Nieuwsbrief Nr. 7, 28 juni 2012

Transcriptie

1 Nieuwsbrief Nr. 7, 28 juni 2012 Rekenen aan oprichting Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) leidt tot keuze voor full service model Op 18 juni jl. hebben de Zeeuwse bestuurders opnieuw een belangrijke stap gezet in het oprichtingsproces van de RUD-Zeeland door te kiezen voor het zogenaamde full-service model voor de inrichting van de Gemeenschappelijke Regeling met bestuurscommissies. Aan dit besluit is het nodige rekenwerk vooraf gegaan. Nadat in april is gekozen voor de juridische vorm van de Zeeuwse regionale uitvoeringsdienst, zijn in opdracht van de Stuurgroep RUD-Zeeland twee mogelijke inrichtingsvarianten financieel uitgewerkt. De ene variant is het full service model. Volgens dit model is de RUD Zeeland voor de uitvoering van haar taken volledig zelfvoorzienend. Ze heeft dus de beschikking over - al dan niet ingehuurd - eigen ondersteunende diensten (o.a. ICT, personeel & organisatie, huisvesting, financiën, juridisch advies). Het andere model gaat ervan uit dat de RUD-Zeeland voor deze diensten gebruik maakt van de bestaande voorzieningen bij de provincie, de gemeenten en het waterschap. Dit model noemen we het in-house model. De kostenvergelijking van de beide modellen is gemaakt op basis van aannames en kentallen. Daarbij is gebruik gemaakt van drie adviesbureaus met ervaring bij een groot deel van de andere RUD-oprichtingstrajecten in het land, deskundigheid van de leden van de Kerngroep en de werkgroep Financiën en cijfers van bestaande milieudiensten. Uit de kostenvergelijking blijkt dat het full service model aanzienlijke eenmalige (oprichtings)kosten met zich meebrengt. Deze kosten worden in enkele jaren terugverdiend. Daarna levert dit model jaarlijks een flinke kostenbesparing op ten opzichte van de huidige situatie. Het in-house model kost eenmalig een stuk minder. Dat bedrag wordt niet terugverdiend. Bovendien levert het model geen jaarlijkse kostenbesparing ten opzichte van nu op. Op basis van de kostenvergelijking van beide modellen had de provincie duidelijk voorkeur voor het full service model. Voor de gemeenten was deze voorkeur niet vanzelfsprekend, omdat zij moeite hadden met de eenmalige kosten. Bovendien leefden er de nodige vragen over de inrichtingsvarianten, modelberekeningen en de daarbij gehanteerde aannames en kentallen. De uitkomst van een uitgebreide discussie tussen alle betrokken bestuurders wees uiteindelijk in de richting van het full service model. Een belangrijke voorwaarde van de Zeeuwse gemeenten hierbij is dat de provincie de eenmalige kosten voor de gemeenten zal voorfinancieren; de provincie staat hier welwillend tegenover. Planning RUD-oprichtingstraject Op 23 april en op 18 juni jl. hebben de Zeeuwse bestuurders belangrijke besluiten genomen in het oprichtingsproces van de RUD-Zeeland. Ze hebben besloten dat de uitvoeringsdienst een Gemeenschappelijke Regeling met bestuurscommissies wordt. En ze hebben gekozen voor het zogenaamde full service model. Beide keuzes zijn belangrijk voor de vervolgstappen in het 1

2 oprichtingsproces: het opstellen van een bedrijfsplan en het oprichten van de Gemeenschappelijke Regeling. De Stuurgroep buigt zich nu over de manier waarop voor de complexe bedrijven invulling gegeven zal worden aan deze vervolgstappen, zodat hiermee na de zomervakantie, in augustus, direct gestart kan worden. De drie regio s (Walcheren/Schouwen- Duiveland, Zeeuws-Vlaanderen en de Bevelanden/Tholen) bepalen zelf hoe zij invulling gaan geven aan de vervolgstappen voor de nietcomplexe bedrijven, die onder verantwoordelijkheid van de bestuurscommissies zullen vallen. In Den Haag is destijds vastgesteld dat alle regionale uitvoeringsdiensten per 1 januar 2013 operationeel moeten zijn. In Zeeland zullen we die planning niet halen. Maar we zetten alles op alles om vóór 1 januari 2013 zover te zijn dat het bedrijfsplan en de concept-gemeenschappelijke Regeling in ieder geval zijn goedgekeurd door alle colleges en het dagelijks bestuur van het waterschap en mogelijk ook Provinciale Staten, de betrokken gemeenteraden en het Algemeen Bestuur van het waterschap. Column van de voorzitter Soms, heel soms, gebeuren er van die kleine wondere dingen. Bijvoorbeeld als je s morgens je huis uitgaat, de deur dichttrekt en dan pas bedenkt dat je je sleutels vergeten bent. Aanbellen, weer naar binnen en met slechts één minuut vertraging vertrekken. Om dan te ontdekken dat die vrachtwagen één minuut voor jouw doorkomst is geschaard en gelukkig niemand heeft geraakt. Een wonder? Het proces van de RUD Zeeland is ook zo een wonderlijk proces. In het verleden leek dat vaak op die beroemde processie uit Echternach, waarbij na vier stappen vooruit er weer drie achteruit gezet werden. En net nu we dachten dat we op een dood spoor zaten, dat we 1 januari 2013 niet zouden halen en dat Zeeland één grote witte vlek zou worden, spreekt het Plenair Bestuurlijk Overleg zich op 18 juni 2012 uit voor een Gemeenschappelijke Regeling per 1 januari 2013 en een RUD volgens het full-service model. Nu kunnen we gaan beginnen aan het echt bouwen en inrichten van de RUD Zeeland. Een wonder? Ik denk niet dat hier sprake is van een wonder. Hier is sprake van het (net) op tijd inzien van de noodzaak om nu serieuze stappen te zetten. Serieuze stappen die absoluut noodzakelijk zijn om te voorkomen dat Zeeland een witte vlek wordt, waarbij gemeentelijke bevoegdheden overgaan naar de provincie. Dat moeten we toch gewoon niet willen! En dat wilden we ook niet. Gemeenten en provincie vonden elkaar in een uitvoeringsvariant en een voorlopige planning. En hoewel de keuze voor de uitvoeringsvariant (het full-service model) niet helemaal van harte ging, werd vanuit de gemeenten toch extra druk gezet op de planning: de Gemeenschappelijke Regeling moet per 1 januari niet alleen door de diverse colleges zijn geaccordeerd, maar we moeten ook onze uiterste best doen om dan de goedkeuring te hebben van Gemeenteraden, Provinciale Staten en de Algemene Vergadering van het waterschap. Mag ik er dan nog wel op aandringen dat we hier allemaal onze bestuurlijke schouders onder moeten zetten als we 1 januari echt willen halen,? Na de Echternach-processies van de afgelopen jaren zetten we nu dus ook daadwerkelijk krachtige stappen vooruit. De bestuurders laten hiermee zien dat het ze nu echt ernst is en dat ze de RUD willen gaan bouwen! En hoewel ik niet in wonderen geloof (Wim Sonneveld heeft daar mooi over gezongen), zie ik nu toch een klein wonder gaan gebeuren! En daar word ik erg blij van! Willem Ginjaar 2

3 Op naar de eindstreep! We hebben op 27 juni jl. de laatste Stuurgroepvergadering voor de vakantie achter de rug. Misschien door het vakantiegevoel, was de sfeer goed. Zonder sfeer en vertrouwen is het moeilijk vergaderen en vallen de resultaten meestal tegen. Dat hebben we de afgelopen periode te vaak moeten constateren. Hoewel we in de Stuurgroep niet gelijk zijn, moeten we elkaar wel op basis van gelijkwaardigheid en met respect voor elkaar behandelen. In die zin geeft de bijeenkomst van 27 juni wel weer vertrouwen voor de toekomst. Want we hebben wat afgepraat en gediscussieerd. Hadden we net weer een slimme oplossing bedacht, gaat Atsma ervoor liggen. Niet letterlijk natuurlijk. Dat zou misschien nog makkelijk oplosbaar zijn, maar met een bestuurlijk veto. Dan weer een doorberekening laten maken waarbij de provincie eigenlijk geen keuze overlaat. Dat hadden ze beter eerder kunnen zeggen. Maar eerlijk is eerlijk, de doorberekening van de twee modellen, waarbij in het ene geval zoveel mogelijk personeel gewoon kan blijven zitten en in het andere geval er nogal wat mensen ook fysiek onder de RUD organisatie komen te werken, laat zien dat op basis van objectieve criteria de laatste variant verreweg het meest efficiënt is. We noemen die gemakshalve: full service. Natuurlijk hebben we onze twijfels en kunnen we vragen stellen bij de gepresenteerde cijfers. Maar laten we onze twijfels en vooroordelen maar varen en zorgen dat er een professionele organisatie staat, die onze burgers en bedrijven zo goed en efficiënt mogelijk bedient. Daar hebben we het allemaal voor gedaan. Een duidelijke voorwaarde voor de gemeentes was wel dat het allemaal budgettair neutraal zou moeten. Wel nu, de cijfers geven aan dat er meer haalbaar is! Blijven we natuurlijk nog zitten met kosten van de latende organisaties. Ook daar hebben we een mooie modus voor gevonden. Als gemeenten zijn we van ver gekomen en hebben we belangrijke concessies gedaan. Dat mag van iedere partner verwacht worden en dus heeft de provincie dat goede voorbeeld gevolgd. Ze zal zorgen dragen voor de voorfinanciering van de desintegratiekosten en ze krijgt deze terugbetaald uit de aangetoonde exploitatiewinst van de nieuwe organisatie. Hoe simpel kan het allemaal zijn. Dat hadden we twee jaar geleden ook wel kunnen verzinnen. Lijkt het! We hadden immers onze regionale belangen en samenwerkingsvormen, waarvan we wisten dat die in ieder geval wel werkten. Bovendien: goed personeel heb je het liefst dicht bij je! En ja, je moet ergens voor knokken. Ik hoop van harte dat we met de nu ingeslagen weg samen de eindstreep gaan halen. Grensoverschrijdende belangen noemen we dat nu. We hebben al meer de champagne geheven die spreekwoordelijk gevolgd werd door het noodzakelijk moeten nuttigen van zure karnemelk. We hebben allemaal hetzelfde belang, we hebben dezelfde burgers en bedrijven. Die moeten we goed en efficiënt bedienen met een sobere en doelmatige organisatie. En het mag allemaal niet teveel kosten. De criteria zijn helder; nu de uitwerking nog. Wij hebben er weer vertrouwen in. Luctor et Emergo. Adrie van der Maas Wethouder gemeente Noord-Beveland en lid Stuurgroep RUD Zeeland Organisatie BRZO-taken in Zeeland Staatssecretaris Atsma heeft enkele maanden geleden besloten dat vergunningverlening, toezicht en handhaving voor BRZO-bedrijven (dat zijn bedrijven die vallen onder het Besluit risico s zware ongevallen) in een beperkt aantal landsdelige RUD s wordt ondergebracht. Voor onze provincie betekent dit dat de DCMR, de milieudienst Rijnmond, verantwoordelijk wordt voor deze taken voor de Zeeuwse BRZO-bedrijven. In het landelijke BRZO-overleg tussen het ministerie, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging Nederlandse Gemeenten is besloten dat het personeel dat nu in Zeeland taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving 3

4 voor BRZO-bedrijven uitvoert straks in dienst van de RUD-Zeeland kan komen. Op deze manier blijft de robuustheid van de RUD-Zeeland gewaarborgd. De directeur van de DCMR is echter wel eindverantwoordelijk voor de uitvoering van deze taken. Daarom is het van groot belang dat mandatering en bevoegdheden van de betrokken partijen op een goede manier worden uitgewerkt en vastgelegd. Dat zal de komende maanden dan ook gebeuren. Werkgroep Personeel brengt personele aspecten in kaart Zorgvuldigheid van groot belang Met de oprichting van de RUD-Zeeland zal een groot deel van de VTH-milieu- en Wabotaken overgeheveld worden van de provincie, het waterschap en de Zeeuwse gemeenten naar de RUD. Voor medewerkers die nu deze taken uitvoeren bij de betrokken organisaties betekent dit dat ze straks in dienst komen van de RUD en daarmee dus een andere werkgever en andere collega s zullen krijgen. Om dat allemaal goed te regelen hebben we een draaiboek opgesteld, vertellen Lilian Baken en Eline Vrijland namens de werkgroep Personeel. Dat draaiboek is in feite een plan dat alle personele aspecten en activiteiten beschrijft die nodig zijn voor het oprichten van de RUD, met een bijbehorend tijdsschema. Daarbij moet je denken aan het oprichten van een bijzondere OR, het instellen van een bijzonder Georganiseerd Overleg, de keuze voor een CAO en rechtspositie, het maken van een functieboek, het opstellen van een sociaal plan, overgangsafspraken en het bepalen van het plaatsingsproces. Als werkgroep Personeel zullen we deze activiteiten niet allemaal zelf uitvoeren. Ook de betrokken organisaties zullen hieraan meewerken. Wij zullen vooral aanzetten geven, en daarnaast medewerking en ondersteuning leveren. Welke concrete taken naar de RUD over zullen gaan is voor een deel landelijk bepaald. Alle besturen van de gemeenten, de provincie en het waterschap besluiten zelf welke taken ze straks naast de landelijk geregelde taken bij de RUD zullen onderbrengen. Dat besluit zal de basis vormen voor het functieboek. Daarin wordt precies beschreven welke functies de RUD straks zal kennen. Lilian: Het grootste deel van de medewerkers zal hun functie volgen. Als je bijvoorbeeld nu inspecteur bij de provincie bent en jouw werk gaat naar de RUD, dan volg je dat werk. Je wordt dan dus ontslagen bij de provincie en vervolgens benoemd bij de RUD. Er zullen ook gevallen zijn waarbij dat minder eenvoudig ligt. Stel dat iemand nu voor een deel werk doet dat naar de RUD gaat en een ander deel van zijn taken blijft bij de gemeente waarvoor hij werkt. In dat geval zullen daar dan op een zorgvuldige manier afspraken over gemaakt worden. Naar verwachting zal vanaf 1 januari 2013 tot 1 september 2013 gewerkt worden aan de inrichting van de organisatie van de RUD. In die periode komt er ook meer duidelijkheid over de keuze voor de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van medewerkers, het concrete takenpakket en de functies die daarbij horen, het plaatsingsproces, etc. Daarbij is het voor ons duidelijk dat een dergelijk traject vooral zorgvuldig moet gebeuren en veel tijd kost, aldus Eline. Via deze nieuwsbrief, maar ook via informatiekanalen van de betrokken organisaties zullen we ervoor zorgen dat iedereen zo goed mogelijk op de hoogte wordt gehouden van de ontwikkelingen op personeel gebied. En mocht je vragen hierover hebben, schroom dan niet contact op te nemen met je eigen leidinggevende of de secretaris van de werkgroep Personeel, Lilian Baken, l.baken@zeeland.nl) 4

5 De RUD-Zeeland i.o., wat is dat? Met onze nieuwsbrief willen we graag iedereen op de hoogte houden van het oprichtingsproces van onze Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Veel van onze lezers zijn rechtstreeks betrokken bij de oprichting van de RUD. Maar er zijn ook mensen die er wat verder van afstaan en daardoor minder goed op de hoogte zijn. Daarom schetsen we kort wat de RUD-Zeeland i.o. is. De RUD-Zeeland gaat in opdracht van de gemeenten, provincie en het waterschap VTHmilieutaken en VTH-Wabotaken uitvoeren. VTH staat daarbij voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Wabo is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De RUD moet deze taken professioneel, doelmatig en volgens landelijk vastgestelde kwaliteitseisen en dienstverleningsnormen vervullen. Het takenpakket van de RUD-Zeeland ziet er concreet als volgt uit: - ketentoezicht op grond, bouwstoffen en afval - VTH-taken Wabo voor BRZO- en IPPC-bedrijven. BRZO-bedrijven zijn bedrijven die vallen onder het Besluit Risico s Zware Ongevallen. Voor IPPCbedrijven is de Integrated Pollution Prevention and Control -richtlijn van toepassing, die zich richt op preventie en bestrijding van industriële emissies. - VTH-taken Wabo voor de bedrijven waarvoor de provincie vóór bevoegd gezag was - VTH-taken Milieu voor bedrijven waarvoor de gemeente bevoegd gezag is - Overige taken uit het landelijk basistakenpakket. De RUD-Zeeland moet per 1 januari 2013 operationeel zijn. Voor het oprichtingsproces is een projectorganisatie opgezet. Meer informatie daarover kun je vinden op onze website Via deze website houden we je bovendien zoveel mogelijk op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen. Maar je kunt er bijvoorbeeld ook eerdere edities van onze nieuwsbrieven vinden. Ben je geïnteresseerd in landelijke ontwikkelingen op het gebied van de RUD-vorming, kijk dan eens op de website van het landelijke programmabureau PUmA, Programma Uitvoering met Ambitie ( Een link naar deze site staat trouwens ook op Deze nieuwsbrief is een uitgave van de RUD-Zeeland i.o. Het volgende nummer zal naar verwachting in september 2012 uitkomen. Heb je n.a.v. deze nieuwsbrief vragen of wil je meer informatie over de oprichting van de RUD-Zeeland, stuur dan een mail naar info@rud-zeeland.nl of neem contact op met: - Ad de Lange, tel / , mail: a.de.lange@zeeland.nl, - Suna Koçer, tel , Suna.Kocer@Scheldestromen.nl Ook kun je natuurlijk gebruik maken van de informatie op 5