Beslissing nr C/C-47 van 26 september 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beslissing nr. 2005-C/C-47 van 26 september 2005"

Transcriptie

1 Beslissing nr C/C-47 van 26 september 2005 Zaak MEDE-C/C-05/0029: NV De Persgroep en NV Rossel & Cie NV Uitgeversbedrijf De Tijd Inhoud: 1. Beschrijving van het verloop van de rechtspleging 2. De eerbiediging van het recht van verdediging 3. De lezersmarkt 3.1. Marktafbakening 3.2. Beoordeling 4. De advertentiemarkten 5. Themareclame 5.1. Productmarkt 5.2. Geografische markt 5.3. Marktaandelen 5.4. Beoordeling 6. Financiële en wettelijk verplichte advertenties 6.1. Productmarkt 6.2. Geografische markt 6.3. Marktaandelen 6.4. Beoordeling 7. Jobadvertenties 7.1. Productmarkt 7.2. Geografische markt 7.3. Marktaandelen 7.4. Beoordeling

2 2 8. Overige markten voor het verstrekken van financiële informatie 8.1. Marktafbakening: standpunt van de aanmeldende partijen en van derden Productmarkt Geografische markt 8.2. Marktafbakening: standpunt van de verslaggever Productmarkt Geografische markt 8.3. Beoordeling 9. Besluit 10. Maatregelen die de omkeerbaarheid van de concentratie belemmeren of de marktstructuur duurzaam wijzigen Beschikkend gedeelte Bijlage

3 3 1. Beschrijving van het verloop van de rechtspleging 1.1. Op 25 mei 2005 werd bij de Raad voor de Mededinging de concentratie aangemeld waarbij NV De Persgroep en NV Rossel NV, Uitgeversbedrijf Tijd hebben overgenomen Op 27 juli 2005 heeft de Raad voor de Mededinging volgende beslissing getroffen, overeenkomstig artikel 33, 1 en 2, lid 1, b) WBEM: -beslist dat de concentratie binnen het toepassingsgebied van de wet tot bescherming van de economische mededinging valt, -stelt vast dat er ernstige twijfels bestaan betreffende de toelaatbaarheid van de concentratie, -beslist de procedure bepaald in artikel 34 WBEM in te zetten, -verzoekt de verslaggever en de Dienst voor de Mededinging belanghebbenden te ondervragen over de mogelijkheden voor De Persgroep en Rossel om hun positie op lezersmarkten die grenzen aan de markt voor Nederlandstalige zakenkranten te versterken, en in het bijzonder over volgende voorwaarde: De partijen zullen het abonneebestand van de krant De Tijd niet gebruiken om gerichte acties te voeren ten einde de verkoop van andere krantentitels van De Persgroep of van Rossel te bevorderen. -verzoekt de verslaggever en de Dienst voor de Mededinging belanghebbenden te ondervragen over volgende voorwaarden betreffende de advertentiemarkten: Inzake themareclame: De partijen zullen de reclameregie van de zakenkranten De Tijd en L Echo thans Trustmedia ESV niet integreren met de reclameregie(ën) van de algemene kranten van De Persgroep of Rossel thans Full Page CVBA. De partijen zullen geen verplichte of exclusieve combinaties opleggen van themareclame in De Tijd enerzijds, en één of meerdere van de door De Persgroep en/of Rossel gecontroleerde kranten (met inbegrip van L Echo) anderzijds. Inzake jobadvertenties: Rossel zal geen discriminerende voorwaarden toepassen inzake combinatiekortingen tussen jobadvertenties in Références enerzijds en jobadvertenties in Nederlandstalige kranten anderzijds. -verzoekt de verslaggever over dat marktonderzoek verslag uit te brengen, -verzoekt de verslaggever en de Dienst voor de Mededinging onderzoek in te stellen en verzoekt de verslaggever verslag uit te brengen over de vraag of het waarschijnlijk of minstens mogelijk is dat andere verleners van dezelfde diensten, als aanbieders zouden toetreden tot de Belgische markt voor het verstrekken van financiële informatie die kant en klaar wordt aangeleverd aan de geschreven pers ( Publish on demand (POD) voor de geschreven pers), dan wel of toetreding van nieuwe spelers zou worden belemmerd, indien TBM en L Echo de toegang tot hun diensten op formeel nietdiscriminerende wijze zouden belemmeren jegens alle afnemers, bijvoorbeeld door de prijzen voor de diensten van alle afnemers te verhogen tot boven het prijspeil dat zou gelden bij waarlijk vrije mededinging,

4 4 -verzoekt de verslaggever zijn bijkomend verslag in te dienen bij de Raad voor de Mededinging ten laatste op vrijdag 12 augustus 2005 te 12 uur, -zegt dat de concentratie behandeld zal worden ter zitting van de kamer van de Raad voor de Mededinging van woensdag 31 augustus 2005 ( ) In de beslissing van 27 juli 2005 worden de aangemelde concentratie en de erop volgende rechtspleging beschreven Het bijkomend verslag van de verslaggever is ingediend bij de Raad op 12 augustus Ter zitting van deze kamer van de Raad van 31 augustus 2005 werden gehoord: -de verslaggever en vertegenwoordigers van de Dienst voor de Mededinging, -de aanmeldende partijen en hun gemeenschappelijke vertegenwoordiger, -de raadsman van de verkopers van NV Uitgeversbedrijf Tijd, -NV Uitgeversbedrijf Tijd, -NV VUMmedia, NV VUM, NV Job@ en hun raadsman, en -NV IPM en haar raadslieden Op 21 september 2005 hebben de aanmeldende partijen bij de Raad een brief ingediend, waarin voorwaarden worden aangeboden die de Raad aan zijn beslissing kan koppelen, overeenkomstig artikel 34, 1 WBEM. Artikel 34, 1 WBEM bepaalt dat aan de beslissing van de Raad waarbij de concentratie toelaatbaar wordt verklaard, voorwaarden en verplichtingen gekoppeld kunnen worden. Het aanbod luidt als volgt: -De Aanmeldende Partijen zullen op de lezersmarkt geen gezamenlijk aanbod doen van De Tijd, enerzijds, en van een andere krant uitgegeven door De Persgroep of Rossel, anderzijds. -De Aanmeldende Partijen zullen geen verplichte of exclusieve (1) combinaties opleggen van wettelijke en financiële advertentieruimte in De Tijd enerzijds, en in één of meerdere van de door De Persgroep en/of Rossel uitgegeven kranten (met inbegrip van L Echo) anderzijds. De Aanmeldende Partijen zullen de andere krantenuitgevers gelijke toegang verlenen tot optionele combinatiekortingen die zij zouden toestaan voor wettelijke en financiële advertenties tussen De Tijd enerzijds en één of meerdere kranten uitgegeven door De Persgroep en Rossel anderzijds. -Uitgeversbedrijf Tijd of één van haar dochterbedrijven zullen geen discriminerende voorwaarden toepassen ten aanzien van handelspartners bij het verstrekken van kant-en-klare koerslijsten aan de geschreven pers in België. Uitgeversbedrijf Tijd of één van haar dochterbedrijven zullen het aanbod van kant-en-klare koerslijsten niet zonder enige objectieve rechtvaardiging verminderen ten aanzien van de situatie op de dag van de beslissing van de Raad.

5 5 De Aanmeldende Partijen zijn De Persgroep N.V. en Rossel & Cie S.A. en hun mogelijke rechtsopvolgers. Deze voorwaarden zullen gelden gedurende een periode van vijf jaar vanaf de kennisgeving van de beslissing van de Raad. De Partijen kunnen te allen tijde een verzoek richten tot de Raad voor de Mededinging tot opheffing of wijziging van deze voorwaarden. De partijen dienen hiervoor een gemotiveerd verzoek in bij de Raad. Het indienen, onderzoeken en beoordelen van dit verzoek zal gebeuren conform de procedure en de termijnen zoals bepaald in de Wet van 5 augustus 1991 tot bescherming van de economische mededinging (en de toepasselijke uitvoeringsbesluiten) met betrekking tot de controle van concentraties van ondernemingen, zoals zij thans van kracht is. ( ) (1) Een exclusieve combinatie verbiedt de adverteerder om in een concurrerende titel te adverteren. 2. De eerbiediging van het recht van verdediging 2.1. Op de zittingen van 19 juli 2005 en 31 augustus 2005 hebben VUMmedia, VUM en Job@ (hierna kortheidshalve: VUM ), en IPM, er bezwaar tegen gemaakt dat de aanmeldende partijen en Uitgeversbedrijf Tijd gehoord werden door de Raad zonder dat VUM en IPM de mogelijkheid werd geboden hierbij aanwezig te zijn De Raad dient elke concentratiezaak ter zitting te behandelen en de ondernemingen die aan de concentratie deelnemen te horen (art. 32quater, 1, eerste lid WBEM). Een persoon die van een voldoende belang doet blijken, kan op zijn verzoek gehoord worden door de Raad (art. 32quater, 2, eerste lid WBEM). VUM en IPM hebben de Raad verzocht om gehoord te worden, en op hun verzoek is ingegaan. Artikel 15 van het Koninklijk Besluit van 15 maart 1993 betreffende de procedures tot bescherming van de economische mededinging (B.S. 1 april 1993), gewijzigd door de Koninklijke Besluiten van 22 januari 1998 (B.S. 24 april 1998), 11 maart 1999 (B.S. 19 mei 1999) en 28 december 1999 (B.S. 1 februari 2000) (hierna: het procedurereglement ) bepaalt: De zitting is niet openbaar. De natuurlijke of rechtspersonen worden afzonderlijk of in aanwezigheid van andere opgeroepen personen gehoord. In dit laatste geval wordt rekening gehouden met het wettig belang van de ondernemingen ( ) opdat hun zakengeheimen niet zouden worden verspreid. Door de aanmeldende partijen en Uitgeversbedrijf Tijd deels in afwezigheid van de belanghebbende derden te horen, werd die bepaling nageleefd De Raad doet uitspraak over de vraag of de concentratie een machtspositie in het leven roept of versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de nationale markt of een wezenlijk deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd (art. 10, 3 en 4 WBEM).

6 6 Het gaat om een uitspraak in het algemeen belang. Zij heeft geen burgerlijke of subjectieve rechten tot voorwerp. Derden kunnen geen recht doen gelden om de concentratie niet toelaatbaar te horen verklaren. Derden staan dus niet tegenover de partijen bij de concentratie zoals de eiser tegenover de verweerder in een burgerlijk geding tegenover elkaar staan. Het is dan ook niet noodzakelijk dat de derden aanwezig zijn wanneer de partijen bij de concentratie gehoord worden. Daarenboven vergt het wettig belang van partijen dat hun zakengeheimen niet bekend gemaakt worden zodat zij in afwezigheid van derden gehoord moeten kunnen worden. Dit alles wordt overigens bevestigd door artikel 15 van het procedurereglement, dat de derden geen recht toekent om bij het horen van de partijen zelf aanwezig te zijn. Er is geen reden om derden dit recht wel toe te kennen In de voorliggende zaak werd het recht van verdediging van VUM en van IPM volledig gewaarborgd. De onderscheiden schriftelijke opmerkingen van de aanmeldende partijen en van de verkopers van Uitgeversbedrijf Tijd, alsook de voorwaarden die door de aanmeldende partijen werden aangeboden om de concentratie toelaatbaar te horen verklaren, zowel in de zogenaamde eerste fase als in de zogenaamde tweede fase (m.a.w. voor en na de beslissing van de Raad van 27 juli 2005), werden voorgelegd aan VUM en aan IPM, zodat zij de gelegenheid hebben gehad erop te antwoorden. VUM en IPM hebben van die mogelijkheid uitgebreid gebruik gemaakt. Ten onrechte doet VUM in haar laatste schriftelijke opmerkingen gelden dat geen behoorlijk onderzoek en debat op tegenspraak meer mogelijk zou zijn over de voorwaarden die de aanmeldende partijen op de valreep aanbieden, op 22 september Deze voorwaarden werden reeds in het debat gebracht in het verzoek om gehoord te worden van VUM, dat op 20 juni 2005 bij de Raad werd ingediend, en zij zijn uitvoerig aan bod gekomen in de verslagen, tijdens de zittingen en in de schriftelijke opmerkingen. Bovendien hebben andere relevante marktspelers tot tweemaal toe, in eerste en in tweede fase, op ondervraging door de Dienst voor de Mededinging, de gelegenheid gehad zich over mogelijke voorwaarden uit te spreken. 3. De lezersmarkt 3.1. Marktafbakening Zoals de aanmeldende partijen en VUM, en in overeenstemming met Commissiebeschikkingen, 2 oordeelt de Raad dat er een aparte productmarkt bestaat voor zakenkranten (financieel-economische dagbladen). 1 Zie in dezelfde zin: G. Jakhian, L. van Eyll & E. van Nuffel d Heynsbroeck, Les procédures en droit belge de la concurrence et le droit à un procès équitable, in: X. Dieux (ed.), Les autorités de contrôle des marchés financiers, des assurances et de la concurrence. Bilan et perspectives. Actes du colloque de Bruxelles, 25 mai 2000, Bruylant, Bruxelles, 2002, (333), 425, nr. 121.

7 7 Grond voor dit besluit is vooreerst het prijsverschil tussen De Tijd en andere kranten. De Tijd (1,35 EUR) is 35% duurder dan kwaliteitskranten De Standaard en De Morgen (1 EUR) en zelfs 50% duurder dan de overige algemene kranten (0,90 EUR). Dat De Tijd deze substantieel hogere prijs gedurende een langere periode kan handhaven zonder dat kopers van de krant naar andere kranten overstappen, toont aan dat deze krant zich in een markt apart bevindt. Zoals verder zal blijken, heeft men hier niet te maken met een hypothetische, maar een reële monopolist die de prijzen gedurende langere periode zeer significant (niet met 5% tot 10% maar met 35% tot 50%) heeft verhoogd, klaarblijkelijk zonder dat de klanten naar andere producten overstappen (vgl. SSNIP-test 3 ). Ook volgende kenmerken onderscheiden het product zakenkrant, niet enkel van andere producten uit de geschreven pers (magazines, weekbladen), maar ook van andere kranten. De oplagecijfers van zakenkranten liggen beduidend lager dan die van andere kranten. 4 Bedrijfsabonnementen vertegenwoordigen een veel belangrijker aandeel in de verkochte oplage van zakenkranten dan in de verkochte oplage van dagbladen met algemene informatie. Zakenkranten hebben relatief meer dubbellezers (lezers die nog een andere krant lezen). De frequentie van verschijnen ligt veelal lager bij zakenkranten dan bij andere kranten, zij verschijnen veelal niet op maandag. 5 Zakenkranten voeren ter promotie niet of niet in dezelfde mate het soort promotionele spaaracties dat kranten voor een groter publiek wel voeren. Tenslotte verschilt het inhoudelijk aanbod van zakenkranten grondig van dat van andere kranten: economie, ondernemingsnieuws, financiën, financiële verslaggeving en beursdata krijgen relatief veel meer aandacht dan in andere kranten, er zijn relatief ook veel meer financiële advertenties maar er is beduidend minder aandacht voor sport Zoals de verslaggever beschouwt de Raad ook de taal van een krant als productkenmerk. Zoals de verslaggever, de aanmeldende partijen en vrijwel alle ondervraagde derden oordeelt de Raad dat Nederlandstalige (zaken-)kranten verschillen van, en niet substitueerbaar zijn met, Franstalige (zaken-) kranten. Uit de gepresenteerde verkoopcijfers blijkt dat er nauwelijks exemplaren van De Tijd verkocht worden in Franstalig België, terwijl er omgekeerd bijvoorbeeld erg weinig exemplaren van L Echo verkocht worden in Nederlandstalig België Relevante productmarkt kan in het licht van wat voorafgaat enkel de markt voor Nederlandstalige zakenkranten zijn. De Tijd is duidelijk zulk een Nederlandstalige zakenkrant, meer nog, het is de enige Nederlandstalige zakenkrant. Dat de krant niet of nauwelijks substitueerbaar is met andere Nederlandstalige kranten blijkt in de praktijk, overwegend uit de prijszetting (zie hoger) en uit andere ervaringen. 6 2 Beschikking van de Commissie van 1 februari 1999, zaak IV-M.1041, Recoletos/Unedisa, Pb. 17 maart 1999, C 73/06; Beschikking van de Commissie van 20 april 1999, zaak IV-M.1455, Gruner + Jahr/Financial Times/JV, Pb. 31 augustus 1999, C 247/05. 3 Vgl. de SSNIP ( Small but Significant Non-transitory Increase in Price ) test die de Europese Commissie toepast om de substitueerbaarheid tussen verschillende producten te beoordelen. Mededeling van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt, Pb., C 372/5, 9 december Gemiddelde oplagen in 2004: Het Laatste Nieuws , Het Nieuwsblad , De Standaard , De Morgen , De Tijd Aan Franstalige zijde: Le Soir , La Libre Belgique , L Echo (Bron CIM). 5 De Tijd verschijnt sinds 3 november 2003 wel op maandag maar concurrenten merkten daarvan niets, er was geen terugval in hun verkoop. L Echo verschijnt nog altijd niet op maandag. 6 Toen in 2002 de VUM-kranten De Standaard, Het Nieuwsblad, De Gentenaar en Het Volk twee dagen na elkaar niet verschenen ingevolge een staking, steeg logischerwijze de verkoop van de andere kranten in Vlaanderen. De meerverkoop van De Tijd viel echter opvallend mager uit in vergelijking met die van andere kranten en was de tweede dag zelfs verwaarloosbaar. Staking dag 1: Het Laatste Nieuws ex., De Morgen ex., De Tijd ex. Dag 2: Het Laatste Nieuws ex., De Morgen ex., De Tijd +700 ex. Cijfergegevens afkomstig van aanmeldende partijen, waarvan de juistheid niet betwist wordt door

8 Volgens vaste rechtspraak en beschikkingspraktijk is de relevante geografische markt het gebied waarbinnen de betrokken ondernemingen een rol spelen in de vraag naar en het aanbod van goederen of diensten, waarbinnen de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden doordat daar duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen. Er bestaat overeenstemming over dat dit in casu België is Beoordeling Aangezien de relevante markt deze is van Nederlandstalige zakenkranten, kan de Raad niet anders dan besluiten dat De Tijd een monopoliepositie inneemt op die markt. In de mate dat deze concentratie die monopoliepositie onaangetast laat, leidt zij niet tot het in het leven roepen of versterken van een machtspositie. De monopoliepositie bestond immers al vóór de concentratie. Overigens zou de monopoliepositie onverminderd blijven bestaan indien niet De Persgroep en Rossel, maar één van hun concurrenten De Tijd zou hebben overgenomen Niettemin stelt de Raad vast dat toch een nieuwe en unieke situatie ontstaat in de mate dat de concentratie een - weliswaar reeds bestaand - monopolie op de markt voor Nederlandstalige zakenkranten onderbrengt bij ondernemingen die ook reeds een - eveneens vooraf bestaand - monopolie op de markt van Franstalige zakenkranten controleren De belanghebbende derden doen gelden dat de concentratie tot gevolg heeft dat de toetreding tot de gemonopoliseerde markten van respectievelijk Nederlandstalige en Franstalige zakenkranten nog meer belemmerd wordt, omwille van de synergie die wordt teweeggebracht door het samengaan van De Tijd en L Echo. 7 Een concentratie moet evenwel niet ontoelaatbaar verklaard worden om de enkele reden dat zij monopolies op twee markten met elkaar verenigt. 8 In de voorliggende zaak vormen mogelijke synergieën tussen De Tijd en L Echo geen reden om de concentratie niet toelaatbaar te verklaren, op grond van volgende overwegingen. Ten eerste kan de concentratie niet geacht worden de bestaande toestand te verergeren, nu toetreding hoe dan ook vrijwel onoverkomelijk blijkt, ook zonder de concentratie. Ten tweede blijkt niet dat toetreding daadwerkelijk meer belemmerd zou worden ingevolge de concentratie. Deze twee punten worden hierna achtereenvolgens verder ontwikkeld. de belanghebbende derden (die echter aanvoeren dat de cijfers dateren van voor de herpositionering van De Tijd in 2003). 7 Volgens VUM betonneert de concentratie de monopolieposities van De Tijd, respectievelijk L Echo (zie laatst in haar Tweede aanvullende schriftelijke opmerkingen in tweede fase van 23 september 2005, nr. 18). 8 Mocht dat wel het geval zijn, dan zou een concentratie tussen luchtvaartmaatschappijen, die elk op ten minste één bepaalde lijn (punt tussen twee luchthavens) als enige vluchten verzorgen, nooit toegelaten kunnen worden. Nochtans wordt die toelating wel verleend, zie bijv. de beschikkingspraktijk van de Europese Commissie en de beslissing nr C/C-69 van 24 december 2004 van de Raad inzake SN Airholding II / Virgin Express.

9 De monopolieposities van De Tijd, respectievelijk L'Echo, zijn tot dusver nooit door toetreders betwist. De verklaring is de volgende. De geringe marktomvang, gekoppeld aan de lage prijselasticiteit, brengt toetredingsbelemmeringen teweeg. De markt voor Nederlandstalige, respectievelijk Franstalige zakenkranten in België is klein. Nochtans moet de potentiële concurrent, die de markt wil betreden, een minimaal verkoopcijfer halen om de vaste kosten te dekken. Zo beliep de verkoop van De Tijd vanaf het eerste jaar (1982) al exemplaren (bron: CIM). Wil een nieuwkomer op de markt van Nederlandstalige zakenkranten dat verkoopcijfer halen, dan is de hoogstaande kwaliteit van zijn product niet voldoende. Hij zal verplicht zijn een forse vermindering t.o.v. de prijs van De Tijd toe te passen, om Tijd-kopende abonnees te overtuigen om naar de nieuwe zakenkrant over te stappen. Forse prijsverminderingen zijn net nodig omdat de prijselasticiteit van de vraag naar zakenkranten zo laag blijkt te zijn. Zoals hierboven vermeld heeft een verhoging van de prijs van De Tijd (met 35% tot 50%) de klanten niet naar andere producten doen uitwijken. Daarenboven zou zelfs een fors lagere prijs van de nieuwe toetreder de Tijd-kopende abonnees niet noodzakelijkerwijze doen overstappen naar de nieuwe zakenkrant. Te vrezen valt dat de verlaging van de prijs die het minimaal aantal kopers-abonnees naar de nieuwe krant aantrekt zo drastisch moet zijn dat de kosten van de nieuwe krant er niet door gedekt kunnen worden. In de economische literatuur is dit probleem reeds langer bekend. De kosten voor de lancering van het product vormen een toetredingsbelemmering, wanneer de nieuwe marktspeler van bij de aanvang zijn prijs laag moet zetten om de zogenaamde minimale optimale grootte ( minimum optimal scale ) te bereiken, en wanneer die minimale optimale grootte een vrij hoog percentage uitmaakt van de marktomvang. 9 Empirisch onderzoek wijst uit dat deze uit een geringe marktomvang voortvloeiende toetredingsbelemmering voor de Belgische economie relevant is, in het bijzonder in bedrijfstakken die niet op export gericht zijn, wat ontegensprekelijk het geval van de Belgische zakenkranten is. 10 Zo n toetredingsbelemmering is des te groter wanneer toetreding vereist dat aanloopkosten gemaakt worden. 11 Aanloopkosten ( sunk costs ) hebben immers de eigenschap dat ze niet-recupereerbaar zijn na het stopzetten van de activiteit. Het besluit luidt dat toetreding hoe dan ook vrijwel onoverkomelijk is, afgezien van de concentratie. In die omstandigheden is er geen reden de concentratie te verbieden omdat zij toetredingsbelemmeringen zou creëeren. 9 Zie bijv. R. Caves, Scale Economies in Statistical Analyses of Market Power, Review of Economics and Statistics, mei 1975; Economie Européenne, 1989, Concentration horizontale, fusions et politique de concurrence dans la Communauté européenne, n 40, mei 1989, ; A. Jacquemin, Economie industrielle européenne, Dunod, 1979, P. Pashigian, Market Concentration in the United States and Great Britain, Journal of Law and Economics, oktober 1968, nr. 11, ; R.D. Rees, Optimum Plant Size in United Kingdom Industries: Some Survivors Estimates, Economica, november 1973; M. Scherer, Industrial Market Structure and Economic Performance, Rand Mc Nally, 1980, Zie A. Jacquemin, E. De Ghellinck & Ch. Huveneers, Industriële concentratie in een open economie: het geval van België, Statistisch Tijdschrift van het NIS, mei 1978, n 5, ; A. Jacquemin, E. De Ghellinck & Ch. Huveneers, Concentration and Profitability in a Small Open Economy, The Journal of Industrial Economics, Volume XXIX, December 1980, n 2, A. Jacquemin, The New Industrial Organization, MIT Press, 1985, ; P. Sylos-Labini, Oligopoly and Technical Progress, Cambridge, Harvard University Press, 1957.

10 De tweede vraag was of de gezamenlijke controle door de aanmeldende partijen van de combinatie De Tijd-L Echo de belemmeringen om toe te treden tot de Nederlandstalige, respectievelijk Franstalige, markt voor zakenkranten nog zou versterken. Met de Europese Commissie kan worden aangenomen dat bestaande monopolies uit de concentratie voordelen kunnen halen die, in theorie, de concurrentie nog verder kunnen beperken. 12 Voor deze concentratie zijn de volgende concurrentiële voordelen relevant: -kostenvermindering (infra ); -betere toegang tot een distributienetwerk (infra ); -verticale integratie (infra ); -uitbreiding van het gamma ( portefeuille ) van krantentitels en producten (infra ). Hierna zal onderzocht worden in hoeverre deze voordelen door de voorliggende concentratie verwezenlijkt kunnen worden, en er een bezwaar tegen is Kostenvermindering is ongetwijfeld mogelijk. De Tijd en L Echo zouden niet alleen de enige Belgische zakenkranten zijn die de minimale optimale grootte kunnen bereiken op een markt van bescheiden omvang, ze zouden ook tegen lagere kosten per krant kunnen produceren als de kopers er effectief in slagen de bedoelde kostenbesparingen en synergieën te bereiken. IPM heeft dit benadrukt met volgend citaat: These entry barriers not only preclude a counter merger since there is not a second firm with which to merge they also implicitly preclude a disadvantaged rival from entering the dominant firm s market. In any event, these barriers to entry preclude a disadvantaged rival from replicating the structure of the merging firm. 13 (vrij vertaald: Deze toetredingsbelemmeringen beletten niet alleen een tegenconcentratie - er is immers geen tweede onderneming om mee samen te gaan - zij beletten een benadeelde rivaal eveneens impliciet de toegang tot de markt van de dominante speler. In ieder geval beletten deze toetredingsbelemmeringen een benadeelde rivaal om de structuur van de fuserende onderneming te kopiëren.) (schriftelijke opmerkingen in eerste fase, p. 5) Op zichzelf kan hierover eensgezindheid bestaan, doch het argument is hier niet ter zake dienend. De bescheiden omvang van de markt voor Belgische zakenkranten, gekoppeld aan een lage prijselasticiteit van de vraag en aan aanloopkosten, volstond en volstaat om enige toetreding tot voormelde markt te belemmeren. Het al dan niet toelaten van deze concentratie zou niets veranderen aan deze toetredingsbelemmering (zie hierboven ). Tegenover dit argument van mogelijke versterking van de toetredingsbelemmering staat bovendien het argument van mogelijke efficiëntievoordelen van de concentratie. In tegenstelling tot de Verordening van 1989 die de Europese Commissie niet expliciet toeliet met zulke efficiëntievoordelen rekening te houden, laat artikel 10, 2 b) WBEM de Raad toe rekening te 12 Zie hierover bijv. J. Zachmann, Le contrôle communautaire des concentrations, Librairie Générale de Droit et de Jurisprudence, Paris, 1994, 278 e.v. 13 The Impact of Vertical and Conglomerate Mergers on Competition, Church Economic Consultants Ltd., September 2004, 149.

11 11 houden met onder meer de ontwikkeling van de technische en economische vooruitgang voor zover deze in het voordeel van de consument is en geen belemmering vormt voor de mededinging. In geval van ontoelaatbaarheid van de aangemelde concentratie zouden de uit de concentratie voortvloeiende efficiëntievoordelen, zoals kostenbesparingen, wegvallen. Dit wordt overigens door VUM ook toegegeven:...deze synergie [tussen de enige twee bestaande Belgische zakenkranten] is trouwens de reden waarom De Persgroep en Rossel de eigenaars van l Echo samen hebben geboden op De Tijd... (Aanvullende schriftelijke opmerkingen in Tweede Fase van 8 september 2005, randnummers 12 en 13). Toelating van de concentratie onder voorwaarden die mededingingsbeperkingen tegengaan moet verkozen worden boven de niet-toelaatbaarheid, omdat aldus de efficiëntievoorwaarden gevrijwaard blijven zonder dat de mededinging beperkt wordt. Ter zitting van 19 juli 2005 heeft de vertegenwoordiger van de doelonderneming verklaard dat De Tijd geen stand-alone business (vrij vertaald: op zichzelf staande handelszaak) meer is, niettegenstaande de monopoliepositie op de relevante productmarkt. Daarmee kan niet bedoeld zijn dat het hier om de overname van een onderneming in moeilijkheden ( failing firm ) zou gaan, zoals VUM terecht laat opmerken (schriftelijke opmerkingen van de VUM van 15 juli 2005, p. 8: de procedure van beperkte veiling voor de verkoop van De Tijd is al maanden aan de gang) of dat de overname van De Tijd door de aanmeldende partijen een reddingsoperatie zou zijn (eveneens terecht betwist in de schriftelijke opmerkingen van de VUM van 15 juli, p. 9). Dit neemt echter niet weg dat de Raad het geheel geloofwaardig acht dat het handhaven van een zelfstandige, niet door een grotere entiteit gesteunde, zakenkrant op de beperkte Nederlandstalige markt, economisch niet meer verantwoord is. Besluit: kostenvermindering is geen mededingingsrechtelijk bezwaar tegen de concentratie De toegang tot een distributienetwerk kan dankzij de concentratie hoogstens marginaal verbeterd worden. De Raad stelt immers vast dat, zoals verder benadrukt wordt, De Tijd slechts enkele tienduizenden abonnees telt, op een markt die goed is voor een dagelijkse verkoop van ruim meer dan Nederlandstalige kranten (maximaal 4%). Dit kan niet leiden tot een versterking van de inkoopmacht van De Persgroep en Rossel op de distributiemarkt. 14 Besluit: toegang tot het distributienetwerk tegen betere voorwaarden is geen mededingingsrechtelijk bezwaar tegen de concentratie De verticale integratie bestaat erin dat Uitgeversbedrijf Tijd en Editeco een sterke positie hebben op de markt voor het verstrekken van financiële gegevens aan de geschreven pers in België. Die markt bevindt zich stroomopwaarts van deze van het uitgeven van kranten. Ofschoon de aankoop van zulke financiële gegevens maar een zeer gering deel van de totale kosten van een dagbladuitgever uitmaakt, heeft de sterke positie op deze stroomopwaartse markt ernstige twijfels over de toelaatbaarheid van de concentratie doen rijzen. Om die reden heeft de Raad in zijn 14 Ter vergelijking kan worden verwezen naar de de minimis drempel van 5% in de Bekendmaking van de Commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet merkbaar beperken in de zin van artikel 81, lid 1 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (de minimis), Pb. 22 december 2001, C 368/13, punt 8.

12 12 beslissing van 27 juli 2005 aan de verslaggever en de Dienst voor de Mededinging verzocht nader onderzoek in te stellen op die markt en aan de verslaggever verzocht hierover een bijkomend verslag in te dienen. Hieronder legt de Raad uit hoe de door de partijen voorgestelde verbintenissen volstaan om te voorkomen dat deze verticale integratie tot gevolg zou hebben dat een daadwerkelijke mededinging op de lezersmarkt op significante wijze wordt belemmerd Zal de uitbreiding van het gamma van krantentitels en producten in handen van de ondernemingen na concentratie leiden tot versterking van de machtspositie op de Nederlandstalige en Franstalige lezersmarkten voor zakenkranten, ingevolge het zogenaamde portefeuille-effect? Zoals bekend heeft de Europese Commissie in dit effect een bewaar gezien in de geruchtmakende zaken Nestlé-Perrier en De Havilland. 15 De Raad is evenwel van mening dat die Europese gevallen geen afdoende precedentwaarde hebben voor de voorliggende concentratie, omdat het commercieel verband tussen de markt voor Nederlandstalige zakenkranten en de markt voor Franstalige zakenkranten zeer gering is: zoals hoger vermeld blijkt uit de voorgelegde verkoopcijfers dat er nauwelijks exemplaren van De Tijd verkocht worden in Franstalig België, terwijl er omgekeerd erg weinig exemplaren van L Echo verkocht worden in Nederlandstalig België. Bovendien blijkt uit cijfers van de CIM en van de kaderledenenquêtes dat amper lezers zowel De Tijd als L Echo kopen. De Tijd en L Echo zijn duidelijk niet substitueerbaar (in tegenstelling tot bijvoorbeeld de waterbronnen en -merken in het geval Nestlé-Perrier). Besluit: een portefeuille-effect De Tijd/L Echo is geen mededingingsrechtelijk motief om de concentratie niet-toelaatbaar te verklaren Uit hetgeen voorafgaat volgt dat er geen reden is om de concentratie niet toelaatbaar te verklaren omwille van de synergie die het samengaan van twee kranten met een monopoliepositie op hun respectievelijke markten teweegbrengt Toch betekent dit nog niet dat de Raad de aangemelde concentratie onvoorwaardelijk moet goedkeuren, zoals de aanmeldende partijen aanvankelijk voorhielden. Er rijst immers bijkomend de vraag of de gezamenlijke controle over genoemde monopolies, of nog de enkele combinatie van het monopolie op de markt voor Nederlandstalige zakenkranten met een sterke (maar niet leidende) positie op de markt van niet-zakenkranten (waarbij in het midden kan worden gelaten of dergelijke markt als dusdanig bestaat), niet kan leiden tot het in het leven roepen of versterken van een machtspositie op andere markten dan de markt voor Nederlandstalige zakenkranten. Dit is de vraag naar mogelijke negatieve hefboomeffecten. De Raad identificeert in dit verband twee potentieel mededingingsbeperkende strategieën op de lezersmarkten: -risico dat de aanmeldende partijen gegevens van abonnees van De Tijd zouden aanwenden om Tijdabonnees die een tweede krant kopen, ervan te overtuigen voortaan één van de door hen uitgegeven kranten als tweede krant te kopen (a); 15 Beschikking van de Commissie van 22 juli 1992, zaak IV-M.190, Nestlé / Perrier, Pb. 5 december 1992, L356/01; Beschikking van de Commissie van 2 oktober 1991, zaak IV-M.53, Aérospatiale / Aléna / De Havilland, Pb. 5 december 1991, L334/42.

13 13 -risico dat de aanmeldende partijen het monopolieproduct De Tijd zouden bundelen met een andere door hen uitgegeven krant, teneinde via een gezamenlijk aanbod lezers van niet door hen uitgegeven kranten te overtuigen om over te schakelen (b). Hierna volgen de bevindingen van de Raad over elk van deze strategieën. (a) Gebruik van abonneebestanden van De Tijd In zijn beslissing van 27 juli 2005 heeft de Raad de verslaggever en de Dienst voor de Mededinging verzocht om belanghebbenden te ondervragen over de mogelijkheden voor De Persgroep en Rossel om hun positie op lezersmarkten die grenzen aan de markt voor Nederlandse zakenkranten te versterken. Meer specifiek werd gevraagd of volgende voorwaarde noodzakelijk en voldoende zou zijn om dit risico uit te sluiten: De partijen zullen het abonneebestand van de krant De Tijd niet gebruiken om gerichte acties te voeren ten einde de verkoop van andere krantentitels van De Persgroep of Rossel te bevorderen Geen van de ondervraagde derden (Concentra, BVDU en VDP, Roularta), deels rechtstreekse concurrenten van de aanmeldende partijen, acht het opleggen van deze voorwaarde noodzakelijk. Zij menen dat het marktverstorend effect van een eventueel gebruik van het abonneebestand van De Tijd minstens (zeer) beperkt zou zijn. Tweemaal wordt erop gewezen dat bedoeld gebruik voor gerichte acties wel eens een averechts effect zou kunnen sorteren, omdat de huidige lezers van De Tijd het als een betwistbare commerciële praktijk zouden kunnen beschouwen die hun privacy schendt De mogelijke impact van het gebruik van het abonneebestand van De Tijd is uiterst gering. De Tijd heeft slechts enkele tienduizenden abonnees, op een markt die goed is voor een dagelijkse verkoop van ruim kranten. In een volstrekt onrealistisch (zie verder) maximalistisch scenario, waarbij dankzij het gebruik van het abonneebestand van De Tijd plots alle Tijd-lezende abonnees van een niet-persgroep krant, hun abonnement op die niet-persgroep krant zouden inruilen voor een abonnement op een Persgroep-krant, dan zouden volgens CIM-cijfers nog altijd maar 5,6% van de abonnees van algemene Nederlandstalige kranten getroffen zijn, ofwel 2,5% van alle kopers van algemene Nederlandstalige kranten (totale betaalde verspreiding, waarbij naast abonnementen ook losse verkoop in rekening wordt gebracht). Maar zoals gezegd, is dergelijk scenario volstrekt onrealistisch. Het houdt geen rekening met de trouw van krantenlezers aan hun krant: zelfs een financieel erg aanlokkelijk - en voor De Persgroep dus kostbaar - aanbod zal naar verwachting slechts een beperkt aantal personen overtuigen om het abonnement op hun vertrouwde krant op te zeggen. Bovendien betreffen de cijfers hierboven Tijdlezende abonnees van een niet-persgroep krant maar daarom nog geen Tijd-kopende abonnees van een niet-persgroep krant. Juist voor De Tijd ligt het aantal kopers merkbaar lager dan het aantal lezers. Met de verslaggever concludeert de Raad derhalve dat het aantal abonnees op een niet-persgroep krant dat via gericht gebruik van Tijd-abonneegegevens effectief zou overstappen naar een Persgroep-krant, slechts een fractie zal bedragen van krantenlezers en -kopers, ja zelfs slechts een fractie van de hierboven genoemde 2,5%. Het effect op de markt voor Franstalige kranten met algemene informatie zal zo mogelijk nog kleiner uitvallen, nu slechts enkele honderden abonnees van De Tijd ook zulk een Franstalige krant blijkt te kopen.

14 Op de markt voor Nederlandstalige kranten met algemene informatie is niet De Persgroep maar VUM marktleider. Dat blijft ook zo na de concentratie. In het licht van de relatieve stabiliteit van de marktaandelen gedurende de voorbije jaren en het klein aantal Tijd-abonnees valt in die context weinig te vrezen van een gebruik door De Persgroep van abonneegegevens van De Tijd. De Raad komt dan ook tot de conclusie dat het niet noodzakelijk is om de aanmeldende partijen een voorwaarde op te leggen betreffende het gebruik van abonneebestanden van De Tijd. (b) Gezamenlijk aanbod van De Tijd en andere kranten van de aanmeldende partijen Het hierboven beschreven gebruik van het abonneebestand van De Tijd zou gericht zijn op dubbellezers van De Tijd. Men kan zich echter ook andere hefboomeffecten op de lezersmarkt voorstellen, gericht op lezers van andere kranten dan De Tijd. Meer bepaald zou men zich kunnen indenken dat de aanmeldende partijen een gezamenlijk aanbod zouden uitwerken bestaande uit De Tijd enerzijds en een andere krant van De Persgroep (bijv. De Morgen) of van Rossel (bijv. L Echo) anderzijds. Zolang De Tijd een monopoliepositie bekleedt op de markt voor Nederlandstalige zakenkranten, zou geen enkele met de aanmeldende partijen concurrerende onderneming in staat zijn om een gelijkaardig gezamenlijk aanbod aan te bieden op de markt. Indien het gezamenlijk aanbod succesvol zou zijn op de lezersmarkt ontstaat het risico dat andere krantentitels (bijv. De Standaard) onder druk komen te staan of op termijn zelfs zouden verdwijnen Er is geen enkele aanwijzing dat De Persgroep en Rossel inderdaad van plan zouden zijn om daadwerkelijk tot dit soort gezamenlijk aanbod over te gaan. Na de overname van L Echo door De Persgroep en Rossel, ontstond in het Franstalig landsgedeelte de mogelijkheid om L Echo te bundelen met een krant uit De Persgroep of van Rossel. Tot op heden is dit echter niet gebeurd; er zijn geen gezamenlijke aanbiedingen van bijvoorbeeld L Echo en Le Soir of van L Echo en SudPresse. Dit lijkt de stelling te ondersteunen dat dit soort combinatieaanbiedingen economisch weinig zinvol is en in de praktijk niet voorkomt. Meer in het algemeen is er in het geheel geen traditie van gezamenlijk aanbod van krantentitels in België en evenmin, zo laat zich aanzien, in de ons omringende landen. Tenslotte perken de bepalingen inzake gezamenlijk aanbod van de Wet Handelspraktijken 16 het voordeel dat consumenten bij gezamenlijk aanbod kan worden geboden, en dus het potentieel succes van dit soort commerciële strategie, gevoelig in Toch is, gezien het nieuwe en unieke karakter van de marktsituatie die de concentratie doet ontstaan (zie hoger), bijzondere waakzaamheid geboden. 16 Artikel 54 verbiedt het gezamenlijk aanbod, terwijl artikel 55 bepaalt dat toch geoorloofd is tegen een totale prijs aan te bieden, gelijke producten (of diensten), op voorwaarde dat elk product (en elke dienst) afzonderlijk tegen de gewone prijs in dezelfde inrichting verkregen kan worden, en dat de prijsvermindering die eventueel aan de koper verleend wordt voor het geheel van de producten (of diensten) niet meer bedraagt dan één derde van de samengetelde prijzen.

15 15 Teneinde derhalve ook dit soort potentiële hefboomeffecten - die zouden kunnen leiden, niet tot een versterking van machtspositie op de markt voor Nederlandstalige zakenkranten (daar bestond immers al een monopolie voor de concentratie, en dit blijft bestaan na de concentratie), maar wel tot het in het leven roepen van een machtspositie op een aangrenzende markt (bijvoorbeeld die van kwaliteitskranten andere dan zakenkranten, waarbij in het midden kan worden gelaten of zulke markt daadwerkelijk bestaat) - uit te sluiten, is het vereist om volgende voorwaarde, door aanmeldende partijen bij brief van 22 september 2005 aangeboden, op te leggen: De aanmeldende partijen zullen op de lezersmarkt geen gezamenlijk aanbod doen van De Tijd, enerzijds, en van een andere krant uitgegeven door De Persgroep of Rossel, anderzijds. Deze voorwaarde zal gelden gedurende een periode van vijf jaar vanaf de kennisgeving van de beslissing van de Raad Een gelijkaardige voorwaarde werd gevraagd door VUM ( De Partijen zullen niet enige combinatie van De Tijd, enerzijds, en andere dagbladen van De Persgroep en Rossel, anderzijds, aanbieden op de lezersmarkt, met inbegrip van tijdelijke promoties, ongeacht of deze combinatie gratis of betalend is ), zij het dat VUM deze voorwaarde voor tien jaar opgelegd wenste te zien, terwijl deze Raad de door aanmeldende partijen aangeboden periode van vijf jaar onder de geldende marktomstandigheden afdoende acht. De andere voorwaarden die belanghebbende derden opgelegd wilden zien op de lezersmarkt, verwerpt deze Raad. Wat betreft het gevraagde verbod van uitwisseling van abonneedata-bestanden of andere data met betrekking tot lezers en kopers, wordt verwezen naar hierboven. Wat betreft de vraag om een verbod op het uitwisselen van bijlagen of redactionele inhoud tussen De Tijd en andere dagbladen van De Persgroep en Rossel, of nog om een verbod op enige gezamenlijke nieuwsgaring, redactionele verwerking of andere vormen van redactionele synergie tussen De Tijd en L Echo, ten einde de bestaande redactionele en inhoudelijke verscheidenheid tussen De Tijd en L Echo te bewaren dient vastgesteld (a) dat het vrijwaren van inhoudelijke verscheidenheid tussen De Tijd en L Echo geen punt van zorg is voor een mededingingsautoriteit die oordeelt dat De Tijd en L Echo zich in afzonderlijke productmarkten situeren en (b) dat deze vraag er in wezen op gericht lijkt om zoveel mogelijk potentiële efficiëntievoordelen van de concentratie uit te sluiten, hetgeen zeker niet het doel is van concentratiecontrole. Dergelijke voorwaarden acht de Raad bovendien niet nodig om mogelijke hefboomeffecten tegen te gaan. 4. De advertentiemarkten Dagbladuitgevers 17 zijn niet alleen actief op de markt waar hun dagbladen gekocht worden door lezers, maar ook op markten waar ruimte in hun dagbladen wordt gekocht door adverteerders. Adverteerders hebben verschillende behoeften naar gelang het voorwerp van de advertentie en het doel dat zij ermee beogen. 17 Dagblad en krant worden in deze beslissing als synoniemen gebruikt.

16 16 De Persgroep, Rossel en Uitgeversbedrijf Tijd bieden advertentieruimte aan voor: -advertenties die een reclameboodschap voor een bepaald product of dienst bevatten, en die de lezer willen aanzetten tot kopen ( themareclame ); -advertenties waarin verstrekkers van financiële producten boodschappen richten aan de inschrijvers op die producten (aandeelhouders en dergelijke), welke mededelingen al dan niet bij wet verplicht zijn ( financiële en wettelijk verplichte advertenties ); in tegenstelling tot de themareclame hebben deze advertenties een informatief oogmerk; -advertenties die werkaanbiedingen bevatten ( jobadvertenties ). Vanuit het oogpunt van de adverteerder (vraagzijde) zijn deze advertenties uiteraard niet onderling verwisselbaar. Onder voorbehoud van de hierna volgende meer doorgedreven verfijning moeten dan ook volgende productmarkten onderscheiden worden: -de markt voor themareclame, -de markt voor financiële en wettelijk verplichte advertenties, en -de markt voor jobadvertenties. 5. Themareclame 5.1. Productmarkt Dagbladen zijn ééntalig. Belgische dagbladen worden in het Nederlands of in het Frans uitgegeven. Een advertentie in een andere taal dan deze van het dagblad is hoogst uitzonderlijk. Voor de adverteerder is de advertentie in het Frans niet substitueerbaar met deze in het Nederlands. Naar gelang de taal richt de advertentie zich tot een ander doelpubliek. De adverteerder kan er niet van uitgaan dat een advertentie in het Frans, die in een Franstalige krant is opgenomen, het Nederlandstalige lezerspubliek bereikt. Advertenties in buitenlandse Nederlandstalige (of anderstalige) dagbladen, al kennen zij enige verspreiding in België of ten minste in de Vlaamse gemeenschap, zijn voor de adverteerders evenmin een substituut. Zo n advertenties zijn in de regel immers in de allereerste plaats bestemd voor de lezers van het land waar het dagblad wordt uitgegeven, en maken doorgaans publiciteit voor producten of diensten die in dat land beschikbaar zijn. De productmarkt is dan ook deze voor themareclame in Nederlandstalige Belgische dagbladen Geografische markt De Belgische dagbladuitgevers verspreiden het overgrote gedeelte van hun oplage in België. De adverteerders kunnen via de Belgische dagbladen dan ook slechts het in België gevestigde of aanwezige lezerspubliek bereiken.

17 17 Bijgevolg moet worden aangenomen dat de productmarkt van de themareclame geografisch beperkt is tot het Belgische grondgebied. De verspreiding van Nederlandstalige dagbladen in de Franse en Duitse gemeenschappen van België is weliswaar gering, doch, wat betreft de sterkte van de verschillende uitgevers op de relevante advertentiemarkten (die tot de Nederlandstalige dagbladen beperkt zijn), maakt het niet uit of deze markten heel België of alleen Vlaanderen omvatten Marktaandelen Voor 2004 en voor het eerste kwartaal van 2005 (tussen haakjes) heeft de verslaggever volgende marktaandelen genoteerd: -VUM (Het Nieuwsblad / De Gentenaar; Het Volk; De Standaard; Standaard Espresso): 44,4% (40,6%) -Concentra (Belang van Limburg; Gazet van Antwerpen): 16,0% (19,1%) -Metro NL, van Concentra en Rossel: 2,8% (3,4%) -De Persgroep (Het Laatste Nieuws / De Nieuwe Gazet; De Morgen): 32,8% (33,5%) -Uitgeversbedrijf Tijd (De Tijd): 4% (3,4%). Het gezamenlijk marktaandeel van De Persgroep en van Uitgeversbedrijf Tijd bedroeg in ,8% (36,9% in het eerste kwartaal van 2005), en dit van Rossel (via Metro NL), De Persgroep en Uitgeversbedrijf Tijd 39,6% (40,3%) Beoordeling Zowel voor als na de concentratie heeft VUM het grootste marktaandeel, zij het dat de voorsprong op de uitgevers die door de concentratie gegroepeerd worden gering zou kunnen worden, als de tendens van het eerste kwartaal van dit jaar zich doorzet. De Persgroep, noch De Persgroep en Rossel tezamen, hadden voor de concentratie een machtspositie, zodat de concentratie zeker niet tot gevolg heeft een machtspositie te versterken (art. 10, 3 WBEM). Op grond van de enkele marktaandelen kan evenmin besloten worden dat door de concentratie een machtspositie in het leven wordt geroepen van de ondernemingen die door de concentratie gegroepeerd worden (art. 10, 3 WBEM). Zelfs indien hun gezamenlijk marktaandeel groter zou zijn dan dat van VUM, blijft het verschil klein, en blijft ook concurrentiedruk uitgaan van Concentra, waarvan het marktaandeel een derde tot de helft van het marktaandeel van de grootste marktspeler bedraagt De uitsluiting uit deze advertentiemarkt van dagbladen die niet door De Persgroep worden uitgegeven, veroorzaakt door het samengaan van De Tijd met de kranten van De Persgroep, hoeft niet gevreesd te worden. In dat verband beschrijft VUM een scenario waarin de aanmeldende partijen -een adverteerder die een advertentie met themareclame zou willen plaatsen, zouden verplichten om deze zowel in De Tijd als in De Morgen (of een andere krant van De Persgroep) te plaatsen (het zogenaamde verplichte combinatiepakket), al dan niet gepaard gaande met het verbod om dezelfde

18 18 advertentie te plaatsen in een krant die niet door De Persgroep of Rossel wordt uitgegeven (het zogenaamde exclusieve combinatiepakket, althans in de definitie van de aanmeldende partijen; volgens de Dienst voor de Mededinging kan exclusiviteit alleen afgedwongen worden door het verlenen van een korting zie hierna), -of zelfs: deze adverteerder ertoe met kortingen zouden aanzetten om alleen voor publicatie van de advertentie in De Tijd en in De Morgen (of een andere krant van De Persgroep) te kiezen (de zogenaamde optionele combinatiekortingen). Volgens VUM gaat van een combinatie tussen De Tijd en De Morgen een reële aantrekkingskracht uit op zogenaamde selectieve adverteerders, en dit ten nadele van met name De Standaard. De redenering luidt als volgt. Selectieve adverteerders willen hun advertentiebudget besteden om een bepaalde doelgroep te bereiken, bijvoorbeeld de kaderleden. De Tijd bereikt de meeste kaderleden, gevolgd door De Standaard, met De Morgen als derde. De kost per duizend bereikte kaderleden is het laagst voor de inlassing van een advertentie in De Tijd, hoger bij De Standaard en nog hoger bij De Morgen. Vóór de concentratie verkozen selectieve adverteerders voor plaatsing van hun tot kaderleden gerichte advertenties de combinatie van De Tijd en De Standaard, omwille van de laagste kost per duizend bereikte kaderleden. De combinatie tussen De Tijd en De Morgen volgde slechts op de tweede plaats. De concentratie zal steeds volgens VUM - het combinatiepakket van De Tijd en De Morgen in de hand werken. De Tijd heeft immers het hoogste selectieve bereik, en moet dus tot het pakket behoren. De kost per duizend van de combinatie De Tijd, De Morgen en De Standaard zal te hoog worden, in verhouding tot het bijkomend bereik van kaderleden dat door de toevoeging van De Standaard bekomen kan worden Het is echter onwaarschijnlijk dat De Standaard op de beschreven wijze zijn marktaandeel inzake themareclame voor kaderleden zal verliezen, geheel of gedeeltelijk. Aangezien selectieve adverteerders thans de voorkeur geven aan De Standaard boven De Morgen, wegens een lagere kost per duizend kaderleden die bereikt kunnen worden, lijkt een verplichte combinatie tussen De Tijd en De Morgen kansloos, mede gelet op de aankoopmacht van bepaalde adverteerders en van mediacentrales, die door de verslaggever benadrukt wordt. De korting voor het pakket De Tijd en De Morgen zal dus aanzienlijk moeten zijn, zodat het heel onzeker is dat De Persgroep en Rossel deze zullen kunnen of willen toekennen. Het weze herhaald dat de uitgevers die door de concentratie gegroepeerd worden geen machtspositie hebben, en evenmin geacht kunnen worden over onbeperkte financiële middelen te beschikken, of zelfs over voldoende middelen om een uitsluitingsstrategie te financieren. Zij moeten integendeel optornen tegen de marktleider (VUM) en een belangrijke derde speler (Concentra). Overigens zou volgens de verslaggever slechts 2 à 3% van de markt voor themareclame van VUM (De Standaard) naar De Persgroep en Rossel kunnen verschuiven. Deze berekening, die niet betwist wordt, berust op het antwoord aan de Dienst voor de Mededinging dat selectieve campagnes 7% (volgens de aanmeldende partijen) of 8% (volgens VUM) van de nationale themareclamemarkt uitmaken.

19 19 Een daadwerkelijke verschuiving van marktaandeel zou daarvan slechts een fractie betreffen, en dus zeker niet tot gevolg hebben dat een machtspositie van de aanmeldende partijen in het leven wordt geroepen Daarenboven belet niets VUM als marktleider, ten minste sterke marktspeler, om zelf strategieën te ontwikkelen om het hoofd te bieden aan eventuele combinaties binnen de groep van de aanmeldende partijen. VUM kan zelf kortingen toekennen op advertenties die tevens in andere kranten worden opgenomen Volgens VUM zou de concentratie de machtspositie van Rossel op de markt voor themareclame in Franstalige dagbladen versterken, zodat een daadwerkelijke mededinging op significante wijze wordt belemmerd. Verplichte of optionele (met kortingen) combinaties met kranten die door Rossel worden uitgegeven en met L Echo (dat door De Persgroep en Rossel gezamenlijk wordt uitgegeven) zijn echter hypothetisch en onwaarschijnlijk. De Persgroep en Rossel hebben op de markt voor Nederlandstalige themareclame niet de marktmacht die vereist is om hun Franstalige concurrenten te bedreigen op een wijze die een daadwerkelijke mededinging verstoort. Zo zou IPM voor advertenties in de door haar uitgegeven dagbladen (o.m. La Libre Belgique) eveneens kortingen kunnen toestaan indien zij gepaard gaan met advertenties in bepaalde andere kranten, die bijvoorbeeld door VUM of Concentra worden uitgegeven Besluit. Inzake themareclame wordt door de concentratie geen machtspositie in het leven geroepen of versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de nationale markt of een wezenlijk deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd (art. 10, 3 WBEM). 6. Financiële en wettelijk verplichte advertenties 6.1. Productmarkt De overwegingen die geleid hebben tot de afbakening van de markt voor themareclame kunnen hier hernomen worden (met deze aanpassing dat de bekendmakingen ertoe strekken te informeren, doch niet tot het kopen van goederen of diensten willen aanzetten). De productmarkt is deze voor financiële en wettelijk verplichte advertenties in Nederlandstalige Belgische dagbladen Geografische markt Zoals voor de themareclame en op grond van dezelfde overwegingen is de markt voor financiële en wettelijk verplichte advertenties nationaal Marktaandelen

20 20 Voor 2004 hebben de aanmeldende partijen voor De Tijd een marktaandeel van 80 à 85% opgegeven, en De Persgroep en De Tijd een gezamenlijk marktaandeel van 82 à 87% Beoordeling Gelet op zijn marktaandeel had De Tijd reeds voor de concentratie een machtspositie. Door het samengaan van De Tijd met De Persgroep wordt die machtspositie versterkt, zij het in zeer geringe mate. Het marktsegment van wettelijk verplichte bekendmakingen zou weliswaar aan belang kunnen inboeten. Sinds 1 januari 2005 dienen oproepingen voor algemene vergaderingen van vennootschappen nog slechts eenmaal bekendgemaakt te worden in een nationale krant (voordien tweemaal in een nationale en tweemaal in een regionale krant). Ook de publicatie van jaarrekeningen van beursgenoteerde ondernemingen staat onder druk van maatregelen van administratieve vereenvoudiging. Zakenkranten zijn en blijven niettemin het geëigend medium voor financiële en wettelijk verplichte advertenties, in de definitie die er in deze beslissing aan wordt gegeven. Volgens de vaststellingen van de verslaggever, die niet betwist worden door partijen, wordt de Franstalige versie van deze bekendmakingen in zeer overwegende mate opgenomen in L Echo. Ingevolge de overname van deze zakenkrant door De Persgroep en Rossel wordt het marktaandeel van L Echo en dit van de andere kranten van Rossel bovendien nog eens samengevoegd, hetgeen op versterking van de machtspositie op de Franstalige markt wijst. Aldus brengt de concentratie een toestand teweeg waarbij de voornaamste kranten die financiële en wettelijk verplichte advertenties opnemen, beide door De Persgroep en Rossel gecontroleerd worden Ingevolge de marktmacht van De Tijd (plus de andere kranten van De Persgroep) en van L Echo (plus de andere kranten van Rossel), bestaat er een gewettigde vrees dat de aanmeldende partijen uitsluiting van andere kranten op deze advertentiemarkt zullen kunnen teweegbrengen. Met name de opname van een advertentie in De Tijd en in L Echo is een aantrekkelijke complementaire formule, vooral voor ondernemingen die in beide taalgebieden of internationaal actief zijn, of waarvan de zetel in het Brussels Gewest gevestigd is. De aanmeldende partijen zijn de enige die zo n pakket kunnen aanbieden. Om het uitsluitingseffect te vermijden hebben de aanmeldende partijen op 22 september 2005 volgende voorwaarden voorgesteld: De aanmeldende partijen zullen geen verplichte of exclusieve combinaties opleggen van wettelijke en financiële advertentieruimte in De Tijd enerzijds, en één of meerdere van de door De Persgroep en/of Rossel uitgegeven kranten (met inbegrip van L Echo) anderzijds. De aanmeldende partijen zullen de andere krantenuitgevers gelijke toegang verlenen tot optionele combinatiekortingen die zij zouden toestaan voor wettelijke en financiële advertenties tussen De Tijd enerzijds en één of meerdere kranten uitgegeven door De Persgroep of Rossel anderzijds. Deze voorwaarden zullen gelden gedurende een periode van vijf jaar vanaf de kennisgeving van de beslissing van de Raad.

Beslissing nr C/C-38 van 27 juli 2005

Beslissing nr C/C-38 van 27 juli 2005 Beslissing nr. 2005-C/C-38 van 27 juli 2005 Zaak MEDE-C/C-05/0029: NV De Persgroep en NV Rossel & Cie - NV Uitgeversbedrijf Tijd 1. Rechtspleging De aanmelding van de concentratie is bij de Raad voor de

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

Beslissing nr. 2005-C/C-56 van 20 december 2005

Beslissing nr. 2005-C/C-56 van 20 december 2005 Beslissing nr. 2005-C/C-56 van 20 december 2005 Zaak CONC-C/C-03/050: NV Rossel & Cie NV De Persgroep NV Editeco Zaak MEDE-C/C-05/0068: NV Uitgeversbedrijf Tijd NV Editeco I. Voorgaanden... 2 II. Voeging...

Nadere informatie

Zaak T-5/02. Tetra Laval BV tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-5/02. Tetra Laval BV tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-5/02 Tetra Laval BV tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Verordening (EEG) nr. 4064/89 Beschikking waarbij concentratie onverenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard

Nadere informatie

Prijszetting door ondernemingen met een machtspositie

Prijszetting door ondernemingen met een machtspositie Prijszetting door ondernemingen met een machtspositie Sarah Jaques 10 maart 2016 Minervastraat 5, 1930 Zaventem, T +32 (0)2 275 00 75, F +32 (0)2 275 00 70, www.contrast-law.be Prijszetting door ondernemingen

Nadere informatie

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011 Beslissing nr. 2011 - V/M 11 van 7 april 2011 Zaak MEDE-V/M-08/0021: UGC Belgium NV / Kinepolis Group NV I. Overzicht van de relevante procedurevoorgaanden 1. De procedurele voorgaanden zijn weergegeven

Nadere informatie

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 3108/ 14 Betreft zaak: 3108/Gilde - RTD I. MELDING

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE MEDEDELING VAN DE COMMISSIE betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad (Voor de EER relevante tekst) 1.

Nadere informatie

Voorwoord 11. Deel I: Analyse van de Belgische dagbladmarkt: trends en uitdagingen 15

Voorwoord 11. Deel I: Analyse van de Belgische dagbladmarkt: trends en uitdagingen 15 Inhoud Voorwoord 11 Deel I: Analyse van de Belgische dagbladmarkt: trends en uitdagingen 15 Hoofdstuk 1 Een historische terugblik: van het ancien régime tot en met de Tweede Wereldoorlog 17 1. De diverse

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2189/ Aalberts - Hartman I. MELDING 1. Op 7

Nadere informatie

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Datum: 12 mei 1998 Nummer: 443/4.B95 Betreft:

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2280/Thomson - Harcourt General Inc. I. MELDING

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Ontwerpmededeling van de Commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet

Nadere informatie

BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT. Auditoraat. Beslissing nr. BMA-2015-I/O-02-AUD van 17 februari 2015

BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT. Auditoraat. Beslissing nr. BMA-2015-I/O-02-AUD van 17 februari 2015 BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT Auditoraat Beslissing nr. BMA-2015-I/O-02-AUD van 17 februari 2015 Zaak MEDE-I/O-10/0009 A : Vrachtafhandeling op de luchthaven van Brussel Nationaal (Zaventem) I. Procedure

Nadere informatie

Beslissing nr.2003-c/c-69 van 22 augustus 2003

Beslissing nr.2003-c/c-69 van 22 augustus 2003 Beslissing nr.2003-c/c-69 van 22 augustus 2003 Dossier MEDE-C/C-03/0035: NV. Imprimerie des Editeurs en NV. Regionale Uitgeversgroep en NV. Mass Transit Media Gelet op de Wet op de Bescherming van de Economische

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1768/NIB Capital - Alpinvest I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1169-9812.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1169-9812.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1169: Deutsche Babcock - Steinmüller

Nadere informatie

Ja (de activiteiten richten zich hoofdzakelijk op het leveren van goederen)

Ja (de activiteiten richten zich hoofdzakelijk op het leveren van goederen) o Is er sprake van een onderneming die een economische activiteit uitoefent? Mw niet van toepassing Rnr. 12 Is sprake van een afspraak tussen ondernemingen? Mw niet van toepassing Rnr. 13-17 3.1 a) Zijn

Nadere informatie

Beslissing nr C/C-52 van 5 juli 2002

Beslissing nr C/C-52 van 5 juli 2002 Beslissing nr. 2002-C/C-52 van 5 juli 2002 INZAKE: N.V. L.S.G. SKY CHEFS BELGIUM, met maatschappelijke zetel te 1930 Zaventem, Brussels Airport, Gebouw 53 EN Mr. Van Buggenhout en mr. D'Ieteren qq., advocaten

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

Beslissing nr. 2008-C/C-65 van 8 december 2008

Beslissing nr. 2008-C/C-65 van 8 december 2008 Beslissing nr. 2008-C/C-65 van 8 december 2008 Zaak MEDE-C/C-08/0027: Febelco CVBA/Mauroy Ets. NV I. Procedure 1. Op 10 oktober 2008 heeft Febelco CVBA een concentratie aangemeld bij het Auditoraat van

Nadere informatie

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14 Vertaling C-23/14-1 Zaak C-23/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie Datum van

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-358 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 juli 2015 Ingediend door : Consument 1 en

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 4666 / 4 Betreft zaak: 4666

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4468-52 Betreft zaak: 4468/ Joost Visser Aannemingsbedrijf B.V. en Visser en Kuyper Beheer B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Zaaknummer 1790/ ENCI - Beamix Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. I. MELDING 1. Op 11 februari

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

Zaak Nr IV/M.1061 - ING / BBL. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 22/01/1998

Zaak Nr IV/M.1061 - ING / BBL. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 22/01/1998 NL Zaak Nr IV/M.1061 - ING / BBL Alleen de Nederlandse tekst is beschikbaar en authentiek. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 22/01/1998

Nadere informatie

Kenmerk: 18023/ Betreft: verstrekken en verzilveren van waardebonnen bij verkoop van boeken

Kenmerk: 18023/ Betreft: verstrekken en verzilveren van waardebonnen bij verkoop van boeken Sanctiebeschikking Kenmerk: 18023/2009011273 Betreft: verstrekken en verzilveren van waardebonnen bij verkoop van boeken Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-312 d.d. 19 mei 2017 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars en mr. E.C. Aarts, secretaris) Samenvatting Consument

Nadere informatie

Zaak Nr IV/M.1262 - CEBECO / PLUKON. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 24/09/1998

Zaak Nr IV/M.1262 - CEBECO / PLUKON. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 24/09/1998 NL Zaak Nr IV/M.1262 - CEBECO / PLUKON Alleen de Nederlandse tekst is beschikbaar en authentiek. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 24/09/1998

Nadere informatie

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref : Accom AFWIJKING 2005/1 Samenvatting van het advies dd. 17 mei 2005 met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HANDEL EN INDUSTRIE

MINISTERIE VAN HANDEL EN INDUSTRIE MINISTERIE VAN HANDEL EN INDUSTRIE VRAGEN OVER MEDEDINGING CONTACT INFORMATIE: Telefoon: 402080 of 402339 tst. 1080 Fax: 404834 E-mail: juridischezaken@yahoo.com Paramaribo, december 2011 Ministerie van

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1340 / Airtours - Marysol I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 6 December 2002 Advies van het BIPT inzake het marktonderzoek in de context van de SMP bepaling op de markt van de huurlijnen. BIPT - Astrotoren

Nadere informatie

GALAPAGOS. Bijzonder verslag van de Raad van Bestuur overeenkomstig Artikel 604 van het Wetboek van vennootschappen

GALAPAGOS. Bijzonder verslag van de Raad van Bestuur overeenkomstig Artikel 604 van het Wetboek van vennootschappen GALAPAGOS Naamloze Vennootschap Generaal De Wittelaan L11 A3, 2800 Mechelen, België Ondernemingsnummer: 0466.460.429 RPR Antwerpen (afdeling Mechelen) (de Vennootschap ) Bijzonder verslag van de Raad van

Nadere informatie

RAAD VOOR DE MEDEDINGING

RAAD VOOR DE MEDEDINGING PUBLIEKE VERSIE RAAD VOOR DE MEDEDINGING Beslissing nr. 2012-C/C-21 van 31 augustus 2012 Zaak MEDE-C/C-12/0011 : Swissport Handling SA / Flightcare SL en Flightcare Belgium NV I. Procedureverloop 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6109/867 Betreft zaak: Caraat Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit van de

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2012/ Phonehouse - Roadphone I. MELDING 1.

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 18.12.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 VERORDENING (EU) Nr. 1218/2010 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck stuk ingediend op 2198 (2013-2014) Nr. 1 3 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van decreet van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck houdende wijziging van

Nadere informatie

Corporate Governance Charter

Corporate Governance Charter Corporate Governance Charter Dealing Code Hoofdstuk Twee Euronav Corporate Governance Charter December 2005 13 1. Inleiding Op 9 december 2004 werd de Belgische Corporate Governance Code door de Belgische

Nadere informatie

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6944/91 Betreft zaak: Zegelverbreking LHV Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2697/Debitel - Talkline I. MELDING 1. Op 18

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0676-9800.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0676-9800.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 676 / Watco BV - VéVéWé 1. Op 29

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

FAQ over de solden en de sperperiode

FAQ over de solden en de sperperiode FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (Boek VI WER) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: 850 / Amstrong - DLW 1. Op 24

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 JANUARI 2008 H.07.0001.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. H.07.0001.F RAAD VOOR DE MEDEDINGING tussen TECTEO, intercommunale coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, BRUTELE,

Nadere informatie

BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties.

BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties. ADVIES Nr 29 / 1997 van 5 november 1997 O. Ref. : 10 / A / 1997 / 014 BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties. De Commissie voor

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1563/7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1257 / Airtours - Traveltrend I. MELDING 1.

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2014/HIM Furness - PMK Holding I. MELDING 1.

Nadere informatie

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 NIET VERTROUWELIJKE VERSIE COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. ( ) Van 16 januari 2015 Dossier : T6687 Inzake ( ) (B.I.V. nr. ) Samenvatting: In het kader

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0891-9807.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0891-9807.htm pagina 1 van 6 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: Zaak nr. 891 / debitel-cellway

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden De Europese Ministerraad hechtte op 25 juli 1985 zijn goedkeuring

Nadere informatie

PUBLIEKE VERSIE. Het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit. Beslissing BMA-2015-I/O-69 van 30 november 2015

PUBLIEKE VERSIE. Het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit. Beslissing BMA-2015-I/O-69 van 30 november 2015 PUBLIEKE VERSIE Het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit Beslissing BMA-2015-I/O-69 van 30 november 2015 Zaak nr. MEDE-I/O-15/0030 Kinepolis Group NV/Utopolis (Utopia NV) opvolging

Nadere informatie

Zaak Nr COMP/M.1122 KREDIETBANK / CERA BANK. VERORDENING (EG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE

Zaak Nr COMP/M.1122 KREDIETBANK / CERA BANK. VERORDENING (EG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE NL Zaak Nr COMP/M.1122 KREDIETBANK / CERA BANK Alleen de Nederlandse tekst is beschikbaar en authentiek. VERORDENING (EG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV- 509 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het ontwerp van koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie Verbruik binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0797-9807.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0797-9807.htm pagina 1 van 6 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: Zaak nr. 794 / Libertel-Phones

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1069/Low & Bonar-Waddington

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4660/9 Betreft

Nadere informatie

Dos & don ts in het kader van prijszetting

Dos & don ts in het kader van prijszetting Dos & don ts in het kader van prijszetting Stefaan RAES 10 maart 2016 Brussels London - www.liedekerke.com Stefaan RAES Partner Prijszetting in de relatie tussen concurrenten Brussels London - www.liedekerke.com

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. ZaakNummer 1678/BDO CampsObers-Walgemoed I. MELDING 1. Op 3 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1159: Brouwer - Neroc I. MELDING 1. Op 10 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1267 / Danisco - Sidlaw I. MELDING 1. Op 5

Nadere informatie

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016 Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging 10 Maart 2016 Agenda Overzicht enkele bepalingen marktpraktijken Analyse mogelijke relatie mededinging Overzicht 0. Algemeen 1. Prijsaanduiding 2.

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0094-9804.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0094-9804.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 94/13.B91 Betreft: Zaaknummer 94/Econosto

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Jaarlijkse vakantie - Vakantiegeld - Bedienden - Veranderlijk loon - Enkel en dubbel vakantiegeld - Berekening - Art. 39, K.B. 30 maart 1967 Datum 15 januari 1996 Copyright

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Minist Water Kantoren : Regen Tel. : Fax : COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 11 / 97 van 30 april 1997 -------------------------------------------

Nadere informatie

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO BEVORDEREN VAN DE CONCURRENTIE EN TEGENGAAN VAN AFSPRAKEN DIE DEZE BEPERKEN Curaçao, oktober 2016 1. INTRODUCTIE Op 29 maart 2016 zag de Fair Trade Authority

Nadere informatie

2. Bij brief van 20 augustus 2013 heeft Christine le Duc aan het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt.

2. Bij brief van 20 augustus 2013 heeft Christine le Duc aan het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt. Sanctiebeschikking Kenmerk: 617552/618592 Betreft: ongeoorloofde korting bij verkoop boeken Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, eerste lid, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5691 / 11 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2647/Thermo King - Grenco I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid IP/04/235 Brussel, 18 februari 2004 Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid Na het Altmark-arrest van het Hof van Justitie is de

Nadere informatie

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, xxx C(20..) yyy definitief Ontwerp VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1271/Hillsdown - Jonker Fris I. MELDING 1.

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding DEEL I HOOFDSTUK 1 EEN HISTORISCHE TERUGBLIK: VAN HET ANCIEN RÉGIME

Inhoud. Inleiding DEEL I HOOFDSTUK 1 EEN HISTORISCHE TERUGBLIK: VAN HET ANCIEN RÉGIME Inhoud Inleiding DEEL I HOOFDSTUK 1 EEN HISTORISCHE TERUGBLIK: VAN HET ANCIEN RÉGIME TOT EN MET DE TWEEDE WERELDOORLOG 1. De diverse persregimes voor het onafhankelijke België 1.1. De pers tijdens de Spaanse

Nadere informatie

Goedkeuring van de concentratie tussen Euroma Holding B.V. en Clearwood Investment B.V.

Goedkeuring van de concentratie tussen Euroma Holding B.V. en Clearwood Investment B.V. Besluit Euroma/ Intertaste Ons kenmerk : ACM/UIT/448952 Zaaknummer : ACM/17/024889 Datum : 22 januari 2018 Goedkeuring van de concentratie tussen Euroma Holding B.V. en Clearwood Investment B.V. Muzenstraat

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 5881 / 7 Betreft zaak: 5881/Arcelor

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 2611/Origin - KPN Datacenter I. MELDING 1.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK II. HORIZONTALE OVEREENKOMSTEN RELATIES MET CONCURRENTEN JULES STUYCK...47

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK II. HORIZONTALE OVEREENKOMSTEN RELATIES MET CONCURRENTEN JULES STUYCK...47 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... v HOOFDSTUK I. MEDEDINGINGSREGELS VOOR ONDERNEMINGEN NAAR EUROPEES EN BELGISCH RECHT. ACHTERGROND EN RECHTSVERGELIJKEND OVERZICHT ANNE-MARIE VAN DEN BOSSCHE... 1 1. Inleiding...

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 27.04.2004 COM(2004) 315 definitief 2004/0107 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de kennisgeving aan de Republiek Korea van de opzegging

Nadere informatie

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE.

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. 02/02/2001 INLEIDING 1. Het artikel 7 van Richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Zaak T-65/98. Van den Bergh Foods Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-65/98. Van den Bergh Foods Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-65/98 Van den Bergh Foods Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Beroep tot nietigverklaring Mededinging Artikelen 85 en 86 EG-Verdrag (thans artikelen 81 EG en 82 EG) Impulsijs Terbeschikkingstelling

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1002/Fabricom-Schelde Nummer: NMa-1002/4 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft zaak: 2348/PontEecen - Houthandel Vries I. MELDING

Nadere informatie

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Art. 1. Dit Verdrag is van toepassing op personen die inwoner zijn van een of van beide verdragsluitende Staten. 2 larcier

Nadere informatie

7/10. Vlamingen lezen minstens één merk van de Persgroep Publishing*. Dat zijn mensen. *incl. Cascade-titels

7/10. Vlamingen lezen minstens één merk van de Persgroep Publishing*. Dat zijn mensen. *incl. Cascade-titels 7/10 Vlamingen lezen minstens één merk van de Persgroep Publishing*. Dat zijn 3.623.000 mensen. *incl. Cascade-titels LEARNINGS 1 2 3 STABIEL De titels van de Persgroep Publishing blijven stabiel. HLN

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Zaaknummer 2281/ISS Europe - Randstad Holding I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0439-9805.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0439-9805.htm pagina 1 van 7 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 439 / UPC-NUON 1. Op 16 april 1998

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot afwijzing van een klacht.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot afwijzing van een klacht. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 5981/ 6 Betreft zaak: Consumentenbond vs Apple Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot afwijzing van een klacht.

Nadere informatie

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2013 C(2013) 7725 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.37017 (2013/N)

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2164/ Royal Nederland - AXA Schade I. MELDING

Nadere informatie