RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

Transcriptie

1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 21 september 2004 Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad tot beëindiging van de procedure, ten behoeve van een nieuwe exporteur, voor de herziening van Verordening (EG) nr. 2605/2000 van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten op elektronische weegschalen uit, onder meer, Taiwan Hierbij gaat voor de delegaties het voorstel van de Commissie dat bij brief van mevrouw Patricia BUGNOT, directeur, aan de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, is toegezonden. Bijlage: COM(2004) 600 def /04 rl 1 DG E III NL

2 COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, COM(2004)600 definitief. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot beëindiging van de procedure, ten behoeve van een nieuwe exporteur, voor de herziening van Verordening (EG) nr. 2605/2000 van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten op elektronische weegschalen uit, onder meer, Taiwan. (door de Commissie ingediend) NL NL

3 TOELICHTING In november 2003 heeft de Commissie, bij Verordening (EG) nr. 2034/2003, de inleiding aangekondigd van een procedure, ten behoeve van een nieuwe exporteur, voor de eventuele herziening van Verordening (EG) nr. 2605/2000 van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten op elektronische weegschalen uit, onder meer, Taiwan. Bij deze verordening werd tevens het antidumpingrecht ingetrokken ten aanzien van Charder Electronic Co., Ltd. ('Charder'), de Taiwanese onderneming die om de inleiding van de herzieningsprocedure had verzocht, en werd besloten tot registratie van de invoer van bedoelde weegschalen, afkomstig van deze onderneming. Uit het onderzoek bleek dat Charder niet voldeed aan de criteria om als een nieuwe exporteur in de zin van artikel 11, lid 4 van de basisverordening te worden beschouwd omdat de onderneming het betrokken product in het onderzoektijdvak dat in het kader van onderhavige procedure in aanmerking was genomen niet naar de Gemeenschap had uitgevoerd. Derhalve moet de procedure worden beëindigd en zijn de van Charder afkomstige weegschalen weer onderworpen aan het voor het gehele land geldende recht dat in het kader van het oorspronkelijk onderzoek werd vastgesteld. De Raad wordt voorgesteld bijgevoegd voorstel voor een verordening goed te keuren. De verordening moet uiterlijk op 19 november 2004 in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt. NL 2 NL

4 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot beëindiging van de procedure, ten behoeve van een nieuwe exporteur, voor de herziening van Verordening (EG) nr. 2605/2000 van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten op elektronische weegschalen uit, onder meer, Taiwan DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap 1 ( de basisverordening ), met name op artikel 11, lid 4, Gelet op het voorstel dat de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité heeft ingediend, Overwegende hetgeen volgt: A. GELDENDE MAATREGELEN (1) Momenteel zijn bij invoer van bepaalde elektronische weegschalen uit Taiwan definitieve antidumpingrechten van toepassing die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2605/ Bij dezelfde verordening werden ook antidumpingrechten ingesteld op elektronische weegschalen uit de Volksrepubliek China en de Republiek Korea. Voorts zijn antidumpingmaatregelen van toepassing bij de invoer van elektronische weegschalen uit Japan en Singapore PB L 56 van , blz. 1, verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van , blz. 12). PB L 301 van , blz. 42. Verordening (EG) nr. 468/2001 van de Raad van 6 maart 2001 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde elektronische weegschalen van oorsprong uit Japan (PB L 67 van , blz. 24) en Verordening (EG) nr. 469/2001 van de Raad van 6 maart 2001 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van bepaalde elektronische weegschalen uit Singapore (PB L 67 van , blz. 37). NL 3 NL

5 1. Verzoek om een herziening B. ONDERHAVIG ONDERZOEK (2) Na de instelling van de definitieve antidumpingrechten op elektronische weegschalen uit Taiwan heeft de Commissie van de Taiwanese onderneming Charder Electronic Co., Ltd. ( Charder ) een verzoek ontvangen om de inleiding van een procedure voor de herziening van Verordening (EG) nr. 2605/2000 ten behoeve van een nieuwe exporteur overeenkomstig artikel 11, lid 4 van de basisverordening. De onderneming voerde aan dat ze geen banden had met producenten/exporteurs in Taiwan waarop de antidumpingmaatregelen ten aanzien van elektronische weegschalen van toepassing waren. Bovendien zou zij geen elektronische weegschalen naar de Gemeenschap hebben uitgevoerd in het onderzoektijdvak dat in het kader van het oorspronkelijk onderzoek in aanmerking was genomen (de periode van 1 september 1998 tot en met 31 augustus 1999), maar eerst na deze periode begonnen zijn met de uitvoer van bedoelde weegschalen naar de Gemeenschap. 2. Inleiding van een herzieningsprocedure ten behoeve van een nieuwe exporteur (3) De Commissie heeft het door Charder voorgelegde bewijsmateriaal onderzocht en was van oordeel dat dit toereikend was om over te gaan tot de opening van een onderzoek overeenkomstig artikel 11, lid 4 van de basisverordening. Na overleg in het Raadgevend Comité en na de bedrijfstak van de Gemeenschap in de gelegenheid te hebben gesteld om opmerkingen te maken, heeft de Commissie bij Verordening (EG) nr. 2034/ de procedure ingeleid voor de eventuele herziening van Verordening (EG) nr. 2605/2000 ten behoeve van Charder en is zij met een onderzoek begonnen. (4) Bij de verordening waarmee de herzieningsprocedure werd ingeleid, werd het bij Verordening (EG) nr. 2605/2000 ingestelde antidumpingrecht van 13,4%, dat ook op Charder van toepassing was, ingetrokken. Terzelfder tijd werd de douane, overeenkomstig artikel 14, lid 5 van de basisverordening, de opdracht gegeven de nodige maatregelen te nemen om de invoer van de van deze onderneming afkomstige weegschalen te registreren. 3. Product (5) Het product waarop onderhavig onderzoek betrekking heeft is hetzelfde product dat in het kader van het oorspronkelijk onderzoek werd behandeld, namelijk elektronische weegschalen voor de kleinhandel met een weegvermogen van niet meer dan 30 kg, met een numerieke aanduiding van het gewicht, de eenheidsprijs en het te betalen bedrag (met of zonder inrichting om deze gegevens af te drukken), doorgaans aangegeven onder de GN-code ex (TARIC-code ). 4. Belanghebbenden (6) De Commissie heeft Charder en de vertegenwoordigers van het exportland officieel van de inleiding van de herzieningsprocedure in kennis gesteld. Zij konden hun standpunt schriftelijk bekend te maken en verzoeken te worden gehoord. 4 PB L 302 van , blz. 3. NL 4 NL

6 (7) De Commissie heeft Charder een vragenlijst gezonden en binnen de vastgestelde termijn een antwoord ontvangen. De Commissie heeft alle gegevens die zij voor de vaststelling van dumping nodig had verzameld en gecontroleerd en ter plaatse bij Charder en bij een EG-bedrijf dat de door Charder vervaardigde weegschalen importeert ( de importeur ) een controle verricht. 5. Onderzoektijdvak (8) Het onderzoek naar de dumping had betrekking op de periode van 1 oktober 2002 tot en met 30 september 2003 ( het onderzoektijdvak ). C. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK (9) Het onderzoek bevestigde dat Charder het betrokken product in het onderzoektijdvak dat in het kader van het oorspronkelijk onderzoek in aanmerking was genomen niet had uitgevoerd. (10) Bovendien kon de onderneming aantonen dat zij geen banden had met Taiwanese exporteurs of producenten waarop de betrokken antidumpingmaatregelen van toepassing waren. (11) Volgens artikel 11, lid 4 van de basisverordening moet een nieuwe exporteur ook aantonen dat hij het betrokken product na het oorspronkelijke onderzoektijdvak naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd of dat hij een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van het betrokken product naar de Gemeenschap uit te voeren. In dit verband werd vastgesteld dat het product dat in het onderzoektijdvak door Charter werd vervaardigd en naar de Gemeenschap uitgevoerd en waarvan werd beweerd dat het met de definitie van het betrokken product overeenstemde niet als zodanig aan de eindgebruikers kon worden verkocht. Hoewel dit product door Charder en door de importeur werd aangegeven als het betrokken product werd vastgesteld dat het geen afgewerkt product was en dat het, wat fysieke kenmerken betreft, van het betrokken product verschilde. De onafgewerkte producten ondergingen werden door de importeur verder bewerkt tot elektronische weegschalen. Bovendien bleek geen enkele van deze verder bewerkte weegschalen in het onderzoektijdvak te zijn verkocht. Daarom kon het ingevoerde product niet als het betrokken product worden ingedeeld. Charder kon ook niet aantonen dat hij een onherroepelijke contractuele verplichting was aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van het betrokken product naar de Gemeenschap uit te voeren. (12) Om bovenstaande redenen werd geconcludeerd dat Charder niet aan de criteria voldeed om als een nieuwe exporteur in de zin van artikel 11, lid 4 van de basisverordening te worden beschouwd. D. BEËINDIGING VAN DE PROCEDURE (13) Gezien de resultaten van het onderzoek moet de herzieningsprocedure worden beëindigd zonder dat het recht dat op de producten van Charder van toepassing is wordt gewijzigd; op Charder dient verder het antidumpingrecht te worden toegepast dat geldt voor het gehele land en dat in het kader van het oorspronkelijk onderzoek werd vastgesteld, namelijk 13,4% NL 5 NL

7 E. HEFFING VAN HET ANTIDUMPINGRECHT MET TERUGWERKENDE KRACHT (14) Gelet op het voorgaande zal het antidumpingrecht dat geldt voor Charder met terugwerkende kracht worden geheven van het product waarvan de invoer overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2034/2003 van de Commissie werd geregistreerd. F. MEDEDELINGEN (15) Alle belanghebbenden werden in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op basis waarvan de Commissie voornemens was onderhavige procedure te beëindigen en het antidumpingrecht met terugwerkende kracht te heffen van de producten waarvan de invoer werd geregistreerd. Er werden geen opmerkingen ontvangen over de medegedeelde feiten en overwegingen. (16) Deze herzieningsprocedure dient derhalve te worden beëindigd zonder wijziging van Verordening (EG) nr. 2605/2000 van de Raad, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. De procedure voor de eventuele herziening, ten behoeve van een nieuwe exporteur, van Verordening (EG) nr. 2605/2000 van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten op bepaalde elektronische weegschalen uit, onder meer, Taiwan, die werd ingeleid overeenkomstig artikel 11, lid 4 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad wordt beëindigd zonder dat de geldende antidumpingmaatregelen worden gewijzigd. 2. Het recht van 13,4% dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2605/2000 van de Raad op elektronische weegschalen uit Taiwan wordt met terugwerkende kracht geheven van het product waarvan de invoer overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2034/2003 van de Commissie werd geregistreerd. 3. Tenzij anders vermeld, zijn de bepalingen inzake douanerechten van toepassing. NL 6 NL

8 Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op Voor de Raad De voorzitter NL 7 NL