VERSLAG SCHOOLDOORLICHTING

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Referentienummer Onderwijsinspectie 0809/5/008 Basisonderwijs Schooljaar VERSLAG SCHOOLDOORLICHTING Vrije Basisschool Mater Dei Gooreind Oude Baan WUUSTWEZEL Instellingsnummer: 7864 Directie : Els Van Hees Schoolbestuur : VZW OZCS Noord-Kempen Louis Van Loon (afgevaardigd bestuurder) Wilgendaalstraat Schoten Periode : oktober 2008 Inspectieteam : Erik Verhoeven (inspecteur-verslaggever) Ludo De Lee

2 2 Leeswijzer bij het verslag van een schooldoorlichting Conform aan de bepalingen van art. 10 van het Besluit van de Vlaamse regering 1 bevat het verslag van een schooldoorlichting een beschrijvend en een concluderend gedeelte met advies. In het gewoon basisonderwijs zijn de ontwikkelingsdoelen en eindtermen het uitgangspunt voor de beschrijving en de beoordeling van het onderwijskundig functioneren. In het verslag formuleert de inspectie een antwoord op de vraag: In welke mate zorgt deze school voor een maximale ontplooiing van elk kind?. Rekening houdend met relevante context- en inputkenmerken geeft het inspectieteam aan hoe kwaliteitsvol de school de basisvorming, de brede ontwikkeling en een zorgbrede leerlingenbegeleiding realiseert en hoe dit beleidsmatig wordt ondersteund. In het buitengewoon basisonderwijs is het proces van handelingsplanning in zijn verschillende fasen het uitgangspunt voor de beschrijving en de beoordeling van het onderwijskundig functioneren. Rekening houdend met relevante context- en inputkenmerken geeft het inspectieteam aan hoe kwaliteitsvol de school voor elk kind een optimale en harmonische persoonlijkheidsontwikkeling en integratie nastreeft en hoe dit beleidsmatig wordt ondersteund. Voor de beschrijving van het onderwijskundig functioneren zijn er dus 2 mogelijke structuren om de vaststellingen te ordenen: 1 De onderwijsinspectie beschrijft in het gewoon basisonderwijs het onderwijskundig functioneren vanuit kernvragen in verband met: basisvorming als samenhangend geheel realiseren brede ontwikkeling realiseren zorgbreedte realiseren. 2 De inspectie beschrijft in het buitengewoon basisonderwijs het onderwijskundig functioneren volgens de fasen van het proces van handelingsplanning: beginsituatie doelenfase voorbereidingsfase uitvoeringsfase evaluatiefase. Afkortingen GOK gelijke onderwijskansen GON geïntegreerd onderwijs ICT informatie- en communicatietechnologie KVS / LVS kindvolgsysteem / leerlingvolgsysteem MDO multidisciplinair overleg 1 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap worden uitgevoerd ( ).

3 3 Inhoudsopgave 1 Relevante context- en inputgegevens Onderwijskundig en onderwijsondersteunend functioneren Onderwijskundig functioneren Onderwijsondersteunend functioneren Beoordeling van de onderwijskwaliteit Relevante aspecten waarin de school goed is Relevante aspecten die de school kan verbeteren: aanbevelingen Relevante aspecten die de school moet verbeteren: tekorten Risicobeheersingsbeleid Toelichting Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid Andere wettelijke bepalingen Onderwijsleermiddelen en schooluitrusting Wettelijke bepalingen Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen Conclusies en advies Conclusies Advies...13

4 4 1 Relevante context- en inputgegevens De vrije basisschool 'Mater Dei' is gelegen in een landelijke omgeving in Gooreind - Wuustwezel. De school behoort tot een scholengemeenschap van scholen van de eigen inrichtende macht. Met de andere scholen van het vrij onderwijs uit de regio is er contact via een directeursoverleg van de koepel. De school werft bijna uitsluitend kinderen uit de onmiddellijke omgeving. Het aantal kleuters daalde in de loop van de voorbije jaren van 172 naar 139. De denataliteit in de buurt is hiervan de vermoedelijke reden. De school heeft 12 GOK-lestijden. Het percentage doelgroepleerlingen is stabiel. De school draagt zorg voor 4 GON-leerlingen. De school wordt sinds drie jaar geleid door een directeur met een ruime onderwijservaring in de eigen school. Een groot aantal leerkrachten is afkomstig van Gooreind of woont in de buurt. Het team van de lagere afdeling is in de loop van de laatste jaren sterk verjongd. Het lessenrooster voorziet wekelijks twee lestijden lichamelijke opvoeding. De zwembeurten zijn voor leergroepen in perioden gepland. De vaststellingen in verband met lichamelijke opvoeding in de kleuterafdeling zijn slechts gebaseerd op gesprekken met de collega s en documentanalyse. Er zijn concrete bouwplannen voor de vernieuwing van een groot deel van de schoolgebouwen.

5 5 2 Onderwijskundig en onderwijsondersteunend functioneren 2.1 Onderwijskundig functioneren Basisvorming als samenhangend geheel realiseren In welke mate bewaakt de school dat de basiscompetenties door zo veel mogelijk kinderen worden gerealiseerd en biedt ze hiertoe onderwijs aan dat continu is opgebouwd, werkelijkheidsgericht is en het verwerven van cognitieve leerstrategieën centraal stelt? Relevante aspecten waarin de school goed is Het team kent de verwachtingen van overheid inzake hedendaags basisonderwijs zoals die bepaald zijn in de ontwikkelingsdoelen en eindtermen. Leerkrachten bieden de basisvorming aan vanuit een gezamenlijke visie en concrete afspraken. Ze hanteren functionele planningsdocumenten waarbij elke individuele leerkracht binnen de schoolafspraken eigen accenten kan leggen. In de kleuterafdeling zijn de ontwikkelingsdoelen sinds lange tijd een vertrouwd referentiekader van waaruit de kleuteronderwijzers het aanbod bepalen. Recent vullen ze dit kader aan vanuit het ontwikkelingsplan en de leerplannen. Het kindvolgsysteem in de kleuterafdeling is afgestemd op de evaluatie van de doelen en bevat sinds kort ook een verwijzing naar mogelijk remediërend handelen. In de lagere afdeling zijn de eindtermen en de leerplannen vertrouwde werkinstrumenten. Voor wiskunde en Nederlands (en deels ook voor wereldoriëntatie) vormen onderwijsleerpakketten het referentiekader. In combinatie met de leerplannen menen de onderwijzers hierdoor voor deze leergebieden de continuïteit en verticale samenhang te bewaken. De leergebiedoverschrijdende eindtermen 'leren leren' krijgen extra aandacht vanuit huiswerkbeleid en het doelgerichte leerlingagenda. Leerkrachten vergeleken de eindtermen ICT met de gangbare praktijk om eventuele hiaten in het aanbod op te sporen en bij te sturen. In vergelijking met 'leren leren' werkt het team minder systematisch aan sociale vaardigheden en ICT. In vrijwel alle leergroepen is er echter een frequent gebruik van computers om het onderwijsleerproces te ondersteunen. De kleuterafdeling baseert zich voor de lessen lichamelijke opvoeding op een leerpakket dat de kleuteronderwijzers ook in hun activiteiten als rode draad hanteren. In de lagere afdeling realiseert de leerkracht lichamelijke opvoeding gevarieerde lessen en activiteiten op basis van het leerplan en de eindtermen. Het aanbod is samenhangend en kent een continue en graduele opbouw. Om een continue en graduele opbouw te verzekeren zijn er afspraken op schoolniveau. Praktische en inhoudelijke afspraken worden voortdurend geactualiseerd. Leerkrachten vermelden dat de drempel tussen de kleuter- en de lagere afdeling is verkleind. De school neemt een aantal initiatieven om de overstap van de kleuter- naar de lagere afdeling te begeleiden. Niettegenstaande de lokale situatie de betrokken scholen in een delicate situatie plaatst, is er een traditie van respect en netoverschrijdende samenwerking. Aan het einde van het basisonderwijs besteedt de school ruime aandacht aan de overstap naar het secundair onderwijs. In dit verband neemt de school actief deel aan de net- en niveauoverschrijdende werking van de BASO-fiche. Het team benut de mogelijkheden om het aanbod en de werking aan te sluiten bij de leefwereld van de kinderen. De plaatselijke schoolomgeving wordt verkend met leerwandelingen of gebruikt als uitgangspunt voor een aanbod met een grote realiteitswaarde. In enkele klassen krijgt de actualiteit aandacht en worden actuele thema s door de leerlingen aangebracht. Op basis van de resultaten van oud-leerlingen in het vervolgonderwijs en de onafhankelijke toetsen van de onderwijskoepel toont de school aan dat de meeste leerlingen de eindtermen bereiken. De schoolpopulatie scoort voor vrijwel alle getoetste domeinen boven het Vlaamse gemiddelde. Een doelgericht outputbeleid om ook andere outputindicatoren in kaart te brengen en aan te wenden om de schoolwerking verder te optimaliseren is nog geen verworvenheid. Relevante aspecten die de school kan verbeteren Het aanbod muzische vorming is sterk afhankelijk van de individuele leerkracht. Op schoolniveau is hierin weinig transparantie en samenhang.

6 6 Het inzicht in en het hanteren van werkvormen die de leerlingen uitnodigen tot eigen probleemoplossingen is individueel verschillend. Vrij algemeen worden echter groeperingsvormen gebruikt die het reflecteren op en verbeteren van gebruikte leerstrategieën bevorderen. Binnen het onderwijsleerproces is de evaluatie niet steeds afgestemd op de gestelde doelen om na te gaan in welke mate de leerlingen de doelen ook bereiken. Het team kan bij het onderwijsleerproces de evaluatie gericht afstemmen op de gestelde doelen om na te gaan in welke mate de doelen niet alleen zijn geselecteerd, maar ook door de leerlingen zijn bereikt. Relevante aspecten die de school moet verbeteren Nihil. Brede ontwikkeling realiseren In welke mate zorgt de school dat haar onderwijs gericht is op een brede ontwikkeling, gekenmerkt door een harmonisch evenwicht in het onderwijsleeraanbod binnen een stimulerend pedagogisch klimaat? Relevante aspecten waarin de school goed is Het team streeft ernaar, in overeenstemming met het pedagogisch project van de school, alle talenten van het kind te ontdekken en te ontwikkelen. De leerkrachten motiveren hun pedagogisch-didactisch handelen vanuit deze schooleigen visie en zijn erop gericht kinderen zo breed mogelijk te ontwikkelen. De school heeft vanuit een gevarieerd onderwijsleeraanbod aandacht voor een harmonisch evenwicht tussen en binnen de leergebieden. Ze voert daarbij een actief taalactiveringsbeleid met de nadruk op lezen en leesbeleving. In beide afdelingen schenken leerkrachten aandacht aan een verscheidenheid aan werkvormen zodat de kinderen kansen krijgen om leerinhouden op verschillende wijzen te verwerven. De kinderen krijgen geregeld feedback over verschillende aspecten van hun ontwikkeling. Niet alleen door middel van rapporten, maar ook door onmiddellijke feedback tijdens het onderwijsleerproces. Uit de analyse van de documenten blijken de lessen lichamelijke opvoeding in de kleuterafdeling nauwgezet voorbereid te zijn. Ze richten zich occasioneel ook op andere leer- en ontwikkelingsgebieden zoals muzische vorming en wereldoriëntatie. In de lagere afdeling zijn deze lessen actieve bewegingslessen en besteedt de leerkracht ook aandacht aan de sociale omgang tussen kinderen onderling. In de eerste graad krijgt dit een meer formeel karakter doordat de leerkracht het sportrapport aanvult met een evaluatie van de sociale competenties van de kinderen. Voor deze evaluatie baseert hij zich op de gangbare methode sociale vaardigheden die de groepsleerkrachten in de klassen hanteren. Een ruim sport- en spelaanbod tijdens de speeltijden en de middagpauzes en de deelname aan buitenschoolse sportactiviteiten geven bewegingsopvoeding een ruimere invulling dan de wekelijks geprogrammeerde lessen lichamelijke opvoeding. Leerkrachten gebruiken de onderwijstijd efficiënt en zorgen voor een flexibele klasorganisatie. Het team streeft nadrukkelijk een positief stimulerend pedagogisch klimaat na. Op school en in de klassen heerst een positief leer- en leefklimaat en de omgang tussen leerkrachten en leerlingen onderling is spontaan vriendelijk en respectvol. School- en klasafspraken zijn een instrument om een aangenaam en rustig schoolklimaat te creëren. In de verkeersopvoeding gaan theoretische kennis en praktische vaardigheden samen. De school begeleidt de kinderen in fietsvaardig en veiligheid. De school behaalde door haar inzet ter zake het provinciale label 10/10. De kinderen leren omgaan met verantwoordelijkheden. Leerlingen van de derde graad bekommeren zich als peter of meter over de eersteklassers. Tijdens de speeltijden beheren de oudste leerlingen een uitleensysteem van spelmateriaal. Dit systeem bevordert het samenspelen, vermindert conflicten tijdens de speeltijden en leidt tot diversiteit in het spelgedrag. In een aantal klassen van de kleuterafdeling spelen ouders en kinderen gezelschapsspellen van thuis. De leerlingen maken via de leerlingenraad kennis met de mogelijkheden en beperkingen van inspraak. Het schoolteam houdt met de bevindingen van de kinderen daadwerkelijk rekening. Via een regelmatige screening houden de leerkrachten de vinger aan de pols om het welbevinden van de kinderen in kaart te brengen en eventueel te verhogen.

7 7 Relevante aspecten die de school kan verbeteren Voor het leergebied muzische vorming komen niet alle domeinen op een harmonische evenwichtige aan bod. De nadruk ligt nog overwegend op muziek en beeld. Vrijwel alle leerkrachten zijn zich hiervan bewust en sommigen nemen individuele initiatieven om meer tegemoet te komen aan de verwachtingen van de eindtermen en het leerplan. Er zijn initiatieven om ook op schoolniveau een beeld te krijgen van het huidige aanbod van muzische vorming. Relevante aspecten die de school moet verbeteren Nihil. Zorgbreedte realiseren In welke mate stemt de school, op een deskundige, doordachte, systematische en geïntegreerde wijze, haar werking af op de mogelijkheden en de specifieke noden van de kinderen? Relevante aspecten waarin de school goed is De schooleigen visie stuurt het zorgbeleid aan. Vanuit deze visie ligt de verantwoordelijkheid voor het zorgbrede handelen bij het volledige schoolteam waarbij de klasleerkracht de eerstelijnshelper is en verantwoordelijke voor de leerlingendossiers. De zorginitiatieven passen in een zorgcontinuüm dat door de leerkrachten is gekend. Het pedagogischdidactisch handelen is hierop afgestemd. De zorgcoördinator heeft een ondersteunende rol op school-, leerkrachten- en leerlingenniveau en werkt in hoofdzaak vraaggestuurd. De school zet de beschikbare zorglestijden in volgens de noden en de behoeften. Het team houdt daarbij rekening met de kind- of groepskenmerken en relevante situationele omstandigheden. De leerkrachten kennen de beginsituatie van de kinderen en houden hiermee rekening. Foutenanalyses spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de beginsituatie. De teamleden benutten de resultaten van dergelijke analyses om het onderwijsaanbod af te stemmen op de individuele behoefte van de leerlingen. Leerkrachten noteren voor alle leerlingen de interventies in een interventielogboek. Het team registreert relevante leerlinggegevens en vorderingen nauwgezet in individuele leerlingdossiers. De school investeert momenteel in een systeem dat het mogelijk moet maken om de gegevens op een digitaal platform te beheren en toegankelijk te maken voor alle kindbetrokkenen. Het team voert geregeld overleg over de leerlingen en betrekt daar indien nodig de ouders en andere externen bij. Als de begeleiding en ondersteuning van een leerling dit vereist, neemt de leerkracht lichamelijke opvoeding deel aan het MDO. Hij houdt rekening met vertragingen in de motorische ontwikkeling van kinderen om het aanbod op maat te differentiëren. In de kleuterafdeling organiseert de leerkracht lichamelijke opvoeding observatielessen waarin een aantal belangrijke vaardigheden (gerelateerd aan de ontwikkelingsaspecten en de ontwikkelingsdoelen) aan bod komen. Naar aanleiding van deze observaties, in samenwerking met de zorgleerkracht, kunnen indien nodig remediërende interventies voor de kleuters gepland worden of kan een oudercontact voorbereid worden. Uit de documenten blijkt dat de leerkracht lichamelijke opvoeding van de kleuterafdeling belangrijke informatie over de kleuters in een lijst per klas noteert. De observaties in verband met bewegingsvaardigheden en betrokkenheid en welbevinden voegt de leerkracht lichamelijke opvoeding van de kleuterafdeling toe aan het kindvolgsysteem. In beide afdelingen gebruiken de leerkrachten structurele differentiatiemiddelen waardoor het mogelijk is kinderen meer individuele aandacht te geven. Leerkrachten passen het aanbod, de werkvormen en het niveau van verwerking aan de mogelijkheden van de leerlingen aan. Ze benutten een verscheidenheid aan mogelijkheden om te differentiëren en te individualiseren. Het team meent dat de zorgvuldige trajectbegeleiding de reden is van het zeer kleine aantal leerplichtige kinderen in de kleuterafdeling, weinig schoolse vertraging en succes in het vervolgonderwijs. De school draagt zorg voor een aantal kinderen die omwille van uiteenlopende problematiek GONbegeleiding krijgen. De tevredenheid over de projecten, waarbij ook de betrokken klasleerkracht ondersteuning krijgt, is over het algemeen groot. De school betreurt evenwel het gebrek aan continuïteit en rendement van enkele projecten.

8 8 Indien nodig biedt de school een individueel leertraject aan. Over de werkwijze, de bedoeling en de eventuele gevolgen voor bijvoorbeeld het getuigschrift of de overstap naar het vervolgonderwijs overlegt ze nauwgezet met de ouders. Voor een aantal kinderen stelt het team een handelingsplan op om vastgestelde tekorten te remediëren. De handelingsplanmatige aanpak vertrekt vanuit een beginsituatiebepaling met concrete doelen, een planning en een vooruitzicht op de te evalueren aspecten. De leerkrachten houden bij de bespreking eveneens rekening met de mogelijkheden van de leerling en niet alleen met de beperkingen én met de reeds lopende interventies. Relevante aspecten die de school kan verbeteren In het proces van handelingsplanning voor kinderen met bijzondere noden slaagt het team er nog niet steeds in om de zorgvraag op een adequate manier te bepalen. Het team meent de zorgvraag SMART 2 te moeten beschrijven, maar dit blijft vaak beperkt tot een hulpvraag vanuit het standpunt van de leerkracht. Het team komt veel minder tot een concrete zorgvraag vanuit het standpunt van de leerling. Relevante aspecten die de school moet verbeteren Nihil. 2.2 Onderwijsondersteunend functioneren In welke mate ondersteunen de gezamenlijke doelgerichtheid, het interne leiderschap, de communicatie- en overlegmogelijkheden en de professionele ontwikkeling van de teamleden het realiseren van de onderwijskundige doelen? Relevante aspecten waarin de school goed is De sterke verjonging van het team was voor de school aanleiding om haar visie nieuw leven in te blazen. Alle teamleden kennen de kerngedachte van de vernieuwde visie die zowel op school- als klasniveau het kader vormt van waaruit de leerkrachten samen met de directeur de dagelijkse praktijk realiseren. Het vernieuwde schoolwerkplan zorgt daarbij inhoudelijk voor een gestructureerde houvast. Het is een belangrijk instrument bij de concrete en gelijkgerichte organisatie en realisatie van de schoolwerking. Het geactualiseerde pedagogisch project is het uitgangspunt om gezamenlijk de doelen van de school na te streven. Een ambitieuze prioriteitenplanning op korte en lange termijn stuurt het schoolontwikkelingsproces dat via werkgroepen concreet gestalte krijgt. De werkgroepen krijgen een ruime verantwoordelijkheid die ze ook daadwerkelijk opnemen. Bij de leerkrachten leeft een grote vanzelfsprekendheid om het eigen pedagogisch handelen voortdurend te evalueren. Het schoolteam neemt beslissingen en onderneemt acties die het gezamenlijke en gelijkgerichte werken bevorderen. De school positioneert zich in de omgeving als een zorgzame school die aandacht besteedt aan de totale persoonlijkheidsontwikkeling van elk kind. Hierbij benadert ze zowel de ouders als de leerlingen als volwaardige onderwijspartners. De school is bijzonder laagdrempelig voor de ouders. Ze doet een beroep op heel wat vrijwilligers en zet ze in volgens deskundigheid. De directeur voert een sterk participatief beleid. Leerkrachten zijn het er over eens dat de directeur tussen het team staat en betrokken is. Ze volgt de totaliteit van de schoolwerking van nabij op, zowel informeel als meer formeel via klasbezoeken. Door middel van functioneringsgesprekken krijgen zowel de directeur als de leerkrachten feedback over hun professioneel handelen en waardering voor het gepresteerde werk. Het kernteam heeft een gewaardeerde beleidsondersteunende rol, voert een aantal voorbereidende taken uit en vervult een brugfunctie tussen de directeur en het team. Het team heeft een vrij groot zelfsturend vermogen, wat het uitoefenen van gerichte druk bijna overbodig maakt. De synergie tussen de directeur en de leerkrachten en tussen de teamleden onderling geeft richting aan het werk, bewaakt de inhouden en zet de koers uit. 2 Het SMART-principe slaat op een formulering (i.c. de zorgvraag) die specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdsgebonden is.

9 9 De school onderhoudt een vlotte communicatie met externen. Intern hanteert ze een efficiënt communicatiesysteem van mondelinge en schriftelijke informatiedoorstroming. Deze communicatie focust op een vlotte organisatie en onderwijsinhoudelijke afspraken. Het formele overleg bevestigt vaak zaken die al informeel besproken zijn. In overeenstemming met het algemene beleid van de school verloopt de besluitvorming op een participatieve en democratische manier. Teamleden ervaren een sterke ondersteuning vanuit de pedagogische begeleiding die de professionaliteit van het team ten goede komt. Ze ondernemen uiteenlopende individuele en teamgerichte acties om zich professioneel te ontwikkelen. De leerkrachten zijn op de hoogte van het nascholingsaanbod en er is voldoende ruimte om nascholingen te volgen vanuit persoonlijke noden of interesses. Relevante aspecten die de school kan verbeteren De personeelsvergaderingen verlopen overwegend afzonderlijk voor de kleuterafdeling en de lagere afdeling en weinig op schoolniveau.

10 10 3 Beoordeling van de onderwijskwaliteit 3.1 Relevante aspecten waarin de school goed is De Vrije Basisschool 'Mater Dei' profileert zich vanuit een lange traditie als een basisschool met een grote aandacht voor een totale persoonlijkheidsontwikkeling en een degelijke cognitieve vorming. Het schooleigen pedagogisch project ondersteunt dit profiel. De school positioneert zich stevig in het ruime onderwijsaanbod binnen de regio. Het gehele team schaart zich eensgezind en vanuit een grote betrokkenheid achter de fundamentele uitgangspunten en het pedagogisch project van de school. Er is een grote aandacht voor een gestructureerde en veilige leer- en leefomgeving en voor het sociaal-emotionele welbevinden van de kinderen. De dagelijkse school- en klaspraktijk gaat uit van een gedeelde verantwoordelijkheid van alle teamleden. Door die verantwoordelijkheidszin van vrijwel alle leerkrachten en de gerichte druk vanuit de directie en kernteam slaagt het team erin om afspraken na te komen en de schoolprioriteiten na te streven. In de school zijn de verwachtingen van overheid over de basisvorming gekend en het team slaagt erin om in ruime mate aan deze verwachtingen te voldoen. De ontwikkelingsdoelen en eindtermen vormen de basis die wordt gerealiseerd vanuit leerplannen, het ontwikkelingsplan en onderwijsleerpakketten. Alle ontwikkelings- en leergebieden komen op een harmonische en evenwichtige wijze aan bod. Het team weet waar het inhoudelijke aanbod nog moet bijgestuurd worden en neemt de vernieuwings- en verbeteracties op in een prioriteitenplan. De school realiseert een brede ontwikkeling en biedt onderwijs met aandacht voor de mogelijkheden en de beperkingen van de leerlingen door een doordachte zorgbrede werking. Een gezamenlijke doelgerichtheid en een sterke samenwerking en communicatie binnen het team laten toe een continue opbouw van het aanbod na te streven. Outputindicatoren tonen aan dat de school erin slaagt haar doelen te bereiken. Het onderwijs en de opvoeding verlopen in 'Mater Dei' in een stimulerend pedagogisch klimaat, in een ordelijke en veilige leeromgeving. Kinderen krijgen er de mogelijkheid om actief aan het leerproces deel te nemen. 3.2 Relevante aspecten die de school kan verbeteren: aanbevelingen Het team kan de opgezette strategieën in verband met de implementatie van de domeinen van muzische vorming verder zetten zodat alle domeinen evenwichtig aan bod komen. Het team kan bij het onderwijsleerproces de evaluatie gericht afstemmen op de gestelde doelen om na te gaan in welke mate de doelen, niet alleen zijn geselecteerd maar ook door de leerlingen zijn bereikt. Het team kan voor de leerlingen met bijzondere noden en bij handelingsplanning niet alleen aandacht schenken aan de hulpvraag vanuit het standpunt van de leerkracht maar de zorgvraag ook stellen vanuit de behoefte van de leerling. Het team kan aandacht schenken aan transferbevorderende werkvormen om zodoende de kinderen strategieën aan te leren of te laten ontdekken om problemen aan te pakken en op te lossen. Omdat een groot aantal prioriteiten bepaald zijn op schoolniveau kan het team overwegen om de formele overlegmomenten zoals personeelsvergaderingen op schoolniveau te versterken. 3.3 Relevante aspecten die de school moet verbeteren: tekorten Nihil

11 11 4 Risicobeheersingsbeleid 4.1 Toelichting De inspectie heeft een signaalfunctie voor de scholen in het kader van een dynamisch risicobeheersingsbeleid. Zij steunt hierbij op artikel 7 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering: 3 De inspectie zal een marginale controle uitoefenen op de voorwaarden inzake hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Tevens zal zij onderzoeken of de materieel bevoegde overheden geen tekortkomingen hebben vastgesteld en of alle wettelijk vereiste veiligheidsattesten zijn afgeleverd. Aan de hand van de dynamische inspectie-index zijn volgende vier indicatoren onderzocht: 1 De organisatie van het veiligheids- en welzijnsbeleid 2 De bewoonbaarheid van de schoolinfrastructuur 3 De veiligheid van de leer- en werkomgeving 4 Hygiëne, gezondheid en milieuzorg Iedere indicator wordt gedekt door een aantal variabelen. In de bijlage van dit verslag wordt elke variabele gewaardeerd op een schaal van 0 tot en met Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid Om het risicobeheersingsbeleid te optimaliseren kan de school: Bij de vernieuwbouw aandacht schenken aan de kindvriendelijke, uitnodigende en veilige herinrichting van de speelplaats. De school dient de volgende maatregelen te integreren in het beleidsplan en verbeteracties op te nemen in het jaaractieplan: Nihil. De school moet maatregelen nemen om de volgende tekorten weg te werken: Nihil. 3 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap worden uitgevoerd ( )

12 12 5 Andere wettelijke bepalingen 5.1 Onderwijsleermiddelen en schooluitrusting De school beschikt over voldoende onderwijsleermiddelen en over een aangepaste schooluitrusting om de ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te realiseren. 5.2 Wettelijke bepalingen Voor zover de inspectie bij de controle van een aantal documenten heeft kunnen vaststellen, wordt de schooladministratie op een correcte manier bijgehouden en afgehandeld. De school leeft de wettelijke bepalingen na. 5.3 Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen Aanbevelingen Nihil. Tekorten Nihil.

13 13 6 Conclusies en advies 6.1 Conclusies Het onderwijskundig en het onderwijsondersteunend functioneren in deze school voldoen. Het risicobeheersingsbeleid in deze school voldoet. De naleving van de andere wettelijke bepalingen in deze school voldoet. 6.2 Advies In uitvoering van het Decreet van 17 juli 1991, inzonderheid het artikel 5, alsmede in uitvoering van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap worden uitgevoerd van 2 februari 1999, artikel 10, wordt een gunstig advies uitgebracht voor verdere erkenning en subsidiëring. De onderwijsinspectie Erik Verhoeven Inspecteur-verslaggever Ludo De Lee Datum van bespreking van het ontwerpverslag met het schoolbestuur en de directie: 5 november 2008 Datum van verzending aan het schoolbestuur en de directie: Voor kennisneming: De directie Het schoolbestuur Naam: Datum: Naam en functie: Datum: Het ondertekende verslag moet binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst teruggezonden worden aan de inspecteur-generaal basisonderwijs, H. Consciencegebouw 2B10, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel. Het schoolbestuur kan op- of aanmerkingen formuleren na kennisneming van dit verslag en als bijlage meezenden. Datum ontvangst Vak bestemd voor het secretariaat van de inspectie basisonderwijs