Het belangrijkste van de muziek staat niet in de noten Gustav Mahler

Transcriptie

1 Beleidsnota Muziekonderwijs 3.0 gemeente Langedijk Het belangrijkste van de muziek staat niet in de noten Gustav Mahler Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 21 mei

2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Totstandkoming van beleidsnota Beleidskaders gemeente Langedijk Uitgangspunten muziekonderwijs Langedijk Visie op muziekonderwijs in Langedijk Voorstel vormgeving toekomstig muziekonderwijs Financiële kaders Overgangsregeling Bijlage I Verslag expertmeetings 13 juli en 5 oktober Bijlage II Verslag politiek bestuurlijke avond 4 december Bijlage III Verslag bijeenkomst belanghebbenden 30 januari Bijlage IV Verslag klankbordgroepbijeenkomst 8 april Bijlage V Onderzoeksresultaten aanbod muziekeducatie mei

3 1. Inleiding Voor u ligt de notitie Muziekonderwijs 3.0 gemeente Langedijk. Aanleiding voor deze notitie is een door de gemeenteraad op 11 november 2010 ingediende motie om de verplichtingen met de huidige professionele aanbieder van muziekonderwijs de stichting Cool Kunst en Cultuur (verder Cool) af te bouwen. Deze afbouw diende te geschieden conform het liquidatieplan Dijk en Waard behorende bij het besluit tot opheffing van de gemeenschappelijk regeling muziekschool Dijk en Waard per 1 juli In deze motie wordt het college opgedragen: 1. de verplichtingen met de Stichting Cool af te bouwen conform de hierover gemaakte afspraken met 20% per jaar vanaf het schooljaar ; 2. bij het beraden van alternatieven directe stimulering van muziekeducatie aan verenigingen en individuele burgers mee te nemen. Het eerste onderdeel van deze motie wordt reeds door het college uitgevoerd, met dien verstande dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht artikel 4:51 een (gedeeltelijke) weigering van een subsidie ten minste gepaard gaat met een redelijke termijn, zeker daar waar het gaat om meerjarige prestatiesubsidies. Gegeven dit feit en omdat Cool met schooljaren werkt heeft het college besloten de afbouw van de verplichting in te laten gaan per schooljaar Het tweede onderdeel wordt uitgewerkt in deze notitie. In de motie is geen precisering opgenomen van directe stimulering van muziekeducatie aan verenigingen en individuele burgers. Daarom is het gewenst om de Cultuurnota Cultuur moet.! aan te merken als beleidsinhoudelijk kader voor het culturele aanbod, ook muziekonderwijs. Andere ontwikkelingen Naast een duidelijke opdracht aan het college zijn er meerdere ontwikkelingen die aanvullend op de motie een rol spelen, te weten; a. Gemeentelijke bezuinigingen. In 2017 blijft er voor muziekonderwijs besteedbaar budget, inclusief huisvestingslasten over. De huur in het Cultureel Educatief Centrum de Binding (verder CEC) is , dit houdt in dat voor de activiteiten beschikbaar is In 2012 was er nog beschikbaar, dit betekent een structurele bezuiniging van b. Herijking accommodatie- en subsidiebeleid Het subsidie- en accommodatiebeleid van de gemeente Langedijk gaat veranderen. Het nieuwe beleid is straks gericht op het realiseren van door de gemeente vastgestelde maatschappelijke doelen. Wil men in aanmerking komen voor subsidie dan moet er een bijdrage geleverd worden aan de gemeentelijke maatschappelijk doelen. Doel daarvan is een efficiëntere en effectievere inzet van de accommodaties en schaarsere middelen waarbij de gemeente een groter beroep gaat doen op de eigen kracht. c. Maatschappelijke ontwikkelingen t.a.v. het verenigingsleven. Consumenten van muziekonderwijs zijn in deze tijd meer gericht op kortdurende trajecten, zoals workshops en cursussen. Een levenslang lidmaatschap van bijvoorbeeld de HAFABRA verenigingen behoort steeds meer tot de verleden tijd. Muziekverenigingen die zich verenigen en zich richten op eigentijdse muziek hebben meer bestaansrecht. Zichtbaarheid speelt hierbij ook een rol. 3

4 d. Landelijke ontwikkelingen bij muziekeducatie Gemeenten verschuiven de subsidie van individueel muziekonderwijs naar muziekeducatie in het basisonderwijs om zo een bredere groep te bereiken. Dit past tevens bij het leggen van de verantwoordelijkheid voor vrijetijdsonderwijs bij de gebruiker cq. de ouders. Leeswijzer Deze beleidsnota is het eindresultaat van het project Hervorming Muziekeducatie Langedijk. In paragraaf 2 treft u aan hoe deze nota tot stand is gekomen. In paragraaf 3, 4 en 5 respectievelijk de beleidskaders, uitgangspunten en visie voor muziekonderwijs. Dit resulteert in een voorstel in paragraaf 6 voor toekomstig muziek onderwijs in Langedijk, waarbij wordt uitgegaan van een drie sporenbeleid. In paragraaf 7 zijn de financiële kaders en voorstellen beschreven. Paragraaf 8 beschrijft de overgangsregeling en aanvullende uitgangspunten. Ten slotte treft u in de bijlagen alle gespreksverslagen en de resultaten van het onderzoek naar het aanbod muziekeducatie in Langedijk die mede zijn gebruikt om te kunnen komen tot deze beleidsnota Muziekonderwijs 3.0 gemeente Langedijk. 4

5 2. Interactieve totstandkoming van beleidsnota Deze beleidsnota is het eindresultaat van een interactieve voorbereiding in het proces van Hervorming Muziekeducatie Langedijk. In de bijlagen treft u de uitgebreide verslagen aan van de diversen consultatierondes. Er is gesproken met experts, de gemeenteraad in een politiek bestuurlijke avond en met een groep belanghebbenden. Expertmeetings De ambtelijke werkgroep is driemaal met de experts bij elkaar gekomen. De werkgroep wilde ook graag de mening horen van de Koninklijke Federatie van Muziekverenigingen Noord-Holland (KNFM), gezien de belangrijke rol van muziekverenigingen in Langedijk. Onderstaand treft u de belangrijkste punten aan, voor een uitgebreidere verslaglegging verwijzen wij u naar bijlage I: Stimuleren brede kennismaking met cultuur & muziekonderwijs. Belangrijke rol hierbij voor onderwijs, verenigingen en culturele instellingen. Richten op kinderen en jongeren. Muziekonderwijs als basisvoorziening binnenschools (onderwijsconcept, basis, interesse wekken door verleiding, talenten inventariseren). Muziekonderwijs naschool (talentontwikkeling, samenwerking met verenigingen, brede school, verbinding). Muziekonderwijs buitenschool (verrijking, particulier circuit, specialisatie, rol ouders). Verbindingen leggen tussen binnen- en naschools, tussen het curriculum basisonderwijs en het activiteitenprogramma brede school. Relatie stimuleren tussen verenigingen en onderwijs, daarbij kan de cultuurinstelling aan deskundigheidsbevordering werken (didactisch, muzikaal). Netwerkorganisatie opzetten van culturele organisaties om de verbindingen te maken en te behouden waarbij de gemeente de regierol heeft (cultuurcoach). Wijzigen wijze van subsidiëren, meer project- of stimuleringssubsidies verlenen die bijdragen aan culturele doelen (uit financiële comfort zone halen). Sturen op verbindingen tussen onderwijs en de gemeenschap in de breedste zin van het woord door een link te leggen met het gemeentelijk accommodatiebeleid (inzet van vastgoed). Een alternatief scenario is een combinatie tussen D (plan Cool) en E (plan van Dongen) onder aanvoering van een onafhankelijke (gemeentelijke) functionaris in combinatie met een netwerkorganisatie. Muziekeducatie als onderdeel van cultuureducatie. Politiek bestuurlijke avond Op 4 december 2012 is er tijdens een politiek bestuurlijk avond aan de gemeenteraad gevraagd om met name de wat vraag te beantwoorden. Overall kan worden geconcludeerd dat men tijdens deze avond met de uitgangspunten (paragraaf 4) kon instemmen. Onderstaand treft u een korte samenvatting van de opbrengsten uit de twee werkgroepen aan, voor een uitgebreidere verslaglegging verwijzen wij u naar bijlage II: Het jonge kind stimuleren kennis te maken met muziek als onderdeel van cultuureducatie op school om AMV goed verankerd te krijgen. Beginnen bij de jeugd en eindigen bij verenigingen. De kerndoelen die staan bij zichtbaarheid en presentatie opnemen als criterium voor meetbaarheid. Onderzoeken of opties "musicatorium"/ voucher-systeem een oplossing kunnen bieden. De kennis en kwaliteit van Cool mogen niet worden weggegooid. Naschools muziekonderwijs moet laagdrempelig en betaalbaar zijn. 5

6 Doelgroep: van kleuter tot en met voortgezet onderwijs. Langedijker Pas inzetten. Het oprichten van een netwerkorganisatie die los staat van de gemeente. Deze organisatie moet bemenst worden door gekwalificeerde mensen. Verenigingen faciliteren, want zij zorgen voor zichtbaarheid (dit moet ook als voorwaarde worden gesteld). Dit faciliteren kan in de vorm van oefenruimten of instrumenten. Samenwerking tussen verenigingen stimuleren. Hiervoor kan een deel van het geld gebruikt worden dat vrijkomt bij de afbouw van de samenwerking met Cool. Organisatiekracht faciliteren vanuit de gemeente (in kleine en flexibele vorm). Bijeenkomst met belanghebbenden Op 30 januari 2013 was er een bijeenkomst waarvoor een groep belanghebbenden is uitgenodigd. Deze groep bestond uit een afvaardiging van muziekverenigingen, het onderwijs, Cool en de Popschool Sint Pancras. Onderstaand treft u een korte samenvatting van de opbrengsten uit de twee werkgroepen aan, voor een uitgebreidere verslaglegging verwijzen wij u naar bijlage: Muziekeducatie op de basisschool is erg belangrijk. Daarna moeten er ook mogelijkheden zijn voor het volgen van een gedegen opleiding. Het moet betaalbaar zijn voor ouders. Iedereen voelt zich verantwoordelijk voor een breed muziekaanbod aan onderwijs. Binnen scholen bestaat behoefte aan professionele ondersteuning om een brede basis te kunnen bieden. Er moet worden gewerkt vanuit de vraag van scholen. Om goed muziekonderwijs te organiseren moet er een laag zijn die zorgt voor samenhang en verbinding. Verenigingen hebben belang bij ledenaanwas. Ook voor hen moet er een laag bestaan die dit organiseert, zodat verenigingen een plek in de gemeenschap hebben. Samenwerking is van belang. Die noodzaak wordt nog onvoldoende gevoeld. Binding en verbinding zijn belangrijk. Er is ook gesproken over het veranderende mens- en tijdsbeeld, waarbij mensen vroeger meer voor langdurig gingen, terwijl er nu meer behoefte is aan projectmatig werken. Mensen willen kwaliteit. Als ze er iets voor over hebben, gaan ze er ook voor. Klankbordgroep bijeenkomst Op 8 april 2013 is met de klankbordgroep, welke is opgericht in het overleg van 30 januari 2013, gesproken over het nieuwe concept muziekonderwijs in Langedijk. De hoofdlijnen van het drie sporenbeleid zijn op deze avond aan de klankbordgroep voorgelegd. Conclusie was die avond dat spoor 1 en 2 (resp. muziekles binnen en naschools) goed zijn uitgewerkt. Men vond dat spoor 3 (muziekles in vrije tijd) nog aanpassingen vereiste. Een bijkomend aandachtspunt was de organisatie van muziekonderwijs 3.0. Opbrengsten in planvorming Om recht te doen aan dit interactieve proces laat het college zoveel als mogelijk, binnen de financiële en beleidsmatige kaders, deze input terug komen in de voorstellen. In paragraaf 6 voorstellen vormgeving toekomstig muziekonderwijs treft u daarvan de uitwerking aan. 6

7 3. Beleidskaders gemeente Langedijk Het beleid inzake muziekonderwijs valt onder het programma Cultuur. In het collegeprogramma staat dat er een toegankelijk cultuuraanbod, wat voor iedereen in de samenleving aantrekkelijk is, aanwezig moet zijn. Daarbij is cultuureducatie van groot belang om te zorgen dat op jonge leeftijd kinderen in aanraking komen met cultuur. Beleidskader Cultuurnota Om dit doel te bereiken is op 23 november 2011 de cultuurnota Cultuur moet.! door de gemeenteraad vastgesteld. Daarbij zijn onderstaande gemeentelijke beleidsdoelen vastgesteld. Participatie Participatie in cultuur is belangrijk vanuit de bijdrage die het levert aan de sociale cohesie (amateurkunst), de persoonlijke ontwikkeling van de inwoners (amateurkunst en cultuureducatie) en het kweken van het toekomstige kunstpubliek (m.n. cultuureducatie). De gemeente stelt zich daarbij de volgende doelen: 1. Bijdragen aan een bruisend en kwalitatief goed amateurkunstleven en een krachtig lokaal sociaal netwerk waar alle inwoners deel van kunnen uitmaken en toegang toe hebben. 2. Kinderen en jongeren kansen bieden om zich veelzijdig te ontwikkelen en gebruik te maken van hun talenten. 3. Kinderen en jongeren hun weg te laten vinden naar culturele instellingen waardoor een brede kennismaking plaatsvindt. Zichtbaarheid Langedijk kan trots zijn op het rijke verenigingsleven en de goed functionerende culturele voorzieningen. Het is dan ook wenselijk dat die optimaal toegankelijk en zichtbaar zijn. De gemeente stelt zich daarbij de volgende doelen: 1. Optimale zichtbaarheid en toegankelijkheid van culturele voorzieningen en verenigingen en hun aanbod. 2. Periodiek vindt tenminste één aansprekend en/of grootschalig cultureel evenement plaats in Langedijk, dat publiek trekt van buiten de gemeente. 3. Inwoners van Langedijk kennis te laten nemen van de historie en opbouw van hun gemeente en het aanwezige cultuurhistorische erfgoed. Financiële kaders muziekeducatie Langedijk Kadernota Belangrijk ander fundament voor de hervorming van de muziekeducatie komt voort uit de gemeentelijke bezuinigingsdiscussie. Op 20 juni 2012 is bij de vaststelling van de kadernota besloten om in op het muziekonderwijs te bezuinigen, in en met ingang van 2015 jaarlijks In dit bedrag zit een besparing van op de overhead. Vanaf 2015 is de structurele bezuinigingsopgave de voornoemde Bij deze bezuinigingen zijn onderstaande inhoudelijke uitgangspunten gehanteerd, bij de vaststelling van de kadernota zijn deze bekrachtigd. De uitgangspunten: jeugd > ontwikkelingskansen bieden; ontmoeting > sociaal contact bevorderen; eigen verantwoordelijkheid > deelname door volwassenen aan culturele activiteiten zoveel als mogelijk kostendekkend. 7

8 4. Uitgangspunten muziekonderwijs Langedijk Gezien de beleids- en financiële kaders, worden onderstaande uitgangspunten het afwegingskader voor muziekonderwijs nieuwe stijl in de gemeente Langedijk. Inspireren van kinderen/jongeren Er wordt ingespeeld op de behoefte van het kind (diversiteit/vraaggericht). Subsidie voor muziekeducatie wordt ingezet voor kinderen en jongeren. Muziekonderwijs maakt deel uit van de culturele loopbaan van het kind/de jongere, als onderdeel van cultuureducatie. Vraaggericht werken De vraag van de klant wordt bepalend. Dit geldt zowel voor het onderwijs als voor andere vormen van muziekeducatie. Een wijziging van houding van de huidige aanbieders is daarvoor noodzakelijk. Dit geldt ook voor de gemeente: van zorgen voor naar zorgen dat! Subsidie wordt verlegd naar de klant, die bijvoorbeeld via een vouchersysteem/pgb daar gebruik van kan maken. Toegankelijkheid Het actief bezig zijn met muziek wordt gestimuleerd doordat: Binnenschools muziekonderwijs richt zich op álle kinderen. Buitenschools muziekonderwijs is laagdrempelig en betaalbaar. De samenwerking met het onderwijs, kinderopvang, de verenigingen en de professional wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. Het oprichten van een jeugdcultuurfonds zal de toegankelijkheid voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen vergroten, waarbij de Langedijker Pas als voorliggende voorziening wordt gehanteerd. Zichtbaarheid en presentatie Het muziekonderwijs vindt plaats binnen en buiten schooltijd, is zichtbaar voor ouders en wordt gepresenteerd aan de gemeenschap. Het maakt deel uit van het onderwijsconcept en is gekoppeld aan kerndoelen van het leergebied kunstzinnige oriëntatie. Het kan worden ingebed in het integraal kindcentrum/brede school. Het kan worden ingebed in het opleidingsprogramma van muziekverenigingen. Kwaliteit gegarandeerd De muzikale opleiding voldoet aan professionele eisen (geldt voor Algemene Muzikale Vorming en voor instrumentale vervolgopleidingen). Inzet van vrijwilligers gebeurt onder verantwoordelijkheid van een beroepskracht (naschoolse activiteiten in kader van Brede School op het gebied van muziek hoeven geen geschoolde beroepskrachten te zijn). Deskundigheidsbevordering is nodig voor schooldocenten en verenigingsleden die les geven. 8

9 5. Visie op muziekonderwijs in Langedijk Muziek is fundamenteel onderdeel van onze cultuur. Kinderen die een muziekinstrument leren bespelen, hebben minder moeite met lezen en kunnen beter luisteren in een rumoerige klas. Dat is de conclusie uit een reeks neurologische onderzoeken. Ook toonden onderzoekers een positief verband aan tussen muziekles en de score in algemene niveautoetsen. Muziekonderwijs is integraal onderdeel van cultuureducatie 1. Bij kinderen is keer op keer via wetenschappelijke onderzoeken bewezen, dat musiceren het intelligentiequotiënt verhoogt. Met name het abstractie vermogen en het analytisch denken worden sterk verbeterd. Door gezamenlijk musiceren wordt ook het groepsgevoel en de discipline versterkt, evenals de sociale en emotionele vaardigheden. Uiteindelijk hebben deze aspecten belangrijke gevolgen voor toekomstige leerprestaties en maatschappelijke en sociale vaardigheden van kinderen 2. In de strategische visie van de gemeente Langedijk Ondernemend samenleven, vastgesteld door de gemeenteraad op 13 mei 2008, is beschreven dat de amateurkunst en cultuurhistorie een belangrijk rol spelen als sociaal bindmiddel. Daarnaast geeft het Langedijk een duidelijke identiteit. Verschillende studies laten zien dat de actieve deelname aan culturele activiteiten in stad, dorp, wijk en buurt leidt tot meer zelfvertrouwen, meer sociale contacten en een groter gevoel van veiligheid en tevredenheid met de woonomgeving. Ook leidt het tot meer vertrouwen in de gemeenschap en in de gemeenschappelijke identiteit 3. Langedijker visie op muziekonderwijs Muziek is een fundamenteel deel van onze cultuur en kan een grote rol spelen in de opvoeding van een kind. Muziek maken heeft een positieve uitwerking op de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Muziek leert kinderen op een natuurlijke en evenwichtige manier hun emoties uit te drukken en te communiceren met de omgeving. Muziek helpt het kind motorische, sociale, cognitieve en zintuiglijke vaardigheden op te bouwen. Muziek is een integraal deel van cultuureducatie. Om kansrijk op te groeien in Langedijk heeft muziek maken een plaats in de thuissituatie, binnen school, buiten school (arrangementen) en binnen verenigingen/netwerkverbanden die daarbij samenwerken met het onderwijs en de directe omgeving van het kind. 1 M. Mieras (2010). Wat muziek doet met kinderhersenen G. Marlet (2010). Muziek in de stad. Het belang van podiumkunsten, musea, festivals en erfgoed voor de stad. 9

10 6. Voorstel vormgeving toekomstig muziekonderwijs Drie sporenbeleid Op basis van de gevoerde gesprekken met experts, de gemeenteraad, belanghebbenden en de landelijke ontwikkelingen op het gebied van muziekonderwijs, stellen wij een drie sporenbeleid voor. Na vaststelling van deze beleidsnota worden deze drie sporen (er vanuit gaande dat voor drie sporen gekozen wordt) vertaald in een opdrachtformulering voor een maatschappelijk aanbesteding. De organisatievorm die daarbij past is klein, flexibel en heeft een beperkte overhead. Daarnaast kiezen wij voor een cultuurplatform 4 als verdere uitwerking van de cultuurnota en onderhavige nota. De beoogde voorzitter van dit platform is de combinatiefunctionaris cultuur 5. Spoor 1: Algemene muzikale vorming als binnenschoolse activiteit: Is gericht op alle kinderen die het basisonderwijs volgen. Gemeente stelt (financiële) middelen beschikbaar voor een vakleerkracht algemene muzikale vorming (verder AMV) en een combinatiefunctionaris cultuur. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden met de scholen (PO) voor cofinanciering voor AMV en de combinatiefunctionaris cultuur. De combinatiefunctionaris cultuur stelt i.s.m. de school/scholen een leerlijn muziek op en betrekt hierbij het cultuurplatform. Dit is tevens onderdeel van het project Cultuureducatie met Kwaliteit 6. Er wordt geen financiële bijdrage gevraagd van de ouders van kinderen. Spoor 2: Verbreding en verdieping in kader van naschoolse activiteiten: Gericht op kinderen/jongeren die hun muzikale kennis willen verbreden en verdiepen. Deze activiteiten vinden plaats in het kader van naschoolse activiteiten De combinatiefunctionaris cultuur stelt i.s.m. de school/scholen (PO/VO en Kinderopvangorganisaties) en het cultuurplatform hiervoor een programma op. De naschoolse activiteiten moeten in principe kostendekkend worden uitgevoerd, tenzij het bijzondere programma s zijn die bijdragen aan de gemeentelijke culturele- en maatschappelijke doelen. Spoor 3: Muzieklessen verzorgd door gekwalificeerde docenten als activiteit in de vrije tijd. Gericht op jeugdigen tot 18 jaar die in groepen (minimaal 2 personen) les krijgen van gekwalificeerde docenten. De lessen zijn aanvullend op lessen die in het particuliere circuit worden gegeven en met name gericht op samenspel en het behalen van in de HaFaBrasector erkende opleidingen A en B of kwalificaties van gelijke aard. Er wordt gedurende de eerste vier jaar onderwijs een substantiële eigen bijdrage gevraagd van (ouders van) jeugdigen, daarna zijn de kosten voor de gebruiker. Subsidie wordt naar de klant verlegd door een vouchersysteem/pgb. 4 Het Cultuurplatform is een samenwerkingsverband tussen amateurs, professionals, het onderwijs en commerciële partijen op het gebied van cultuur met in dit kader een accent op muziekonderwijs 5 De huidige combinatiefunctionarisregeling wordt door de gemeente voortgezet op 6,1 FTE, waarvan het Rijk 40% mee financiert. Structureel zet de gemeente in op 0,3 FTE combinatiefunctionaris cultuur. 6 De regeling Cultuureducatie met Kwaliteit zet in op een kwaliteitsimpuls aan cultuureducatie in het basisonderwijs. Door middel van het ontwikkelen van leerlijnen wordt de structurele samenwerking tussen scholen en aanbieders versterkt. 10

11 7. Financiële kaders Bij de inzet van financiële middelen voor de hervorming van het muziekonderwijs moet rekening worden gehouden met de eerdergenoemde afbouwregeling van Cool. Deze afbouwregeling geldt voor de periode Gedurende deze periode zal, wel rekening houdend met een bezuinigingsopgave, het activiteitenbudget voor de hervorming van het muziekonderwijs toenemen en de subsidieverlening aan Cool afnemen. De toe- en afname van deze bedragen en de bezuinigingsopgave is weergegeven in onderstaande tabel. Tabel: Verdeling financiële middelen voor muziekonderwijs, periode Jaar Beschikbaar incl. huur voor Cool in De Binding Maximaal subsidie Cool volgens Afbouwregeling (1) Verschil 2-3 Bezuiniging muziekonderwijs vlgs. kadernota s 2012 (basis) (2) (3) De bedragen in kolom 4 zijn beschikbaar voor de hervormingsvoorstellen voor het muziekonderwijs. Noten: 1. Afbouwregeling Cool : 2012 > 10%; 2013 t/m 2016 ieder jaar 20%; 2017 > 10%. (De afbouwregeling is gestart met 10%, omdat Cool met schooljaren werkt. De 10% afbouw betrof het 1e deel van het schooljaar De afbouwregeling eindigt met het 2e deel van het schooljaar ) 2. In 2015 dienen de bibliotheek en de muziekschool samen te bezuinigen door middel van efficiencymaatregelen. In deze tabel is de helft, , aan de muziekschool toegerekend. 3. De afbouw is berekend over de activiteitensubsidie. Het verschil tussen de huur en het eindbedrag komt door toepassing van een index in

12 8. Overgangsregeling en randvoorwaarden Overgang van Cool naar muziekonderwijs 3.0 Zoals in de vorige paragraaf gesteld zal de invoering van het muziekonderwijs 3.0 enige tijd vergen in verband met het liquidatieplan Cool, tot en met seizoen Een belangrijke afweging daarbij is dat de gemeente niet geconfronteerd wordt met hoge kosten. Andere voordeel is dat deze overgang geleidelijk kan verlopen voor alle betrokken partijen. Onderkend moet worden dat in de periode van de afbouwregeling met Cool de invulling van de hervorming van het muziekonderwijs door het liquidatieplan Cool beïnvloed wordt. Zolang dit liquidatieplan geldt, moet Cool muziekonderwijs in onze gemeente blijven aanbieden. In overleg met de gemeente heeft Cool de mogelijkheid om successievelijk met instrumenten-vakgroepen te stoppen. Deze optie lijkt de meest praktische door haar duidelijkheid. Voor de, door de directie van Cool, genoemde mogelijke instrumenten, piano en gitaar, is ook aanbod in het particuliere circuit. Dit houdt voor spoor 3 in dat met betrekking tot de stimulering van muziekonderwijs aan leden van muziekverenigingen en individuele burgers voor een geleidelijke transitie gekozen wordt, waarbij de budgetten herverdeeld worden, indien u daarvoor kiest op basis van het drie sporenbeleid. Spoor 1 Belangrijk hierbij is om nogmaals te citeren dat de doelstelling van spoor 1 is zoveel mogelijk kinderen te bereiken met muziekonderwijs. Zoals uit wetenschappelijk onderzoek blijkt, heeft muziekonderwijs een positief effect op de cognitieve ontwikkeling. Daarbij komt dat uit de onderzoeksresultaten aanbod muziekeducatie Langedijk (bijlage V) blijkt dat maar liefst 83% van de kinderen tot 14 jaar geen muziekonderwijs volgt. Gezien de positieve effecten van muziekonderwijs op kinderen en de sociaal maatschappelijke kansen van deze kinderen bij een optimale ontwikkeling op de lange termijn (kosten reducerend voor de gemeente) wordt daarom voorgesteld om in te gaan zetten in het primair onderwijs. Spoor 2 Nieuw voor de gemeente is om projecten te gaan subsidiëren als naschoolse activiteiten, voorwaarde daarbij is dat deze moeten bijdrage aan de gemeentelijke culturele- en maatschappelijke doelen. Er hoeft niet perse sprake te zijn van een professionele uitstraling. Samenwerking op buurtniveau met amateurverenigingen, het onderwijs, ouders, etc. is daarbij een randvoorwaarde. Spoor 3 Door de bijdrage/subsidie te verleggen naar de klant is de kans op marktwerking groter. Aanspraak op cultureel ondernemerschap, eigen kracht klant in verband met minder financiële middelen en lessen gericht op samenspel, zijn belangrijke veranderingen. Ook hierbij moet de vraag gesteld worden of er een bijdrage geleverd wordt aan de culturele- en maatschappelijke doelen. Gezien het feit dat slechts 17% van alle burgers in de gemeente Langedijk muziekonderwijs volgen, is voorgesteld om ongeveer de helft van het beschikbare budget (totaal ,= in jaar 2017, exclusief huisvestingslasten CEC De Binding) beschikbaar te stellen voor de stimulering van muziekonderwijs aan leden van muziekverenigingen en individuele burgers. Er wordt een groter beroep gedaan op de eigen verantwoording en kracht. Daar waar mensen op het sociaal minimum dreigen uit de boot te vallen fungeert de Langedijker Pas. De organisatie die de opdracht gegund krijgt kan daarbij het budget verhogen door ruimten in de Binding onder te verhuren. De gemeente moet daarvoor dan wel de randvoorwaarden scheppen. Dit zal onderdeel uitmaken van de opdracht formulering. 12

13 BIJLAGE I t/m V 13