62e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 26 april 2019

Transcriptie

1 Publicatieblad C 146 van de Europese Unie 62e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 26 april 2019 Inhoud II Mededelingen MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE Europese Commissie 2019/C 146/01 Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9308 Ansaldo/ REPH/JV) ( 1 ) /C 146/02 Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9306 Engie/ CDPQ/TAG) ( 1 ) /C 146/03 Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9322 Vista Equity Partners/TA Associates/Aptean) ( 1 )... 2 IV Informatie INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE Raad 2019/C 146/04 Kennisgeving aan bepaalde personen en entiteiten die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit 2010/413/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Iran... 3 NL ( 1 ) Voor de EER relevante tekst.

2 Europese Commissie 2019/C 146/05 Wisselkoersen van de euro... 4 V Bekendmakingen PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK Europese Commissie 2019/C 146/06 Bericht betreffende de mogelijke gecombineerde effecten van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en de vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van bepaalde staalproducten... 5 PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID Europese Commissie 2019/C 146/07 Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9300 Tyson Foods/European and Thai businesses of BRF) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) /C 146/08 Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9341 First State Investment International/ Iren Mercato/OLT Offshore LNG Toscana) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) /C 146/09 Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9321 MRG/PMV/SFPI-FPIM/Euroports) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) ( 1 ) Voor de EER relevante tekst.

3 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 146/1 II (Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9308 Ansaldo/REPH/JV) (Voor de EER relevante tekst) (2019/C 146/01) Op 15 april 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 1 ). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar: op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies ( Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; in elektronische vorm op de EUR-Lex-website ( onder document nr M9308. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. ( 1 ) PB L 24 van , blz. 1. Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9306 Engie/CDPQ/TAG) (Voor de EER relevante tekst) (2019/C 146/02) Op 15 april 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 1 ). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar: op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies ( Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; in elektronische vorm op de EUR-Lex-website ( onder document nr M9306. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. ( 1 ) PB L 24 van , blz. 1.

4 C 146/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9322 Vista Equity Partners/TA Associates/Aptean) (Voor de EER relevante tekst) (2019/C 146/03) Op 16 april 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 1 ). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar: op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies ( Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; in elektronische vorm op de EUR-Lex-website ( onder document nr M9322. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. ( 1 ) PB L 24 van , blz. 1.

5 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 146/3 IV (Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE RAAD Kennisgeving aan bepaalde personen en entiteiten die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit 2010/413/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (2019/C 146/04) De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van brigadegeneraal Mohammad NADERI (nr. 14), de heer Davoud BABAEI (nr. 23), de heer Kamran DANESHJOO (nr. 27), Etemad Amin Invest Co Mobin (nr. 10), Fajr Aviation Composite Industries (nr. 12), Iran Communications Industries (ICI) (nr. 19), Samen Industries (nr. 95) en Organisation of Defensive Innovation and Research (SPND) (nr. 153), personen en entiteiten die worden vermeld in bijlage II, deel I, bij Besluit 2010/413/GBVB van de Raad ( 1 ) en in bijlage IX, deel I, bij Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad ( 2 ) betreffende beperkende maatregelen tegen Iran. De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van IRGC brigadegeneraal Javad DARVISH-VAND (nr. 1), de heer Parviz FATAH (nr. 3), IRGC brigadegeneraal Seyyed Mahdi FARAHI (nr. 4), IRGC brigadegeneraal Ali HOSEYNITASH (nr. 5), IRGC brigadegeneraal Ali SHAMSHIRI (nr. 12), IRGC brigadegeneraal Ahmad VAHIDI (nr. 13), de heer Abolghassem Mozaffari SHAMS (nr. 15) en Behnam Sahriyari Trading Company (nr. 11), personen en entiteiten die worden vermeld in bijlage II, deel II, bij Besluit 2010/413/GBVB en in bijlage IX, deel II, bij Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran. De Raad is voornemens vast te houden aan de beperkende maatregelen tegen bovengenoemde personen en entiteiten, met vermelding van nieuwe motiveringen. De betrokken personen en entiteiten worden hierbij op de hoogte gebracht van het feit dat zij bij de Raad een verzoek kunnen indienen om kennis te nemen van de beoogde motivering betreffende hun aanwijzing. Het verzoek dient uiterlijk op 3 mei 2019 naar het volgende adres te worden gestuurd: Raad van de Europese Unie Secretariaat-generaal RELEX.1.C Wetstraat Brussel BELGIË sanctions@consilium.europa.eu Vóór 17 mei 2019 ingekomen opmerkingen zullen in aanmerking worden genomen in het kader van de regelmatige toetsing door de Raad. ( 1 ) PB L 195 van , blz. 39. ( 2 ) PB L 88 van , blz. 1.

6 C 146/4 NL Publicatieblad van de Europese Unie EUROPESE COMMISSIE Wisselkoersen van de euro ( 1 ) 25 april 2019 (2019/C 146/05) 1 euro = Munteenheid Koers USD US-dollar 1,1123 JPY Japanse yen 124,45 DKK Deense kroon 7,4663 GBP Pond sterling 0,86435 SEK Zweedse kroon 10,6295 CHF Zwitserse frank 1,1368 ISK IJslandse kroon 136,00 NOK Noorse kroon 9,6638 BGN Bulgaarse lev 1,9558 CZK Tsjechische koruna 25,737 HUF Hongaarse forint 322,41 PLN Poolse zloty 4,2950 RON Roemeense leu 4,7586 TRY Turkse lira 6,6255 AUD Australische dollar 1,5906 Munteenheid Koers CAD Canadese dollar 1,5023 HKD Hongkongse dollar 8,7243 NZD Nieuw-Zeelandse dollar 1,6884 SGD Singaporese dollar 1,5189 KRW Zuid-Koreaanse won 1 293,77 ZAR Zuid-Afrikaanse rand 16,1628 CNY Chinese yuan renminbi 7,5047 HRK Kroatische kuna 7,4185 IDR Indonesische roepia ,37 MYR Maleisische ringgit 4,6049 PHP Filipijnse peso 58,156 RUB Russische roebel 72,2100 THB Thaise baht 35,749 BRL Braziliaanse real 4,4443 MXN Mexicaanse peso 21,2997 INR Indiase roepie 78,1790 ( 1 ) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.

7 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 146/5 V (Bekendmakingen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE Bericht betreffende de mogelijke gecombineerde effecten van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en de vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van bepaalde staalproducten (2019/C 146/06) Bij Verordening (EU) 2019/159 ( 1 ) heeft de Commissie voor een periode van drie jaar vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van bepaalde staalproducten ingesteld. De vrijwaringsmaatregelen hebben de vorm van tariefcontingenten die voor bepaalde perioden van toepassing zijn; bij overschrijding daarvan moet een vrijwaringsrecht van 25 % worden betaald. Voor sommige van die categorieën staalproducten gelden momenteel ook antidumping- of antisubsidiemaatregelen. De bijlage bij dit bericht bevat een lijst van alle verordeningen tot instelling van de thans geldende maatregelen. Zodra de in het kader van de vrijwaringsmaatregelen vastgestelde tariefcontingenten zijn uitgeput, zijn voor die productcategorieën op dezelfde invoer derhalve zowel het vrijwaringsrecht als het antidumping- of compenserend recht verschuldigd. De Commissie heeft in overweging 186 van Verordening (EU) 2019/159 al opgemerkt dat een cumulatie van antidumping-/antisubsidiemaatregelen met vrijwaringsmaatregelen kan leiden tot een groter dan wenselijk effect, en dat deze kwestie te zijner tijd zou worden onderzocht. De Commissie overwoog met name dat, om de instelling van dubbele corrigerende maatregelen te voorkomen wanneer het tariefcontingent is uitgeput, zij het noodzakelijk kan achten het niveau van de bestaande antidumping- en compenserende rechten te schorsen of te verlagen teneinde te waarborgen dat het gecombineerde effect van deze maatregelen het hoogste niveau van de geldende vrijwarings- of antidumping-/ compenserende rechten niet overschrijdt. 1. Gecombineerd effect van antidumping- of compenserende rechten en vrijwaringsrechten In Verordening (EU) 2015/477 ( 2 ) wordt erkend dat de combinatie van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van hetzelfde product een groter effect kan sorteren dan voor de doelstellingen van de handelspolitiek en de handelsbescherming van de Unie noodzakelijk is en een ongewenst zware last zou kunnen betekenen voor bepaalde producenten-exporteurs die hun producten naar de Unie wensen uit te voeren. Bijgevolg zijn specifieke bepalingen vastgesteld opdat de Commissie waar nodig maatregelen kan nemen om te voorkomen dat een combinatie van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van hetzelfde product een dergelijk effect sorteert. Wat de bij Verordening (EU) 2019/159 ingestelde maatregelen betreft, is het weliswaar onzeker of en zo ja, wanneer de betrokken tariefcontingenten uitgeput zullen zijn, maar is het toch mogelijk dat voor de invoer van de categorieën staalproducten waarvoor antidumping- of antisubsidiemaatregelen gelden, ook een vrijwaringsrecht zou moeten worden betaald. Volgens de Commissie zijn er redenen om te concluderen dat de combinatie van die maatregelen inderdaad een groter effect kan sorteren dan voor de doelstellingen van de handelspolitiek en de handelsbescherming van de Unie wenselijk of noodzakelijk is, zoals bedoeld in Verordening (EU) 2015/477. De Commissie meent dan ook dat het passend kan zijn de in de bijlage vermelde bestaande antidumping- en antisubsidiemaatregelen te wijzigen tijdens de periode waarin antidumping-/antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsrechten van toepassing kunnen zijn. ( 1 ) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 van de Commissie van 31 januari 2019 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten (PB L 31 van , blz. 27). ( 2 ) Verordening (EU) 2015/477 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 inzake de maatregelen die de Unie kan nemen ten aanzien van het gecombineerde effect van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen (PB L 83 van , blz. 11).

8 C 146/6 NL Publicatieblad van de Europese Unie Met het oog op de rechtszekerheid voor de betrokken marktdeelnemers acht de Commissie het noodzakelijk voor die gevallen te specificeren welk antidumping- of compenserend recht van toepassing moet zijn ingeval de tariefcontingenten van de vrijwaringsmaatregelen zijn uitgeput. Met name wanneer normaliter zowel een antidumping- of een compenserend recht en een vrijwaringsrecht verschuldigd zouden zijn en het antidumping- of compenserend recht lager is dan of gelijk is aan het bedrag van het vrijwaringsrecht, acht de Commissie het passend dat gedurende de betrokken periode geen antidumping- of compenserend recht verschuldigd is. Wanneer het antidumping- of compenserend recht hoger is dan het bedrag van het vrijwaringsrecht, acht de Commissie het passend dat slechts het gedeelte van het antidumping- of compenserend recht dat het bedrag van het vrijwaringsrecht overschrijdt, gedurende die periode verschuldigd is. 2. Procedure 2.1 Schriftelijke opmerkingen Alle belanghebbenden, met inbegrip van producenten-exporteurs, importeurs en gebruikers van de betrokken producten en hun verenigingen, wordt verzocht uiterlijk veertien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie vormvrij en per hun standpunt over de bovenstaande overwegingen schriftelijk kenbaar te maken. Door te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document CORRESPONDENTIE MET DE EUROPESE COMMISSIE IN HANDELSBESCHERMINGSZAKEN op de website van het directoraat-generaal Handel ( Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig adres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte adres een actief, officieel en zakelijk adres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per , behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen. Correspondentieadres van de Commissie: Europese Commissie Directoraat-generaal Handel Directoraat H, Eenheid H5 Kamer CHAR 03/ Brussel BELGIË adres: 2.2. Verwerking van persoonsgegevens Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ). Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie is beschikbaar op de website van DG Handel ( ( 3 ) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van , blz. 39).

9 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 146/7 BIJLAGE Lijst van verordeningen tot instelling van antidumping- en antisubsidiemaatregelen ten aanzien van de producten waarop de vrijwaringsmaatregel van toepassing is 1. Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1795 van de Commissie van 5 oktober 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde warmgewalste platte producten van ijzer, van niet-gelegeerd staal of van ander gelegeerd staal van oorsprong uit Brazilië, Iran, Rusland en Oekraïne, en tot beëindiging van het onderzoek naar de invoer van bepaalde warmgewalste platte producten van ijzer, van niet-gelegeerd staal of van ander gelegeerd staal van oorsprong uit Servië (PB L 258 van , blz. 24); 2. Uitvoeringsverordening (EU) 2017/969 van de Commissie van 8 juni 2017 tot instelling van een definitief compenserend recht op bepaalde warmgewalste platte producten van ijzer, van niet-gelegeerd staal of van ander gelegeerd staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/649 van de Commissie tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde warmgewalste platte producten van ijzer, van niet-gelegeerd staal of van ander gelegeerd staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 146 van , blz. 17); 3. Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1328 van de Commissie van 29 juli 2016 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op bepaalde koudgewalste platte staalproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China en de Russische Federatie (PB L 210 van , blz. 1); 4. Uitvoeringsverordening (EU) 2018/186 van de Commissie van 7 februari 2018 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 34 van , blz. 16); 5. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 214/2013 van de Raad van 11 maart 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op bepaalde organisch beklede staalproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 73 van , blz. 1); 6. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2013 van de Raad van 11 maart 2013 tot instelling van een compenserend recht op bepaalde organisch beklede staalproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 73 van , blz. 16); 7. Uitvoeringsverordening (EU) 2017/336 van de Commissie van 27 februari 2017 tot oplegging van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer van bepaalde zware plaat van nietgelegeerd staal of van ander gelegeerd staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 50 van , blz. 18); 8. Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1429 van de Commissie van 26 augustus 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Taiwan (PB L 224 van , blz. 10); 9. Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1246 van de Commissie van 28 juli 2016 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op staven betonstaal die zeer goed tegen metaalmoeheid zijn bestand, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 204 van , blz. 70); 10. Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1019 van de Commissie van 16 juni 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op bepaalde staven voor betonwapening van oorsprong uit de Republiek Belarus (PB L 155 van , blz. 6); 11. Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1141 van de Commissie van 27 juni 2017 tot instelling van een definitief compenserend recht op bepaalde roestvrijstalen staven van oorsprong uit India naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 18 van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 165 van , blz. 2); 12. Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1846 van de Commissie van 14 oktober 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op walsdraad van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 268 van , blz. 9); 13. Uitvoeringsverordening (EU) 2015/110 van de Commissie van 26 januari 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde gelaste buizen en pijpen van ijzer of van niet-gelegeerd staal van oorsprong uit Belarus, de Volksrepubliek China en Rusland en tot beëindiging van de procedure betreffende bepaalde gelaste buizen en pijpen van ijzer of van niet-gelegeerd staal van oorsprong uit Oekraïne naar aanleiding van een nieuw onderzoek overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 20 van , blz. 6);

10 C 146/8 NL Publicatieblad van de Europese Unie Uitvoeringsverordening (EU) 2018/330 van de Commissie van 5 maart 2018 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 63 van , blz. 15); 15. Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1469 van de Commissie van 1 oktober 2018 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit Rusland en Oekraïne, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 246 van , blz. 20); 16. Uitvoeringsverordening (EU) 2017/804 van de Commissie van 11 mei 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staal (ander dan roestvrij staal), met een rond profiel, met een uitwendige diameter van meer dan 406,4 mm, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 121 van , blz. 3); 17. Uitvoeringsverordening (EU) 2019/251 van de Commissie van 12 februari 2019 betreffende de definitieve antidumpingrechten op producten van Hubei Xinyegang Steel Co., Ltd en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2272 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 42 van , blz. 25), en 18. Uitvoeringsverordening (EU) 2015/865 van de Commissie van 4 juni 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde voor- en naspandraad en voor- en naspanstrengen van niet-gelegeerd staal (PSCdraad en -strengen) van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 139 van , blz. 12).

11 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 146/9 PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID EUROPESE COMMISSIE Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9300 Tyson Foods/European and Thai businesses of BRF) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak (Voor de EER relevante tekst) (2019/C 146/07) 1. Op 11 april 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 1 ) ontvangen. Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen: Tyson Foods, Inc. (VSA); Europese en Thaise bedrijfsonderdelen van BRF SA (Brazilië). Tyson Foods, Inc. verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over delen van BRF SA. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen. 2. De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: Tyson Foods: een voedingsmultinational voor eiwitrijke voeding die vooral in vier segmenten actief is: rund, varken, kip en bereide gerechten; BRF: een Braziliaanse voedingsonderneming. Haar Europese en Thaise bedrijfsonderdelen zijn actief in de hele leveringsketen voor pluimvee in Thailand, alsmede in de invoer en verdere verwerking van pluimveevlees in de EER. 3. Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 2 ). 4. De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld: M.9300 Tyson Foods/European and Thai businesses of BRF. Opmerkingen kunnen aan de Commissie per , per fax of per post worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu Fax Postadres: Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie voor concentraties 1049 Brussel BELGIË ( 1 ) PB L 24 van , blz. 1 ( de concentratieverordening ). ( 2 ) PB C 366 van , blz. 5.

12 C 146/10 NL Publicatieblad van de Europese Unie Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9341 First State Investment International/Iren Mercato/OLT Offshore LNG Toscana) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak (Voor de EER relevante tekst) (2019/C 146/08) 1. Op 15 april 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 1 ) ontvangen. Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen: First State Investments International Limited ( FSI, Verenigd Koninkrijk), die onder de zeggenschap staat van Commonwealth Bank of Australia; Iren Mercato SpA ( Iren Mercato, Italië), die onderdeel is van de Iren-groep; OLT Offshore LNG Toscana SpA ( OLT, Italië), die thans onder de gezamenlijke zeggenschap staat van Iren Mercato en van Uniper Global Commodities SE ( Uniper, Duitsland). FSI en Iren Mercato verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over OLT. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen. 2. De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: FSI: beheert namens talrijke cliënten langetermijnbeleggingen in Europese bedrijven die essentiële infrastructuurdiensten leveren; Iren Mercato: levering van gas, stroom en warmte in Italië; OLT: eigenaar en exploitant van de OLT LNG-terminal voor de Italiaanse kust. 3. Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 2 ). 4. De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld: M.9341 First State Investment International/Iren Mercato/OLT Offshore LNG Toscana Opmerkingen kunnen aan de Commissie per , per fax of per post worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu Fax Postadres: Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie voor concentraties 1049 Brussel BELGIË ( 1 ) PB L 24 van , blz. 1 ( de concentratieverordening ). ( 2 ) PB C 366 van , blz. 5.

13 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 146/11 Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9321 MRG/PMV/SFPI-FPIM/Euroports) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak (Voor de EER relevante tekst) (2019/C 146/09) 1. Op 17 april 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 1 ) ontvangen. Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen: Monaco Resources Group ( MRG, Monaco); Participatie Maatschappij Vlaanderen ( PMV, België); Société fédérale de participations et d investissement Federale participatie-en investeringsmaatschappij ( SFPI- FPIM, België); Euroports Holdings S.à r.l. ( Euroports, Luxemburg). MRG, PMV en SFPI-FPIM verkrijgen de gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Eurosports. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen. 2. De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: MRG: internationale ondernemingsgroep voor gediversifieerde natuurlijke hulpbronnen die zich bezighoudt met metalen en mineralen, landbouw, energie, logistiek en technologie, alsook financiën en investeringen; PMV: investeringsonderneming volledig in handen van de Vlaamse overheid die hoofdzakelijk financieringen voor ondernemers, start-ups en groeiondernemingen aanbiedt, alsook investeringen op het gebied van infrastructuur, vastgoed en energie; SFPI-FPIM: investeringsonderneming die volledig in handen is van de Belgische staat en in openbare en particuliere ondernemingen investeert die van strategisch belang zijn voor de Belgische staat; Euroports: exploitatie van terminals, vrachtafhandeling en aanverwante diensten, zoals verwerking, maatwerk, opzakking of verpakking. 3. Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 2 ). 4. De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld: M.9321 MRG/PMV/SFPI-FPIM/Euroports ( 1 ) PB L 24 van , blz. 1 ( de concentratieverordening ). ( 2 ) PB C 366 van , blz. 5.

14 C 146/12 NL Publicatieblad van de Europese Unie Opmerkingen kunnen per , per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken: Fax Postadres: Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie voor concentraties 1049 Brussel BELGIË

15

16 ISSN (elektronische uitgave) ISSN (papieren uitgave) NL