Huisartspraktijk van den Berg Jaarverslag 2016 / Amphion AT Apeldoorn T:

Transcriptie

1 Huisartspraktijk van den Berg Jaarverslag 2016 / 2017 Amphion AT Apeldoorn T:

2 Inhoud 1. Inleiding Visie en missie Doel van het jaarverslag Totstandkoming van dit jaarverslag Het afgelopen jaar Praktijk en organisatie Praktijkpopulatie Praktijkuitrusting Praktijkorganisatie, bereikbaarheid en beschikbaarheid Team Elektronisch Medisch Dossier Patiëntervaringen Enquête 2017 ELSA Enquête 2015 TeleQ Werkbelasting Contacten Top 10 M&I-verrichtingen Medisch handelen Chronische aandoeningen Preventie: griep en cervixscreening Prescriptie NHG Indicatoren Diabetes type II NHG Indicatoren COPD NHG Indicatoren HVZ Verslaglegging en informatievoorziening Verslaglegging Privacy Informatievoorziening Website Praktijkfolder Kwaliteitsbeleid Systematisch verbeteren Evaluatie plannen afgelopen jaar Doelen voor 2017 / Bijlagen Aantal contacten 4 e en 1 e kwartaal

3 8.2 Enquête Amicura 2017 centrumvragen Enquête Amicura 2017 huisartsvragen Verbeterplan ouderenzorg Verbeterplan personeelsgegevens Verbeterplan CVRM en HVZ CRP-metingen Pilot project Motiverend aan de slag met Benzo s

4 1. Inleiding Huisartspraktijk van den Berg is een solopraktijk. Dit is het NHG Jaarverslag dat door onze praktijk is opgesteld. Met dit document willen we een beeld schetsen van de huisartspraktijk en zijn medewerkers. Aandacht wordt gegeven aan de praktijkvoering, en in het bijzonder in 2016 en Dit verslag heeft betrekking op zowel 2016 als De reden hiervoor is dat het accreditatiejaar niet gelijk is aan een kalenderjaar. 1.1 Visie en missie De visie en missie van onze praktijk zijn uitgebreid te vinden in ons beleidsplan. Ons doel is nog steeds om een kwalitatief goede praktijk te hebben en te houden, waarin constant aandacht is voor verbetering van kwaliteit van zorg, praktijkvoering en efficiëntie. De verbeterplannen die in dit verslag worden gepresenteerd, zijn ook altijd uitgekozen vanuit en behoefte op dat vlak de praktijk te verbeteren. 1.2 Doel van het jaarverslag Het jaarverslag is primair bedoeld voor intern gebruik binnen onze praktijk. Het jaarverslag laat de stand van zaken binnen de praktijk zien aan het einde van het jaar. Dit geeft handvatten om onderwerpen te selecteren voor het beleidsplan, waarin doelen worden opgesteld. 1.3 Totstandkoming van dit jaarverslag Dit jaarverslag is mede mogelijk gemaakt door Proigia BV. De grafische weergave van de praktijkpopulatie, het medisch handelen en de werkbelasting is door hen gerealiseerd, evenals het format van dit jaarverslag (peildatum ). 4

5 2. Het afgelopen jaar In 2016/2017 zijn enkele behoorlijk grote veranderingen in de praktijk doorgevoerd. Nieuwe praktijkassistente: Reyhan Erkan De werkzaamheden van de vaste praktijkassistente Tessa zijn dermate uitgebreid dat er behoefte was aan een nieuwe assistente. Reyhan Erkan is sinds kort werkzaam in de huisartspraktijk als doktersassistente. Zij is gediplomeerd doktersassistente en zal in eerste instantie zorg dragen voor de telefonische bereikbaarheid en triage binnen de huisartspraktijk en binnen de praktijken van ELSA. Op die manier kan Tessa meer verrichtingen doen heeft zij meer tijd om haar eigen administratie af te handelen. Tessa neemt daarbij enige CVRM-taken op zich, zodat de POH ontlast wordt. Dit was nodig omdat de POH longfunctietests in haar takenpakket erbij heeft gekregen. (zie hieronder). Gebruik ICT Sinds maart 2017 gebruikt de praktijk een NAS. Dat is een documenten-beheersysteem waarmee documenten binnen de praktijk op verschillende PC s kunnen worden gedeeld (intranet). De back-up bevindt zich in de cloud, waarbij rekening gehouden wordt met privacygevoelig materiaal, hetgeen niet naar de cloud wordt gebackupt. Met het in gebruik nemen van dit systeem kunnen gemakkelijk diverse documenten worden gedeeld en aangepast zodat ze voor iedereen direct te gebruiken zijn. Het komt de zorg ten goede omdat iedereen direct toegang heeft tot de meest actuele documenten en protocollen. Documenten die te maken hebben met ELSA (Eerste Lijns Samenwerking Apeldoorn) worden gekoppeld aan de NAS in gezondheidscentrum De Groene Hoven (DGH). Zo ook worden documenten die van doen hebben met de NPA (Nederlandse Praktijk Accreditering) gedeeld met DGH. De accrediteur krijgt ter inzage een tijdelijke inlogcode om een voor hem of haar afgeschermd deel in te zien ter beoordeling van de praktijk. Tevens weten de patiënten goed gebruik te maken van de ICT-mogelijkheden, zo wordt de site goed bezocht en zijn er nu 640 gebruikers van het patiëntenportaal. Er werden sinds afspraken online geboekt, 70 econsulten gehouden, maar de receptenservice sprong er uit met 238 bestellingen. Narrowcasting Met betrekking tot digitale ondersteuning is vanuit ELSA ook een narrowcasting-systeem gefinancierd. Dit is een TV-scherm in de wachtkamer, waarop actuele (praktijk)informatie aan patiënten kan worden gegeven. De uitvoering van het onderhoud is helaas vooralsnog niet erg gebruiksvriendelijk, vanuit ELSA volgen nog stappen om het onderhoud te laten vereenvoudigen. Op dit moment ontwikkelt de berichtgeving om die reden nog niet. Hopelijk kan in 2017 wat vaker nieuwe informatie worden gedeeld via de narrowcasting. 5

6 Veranderingen agenda huisartsen De afgelopen 1,5 jaar is het aantal patiënten in de praktijk gegroeid van ongeveer 2500 naar Deze stijging en de reeds bestaande agendadrukte hebben doen besluiten om de vaste waarnemer, mevrouw Roodenburg, ook op vrijdag te laten werken, samen met dokter van den Berg. Op de vrijdagochtend werken dus twee huisartsen tegelijk. Op deze manier is er dus een dagdeel extra spreekuur t.o.v. een jaar eerder gecreëerd. Dit heeft geleid tot een toename van het aantal consulten van 13%. Huisvesting In 2016 is helaas de aankoop van een pand t.b.v. het oprichten van een gezondheidscentrum niet doorgegaan. De praktijk blijft dus voorlopig waar hij nu is: aan het Amphion. In de loop van 2017 zullen de nodige aanpassingen aan het pand plaatsvinden om de praktijkvoering volgens de huidige wensen te kunnen uitvoeren. Vooral een tweede artsenkamer maakt het karakter van de praktijk anders. Het wordt hiermee mogelijk gemaakt om spreekuurmogelijkheden uit te breiden. Ook is het hiermee mogelijk om huisartsen in opleiding te huisvesten. Een andere grote verandering is de verplaatsing van de balie naar de voorzijde van het pand. De werkplek en het werkplezier van het personeel wordt hiermee vergroot en de looproute en verdeling rust-onrustgebied in de praktijk verbeteren hiermee ook. De praktijkondersteuners krijgen met de verbouwing ook een vaste werkplek, hetgeen ook zorgt voor verbetering van hun werkomstandigheden. De andere samenwerkingspartners van de GES (ELSA) zijn eind 2016 naar 'De Groene Hoven' verhuisd. De telefonie via TeleQ zal vooralsnog met ELSA gedeeld worden. Samenwerkingspartners In de praktijk is nog werkzaam psychotherapeut mevrouw Van Montfoort. In verband met het toewerken naar haar pensioen bouwt zij langzaamaan haar werkzaamheden af. Psychotherapeut mevrouw Van den Berg is per 1 januari 2017 niet meer werkzaam in de praktijk. Diëtiste Linda Roskam van Diëtheek is nog altijd een dagdeel per week werkzaam in de praktijk, waarbij in de samenwerking de nadruk ligt op cardiovasculaire preventie en ondersteuning van diabeten bij leefstijlverandering. Vanaf maart j.l. is er een samenwerking met fysiotherapeut John van Zeist. Op de vrijdagmiddag is er ruimte gemaakt voor twee gezamenlijke consulten van een half uur. Patiënten met niet direct te duiden klachten en praktijkpatiënten die fysiotherapie krijgen waarbij het verwacht herstel uitblijft of waarbij het beloop anderzijds afwijkt, worden op dit gezamenlijke spreekuur beoordeeld. Behalve verbetering van directe patiëntenzorg leren zowel de huisarts als de fysiotherapeut van elkaars denkwijze en onderzoek. SHO heeft haar samenwerking met de praktijk eind 2016 opgezegd om financieel-strategische redenen. De consequentie voor de praktijk was dat de praktijk zelf de spirometrieën weer moest gaan uitvoeren. Eline (praktijkondersteuner) was hiervoor reeds bevoegd, maar om ook weer bedreven hierin te raken, heeft zij een cursus gevolg van Caspir, en individuele begeleiding van een longverpleegkundige van SHO gekregen. Alle casuïstiek wordt met de huisarts besproken en er wordt een portfolio voor de vervolgcursus van Caspir gemaakt. SHO is ook nog bereid om bij vragen als back-up te dienen. Chronische zorg Onder chronische zorg wordt hier verstaan begeleiding en behandeling van patiënten met diabetes, astma, COPD en preventie voor hart- en vaatziekten. De uitvoering wordt grotendeels gedaan door de praktijkondersteuner (Eline), en deels door de assistente (Tessa). De medisch secretaresse (Brenda) helpt bij de administratie en bij het oproepen van patiënten. De chronische zorg wordt 6

7 vanuit ELSA ondersteund, onder andere door coaching van de POH, en door middel van benchmarkingsbijeenkomsten. De benchmarking en financiële afhandeling vindt nog steeds plaats vanuit de Zorg BV, inmiddels ingelijfd bij zorgorganisaties HRA (huisartsenzorg regio Apeldoorn). Bij het behalen van prestatie-indicatoren wordt door de Zorg BV, volgens afspraak met de zorgverzekeraar, een financiële bonus aan de praktijk uitgekeerd. Benchmarkcijfers zijn verder in dit verslag terug te vinden. De conclusie voor dit jaar is dat de chronische zorg goed op orde is en dat er enkele aandachtspunten binnen de praktijk zijn. Vooral de gemiddelde LDL in de primaire CVRM-groep is nog te hoog. Dit heeft deels te maken met de behandelhouding van de huisarts en praktijkondersteuner. Het is immers sinds kort de harde en strakke richtlijn om ook in de primaire CVRM-groep een LDL van 2,5 na te streven. Er zijn lange tijd ook bij zorgverleners twijfels geweest over het belang hiervan. Het kost enige jaren om dit 'achterstallig' werk in te halen. Anderzijds loopt het behandeladvies (start met een statine) bij 'gezonde' primaire CVRM-patiënten niet zelden vast op weerstand van deze patiënten. Ook de frequent voorkomende bijwerkingen zorgen voor een lagere compliance en behandelweigering. Dit alles is wel een reden om een verbeterplan te starten in het komende jaar. In het jaarverslag van 2018 zal hierop teruggekomen worden. Reizigersvaccinatiespreekuur In 2016 is er een reizigersvaccinatiespreekuur opgezet in de praktijk van huisarts van den Berg. Dit spreekuur wordt gefaciliteerd door Reisprik. Reisprik is het grootste landelijk netwerk van gespecialiseerde huisartsenpraktijken voor reizigersadvisering en vaccinatie. Reisprik is als erkend vaccinatiecentrum aangesloten bij het LCR (landelijk coördinatiecentrum Reizigersadvisering). Reisprik is aangesloten bij het Zilveren Kruis, dit betekent dat alle patiënten die aanvullend verzekerd zijn bij het Zilveren Kruis het bedrag van hun vaccinaties en het consult vergoed krijgen. De patiënten die dit niet zijn, worden verzocht dit bedrag te voldoen op de praktijk. Zij krijgen een nota mee die zij later bij de verzekeraar kunnen indienen. De praktijkassistente van huisartspraktijk van den Berg is in 2016 ingewerkt voor het vaccinatiespreekuur. Dit is gedaan d.m.v. het meekijken met een assistente die hier veel ervaring in heeft. Maar er is ook een uitgebreide bijscholing gedaan. Er worden nascholingen gevolgd om de vernieuwde inzichten op te nemen. Daarbij heeft de huisarts ook een uitgebreide scholing gedaan en zich laten registreren bij LCR. Het vaccinatiespreekuur is in de praktijk elke dinsdagmiddag. Op 1 oktober 2016 zijn we gestart met het spreekuur zelfstandig te doen. Van 1 oktober 2016 tot 01 februari 2017 hebben we in totaal 161 personen geholpen. Patiënten kunnen kiezen uit een vaccinatieboekje of de app van Reisprik om te noteren welke vaccinaties zij gehad hebben. Een vaccinatieboekje is bij ons verkrijgbaar voor 2,95. De app is gratis te downloaden in de Play Store/App store. Het gaat om de Zeker Op Reis app. Met deze app heb je de mogelijkheid om de gekregen vaccinaties te uploaden, er staat een woordenboekje, een aantal reistips enz. Het vaccinatiespreekuur is ontzettend leuk om te doen. De meeste mensen die komen gaan op reis. Dat betekent dat de meesten vrolijk, gemotiveerd en erg enthousiast zijn. Ook is het leuk om te zien dat je mensen echt kunt helpen, een stukje bezorgdheid en onduidelijkheid weg kan halen. Dit kan je al doen door een aantal eenvoudige adviezen te geven. Iedereen krijgt een algemene reisfolder mee, daar staan een aantal algemene tips in, die we ook vertellen tijdens het consult. 7

8 3. Praktijk en organisatie 3.1 Praktijkpopulatie In de praktijk staan ruim 2500 patiënten ingeschreven. De verdelingen naar leeftijd staat weergegeven in de grafiek Leeftijdsclusters, verdeeld naar geslacht. Van het totale aantal patiënten in de praktijk is 3% jonger dan 5 jaar, en 26% ouder dan 65 jaar. Per saldo is de praktijk in 2016 ten opzichte van 2015 nagenoeg iets gegroeid. 500 Leeftijdsclusters, verdeeld naar geslacht > 75 Aantal Mannen Aantal Vrouwen De drie meest voorkomende zorgverzekeraars zijn nog altijd Zilveren Kruis Achmea, de Centrale Verwerkingseenheid CZ en Menzis, zoals weergegeven in de grafiek Meest voorkomende zorgverzekeraars. Meest voorkomende zorgverzekeraars 1 Zilveren Kruis Centrale Verwerkingseenheid CZ: CZ, Delta Lloyd en OHRA 3 Menzis U Zorg 5 VGZ 6 FBTO 7 IZZ IZA-VNG ONVZ verzekeraar 10 Anderzorg 8

9 3.2 Praktijkuitrusting De volgende tabel geeft inzicht in de praktijkuitrusting. Tabel: De praktijkuitrusting Uitrustingsstuk AED Autoclaaf Dopplerapparaat ECG-apparaat Hemoglobinemeter Hoogfrequent coagulatie- en snijapparaat Koelkast voor vaccins en medicijnen incl. logger Kopieerapparaat Pulse-Oxymeter 3.3 Praktijkorganisatie, bereikbaarheid en beschikbaarheid De spreekuurorganisatie is in de onderstaande tabellen weergegeven. Ook wordt de telefonische infrastructuur en bereikbaarheid weergegeven. Tabel: Organisatie van het spreekuur Type spreekuur Uren Dagen van de week Afspraakspreekuur Gemiddeld 4,3 (was 4,1) 4,5 (donderdagmiddag uitsluitend via spoedwaarneming) Terugbelspreekuur Gemiddeld 1,6 (was 1,4) 4,5 (donderdagmiddag uitsluitend via spoedwaarneming) Huisbezoek Gemiddeld 1,6 (was 1,2) 4,5 (donderdagmiddag uitsluitend via spoedwaarneming) Tabel: Telefonische bereikbaarheid Aansluiting Nummer Zonder tussenkomst open voor patiënten van/tot Praktijklijn < > optie 3 of uur Spoedlijn optie uur Receptenlijn optie uur Intercollegiale lijn optie uur Fax uur 3.4 Team Praktijkhouder is de heer Michiel van den Berg. Verder zijn in de praktijk werkzaam: Mw. I. Roodenburg-Nouwegen, waarnemend huisarts (18u/week), Mw. T. van de Steeg, doktersassistente (38u/week), Mw. R. Erkan, doktersassistente (5u/week), Mw. B. Jansen, secretaresse (17 u/week), Mw. E. van Willigen, POH somatiek (24 u/week), Mw. J. van t Erve, POH GGZ (11 u/week). Binnen de muren van de praktijk werkzaam, maar zonder financiële binding: Mw. M. van Montfoort, psychotherapeute en Mw. L. Roskam, diëtiste. 3.6 Elektronisch Medisch Dossier De praktijk maakt gebruik van een elektronisch medisch dossier (EMD) per patiënt om relevante contextuele en medische gegevens te registeren. Doel is om te zorgen dat iedereen zo veel als mogelijk op dezelfde wijze gegevens van de patiënt vastlegt in het EPD, dit is in de ADEPD-richtlijn door de beroepsgroep vastgelegd. Huisartspraktijk van den Berg scoort als volgt (bron Nivel): 9

10 In Promedico-ASP worden deelcontacten verder altijd gekoppeld aan een episode. Wanneer een deelcontact niet is gekoppeld aan een episode met een betekenisvolle ICPC code, dan is het deelcontact gekoppeld aan een episode met geen betekenisvolle ICPC code (zoals algemeen journaal). 3.7 Patiëntervaringen Enquête 2017 ELSA Begin 2017 is een enquête gehouden door ELSA over de verschillende huisartsenpraktijken binnen de samenwerking. Deze enquête was zowel op praktijk- als op huisartsniveau. Huisartspraktijk van den Berg scoorde gelijk op alle fronten hoger dan het gemiddelde. Het gehele verslag vindt u in de bijlagen. 10

11 3.7.2 Enquête 2015 TeleQ In 2015 is een enquête onder patiënten verricht over de bereikbaarheid met dit nieuwe telefoonsysteem. De resultaten ziet u hieronder. Het oordeel over TeleQ is zeer positief. De antwoorden van de ondervraagden zitten boven de 90% tevredenheid. 11

12 Werkbelasting 4.1 Contacten Hoe de verdeling consulten dubbele consulten en visites dubbele visites is opgebouwd, is zichtbaar in de grafiek Verrichtingen per 1000 patiënten Alle verrichtingen Verrichtingen per 1000 patiënten 1603 Consulten Dubbele consulten Visites Dubbele visites 1412 Telefonisch consult 0 NVZB 4.2 Top 10 M&I-verrichtingen In de grafiek Top 10 M&I verrichtingen worden de top 10 M&I-verrichtingen in het afgelopen jaar weergegeven. Top 10 M&I verrichtingen: Per 1000 patiënten Polyfarmacie Spirometrie Intensieve thuiszorg <20 minuten, dag Inbrengen IUD/Implanon Doppler enkel arm index Mini-Mental State Examination (MMSE) ECG-diagnostiek Cyriax injectie Kleine chirurgie 24-uursmeting hypertensie

13 5. Medisch handelen In dit hoofdstuk is een overzicht van het medisch handelen in de praktijk te zien. Als basis daarvoor zijn de gegevens over een aantal chronische aandoeningen gebruikt, namelijk Diabetes Mellitus, Astma, COPD en HVZ. Ook grafieken over preventie, prescriptie en indicatoren ketenzorg zijn in dit hoofdstuk opgenomen. 5.1 Chronische aandoeningen Chronische aandoeningen per 1000 patiënten Diabetes Mellitus Astma COPD Hart- en vaatziekten Preventie: griep en cervixscreening 250 Preventie per 1000 patiënten Cervixuitstrijkjes Griepvaccinatie 13

14 Rookstatus BMI Systolische bloeddruk HbA1C egfr 5.3 Prescriptie Prescriptie per 1000 patiënten Antibiotica 146 Smalspectrum antibiotica 436 Maagmiddelen 395 Protonpompremmers 5.4 NHG Indicatoren Diabetes type II De doelgroep waarop de indicatoren berekend zijn, is de doelgroep die het NHG aanhoudt. Voor Diabetes type II is de doelgroep alle diabetespatiënten (exclusief type 1) die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer) en die 12 maanden of meer zijn ingeschreven in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode. In de tabel zijn enkele belangrijke meetwaarden te zien voor diabeten, daarbij wordt aangegeven hoeveel van hen hiervoor acceptabele waarden hebben. Zo is niet alleen de nierfunctie (egfr) te zien, maar ook het HbA1C (een soort gemiddelde van de bloedsuikerspiegel in de voorafgaande weken) te zien, de systolische bloeddruk (bovendruk) de BMI (verhouding tussen lengte en gewicht) en de rookstatus. Indicatoren DM Percentage praktijk Percentage praktijk Niet bepaald Percentage praktijk Acceptabele waarde Aandachtswaarde Kritische waarde Percentage praktijk Ontbrekende waarde Percentage praktijk % 20% 40% 60% 80% 100% 14

15 5.5 NHG Indicatoren COPD De doelgroep waarop de indicatoren berekend zijn, is de doelgroep die het NHG aanhoudt. Voor COPD is de doelgroep alle patiënten met een leeftijd ouder dan 40 jaar (> 40) en bekend met COPD die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer) én minimaal 12 maanden zijn ingeschreven in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode. 0 Percentage spirometrie uitgevoerd <3jr Wel spirometrie Geen spirometrie Uit de statistieken blijkt dat alle COPD-ers de afgelopen jaar een spirometrie hebben gehad. 5.6 NHG Indicatoren HVZ De doelgroep waarop de indicatoren berekend zijn, is de doelgroep die het NHG aanhoudt. Voor HVZ is de doelgroep alle patiënten bekend met HVZ, met hoofdbehandelaar huisarts voor 12 maanden of meer óf hoofdbehandelaar onbekend, én minimaal 12 maanden ingeschreven in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode. Percentage patiënten met LDL 2.5 i.c.m. statines Geen statines (C10) Wel statines (C10) Zoals eerder besproken wordt dit een verbeterplan voor het komende jaar. Her en der lijken indicatoren te ontbreken / af te wijken. Een mogelijke oorzaak hiervan is de terugkoppeling van Caresharing naar Promedico. De nieuwe versie van Caresharing Collab is nog niet lang geleden gereleaset, helaas bevat het nog enkele kinderziektes. We hopen dat de problematiek z.s.m. is opgelost. Echter wordt ook binnen de Zorggroep gekeken naar andere mogelijke oplossingen. 6. Verslaglegging en informatievoorziening 6.1 Verslaglegging De praktijk maakt gebruik van het HIS Promedico-ASP. 15

16 6.2 Privacy Iedere medewerker heeft een eigen toegangscode voor het HIS. Hiermee krijgt men een bij de functie passende toegang tot delen van het HIS en een bijpassende autorisatie gegevens te muteren. Ten behoeve van de waarneming tijdens afwezigheid gedurende de vakantie, ziekte en nascholing van de eigen huisarts hebben collega-huisartsen toegang tot de gegevens van de patiënt. Ten behoeve van de waarneming tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten hebben collega-huisartsen toegang tot de gegevens van de patiënt als patiënten een mondeling/schriftelijk hiervoor toestemming gegeven hebben (Opt-in). 6.3 Informatievoorziening Op verschillende manieren biedt onze praktijk informatie aan patiënten. In eerste plaats persoonlijk, wanneer de patiënt bij de praktijk langskomt, of wanneer er een huisbezoek of telefonisch consult plaatsvindt. Verder biedt onze praktijk zowel online als offline informatie aan. 6.4 Website Huisartspraktijk van den Berg heeft een website. Op is onder andere informatie te vinden over het telefoonsysteem, de medewerkers, afwezigheid en andere praktijkinformatie. Ook is er een patiëntenportaal waarbij online (afgeschermd) afspraken, econsulten en herhaalrecepten aangevraagd kunnen worden, zie voor meer informatie paragraaf Praktijkfolder Huisartspraktijk van den Berg heeft een eigen praktijkfolder. Deze is op papier verkrijgbaar. Hier staat de belangrijkste praktijkinformatie in beschreven. 16

17 7. Kwaliteitsbeleid 7.1 Systematisch verbeteren De praktijk heeft een werkafspraak om de kwaliteit van de geleverde zorg te verbeteren. We werken volgens een zgn. verbetercyclus, in het werkoverleg wordt de input telkens besproken. 7.2 Evaluatie plannen afgelopen jaar Onderwerp plan Doel Gerealiseerd Zo nee: reden Vervolg? Ouderenzorg Personeelsbeleid CVRM en HVZ CRP Opt-in verklaring Pilot onderzoek benzo s Het verzorgen van in de praktijk goed geprotocolleerde, proactieve ouderenzorg. Personeelsgegevens structureren Doelstelling i.v.m. benchmark : LDL < 2.5 mmol/l = 50 %; RR < 140 mmhg = 63 %; max. 20 % van de CVRMpopulatie rookt. Zo goed mogelijk met antibiotica om gaan, door eerst een CRP-meting te doen. Van 70% van de patiënten weten of zij Opt-in wel of niet aan willen hebben staan. Ervaring opdoen met interventies gericht op het vergroten van de motivatie om te stoppen met chronisch gebruik van benzodiazepinen. Deels, zie bijlage 8.4. Deels, zie bijlage 8.5. Percentages m.b.t. LDL en RR zijn gehaald, alleen lijkt in de praktijk meer mensen roken. Ja, bij tweederde van de patiënten afgezien van het geven van een antibioticum. 84.6% bekend. Inzicht in het gebruik van benzodiazepines bij onze patiënten. Zie ook bijlage 8.8. Zie bijlage 8.4. Zie bijlage 8.5. Verandering in populatie of patiënten geven een eerlijker antwoord. Zie ook bijlage 8.6. Ja, het doel staat dit jaar wederom op de agenda. Het digitaliseren van de gegevens. Bespreken met de huisartsen en in de intervisiegroep. Maandelijks de cijfers bespreken met de huisartsen. Doorgaan met CRP-metingen, zie ook bijlage 8.7. Bij het inschrijven van nieuwe patiënten gelijk vragen. Het onderzoeksverslag en de aanbevelingen zijn nog niet in ons bezit. Nog geen evaluatiemoment gehad. 17

18 7.3 Doelen voor 2017 / 2018 Aan de hand van dit jaarverslag en de gebeurtenissen het afgelopen jaar zijn er voor het komende jaar / de komende jaren diverse doelen, deze zijn te vinden in het beleidsplan en hieronder. Een lijst met suggesties voor mogelijke verbeteringen hangt op het prikbord in het personeelsgedeelte. Kwaliteitsnormen n.a.v. de audit Nieuwe doelen naar aanleiding van de accreditatie zijn in ieder geval het opstellen van een schriftelijke vastlegging van de gedelegeerde taken en de protocollen hiervoor. Registratie VIM s Met de komst van de NAS willen we ook graag onze VIM s digitaal gaan registreren. Door een betere registratie van de gemelde VIM s kun je betere conclusies trekken. Ouderenzorg In 2017 gaat de praktijk verder met het verzorgen van goed geprotocolleerde, proactieve ouderenzorg. Het doel is dan ook om het protocol verder aan te scherpen zodat alle 75-plussers goed in beeld blijven. Verbouwing Dit jaar zal de verbouwing een grote impact hebben op ons dagelijks werk. Hiermee proberen we een betere werksituatie te creëren die tevens ten goede komt aan de patiënten. Ontruimingsplan Er is geen officieel ontruimingsplan voor het pand aan het Amphion 34 aanwezig, of ooit geschreven. Het is noodzakelijk dat dit plan gecreëerd wordt, omdat er slechts één in- en uitgang in dit pand is. Bovendien is de meterkast in het halletje bij deze deur gesitueerd. Indien er door bijvoorbeeld kortsluiting brand uitbreekt, is er géén rechtstreekse uitweg via een deur naar buiten. Wel zijn enkele noodhulpmiddelen aanwezig. Een officieel ontruimingsplan omvat o.a. plattegronden, een omschrijving van vluchtroutes en de locatie van onder andere brandblusmiddelen, evacuatie plattegronden en procedures voor een veilige ontruiming bij calamiteiten. Taakomschrijvingen en duidelijke instructies over wie wat moet doen. Het ontruimingsplan kan van levensbelang zijn bij calamiteiten. Een ontruimingsplan maken is echt specialistenwerk en bij voorkeur te maken door die specialist. 18

19 8. Bijlagen 8.1 Aantal contacten 4 e en 1 e kwartaal Bron: Karel Hoffmans 19

20 8.2 Enquête Amicura 2017 centrumvragen 20

21 21

22 22

23 23

24 24

25 8.3 Enquête Amicura 2017 huisartsvragen 25

26 26

27 27

28 28

29 29

30 30

31 31

32 32

33 8.4 Verbeterplan ouderenzorg Voortgang ouderzorg 2016/2017 (mei 2017, Jeanine van t Erve) Onderwerp Het verzorgen van in de praktijk goed geprotocolleerde, proactieve ouderenzorg. In januari 2016 zijn wij gestart met het verbeteren van onze zorg bij alle patiënten van 75 en ouder. Dit als vervolg op de reeds in gang gezette kwetsbaarheidsscreening. Zie hiervoor verder document verbeteren ouderenzorg In 2016 zijn we aan de slag gegaan met het realiseren van de volgende doelen: Doel 1) Het opzetten van een protocol waarbij alle 75 + goed in beeld blijven. 2) Alle kwetsbare ouderen worden volgens opgesteld zorgplan in Caresharing behandeld. 3) Het is duidelijk hoe wij binnen de praktijk omgaan met onze niet-kwetsbare ouderen. 4) Verbeterpunten worden in de loop van het jaar duidelijk. Voortgang Doel 1: Het protocol is in januari geschreven en in de werkbespreking met alle medewerkers besproken. Er zijn enkele aanpassingen gemaakt. Overzicht op al dan niet kwetsbaar was een terugkerend probleem. Grote winst bleek de komst van een nieuw computersysteem, de NAS. Hierin hebben we de mogelijkheid gevonden een ouderenlijst te maken die wij up to- date kunnen houden. We kunnen hierin beter het onderscheid tussen kwetsbaar en niet-kwetsbaar maken. Medewerkers kunnen in hun eigen tabblad wijzigingen aanbrengen die hiermee ook meteen bij iedereen worden doorgevoerd. Doel 2: Dit doel is nog niet bereikt. Het omschrijven van problemen en doelen in Caresharing blijft achter. Debet hieraan is dat zowel de problemen als de doelen niet in Promedico terug te vinden zijn. Het lijkt ook niet werkbaar om tijdens ieder consult van een kwetsbare oudere het zorgplan in Caresharing hiernaast te openen. In 2017 zullen wij ons beraden en beschrijven hoe de zorgplannen goed en werkbaar in te voeren in onze ouderenzorg. Doel 3: Over de niet-kwetsbare ouderen hebben wij inmiddels duidelijk afspraken gemaakt. Door het verbeterde overzicht tussen al dan niet kwetsbaar kunnen wij tijdens MDO s ook de niet-kwetsbare ouderen even kort de revue laten passeren. Doel 4: Een verbetering die wij in 2016 hebben doorgevoerd is het structureler laten inplannen door de praktijkassistente van ouderenvisites. Zowel de POH-S als de POH-GGZ leveren hiervoor maandelijks een lijst aan van ouderen die hiervoor ingepland dienen te worden. Hiermee ondervangen we dat de ouderenzorg ondersneeuwt bij drukte in de praktijk op de andere taakgebieden. 33

34 8.5 Verbeterplan personeelsgegevens VERBETERPLAN PERSONEELSGEGEVENS NAAM VERBETERPLAN Personeelsgegevens structureren START PLAN Mei 2016 EINDDATUM December 2016 PROJECTLEIDER Brenda Jansen HUIDIGE SITUATIE Michiel heeft een aantal documenten van het personeel in een map, maar er zit geen lijn in. Bovendien missen er een aantal documenten die wettelijk verplicht zijn om in huis te hebben en ook van uit dienst getreden personeelsleden moeten er een aantal documenten en gegevens gedurende een bepaalde periode bewaard blijven. VERBETERDOELSTELLING Eind 2016 willen we graag alle wettelijke documenten in het personeelsmap compleet hebben, zodat mocht er ooit vraag vanuit UWV of belastingdienst vragen komen, we direct de gegevens paraat hebben. Wordt er ooit besloten worden om het personeelsdossier te digitaliseren, moet het personeelsdossier helemaal compleet zijn en daarna kan de overdracht aangevraagd worden bij de belastingdienst. ACTIES OM HET DOEL TE BEREIKEN ZIJN Opleiding volgen Basiskennis Personeelsmanagement door Brenda, secretaresse Map aanschaffen om gegevens in op te slaan Map indelen per personeelslid Per personeelslid sub-mapjes maken, zodat aangeleverde documenten makkelijk op te bergen zijn Aanwezige documenten worden door Michiel aangeleverd en opgeborgen. Zijn taak is ook te kijken welke gegevens hij nog mist en deze opvragen bij personeel. Dit moet hijzelf doen in verband met de privacy van de personeelsleden. Hij is dus de enige persoon die inzage heeft in het nieuwe personeelsdossier. RESULTATEN TOT 1 juni 2016 Map is gemaakt en overgedragen aan Michiel. Er is een lijst met bewaartermijn toegevoegd. In agenda van Michiel wordt elk jaar in januari genoteerd dat de map opgeschoond moet worden. EINDRESULTAAT (maart 2017) Er is een overzichtelijke, gestructureerde personeelsmap en een aparte map voor de functioneringsgesprekken, aangezien het niet bij elkaar in één map behoort. Zodra we een NAS hebben, kunnen na aanvraag bij de belastingdienst, alle documenten overgezet gaan worden in een digitaal dossieropslag. Alle papieren documenten blijven uiteraard tot na de verloopdatum in de toekomst bewaard. 34

35 8.6 Verbeterplan CVRM en HVZ Naam huisartsenpraktijk van den Berg VERBETERPLAN: CVRM en HVZ. Projectleider: Eline van Willigen Startdatum: Einddatum: Waarom dit plan: Tijdens de benchmark kwam aan de orde dat binnen de zorggroep niet goed scoorde wat betreft LDL<2.5 mmol/l en RR < 140 bij patiënten onder de 80 jaar. Huidige situatie: LDL < 2.5 = 55.6 % (was 51.3% in ). RR < 140 = 80 % ( was 55% in ). Patiënten die roken, 21.3 % ( was 17.5 % in ). Doel: Doelstelling i.v.m. benchmark : LDL < 2.5 mmol/l = 50 %; RR < 140 mmhg = 63 %; max. 20 % van de CVRM-populatie rookt. Acties: LDL nauwkeuriger behandelen, niet tevreden zijn met een LDL =2.6, doorgaan totdat het LDL<2.5 mmol/l is. De 5 daagse RR-thuismeting en 24-uurs-RR-metingen ook in Collab registreren i.p.v. alleen in Promedico. Resultaten- 1. In welke mate is het doel bereikt (percentage of getal): De percentages m.b.t. LDL en RR zijn gehaald, alleen lijkt in de praktijk meer mensen roken dan in het begin van het verbeterplan. Resultaten- 2. Hoe tevreden ben je met het bereikte resultaat: Nee, ik wil graag dat de patiënten in het CVRM-project minder roken. Voor patiënten die een HVZ doorgemaakt hebben, staat dit toch voorop in de behandeling. Resultaten- 3. Hoe verliep het project: Het is een uitdaging om mensen te motiveren hun LDL en RR naar beneden te krijgen, voor een gedeelte is het gelukt, maar nog niet voldoende. Gedurende het project is er een cursus stoppen met roken aangeboden via de zorggroep. We hebben veel rokende patiënten daar attent opgemaakt. Resultaten- 4. Als het verbeterdoel niet is bereikt, waaraan heeft dat dan gelegen: Verandering in populatie of patiënten geven een eerlijker antwoord. Resultaten- 5. Als het verbeterdoel niet is bereikt, welke stappen ga je dan ondernemen: Ik ga bespreken met de huisartsen en in mijn intervisiegroep, hoe andere praktijken dit doen. Maandelijks de cijfers bespreken met de huisartsen en kijken of er progressie in blijft zitten. Vervolg- wat moet je doen om de verbeterde situatie te borgen: Maandelijks met de huisartsen de cijfers bespreken en kijken of er vooruitgang in blijft zitten. Doel voor % van de RR<140 en 60 % van de LDL < 2.5 mmol/l en max. 20 % van de populatie rookt. 35

36 8.7 CRP-metingen Huisartspraktijk van den Berg VERBETERPLAN: CRP-metingen Projectleider: Tessa Davelaar Startdatum: Einddatum: Waarom dit plan: Het lijkt ons als praktijk interessant om eens te kijken wat het effect is van de CRP-metingen die wij in onze praktijk doen. We kijken naar hoeveel procent van de patiënten alsnog antibiotica krijgt, ondanks de CRP-meting. Huidige situatie: In de praktijk van huisarts van den Berg is in de periode van t/m keer een CRP-meting gedaan. De huisarts heeft voor het verdere beleid gekeken naar de uitslag van de meting, maar ook naar andere omstandigheden, zoals de temperatuur van de patiënt en hoe ziek iemand is. Van de 31 patiënten zijn er 9 patiënten die uiteindelijk een antibiotica kuur hebben gekregen. Doel: Zo goed mogelijk met antibiotica om gaan, door eerst een CRP-meting te doen. Acties: Uitzoeken en nakijken bij hoeveel patiënten we een CRP-meting gedaan hebben en hoeveel procent daarvan uiteindelijk antibiotica heeft gekregen. Resultaten- 1. In welke mate is het doel bereikt (percentage of getal): 29% van de patiënten waarbij we een CRP-meting hebben gedaan, hebben uiteindelijk een antibiotica kuur gekregen. Dit betekent dat we uiteindelijk bij tweederde van de patiënten hebben afgezien van het geven van een antibioticum. Resultaten- 2. Hoe tevreden ben je met het bereikte resultaat: Tevreden, we hebben nu een duidelijk beeld van het aantal patiënten dat we antibiotica hebben voorgeschreven. Resultaten- 3. Hoe verliep het project: Goed, het is leuk en interessant om ermee bezig te zijn. Resultaten- 4. Als het verbeterdoel niet is bereikt, waaraan heeft dat dan gelegen: Resultaten- 5. Als het verbeterdoel niet is bereikt, welke stappen ga je dan ondernemen: Vervolg- wat moet je doen om de verbeterde situatie te borgen: 36

37 8.8 Pilot project Motiverend aan de slag met Benzo s Samen met veertien andere huisartspraktijken heeft onze praktijk in 2016 deelgenomen aan het pilot onderzoek Motiverend aan de slag met Benzo s. Slaapproblemen geven nog te vaak aanleiding tot chronisch benzodiazepinegebruik. Dit is in strijd met de NHG-standaard M23. Het doel van dit onderzoek was ervaring opdoen met interventies gericht op het vergroten van de motivatie om te stoppen met chronisch gebruik van benzodiazepinen. Dit onderzoek werd aangeleverd en uitgevoerd onder leiding van door het IVO, Instituut voor onderzoek naar leefwijzen en verslaving. De interventies in dit onderzoek bestonden uit het versturen van een Stopbrief opgevolgd door een telefonisch contact en het aanbod voor consulten bij de POH-GGZ. Tijdens de contacten paste de POH-GGZ zoveel mogelijk motiverende gespreksvoering toe. De POH-GGZ werd geschoold in motiverende gespreksvoering vanuit Tactus, gedurende 2 dagdelen. Allereest werden voor dit project patiëntgegevens verzameld. Geïncludeerd werden patiënten die gedurende 3 maanden slaapmedicatie voorgeschreven kregen en patiënten die gedurende 6 maanden angstmedicatie voorgeschreven kregen. Op de peildatum, 17 maart 2016 bleken er van de 144 benzodiazepinegebruikers slechts 42 patiënten chronisch benzodiazepines te gebruiken. Uiteindelijk bleven hiervan 14 patiënten over die geïncludeerd konden worden in het onderzoek. Zij voldeden aan alle inclusie criteria: o Chronisch gebruik vanwege angst of slaapproblemen. o Naar het spreekuur kunnen komen. o Begrijpen van de Nederlands taal. o o Niet terminaal zijn. Niet vanwege andere redenen, door huisarts te bepalen, uitgesloten worden van het onderzoek. Op 31 maart 2016 werden de stopbrieven verzonden. Op een aangeleverde Excel-lijst werden de gegevens verzameld. Bij het nabellen na 8 weken bleken 4 patiënten gestopt. Hiervan gaf er 1 aan te zijn gestopt naar aanleiding van de stopbrief. De andere 3 meldden dat zij al aan het minderen waren en inmiddels gestopt. Er waren 5 patiënten die niet wensten te stoppen en konden ook niet in het telefonisch gesprek gemotiveerd worden tot een afspraak met de POH-GGZ. Er waren 2 patiënten die zich uit de praktijk lieten schrijven waarvan 1 ook naar aanleiding van de stopbrief. Bij 2 patiënten werd een doorverwijzing gedaan naar intensievere zorg, Sggz en verpleeghuis. Van het aanbod ondersteuning via de POH-GGZ maakte 1 patiënt gebruik. Deze patiënt is na 2 consulten ook gestopt met benzodiazepines. Voor de praktijk heeft dit project geleid tot een beter inzicht, overzicht in het gebruik van benzodiazepines bij onze patiënten. Wij waren aangenaam verrast dat er minder patiënten chronisch gebruikten dan wij hadden ingeschat. Ook ontdekten wij dat bij een aantal recepten de ICPC-codes niet meer kloppend waren. Wij zijn als praktijk nu nog alerter geworden op voorschrijven van benzodiazepines. Veelal wordt een consult bij de POH-GGZ aangeboden alvorens benzodiazepines voor te schrijven voor angst of slaapproblemen. Helaas blijft er een kleine groep patiënten over die niet te motiveren zijn tot minderen of stoppen. Deze groep zal in de toekomst onze aandacht moeten blijven houden.het beheersen van motiverende gesprekvoering geeft de POG-GGZ een extra tool in te zetten bij diverse psychische klachten (o.a depressie). Omdat eind april 2017 het onderzoeksverslag en de aanbevelingen nog niet in ons bezit zijn hebben wij nog niet geëvalueerd of, en op welke wijze wij binnen onze praktijk we een vervolg aan dit onderzoek zullen geven. Ook vinden wij hierin wellicht adviezen hoe de kleine groep niet te motiveren chronisch gebruikers beter te bereiken. 37