Land eli jk Verdachtenbe el d 2008 KLPD - Dienst IPOL Landelijk Verdachtenbeeld 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Land eli jk Verdachtenbe el d 2008 KLPD - Dienst IPOL Landelijk Verdachtenbeeld 2008"

Transcriptie

1 KLPD - Dienst IPOL Landelijk Verdachtenbeeld 2008

2 Landelijk Verdachtenbeeld 2008 Een analyse van verdachten op basis van gegevens uit HKS KLPD - Dienst IPOL

3 Uitgave Korps landelijke politiediensten (KLPD) Dienst IPOL Postbus KX Zoetermeer Zoetermeer, september 2009 Copyright KLPD dienst IPOL Zoetermeer IPOL nummer 37/2009 Colofon Tekst Jessica van Mantgem, Dorien van Nobelen, Niels Uljee Eindredactie Irene Spijker Vormgeving Het Lab - grafisch ontwerpers BNO, Arnhem Foto omslag, Bureau Communicatie - Dienst IPOL Druk Thieme MediaCenter, Rotterdam Copyright Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen, alsmede behoudens voor zover in deze uitgave nadrukkelijk anders is aangegeven, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het KLPD. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden de auteur(s), redactie en het KLPD geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen. 2 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

4 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding Doelstelling Onderzoeksvragen Bronnen Kanttekeningen Begeleidingscommissie Leeswijzer 18 2 Algemeen beeld verdachten Inleiding Verdachtenprofiel Omvang Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag Verdachtengroepen 31 3 Verdachtengroepen Inleiding Minderjarigen Verdachtenprofiel Omvang Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag Verdachtengroepen Jongvolwassenen Verdachtenprofiel Omvang Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag Verdachtengroepen Recidivegroepen Verdachtenprofiel Omvang 47 INHOUD 3

5 3.4.3 Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag Verdachtengroepen Veelplegers Verdachtenprofiel Omvang Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag Verdachtengroepen Herkomstgroepen Omvang (absoluut en relatief) Verdachtenprofiel Omvang Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag Verdachtengroepen Stelselmatige geweldplegers Verdachtenprofiel Omvang Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag Verdachtengroepen Verslaafden en niet verslaafden Verdachtenprofiel Omvang Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag Verdachtengroepen Mannen en vrouwen Verdachtenprofiel Omvang Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag Verdachtengroepen Ingezetenen en niet ingezetenen 81 4 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

6 Verdachtenprofiel Omvang Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag Verdachtengroepen 85 4 Regionale vergelijking verdachten Inleiding Omvang Recidive Leeftijd Aard crimineel gedrag 95 5 Regionale vergelijking verdachtengroepen Inleiding Algemene verdachtengroepen Veelplegerpopulaties Jeugdige veelplegers Hardekernjongeren Zeer actieve veelplegers 108 Literatuurlijst 111 Begrippenlijst 113 Bijlage 1 Voorlopige en definitieve cijfers 117 Bijlage 2 Weegfactor Rotterdam Rijnmond 120 Bijlage 3 Misdrijfcategorieën 122 Bijlage 4 Ingezetene of niet ingezetene? 124 Bijlage 5 Verdachtengroepen 127 INHOUD 5

7 Samenvatting Inleiding De Landelijke criminaliteitskaart (LCK) wordt ieder jaar gemaakt door de Dienst IPOL van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) in opdracht van de Raad van Hoofdcommissarissen. De doelstelling van de Landelijke criminaliteitskaart luidt als volgt: het vergroten van inzicht in de (ontwikkeling van) criminaliteit en in de personen die zich hiermee bezighouden, teneinde strategische besluitvorming en een probleemgerichte aanpak op landelijk, regionaal en gemeentelijk niveau te ondersteunen. Jaarlijks wordt een analyse van gegevens over aangiften van misdrijven en verdachten gemaakt op basis van gegevens uit het Herkenningsdienstsysteem (HKS) van de Nederlandse politie. Dit jaar zijn de aangiften niet geanalyseerd en is alleen een analyse van de verdachten gemaakt. De gegevens over de aangiften waren vanwege de invoering van een nieuw bedrijfsprocessensysteem onvoldoende beschikbaar om een representatief beeld van de geregistreerde criminaliteit in Nederland te schetsen. De monitor heet dit jaar dan ook: Landelijk Verdachtenbeeld De volgende onderzoeksvragen over verdachten zijn geformuleerd: 1 Welke veranderingen hebben zich in de afgelopen vijf jaar ( ) in de verdachtenpopulatie voorgedaan wat betreft de omvang van de populatie, de kenmerken van de verdachten en de criminaliteit waarvan zij verdacht worden? 2 Welke veranderingen hebben zich in de afgelopen vijf jaar ( ) in de onderscheiden verdachtengroepen voorgedaan wat betreft de omvang van de groepen, de kenmerken van verdachten uit die groepen en de criminaliteit waarvan zij verdacht worden? 3 Welke verschillen zijn er het afgelopen jaar (2008) te zien tussen verschillende verdachtengroepen wat betreft de omvang van die groepen, de kenmerken van verdachten behorend tot die groepen en de criminaliteit waarvan zij verdacht worden? 4 Welke verschillen zijn er het afgelopen jaar (2008) te zien tussen de verdachtengroepen geregistreerd door de 25 politieregio s, het KLPD en de Koninklijke Marechaussee (Kmar) voor wat betreft de omvang van die groepen, de kenmerken van verdachten behorend tot die groepen en de criminaliteit waarvan zij verdacht worden? 6 Landelijke Verdachtenbeeld 2008

8 Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen worden gegevens over verdachten uit HKS gebruikt. Deze gegevens worden door alle regionale politiekorpsen, de KMar en het KLPD in HKS ingevoerd. Een uitzondering vormt de registratie van de regio Rotterdam Rijnmond. Deze regio heeft over 2008 niet alle aangehouden verdachten in HKS geregistreerd. Er is besloten, voor Rotterdam Rijnmond ter correctie een weegfactor toe te passen. Algemeen beeld verdachten De afgelopen jaren daalde de geregistreerde criminaliteit, terwijl het aantal aangehouden verdachten steeds toenam. In 2008 daalt het aantal aangehouden verdachten echter met 4 procent. Een daling van het aantal verdachten kan het gevolg zijn van geslaagd preventief beleid, maar er kunnen ook andere oorzaken aan ten grondslag liggen. Er kan bijvoorbeeld meer gedoogd worden of er kan sprake zijn van een verminderde opsporingscapaciteit. De afname doet zich in meerdere of mindere mate bij de meeste verdachtengroepen voor. Het aantal niet ingezeten verdachten vormt hierop een uitzondering. Dit nam toe. Van alle aangehouden verdachten is 7 procent niet woonachtig in ons land. Tot 2006 was er sprake van een afname van het aantal niet ingezeten verdachten, daarna is het aantal gestegen. Met name de niet ingezeten verdachten uit Oost Europa zijn verantwoordelijk voor deze toename. De Polen vormen de grootste groep en zij zijn evenals Bulgaren en Roemenen in aantal sterk toegenomen. De niet ingezeten verdachten zijn gemiddeld ouder bij het plegen van hun eerste misdrijf dan ingezeten verdachten. De recidive in deze groep is lager, net als het aantal misdrijven per verdachte. Zij worden relatief vaak verdacht van opiumdelicten en vermogensdelicten zonder geweld. Van de niet ingezeten verdachten is verreweg het grootste deel nieuwkomer (84%); zij zijn meestal niet lang in Nederland en bouwen hier geen criminele carrière op. De meeste verdachten zijn aangehouden voor vermogensmisdrijven zonder geweld, geweldsmisdrijven tegen personen, verkeersmisdrijven en vernielingen en openbareordemisdrijven. Er worden de afgelopen vijf jaar relatief steeds minder verdachten voor vermogensmisdrijven (met en zonder geweld) aangehouden. Dit is in lijn met het dalende percentage slachtoffers en aangiften van vermogensmisdrijven (CBS, 2009a; Van Mantgem, e.a., 2008). Na een stijging van het aantal verdachten van geweldsmisdrijven tegen personen en van vernielingen en openbareordemisdrijven in voorgaande jaren, daalt het aantal verdachten van deze beide misdrijven in Het aandeel geweldsmisdrijven is echter nog niet afgenomen. Het aandeel vernielingen en openbareordemisdrijven neemt wel af. Het relatieve aantal verdachten van opiumdelicten daalt iets, maar dat van verkeersmisdrijven neemt toe. Overigens zijn zowel samenvatting 7

9 opiumdelicten als de meeste verkeersmisdrijven haaldelicten : een stijging of daling is vooral een afspiegeling van de intensiteit van de opsporing. Het aantal stelselmatige geweldplegers steeg van 2004 tot 2007, maar nam in 2008 af. Het betreft 3 procent van alle verdachten. In 2007 heeft het kabinet de aanpak van geweld als prioriteit benoemd. Stelselmatige geweldplegers beginnen op lage leeftijd, zij zijn gemiddeld 21 jaar. Ze zijn niet alleen vaker betrokken bij geweldsdelicten tegen personen maar ook bij andere gewelddadige misdrijven, zoals vermogensdelicten met geweld, vernieling en openbareordemisdrijven en gewelddadige seksuele delicten. Onder de stelselmatige geweldplegers bevinden zich relatief veel allochtonen, van zowel de eerste als de tweede generatie, en verslaafden. Vrouwen en niet ingezetenen komen juist minder in deze verdachtengroep voor. Leeftijd en sekse In 2008 is 14 procent van de verdachten minderjarig (12 t/m 17 jaar). Het aantal minderjarige verdachten daalt voor het eerst sinds jaren. Vorig jaar steeg het nog met 6 procent, dit jaar is de afname bijna 9 procent. Ten opzichte van 2004 is er nog wel sprake van een toename (+10%). De jarenlange toename kan mogelijk deels verklaard worden door de prioriteit die is gegeven aan de aanpak van jeugdcriminaliteit. De meest voorkomende startleeftijd daalt bij deze verdachtengroep, van 15 naar 14 jaar. Vergeleken met de totale verdachtenpopulatie maken minderjarige verdachten zich vaker schuldig aan vernielingen en openbareordemisdrijven, is het aandeel tweedegeneratieallochtonen onder hen bijna twee keer zo groot en stijgt het aandeel vrouwen sterker. Het aantal jeugdige veelplegers is beduidend minder hard gedaald ( 1%). Het aandeel veelplegers onder de minderjarigen neemt dus nog altijd toe. Een kwart van de verdachtenpopulatie behoort tot de jongvolwassenen (18 t/m 24 jaar). Het aantal jongvolwassen verdachten is het afgelopen jaar maar licht afgenomen ( 1%). Over vijf jaar bezien is het toegenomen met 6%. Onder jongvolwassenen is het percentage verdachten twee en een half keer zo groot als onder alle Nederlanders. Het criminele gedrag van jongvolwassen verdachten wijkt nauwelijks af van dat van de totale verdachtenpopulatie. Het percentage allochtonen van de eerste generatie neemt af en het percentage allochtonen van de tweede generatie neemt iets toe. De afgelopen vijf jaar steeg het aandeel vrouwen geleidelijk evenals het aandeel veelplegers. Het aantal mannelijke verdachten is ruim vijf keer zo groot als het aantal vrouwelijke verdachten. Ondanks een stabilisatie in 2008 is het aandeel vrouwelijke verdachten (17%) nog wel groter dan vijf jaar geleden. Vrouwen 8 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

10 worden vaker dan mannen aangehouden voor vermogensmisdrijven zonder geweld. Het aandeel minderjarigen onder de vrouwelijke verdachten is relatief groot en is in vijf jaar tijd met een kwart gegroeid. Ook het aantal vrouwelijke jongvolwassen verdachten neemt toe. Vrouwelijke verdachten hebben gemiddeld minder antecedenten op hun naam; ze behoren vaker tot de nieuwkomers en minder vaak tot de veelplegers. Recidive De gemiddelde recidive neemt langzaam af. Het aantal antecedenten ( 6%) en het aantal misdrijven waarvoor verdachten zijn aangehouden ( 9%) daalden in 2008 beide sneller dan het aantal verdachten. Die trend was ook al zichtbaar in de voorgaande vijf jaren. Het aantal antecedenten is gedaald van gemiddeld 1,3 naar 1,2 per verdachte. Het aantal misdrijven per antecedent daalde eveneens: van 1,4 naar 1,3. De daling van het aantal misdrijven per antecedent zegt overigens vooral iets over de mate van doorrechercheren door de politie. De afname van het aantal verdachten in 2008 is zichtbaar bij alle recidivegroepen (nieuwkomers, meerplegers en veelplegers). De helft van de verdachten zijn nieuwkomers en een op de tien behoort tot de veelplegers. In vergelijking met 2004 neemt ook bij de veelplegers de gemiddelde recidive af. Het aantal antecedenten per verdachte verschoof van 2,2 naar 1,9. Veelplegers beginnen hun criminele carrière jonger dan de gemiddelde verdachte. Opvallend is dat de meest voorkomende startleeftijd van de nieuwkomers is verschoven van 16 naar 18 jaar. Onder de nieuwkomers bevinden zich relatief veel minder jarigen, niet ingezetenen en vrouwen. Onder de veelplegers zijn relatief veel verslaafden en allochtonen van de eerste generatie te vinden. Er is nader gekeken naar drie specifieke veelplegerpopulaties: de jeugdige veelplegers, de hardekernjongeren en de zeer actieve veelplegers. Het aantal jeugdige veelplegers (12 t/m 17 jaar) is in vijf jaar tijd fors toegenomen (+44%), ondanks de eerdergenoemde lichte daling in Deze toename kan gezien worden in het licht van het repressieve beleid van de afgelopen jaren. Het aantal hardekernjongeren was een aantal jaren stabiel maar neemt in 2008 af. Het aantal zeer actieve veelplegers daalt de laatste vijf jaar gestaag. De meest voorkomende leeftijd is bij de zeer actieve veelplegers verschoven van 36 naar 21 jaar. Het aantal mid dertigers in deze groep neemt al een aantal jaren af, terwijl het aantal verdachten van begin twintig juist toeneemt. Er lijken twee verschillende groepen zeer actieve veelplegers te bestaan: de oudere verslaafden en jongeren. De drie specifieke veelplegergroepen worden relatief vaak verdacht van alle typen misdrijven, uitgezonderd verkeersmisdrijven. Jeugdige veelplegers maken zich ook minder vaak schuldig aan opiumdelicten en aan delicten uit de samenvatting 9

11 categorie overige seksuele misdrijven. Het aandeel allochtone verdachten in de specifieke veelplegerpopulaties is relatief hoog. Er bevinden zich naar verhouding veel allochtonen (van de tweede generatie) onder de jeugdige veelplegers en de hardekernjongeren. Het aandeel verslaafden onder de zeer actieve veelplegers neemt opnieuw af, maar is nog altijd ruim 35 procent. Het aantal oudere, verslaafde veelplegers die crimineel actief zijn, lijkt zoals eerder gezegd af te nemen. Herkomst De meeste verdachten zijn van autochtone herkomst (57%). Andere substantiële herkomstgroepen onder de verdachten zijn de traditionele allochtonen (Antillianen, Marokkanen, Surinamers en Turken) en Oost Europeanen. Het aantal verdachten uit vrijwel alle herkomstgroepen neemt in 2008 af, met uitzondering van verdachten uit het Midden Oosten en Oost Europa. De stijging van het aantal Oost Europese verdachten is met 33 procent over de afgelopen vijf jaar fors. Van de Oost Europese verdachten woont echter meer dan de helft niet in Nederland. Doordat het aantal Oost Europeanen in Nederland in ongeveer dezelfde mate toeneemt als het aantal Oost Europese verdachten, is de oververtegenwoordiging niet groter geworden. Onder Antillianen en Arubanen is het relatieve aantal verdachten het grootst (764 verdachten per inwoners). Zij worden gevolgd door de Marokkanen (618). Een op de vijf verdachten behoort tot de allochtonen van de eerste generatie. Het percentage allochtone verdachten van de tweede generatie neemt toe en is 16 procent. Er is intensiever gekeken naar verdachten uit de herkomstgroepen met de grootste verdachtenaantallen. In vergelijking met 2004 is het aantal Turkse (+10%), Marokkaanse (+6%) en Nederlandse verdachten (+2%) gestegen en het aantal Antilliaanse ( 10%) en Surinaamse ( 3%) verdachten gedaald. Het afgelopen jaar nam het aantal verdachten uit al deze groepen af. Het aantal Poolse verdachten volgt de groei van het aantal Polen in Nederland: 62 procent in vijf jaar tijd. Marokkanen worden al relatief jong verdacht van een misdrijf: 55 procent is tussen de 12 en 24 jaar. Polen zijn gemiddeld de dertig gepasseerd als zij voor het eerst worden aangehouden. De herkomstgroepen verschillen in het criminele gedrag dat zij vertonen, waarbij de Poolse verdachten zich duidelijk onderscheiden van de traditionele allochtonen. Traditionele allochtonen zijn relatief vaak betrokken bij de verschillende typen geweldsmisdrijven en opiumdelicten, maar minder vaak dan de totale verdachtenpopulatie bij verkeersmisdrijven en vernielingen en openbareordemisdrijven. Polen maken zich juist vaker schuldig aan verkeersmisdrijven. Vooral Marokkanen plegen relatief veel 10 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

12 vermogensmisdrijven. Dit kan deels verklaard worden door hun lagere gemiddelde leeftijd. Onder de Turkse en Marokkaanse verdachten is het percentage vrouwen relatief klein. Onder vooral de Surinaamse en Antilliaanse verdachten komen meer dan gemiddeld verdachten met een verslaving voor. Het percentage Poolse veelplegers is laag. Aangezien veel Polen nog niet zo lang in Nederland zijn, hebben zij hier (nog) geen criminele carrière opgebouwd. Het aandeel veelplegers onder de traditionele allochtonen is relatief hoog, maar bij de Turkse verdachtenpopulatie is dit niet het geval. Verslaafden Het aantal verdachten met een verslaving is het afgelopen jaar opnieuw afgenomen. Deze daling is al voor 2004 ingezet. Het percentage verslaafden ligt nu op 3,7. Verslaafde verdachten recidiveren meer dan niet verslaafden. Ook beginnen ze op gemiddeld lagere leeftijd en gaan ze langer door met het plegen van misdrijven. Een grote meerderheid (75%) van de verslaafde verdachten behoort tot de veelplegers. Verslaafde verdachten worden ruim twee en een half keer zo vaak aangehouden voor vermogensmisdrijven als niet verslaafden. Ook worden ze relatief vaak aangehouden voor vernielingen en openbareordemisdrijven, geweldsmisdrijven tegen personen en opiumdelicten. Onder de verslaafden bevinden zich relatief veel allochtonen van de eerste generatie. Regionale vergelijking verdachten De meeste aangehouden verdachten per inwoners zijn al jarenlang te vinden in Rotterdam Rijnmond. Na Rotterdam Rijnmond volgen Haaglanden, Amsterdam Amstelland en Flevoland. De meeste regio s laten dit jaar een daling zien in het aantal verdachten per inwoners. In Flevoland, Limburg Zuid, Twente en Zuid Holland Zuid is echter sprake van een stijging. De grootstedelijke regio s hebben meer dan andere regio s te maken met buitenregionale verdachten (personen die in een andere regio delicten plegen dan de regio waarin zij wonen). Vooral Haaglanden maar ook IJsselland en Rotterdam Rijnmond hebben een groot instroomoverschot. Het aantal verdachten uit andere regio s dat hier wordt aangehouden is groter dan het aantal verdachten uit de eigen regio dat actief is in andere regio s. Het grootste uitstroomoverschot hebben Zaanstreek Waterland, Zuid Holland Zuid en Hollands Midden. Ten tijde van het meest recente misdrijf zijn verdachten in Limburg Zuid, Zeeland, Gooi en Vechtstreek en Zaanstreek Waterland gemiddeld het oudst, die in Flevoland het jongst. Verdachten in Gooi en Vechtstreek hebben de hoogste gemiddelde startleeftijd. De jongste starters bevinden zich in samenvatting 11

13 Groningen, Twente, Flevoland en IJsselland. De meest voorkomende startleeftijd is met 14 jaar het laagst in Rotterdam Rijnmond. In Brabant Zuid Oost, Gelderland Zuid en Utrecht worden relatief veel verdachten van vermogensdelicten zonder geweld aangehouden. In Amsterdam Amstelland worden relatief veel personen verdacht van vermogens delicten met geweld. De meeste verdachten van vernielingen en openbareorde misdrijven worden in Twente, Zuid Holland Zuid en Brabant Noord geregistreerd. Voor geweldsmisdrijven tegen personen worden in Gelderland Zuid en Hollands Midden relatief veel verdachten aangehouden. Voor opium delicten gebeurt dit in de grensregio s Midden en West Brabant, Limburg Zuid en Brabant Zuid Oost, en door de KMar en het KLPD. Het aandeel niet ingezeten verdachten is het grootst in Amsterdam Amstelland. Ook de grensregio s hebben relatief veel niet ingezeten verdachten. IJsselland en Gooi en Vechtstreek hebben het grootste percentage instroom van buitenregionale verdachten. Allochtone verdachten komen relatief veel voor in de grootstedelijke regio s Amsterdam Amstelland, Rotterdam Rijnmond en Haaglanden. Jonge verdachten (12 t/m 24 jaar) zijn meer dan gemiddeld te vinden in Flevoland en Noord en Oost Gelderland, vrouwelijke verdachten in Gooi en Vechtstreek en Flevoland. Amsterdam Amstelland en Utrecht hebben het grootste aandeel verslaafde verdachten. Nieuwkomers komen relatief veel voor in Gooi en Vechtstreek, veelplegers in Rotterdam Rijnmond, Groningen en Amsterdam Amstelland en stelselmatige geweldplegers in Gelderland Zuid, Twente en Hollands Midden. Het KLPD en de KMar hebben met veel nieuwkomers en niet ingezetenen te maken. 12 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

14 1 Inleiding Op verzoek van de Raad van Hoofdcommissarissen en het College van procureurs generaal is in 1998 het project Landelijke criminaliteitskaart (LCK) gestart onder begeleiding van de ABRIO werkgroep Landelijke criminaliteits kaart. De Landelijke criminaliteitskaart moest voorzien in de sterke behoefte bij politie en justitie aan actuele informatie over criminaliteit. In 2002 is het project overgedragen aan het Korps landelijke politiediensten (KLPD) en sindsdien is het product ondergebracht bij de Dienst IPOL. 1 De Raad van Hoofdcommissarissen geeft opdracht tot het maken van de Landelijke criminaliteitskaart. 1.1 Doelstelling De doelstelling van de Landelijke criminaliteitskaart luidt als volgt: het vergroten van inzicht in de (ontwikkeling van) criminaliteit en in de personen die zich hiermee bezighouden, teneinde strategische besluitvorming en een probleemgerichte aanpak op landelijk, regionaal en gemeentelijk niveau te ondersteunen. De Landelijke criminaliteitskaart heeft de vorm van een monitor. Het boek verschijnt ieder jaar en bestaat uit een landelijke analyse van enerzijds aangiften en anderzijds verdachten. De gegevens voor de analyse zijn afkomstig uit het Herkenningsdienstsysteem van de Nederlandse politie (HKS). Dit jaar is er alleen een analyse van de verdachten gemaakt. De gegevens over de aangiften waren onvoldoende beschikbaar. Verschillende politieregio s zijn in 2008 overgestapt op een nieuw bedrijfsprocessensysteem: de Basisvoorziening Handhaving (BVH). Het importeren van gegevens uit BVH naar HKS leverde in een aanzienlijk aantal regio s problemen op. Gevolg is dat de registraties van aangiften na de overgang naar BVH enorm terugliepen. Ook in eerdere jaren ontbraken de aangiftecijfers van een aantal politieregio s, maar toen waren de gegevens van voldoende regio s beschikbaar voor het schetsen van een representatief beeld van de geregistreerde criminaliteit in Nederland. Over 2008 zijn de gegevens van minder dan de helft van de politieregio s geschikt om voor dit doel gebruikt te worden. Er is om die reden voor gekozen vooralsnog geen 1 De Dienst IPOL is ontstaan uit een samenvoeging van de Dienst Nationale Recherche Informatie en de Dienst Internationale Politiesamenwerking van het Korps landelijke politiediensten. samenvatting 13

15 analyse van de aangiften te maken. Dit jaar heet de monitor dan ook Landelijk Verdachtenbeeld In het kader van het project Landelijke criminaliteitskaart maakt de Dienst IPOL naast de monitor nog een aantal andere producten, te weten: 1 tabellenboeken: landelijke en regionale cijfermatige overzichten van de criminaliteit (Prins, 2009a); 2 populatieprofielen: landelijke en regionale overzichten van kenmerken van verdachten (Prins, 2009b); 3 een cd rom met criminaliteitsgegevens, speciaal ontwikkelde programmatuur voor de analyse van deze gegevens en een gebruiksaanwijzing (DEX 2000). De hierboven genoemde tabellenboeken zijn gebaseerd op de aangifte registraties. Ondanks de gebrekkige aangifteregistraties zullen deze tabellen boeken gemaakt worden. Doel ervan is niet zozeer een analyse van de geregistreerde gegevens als wel een weergave van de registraties (Prins, 2009a). Het leveren van een actueel beeld dat aansluit bij beleidscycli brengt beperkingen met zich mee wat betreft de diepgang van de analyse. Het Landelijk Verdachtenbeeld vormt een probleeminventarisatie in de breedte met voornamelijk beschrijvingen van ontwikkelingen en trends, zonder verklaringen daarvoor. Die beschrijvingen kunnen aanleiding geven tot nader, diepgaander onderzoek op specifieke punten, waarin wel gezocht kan worden naar achterliggende verklaringen voor trends en trendbreuken. 1.2 Onderzoeksvragen Met het oog op de monitor zijn de volgende onderzoeksvragen over verdachten geformuleerd: 1 Welke veranderingen hebben zich in de afgelopen vijf jaar ( ) in de verdachtenpopulatie voorgedaan wat betreft de omvang van de populatie, de kenmerken van de verdachten en de criminaliteit waarvan zij verdacht worden? 2 Welke veranderingen hebben zich in de afgelopen vijf jaar ( ) in de onderscheiden verdachtengroepen voorgedaan wat betreft de omvang van de groepen, de kenmerken van verdachten uit die groepen en de criminaliteit waarvan zij verdacht worden? 14 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

16 3 Welke verschillen zijn er het afgelopen jaar (2008) te zien tussen verschillende verdachtengroepen wat betreft de omvang van die groepen, de kenmerken van verdachten behorend tot die groepen en de criminaliteit waarvan zij verdacht worden? 4 Welke verschillen zijn er het afgelopen jaar (2008) te zien tussen de verdachtengroepen geregistreerd door de 25 politieregio s, het KLPD en de Koninklijke Marechaussee (Kmar) voor wat betreft de omvang van die groepen, de kenmerken van verdachten behorend tot die groepen en de criminaliteit waarvan zij verdacht worden? 1.3 Bronnen Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen worden gegevens over verdachten uit HKS gebruikt. Bij verdachten gaat het om personen van 12 jaar of ouder tegen wie een proces verbaal is opgemaakt, omdat er een redelijk vermoeden bestaat dat zij een misdrijf hebben gepleegd. Op de gegevens uit HKS vindt een uitgebreide controleslag plaats. Jaarlijks maken alle politiekorpsen, het KLPD en de Koninklijke Marechaussee (KMar) een extractie van de gegevens uit HKS. Deze extracties worden vervolgens gebundeld, opgeschoond en bewerkt bij de Dienst IPOL. Ook worden voortdurend verbeteringen in de database doorgevoerd. Deze verbeteringen kunnen tot gevolg hebben dat bepaalde cijfers uit het Landelijk Verdachtenbeeld 2008 afwijken van die uit eerdere LCK edities. Correcties worden steeds op alle jaarbestanden uitgevoerd. Binnen één editie van de LCK blijven de cijfers over verschillende jaren hierdoor wel vergelijkbaar met elkaar. Een voorbeeld van zo n correctie in 2008 is een verbeterde procedure van adres (en dus gemeente) toekenning. In voorgaande jaren waren er nogal wat verdachten van wie het adres onbekend was of die waren ingeschreven op een gevangenisadres. Zij konden niet aan een (juiste) gemeente worden toegekend. In de huidige versie wordt het laatstbekende woon of verblijfadres aan de verdachte gekoppeld, als dit adres in het laatste jaar onbekend was of een gevangenisadres was. Ten slotte levert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, 2009b) de benodigde demografische informatie en de Dienst IPOL bewerkt deze zodanig dat overeenstemming wordt verkregen met in het Landelijk Verdachtenbeeld gedefinieerde groepen. Hoofdstuk 1 inleiding 15

17 Het is mogelijk dat één verdachte in meerdere regio s misdrijven pleegt. Wanneer de regionale bestanden zonder meer zouden worden samengevoegd tot een landelijk bestand, zouden dezelfde personen meer dan één keer in het bestand kunnen voorkomen. Naast vele validatie en herstelacties omvat de procedure die de landelijke databank vervaardigt een ontdubbelingsactie. Deze procedure zorgt ervoor dat een persoon die in meerdere regio s voorkomt, maar één keer in de landelijke database wordt opgenomen en toegewezen wordt aan de regio waar deze verdachte de meeste antecedenten heeft. In het landelijke bestand komen alle verdachten dus maar één keer voor. 2 In vrijwel alle regio s doet zich een geringe registratieachterstand voor. Om die reden worden de cijfers over het laatste jaar (in dit geval 2008) als voorlopig beschouwd. Deze worden volgend jaar nogmaals verzameld. Wanneer beide trekkingen met elkaar worden vergeleken, ontstaat een beeld van de omvang van de registratieachterstand. Bij de interpretatie van de cijfers wordt met die achterstand rekening gehouden. Het aantal geregistreerde verdachten uit 2008 zoals hier beschreven kan nog iets toenemen. De gemiddelde registratieachterstand lag de afgelopen jaren rond 1,5 procent (Van Mantgem e.a., 2007). Vorig jaar betrof het verschil tussen de voorlopige en de definitieve cijfers minder dan een procent (0,67%). Voor meer inzicht in deze procedure en de omvang van de registratieachterstanden wordt verwezen naar bijlage 1. In tegenstelling tot de aangiften van misdrijven worden gegevens over verdachten door alle politiekorpsen in HKS ingevoerd. Een uitzondering vormt de registratie over 2008 van de regio Rotterdam Rijnmond. Deze regio heeft vorig jaar vermoedelijk slechts iets meer dan twee derde van alle aangehouden verdachten geregistreerd in HKS. Er is besloten de gegevens van die politieregio wel mee te nemen in de analyse en ze te corrigeren door een weegfactor toe te passen. Die weegfactor is bepaald op basis van het verschil tussen het aantal verdachten uit 2007 en dat uit 2008 in het bedrijfsprocessensysteem van de regio (X pol). Het aantal verdachten uit 2007 in X pol wordt afgezet tegen het aantal verdachten uit 2008 in X pol. Daarbij is ervan uitgegaan dat de ontwikkeling in het aantal verdachten in Rotterdam Rijnmond in HKS dezelfde zou moeten zijn als de ontwikkeling die uit X pol naar voren komt. Bij het gebruik van de weegfactor is verondersteld dat de verdachten die wel zijn 2 Hierdoor zijn er kleine verschillen met aantallen in publicaties die (op HKS gebaseerde) verdachtengegevens op regionaal niveau weergeven, zoals de LCK Populatieprofielen 2008 (Prins, 2009b), regionale kaarten en jaarverslagen van regionale politiekorpsen. De ontdubbelingsprocedure is dit jaar verbeterd. Daardoor kunnen kleine verschillen met de gegevens uit eerdere edities van de LCK voorkomen. 16 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

18 ingevoerd in HKS, in principe willekeurig of aselect zijn ingevoerd. De weegfactor is dan ook op alle variabelen toegepast (zie bijlage 2). Door toepassing van deze weegfactor kunnen (door afronding) minimale afwijkingen in aantallen voorkomen. Zo is het totale aantal misdrijven in het algemene verdachtenprofiel en bij de vergelijking tussen de regio s Kanttekeningen Voor ontwikkelingen in het aantal verdachten kunnen demografische omstandigheden (bijvoorbeeld vergrijzing en immigratie) en beleidskeuzes (bijvoorbeeld prioriteitstelling) een gedeeltelijke verklaring bieden. Een toename van de criminaliteit vormt aanleiding tot implementatie van beleid dat deze toename probeert tegen te gaan. Dit kan zowel preventief als repressief beleid zijn. Een voorbeeld van preventief beleid is het project Veiligheid begint bij Voorkomen (Ministerie van Justitie & Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2008) waarmee het kabinet streeft naar een vermindering van de criminaliteit en overlast met 25 procent in 2010 ten opzichte van 2002 (Ministerie van Algemene Zaken, 2007). Hieronder valt onder andere een persoonsgerichte aanpak bij risicojongeren en recidivisten. In het veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving (Ministerie van Justitie, 2002) werd nadrukkelijker ingezet op repressie: de aanpak van stelselmatige daders en risicojongeren door langduriger detentie of toezicht. Repressief beleid zal, in ieder geval tijdelijk, leiden tot meer aangehouden personen. Zolang deze verdachten gedetineerd zijn, kunnen zij geen misdrijven plegen. Hierdoor zal er sprake zijn van minder criminaliteit dan er geweest zou zijn als deze personen niet waren aangehouden. In principe is een stijging van het aantal verdachten dan een gevolg van een geslaagd repressief beleid. Daling van het aantal verdachten kan ook het gevolg zijn van een geslaagd preventief beleid, maar het kan ook het effect zijn van een gedoogcultuur of verminderde politiecapaciteit. Nader onder zoek is nodig om ontwikkelingen in de verdachtencijfers in de juiste context te plaatsen. In dit rapport wordt de ontwikkeling van de geregistreerde criminaliteit (aangiften) niet beschreven. De ontwikkeling in het aantal verdachten kan echter niet geheel los worden gezien van de ontwikkeling in de geregistreerde criminaliteit. In 2007 is een einde gekomen aan de jarenlange afname van het aantal geregistreerde aangiften. In de periode nam het aantal aangiften af, maar in 2007 is het aantal aangiften gelijk gebleven aan dat van 2006 (Van Mantgem e.a., 2008). Deze trend is gelijk aan die uit de Veiligheidsmonitor Rijk 2008 (CBS, 2008). In de meest recente veiligheidsmonitor, de Integrale Veiligheidsmonitor 2008 (CBS, 2009a), is het beeld van 2008 Hoofdstuk 1 inleiding 17

19 vergelijkbaar met dat van Een kwart van alle inwoners is slachtoffer geweest van een of meer delicten, waarbij sinds 2005 het slachtofferpercentage wel een geleidelijke daling laat zien. Voor de verschillende misdrijven geldt dat alleen het percentage slachtoffers van vermogensmisdrijven duidelijk is gedaald. De aangiftebereidheid is de afgelopen jaren stabiel. De bevindingen uit de Integrale Veiligheidmonitor 2008 nemen niet weg dat de resultaten over de verdachten met enige voorzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd. 1.5 Begeleidingscommissie Dit rapport is tot stand gekomen onder het toeziend oog van een begeleidingscommissie. De commissieleden hebben met hun commentaar en adviezen een belangrijke bijdrage aan de totstandkoming van dit rapport geleverd. De commissie bestond uit: drs. A.Th.J. Eggen (Centraal Bureau voor de Statistiek) prof. dr. H. Elffers (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving, Vrije Universiteit Amsterdam) drs. S. Dekkers (Nederlandse Politieacademie) drs. A.W.M. van der Heijden (Parket Generaal) drs. S.N. Kalidien (Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum) drs. M. du Pon (VtS Politie Nederland, onderdeel Nederlands Politie Instituut) drs. C. Schreuder (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) N. Slikboer (Politieregio Zuid Holland Zuid) drs. P. Versteegh (Politieregio Haaglanden), voorzitter G.C.K. Vlek (Politie en Wetenschap) 1.6 Leeswijzer De eerste onderzoeksvraag komt in hoofdstuk 2 aan bod. In dit hoofdstuk wordt een algemeen beeld geschetst van de verdachtenpopulatie in Neder land. Onderzoeksvragen 2 en 3 worden in hoofdstuk 3 beantwoord. Hier wordt dieper ingegaan op de verschillende deelpopulaties. Tot slot wordt er in de hoofd stukken 4 en 5 antwoord gegeven op onderzoeksvraag 4. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de verdachtenpopulaties in de verschillende politieregio s. 18 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

20 Dit Landelijk Verdachtenbeeld gaat met name over de ontwikkelingen van de laatste vijf jaar. Deze worden in veel gevallen weergegeven met behulp van indexen, die de mogelijkheid bieden de procentuele ontwikkeling weer te geven. Daarbij wordt het startjaar op 100 procent gesteld en wordt voor ieder volgend jaar de procentuele verandering ten opzichte van dat startjaar weergegeven. In de meeste paragrafen komen een aantal vaste aspecten terug. Deze worden hieronder kort toegelicht. Populatieprofiel De verdachtenpopulatie is beschreven aan de hand van een profiel. Hierin komen de belangrijkste kenmerken van verdachten die in HKS zijn opgenomen aan de orde. Het populatieprofiel is steeds op dezelfde manier opgebouwd, al kunnen, afhankelijk van de te beschrijven populatie, op onderdelen veranderingen zijn aangebracht. Afhankelijk van de beleidsrelevantie is de nadruk gelegd op de ontwikkelingen binnen de profielen of op de vergelijking van profielen van groepen onderling. In het laatste geval is er een vergelijking gemaakt tussen de populaties over het jaar De deelpopulaties waaraan aandacht wordt geschonken, zijn minderjarigen, jongvolwassenen, recidivegroepen, herkomst groepen, geweldplegers, verslaafden, mannen en vrouwen en niet ingezetenen. Aan de geweldplegers is dit jaar voor het eerst specifiek aandacht besteed. Het populatieprofiel bestaat uit vijf onderdelen, die hieronder besproken worden. Omvang Het profiel begint met de weergave van aantallen verdachten in de verdachtengroepen, zowel absoluut als relatief ten opzichte van de overeenkomstige groep in de totale bevolking. Bij de berekening van het relatieve aantal verdachten zijn de niet ingezeten verdachten buiten beschouwing gelaten. Doel hiervan was tot een correcte vaststelling te komen van het aandeel verdachten in de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder. Recidive Het tweede gedeelte van het profiel betreft het totale aantal keren dat verdachten van de betreffende populatie zijn aangehouden in het betreffende jaar (totale aantal antecedenten) en het aantal misdrijven waarvoor de populatie in dat jaar verantwoordelijk is gesteld (totale aantal misdrijven). Een antecedent kan meerdere misdrijven betreffen. De antecedenten en misdrijven die in het verdachtendeel van HKS zijn opgenomen, horen bij een of meer personen die hiervoor verantwoordelijk zijn gesteld. Als bij een antecedent of misdrijf meerdere personen betrokken zijn geweest, kan het dus voorkomen dat een specifiek antecedent of misdrijf meerdere keren wordt geteld. Naast de totale Hoofdstuk 1 inleiding 19

21 aantallen is ook het gemiddelde aantal antecedenten en misdrijven per verdachte berekend evenals het gemiddelde aantal misdrijven per antecedent. Dit laatste gemiddelde is een indicator die iets kan zeggen over de mate waarin de politie doorrechercheert op zaken. 3 Leeftijd Met behulp van statistische gegevens als het gemiddelde en de modus (de meest voorkomende leeftijd) wordt iets over de leeftijdsopbouw van de verdachtenpopulatie gezegd, evenals over de leeftijd waarop verdachten hun criminele carrière beginnen. Aard crimineel gedrag De misdrijven waarvan personen verdacht worden, zijn naar hun aard ingedeeld in negen categorieën. In bijlage 3 zijn deze misdrijfcategorieën beschreven. Aan de categorie overige misdrijven wordt weinig aandacht besteed, omdat de misdrijven in deze restgroep erg verschillend van aard zijn. Het gaat in dit rapport alleen om misdrijven waarvoor daadwerkelijk een verdachte is aangehouden. Het betreft de in 2008 opgehelderde misdrijven, onafhankelijk van het jaar waarin de misdrijven zijn gepleegd. Deze aantallen geven dus geen inzicht in de omvang van de (geregistreerde) criminaliteit in Nederland. De nadruk ligt op de personen die verantwoordelijk worden gehouden voor misdrijven en de verandering die binnen die groep verdachten plaatsvindt. Bij de beschrijving van (de ontwikkeling in) crimineel gedrag is het van belang te weten dat de politie niet altijd alle misdrijven die op dat moment bekend zijn geworden, in het proces verbaal van onderzoek opneemt. Het is mogelijk dat alleen misdrijven met de zwaarste strafmaat gekozen worden. Het feit dat de politie deze keuzes maakt, heeft een opwaarts effect op het aandeel zwaardere misdrijven en een neerwaarts effect op het aandeel minder zware misdrijven. Dit kan mede een oorzaak zijn van de gesignaleerde veranderingen van crimineel gedrag in de loop der tijd. Bepaalde veranderingen in criminaliteit zullen sterker uit de registraties blijken dan andere. Behalve dat het opnemen van zwaardere misdrijven invloed heeft op het geregistreerde criminele gedrag, heeft dit ook invloed op het ophelderingspercentage per delictsoort en het gemiddelde aantal geregistreerde misdrijven per antecedent. Over het algemeen worden geweldsmisdrijven vaker opgelost (in die zin dat een verdachte wordt gevonden), omdat de politie over meer 3 Met doorrechercheren wordt bedoeld dat de politie bij opsporingsonderzoeken zo veel mogelijk aangegeven misdrijven probeert op te lossen (ongeacht bijvoorbeeld de vraag of extra opgeloste misdrijven bijdragen aan de strafmaat). 20 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

22 opsporingsindicaties beschikt. De dader is namelijk vaak een bekende van het slachtoffer of is door het slachtoffer gezien. Verdachtengroepen Tot slot wordt in het profiel de omvang van verschillende groepen van verdachten weergegeven, uitgedrukt in percentage van de hele populatie. Het gaat om minderjarigen, jongvolwassenen, eerste en tweedegeneratie allochtonen, niet ingezetenen, vrouwen, verslaafden, nieuwkomers en veelplegers. Hieronder volgt een toelichting op enkele aspecten van de genoemde verdachtengroepen. De classificatie eerste of tweedegeneratieallochtonen is dezelfde als die het CBS hanteert en wordt ook door het CBS als kenmerk toegevoegd aan de verdachtengegevens in de landelijke HKS databank. De generatie en ook de herkomstbepaling is betrouwbaar voor zover verdachten als inwoner herkend kunnen worden. Niet ingezetenen zijn personen die niet (officieel) in Nederland wonen, maar wel in Nederland als verdachte zijn aangehouden. Dit kunnen bijvoorbeeld (drugs)toeristen of illegalen zijn of personen die speciaal met criminele bedoelingen naar Nederland zijn gekomen. Bij het bepalen van het aantal niet ingezetenen is gebruikgemaakt van een koppeling door het CBS met gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Op basis van deze koppeling wordt een persoon als niet ingezetene beschouwd indien hij niet als inwoner van Nederland wordt herkend. In sommige gevallen moet dit op basis van een combinatie van een aantal HKS gegevens (nationaliteit, geboorteland, woonland) worden herzien. In bijlage 4 wordt deze werkwijze toegelicht. Van de personen die volgens het CBS niet in de GBA zijn geregistreerd en die in dit rapport toch als ingezetene worden beschouwd, kan de allochtone of autochtone status niet worden vastgesteld. Het gaat om een betrekkelijk klein aantal verdachten: 0,8 procent van het totaal. De gevarenclassificatie in HKS onderscheidt drie typen verslaafde verdachten: alcoholverslaafden, drugsverslaafden en verdachten die aan zowel alcohol als drugs verslaafd zijn. Volgens inschatting van de verbalisant en op aangeven van de verdachte wordt geregistreerd of iemand een alcohol en/of drugsverslaafde is. In de Nationale Drug Monitor 2006 (Trimbos Instituut, 2007) wordt geschat dat het percentage verdachten dat volgens HKS verslaafd is, 20 tot 45 procent te laag is. Dit is vastgesteld op basis van in andere systemen geregistreerde verslaafden. Als laatste worden in het profiel twee recidivegroepen onderscheiden: nieuwkomers (beginners) en veelplegers. In de begrippenlijst staan de definities Hoofdstuk 1 inleiding 21

23 van deze groepen, zoals door het Ministerie van Justitie opgesteld (Ministerie van Justitie, 2002). De hoeveelheid antecedenten in de criminele carrière bepaalt tot welke recidivegroep een verdachte behoort. De groep nieuwkomers betreft verdachten die voor het eerst met de politie in aanraking zijn gekomen. Deze groep is divers. Enerzijds bevat hij jonge personen die gelet op hun leeftijd aan het begin van een criminele carrière kunnen staan en de potentie hebben meer of veelpleger te worden. Anderzijds bevat deze groep een groot aantal verdachten die incidenteel met de politie in aanraking zijn gekomen, vaak vanwege een verkeersmisdrijf, en van wie verwacht wordt dat het daarbij zal blijven. Een veelpleger is iemand die in zijn hele criminele carrière meer dan tien antecedenten op zijn naam heeft staan. Voor jeugdige veelplegers geldt dat zij geregistreerd zijn voor minstens vijf antecedenten, waarvan ten minste één in het peiljaar. 22 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

24 2 Algemeen beeld verdachten 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een algemeen beeld geschetst van de verdachten die de afgelopen vijf jaar in Nederland zijn aangehouden. Het gaat hierbij om personen van 12 jaar en ouder die door de politie zijn aangehouden en tegen wie een proces verbaal van aanhouding is opgemaakt. Er wordt aandacht besteed aan de omvang, de recidive, de leeftijd, de aard van het criminele gedrag en een aantal specifieke verdachtengroepen. Daarbij wordt ook de ontwikkeling van deze aspecten over de afgelopen vijf jaar bekeken. 2.2 Verdachtenprofiel In overzicht is het algemene profiel van de verdachtenpopulatie in Nederland weergegeven. Overzicht Algemeen profiel verdachtenpopulatie Nederland OMVANG bevolking 12 jaar en ouder index bevolking (2004 = 100) verdachten totaal index verdachten (2004 = 100) aantal niet ingezeten verdachten aantal ingezeten verdachten ingezeten verdachten per inwoners RECIDIVE antecedenten misdrijven misdrijven per antecedent 1,4 1,4 1,4 1,4 1,3 antecedenten per verdachte 1,3 1,3 1,3 1,3 1,2 misdrijven per verdachte 1,8 1,8 1,7 1,7 1,6 Hoofdstuk 2 ALGEMEEN BEELD VERDACHTEN 23

25 LEEFTIJD leeftijd bij plegen laatste misdrijf gemiddelde 32,0 32,1 32,1 32,0 32,1 modus leeftijd bij plegen eerste misdrijf gemiddelde 27,4 27,5 27,5 27,4 27,5 modus MISDRIJVEN (aantallen per 100 verdachten) vermogen zonder geweld 58,6 53,9 51,1 49,0 46,3 vermogen met geweld 4,7 4,0 3,6 3,8 3,1 vernieling en openbare orde 28,3 28,9 29,1 30,6 27,8 geweld tegen personen 33,5 35,1 36,1 37,1 35,5 gewelddadig seksueel 1,2 1,2 1,1 0,9 0,9 overig seksueel 1,4 1,4 1,4 1,3 1,1 verkeer 29,2 28,2 28,9 29,6 30,1 opium 11,7 11,0 11,2 10,6 9,9 overig 12,5 11,9 11,5 11,3 10,2 totaal 181,1 175,6 174,0 174,3 164,9 DEELPOPULATIES (percentage van verdachtengroep) minderjarigen (12 t/m 17 jaar) 12,7 13,5 13,8 14,4 13,7 jongvolwassenen (18 t/m 24 jaar) 24,3 24,0 24,3 24,5 25,3 eerstegeneratieallochtonen 21,4 20,8 20,4 19,5 19,7 tweedegeneratieallochtonen 13,4 14,0 14,8 15,5 15,9 niet ingezetenen 8,2 7,0 6,3 6,6 7,4 vrouwen 15,7 16,2 16,6 17,1 17,1 verslaafden 5,1 4,6 4,2 3,9 3,7 nieuwkomers 50,2 49,7 49,3 48,9 49,8 veelplegers 10,5 10,2 10,1 10,0 10,3 24 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

26 2.3 Omvang Voor het eerst sinds lange tijd daalt het aantal verdachten. Er is sprake van een afname van 4 procent ten opzichte van De cijfers uit 2008 zijn wel voorlopige cijfers. Het definitieve aantal verdachten uit 2008 kan een fractie groter zijn. Het verschil met 2007 is echter zo groot dat voorlopig geconcludeerd kan worden, dat er aan de jarenlange stijging van het aantal verdachten een einde lijkt te zijn gekomen. Deze conclusie wordt onderbouwd door cijfers van het Openbaar Ministerie, die in 2008 een daling van 4 procent laten zien van de instroom van het aantal rechtbankzaken in eerste aanleg ten opzichte van 2007 (Openbaar Ministerie, 2009). De bevolking van 12 jaar en ouder is vanaf 2004 gestaag gegroeid met in totaal 1,5 procent. Zowel de ontwikkeling van de bevolking als die van de verdachtenpopulatie is weergegeven in overzicht Relatief gezien ligt het aantal verdachten iets boven het niveau van Overzicht Ontwikkeling bevolking en verdachtenpopulatie (index 2004=100) Hoofdstuk 2 ALGEMEEN BEELD VERDACHTEN 25

27 2.4 Recidive Een verdachte kan in een jaar vaker zijn aangehouden (antecedenten) en per aanhouding kan er ook sprake zijn van meerdere misdrijven. In overzicht is te zien dat er in de periode sprake was van een stijging van het aantal verdachten, antecedenten en misdrijven, waarbij het aantal verdachten sneller toenam dan het aantal antecedenten en het aantal misdrijven. In 2008 is voor alle drie sprake van een daling. De afname is echter niet voor alle drie even groot. Het aantal verdachten is het afgelopen jaar gedaald met 4 procent en het aantal antecedenten met 6 procent. Het totale aantal misdrijven waarvoor verdachten zijn aangehouden, daalde met 9 procent. Overzicht Ontwikkeling aantal verdachten, antecedenten en misdrijven (index 2004=100) Uit het voorgaande en uit overzicht is af te leiden dat het aantal antecedenten per verdachte (1,2), het aantal misdrijven per antecedent (1,3) en het aantal misdrijven per verdachte (1,6) aan het afnemen zijn. 26 Landelijk Verdachtenbeeld 2008

28 2.5 Leeftijd De gemiddelde leeftijd bij het plegen van het eerste en het meest recente (laatste) misdrijf laat door de jaren heen weinig verandering zien. De leeftijd bij het plegen van het eerste delict (de startleeftijd) is vergelijkbaar met voor gaande jaren gemiddeld 27,5 jaar. De meest voorkomende startleeftijd (modus) is 15 jaar. De gemiddelde leeftijd bij het plegen van het laatste misdrijf ligt gedurende de hele onderzoeksperiode op ongeveer 32 jaar. Wat opvalt, is dat de leeftijd die daarbij het meeste voorkomt onder de verdachten tot jaar was, maar in 2008 is gedaald naar 18 jaar. In 2008 bestaat de verdachtenpopulatie voor 39 procent uit jongeren (12 tot 25 jaar) en voor 41 procent uit 25 tot 45 jarigen. 45 tot 65 jarigen vormen 17 procent en 65 plussers 2 procent van de verdachtenpopulatie. Het aantal verdachte 65 plussers neemt toe, maar blijft wel klein. Overzicht geeft de ontwikkeling weer van het aantal ingezeten verdachten per inwoners per leeftijdscategorie. In 2008 zijn er per jongeren 337 ingezeten verdachten. Voor de 25 tot 45 jarigen zijn dit er 190 en voor de 45 tot 65 jarigen 87. De 65 plussers zijn met 22 het minst vertegenwoordigd. Opvallend is dat de groep 65 plussers die van een misdrijf worden verdacht, wel het snelst toeneemt. In de periode is sprake van een stijging met 24 procent van het aantal verdachte 65 plussers per inwoners van 65 jaar en ouder. In 2008 daalt het aantal met 3 procent. Ook het aantal jeugdige en (in mindere mate) jongvolwassen verdachten is in vergelijking met 2004 toegenomen. Deze twee groepen worden in het volgende hoofdstuk apart besproken. Hoofdstuk 2 ALGEMEEN BEELD VERDACHTEN 27

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Er is een nieuwe groep van jonge, zeer actieve veelplegers die steeds vaker met de politie in aanraking komt / foto: Pallieter de Boer. Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Jongere veelplegers roeren zich

Nadere informatie

Landelijk Verdachtenbeeld 2009. KLPD - Dienst IPOL

Landelijk Verdachtenbeeld 2009. KLPD - Dienst IPOL Landelijk Verdachtenbeeld 2009 KLPD - Dienst IPOL Landelijk Verdachtenbeeld 2009 Een analyse van verdachten op basis van gegevens uit HKS KLPD - Dienst IPOL Uitgave Korps landelijke politiediensten (KLPD)

Nadere informatie

Landelijke criminaliteitskaart 2007 KLPD - Dienst IPOL Landelijke criminaliteitskaart 2007

Landelijke criminaliteitskaart 2007 KLPD - Dienst IPOL Landelijke criminaliteitskaart 2007 KLPD - Dienst IPOL Landelijke criminaliteitskaart 2007 Landelijke criminaliteitskaart 2007 Een analyse van misdrijven en verdachten op basis van gegevens uit HKS KLPD - Dienst IPOL Uitgave Korps landelijke

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Misdrijven en opsporing

Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing R.J. Kessels en W.T. Vissers In 2015 registreerde de politie 960.000 misdrijven, 4,6% minder dan in 2014. Sinds 2007 is de geregistreerde criminaliteit met ruim een kwart afgenomen.

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends 8 secondant #3/4 juli/augustus 2008 Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007 Diefstallen in winkels en horeca nemen toe Crimi-trends De criminaliteit tegen het bedrijfsleven moet in 2010 met een kwart

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische-opdracht door een scholier 1950 woorden 16 april 2002 6,3 166 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding: Nederland is de afgelopen

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 8

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 8 RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 8 Datum: 11 juni 2013. Deelsessie: 21.00 21.50 uur in de Presentatiezaal. Doel: Beeldvorming. Onderwerp: Criminaliteitsbeeld 2012. Toelichting: Het criminaliteitsbeeld

Nadere informatie

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 5 Vervolging M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In 2012 werden 218.000 misdrijfzaken bij het Openbaar Ministerie (OM) ingeschreven. Dit is een daling van 18% ten opzichte van 2005. In 2010 was het aantal ingeschreven

Nadere informatie

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen FACTSHEET Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen In deze factsheet worden trends en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in de provincie Groningen behandeld.

Nadere informatie

Bijlage 1 Gebruikte gegevens

Bijlage 1 Gebruikte gegevens Bijlagen hoofdstuk 7 Tabellen bij Huijbregts en Leertouwer (2007) De invloed van etniciteit en pakkans op de geweldscriminaliteit van minderjarigen. In Van der Laan et al (red) Justitie en Demografie.

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen

Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen Veiligheid Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen 17 Geregistreerde criminaliteit sinds 2005 gedaald Vermogensmisdrijven vormen met 60 procent het grootste aandeel Gevolgd

Nadere informatie

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek

Nadere informatie

Verdachten van criminaliteit

Verdachten van criminaliteit 5 Verdachten van criminaliteit H. Goudriaan en A.Th.J. Eggen In het voorgaande hoofdstuk zijn de aard, omvang en ontwikkeling van de door de politie geregistreerde criminaliteit beschreven. Bij ongeveer

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Monitor 2009 Veelplegers Twente

Monitor 2009 Veelplegers Twente Monitor 29 Veelplegers Twente J. Snippe G. Wolters B. Bieleman Bij diverse organisaties is het thema één van de speerpunten van beleid. Ook in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) is er aandacht

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

4 Misdrijven en opsporing

4 Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing A.Th.J. Eggen en R.J. Kessels In 2012 registreerde de politie 1,14 miljoen misdrijven, 5% minder dan in 2011. In de periode 2005-2012 daalde de geregistreerde criminaliteit met

Nadere informatie

4 Misdrijven en opsporing

4 Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing A.Th.J. Eggen en R.J. Kessels In 2011 registreerde de politie bijna 1,2 miljoen misdrijven. De geregistreerde criminaliteit is daarmee even hoog als in 2010. In de periode 2005-2011

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Samenvatting. Wat is de kern van de Integratiekaart?

Samenvatting. Wat is de kern van de Integratiekaart? Samenvatting Wat is de kern van de Integratiekaart? In 2004 is een begin gemaakt met de ontwikkeling van een Integratiekaart. De Integratiekaart is een project van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie

Nadere informatie

Misdrijven en opsporing

Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing A.Th.J. Eggen en R.J. Kessels In 2013 registreerde de politie 1,09 miljoen misdrijven, 5% minder dan in 2012. In de periode 2007-2013 daalde de geregistreerde criminaliteit met

Nadere informatie

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren nummer 1 juni 2012 Categorieën/doelgroepen First offender: een persoon van 18 jaar of ouder die voor het eerst in aanraking is gekomen met Justitie.

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2016 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Criminaliteit en opsporing

Criminaliteit en opsporing 4 Criminaliteit en opsporing A.Th.J. Eggen en H. Goudriaan In 2009 registreerde de politie ruim 1 miljoen misdrijven. De geregistreerde criminaliteit is daarmee even hoog als in 2008. In de periode 2005-2009

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2014 In 2013 registreerde de politie voor Amersfoort 10.249 misdrijven. Het aantal misdrijven is sinds

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans Bijna één op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2015 slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogensof vandalismedelicten.

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2017 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Criminaliteit en opsporing

Criminaliteit en opsporing 4 Criminaliteit en opsporing A.Th.J. Eggen en R.J. Kessels In 2010 registreerde de politie ruim 1 miljoen misdrijven. De geregistreerde criminaliteit is daarmee lager dan in 2009. In de periode 2005-2010

Nadere informatie

Monitor Veelplegers 2016

Monitor Veelplegers 2016 Factsheet 2016-4 Monitor Veelplegers 2016 Trends in de populatie zeer actieve veelplegers uit de periode 2003 tot en met 2014 Auteurs: M.G.J.C. Beerthuizen, N. Tollenaar, A.M. van der Laan Juni 2016 Mensen

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

awetenschappelijk Onderzoeken

awetenschappelijk Onderzoeken awetenschappelijk Onderzoeken Documentatiecentrum Fact sheet 9-1 Monitor veelplegers 3- Cijfermatige ontwikkelingen april 9 N. Tollenaar, J. van Dijk, J.W. Alblas Eind is het veiligheidsprogramma van het

Nadere informatie

Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: Feiten en cijfers 2015 Bevolking

Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: Feiten en cijfers 2015 Bevolking Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2015 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,

Nadere informatie

Monitor 2010 Veelplegers Twente

Monitor 2010 Veelplegers Twente Monitor 2010 Veelplegers Twente J. Snippe G. Wolters B. Bieleman Bij diverse organisaties is het thema één van de speerpunten van beleid. Ook in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) is er aandacht

Nadere informatie

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van Samenvatting De problematiek van de veelplegers staat momenteel hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Er is een wetsvoorstel ingediend om deze categorie delinquenten beter aan te kunnen pakken.

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Monitor 2007 Veelplegers Twente

Monitor 2007 Veelplegers Twente Monitor 27 Twente A. Kruize J. Snippe M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON Stichting INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 971 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Monitor 2013 Veelplegers Twente

Monitor 2013 Veelplegers Twente Monitor 213 Veelplegers Twente A. Kruize J. Snippe B. Bieleman 1. Inleiding Het thema veelplegers blijft actueel en is één van de speerpunten van beleid. Voor een goede beleidsvorming en -uitvoering voor

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: Feiten en cijfers 2018 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: Feiten en cijfers 2018 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2018 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Samenvatting. Aard en omvang van geweld

Samenvatting. Aard en omvang van geweld Samenvatting Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar huiselijk en publiek geweld. Het omvat drie deelonderzoeken, alle gericht op het beschrijven van geweld en geweldplegers. Doelstelling van het

Nadere informatie

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel 6 secondant #6 december 21 Groot effect SOV/ISD-maatregel Selectieve opsluiting recidivisten werkt Crimi-trends Een langere opsluiting van hardnekkige recidivisten heeft een grote bijdrage geleverd aan

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit van

Nadere informatie

2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één of meer keer slachtoffer)

2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één of meer keer slachtoffer) 338 Criminaliteit en rechtshandhaving 2013 Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.5 Slachtofferschap en door burgers ondervonden delicten naar delictsoort, volgens de VM a 2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Monitor jeugdcriminaliteit

Monitor jeugdcriminaliteit Cahier 2014-7 Monitor jeugdcriminaliteit Ontwikkelingen in de aantallen verdachten en strafrechtelijke daders 1997 t/m 2012 A.M. van der Laan H. Goudriaan G. Weijters Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

in Nederland Omvang en aard in het najaar van 2011

in Nederland Omvang en aard in het najaar van 2011 Problematische Jeugdgroepen in Nederland Omvang en aard in het najaar van 0 Samenvatting Afbakening van de analyse In deze rapportage wordt een beeld gegeven van de aantallen problematische jeugdgroepen,

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN 22 oktober Sinds 2011 meet Bureau O+S met een signaleringsinstrument de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse buurten. De

Nadere informatie

Jeugdige recidiverende woninginbrekers

Jeugdige recidiverende woninginbrekers Jeugdige recidiverende woninginbrekers Utrecht, 17 februari 2014 Pepijn van Amersfoort en Sander Scherders Inleiding De aanpak van woninginbraken heeft prioriteit in de regio Utrecht (Regionale Veiligheidsstrategie

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 9 Jongeren en criminaliteit Annette van Rijn (WODC), Frits Huls (CBS) en Aslan Zorlu (WODC)

Bijlagen bij hoofdstuk 9 Jongeren en criminaliteit Annette van Rijn (WODC), Frits Huls (CBS) en Aslan Zorlu (WODC) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 9 Jongeren en criminaliteit

Nadere informatie

Signaal Rapport. Monitor IMAR 2006

Signaal Rapport. Monitor IMAR 2006 Signaal Rapport Monitor IMAR 2006 Plan van Aanpak Impuls Marokkaanse Risicojongeren 2006-2009 MONITOR IMAR 2006 INHOUDSOPGAVE Inleiding 2 1 Demografie 3 1.1 Aantal Marokkaanse Hagenaars van 12 tot en met

Nadere informatie

6 Samenvatting en conclusies

6 Samenvatting en conclusies 6 Samenvatting en conclusies De politieregio s Twente en Zuid-Holland Zuid hebben vanaf januari 2006 een pilot uitgevoerd voor de duur van een half jaar waarin zij bij alle geregistreerde gevallen van

Nadere informatie

Trends in de geregistreerde jeugdcriminaliteit onder 12- tot en met 24-jarigen in de periode

Trends in de geregistreerde jeugdcriminaliteit onder 12- tot en met 24-jarigen in de periode Cahier 2010-2 Trends in de geregistreerde jeugdcriminaliteit onder 12- tot en met 24-jarigen in de periode 1996-2007 Bevindingen uit de Monitor Jeugdcriminaliteit 2009 A.M. van der Laan M. Blom N. Tollenaar

Nadere informatie

Gemiddeld kindertal per vrouw,

Gemiddeld kindertal per vrouw, Indicator 11 maart 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 bedroeg het gemiddeld

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2015 In 2014 registreerde de politie voor Amersfoort 9.134 misdrijven. Ten opzichte van een jaar eerder

Nadere informatie

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Monitor 2006 veelplegers Twente

Monitor 2006 veelplegers Twente Monitor 2006 Twente A. Kruize J. Snippe M. van Zwieten B. Bieleman Monitor 2006 Veelplegers Twente Mei 2007 I NTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON Stichting INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen Na een daling van de onveiligheidsgevoelens onder Nijmegenaren in de periode 2001 2009 is er nu sprake van een lichte toename. Ook de trend, dat steeds minder Nijmegenaren onveiligheid als een met voorrang

Nadere informatie

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING DEMOGRAFISCH PROFIEL SURINAMERS IN NEDERLAND Op een studiedag voor het Surinaams Inspraak Orgaan in juni 2011 heeft Prof. dr. Chan Choenni een inleiding verzorgd over de demografie van de Surinaamse gemeenschap

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: mei 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: augustus 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006 Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006 METINGEN 2001, 2002, 2003, 2004 EN 2005 B. Bieleman A. Kruize M. van Zwieten COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. 1 In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt over de periode vanaf 1 januari tot 1 juli 2004.

Nadere informatie

GHB hulpvraag in Nederland

GHB hulpvraag in Nederland GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012 Houten, mei 2013 Stichting IVZ GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

Nederland in internationaal perspectief 1

Nederland in internationaal perspectief 1 11 Nederland in internationaal perspectief 1 P.R. Smit en H. Goudriaan Nederland doet mee met de dalende trend in de geregistreerde criminaliteit in Noord- en West-Europese landen in de periode 2002-2011.

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie