2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL

Transcriptie

1 Taalbeleid 1.ALGEMEEN 1.1 Woord vooraf 1.2 Visie van de school 1.3 Omschrijving taalbeleid 1.4 Motivering van het belang van taalbeleid onze school 1.5 De populatie van de school 2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL 2.1 Methoden en materialen voor het taalonderwijs! 2.2 Bestede tijd aan taalonderwijs per jaargroep per domein 2.3 Afspraken in verband met de rol van taal in andere vakken 2.4 Leerlingvolgsysteem voor taal 3. PRIORITEITEN 3.1 Prioriteit Prioriteit Prioriteit 3 4. ACTIVITEITENPLAN 4.1 Doelen 4.2 Geplande activiteiten 4.3 Organisatie van activiteiten 4.4 Middelen die nodig zijn 4.5 Manier waarop het resultaat wordt geëvalueerd

2 1.ALGEMEEN 1.1 Woord vooraf Ons taalbeleid bestaat uit opvattingen en maatregelen op het taalonderwijs op R.K.B.S. De Grote Kans. In ons taalbeleid komt naar voren, op welke manier er rekening wordt gehouden met de belangrijke rol die taal speelt in alle lessen en bij alle vakken. Het taalbeleidsplan is een werkdocument dat tussentijds aangepast of aangevuld kan worden, om de kwaliteit van het taalonderwijs te waarborgen. Door continue reflectie en evaluatie willen wij dit proces blijven aanpassen of aanvullen om ons taalonderwijs te verbeteren, want onderwijs moet blijven groeien. 1.2 Visie van de school 1. Op De Grote Kans werken we samen als een groep en we helpen elkaar. Een goede samenwerking is van essentieel belang om te kunnen leren binnen een groep. Op onze school staat samenwerking dan ook centraal. Door naar elkaar te luisteren ontwikkelen kinderen empathie. Door onze units in de middagen werken kinderen van verschillende leeftijden samen. Ieders talent wordt hierin ontdekt, verder ontwikkeld en geaccepteerd. 2. Op De Grote Kans pakken we elke uitdaging aan en zien deze als een kans. Elke dag komen kinderen zowel in positieve als negatieve situaties terecht. Wij stimuleren de kinderen om elke situatie als een uitdaging te zien. Door met kinderen te praten over de omgang met elkaar en situaties uit te spelen, maken we de kinderen bewust hoe je tegen het leven aan kunt kijken. Wij zullen de kinderen stimuleren om een kans te wagen, ook al zal dit soms een stapje terug betekenen. 3. Op De Grote Kans krijgt elk kind het onderwijs dat bij hem/haar past. Ieder kind leert op een andere manier. Door op deze manier van leren aan te sluiten, bieden wij onderwijs op maat. De leerkracht biedt extra hulp of daagt het kind juist meer uit. Aansluiten op de behoeften van het kind, kijken naar de talenten van het kind en het behalen van de gestelde doelen staan hierbij hoog in ons vaandel. Er wordt gebruik gemaakt van o.a. verlengde instructie en een plusklas om onderwijs op maat te geven. 4. Op De Grote Kans zijn we nieuwsgierig naar de wereld om ons heen. Het ontwikkelen van kennis over de wereld en de verschillende vakgebieden speelt een grote rol in het onderwijs op onze school. Niet alleen taal en rekenen zijn belangrijk, maar ook de wereldoriëntatievakken zorgen voor kennis over de wereld. Door stof aan te bieden in een zinvolle context maken we de leerlingen nieuwsgierig naar de wereld om hen heen. Het werken in units zorgt ervoor dat de kinderen deze nieuwsgierigheid kunnen uitbouwen in een onderzoek.

3 5. Op De Grote Kans is iedereen uniek, we respecteren elkaar zoals we zijn. Geen enkel kind is hetzelfde, dat is het mooie van het onderwijs. Door samen met de kinderen in gesprek te gaan, leren we dat iedereen er mag zijn. De dramalessen, maar ook onze sociaal-emotionele lessen maken onze kinderen bewust dat we elkaars talenten kunnen inzetten in verschillende situaties. Ieder kind is welkom, want ieder kind moet de kans krijgen om een gokje te durven wagen in het leven 6. Op De Grote Kans is de samenwerking tussen ouders en leerkracht van groot belang. Ouders spelen de grootste rol in de opvoeding van hun kinderen, maar als school dragen wij ook ons steentje bij. Door gesprekken met elkaar te voeren, de ouderbetrokkenheid groot te houden in de school en regelmatig te spreken over de kinderen blijkt dat ouders zeer tevreden zijn over de betrokkenheid in en rondom de school. 1.3 Omschrijving taalbeleid Ons taalbeleid bestaat uit: Onze opvattingen en maatregelen op het taalonderwijs. de belangrijke rol die taal speelt in alle lessen en bij alle vakken bij ons op school. de kwaliteit van ons taalonderwijs. De continue reflectie en evaluatie van ons proces. 1.4 Motivering van het belang van taalbeleid onze school Met deze methode, die aansluit op onze visie, willen wij de kinderen een kans bieden om hun taalvaardigheden optimaal te ontwikkelen. Spreken en luisteren is een belangrijk aspect van ons onderwijs. Twee keer in de week werken de kinderen in units. Hierbij werken zij samen en zijn ze veel bezig met de taalvaardigheid speken en luisteren. Wij zien deze taalvaardigheid als de basis voor een verdere schoolcarrière. Taal is een overstijgend vakgebied. Door in de middag in units te werken, leren kinderen van verschillende niveaus van elkaar. De taalmethode die wij hebben uitgekozen, sluit aan bij het spreken en luisteren. Het spreken en luisteren is vooral van belang in de maatschappij van nu. De wereld wordt steeds mondiger, vandaar dat wij de leerlingen hiertoe willen uitdagen. De begaafde kinderen willen wij dan ook extra uitdagen. Hiervoor gebruiken wij het plusboek van de methode. De kinderen die het aankunnen, mogen hieruit werken. Elke maandag krijgen deze kinderen een extra instructie, zodat ze de rest van de week zelfstandig aan het werk kunnen. Wij vinden dit belangrijk, omdat wij de talenten van de kinderen zo goed mogelijk willen benutten.

4 De luister- en spreekvaardigheid is van enorm belang, we gebruiken deze vaardigheden dagelijks. 1.5 De populatie van de school We zijn een beginnende school in Schiedam. Op dit moment gaan wij uit van de gegevens van de aanmeldingen. Met deze gegevens stellen wij dit taalbeleid op. Op dit moment gaan wij uit van ongeveer een kwart allochtone leerlingen. Bij deze populatie moeten we rekening houden met het scheppen van extra voorzieningen Kuiken, F. 2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL 2.1 Methoden en materialen voor het taalonderwijs Wij gaan gebruik maken van de methode Taalactief. We hebben om de volgende redenen Taalactief gekozen: De methode sluit aan bij de kerndoelen Nederlands en het referentiekader taal. De methode biedt extra woordschat in de lessen zelf aan, wat past bij de populatie van de school. Alle onderwerpen uit de taaldomeinen mondelinge taalvaardigheid, schrijven, begrippen en taalverzorging zijn in Taalactief opgenomen. Coöperatief werken wordt gestimuleerd. De methode bestaat uit een leesboek en werkboek, daarnaast is er een plusboek van groep 5 tot en met 7 beschikbaar voor de begaafde kinderen. De methode werkt met het zogenaamde IGDI-model: interactief, gedifferentieerd, directe instructie. Onze school werkt met dit model bij alle vakken, de methode sluit hier dus goed bij aan. Een van onze uitganspunten van het taalbeleid is spreken en luisteren. Hieronder staan een aantal belangrijke punten, die de methode aanbiedt op het gebied van spreken en luisterdidactiek. Deze nieuwe moderne methode geeft voorbeelden op het digibord. Zo zijn er filmpjes, audio of een voorbeeldtekst beschikbaar, om het voor de kinderen concreter te maken. Elke les heeft een praathulp en een luisterhulp: een checklist voor het voeren en evalueren van een gesprek. Er worden aan drie hoofdoelen gewerkt. De leerkracht stimuleert de uitdrukkingsvaardigheid (spreken en tonen) van kinderen. De leerkracht stimuleert de verwerkingsvaardigheden (spreken en luisteren) van kinderen. De leerlingen krijgen inzicht in de communicatie. =

5 Met deze methode, die aansluit op onze visie, willen wij de kinderen een kans bieden om hun taalvaardigheden optimaal te ontwikkelen. Groep 5 Methode Taalactief (taal) Methode Taalactief (spelling) Methode Taalactief (woordenschat) Methode Taalactief (plusboek) Methode Tekstverwerken (begrijpend lezen) Methode Estafette lezen (technisch lezen) Methode Take it easy (Engels) Groep 6 Methode Taalactief (taal) Methode Taalactief (spelling) Methode Taalactief (woordenschat) Methode Taalactief (plusboek) Methode Tekstverwerken (begrijpend lezen) Methode Estafette lezen (technisch lezen) Methode Take it easy (Engels) Groep 7 Methode Taalactief (taal) Methode Taalactief (spelling) Methode Taalactief (woordenschat) Methode Taalactief (plusboek) Methode Tekstverwerken (begrijpend lezen) Methode Estafette lezen (technisch lezen) Methode Take it easy (Engels) Groep 8 Methode Taalactief (taal) Methode Taalactief (spelling) Methode Taalactief (woordenschat) Methode Tekstverwerken (begrijpend lezen) Methode Estafette lezen (technisch lezen) Methode Take it easy (Engels)

6 2.2 Bestede tijd aan taalonderwijs per jaargroep per domein Hieronder zijn de roosters op taalgebied per groep weergegeven. Groep 5 (per week) Taal 5 x per week (30 min.) 150 min. Spelling 2 x per week (30 min.) 60 min. Begrijpend lezen 1 x per week (60 min.) 60 min. Technisch lezen 5 x per week (30 min.) 150 min. Engels 1 x per week (45 min.) 45 min. Overige activiteiten Er worden werkstukken gemaakt. Spreekbeurten en boekbeurten gehouden. Bij de zaakvakken en het verhalend ontwerp (2x per jaar) komen de taalvaardigheden ook aan bod. Groep 6 (per week) Taal 5 x per week (30 min.) 150 min. Spelling 2 x per week (30 min.) 60 min. Begrijpend lezen 1 x per week (60 min.) 60 min. Technisch lezen 5 x per week (30 min.) 150 min. Engels 1 x per week (45 min.) 45 min. Overige activiteiten Er worden werkstukken gemaakt. Spreekbeurten en boekbeurten gehouden. Bij de zaakvakken en het verhalend ontwerp (2x per jaar) komen de taalvaardigheden ook aan bod. Groep 7 (per week) Taal 5 x per week (30 min.) 150 min. Spelling 2 x per week (30 min.) 60 min. Begrijpend lezen 1 x per week (60 min.) 60 min. Technisch lezen 5 x per week (30 min.) 150 min. Engels 2 x per week (45 min.) 90 min. Overige activiteiten Er worden werkstukken gemaakt. Spreekbeurten en boekbeurten gehouden. Bij de zaakvakken en het verhalend ontwerp (2x per jaar) komen de taalvaardigheden ook aan bod.

7 Groep 8 (per week) Taal 5 x per week (30 min.) 150 min. Spelling 2 x per week (30 min.) 60 min. Begrijpend lezen 1 x per week (60 min.) 60 min. Technisch lezen 5 x per week (30 min.) 150 min. Engels 2 x per week (45 min.) 90 min. Overige activiteiten Er worden werkstukken gemaakt. Spreekbeurten en boekbeurten gehouden. Bij de zaakvakken en het verhalend ontwerp (2x per jaar) komen de taalvaardigheden ook aan bod. Aan het eind van het jaar oefenen de kinderen met de musical hier wordt ook aan de taalvaardigheid, luisteren en spreken gewerkt. 2.3 Afspraken in verband met de rol van taal in andere vakken Wij hebben een aantal uitganspunten om de taal in andere vakken te verwerken. - Bij de zaakvakken als aardrijkunde, geschiedenis en natuur en techniek maken de leerlingen gebruik van de geleerde strategieën van begrijpend lezen. - Tijdens het werken in units worden de leerlingen uitgedaagd om van en met elkaar te leren. - Twee keer per jaar bieden wij de kinderen een verhalend ontwerp aan. De kinderen gaan hiermee met verschillende vakgebieden aan de slag. Het spreken en luisteren, speelt ook hierbij een belangrijke rol. - We stimuleren de kinderen om de opgedane kennis toe te passen bij werkstukken, spreekbeurten en boekbesprekingen en hierop te reflecteren. 2.4 Leerlingvolgsysteem voor taal We maken gebruik van het digitale leerlingvolgsysteem ParnasSys. Hier voeren we de methode gebonden toetsen en Cito resultaten in. Met deze resultaten wordt een groepsplan voor taal opgesteld of bijgesteld.

8 Groep 5 Observatie leerkracht Cito woordenschat (midden en eind) Cito spelling (midden en eind) Cito begrijpend lezen (midden en eind) AVI (lezen) Methode toetsen taal en spelling (Taalactief) Methode toetsen begrijpend lezen(tekstverwerken) Methode toetsen Engels (Take it easy) Groep 6 Observatie leerkracht Cito woordenschat (midden en eind) Cito spelling (midden en eind) Cito begrijpend lezen (midden en eind) AVI (lezen) Methode toetsen taal en spelling (Taalactief) Methode toetsen begrijpend lezen(tekstverwerken) Methode toetsen Engels (Take it easy) Groep 7 Observatie leerkracht Cito entreetoets Cito woordenschat (midden en eind) Cito spelling (midden en eind) Cito begrijpend lezen (midden en eind) AVI (lezen) Methode toetsen taal en spelling (Taalactief) Methode toetsen begrijpend lezen(tekstverwerken) Methode toetsen Engels (Take it easy) Groep 8 Observatie leerkracht Cito eindtoets groep 8 Cito woordenschat (midden en eind) Cito spelling (midden en eind) Cito begrijpend lezen (midden en eind) AVI (lezen) Methode toetsen taal en spelling (Taalactief)

9 Methode toetsen begrijpend lezen(tekstverwerken) Methode toetsen Engels (Take it easy) 3. PRIORITEITEN 3.1 Prioriteit 1: Actief directe instructiemodel Op onze school werken we met het activerende directe instructiemodel. Dit houdt in dat de leerkracht in interactie met de leerlingen zich de lesstof en strategieën eigen maakt. Door deze manier van leren wordt actief nieuwe kennis opgenomen en gekoppeld aan al beschikbare kennis. Bijna elke les kent de volgende structuur: 1. Terugblik 2. Oriëntatie 3. Uitleg 4. Begeleide in oefening 5. Zelfstandige verwerking 6. Evaluatie 7. Terug en vooruitblik De leerkracht gebruikt opwarmertjes en verschillende werkvormen om de leerlingen actief bij de lessen te betrekken. Elk kind wordt tijdens de lessen op zijn/haar eigen niveau begeleid. Tijdspad: Start augustus 2013 tot augustus Tussenevaluatie moment(en): In een van te voren vastgestelde beleidsvergadering. De observaties van de leerkracht(en). 3.2 Prioriteit 2: Spreken en luisteren Er is aandacht voor:

10 Stimuleren van de uitdrukkingsvaardigheid van de kinderen (spreken en tonen). Daardoor kunnen ze hun bedoelingen in presentaties, gesprekken en discussie goed en krachtig formuleren in woord, toon en gebaar. De leerkracht stimuleert de verwerkingsvaardigheden van kinderen (kijken en luisteren), waardoor ze met verschillende doelen leren luisteren en tevens kijken naar lichaamstaal. De leerkracht geeft kinderen inzicht in de communicatie. Hoe verloopt communicatie, met welke doelen kun je spreken en luisteren? Wat zijn gespreksregels en gesprekspatronen? Malmberg, (2013) Tijdspad: Start augustus 2013 tot augustus Tussenevaluatie moment(en): In een van te voren vastgestelde beleidsvergadering. De observaties van de leerkracht(en). 3.3 Prioriteit 3: woordenschat Er is aandacht voor: Themawoorden uit de ankerverhalen komen minimaal zes keer aan bod. Alle lessen kennen een differentiatie op drie niveaus. Taal actief heeft een pakket woordenschat extra met extra woorden voor kinderen met een beperkte woordenschat. De kinderen leren op grondige en systematische wijze een groot aantal nieuwe woorden en woordgroepen, waardoor hun woordkennis wordt verbreed en verdiept. De kinderen leren strategieën om woorden beter te onthouden. De kinderen leren strategieën om zelf de betekenis te achterhalen van een onbekend woord in een tekst. Tijdspad: Start augustus 2013 tot augustus Tussenevaluatie moment(en): In een van te voren vastgestelde beleidsvergadering. De observaties van de leerkracht(en).

11 4. ACTIVITEITENPLAN 4.1 Doelen Wij streven naar goede resultaten op het gebied van de luister- en spreekvaardigheden en woordenschat. Dit gaan wij doen door ieder kind de kans te bieden zich hier optimaal in te ontwikkelen. Met goed opgeleide leerkrachten en een methode die aansluit bij onze prioriteiten denken wij dit te bereiken. Ook staat het lesgeven volgens het interactief directe instructiemodel centraal. (voorwoord) doelen in puntjes uitgewerkt. 4.2 Geplande activiteiten Werken met de methode die wij hebben uitgezocht voor het taalonderwijs op onze school. Vakoverstijgende activiteiten als verhalend ontwerp en het werken in units. 4.3 Organisatie van activiteiten Zie tijdsbesteding per week aan taal onderwijs. Werken in units wordt toegelicht in onze schoolgids. Verhalend ontwerp zal 2x per jaar plaatsvinden, dit wordt een taak voor het werkgroepje taal. 4.4 Middelen die nodig zijn Methode boeken, werkboeken, handleiding, toets boeken, ICT mogelijkheden. Uitgewerkte verhalend ontwerpen. Kringactiviteiten. 4.5 Manier waarop het resultaat wordt geëvalueerd In een van te voren vastgestelde beleidsvergadering. De observaties van de leerkracht(en). De methodetoetsen en Cito-toetsen in ParnasSys invoeren. Resultaten in ParnasSys evalueren. Groepsplannen en handelingsplannen opstellen en bijwerken. Literatuur Kuiken,F. et. al. (2005) Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs.

12 Malmberg, (2013) geraadpleegd op via: