerd oprichtlijnen van beide beroepsverenigingen. Vooralsnog zijn er vanuit de NIV alleen richtlijnen op deelgebieden beschikbaar. Dit betekent dat beschreven beleid van de internisten niet altijd opeen breed gedragen richtlijn gebaseerd is, maar soms voortkomt uit consensus binnen de werkgroep. Het overgrote deel van de zorg voorpatiënten met diabetes mellitus type 2 vindt plaats in de huisartsenpraktijk. Het betreft patiënten bij wie de diagnose recent is gesteld en patiënten bij wie met een adequate behandeling volgens de richtlijnen de individueel vastgestelde streefwaarden bereikt kunnen worden, voor zover dit tot de mogelijkheden en wensen behoort. Een groot deel van de huisartsen levert diabeteszorg binnen de kaders van een zorggroep.

3 De tweede lijn zal zich qua zorg beperken tot patiënten die ondanks goede diabeteszorg de individueel vastgestelde streefwaarden niet bereiken en waarbij het de wens van de zorgvrager en/of zorgverlener is dat verdere actie wordt ondernomen, en tot patiënten met een meer complexe zorgvraag. Afweging door de huisarts en de internist Het persoonlijk inzicht van de huisarts en de internist is bij alle richtlijnen een belangrijk aspect. Afweging van relevante factoren in de concrete situatie zal beredeneerd afwijken van de in deze LTA opgenomen aanbevelingen kunnen rechtvaardigen. De kwaliteit van de diabeteszorg wordt sterk bepaald door de aandacht, kennis, attitude van de behandelend arts (huisarts of internist), de overige leden van het diabetesteam en de organisatie van zorg. Van belang is dat de organisatie van de (na)zorg en afstemming tussen de eerste en tweede lijn (zoals verwijs -en terugverwijsbeleid) goed geregeld is. Dit is vooral van belang omdat er een verschuiving van taken en verantwoordelijkheden van de tweede naar de eerste lijn plaatsvindt, waardoor de taken van de huisarts en de internist veranderen. Deze LTA geeft aan in welke situaties de huisarts bijvoorbeeld met consultatie van een internist kan volstaan, wat de voorwaarden hierbij zijn en wanneer verwijzing aangewezen is. De LTA geeft verder aan op welke punten er regionaal samenwerkingsafspraken gemaakt kunnen worden. Daar waarhuisartsen lid zijn van een zorggroep dienen de samenwerkingsafsprakenuitgewerkt te worden op het niveau van de zorggroep. ACHTERGRONDEN Begrippen Huisarts. Als in de LTA wordt gesproken van de huisarts wordt de huisartsenvoorziening bedoeld: deze bestaat,naast de huisarts, uit een diabetes-/praktijkverpleegkundige of praktijkondersteuner huisarts (POH), praktijk assistente en voor hulp buiten kantoortijd de huisartsenpost. Internist. Als in de LTA wordt gesproken van de internist wordt de internistenvoorziening bedoeld: dat is een (diabetes)team ten minste bestaande uit een of meerdere internisten, diabetesverpleegkundigen en diëtisten. Het voetenteam maakt onderdeel uit van dit diabetesteam. Voetenteam. In de meeste regio s is er een voetenteam. Dit team bestaat ten minste uit een internist met belangstelling voor diabetes, gipsverbandmeester, diabetesverpleegkundige en een podotherapeut. De schoenvoorziening dient te verlopen via een revalidatiearts of orthopedisch chirurg en orthopedisch schoenmaker. Zorggroep. De meeste huisartsen nemen deel aan een zorggroep. De diabeteszorg binnen de zorggroep wordt geleverd door verschillende disciplines die structureel samenwerken met de deelnemende huisartsenpraktijken. Dit gebeurt op basis van een zorgprogramma dat door de zorggroep multidisciplinair op basis van vigerende richtlijnen wordt vastgesteld, toegepast op de lokale situatie. De betrokken disciplines zijn tenminste: de (kader)huisarts, diabetes/praktijkverpleegkundige en praktijkondersteuner huisarts (POH). Afhankelijk van de regio kunnen er andere disciplines aan de zorggroep deelnemen.

4 Niet-complexe diabeteszorg. Niet-complexe diabeteszorg is zorg aan patiënten die de individuele streefwaarden hebben bereikt of naar verwachting binnen de eerste lijn zullen kunnen bereiken, en zorg aan patiënten met complicaties die minder complexe behandelingen nodig hebben. Complexe diabeteszorg. Complexe diabeteszorg is zorg aan patiënten die de individuele streefwaarden niet hebben bereikt (en waarvan op valide grondenmeerwaarde wordt verwacht van verwijzing naar de tweede lijn), en zorg aan patiënten die complexere behandeling nodig hebben (zoals bij problemen met de behandeling van complicaties en therapieresistente cardiovasculaire risicofactoren). Epidemiologie Diabetes mellitus type 2 is een veelvoorkomende aandoening met ingrijpende gevolgen voor de patiënt en zijn omgeving. In januari 2007 waren er mensen met gediagnosticeerde diabetes(type 1 en type 2 samen). Van deze groepgediagnosticeerde mensen met diabetes heeft ongeveer 90% diabetes mellitus type 2 Een belangrijke meerwaarde van diabeteszorg als onderdeel van de huisartsenzorg ten opzichte van buiten de huisartsenpraktijk georganiseerde zorgvoor diabetespatiënten is dat patiënten in de huisartsenzorg generalistisch,persoonsgericht en met waarborging van de continuïteit worden benaderd. Hierbij wordt rekening gehouden met het totale functioneren van de patiënten eventuele andere klachten en aandoeningen. Immers: 50% van de patiënten met diabetes mellitus type 2 heeft comorbiditeit. De generalistische persoonsgerichte aanpak is een belangrijke voorwaarde voor doelmatige zorg. Inhoudelijk worden alle patiënten behandeld en begeleid volgens de NHG- Standaard Diabetes mellitus type 2. Een individueel behandelplan wordt opgesteld, waarbij de zorgvraag van de patiënt centraal staat. Waar nodig wordt samengewerkt met andere zorgverleners binnen de eerste lijn (onder andere diëtist, kaderhuisarts diabetes en diabetesverpleegkundige). Voor huisartsen die deelnemen aan een zorggroep is voor consultatie vaak een kaderhuisarts diabetes en een diabetesverpleegkundige beschikbaar. Deze kaderhuisarts diabetes is extra geschoold op dit gebieden is goed op de hoogte van de mogelijkheden van begeleiding/behandeling inde tweede lijn bij complexe zorgvragen(zie ook Aandachtspunten voor bespreking in de regio). Indien nodig wordt de tweede lijn geconsulteerd of wordt verwezen naar de tweede lijn. Internisten en diabeteszorg De behandeling door de internist (diabetesteam)van patiënten met diabetestype 2 is eveneens multidisciplinair. Het diabetesteam in de tweede lijn is verantwoordelijk voor de coördinatie van zorg ten aanzien van de diabetische voet(het voetenteam). De internist kan de zorg voor patiënten met diabetes type 2 van de huisarts overnemen op de volgende deelgebieden: diagnostiek, glycemische instelling, cardiovasculaire risicofactoren,complicaties en zwangerschap(swens). De internist kan aanvullende diagnostiek inzetten bij twijfel over de diagnose dan wel de aanpak van de diabetes. De internist neemt de zorg van de huisarts over wanneer de glycemische instelling ontregeld is. Dit kan acuut zijn bijvoorbeeld bij patiënten met het hyperosmolair hyperglycemisch coma, ketoacidose en ernstige hypoglykemie.

5 Bij moeilijk te reguleren diabetes mellitus type 2 (bijvoorbeeld door medicatie die niet verdragen wordt, technische fouten bij de toediening van medicatie,of inadequaat zelfmanagement) kan de internist onderzoek doen naar en behandelvoorstellen doen voor onder andere maagmotiliteits stoornissen, hypoglycemia unawareness, motivatieproblematiek, morbide obesitas, eetstoornissen en psychiatrische problemen. Daarnaast begeleidt de internistpatiënten met diabetes mellitus type 2bij opname in het ziekenhuis, wanneer er een gerede kans op ontregeling van de diabetes bestaat, zoals bij ernstige infecties, veranderingen van eetpatroon en medicatie of ingrepen die tot ontregeling kunnen leiden. Patiënten komen in beeld bij de internist indien er sprake is van risicofactoren die behandeld moeten worden zoals therapieresistente hypertensie, therapieresistente dislipidemie, en ernstige obesitas. De internist krijgt verder patiënten met diabetes mellitus type2 in zorg indien er complicaties optreden zoals chronische nierschade, een diabetisch voetulcus en (of) autonome neuropathie. Net als bij diabetes type 1geldt dat de uitkomst van de zwangerschap alleen optimaal kan zijn wanneer de consequenties van de diabetes ruim van tevoren met de aanstaande moeder en partner zijn doorgesproken. De diabetespatiënt moet tijdens de zwangerschap intensief begeleid worden door een diabetesteam samen met de gynaecoloog. Patiënt en diabeteszorg (patiëntenperspectief) Patiënten met diabetes mellitus type 2voeren hun behandeling voor het grootste deel zelf uit. Het doel van de patiënt is een zo normaal mogelijk leven te leiden, zowel kwalitatief als kwantitatief. De uiteindelijke uitkomsten van diabeteszorg worden voornamelijk bepaald door de dagelijkse beslissingen en handelingen van de patiënt met diabetes. Om de behandeling goed te kunnen uitvoeren hebben patiënten en hunpartners informatie en steun nodig van hun zorgverleners. De patiënt dient van de verschillende behandelaars eenduidige informatie te krijgen over de ziekte, het beloop en de behandel mogelijkheden. In de relatie patiënt- zorgverlener zijn beiden gelijke partners met een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een goed geïnformeerde patiënt kan samen met zijn zorgverlener een behandelplan opstellen en gezamenlijk doelenstellen voor gezondheidsverbetering. Huisarts en internist dienen het de patiënt mogelijk te maken zelf beslissingen te nemen over doelen, prioriteringen uitvoering van zijn behandeling. Op deze manier kan zorg op maat geboden worden. Patiënten verschillen in de mate waarin zij betrokken willen zijn in het nemen van beslissingen betreffende hun behandeling. De patiënt doet datgene wat hij aankan en waarbij hij zich veilig voelt. Bij de ondersteuning van zelfmanagement wordt idealiter gebruikgemaakt van een individueel zorgplan met persoonlijke behandeldoelen en actieplannen. Een patiëntenportaal in het elektronisch dossier van zijn zorgverleners kan voor de patiënt behulpzaam zijn bij het verkrijgen van informatie over het beloop en behandeling van zijn ziekte en bij de communicatie met zijn zorgverlener. De patiënt besluit in overleg met zijn zorgverlener of verwijzing naar de tweede lijn of terugverwijzing naar de eerste lijn aangewezen is. Randvoorwaarden diabeteszorg Voor alle professionals die diabeteszorg verlenen, gelden eisen wat betreft de vakbekwaamheid, mede bijgehouden door bij- en nascholing. Voor een ieder moet duidelijk zijn tot welk niveau hij de zorg kan leveren en op welk moment hij of zij moet doorverwijzen naar een collega/andere discipline. Taken in de diabeteszorg kunnen geheel of deels worden verricht door een arts en daarnaast deels worden verricht door

6 een diabetesverpleegkundige, een praktijk verpleegkundige of een praktijkondersteuner huisarts. Insulinetherapie kan in de eerste lijnverantwoord worden toegepast, mits de hulpverleners specifiek deskundig zijn, ruime ervaring hebben en goede afspraken maken over taakverdeling en samenwerking. Hierbij moet de continuïteit en24-uurs bereikbaarheid van zorgverleners gegarandeerd zijn. Voor de behandeling met intensieve insulinetherapie in combinatie met zelfregulatie dient een behandelteam aanwezig te zijn dat, naast de hierin geschoolde huisarts, bestaat uiteen eveneens hierin geschoolde diabetes/praktijkverpleegkundige of praktijkondersteuner huisarts en een diëtist. Binnen dit team zijn een behandelprotocol, samenwerkingsafspraken en regelmatig overleg noodzakelijk (zie ook Aandachtspunten voor bespreking in de regio). Ook bij intensieve insulinetherapie zal een 24-uurs bereikbaarheid van adequaat getrainde eerstelijns zorgverleners gegarandeerd moeten zijn. Voor de complexere zorg geldt dat de huisarts deze kan leveren indien hij specifiek deskundig is, ruime ervaring met complexe zorg heeft en weet op welk moment hij moet doorverwijzen. Verantwoordelijkheid in de zorg voor diabetespatiënten Bij een verwijzing of opname wordt de internist (mede)verantwoordelijk voor de diabeteszorg voor de patiënt. De huisarts blijft verantwoordelijk voor de niet met diabetes type 2 samenhangende comorbiditeit. De internist en de huisarts hebben beiden hun eigen juridische verantwoordelijkheid voor de patiënt. Bij consultatie door de huisarts van de internist blijft de huisarts verantwoordelijk voor de diabeteszorg. Hierbij ontstaan er juridisch gezien wel tweebehandelovereenkomsten voor de patiënt: een behandelovereenkomst met de huisarts en een met de internist. Daarom is het belangrijk dat de huisarts adequate informatie levert bij de consultatie en de internist zich ervan verzekert dat hij voldoende informatieheeft om een goed advies te kunnen geven (zie ook Samenwerken, verwijzen en terugverwijzen). Bij opname in het ziekenhuis om een andere reden dan diabetes kan de internist zo nodig in consult geroepen worden om patiënten met diabetes mellitus type 2 te begeleiden. Hierbij is de internist (mede)verantwoordelijk voor de diabeteszorg, als consulent of medebehandelaar (zie ook Samenwerken, verwijzen en terugverwijzen, paragraaf terugverwijzing). Bij terugverwijzing door de internistnaar de huisarts vervalt de verantwoordelijkheid van de internist. Bij terugverwijzing is het mogelijk dat de internistspecifieke adviezen geeft voor het vervolgbeleid; de huisarts is verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van deze adviezen. Diagnostiek De huisarts en diagnostiek De huisarts bepaalt het glucosegehalte bij patiënten met klachten die kunnen wijzen op diabetes mellitus type 2.Daarnaast adviseert de NHG- Standaard bij patiënten met een verhoogd risico op het krijgen van diabetes mellitus type 2een maal per 3 jaar het glucosegehalte te bepalen. Vrouwen die zwangerschapsdiabetes doormaakten, worden jaarlijks opgeroepen voor een nuchtere glucosebepaling gedurende 5 jaar (daarna om de 3jaar). Staat de diagnose diabetes mellitus vast, dan volgt aanvullend onderzoek:het gewicht en de bloeddruk worden bepaald, onderzoek naar de aanwezigheid van complicaties van de diabetes vindt plaats en er vindt onderzoek van bloed(egfr, creatinineklaring, cholesterol) en urine (albumine) plaats. Tevens maakt de huisarts een risico-inventarisatie en verwijst naar een diëtist.

7 Internist en diagnostiek 90% van de patiënten met diabetes mellitus lijdt aan type 2 diabetes. De overige10% wordt voor een deel gevormd doorpatiënten met type 1 diabetes, maar men moet zich beseffen dat er ook andere oorzaken van diabetes mellitus bestaan. De in deze LTA geformuleerde afspraken betreffen enkel patiënten met type 2 diabetes. Omdat de overige vormen van diabetes veel minder frequent voorkomen, past daarbij specialistisch advies. Voorbeelden zijn patiënten zonder sterk overgewicht tussen de 30 en50 jaar, die aanvankelijk worden beschouwd als type 2 diabetes, maar waar ook gedacht moet worden aan een type 1diabetes die op latere leeftijd debuteert. Soms wordt hierbij ook wel gesproken over latent auto-immune diabetes in adults (LADA). Bij LADA is de familieanamnese voor diabetes mellitus type2 vaak negatief, ontbreken kenmerken van het metabool syndroom en zijn er soms aanwijzingen voor andere autoimmuun aandoeningen (schildklier). De orale therapie faalt vaak eerder dan bijdiabetes mellitus type 2. Bij patiënten onder de 25 jaar kan men naast een auto-immuun diabetes denken aan een maturity-onset diabetes of the young (MODY). Dit zijn monogenetische autosomaal dominante aandoeningen, waarbij de familieanamnese positief is voor het optreden van diabetes op jonge leeftijd. Bij mensen onder de 30 jaar met een BMI < 27 en een zich snelontwikkelende hyperglykemie gaan de gedachten primair uit naar een diabetes mellitus type 1. Bij deze patiënten zet de internistaanvullende diagnostiek in en geeft advies over behandeling. Behandeling Voorlichting De huisarts en internist geven in eerste instantie informatie over belangrijke aspecten van diabetes mellitus type 2 en situaties waarin maatregelennodig zijn. De huisarts en internist bespreken de positieve invloed van een gezonde leefwijze op de diabetes. Inde praktijk is het vaak zo dat de diabetesverpleegkundige en (of) de praktijkondersteuner huisarts het eerste aanspreekpunt zijn voor de patiënten met diabetes type 2. Patiënten ontvangen zowel mondelinge als geschreven eenduidige voorlichting en worden geattendeerd op het bestaan van de patiëntenvereniging(dvn) en relevante websites, bijvoorbeeld en De huisarts kan de patiënt verwijzen naar de informatie over diabetes mellitus type 2 op de website of de betreffende NHG Patiëntenbrief meegeven (via het HIS of de NHG-ConsultWijzer). Deze patiënteninformatie is gebaseerd op de NHG-Standaard. Het is van belang de partner en omgeving bij de voorlichting te betrekken. De huisarts en behandeling De huisarts start over het algemeen met niet-medicamenteuze adviezen: niet roken, voldoende lichaamsbeweging, goede voeding, maximaal twee eenhedenalcohol per dag en gewichtsreductie. Bij een nuchtere bloedsuiker > 10mmol/l kan de huisarts overwegen direct medicatie te starten en bij een bloedglucose > 20 mmol/l wordt afhankelijk van de kans op dehydratie (gebaseerd op het klinisch beeld en vooral bij ouderen) direct met insulinetherapie gestart. Ook bij een zeer hoge niet-nuchtere bloedglucose kan overwogen worden direct met insulinetherapie te starten. Indien na 3 maanden de glycemische streefwaarde niet bereikt wordt, zal gestart worden met medicamenteuze behandeling.

8 Als eerste worden er orale glucoseverlagende middelen gegeven volgens het stappenplan in de NHG- Standaard Diabetes mellitus type 2. Mocht dit niet afdoende effect hebben, dan wordt overgegaan op insulinetherapie. Behandeling door de huisarts metglucagon-like-peptide-1- (GLP1-)agonisten, of dipeptidylpeptidase-4-remmers (DPP4-remmers) heeft geen plaats binnen de huidige NHG- behandelschema s. Verder draagt de huisarts zorg voor de behandeling van cardiovasculaire risicofactoren en voor preventie en behandeling van complicaties zoals chronische nierschade, hart- en vaatziekten, voetproblemen en neuropathie. Ten slot- te coördineert de huisarts de screening op diabetische retinopathie. De internist en behandeling De internist biedt begeleiding bij het aanleren van zelfregulatie bij intensieve insulinetherapie (zo nodig wordt de patiënt klinisch geobserveerd). De insulinepomp behoort ook bij de behandelingsmogelijkheden van de internist. Op maat worden ook diverse basaal bolus insulineregimes toegepast, eventueel in combinatie met metformine. Er kunnen op indicatie DPP4-remmers englp1-agonisten, en aanvullende antihypertensiva en lipide verlagende middelen voorgeschreven worden. Bij complicaties zoals diabetische nefropathie, (autonome) diabetische neuropathie en voetcomplicaties (multidisciplinair voetenteam) zet de internistaanvullende diagnostiek en behandeling in. Verder past de internist samen met de diëtiste dieetinterventies toe,waaronder het zeer laag calorisch dieet en zorgt voor pre- en postoperatieve begeleiding bij bariatische chirurgie. Ook de zwangere met diabetes wordt door de internist begeleid. De toegevoegde waarde van de internist is, soms niet meer dan de mogelijkheid om bij een ervaren team eenmalige of gedurende korte tijd steun te vinden voor de individualisering van de streefwaarden. Wanneer langdurige begeleiding door de internist geïndiceerd is,neemt deze al de taken die bij goede diabeteszorg horen van de eerste lijn over,waarbij de jaarcontroles verricht worden conform de NHG- Standaard Diabetes mellitus type 2 en de NDF Zorgstandaard Transparantie en kwaliteit van diabeteszorg voor mensen met diabetes type 2. Samenwerken, verwijzen en terugverwijzen In verschillende situaties is consultatie van of verwijzing naar een internist wenselijk. Om een goede afstemming tussenhuisarts en internist te bewerkstelligen,dient de huisarts voor een adequate verwijzing [tabel 2] naar de internist zorg te dragen. Alvorens te verwijzen gaat de huisartsna of alle stappen van de NHG- Standaard Diabetes mellitus type 2 gevolgd zijn. Als dossierbeheerder en generalist is het van belang dat de huisarts op de hoogte blijft van de gebeurtenissen en overwegingen in de tweede lijn. De internist rapporteert na het vaststellen van een behandelplan(bijvoorbeeld na twee polibezoeken), vervolgens minimaal jaarlijks en tussentijdsbij nieuwe gezichtspunten die van belang zijn voor de huisarts. Terugverwijzing naar de huisarts gaat vergezeld van een aansluitende brief. Het is meestal niet mogelijk dat de huisarts en de internist in hetzelfde informatiesysteem werken. Geadviseerd wordt regionaal afspraken te maken, welke informatie wanneer wordt uitgewisseld, hoe dit moet gebeuren, hoe bereikbaarheid gegarandeerd is voor overleg en hoe de zorg onderling afgestemd wordt.21 Bij de beslissing van consulteren of (terug)verwijzen dient rekening gehouden te worden met de situatie van de patiënt, de levensverwachting, het effect van de interventie op de lange termijn en de comorbiditeit.

9 Consultatie/verwijzen Bij consultatie of verwijzing formuleert de huisarts een duidelijke vraag aan de internist en verstrekt relevante gegevens met betrekking tot ziektebeloop, voorgeschiedenis, comorbiditeit, medicatie, aanwezigheid retinopathie of andere microvasculaire complicaties, cardiovasculaire risicofactoren, sociale omstandigheden, uitslagen van laboratoriumonderzoek en toegepaste behandeling Bij verwijzen en (of) consultatie gaat het om de eerder genoemde deelgebieden: diagnostiek, glycemische instelling,cardiovasculaire risicofactoren (bloeddruk en lipiden, (morbide) obesitas, roken en andere leefstijlfactoren), complicaties(nierschade, cardiovasculair lijden, neuropathie) en zwangerschap(swens). Hieronder worden voor de verschillende deelgebieden aangegeven wat de indicaties voor consultatie en verwijzing zijn, wat de huisarts doet voor verwijzingnaar de internist en wat het meest gebruikelijke beleid van de internist is. Bij het wel of niet consulteren of verwijzen moet de huisarts zich realiseren dat streefwaarden individueel kunnen verschillen, bijvoorbeeld op grond van levensverwachting, comorbiditeit en psychosociaal functioneren. Dit geldt met name voor de waarden bij glycemische instelling en cardiovasculaire risicofactoren. In de volgende situaties is de klinische noodzaak om te verwijzen groot(absolute verwijsindicaties): ernstige glycemische ontregeling; (dreigende) dehydratie; een plantair diabetisch voetulcus en alle andere ulcera (behalve oppervlakkige niet geïnfecteerde ulcera of metorale antibiotica goed te behandelen ontstoken ulcera); zwangerschapswens of zwangerschap. Bij de overige indicaties is op grond van consensus in de werkgroep aangegeven wanneer kan worden volstaan met consultatie en wanneer verwijzing is aangewezen. Consultatie- en verwijsafspraken zijn een integraal onderdeel van het zorgprogramma dat de zorggroep hanteert. Regionaal zullen daarom per zorggroep onderstaande consensusafspraken besproken en verder uitgewerkt moeten worden (zie Aandachtspunten voor bespreking in de regio).

10 12.2 Achtergrond extra controle ogen bij verscherping van diabetesregulatie. Houd bij een snelle verbetering van de glycemische instelling van een patiënt die langdurig een slechte instelling heeft gehad en vooral bij de overgang op een insulinepomp, rekening met initiële verergering van de retinopathie. Uitleg: In de DCCT, een groot onderzoek onder mensen met diabetes type 1, bleek een goede metabole controle sterk gecorreleerd met een lagere kans op diabetische retinopathie. De vermindering van diabetische retinopathie bij intensieve bloedglucoseverlagende behandeling bleef nog jaren aanwezig na beëindiging van de DCCT. De in het onderzoek intensief behandelde groep had een tweemaal zo grote kans op snelle progressie van diabetische retinopathie als de conventioneel behandelde groep. Dit fenomeen wordt early worsening genoemd. Het ontstaat bij circa 10% van de mensen die in korte tijd een sterke daling van hun gemiddelde bloedglucosegehalte ondergaan zoals bij het starten met intensieve bloedglucoseverlagende therapie en dan vooral bij de snelle sterke daling zoals die wordt gezien bij overgang op een insulinepomp. De meeste kans hierop hadden diabetespatiënten met een langer bestaande initiële slechte glykemische instelling, en patiënten die al een matige retinopathie of erger hadden ontwikkeld. Ook bij diabetes type 2 komt dit fenomeen voor. Men kan zich afvragen of de voordelen van intensieve bloedglucoseverlagende therapie wel opwegen tegen het risico van deze early worsening. Het antwoord is bevestigend. Blijkens gegevens uit de DCCT trad immers bij meer dan de helft van de patiënten bij wie snelle progressie van de diabetische retinopathie was gezien, na enige tijd een relatief herstel van de diabetische retinopathie op. Op langere termijn was het resultaat bij de patiënten met early worsening niet slechter of zelfs beter dan bij conventionele therapie. Hierbij moet worden aangetekend dat tijdige lasercoagulatie in sommige gevallen is geïndiceerd Bronnen: Nederlands Oogheelkundig Gezelschap Richtlijn Diabetische retinopathie Screening, diagnostiek en behandeling 2006, Zhang L, Krzentowski G, Albert A, Lefebvre PJ. Risk of developing retinopathy in Diabetes Control and Complications Trial type 1 diabetic patients with good or poor metabolic control. Diabetes Care 2001;24: DCCT Research Group. The absence of a glycemic threshold for the development of long-term complications: the perspective of the Diabetes Control and Complications Trial. Diabetes 1996;45: White NH, Cleary PA, Dahms W, Goldstein D, Malone J, Tamborlane WV for Diabetes Control and Complications Trial (DCCT)/ Epidemiology of Diabetes Interventions and Complications (EDIC) Research Group. Beneficial effects of intensive therapy of diabetes during adolescence: outcomes after the conclusion of the Diabetes Control and Complications Trial (DCCT). Pediatr 2001;139: DCCT Research Group. Early worsening of diabetic retinopathy in the Diabetes Control and Complications Trial. Arch Ophthalmol 1998;116: Erratum in: Arch Ophthalmol 1998;116:1469.

11 12.3 Titreer schema insulines Starten met een maal daags insulineregime. De instelling is gebaseerd op de nuchtere glucoseconcentratie, het schema is eenvoudig toe te passen en leidt tot relatief geringe gewichtstoename en weinig hypo s. Continueer de huidige orale medicatie, met uitzondering van de thiazolidinedionen. Start met 10 EH (middel)langwerkende insuline tussen het avondeten en bedtijd. Pas de dosering elke twee tot drie dagen aan op geleide van de nuchtere waarde. Indien er sprake is van hoge insulineresistentie overweeg hogere start en optitratie dosis (>4 EH) in overleg met de huisarts Bij gebruik van langwerkende insuline analoog Detemir Continueer de huidige orale medicatie, met uitzondering van de thiazolidinedionen. Start met 10 EH (middel)langwerkende insuline tussen het avondeten en bedtijd. Titreer schema Detemir: Gemiddelde nuchtere waarde Dosis aanpassing < 3.1 mmol/l - 4 EH mmol/l - 2 EH mmol/l Niet nodig mmol/l + 2 EH mmol/l + 4 EH mmol/l + 6 EH > 10 mmol/l + 8 EH Bron: Novo Nordisk Detemir titreer schema Starten met een tweemaal daags mix-insulineregime. Blijft de glycemische instelling onvoldoende dan kan men overschakelen naar een twee maal daags schema met een mixinsuline. Staak thiazolidinedionen en DPP4 remmers en overweeg sulfonylureumderivaten af te bouwen of te stoppen, handhaaf metformine. Verwijs patiënt opnieuw naar diëtist voor dieetadvisering ( KH spreiding, tussenmaaltijden) Neem 80% van de totale dagdosis insuline (TDI) tijdens het eenmaal daagse regime en verdeel deze hoeveelheid in twee delen: geef 2/3 deel van het aantal EH direct vóór het ontbijt en 1/3 deel van het aantal EH direct vóór het avondeten. Start met een mix van 30% snelwerkende en 70% NPH, 30/70 insuline Ontbijt Avondeten Aanvangsdosis: 12 E 6 E Óf*) 2/3 resp. 1/3 van huidige dagdosis *) Ophogen met 4E resp. 2E tot blds VL< 7 resp blds VS <7 of blds VA< 9* resp blds N < 7

12 Op basis minstens drie 4-punts dagcurves: N = nuchter vnl beïnvloed door nph A VL = voor de lunch vnl beïnvloed door kort O VA = voor avondmaal vnl beïnvloed door nph O VS = voor het slapen vnl beïnvloed door kort A Zolang het HbA1c daar aanleiding toe geeft (streefwaarde 53 mmol/mol) *) bij overstap van eenmaal daags maar twee maal daags Starten met een viermaal daags insulineregime ( basaal-bolusschema) Een viermaal daags schema geeft meer flexibiliteit en sluit theoretisch beter aan bij de pathofysiologie. De keuze voor deze stappen dient in overeenstemming te zijn met de vaardigheden van de patiënt en de zorgverlener. Overschakelen op een meerdaags insulineschema kan soms aanzienlijke - gewichtstoename opleveren, de zorgverleners dienen de patiënt hier wel op te wijzen om demotivatie te voorkomen. Dit insulineschema is bij uitstek geschikt voor mensen met diabetes met een gedegen kennis van de aandoening, die de nodige vaardigheden beheersen, gemotiveerd zijn voor een goede regulatie en te maken hebben met een variabele dagindeling. Ook bij dit schema neemt men 80% van het TDI en verdeelt men deze hoeveelheid in driemaal 20% kort/snelwerkende insuline voor de maaltijden en 40% langwerkende insuline voor de nacht. Verwijzing naar diëtist is ook hierbij noodzakelijk (aanvullen KH kennis, m.b.t. zelfmanagement). Voor dit schema is ruime ervaring in behandeling met insuline nodig. Dosis aanpassingen in stappen: o nuchtere bloedsuiker instellen (N) streefwaarde 4-7 mmol/l NPH/langwerkende ophogen met 2 a 4 EH op geleide N; bij twijfel over hypo s ook meting om 4 uur in de nacht. o Met snelwerkende maaltijdinsuline de preprandiale piek bij de volgende maaltijd bijstellen: dosering aanpassen op gemeten postprandiale waarden(4-5 uur) van de vorige dag! o Postprandiale piek minimaliseren en bijstellen door middel van gemeten postprandiale waarden van 1 ½ tot 2 uur na de maaltijd van de vorige dag! o Biedt mogelijkheid tot flexibele diabetesregulatie ( sport, wisselende diensten etc.)

13 12.4 Kwetsbare ouderen en Diabetes type 2. POH ers ervaren problemen met de verschillende protocollen die er zijn met betrekking tot de behandeling van Diabetes type 2 bij kwetsbare ouderen: 1. Multidisciplinaire Richtlijn Diabetes bij kwetsbare ouderen van Verenso, vereniging van specialisten ouderengeneeskunde en sociaal geriaters. (klik voor het PDF) 2. Protocol Diabeteszorg bij hoogbejaarden in verzorgings- en verpleeghuizen (Langerhans) 3. Standaard CVRM. In 2013 is de nieuwe NHG standaard Diabetes type 2 verschenen, met daarin ook aangepaste streefwaarden voor het HbA1c bij ouderen. De kwaliteitscommissie stelt onderstaand een aantal afspraken voor. De richtlijn van Verenso blijft leidend. De definitie van de kwetsbare oudere is daarin bewust vaag gehouden: ouderen van overwegend hoge tot zeer hoge leeftijd die kwetsbaar en veelal chronisch ziek zijn met lichamelijke, psychische, communicatieve en/of sociale beperkingen. Hierdoor zijn deze patiënten tijdelijk of blijvend niet in staat zelfstandig te functioneren. Er is vrijwel altijd sprake van multipele pathologie. Deze kwetsbare ouderen kunnen thuis of in een woonzorgcentrum of verzorgings- of verpleeghuis wonen of verblijven Simplificeer deze definitie tot 80-plussers, maar houd de boodschap in het achterhoofd: als iemand van 85 nog 18 holes golft behandel hem dan conform de standaard. Bij twijfel altijd overleg met de verantwoordelijke arts. Opvallende zaken zijn: Streefwaarde HbA1C bij kwetsbare ouderen: mmol/mol. Indien < 53 dan inderdaad medicatie minderen. Medicatie ook minderen bij hypo s. Bij verwacht korte levensduur (< 5 jr) streefwaarde mmol/mol. Geen klachten van hypo s of hyper s is dan het belangrijkste doel. Streefdoel systolische bloeddruk: , dus in elk geval niet lager dan 140 Behandel tot de uitgangswaarde minus 10 tot 15 mmhg, maar niet lager dan mmHg, mits er geen orthostatische hypotensie optreedt (systolische bloeddruk <20 mmhg bij staan), mits er geen daling van de nierfunctie optreedt (25% verandering van serum kreat. of egfr), en mits er zich geen cognitieve functiestoornissen voordoen of verergeren. Streef naar maximaal twee antihypertensiva Eerste keus antihypertensivum: ACE-remmers (Blokkers van het renine-angiotensine systeem (ACE-remmers en Angiotensine-II antagonisten) lijken als groep van antihypertensiva de meeste bescherming tegen nierziekte te bieden. Om deze reden meent de richtlijnwerkgroep, net zoals de CBO-richtlijn CVRM (2011) dat ACE-remmers en Angiotensine-II antagonisten de voorkeur genieten als middelen van eerste keuze voor de behandeling van kwetsbare ouderen met diabetes mellitus type 2 Uitzondering: negroide ras, dan diureticum of Ca-ag) Start Statine bij 80-plusser met levensverwachting > 2 jaar, ongeacht de lipidenstatus. Dit betekent dus altijd overleg met de arts. Meten van cholesterol en aanverwante heeft doorgaans geen klinische consequenties Als bij het eerste oogonderzoek van een kwetsbare oudere met diabetes mellitus geen retinopathie wordt vastgesteld, is vervolgcontrole hierop niet noodzakelijk tenzij klachten ontstaan.

14 12.5 Voetonderzoek bij mensen met diabetes type 2. Bij een niet - risicovoet dient de voetcontrole jaarlijks te worden uitgevoerd. Bij een verhoogd risico moet dit vaker gebeuren. In de tabel is de gemodificeerde Simms classificatie gekoppeld aan de gewenste frequentie van voetcontrole. Voetcontrole hoort bij de jaarcontrole, zie ook het dossier van Portavita en voor theoretische achtergrond en praktijkinformatie het boek Protocollaire Diabeteszorg , p 89 en 113 e.v.langerhans. Jaarlijkse screening aan de hand van een screening formulier: efficiënt en overzichtelijk (zie ook dossier portavita). Educatie aan patiënt over risico s en voetverzorging. Tip: pak papier en potlood en maak een omtrek van de blote voet van de patiënt (staand). Knip dit uit en leg de mal in de schoen van de patiënt, zo kan je laten zien waar de schoen niet lang of breed genoeg is. Sensibiliteit onderzoek Sensibiliteit onderzoek: met een monofilament Semmes- Weinstein van 10 gram ( let erop dat deze niet eeuwig te gebruiken is en vervang regelmatig). Vaatonderzoek Onderzoek van de pulsaties van de voetvaten (arteria tibialis posterior, zijkant enkel/ ATP en de arteria dorsalis pedis, bovenop de voet /ADP), in combinatie met de temperatuur en de kleur van de voet geeft een indruk van de doorbloeding van de voet. Wordt één van de vaten niet gevoeld, dan wordt geadviseerd een enkel - armindex te bepalen. Bij inspectie en palpatie van de voet moet men zich overigens wel realiseren dat autonome neuropathie een verhoogde arterioveneuze shunting geeft. Hierdoor neemt de bloedstroom in de huidvaten van de voet toe en daarmee de temperatuur. Een koude temperatuur vanwege arterieel vaatlijden kan daarmee verdoezeld worden. Het onderzoek van de voet leidt tot een risico-inventarisatie volgens de gemodificeerde Simms-classificatie (zie tabel). Het risico op een ulcus wordt vertaald naar een klasse lopend van 0 (geen verhoogd risico) naar 3 (een zeer hoog risico op ulceratie). Een matig risico is het bestaan van neuropathie of perifeer arterieel vaatlijden (klasse 1), terwijl de combinatie van beide, eventueel met tekenen van lokaal verhoogde druk, een hoog risico betekent (klasse 2). Het hoogste risico op een (nieuw) ulcus (klasse 3) zijn de diabetespatiënten met een ulcus of amputatie in de anamnese.

15 Gemodificeerde Simms-classificatie Classificatie Risicoprofiel Controlefrequentie 0 Geen neuropathie Geen perifeer arterieel vaatlijden Controle 1x per 12 maanden 1 Neuropathie of perifeer arterieel vaatlijden Controle 1x per 6 maanden 2 Neuropathie in combinatie met perifeer arterieel vaatlijden en/of tekenen van lokaal verhoogde druk per 3 maanden Controle 1x 3 Ulcus of amputatie in anamnese Controle 1x per 1-3 maanden Classificatie Risicoprofiel Controlefrequentie Een risicovoet, wat nu? Educatie is de belangrijkste maatregel ter voorkoming van voetproblemen bij diabetespatiënten. Een patiënt met kennis van de risico s voor de voeten zal eerder en meer adequaat reageren op een verandering aan de voeten, dan iemand die geen notie heeft van wat er mis kan gaan. Het aanleren van een dagelijkse voetinspectie, waarbij rekening gehouden wordt met de visus, lijkt te simpel voor woorden, maar heeft een groot effect. Tevens dient de patiënt voorgelicht te worden over voetverzorging en dient hij/zij een schoenadvies te krijgen. Regelmatige controle op het naleven van deze adviezen kan stimulerend werken voor de patiënt. Therapietrouw is ook op dit gebied een heikel punt. Uiteraard moet elke diabetespatiënt weten dat bij het ontstaan van een wondje dat binnen twee weken niet geneest, contact gezocht moet worden met de huisarts. Verwijzing naar de tweedelijn, bij voorkeur naar een diabetes voetenteam, gebeurt bij alle diepe, plantaire en interdigitale ulcera of zodra de tekenen van infectie toenemen of niet willen afnemen binnen 48 uur na het starten met adequate behandeling met antibiotica. Ook indien het ulcus na twee weken van behandeling geen genezingstendens vertoont, is verwijzing geïndiceerd. Risicofactoren bij lichamelijk onderzoek Eelt/Drukplekken Voetdeformiteiten Insufficiënt schoeisel: binnen en buiten Verminderde protectieve sensibiliteit (Monofilament 2 uit 3 ongevoelig) Afwezige perifere pulsaties (Verminderde vibratiezin) (Afwezige achillespeesreflex) DM2 voetulcus en infectie: geadviseerd beleid in de huisartspraktijk Moet dezelfde dag door de huisarts worden gezien! Bestaat soms al langer i.v.m. gevoelloosheid Is niet per telefoon te diagnosticeren/behandelen Is alleen in een vroeg stadium in de huisartspraktijk te behandelen: met AB Bronnen: Dr. Kees J. Gorter, huisarts Apeldoorn De Diabetische Voet wat kan de huisarts doen? presentatie DiHAG 14 juni 2007, Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde discipline Huisartsgeneeskunde UMC, Utrecht. Houweling S.T., Kleefstra N., Verhoeven S., Ballegooie van E ( postuum)., Bilo H.J.G.:Protocollaire Diabeteszorg, mogelijkheden voor taakdelegatie, , Langerhans M. van Putten, arts/onderzoeker, Eindhoven Diabetische voet: screening op risicofactoren in de eerste lijn, Diabetes Specialist, maart 1997

16 12.5.2: verwijsbrief podotherapie / pedicure bij DM T2 Huisartsenpraktijk: Datum: Verwijst hierbij onderstaande patiënt door: Diabetes sinds: Medicatie DM: BSN: Naam: Geboortedatum: HbA1c: Complicaties: SIMMS classificatie: Roken: Pedicure: Ulceratie in verleden: Reden Verwijzing: Vaatonderzoek R L Perifeer Art Vaatlijden (PAV) ja/nee: Neurologisch Aanw. voor neuropathie ja/nee: Tekening voeten:

17 12.6 Incretine gebaseerde therapie / GLP 1 analogen therapie Indicatie - Onvoldoende regulatie type 2 diabetes - Maximaal tolereerbare doseringen metformine en/of SU derivaat (kan dus ook 0 mg zijn) - BMI 35 of hoger Het is dus niet geïndiceerd bij goed ingestelde diabetes of bij adipositas alleen. Verwijs protocol Huisarts Check criteria en stel de indicatie voor GLP 1 analogen behandeling Verwijs patiënt naar polikliniek interne geneeskunde met recent lab (HbA1c, nierfunctie, lipidenprofiel en albuminurie) Ziekenhuis T = 0 Bezoek internist (anamnese, lichamelijk onderzoek, controle indicatie, uitleg inzake werking en bijwerkingen medicatie en uitschrijven recept en machtiging). T = < 2 wkn Extra uitleg en instructie bij DVK T = 2 mnd Controle afspraak bij internist (controle werking en bijwerking, RR controle, gewicht, HbA1c). Eventueel aanpassen dosering. T = 5 mnd Controle afspraak bij internist (controle werking en bijwerking, RR controle, gewicht, HBA1c, nierfunctie, lipidenprofiel en albuminurie. Eventueel aanpassen dosering. Retour verwijzing huisarts

18 12.7 Multidisciplinaire zorgverlening HOOFDDORP Apotheek Floriande Waddenweg XL Apotheek Overbos Apotheek Skagerrak Apotheek Toolenburg Service Apotheek Veen Apotheek Drie Meren Muiderbos SX Skagerrak DX Markenburg DX Nieuweweg 67 Postbus AA Hankstraat DT Tel: Fax: Mevr. Drs. De Groot Zevert Tel: Fax: Tel: 023- Fax: Tel: Fax: Tel: Fax: Tel: Fax: Dhr. Drs. S.R. Mohanlal Mevr. Drs. T.B.W. Okker Mevr. Drs. S.W.A. Geesink-Raven Dhr. drs. K.F. Stutterheim Mevr. A.P.B. v.d. Wardt VIJFHUIZEN/ ZWANENBURG Apotheek Vijfhuizen Escura apotheek de Ringvaart Liniewal 2a 2141PA Dennenlaan CN Tel: Tel: Fax: Fax: Valt onder ap van Veen Mevr J.M.J. Hartman-de Booij Apotheek De Kind NIEUW VENNEP Dr. V. Haeringen plantsoen 10 Apotheek Getsewoud Handelplein 23 Apotheek Hugo de De Pionier Vriesstraat AT Tel: Fax: Fax: NL Tel: Fax: CT Tel: Mevr. Drs. W.E.J. Vierling Mevr. L.M. Appelo Dhr. Drs. N.J.J. v.d. Jagt

19 12.8 Werkafspraken Dieetadvisering voor Diabetes Mellitus type 2 Diëtistengroep Haarlemmermeer en Coöperatie Haarlemmermeer Ketenzorg Maart 2013 Bijlage protocol Diabeteszorg, goede zorg dicht bij huis

20 Werkafspraken Dieetadvisering voor Haarlemmermeer Ketenzorg Diabeteszorg, goede zorg dicht bij huis Verwijzen naar de diëtist De patiënt wordt naar de diëtist verwezen in de volgende situaties: 1. na stellen van de diagnose diabetes mellitus (binnen een half jaar); 2. indien de patiënt overgaat op insuline; 3. individueel toegespitste voeding- of dieetadviezen zijn noodzakelijk bij: bij overgewicht, ondergewicht of ongewenste gewichtstoename of gewichtsverlies; hart- en vaatziekten of HV- risicofactoren; hypertensie, hypercholesterolemie, hoge triglyceridenwaarden; bij relevante wijziging van de medicatie; bij niet-optimaal effect van zelfcontrole en/of niet optimale diabetesregulatie; bij veranderingen van leef- en of werkomstandigheden; bij (mogelijke) eetproblematiek; bij maag-darmproblematiek (zoals gastroparese); bij complicaties waarbij aanpassing van dieet zinvol is(zoals nierinsufficiëntie); bij zwangerschapswens of zwangerschap; bij hypothyreoïdie (behandeld en onbehandeld); bij andere specifieke vragen of problemen met betrekking tot de voeding. Dieetbehandelplan Het doel van de dieetbehandeling maakt deel uit van de totale multidisciplinaire behandeling. Individueel toegespitste voeding- of dieetadviezen zijn noodzakelijk bij: 5-10% afvallen (bij obesitas of overgewicht) met gewichtsbehoud op de lange termijn bij verminderen van de buikomvang met 10% wanneer deze boven de 102 cm (man) of 88 cm (vrouw) is. normaliseren van de bloedglucosewaarden; normaliseren van serumlipidenwaarden en bloeddruk; preventie of uitstel van diabetes-gerelateerde complicaties; verbeteren insulinegevoeligheid; goede afstemming op bloedglucoseverlagende medicatie; bereiken van een volwaardige voeding; bevorderen van het algemeen welbevinden. achterhalen van lijngericht, emotioneel en/of extern eetgedrag en de begeleiding hierop afstemmen. Doel van diëtistische behandeling Het voedingspatroon van de patiënt voldoet aan de eisen van het dieetvoorschrift of wijkt daarvan af binnen acceptabele grenzen. Het doel van de behandeling is: het verbeteren van de kennis (van de patiënt) over en inzicht in de relatie tussen diabetes, de bloedwaarden, de algehele gezondheid en leefstijl, en de voeding zodat maximaal zelfmanagement mogelijk is; het stellen van haalbare doelen die een maximale gezondheidswinst opleveren. De patiënt: kent de principes van het dieet bij diabetes mellitus en begrijpt de relatie van het dieet tot deze aandoening; is in staat het dieet in het dagelijkse leefpatroon in te passen; heeft voldoende kennis over gezonde voeding en kent de begrippen energie/kcal, eiwitten, vetten en koolhydraten; heeft inzicht in koolhydraten en de optimale verdeling daarvan in zijn dagelijkse voeding; is in staat zijn voeding aan te passen aan veranderende omstandigheden; heeft een gezond eetpatroon, vrij van eetbuien; de patiënt heeft inzicht in eigen eetgedrag en kan goed omgaan met de barrières die hij daarin ondervindt;

21 is gemotiveerd de veranderde voedingsgewoonten op de lange termijn voort te zetten; voelt zich verantwoordelijk voor het eigen voedingsgedrag en de eigen leefstijl; in overleg met de patiënt stelt de diëtist een dieetbehandelplan op. Bij het opstellen van het individuele behandelplan kan bekeken worden of de hiervoor genoemde doelen moeten worden gewijzigd en/of aangevuld. Het aantal consulten wordt bepaald aan de hand van welke doelen behaald moeten worden tijdens de begeleiding van de cliënt. Daarnaast richt de diëtistische behandeling van diabetes mellitus zich op het verminderen van risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Bij intensieve insulinetherapie is het doel bovendien dat de patiënt in staat is tot zelfregulatie. Dieetbehandeling bij de diëtist. De voedingsadviezen voor mensen met diabetes mellitus type type 2 zijn gebaseerd op de NDF Voedingsrichtlijn voor diabetes type 2 van eind De begeleiding richt zich onder meer op het optimaliseren van de bloedglucosewaarden, het vetspectrum en het lichaamsgewicht en daarmee op preventie of uitstel van aan diabetes gerelateerde complicaties. De onderwerpen die worden besproken zijn: Het optimale gewicht voor de patiënt. Bij overgewicht/obesitas: streefgewicht en hoe dat te bereiken. de relatie tussen diabetes mellitus, voeding en eventuele medicatie; dieetuitleg, risico op hyper- en hypoglykemie; kenmerken dieetbehandeling en leefregels; voeding en koolhydraten; de afstemming van de koolhydraatverdeling op de insulinedosering; de relatie tussen beweging, voeding, de bloedglucosewaarden, diabetesmedicatie en het lichaamsgewicht; de relatie tussen voeding, emoties en bloedglucosewaarden en alcohol; de diëtist stemt haar boodschap af op de fase van gedragsverandering waarin de patiënt/cliënt zich bevindt, helpt bij het opsporen van barrières en coacht bij het structureel veranderen van de leefstijl. Mocht er sprake zijn van nierinsufficiëntie dan wordt er door de diëtist in geen geval een eiwitrijk dieet aanbevolen. (Afkapwaarden: totaal albumine <20, mg /l; albumine/creatinine ratio mannen < 2,5 en vrouwen < 3,5). Algemene adviezen omtrent voeding kunnen door de praktijkondersteuner gegeven worden indien deze competent is. Individuele toegespitste voeding of dieetadviezen moeten door de diëtist gegeven worden. Het is erg belangrijk dat de voedingsadviezen van diverse zorgverleners niet met elkaar in strijd zijn, maar elkaar ondersteunen en versterken. De nieuwe NDF Voedingsrichtlijn voor diabetes type 2 is als bijlage bij deze werkafspraken opgenomen. Zie: Werkwijze doorverwijzen naar diëtist De huisarts of praktijkondersteuner geeft de patiënt een verwijsbrief en individueel behandelplan mee voor de diëtist. Bij de verwijzing zijn de labwaarden van het afgelopen jaar betreffende HbA1c, nuchter glucose, serumlipiden, bloeddruk, kreatinine en albumine en een medicatieoverzicht toegevoegd. De patiënt maakt zelf een afspraak met de diëtist. De huisarts biedt een overzicht van de verschillende diëtistenpraktijken in de omgeving van de cliënt aan.

Dit is een korte beschrijving van de insulinetherapie. Voor uitwerking en verdere informatie zie de bijlage met het volledige protocol.

Dit is een korte beschrijving van de insulinetherapie. Voor uitwerking en verdere informatie zie de bijlage met het volledige protocol. Insuline protocol Auteur: Kaderhuisarts diabetes Daniel Tavenier Datum: September 2014 Dit is een korte beschrijving van de insulinetherapie. Voor uitwerking en verdere informatie zie de bijlage met het

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Workshop voor apothekers en huisartsen (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Diabetes Mellitus type 2 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l

Nadere informatie

Regionale Transmurale Afspraken - DM

Regionale Transmurale Afspraken - DM Diagnostiek Aanwijzingen voor ander type diabetes dan type 2 (o.a. LADA en MODY) Overweegt consultatie bij: 1. BMI < 27 kg/m2 2. Leeftijd < 25 jaar 3. Vroegtijdig falen orale medicatie 4. Diabetespakket

Nadere informatie

Samenvatting Zorgprogramma Diabetes Mellitus type 2

Samenvatting Zorgprogramma Diabetes Mellitus type 2 Samenvatting Zorgprogramma Diabetes Mellitus type 2 Versie december 2016 Inhoud Inleiding... 2 1. Stroomschema... 3 2. Vroegdiagnostiek, identificatie en opsporing door middel van case- finding en screening...

Nadere informatie

Nieuwe standaard DM Wat is Nieuw??? Alle veranderingen in de nieuwe standaard zijn in het rood aangegeven.

Nieuwe standaard DM Wat is Nieuw??? Alle veranderingen in de nieuwe standaard zijn in het rood aangegeven. Nieuwe standaard DM2 2018 Wat is Nieuw??? Alle veranderingen in de nieuwe standaard zijn in het rood aangegeven. Streefwaardes HbA1C Streefwaardes HbA1C Nu ook een ondergrens Leeftijd

Nadere informatie

De voedingsrichtlijnen zijn gebaseerd op de wetenschappelijke onderbouwde NDF-richtlijnen, NHGstandaard,

De voedingsrichtlijnen zijn gebaseerd op de wetenschappelijke onderbouwde NDF-richtlijnen, NHGstandaard, Bijlage 1: Samenwerkingsafspraken diëtiek binnen DBC Diabetes GHC Het uitgangspunt is dat iedere diabetes patiënt recht heeft op optimale zorg door de juiste professionals. Een goede behandeling van diabetes

Nadere informatie

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich.

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich. Bijlage 1: samenwerkingsafspraken diëtisten binnen DBC CVRM GHC Uitgangspunten Cardio Vasculair Risico Management (CVRM) staat voor de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor hart-

Nadere informatie

Diabetes mellitus 2. Clara Peters, huisarts Mea de Vent, praktijkondersteuner

Diabetes mellitus 2. Clara Peters, huisarts Mea de Vent, praktijkondersteuner 1 Diabetes mellitus 2 Clara Peters, huisarts Mea de Vent, praktijkondersteuner 2 Inhoud Epidemiologie Diagnostiek en behandeling in de diabetesketenzorg in Nederland Wat doet de praktijkondersteuner binnen

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners Uw huisarts heeft vastgesteld dat u lijdt aan Diabetes Mellitus, een

Nadere informatie

De nieuwe NHG DM2 standaard, wat is er veranderd?

De nieuwe NHG DM2 standaard, wat is er veranderd? De nieuwe NHG DM2 standaard, wat is er veranderd? Alle veranderingen in de nieuwe NHG DM2 standaard zijn aangegeven in rood. Streefwaardes HbA1c : Nu met een ondergrens Leeftijd

Nadere informatie

DiHAG-statement voetzorg. Inleiding

DiHAG-statement voetzorg. Inleiding DiHAG-statement voetzorg Secretariaat: p/a Nederlands Huisartsen Genootschap Mercatorlaan 1200 Postbus 3231 3502 GE Utrecht Tel. 030 2823500 Fax 030 2823501 E-mail: dihag@nhg.org www.dihag.nl KvK: 41261381

Nadere informatie

Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Tussen uur en uur en uur en uur

Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Tussen uur en uur en uur en uur DIABETES DAGBOEK E I G E N A A R D I A B E T E S D A G B O E K Naam Adres Contactpersoon Telefoon E-mail O V E R L E G Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Naam huisarts

Nadere informatie

Zorginkoopdocument 2012

Zorginkoopdocument 2012 Zorginkoopdocument 2012 2a Ketenzorg 0 Basisdocument (visie, uitgangspunten, Achmea Divisie Zorg en Gezondheid) 1 Basis Huisartsenzorg 2 Ketenzorg Inkoopvoorwaarden 3 Geïntegreerde Eerstelijnszorg Inkoopvoorwaarden

Nadere informatie

Veneus plasma Normaal Glucose nuchter (mmol/l) < 6.1 Glucose niet nuchter (mmol/l) < 7.8 Impaired fasting glucose Glucose nuchter (mmol/l) 6.1 en < 7.0 (IFG) én (gestoord nuchter glucose) Glucose niet

Nadere informatie

Transmurale afspraken m.b.t. patiënten met Diabetes mellitus type 2

Transmurale afspraken m.b.t. patiënten met Diabetes mellitus type 2 Transmurale afspraken m.b.t. patiënten met Diabetes mellitus type onsultatie of verwijzing:. Twijfel over diagnose. Problemen bij *glycemische instelling *behandeling risicofactoren *behandeling complicaties

Nadere informatie

Zorgprotocol Diabetes Mellitus type 2 Nieuw format 2019

Zorgprotocol Diabetes Mellitus type 2 Nieuw format 2019 Zorgprotocol Diabetes Mellitus type 2 Nieuw format 2019 Zorgprotocol Diabetes Mellitus type 2 - HZD 1 van 15 1. In- en exclusiecriteria... 3 1.1 Inclusiecriteria... 3 1.2 Exclusiecriteria... 3 1.3 Diabetes

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM

Fries Wisselprotocol CVRM Fries Wisselprotocol CVRM Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding waaronder zoutbeperking (tot 5 gram/dag) o stoppen roken o voldoende lichamelijke activiteiten

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding

Nadere informatie

Diabetes Ketenzorg. Transmurale werkgroep diabetes

Diabetes Ketenzorg. Transmurale werkgroep diabetes Diabetes Ketenzorg Transmurale werkgroep diabetes H. Kole huisarts en kaderarts Zorggroep Almere H. van Houten internist, Flevoziekenhuis M. van Renselaar diabetesverpleegkundige, Flevoziekenhuis I. Beers

Nadere informatie

Zorginkoopdocument 2014 Ketenzorg Diabetes Mellitus Type 2

Zorginkoopdocument 2014 Ketenzorg Diabetes Mellitus Type 2 Zorginkoopdocument 2014 Ketenzorg Diabetes Mellitus Type 2 Zorginkoopdocument 2014 Ketenzorg Diabetes Mellitus Type 2 1 Inleiding Dit document bevat een omschrijving van het Diabetes Mellitus type 2 (hierna

Nadere informatie

Landelijke Transmurale Afspraak Diabetes mellitus type 2

Landelijke Transmurale Afspraak Diabetes mellitus type 2 Landelijke Transmurale Afspraak Diabetes mellitus type 2 LTA Alja Sluiter, Hans van Wijland, Alexander Arntzenius, Alexander Bots, Lioe-Ting Dijkhorst-Oei, Ferdinand van der Does, Jan Palmen, Bert-Jan

Nadere informatie

Zorgprogramma GO diabetes BV

Zorgprogramma GO diabetes BV Zorgprogramma GO diabetes BV mei 2014 Auteur: Marjolein Hugenholtz Daniel Tavenier en kwaliteitscie GO diabetes bv 1 Inhoudsopgave 1. Doelstelling van de GO Diabetes BV 3 2. GO Diabetes BV is hoofdcontractant

Nadere informatie

De voet snel en effectief ter hand genomen, alles draait om de Simm s classificatie. Gelijk maar een vraag! Simm s Klasse 0.

De voet snel en effectief ter hand genomen, alles draait om de Simm s classificatie. Gelijk maar een vraag! Simm s Klasse 0. De voet snel en effectief ter hand genomen, alles draait om de Simm s classificatie Gelijk maar een vraag! Vindt U dat type 2 diabetes patiënten zonder risicovoeten kunnen volstaan met minder uitgebreid

Nadere informatie

Checklists. Uitneembaar katern, handig om mee te nemen

Checklists. Uitneembaar katern, handig om mee te nemen Uitneembaar katern, handig om mee te nemen Hoofdstuk 2 Zorgverleners bij diabetes type 2 21 Checklists Dit uitneembare katern bevat checklists over controles die bij goede zorg horen; tips voor communicatie

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners 1 op de 3 mensen in Nederland overlijdt aan een hart- of vaatziekte.

Nadere informatie

LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen

LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen Geen conflicterende belangen voor deze presentatie Eelco de Koning

Nadere informatie

CEL 2010 0049. Indicatorenset DM

CEL 2010 0049. Indicatorenset DM CEL 2010 0049 Indicatorenset DM Deze indicatorenset Diabetes Melitus is vervaardigd in opdracht van ZN en wordt ingebracht bij Zichtbare Zorg als de door zorgverzekeraars gewenste indicatorenset. Zorgverzekeraars

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2)

Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2) Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2) Nederlandse Diabetes Federatie 033-4480845 info@diabetesfederatie.nl Stationsplein 139 3818 LE Amersfoort Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2) De

Nadere informatie

Regionale Transmurale Afspraak Utrecht Diabetes Mellitus Type 2 (DM2)

Regionale Transmurale Afspraak Utrecht Diabetes Mellitus Type 2 (DM2) Regionale Transmurale Afspraak Utrecht Diabetes Mellitus Type 2 (DM2) Deelnemende Partijen De RTA wordt gedragen door: 1. Zorggroepen regio Utrecht die de samenwerkingsovereenkomst getekend hebben. 2.

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis DE DIABETESZORG IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING Diabetes mellitus is een veel voorkomende chronische ziekte die gekenmerkt wordt door een te hoge bloedglucosewaarde.

Nadere informatie

Diabetes Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg

Diabetes Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Diabetes Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Heldere afspraken over de manier waarop zorgverleners u helpen en ondersteunen bij uw chronische ziekte. Inleiding U hebt suikerziekte en maakt gebruik

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners Uw huisarts heeft vastgesteld dat u lijdt aan Diabetes Mellitus, een

Nadere informatie

DIABETES KETENZORG ROHA 2015. Melanie Uytendaal, diabetesverpleegkundige Elise Kuipers, diёtist

DIABETES KETENZORG ROHA 2015. Melanie Uytendaal, diabetesverpleegkundige Elise Kuipers, diёtist . DIABETES KETENZORG ROHA 2015 Melanie Uytendaal, diabetesverpleegkundige Elise Kuipers, diёtist Pp PROGRpRAMM PROGRAMMA Kwaliteit en Ketenafspraken POH-er en diëtist 2015 Insuline-koolhydraatratio s Casuïstiek

Nadere informatie

H.88011.0815. Diabetespolikliniek

H.88011.0815. Diabetespolikliniek H.88011.0815 Diabetespolikliniek 2 Inleiding Een goede diabetes behandeling bestaat, volgens de Nederlandse Diabetes Federatie, uit regelmatige controle voor uw diabetes. De inhoud van deze controles is

Nadere informatie

Vermelden bij consultatie of verwijzing Actie internist na verwijzing C/V

Vermelden bij consultatie of verwijzing Actie internist na verwijzing C/V Indicatie Diagnostiek Aanwijzingen voor ander type diabetes dan type 2 (o.a. LADA en MODY) Glycemische instelling Moeilijk te reguleren diabetes mellitus type 2 Actie huisarts voor verwijzing Overweegt

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM

Fries Wisselprotocol CVRM Fries Wisselprotocol CVRM Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding waaronder zoutbeperking (tot 5 gram/dag) o stoppen roken o voldoende lichamelijke activiteiten

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners 1 op de 3 mensen in Nederland overlijdt aan een hart- of vaatziekte.

Nadere informatie

Inhoud. 2.5 De comateuze patiënt 22 2.6 Herhalen van receptuur voor bloedglucoseverlagende

Inhoud. 2.5 De comateuze patiënt 22 2.6 Herhalen van receptuur voor bloedglucoseverlagende Inhoud 1 Inleiding 7 11 Ontregelde diabetes mellitus en de werkwijze op de huisartsenpost 7 12 Contact op de huisartsenpost: verschillende patiënten, verschillende artsen 9 2 Hulpvragen rond diabetes mellitus

Nadere informatie

Basaal Plus. Wat te doen als langwerkende insuline toegevoegd aan orale medicatie niet meer afdoende is? Duodagen april 2011

Basaal Plus. Wat te doen als langwerkende insuline toegevoegd aan orale medicatie niet meer afdoende is? Duodagen april 2011 Basaal Plus Wat te doen als langwerkende insuline toegevoegd aan orale medicatie niet meer afdoende is? Duodagen april 2011 2 Toetsvragen Bij Insuline Resistentie bestaat er een afname in vrije vetzuur

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Diabetes: Starten met Insuline. Diabetes: Starten met Insuline. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur. 3.

Verdiepingsmodule. Diabetes: Starten met Insuline. Diabetes: Starten met Insuline. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur. 3. 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van maart 2006 (tweede herziening). In de toekomst zal 30 tot 40 procent van de patiënten met diabetes mellitus type 2 insulinetherapie

Nadere informatie

Algemeen Doorverwijzing Verwijzing naar internist en overige specialisten Contracten pedicures en podotherapeuten...

Algemeen Doorverwijzing Verwijzing naar internist en overige specialisten Contracten pedicures en podotherapeuten... 5.2 Voetzorg Algemeen... 1 Doorverwijzing... 4 Verwijzing naar internist en overige specialisten... 5 Contracten pedicures en podotherapeuten... 5 Algemeen De gebruikelijke voetscreening wordt verricht

Nadere informatie

SAMENVATTING RTA RTA RTA RTA DIABETES DIABET ES DIABETES DIA

SAMENVATTING RTA RTA RTA RTA DIABETES DIABET ES DIABETES DIA SAMENVATTING RTA RTA RTA RTA DIABETES DIABET ES DIABETES DIA DIABETES DIABET ES DIABETES DIA DIABETES DIABET ES DIABETES DIA DIABETES Werkafspraken algemeen Consultatie Consultatie: Het adviseren van

Nadere informatie

Dieetbehandelingsprotocol Diabetes mellitus (Elsevier)

Dieetbehandelingsprotocol Diabetes mellitus (Elsevier) Dieetbehandelingsprotocol Diabetes mellitus (Elsevier) Doelgroep Mensen met diabetes mellitus (Para)medische gegevens, ziektebeeld, diagnose Type 1 Sterk verhoogd glucose gehalte in het plasma van nuchter

Nadere informatie

Het is van belang uitleg aan de patiënt te geven waarbij een voetverzorgings- en schoenadvies niet mag ontbreken.

Het is van belang uitleg aan de patiënt te geven waarbij een voetverzorgings- en schoenadvies niet mag ontbreken. 5.2 Voetzorg De gebruikelijke voetscreening wordt verricht door de POH. De frequentie van voetonderzoek hangt af van de Simm's classificatie en het zorgprofiel. naar pedicure en podotherapeut vindt plaats

Nadere informatie

H.88011.0210. Diabetespolikliniek

H.88011.0210. Diabetespolikliniek H.88011.0210 Diabetespolikliniek 2 Inleiding Diabetes mellitus is een chronische ziekte, die steeds meer voorkomt. Om die reden is er een team van deskundigen dat u behandelt; het diabetesteam. Dit team

Nadere informatie

Cardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus

Cardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus Cardiovasculair risicomanagement Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus Inhoud eerste uur Risicoprofilering Anamnese Lichamelijk Onderzoek Aanvullende diagnostiek Evaluatie en risicoschatting

Nadere informatie

DIABETES MELLITUS TYPE 2 PROTOCOL CELLO

DIABETES MELLITUS TYPE 2 PROTOCOL CELLO DIABETES MELLITUS TYPE 2 PROTOCOL CELLO Leiden November 2010 Mw. M. van Mierlo, praktijkverpleegkundige Mw. C. Gieskes, diabetesverpleegkundige Inhoudsopgave Inleiding 1. Werktraject bij CELLO voor patiënten

Nadere informatie

Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2. Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011

Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2. Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011 Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2 Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011 Diabetische retinopathie Microvasculaire pathologie van de retina. Teken van andere microvasculaire

Nadere informatie

Chronische Nierschade in Nederland

Chronische Nierschade in Nederland Chronische Nierschade in Nederland Stadium GFR (ml/min/1,73m 2 ) Albuminurie > 30 mg/24 hr Prevalentie VS (%) Prevalentie Nederland (%) 1 >90 Ja 3,3 1,3 2 60-89 Ja 3,0 3,8 3 30-59 Ja/nee 4,3 5,3 4 15-29

Nadere informatie

Diabetes bij kwetsbare ouderen Dr. ST Houweling, kaderhuisarts. Waar gaat het over? De bejaarde. De ene bejaarde is de andere bejaarde niet...

Diabetes bij kwetsbare ouderen Dr. ST Houweling, kaderhuisarts. Waar gaat het over? De bejaarde. De ene bejaarde is de andere bejaarde niet... Diabetes bij kwetsbare ouderen Dr. ST Houweling, kaderhuisarts Waar gaat het over? Kwetsbare bejaarden: zin van goede glucoseregeling, bloeddrukbehandeling lipiden en bijv. funduscontrole 3 De bejaarde

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.7 30 mei 2016 Vervallen: Gewijzigd: Gewijzigd: Nieuw: advies stoppen met roken, BMI < 25, RR > 140 en niet behandeld egfr indicatoren

Nadere informatie

Glucoseregulatie en hemodialyse

Glucoseregulatie en hemodialyse Glucoseregulatie en hemodialyse door Jessica Kranenburg Lid SIG diabetes en nefrologie Inhoud KDOQI richtlijnen Informatie uit Dialyse Document Diabetes Casussen Aanbevelingen Dialyse- en diabetesverpleegkundige

Nadere informatie

Uitwerking NHG-Standpunt. Zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2

Uitwerking NHG-Standpunt. Zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2 Dit standpunt is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 12 mei 2005. Uitwerking NHG-Standpunt Zorg voor patiënten met een veelvoorkomende chronische aandoening in de eerste lijn voor de Zorg voor

Nadere informatie

Maak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein

Maak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein Maak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein Diabetes mellitus (kortweg diabetes) is een chronische ziekte. Dat betekent dat u voor langere tijd voor deze ziekte behandeld moet worden. Bij

Nadere informatie

Fries wisselprotocol Diabetes Mellitus type 2 1. Organisatie van Diabeteszorg in Friesland Niveau 1: ongecompliceerde diabeteszorg

Fries wisselprotocol Diabetes Mellitus type 2 1. Organisatie van Diabeteszorg in Friesland Niveau 1: ongecompliceerde diabeteszorg Fries wisselprotocol Diabetes Mellitus type 2 Er wordt een overzicht gegeven van de eerder opgestelde documentatie m.b.t. organisatie van de diabeteszorg, een wisselprotocol en van de indicaties voor consultatie

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie Nederland vergrijst. Er komen steeds meer ouderen met steeds meer en verschillende soorten

Nadere informatie

27-6-2014. Disclosure. Programma. Lab-w aarden. Casus De heer J. Xxxxxxx. Langerhanssymposium. Drs. V.R. Rambharose, kaderhuisarts

27-6-2014. Disclosure. Programma. Lab-w aarden. Casus De heer J. Xxxxxxx. Langerhanssymposium. Drs. V.R. Rambharose, kaderhuisarts 1 Sociale problematiek en diabetes Een sombere werkloze man van 59 jaar, veel sociale problemen en ook nog eens diabetes Ontwikkeld door de HartVaatHAG Langerhanssymposium Juni 2014 Drs. V.R. Rambharose,

Nadere informatie

Handleiding demedicaliseren bij diabetes mellitus type 2 Auteurs

Handleiding demedicaliseren bij diabetes mellitus type 2 Auteurs Handleiding demedicaliseren bij diabetes mellitus type 2 Auteurs Dr. Nynke van der Zijl, huisarts, Vereniging Arts en Leefstijl Drs. Tamara de Weijer, huisarts, Vereniging Arts en Leefstijl Elise Kuipers,

Nadere informatie

NHG-Standaard. Richtlijnen diagnostiek

NHG-Standaard. Richtlijnen diagnostiek Richtlijnen diagnostiek Opsporing In Nederland is in 2003 bij ongeveer 600.000 mensen diabetes mellitus vastgesteld, wat neerkomt op een prevalentie van 36 mannen/1000 en 39 vrouwen/1000.15 De incidentie

Nadere informatie

Diabeteszorg aan het eind van het leven.geen Standaard. Casuïstiek Nr. 1. Vervolg. Casuïstiek Nr. 2. Vervolg 14-6-2013

Diabeteszorg aan het eind van het leven.geen Standaard. Casuïstiek Nr. 1. Vervolg. Casuïstiek Nr. 2. Vervolg 14-6-2013 Diabeteszorg aan het eind van het leven.geen Standaard Drie patiënten, driemaal onzekerheid 1 2 Casuïstiek Nr. 1 Man, 85 jr, BMI: 28, Duur DM2:15jr Medicatie: 2dd 850 mg metformine HbA1c: 48 mmol/mol (6

Nadere informatie

Richtlijn DIABETISCHE NEUROPATHIE

Richtlijn DIABETISCHE NEUROPATHIE Richtlijn DIABETISCHE NEUROPATHIE Editie 2003 Richtlijn Diabetische Neuropathie pagina 1 Verantwoording en aansprakelijkheid De Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) heeft deze richtlijnen en adviezen met

Nadere informatie

Eerstelijns ketenzorg Diabetes Mellitus type 2. Instructie voetonderzoek

Eerstelijns ketenzorg Diabetes Mellitus type 2. Instructie voetonderzoek Eerstelijns ketenzorg Diabetes Mellitus type 2 Instructie voetonderzoek 2014 ZIO (ZORG IN ONTWIKKELING) REGIO MAASTRICHT - HEUVELLAND VERSIE 1.0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Het vaststellen

Nadere informatie

Diabetes mellitus type 2: feedback op het eigen handelen

Diabetes mellitus type 2: feedback op het eigen handelen 1. Toelichting op de module Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M01 van maart 2006 (tweede herziening). Aan de hand van twee tot drie computeruitdraaien of registratiekaarten van patiënten die

Nadere informatie

Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management

Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management Deze regionale transmurale afspraak (RTA) CVRM is tot stand gekomen na overleg tussen de maatschappen interne geneeskunde

Nadere informatie

Verwijzing door huisarts of POH bij (zie ook stroomschema volgende pagina):

Verwijzing door huisarts of POH bij (zie ook stroomschema volgende pagina): Samenwerking zorgverleners t.a.v. dieetadvisering. Verwijzing door huisarts of POH bij (zie ook stroomschema volgende pagina): Het stellen van de diagnose DM. Een patiënt die niet direct na het stellen

Nadere informatie

Zorgproces HVZ. identificatie. Anamnese/ probleeminventarisatie. Gedeelde besluitvorming / Individueel Zorgplan. Follow up

Zorgproces HVZ. identificatie. Anamnese/ probleeminventarisatie. Gedeelde besluitvorming / Individueel Zorgplan. Follow up Zorgproces HVZ Het HVZ zorgproces bestaat uit 5 fasen: identificatie, anamnese/probleeminventarisatie, gedeelde besluitvorming/ individueel zorgplan, interventies en follow up. In de volgende hoofdstukken

Nadere informatie

SLA GO diabetes bv met de internisten van tergooiziekenhuizen

SLA GO diabetes bv met de internisten van tergooiziekenhuizen SLA GO diabetes bv met de internisten van tergooiziekenhuizen Karin Daemen en Jeroen de Sonnaville Joke Lanphen LTA diabetes type 2 I verwijzen voor consultatie (evt ZN korte overname behandeling) 1. Patiënten

Nadere informatie

DIABETES JAARCONTROLE

DIABETES JAARCONTROLE DIABETES JAARCONTROLE 284 Inleiding U krijgt deze folder omdat voor u afspraken gemaakt zijn voor de diabetes jaarcontrole. Mensen met diabetes type 1 of type 2 kunnen op termijn te maken krijgen met complicaties.

Nadere informatie

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 2 Inhoud Overzicht indicatoren... 2 Populatiegegevens... 2 Bloeddruk...

Nadere informatie

Toelichting op de jaarcontrole Voor mensen met diabetes mellitus

Toelichting op de jaarcontrole Voor mensen met diabetes mellitus Toelichting op de jaarcontrole Voor mensen met diabetes mellitus Afdeling interne geneeskunde Deze informatie is een aanvulling op de folder Jaarcontrole voor mensen met diabetes mellitus, die u heeft

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie februari 2018

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie februari 2018 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.10 16 februari 2018 Het NHG maakt Standaarden voor de huisarts. Voor het interne kwaliteitsbeleid van de huisarts(praktijk) maakt

Nadere informatie

Normale insulinewaarden in relatie tot maaltijden

Normale insulinewaarden in relatie tot maaltijden insulinetherapie Normale insulinewaarden in relatie tot maaltijden 70 Insuline (me/l) 60 50 40 30 20 Normale insuline waarden (gemiddeld) Maaltijden 10 0 0600 0900 12001500 1800 2100 2400 0300 0600 Tijdstip

Nadere informatie

Zorg op maat voor Diabetes type 2 Waarom ontvangt u deze folder?

Zorg op maat voor Diabetes type 2 Waarom ontvangt u deze folder? Ketenzorg Zorg op maat voor Diabetes type 2 Waarom ontvangt u deze folder? Bij u is de chronische ziekte Diabetes vastgesteld. Om zo goed mogelijk met uw ziekte om te gaan, bent u onder behandeling van

Nadere informatie

Benchmark Diabetes 2016 SEZ Zaanstreek-Waterland

Benchmark Diabetes 2016 SEZ Zaanstreek-Waterland SEZ Zaanstreek-Waterland Waterland Mvr. M.E.M. Nota Dhr. R.T. Swart Kenniscentrum voor Ketenzorg Inhoudsopgave Leeswijzer... 3 Populatiegegevens... 4 Populatiegegevens gespiegelde patiënten... 5 Proces-

Nadere informatie

Zorg op maat voor Diabetes type 2 Waarom ontvangt u deze folder?

Zorg op maat voor Diabetes type 2 Waarom ontvangt u deze folder? Zorg op maat voor Diabetes type 2 Waarom ontvangt u deze folder? Bij u is de chronische ziekte Diabetes vastgesteld. Om zo goed mogelijk met uw ziekte om te gaan, bent u onder behandeling van uw huisarts

Nadere informatie

Medicatie Stappenplan

Medicatie Stappenplan In 2018 is er door de NHG een nieuwe standaard Diabetes uitgebracht. In deze standaard is er in stap 3 en 4 van het medicatie stappenplan alternatieve medicatie toegevoegd. De basis van het stappenplan

Nadere informatie

Samen Scholing 17 mei 2011

Samen Scholing 17 mei 2011 Samen Scholing 17 mei 2011 Zorggroep GO DM bv > april 2010, nu 1 jaar oud Zorgprogramma aanpassingen 2011 Kwaliteitscie. uitgebreid met 2 POH-S KIS verder uitgebouwd met FF en mogelijkheid voor teleoogheelkunde

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van

Nadere informatie

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA A. Doel en achtergrondinformatie Doel Patiënten met chronische nierschade in een vroege fase diagnosticeren en het juiste behandeltraject inzetten om

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie oktober 2016

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie oktober 2016 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.8 3 oktober 2016 Vervallen: Gewijzigd: Gewijzigd: Nieuw: albuminurie advies stoppen met roken, I < 25, RR > 140 en niet behandeld

Nadere informatie

Nieuwsbrief Ketenzorg Friesland BV oktober 2013

Nieuwsbrief Ketenzorg Friesland BV oktober 2013 Nieuwsbrief Ketenzorg Friesland BV oktober 2013 Indicatoren 2013 en kengetallen praktijk Op dit moment zijn wij bezig met de voorbereidingen voor het aanleveren van de indicatorenrapporten 2013. Van alle

Nadere informatie

Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren

Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren Huisarts, lid DiHAG Senior-onderzoeker Diabetes kenniscentrum Disclosure Geen conflicts of interest De toekomst!!! >25% = >75 jaar Karakteristieken ouderen

Nadere informatie

Transmurale Werkafspraken Diabetes mellitus Zaanstreek

Transmurale Werkafspraken Diabetes mellitus Zaanstreek Transmurale Werkafspraken Diabetes mellitus Zaanstreek Stichting Eerstelijns Zorggroep (SEZ) Zaanstreek Waterland & Diabetesteam Zaans Medisch Centrum (ZMC) April 2014 Transmurale werkafspraken Diabetes

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Diabetes mellitus en zwangerschap. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Diabetes mellitus en zwangerschap. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis Diabetes mellitus en zwangerschap Begeleiding in het Refaja ziekenhuis DIABETES MELLITUS EN ZWANGERSCHAP BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING U heeft diabetes en bent zwanger of wilt zwanger

Nadere informatie

Voedingsrichtlijn Diabetes 2015

Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 Esther Pekel diëtist Diabetescentrum 2015 1 Voedingsrichtlijn 2015 1e wetenschappelijke onderbouwde voedingsrichtlijn DM geschreven i.o.v. de NDF in 2006. 2e herziene richtlijn

Nadere informatie

Inwendige geneeskunde. Diabetescarrousel

Inwendige geneeskunde. Diabetescarrousel Inwendige geneeskunde Diabetescarrousel 1 Diabetes mellitus, in de volksmond suikerziekte, is een aandoening waarbij het bloedglucose is verhoogd. Om de kans op complicaties te voorkomen of uit te stellen

Nadere informatie

Hart- en vaatziekten Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg

Hart- en vaatziekten Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Hart- en vaatziekten Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Heldere afspraken over de manier waarop zorgverleners u helpen en ondersteunen bij uw chronische ziekte. Inleiding U hebt een hart- of

Nadere informatie

Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie

Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie (met Humalog of Novorapid als maaltijdinsuline) Voordelen van Flexibele insuline therapie Er wordt een natuurlijk ritme nagestreefd van extra insuline aanbod

Nadere informatie

Kwaliteitsproject AVG-opleiding. Ontwikkelen individueel Diabetes Mellitus protocol

Kwaliteitsproject AVG-opleiding. Ontwikkelen individueel Diabetes Mellitus protocol Kwaliteitsproject AVG-opleiding Ontwikkelen individueel Diabetes Mellitus protocol Marjan Fischer, Stichting Ipse November 2006 1 Inleiding: In de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap vergt

Nadere informatie

Versie 2.0. Beste huisarts/ praktijkondersteuner, In dit document vindt u een overzicht van wat het benchmark traject inhoud.

Versie 2.0. Beste huisarts/ praktijkondersteuner, In dit document vindt u een overzicht van wat het benchmark traject inhoud. Beste huisarts/ praktijkondersteuner, In dit document vindt u een overzicht van wat het benchmark traject inhoud. Benchmark bijeenkomst: De benchmark is een twee uur durende bijeenkomst waarbij de aanwezige

Nadere informatie

Ketenzorg Friesland BV Zorgproducten diëtist 1e lijns Keten-DBC s Astma COPD CVRM DM2

Ketenzorg Friesland BV Zorgproducten diëtist 1e lijns Keten-DBC s Astma COPD CVRM DM2 Ketenzorg Friesland BV 2017 Zorgproducten diëtist 1e lijns Keten-DBC s Astma COPD CVRM DM2 ZORGPRODUCTEN DIËTIST INLEIDING De huisarts/praktijkondersteuner verwijst de patiënt digitaal via het Ketenzorg

Nadere informatie

Handleiding voeding. Voor de zorgprogramma s: DM2 CVRM COPD. Meditta Zorg B.V.

Handleiding voeding. Voor de zorgprogramma s: DM2 CVRM COPD. Meditta Zorg B.V. Handleiding voeding Voor de zorgprogramma s: DM2 CVRM COPD Meditta Zorg B.V. Maart 2018 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Stepped care 4 Evaluatie 4 Zorgprofielen 4 Fase van gedragsverandering 4 Zelfmanagement

Nadere informatie

Het Diabetesteam. Meenemen voor de controle: Een dagboekje met recente dagcurves. Een lijst van de medicijnen die u gebruikt.

Het Diabetesteam. Meenemen voor de controle: Een dagboekje met recente dagcurves. Een lijst van de medicijnen die u gebruikt. Het Diabetesteam Vanwege uw diabetes bent u onder behandeling bij de internist. De internist werkt nauw samen met de diabetesverpleegkundige. In deze folder wordt beschreven wat het doel is van de behandeling

Nadere informatie

Project optimalisatie zorgpad diabetes

Project optimalisatie zorgpad diabetes Aantal diabetespatiënten in NL In 2025 is het aantal diabetespatiënten in NL naar verwachting gegroeid tot meer dan 1,3 mln Project optimalisatie zorgpad diabetes 1400000 1200000 1000000 800000 740.000

Nadere informatie

Uitwerking insulinetherapie. Insuline

Uitwerking insulinetherapie. Insuline Uitwerking insulinetherapie Insuline Indien het niet (meer) lukt de glucosespiegels van patiënten met Diabetes Mellitus type 2 met orale bloedglucose verlagende middelen afdoende te reguleren - te valideren

Nadere informatie

Workshop dialyse en diabetes

Workshop dialyse en diabetes Workshop dialyse en diabetes Pretest: 5 minuten Inge Dempsey,, diabetesverpleegkundige EADV Paul Leurs, nefroloog 14 februari 2008 Beatrixhal Utrecht Prevalentie ESRD bij DM in US Prevalentie diabetes

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Zorginhoudelijke indicatoren over de kwaliteit van de diabeteszorg voor patiënten met diabetes type 2.

Zorginhoudelijke indicatoren over de kwaliteit van de diabeteszorg voor patiënten met diabetes type 2. Zorginhoudelijke indicatoren over de kwaliteit van de diabeteszorg voor patiënten met diabetes type 2. Nederlandse Diabetes Federatie 033-4480845 info@diabetesfederatie.nl Stationsplein 139 3818 LE Amersfoort

Nadere informatie

Diabetesverpleegkundige

Diabetesverpleegkundige Interne Geneeskunde Diabetes Diabetesverpleegkundige i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Een diabetesverpleegkundige is een verpleegkundige die gespecialiseerd is in diabetes. Zij begeleidt

Nadere informatie

Regionale Transmurale Afspraak ( RTA) Diabetes Mellitus type 2. Regionale Transmurale Afspraak ( RTA ) Diabetes Mellitus Type 2

Regionale Transmurale Afspraak ( RTA) Diabetes Mellitus type 2. Regionale Transmurale Afspraak ( RTA ) Diabetes Mellitus Type 2 Regionale ransmurale Afspraak ( RA) Diabetes Mellitus type 2 In gezamenlijk overleg tussen Maatschap Interne Geneeskunde JBZ, Apothekers-SW oncordant en de Zorggroepen BeRoEmD, Beter in Bommelerwaard en

Nadere informatie