Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Transcriptie

1 Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Door de inspectie Jeugdzorg en de Gezondheidszorg. Apeldoorn 26 april

2 Aanleiding Veilig Thuis Noord Oost Gelderland (voortaan NOG) is vanaf 15 december 2016 een zelfstandige stichting. In de voorgaande jaren heeft de projectorganisatie voor Veilig Thuis NOG en Veilig Thuis Midden Gelderland gewerkt aan integrale aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling voor iedereen. Het Handelingsprotocol is vertaald naar de lokale werkprocessen en samenwerking met ketenpartners, er liggen kwaliteitsnormen voor inhoud en tijdpad van de verschillende stappen en er is een (landelijk geïmplementeerd) registratiesysteem dat aangepast is op de lokale situatie. Het kwaliteitskader is de input geweest voor de gemaakte samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en het lokale veld. De Inspectie Jeugdzorg en de inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspecties) hebben op 31 januari 2017 onderzoek uitgevoerd bij Veilig Thuis NOG getoetst en geconcludeerd dat Veilig Thuis NOG voldoet aan 22 van de 30 verwachtingen uit het toetsingskader. De inspecties concluderen dat Veilig Thuis NOG werkt binnen de wettelijke termijnen ten aanzien van de triage, de start en uitvoering van een onderzoek en het inzetten van vervolgtrajecten. Daarentegen is de inhoudelijke invulling van het werkproces op onderdelen als onvoldoende beoordeeld. De inspecties hebben verzocht om voor 4 april met een concreet voorstel te komen met verbetermaatregelen. De verbetermaatregelen worden integraal toegevoegd aan de doorontwikkeling van de werkprocessen voor Het ontwikkelen van de werkprocessen wordt werkende wijze uitgevoerd en op basis van de praktijk ervaringen gevormd. Het werkproces is van de medewerkers, het management is kader stellend: doorlopend werken medewerkers onder regie aan de voorbereiding van het werkproces en toetsen deze bij de collega s en de netwerkpartners. Veilig Thuis Noord Oost Gelderland scoort op de volgende 8 punten een onvoldoende; 1. Veilig Thuis legt tenminste vast welke ondersteuning, hulp of behandeling wordt ingezet ten behoeve van veiligheid. 2. Veilig Thuis legt tenminste vast wie toeziet op het naleven van de gemaakte afspraken. 3. Veilig Thuis stelt de politie of de Raad voor de Kinderbescherming in kennis van een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling indien het belang van de betrokkenen dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft daartoe aanleiding geeft. 4. Veilig Thuis bepaalt aan de hand van de melding met wie en wanneer contacten in het kader van monitoring worden gelegd. 5. Veilig Thuis gaat bij de betrokken professionals en/of de betrokken gezinsleden na of de stappen die naar aanleiding van een melding in gang zijn gezet daadwerkelijk worden uitgevoerd. 6. Veilig Thuis gaat na of de stappen leiden tot het stoppen van het geweld en tot herstel van de veiligheid. 7. Kinderen worden altijd gezien en gesproken door Veilig Thuis, gesproken in ieder geval wanneer zij zes jaar of ouder zijn. 8. Veilig Thuis vormt een oordeel over de vraag of sprake is van enige vorm van huiselijk geweld, (kinder)mishandeling of ouderenmishandeling in een intercollegiaal of multidisciplinair overleg. 2

3 Analyse Samenvattend blijkt uit het inspectierapport dat de kwaliteit van de veiligheidsplannen wisselend is. De verslaglegging in de dossiers is niet toereikend: besluiten en de onderbouwing worden verder niet uitgewerkt, gemaakte afspraken over ingezette interventies en hoe deze gevolgd worden (monitoring) zijn niet duidelijk terug te vinden. NOG gaat onvoldoende na of interventies het herstel van de veiligheid bewerkstelligen. Ook zijn in de dossiers de plannen van aanpak onvoldoende uitgewerkt: het is vaak zoeken naar de acties en prioriteiten. Kinderen worden niet altijd gesproken en het is onduidelijk met welke reden. Bij het eindoordeel van een onderzoek worden de vertrouwensarts en de gedragswetenschapper onvoldoende betrokken. Uit de individuele gesprekken met medewerkers blijkt dat men op zoek is naar een efficiënte en effectieve werkwijze en verbetering van de kwaliteit van de registratie. De samenwerkingsafspraken met het lokale veld en de strafketen zijn op procesniveau goed beschreven, wie doet wat op welke moment. De volgende stap is samen met het lokale veld en strafketen in beeld brengen aan welke kwaliteit zij moeten voldoen als het gaat om signalering en toetsen, verfijnen of de veiligheid in gezinnen goed geborgd is. Met dit plan van aanpak willen we antwoord geven op de verwachtingen uit het toetsingskader Stap 2. 3

4 Activiteiten Veilig Thuis neemt verantwoordelijkheid voor veiligheid bij alle meldingen die na triage in behandeling blijven bij Veilig Thuis Veilig Thuis legt tenminste vast welke ondersteuning, hulp of behandeling wordt ingezet ten behoeve van veiligheid. In de afsluitbrieven wordt onvoldoende concreet vastgesteld welke interventies met welk doel wordt ingezet, wat het concrete resultaat van de interventies moet zijn en wat de afspraken zijn over terugkoppeling aan Veilig Thuis. Een duidelijk overdrachtdocument met een zorgaanbieder of de lokale teams is niet consequent terug te zien in dossiers. - In overleg met de medewerkers en op basis van samenwerkingsafspraken lokale teams worden afspraken gemaakt welke informatie minimaal terug te vinden zijn in de afsluitbrieven/veiligheidsplannen. - De afspraken worden doorlopend tijdens individuele werkoverleggen getoetst en ondersteuning/faciliteiten sluiten aan bij vragen/behoefte van de medewerker. - Medewerkers worden getraind om eenduidig te rapporteren In de afsluitbrieven/veiligheidsplannen wordt concreet vastgesteld welke interventies met welk doel worden ingezet, wat het concrete resultaat van de interventies moet zijn en wat de afspraken zijn over terugkoppeling aan Veilig Thuis. Realisatie Veilig Thuis neemt verantwoordelijkheid voor veiligheid bij alle meldingen die na triage in behandeling blijven bij Veilig Thuis Veilig Thuis legt tenminste vast wie toeziet op het naleven van de gemaakte afspraken. Veilig Thuis legt niet concreet vast wie toeziet op het naleven van de gemaakte afspraken en wat de consequenties zijn als de afspraken niet worden nagekomen. Een duidelijk overdrachtsdocument met een zorgaanbieder of de lokale teams is niet consequent terug te zien in de dossiers. In overleg met de medewerkers worden afspraken gemaakt over welke informatie minimaal terug te vinden is in afsluitbrieven/veiligheidsplannen. De afspraken worden doorlopend in individuele werkoverleggen getoetst en ondersteund om conform afspraken te registreren Veilig Thuis legt vast wie toeziet op het naleven van de gemaakte afspraken Realisatie

5 1.4 Veilig Thuis werkt samen met relevante ketenpartners Veilig Thuis stelt de politie of de Raad voor de Kinderbescherming in kennis van een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling indien het belang van de betrokkenen dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft daartoe aanleiding geeft. De medewerkers weten niet dat ze de politie moeten inschakelen als het gaat om een vermoeden van een strafbaar feit en dat ze en melding anoniem kunnen voorleggen aan de politie. Daarnaast blijkt uit dossieronderzoek dat bij een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van een kind, niet de afweging wordt geregistreerd waarom er geen melding bij de Raad voor de Kinderbescherming wordt gedaan en/of aangifte bij de politie. In het werkproces zichtbaar maken welke afwegingen, wanneer gemaakt worden bij vermoeden van strafbare feiten en op basis van welke criteria opgeschaad wordt naar Raad voor Kinderbescherming, beschermingstafel en/of de politie De medewerkers weten (criteria) wanneer ze de politie of de Raad voor de Kinderbescherming in kennis moeten stellen van een melding van huiselijk geweld/kindermishandeling indien het belang van de betrokkenen dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft daartoe aanleiding geeft en dat dit vastgesteld is in dossier. Realisatie Veilig Thuis monitort meldingen Veilig Thuis bepaalt aan de hand van de melding met wie en wanneer contacten in het kader van monitoring worden gelegd. In het werkproces monitoring zijn deze afspraken uitgewerkt. Een eerste verbeterpunt is echter dat dit werkproces nog onvoldoende is geïmplementeerd. In afsluitbrieven wordt onvoldoende vastgelegd met wie en wanneer contacten in het kader van monitoring worden gelegd. In het werkproces monitoring borgen en afspraken gemaakt met wie en wanneer contacten worden gelegd in het kader van monitoring. Veilig Thuis maakt afspraken aan de hand van de melding met wie en wanneer contacten in het kader van monitoring worden gelegd. Verantwoordelijk Bestuurder 5

6 1.5 Veilig Thuis monitort meldingen Veilig Thuis gaat bij de betrokken professionals en/of de betrokken gezinsleden na of de stappen die naar aanleiding van een melding in gang zijn gezet daadwerkelijk worden uitgevoerd. Monitoring vindt niet altijd plaats in meldingen waarbij het wel zou moeten en dat onvoldoende zichtbaar is wat tijdens de monitoring is uitgevraagd Borgen van vragen voor monitoring in het werkproces en deze zichtbaar maken in de dossiers. Veilig Thuis heeft afspraken gemaakt met de betrokken professionals en/of de betrokken gezinsleden of de stappen die naar aanleiding van een melding in gang zijn gezet daadwerkelijk worden uitgevoerd. 1.5 Veilig Thuis monitort meldingen Veilig Thuis gaat na of de stappen leiden tot het stoppen van het geweld en tot herstel van de veiligheid. VT gaat onvoldoende na of de ingezette interventie leidt tot het stoppen van het geweld en tot herstel van de veiligheid Expliciet opnemen welke vragen wanneer gesteld worden in het werkproces voor monitoring. Veilig Thuis heeft afspraken in het werkproces geborgd en gaat na of de stappen leiden tot het stoppen van het geweld en tot herstel van de veiligheid. 2.3 Veilig Thuis voert het onderzoek zorgvuldig uit Kinderen worden altijd gezien en gesproken door Veilig Thuis, gesproken in ieder geval wanneer zij zes jaar of ouder zijn. Een verbeterpunt is dat medewerkers niet altijd alle kinderen uit een gezin zien en (vanaf zes jaar) met hen spreken. Hoewel in het werkproces is vastgelegd dat het spreken met kinderen vanaf 6 jaar uitgangspunt is, bepalen medewerkers in de praktijk zelf of zij dit nodig vinden. Het afwijken van het uitgangspunt wordt niet in multidisciplinair overleg besloten en niet inhoudelijk onderbouwd in het dossier. Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland vraagt wel altijd informatie op bij professionals die betrokken zijn bij een gezin of huishouden, zoals de school, het consultatiebureau en de huisarts. Uitgangspunten borgen in het werkproces om kinderen altijd te spreken tenzij In dossiers is zichtbaar welke afwegingen zijn gemaakt. Uitgangspunten in het beleid opnemen dat er met de kinderen altijd gesproken wordt tenzij. Waarbij tenzij in een afwegingskader is beschreven. Deze afwegingen moeten ook terug te lezen zijn in dossiers. 6

7 2.4. Veilig Thuis beoordeelt of daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld, kindermishandeling of ouderenmishandeling Veilig Thuis vormt een oordeel over de vraag of sprake is van enige vorm van huiselijk geweld, (kinder)mishandeling of ouderenmishandeling in een intercollegiaal of multidisciplinair overleg. Het eindoordeel wordt niet standaard multidisciplinair vastgesteld bij complexe casuïstiek. De vertrouwenarts als de gedragswetenschapper worden onvoldoende betrokken bij het eindoordeel in deze zaken. Er worden afspraken gemaakt in het werkproces over de wijze van besluitvorming en de rol van Gedragswetenschapper/vertrouwensartsen. Veilig Thuis heeft afspraken gemaakt om een oordeel over de vraag of sprake is van enige vorm van huiselijk geweld, (kinder)mishandeling of ouderenmishandeling in een intercollegiaal of multidisciplinair overleg. 7