KOOPAPPARTEMENTEN IN NEDERLAND. Deel I: eindrapport

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KOOPAPPARTEMENTEN IN NEDERLAND. Deel I: eindrapport"

Transcriptie

1 KOOPAPPARTEMENTEN IN NEDERLAND Deel I: eindrapport Amersfoort, 4 november 2002

2 Colofon In opdracht van: Ministerie van VROM Auteurs: Frank Bonnerman Marco Hoppesteyn Christophe de Jongh Postbus AC Amersfoort

3 VOORWOORD Via deze weg willen wij iedereen, die aan dit boeiende onderzoek heeft meegewerkt, hartelijk bedanken! Allereerst de bijna (!) respondenten, die de enquête hebben ingevuld en teruggestuurd. Mede voor hen is door ons een samenvatting van het onderzoek gemaakt. Verder willen we de 12 sleutelfiguren uit de markt dank zeggen, die via een direct interview ons veel bruikbare informatie hebben verstrekt. En natuurlijk kijken we terug op de constructieve en geduldige bijdragen van de interne begeleidingscommissie van het Ministerie van VROM en de projectleider. Zonder hen was dit ogenschijnlijk overzichtelijke, maar in werkelijkheid gecompliceerde, onderzoeksproject niet gerealiseerd! Het onderzoeksteam koopappartementen, BV te Amersfoort

4 INHOUD Samenvatting...I t/m X 1 Inleiding Koopappartementen in Nederland Koopappartementenmarkt in aantallen Koopappartementenmarkt: bewoners en onderhoudsstaat Verenigingen van Eigenaren van koopappartementen in Nederland VvE's: aantallen, samenstelling en activiteit Functioneren VvE's en beoordeling onderhoudsstaat woongebouw Functioneren VvE's en hun onderhoudsactiviteit Meningen in de markt: interviews met sleutelfiguren Uitkomst van het imago-onderzoek van de VvE-markt Aanbevelingen toekomstig beleid Conclusies uit interviews Conclusies en aanbevelingen Algemene conclusies Aanbevelingen Bijlagen: Bijlage 1 Lijst van geïnterviewde sleutelfiguren VvE-onderzoek VROM januari-februari Bijlage 2 Begrippenlijst Q:\Afdelingen\P V M\Cluster Redactie\Inhoud VROM internet\wonen\onderzoek naar wonen\vve's\koopappartementen in Nederland Deel I.doc

5 SAMENVATTING Eind 2001 heeft het Ministerie van VROM opdracht gegeven voor een breed onderzoek naar het functioneren van de koopappartementenmarkt in Nederland en, daarmee samenhangend, het functioneren van de Verenigingen van Eigenaren. Aanleiding van het onderzoek De koopappartementenmarkt heeft een slecht imago. In de politiek en in de media gaat het gerucht dat Verenigingen van Eigenaren niet goed functioneren. Dit zou op sommige plaatsen merkbaar zijn door achterstallig onderhoud aan woongebouwen en een slechte financiële positie van VvE's. Vandaar dat een wijziging van het appartementsrecht op handen is. Er is een wetsvoorstel gedaan dat onder andere een verbetering van het functioneren van nieuw op te richten VvE's beoogt 1. Deze negatieve geluiden komen echter niet overeen met de empirische data waarover VROM beschikte (WoningBehoefte Onderzoek 1998 en Kwalitatieve Woning Registratie 1995). Bij de politieke discussie over de verkoop van huurwoningen en de Wet Bevordering Eigenwoningbezit, werd bovendien duidelijk dat het schort aan inzicht in de koopappartementenmarkt in Nederland. Betrouwbare kennis van de stand van zaken is belangrijk, want de omvang van de koopappartementenmarkt lijkt de komende jaren fors te gaan groeien, als gevolg van nieuwbouw en de verkoop van huurwoningen. Met een goed beeld van de huidige situatie, kunnen de consequenties van toekomstige ontwikkelingen beter ingeschat worden. In dit onderzoek wordt onder een koopappartement verstaan: een zelfstandige koopwoning, die deel uitmaakt van een gebouw, gesplitst in appartementsrechten en wordt bewoond door de eigenaar. De Vereniging van Eigenaren (VvE) is de wettelijk verplichte rechtspersoon die het beheer voert over de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw en tevens toeziet op nakoming van de verplichtingen van de appartementseigenaren. Doel van het onderzoek Een actueel beeld schetsen van de markt van koopappartementen in Nederland. Inzicht verwerven in het functioneren, de omvang en de aard van de Verenigingen van Eigenaren van koopappartementen. 1 In dit voorstel wordt gepleit voor strengere voorschriften in het Burgerlijk Wetboek voor toekomstige nog op te richten VvE's: een verplicht onderhoudsfonds en verplichte informatie bij verkoop over het fonds, de individuele bijdragen en schulden en baten. Voor bestaande VvE's wordt voorgesteld de mogelijkheid tot wijziging van de akte van splitsing te vereenvoudigen. Zie: Voorstellen Werkgroep Herziening Appartementsrecht o.l.v. prof. Van Velten met deelname van o.a. KNB, VROM, Justitie, VNG. (Bron: VvE-belang) I

6 Onderzoeksvragen Het onderzoek is gericht op verschillende aspecten van de koopappartementenmarkt: het imago, de staat van onderhoud, de financiering en het functioneren van de VvE's. Dit heeft geleid tot zes onderzoeksvragen: 1. Hoe ziet de koopappartementenmarkt in Nederland eruit wat betreft: type woningen; kenmerken bewoners; ruimtelijke spreiding. 2. In hoeverre hangen specifieke kenmerken van de woning, woonomgeving, of de bewoners, samen met de staat van onderhoud van het koopappartement? 3. Is er sprake van onderhoudsproblematiek onder koopappartementen, en zo ja, hoe verhoudt de ernst van de problematiek zich met die in andere deelmarkten? 4. Hoe ziet de populatie van de VvE's met koopappartementen eruit, hoe is het gesteld met het functioneren van de VvE's, wat zijn de mogelijke oorzaken van het (dis)functioneren? 5. Welke samenhang is er tussen het (goed of) slecht functioneren van een VvE en de staat van onderhoud van een appartementengebouw? 6. Wat is de visie van de marktpartijen over het functioneren van VvE's, welke oplossingsrichtingen zien zij voor verbetering, en welke oplossingsrichtingen zijn kansrijk? Onderzoeksopzet Het onderzoek is uitgevoerd in de periode december 2001 april 2002 aan de hand van drie deelonderzoeken: 1. Onderzoek op basis van bestaande databronnen: het WoningBehoefte Onderzoek (WBO) 1998 en de Kwalitatieve Woning Registratie (KWR) Een schriftelijke enquête onder 6000 eigenaren van koopappartementen en via hen de bestuurders van hun Verenigingen van Eigenaren (januari 2002). 3. Een inventarisatie van meningen van markpartijen: interviews onder een selectie van twaalf sleutelinformanten uit de markt (januari 2002). Koopappartementen in Nederland: een groeimarkt met twee gezichten Eén van de snelst groeiende deelmarkten Nederland telt begin 2002 naar schatting koopappartementen. Dit betreft ruim 10% van de markt van koopwoningen in Nederland. De koopappartementenmarkt is een groeimarkt. Tussen 1994 en 2002 is het aantal koopappartementen met 45% gegroeid. Tweederde van de groei is het gevolg van nieuwbouw, eenderde van splitsing en verkoop van huurcomplexen. Mocht de groei van de koopappartementenmarkt in de toekomst gelijk blijven, dan zal het aantal koopappartementen oplopen tot circa in Het is daarmee een van de snelst groeiende deelmarkten van de Nederlandse woningmarkt. Koopappartementen vooral in de randstad Koopappartementen zijn relatief sterk geconcentreerd in het westen van het land (Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht). Maar liefst driekwart (74%) van alle koopappartementen in Nederland bevond zich begin 2001 in het westen. Koopappartementen zijn, bij uitstek, een stedelijk verschijnsel. Ruim 60% van II

7 alle koopappartementen bevindt zich in een stad met meer dan inwoners. De aanwezigheid van koopappartementen is in grotere steden des te opvallender omdat eengezins koopwoningen hier ondervertegenwoordigd zijn. Binnen de steden zijn koopappartementen geconcentreerd in of nabij het stedelijk centrum. De markt van koopappartementen in het noorden en in de steden Rotterdam en Den Haag wordt gekenmerkt door een grote goedkope voorraad. De Amsterdamse markt onderscheidt zich door een hoog prijsniveau. Koopappartement: eigen woning voor huishoudens met een smallere beurs Voor een snel groeiende deelmarkt, telt de koopappartementenmarkt relatief veel oudere woningen. Begin 2001 was nog bijna de helft van alle woningen van vóór Bijna een kwart is vooroorlogs. Veel van deze woningen zijn gebouwd als huurappartement en hebben in een later stadium door splitsing en verkoop hun huidige status gekregen. Koopappartementen zijn in de regel kleiner en goedkoper dan eengezinswoningen. Koopappartementen vormen daarom bij uitstek een markt voor kleine huishoudens en huishoudens met een wat smallere beurs. In lijn hiermee kent de koopappartementenmarkt een oververtegenwoordiging van alleenstaanden en jongere huishoudens tot 35 jaar. In het geval er kinderen komen, verlaat men deze woningen, getuige het relatief lage aandeel gezinnen met kinderen (minder dan 20%). Door de speciale kenmerken van koopappartementen als gelijkvloers, doorgaans klein, beschut, gezamenlijk onderhoud, is dit deel van de woningmarkt ook populair bij ouderen. Buiten de randstad worden koopappartementen naar verhouding vaak bewoond door ouderen, in het bijzonder 75- plussers. In de drie grote steden spelen bovendien gezinnen een rol van betekenis op de koopappartementenmarkt. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat meer huishoudens noodgedwongen in koopappartementen wonen (eengezins koopwoningen zijn relatief schaars), anderzijds is het imago van koopappartementen in de vier grote steden anders (eerder een volwaardig alternatief voor eengezins koop). Markt met twee gezichten De koopappartementenmarkt heeft twee gezichten. Enerzijds herbergt deze deelmarkt relatief veel lage inkomens, allochtonen en buiten de randstad ouderen. Anderzijds zijn eigenaren van koopappartementen veel vaker hoog opgeleid en hebben ze, veel vaker dan het gemiddelde Nederlandse huishouden, een hoog inkomen. Appartementseigenaren: tevreden over onderhoudsstaat woning Bewoners van koopappartementen zijn, over het algemeen, tevreden over de technische onderhoudsstaat van hun woning. Niet meer dan 6% van alle bewoners gaf in 1998 aan de woning als slecht onderhouden te beoordelen. Uit de onderzoeksresultaten dringt zich het beeld op dat de onderhoudsproblematiek binnen de koopappartementenmarkt zich concentreert bij huishoudens in de leeftijdscategorie van 34 tot 55 jaar die minder draagkrachtig zijn, reeds langere tijd het appartement bewonen, en wellicht een gezin vormen. In de wooncarrière van deze huishoudens vormt het koopappartement de hoogste trede op de woonladder. III

8 Uit de schriftelijke enquête blijkt dat de ontevredenheid over de onderhoudsstaat van het woongebouw groter is dan die over de onderhoudsstaat van het koopappartement. Met dit resultaat zijn echter niet direct conclusies te trekken ten aanzien van het verschil in fysieke (objectieve) onderhoudsstaat tussen woongebouw en koopappartement. Het is namelijk niet ondenkbaar dat de eigenaar-bewoners wat minder kritisch staan tegenover de onderhoudsstaat van het eigen appartement dan tegenover de onderhoudsstaat van het gebouw. Onderhoudsstaat koopappartementen beter dan eengezins koopwoningen en aanzienlijk beter dan particulier verhuurde appartementen. Op basis van de Kwalitatieve Woning Registratie (KWR) kan de conclusie worden getrokken dat de kosten van de onderhoudsachterstand (aan woning en woongebouw) per woning voor koopappartementen gemiddeld lager liggen dan voor eengezins koopwoningen. In de periode lagen de gemiddelde kosten, om een koopappartement in Nederland weer in een technisch goede staat te herstellen, op 2,6% van de nieuwbouwwaarde van de woning, ofwel ongeveer 1.600,-. Bij eengezins koopwoningen zijn de vergelijkbare cijfers 4,3%, respectievelijk 3.100,-. Dit geeft aan dat de onderhoudsproblematiek op de koopappartementenmarkt minder groot is dan 'geluiden in de markt' suggereren. Uit de KWR blijkt dat de particulier verhuurde appartementen qua onderhoudsstaat relatief het slechtst uit de bus komen (4,8%, respectievelijk 2.600,- ). Samen met het gegeven dat huurappartementen op grond van hun fysieke voorkomen niet te onderscheiden zijn van koopappartementen, zou dit een deel van de verklaring kunnen zijn voor het ten onrechte slechte imago van koopappartementen in de markt en in de media. VvE's: bonte verzameling naar omvang, samenstelling en ouderdom De eigenaren van de koopappartementen in Nederland zijn begin 2002 georganiseerd in naar schatting VvE's. De omvang van VvE's loopt uiteen van zeer veel kleine complexen van 2 à 3 appartementen tot enkele van meer dan 100 appartementen. De grootste VvE in het onderzoek telde 500 appartementen. Gemiddeld telt een VvE in Nederland iets meer dan 6 koopappartementen. Ongeveer eenderde van de VvE's (18.300) omvat, naast koopappartementen, ook huurappartementen. Dit zijn zogenaamde gemengde VvE's, waarbij een deel van de appartementen particulier verhuurd wordt. Meer dan de helft van de VvE's heeft een vooroorlogs woongebouw in beheer. Bijna driekwart (71%) van de VvE's is te vinden in een van de drie randstadprovincies Noord-Holland, Zuid-Holland of Utrecht. De helft (49%) van de VvE's is gesitueerd in de vier grote steden. Organisatie VvE's: tweederde heeft bestuur, meer dan de helft pleegt groot onderhoud Het onderzoek heeft onder andere tot doel inzicht te verwerven in het functioneren van VvE's. Onderscheid daarbij wordt gemaakt naar de formele activiteit en de materiële activiteit van VvE's. De formele activiteit van VvE's heeft te maken met organisatorische, technische en financiële aspecten. In het onderzoek zijn vijf indicatoren voor formele activiteit gehanteerd, te weten: het hebben van een bestuurder; IV

9 de vergaderfrequentie; het innen van een periodieke, financiële bijdrage; het aanhouden van een reservefonds voor groot onderhoud, en; het hebben van een schriftelijk meerjaren onderhoudsplan. Voor de materiële activiteit wordt het daadwerkelijk plegen van groot onderhoud als indicator gehanteerd. De belangrijkste onderzoeksresultaten zijn: Formele activiteit Bijna tweederde (64%) van de VvE's heeft een (professioneel) bestuurder of tenminste een eigenaar in de gelederen die de financiële zaken en het onderhoud regelt. Driekwart van de VvE's (74%) int een periodieke, financiële bijdrage (vaak voor servicekosten) onder leden. Bijna eenderde (31%) kent een periodieke bijdrage aan een reservefonds voor onderhoud. Eenderde (33%) heeft een schriftelijk meerjaren onderhoudsplan. Materiële activiteit Ongeveer 56% van alle VvE's heeft de laatste twee jaar groot onderhoud gepleegd aan de gemeenschappelijke bouwdelen van het woongebouw. Dit leidt tot een niet onbelangrijke constatering: niet minder dan 44% van alle VvE's heeft recent niets gedaan aan groot onderhoud. Toch beoordelen slechts bij 4,5% van alle VvE's de eigenaar-bewoners en bestuurders het onderhoud van de gemeenschappelijke bouwdelen als slecht. Onderhoudsstaat woongebouwen: in het algemeen goed, problemen vooral in Rotterdam, Den Haag en bij VvE's in kleine portiekflats Voor woongebouwen van VvE's met koopappartementen geldt een vergelijkbare conclusie als voor de koopappartementen zelf: de onderhoudsproblematiek is op landelijk niveau beperkt. Dit blijkt zowel uit de objectieve meting van onderhoudsachterstanden via herstelkosten (KWR 2000) als uit de subjectieve oordelen van bewoners over de onderhoudsstaat van hun woongebouw (WBO 1998, enquête ). De zorg gaat uit naar deelsegmenten binnen de VvEpopulatie. Achterstallig onderhoud vooral in Rotterdam en Den Haag Koopappartementen met hoge kosten aan de gemeenschappelijke bouwdelen zijn vooral gelegen in Zuid-Holland, met name in Rotterdam en Den Haag, en in steden met meer dan inwoners. Binnen de steden gaat het met name om de centrale binnensteden. De geraamde onderhoudskosten van de koopappartementen in Utrecht, en met name Amsterdam, liggen beneden het landelijk gemiddelde. In de hoofdstad hangt dit wellicht samen met het feit dat veel appartementseigenaren aldaar een relatief hoog inkomen hebben (vergeleken met de gemiddelde appartementseigenaar). Oudere en kleinere woongebouwen kennen grootste onderhoudsproblemen VvE's met een grotere kans op achterstallig onderhoud zijn over het algemeen te vinden in middelgrote en kleinere woongebouwen (gemeten in zowel aantal appartementen als bouwlagen). Opmerkelijk is dat VvE's in de kleinste woongebouwen (met hooguit 2 appartementen) beter dan gemiddeld scoren op zowel het oordeel over de onderhoudsstaat als het plegen van groot onderhoud. V

10 De ouderdom van het woongebouw hangt sterk samen met de onderhoudsstaat. Hoe ouder, hoe groter het risico op onderhoudsachterstanden. Bij VvE's in kleine woongebouwen (tot drie bouwlagen) van voor de oorlog zijn de risico's op achterstallig onderhoud aan gemeenschappelijke bouwdelen over het algemeen het grootst. Onderhoudsstaat woongebouwen bij gemengde VvE's niet slechter dan bij nietgemengde Een belangrijk resultaat van de enquête heeft betrekking op het onderscheid gemengde/ niet-gemengde VvE. Aan woongebouwen van gemengde VvE's wordt ongeveer even vaak groot onderhoud gepleegd als aan woongebouwen van nietgemengde VvE's. Woongebouwen van gemengde VvE's ontvangen wél een slechter oordeel van eigenaren en bestuurders dan woongebouwen van nietgemengde VvE's. Nadere analyse wijst echter uit dat dit beoordelingsverschil niet veroorzaakt wordt door het onderscheid gemengd/ niet-gemengd, maar samenhangt met het feit dat gemengde VvE's vaker gesitueerd zijn in 'kwetsbare' woongebouwen (wat vaker oud en/ of vaker klein, middelgroot). Risicogroepen: relatie tussen woonduur en onderhoud opvallend Bewonersgroepen die, indien dominant aanwezig in het woongebouw, samenhang vertonen met een slechte technische onderhoudsstaat zijn: middenleeftijden (35-55 jaar), alleenstaanden in kleine woongebouwen, gezinnen in grotere woongebouwen en lage inkomens in kleine woongebouwen. Verder valt op dat een lange woonduur (langer dan 15 jaar) gepaard gaat met achterblijvend onderhoud. Voormalige huurders beoordelen woongebouw vaker slecht Eigenaar-bewoners in VvE's met relatief veel lage inkomens, veel middenleeftijden (45 tot 55 jaar), veel gezinnen met kinderen en veel bewoners met een langere woonduur (langer dan 15 jaar) beoordelen hun woongebouw vaker slecht. Eigenaren die voorheen huurder van het appartement waren, beoordelen het woongebouw van de VvE eveneens vaker als slecht onderhouden. Uit nadere analyse blijkt dat dit voortkomt uit andere factoren (bijvoorbeeld inkomen, bouwperiode en omvang van het woongebouw). Een ligging in een dorps woonmilieu gaat gepaard met een gunstig oordeel. De etnische achtergrond van eigenaar-bewoners lijkt geen invloed te hebben op de onderhoudsstaat van het individuele appartement, noch op dat van het woongebouw. Verband functioneren VvE tevredenheid onderhoudsstaat niet eenduidig Het verband tussen het functioneren van de VvE en de tevredenheid met de onderhoudsstaat verschilt sterk per gehanteerde indicator voor formele, dan wel materiële activiteit: Periodiek uitvoeren van onderhoud leidt tot positieve waardering onderhoudsstaat Het blijkt dat de onderhoudsstaat van woongebouwen beter wordt beoordeeld, indien de VvE recent groot onderhoud (afgelopen twee jaar) heeft gepleegd. VI

11 Deze indicator voor materiële activiteit verklaart veel meer van het oordeel van leden van VvE's over het woongebouw dan de vijf indicatoren van formele activiteit. Geen van de indicatoren voor formele activiteit van de VvE blijkt rechtstreeks bij te dragen aan een positief oordeel. Aanwezigheid bestuur niet direct van invloed op beoordeling onderhoudsstaat Op het eerste gezicht is er nauwelijks verschil tussen oordelen over woongebouwen van VvE's met of zonder bestuurder. De bewoners en bestuurders van VvE's met een bestuurder of voorzitter beoordelen de onderhoudsstaat van hun woongebouw niet beter of slechter dan bewoners van VvE's zonder bestuurder of voorzitter. Nadere analyse wijst echter uit dat woongebouwen van VvE's zonder bestuurder, gecorrigeerd voor de activiteit op het vlak van groot onderhoud en andere kenmerken, veel slechter worden beoordeeld dan van VvE's met een professionele bestuurder. Zelfbestuur goed beoordeeld, uitbesteed bestuur levert niet meer tevredenheid met onderhoudsstaat op Onder VvE's waarbij het bestuur uit VvE-leden bestaat ("zelfbestuur") wordt de onderhoudsstaat van het woongebouw aanmerkelijk gunstiger beoordeeld dan onder VvE's met een professioneel bestuurder (respectievelijk 3,3% en 9,4% slecht beoordeelde woongebouwen). Ook na correctie voor verstorende invloeden is dit het geval. Het uitbesteden van het bestuur aan betaalde, professionele beheerders (medewerker administratiekantoor, makelaarskantoor) is dus geen garantie voor tevredenheid over de onderhoudsstaat. Ook hier geldt dat het beoordelen van beheerders van buiten de VvE een kritisch oordeel in de hand werkt. Schriftelijk onderhoudsplan geen garantie voor tevredenheid onderhoudsstaat Het hebben van een schriftelijk meerjaren onderhoudsplan, het betalen van een periodieke, financiële bijdrage en de frequentie van vergaderen blijkt geen directe samenhang te hebben met een goed oordeel over het woongebouw. Reservefonds voor onderhoud indirect effect op oordeel onderhoudsstaat Een periodieke bijdrage aan een reservefonds voor onderhoud blijkt pas na correctie voor de aanwezigheid van een bestuurder en de onderhoudsactiviteit een positieve invloed op het oordeel over de onderhoudsstaat te hebben. Visie marktpartijen: beheer kleine en oudere VvE's niet in trek, gezamenlijke inspanning is noodzakelijk Uit de interviews met 12 deskundigen in de Nederlands koopappartementenmarkt blijkt dat de professionals de markt van koopappartementen niet alleen als een probleemmarkt zien. De VvE's van recent gebouwde en grote woongebouwen functioneren over het algemeen goed. Uit de gevraagde schattingen blijkt dat de geïnterviewden een zeer verschillend beeld hebben over de omvang en de kwaliteit van de markt van koopappartementen. De ramingen over de omvang en de kwaliteit wijken sterk af van de uitkomsten van dit onderzoek. Ook blijkt dat de gebruikte terminologie nogal verwarrend is. VII

12 Er wordt alom een groei van de markt verwacht door de toenemende vraag naar koopappartementen door ouderen en door de verkoop van huurappartementen. Als grootste knelpunt in de markt wordt het onderhoud en het beheer van de kleine, vooral voor de oorlog gebouwde appartementen aangegeven. De recent voorgestelde wetswijziging in het Burgerlijk Wetboek biedt juist voor deze groep geen oplossing omdat de wet niet met terugwerkende kracht een verplicht onderhoudsfonds kan voorschrijven. Aanbevolen wordt de voorlichting aan nieuwe en zittende eigenaren te verbeteren en de professionalisering van het appartementenbeheer te bevorderen. Als aanvullend instrument wordt aanbevolen de kleine VvE's (financieel) te steunen met extra voorlichting, opleidingen, goedkope leningen en stimuleringsbijdragen voor bijvoorbeeld onderhoudsplannen. Vrijwel alle partijen zijn bereid om een actieve (personele en/ of financiële) bijdrage te leveren aan een gezamenlijke kwaliteitsverbetering van het beheer van koopappartementen. Voor VROM wordt een belangrijke regierol weggelegd om dit proces te versnellen. Treffende citaten uit de interviews, januari 2002 "Het besturen van een VvE is een vak apart: je moet een schaap met vijf poten zijn. Het is verstandig om daarbij een goed onderscheid te maken tussen de rol van de voorzitter van de vereniging en de rol van de bestuurder die het beheer uitvoert. Ons vak wordt ten onrechte niet hoog gewaardeerd." "We hebben het nog niet gehad over appartementengebouwen die zo slecht zijn dat investeren eigenlijk niet meer loont. Wat doe je in zo'n geval? Wie neemt het initiatief tot sloop en vervangende nieuwbouw?" "Weet u waarover ik me zorgen maak: dat de grote banken geen hypotheken meer geven in bepaalde wijken met veel appartementen, hier duikt het grijze geldcircuit op: kopers zitten aan alle kanten klem." "Waar zit de crux? Er gaat heel veel goed in de VvE-markt, maar veel makelaars en notarissen laten de kerk in het midden. Ze geven onvoldoende harde voorlichting aan de koper over wat de plichten en risico's zijn bij de koop van het appartement. Wie doet daar wat aan?" "Iedereen heeft het altijd over een eigen huis. Maar er is een groot verschil tussen een eigen appartement en een eigen - grondgebonden - huis. Die terminologie - een duidelijk onderscheid tussen een eigen huis en een eigen appartement - zou in de toekomst bij alle PR, verkoopadvertenties, beleidsstukken, consequent gebruikt moeten worden. Dat is het begin van de imagoverbetering van het eigen appartement." Algemene conclusies en aanbevelingen Meer inzicht in functioneren koopappartementenmarkt levert geen verklaring voor negatief imago Het kwantitatieve en kwalitatieve inzicht in de landelijke koopappartementenmarkt was tot voor kort beperkt. Dit onderzoek geeft een nuttig inzicht in een deel van de landelijke appartementenmarkt. Het onderzoek werpt ook nieuwe vragen op. Met name de vraag waar het negatieve imago van de koopwoningenmarkt vandaan komt, is nog niet afdoende beantwoord. Wordt het veroor- VIII

13 zaakt door het kleine deelsegment van goedkopere koopappartementen, waar lagere inkomensgroepen wonen. Of worden koopappartementen op één hoop gegooid met de markt van huurappartementen van particuliere eigenaren? Om de koopappartementen beter te positioneren is aanbevolen om in toekomstige beleidsnota's het begrip koopappartement apart te positioneren als 'een zelfstandige koopwoning die wordt bewoond door de eigenaar en die deel uitmaakt van een gebouw dat is gesplitst in appartementsrechten'. Deze positionering kan worden uitgedragen in een korte voorlichtingscampagne (folder) over de rechten en plichten van appartementseigenaren. (Als tegenwicht tegen de negatieve beeldvorming in de campagne 'Huren, dat kan natuurlijk ook'). Onderhoudstaat van koopappartementen en woongebouwen is in het algemeen prima in orde; zorg gaat uit naar deelsegmenten In de periode lagen de gemiddelde kosten om een koopappartement in Nederland weer in een technisch goede staat te herstellen op 2,6% van de nieuwbouwwaarde van de woning, ofwel ongeveer 1.600,-. Dat is een aanzienlijk betere score dan die van eengezins koopwoningen of huurappartementen. Ook de eigenaren zelf toonden zich tevreden. Problemen doen zich voor bij minder draagkrachtige huishoudens, met een lange woonduur, in de oudere voorraad. Voor de woongebouwen waarin zich VvE's met koopappartementen bevinden, geldt een vergelijkbare conclusie als voor de koopappartementen zelf: geen grote problematiek op landelijk niveau, wel in deelsegmenten. Oude woongebouwen, en die van middelgrote en kleinere VvE's worden slecht beoordeeld. Om de staat van onderhoud in dit segment en de risico's op termijn goed in beeld te krijgen, is nader onderzoek, liefst met een periodieke monitoring, noodzakelijk. Appartementseigenaren zijn vaak niet voldoende geïnformeerd; een onafhankelijk kenniscentrum kan daarin voorzien Voor effectief onderhoud van een appartementencomplex is deskundigheid van de VvE-bestuurders en een actieve, kritische opstelling van de appartementseigenaren vereist. Bestuurders en eigenaren blijken echter niet altijd te beschikken over de noodzakelijke, onafhankelijke informatie. Er is op dit moment ook nog geen centraal informatiepunt. Aanbevolen wordt daarom aan VROM, de belangenorganisaties en dienstverleners om het vele bestaande voorlichtingsmateriaal te bundelen in één landelijk loket en website. Dit samenwerkingsverband kan wellicht worden uitgebouwd tot platform en kenniscentrum voor scholing, onderzoek en productontwikkeling voor de koopappartementenmarkt. Dit platform of kenniscentrum zou gezamenlijk gefinancierd kunnen worden door bijvoorbeeld de (rijks)overheid, door de betrokken belangenorganisaties, de beroepsgroepen zoals de NVM en het notariaat en uit de inkomsten uit opleidingen en verkoop van kennis. Vele partijen hebben zich bereid verklaard een concrete bijdrage te leveren aan een landelijke bundeling van kennis en dienstverlening aan de eigenaren van koopappartementen en hun VvE's. IX

14 Sommige VvE's, met name in kwetsbare deelsegmenten, kunnen stimulansen en ondersteuning bij de uitvoering van het beheer gebruiken. Tweederde van de Verenigingen van Eigenaren met koopappartementen functioneert op papier naar behoren. Het risico van achterstallig onderhoud doet zich vooral voor bij de kleinere, vooroorlogse VvE. De voorgestelde wijziging van het Burgerlijk Wetboek biedt daar geen oplossing voor. Om problemen te voorkomen wordt aanbevolen om het initiatief wetsvoorstel zo snel mogelijk te realiseren en daarnaast enkele landelijke en lokale instrumenten te introduceren ter bevordering van het functioneren van bestaande VvE's. Hierbij kan gedacht worden aan: Financiële voorzieningen voor VvE's zoals: eenvoudigere collectieve financiering; verlaging van het BTW-tarief voor VvE-beheer; gratis of goedkoop onderhoudsplan voor VvE's. Introductie van een kwaliteitsstandaard voor het meerjaren onderhoud en het beheer van VvE's. Specifiek stimuleringsbeleid voor particuliere woningverbetering, in het kader van de stedelijke vernieuwing. X

15 1 INLEIDING Dit is deel I van het rapport "Koopappartementen in Nederland". Het betreft de eindrapportage van het onderzoek en bevat de belangrijkste resultaten van deel II, het onderzoeksrapport. Aanleiding van het onderzoek De koopappartementenmarkt heeft een slecht imago. In de politiek en in de media gaat het gerucht dat Verenigingen van Eigenaren niet goed functioneren. Dit zou op sommige plaatsen merkbaar zijn door achterstallig onderhoud aan woongebouwen en een slechte financiële positie van VvE's. Deze geluiden komen niet overeen met de empirische data waarover VROM beschikte (Woningbehoefte Onderzoek 1998 en Kwalitatieve Woning Registratie 1995). De tweede aanleiding voor dit onderzoek ligt in de op handen zijnde wijziging van het appartementsrecht. Er is een wetsvoorstel gedaan dat, onder andere, een verbetering van het functioneren van nieuw op te richten VvE's beoogt 2. Ten derde bestaat de algemene indruk van onbekendheid met de markt van koopappartementen en hun VvE's. Bij de politieke discussie over de verkoop van huurwoningen en de Wet Bevordering Eigenwoningbezit, werd duidelijk dat het schort aan inzicht in de koopappartementenmarkt in Nederland. De laatste aanleiding is de verwachting dat de omvang van de koopappartementenmarkt de komende jaren fors zal groeien als gevolg van nieuwbouw en de verkoop van huurwoningen. Met een goed beeld van de huidige situatie kunnen de consequenties van toekomstige ontwikkelingen beter ingeschat worden. In dit onderzoek wordt onder een koopappartement verstaan: een zelfstandige koopwoning, die deel uitmaakt van een gebouw, gesplitst in appartementsrechten en wordt bewoond door de eigenaar. De Vereniging van Eigenaren (VvE) is de wettelijk verplichte rechtspersoon die het beheer voert over de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw en tevens toeziet op nakoming van de verplichtingen van de appartementseigenaren. Doel van het onderzoek Een actueel beeld schetsen van de markt van koopappartementen in Nederland. Inzicht verwerven in het functioneren, de omvang en de aard van de Verenigingen van Eigenaren van koopappartementen. Onderzoeksvragen Het onderzoek is gericht op vier verschillende aspecten van de koopappartementenmarkt: het imago, de staat van onderhoud, de financiering en het functioneren van de VvE's. Dit heeft geleid tot de volgende onderzoeksvragen: 2 In dit voorstel wordt gepleit voor strengere voorschriften in het Burgerlijk Wetboek voor toekomstige nog op te richten VvE's: een verplicht onderhoudsfonds, en verplichte informatie bij verkoop over het fonds, de individuele bijdragen en schulden en baten. Voor bestaande VvE's wordt voorgesteld de mogelijkheid tot wijziging van de akte van splitsing te vereenvoudigen. Nu is instemming van alle eigenaren noodzakelijk, voorgesteld wordt om dit te wijzigen in een quorum van minimaal 4/5. Zie: Voorstellen Werkgroep Herziening Appartementsrecht o.l.v. prof. Van Velten met deelname van o.a. KNB, VROM, Justitie, VNG. (Bron: VvE-belang) 1

16 1. Hoe ziet de koopappartementenmarkt in Nederland eruit wat betreft: woningen; bewoners; ruimtelijke spreiding. 2. In hoeverre hangen aspecten van de woning, woonomgeving, of de bewoners samen met de staat van onderhoud van het koopappartement? 3. Is er sprake van onderhoudsproblematiek onder koopappartementen en zo ja, hoe verhoudt de ernst van de problematiek zich met die in andere deelmarkten? 4. Hoe ziet de populatie van de VvE's met koopappartementen eruit, hoe is het gesteld met het functioneren van de VvE's, wat zijn de mogelijke oorzaken van het (dis)functioneren? 5. Welke samenhang is er tussen het (goed of) slecht functioneren van een VvE en de staat van onderhoud van een appartementsgebouw? 6. Wat is de visie van de marktpartijen over het functioneren van VvE's, welke oplossingsrichtingen zien zij voor verbetering, en welke oplossingsrichtingen zijn kansrijk? Gebruikte bronnen Om direct inzicht te krijgen in de praktijkervaringen en meningen van marktpartijen zijn interviews gehouden met 12 deskundigen op het gebied van koopappartementen. Daarnaast zijn verschillende databronnen geanalyseerd, die elkaar soms overlappen. Gebleken is dat de waarde van de bronnen afhankelijk is van het te meten aspect van koopappartementen. In dit rapport wordt voor de verschillende onderwerpen dan ook gebruik gemaakt van de bronnen die daarvoor het meest relevant zijn: Als het gaat om een objectieve meting van de onderhoudsstaat van koopappartementen en de gebouwen waarvan ze deel uitmaken, vormt de Kwalitatieve Woning Registratie 2000 de meest geschikte databron (KWR 2000, zie begrippenlijst). In de KWR worden van iedere geïnspecteerde woning herstelkosten berekend voor het opheffen van geconstateerde bouwtechnische gebreken. Om meer te weten te komen van de mening van bewoners over de onderhoudsstaat van hun woning of het woongebouw (tevredenheid), is gebruik gemaakt van het WoningBehoefte Onderzoek 1998 (WBO 1998) of van een schriftelijke enquête van in 2002 die speciaal voor dit onderzoek is gehouden in februari De enquête is gehouden onder eigenaren van koopappartementen en (via hen) de bestuurders van hun VvE's. Zowel in het WBO als in de enquête van is bewoners gevraagd naar hun oordeel over de onderhoudsstaat van de woning. In de schriftelijke enquête van is tevens gevraagd naar het oordeel van respondenten over de onderhoudsstaat van de gemeenschappelijke bouwdelen van het woongebouw waartoe de woning behoort. De enquête van is eveneens ontworpen om inzicht te verkrijgen in de populatie van VvE's. Het gaat dan om bijvoorbeeld het (dis)functioneren van VvE's of om de tevredenheid met de onderhoudsstaat van woongebouwen waarin VvE's gesitueerd zijn. Naast eigenaren zijn, via de enquête, ook bestuurders benaderd (waaronder professionele bestuurders), zodat tevens aandacht besteed wordt aan de mening van bestuurders van VvE's. 2

17 Respons op de schriftelijke enquête van De enquête van is in januari 2002 uitgezet onder een steekproef van eigenaar-bewoners van koopappartementen. Elke bewonersenquête ging vergezeld van een enquête voor de bestuurder of voorzitter (eventueel een professional). In totaal zijn ca ingevulde bewoners- en ingevulde bestuurdersenquêtes geretourneerd binnen de gestelde termijn. Dit komt neer op een respons van 41% onder eigenaar-bewoners van koopappartementen. Opbouw eindrapport Het rapport is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 staat het koopappartement en zijn bewoner centraal. Hoofdthema's zijn: de karakteristieken van de markt, de onderhoudsstaat van koopappartementen en de relatie met aspecten van bewoner, appartement, woongebouw en woonmilieu. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een vergelijking van de onderhoudsstaat van koopappartementen met andere deelmarkten. Hoofdstuk 3 richt de aandacht op de Verenigingen van Eigenaren van koopappartementen. Eerst wordt de populatie VvE's beschreven naar kenmerken. Naast kenmerken zoals aantal, omvang en geografische spreiding wordt gekeken naar (indicatoren voor) het functioneren van VvE's. Vervolgens wordt ingegaan op verbanden tussen het functioneren van de VvE en de mate van tevredenheid met de onderhoudsstaat van het woongebouw van de VvE. In hoofdstuk 4 wordt een beeld geschetst van de visie van de marktpartijen op de problematiek van koopappartementen en hun VvE's. Tevens gaat het om meningen omtrent (nieuw) beleid ten aanzien van VvE's. In hoofdstuk 5 worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan op basis het onderzoek. 3

18 4

19 2 KOOPAPPARTEMENTEN IN NEDERLAND 2.1 Koopappartementenmarkt in aantallen Nederland telt, naar schatting, koopappartementen in Dit betekent een snelle groei sinds de introductie van het appartementsrecht in Tussen 1996 en 2002 is de markt met 45% toegenomen. De groei van de totale voorraad in Nederland lag, in dezelfde periode, niet hoger dan 11%. Tweederde van de groei is op het conto van de nieuwbouw te schrijven. Eenderde van de groei is het gevolg van splitsing en verkoop van bestaande huurcomplexen. Wanneer de trend van de afgelopen acht jaar doorzet, zal het aantal koopappartementen in 2010 circa bedragen. Onderstaande figuur geeft een beeld van de positie van koopappartementen binnen de Nederlandse woningmarkt. Figuur 1 Koopappartementen binnen de totale woningvoorraad a in Nederland per 1 januari 2002 huurwoningen: 3,1 miljoen koopappartementen: ( ) huurappartementen: ( ) b koopwoningen: 3,6 miljoen a b De totale voorraad bedraagt per naar schatting 6,7 miljoen woningen. Het aantal huurappartementen is niet geregistreerd in CBS/ SYSWOV 2000 en in het kader van dit onderzoek niet verder onderzocht. Bron: CBS/ SYSWOV 2000 (bewerking ) Koopappartementen zijn relatief sterk geconcentreerd in het westen van het land (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht). Maar liefst driekwart (74%) van alle koopappartementen bevond zich begin 2001 in het westen. De provincie Zuid-Holland spant de kroon met 42 procent van de landelijke voorraad. Met name de steden Den Haag en Rotterdam, met respectievelijk 13 en 9 procent van de landelijke voorraad, herbergen grote aantallen koopappartementen. Koopappartementen zijn bij uitstek een stedelijk verschijnsel. Ruim 60% van alle koopappartementen bevindt zich in een stad met meer dan inwoners. Binnen de steden zijn koopappartementen geconcentreerd in de woonmilieus stedelijk centrum en stedelijk buiten centrum. De markt van koopappartementen in het Noorden en in de steden Rotterdam en Den Haag wordt gekenmerkt door een grote goedkope voorraad. De Amsterdamse markt onderscheidt zich door een hoog prijsniveau. Voor een snel groeiende deelmarkt, telt de koopappartementenmarkt relatief veel oudere woningen. Begin 2001 was nog bijna de helft van alle woningen van vóór Bijna een kwart is vooroorlogs. Veel van deze woningen zijn ge- 5

20 bouwd als meergezins huurwoning, en hebben in een later stadium door splitsing en verkoop hun huidige status gekregen. 2.2 Koopappartementenmarkt: bewoners en onderhoudsstaat Bewonerskenmerken Koopappartementen worden relatief vaak bewoond door jongere mensen (tot 35 jaar). Voor de koopappartementenmarkt buiten het westen (Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht) geldt dat ouderen (75 jaar of ouder) relatief vaak in koopappartementen wonen. Dit is voor Nederland als geheel (tabel 1) niet het geval. Tabel 1 Kenmerken van bewoners van koopappartementen, vergeleken met bewoners van eengezins koopwoningen en met huishoudens in Nederland, WBO 1998 kenmerk koopappartementen koop eengezins alle huishoudens leeftijd - tot 35 jaar 34% 20% 24% - 35 t/m 54 jaar 34% 52% 41% - 55 t/m 74 jaar 23% 24% 26% - 75 jaar en ouder 9% 4% 9% samenstelling huishouden - eenpersoons 46% 13% 30% - meerpersoons 54% 87% 70% etniciteit 1 - autochtoon 80% 89% 83% - niet-westers allochtoon 8% 3% 8% - westers allochtoon 11% 8% 8% opleidingsniveau - lager (t/m MBO) 68% 76% 80% - hoger (HBO +) 32% 24% 20% inkomen 2-1 e kwintiel 14% 9% 20% - 2 e kwintiel 17% 12% 20% - 3 e kwintiel 25% 20% 20% - 4 e kwintiel 20% 27% 20% - 5 e kwintiel 23% 33% 20% netto koopquote 3 - tot 20% 70% 73% tot 30% 19% 18% % en meer 11% 9% - woonduur 3 Gekozen is voor de ruime definitie van het CBS: zelf of tenminste één van beide ouders geboren in het buitenland. Niet-westerse allochtoon: Oost Europa/ Joegoslavië, Afrika, Azië (exclusief Japan en Indonesië), Latijns-Amerika. 2 Het gaat hier om een relatieve inkomensverdeling: 1 e kwintiel = 20% huishoudens met laagste inkomens, 2 e kwintiel = qua inkomen daaropvolgende 20% huishoudens, enz. tot en met 5 e kwintiel: 20% huishoudens met hoogste inkomens. 3 De netto woonlasten (hypotheek, aflossing, e.d.) als percentage van het netto besteedbaar huishoudinkomen. 6

21 kenmerk koopappartementen koop eengezins alle huishoudens - t/m 5 jaar 57% 32% 39% - 6 t/m 15 jaar 26% 33% 31% - meer dan 15 jaar 17% 35% 30% totaal 100% 100% 100% Bron: WBO 1994/ 1998 Verder zijn een- en tweepersoons huishoudens en hoger opgeleiden oververtegenwoordigd in de koopappartementenmarkt. De verdeling autochtoon/ allochtoon is vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde. In koopappartementen wonen relatief veel huishoudens met een middeninkomen. Ook de hoge inkomensgroepen zijn enigszins oververtegenwoordigd. Ongeveer 35% van alle eigenaarbewoners van koopappartementen in ons land had in 1998 een beneden modaal inkomen. Het aandeel van de netto woonlasten, ten opzichte van het besteedbaar inkomen (netto koopquote), is vergelijkbaar met bewoners in het eengezins koopsegment. In eengezins koopwoningen is het aandeel huishoudens met een bovenmodaal inkomen echter hoger. Hieruit kan worden afgeleid dat appartementseigenaren, na aftrek van de netto woonlasten, doorgaans wat minder bestedingsruimte over hebben voor (onder andere) onderhoud aan de woning dan eigenaren van eengezins koopwoningen. Het verblijfsduurperspectief van bewoners van koopappartementen is doorgaans kort: meer dan de helft van de huishoudens bewoont het appartement niet langer dan vijf jaar. Bewoners van koopappartementen zijn over het algemeen tevreden over de technische onderhoudsstaat van hun woning. Niet meer dan 6% van alle bewoners gaf in 1998 aan hun woning als slecht onderhouden te beoordelen. Functie van koopappartementen op de woningmarkt Koopappartementen worden relatief vaak bewoond door alleenstaanden en jonge huishoudens (tot 35 jaar). Voor deze bewoners vormen koopappartementen een belangrijk aanbodsegment, zeker als ze in een koopwoning wensen te wonen: koopappartementen zijn in de regel kleiner en goedkoper dan eengezins koopwoningen. In het geval er kinderen komen, verlaat men deze deelmarkt, getuige het relatief lage aandeel gezinnen met kinderen (minder dan 20%). Opvallend is dat het gemiddelde opleidingsniveau onder bewoners van koopappartementen hoger is dan onder eigenaren van eengezinswoningen. Allochtonen (met name niet-westerse allochtonen) wonen relatief vaker in een koopappartement dan in een eengezinswoning. Enerzijds heeft dat te maken met de lagere koopprijzen van koopappartementen, anderzijds met het feit dat veel allochtonen in de grote steden wonen en het aanbod koopwoningen hier overwegend uit appartementen bestaat. In Amsterdam en Den Haag telt de koopsector zelfs meer appartementen dan eengezinswoningen (respectievelijk 63% en 71% van de totale voorraad koopwoningen). Regionale verschillen naar kenmerken van woningen (prijs, ouderdom) en bewoners (leeftijd, inkomen, huishoudensamenstelling) hebben tot gevolg dat specifieke kenmerken van de koopappartementenmarkt op landelijk niveau verborgen blijven: 7

22 Buiten de vier grote steden zijn koopappartementen ook een relatief populair segment onder ouderen, met name onder 75-plussers. Dit houdt verband met de stroom ouderen die op hogere leeftijd hun eengezins koopwoning verruilen voor een koopappartement. Koopappartementen vormen voor ouderen een aantrekkelijke deelmarkt: betrekkelijk klein, beschut, gedeeld onderhoud, gelijkvloers en vaak toegankelijk met een lift. Binnen de vier grote steden zijn allochtone huishoudens sterk vertegenwoordigd in koopappartementen. Er zijn sterke aanwijzingen dat in de grote steden de combinatie van veel koopappartementen met een relatief hoge spanning op de woningmarkt tot gevolg heeft dat de functie van koopappartementen een heel andere is dan in de kleinere gemeenten. Enerzijds zijn er meer huishoudens die, noodgedwongen, in koopappartementen wonen (eengezins koopwoningen zijn relatief schaars waardoor gezinnen en huishoudens van jaar relatief vaak een koopappartement bewonen), anderzijds is het imago van koopappartementen in de vier grote steden anders (eerder een volwaardig alternatief voor eengezins koop). Onderhoudsstaat koopappartementen vergeleken met andere deelmarkten De kwaliteitsachterstand van de koopappartementen is, landelijk bezien, beperkt in vergelijking tot bijvoorbeeld de eengezins koopwoningen en appartementen van particuliere verhuurders. Deze conclusie kan worden onderbouwd door zowel de relatief kleine omvang van de koopappartementenmarkt al groeit deze markt wel sterk als door de vrij lage gemiddelde herstelkosten (zie tabel 2a). Voor de grote steden (met name Den Haag en Rotterdam) ligt dit wat genuanceerder: de koopmarkt bestaat overwegend uit appartementen (zie paragraaf 2.1) en de herstelkosten liggen hier wat hoger. Een opmerkelijke zaak is dat bewoners van koopappartementen vaker ontevreden zijn met de onderhoudsstaat van hun woning dan bewoners van eengezins koopwoningen (WBO 1998), terwijl de absolute en relatieve herstelkosten van koopappartementen lager liggen dan die van eengezins koopwoningen (zie tabel 2a). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat appartementseigenaren voor het onderhoud van (delen van) hun woning afhankelijk zijn van derden, te weten de andere eigenaren in de VvE. Dit maakt het aannemelijk dat men een kritischer attitude aan de dag legt en eventuele ergernissen over het functioneren van de VvE of over het onderhoud laat meewegen in het oordeel over de onderhoudsstaat. Tabel 2a Gemiddelde herstelkosten naar bouwwijze en eigendomsvorm van woningen, 2000 Absolute herstelkosten in deelmarkt aantal won. x gemiddelde herstelkosten per won. in maximale herstelkosten per won. in ondergrens hoogste 10% won. totale herstelkosten in miljarden koopappartementen ,6 koop eengezins ,5 appartementen sociale huur ,2 appartementen part. huur ,1 totale woningvoorraad ,4 8

23 Relatieve herstelkosten (% van nieuwbouwwaarde) deelmarkt aantal won. x gemiddelde kosten per woning maximale herstelkosten per woning ondergrens hoogste 10% won. koopappartementen 409 2,6% 44% 6,9% koop eengezins ,3% 188% 9,3% appartementen sociale huur ,0% 76% 5,2% appartementen part. huur 421 4,8% 63% 12,1% totale woningvoorraad ,0% 218% 9,0% Bron: KWR 2000 Onderhoudsstaat in relatie tot kenmerken van koopappartementen Naarmate de appartementen ouder zijn, neemt de kans op een slechte onderhoudsstaat toe. Koopappartementen met een (zeer) slechte onderhoudsstaat worden vooral in de vooroorlogse voorraad gevonden (KWR 2000, zie tabel 2b). De tevredenheid van bewoners met de onderhoudsstaat van de woning is bij goedkope appartementen aanzienlijk lager dan bij duurdere appartementen (WBO 1998). De KWR laat zien dat de laagbouw (twee tot drie bouwlagen) naar verhouding de meeste slecht onderhouden appartementen kent, gevolgd door de middelhoogbouw (vier bouwlagen); de hoogbouw kent relatief de minste appartementen met een slechte onderhoudsstaat. Een nuancering op deze resultaten biedt de enquête van. Daaruit blijkt dat eigenaren in beneden-/ bovenwoningen niet vaker ontevreden zijn met de onderhoudsstaat dan gemiddeld. De grootste problemen met onderhoud doen zich, volgens de enquête, voor in de kleine portiekflats (tot en met 12 appartementen). Dat koopappartementen in kleinere woongebouwen niet altijd problemen met onderhoud kennen, blijkt uit het zeer positieve oordeel van de bewoners van kleine galerijflats (tot en met 12 appartementen). Tabel 2b Gemiddelde herstelkosten per koopappartement naar aantal bouwlagen en bouwperiode, 2000 Gemiddelde herstelkosten (in ) aantal bouwlagen voor na 1990 totaal laagbouw: 2-3 bouwlagen middelhoogbouw: 4 bouwlagen hoogbouw: 5 of meer bouwlagen koopappart. totaal

24 Relatieve herstelkosten (in % van nieuwbouwwaarde) aantal bouwlagen voor na 1990 totaal laagbouw: 2-3 bouwlagen middelhoogbouw: 4 bouwlagen hoogbouw: 5 of meer bouwlagen 5,6% 4,0% 0,9% 0,6% 4,4% 4,2% 2,6% 1,7% 0,7% 2,4% 3,9% 2,3% 1,5% 0,5% 1,7% koopappart. totaal 4,9% 2,7% 1,0% 0,5% 2,6% Bron: KWR 2000 Verhoudingsgewijs worden de meeste koopappartementen met een slechte onderhoudsstaat in Den Haag, Rotterdam en de middelgrote steden (meer dan inwoners) gevonden (tabel 3). Amsterdam kent, naar verhouding, de minste appartementen met een slechte onderhoudsstaat. Het WBO geeft aan dat eigenaren in Amsterdam vrij vaak ontevreden zijn over de onderhoudsstaat van hun appartement. De KWR en de enquête bevestigen dit beeld niet. Dat Amsterdam in de KWR beter naar voren komt dan Rotterdam en Den Haag hangt waarschijnlijk samen met het veel hogere prijsniveau van de koopappartementenmarkt in de hoofdstad. Dat de appartementen in het WBO, desondanks, minder gunstig worden beoordeeld, heeft mogelijk te maken met het zeer hoge aandeel hoog opgeleiden en de hogere inkomens in die stad. Dergelijke groepen respondenten hebben wellicht een kritischere houding ten aanzien van hun woonsituatie. Tabel 3 Gemiddelde herstelkosten per appartement naar gemeente(grootte), 2000 gemeente(grootte) in in relatieve herstelkosten Amsterdam ,4% Rotterdam ,5% Den Haag ,5% Utrecht ,6% overige gemeenten > inw ,3% gemeenten < inw ,8% koopappartementen totaal ,6% Bron: KWR 2000 Appartementen met een slechte onderhoudsstaat worden meer in het westen van het land (ook buiten de vier grote steden) en het noorden van het land gevonden dan in het oosten en zuiden. De 'buiten centrum' woonmilieus hebben naar verhouding de meeste slecht onderhouden koopappartementen. Onderhoudsstaat in relatie tot leeftijd, inkomen en opleiding van bewoners Vooral de 35- tot 55-jarigen wonen in slecht onderhouden appartementen. Ouderen wonen in het algemeen in veel beter onderhouden appartementen. Het WBO geeft aan dat, gecorrigeerd voor andere factoren, leeftijd niet echt van invloed is op de tevredenheid met de onderhoudsstaat van de woning. 10

KOOPAPPARTEMENTEN INNEDERLAND. Deel II: onderzoeksrapportage

KOOPAPPARTEMENTEN INNEDERLAND. Deel II: onderzoeksrapportage KOOPAPPARTEMENTEN INNEDERLAND Deel II: onderzoeksrapportage Amersfoort, 4 november 2002 Colofon In opdracht van: Ministerie van VROM Auteurs: Frank Bonnerman Marco Hoppesteyn Christophe de Jongh Wido Scholte

Nadere informatie

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 In de Eemsdelta zijn verschillende ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leefbaarheid.

Nadere informatie

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor 3. Fysieke kwaliteit 3.1 Wonen en stedelijkheid Samenvatting: Woonaantrekkelijkheidsindex ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor Gemeenten

Nadere informatie

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015 Inhoud 1. Woningvoorraad 2 2. Huishoudens 4 3. Huishoudens in woningen 5 4. Verhuizingen 8 5. Verhuiswensen doorstromers 10 6. Verhuiswensen starters 14 7. Woonruimteverdeling 15 Inleiding Er is heel veel

Nadere informatie

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal

Nadere informatie

3. Minder tevreden over het wonen

3. Minder tevreden over het wonen 3. Minder tevreden over het wonen zijn minder tevreden over hun woning en hun woonomgeving dan autochtonen. Zij wonen in kwalitatief minder goede woningen en moeten met meer mensen de beschikbare ruimte

Nadere informatie

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport 4e kwartaal 215 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 3 Aantal verkocht 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1e kwartaal

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam Woningmarktrapport 3e kwartaal 215 Gemeente Rotterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 9 Aantal verkocht 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-020 22 maart 2010 9.30 uur Woononderzoek Nederland 2009 Totale woonlasten stijgen in dezelfde mate als netto inkomen Aandeel en omvang aflossingsvrije

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken naar de bekendheid en het gebruik van vijf inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Verkoop door woningcorporaties

Verkoop door woningcorporaties 34 Afspraken over verkoop van sociale huurwoningen Sinds 1998 worden in Amsterdam sociale huurwoningen verkocht. Aanleiding was de sterk veranderde samenstelling en woningbehoefte van de Amsterdamse bevolking.

Nadere informatie

Verkoop door woningcorporaties

Verkoop door woningcorporaties 2 14 Ruim 22.000 corporatiewoningen verkocht Vanaf 199 tot en met de eerste helft van 14 hebben de woningcorporaties ruim 22.000 bestaande woningen verkocht aan particulieren. Het aantal verkopen kwam

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:

Nadere informatie

Inhoud. amsterdam woon. inhoud

Inhoud. amsterdam woon. inhoud Afspraken over verkoop van sociale huurwoningen Sinds 1998 worden in Amsterdam sociale huurwoningen verkocht. Aanleiding was de sterk veranderde samenstelling en woningbehoefte van de Amsterdamse bevolking.

Nadere informatie

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( )

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( ) Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad (15-2-2017) INLEIDING De betaalbaarheid van woningen en de verdeling van de woningvoorraad staan hoog op de lokale agenda voor bestuurders van gemeenten, woningcorporaties

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

beleid: maart 2007, versie: 2013

beleid: maart 2007, versie: 2013 Kopen van een woning beleid: maart 2007, versie: 2013 Waterweg Wonen verhuurt circa 12.000 woningen in Vlaardingen. Een aanzienlijk deel van die woningen is bereikbaar voor huishoudens met lage inkomens

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht Woningmarktrapport - 4e kwartaal 213 Gemeente Dordrecht Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 1 aantal verkocht 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Samenvatting Hfst 5. Trendvragen financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn

Nadere informatie

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Dick van der Wouw Nadet Somers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling

Nadere informatie

Verhuis- en woonwensen van starters

Verhuis- en woonwensen van starters Verhuis- en woonwensen van starters Gemeente Amersfoort Sector Concernmiddelen Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage in opdracht van afdeling Economie en Wonen Onderzoek en Statistiek,

Nadere informatie

3.5 Voorzieningen in de buurt

3.5 Voorzieningen in de buurt 3.5 Voorzieningen in de buurt Samenvatting: Straatverlichting en straatmeubilair Veruit de meeste (8%) bewoners zijn (zeer) tevreden over de straatverlichting in hun buurt. De verschillen naar wijk zijn

Nadere informatie

Omnibusenquête Deelrapport wonen

Omnibusenquête Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 deelrapport wonen Zoetermeer, 17 mei 2017 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische Aangelegenheden & Bestuursondersteuning

Nadere informatie

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum 1. Ontwikkeling bevolking naar leeftijd De Primos huishoudensprognose (2011) voor de periode 2010-2040 schetst het volgend beeld:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XVIII Vaststelling van de begrotingsstaten van de begroting Wonen, Wijken en Integratie (XVIII) voor het jaar 2008 Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22 800 XI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk XI (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Feiten over Zoetermeer IN VERGELIJKING MET ANDERE STEDEN

Feiten over Zoetermeer IN VERGELIJKING MET ANDERE STEDEN Feiten over Zoetermeer IN VERGELIJKING MET ANDERE STEDEN voorwoord 3 INWoNERS 4 BEvoLKINGSDICHtHEID 6 HUISHoUDENSGRoottE 8 HUISHoUDENS 10 WoNINGEN 12 SoCIALE HUURWoNINGEN 14 GEMIDDELDE WoNINGWAARDE 16

Nadere informatie

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland Wonen in Hilversum Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland De Nederlandse woningmarkt staat momenteel in het middelpunt van de belangstelling. Deze aandacht heeft vooral betrekking op de ordening

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II LEEFBAARHEID EN ZORG IN STEDELIJKE EN LANDELIJKE GEBIEDEN figuur 2 Woningen in de vier grote steden naar eigendom per 1 januari 2000 in procenten Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht X Y Z Nederland Het

Nadere informatie

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel Eindverslag April 2015 1. Inleiding In april 2014 hebben gemeente Uden, gemeente Veghel en wooncorporatie Area een woonwensenonderzoek uitgevoerd. Om

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354 In het gebied groeit meer dan de helft van de kinderen op in een minimasituatie. Daarnaast groeit in De Wierden bijna de helft op in een eenoudergezin. De combinatie van relatief lage doorstroming en relatief

Nadere informatie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie WoON 2015 Zuid-Holland Berry Blijie 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad 4. Huishoudens in woningen 5. Inkomens en woonuitgaven 6. Verhuizingen en verhuisplannen

Nadere informatie

rapportage Het Nationale VvE-onderzoek 2019 april 2019

rapportage Het Nationale VvE-onderzoek 2019 april 2019 rapportage Het Nationale VvE-onderzoek 2019 april 2019 01 Inleiding 2 Aanleiding Vereniging Eigen Huis is de grootste consumentenorganisatie voor huidige en toekomstige huiseigenaren in Nederland en behartigt

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2012. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2012. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport - 4e kwartaal 212 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 18 aantal verkocht 16 14 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO 27-05-2015 Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO Over dit onderzoek Dit onderzoek over wonen en verhuizen is uitgevoerd door seniorenorganisatie ANBO. Het betreft een

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers

Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers Prof. mr. Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en directeur Nieuwe Markten Bouwfonds Ontwikkeling, met medewerking van Rink Drost,

Nadere informatie

Windenergie in Noord. 5 e panelmeting stadsdeel Noord. Inleiding

Windenergie in Noord. 5 e panelmeting stadsdeel Noord. Inleiding Windenergie in Noord 5 e panelmeting stadsdeel Noord Inleiding Eind 2009 heeft O+S voor stadsdeel Noord een bewonerspanel opgezet. Dit panel telt momenteel 344 leden. O+S heeft vier keer een enquête uitgezet

Nadere informatie

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Inleiding Om inzicht te krijgen in de effecten van het beleid op segregatie, is het noodzakelijk de lokale situatie en de samenstelling van de voorraad in ogenschouw

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 1e kwartaal 2012. Gemeente Wijdemeren

Woningmarktrapport - 1e kwartaal 2012. Gemeente Wijdemeren Woningmarktrapport - 1e kwartaal 212 Gemeente Wijdemeren Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 25 aantal verkocht 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 2e kwartaal

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting Leiden kent verschillende inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke belastingen, Bijzondere bijstand, Declaratieregeling,

Nadere informatie

Doelgroepen TREND A variant

Doelgroepen TREND A variant Doelgroepen TREND A variant Kleidum Socrates 2013 Doelgroepen 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Doelgroepen en Socrates... 5 1.2 Werkgebieden... 6 2 Doelgroepen en bereikbare voorraad... 7 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

11. Stijgende inkomens

11. Stijgende inkomens 11. Stijgende inkomens Tussen 1998 en 2000 is het gemiddelde inkomen van niet-westers allochtone huishoudens sterker toegenomen dan dat van autochtone huishoudens. De niet-westerse huishoudens hadden in

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk Woningmarktrapport - 1e kwartaal 215 Gemeente Beverwijk Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 45 Aantal verkocht 4 35 3 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep Hoofdstuk 16. Financiële situatie Samenvatting 16. FINANCIËLE SITUATIE In hoofdstuk 5 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit

Nadere informatie

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 3e kwartaal 2013. Gemeente Haarlemmermeer

Woningmarktrapport - 3e kwartaal 2013. Gemeente Haarlemmermeer Woningmarktrapport - 3e kwartaal 213 Gemeente Haarlemmermeer Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e

Nadere informatie

centrum voor onderzoek en statistiek

centrum voor onderzoek en statistiek centrum voor onderzoek en statistiek WONEN, LEVEN EN UITGAAN IN ROTTERDAM 1999 Resultaten uit de Vrijetijdsomnibus 1999 Projectnummer: 99-1412 drs. S.G. Rijpma, drs. P.A. de Graaf Centrum voor Onderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van de vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015 FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015 Kaartje concentraties 75+ 1 team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Inleiding Op 23 maart 2015 startte het Woondebat met een open bijeenkomst. Doel

Nadere informatie

Van : VBC Notarissen - mr. J. Veenhof Datum : 29 september 2015 Betreft : Reactie op internetconsultatie Wet verbetering vereniging van eigenaars

Van : VBC Notarissen - mr. J. Veenhof Datum : 29 september 2015 Betreft : Reactie op internetconsultatie Wet verbetering vereniging van eigenaars Van : VBC Notarissen - mr. J. Veenhof Datum : 29 september 2015 Betreft : Reactie op internetconsultatie Wet verbetering vereniging van eigenaars I. Inleiding 1. Op 31 juli 2015 is de internetconsultatie

Nadere informatie

WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners

WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners 15233-WON WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners Berry Blijie (ABF) Judith Hurks (BZK) 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad

Nadere informatie

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek Rapportage WoON 2015 Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030-286

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Kerncijfers SRA- Noord SRA-Zuid Amsterdam* huishoudens (abs. bron: CBS/OIS) 8.79 43.2 4.9.8 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS) 78.33 42.93 4.347 47.9 Aantal respondenten enquête..73.77

Nadere informatie

Samenvatting 3. Inleiding 5. 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7

Samenvatting 3. Inleiding 5. 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7 INHOUD Samenvatting Inleiding 5 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7 De bewoners van de nieuwbouwwoningen 9.1 Nieuwbouw naar bewonerstype 9. Herkomst vestigers 10. Nieuwbouw naar eigendomsverhouding 11.4

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Woningbehoefte onderzoek

Woningbehoefte onderzoek Woningbehoefte onderzoek Prognose woningbehoefte Amersfoort tot 2015 Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage:

Nadere informatie

Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April 2013. Subtitel

Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April 2013. Subtitel Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April 2013 Subtitel Colofon Titel: Quick Scan Buurten in Hoogezand-Sappemeer Datum: 9 april 2013 Opdrachtgever: Woningcorporatie Lefier Auteur: drs Fransje Grisnich

Nadere informatie

Consumentenvertrouwen in Amsterdam

Consumentenvertrouwen in Amsterdam Consumentenvertrouwen in Amsterdam Hoe wordt het vakantiegeld dit jaar besteed? In opdracht van: Het Parool Projectnummer: 14054-2 Carine van Oosteren Merel van der Wouden Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia. De heer P. Beeldman Westeinde 12 2841 BV MOORDRECHT ** verzenddatum 27 mei 2014 onderwerp uw kenmerk bijlage afdeling VROM behandeld door J.D. Lindeman telefoon 0180-639976 Geachte heer Beeldman, Op 19

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Provincie Gelderland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt 69.000 huishoudens in 07. Er wonen veel gezinnen (9 stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. De leeftijdssamenstelling

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Wonen. Woningvoorraad. De buurt Nieuw Waldeck ligt in stadsdeel 1 Loosduinen en heeft inwoners.

Wonen. Woningvoorraad. De buurt Nieuw Waldeck ligt in stadsdeel 1 Loosduinen en heeft inwoners. Wonen De buurt Nieuw Waldeck ligt in stadsdeel 1 Loosduinen en heeft 7.055 inwoners. Woningvoorraad De gemeente telde op 1 januari 2011 237.789 woningen, Buurt: 40 Nieuw Waldeck telde op dat moment 3.232

Nadere informatie

PFM PFM Wonen 2016

PFM PFM Wonen 2016 PFM 2016 PFM Wonen 2016 Actualisering PFM Wonen Oss Verkenning, raadspodium Oss, maart 2017 PFM 2016 Wat is PFM? Ontwikkelingen 2010-2016 Woonwensonderzoek 2015 Eerste contouren Pfm 2016 PFM 2016 Wat is

Nadere informatie

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit mei 2018, Leo Prins en Paul de Vries - Ouderen verhuizen zeer weinig. Van alle senioren in een koopwoning wil 6,6 procent verhuizen, maar dat lukt maar 2,3 procent.

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 4. Doetinchem, 30 mei 2007 ALDUS VASTGESTELD 7 JUNI 2007. Dynamische woningmarktscan

Aan de raad AGENDAPUNT 4. Doetinchem, 30 mei 2007 ALDUS VASTGESTELD 7 JUNI 2007. Dynamische woningmarktscan Aan de raad AGENDAPUNT 4 ALDUS VASTGESTELD 7 JUNI 2007 Dynamische woningmarktscan Voorstel: 1. De Dynamische woningmarktscan als beleidskader vaststellen. 2. De volgende uitgangspunten voor het woningbouwprogramma

Nadere informatie

ALLE INFORMATIE OVER HET KOPEN VAN EEN HUIS BIJ WOONSTAD ROTTERDAM

ALLE INFORMATIE OVER HET KOPEN VAN EEN HUIS BIJ WOONSTAD ROTTERDAM ALLE INFORMATIE OVER HET KOPEN VAN EEN HUIS BIJ WOONSTAD ROTTERDAM WOONSTAD ROTTERDAM HEEFT DE WONING DIE JOU PAST! Koophuis? Huurhuis? Jouw huis! Bij Woonstad Rotterdam draait het vooral om jouw huis,

Nadere informatie

5 Starters op de markt voor koopwoningen

5 Starters op de markt voor koopwoningen 5 Starters op de markt voor koopwoningen In het derde kwartaal van 2008 is een aantal aanvullende vragen gesteld aan personen die op dit moment een woning huren en zich oriënteren op een koopwoning. Dit

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Alphen aan den Rijn

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Alphen aan den Rijn Woningmarktrapport 3e kwartaal 217 Gemeente Alphen aan den Rijn Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 Aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Stap 1 van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking schrijft voor dat een stedelijke ontwikkeling past binnen de regionale behoefte. Provincie

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort In wonen 4. huishoudens. is alleenwonend, stel zonder kinderen en stel met kinderen. Vergeleken met de MRA (6) en de regio () heeft relatief veel stellen zonder kinderen.

Nadere informatie

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5 GEBIEDEN 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5 Probleemwijken Groot aandeel sociale huurwoningen Slechte kwaliteit woonomgeving Afname aantal voorzieningen Toename asociaal gedrag Sociale en etnische spanningen

Nadere informatie

Informatie Woonvisie Sliedrecht

Informatie Woonvisie Sliedrecht Informatie Woonvisie Sliedrecht In 2008 heeft de gemeente Sliedrecht de Woonvisie uitgebracht: Wonen in Sliedrecht 2007-2015, doorkijk tot 2025. Deze factsheet geeft een overzicht van de geactualiseerde

Nadere informatie

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Bestuur en Organisatie, redactie gemeentelijke media Projectnummer: 18324 Renske Hoedemaker Laure Michon

Nadere informatie

Bewonerspanel Woonvormen

Bewonerspanel Woonvormen Interne Bedrijven, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Woonvormen Extra ruimte is belangrijkste wens voor toekomstige woning Bijna de helft van de

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

Tabellenboek Wijkkranten

Tabellenboek Wijkkranten Tabellenboek Wijkkranten Sociaal Geografisch Bureau bureau voor beleidsonderzoek en statistiek Dordrecht drs. J.M.A. Schalk januari 2007 Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie Maatschappelijke

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente s-hertogenbosch

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente s-hertogenbosch Woningmarktrapport - 4e kwartaal 214 Gemeente s-hertogenbosch Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 2 Aantal verkocht 18 16 14 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Themalijst StraatKubus 7 september 2015

Themalijst StraatKubus 7 september 2015 Themalijst StraatKubus 7 september 2015 Thema Aantal inwoners Aantal mannen Aantal vrouwen Totaal aantal woningen Aantal koopwoningen Aantal coorperatie woningen Aantal woningen overige huur Totaal aantal

Nadere informatie

Toppositie Randstad in het geding

Toppositie Randstad in het geding Vergeten woningmarktdossier zorgt voor grote problemen Toppositie Randstad in het geding NVM introduceert WoningVoorraadMeter Nieuwegein, 4 juli De prijs van de gemiddelde verkochte woning in Nederland

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Rivierenland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid

Nadere informatie

Slachtoffers van woninginbraak

Slachtoffers van woninginbraak 1 Slachtoffers van woninginbraak Fact sheet juli 2015 Woninginbraak behoort tot High Impact Crime, wat wil zeggen dat het een grote impact heeft en slachtoffers persoonlijk raakt. In de regio Amsterdam-Amstelland

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Uithoorn in het kort Er wonen 13.000 huishoudens in Uithoorn. Stellen met kinderen vormen de grootste groep, en hun aandeel ligt met 32% hoger dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 1. Inleiding Bij de vaststelling van de beleidsnota Volkshuisvesting 2005 2010 door de gemeenteraad op 14 april 2005 zijn een aantal conclusies getrokken die kenmerkend

Nadere informatie