Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Limburg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Limburg"

Transcriptie

1 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Limburg Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010

2 2 Inspectie jeugdzorg

3 Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft op verzoek van de Minister voor Jeugd en Gezin in de tweede helft van 2009 landelijk onderzoek gedaan naar risicomanagement bij de afdeling jeugdbescherming van de vijftien bureaus jeugdzorg en de drie landelijk werkende instellingen William Schrikker Groep, Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering en de Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn. De onderzoeksvraag die hierbij centraal stond was of de instellingen risicomanagement systematisch toepassen bij de kinderen die onder hun toezicht zijn gesteld. Aanleiding voor dit onderzoek waren de resultaten uit eerdere onderzoeken van de inspectie naar risicomanagement (in 2007 en 2008). Uit deze onderzoeken kwam naar voren dat risicomanagement binnen de jeugdbescherming nog onvoldoende systematisch en professioneel wordt toegepast. Met het huidige onderzoek is nagegaan of de aanbevelingen van de inspectie hebben geleid tot een betere kwaliteit van risicomanagement. Het onderzoek richt zich op vier thema s: - deskundigheidsbevordering van medewerkers met betrekking tot risicomanagement; - risico s inschatten; - risico s beperken; - interne en externe overdrachten. De inspectie verwacht van bureaus jeugdzorg en landelijk werkende instellingen dat medewerkers geschoold zijn in het uitvoeren van risicomanagement, dat zij systematisch risico s voor de veiligheid van onder toezicht gestelde kinderen inschatten en dat zij deze vervolgens beperken. Daarnaast dient er systematisch informatie-overdracht plaats te vinden bij zowel interne overdrachten van een ondertoezichtstelling (binnen een instelling) als bij externe overdrachten (tussen instellingen). Het eindoordeel van de inspectie luidt dat BJZ Limburg risicomanagement voldoende systematisch toepast voor de kinderen die onder haar toezicht zijn gesteld. De thema s deskundigheidsbevordering, risico s beperken en overdracht voldoen aan de verwachtingen van de inspectie. Binnen het thema s risico s inschatten is verbetering nodig. Bij dit thema ziet de inspectie risico s voor de veiligheid van de ondertoezicht gestelde kinderen. De inspectie is van oordeel dat de bureaus jeugdzorg en landelijk werkende instellingen op operationeel niveau dienen te functioneren wat betreft de toepassing van risicomanagement. Aangezien dit bij BJZ Limburg nog niet bij alle indicatoren het geval is (11 van de 12 indicatoren zijn operationeel), beveelt de inspectie BJZ Limburg aan om ervoor te zorgen dat alle indicatoren (zoals aangegeven in het beoordelingskader) binnen een jaar operationeel zijn. De inspectie beveelt de provincie Limburg aan erop toe te zien dat BJZ Limburg hieraan voldoet. 3

4 4 Inspectie jeugdzorg

5 INHOUDSOPGAVE Samenvatting...3 Hoofdstuk 1 Inleiding...7 Hoofdstuk 2 Oordeel en onderbouwing Deskundigheidsbevordering Risico s inschatten Risico's beperken Overdracht...16 Hoofdstuk 3 Eindoordeel en aanbevelingen Eindoordeel Aanbevelingen...20 Bijlage 1 Beoordelingskader Risicomanagement

6 6 Inspectie jeugdzorg

7 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Het is van belang dat de jeugdbescherming zicht heeft op risico s voor de veiligheid van het onder toezicht gestelde kind en alert blijft op mogelijke nieuwe risico s die zich tijdens de ondertoezichtstelling kunnen voordoen. Dit proces wordt aangeduid met de term risicomanagement. Onder risicomanagement wordt verstaan: alle activiteiten die zijn gericht op het onderzoeken, taxeren en beperken van het risico op voor de jeugdige ernstig bedreigende gebeurtenissen 1. Bij risicomanagement gaat het in de eerste plaats om de veiligheid van het kind. In 2007 en 2008 heeft de Inspectie jeugdzorg onderzoek gedaan naar risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen 2. Op basis van deze onderzoeken kwam de inspectie tot het oordeel dat risicomanagement binnen de jeugdbescherming nog onvoldoende systematisch en professioneel wordt toegepast (oktober 2008). De Minister voor Jeugd en Gezin heeft de Tweede Kamer laten weten het beeld uit de inspectie-onderzoeken zorgwekkend te vinden. De resultaten bij bureaus jeugdzorg die bezig waren om volgens de Deltamethode te gaan werken, bleken positiever. De Deltamethode is een landelijke methode voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling, waarin de ontwikkeling en de veiligheid van het kind centraal staat. Uitgangspunt hierbij is dat gezinsvoogden een lagere caseload hebben dan voorheen (gemiddeld 15 tot 17 onder hun toezicht gestelde kinderen). De ondertoezichtstelling wordt volgens het 4-stappenmodel uitgevoerd (inventariseren, analyseren van bedreigingen, formuleren van gewenste ontwikkelingsuitkomsten en opstellen van een actie-agenda). Een belangrijk aspect van de Deltamethode is risicomanagement. De gezinsvoogd moet vanaf de start van de ondertoezichtstelling zicht krijgen op de bedreigingen voor het kind, in de gaten houden welk risico het kind loopt en hier actie op ondernemen. De Deltamethode onderscheidt zogeheten kernbeslissingen. Dit zijn belangrijke beslissingen, die een gezinsvoogd niet alleen mag nemen. Tijdens de uitvoering van de OTS gaat het om de volgende vier kernbeslissingen: de reactie op nieuwe signalen of meldingen, de beslissing om een machtiging uithuisplaatsing te vragen, de beslissing om een uithuis geplaatst kind terug naar huis te laten gaan, en de beslissing om een verlenging van de OTS te vragen, de OTS te laten beëindigen dan wel een verder strekkende maatregel te bevorderen. De minister heeft met de provincies en stadsregio s afgesproken dat het onderdeel risicomanagement uit de Deltamethode versneld wordt ingevoerd bij alle bureaus jeugdzorg. 1 Definitie uit het Handboek Deltamethode Gezinsvoogdij: De nieuwe methode voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling, Utrecht: MOgroep (januari 2007). 2 De inspectie heeft een schriftelijk onderzoek uitgevoerd bij alle bureaus jeugdzorg en een verdiepend onderzoek naar de praktijk in de provincies Utrecht, Noord-Brabant en Zeeland en de stadsregio Amsterdam. Dit heeft onder andere geresulteerd in de notitie Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen: Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg (oktober 2008). 7

8 Op verzoek van de minister heeft de inspectie het oorspronkelijk in 2010 beoogde onderzoek naar de Deltamethode gezinsvoogdij voor wat betreft het onderdeel risicomanagement in de tweede helft van 2009 uitgevoerd bij de vijftien bureaus jeugdzorg (BJZ) en de drie landelijk werkende instellingen; William Schrikker Groep (WSG), Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering (LJ&R) en de Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn (SGJ). Verwachtingen inspectie De inspectie heeft met dit onderzoek getoetst of risicomanagement binnen de jeugdbescherming systematisch wordt toegepast. Hierbij is zij nagegaan of de aanbevelingen van de inspectie (oktober 2008) hebben geleid tot een betere kwaliteit van risicomanagement. De inspectie verwacht van instellingen dat zij systematisch aan risicomanagement doen door te zorgen voor scholing van medewerkers in de uitvoering van risicomanagement, door te zorgen voor beleid van voldoende kwaliteit, én door te zorgen dat medewerkers dit beleid adequaat in de praktijk brengen. Daarom heeft de inspectie zowel de deskundigheidsbevordering, het beleid als de praktijk van de instellingen in het onderzoek betrokken. Het onderzoek De inspectie heeft de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Passen de bureaus jeugdzorg en de landelijk werkende instellingen risicomanagement systematisch toe bij de kinderen die onder hun toezicht zijn gesteld? Het onderzoek is verricht aan de hand van een beoordelingskader (zie bijlage 1). In het beoordelingskader zijn de verwachtingen van de inspectie die in het toetsingskader zijn geformuleerd, uitgewerkt aan de hand van vier criteria: - de instelling voorziet in deskundigheidsbevordering van medewerkers met betrekking tot risicomanagement; - de instelling voert risico-inschattingen systematisch uit; - de instelling handelt systematisch bij het beperken van risico s; - de instelling gaat systematisch om met interne en externe overdrachten. De criteria zijn nader uitgewerkt in indicatoren. Bij het oordeel van de inspectie is gebruik gemaakt van een driepuntsschaal: "afwezig", "aanwezig" en "operationeel". Deze scores houden kort gezegd in: - afwezig: er is geen beleid of het aanwezige beleid is te onvolledig/onduidelijk om de medewerkers van de instelling informatie te geven die hen kan leiden; - aanwezig: er is volledig/duidelijk beleid, dat de medewerkers van de instelling voldoende informatie geeft die hen kan leiden; - operationeel: het beleid is aanwezig én de medewerkers in de instelling kennen het beleid en handelen ernaar. 8

9 De inspectie verwacht in dit onderzoek voor elke indicator een score operationeel. Het onderzoek is uitgevoerd in twee fasen: een beleidsanalyse en een praktijkonderzoek. De inspectie heeft via een schriftelijke vragenlijst in juli 2009 het beleid van alle bureaus jeugdzorg en landelijk werkende instellingen voor risicomanagement opgevraagd en dit beleid vervolgens geanalyseerd. Onder beleid is zowel specifieke instellingsbeleid gerekend als het Handboek Deltamethode Gezinsvoogdij (januari 2007). In overleg met de instelling is afgesproken op welke locatie het praktijkonderzoek zou plaatsvinden. Vervolgens heeft de inspectie in oktober 2009 het praktijkonderzoek bij BJZ Limburg, locatie Kerkrade uitgevoerd, waarin de toepassing van het beleid in de praktijk is getoetst. Het praktijkonderzoek bestond uit de volgende onderdelen: twee interviews met in totaal drie gezinsvoogden, een interview met een teamleider, een interview met de Gz-psycholoog, een analyse van een zestal recente dossiers en het bijwonen van multidisciplinair overleg. Voor alle onderdelen van het praktijkonderzoek zijn gestructureerde vragenlijsten gebruikt. Leeswijzer Dit rapport geeft de resultaten weer van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij BJZ Limburg. In Hoofdstuk 2 staan de bevindingen van de inspectie over het toepassen van risicomanagement door BJZ Limburg bij onder toezicht gestelde kinderen. In Hoofdstuk 3 geeft de inspectie haar eindoordeel en doet zij aanbevelingen aan BJZ Limburg en de Provincie Limburg. In Bijlage 1 staat het beoordelingskader, waarin de vier thema s worden beschreven waarop de inspectie toetst (deskundigheidsbevordering, risico s inschatten, risico s beperken en overdracht). 9

10 10 Inspectie jeugdzorg

11 Hoofdstuk 2 Oordeel en onderbouwing Inleiding Dit hoofdstuk bevat vier paragrafen die gewijd zijn aan de vier criteria uit het beoordelingskader: deskundigheidsbevordering, risico s inschatten, risico s beperken en overdracht. Elke paragraaf begint met een tabel, met daarin de uitwerking van het criterium in indicatoren en de scores van de inspectie per indicator, hierna volgt steeds een onderbouwing van de scores. 2.1 Deskundigheidsbevordering Criterium De instelling voorziet in deskundigheidsbevordering van medewerkers m.b.t. risicomanagement Indicator Scholing medewerkers in de uitvoering van risicomanagement Afwezig Aanwezig Operationeel Onderbouwing Medewerkers zijn geschoold in de uitvoering van risicomanagement BJZ Limburg heeft een opleidingsplan waarin staat dat alle medewerkers geschoold worden in risicomanagement volgens de Deltamethode. Ook laat BJZ Limburg een interne Deltatrainer opleiden. In de praktijk hebben nagenoeg alle gezinsvoogden (95%) en het gehele middenkader de Deltatraining afgerond (peildatum 1 juli 2009). De gezinsvoogden geven aan dat zij voor het gebruik van de LIRIK 3 in de praktijk uitleg hebben gekregen en door gedragswetenschappers worden begeleid bij de toepassing ervan. Wel geven zij aan dat de implementatie van de LIRIK erg snel is gegaan en dat er geen duidelijke instructies waren. Volgens de Gz-psycholoog worden er nu trainingen gepland om gezinsvoogden te scholen in het gebruik van de CARE-NL 4, deze risicotaxatielijst kan na de LIRIK ingevuld worden als er nog twijfels zijn over de veiligheid van het kind. = 3 De LIRIK is het Licht Instrument Risicotaxatie Kindermishandeling, een instrument om risico s op kindermishandeling in te schatten. 4 De CARE-NL is de Child Abuse Risk Evaluation Nederland, een instrument voor de beoordeling van het risico op kindermishandeling 11

12 2.2 Risico s inschatten Criterium De instelling voert risico-inschattingen systematisch uit Indicatoren Risico-inschattingen volgens standaard werkwijze Vaste momenten waarop risico-inschattingen plaatsvinden Criteria om risico s opnieuw in te schatten buiten de vaste momenten Multidisciplinaire besluitvorming bij risico-inschattingen Vastleggen van risico-inschattingen Afwezig Aanwezig Operationeel Onderbouwing Risico-inschattingen volgens standaard werkwijze BJZ Limburg heeft een Handboek Gezinsvoogdij waarin uitgebreid staat beschreven hoe het inschatten van risico s tijdens de verschillende fasen van een ondertoezichtstelling plaatsvindt. Het Handboek Gezinsvoogdij is gebaseerd op de Deltamethode. Het beleid beschrijft dat de gezinsvoogd gesprekken dient te voeren met zowel de ouders en de jeugdige, samen en apart. Ook wordt informatie uit eerdere hulpverlening en het netwerk betrokken en maakt de gezinsvoogd zo nodig een netwerkanalyse. In jeugdbeschermingszaken dienen gezinsvoogden daarnaast gebruik te maken van de LIRIK en de CARE-NL. Deze risicotaxatie-instrumenten zijn een hulpmiddel om gesystematiseerd informatie te verzamelen en te beoordelen. In de praktijk blijkt dat het beleid wordt uitgevoerd. In de eerste zes weken van de ondertoezichtstelling is er wekelijks een huisbezoek. Tijdens de huisbezoeken ziet de gezinsvoogd als dat mogelijk is ook het kind. De gezinsvoogden bespreken dan zorgpunten en ontwikkelingsbedreigingen met ouders. Ook verzamelen de gezinsvoogden informatie uit het netwerk van het gezin. Na 6 weken vult de gezinsvoogd een LIRIK in en wordt de risico-inschatting besproken met de teamleider en gedragswetenschapper in een team rondom de jeugdige (TJ, zie multidisciplinaire besluitvorming). De LIRIK en de bespreking ervan in het TJ zijn terug te vinden in het dossier. Vaste momenten waarop risico-inschattingen plaatsvinden Het beleid van BJZ Limburg stelt conform de Deltamethode dat het inschatten van risico s met behulp van het vier-stappenmodel standaard plaats dient te vinden onder andere bij aanvang (als onderdeel van het plan van aanpak) van de ondertoezichtstelling en bij verlenging of beëindiging van de ondertoezichtstelling. Dit dient te gebeuren door de ontwikkelingsbedreigingen (opnieuw) vast te stellen. Het beleid van BJZ Limburg beschrijft wel dat de gezinsvoogden een risicotaxatie-instrument dienen te gebruiken, maar niet op welke momenten. In de praktijk wordt gewerkt conform het beleid. Gezinsvoogden geven aan in elke nieuwe casus risico s in te schatten met behulp van de LIRIK. Vervolgens formuleert de gezinsvoogd ontwikkelings- 12

13 bedreigingen in het plan van aanpak, die bij een beëindiging of verlenging van de ondertoezichtstelling opnieuw multidisciplinair worden vastgesteld. Bij beëindiging of verlenging van een ondertoezichtstelling vullen niet alle gezinsvoogden een nieuwe LIRIK in. De samenhang tussen het gebruik van de LIRIK en het plan van aanpak is niet zichtbaar in de dossiers. Criteria om risico's opnieuw in te schatten buiten deze vaste momenten Het beleid van BJZ Limburg benadrukt dat gezinsvoogden dienen te werken vanuit een handelingsgerichte, cyclische benadering. Dit houdt in dat gezinsvoogden constant toezicht houden op de veiligheid van de jeugdige. Bij nieuwe signalen moeten de risico s voor het kind opnieuw worden ingeschat. In de praktijk werkt men niet geheel conform het beleid. Een deel van de gezinsvoogden geeft aan dat zij in de praktijk een nieuwe inschatting van de risico s maken wanneer de gezinsomstandigheden zodanig wijzigen dat de veiligheid van het kind in het geding kan zijn, bijvoorbeeld bij ziekte, werkeloosheid of een nieuwe partner. In het TJ wordt dan overwogen een nieuwe taxatie te doen. Er blijkt echter geen eenduidig beeld wat betreft de momenten waarop gezinsvoogden de LIRIK invullen. Hierdoor is het systematisch inschatten van risico s afhankelijk van de betreffende gezinsvoogd. De teamleider geeft aan dat nog niet vaststaat op welke momenten de LIRIK gebruikt wordt. Integratie van het risicotaxatie-instrument met de vier stappen van de Deltamethode en het plan van aanpak komt nu op gang. Sommige gezinsvoogden gebruiken het instrument al bij het nemen van verschillende kernbeslissingen (de reactie op nieuwe signalen of meldingen, een uithuisplaatsing, beëindiging van de uithuisplaatsing en verlenging of beëindiging van de OTS). Multidisciplinaire besluitvorming bij risico-inschattingen Het beleid beschrijft dat het inschatten van risico s gebeurt in een multidisciplinair overleg (MDO). Ook de ingevulde risicotaxatielijst dient hier besproken te worden. Het MDO is ten dele flexibel - naar de expertise die de gezinsvoogd nodig heeft - samengesteld. De teamleider, gezinsvoogd en de gedragswetenschapper maken standaard deel uit van het MDO. Per 1 oktober 2009 is het MDO omgevormd tot een "team rondom de jeugdige" (TJ). In de praktijk vindt het TJ vanaf 1 oktober 2009 eens in de twee weken plaats. Tijdens het TJ nemen de gezinsvoogd, teamleider en gedragswetenschapper alle kernbeslissingen en bespreken zij de aangeleverde risico-inschatting. De Gz-psycholoog (als leidinggevende van de gedragswetenschappers) kan op afroep deelnemen aan het TJ. De eindconclusie van de risico-inschatting stelt men vast tijdens het overleg. Elke jeugdige dient 4 keer per jaar besproken te worden in het TJ. De teamleider en de gedragswetenschapper bewaken dit nu door een map bij te houden waarin zij op de caseloadlijsten aankruisen welke zaken wanneer zijn besproken. Op termijn moet dit digitaal geregistreerd worden. 13

14 Vastleggen van risico-inschattingen Volgens het beleid dient de gezinsvoogd de bespreking van de risico-inschatting tijdens het MDO (nu TJ) en het risicotaxatie-instrument in het dossier vast te leggen. Wat betreft het invullen van de LIRIK staat in het beleid dat er in elk dossier een ingevuld instrument moet zijn. De bespreking van de risico-inschatting in het TJ en de LIRIK slaat de gezinsvoogd conform het beleid op in het registratiesysteem IJ. De LIRIK wordt digitaal ingevuld door de gezinsvoogd en bij de documenten in IJ geplaatst. Het eindoordeel van de risico-inschatting, dat op basis van de bespreking is vastgesteld, legt de gezinsvoogd vast in het contactjournaal. In alle dossiers is minstens één risicoinschatting op deze manier aangetroffen. 2.3 Risico's beperken Criterium De instelling handelt systematisch bij het beperken van risico's Indicatoren Richtlijnen hoe te handelen bij een verhoogd risico voor de veiligheid Maken en vastleggen van afspraken/eisen t.a.v. de veiligheid van het kind Bewaken van het nakomen van gemaakte afspraken/veiligheidseisen Multidisciplinaire afspraken/veiligheidseisen Afwezig Aanwezig Operationeel Onderbouwing Richtlijnen hoe te handelen bij een verhoogd risico voor de veiligheid BJZ Limburg heeft in het Handboek gezinsvoogdij een aparte "fase van planvoering" opgenomen waarin het onderdeel risico beperken conform de Deltamethode uitgebreid wordt beschreven. Ook zijn er richtlijnen hoe te handelen in een crisissituatie, indien er sprake is van een ernstige bedreiging van de jeugdige. Het beleid beschrijft dat het uitgangspunt is dat de gezinsvoogd direct na de aanmelding uitvoering geeft aan de actie-agenda (zie verder maken en vastleggen van afspraken/eisen t.a.v. de veiligheid van het kind). Daar waar de ontwikkeling van het kind ernstig bedreigd is, en er op korte termijn actie moet worden ondernomen, kan de gezinsvoogd eisen formuleren aan ouders en hieraan consequenties verbinden. De gezinsvoogd moet er tijdens de gehele OTS op toezien of er een verbetering is opgetreden ten aanzien van de gronden van de maatregel en dus de bedreigde ontwikkeling. Bij een verhoogd risico dient de gezinsvoogd altijd direct contact op te nemen met gedragswetenschapper en/of de teamleider. In de praktijk wordt gewerkt volgens het beleid. Bij een verhoogd risico vindt altijd direct overleg plaats. In het TJ bepaalt de gezinsvoogd samen met de gedragswetenschapper en de teamleider wat 14

15 er moet gebeuren om de vastgestelde risico s te beperken. Gezinsvoogden geven aan hun zorgen altijd met ouders te bespreken. Maken en vastleggen van afspraken/eisen t.a.v. de veiligheid van het kind Volgens het beleid worden afspraken met betrekking tot de veiligheid waar mogelijk samen met het gezin bedacht, besproken en vastgelegd. Middels een actie-agenda moeten afspraken over in te zetten middelen worden opgesteld en vastgelegd. De actie-agenda maakt deel uit van het plan van aanpak. In de actie-agenda staan de gewenste ontwikkelingsuitkomsten vanuit de jeugdige, de werkdoelen om deze te bereiken en de concrete actiepunten die hieruit voortvloeien voor de jeugdige, de ouders, de omgeving en de gezinsvoogd. Ook dient de gezinsvoogd eisen vast te leggen in de actie-agenda. Dit zijn voorwaarden waar ouders op zeer korte termijn aan moeten voldoen in het belang van de veiligheid en de ontwikkeling van een jeugdige. In de praktijk gebruiken alle gezinsvoogden de actie-agenda als onderdeel van het plan van aanpak. Kleinere afspraken maken de gezinsvoogden ook wel mondeling en leggen zij vast in het contactjournaal. Soms stuurt de gezinsvoogd de ouders een brief met de gemaakte afspraken, afhankelijk van de situatie en van het gezin. Deze werkwijze blijkt ook uit de dossiers. De gedragswetenschapper en de teamleider bewaken dat er afspraken gemaakt worden in het TJ. Het plan van aanpak inclusief de actie-agenda wordt altijd besproken in het overleg. Ook kan een plan van aanpak, of bijvoorbeeld een indicatiebesluit niet de deur uit voordat de teamleider en gedragswetenschapper het gezien hebben. Hier zit een bewakingssysteem voor in IJ: een conceptplan komt automatisch op de takenlijst van beide terecht. Bewaken van het nakomen van gemaakte afspraken/veiligheidseisen Volgens het beleid vormt de actie-agenda het uitgangspunt voor het contact tussen de jeugdige, de gezinsvoogd en de ouders. De gezinsvoogd dient elk gesprek met de jeugdige en ouders te starten met een evaluatie ten aanzien van de gestelde werkdoelen. Na ieder contact moet de gezinsvoogd zo mogelijk de actie-agenda aanvullen met nieuwe doelen en middelen, gekoppeld aan een nadrukkelijke termijn. De actie-agenda kan ter plekke worden aangevuld door de gezinsvoogd of de jeugdige en de ouders zelf en wordt in het gezin achtergelaten. De gezinsvoogd verwerkt de aanvulling in de actieagenda in het elektronische dossier en maakt een nieuw afdrukvoorbeeld om de volgende keer mee te nemen naar het gezin. De staffunctionaris (teamleider of gedragswetenschapper) is verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang en mogelijke besluiten die genomen worden ten behoeve van de voortgang. Ook besluit de staffunctionaris tot het geven van een schriftelijke aanwijzing wanneer een eis van de gezinsvoogd niet nagekomen wordt. In de praktijk wordt gewerkt conform het beleid. Afspraken die met ouders zijn gemaakt in de actieagenda bewaakt de gezinsvoogd tijdens huisbezoeken of contact met andere hulpverleners. De gezinsvoogd houdt het contactjournaal hierop bij en past zo nodig de actie-agenda aan. Dit is in de 15

16 dossiers terug te vinden. Als het nodig is om de afspraken expliciet te bespreken, nemen de gezinsvoogden de actie-agenda mee op huisbezoek. Intern bewaken de teamleider en gedragswetenschapper de afspraken die gemaakt zijn in een bepaalde casus door hier in het reguliere TJ overleg op terug te komen. Multidisciplinaire afspraken/veiligheidseisen Het beleid beschrijft dat het plan van aanpak inclusief de actie-agenda in het TJ besproken wordt. Elke jeugdige dient minimaal vier keer per jaar besproken te worden op de stand van zaken en ook het geven van een schriftelijke aanwijzing dienen gezinsvoogden te bespreken in het TJ. De te maken afspraken en/of veiligheidseisen bespreken gezinsvoogden conform het beleid in de praktijk gezamenlijk in het TJ. Bij specifieke problematiek sluit de Gz-psycholoog hierbij aan. De gezinsvoogden geven aan dat alle zaken periodiek aan bod komen waarbij de afspraken worden doorgelopen. Risicovolle zaken komen regelmatig terug, ook buiten het regulier overleg is er ruimte om deze met de gedragswetenschapper of teamleider te bespreken. 2.4 Overdracht Criterium De instelling gaat systematisch om met interne en externe overdrachten Indicatoren Schriftelijke informatie-uitwisseling over de risico s bij (interne en externe) overdracht Mondelinge/telefonische informatie-uitwisseling bij een verhoogd risico Afwezig Aanwezig Operationeel Onderbouwing Schriftelijke informatie-uitwisseling over de risico's bij (interne en externe) overdracht BJZ Limburg heeft geen beleid voor het intern overdragen van zaken naar een collega gezinsvoogd. Voor externe overdrachten geven zij aan volgens het protocol overdracht van de MOgroep te werken. In de praktijk hebben alle gezinsvoogden binnen BJZ Limburg een vakantiemaatje, dat waarneemt wanneer de ander op vakantie is. De gezinsvoogden kennen elkaars zaken en er vindt altijd overdracht plaats via het contactjournaal. Bij een overdracht naar een andere gezinsvoogd (binnen BJZ Limburg of daarbuiten) draagt men altijd het dossier over met alle relevante stukken erin. Hierin zit naast het plan van aanpak ook de risicotaxatielijst. 16

17 Mondelinge of telefonische informatie-uitwisseling bij een verhoogd risico BJZ Limburg heeft geen specifiek beleid voor het intern overdragen van zaken naar een collega gezinsvoogd. Voor externe overdrachten geven zij aan volgens het protocol overdracht van de MOgroep te werken. In de praktijk geven alle medewerkers aan zowel bij interne als bij externe overdracht altijd te streven naar een warme overdracht. Zeker in zaken met een verhoogd risico. De zaken worden van gezinsvoogd naar gezinsvoogd warm overgedragen en zo mogelijk bezoeken gezinsvoogden samen een gezin. Risico s, maar ook beschermende factoren komen volgens de gezinsvoogden altijd aan de orde bij een overdracht. Bij externe overdracht lukt het niet altijd om het face tot face over te dragen, dan gebeurt dit telefonisch. 17

18 18 Inspectie jeugdzorg

19 Hoofdstuk 3 Eindoordeel en aanbevelingen In dit hoofdstuk geeft de Inspectie jeugdzorg haar eindoordeel over de mate waarin BJZ Limburg systematisch risicomanagement toepast bij onder toezicht gestelde kinderen. Daarna volgt een aanbeveling aan BJZ Limburg en aan de provincie Limburg. 3.1 Eindoordeel De inspectie verwacht van bureaus jeugdzorg en landelijk werkende instellingen dat medewerkers geschoold zijn in het uitvoeren van risicomanagement, dat zij systematisch risico s voor de veiligheid van onder toezicht gestelde kinderen inschatten en dat zij deze vervolgens beperken. Daarnaast dient er systematisch informatie-overdracht plaats te vinden bij zowel interne overdrachten van een ondertoezichtstelling (binnen een instelling) als bij externe overdrachten (tussen instellingen). Het eindoordeel van de inspectie luidt dat BJZ Limburg risicomanagement voldoende systematisch toepast voor de kinderen die onder haar toezicht zijn gesteld. BJZ Limburg scoort op 11 van de 12 indicatoren "operationeel" en voldoet daarmee voldoende aan de verwachting van de inspectie. De thema s deskundigheidsbevordering, risico s beperken en overdracht voldoen aan de verwachtingen van de inspectie. Binnen het thema s risico s is verbetering nodig. Bij dit thema ziet de inspectie risico s voor de veiligheid van de ondertoezicht gestelde kinderen. De inspectie is positief over de volgende thema s: - deskundigheidsbevordering met betrekking tot risicomanagement Nagenoeg alle gezinsvoogden en het gehele middenkader zijn geschoold in risicomanagement via de Deltamethode. - het systematisch beperken van risico s Het vastleggen en bewaken van gemaakte afspraken en besluiten gebeurt systematisch. Er wordt standaard gewerkt met de actie-agenda van de Deltamethode. Ook blijkt uit de contactjournaals dat afspraken met ouders worden bewaakt. Intern worden afspraken gemaakt in het tweewekelijks team rondom de jeugdige. - systematische overdracht van ondertoezichtstellingen Hoewel BJZ Limburg geen beleid heeft vastgesteld voor de (interne) overdacht van ondertoezichtstellingen, gebeuren overdrachten in de praktijk toch voldoende systematisch. Bij interne en externe overdracht wordt standaard schriftelijk informatie uitgewisseld over de risico s, door middel van 19

20 een overdracht van het dossier, inclusief een risicotaxatie. Bovendien wordt daar waar mogelijk mondelinge (of telefonische) informatie uitgewisseld, zeker bij overdrachten van verhoogd risicozaken. Verbetering is nodig binnen het volgende thema: - het systematisch inschatten van risico's Binnen BJZ Limburg is niet helder wanneer gezinsvoogden risico s tijdens de ondertoezichtstelling dienen in te schatten met behulp van de LIRIK. Het invullen van het risicotaxatie-instrument bij beëindiging van de ondertoezichtstelling, bij signalen en overige kernbeslissingen is persoonafhankelijk. Verder lijkt het risicotaxatie-instrument niet voldoende samen te hangen met het werkproces van BJZ Limburg volgens de Deltamethode. Hierdoor is het mogelijk dat risico s gedurende de ondertoezichtstelling niet systematisch worden ingeschat. Positief is dat het inschatten van risico s bij de start van een ondertoezichtstelling standaard gebeurt en altijd wordt besproken in het TJ overleg, met behulp van de LIRIK. De resultaten worden vastgelegd in de dossiers en in het digitale systeem IJ. 3.2 Aanbevelingen De inspectie is van oordeel dat de bureaus jeugdzorg en landelijk werkende instellingen op operationeel niveau dienen te functioneren wat betreft de toepassing van risicomanagement. Aangezien dit bij BJZ Limburg nog niet bij alle indicatoren het geval is (11 van de 12 indicatoren zijn operationeel), beveelt de inspectie BJZ Limburg aan om ervoor te zorgen dat alle indicatoren (zoals aangegeven in het beoordelingskader) binnen een jaar operationeel zijn. De inspectie beveelt de provincie Limburg aan erop toe te zien dat BJZ Limburg hieraan voldoet. 20

21 Bijlage 1 Beoordelingskader Risicomanagement Inspectie jeugdzorg Op basis van het toetsingskader komt de inspectie tot haar oordeel over de kwaliteit van het handelen van de instellingen op de onderzochte thema s per indicator. De instelling krijgt een score voor elke indicator in één van de volgende drie categorieën 5 : - Afwezig; dit wil zeggen dat er geen beleid is of dat het aanwezige beleid zo onvolledig/onduidelijk is dat het beleid geen informatie geeft aan de medewerkers van de instelling die hen kan leiden; - Aanwezig; dit wil zeggen dat er volledig/duidelijk beleid is dat voldoende informatie geeft aan de medewerkers van de instelling die hen kan leiden; - Operationeel; dit wil zeggen dat het beleid voldoende is (zie hierboven onder "aanwezig") en dat de medewerkers in de instelling het beleid kennen en ernaar handelen; de score operationeel vooronderstelt dus dat het beleid voldoet aan de omschrijving onder "aanwezig". Toelichting op scoreclassificaties per indicator 6 Thema Deskundigheidsbevordering Criterium; BJZ/LWI voorziet in deskundigheidsbevordering van medewerkers m.b.t. risicomanagement Indicator Afwezig Aanwezig Operationeel Minimale criteria 1. Medewerkers zijn geschoold in de uitvoering van risicomanagement. Het beleid beschrijft niet dat medewerkers geschoold worden in het uitvoeren van risicomanagement, dan wel de omschrijving is onvolledig/onduidelijk. In het beleid staat dat medewerkers geschoold worden in het uitvoeren van risicomanagement. Medewerkers zijn geschoold in het uitvoeren van risicomanagement. Minimaal 90% van de gezinsvoogden die langer dan een jaar in dienst zijn. Er is een opleidingsplan. 5 De inspectie verwacht niet dat de instellingen het niveau geborgd hebben bereikt voor de toepassing van risicomanagement. De implementatie van risicomanagement (meestal als onderdeel van de implementatie van de Deltamethode) is bij de meeste instellingen namelijk nog gaande of pas recent afgerond. Geborgd houdt in dat leidinggevenden in de instelling zorgen voor informatie, controle en bijsturing van de medewerkers én zorgen dat het beleid en de uitvoering periodiek geëvalueerd en zo nodig verbeterd wordt, dus dat de instelling op instellingsniveau leert van haar ervaringen; hiervoor is het nodig dat op onderdelen geregistreerd wordt wat er gebeurt. De score geborgd vooronderstelt dat het beleid voldoet en dat de medewerkers het beleid in de praktijk brengen. 6 De score van BJZ Limburg per criterium is vetgedrukt 21

22 Thema Risico s inschatten Criterium: De instelling voert risico-inschattingen systematisch uit Indicator Afwezig Aanwezig Operationeel Minimale criteria 1. Risico-inschattingen volgens standaard werkwijze 2. Vaste momenten waarop risicoinschattingen plaatsvinden 3. Criteria om risico s opnieuw in te schatten buiten de vaste momenten 4. Multidisciplinaire besluitvorming bij risicoinschattingen Het beleid beschrijft niet hoe risico-inschattingen standaard plaatsvinden tijdens de ots, en hoe hierbij een gestandaardiseerd instrument te gebruiken, dan wel de omschrijving is onvolledig/onduidelijk. Het beleid beschrijft niet op welke vaste momenten risicoinschattingen plaatsvinden tijdens de ondertoezichtstelling, dan wel de omschrijving is onvolledig/onduidelijk. Het beleid beschrijft niet de criteria op grond waarvan risico s opnieuw moeten worden ingeschat buiten deze vaste momenten dan wel de omschrijving is onvolledig/ onduidelijk. Het beleid beschrijft niet hoe bij risico-inschattingen multidisciplinaire besluitvorming plaatsvindt, dan wel de omschrijving is onvolledig/ onduidelijk. Het beleid beschrijft hoe risicoinschattingen standaard plaatsvinden tijdens de ots, in ieder geval hoe hierbij een gestandaardiseerd instrument te gebruiken. Het beleid beschrijft op welke momenten risico-inschattingen standaard plaatsvinden tijdens de ots. Het beleid beschrijft de criteria op grond waarvan risico s opnieuw moeten worden ingeschat buiten de vaste momenten. Het beleid beschrijft hoe bij risico-inschattingen multidisciplinaire besluitvorming plaatsvindt Medewerkers weten hoe risico-inschattingen tijdens de ots moeten plaatsvinden en hoe hierbij een gestandaardiseerd instrument te gebruiken en werken overeenkomstig. Medewerkers weten op welke momenten risicoinschattingen tijdens de ots moeten plaatsvinden en werken overeenkomstig. Medewerkers kennen deze criteria en werken overeenkomstig. Medewerkers weten hoe bij risico-inschattingen multidisciplinaire besluitvorming plaatsvindt en werken overeenkomstig. - Actief informatie verzamelen: in ieder geval betrekken (formeel en informeel) netwerk - Kind zelf zien - Gestandaardiseerd instrument Vaste momenten, in ieder geval: - Bij aanvang ots - Bij aanvraag verlenging of beëindiging ots/bij evaluatie pva - Bij life-events, (bijvoorbeeld wisseling samenstelling gezin; verhuizing). - Bij signalen, meldingen van onveiligheid, kindermishandeling - Bij aanvraag en beëindiging uhp Gezinsvoogden: brengen iedere risicoinschatting in mdo in. Gedragsdeskundigen/ teamleiders/praktijkleiders bewaken dat: - Risico-inschattingen multidisciplinair worden besproken Zichtbaar in kinddossiers: - Minimaal: risico-inschatting besproken met praktijkleider/ teamleider, naast de gezinsvoogd - Bij voorkeur: risico-inschatting besproken met een gedrags- 22

23 deskundige, naast de gezinsvoogd 5. Vastleggen van risicoinschattingen Het beleid beschrijft niet hoe uitkomsten van risicoinschattingen in de dossiers worden vastgelegd, dan wel de omschrijving is onvolledig/ onduidelijk. Het beleid beschrijft hoe uitkomsten van risicoinschattingen in de dossiers worden vastgelegd Medewerkers weten hoe de uitkomsten van de risicoinschattingen vastgelegd moeten worden in de dossiers en werken overeenkomstig. Gezinsvoogden leggen risicoinschattingen, inclusief een eindoordeel, vast in de dossiers. Gedragsdeskundigen/ teamleiders/ praktijkleiders: bewaken dat risicoinschattingen, inclusief een eindoordeel, in de dossiers worden vastgelegd Zichtbaar in kinddossiers: - Welke risico s - Eindoordeel: hoe bedreigend Thema Risico s beperken Criterium: De instelling handelt systematisch bij het beperken van risico s Indicator Afwezig Aanwezig Operationeel Minimale criteria 1. Richtlijnen hoe te handelen bij verhoogd risico voor de veiligheid Het beleid beschrijft niet hoe te handelen bij een verhoogd risico voor de veiligheid van het kind en/of (een vermoeden van) kindermishandeling, dan wel de omschrijving is onvolledig/ onduidelijk. Het beleid beschrijft hoe te handelen bij een verhoogd risico. De medewerkers weten hoe te handelen bij een verhoogd risico en werken overeenkomstig. Gezinsvoogden handelen conform de richtlijnen bij een verhoogd risico voor het kind en/of (een vermoeden van) kindermishandeling. Gedragswetenschappers/teamleiders/ praktijkleiders bewaken het handelen bij een verhoogd veiligheidsrisico conform richtlijnen. Conform richtlijnen: - Handelen bijstellen nav risicotaxatie. - Actief betrekken en activeren opvoeders en (formeel en informeel) netwerk. 23

24 2. Maken en vastleggen van afspraken/eisen t.a.v. de veiligheid kind Het beleid beschrijft niet dat bij geconstateerde veiligheidsrisico s afspraken/eisen t.a.v. de veiligheid van het kind worden gemaakt/gesteld en worden vastgelegd in de dossiers, dan wel de omschrijving is onvolledig/ onduidelijk. Het beleid beschrijft dat bij geconstateerde veiligheidsrisico s afspraken/eisen t.a.v. de veiligheid van het kind worden gemaakt/gesteld en worden vastgelegd in de dossiers. Medewerkers weten dat bij geconstateerde risico s afspraken moeten worden gemaakt/eisen moeten worden gesteld t.a.v. de veiligheid van het kind, dat deze moeten worden vastgelegd in de dossiers en werken overeenkomstig. Gezinsvoogden maken concrete afspraken/stellen concrete eisen t.a.v. de veiligheid van het kind en leggen deze vast in het dossier. Gedragswetenschappers/ teamleiders/ praktijkleiders bewaken dat concrete afspraken worden gemaakt/ concrete eisen worden gesteld t.a.v. de veiligheid van het kind en dat deze worden vastgelegd in dossiers. Opvoeders (schriftelijk) informeren over afspraken. 3. Bewaken van het nakomen van gemaakte afspraken/veiligheidseisen Het beleid beschrijft niet dat gemaakte afspraken/eisen t.a.v. de veiligheid van het kind worden bewaakt, dan wel de omschrijving is onvolledig/onduidelijk Het beleid beschrijft dat gemaakte afspraken/eisen t.a.v. de veiligheid van het kind worden bewaakt. Medewerkers weten dat gemaakte afspraken/eisen t.a.v. de veiligheid van het kind moeten worden bewaakt en werken overeenkomstig. Gezinsvoogden bewaken het nakomen van de gemaakte afspraken/eisen. Gedragswetenschappers/ teamleiders/ praktijkleiders zien hier op toe. 4. Multidisciplinaire afspraken/veiligheidseisen Het beleid beschrijft niet hoe bij geconstateerde veiligheidsrisico s afspraken over het handelen multidisciplinair gemaakt moeten worden, dan wel de omschrijving is onvolledig/ onduidelijk. Het beleid beschrijft hoe bij geconstateerde veiligheidsrisico s afspraken multidisciplinair gemaakt worden. Medewerkers weten hoe bij geconstateerde veiligheidsrisico s afspraken over het handelen multidisciplinair gemaakt moeten worden en werken overeenkomstig. Gezinsvoogden betrekken de gedragswetenschappers/teamleiders/ praktijkleiders bij de besluitvorming. Gedragswetenschappers/ teamleiders/ praktijkleiders bewaken dat bij geconstateerde veiligheidsrisico s afspraken/eisen t.a.v. de veiligheid van het kind multidisciplinair worden gemaakt. 24

25 Thema Overdracht Criterium: De instelling gaat systematisch om met interne en externe overdrachten Indicator Afwezig Aanwezig Operationeel Minimale criteria 1. Schriftelijk informatie uitwisseling over de risico s bij interne en externe overdracht Het beleid beschrijft niet dat bij interne of externe overdracht schriftelijk informatie moet worden uitgewisseld over risico s en wat er gedaan is om deze te beperken, dan wel de omschrijving is onvolledig/onduidelijk. Het beleid beschrijft dat bij interne of externe overdracht schriftelijk informatie moet worden uitgewisseld over de risico s en wat er gedaan is om deze te beperken. Medewerkers weten dat bij interne/externe overdracht schriftelijk informatie moet worden uitgewisseld over de risico s en wat er gedaan is om deze te beperken en werken overeenkomstig. Gezinsvoogden weten dat bij overdracht schriftelijk informatie moet worden uitgewisseld over de risico s en wat er gedaan is om die te beperken en handelen overeenkomstig. Gedragswetenschappers/ teamleiders/ praktijkleiders bewaken dat bij overdracht schriftelijk informatie wordt uitgewisseld over de risico s en wat er gedaan is om deze te beperken. 2. Mondelinge of telefonische informatieuitwisseling over de risico s bij een verhoogd risico Het beleid beschrijft niet dat bij een verhoogd risico mondeling/ telefonisch informatie over de risico s en de ondernomen/te ondernemen acties wordt uitgewisseld, dan wel de omschrijving is onvolledig/ onduidelijk. In het beleid staat dat bij een verhoogd risico mondeling/ telefonisch informatie over de risico s en de ondernomen/te ondernemen acties wordt uitgewisseld. Medewerkers weten dat bij een verhoogd risico mondeling/ telefonisch informatie moet worden uitgewisseld over de risico s en de ondernomen/te ondernemen acties en werken overeenkomstig. Gezinsvoogden weten dat bij een verhoogd risico mondeling of telefonisch informatie over de risico s en de ondernomen/te ondernemen acties moet worden uitgewisseld en handelen overeenkomstig. Gedragswetenschappers/ teamleiders/ praktijkleiders bewaken dat bij een verhoogd risico mondeling of telefonisch informatie over de risico s en de ondernomen/te ondernemen acties wordt uitgewisseld. 25

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In 2009 heeft

Nadere informatie

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA)

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Zeeland

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Zeeland Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Zeeland Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft op

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Utrecht

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Utrecht Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Utrecht Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft op

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Rotterdam

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Rotterdam Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Rotterdam Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft op verzoek van de Minister

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Friesland

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Friesland Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Friesland Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Groningen

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Groningen Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Groningen Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Overijssel

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Overijssel Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Overijssel Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg januari 2010 Inleiding De Inspectie jeugdzorg heeft op verzoek van de minister

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

Risicomanagement in de jeugdbescherming bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam

Risicomanagement in de jeugdbescherming bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Risicomanagement in de jeugdbescherming bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Inspectie jeugdzorg Utrecht, oktober 2008 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De stadsregio Amsterdam heeft de Inspectie

Nadere informatie

Hertoets SGJ Christelijke Jeugdzorg Jeugdbescherming Regio Zuid

Hertoets SGJ Christelijke Jeugdzorg Jeugdbescherming Regio Zuid Hertoets SGJ Christelijke Jeugdzorg Jeugdbescherming Regio Zuid Inspectie Jeugdzorg Utrecht, september 2013 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting Op 20 maart 2012 plaatste de Inspectie Jeugdzorg de organisatie

Nadere informatie

Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Utrecht

Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Utrecht Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Utrecht Inspectie jeugdzorg Utrecht, juni 2008 2 Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Utrecht Samenvatting De Inspectie jeugdzorg

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders om er voor te zorgen

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Zeeland

Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Zeeland Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Zeeland Inspectie jeugdzorg Utrecht, juni 2008 2 Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Zeeland Samenvatting De Inspectie jeugdzorg

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg p~ãéåî~ííáåö= Naar aanleiding van de uitkomsten van een eerder pleegzorgonderzoek

Nadere informatie

Casusonderzoek SGJ. Onderzoek na het seksueel misbruik van een meisje

Casusonderzoek SGJ. Onderzoek na het seksueel misbruik van een meisje Casusonderzoek SGJ Onderzoek na het seksueel misbruik van een meisje Inspectie Jeugdzorg Utrecht, mei 2012 Samenvatting In september 2011 ontvangt de Inspectie Jeugdzorg een melding van Stichting Gereformeerd

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Yorneo

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Yorneo Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Yorneo Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Noord-Brabant

Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Noord-Brabant Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Noord-Brabant Inspectie jeugdzorg Utrecht, juni 2008 2 Risicomanagement in de jeugdbescherming in de provincie Noord-Brabant Samenvatting De Inspectie

Nadere informatie

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo Inspectie Jeugdzorg Utrecht, augustus 2012 2 Inspectie Jeugdzorg

Nadere informatie

Uitvoering OTS: risicomanagement bij bedreiging van de psychoseksuele. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Rotterdam naar aanleiding van een calamiteit

Uitvoering OTS: risicomanagement bij bedreiging van de psychoseksuele. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Rotterdam naar aanleiding van een calamiteit Uitvoering OTS: risicomanagement bij bedreiging van de psychoseksuele ontwikkeling Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Rotterdam naar aanleiding van een calamiteit Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2010 2 Inspectie

Nadere informatie

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Zorgen voor het bedreigde kind Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2006 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...

Nadere informatie

Vervolgonderzoek AMK Utrecht

Vervolgonderzoek AMK Utrecht Vervolgonderzoek AMK Utrecht Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1... 7 1.1 Aanleiding... 7 1.2 Centrale onderzoeksvraag... 7 1.3 Toetsingskader...

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008 landelijk

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Flexus

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Flexus Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Flexus Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 16166 2500 BD Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 50 30 F 070 340

Nadere informatie

Zicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg. Rapportage implementatie protocol netwerkpleegzorg

Zicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg. Rapportage implementatie protocol netwerkpleegzorg Zicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg Rapportage implementatie protocol netwerkpleegzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, maart 2012 Pagina 2 van 16 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding... 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Hertoets. De rechtspositie van jongeren in de Hoenderloo Groep, locatie de Kop van Deelen

Hertoets. De rechtspositie van jongeren in de Hoenderloo Groep, locatie de Kop van Deelen Hertoets De rechtspositie van jongeren in de Hoenderloo Groep, locatie de Kop van Deelen Stap 1 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg Instellingsrapport Inspectie

Nadere informatie

Quick scan Ambulant begeleid wonen

Quick scan Ambulant begeleid wonen Quick scan Ambulant begeleid wonen 21-07-2006 Rapport n.a.v. het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Jarabee Inspectie jeugdzorg Juli 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg wil een inschatting maken

Nadere informatie

Onderzoek naar de veiligheid van jongeren die wachten op geïndiceerde jeugdzorg

Onderzoek naar de veiligheid van jongeren die wachten op geïndiceerde jeugdzorg Onderzoek naar de veiligheid van jongeren die wachten op geïndiceerde jeugdzorg Utrecht, augustus 2012 Samenvatting Niet alle jongeren krijgen direct de (provinciaal gefinancierde) jeugdzorg die bureau

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Landelijk toezicht AMK Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder?

Landelijk toezicht AMK Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder? Landelijk toezicht AMK 2009 Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder? Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting Naar aanleiding van vragen in de Tweede

Nadere informatie

Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both

Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both Inspectie jeugdzorg Utrecht, oktober 2007 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting Dit rapport bevat de resultaten

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij De Rading

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij De Rading Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij De Rading Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Horizon

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Horizon Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Horizon Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

De toetsende taak van de Raad voor de. Kinderbescherming bij beslissingen. tot terugplaatsing naar huis

De toetsende taak van de Raad voor de. Kinderbescherming bij beslissingen. tot terugplaatsing naar huis De toetsende taak van de Raad voor de Kinderbescherming bij beslissingen tot terugplaatsing naar huis Onderzoek naar de doorgevoerde verbeteringen Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2010 2 Inspectie

Nadere informatie

Onderzoek William Schrikker Groep. Onderzoek naar risicomanagement

Onderzoek William Schrikker Groep. Onderzoek naar risicomanagement Onderzoek William Schrikker Groep Onderzoek naar risicomanagement Inspectie Jeugdzorg Utrecht, januari 2013 Samenvatting De William Schrikker Groep (WSG), een landelijk werkende instelling voor jeugdbescherming,

Nadere informatie

Rechtspositie en veiligheid van jongeren in Avenier, Kwadrant Emaus

Rechtspositie en veiligheid van jongeren in Avenier, Kwadrant Emaus Rechtspositie en veiligheid van jongeren in Avenier, Kwadrant Emaus Locatierapport Inspectie Jeugdzorg Utrecht, mei 2012 2 Samenvatting De Inspectie Jeugdzorg voert haar stapsgewijs toezicht uit bij alle

Nadere informatie

Protocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen

Protocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen Protocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen Inleiding Voor u ligt de nieuwste versie van het protocol en samenwerkingsafspraken betreffende kinderen met ernstig toegebracht

Nadere informatie

De kwaliteit van de Pleegzorg bij Leger des Heils Noord

De kwaliteit van de Pleegzorg bij Leger des Heils Noord De kwaliteit van de Pleegzorg bij Leger des Heils Noord Utrecht, februari 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg ziet toe op de kwaliteit

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Spirit

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Spirit Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Spirit Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

Quick scan Ambulant begeleid wonen. Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan

Quick scan Ambulant begeleid wonen. Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan Quick scan Ambulant begeleid wonen Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan Inspectie jeugdzorg September 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg wil een inschatting

Nadere informatie

Rapport indicatiestelling cliënt Bureau Jeugdzorg Haaglanden

Rapport indicatiestelling cliënt Bureau Jeugdzorg Haaglanden Rapport indicatiestelling cliënt Bureau Jeugdzorg Haaglanden Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2010 2 Samenvatting Aanleiding voor dit toezicht was de melding van Bureau Jeugdzorg Haaglanden (hierna BJZ

Nadere informatie

Rechtspositie en veiligheid van jongeren in BJ Brabant, locatie Grave

Rechtspositie en veiligheid van jongeren in BJ Brabant, locatie Grave Rechtspositie en veiligheid van jongeren in BJ Brabant, locatie Grave Locatierapport Inspectie Jeugdzorg Utrecht, mei 2011 2 Samenvatting De Inspectie Jeugdzorg voert haar stapsgewijs toezicht uit bij

Nadere informatie

Praktijkonderzoek Netwerkpleegzorg

Praktijkonderzoek Netwerkpleegzorg Praktijkonderzoek Netwerkpleegzorg De toepassing van het schematisch protocol netwerkpleegzorg door de bureaus jeugdzorg en de landelijk werkende instellingen Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2013 Samenvatting

Nadere informatie

De rechtspositie van jongeren in Icarus. Hertoets. Stap 1 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg

De rechtspositie van jongeren in Icarus. Hertoets. Stap 1 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg De rechtspositie van jongeren in Icarus Hertoets Stap 1 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg Instellingsrapport Inspectie jeugdzorg Utrecht, maart 2010 2 Samenvatting

Nadere informatie

De rechtspositie van kinderen in Horizon, afdeling Besloten groepen. Hertoets

De rechtspositie van kinderen in Horizon, afdeling Besloten groepen. Hertoets De rechtspositie van kinderen in Horizon, afdeling Besloten groepen Hertoets Stap 1 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg Instellingsrapport Inspectie jeugdzorg

Nadere informatie

Kwaliteit van het AMK Groningen. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen

Kwaliteit van het AMK Groningen. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen Kwaliteit van het AMK Groningen Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2012 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In 2010 heeft de Inspectie Jeugdzorg

Nadere informatie

Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei Onderzoek Spoedeisende Zorg Bureau Jeugdzorg Gelderland

Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei Onderzoek Spoedeisende Zorg Bureau Jeugdzorg Gelderland Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2009 Onderzoek Spoedeisende Zorg Bureau Jeugdzorg Gelderland 2 Samenvatting Op verzoek van de provincie Gelderland heeft de Inspectie jeugdzorg onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Quick scan Ambulant begeleid wonen 22 mei 2006

Quick scan Ambulant begeleid wonen 22 mei 2006 Quick scan Ambulant begeleid wonen 22 mei 2006 Rapport n.a.v. het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Jeugdformaat (Nieuwe Parklaan) Inspectie jeugdzorg 30 mei 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg

Nadere informatie

Deltamethode. Samenvatting. 1. Risico- of probleemomschrijving. Cora Bartelink

Deltamethode. Samenvatting. 1. Risico- of probleemomschrijving. Cora Bartelink Deltamethode Cora Bartelink December 2010 Nederlands Jeugdinstituut Infolijn t (030) 630 65 64 e infolijn@nji.nl i www.nji.nl Samenvatting Doel: Doel van de Deltamethode is de opheffing van de ontwikkelingsbedreiging

Nadere informatie

Referentiewerkmodel. Samenwerking Raad voor de Kinderbescherming en Bureaus Jeugdzorg rond het Casusoverleg Bescherming (COB)

Referentiewerkmodel. Samenwerking Raad voor de Kinderbescherming en Bureaus Jeugdzorg rond het Casusoverleg Bescherming (COB) Referentiewerkmodel Samenwerking Raad voor de Kinderbescherming en Bureaus Jeugdzorg rond het Casusoverleg Bescherming (COB) Vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Beter Beschermd op 6 mei 2009 Inhoud

Nadere informatie

Onderzoek bij de Raadsregio Rotterdam - Rijnmond en BJZ Rotterdam naar aanleiding van het overlijden van drie baby s

Onderzoek bij de Raadsregio Rotterdam - Rijnmond en BJZ Rotterdam naar aanleiding van het overlijden van drie baby s Onderzoek bij de Raadsregio Rotterdam - Rijnmond en BJZ Rotterdam naar aanleiding van het overlijden van drie baby s Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting Eind 2009

Nadere informatie

Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden

Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden Inspectie Jeugdzorg Utrecht, februari 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting

Nadere informatie

Rapport Baby Josephlaan

Rapport Baby Josephlaan Rapport Baby Josephlaan Inspectie jeugdzorg Utrecht, december 2008 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Inleiding...5 1.1 Aanleiding...5 1.2 Onderzoek naar de casus...5 1.3 Onderzoeksbronnen...5

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de

Nadere informatie

De kwaliteit van de residentiële jeugdhulp bij Intermetzo, locatie Almelo

De kwaliteit van de residentiële jeugdhulp bij Intermetzo, locatie Almelo De kwaliteit van de residentiële jeugdhulp bij Intermetzo, locatie Almelo Utrecht, mei 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg ziet samen

Nadere informatie

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2008 2 Inhoudsopgave= Samenvatting...5 1. Inleiding...7 1.1. Aanleiding...7 1.2. Vraagstelling...7

Nadere informatie

Kwaliteit van het AMK Rotterdam. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam

Kwaliteit van het AMK Rotterdam. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam Kwaliteit van het AMK Rotterdam Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam Inspectie Jeugdzorg Utrecht, augustus 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In 2010 heeft de Inspectie

Nadere informatie

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Door de inspectie Jeugdzorg en de Gezondheidszorg. Apeldoorn 26 april 2017 1 Aanleiding

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

Toetsingskader Veilig Thuis 2015

Toetsingskader Veilig Thuis 2015 Toetsingskader Veilig Thuis 2015 Utrecht, juni 2015 De foto op de voorkant betreft geen personen in de jeugdhulp en is uitsluitend ter illustratie Toetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015

Nadere informatie

Toetsingskader Nieuwe toetreders jeugdhulp

Toetsingskader Nieuwe toetreders jeugdhulp Toetsingskader Nieuwe toetreders jeugdhulp Utrecht, november 2015 Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie

Nadere informatie

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Inhoudsopgave»» Jeugdbescherming»» Wat is een ondertoezichtstelling (OTS)?»» Wat is uw rol bij een OTS?»» Wat gaat er gebeuren?»» Wat zijn uw rechten?»»

Nadere informatie

2 7 m20k. Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Vo/ks^ezondheid, We/zi/n en Sport. Provincie Zuid - Holland

2 7 m20k. Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Vo/ks^ezondheid, We/zi/n en Sport. Provincie Zuid - Holland V Provincie Zuid - Holland 2 7 m20k Datum Ontvangst Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Vo/ks^ezondheid, We/zi/n en Sport > Retouradres Postbus 483 3500 AL Utrecht College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de

Nadere informatie

Jeugdbescherming Overijssel. Verantwoorde Hulp voor Jeugd. Gezond vertrouwen

Jeugdbescherming Overijssel. Verantwoorde Hulp voor Jeugd. Gezond vertrouwen Jeugdbescherming Overijssel erantwoorde Hulp voor Jeugd Gezond vertrouwen Utrecht, januari 2019 Samenvatting De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en eiligheid (hierna: de inspecties)

Nadere informatie

Gezinshuis Sowieso Aalten. Toets Nieuwe toetreders jeugdhulp. Gezond vertrouwen

Gezinshuis Sowieso Aalten. Toets Nieuwe toetreders jeugdhulp. Gezond vertrouwen Gezinshuis Sowieso Aalten Toets Nieuwe toetreders jeugdhulp Gezond vertrouwen Utrecht, oktober 2017 Samenvatting De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg toetsen of vanaf 2016 gestarte

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1 Utrecht, oktober 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015 Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015 Versie 14/11/2013 Inleiding De verantwoordelijkheid voor een positief opvoed- en opgroeiklimaat, preventie, vroegsignalering

Nadere informatie

Onderzoek AMK Zeeland

Onderzoek AMK Zeeland Onderzoek AMK Zeeland Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...5 Hoofdstuk 1...7 1.1 Aanleiding...7 1.2 Centrale onderzoeksvraag...7 1.3 Toetsingskader...7 1.4

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij)

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij) Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij) Inleiding Ondertoezichtstelling Ondertoezichtstelling (OTS) is een kinderbeschermingsmaatregel, die alleen kan

Nadere informatie

Presentatie Samen Veilig

Presentatie Samen Veilig Presentatie Samen Veilig Missie en visie Missie Wij staan voor een veiligheid in gezinnen. Wij treden op namens de overheid en de samenleving waar de veiligheid van kwetsbare burgers wordt bedreigd. Onze

Nadere informatie

Entreetoets de Koppeling. Onderzoek naar de gesloten jeugdzorg bij de Koppeling in Amsterdam

Entreetoets de Koppeling. Onderzoek naar de gesloten jeugdzorg bij de Koppeling in Amsterdam Entreetoets de Koppeling Onderzoek naar de gesloten jeugdzorg bij de Koppeling in Amsterdam Inspectie jeugdzorg Utrecht, maart 2009 2 Samenvatting Op verzoek van de minister voor Jeugd en Gezin houdt de

Nadere informatie

Een Kinderbeschermingsmaatregel? Besluiten en overwegingen van de Raad voor de Kinderbescherming

Een Kinderbeschermingsmaatregel? Besluiten en overwegingen van de Raad voor de Kinderbescherming Een Kinderbeschermingsmaatregel? Besluiten en overwegingen van de Raad voor de Kinderbescherming Inspectie jeugdzorg Utrecht, oktober 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting Soms zijn problemen in een

Nadere informatie

Onderzoek naar de kwaliteit van de crisisopvang in de provincie Groningen

Onderzoek naar de kwaliteit van de crisisopvang in de provincie Groningen Onderzoek naar de kwaliteit van de crisisopvang in de provincie Groningen Inspectie jeugdzorg Utrecht, augustus 2007 2 rapport crisisopvang provincie Groningen Samenvatting Op verzoek van de provincie

Nadere informatie

Hertoets samenwerking Schakenbosch en Schakenbosch College

Hertoets samenwerking Schakenbosch en Schakenbosch College Hertoets samenwerking Schakenbosch en Schakenbosch College Stap 2 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg Instellingsrapport (verdana 18) Subtitel (verdana 11,

Nadere informatie

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015 T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015 Utrecht, juni 2015 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

Per Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus BC NIJMEGEN

Per   Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus BC NIJMEGEN > Retouradres Postbus 483 3500 AL Utrecht Per e-mail: GGDdirectie@ggdgelderlandzuid.nl Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus 1120 6501 BC NIJMEGEN Bezoekadres: Stadsplateau

Nadere informatie

Activiteitenboerderij Rutgers. Aalten

Activiteitenboerderij Rutgers. Aalten Activiteitenboerderij Rutgers Aalten Toets kleinschalige jeugdhulp met verblijf Gezond vertrouwen Utrecht, oktober 2018 Activiteitenboerderij Rutgers Aalten Toets kleinschalige jeugdhulp met verblijf

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor

Nadere informatie

Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend Utrecht, maart 2014 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID

KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID Landelijk Netwerk Veilig Thuis KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID Utrecht, 1 juli 2016 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Kaders zicht op veiligheid voor Veilig Thuis... 4 2.1

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Noord- en Midden Limburg Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Noord- en Midden Limburg Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Noord- en Midden Limburg Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie

Nadere informatie

Prof. dr. Geert Jan Stams Universiteit van Amsterdam

Prof. dr. Geert Jan Stams Universiteit van Amsterdam Prof. dr. Geert Jan Stams Universiteit van Amsterdam Samen met Jeugdige Taken van de Gezinsvoogd/Casemanager/ Gezinsmanager Opvoeder(s) / verzorger(s) Hulpverleners, behandelaars Andere professionals en

Nadere informatie

De kwaliteit van de pleegzorg bij Leger des Heils Gelderland

De kwaliteit van de pleegzorg bij Leger des Heils Gelderland De kwaliteit van de pleegzorg bij Leger des Heils Gelderland Utrecht, juli 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg ziet samen met de Inspectie

Nadere informatie

De kwaliteit van de residentiële jeugdhulp bij Timon

De kwaliteit van de residentiële jeugdhulp bij Timon De kwaliteit van de residentiële jeugdhulp bij Timon Utrecht, juni 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg ziet samen met de Inspectie voor

Nadere informatie

Het behandeltraject van jongeren in Almata Ossendrecht en Almata Onderwijs

Het behandeltraject van jongeren in Almata Ossendrecht en Almata Onderwijs Het behandeltraject van jongeren in Almata Ossendrecht en Almata Onderwijs Hertoets Stap 3 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg Instellingsrapport Inspectie

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Brabant Noordoost Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Brabant Noordoost Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Brabant Noordoost Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie

Nadere informatie

Risico- indicatoren Maart 2014

Risico- indicatoren Maart 2014 Risicoindicatoren Maart 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Risico-indicatoren ambulante jeugdhulp 5 1.1 Risico-indicatoren 5 1.2 Toelichting op de risico-indicatoren 5 2. Risico-indicatoren bureaus jeugdzorg

Nadere informatie

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen Utrecht, april 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Verbeterplan naar aanleiding van rapport Inspectie Jeugdzorg Veilig Thuis Noord en Oost Gelderland (NOG) JANUARI 2016 Update 1 maart 2016

Verbeterplan naar aanleiding van rapport Inspectie Jeugdzorg Veilig Thuis Noord en Oost Gelderland (NOG) JANUARI 2016 Update 1 maart 2016 Verbeterplan naar aanleiding van rapport Inspectie Jeugdzorg Noord en Oost Gelderland (NOG) JANUARI 2016 Update 1 maart 2016 1 Inleiding In december 2015 hebben de Inspecties Jeugdzorg (IJZ) en Gezondheidszorg

Nadere informatie

Werkwijze bij vechtscheidingen. Congres Effectieve Jeugdbescherming 10 September 2013 Liesbeth Stokman en Bas van Dijke

Werkwijze bij vechtscheidingen. Congres Effectieve Jeugdbescherming 10 September 2013 Liesbeth Stokman en Bas van Dijke Werkwijze bij vechtscheidingen Congres Effectieve Jeugdbescherming 10 September 2013 Liesbeth Stokman en Bas van Dijke Uitgangspunten BJZNH Bedreigde ontwikkeling van het kind. Een ernstige vorm van kindermishandeling.

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

De rechtspositie van kinderen in Horizon, afdeling Besloten Groepen

De rechtspositie van kinderen in Horizon, afdeling Besloten Groepen De rechtspositie van kinderen in Horizon, afdeling Besloten Groepen Stap 1 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg Instellingsrapport Inspectie jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

plan van aanpak te nemen maatregelen 2016

plan van aanpak te nemen maatregelen 2016 Aangepast verbeterrapport plan van aanpak te nemen maatregelen 2016 de kwaliteit van Veilig Thuis Zeeland Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland maart 2016 M. van Wingerden (werkbegeleider VT) M.

Nadere informatie