Schoolontwikkelingsopdracht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schoolontwikkelingsopdracht"

Transcriptie

1 Schoolontwikkelingsopdracht Woordenschatonderwijs School: Theresiaschool Periode: Schooljaar Opdrachtgever: Ton van Malsen, directeur Theresiaschool Onderzoeksgroep: Ellen van Lieshout, Bregtje Subelack en Miranda Ruijssenaars 1

2 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Blz. Samenvatting 6 Hoofdstuk 1, De projectopdracht 7 Hoofdstuk 2, Probleemstelling en onderzoeksvraag 8 Hoofdstuk 3, Theoretisch kader , Wat verstaat men onder woordenschatonderwijs? , Belang van woordenschatonderwijs , Woordenschatdidactiek , Kerndoelen woordenschat , Welke kennis en vaardigheden heeft de leerkracht nodig om goed woordenschatonderwijs te kunnen geven? 21 Hoofdstuk 4, Opzet en uitvoering van het onderzoek , Keuze van de onderzoekseenheden , Dataverzamelingsmethoden en verwerking , Documentanalyse , Methode Schatkist , Methode Veilig Leren Lezen , Methode Taal Actief , CITO taal voor kleuters , CITO woordenschat groep , CITO woordenschat groep , Enquête , Algemeen , Kennis , Vaardigheden , Methodes en leermiddelen , Toetsing , Betrouwbaarheid en validiteit 48 2

3 Hoofdstuk 5, Conclusies en aanbevelingen , Conclusies , Aanbevelingen 52 Hoofdstuk 6, Discussie , Discussie 53 Bronvermelding 54 Bijlage 56 3

4 Voorwoord Kind: Juf, later wil ik verpleegster worden. Juf: Wat leuk! Kind: Ja en dan wil ik gaan werken op die afdeling waar al die baby tjes in condooms liggen. Dit zijn van die gouden momenten waarop je als leerkracht even je hoofd afwendt, stiekem lacht en vervolgens tegen deze leerling zegt: Goh, wat leuk dat jij wilt gaan werken op die afdeling waar al die baby tjes in de couveuse liggen. Het foutje in bovenstaand voorbeeld is charmant en de ontvanger van de boodschap begrijpt heel goed wat het kind bedoelt. Echter, in ons werk maken we ook dagelijks situaties mee, waarbij kinderen beschikken over een dusdanig kleine woordenschat dat zij er niet in slagen om hun wensen en behoeften duidelijk te maken, wat vaak tot verdriet en frustratie leidt. Wij zijn Ellen van Lieshout, Bregtje Subelack en Miranda Ruijssenaars; allemaal werkzaam op de Theresiaschool in Berlicum. Wij hebben allen veel affiniteit met de taalontwikkeling van kinderen. Toen de mogelijkheid zich voordeed een onderzoek te doen naar het woordenschatonderwijs op de Theresiaschool maakten wij dankbaar van deze mogelijkheid gebruik. Dit onderzoek komt voort uit de primaire behoefte van het hele team van de Theresiaschool om antwoord te krijgen op de vraag waarom het woordenschatniveau van de leerlingen terugloopt. Het team is erg gemotiveerd om tot onderwijsverbetering te komen en daarmee samenhangend stijgende leerresultaten. In september 2011 hebben wij een onderzoeksgroep geformeerd om aan deze behoefte te voldoen. Wij hebben hierbij ondersteuning gekregen van Joost van Berkel, Anje Ros, Linda Keuvelaar-Van den Bergh, Nanke Dokter en Vronie Disselhorst, allemaal verbonden aan de Fontys Pedagogische Opleidingen te s-hertogenbosch. De opdrachtgever voor dit onderzoek is Ton van Malsen, directeur van de Theresiaschool. 4

5 De onderzoeksgroep is alle betrokkenen zeer erkentelijk voor hun betrokkenheid, adviezen, steun en medewerking. Mede hierdoor ligt er nu een onderzoek waar wij trots op zijn. Wellicht ten overvloede vermelden wij dat, omwille van de leesbaarheid, daar waar hij staat ook zij gelezen kan worden. Berlicum, mei 2012 Ellen van Lieshout Bregtje Subelack Miranda Ruijssenaars 5

6 Samenvatting Achtergrond Dit onderzoeksrapport gaat over het woordenschatonderwijs in de groepen 1 tot en met 4 van de Theresiaschool. De directie van de school heeft de opdracht gegeven onderzoek te doen naar het woordenschatonderwijs zoals dat op dit moment wordt vormgegeven. De verschillende factoren die woordenschatonderwijs beïnvloeden zijn onderzocht. Er is bewust voor gekozen om díe factoren te onderzoeken waar de school direct invloed op kan uitoefenen. Dit onderzoek past ook uitstekend binnen de toegenomen maatschappelijke aandacht voor woordenschatontwikkeling en de doelstellingen van de school zoals vastgelegd in het schoolplan Doel Het doel van dit onderzoek is het inzichtelijk krijgen van de verschillende factoren die van invloed zijn op woordenschatontwikkeling en onderwijs. Dit onderzoek is een nulmeting en moet de basis gaan vormen voor verder onderzoek om uiteindelijk te komen tot onderwijsverbetering. Methode De basis van dit onderzoek vormt een literatuurstudie, welke terug te lezen is in het theoretisch kader. Daarnaast is er een enquête afgenomen bij de leerkrachten van groep 1 tot en met 4 om inzicht te krijgen in de aanwezige kennis en vaardigheden, maar ook in de wensen en behoeften ten aanzien van professionalisering op het gebied van woordenschatonderwijs. Er heeft een methodeonderzoek plaatsgevonden om de gebruikte methodes, hun inhoud en didactiek in kaart te brengen. Tevens is methodeonderzoek gedaan naar de gehanteerde toetsen. Daarnaast is de relatie tussen het lesaanbod en de toetsing vanuit CITO bestudeerd. De informatie die bovenstaande onderzoeken hebben opgeleverd, zijn verwerkt in conclusies. Op basis van deze conclusies zijn aanbevelingen gedaan. Conclusie Het onderzoek is ruimschoots tegemoetgekomen aan de wens om het woordenschatonderwijs in de onderbouw inzichtelijk te maken. Met de aanbevelingen die zijn gedaan, kan de school een start maken om tot verbetering van het woordenschatonderwijs in de groepen 1 tot en met 4 te komen. Tevens biedt het onderzoek voldoende aanknopingspunten voor een vervolgonderzoek in de bovenbouw. 6

7 Hoofdstuk 1, De projectopdracht De Theresiaschool is een categorie 1-school wat betekent dat 95% van de leerlingen het gewicht nul hebben toegekend gekregen vanwege het hoge opleidingsniveau van hun ouders. Om die reden heeft de school zichzelf een 85% norm (85% A-B-C scores) gesteld wat betreft alle toetsen, dus ook voor de woordenschattoets. Uit CITO toetsen is gebleken dat de resultaten op het gebied van woordenschat tegenvallen. Landelijk gezien liggen de resultaten van de toetsen woordenschat niet laag, maar de school scoort onvoldoende ten opzichte van de eigen norm. Tevens laten de toetsresultaten van de afgelopen jaren een negatieve tendens zien. De school wil graag weten wat oorzaken kunnen zijn van de tegenvallende resultaten om zo te kunnen komen tot een verbeterplan. Door onderzoek te doen naar de verschillende aspecten die van invloed zijn op woordenschatonderwijs, hoopt de school meer inzicht te krijgen in het woordenschatonderwijs zoals dat op dit moment gegeven wordt. In een later stadium kan gekeken worden naar de interventies die nodig zijn om tot verbetering van het woordenschatonderwijs, en daarmee samenhangend het woordenschatniveau, te komen. Het onderzoek richt zich op factoren waar de school direct invloed op kan uitoefenen. Het concrete resultaat voor de school zal een eindverslag zijn waarin iedere factor inzichtelijk gemaakt wordt. Het totaal van deze factoren maakt duidelijk hoe op dit moment het woordenschatonderwijs in de onderbouw op de Theresiaschool vormgegeven wordt. 7

8 Hoofdstuk 2, Probleemstelling en onderzoeksvraag Huidige situatie De Theresiaschool is een grote basisschool, met gestructureerd onderwijs. De school telt ruim 580 leerlingen, verdeeld over 22 groepen. Vanuit de algemene onderwijsvisie omschrijft de Theresiaschool haar identiteit en kijk op de samenleving als volgt: Leren voor t leven! De school ziet het als haar belangrijkste taak kinderen een goede basis mee te geven voor hun toekomst in deze maatschappij. Belangrijk daarbij zijn: uitdaging voor zowel kinderen als leerkrachten, aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen, partnerschap waarbij de leerkrachten verantwoordelijk zijn voor het onderwijskundige gedeelte en zij samen met de ouders verantwoordelijk zijn voor het pedagogisch klimaat. De Theresiaschool omschrijft haar visie op onderwijs als volgt: Kinderen begroeten de wereld vol verwondering. De Theresiaschool wil die verwondering blijvend prikkelen, zodat ze met plezier een leven lang leren. De Theresiaschool wil dat leerlingen respectvol met elkaar omgaan door ze te leren écht te zien en te horen, zodat ze uitgroeien tot volwaardige mensen die durven staan voor normen en waarden. Dit gelardeerd met een dosis humor. De Theresiaschool wil de kinderen die aan haar zorg zijn toevertrouwd opleiden tot creatieve en kritisch denkende mensen. De cognitieve ontwikkeling van de leerlingen wordt voorop gesteld wetende dat hiervoor een gezond pedagogisch klimaat aanwezig moet zijn, waarin ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen zo goed mogelijk gestimuleerd moet worden. Structuur, rust en regelmaat zijn hierin centrale thema s. De Theresiaschool staat open voor alle leerlingen waarbij rekening gehouden wordt met de mogelijkheden van en binnen de school. Er wordt gewerkt met het model B-H-V (Basis-Herhaling-Verrijking), wat inhoudt dat er binnen de groep op drie niveaus gewerkt wordt. Uit vernieuwingstendensen in het onderwijs worden bewuste keuzes gemaakt die bij de school passen, rekening houdend met de eigen mogelijkheden en die van de leerlingen. Probleemstelling De Theresiaschool behaalt de eigen gestelde norm van 85% A/B/C score niet. Daarnaast laten de CITO-toetsen een negatieve tendens zien op het onderdeel woordenschat. De school heeft behoefte aan meer inzicht in het woordenschatonderwijs zoals dat op dit moment aangeboden wordt in de groepen 1 tot en met 4. 8

9 Het onderzoek is van wezenlijk belang voor de Theresiaschool, omdat de verkregen inzichten over de manier waarop op dit moment invulling gegeven wordt aan het woordenschatonderwijs, het uitgangspunt zullen vormen voor onderwijsverbetering. Het onderzoek komt hiermee tegemoet aan de doelstelling in het schoolplan om het niveau van woordenschat te verhogen. Er zijn verschillende factoren van invloed op woordenschatonderwijs. Dit onderzoek richt zich op de volgende aspecten: Lesaanbod Toetsing Kerndoelen Leerkracht Theorie Al deze aspecten zijn direct van invloed op het woordenschatonderwijs zoals dat op dit moment op de Theresiaschool gegeven wordt en staan daarnaast ook nog onderling in relatie met elkaar. Eén en ander is inzichtelijk gemaakt in onderstaand schema: 9

10 De invloed van deze aspecten en hun onderlinge relatie hebben geleid tot de volgende hoofdvraag en bijbehorende deelvragen: Hoe wordt op dit moment door de leerkrachten van groep 1 tot en met 4 van de Theresiaschool invulling gegeven aan woordenschatonderwijs? Deelvragen 1a. Wat is woordenschatonderwijs? 1b. Wat zijn de kerndoelen wat betreft woordenschat voor het basisonderwijs? 2a. Wat is de inhoud van de methoden? 2b. Hoe passen de leerkrachten de methodieken uit de methoden toe in de klas? 3a. Op welke manier wordt woordenschatonderwijs aangeboden in de onderbouwgroepen? 3b. Welke kennis en vaardigheden van de leerkracht zijn hiervoor nodig? 3c. Ervaren leerkrachten belemmeringen t.a.v. de eigen kennis en vaardigheden met betrekking tot het geven van woordenschatonderwijs? 4. Hoe sluit het lesaanbod aan bij de theorie over woordenschatonderwijs? 5. Hoe toetst CITO de woordenschat van een kind? 6. Sluit het lesaanbod aan bij de toetsing van CITO? Gewenste situatie De conclusies van dit onderzoek zullen inzicht geven in de huidige situatie omtrent woordenschatonderwijs en aanknopingspunten bieden voor de gewenste situatie. 10

11 Hoofdstuk 3, Theoretisch kader Dit gedeelte van het onderzoek richt zich op het beantwoorden van de volgende theoretische deelvragen: Wat verstaat men onder woordenschatonderwijs? Wat zijn de kerndoelen wat betreft woordenschat voor het basisonderwijs? Welke kennis en vaardigheden heeft de leerkracht nodig om goed woordenschatonderwijs te kunnen geven? Voor het beantwoorden van bovenstaande vragen is gebruik gemaakt van diverse boeken, websites en artikelen. Voor een compleet overzicht van deze bronnen verwijzen wij u naar de bronvermelding aan het einde van dit document. De bestudeerde literatuur vormt de basis voor dit onderzoek. Vervolgens is de theorie uitgangspunt geweest voor de inhoud van de enquête en bij het methodeonderzoek. Bestudeerd is in hoeverre de theorie met betrekking tot het geven van woordenschatonderwijs terug te vinden is in de doelen, de opzet en aanpak van de methode. Tevens is de theorie uit de literatuur vergeleken met de woordenschatmethodes die in de groepen 1 tot en met 4 van de Theresiaschool gebruikt worden. Daarnaast vormt de literatuur de theoretische onderbouwing voor de uiteindelijke conclusies. 11

12 3.1, Wat verstaat men onder woordenschatonderwijs? De Stichting voor Leerplanontwikkeling [SLO] geeft als abstracte definitie voor woordenschat: De woorden die een taalgebruiker receptief en/of productief tot zijn beschikking heeft. Onder receptieve woordenschat worden de woorden verstaan waarvan de leerling de betekenis herkent. Onder productieve woordenschat worden de woorden verstaan die de leerling kent en kan gebruiken. Uit de literatuur blijkt dat woordenschatonderwijs breed opgevat moet worden. Woordenschat is wel een domein binnen het taalonderwijs, maar er zijn voortdurend momenten waarop kinderen nieuwe woorden kunnen leren. In alle onderwijsleersituaties ben je als leerkracht bezig met het aanleren van nieuwe woorden. Henk Huizenga benoemt in zijn boek Woordenschat twee typen situaties waarin nieuwe woorden geleerd worden 1 : - De incidentele woordleersituaties, waarin kinderen toevallig een nieuw woord tegenkomen en er een noodzaak is om achter de betekenis van het woord te komen. - De intentionele woordleersituaties, waarin de leerkracht de bedoeling heeft om de leerlingen nieuwe woorden aan te leren. Het verschil tussen deze twee woordleersituaties is dat de leerkracht bij een intentionele woordleersituatie systematisch en planmatig bezig is met het aanleren van nieuwe woorden. We kunnen dus concluderen dat woordenschatonderwijs eigenlijk ingebed is in het totale onderwijs en zich niet beperkt tot een bepaald vak. Dit maakt dat het lastig is om een eenduidige definitie van het begrip woordenschatonderwijs te geven. 1 Verhallen, M. & Verhallen,S. (1994). Woorden leren, woorden onderwijzen. Handreiking voor leraren in het basis- en voortgezet onderwijs. Hoevelaken: CPS. 12

13 3.2, Belang van woordenschatonderwijs Om in de maatschappij goed te kunnen functioneren, is een uitgebreide woordenschat essentieel. In woorden ligt immers onze kennis besloten. Woorden zijn niet alleen noodzakelijk voor communicatie en om boodschappen over te dragen in het dagelijks leven, maar ook om te leren op school. Kienstra en Bruggink geven in hun boek Woordenschatontwikkeling: Werkwijzen voor groep 1-4 van de basisschool aan dat er een direct verband is tussen woordenschatontwikkeling en schoolsucces. Leerlingen die een goed begrip hebben van de betekenis van woorden en daar snel mee kunnen werken, kunnen verbanden en principes beter begrijpen en zijn beter in staat problemen op te lossen. Op school zijn dat belangrijke vaardigheden, voornamelijk bij begrijpend lezen en de zaakvakken. Het is daarom nodig dat kinderen op school dagelijks nieuwe woorden leren en zich de begrippen die verbonden zijn met deze woorden eigen maken. Vugt & Wösten (2004, p.14) leggen een verband tussen woordenschat en rekenonderwijs: Een leerling die over een kleine woordenschat beschikt en een gebrekkige grammaticale beheersing bezit, is in zijn taalgebruik beperkt tot wat het hier en nu ziet en doet. Dit kind kan zich moeilijk verplaatsen in een context, in het verleden, de toekomst en de fantasie. Ook zal dit kind moeilijker de innerlijke taal' kunnen sturen. Zolang het taalgebruik binnen de groep zich beperkt tot het manipuleren met materiaal en vertellen over wat er gebeurt, richt zich het taalgebruik op de hier-en-nu situatie en kan een kind met een achterstand in de taalsituatie alles nog overzien. In een meer complexe situatie loopt het al snel vast. Het kind is dan niet in staat om allerlei herinneringen, gevoelens, voorstellingen, gedachten en handelingen (het betekenisveld van een woord) te omvatten en te gebruiken. Uit onderzoek blijkt telkens weer (o.a. Snow 2006, Hacquebord e.a. 2004) hoe belangrijk woordenschat is voor het begrijpen van geschreven en gesproken taal. Woordenschat is de belangrijkste factor voor tekstbegrip. 13

14 Vernooy 2 omschrijft het belang van woordenschatonderwijs als volgt: Leren als een op taal gebaseerde activiteit is sterk afhankelijk van woordkennis. Lezers begrijpen niet wat ze lezen als ze de betekenis van de meeste woorden niet kennen. Leerlingen moeten ook de betekenis van woorden - die leerkrachten gebruiken en die voorkomen in schoolboeken - kennen; deze woorden moeten ze in nieuwe situaties kunnen toepassen. Het ontbreken van een goede woordenschat is één van de cruciale factoren waarom kinderen uit risicogroepen dikwijls mislukken in het onderwijs. Kortom: Goed woordenschatonderwijs is dus van belang voor alle vakken op de basisschool. Wanneer er een goede woordenschat aanwezig is, kan een kind zich makkelijker uitdrukken en zal het teksten beter begrijpen. Verder is een goede woordenschat van belang om in de maatschappij te kunnen functioneren. 2 Vernooy, K. (2003 ). Een goede woordenschat. JSW 10,

15 3.3, Woordenschatdidactiek Uit voorgaande paragrafen is duidelijk geworden wat woordenschatonderwijs is en wat het belang van een goede woordenschat is. Helaas is het niet zo dat leerlingen op school vanzelf voldoende woorden leren. Om een krachtige stimulans te geven aan de woordenschatontwikkeling moet het taalonderwijs aan verschillende eisen voldoen en zullen leerkrachten expliciet aandacht moeten besteden aan het onderwijzen van woorden. SLO geeft de volgende abstracte definitie van woordenschatdidactiek: Het (aan)leren van nieuwe woorden door de omgeving daarvoor geschikt te maken, de juiste werkvormen te kiezen, kinderen strategieën aan te leren en de juiste instructie te geven. Binnen de theorie worden meerdere didactische modellen onderscheiden. Veel gebruikte modellen zijn de viertakt, de driefasendidactiek en de zesstappenaanpak. Deze worden hieronder kort toegelicht. Viertakt De aanpak die in het huidige basisonderwijs het meest gebruikt wordt, is de viertakt van Van den Nulft & Verhallen, (2001). Dit model bestaat uit de volgende fasen: 1. Voorbewerken. Dit is de fase die voorafgaat aan het eigenlijke leren van nieuwe woorden. Door het creëren van een gunstige beginsituatie wordt gezorgd voor een goede context of een functionele leersituatie waarin de voorkennis van kinderen geactiveerd wordt. 2. Semantiseren. In deze fase wordt, binnen de context waarin een woord is aangeboden, de betekenis van de woorden duidelijk gemaakt. 3. Consolideren. In deze fase worden de woorden ingeoefend, zodat de nieuw aangeleerde woorden beklijven. Het is hierbij van belang dat de aangeleerde woorden geregeld terugkomen in verschillende situaties en op verschillende momenten. 4. Controleren. In deze fase wordt nagegaan of de kinderen de aangeleerde woorden ook daadwerkelijk onthouden hebben en de betekenis ervan kennen. 15

16 Driefasendidactiek Deze aanpak maakte aan het einde van de vorige eeuw een steile opgang. Hierbij wordt in drie opeenvolgende fases gewerkt. 1. Aanbodsfase. In deze fase krijgen de leerlingen de kans om nieuwe (doel)woorden in een aantal contexten tegen te komen en zelf hypotheses op te stellen over de betekenis van deze woorden. 2. Semantiseringsfase. In deze stap wordt expliciet stilgestaan bij de betekenis van het doelwoord. Leerlingen krijgen de kans om hun hypotheses expliciet te toetsen aan de juiste betekenis van het doelwoord. 3. Consolideringsfase. In deze fase krijgen de leerlingen veelvuldig kansen om de nieuwe woorden te gebruiken en vast te zetten in het geheugen. De driefasendidactiek is de laatste jaren onder vuur komen te liggen. Kris van den Branden licht dit in het artikel Woordenschatonderwijs in een schooltaalbeleid 3 als volgt toe: Een te strakke benadering van een driefasendidactiek dreigt veel kansen voor woordenschatverwerving verloren te laten gaan en te veel geld in te zetten op één mogelijke route naar de verwerving van doelwoorden. Zesstappenaanpak Marzano besteedt in zijn zesstappenaanpak veel aandacht aan het monitoren van het woordbegrip op leerling- en groepsniveau. De leerlingen wordt nadrukkelijk gevraagd na te denken over de mate waarin ze een begrip nu begrijpen. Dit draagt tevens bij aan de ontwikkeling van hun reflecterend vermogen. De achterliggende gedachte is dat het begrip van een woord gaandeweg de zes stappen zal groeien. Tijdens de zes stappen kunnen de leerlingen hun omschrijving en de beeldende weergaven van het begrip aanpassen. De zes stappen zijn onderverdeeld in twee fasen: Instructiefase 1. Het aan te leren woord wordt op een motiverende manier door de leerkracht omschreven, ondersteund door beelden en/of concreet materiaal. 2. De leerlingen omschrijven het begrip in hun eigen woorden. 3. De leerlingen maken een tekening van het nieuwe woord. De beeldende weergave ondersteunt het begrip in het lange termijn geheugen. 3 Van den Branden, K. (2011 ). Woordenschatonderwijs in een schooltaalbeleid. Tijdschrift Taal jaargang 2 nummer 4, p

17 Verdiepingsfase 4. De leerlingen verdiepen hun woordkennis door herhaalactiviteiten met de aangeleerde woorden. 5. De leerlingen gaan in interactie over de aangeleerde woorden door deze met elkaar te bespreken en te vergelijken. 6. De leerkracht biedt de leerlingen spelactiviteiten met de aangeleerde woorden aan. De hiervoor genoemde aanpakken zijn het er over eens dat het aanleren van woorden meer is, dan het aanbieden en uitleggen ervan alleen. Het verschil zit met name in het aantal stappen dat doorlopen moet worden bij het aanleren van de nieuwe woorden. 17

18 3.4, Kerndoelen woordenschat Op de site van tule.slo staat in de karakteristiek voor het domein Nederlands o.a. het volgende beschreven: Taalonderwijs is van belang omdat de rol van taal bij het verwerven van inhouden en vaardigheden in alle leergebieden (en de transfer daartussen) evident is. Het onderwijs in Nederlands als tweede taal heeft dat besef de laatste jaren sterk doen groeien. Taalonderwijs is dus van belang voor het succes dat kinderen in het onderwijs zullen hebben en voor de plaats die ze in de maatschappij zullen innemen. Daarnaast heeft taal een sociale functie. Kinderen dienen hun taalvaardigheid te ontwikkelen, omdat ze die nu en straks in de maatschappij hard nodig hebben. Dat houdt onder meer in dat het onderwijs, waar mogelijk, uitgaat van communicatieve situaties: levensechte en boeiende leesteksten, gesprekken over onderwerpen die kinderen bezighouden, een echte correspondentie met kinderen van andere scholen. Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders gezegd: het onderwijs in Nederlandse taal is er op gericht dat kinderen in de beheersing van deze taal in en buiten school steeds competentere taalgebruikers worden. Die competenties zijn te typeren in vier trefwoorden: 1. Kopiëren: zo letterlijk mogelijk een handeling nadoen (overschrijven van het bord bijvoorbeeld). 2. Beschrijven: het op eigen wijze (in eigen woorden) toepassen van een vaardigheid. Dat kan inhouden: verslag uitbrengen, informatie geven of vragen. 3. Structureren: op eigen manieren ordening aanbrengen. 4. Beoordelen: evalueren. Deze trefwoorden zijn niet zonder meer tot formuleringen in kerndoelen te verwerken, omdat het vaak gaat om een combinatie van competenties. In het aanbod neemt de schriftelijke taalvaardigheid een belangrijke plaats in. Geletterdheid veronderstelt meer dan alleen de techniek van lezen en schrijven. Ook inzicht in de maatschappelijke functie ervan en een positieve attitude maken er deel van uit. Deze ontwikkeling begint eigenlijk al vóór de basisschool, bij voorlezen en vertellen in het gezin en wordt daarna steeds verder ontwikkeld. De ontwikkeling van de mondelinge taalvaardigheid verdient blijvende aandacht: Uitbreiding van de woordenschat, aandacht voor taal en denken, toepassen van luisterstrategieën, voorlezen en vertellen: het zijn activiteiten die de mondelinge taalvaardigheid verder ontwikkelen, maar daarnaast voorwaardelijk zijn voor het schriftelijk domein. 18

19 Beschouwing van taal en taalgebruik geeft kinderen gereedschappen om over taal te praten en na te denken. Traditioneel ging het hierbij om grammatica en soms ook om de beschouwing van interessante taalverschijnselen. Tegenwoordig denkt men hierbij vooral aan inzicht in eigen en andermans taalgebruikstrategieën, zodat een kind leert deze steeds bewuster en doelgerichter in te zetten. Naast aandacht voor taal als systeem is er ook reflectie op taalgebruik. Taalbeschouwing dient geen op zichzelf staand onderdeel te vormen, maar geïntegreerd te worden met (onderdelen uit) de overige domeinen. Het zal duidelijk zijn dat onderwijs in Nederlands als tweede taal vaak een wat ander karakter heeft dan Nederlands als eerste taal: de beginsituatie van de leerlingen is anders, de didactiek verschilt, het aanbod is soms anders gefaseerd, er ligt meer nadruk op woordenschatuitbreiding. Maar voor alle leerlingen gelden in feite dezelfde doelen en hetzelfde aanbod. Veel van oorsprong autochtone kinderen die in achterstandssituaties opgroeien zijn ook gebaat bij didactische inzichten die door ervaring met onderwijs aan allochtone kinderen scherper zijn geworden. Eén van die inzichten is, dat taal in alle vakken een cruciale rol speelt bij het verwerven van kennis en vaardigheden in die andere vakken. Kerndoel 12 De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder woordenschat vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Inhoud woordenschat Groep 1-2 Groep 3-4 Beheersen van een basiswoordenschat. Eigen woordenschat opbouwen. Als groep 1-2 en: Conceptuele netwerken. Doelgericht in en buiten de klas ervaringsgericht uitbreiden. nieuwe woorden afleiden. Woordbetekenissen uit verhalen Toepassen van strategieën voor het afleiden. afleiden van woorden. Woorden actief leren gebruiken. Betekenisrelaties die woorden kunnen Onderscheid tussen vorm- en hebben, zoals onderschikking, betekenisaspecten van woorden. bovenschikking, tegenstellingen, Reflectie op woordbetekenissen. synoniem. Uitbreiden van conceptuele netwerken, zodat diepe 19

20 woordbetekenissen ontstaan. Interpreteren van eenvoudig figuurlijk taalgebruik. Strategieën toepassen voor het afleiden van woorden uit de tekst. Inhoud (meer)talige begrippen Groep 1-2 Groep 3-4 Betekenis van begrippen voor Als groep 1-2 en beginnende geletterdheid: voor, Lettergreep, punt, komma, achter, boven, onder, links, rechts, uitroepteken, vraagteken, begin, midden, eind, letter, klank, aanhalingsteken, bladzijde, woord, woord, verhaal, lezen, schrijven. zin, hoofdletter, uitspraak, titel, tekst, hoofdstuk, regel. Deze begrippen moeten in relatie gezien worden met de andere kerndoelen taal Deze begrippen moeten in relatie gezien en in een juiste context aangeboden worden met de andere kerndoelen taal worden aan kinderen. Ze worden en in een juiste context aangeboden daarom niet als doel op zichzelf worden aan kinderen. Ze worden behandeld in dit kerndoel over daarom niet als doel op zichzelf woordenschat. behandeld in dit kerndoel over woordenschat. Inhoud uitbreiding woordenschat Groep 1-2 Groep 3-4 De woordenschat van de kinderen breidt zich uit (kwantiteit) en de woordkennis wordt dieper (kwaliteit). Ook van woorden die ze al eerder verworven hadden. Kinderen leren steeds meer betekenisaspecten van een woord kennen, kennen betekenisverschillen van woorden die op elkaar lijken, begrijpen én gebruiken woorden in nieuwe situaties. 20

21 3.5, Welke kennis en vaardigheden heeft de leerkracht nodig om goed woordenschatonderwijs te kunnen geven? Het is de leerkracht die uitmaakt wat er in de klas gebeurt, die de kwaliteit van het onderwijs bepaalt en die ervoor moet zorgen dat de kinderen die aan zijn zorgen zijn toevertrouwd, zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het is de leerkracht die alle middelen moet aangrijpen om dat doel te behalen, die al zijn talenten moet inzetten om met dynamiek, humor, intelligentie en gevoel de kinderen te stimuleren. Dat de rol van de leerkracht essentieel is voor kwalitatief goed onderwijs, blijkt ook uit onderstaande citaten: Jaren van onderzoek hebben duidelijk gemaakt, dat goed lesgeven er veel toe doet! (Carey, 2004) Als kinderen niet leren, hebben we ze niet onderwezen. (Siegfried E. Engelmann, juni 2001) De kwaliteiten van de leraren zijn het meest bepalend voor de leerlingresultaten. (Darling-Hammond, 1998) In de afgelopen 10 jaar is er veel onderzoek gedaan naar wat het verschil voor leerlingen maakt m.b.t. leerlingresultaten en nu is het duidelijk: de meest belangrijke factor voor het leren van de leerlingen is wat hun leerkrachten weten! Linda Darling-Hammond, Stanford University De belangrijkste factor voor leerlingsucces is de kwaliteit van het lesgeven. Kati Haycock een kwalitatief zeer goede leerkracht in het primair onderwijs kan in wezen de nadelen van een lage sociaal-economische achtergrond neutraliseren of zelfs elimineren. John Kain, Eric Hanushek, Steven Rivkin Kwaliteit van onderwijs is vooral kwaliteit van leraren. Inspectie van onderwijs (2011) 21

22 Goed woordenschatonderwijs vraagt om specifieke vaardigheden van een leerkracht. Allereerst zal een leerkracht voorafgaand aan een willekeurige activiteit vast moeten stellen of leerlingen voldoende woordenschat en achtergrondkennis hebben om de uitleg, instructie, het verhaal, de verwerking etc. te kunnen begrijpen. Als dit niet het geval is, zal de leerkracht de benodigde (woord)kennis voorafgaande aan de activiteit aan de orde moeten stellen. Andere belangrijke leerkrachtvaardigheden zijn: het stimuleren van taal bij de leerlingen, differentiëren, het geven van effectieve feedback en aandacht voor leermotivatie. Om achtergrondkennis en woordenschat systematisch te vergroten, dienen onderwijsactiviteiten ingepland te worden die zowel verbale als non-verbale representaties in het geheugen over een nieuw onderwerp vergroten. Hierbij is het belangrijk dat kennis vanuit het werkgeheugen wordt opgeslagen in het lange-termijn geheugen. Achtergrondkennis ontstaat door een interactie tussen twee factoren: de hoeveelheid ervaringen met het onderwerp en het effectief opslaan van informatie (Marzano, 2004; Fisher & Frey, 2009). Voor het onderwijs is het belangrijk om aandacht te besteden aan beide factoren. Hieronder staan enkele aandachtspunten voor woordenschatinstructie genoemd (Stahl, 1999; Fisher & Frey, 2009; Beck, McKeown & Kruger, 2002): De selectie van aan te bieden woorden is belangrijk. Vaak worden specifieke woorden aangeleerd, zoals globe, tsunami of chiropractor. Het is effectiever om schooltaalwoorden aan te bieden die leerlingen vaker zullen tegenkomen en die hen beter helpen om teksten te begrijpen. Het gaat dan om woorden zoals tenminste, vervolgens, adequaat. Er moet een rijke instructie gegeven worden op nieuwe woorden. Deze instructie moet verder gaan dan het geven van definities. De instructie dient zowel aandacht te besteden aan de verbale component als aan de non-verbale component. Een afbeelding, voorwerp of filmpje verrijkt de instructie van nieuwe woorden. Het is belangrijk dat leerlingen hun diepe kennis over het onderwerp vergroten, waarbij veel details of aspecten bekend zijn. Leerlingen moeten associaties met aanverwante onderwerpen kunnen maken. Leerlingen moeten uitgedaagd worden om na te denken over de betekenis van het nieuwe woord. Leerlingen moeten verbindingen leggen tussen het nieuwe woord en bekende woorden. 22

23 Nieuwe woorden moeten vaak terugkomen. Elk nieuw woord moet acht à tien keer herhaald worden. Voor het opslaan van nieuwe kennis in het lange termijn geheugen is het essentieel dat hier niet meer dan twee dagen tussen zitten. Het is belangrijk dat leerlingen de woorden actief gaan gebruiken in interactie met klasgenoten. Er moet aandacht zijn voor transfer: Leerlingen moeten de nieuwe woorden buiten de les en klas gaan gebruiken. Het is vooral van belang dat nieuwe woorden deel uit gaan maken van de dagelijkse woordenschat van de leerling. 23

24 Hoofdstuk 4, Opzet en uitvoering van het onderzoek 4.1, Keuze van onderzoekseenheden In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van verschillende onderzoekseenheden die gebruikt zijn bij dit onderzoek. Het gebruik van meerdere methoden wordt methodische triangulatie genoemd 4. Door vanuit verschillende invalshoeken te kijken, wordt een volledig beeld van de huidige situatie rondom woordenschatonderwijs in de groepen 1 tot en met 4 op de Theresiaschool verkregen. Documentanalyse Om inzicht te krijgen in de gebruikte methodes is documentanalyse als instrument gehanteerd. Het methodeonderzoek heeft inzicht gegeven in de door de methode gehanteerde didactiek en de daarbij horende methodieken. Daarnaast is een documentanalyse toegepast op de woordenschattoets van CITO om na te gaan of aanbod en toetsing op elkaar aansluiten. In het projectplan is opgenomen dat er een analyse gedaan zou worden naar de methode Estafette. Deze methode blijkt echter alleen gericht te zijn op technisch lezen en bevat geen aspecten van woordenschatonderwijs. Vandaar dat hier geen documentanalyse van gemaakt is. Enquête Middels een schriftelijke, via de verspreide enquête, is in beeld gebracht hoe de leerkrachten van groep 1 tot en met 4 woordenschatonderwijs vormgeven. De keuze voor het afnemen van een enquête is gemaakt, omdat dit een relatief eenvoudige en voordelige manier is om informatie te verkrijgen over attitudes, opinies, gevoelens, gedachten, kennis en omstandigheden. Een nadeel van enquêteren kan zijn een lage respons en onvolledige lijsten. Echter, de collega s van de Theresiaschool zijn bekend met deze manier van bevragen en hadden hun medewerking reeds toegezegd. De vragen in de enquête richten zich op: kennis, vaardigheden, inzet van de methode, toetsing en professionaliseringswensen en -behoeften. De vragen uit de enquête zijn gebaseerd op de bestudeerde literatuur over woordenschatonderwijs. 4 Baarda, D. B., Goede, M. P. M.., & Teunissen, J. (2005). Basisboek kwalitatief onderzoek: Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Groningen: Stenfert Kroese. 24

25 4.2, Dataverzamelingsmethoden en verwerking De bestudeerde literatuur vormt de basis van dit onderzoek. De theorie over woordenschatonderwijs is uitgangspunt geweest. Alle andere factoren (leerkracht, toetsing en aanbod) zijn hieraan gerelateerd. Er is gebruik gemaakt van twee documentanalyses en een enquête om antwoord te krijgen op de deelvragen: Wat is de inhoud van de methode en hoe passen de leerkrachten de methodieken uit de methoden toe in de klas? Op welke manier wordt het woordenschatonderwijs aangeboden in de onderbouwgroepen? Ervaren leerkrachten belemmeringen t.a.v. de eigen kennis en vaardigheden met betrekking tot het geven van woordenschatonderwijs? Hoe sluit het lesaanbod aan bij de theorie over woordenschatonderwijs? Hoe toetst CITO de woordenschat van een kind? Sluit het lesaanbod aan bij de toetsing van CITO? De verkregen informatie is vergeleken met de theorie uit de bestudeerde literatuur. Op basis hiervan zijn conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. De bestudeerde literatuur is gebruikt voor het opstellen van de vragen uit de enquête. De enquête heeft vooral inzicht gegeven in de manier waarop leerkrachten de methode in de klas (aanbod) inzetten voor het geven van woordenschatonderwijs. Daarnaast is de leerkrachten gevraagd naar de aanwezige kennis en vaardigheden en naar hun behoefte om deze te delen met collega s, dan wel uit te breiden. Om de relatie tussen aanbod en toetsing inzichtelijk te krijgen, is gevraagd in hoeverre leerkrachten vinden dat aanbod en toetsing op elkaar aansluiten. 25

26 4.3, Documentenanalyse 4.3.1, Methode Schatkist Op de Theresiaschool wordt in de groepen 1 en 2 gewerkt met de methode Schatkist. Het strategisch leren neemt een belangrijke plaats in in de methode: de kinderen leren leren, doordat ze zelf of met andere kinderen samenwerken, plannen maken en problemen oplossen. Kinderen maken in de kleuterperiode een veelzijdige ontwikkeling door. Het proces van ontwikkeling is gericht op het realiseren van drie basisbehoeften: de behoefte aan kennis, de behoefte aan relatie en de behoefte aan autonomie. Taal speelt hierbij een belangrijke rol. De behoefte van kinderen aan kennis wordt gezien in de conceptuele ontwikkeling van kinderen. Nauw daaraan gerelateerd verloopt de woordenschatontwikkeling. Zowel de receptieve als de productieve woordenschat van kinderen neemt in de kleuterperiode enorm toe. Dankzij een toenemende mate van autonomie kunnen kinderen steeds meer reflecteren op zichzelf en op de werkelijkheid om hen heen. Hierdoor ontwikkelt zich een taalbewustzijn dat hen in staat stelt om basisprincipes van geschreven taal te ontwikkelen. Er wordt dan gesproken van ontluikende geletterdheid. Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat woorden niet geïsoleerd aangeboden dienen te worden, maar in een context. Schatkist sluit hierbij aan doordat nieuwe woorden altijd worden aangeboden in de context van een thema. Schatkist noemt deze thema s ankers. Voor de in de literatuur beschreven beklijving maakt Schatkist gebruik van herhaalde aanbieding op diverse momenten met diverse materialen. Schatkist gaat uit van de terugkerende ankers en biedt een ruime keuze aan inspirerende activiteiten die nauw aansluiten bij het ritme van een jaar en de beleving van kleuters. Schatkist biedt vier verschillende ankerpakketten. In elk ankerpakket zitten vier ankers met de daarbij behorende materialen. Een anker is een dieper uitgewerkt thema dat een betekenisvolle context biedt. Deze ankers zijn geplaatst binnen de vier seizoenen en zijn gekoppeld aan herkenbare gebeurtenissen. In de literatuur komt het begrip semantiseren steeds naar voren. Woordbetekenissen dienen verduidelijkt te worden voor kinderen. Niet alleen door het uitleggen ervan, maar waar mogelijk ook door het laten zien en uitbeelden van het nieuwe woord. Schatkist biedt middels ankerverhalen een eerste mogelijkheid voor het semantiseren van de nieuwe woorden. Om woordbetekenissen aan kinderen te kunnen uitleggen, moet de leerkracht zorgen voor een rijke leeromgeving. Dit wordt binnen Schatkist gerealiseerd 26

27 door met ankers en routines te werken. Ankerverhalen zijn bij uitstek geschikt voor woordenschatuitbreiding, omdat onbekende woorden in een betekenisvolle context voorkomen. Daarbij gaat het om inhouds- en functiewoorden die voor een belangrijk deel naar begrippen uit de rekentaal verwijzen. Bij elk verhaal staan ongeveer honderd woorden centraal, deze woorden zijn onderverdeeld in drie categorieën: - Sterwoorden. Deze woorden verwijzen naar de basiswoordenschat. Het zijn de kernwoorden die nodig zijn voor het begrijpen van de hoofdlijnen van het ankerverhaal. Voor allochtone en taalzwakke autochtone kinderen kan hier door middel van pre-teaching extra aandacht aan worden geschonken. - Maanwoorden. Deze woorden vormen de basis voor een goede verwerking van het ankerverhaal of daaraan gerelateerde activiteiten. Voor kinderen met een basis- of gemiddeld niveau gelden deze woorden als centrale doelstelling voor wat betreft woordenschatontwikkeling. In het ankerverhaal zijn deze woorden in kleur afgedrukt, zodat ze tijdens het interactief voorlezen aan bod kunnen komen. Ook tijdens de activiteiten in de overige fasen is er aandacht voor maanwoorden. - Zonwoorden. Hierbij gaat het om minder frequente en minder voorstelbare woorden die kinderen krijgen aangereikt met het oog op een optimaal begrip van het ankerverhaal. Voor de wat meer taalvaardige kinderen gelden deze woorden als een uitdaging voor verdere verdieping van de betekenisvolle context rondom het ankerverhaal. De tekst en illustraties van het ankerverhaal samen geven de leerlingen aanknopingspunten bij het afleiden van de betekenis van een onbekend woord. Vooral voor allochtone kinderen is een visuele ondersteuning van ankerverhalen belangrijk. Het kind krijgt daarmee de context van het verhaal reeds aangereikt, zodat de aandacht van het kind op de precieze bewoordingen van het verhaal kan worden geleid. Door het stellen van W- vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom) kan het actief bij het verhaal worden betrokken. De woorden worden geconsolideerd door herhaling en verdieping. Door hetzelfde verhaal in een kort tijdsbestek herhaalde malen voor te lezen geeft de leerkracht de kinderen de kans om woordbetekenissen in het geheugen op te slaan. De aan de ankerverhalen gekoppelde kleutersetjes geven kinderen de mogelijkheid om zelfstandig met de verhalen aan de slag te gaan. 27

28 Schatkist gebruikt de viertakt als woordenschatdidactiek. De fase voorbewerken gebeurt door het werken met de ankers in de groep. De overige drie fasen worden doorlopen door middel van semantiserende en toetsende spellen. Schatkist vormt de basis van een doorgaande leerlijn voor lezen, die in groep 3 wordt voortgezet middels de methode Veilig Leren Lezen. Schatkist geeft ruime aandacht aan mondelinge taal en beginnende geletterdheid. De ontwikkeling van het fonologisch bewustzijn en het alfabetisch principe nemen daarbij een belangrijke plaats in. Daarnaast biedt Schatkist dezelfde aanpak in niveaus (ster, maan en zon) als Veilig Leren Lezen , Methode Veilig Leren Lezen Op de Theresiaschool wordt in groep 3 gewerkt met de methode Veilig Leren Lezen (VLL). VLL is een taal-/leesmethode. Dit houdt in dat ervoor gekozen is om vanuit een geïntegreerd onderwijsaanbod zowel de mondelinge, als de schriftelijke taalontwikkeling op systematische wijze te stimuleren. Woordenschat is een essentieel onderdeel van een taalleesmethode. Kinderen moeten voldoende woorden kennen om met succes te leren lezen. Dit geldt met name voor het begrijpend lezen, want om uit te groeien tot een lezer die ook in staat is om de betekenis uit een tekst te halen, is een ruime woordenkennis onontbeerlijk. VLL is opgebouwd uit 12 kernen met elk een eigen thema, met een aansluitend anker en ankerverhaal. De themawoorden zijn de doelwoorden van de leerlijn woordenschat in VLL. De selectie van de themawoorden is gebaseerd op twee woordenlijsten. Het betreft de woordenlijsten: Woorden in het basisonderwijs. Schroten W. en Vermeer A. (1994) Woorden in het basisonderwijs woorden aangeboden aan leerlingen. Tilburg: Tilburg University Press. Streeflijst woordenschat voor zesjarigen. Schaerlaekens, A., Kohnstamm, D. en Lejaegere, M. (1999). Streeflijst woordenschat voor zesjarigen. Gebaseerd op nieuw onderzoek in Nederland en België. 3 e herz. versie. Lisse: Swets & Zeitlinger. Per kern worden in VLL ongeveer 20 themawoorden aangeboden. In kern 1 en 2 zijn de auteurs terughoudend geweest met woordenschatuitbreiding. Door de vernieuwde didactiek van VLL moeten de kinderen in de eerste kernen grotere denkstappen maken dan voorheen. Om de kinderen in de eerste weken niet te veel te belasten, blijft de woordenschatuitbreiding in kern 1 grotendeels beperkt tot begrippen die aan bod komen 28

29 tijdens de leesinstructie, zoals: de eerste, de middelste, de laatste, vooraan, achteraan, in het midden. In VLL vormen de ankerverhalen een eerste mogelijkheid voor het semantiseren van de nieuwe woorden. In VLL gebeurt dit semantiseren zowel voor, tijdens als na het lezen. Bij de voorbespreking worden de kinderen in de sfeer van het ankerverhaal gebracht, worden hun eigen ervaringen geactiveerd en worden sommige woorden besproken. Vaak zijn het de themawoorden die niet zo makkelijk zijn af te beelden. VLL geeft aan dat het dan vooral belangrijk is de kinderen over hun eigen ervaringen met deze begrippen te laten vertellen. Tijdens het voorlezen vindt de leerkracht in de marge van het ankerverhaal aanwijzingen om nieuwe, onbekende woorden kort en effectief toe te lichten. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van pictogrammen. De platen van het anker vormen een belangrijke manier voor het visualiseren van de themawoorden. Het nagesprek dient vooral om de kinderen op te verhaal te laten reflecteren. Ook de woordenschat komt dan aan bod. De tweede gelegenheid om woorden te semantiseren vormen de praatplaten in de leesboekjes. Deze platen zijn bedoeld om kinderen te laten praten over het thema. Hierbij komen tevens de themawoorden aan de orde die nog niet zijn behandeld in het ankerverhaal. In VLL is het klassengesprek, vormgegeven in een woordveld, een belangrijk middel voor het consolideren. Tijdens de kern wordt regelmatig gepraat over de themawoorden, zodat de leerlingen zich de nieuwe betekenissen eigen kunnen maken en die kunnen koppelen aan reeds bekende begrippen. VLL geeft daarbij aan dat het belangrijk is de kinderen veel en vaak te laten praten over de eigen ervaringen. In de eerste maanden, wanneer de technische leesvaardigheid van de kinderen nog gering is, wordt gebruik gemaakt van een woord- en beeldveld. In VLL wordt gewerkt met twee variaties op een woord- en beeldveld: De thematafel en de woordenmuur. Op de thematafel staan concrete voorwerpen rond een bepaald cluster van themawoorden. Deze voorwerpen mogen kinderen van huis meenemen en de leerkracht schrijft het woord samen met het lidwoord op een kaartje. Het kaartje en het voorwerp komen samen op de thematafel te liggen. De woordenmuur is een variant op de thematafel. Rond een kernwoord worden kaarten met woorden, tekeningen en illustraties gehangen die uitdagen tot het verkennen van de betekenis van dat woord binnen de context. Wanneer de kinderen de meeste letters kennen wordt de woordenmuur voor hen een interessante routine om woorden in te 29

30 prenten. Het woordweb is binnen VLL een middel om de onderlinge samenhang tussen woorden uit het woordveld duidelijk te maken. Vanaf kern 7 kunnen de kinderen hun lees- en schrijfvaardigheid toepassen in gevarieerde lees- en schrijfactiviteiten rond het thema. Dan zijn zij in staat de nieuwe woorden ook op die manier te verankeren. Naast de activiteiten van de methode, raadt VLL aan om dagelijks bepaalde themawoorden in te oefenen door middel van spelletjes. Hiervoor verwijst de methode naar het praktijkboek Met woorden in de weer van Van den Nulft en Verhallen (Coutinho, Bussum 2002). In VLL zijn geen methodegebonden toetsen rond woordenschatuitbreiding opgenomen. Bij de lentesignalering na kern 8 kan de leerkracht desgewenst een woordenschattoets naar keuze af nemen , Methode Taal Actief Op de Theresiaschool wordt in groep 4 gewerkt met de methode Taal Actief. Het domein woordenschat vormt in Taal Actief een echte spilfunctie. Zo heeft de methode een leerlijn woordenbetekenissen onthouden en achterhalen. In alle lessen taal krijgen de kinderen de strategieën aangereikt in de instapkaart. Bij de leerlijnen schrijven en spreken & luisteren worden de kinderen in het strategisch leren ondersteund met een praat- en schrijfhulp. Ook Taal Actief maakt gebruik van ankerverhalen. Taal Actief biedt de woorden nooit los aan, ze staan altijd in een zinvolle en aantrekkelijke context. Zowel in de woordenschatlessen als in de taal- en spellingslessen komen themawoorden terug. Elk themawoord komt minimaal zes keer in verschillende contexten voor waardoor de woorden beter beklijven. De themawoorden zijn de doelwoorden van de leerlijn woordenschat in Taal Actief. De woordenselectie is aan de hand van strenge criteria gemaakt. Voor het opstellen van de woordenlijsten zijn diverse bronnen gebruikt 5. Met Taal Actief wordt zowel verbreding als verdieping verschaft. Bij verbreding leert de leerkracht de kinderen méér woorden aan, dus kwantiteit. In het basisprogramma leren 5 Woordenlijst Amsterdamse Kinderen (F. Kuiken en S. Droge, 2010) Woorden in het basisonderwijs (W. Schrooten en A. vermeer, 1994) Woorden leren en woorden onderwijzen (S. en M. Verhallen, 1994) Het Posterproject Basisonderwijs (CED Groep, Stassen e.a., 1999) 30

31 de kinderen ruim 400 woorden per leerjaar. Het plusboek voor taalbegaafde leerlingen biedt nog eens 96 woorden per leerjaar aan. Voor kinderen die niet goed zijn in woordenschat is er het pakket Woordenschat Extra met 480 woorden per leerjaar. Bij verdieping worden woorden in een netwerk aangeboden en leren kinderen steeds meer betekenisaspecten en betekenisrelaties bij de woorden. Tijdens het voorbewerken wordt de aandacht getrokken van de kinderen en wordt het semantische netwerk geactiveerd. Binnen Taal Actief worden hiervoor aan het begin van ieder thema weer ankerverhalen gebruikt. De themawoorden die de kinderen aan het einde van het thema moeten kennen, staan naast het ankerverhaal. In de semantiseringsfase worden in Taal Actief de woorden uitgelegd en uitgebeeld. Taal Actief hanteert hier twee typen woordleersituaties: een uitgebreide - en een beknopte semantiseringsfase. Bij de uitgebreide semantiseringsfase worden de woorden altijd via een netwerk aangeboden. Grafische vormen maken de betekenisrelaties tussen woorden zichtbaar en helpen bij het onthouden van de nieuwe woorden en het uitbreiden van de betekenisaspecten. Taal Actief gebruikt hiervoor vier structuren: - Woordparachute. In een woordparachute staat bovenaan in de parachute de categorienaam. Daaronder hangen de woorden die tot deze categorie behoren. - Woordspin. In een woordspin staat het kernwoord in het midden. Daaromheen staan de uitbreidingswoorden. - Woordkast. In een woordkast staan bovenaan twee, vaak tegengestelde woorden. Onder elk woord staan woorden die erbij passen. - Woordtrap. In een woordtrap worden de woorden gerangschikt op volgorde. Bij de beknopte semantiseringsfase worden de woorden uitgelegd met behulp van een afbeelding, korte omschrijving of een voorbeeldzin. Taal Actief consolideert de nieuwe woorden met woordspelletjes. Daarnaast komen de nieuwe woorden ook in de andere lessen terug. Elk thema in Taal Actief heeft een taaltoets. De toets bestaat voornamelijk uit meerkeuzevragen en heeft drie onderdelen waarvan woordenschat er één is. De woorden en woordbetekenissen worden op kennisniveau getoetst: weten de kinderen wat het woord betekent en weten ze welk woord bij de betekenis hoort? De plustoets bestaat uit vier vragen taal verkennen en vier vragen woordenschat. In de plustoets worden geen doelen uit het plusboek getoetst. Het gaat in de plustoets om het toetsen van themadoelen en themawoorden op een hoger kennis- en begripsniveau. Hierbij gaat het om onderliggende betekenisrelaties en netwerken (webbing en mapping). 31

Woordenschatonderwijs

Woordenschatonderwijs Woordenschatonderwijs 1 Inleiding: Aanleiding om op de Mauritsschool woordenschatonderwijs speerpunt van verbetering te maken: -we hebben te maken met tegenvallende resultaten bij dit vakgebied -kijkend

Nadere informatie

De Viertakt van Verhallen

De Viertakt van Verhallen De Viertakt van Verhallen Waarom werken met de Viertakt van Verhallen? Vooral in groep 3 leren de kinderen veel nieuwe woorden. Niet alleen tijdens het lezen, maar ook gewoon tijdens de lessen. Het is

Nadere informatie

Gemaakt door: Tessa Vos Marije van Weenen Lenneke Flikweert Melanie de Lange 3j5

Gemaakt door: Tessa Vos Marije van Weenen Lenneke Flikweert Melanie de Lange 3j5 Gemaakt door: Tessa Vos Marije van Weenen Lenneke Flikweert Melanie de Lange 3j5 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Onderzoeksvraag... 2 Hoe pas je woordenschatdidactiek toe in de praktijk?... 2 Beantwoording

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

lezen Veilig leren lezen Artikelen - Met woorden werken veilig leren De nadruk ligt op leren lezen Betekenisvolle contexten Geïntegreerde leerlijnen

lezen Veilig leren lezen Artikelen - Met woorden werken veilig leren De nadruk ligt op leren lezen Betekenisvolle contexten Geïntegreerde leerlijnen veilig leren lezen Met woorden werken Auteur: Wilma Stegeman De leerlijn woordenschat is enigszins verstopt in de materialen en activiteiten van Veilig leren lezen. Daardoor kunt u op een vanzelfsprekende

Nadere informatie

Viertakt van Verhallen

Viertakt van Verhallen Viertakt van Verhallen Hoe kan ik een woord voorbewerken? De voorbewerking is meestal kort. Soms als we woorden geselecteerd hebben in een speciale context is de voorbewerking zelfs niet meer nodig: het

Nadere informatie

Oranje stappers maak je zo

Oranje stappers maak je zo Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje

Nadere informatie

EEN GOEDE WOORDENSCHAT: DE BASIS VOOR EEN GOEDE SCHOOLLOOPBAAN

EEN GOEDE WOORDENSCHAT: DE BASIS VOOR EEN GOEDE SCHOOLLOOPBAAN EEN GOEDE WOORDENSCHAT: DE BASIS VOOR EEN GOEDE SCHOOLLOOPBAAN Leren als een op taal gebaseerde activiteit is sterk afhankelijk van woordkennis. Lezers begrijpen niet wat ze lezen als ze de betekenis van

Nadere informatie

Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur

Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur 5 november 2015 Leeuwarden ECNO conferentie Piers van der Sluis 2 Wat levert deze workshop je wel en niet op Niet: Hogere Cito scores in januari Allemaal

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Woordenschat Een vak apart?

Woordenschat Een vak apart? Woordenschat Een vak apart? Learning words Inside & out Tessa de With Enschede Woensdag 28 oktober 2009 3 Het voorbeeld van de muis Een model van het leren lezen Begrijpend luisteren Woordenschat Technisch

Nadere informatie

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

DATplus. Kerndoelanalyse SLO DATplus Kerndoelanalyse SLO September 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming

Nadere informatie

Focus op woordenschat Florence Servais

Focus op woordenschat Florence Servais 1 Focus op woordenschat Florence Servais 2 Bron: Volkswagen, Piano staircase, The Fun Theory.com 3 schoolachterstand woordenschatachterstand We think with words; therefore, to improve thinking, teach vocabulary

Nadere informatie

Uitwerking kerndoel 12 Nederlandse taal

Uitwerking kerndoel 12 Nederlandse taal Uitwerking kerndoel 12 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 12 Stichting

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 1 Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 Mondeling onderwijs Kerndoel 1 Kerndoel 2 Kerndoel 3 Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 Bijlage kerndoel 4 leestechniek Kerndoel 5 Kerndoel

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

Netwerkbijeenkomsten Taal voor Havo en Vwo april Lydia van Deelen Meeng, managing consultant CPS

Netwerkbijeenkomsten Taal voor Havo en Vwo april Lydia van Deelen Meeng, managing consultant CPS Netwerkbijeenkomsten Taal voor Havo en Vwo april 2012 Lydia van Deelen Meeng, managing consultant CPS l.vandeelen@cps.nl M:06-55898565 Inhoud van deze bijeenkomst Bewust en Belang: Theoretische achtergrond

Nadere informatie

PlatformPraktijkontwikkeling.nl. Actief met woorden in de klas

PlatformPraktijkontwikkeling.nl. Actief met woorden in de klas Onderzoek in het Educatieve Domein Een onderzoek naar het verbeteren van woordenschatonderwijs in groep 6 Citeren als: Lieren, M. van (). Een onderzoek naar het verbeteren van woordenschatonderwijs in

Nadere informatie

Digiwak 2.0: Online overzicht belangrijke woorden nieuwkomers. Studiedag LOWAN-vo 10 april 2017

Digiwak 2.0: Online overzicht belangrijke woorden nieuwkomers. Studiedag LOWAN-vo 10 april 2017 Digiwak 2.0: Online overzicht belangrijke woorden nieuwkomers Studiedag LOWAN-vo 10 april 2017 Folkert Kuiken Afdeling Neerlandistiek, UvA Marlies Elderenbosch ITTA UvA Inhoud 1. Achtergrond en totstandkoming

Nadere informatie

Woordenschat. Wat is woordenschat?

Woordenschat. Wat is woordenschat? Woordenschat Wat is woordenschat? Woorden zijn de belangrijkste betekenisdragende elementen van een taal. Hoe meer woorden de leerlingen kennen, hoe beter ze begrijpen wat een ander zegt of schrijft. En

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

Werken aan een woordenschatcultuur

Werken aan een woordenschatcultuur Taal Ontwikkeling van een grote woordenschat Werken aan een Kinderen met een grote woordenschat hebben op school profijt van hun woordkennis. Met name bij begrijpend lezen is een goede woordenschat essentieel

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

1 De kennisbasis Nederlandse taal

1 De kennisbasis Nederlandse taal Noordhoff Uitgevers bv De kennisbasis Nederlandse taal. De opzet van de kennisbasis. De inhoud van de kennisbasis. Toetsing van de kennisbasis. Hoe gebruik je Basiskennis taalonderwijs? In dit hoofdstuk

Nadere informatie

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Versie: juni 2015 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Nieuwe methode aanschaffen? Dat kan nu veel voordeliger. Snappet

Nadere informatie

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Masterclass Waarom, waarvoor, hoe? Verdieping m.b.t. taalontwikkeling en werken met groepsplannen

Nadere informatie

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties De competenties A Vertellen en voorlezen A 1.2 A1 A2 A3 A4 Je kunt verhalen om voor te lezen of te vertellen kiezen voor iedere leeftijdsgroep van de basisschool. Je kunt het voorlezen of vertellen van

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie Zin in taal/ Zin in spelling tweede editiee Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Oktober 2015 Verantwoording 2015 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Audit WoordenSchatuitbreiding.

Audit WoordenSchatuitbreiding. Naam: Groep: Audit WoordenSchatuitbreiding. Invoeringsfase: Opmerkingen (knelpunten afspraken): Datum: Tijd: 1. Doelen: a. b. c. 2. Discussie en/of reflectie: 3. Klassenbezoek / feedback: Werkwijze: Observatiepunten

Nadere informatie

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Algemeen Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Maart 2015 o Groep 0/instroom: Afhankelijk van de ontwikkeling van het kind kunnen de muisvaardigheden geoefend worden door het programma Spelen met

Nadere informatie

Ronde 4. Taalbelang in thematisch werken. 7. Hoe kom je erbij? 8. De 3 pijlers van het speelse communiceren. Wat heb je nu geleerd? 1.

Ronde 4. Taalbelang in thematisch werken. 7. Hoe kom je erbij? 8. De 3 pijlers van het speelse communiceren. Wat heb je nu geleerd? 1. 4. Lerarenopleiding Basisonderwijs 7. Hoe kom je erbij? Brainstormen, kinderprogramma s bekijken, hun boeken lezen, een klasparlement organiseren en vele andere factoren vormen de basis voor het uitbreiden

Nadere informatie

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Taalfontein Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

Kent PomPom straks minder woorden dan de Amsterdamse kleuters? Moeten alle Nederlandse basisscholen aan de BAK?

Kent PomPom straks minder woorden dan de Amsterdamse kleuters? Moeten alle Nederlandse basisscholen aan de BAK? Kent PomPom straks minder woorden dan de Amsterdamse kleuters? Moeten alle Nederlandse basisscholen aan de BAK? Pompom, het boegbeeld van Schatkist, speelt een belangrijke rol als vriendje van de kinderen

Nadere informatie

Niveau en referentieniveau in Taal op Maat

Niveau en referentieniveau in Taal op Maat Pagina 1 van 7 Niveau en referentieniveau in Taal op Maat Op welk (referentie)niveau krijgen leerlingen taalonderwijs aangeboden in Taal op maat? Tiddo Ekens 1 Oktober 2015 Op welk(e) referentieniveau(s)

Nadere informatie

2. Waar staat de school voor?

2. Waar staat de school voor? 2. Waar staat de school voor? Missie en Visie Het Rondeel gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Daarnaast zijn ook

Nadere informatie

Tekst: Berber Groenenberg

Tekst: Berber Groenenberg Een goede woordenschatontwikkeling is voor peuters en kleuters van cruciaal belang om de basisschool succesvol te doorlopen. LOGO 3000 is lesmateriaal voor leidsters en leerkrachten om de woordenschat

Nadere informatie

Staal. Kerndoelanalyse SLO

Staal. Kerndoelanalyse SLO Staal Kerndoelanalyse SLO oktober 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming van

Nadere informatie

2. semantiseren: de leerkracht verduidelijkt woorden en betekenissen

2. semantiseren: de leerkracht verduidelijkt woorden en betekenissen WOORDENSCHAT Semantiseren Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer bevat

Nadere informatie

Materialen voor woordenschatonderwijs

Materialen voor woordenschatonderwijs Materialen voor woordenschatonderwijs In onderstaande tabellen staan de methoden en materialen gerangschikt naar doelgroep en de NTC-Richting waarvoor ze bruikbaar zijn. Onder de tabellen staat meer informatie

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Woordenschatverwerving: De bodem onder woordenschatdidactiek

KWALITEITSKAART. Woordenschatverwerving: De bodem onder woordenschatdidactiek KWALITEITSKAART Woordenschat PO Woordenschatverwerving: De bodem onder woordenschatdidactiek Ontwikkeling van de woordenschat als onderdeel van de vroege taalontwikkeling In de paper Effectief leesonderwijs

Nadere informatie

Lisbo Begrijpend Lezen

Lisbo Begrijpend Lezen Wat en waarom Lisbo Begrijpend Lezen Begrijpend lezen op de Tine Marcusschool Technisch lezen op orde Verzoek CPS mee te doen aan Lisbo-BL 9 SBO-scholen + 1 school cluster 2 (ESM) Binnen het taal-leesverbetertraject

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

BELANGRIJKE WOORDEN VOOR NIEUWKOMERS IN HET BASISONDERWIJS Folkert Kuiken Afdeling Neerlandistiek, UvA

BELANGRIJKE WOORDEN VOOR NIEUWKOMERS IN HET BASISONDERWIJS Folkert Kuiken Afdeling Neerlandistiek, UvA BELANGRIJKE WOORDEN VOOR NIEUWKOMERS IN HET BASISONDERWIJS Folkert Kuiken Afdeling Neerlandistiek, UvA f.kuiken@uva.nl Studiedag LOWAN-PO, Hilversum, 11-4-2017 Inhoud 1. Achtergrond en totstandkoming Digiwak

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

De opbrengsten van het werken met LOGO 3000 en de gebruikerservaringen van leerkrachten

De opbrengsten van het werken met LOGO 3000 en de gebruikerservaringen van leerkrachten De opbrengsten van het werken met LOGO 3000 en de gebruikerservaringen van leerkrachten Eindrapportage gebruikersonderzoek LOGO 3000 2014 September 2014 Nadia Kassem Inhoud 1. Inleiding... 5 2. Achtergronden...

Nadere informatie

Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist

Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist Margot Willemsen, m.willemsen@kentalis.nl logopedist ~ We komen misschien

Nadere informatie

TAAL- EN LEESMETHODEN. Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen. Begrijpend lezen. Effectieve strategieën voor begrijpend lezen ALGEMEEN

TAAL- EN LEESMETHODEN. Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen. Begrijpend lezen. Effectieve strategieën voor begrijpend lezen ALGEMEEN TAAL- EN LEESMETHODEN ALGEMEEN Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen Algemeen: aandachtspunten bij methode Begrijpend lezen Om een goede begrijpend lezer te zijn, is het in de eerste plaats

Nadere informatie

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen. Onderbouwrapport In het onderbouwrapport waarderen wij alle genoemde aspecten ten opzichte van de leeftijd. Een waardering wordt uitgedrukt in een cijfer. U kunt via de beknopte omschrijvingen in het rapport

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving Inhoudsopgave Inleiding 1 Taal en taalonderwijs 1.1 Achtergrondkennis: wat is taal? 1.1.1 Functies van taal 1.1.2 Betekenis van taal 1.1.3 Systeem van taal 1.1.4 Componenten van de kennis over taal 1.2

Nadere informatie

Didactische verantwoording. Allemaal taal. Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal

Didactische verantwoording. Allemaal taal. Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal Didactische verantwoording Allemaal taal Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal Jenny van der Ende Taalondersteuning bij kinderen Naast behoefte aan

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL Taalbeleid 1.ALGEMEEN 1.1 Woord vooraf 1.2 Visie van de school 1.3 Omschrijving taalbeleid 1.4 Motivering van het belang van taalbeleid onze school 1.5 De populatie van de school 2.BESCHRIJVING VAN HET

Nadere informatie

Woordenschat Groep 5 en 6

Woordenschat Groep 5 en 6 Woordenschat Groep 5 en 6 In groep 5 en 6 richt u zich vooral op: het aanleren van nieuwe woorden, inclusief diepe woordkennis, met een accent op het aanleren van school/schrijftaalwoorden; het activeren

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen

TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Toetsen. Contactgegevens

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Toetsen. Contactgegevens Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Toetsen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Wat betekent dit voor het meten van de 21ste eeuwse taalvaardigheden? We hebben

Nadere informatie

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2 Leesverbeterplan Enschede 2007-2010 Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2 PROJECTBUREAU KWALITEIT (PK!) Enschede, september 2010 Yvonne Leenders & Mariët Förrer 2 3 Leesverbeterplan

Nadere informatie

Effectief leesonderwijs

Effectief leesonderwijs Effectief leesonderwijs Het CPS heeft in de afgelopen jaren een aantal projecten op het gebied van lezen ontwikkeld en uitgevoerd. Deze projecten zijn in te zetten in de schakelklassen en met name bij

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer :

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer : RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI School : Panta Rhei Plaats : Almere BRIN-nummer : 12QK Onderzoeksnummer : 112991 Datum schoolbezoek : 15 mei 2009 Datum vaststelling

Nadere informatie

Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer

Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer Taalconferentie Hoera! Lezen Kansen en uitdagingen voor begrijpend lezen In gesprek met de inspectie Marja de Boer Programma Hoe beoordeelt de inspectie kwaliteit onderwijs BL? Uw beeld Een aantal misvattingen

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 3

Informatie. vakgebieden. Groep 3 Informatie vakgebieden Groep 3 Rekenen en wiskunde Gehanteerde methode: Wereld in getallen. Sinds een aantal jaren rekenen we met de nieuwe methode: De wereld in getallen. De inhoud van een rekenles bestaat

Nadere informatie

Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. 1. Tussendoelen lees- en schrijfmotivatie. 2. Tussendoelen technisch lezen

Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. 1. Tussendoelen lees- en schrijfmotivatie. 2. Tussendoelen technisch lezen Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid Bron: Aarnoutse, C. & Verhoeven, L. (red.), Zandt, R. van het, Biemond, H.(in voorbereiding). Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. Een leerlijn voor groep 4 tot

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Onze Klas Mijn Wereld: Woordenschat: basis van het leren

Onze Klas Mijn Wereld: Woordenschat: basis van het leren Onze Klas Mijn Wereld: Woordenschat: basis van het leren Woordenschat is het taaldomein waarin het verwerven van woordbetekenissen en woordvormen centraal staat. Een uitgebreide woordenschat is belangrijk

Nadere informatie

Schrapvoorstel Taal actief 3e versie Ten behoeve van intensiever woordenschatonderwijs Paul Filipiak

Schrapvoorstel Taal actief 3e versie Ten behoeve van intensiever woordenschatonderwijs Paul Filipiak Schrapvoorstel Taal actief 3e versie Ten behoeve van intensiever woordenschatonderwijs Paul Filipiak juli 2009 Schrapvoorstel Taal actief 3e versie Ten behoeve van intensiever woordenschatonderwijs 1 Schrapcriteria

Nadere informatie

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID 1. Lees- en schrijfmotivatie 1.1 Kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd voor lezen en schrijven. 1.2 Ze beschouwen lezen en schrijven als dagelijkse routines.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs bij. basisschool De Pelikaan

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs bij. basisschool De Pelikaan RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs bij basisschool De Pelikaan Plaats : Bonaire BRIN-nummer : 28PW Datum schoolbezoek : 22 september 2016 Rapport vastgesteld te Tilburg op 29

Nadere informatie

Advies voor goed onderwijs, organiseer je samen

Advies voor goed onderwijs, organiseer je samen Advies voor goed onderwijs, organiseer je samen KB BB GL/TL Een handreiking voor leerkrachten van groep 7 en 8 in het basisonderwijs, leerkrachten in het speciaal basisonderwijs en de docenten vmbo onderbouw

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE School : basisschool 't Mêêtje Plaats : Ellemeet BRIN-nummer : 05ZJ Onderzoeksnummer : 112723 Datum schoolbezoek : 28

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT School : Christelijke Basisschool De Poort Plaats : Bleiswijk BRIN-nummer : 07XM Onderzoeksnummer : 116787

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD School : basisschool Pater van der Geld Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 111245 Datum

Nadere informatie

TAALPLAN. 2014-2018 Ambitie De Al-Qoeba School Ademt TAAL

TAALPLAN. 2014-2018 Ambitie De Al-Qoeba School Ademt TAAL TAALPLAN 2014-2018 Ambitie De Al-Qoeba School Ademt TAAL 1 1-Taalonderwijs op de Al-Qoeba Het taalonderwijs op de Al-Qoeba is te verdelen in drie fasen: 1. De kleuterfase 2. Groep 3 3. Groep 4-8 Bij de

Nadere informatie

Ronde 3. Op Woordenjacht: creatief en effectief werken aan woordenschatuitbreiding. 1. Inleiding

Ronde 3. Op Woordenjacht: creatief en effectief werken aan woordenschatuitbreiding. 1. Inleiding Ronde 3 Barbara van der Linden Fontys Fydes Contact: b.vanderlinden@fontys.nl Op Woordenjacht: creatief en effectief werken aan woordenschatuitbreiding 1. Inleiding Kinderen zijn echte woordenkrachtpatsers.

Nadere informatie

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO Betsy Ooms Opzet Doel leesonderwijs (en spellingonderwijs) Doorgaande lijn Kenmerken goed leesonderwijs Extra aandacht voor monitoring, als belangrijk

Nadere informatie

Uitwerking kerndoel 6 Nederlandse taal

Uitwerking kerndoel 6 Nederlandse taal Uitwerking kerndoel 6 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 6 Stichting

Nadere informatie

Stap 1 Doelen vaststellen

Stap 1 Doelen vaststellen Stap 1 Doelen vaststellen! Lesdoelen staan altijd in relatie tot langere termijn doelen. Zorg dat je de leerlijn of opbouw van doelen op schoolniveau helder hebt! Groepsdoelen staan altijd in relatie tot

Nadere informatie

Wat is de rol van eigentijds taalonderwijs?

Wat is de rol van eigentijds taalonderwijs? Wat is de rol van eigentijds taalonderwijs? Taalconferentie 13 oktober Ineke Bruning WWW.CPS.NL Ineke Bruning i.bruning@cps.nl 06 25 065 512 Aan het einde van de workshop o Heeft u een beeld van wat eigentijds

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Amber Van Geit Opleiding:

Nadere informatie

Lezen in het PRO en BBL. Wat is PRO? Wat lezen leerlingen in PRO? Wat helpt hen om het lezen te verbeteren? Wat kunnen bibliotheken nog meer doen?

Lezen in het PRO en BBL. Wat is PRO? Wat lezen leerlingen in PRO? Wat helpt hen om het lezen te verbeteren? Wat kunnen bibliotheken nog meer doen? Lezen in het PRO en BBL Wat is PRO? Wat lezen leerlingen in PRO? Wat helpt hen om het lezen te verbeteren? Wat kunnen bibliotheken nog meer doen? Stand van zaken 1. Wat is succesvol in contact met de scholen?

Nadere informatie

De didactiek achter WoordenSTART

De didactiek achter WoordenSTART achtergrondinformatie De didactiek achter WoordenSTART voor de leerkracht Een goed begin is het halve werk Bijsluiter Dinges Als je vanmiddag toch naar de stad gaat, neem voor mij dan zo n dinges mee...

Nadere informatie

Onderzoek Zuid-Afrika

Onderzoek Zuid-Afrika Onderzoek Zuid-Afrika Tweede taalverwerving en tweede taalonderwijs Engels als tweede taal in het basisonderwijs Naam: Kimberly Vermeulen Studentnummer: S1077859 Klas: PLV3B Minor: Internationalisering

Nadere informatie

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015 Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015 Inleiding 2 INLEIDING DANS Leerlingen in het basisonderwijs dansen graag. Het sluit aan bij hun natuurlijke creativiteit, fantasie en bewegingsdrang.

Nadere informatie

Snappet is een alternatief voor...

Snappet is een alternatief voor... Snappet is een alternatief voor... Hulp bij het bestellen van nieuwe boeken. Versie: mei 2014 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Informatie Nieuwe methode aanschaffen?

Nadere informatie

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden Theoretisch kader: Zoals ik in mijn probleemanalyse beschrijf ga ik de vaardigheid creativiteit, van de 21st century skills onderzoeken, omdat ik wil weten op welke manier de school invloed kan uitoefenen

Nadere informatie