Jaarverslag PPE 2009

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag PPE 2009"

Transcriptie

1 Jaarverslag PPE 2009

2 2 jaarverslag PPE 2009 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2009 van het Productschap Pluimvee en Eieren. Afgelopen jaar was een roerig jaar op het gebied van welzijn voor zowel de vleeskuikens als de legsector. Aan de ander kant was het ook een jaar waarin het imago van kip onder consumenten beter werd. De campagne Kip. t Meest veelzijdige stukje vlees is succesvol gebleken. Daarnaast wordt via Kip Kiplekker voorlichting gegeven over hoe kip onder strenge welzijns- en hygiënewetgeving wordt gehouden. Voor de vleeskuikensector was 2009 het jaar van het masterplan selectief en correct gebruik van antibiotica. In overleg met brancheorganisaties uit de sector en organisaties van dierenartsen is hier in 2009 een belangrijke stap gezet naar een verantwoorde inzet van antibiotica. Er zijn voorbereidingen getroffen voor de implementatie van de EU-richtlijn welzijn vleeskuikens. Dit heeft geleid tot het ondertekenen van een Afsprakenkader Vleeskuikenrichtlijn met minister Verburg. Een ander specifiek aandachtspunt voor de legsector was het verbod op de verrijkte kooi. Voor de verrijkte kooien hebben we gepleit voor een langere overgangstermijn, op basis van de werkelijke schadeberekeningen. Uiteindelijk heeft de minister ingestemd om de termijn van het verbod te verschuiven naar 1 januari De directe schade is daarmee aanzienlijk beperkter en is er in elk geval een ruimere overgangstermijn voor de betreffende bedrijven. Verduurzaming, bijvoorbeeld op het gebied van welzijn en milieu, is de afgelopen jaren ook steeds belangrijker geworden in de dierlijke sectoren en dit belang neemt nog steeds verder toe. Voor verduurzaming van voedselketens is samenwerking in de keten van belang. Door het verbinden van de verschillende activiteiten van individuele bedrijven en brancheorganisaties en het coördineren van activiteiten in de keten kan het PPE hierin een rol spelen. In dit jaarverslag is op die onderdelen waar we over duurzame ontwikkeling en innovatie spreken binnen de thema s arbeid, kwaliteit, diergezondheid & welzijn en handel een groen blaadje aangebracht in de tekst. Met de afsluiting van het jaar hebben we ook afscheid genomen van onze voorzitter Jos Ramekers. J.T. Wolleswinkel Plv. Voorzitter PPE B.M. Dellaert secretaris PPE Een punt van zorg van 2009 in de legsector werd veroorzaakt door infecties met Salmonella gallinarum (Sg) en coryza die voor uitval en productiedaling zorgde. We hebben hier als PPE door de snelle samenwerking in de sector, en optimaal gebruik makend van de instrumenten die de PBO heeft, maatregelen kunnen nemen. Op grond van een Interim-besluit en verordening wees het PPE een groot deel van de Gelderse Vallei aan als gebied waar het pluimvee binnen moet worden gehouden.

3 jaarverslag PPE Hoofdstuk 1 Organisatie...4 Taken PPE...5 GS/PVE...6 Interne organisatie...6 Bestuur en commissies...6 Code Goed Bestuur...7 Communicatie...9 Administratieve lasten...10 Tuchtrecht Bezwaar en Beroep Hoofdstuk 2 Voedselveiligheid & kwaliteit...14 Beleid voedselveiligheid en kwaliteit...14 Voedselveiligheid...16 Kwaliteit...20 Hoofdstuk 3 Diergezondheid en Welzijn...22 Beleid diergezondheid en welzijn...22 Preventieve Diergezondheid...23 Dierziektebestrijding...24 Welzijn...26 Hoofdstuk 4 Onderzoek en innovatie...28 Praktijkonderzoek...28 Innovatie...29 Hoofdstuk 5 Arbeid...32 Beleid Arbeid...32 Verankering Arbeid...32 Arbocatalogus...33 Stof? Pak t aan!...33 Medezeggenschap in de Pluimvee-industrie...33 Hoofdstuk 6 Markt en afzetbevordering...34 Beleid Markt en Afzetbevordering...34 Marktontwikkeling...35 Sector PR en afzetbevordering...37 Hoofdstuk 7 Veterinair informatiepunt...38 Beleid Veterinair informatiepunt...38 Landeninformatie...39 Project CLIENT...41 Hoofdstuk 8 EU-regelingen en Medebewind...42 In- en uitvoer...42 Premies en subsidies...43 EU-Beleid...43 Marktordeningen...44 Hoofdstuk 9 Financiële informatie...46 Managementinformatie...46 Financieel beleid...46 Grondslagen...46 Toelichtingen op de balans...47 Toelichtingen op de resultatenrekening...48 Externe financiële relaties (zie bijlage)...50 Vergoedingen voorzitter en bestuursleden Bijlage I Bestuur PPE in Bijlage II Commissies in Bijlage III Externe financiële relaties...57 Bijlage IV Financiële en autonome verordeningen...59 Bijlage V Regelgeving PPE in werking getreden in Bijlage VI Fiancieel overzicht GS/PVE...62 Bijlage VII Adressen...63 Bijlage VIII Afkortingen...64

4 4 jaarverslag PPE Organisatie Het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) is een Publiekrechtelijke Bedrijfs organisatie (PBO). In het bestuur van het productschap zijn ondernemers en werknemers vertegenwoordigd die werkzaam zijn in schakels uit de hele productiekolom van de pluimveevlees- en eiersector, inclusief de konijnen- en edelpelsdierensector. Dit houdt in dat het werk van het productschap het bedrijfsleven bestrijkt van het boerenerf tot en met de verkoop in winkels. Missie Het PPE is een gespecialiseerde organisatie die, op basis van zijn wettelijke verantwoordelijkheid en bevoegdheden, de sociaal-economische ontwikkeling van de pluimvee(vlees)- en eiersector in een maatschappelijk kader ondersteunt bij die zaken die niet of niet voldoende door individuele bedrijven of private organisaties kunnen worden opgepakt. Het PPE legt verantwoording af aan organisaties die in het bestuur vertegenwoordigd zijn en verder aan de bedrijfsgenoten, de SER, de centrale overheid en de maatschappij in brede zin. De organisatie is efficiënt en flexibel. Kernbegrippen zijn kwaliteit, kostenbewustzijn, resultaatgerichtheid en herkenbaarheid. Doelstelling Het PPE zet zich in voor een snelle en adequate dienstverlening aan de totale productiekolom van de pluimveevlees- en eiersector, inclusief de konijnen- en edelpelsdierensector, om zo een duurzame concurrentiepositie te bevorderen. Hierbij wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met marktsignalen en maatschappelijke wensen. Uitgangspunt is een efficiënte en effectieve dienstverlening, die in beginsel voor iedereen toegankelijk is en in samenspraak met de private organisaties tot stand komt. Autonome activiteiten Het PPE behartigt de gezamenlijke belangen van werkgevers én werknemers uit betrokken sectoren. Als overlegplatform, regelgever, bestuurder, informatiebron, financier en aanjager van initiatieven die de pluimveevlees- en eiersector ten goede komen. Met name als het onder-

5 jaarverslag PPE Taken PPE 2009 Voedselveiligheid en Kwaliteit Beleidsvoorbereiding, regelgeving, toezicht en tuchtrecht. Monitoring, bestrijding zoönoses, hygiënecodes, tuchtrecht, Integrale Keten Beheersing, fokkerijbeleid. Diergezondheid en Welzijn Beleidsvoorbereiding, regelgeving, toezicht en tuchtrecht. Preventieve diergezondheid, dierziektebestrijding, Identificatie & registratie, welzijnsnormen Innovatie en Onderzoek Beleidsvoorbereiding, coördinatie en (mede)financiering. Dierziekten, milieu, welzijn, kwaliteit, bedrijfsvoering Arbeid (sociaal-economische zaken) Beleidsvoorbereiding en coördinatie. Arbeidsmarkt, -omstandigheden, -verhoudingen, duurzame werkgelegenheid en scholing. Markt en Afzetbevordering Beleidsvoorbereiding, onderzoek, coördinatie. Marktinformatie, promotie/voorlichting over sectoren (en producten), opheffen veterinaire exportbelemmeringen EU-regelingen en Medebewind In- en uitvoerregelingen, restituties, afgifte certificaten, EU-regelgeving Gefinancierd door de overheid Dienstverlening voor private organisaties in de sector. Kostendekkende tarieven werpen betreft die meer schakels in de productiekolom aangaan, komt het productschap in beeld. Het bepalende criterium is steeds of er draagvlak is voor activiteiten. Autonome werkzaamheden worden namelijk bekostigd uit collectieve gelden, die de hele sector via een verplichte heffing bijeen brengt. In dat kader toetst het PPE continu de administratieve lasten van regelgeving. Medebewindstaken Naast autonome taken voert het PPE ook taken uit op verzoek van de centrale overheid, het zo genoemde medebewind. Het betreft enerzijds taken in het kader van het EU-landbouwbeleid, zoals het afgeven van in- en uitvoercertificaten, het uitbetalen van restituties en het beheer van invoercontingenten. Anderzijds betreft het regelgevende en uitvoerende taken op het gebied van diergezondheid en zoönosebestrijding. Ook is het PPE betrokken bij de voorbereiding van Europese regels en de omzetting in nationale wetgeving. Dit werk kan efficiënt, praktisch en bedrijfsgericht worden afgewikkeld voor de sector. Op het terrein van diergezondheid en kwaliteit nemen medebewindstaken toe. Zo zijn de NCD-verordening en die voor de aanpak van Salmonella door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) bij het PPE ondergebracht. Het uitvoeren van regelingen voor overheid of bedrijfsleven moet meerwaarde hebben. Voordat regelgeving in werking kan treden, PBO De mogelijkheid om schappen in te stellen, is in de Grondwet verankerd en nader geregeld in de Wet op de bedrijfsorganisatie. Volgens deze wet hebben de schappen tot taak: het bevorderen van een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening door de bedrijven die onder de schappen ressorteren, alsmede het behartigen van het gemeenschappelijk belang van die bedrijven en de daarbij betrokken personen. Belangen van zowel werkgever als werknemer. Productschappen hebben bij wet bevoegdheid gekregen om voor alle bedrijven in een sector bindende regels te stellen (verordeningen) en heffingen te innen. Productschappen zijn kolomof ketenorganisaties.

6 6 jaarverslag PPE 2009 is goedkeuring vereist van de minister van LNV, de Sociaal Economische Raad (SER) en soms de Europese Commissie (EC). Een correcte administratieve uitvoering op grond van vaste kwaliteitscriteria vormt de verantwoording naar de overheid. Voor sectorgenoten staan klantvriendelijkheid en zekerheid over te ontvangen bedragen voorop. Bedrijfsgenoten worden betrokken om tot een optimale service voor het bedrijfsleven te komen. Aandachtsgebieden zijn de exportrestituties, invoerregelingen, informatievoorziening en advisering in Brussel over het EU-beleid. GS/PVE Het Productschap Pluimvee en Eieren voert uit efficiencyoverwegingen samen met het Productschap Vee en Vlees (PVV) één gemeenschappelijk secretariaat (GS). De twee productschappen hebben elk hun eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid en dus een eigen bestuur. Medewerkers in dienst van het GS bereiden beleid voor en voeren het uit in opdracht van de twee besturen. Het bestuur van de werkorganisatie, het GS/PVE, bestaat uit een delegatie van de dagelijkse besturen van het PPE en het PVV. Interne organisatie De werkorganisatie van PPE en PVV samen kent zes afdelingen: de afdelingen Beleid, Bureau Brussel, Medebewind, Algemene Zaken, Juridische Zaken en Interne Audit Dienst. De afdeling Beleid is georganiseerd naar vijf kennisclusters (voedselveiligheid en kwaliteit, diergezondheid en -welzijn, markt, communicatie en arbeid). Voor een verdere optimalisatie van de afdeling beleid is eind 2009 besloten om de interne structuur van de afdeling enigszins aan te passen. Dit betekent dat begin 2010 coördinatoren voor de sectoren benoemd worden. Van de personele en organisatorische aangelegenheden wordt afzonderlijk verslag gedaan in het sociaal jaarverslag. Bestuur en commissies De Kroon benoemt de voorzitter van het PPE-bestuur. Omdat de brancheorganisaties en werknemersorganisaties de bestuursleden aanwijzen, vormen de besturen een afspiegeling van de sectoren. Het bestuur draagt de eindverantwoordelijkheid. Ook bedrijfsgenoten die niet zijn aangesloten bij een brancheorganisatie, worden in staat gesteld hun inbreng te leveren (lees verder: Code Goed Bestuur, p.8). Binnen het PPE zijn commissies actief, waarin overlegd wordt over specifieke aangelegenheden in pluimveevlees- en eiersector. De adviescommissies hebben tot taak het bestuur van advies te dienen. In de commissies zijn de brancheorganisaties en zonodig andere externe partijen vertegenwoordigd. Naast vaste adviescommissies en stuurgroepen worden werkgroepen ingesteld die tijdgebonden en onderwerpgericht opereren. Het PPE heeft gekozen voor meer decentrale besluitvorming in sectorale commissies. Daartoe zijn twee sectorcommissies actief (pluimveevlees en eieren) met eigen bevoegdheden. In deze commissies zijn werkgevers en werknemers van de betreffende productiekolom vertegenwoordigd. In 2009 is een bestuurlijke herinrichting van het productschap ingezet. De focus zal komen te liggen op een meer sectorale aanpak en het realiseren van decentrale besluitvorming. In dat kader wordt de omvang van het bestuur in de loop van 2010 verkleind. (Zie bijlage I en II voor een overzicht van de samenstelling van besturen en commissies). Voorzitter Eind december 2009 eindigde de zittingtermijn van de heer J.J. Ramekers als voorzitter van het PPE. De heer Ramekers was PPE-voorzitter sinds Najaar 2009 is een procedure gestart om te komen tot de benoeming van een nieuwe voorzitter. Totdat de benoeming van een nieuwe voorzitter een feit is, zit de vice-voorzitter van het PPE, de heer J. Wolleswinkel, het bestuur voor. Modernisering PBO en Code Goed Bestuur In 2008 is in het parlement de wijziging op de wet op de bedrijfsorganisatie behandeld. Met deze wijziging wordt de Code Goed Bestuur van de schappen, die op 1 juli 2007 van kracht werd, en de draagvlaktoets onder sectorgenoten verplicht gesteld. Met de wijziging van de wet is een traject van enkele jaren afgerond waarin de schappen, onder andere op advies van de Sociaal Economische Raad, extra hebben ingezet op goed bestuur. Het SER-advies over de modernisering van de PBO is in 2007 gevolgd door een Kabinetsstandpunt en vervolgens is in 2008 een wijziging van de wet op de bedrijfsorganisatie in de Tweede en Eerste kamer behandeld. Met de goedkeuring van de wetswijziging eind 2008 in de Eerste Kamer is dit traject voltooid. Met de code bevestigen de schappen een heldere verantwoording van hun handelen en de kwaliteit van hun dienstverlening. Formatie van 2003 t/m 2009; PPE en PVV gezamenlijk = fte

7 jaarverslag PPE Organogram werkorganisatie PVE 2009 IAD Secretaris PVV Medebewind Dier gezond heid en welzijn Voedsel veilig heid en kwaliteit BELEID Secretaris PPE Algemene zaken Markt Arbeid Juridische zaken Communicatie pr/pa Bureau Brussel De inhoud van de code moet een ieder die actief is in de bestuurswereld van de schappen stimuleren zich op een maatschappelijk geaccepteerde en verantwoorde wijze te gedragen en daar publiekelijk verantwoording over af te leggen. Het betreft hier zaken als transparantie, openheid en zorgvuldige besluitvorming. Ook kwesties als welke onderwerpen publiek en welke privaat te regelen, de werkingssfeer van een schap en het heffingenbeleid hebben een plaats gekregen in de code. In de code is afgesproken dat deze twee jaar na invoering ervan volledig geïmplementeerd zal zijn. Kort na het van kracht worden van de code hebben de schappen uit eigen beweging besloten de implementatietermijn van twee tot één jaar te bekorten. Per 1 juli 2008 is de code dan ook geïmplementeerd. Code Goed Bestuur In 2009 is door de interne toezichthouder van het PPE een verslag uitgebracht over de implementatie van de Code Goed Bestuur (CGB) in Dit verslag is vervolgens beoordeeld door de auditcommissie en aangeboden aan het bestuur. Uit het verslag bleek dat het PPE voldoet aan de voorwaarden uit de Code Goed bestuur. Het verslag is te vinden op In 2011 zal een draagvlakonderzoek worden uitgevoerd onder ondernemers die onder de werkingssfeer van het schap vallen. Een en ander is verplicht op grond van artikel 69 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Doel is om na te gaan of er voldoende draagvlak is voor het schap. Ter uitvoering van artikel 69 worden door de rijksoverheid nadere regels opgesteld. Een eerste concept van deze nadere regels is in 2009 aan de schappen voorgelegd voor commentaar. De schappen hebben aangegeven dat de uit te voeren steekproef in de praktijk goed uitvoerbaar moet zijn, met aandacht voor de daarmee verbonden administratieve lasten en het kostenaspect. Met medewerkers van het productschap is de voor hen geldende integriteitscode en procedureregeling besproken, met als doel duidelijk te maken welke rechten en plichten er gelden. Benchmark Eén van de principes van de Code Goed Bestuur is het zo efficiënt en effectief mogelijk inrichten van de eigen organisatie. Om vast te stellen wat de effectiefste inrichting is, verricht het PPE een benchmark. Daarin worden de eigen prestaties en financiële kengetallen waar mogelijk- vergeleken met die van andere bedrijfslichamen. Om hier invulling aan te kunnen geven wordt er gewerkt aan een drietal deelresultaten. Het eerste is een rapportage, die gedeeltelijk werd opgeleverd in Resultaat twee en drie zijn respectievelijk de analyse van processen en prestatie-indicatoren om tot een vergelijking te komen én een advies met verbetervoorstellen. Activiteiten Op dit moment worden door diverse schappen al activiteiten ondernomen om

8 8 jaarverslag PPE 2009 tot een efficiëntere en effectievere inrichting van bedrijfsprocessen te komen. Dit moet ook leiden tot kostenbesparingen. Het PVV, PPE en het Productschap Zuivel (PZ) zijn sinds 2001 in één pand gehuisvest, maar gezien de krimp in beide organisaties de afgelopen jaren wordt gekeken naar de huisvestingsmogelijkheden. PVV, PPE en PZ onderzoeken in 2010 of ondersteunende processen kunnen worden geïntegreerd. De productschappen werken al met één ICT-werkeenheid en maken gebruik van dezelfde servers. In 2010 zullen enkele andere werkprocessen van PVV, PPE en PZ geïntegreerd worden, namelijk de salarisadministratie, personeel & organisatie en de reproductie-afdeling. Vanwege de medebewindsactiviteiten zijn HPA, PVV, PPE en PZ middels diverse systemen gekoppeld aan LNV-systemen. Omdat hier een einde aan zal komen kijken de verschillende productschappen hoe ze dit samen kunnen oplossen. Toezicht overheid Het toezicht op schappen is hoofdzakelijk preventief en bedoeld om te zorgen dat een schap binnen de wettelijke grenzen opereert. De SER of de centrale overheid moeten productschapverordeningen goedkeuren voordat ze in werking treden. In formele zin kennen de productschappen twee toezichthouders, de SER en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Op enige afstand zijn de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Economische Zaken (EZ) toezichthouder. Deze departementen hebben het recht een vertegenwoordiger aan te wijzen in de vergadering van de productschapbesturen. De Europese Commissie en de WTO krijgen verordeningen van schappen ter goedkeuring voorgelegd als mogelijk sprake is van steunverlening of strijdigheid met vrij handelsverkeer tussen lidstaten. De overheid toetst elke vier jaar via een onderzoek of de sector representatief vertegenwoordigd is in het bestuur. In 2009 concludeerde de SER dat bij het PPE aan deze voorwaarde voldaan is. Financiële verantwoording In dit jaarverslag wordt ook verantwoording afgelegd over het financiële beleid. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de richtlijnen van de SER en aan de vraag om transparantie op dat vlak. De begroting, de balans en de jaarrekening zijn op website geplaatst. Het PPE legt op tal van manieren verantwoording af aan heffingsplichtigen over de verrichtingen van hun productschap en over de besteding van de middelen. Zo maakt het productschap duidelijk wat de meerwaarde is van het schap voor de sector en wordt uitgelegd hoe collectieve gelden benut worden. Bijvoorbeeld door informatie met de nota s mee te zenden en door iedere (heffings-) verordening van een toelichting te voorzien waarin uitleg wordt gegeven over doel en bestemming van de verordening en de heffingsgelden. Transparantie en communicatie In 2009 is gewerkt volgens het in 2008 opgestelde communicatieplan Code Goed Bestuur. Communicatie richt zich met name op het informeren van bedrijfsgenoten over het beleid en het bieden van inspraak aan bedrijfsgenoten over het beleid zoals in de Code Goed Bestuur is verwoord. Het PPE vindt het belangrijk ondernemers inclusief ongeorganiseerden te informeren over en te betrekken bij de besluitvorming in de beleidscyclus. Het beleidsproces verloopt via het bestuur en commissies (zie overzicht pagina 9). De beleidscyclus De momenten en mogelijkheden tot kennisname en inspraak in de fasen van deze beleidscyclus zijn in kaart gebracht. Daarnaast zijn communicatiemiddelen ontwikkeld om die inspraak vorm te geven. Voorwaarde om de dialoog aan te gaan, is het toegankelijk maken van de informatie die relevant is voor de ondernemer (werknemers en werkgevers). Bijvoorbeeld informatie over de te starten meerjarenprogramma's, visies, onderzoeken en projecten, maar ook informatie vanuit de commissies. Een belangrijk aspect is immers dat het productschap door de sector zelf wordt bestuurd. In de (sector) commissie moeten projecten en onderzoeken worden goedgekeurd. Het bestuur stelt ook de hoogte van de heffing vast.

9 jaarverslag PPE Zo is o.a. via het blad Pluimveehouderij verantwoording afgelegd over de bestedingen van het PPE richting de heffingbetaler. Om het Productschap dichter bij de pluimveehouders te brengen en om meer in contact te komen met individuele ondernemers, worden gespreid over het jaar bedrijfsbezoeken (keukentafelgesprekken) afgelegd waarbij zowel leden van het bestuur als van het secretariaat betrokken zijn. In 2009 zijn op die manier verspreid over het land 28 pluimveebedrijven bezocht. Ook worden naast incidentele workshops en andere relatiebijeenkomsten in het najaar drie jaarplaninspraakavonden georganiseerd naar aanleiding van het concept PPE-jaarplan. Het PPE neemt twee tot drie keer per jaar deel aan regionale landbouwvakbeurzen om zoveel mogelijk bedrijfsgenoten Informatie-uitwisseling in de verschillende stadia van de beleidscyclus Communicatie Het aspect communicatie vormt een integraal onderdeel van de (beleidsmatige) taken en activiteiten van het PPE. In het kader van openheid en transparantie werkt het PPE steeds aan verdere verbeteringen in de communicatie met het bedrijfsleven. Zo wordt uitgebreid gebruikgemaakt van het internet, waardoor een goede inspraakmogelijkheid wordt geboden, ook aan ongeorganiseerden. Op de website ( zijn de data, agenda s en alle onderliggende stukken van het PPE-bestuur en, de sectorcommissies te vinden. Bedrijfsgenoten, ook ongeorganiseerde, hebben de mogelijkheid om via reactieformulieren te reageren op vergaderstukken. De reacties worden in de vergaderingen meegenomen. Ook worden op de website uitgebreide dossiers bijgehouden over beleidsthema s; ook hierop kan altijd gereageerd worden via het algemene contactformulier. Via persberichten, digitale nieuwsbrieven en vaste of incidentele publicaties in alle sectoren, worden beleidsvoornemens en -resultaten onder de aandacht gebracht. Daarnaast is er contact met de (vak)pers. Beleidscyclus Hoe Communicatie Reactie mogelijkheid Agendering van onderwerpen Vierjaren visies Jaarplannen Projectplannen Sectorbijeenkomsten Publicaties Internet Tijdens bijeenkomsten Via contactformulier website Per post/telefoon Beleidsbepaling of voorbereiding van jaarplannen e.d. Sectorcommissies en commissies Adviescommissies Openbaar Stukken op internet Agenda op internet Stukken opvraagbaar Reactieformulier op internet Post/telefoon Reactieformulier op internet Implementatie ofwel de uitvoering Werkorganisatie of via PPE door derden Digitale nieuwsbrieven per sector Via contactformulier website van goedgekeurde De verslagen of actielijst Telefonisch/ per post jaarplannen van commissie op de website Via de vakpers Publicatie onderzoekresultaten op de Bij deelname vakbeurzen, bedrijfsbezoeken, keukentafelgesprekken, studieclubs e.d. website Evaluatie en rapportage In besturen en commissies Vierjaarlijks draagvlak onderzoek Evaluatie en rapportage activiteiten Publicatie van stukken Oproep tot deelname enquête Stukken op internet of agenda op internet Stukken opvraagbaar Deelname enquête draagvlakonderzoek Afleggen van verantwoording Begrotingen, jaarplannen per sector, het jaarverslag voor de SER en de jaarrekening Heffingsnota met informatie. Wordt geplaatst op de website Wordt per post verstuurd Via de commissies en Via bovenstaande mogelijkheden

10 10 jaarverslag PPE 2009 persoonlijk te kunnen spreken. Bovendien organiseert het schap eens per vier jaar een draagvlakonderzoek onder alle sectorgenoten. De uitkomsten zijn medebepalend bij de afweging óf, en welke activiteiten het PPE verricht. Public Affairs Het PPE voert veel activiteiten uit voor de sector, maar heeft ook een verantwoordelijkheid naar de maatschappij. Daarom kijkt het PPE bij de uitvoering van werkzaamheden ook naar het publieke belang. Naast het algemene communicatiebeleid wordt een Public Affairs-beleid gevoerd, dat zich richt op objectieve voorlichting en informatievoorziening van pers, burger en politiek. Een versterking van het sectorimago is hierbij een aandachtspunt, maar de belangen van sector én samenleving worden in maatschappelijke en politieke discussies meegewogen. Het PPE consulteert daarom met regelmaat nongouvernementele organisaties (NGO) als Dierenbescherming, Natuur en Milieu, de Consumentenbond en Biologica. Zo mogelijk worden NGO's betrokken bij overleggen over beleid en onderzoek in de sectoren. Daarnaast zijn er de contacten met parlementariërs en hun medewerkers in Den Haag en Brussel. Het doel van de contacten is de overheid en de politiek te informeren en te adviseren. Daarnaast vindt terugkoppeling plaats richting sectororganisaties en -genoten. In Brussel worden de contacten onderhouden met onder meer de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad. Ook met andere nationale en Europese organisaties die in de vee-, vleesen eiersector actief zijn in Brussel, worden intensieve contacten onderhouden. Op de agenda in 2009 stonden onderwerpen als het klimaatbeleid, duurzaam voedsel, vleesconsumptie in het algemeen, welzijn vleeskuikens en leghennen, waaronder het verbod op de traditionele kooihuisvesting begin 2012 in de EU en de overgangstermijn voor bedrijven met een verrijkte of te verrijken kooi, slachtmethoden, de retributies VWA, destructie, diergezondheid algemeen en antibiotica in het bijzonder, GGO s, debat verbod pelsdierhouderij. Administratieve lasten Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) brengen de schappen sinds 2003 de administratieve lasten voor het bedrijfsleven voortvloeiend uit eigen regelgeving in kaart. Hoewel de omvang van de administratieve lasten van de PBO-regelgeving relatief laag is, zeker in vergelijking met de lasten veroorzaakt door de regelgeving van de rijksoverheid, is beperking van de lasten voor het bedrijfsleven een belangrijk aandachtspunt. Ontwikkelingen Uit onderstaand overzicht blijkt dat de administratieve lasten eind 2009 zijn gedaald ten opzichte van 2003 (nulmeting). De reductie is deels te verklaren uit de afname van het aantal ondernemingen in de sectoren. Daarnaast zijn er sectorspecifieke factoren. Er werd in de periode een fors aantal nieuwe verordeningen en besluiten van kracht op de gebieden hygiëne en welzijn. Dit leidde uiteraard tot extra admi- Administratieve lasten zijn de kosten die het bedrijfsleven moet maken om te voldoen aan de informatieverplichtingen die voortvloeien uit regelgeving van de overheid. Als last wordt bijvoorbeeld niet de heffing gerekend, maar wel de kosten die gemoeid zijn met het doen van de heffingsopgave en -betaling. Om een goede vergelijking mogelijk te maken, wordt bij de PBO uitgegaan van de definities en modellen zoals die voor de rijksoverheid gelden. Ontwikkeling administratieve lasten autonome PPE-regelgeving (in mln. ) ) ) t.o.v PPE 1,21 1,25 1,27 1,20 1,14 1,08 1,05-13% 1) voorlopige gegevens

11 jaarverslag PPE nistratieve lasten. Daar stonden besparingen tegenover, bijvoorbeeld door de introductie van de elektronische heffingsopgave en geautomatiseerde aanlevering van gegevens voor het koppelinformatiesysteem pluimvee (KIP). Daarnaast werden enkele verordeningen ingetrokken. Dit resulteerde over de periode in een daling van de lasten met 13%. Reductie van administratieve lasten blijft aandachtspunt Bij de beoordeling of regelgeving noodzakelijk is, neemt het PPE de administratieve last voor het bedrijfsleven ervan in de afweging mee. Autonome regelgeving wordt periodiek heroverwogen, waarbij steeds aandacht wordt geschonken aan vermindering van administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Ook de directe betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het ontwikkelen en vaststellen van regelgeving (via (sector) commissies en bestuur), waarborgt de constante aandacht voor dit aspect. Ook in de toekomst kijkt het PPE nadrukkelijk naar reductiemogelijkheden. Handhaving Regelgeving is geen doel op zich. Regelgeving is er om bepaalde (beleids) doelstellingen te verwezenlijken of om aanpassing van gedrag te bewerkstelligen. Het PPE stelt regelgeving vast in het kader van de uitoefening van zowel de autonome als de medebewindstaken, onder meer op het gebied van productveiligheid, diergezondheid en dierenwelzijn. Om de naleving van deze regelgeving te bevorderen, wordt veel aandacht besteed aan de aansluiting op de praktijk en aan de handhaafbaarheid van de voorschriften. Privaatrechtelijke kwaliteitssystemen (zoals Integrale Keten Beheersing) verplichten aangesloten ondernemers het productieproces volgens vaste kwaliteitsnormen in te richten. Een (privaatrechtelijk) controle- en sanctieregime verzekert de naleving van de kwaliteitsnormen. In veel regelgevingdossiers bestaat de verplichting voor ondernemers om zich jaarlijks op eigen kosten te laten controleren op de naleving van de betrokken regelgeving door een geaccrediteerde controleorganisatie. Is een ondernemer al gecontroleerd uit hoofde van een privaat kwaliteitssysteem, dan wordt zo al aan deze verplichting voldaan en hoeft er niet dubbelop te worden gecontroleerd op de naleving van de regels. Mede door een intensieve handhaving in de pluimvee(vlees)sector is de Salmonella op kip aan het eind van de slachtlijn sinds het jaar 2000 van 22% naar 17% gedaald. De naleving van regelgeving wordt, in opdracht van het schap, bewaakt door toezichthouders die zijn aangewezen door het bestuur van het PPE. De toezichthouders zijn controleurs in dienst van onafhankelijke geaccrediteerde controleorganisaties als de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) en het Controlebureau Dierlijke sector (CBD). Bij vaststelling van overtreding van de (publieke) regelgeving wordt een berechtingrapport opgesteld ten behoeve van tuchtrechtelijke afdoening (bestraffing). In bepaalde gevallen kan het door de toezichthouder vastgestelde ook aanleiding geven tot het toepassen van bestuursrechtelijke sancties (intrekking van een erkenning bijvoorbeeld). Het handhavingsbeleid van het PPE wordt volgens een vaste systematiek vastgesteld, periodiek geëvalueerd en zonodig bijgesteld. De inzet van regelgeving en de intensiteit van het toezicht op de naleving hiervan wordt per deelsector/dossier bepaald. Bij overtreding van medebewindnormen is regulier strafrechtelijke handhaving aan de orde. In 2008 is met de Algemene Inspectiedienst (AID) een werkprotocol opgesteld voor de te volgen handelswijze als het PPE een vermoedelijke overtreding constateert van een norm uit de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) In 2009 zijn er in dit dossier geen gevallen bekend waar strafrechtelijke handhaving aan de orde was. Tuchtrecht Overtredingen van de eigen regelgeving kunnen worden aangepakt via tuchtrecht op grond van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie Ook overtredingen van regelgeving die op grond van een medebewindopdracht is vastgesteld, kunnen tuchtrechtelijk worden gehandhaafd als de medebewindopdracht dat bepaalt. Het PPE heeft een Tuchtgerecht, dat zaken behandelt die namens de voorzitter van het productschap worden aangebracht. De Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 kent de volgende maatregelen: een berisping, een geldboete ter hoogte van maximaal per overtreding, openbaarmaking van de uitspraak op kosten van de betrokkene, het onder verscherpte controle stellen van het bedrijf op diens kosten. Daar waar er sprake is van een groter wederrechtelijk genoten

12 12 jaarverslag PPE 2009 voordeel kan het bedrag van de geldboete verhoogd worden naar per overtreding. Het Tuchtgerecht publiceert jaarlijks de resultaten van de door de tuchtrechtkamers afgedane zaken. In 2009 zijn er door het Tuchtgerecht PPE in totaal 33 zaken afgedaan. In 2009 hebben meerdere pluimveehouders zich verantwoord bij het Tuchtgerecht voor het niet, of niet goed voldoen aan de vaccinatie- en monitoringverplichtingen uit de PPE-verordening Vaccinatie Newcastle Disease (NCD) In deze gevallen werd vooral de verplichting om te laten onderzoeken of de verrichte vaccinatie goed effect had, niet goed nageleefd. Onvolledige berichtgeving in de media over enkele tuchtuitspraken heeft geleid tot Kamervragen en vervolgens tot een schriftelijke beantwoording door de minister van. LNV eind De minister gaf in haar antwoord uitleg over de positie van het tuchtrecht en de toepassing hiervan door het Tuchtgerecht PPE. Na streng tuchtrechtelijk optreden in 2006 in verband met de naleving van de (autonome) welzijnsvoorschriften voor nertsen (waaronder minimale afmetingen van kooien en maximale bezettingsgraad) worden de vastgestelde welzijnsnormen al enkele jaren door alle nertsenhouders in Nederland nageleefd. In 2009 zijn ondanks een verdere aanscherping van de welzijnseisen geen overtredingen geconstateerd die tot tuchtrechtelijke handhaving hebben moeten leiden. Bezwaar en Beroep Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen besluiten van het PPE. Twee door het bestuur ingestelde bezwaarschriftencommissies behandelen de bezwaren. De commissies behandelen het bezwaar, horen de bezwaarde en adviseren de voorzitter over de op het bezwaar te nemen beslissing. Tegen de beslissing op het bezwaar kunnen bezwaarden beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Bezwaarzaken In 2009 zijn bij het PPE 43 bezwaarschriften ingediend. Daarvan waren 20 in reactie op heffingsbesluiten; de overige 23 bezwaren betroffen in hoofdzaak besluiten in het kader van de Verordening subsidieverlening terugdringing salmonella (PPE) Deze verordening is gericht op financiële ondersteuning van pluimveehouders die tegen Salmonella enteritidis of Salmonella typhimurium gevaccineerde leghennen hebben gekocht. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet de pluimveehouder voldoen aan strikte eisen, waaronder een (fatale) termijn voor het aanvragen van subsidie. Tijdens de behandeling van de bezwaren bleek dat veel pluimveehouders deze termijn niet goed hadden onderkend. Deze bezwaren zijn ongegrond verklaard, maar op basis van eenmalig besluit van het Ontvangen bezwaarschriften 2009 Afhandeling bezwaarschriften 2009 Onderwerp Aantal Ingetrokken Nietontvankelijk Gegrond Ongegrond Gedeeltelijk gegrond/ gedeeltelijk ongegrond Heffingen Medebewind Overig Ontvangen beroepen 2009 Afhandeling beroepen 2009 Onderwerp Aantal Ingetrokken Nietontvankelijk Gegrond Ongegrond Heffingen Medebewind Overig bestuur is aan een dozijn bezwaarden later alsnog een financiële tegemoetkoming verstrekt. Er zijn in 2009 in totaal 43 bezwaarzaken behandeld, waarvan er 23 ongegrond, 6 gegrond en 2 gedeeltelijk gegrond/ongegrond zijn verklaard. De resterende 12 zaken zijn ingetrokken. Per 31 december 2009 stonden nog 38 bezwaarzaken open. De helft hiervan is aangehouden in afwachting van een rechterlijke uitspraak. Het betreft nagenoeg identieke zaken.

13 jaarverslag PPE In beroep zijn 4 zaken afgedaan, waarvan er 1 ongegrond, 1 gegrond en 1 nietontvankelijk is verklaard en waarvan er 1 is ingetrokken. Per 31 december 2009 stonden nog 3 beroepszaken open. Klachtenbehandeling Het PPE behandelt klachten conform Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op is daarover de nodige informatie te vinden. De afdeling Juridische Zaken is belast met de registratie, eerste beoordeling en behandeling van klachten. In het verslagjaar zijn geen klachten in de zin van Hoofdstuk 9 van de Awb ontvangen. waarvoor worden verwerkt. Hiertoe is een meldingenregister opgezet dat openbaar toegankelijk is via de website. Op de website is tevens aangegeven welke rechten betrokkenen hebben in het kader van de Wbp en ook hoe deze rechten kunnen worden geëffectueerd. Beroepszaken Bij het PPE is het aantal in het verslagjaar ingestelde beroepen beperkt gebleven tot 2. Deze zaken hebben betrekking op de toepassing van de Verordening subsidieverlening terugdringing salmonella (PPE) De zaken zijn nog in behandeling bij het CBb. Daarnaast is bij het gerechtshof Amsterdam (douanekamer) hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem met betrekking tot de toepassing van de certificatenregeling in samenhang met de preferentiële invoerregeling. Privacybescherming Het PPE verwerkt persoonsgegevens van bedrijfsgenoten en van de eigen medewerkers. Daardoor heeft zij te maken met regelgeving die betrokkenen bescherming biedt tegen ongeoorloofde aantasting van hun privacy. Met name de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is in dat verband van belang. Binnen de werkorganisatie is een intern, onafhankelijk toezichthouder aangesteld, die toezicht houdt op de toepassing en de naleving van deze wet. In 2009 is hard gewerkt aan het transparant maken van welke persoonsgegevens

14 14 jaarverslag PPE Voedselveiligheid en kwaliteit Pluimveevlees en eieren vormen een belangrijke component van onze dagelijkse voeding. Behalve dat het lekker moet zijn, is vertrouwen in de veiligheid en kwaliteit van voedsel een voorwaarde om ervan te genieten. Consumenten hebben dat vertrouwen en het PPE wil dit bevestigen en uitbouwen. Uitgangspunt is dat risico's worden geminimaliseerd binnen de wettelijke, economische en maatschappelijke kaders. Het productschap initieert daartoe veel activiteiten. Voedselveiligheid is geen concurrentiefactor, maar een garantievoorwaarde. Beleid voedselveiligheid en kwaliteit Voedselveiligheid en kwaliteit zijn belangrijke beleidsthema s voor het PPE. Het PPE heeft diverse verordeningen die het streven naar de productie van veilig voedsel van hoge kwaliteit bevorderen. Deze verordeningen zijn onder andere gericht op de aanpak van Salmonella en Campylobacter. Daarnaast worden via hygiënecodes voedselveiligheidssystemen in verwerkende bedrijven én de primaire sector geïntroduceerd, zodat bedrijven efficiënt invulling kunnen geven aan voedselveiligheidsvoorschriften. Via de kwaliteitsregelingen IKB in de pluimveevlees- en eiersector wordt op vrijwillige basis continu gestreefd naar verdere verbetering van de kwaliteit van de productie en producten. Op diverse onderdelen zijn de IKB-regelingen in 2009 verder ontwikkeld en verbeterd. Voor de vleeskuikensector zijn masterplannen ontwikkeld (inclusief onderzoek), gericht op verantwoord gebruik van antibiotica. Tevens wordt onderzoek naar zoönosen gefinancierd om ontbrekende kennis te ontwikkelen. Deze kennis komt vervolgens beschikbaar voor de sector. Effect van het beleid Het PPE kent al een groot aantal jaren een aanpak voor de preventie en bestrijding van Salmonella in de pluimveesectoren. Deze aanpak is succesvol en heeft tot een aanzienlijke reductie van de belangrijkste Salmonellatypes geleid. Een Europese studie bij ondermeer leghennen en vleeskuikens heeft aangetoond dat Nederland tot de best scorende landen in de EU behoort. De deelname aan de kwaliteitsregelingen is groot en heeft een positieve uitstraling voor de sector. Met de overheid zijn afspraken gemaakt over toezicht op controle (eier-

15 jaarverslag PPE sector), evenals gelijkschakeling met buitenlandse kwaliteitssystemen. Dat kan uiteindelijk leiden tot minder controles bij de deelnemers. Ook is er veel aandacht voor een juist diergeneesmiddelengebruik. Hierdoor wordt voorkomen dat er residuen in vlees en eieren achterblijven en wordt met sectorspecifieke projecten getracht de antibioticaresistentie terug te dringen. De resultaten van de masterplannen antibiotica moeten de komende jaren zichtbaar worden. Ondertussen resulteert het wel in steeds meer bewustzijn bij de (pluim)veehouders. Terugkoppeling effect op (toekomstig) beleid Het beleid ten aanzien van Salmonella in de pluimveesector wordt in afstemming met buitenlandse systemen na 2009 nagenoeg ongewijzigd voortgezet. Voor Salmonella java zijn aanscherpingen ingezet die in 2010 resultaten moeten gaan geven. Voor Campylobacter heeft de aanpak nog niet tot de gewenste resultaten geleid. Via een tweejarig onderzoeksproject is een nieuw traject ingezet. Dit vindt plaats via NEPLUVI, met collectieve financiering door het PPE. De resul-

16 16 jaarverslag PPE 2009 taten daarvan moeten worden afgewacht, alvorens eventueel tot aanpassing van het beleid over te gaan. Het beleid bij de IKB-systemen een continu streven naar verdere kwaliteitsverbetering wordt ongewijzigd voortgezet. De IKB-regeling voor de pluimveeservicebedrijven is in 2009 geëvalueerd; de nieuwe voorschriften moeten in 2010 van kracht worden. De aanpak zoals vastgelegd in de masterplannen, gericht op een verantwoord antibioticagebruik, wordt voortgezet. Voedselveiligheid Voor de pluimveehouderij ontwikkelt en beheert het PPE programma's ter bestrijding, beheersing en monitoring van bacteriële besmettingen, zoönosen, milieucontaminanten en verboden stoffen. Verder is het productschap betrokken bij onderzoek naar mogelijke nieuwe risico s. Voor de verwerkende industrie zijn met bedrijven en overheid voedselveiligheidssystemen ontwikkeld op basis van HACCP (Hazard Analysis Critical Control Points). Zo kunnen bedrijven efficiënt invulling geven aan wettelijke eisen op het vlak van voedselveiligheid. Ditzelfde gebeurt ook bij de bedrijven in de primaire sector. De systemen, ook wel Gidsen voor de goede praktijk of hygiënecodes genoemd, zijn toegesneden op de specifieke situatie van betreffende bedrijven of sectoren. Monitoring kritische stoffen Bij de controles in het kader van IKB wordt het logboek medicijngebruik gecontroleerd. De pluimveehouder moet aantonen dat eieren die na het gebruik van diergeneesmiddelen tijdens de wachttijd zijn geproduceerd, naar de destructor zijn afgevoerd. Dat is een wettelijke verplichting. Bij de pakstations wordt nadrukkelijk gecontroleerd of de eieren niet van legkippen komen die diergeneesmiddelen met een wachttermijn gehad hebben. EU-Hygiëneverordeningen De Europese hygiëneverordeningen die in 2006 zijn ingegaan, leiden in verschillende delen van de sectoren tot aanpassing van de werkwijze en tot uitbreiding van de verplichtingen. Zo is in de pluimveesector de zogenaamde voedselketeninformatie ingevoerd. Daarnaast worden hygiënecodes voor alle schakels ontwikkeld of aangepast. De EU-hygiëneverordeningen bieden de mogelijkheid om via Gidsen voor goede praktijk of Hygiënecodes invulling te geven aan de vereisten van de verordeningen voor de primaire sector (veehouders) en voor de verwerkende industrie. Bijna alle sectoren hebben het productschap verzocht deze codes te ontwikkelen. De nieuwe Hygiënecode voor poeliers is afgerond en ter commentaar voorgelegd aan de VWA, evenals de Hygiënecode voor pluimveeslachterijen en uitsnijderijen. Mede aan de hand van de resultaten van een evaluatie in 2009, is in 2009 gestart met een herziening van de Hygiënecode eieren. Voedselketeninformatie Voor de Europese Hygiëneverordeningen moeten veehouders te slachten dieren voorzien van voedselketeninformatie (VKI). Alle VKI-formulieren en toelichtingen zijn opgenomen op de website Sinds januari 2010 is ook voor vleeskonijnen een VKI formulier beschikbaar. Zoönosen In het kader van voedselveiligheid wordt veel aandacht besteed aan zoönosen: ziektes die van dier op mens overgedragen kunnen worden. Het PPE heeft een aanpak ontwikkeld voor het beheersen van salmonellose in de pluimveehouderij. Ook worden onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten gesubsidieerd. Salmonella-aanpak pluimveevlees en eieren Het PPE wil het vertrouwen dat consumenten hebben in Nederlandse pluimveeproducten behouden en versterken. Daarom heeft het PPE afspraken vastgelegd in de Verordening Hygiënevoorschriften Pluimveehouderij. Iedere schakel van de pluimveeketen moet aan strenge hygiëne-eisen voldoen. Zo is het voor ieder bedrijf belangrijk te meten of Salmonellabacteriën aanwezig zijn. Zijn deze aanwezig, dan moeten er maatregelen worden genomen. Door de pluimveevlees-

17 jaarverslag PPE en eiersector is in de jaren '90 gestart met plannen van aanpak voor de preventie en bestrijding van Salmonella. In de huidige actieplannen zijn verder aangescherpte maatregelen opgenomen. Al deze plannen zijn gebaseerd op de volgende basisprincipes: Percentage salmonella besmette koppels 2009 Sector Resultaat 2009 Doelstelling EU reproductiesector 0,6% Maximaal 1% legsector 1,4% Maximaal 6,4% vleeskuikensector 0,15% Maximaal 1% (per ). Het nemen van hygiënemaatregelen. Reiniging en desinfectie van de bedrijfsgebouwen. Monitoring bij binnenkomst en vertrek van het koppel kippen/(broed)eieren op het bedrijf. Uitwisseling van monitoringsresultaten. Maatregelen na een besmetting bij pluimvee. Resultaten actieplan Salmonella In de Europese zoönoseverordening is geregeld dat per 2010 maximaal 1% salmonella bij vermeerderingsdieren mag voorkomen in de Europese lidstaten. Daarbij wordt gekeken naar vijf serotypen: S. enteritidis (Se), S. typhimurium (St), S. virchow (Sv), S. infantis (Si) en S. hadar (Sh). In Nederland is de invulling van de EU-verordening door het ministerie van LNV gedelegeerd aan het PPE. Het percentage besmette koppels lag in 2009 voor alle sectoren beduidend onder de door de EU vastgelegde doelstelling. De Europese doelstelling voor de vleeskuikens is dat in 2011 maximaal 1% van de koppels besmet mag zijn met Se of St. Uit de EU-baselinestudie is gebleken dat Nederland de doelstelling al haalt door de vele inspanningen die de sector sinds 1997 heeft gedaan via de verplichte aanpak van het PPE. Uit de resultaten van alle lidstaten bleek dat in Nederland het Salmonella besmettingspercentage bij de vleeskuikens een stuk lager is dan onze directe buurlanden België en Duitsland. In het PPE-actieplan voor de vleeskuikensector zijn kleine aanpassingen doorgevoerd om aan te sluiten op de voorschriften van de EU op het gebied van Salmonella. Tevens is gestart met de evaluatie van de Salmonella java aanpak. Per 1 januari 2010 gaat het nieuwe Actieplan Kalkoen in. Hierin is de EU-doelstelling over het besmettingspercentage in deze sector verwerkt, inclusief de voorgeschreven bemonsteringsmethode/momenten. Per 31 december 2012 moet het besmettingspercentage met Se/St 1% of minder zijn voor vleeskalkoenen. De afgelopen vier jaar zijn er geen met Se/St besmette vermeerderingskoppels in Nederland gevonden. Er wordt nadrukkelijk toezicht gehouden op de Samonellavoorschriften uit de PPE-verordening. Het PPE-tuchtgerecht heeft diverse pluimveehouders beboet, die zich niet aan de voorschriften van de Salmonella-actieplannen hebben gehouden. HOSOWO In 2009 is een opschoonactie gehouden met betrekking tot de erkenningen van HOSOWO-instanties. Deze erkende instanties (in het kader van de Salmonellaaanpak) voeren één of meerdere activiteiten uit conform het Besluit erkenningsvoorwaarden en werkwijzen HOSOWOinstanties (PPE) Voorbeelden van activiteiten zijn het mest- of wateronderzoek. Het PPE-besluit is eind 2009 herzien. Uit de eerste controlereeks na de opschoonactie (najaar 2009) bleek dat veel HOSOWO-instanties geheel voldoen aan het besluit. Grote tekortkomingen zijn niet geconstateerd. Subsidieverordening Salmonella Het PPE voert de EU-subsidieverordening in het kader van de Salmonella-aanpak uit voor de vermeerderingssector en de leghennensector. De regeling voorziet in vergoedingen voor het ruimen van besmette koppels en het aanschaffen van Salmonellavaccins. Subsidieregeling Salmonella 2009 Voor 2009 heeft de EU aan Nederland een bedrag van 2,35 miljoen aan subsidie voor ruimingen en aankoop vaccins beschikbaar gesteld. De subsidieregeling voor de aankoop van vaccins is op 18 oktober 2009 van kracht geworden, met terugwerkende kracht naar 1 januari De subsidie per dier is vastgesteld op

18 18 jaarverslag PPE ,14 (evenveel als in 2008). Daarnaast is de subsidieregeling voor vergoeding bij ruiming van reproductiekoppels voor 2009 in werking getreden. De subsidieregeling voor vergoedingen bij ruiming van reproductiekoppels is op 18 oktober op enkele punten gewijzigd, namelijk aanpassing van de waardetabellen en het opnemen van de mogelijkheid om ook leghennen met een vergoeding te ruimen. In september heeft de EU ook toestemming gegeven om de heffing voor leghennenbedrijven, bedoeld om de noodzakelijke 50% nationale financiering voor de subsidieregeling bijeen te brengen, drastisch te mogen verhogen. Hiervoor werd zowel in 2008 en 2009 bij leghennenbedrijven slechts een beperkte heffing opgelegd. Inmiddels is een tekort op de vereveningsrekening ontstaan van ca 2 miljoen. In overleg met de sector is dan ook besloten de heffing per 1 januari 2010 met circa 92 per 1000 dieren te verhogen. De bedrijven zijn hierover uitgebreid geïnformeerd. In 2009 is voor 28,5 mln. subsidie aangevraagd voor leghennen; dat is voor 94% van het totaal aantal geplaatste leghennen in Nederland. Nationale plannen Salmonella 2010 Medio 2009 zijn de nationale plannen Salmonella 2010 ingediend. Het gaat om de sectoren reproductie, leghennen, vleeskuikens en vleeskalkoenen. Deze plannen zijn door de EU goedgekeurd. Voor 2010 heeft Nederland een beduidend hogere subsidiebijdrage ontvangen dan in 2009, namelijk 3,5 miljoen. De daadwerkelijke subsidieregeling zal rond maart 2010 ingaan. Aanpassing regelgeving Nieuwe EU-regels bieden de mogelijkheid om de monsternamefrequentie bij reproductiekoppels te verlagen van eens per twee naar eens per drie weken. Voorwaarde is dat een lidstaat in de afgelopen twee jaar de EU-doelstelling heeft gehaald. Nederland heeft aan die voorwaarde voldaan. In overleg met de reproductiesector (vermeerderaars en broederijen) is de aanpassing van de regelgeving doorgevoerd. Voor vleeskuikenbedrijven is de regelgeving eveneens aangepast: een salmonellamonstername is nu drie weken geldig vanaf de datum van monstername. Door de nieuwe EU-regelgeving voor kalkoenen wordt de regelgeving voor kalkoenen per 1 januari 2010 ook op een aantal punten aangepast. Deze regelgeving zal na goedkeuring door de minister van LNV van kracht worden. Nultolerantie Salmonella pluimveevlees Vanaf 1 januari 2011 mag in de EU geen vers pluimveevlees in de handel gebracht worden dat besmet is met Salmonella (de nultolerantie). Zowel nationaal als in Brussel vindt er veel discussie plaats over de noodzaak en de consequenties van deze strikte norm. In nauw overleg tussen NEPLUVI, AVEC, PPE, Nederlandse overheid, lidstaten en andere stakeholders worden alternatieven ontwikkeld. In dit kader heeft de Europese Commissie een impactanalyse laten uitvoeren, die eind 2009 nog niet was afgerond. Aanpak Salmonella java Van de resterende salmonellabesmettingen bij vleeskuikens is het serotype java het belangrijkst. In nauw overleg met de sector zijn nieuwe voorschriften voor IKB Kip (vleeskuikens) opgesteld om Salmonella java beter te kunnen bestrijden. De communicatie over Salmonella java wordt gezamenlijk gedragen door PPE, NOP, NVP en NEPLUVI. Vleeskuikenhouders zijn geïnformeerd over de veranderingen per 1 januari Naast de vleeskuikenhouders worden ook andere schakels (slachterijen, broederijen), voerleveranciers en dierenartsen geïnformeerd over het belang van deze aanpak. Na een jaar zal de aanpak geëvalueerd worden. Tevens is in overleg met de sector voor een half jaar een externe deskundige aangesteld om besmette bedrijven te begeleiden. Campylobacter Uit een pilot (2007/2008) bleek het aantal risicovolle Campylobacterbesmettingen op het eindproduct in Nederland minimaal. Op basis van de resultaten heeft de pluimveevleessector via NEPLUVI met het ministerie van VWS een Convenant

19 jaarverslag PPE Campylobacter aanpak pluimveevlees in Nederland gesloten, dat loopt tot in NEPLUVI laat onderzoek doen bij alle zeventien pluimveeslachterijen. Het onderzoek moet inzicht geven in de Campylobacterstatus van pluimveevlees en mogelijke maatregelen ter voorkoming van besmetting. Het PPE-fonds Onderzoek en Ontwikkeling pluimveevlees kende subsidie toe voor het pilotproject Campylobacterbeheersing. Daarnaast laat het ministerie van VWS onderzoek doen naar de bronnen van Campylobacterbesmettingen. Bij het PPE loopt sinds 2009 een ander project, dat moet zorgen dat gegevens van de monitoring op Salmonella en Campylobacter door slachterijen en uitsnijderijen uniform, juist en op tijd worden aangeleverd. Antibiotica De resistentie van bepaalde bacteriën tegen antibiotica neemt toe. De Nederlandse veehouderijsectoren willen op verantwoorde wijze omgaan met het gebruik van diergeneesmiddelen en antibiotica om resistentieontwikkeling te kunnen beheersen. Sector en overheid hebben gezamenlijk een convenant antibioticaresistentie dierhouderij opgesteld. De masterplannen voor de kalver-, vleeskuiken- en varkenssector zijn opgenomen in het convenant. In dit convenant staan afspraken over de wijze waarop de antibioticaresistentie in deze sectoren wordt aangepakt. In 2009 is de verdere uitwerking van deze plannen doorgezet. Voor de vleeskuikensector heeft het PPE in 2009 uitvoering gegeven aan het masterplan selectief en correct gebruik van antibiotica. In overleg met brancheorganisaties uit de sector (NOP, NVP, NEPLUVI en Nevedi) en organisaties van dierenartsen (GD, VMP, GPN en KNMvD) is een contract tussen dierenarts en pluimveehouder opgesteld. Hierin zijn onder andere verplichtingen opgenomen over een 1-op-1-relatie tussen dierenarts en pluimveehouder, over voorschrijven, toedienen en afnemen van diergeneesmiddelen en over bezoekfrequenties. Verder zijn modellen voor een bedrijfsgezondheidsplan en -behandelplan gemaakt. De verplichting voor pluimveehouders en dierenartsen om een contract aan te gaan en te werken met deze modellen, is in de IKB Kip-regeling opgenomen. Een projectplan voor een centrale registratie van antibiotica en voor benchmarking van het antibioticagebruik is opgesteld. Dit plan moet in 2010 worden uitgevoerd. Er is veel aandacht besteed aan de communicatie naar pluimveehouder, dierenarts en veevoeradviseur om te komen tot een grotere bewustwording van de risico's van antibioticagebruik en van selectief en correct gebruik. De sector begeleidt en financiert (deels) onderzoek naar de mate waarin resistente bacteriën voorkomen in de vleeskuikensector en welke interventiemaatregelen mogelijk zijn. VWA retributie eieren Met de VWA zijn afspraken gemaakt over de inning van de retributies voor controles op eieren door de VWA in het kader van het Nationaal Plan hormonen en overige verboden stoffen. Vanaf 2009 int het PPE deze retributies, waarbij afspraken zijn gemaakt over de bijdrage van de sector over de jaren 2004 tot en met 2008 en het vervolg vanaf Deze bijdragen worden opgebracht door legpluimveehouders, pakstations en eiproductenindustrie. Tegelijkertijd is afgesproken dat het bedrijfsleven meer inzicht krijgt in de kostenopbouw, de uitgevoerde onderzoeken en de resultaten daarvan. Het ministerie van VWS heeft de wijziging opgenomen in het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen. Begin 2010 vindt een eerste evaluatie van de gemaakte afspraken plaats. Toezicht op controle Het principe van toezicht op controle houdt in dat bedrijven zichzelf (laten) controleren op wet- en regelgeving en dat de overheid beoordeelt of deze controlesystemen goed functioneren. Zo kunnen bedrijven de controles efficiënt inrichten en kan de overheid meer tijd vrijmaken voor de aanpak van notoire overtreders. De overheidscontrole is als vangnet van belang; zonder dat, is de toegevoegde waarde van dit beleid voor het bedrijfsleven beperkt. Uitgangspunt voor het PPE is dat voor de bedrijven duidelijke voordelen behaald dienen te worden bij deelname aan toezicht op controle, zoals lagere controledruk, lagere controlekosten en verminderde administratieve lastendruk. In 2008 is toezicht op controle in de eiersector (op het niveau van de leghennenbedrijven) ingevoerd. Dit heeft betrekking op de handelsnormen eieren, het Legkippenbesluit en de EU-hygiëneregels. Het betekent kortweg dat IKB-erkende leghennenbedrijven minder controleurs op het erf krijgen. In 2009 is veel tijd gestoken in de evaluatie van de ervaringen tot nu toe. Deze evaluatie kon door vertraging bij het ministerie van LNV in 2009 niet afgerond

20 20 jaarverslag PPE 2009 worden. Met het ministerie is afgesproken om de evaluatie nu uiterlijk in februari 2010 af te ronden. Vervolgens zal dan in overleg tussen overheid en sector besloten worden of dit moet leiden tot aanpassing van de gemaakte afspraken. Kwaliteit Het waarborgen van een optimale kwaliteit van (pluimvee)vlees en eieren in alle schakels van de keten is een belangrijk doel van het Productschap Pluimvee en Eieren. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft Integrale Keten Beheersingssystemen (IKB) ontwikkeld om garanties te kunnen geven over de kwaliteit, herkomst en manier van produceren. IKB-producten komen van bedrijven en slachterijen waar (onafhankelijke) controle is op veevoer, kritische stoffen, medicijngebruik, hygiëne en transport. Iedereen in de productieketen kan vrijwillig deelnemen. Pluspunten van IKB zijn de garanties voor de consument, de versterking van de concurrentiepositie van de bedrijven en de verbetering van het imago van de bedrijfstak. Het PPE is steeds bezig met verdere verbetering van de bestaande regelingen voor Integrale Keten Beheersing (IKB). Waar mogelijk wordt gezocht naar samenwerking met andere internationale kwaliteitssystemen (Belplume, KAT, QS). Daarnaast is inbreng geleverd in de discussie over het Global-GAP systeem, om te bereiken dat de IKB-voorschriften de basis kunnen gaan vormen van dit mondiale systeem. IKB Kip, IKB Ei, IKB Kalkoen, IKB PSB en IKB Konijn Een herziening door het PPE van de IKB Kip- en IKB Ei-regeling is in 2009 ingegaan. De herziening leidde tot acceptatie van de regeling IKB Kip door de Raad van Accreditatie volgens NEN-EN De accreditatie van de regeling IKB Kip is lang onderwerp van discussie geweest met de Raad voor Accreditatie. Het ging daarbij vooral om de vraag hoeveel informatie er door de controleur tijdens een controle vastgelegd moet worden. Dit heeft uiteraard direct invloed op de lengte (en kosten) van de controle. Het PPE heeft een voorstel op dit punt specifiek gericht op de vleeskuikens opgesteld. Dit is inmiddels in de praktijk uitgetest. Op basis hiervan wordt een aanpassing van de IKB Kip voorwaarden voor vleeskuikens doorgevoerd. Deze zijn op 1 januari 2010 van kracht geworden. De IKB Ei regeling is geprivatiseerd. Het PPE heeft de regeling ondergebracht bij de Stichting IKB Ei. IKB Ei: project eistromen Op verzoek van zowel de legsector als de pakstations is de Stichting IKB Ei een Pilotproject Eistromen gestart. Het doel van deze pilot is te onderzoeken hoe de handelsstromen van eieren zo efficiënt mogelijk bijgehouden kunnen worden. Hierbij wordt aangesloten op de werkwijze van KAT. In eerste instantie is dit alleen van toepassing bij IKB-erkende legbedrijven en IKB-verzamelaars/pakstations. Tijdens de pilot wordt ook de benodigde automatisering al zoveel mogelijk gebouwd en getest. De pilot is in november 2009 afgerond. Begin 2010 wordt bij de IKB-pakstations/ verzamelaars gestart met de implementatie. QS Kalkoen Het PPE is in 2009 weer voor twee jaar goedgekeurd als QS-Coördinator Kalkoenen door SGS Germany. Vanuit België zijn vier houders aan het totale bestand toegevoegd. Alle deelnemers zijn in het laatste kwartaal gecontroleerd en kregen status I, wat betekent dat zij de komende drie jaar zijn vrijgesteld van controles. Wel bestaat altijd kans op een steekproefsgewijze controle. Global GAP De beheerders van enkele IKB-systemen (kip, varken en kalf) hebben begin 2009 besloten een gezamenlijke benchmark (vergelijking) van de IKB-systemen met Global GAP uit te voeren. Dit vanwege de vraag vanuit (met name de Nederlandse) retail naar kwaliteitssystemen die Global GAP-waardig zijn. In 2009 is een akkoord bereikt met Global GAP over de opzet van de benchmark, waarbij rekening gehouden wordt met het feit dat diverse Global GAP-eisen in Nederland al afdoende via wetgeving worden afgedekt. De eisen van Global GAP zijn vergeleken met die van de IKB-systemen. Op verschillende punten gaat IKB verder. Daarnaast zijn er enkele Global GAP-normen die niet in IKB staan, maar wel door wetgeving afgedekt worden. Met de verschillende CCvD s van de IKB-schema s is afgesproken om de eerste fase van de benchmark te starten. Vervolgens kan een go - no go-besluit over het vervolg genomen worden. De daadwerkelijke start is in de loop van 2010 voorzien. IKB PSB In 2009 ging veel aandacht uit naar de herziening van de IKB-PSB-regeling voor de

21 jaarverslag PPE pluimveeservicebedrijven (PSB-bedrijven). De NEN norm (voor werkgerechtigheid en afdrachten) is in 2008 aan de IKB PSB-Regeling toegevoegd. Deze norm heeft in het buitenland echter niet dezelfde waarde en dit levert soms problemen op bij het erkennen van buitenlandse PSB bedrijven. Bij de huidige herziening van de IKB PSB-Regeling, die stamt uit 2007, wordt dit punt ook terdege meegenomen. Daarnaast is er veel aandacht voor de duidelijkheid en (praktische) uitvoerbaarheid van de regeling. Hierbij wordt bijvoorbeeld gekeken of de controlefrequenties omlaag kunnen, om zo een financieel voordeel voor de deelnemers te creëren. Dit mag, vanzelfsprekend, niet ten koste gaan van de kwaliteit en betrouwbaarheid van de bedrijven. Bij het herzien van de regeling worden zowel PSB-bedrijven, pluimveebedrijven als pluimveeslachterijen betrokken. Deze zijn vertegenwoordigd in de Adviescommissie IKB PSB. IKB Konijn Het aantal IKB Konijn deelnemers is in 2009 gelijk gebleven. Het animo onder niet deelnemende konijnenhouders is laag, en veranderingen hierin zijn niet waarschijnlijk. Toch is de IKB-regeling wel gewenst, omdat deze in België wordt erkend als de daar geldende kwaliteitsregeling. Een nadeel voor de regeling is dat er geen slachterij in Nederland is. Destructie Met het ministerie van LNV is overlegd om te komen tot een lagere ophaalfrequentie van klein kadavermateriaal dat gekoeld of ingevroren bewaard wordt. De pluimveesector heeft gepleit voor een ophaaltermijn die aansluit bij de huidige praktijk: vier tot acht weken bewaren onder voorgeschreven condities. Eind september is de Regeling dierlijke bijproducten van het ministerie van LNV gewijzigd. Per 1 januari 2010 wordt een andere ophaalfrequentie van kracht. Kadavers van pluimvee moeten minstens eens in de vier weken worden opgehaald, onder voorwaarde dat het materiaal bewaard wordt bij een omgevingstemperatuur van maximaal vijf graden Celsius. Invriezen van kadavers levert vooralsnog geen langere ophaaltermijn op. Daarover moet eerst in Brussel verder gesproken worden. Daarnaast heeft het ministerie van LNV aangekondigd dat de financiering van de kosten voor het transport en de verwerking van kadavers vanaf 2010 stopt. In 2009 stelde LNV daarvoor ruim 14,6 miljoen beschikbaar aan Rendac. De sector heeft, via NOP, NVP en PPE, bij LNV aangegeven dit niet te kunnen accepteren en houdt vast aan eerdere afspraken, waarbij LNV in elk geval tot en met 2010 meefinanciert aan de destructiekosten.

22 22 jaarverslag PPE Diergezondheid en welzijn Alle schakels in een productiekolom hebben baat bij gezonde dieren. Een gezonde veestapel is in het belang van bedrijfsleven én maatschappij. Met oog op de afzet moeten dieren vrij zijn van (handelsbelemmerende) ziekten. Daarnaast draagt een goede gezondheidsstatus bij aan het welbevinden van de dieren zelf. Omdat niet elke ziekte op bedrijfsniveau kan worden aangepakt, is collectieve bestrijding en preventieve gezondheidszorg van deze ziekten nodig. Daarom subsidieert het PPE de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) om monitoringsprogramma s uit te voeren en worden onderzoeksprojecten gefinancierd. Bovendien wordt geld uitgetrokken voor het Diergezondheidsfonds (DGF); de afspraken met het ministerie van LNV over de verdeling van kosten bij een onverhoopte dierziekte-uitbraak. Beleid diergezondheid en welzijn In het diergezondheidsbeleid van het PPE staat de preventie van dierziekten centraal. Daar waar er toch sprake is van een dierziekte, is het van belang dat de mogelijkheden benut worden om deze ziekte snel op te sporen en de juiste maatregelen te nemen. Bestrijding van besmettelijke dierziekten is een taak van de overheid. Preventie van dierziekten is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de individuele ondernemer in de sector. Dit is in veel gevallen niet toereikend. Via private kwaliteitssystemen of door regelgeving kan een hoger niveau bereikt worden. Daar waar de overheid regelgeving met betrekking tot preventie afbouwt, vindt analyse plaats of de sector het nodig acht zelf via kwaliteitssystemen of regelgeving maatregelen te nemen. Het PPE wil dierenwelzijn stimuleren. Om verslechtering van de concurrentiepositie van de Nederlandse pluimvee- en eiersector te voorkomen, moeten verdere verbeteringen aan dierenwelzijn via Europese regelgeving worden geregeld. Ook zet het PPE zich in op het meenemen van dierenwelzijn in de WTO-onderhandelingen. Indien er geen Europese regels zijn, kunnen deze nationaal gesteld worden; vanuit de overheid of het PPE. Het PPE stelt op verzoek van overheid en/of sector verordeningen op om aspecten van welzijn te regelen en controleren. Momenteel is er regelgeving op het gebied van welzijn voor vier sectoren waarvoor geen Europese regelgeving geldt: kalkoenen, vleeskuikenouderdieren, nertsen en konijnen. Het beleid is er verder op gericht om initiatieven uit de sector en de markt op het gebied van dierenwelzijn te ondersteunen en een verdere verbetering van het dierenwelzijn te stimuleren. Daarnaast draagt het PPE bij aan dierenwelzijn door regelgeving te controleren en te handhaven. Het PPE beschikt over een Tuchtgerecht waar overtreders van de regels zich dienen te verantwoorden. Tevens verzorgt het PPE de collectieve financiering van onderzoek naar dierenwelzijn voor de sector, zoals onderzoeken naar ingrepen bij pluimvee. Effect van het beleid Bij het diergezondheidsbeleid is het van belang dat eventuele afwijkingen snel

23 jaarverslag PPE opgespoord worden. Daartoe bestaan er verschillende monitoringsinstrumenten. Het PPE speelt hierbij een rol als regelgever. Veehouders zijn op basis daarvan verplicht via bloedanalyses een aantal besmettelijke dierziekten te monitoren. Aviaire Influenza wordt gemonitord zoals vastgelegd in een PPE-verordening. Ook als financier spelen de schappen een evidente rol bij monitoring. In alle sectoren worden de helft van de collectieve monitoringskosten van GD gefinancierd door het PPE. Daarbij is het van belang dat de instrumenten blijven passen bij de ontwikkelingen in de sectoren. Een toenemend aantal eisen op het gebied van dierenwelzijn is vastgelegd en wordt gecontroleerd. Dit draagt bij aan een hoger dierwelzijnsniveau in de Nederlandse sectoren. De strenge handhaving en het inzetten van tuchtrecht leiden ertoe dat het aantal overtreders niet hoog is, en een dalende tendens vertoont. Terugkoppeling effecten naar (toekomstig) beleid Bij preventie en bestrijding van besmettelijke dierziekten is voor alle sectoren een risicogebaseerde benadering het uitgangspunt. Bij NCD geldt een verplichte vaccinatie op basis van PPE-regelgegeving, omdat NCD algemeen onder vogels voorkomt. Het PPE financiert verschillende onderzoeksprojecten met betrekking tot diergezondheid. Met de resultaten ervan wordt het diergezondheidsniveau in Nederland op een nog hoger peil gebracht. Omdat het aantal gezondheidsproblemen in de pluimveesector toeneemt, heeft het bestuur besloten om het budget dat beschikbaar wordt gesteld voor veterinair onderzoek voor 2010 met ongeveer te verhogen. Omdat op het vlak van welzijn voor de vier genoemde sectoren anno 2009 nog geen EU-regels zijn, omdat er nog steeds draagvlak is voor deze regelgeving in de sectoren en omdat de resultaten van handhaving via PPE-regelgeving goed zijn, wordt het dierwelzijnsbeleid via PPE-verordeningen de komende tijd voortgezet. Daar waar mogelijk wordt een Europese aanpak voor de sectoren bepleit. Tevens blijft ingezet worden op het ondersteunen van initiatieven uit de sector en de markt. Preventieve Diergezondheid Bij regelgeving gericht op dierziektepreventie, zoals de hygiënevoorschriften, is het verminderen van veterinaire risico s een belangrijk aandachtspunt voor het PPE. Om draagvlak te houden onder de houders van dieren, moeten maatregelen praktisch en uitvoerbaar zijn. Het PPE financiert monitoringsprogramma s om zicht te houden op ontwikkelingen ten aanzien van de diergezondheid. Basismonitoring Het PPE draagt jaarlijks bij aan de collectieve kosten voor basismonitoring (pluimveegezondheidszorg) door GD. In 2009 was de inzet hierover meerjarenafspraken te maken met GD om een korting te krijgen op de jaarlijkse kosten. Dit heeft eind 2009 geleid tot een akkoord op basis waarvan de jaarlijkse kosten voor deze GD-subsidie met ruim zeven procent zijn verlaagd. Pluimveegezondheid De door het bestuur vastgestelde gezondheidsprogramma s voor Aviaire Influenza (AI), Newcastle Disease (NCD), Mycoplasma gallisepticum, Salmonella gallinarum, S. pullorum en S. meleagridis zijn gedurende het gehele jaar uitgevoerd. Met de uitvoering van het NCD-beleid wordt de Nederlandse pluimveestapel beschermd tegen uitbraken van deze besmettelijke pluimveeziekte en wordt gecontroleerd of alle koppels pluimvee na de verplichte vaccinatie voldoende weerstand tegen de ziekte hebben opgebouwd. Met de overige gezondheidsprogramma s wordt door middel van serologisch onderzoek gecontroleerd of er sprake is van een besmetting met de betreffende ziekteverwekker. De GD zorgt voor de aansturing en bewaking van de gezondheidsprogramma s en voert ook het serologisch onderzoek uit. Het serologisch onderzoek betreft onderzoek van circa bloedmonsters. Met pluimveehouders die zich niet houden aan de NCD-regelgeving is telefonisch of schriftelijk contact opgenomen. Indien een ondernemer de regelgeving herhaaldelijk overtreedt, wordt dat voorgelegd aan het Tuchtgerecht. In 2009 heeft het Tuchtgerecht in dit verband veertien zaken behandeld, waarbij één keer vrijspraak is verleend, één keer een berisping is gegeven en twaalf keer een geldboete is opgelegd variërend van 300 tot Van alle geldboetes is een deel voorwaardelijk opgelegd. De handhaving van de regelgeving op het gebied van AI is in het derde kwartaal van strafrecht overgegaan naar tuchtrecht. Met name pluimveehouders die geregistreerd staan met een huisvestingssysteem met uitloop en daarom elk kalenderkwartaal bloedonderzoek voor de AI-monitoring moeten uitvoeren, zondigen nogal eens

24 24 jaarverslag PPE 2009 tegen de regelgeving. Vanaf het vierde kwartaal van 2009 kunnen overtreders nu tuchtrechtelijk worden bestraft. Omdat het aantal gezondheidsproblemen in de pluimveesector toeneemt, heeft het bestuur besloten het budget dat beschikbaar wordt gesteld voor veterinair onderzoek voor 2010 met ongeveer te verhogen. Dierziektebestrijding Voor de georganiseerde dierziektebestrijding van besmettelijke, meldingsplichtige dierziekten ligt de primaire verantwoordelijkheid bij de overheid. Dit betreft de voormalig OIE lijst-a dierziekten, zoals Aviaire Influenza (AI) en New Castle Disease (NCD). Ook is het ministerie van LNV verantwoordelijk voor een aantal OIE lijst-b dierziekten. Voor een aantal B-dierziekten neemt de overheid geen directe verantwoordelijkheid voor de bestrijdingsaanpak. Dierziektebestrijding algemeen Voor de bestrijding van de zeer besmettelijke aangifteplichtige ziekten, zoals Aviaire influzenza (AI), is de overheid primair verantwoordelijk voor de uitvoering. De inzet van het productschap is er vooral op gericht schade te voorkómen. Een goede informatievoorziening naar het bedrijfsleven behoort in geval van een dierziekte-uitbraak ook tot de instrumenten van het PPE, enerzijds om draagvlak te krijgen voor het beleid, anderzijds om zorg te dragen dat de maatregelen zo goed mogelijk worden opgepakt. Want daar heeft de sector als geheel alleen maar baat bij. Door middel van , nieuwsbrieven en informatie op de website is invulling gegeven aan deze rol. Convenant Diergezondheidsfonds Tussen het ministerie van LNV en de veehouderijsectoren zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de (bestrijdingskosten) bij uitbraken van besmettelijke dierziekten. Daarbij zijn ook afspraken gemaakt over de kosten die gemaakt moeten worden om optimaal voorbereid te zijn op een mogelijke dierziektecrisis. Voor de pluimveesector gaat het hierbij om de ziekten AI (vogelpest) en NCD. De afspraken gelden voor vijf jaar en zijn vastgelegd in het convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten. Eind 2009 liep het vorige convenant af. Daarom dienden er in 2009 nieuwe financieringsafspraken gemaakt te worden voor de jaren 2010 t/m Het PPE heeft daartoe de wensen van de sector geïnventariseerd en ingebracht in het overleg met het ministerie van LNV. Eind 2009 is er met de minister van LNV een akkoord bereikt over de financiering van de kosten voor de komende vijf jaar. Bij de maximale bijdrage die de sector de komende jaren levert, is rekening gehouden met de inspanningen van de sector. Ook zijn er over de slacht van kalkoenen gedurende crises en de afwaardering van broedeieren praktische afspraken gemaakt. Dierziekte-uitbraken Gedurende 2009 heeft het PPE de sector via mailberichten in totaal 54 keer geïnformeerd over uitbraken van besmettelijke ziekten in Nederland of in lidstaten van de EU. In de eerste paar maanden van 2009 is daarbij veel aandacht besteed aan diverse uitbraken van bestrijdingsplichtige laag pathogene aviaire influenza bij kalkoenen in de omgeving van Cloppenburg (Duitsland) en aan een uitbraak van NCD bij duiven in Kootwijkerbroek. Later is ook op acht andere plaatsen in Nederland NCD bij duiven aangetoond. Verder is bericht over acht NCD-uitbraken bij duiven in België en over meer dan ongeveer 20 uitbraken van laag pathogene aviaire influenza in diverse EU-lidstaten alsmede over een NCD-uitbraak in Zweden. In eigen land is een AI-besmetting van het type H10N7 vastgesteld op twee bedrijven in Deurne. Omdat dit type niet bestreden behoeft te worden, heeft het ministerie van LNV geen nadere maatregelen tegen de uitbraak getroffen. Op aangeven van de Adviescommissie Pluimveegezondheidszorg heeft het PPE alle pluimveebedrijven onderzocht, die minder dan 2 kilometer van beide besmette bedrijven liggen. Daarbij zijn geen tekenen van een AI-besmetting aangetroffen. Salmonella gallinarum en coryza Infecties met Salmonella gallinarum (Sg) of coryza veroorzaken bij pluimvee veel uitval en productiedaling. Beide aandoeningen verspreiden zich niet alleen via versleping, maar ook over korte afstand via de lucht. Medio augustus 2009 werd Sg op een bedrijf in Lunteren vastgesteld, waarna in de maanden daarna nog acht bedrijven in de Gelderse Vallei, een bedrijf in Kessel en een bedrijf in Hooghalen volgden. Tegelijkertijd is op twaalf bedrijven in de

25 jaarverslag PPE Gelderse Vallei en op vier bedrijven elders in het land infectieuze coryza vastgesteld. Het PPE drong erop aan bij de besmette bedrijven en pluimveebedrijven binnen een straal van drie kilometer van een besmet bedrijf, het pluimvee binnen te houden en extra hygiënemaatregelen te nemen. Op grond van een Interim-besluit en verordening wees het PPE een groot deel van de Gelderse Vallei aan als gebied waar het pluimvee binnen moet worden gehouden en waar voor de besmette bedrijven de verplichting geldt, dat ze begeleid moeten worden door een erkende pluimveedierenarts. Enterococcen Met sectorale vertegenwoordigers is overleg gevoerd over een door de Gezondheidsdienst voor Dieren uit te voeren onderzoek naar Enterococcus cecorum. Deze bacterie veroorzaakt veel schade bij vermeerderings- en vleeskuikenbedrijven. Het overleg heeft geresulteerd in een omvangrijk onderzoeksproject dat inmiddels is gestart en dat ook een groot deel van 2010 in beslag zal nemen. Voor het in 2009 uit te voeren onderzoek heeft het PPE-bestuur op 29 oktober een bedrag van beschikbaar gesteld. Het in 2010 uit te voeren onderzoek wordt gefinancierd uit de subsidie die het PPE inmiddels voor de pluimveegezondheidszorg 2010 aan de GD heeft toegezegd. Blackhead Bij één kalkoenbedrijf in Overijssel is in het derde en vierde kwartaal blackhead vastgesteld waardoor veel van de vleeskalkoenen in één stal zijn overleden. De andere stal kon toevalligerwijze worden meegenomen met een veldproef die door een farmaceutisch bedrijf werd gehouden in het kader van de procedures die nodig zijn om een diergeneesmiddel geregistreerd te krijgen. Het betreffende middel bleek preventief goed te werken tegen blackhead. Omdat er verder geen middel tegen blackhead beschikbaar is en de ziekte veel schade veroorzaakt, had de kalkoensector behoefte aan een snelle goedkeuring van het betreffende geneesmiddel. Het ministerie van LNV had echter aarzelingen omdat het een antibioticum is dat via het voer aan de kalkoenen moet worden toegediend. Het PPE verleent steun aan de kalkoensector om een diergeneesmiddel tegen blackhead geregistreerd te krijgen. Hondenziekte Hondenziekte is een zeer besmettelijke virusziekte die behalve bij honden ook bij diverse andere diersoorten, waaronder nertsen, voor kan komen. Bij nertsen is de ziekte sinds 1992 niet in Nederland geconstateerd, totdat in de winter 2008/2009 vijf uitbraken zijn vastgesteld en sinds april 2009 de ziekte op diverse andere bedrijven is vastgesteld en daar grote schade veroorzaakt heeft. Het PPE financiert onderzoek van nertsen die verdacht worden van hondenziekte. Op verzoek van de NFE, de brancheorganisatie van de nertsenhouders, heeft het PPE een verordening in voorbereiding genomen waarbij het vaccineren tegen hondenziekte verplicht gesteld kan worden. Retributies veterinaire en hygiënische aangelegenheden Het PPE zond in de eerste helft van 2009 een brief aan de minister van LNV waarin bezwaar werd gemaakt tegen verhoging van de VWA-tarieven van 1 juli Kern van de bezwaren was dat de tariefsverhoging volledig indruist tegen eerder gemaakte afspraken over verhoging van de VWA-tarieven bij de slachterijen. Het PPE heeft aan het LEI opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren naar de keuringskosten in pluimveeslachterijen in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België en die te vergelijken met de keuringskosten in Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat de keuringskosten in Nederland aanzienlijk hoger zijn dan elders. Het onderzoek is onder de aandacht gebracht van de minister van LNV en van de Tweede Kamer. Ook is geprobeerd om de Tweede Kamer te bewegen om van de minister een nader onderzoek naar de effectiviteit van de VWA te eisen. De Tweede Kamer heeft echter ingestemd met de voorstellen van de minister, waardoor de tariefsverhoging op 1 juli 2009 is ingegaan. I&R pluimveebedrijven en pluimveekoppels Sinds medio 2007 worden de overplaatsingen van pluimveekoppels ook elektronisch gemeld in het Koppelinformatie Pluimveesysteem (KIP-systeem). In 2008 is daarnaast ook aandacht besteed aan de verdere elektronische aanlevering van eendagskuikens. Inmiddels meldt 70 tot 75% van de bedrijven elektronisch de pluimveeverplaatsingen. In 2009 is een evaluatie uitgevoerd. Deze evaluatie heeft handvatten geboden voor beleid om het percentage elektronische aanlevering nog verder te verhogen. In 2009 heeft, in eerste instantie voor de opfok- en vermeerderingsbedrijven, een inventarisatie plaatsgevonden van

26 26 jaarverslag PPE 2009 het aantal stallen en de capaciteit van de stallen. In 2010 wordt bezien of registratie op stalniveau in KIP haalbaar is. Dit vergemakkelijkt de aansturing van de gezondheidsprogramma s. Welzijn Het PPE streeft ernaar dat de Nederlandse pluimveesector duurzaam en verantwoord produceert. Zo is het schap betrokken bij welzijnsregelingen voor vleeskuikenouderdieren, kalkoenen, konijnen en nertsen. Het PPE neemt deel aan de productwerkgroep pluimveevlees en eieren van Biologica, de belangenorganisatie voor de biologische sector. Daarnaast is er regelmatig afstemming met maatschappelijke organisaties zoals de Dierenbescherming. Bijvoorbeeld bij het opstellen van welzijnsregelgeving of bij andere ontwikkelingen in de sectoren waarbij welzijnsaspecten aan de orde zijn. Verdoven van slachtpluimvee In opdracht van het ministerie van LNV onderzocht Livestock Research het elektrisch bedwelmen van pluimvee in Nederlandse pluimveeslachterijen. Op initiatief van NEPLUVI zijn twee projecten gestart om te komen tot alternatieven voor deze manier van verdoven. De Stichting Fonds voor Pluimveebelangen heeft een subsidie toegekend voor één van deze projecten. Ingrepen Het PPE werkte in 2009 samen met NOP en NVP, het ministerie van LNV en Dierenbescherming aan de uitvoering van het Plan van aanpak Ingrepen bij pluimvee. Doel van het plan is in 2011 ingrepen bij pluimvee verantwoord achterwege te kunnen laten. De uitvoering van het plan en onderzoek door Livestock Research liggen op schema. Een aantal onderzoeken is nog gaande. De betrokken partijen zijn het eens over de aanpak, inzet en resultaten. Duidelijk is dat eind 2010 een stap gezet moet worden richting het achterwege laten van ingrepen. Punt van aandacht voor de komende tijd is de vertaling van de onderzoeksresultaten naar de praktijk. Nationaal verbod op verrijkte kooi Vanaf 2017 zou, naast de alternatieve houderijsystemen, uitsluitend nog het koloniehuisvestingsysteem toegestaan zijn. De minister van LNV besloot eind 2008 dat zij een motie zou uitvoeren waarmee de overgangstermijn voor de verrijkte kooien eindigt op 1 januari Daartoe moet het Legkippenbesluit worden gewijzigd. Naar de mening van de sector zou een overgangstermijn tot 2027 moeten worden gehanteerd, uitgaande van investeringen die de betreffende bedrijven nog in 2011 moeten doen (in legnest, zitstokken en strooiselvoorziening). Samen met NVP en NOP is bij de bedrijven met te verrijken of verrijkte kooien vervolgens geïnventariseerd wat de gevolgen van het verbod per 2017 zullen zijn. Daaruit is duidelijk geworden dat de directe schade ten minste 15,1 miljoen bedraagt. De inkomstenderving bedraagt 43,8 miljoen. Op basis daarvan is opnieuw gepleit voor een langere overgangstermijn, wat ertoe leidde dat het LEI in opdracht van LNV opnieuw de werkelijke schade heeft berekend. Het rapport van het LEI was vervolgens voor leden van de Tweede Kamer, mede op aandringen vanuit de sector, aanleiding om de minister van LNV tijdens de begrotingsbehandeling via een motie te verzoeken de termijn van het verbod alsnog te verschuiven naar 1 januari De directe schade is dan aanzienlijk beperkter en is er in elk geval een ruimere overgangstermijn voor de betreffende bedrijven. Die motie is aangenomen. Verbod op de legbatterij per 2012 Legpluimveebedrijven in de EU met een traditioneel kooisysteem hebben tot 2012 de tijd om over te schakelen op een diervriendelijker huisvestingstype. Het PPE heeft de minister van LNV gevraagd bij de Europese Commissie te bepleiten dat maatregelen getroffen worden ten aanzien van de lage omschakelingspercentages in de EU. Nederlandse legpluimveebedrijven schakelen wél in hoog tempo om naar diervriendelijkere systemen, maar ondertussen is bijna 70% van de leghennen in de EU nog in traditionele kooien gehuisvest. De kans dat al deze bedrijven nog voor 1 januari 2012 omschakelen lijkt klein. Eieren die vanaf 2012 nog uit de traditionele kooien komen, zijn dan illegaal geproduceerde eieren die de markt kunnen verstoren voor eieren die wél volgens de norm geproduceerd zijn. De Nederlandse sector maakt zich grote zorgen over de terughoudende opstelling van de Europese Commissie. Het PPE vindt dat de EC duidelijk moet maken hoe ze vanaf 2012 wenst om te gaan met illegaal geproduceerde eieren en wat ze wil doen om het omschakelingsproces te stimuleren. Overleg met het ministerie maar tevens met de Europese Commissie, het Europees Parlement en andere stakeholders over verdere mogelijkheden, is nog gaande. Welzijn vleeskuikens Op het gebied van diergezondheid en welzijn

27 jaarverslag PPE is gewerkt aan de voorbereidingen van de implementatie van de EU-richtlijn welzijn vleeskuikens. Begin 2009 heeft een bestuurlijke afstemming tussen NOP, NVP, NEPLUVI en PPE plaatsgevonden, waarna overleg is gevoerd met het ministerie van LNV. Door de sector is aangegeven dat de vleeskuikenhouders de mogelijkheid moeten krijgen om een maximale bezettingsdichtheid van 42 kg/m2 aan te houden. In een brief heeft de minister van LNV de sector gevraagd te komen met een ambitieuze aanpak voor de implementatie van de EU-welzijnsrichtlijn voor vleeskuikens. Die aanpak zou zich in ieder geval moeten richten op monitoring van voetzoollaesies. Verder overleg heeft geleid tot het ondertekenen van een Afsprakenkader Vleeskuikenrichtlijn. Daarin is vastgelegd dat de koppels vleeskuikens die met een bezettingsdichtheid van maximaal 42 kg/m2 zijn gehouden en worden geslacht tussen 1 juli 2010 en 1 juli 2012, zullen worden beoordeeld op hakdermatitis. Vanaf 1 januari 2012 zullen bedoelde koppels vleeskuikens worden beoordeeld op voetzoollaesies. OIE De wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) is gestart met het opstellen van wereldwijde richtlijnen voor het welzijn van de verschillende diersoorten. In juni 2009 is gestart met een internationale werkgroep die tot taak heeft een richtlijn op te stellen voor het welzijn van vleeskuikens. Het PPE is vertegenwoordigd in die werkgroep. Welzijn vleeskuikenouderdieren In het verslagjaar zocht het PPE verschillende keren contact met de elf vermeerderaars, die hun ouderdieren hebben gehuisvest in een kooisysteem, over een eerder afgesproken overgangstraject naar een huisvestingssysteem met legnesten, zitstokken en een strooiselvoorziening. Ook de Dierenbescherming en de bouwer van het stalsysteem zijn daarbij betrokken. In 2009 overtraden enkele bedrijven de welzijnsregels door een te hoge bezettingsdichtheid. In 2010 worden deze zaken voor het Tuchtgerecht gebracht. Welzijn vleeskalkoenen Op verzoek van het PPE heeft de toezichthoudende controleorganisatie een evaluatie gemaakt van de gerealiseerde bezettingsdichtheden in de vleeskalkoensector. Gebleken is dat de gemiddelde maximale bezettingsdichtheid op de bedrijven ruimschoots onder de maximaal toegestane bezettingsdichtheid ligt. De Verordening welzijnsnormen vleeskalkoenen 2003 wordt vooralsnog ongewijzigd gehandhaafd. In 2009 zijn geen overtredingen van de regelgeving geconstateerd. Welzijn konijnen In 2009 is de wijzigingsverordening konijnen van kracht geworden. De Verordening is alleen van toepassing op konijnen voor de vleesproductie. In het voorjaar zijn de vleeskonijnenhouders gecontroleerd. In het laatste kwartaal is de verordening met de sector en de dierenbescherming heroverwogen. Hieruit is een aantal voorstellen tot aanpassing gekomen. De gewijzigde verordening wordt in de loop van 2010 van kracht. De laatste bijeenkomst van de Raad van Europa in december heeft nog niet geleid tot een akkoord over de minimum welzijnseisen voor vleeskonijnen. Maart 2010 wordt een consultatieronde gehouden. De in het Engels vertaalde Nederlandse welzijnsverordening speelt een rol bij de invulling van de welzijnseisen. Welzijn nertsen In de Tweede Kamer is een initiatief wetsvoorstel behandeld dat moet leiden tot een verbod op het in Nederland houden van nertsen. Het PPE heeft in afstemming met de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders de nodige informatie geleverd aan betrokken kamerleden. De Tweede Kamer heeft de wet inmiddels aangenomen. Tegen het einde van het jaar is ook de Eerste Kamer geïnformeerd over de nertsenhouderij. Welzijn kleine takken Op verzoek van het ministerie van LNV heeft Livestock Research (LR) in een expertview gerapporteerd over het welzijn van enkele kleine veehouderijtakken waaronder de kalkoen- en eendensector. Genoemde sectoren hebben veel kritiek op de rapportage geuit. Via de PPE Adviescommissie Praktijkonderzoek is de kritiek besproken met LR.

28 28 jaarverslag PPE Onderzoek en innovatie Het PPE laat onderzoek doen op het gebied van welzijn, voedselveiligheid, mest, milieu en kwaliteit van producten. Dit is nodig om de concurrentiepositie verder te versterken, duurzame productiesystemen en producten te ontwikkelen en samen met het bedrijfsleven en de overheid in te spelen op veranderingen. Het onderzoek heeft tot doel het bedrijfsleven te ondersteunen en onderwerpen zoals welzijn, voedselveiligheid, technologie en arbeidsomstandigheden uit te werken. Onderzoek pluimvee Praktijkonderzoek Praktijkonderzoek voor de pluimveehouderij wordt bij het PPE begeleid door de Advies commissie Praktijkonderzoek Pluimveehouderij (POP). De POP heeft klankbordgroepen per deelsector: reproductie, leghennen, vleeskuikens, eenden en konijnen. In de klankbordgroepen vindt per deelsector de inventarisatie en prioriteitstelling plaats van gewenst onderzoek, wordt lopend onderzoek begeleid en afgesloten onderzoek beoordeeld. De klankbordgroepen rapporteren aan de POP; deze bewaakt de verdeling van de budgetten over de deelsectoren en adviseert het PPE-bestuur over het te voeren beleid. In 2009 is in totaal ruim toegekend als subsidie voor praktijkonderzoek voor de genoemde deelsectoren in de pluimveehouderij, inclusief onderzoek en ontwikkeling (O&O) vleeskuikenslachterijen en de konijnenhouderij. Daarin zit voor alle deelsectoren ook een bedrag voor kennisuitwisseling. Het onderzoek in vleeskuikenslachterijen betreft het Campylobacteronderzoek (zie pagina 18), dat wordt aangestuurd door NEPLUVI. In 2009 is wederom veel onderzoek gedaan in het kader van welzijn. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan onderzoek naar het achterwege laten van ingrepen bij leghennen en ouderdieren en onderzoek naar het voorkomen van voetzoollaesies bij vleeskuikens. Daarnaast heeft er vervolgonderzoek plaatsgevonden met betrekking tot het huisvesten van konijnen. Als vanzelfsprekend is ook in 2009 weer aandacht besteed aan kennisuitwisseling.

29 jaarverslag PPE Door het PPE wordt gewerkt aan het beter beschikbaar en transparanter maken van de uitkomsten van de diverse onderzoeken. Op de website zal een onderdeel komen met de diverse onderzoeksvoorstellen, bijbehorende publicaties en dergelijke. Innovatie Het PPE heeft ervoor gekozen innovatieactiviteiten via een fonds te laten verlopen. De Stichting Fonds voor Pluimveebelangen stimuleert innovaties in de pluimveesector. Het bestuur van het Fonds bestaat uit de leden van het dagelijks bestuur van het PPE, aangevuld met een vertegenwoordiger van Wageningen UR. Het vermogen van het Fonds wordt gevormd door de opbrengst van de verkoop van onroerend goed in Doorn en Beekbergen dat eerder werd gebruikt voor het pluimveepraktijkonderzoek en de gezondheidsdienst voor Pluimvee. De Stichting heeft in 2008 de Toekomstvisie Pluimveehouderij bepaald. Vervolgens is een Innovatieagenda Pluimveehouderij voor de periode opgesteld.

30 30 jaarverslag PPE 2009 Het bestuur van het Fonds stimuleert via subsidiëring het tot stand brengen van innovatieve projecten voor de pluimveevlees en legsector. De aandachtsvelden zijn schaalvergroting en rationalisatie; integrale ketenaanpak en nieuwe productiemethoden, marktgerichte aanpak, verduurzaming en kennisontwikkeling. In 2009 heeft het Fondsbestuur in totaal subsidie toegezegd voor de volgende projecten : verhogen kuikenvitaliteit ( ); biologische bestrijding van rode bloedluis ( ); haalbaarheidsonderzoek Veluws Gezondheids Ei ( ); innovatiedag Kip van Columbus ( ); alternatieve verdovingmethode voor vleeskuikens ( ); het mobiliseren van de latente consumentenvraag naar diervriendelijke producten ( ); nieuwe stalindeling voor vleeskuikens ( ); database vastleggen eierstromen ( ).

31 jaarverslag PPE Integrale aanpak bloedluizen Het PPE coördineert een omvangrijk project betreffende het onderzoek naar het oplossen van de bloedluisproblematiek. Bloedluizen (vogelmijt) vormen een groot probleem in de legpluimveehouderij. Voorheen werden ze vooral bestreden met behulp van chemische middelen. Via onderzoeken is gezocht naar duurzame (praktisch toepasbare en betaalbare) alternatieven, maar die hebben geen toepasbare oplossingen opgeleverd voor de pluimveesector. Het project en de financiering door het Fonds Pluimveebelangen en LNV worden medio 2010 beëindigd. Wel zal nog vervolgonderzoek plaatsvinden om met praktische oplossingen te komen voor de pluimveehouder. In 2010 zal een bijeenkomst plaatsvinden waarbij alle bevindingen worden geïnventariseerd om resterende onderzoeksvraagstukken vast te stellen. Onderzoeksprojecten pluimveehouderij 2009 Opfok leg- en leghennenhouderij - Opfok condities leghennen * - Update literatuurstudie ingrepen * - Doorstroom biologische kennis naar regulier; begeleiding studieclub* - Effect van vezelrijk verdund voer in de opfok- en legperiode op verenpikgedrag, voeropname regulatie, ontwikkeling van het maag-darmkanaal en dierprestaties van hennen tijdens de legperiode - Optimalisering verlichting bij leghennen om verenpikken te verminderen en productie te verbeteren * Vleeskuikenhouderij - Effect van (varkens)diermeel in vleeskuikenvoer op technische resultaten, slachtrendementen, strooiselkwaliteit, uitwendige kwaliteit en - Effecten van het aanbrengen van een water-/nevelgordijn op de fijnstofemissie uit vleeskuikenstallen (veldmeting) Vleeskuikenouderdieren - Effect van bezettingsdichtheid op paargedrag, beschadigingen en technische resultaten bij vleeskuikenouderdieren - Nieuw huisvestingssysteem (Quality Time stal) Konijnenhouderij - Combihuisvesting voor voedsters in de - Stofemissie uit een konijnenstal met langdurige mestopslag onder de kooien Kalkoenen - Deskstudie fokkerij en management m.b.t. snavelbehandeling Kennisuitwisseling (komt jaarlijks terug). - Kennisuitwisseling eenden - Kennisuitwisseling (opfok) leg - Kennisuitwisseling vleeskuikens - Kennisuitwisseling (opfok) vleeskuikenouderdieren Nertsen (aandachtsgebieden zijn gelijk, wel nieuwe projecten) - Reproductie onderzoek - Lactatie onderzoek - Groeiperiode onderzoek - Pelsperiode onderzoek - Management onderzoek - Mest en stank project - Communicatie en PR - = nieuw in 2009 * = afgerond (onderzoeksperiode is ten einde) = projecten met een duurzaamheidscomponent

32 32 jaarverslag PPE Arbeid Het PPE ondersteunt sociale partners bij de beleidsvoorbereiding en het uitvoeren van activiteiten op het terrein van arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden, arbeidsmarkt en beroepsopleidingen. Doel is het bevorderen van duurzame werkgelegenheid in de pluimvee- en eiersector. Dat betekent dat arbeidsplaatsen ook op langere termijn aantrekkelijk moeten blijven. De activiteiten die op dit terrein door het schap worden ondernomen, zijn voor een belangrijk deel gericht op werknemers in de pluimveevleesindustrie. Een aantal activiteiten is gericht op ondernemers in de primaire sector, bijvoorbeeld voorlichting om frauduleuze inhuur van personeel te voorkomen en het project Stof? Pak t aan!, waarvan het doel is arbeidsgerelateerde gezondheidsproblemen aan de luchtwegen te voorkomen. Ook in 2009 werkten meerdere productschappen aan een verdere versterking van hun samenwerking op het gebied van arbeidsaangelegenheden. Hiermee wordt een onderling verhoogde betrokkenheid en kennisuitwisseling nagestreefd om de effectiviteit van inspanningen te verhogen. Beleid Arbeid Het PPE-beleid ten aanzien van de factor Arbeid is sinds 2007 deels gericht op een versterkte samenwerking en kennisuitwisseling tussen meerdere productschappen om de effectiviteit van inspanningen te verhogen. Deze samenwerking is 2009 voortgezet in de werkgroep verankering arbeid. Effect van het beleid Versterkte samenwerking in de werkgroep resulteerde in een vastomlijnd werkplan 2009, waaraan invulling kon worden gegeven zoals beoogd. Met een deel van de activiteiten werd tevens een (informatie)basis gelegd voor beleidskeuzes voor de factor arbeid op de langere termijn en daarmee voor de continuïteit van de aanpak. Terugkoppeling effecten op (toekomstig) beleid Er is een toenemend belang van beleidsontwikkeling op het terrein van arbeid in de pluimveesectoren. Mede door de samenwerking en een toenemende erkenning voor het belang van beleid met betrekking tot het thema arbeid, wordt een groeiend aantal belangrijke onderwerpen projectmatig opgepakt en gefinancierd in betrokken sectoren. Hierdoor ontstaat ook steeds meer aandacht voor het langere termijnperspectief. Verankering Arbeid Het PPE vindt het van belang beleidsontwikkeling op het terrein van arbeid in de betrokken sectoren te stimuleren. Hiermee wordt de verankering van de factor arbeid binnen het PPE onderschreven en wordt de betrokkenheid van de vakbonden in het PPE versterkt. Onderdeel van de activiteiten was de conferentie Boeien en binden. De conferentie ging over de aanpak om jongeren te interesseren voor een loopbaan binnen de sierteelt, vis, agrarische- en groene sectoren. Daarnaast kwamen handreikingen aan bod die het voor werkgevers mogelijk maken jonge medewerkers groeikansen te bieden. Via praktijkvoorbeelden kwamen instroom, doorstroom en behoud van arbeidskrachten aan bod. In de werkgroep Verankering Arbeid is verder aandacht besteed aan de vervolgactiviteiten naar aanleiding van de conferentie Boeien en Binden. Vanuit de projectdirectie van LNV is in oktober een bestuurlijk overleg georganiseerd tussen de minister van LNV en de (vice)voorzitters van de productschappen over de arbeidsmarkt en arbeidsvoorziening in de agrosectoren in relatie tot het (Groene) Onderwijs. Deze zijn vastgelegd in een intentieverklaring die samen met de vakorganisaties en de brancheverenigingen wordt uitgewerkt.

33 jaarverslag PPE Arbocatalogus De sociale partners in de pluimvee-industrie hebben besloten een arbocatalogus te maken. Doel van de catalogus is het handzaam presenteren van gegevens over arbeidsomstandigheden en de daarbij behorende risico s in één publicatie. Het PPE treedt samen met het PVV op als projectleider bij het opzetten van een Arbo-catalogus. De afgesproken thema s die de basis voor de catalogus vormen (mesveiligheid, RSI en machineveiligheid) zijn uitgewerkt. Alle benodigde informatie is gedigitaliseerd en via gebruikerstesten getest. De arbocatalogus voor de pluimvee-industrie is ook door de arbeidsinspectie getoetst en gepubliceerd in de Staatscourant. In 2010 wordt een communicatieplan uitgewerkt waardoor breed aandacht wordt besteed aan het gebruik van de catalogus. Over vervolgthema s worden tussen de sociale partners afspraken gemaakt om deze in de vervolgcatalogus in te brengen. Stof? Pak t aan! Aanwezigheid van agrarisch stof binnen de sectoren akkerbouw, tuinbouw en vee, vlees en eieren kan leiden tot gezondheidsklachten aan de luchtwegen. Werkgevers en werknemers delen de verantwoordelijkheid om via gezond verstand oplossingen voor stofbeheersing te bevorderen, en zo arbeidsongeschiktheid ten gevolge van de stofproblematiek te voorkomen. Van 2005 tot 2007 hebben de Productschappen PPE, PA, PT, PVV en PDV samengewerkt om de blootstelling aan agrarisch stof terug te dringen. Na de evaluatie bleek dat er al veel bereikt was, maar dat de bekendheid van de risico s van stof nog verder vergroot zou kunnen worden. Het PPE besloot daarom het project vanaf 2009 een vervolg te geven voor de duur van drie jaar. De focus ligt vooral op informatieoverdracht en het implementeren van praktische en economisch haalbare oplossingen in de diverse agrarische sectoren. Zo wordt een opleidingsmodule ontwikkeld in samenwerking met onderwijsinstellingen om jongeren bewust te maken van de risico s van agrarisch stof. Door middel van longtesten is op landbouwvakbeurzen aandacht gevraagd voor het onderwerp. Verder wordt de website zo aangepast dat verschillende sectoren de informatie over stof op kunnen nemen in hun arbocatalogus. Tokline Voor werknemers in de pluimvee(vlees) industrie wordt samen met FNV Bondgenoten en CNV BedrijvenBond het blad Tokline gemaakt. In 2009 is de Tokline vernieuwd en deze uitgave is volledig aan het thema Arbocatalogus gewijd. Medezeggenschap in de Pluimvee-industrie In de afgelopen periode is door alle betrokken partijen in de pluimvee-industrie veel energie gestopt in de medezeggenschap. Bij verschillende bedrijven hebben deze inspanningen geleid tot het verbeteren van medezeggenschap. Werkgelegenheid in de Nederlandse vee-, vlees- en eiersector Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben samen met het sociaal secretariaat van het PPE een plan gemaakt om tot verbreding en verdieping van medezeggenschap te kunnen komen. In 2009 en 2010 wordt gewerkt aan een boekwerkje met daarin interviews met ondernemingsraden en managers over het onderwerp. Het boekje is vervolgens in een gezamenlijke bijeenkomst aan betrokken partijen gepresenteerd. Doel van deze aanpak is de binnen de sector opgedane kennis breed te delen en bedrijven die overwegen een vorm van medezeggenschap te starten, extra te stimuleren. Het bestuur heeft met dit plan ingestemd. Werkgelegenheid Zoals ook in eerder jaren is in 2008 een enquête in de sectoren gehouden met betrekking tot de werkgelegenheid. Doel hiervan was de sociaal economische informatie te verzamelen, als basis voor toekomstig beleid vestigingegelegen- werk- vestigingegelegen- werk- vestigingegelegen- werkheiheiheid Primaire productie Slachterijen excl pluimvee Pluimvee-slachterijen Verwerkende industrie* Groothandel** Totaal Bron :LISA * Fabrikanten van snacks, vleeswaren, kant- en klaarmaaltijden en overige vleesverwerkers ** Groothandel in levend (pluim)vee, wild,vlees, vleeswaren, eieren en snacks

34 34 jaarverslag PPE Markt en afzetbevordering De activiteiten met betrekking tot marktinformatie van het PPE variëren van het verzamelen van feitelijke statistische data tot de analyse van de concurrentiepositie en het consumentengedrag. Tevens dient de informatie als uitgangspunt voor (collectieve) afzetbevordering en informatievoorziening, bijvoorbeeld richting media en maatschappij. Het PPE verzamelt en analyseert marktinformatie voor sectorgenoten. Het PPE richt zich vooral op verzameling van basale marktinformatie en op het analyseren van de concurrentiepositie, nationaal én internationaal. Beleid Markt en Afzetbevordering Het PPE levert toegevoegde waarde aan de sectoren door de diverse sectorpartijen tijdig en adequaat van basale marktinformatie te voorzien. De focus ligt daarbij met name op het informeren van het Nederlandse bedrijfsleven met gegevens betreffende sectoromvang en sectorontwikkeling, concurrentiepositie, prijsniveaus en ontwikkeling, productie- en exportgegevens, en studies betreffende huishoudelijke aankopen en imago van de sector en producten. Daarnaast financiert het PPE in beperkte mate marktonderzoeken opdat bedrijven uit betrokken sectoren de marktinformatie kunnen benutten bij het bepalen van hun bedrijfsbeleid. Ook dient het onderzoek als basisinformatie en ter signalering voor het productschapsbeleid. Tevens dient de informatie als uitgangspunt voor (collectieve) afzetbevordering (als de sector dat wenst) en voor informatievoorziening, bijvoorbeeld richting media en maatschappij. De monitoring van kostprijzen is van belang om de internationale concurrentiepositie in beeld te krijgen. Uit onderzoek is gebleken dat de concurrentiepositie van de Nederlandse sectoren onder druk staat. Uitgangspunt voor het PPE is dat de sectoren in een gelijk speelveld binnen de EU kunnen opereren. Hierbij wordt in groter verband ook aandacht besteed aan de problemen die kunnen voortkomen uit de positie die de EU inneemt in de WTO-onderhandelingen voor de pluimvee(vlees)- en eiersector. Het PPE speelt een belangrijke rol in de afzetbevordering, met name op het gebied van pluimveevlees, en in mindere mate ook van eieren. Voor deze afzetbevordering door het PPE wordt vanuit de sectoren

35 jaarverslag PPE een budget vastgesteld, omdat zij het in hun belang achten dat de afzet van pluimveeproducten (vlees en eieren) middels collectieve promotie wordt ondersteund. De afzetbevordering van kip en ei wordt vooral bewerkstelligd door het geven van productvoorlichting, reclamecampagnes, en eveneens deelname aan nationale consumentenbeurzen. Jaarlijks worden de promotiespeerpunten gedefinieerd. De Kipcampagne is een langlopende campagne, die sinds 2008 werd aangevuld met een voorlichtend onderdeel, gericht op sector PR, omdat uit onderzoek bleek dat kritische consumenten breder geïnformeerd willen worden. Effect van het beleid Door een ondersteunend beleid op het gebied van verstrekken van marktinformatie en (markt)onderzoek te voeren, kan door de sector(partijen) worden ingespeeld op veranderingen in de omgeving: de markt, de maatschappij, en de internationale concurrentiepositie. Het effect van het beleid ten aanzien van kippromotie is dat de positieve kwaliteiten van kip continu onder de aandacht van de consument worden gebracht en gehouden. De herkenning van de campagne is al jaren hoog. Terugkoppeling effecten op (toekomstig) beleid Door gericht op de veranderende informatiebehoefte van het bedrijfsleven in te spelen, en actief de informatie via diverse kanalen naar buiten te brengen, zorgt het productschap ervoor aansluiting te houden bij wat voor de sector interessante informatie is. Voorheen werd er op diverse fronten marktonderzoek verricht en uitgebreid (statistische) informatie verzameld, bewerkt en geproduceerd. Maar door het snelle tempo van schaalvergroting in de sector en professionalisering van de bedrijven is de rol voor PPE op dit gebied enigszins aangepast. De focus ligt nu met name op het informeren van het Nederlandse bedrijfsleven met gegevens en onderzoeken zoals in het bovenstaande genoemd. Uitgebreide markt- en landenstudies vallen niet meer binnen het bereik van het PPE. De kracht van het promotiebeleid voor kip zit in de continuïteit van de activiteiten; de productherkenning is groot. De pluimveesector acht het resultaat van collectieve productpromotie van groot belang voor de sector, en zal dit dan ook continueren. Op basis van de goede ervaringen in 2009 met sector-pr voor de vleeskuikensector, wordt dit na 2009 voortgezet. Marktontwikkeling Het PPE verzamelt en rapporteert structureel marktgegevens. Ze zijn van belang voor de eigen beleidsvoorbereiding, maar worden ook geleverd aan het CBS, Eurostat en Brussel. Op basis van de gegevens worden voorlopige en definitieve statistische jaarrapporten pluimvee(vlees) en eieren samengesteld. Op verzoek van de sectorcommissie eieren is in de maand juli een aanbodsnota eieren opgesteld. Verder is gewerkt aan het project Marktflits, dat in mei is afgerond. De Marktflits, een digitale nieuwsbrief, informeert sectorgenoten op regelmatige basis over marktontwikkelingen. Vaste activiteiten, zoals het jaarlijkse statistiekboekje voor de vee-, vlees- en eiersector en de jaarlijkse enquête onder de pluimveeslachterijen, werden ook in 2009 uitgevoerd. De enquête heeft tot doel inzicht te verkrijgen in de productie en afzet van kuikenvlees. De resultaten zijn teruggekoppeld aan de deelnemers aan de enquête en aan de sectorcommissie pluimveevlees. Voor het verkrijgen van een beeld van de marktsituatie en ten behoeve van de marktanalyses, worden wekelijks belrondes eieren en tweewekelijks belrondes pluimveevlees onder sectorgenoten gehouden. De rapporten Productiekosten eieren en Productiekosten kuikenvlees zijn door het LEI opgeleverd. Veel tijd en aandacht is in 2009 besteed aan het publiceren van de marktgegevens op de website De informatie is nu actueler en toegankelijker. In november is voor de bijeenkomst van de vooruitzichtengroep pluimvee en eieren een nota marktontwikkelingen in de eiersector opgesteld, die in de sectorcommissie van die maand is gepresenteerd.

36 36 jaarverslag PPE 2009 Publicatie statistieken 2009 Publicaties statistieken algemeen Vee, vlees en eieren in Nederland Voorlopig statistisch jaarrapport Definitief statistisch jaarrapport Kengetallenfolder Marktpresentaties sectorcommissies PPE Handelscijfers pluimveesector Marktbericht pluimveevleessector Marktbericht eiersector Actuele prijs- en handelsinformatie Verschijnt Jaarlijks (april) Jaarlijks (februari) Jaarlijks (augustus) Jaarlijks (augustus) Maandelijks Kwartaal Tweewekelijks Wekelijks Dagelijks Concurrentiepositie Het marktonderzoekbureau GIRA maakt jaarlijks een inschatting van de ontwikkelingen op onder andere de internationale pluimveevleesmarkt. Elk jaar in december worden de resultaten hiervan tijdens een internationale bijeenkomst met vertegenwoordigers uit de sector gepresenteerd. Het PPE participeert hierin en koopt een voor Nederland belangrijke selectie van de uitkomsten aan. Deze informatie wordt na bewerking gebruikt ter informatie van de Nederlandse pluimvee(vlees)sector. Daarnaast neemt het productschap deel aan de Brusselse vooruitzichtenwerkgroepen, waarin de lidstaten onder andere prijs- en productieontwikkelingen bespreken. Zo wordt informatie geleverd over de Nederlandse pluimvee(vlees)- en eierensectoren én wordt informatie van de andere lidstaten verkregen waarmee het PPE belangrijke toekomstige ontwikkelingen kan inschatten. Op basis van Rapportages concurrentiepositie 2009 Publicaties Wereldvleesmarkt Aanbodsverwachtingen: Pluimvee(vlees) Eieren deze gegevens worden aanbodsprognoses gemaakt voor de hele EU. Kostprijsonderzoek In opdracht van het PPE heeft het Landbouw Economisch Instituut (LEI) in 2009 een vergelijkend kostprijsonderzoek laten uitvoeren voor kuikenvlees. In deze studie zijn de productiekosten in Nederland vergeleken met die in de belangrijke afzetgebieden Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en met die van concurrenten zoals Frankrijk en Polen. Ook is een vergelijking gemaakt met enkele landen buiten de EU, namelijk de Verenigde Staten en Brazilië. De vergelijking is gebaseerd op het jaar Naast de vaststelling van het kostprijsniveau in 2007, is geïnventariseerd in welke mate de EU-landen aandacht besteden aan dierenwelzijn, milieu en voedselveiligheid. Ook is geïnventariseerd in hoeverre er in genoemde landen al wet- en regelgeving is op dit terrein en welke ontwikkelingen Verschijnt Jaarlijks (december) april/november april/november in de regelgeving te verwachten zijn. Op basis van die informatie is een schatting gemaakt van de mogelijke kostprijsontwikkeling in het jaar Consumentengedrag Voor de pluimveevlees- en eiersector is het van belang ontwikkelingen in het consumentengedrag te volgen. Voor de sectoren pluimveevlees (Nederland en Duitsland) en eieren (Nederland) worden via het PPE collectief gegevens aangekocht van GfK. GfK is een marktonderzoeksbureau, dat de huishoudelijke aankopen van de

37 jaarverslag PPE Nederlandse consument registreert met behulp van een panel van huishoudens. Het contract voor de huishoudelijke aankopen van pluimveevlees en eieren is in 2009 ongewijzigd voortgezet. Dit houdt in dat voor de productgroepen pluimveevlees en eieren, gedetailleerde informatie over het consumentengedrag beschikbaar komt. Bij eieren wordt de informatie om het jaar aangekocht (in 2009 wel en in 2010 dus niet). Elk kwartaal worden de ontwikkelingen gerapporteerd op de website www. pve.nl. Ook worden de gegevens gebruikt in marktpresentaties voor diverse commissies, besturen en in lezingen. Sector PR en afzetbevordering Afzetbevordering kip Nederland Het sinds 2008 nieuwe thema Vandaag: Kip! van de campagne Kip. t Meest veelzijdige stukje vlees blijkt succesvol. Daarnaast wordt via Kip Kiplekker voorlichting gegeven over hoe kip onder strenge welzijns- en hygiënewetgeving wordt gehouden. Dankzij 50% co-financiering van de EU konden in 2009 alle media worden ingezet via tijdschriften, radio, televisie en internet. Eenvoudige bereiding en mager zijn en blijven de belangrijkste onderscheidende imagoaspecten. Dier en milieu blijven uitdagende aspecten, maar verbeteren wel licht voor kip. Consumenten waarderen de uitgebreide controles en het ontbreken van toevoegingen. Het positieve imago van kip als mals, gezond en mager is verder verbeterd. De positieve resultaten van de campagne hebben ertoe geleid dat de slachterijen eind 2009 hebben besloten het budget voor afzetbevordering te verhogen naar e 2 miljoen. Afzetbevordering kip buitenland In de eerste helft van 2009 was in Duitsland geregeld contact met de Duitse vakpers via mailings en exclusief-berichten. In het Verenigd Koninkrijk zijn de eerste contacten gelegd met de belangrijkste vakpers. De belangrijkste aandachtspunten waren de kwaliteit van Nederlandse kip en de sterke punten van de Nederlandse pluimveesector. Het doel is een goede relatie met de belangrijkste vakpers te onderhouden. Afzetbevordering en productvoorlichting ei Voor de eiersector leverde het PPE in 2009 een bijdrage van e aan de Stichting Blij met een Ei voor sector-pr en algemene productvoorlichting over eieren. Daarnaast leverde het PPE een extra bijdrage van e voor deelname aan het Nationaal Schoolontbijt, een initiatief van het Voorlichtingsbureau Brood. Het Nationaal Schoolontbijt is het grootste ontbijtevenement van Nederland en verzorgde in 2009 een ontbijt voor kinderen en leerkrachten maar liefst scholen. Het doel van Het Nationaal Schoolontbijt is het plezier in en het belang van een goed ontbijt onder de aandacht brengen van schoolkinderen, ouders en leerkrachten. Niet alle kinderen ontbijten namelijk even goed terwijl een ontbijt essentieel is voor de concentratie gedurende de hele dag. PR/voorlichting/promotie Het PPE stelt zich tot doel activiteiten te verrichten die individuele bedrijven of private organisaties niet alleen kunnen oppakken, maar die wel voor de gehele sector van belang zijn. In dat kader worden PR-, promotie en en voorlichtingsactiviteiten ontplooid. Hiermee wordt de concurrentiepositie of 'licence to produce' van de Nederlandse sectoren ondersteund. Afzetbevorderende (PR) projecten zijn onder meer de vervaardiging van representatief meertalig beeldmateriaal over de Nederlandse sectoren en hun kwalitatief hoogwaardige productie, met name bedoeld voor buitenlandse stakeholders, zowel in binnen- als buitenland. Daarnaast zijn twee sectormodules gemaakt van het beeldmateriaal: pluimveevlees en legsector. Deze filmmodules van 10 minuten zijn voor gebruik in de sector zelf of voor gebruik bij het voorlichten van externe doelgroepen: bijvoorbeeld bij bedrijfsbezoeken of landbouwgerelateerde studieprojecten. Hiermee is het doel van het filmmateriaal een goed imago van de sectoren te ondersteunen. De producties worden in de loop van 2010 aan sectorgenoten beschikbaar gesteld.

38 38 jaarverslag PPE Veterinair informatiepunt Het Veterinaire Informatiepunt (VIP) is het centrale punt waar bedrijven uit de pluimvee- en vleessectoren, maar ook zuivel- en diervoederbedrijven terechtkunnen met al hun veterinaire problemen bij export naar derde landen. In het VIP werkt het PPE samen met het Productschap Vee en Vlees (PVV), Productschap Zuivel (PZ) en het Productschap Diervoeder (PDV). Ook de financiering is gezamenlijk. In goed overleg met de overheid wordt stelselmatig gewerkt aan het verbeteren van de toegang tot afzetmarkten buiten de EU, op uiteenlopende dossiers. Om de informatievoorziening naar de bedrijven adequaat te verzorgen, maakt het VIP gebruik van de VIP Nieuwsbrief per , en informatie op het internet. De VIP Nieuwsbrief had in 2009 een bestand van 630 abonnees, waarvan vele weer gebruikt worden voor doorgeleiding naar derden. In het afgelopen jaar zijn ruim 110 nieuwsbrieven verstuurd. Onderstaand volgt een overzicht van een aantal belangrijke zaken die in 2009 (mede) door inspanningen van het VIP gerealiseerd zijn. Beleid Veterinair informatiepunt Het Veterinair Informatiepunt (VIP) voorziet, zo blijkt ook dit jaar, in een enorme behoefte van het bedrijfsleven. Het oplossen van exportproblemen naar derde landen, en het tot stand brengen van exportprotocollen en certificaten voor de (pluim)vee- en vleessector, draagt in hoge mate bij aan de instandhouding en uitbreiding van de exportpositie van Nederland. Verzoeken vanuit het bedrijfsleven met betrekking tot (veterinaire) markttoegang naar derde landen worden, na prioriteitstelling in overleg met LNV en VWA, bij het VIP in behandeling genomen en verwerkt. Er is daarbij vaak sprake van goede en intensieve samenwerking met de Nederlandse Chief Veterinary Officer (CVO). Effect van het beleid Effect van het beleid met betrekking tot het VIP is dat met zekere regelmaat jaarlijks een aantal markten geopend of heropend worden voor (producten van) het Nederlandse bedrijfsleven. En eenmaal open voor een bepaald product, blijkt vaak de markt/het land ook gemakkelijker open te gaan voor andere producten. Daarnaast is een ontwikkeling gaande dat enkele taken die tot nu toe bij de VWA lagen, door het VIP zullen worden overgenomen. Het betreft hier antwoorden van markttoegangquestionnaires en een grotere rol bij veterinaire inspectiemissies uit derde landen. In verband met de nieuwe afspraken is de capaciteit van het VIP uitgebreid. Terugkoppeling effecten op (toekomstig) beleid De grote waardering van het bedrijfsleven voor de activiteiten en resultaten van het

39 jaarverslag PPE VIP legitimeert haar bestaansrecht. Het VIP zal de komende jaren op de beproefde werkwijze verder bouwen. Gegeven het grote aantal dossiers is een transparante prioriteitsstelling van belang. Landeninformatie Rusland Een Task Force, bestaande uit vertegenwoordigers van COV, NEPLUVI, LNV, VWA en het VIP, heeft de verschillen tussen de Russische en Europese wetgeving in kaart gebracht. Dit omdat volgens Russische autoriteiten veel Europese bedrijven, die naar Rusland exporteren, niet voldoen aan de Russische wetgeving. Op basis van deze inventarisatie is in het tweede kwartaal een inspectie uitgevoerd door de VWA bij de aangemelde bedrijven, waarna herziene bedrijvenlijsten zijn aangeboden in Rusland. Voor de bedrijven die op de verschillende bedrijvenlijsten zijn opgenomen, is een informatiemap samengesteld, met daarin onder andere de relevante Russische wetgeving. Deze map is in oktober verzonden aan de bedrijven die deze besteld hebben. Op verzoek van de Russische autoriteiten is een bedrijvenlijst voor de export van kanten-klaar producten opgesteld, dit ondanks bezwaren vanuit de Europese Commissie. Hierop hebben de Russische autoriteiten nog niet gereageerd. Oekraïne Medio 2009 stelde de Oekraïne een maatregel in waardoor vanaf januari 2010 alleen door de Oekraïne geïnspecteerde en goedgekeurde bedrijven zouden kunnen blijven exporteren. Verschillende brancheorganisaties en de EU hebben bezwaar gemaakt op de door Oekraïne ingestelde maatregel.

40 40 jaarverslag PPE 2009 Deze bezwaren hebben geresulteerd in het intrekken van de maatregel. Met betrekking tot het certificaat eipoeder zijn de onderhandelingen nog steeds gaande. De communicatie hierover met Oekraïne loopt erg stroef. Het VIP heeft daarom een nieuw voorstelcertificaat opgesteld, dat de VWA nog moet beoordelen. Kroatïe Omdat Kroatië binnenkort wil toetreden tot de EU, werken zij aan aanpassing van hun certificaten. Het betreffen veel certificaten die binnen korte tijd in werking moeten treden. Aangezien de meeste certificaten niet één op één kunnen worden afgegeven door de VWA, loopt dit niet soepel. Zowel voor de export van pluimveevlees als voor de export van broedeieren en eendagskuikens zijn nieuwe bindende certificaten overeengekomen. Verre Oosten / Midden Oosten In maart 2009 is het modelcertificaat voor de export van ééndagskuikens en broedeieren naar China aan Nederlandse zijde afgerond. LNV heeft dit naar China gezonden voor akkoord. Uit China is nog geen reactie ontvangen. In relatie tot de export van pluimveevlees moet een questionnaire worden ingevuld over NCD. Na lang aandringen heeft Hong Kong begin 2009 eindelijk de nieuwe certificaten voor de export van verschillende vleessoorten uit Nederland goedgekeurd. Hiermee is Nederland de eerste EU-lidstaat die producten mag exporteren die eventueel verwerkt zijn in een ander land dan Nederland. Door de Hong Kongautoriteiten wordt Nederland als pilot land beschouwd voor deze werkwijze. De pilot loopt tot medio 2010 en wordt afgerond met een bezoek van de Hong Kong autoriteiten aan Nederland. Met Taiwan is overeenstemming bereikt over de veterinaire certificaateisen voor de export van eendagskuikens en broedeieren. Voor de export van eiproducten moet door Nederland een self-assesment formulier worden ingevuld. Dit zal begin 2010 door het VIP worden opgepakt. Een conceptcertificaat voor de export van eendagskuikens en broedeieren is ontwikkeld. Dit is in maart aangeboden aan de Taiwanese autoriteiten. In reactie op een inspectiebezoek in 2008, heeft Zuid Korea het invoerverbod voor pluimveevlees uit Nederland opgeheven. Al geruime tijd is Nederland met Zuid Korea in onderhandeling over een certificaat ten behoeve van de export van pluimveevlees. Recent is vanuit Zuid Korea een reactie ontvangen op het door het VIP voorgestelde modelcertificaat. In december 2008 stagneerde de export van ééndagskuikens en broedeieren, omdat een gewijzigd certificaat zou moeten worden gebruikt. Na veelvuldig overleg van VIP met LNV en VWA, is eind januari 2009 overeenstemming bereikt over de nieuwe tekst. Latijns/ Midden Amerika Naar aanleiding van een verzoek van de Braziliaanse autoriteiten is gewerkt aan een bindend certificaat voor de export van broedeieren en eendagskuikens naar Brazilië. Hierbij vormde een verklaring dat er niet gevaccineerd is bij de (ouder)dieren een knelpunt. Er is hiervoor een geheel nieuwe procedure bedacht. De modelcertificaten zijn in december naar LNV gestuurd om voor akkoord naar Brazilië te zenden. Het EU-certificaat voor de export van ééndagskuikens en broedeieren naar Mexico is formeel akkoord bevonden. Begin 2010 kan export vanuit Nederland plaatsvinden.

41 jaarverslag PPE Zuid Afrika In oktober zijn de certificaten voor de export van ééndagskuikens en broedeieren afgerond en naar LNV gezonden om deze voor akkoord voor te leggen aan Algerije. De Zuid-Afrikaanse autoriteiten zijn akkoord gegaan met het door Nederland voorgestelde veterinaire certificaat van verhitte pluimveevleesproducten. De VWA-instructie is afgerond zodat export mogelijk werd. Project CLIENT Het VIP neemt deel aan het project CLIENT van het ministerie van LNV. Eind 2009 waren ongeveer 70 bedrijven aangesloten op het CLIENT Exportsysteem. Deze bedrijven kunnen nu de veterinaire exportcertificaten voor de export van hun producten digitaal aanvragen via het systeem. Nog niet alle bestemmingen buiten de EU zijn opgenomen in het systeem. De oplevering van het deelsysteem CLIENT geleidebiljetten vond plaats in de eerste helft van Inmiddels worden wekelijks 200 exportcertificaten en 200 geleidebiljetten aangevraagd. Bedrijven worden verzocht zoveel mogelijk via het nieuwe systeem hun certificaten aan te vragen. Met name bij het systeem geleidebiljetten zullen grote voordelen behaald worden voor het bedrijfsleven omdat de papieren geleidebiljetten voor de veterinaire exportcertificering worden afgeschaft. Parallel aan het project CLIENT Export loopt het project CLIENT Materieontwikkeling. Dit project, uitgevoerd door de VWA, heeft tot doel toezicht op controle verder in de betrokken sectoren toe te laten. Bij volledige invoering van dit project kunnen bedrijven op een gegeven moment over naar certificering op afstand, daar waar momenteel nog bedrijfsinspecties worden uitgevoerd. In de toekomst biedt CLIENT ook mogelijkheden voor de levende export en voor het afgeven van digitale exportcertificaten in derde landen.

42 42 jaarverslag PPE EU-regelingen en medebewind Het Productschap Pluimvee en Eieren voert medebewindstaken uit in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het medebewind in opdracht van het ministerie van LNV betekent het administratief uitvoeren van EU-regelgeving voor de sectoren pluimvee, pluimveevlees en eieren, zoals: het betaalbaar stellen van exportrestituties, het afgeven van in- en uitvoercertificaten en het vergoeden van subsidies in het kader van bestrijding van salmonella in de pluimveesector. De Dienst Regelingen (DR) van het ministerie van LNV doet de feitelijke betaling. Het PPE doet samen met het Productschap Vee en Vlees in het Gemeenschappelijk Secretariaat alle voorbereidend werk als Delegated Body van DR. Om misbruik van EU-gelden te voorkomen, worden regelmatig inspecties en controles uitgevoerd, zowel intern als door het ministerie van LNV, de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer. Besluiten die in Brussel genomen worden, zijn van grote invloed op de mogelijkheden die bedrijven hebben op het gebied van im- en export vanuit en naar derde landen (landen buiten de EU). Het PPE heeft naast de administratieve taak ook een beleidsvoorbereidende taak met betrekking tot de Europese regelgeving. Via beheerscomités en raadswerkgroepen wordt in nauwe samenwerking met het ministerie van LNV sectordeskundigheid op Europees niveau in Brussel ingebracht. Op deze wijze geeft het productschap mede richting aan het Europese beleid voor de pluimveesectoren. Tevens heeft het PPE een voorlichtende en informerende functie. In- en uitvoer Invoer De invoer van pluimvee, pluimveevlees en eieren in de EU uit derde landen loopt voor een groot deel via invoercontingenten. Dit zijn vastgestelde hoeveelheden waarmee uit één of meerdere derde landen tegen verminderde, of volledig geschorste douanerechten kan worden ingevoerd. In Nederland is het PPE belast met het beheer en de uitvoering van invoercontingenten. In nauwe samenwerking met de Europese Commissie worden bijvoorbeeld aanvragen voor deelname aan deze contingenten behandeld en eventueel invoercertificaten hiervoor afgegeven. Daarnaast is het PPE betrokken bij een aantal specifieke vormen van invoer, zoals de regeling Actieve Veredeling. De uitvoering van deze regelingen is geregeld op basis van een mandaatbesluit tussen de douane en productschappen. De nationale wetgeving hiervoor is vastgelegd in de Algemene Douanewet (ADW) alsmede de daarop gebaseerde Algemene Douaneregeling (ADR). In 2009 werden invoercertificaten afgegeven en zo n aangifteformulieren verwerkt. Dit is ten opzichte van 2008 een stijging als gevolg van een verdere toename van het aantal aanvragers binnen de diverse invoercontingenten in de pluimveesector. Uitvoer Voor een aantal producten in de sectoren pluimvee, pluimveevlees en eieren kan bij uitvoer uit de EU restituties worden verkregen. Het PPE is belast met de afhandeling daarvan. Dit betreft de verwerking van de aanvragen voor exportrestituties, het beoordelen van het daartoe ingediende

43 jaarverslag PPE bewijsmateriaal en de afgifte van uitvoercertificaten. In 2009 zijn de volgende restitutiebedragen uitbetaald: Uitbetaalde restituties 2009 door PPE Sector bedrag in Pluimveevleessector ,10 Eiersector ,67 Totaal ,77 In de pluimvee- en eiersector werd aanzienlijk minder (ongeveer 2,3 miljoen) aan restituties uitbetaald dan in Dit is een gevolg van, per saldo, een verlaging van de diverse restitutietarieven. In 2009 werden uitvoercertificaten afgegeven en uitvoeraangiftes behandeld. Premies en subsidies subsidie terugdringing Salmonella (Se/St) in de pluimveesector 2008 en 2009 Het PPE voert in opdracht van het ministerie van LNV de EU-subsidieverordening in het kader van de Salmonella-aanpak uit. De regeling voorzag onder andere in vergoedingen voor het ruimen van besmette koppels en het aanschaffen van Salmonellavaccins. De verordening subsidieverlening terugdringing salmonella 2009 is juni van dat jaar van kracht geworden. Deze subsidieregeling voorziet in het ruimen van koppels die in 2009 besmet zijn. Hiervoor is in 2009 ruim (t.b.v. een drietal besmettingen) aan vergoeding uitgekeerd. De tegemoetkomingregeling aankoop vaccindoses ter bestrijding van Salmonella 2009 werd op 18 oktober 2009 van kracht. Medio december 2009 is al een 1e betaling van gedaan. Het totale budget voor 2009, inclusief ruimingen, bedraagt 4,7 mln., waarvan 50% door de EU zal worden bijgedragen en 50% via PPE-heffingen. Tegemoetkomingregeling (generaal pardon) salmonellavaccins 2008 Het PPE bestuur stelde op 11 juni 2009 de tegemoetkomingregeling Salmonellavaccins vast. Deze regeling hield in dat bedrijven die in 2008 een gevaccineerd legkoppel geplaatst hadden, maar nog niet of te laat een subsidieaanvraag hadden ingediend voor Salmonella vaccins bij het PPE, eenmalig de gelegenheid kregen dit alsnog te doen. Omdat ondanks alle voorlichting over de regeling toch verschillende ondernemers hun aanvraag niet of te laat hadden ingediend, heeft het bestuur voor deze aanvullende tegemoetkomingregeling gekozen. Als aan alle andere subsidievoorwaarden was voldaan, kende het PPE een tegemoetkoming van 0,07 per hen toe. Uiteindelijk is nog voor aan subsidie betaald. Beveiligingsbeleid Als Delegated Body van DR (betaalorgaan) voldoet het Gemeenschappelijk Secretariaat van PVV en PPE aan Europese eisen op het gebied van gestandaardiseerde informatiebeveiliging. Dit geldt voor fysieke informatiebeveiliging, maar evenzeer wordt voldaan aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) en moeten gegevensbestanden worden aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Sinds 2009 is bij het PPE een Functionaris Gegevensbescherming (FG) aangesteld. Deze ziet toe op naleving van de wet en is aanspreekpunt voor vragen over privacygegevens. EU-Beleid Het PPE is direct betrokken bij de beleidsvoorbereiding en uitvoering van EU-regelgeving. Dit laatste in de voorlichtende en informerende zin. Via Circulaires, EU-Maandmail en internet worden de belanghebbenden op de hoogte gehouden van wijzigingen in de Brusselse regelingen. De beleidsvoorbereidende taak is voornamelijk gericht op inbreng van sectordeskundigheid (samen met het ministerie van LNV) in de EU-discussies over de marktordeningen. In de marktordeningen zijn de mogelijkheden vastgelegd die gebruikt kunnen worden door Brussel om de markt te beïnvloeden. Het productschap is ook actief betrokken bij de discussies over de uitbreiding van de EU, de afspraken die worden gemaakt binnen de WTO en algemene discussies over de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

44 44 jaarverslag PPE 2009 WTO Medio 2004 werd een raamwerkakkoord bereikt binnen de WTO, dat zou worden uitgewerkt. Het PPE was het inhoudelijk niet eens met dit akkoord, omdat daardoor de invoer vanuit derde landen naar de EU zou zijn toegenomen. Diverse keren leek het erop dat over deze uitwerking overeenstemming zou worden bereikt maar dit is niet gebeurd. Hervorming landbouwbeleid Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van november 2008 hebben de Europese ministers van Landbouw een akkoord bereikt over verdere hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De afspraken moeten leiden tot meer marktwerking in de landbouw, zodat de Europese boeren de concurrentie op de wereldmarkt beter aankunnen. Met de genomen besluiten zette de Raad een belangrijke stap op weg naar een algehele herziening van het GLB in Hierover begonnen in 2009 de eerste vervolgbesprekingen, die in 2010 worden voortgezet. Voor de PPE-sectoren zijn enkele thema s hierbij van belang. Zo wordt gesproken over het vangnet van marktmaatregelen, dat nodig blijft om de sectoren te beschermen tegen al te grote marktfluctuaties. Daarnaast mag worden verwacht dat de verdere vermaatschappelijking van het GLB wordt besproken, waarbij onder meer het milieu en dierenwelzijn een rol spelen. Marktordeningen Pluimveevleessector Uitvoer en restituties De export van de EU naar derde landen bedroeg in 2009 ongeveer ton (productgewicht). In 2008 bedroeg de uitvoer ton (productgewicht). Vanuit Nederland werd bijna ton uitgevoerd naar landen buiten de EU (in 2008 was dit ton). In de pluimveevleessector was er in 2009 alleen restitutie te verkrijgen bij de export van eendagskuikens en van hele kuikens. De restitutiebedragen zijn twee keer gewijzigd. In januari verhoogde de Europese Commissie de restituties voor hele kuikens met ongeveer 30%. In april werden de restituties voor eendagskuikens gehalveerd. Dit vanwege de marktomstandigheden op dat moment. Begin november heeft het PPE bij de Europese Commissie per brief gepleit voor de herintroductie van restituties voor kuikenbouten. Dit omdat de prijzen daarvan in korte tijd sterk waren gedaald vanwege afzetproblemen in met name Oost Europa en verdere verslechtering zich aandiende. Met de herintroductie van restituties, het enige middel binnen de marktordening om de Europese pluimveehouders te ondersteunen, zou de export naar bepaalde landen buiten de EU worden gestimuleerd en daarmee een prijsval worden geremd. Hoewel ook andere lidstaten aandacht vroegen voor de slechte marktsituatie, gaf de Europese Commissie geen gehoor aan het verzoek van Nederland. Evenmin werd op dat moment besloten tot een nieuwe verhoging van de restituties voor hele kuikens. De Europese Commissie achtte de prijzen gezien de tijd van het jaar nog redelijk en vond de marges goed als gevolg van de gedaalde voerprijzen. Invoer De invoer uit derde landen in 2009 in de pluimveevleessector was ongeveer ton (productgewicht). In Nederland bedroeg de import ton. In 2008 werd ongeveer ton ingevoerd door de EU, waarvan ton in Nederland. Invoercontingent gezouten pluimveevlees Brazilië In 2007 kwam de EU na jarenlange discussies over de invoer van gezouten kipfilet tot afspraken over het openen van een invoercontingent voor bepaald pluimveevlees. Met dit invoercontingent maakte de EU import tegen zeer lage heffingen mogelijk van jaarlijks ton gezouten pluimveevlees, ton kalkoenbereidingen en ton gekookt pluimveevlees. Van de genoemde hoeveelheden hebben Brazilië en Thailand een eigen hoeveelheid en zijn er hoeveelheden vastgesteld voor andere landen dan Brazilië en Thailand. De EU en Brazilië hadden in 2007 afspraken gemaakt over een gezamenlijk beheer van de contingenten. Hierbij moeten importeurs in de EU een invoercertificaat aanvragen (in Nederland bij het PPE) en moeten exporteurs in Brazilië een oorsprongscertificaat aanvragen. Na eenzijdige aanpassing van de zijde van Brazilië was er in 2008 veel discussie over het beheer van dit contingent. Uiteindelijk kwam er eind 2008 weer een akkoord. Sindsdien konden in 2009 steeds op de vastgestelde termijnen invoercertificaten worden aangevraagd. Handelsnormen pluimveevlees: definitie pluimveevlees Binnen de EU is gewerkt aan aanpassing van de handelsnormen voor pluimveevlees.

45 jaarverslag PPE De aanpassing richtte zich met name op een uitbreiding van het bereik van de handelsnormen en op het definiëren van vers pluimveevlees. De Nederlandse sector vindt dat van belang in verband met de import uit derde landen en een juiste informatieverstrekking naar consumenten. De bestaande handelsnormen waren niet van toepassing op pluimveevlees in de vorm van producten, bereidingen en gezouten pluimveevlees. De Europese Commissie wilde dat de regels van de handelsnormen ook hiervoor gingen gelden. Dit omdat steeds meer pluimveevlees op die manier wordt geconsumeerd. Daarnaast wilde de Europese Commissie een heldere definitie van vers pluimveevlees. Die ontbrak in de bestaande wetgeving. In hoofdlijnen stelde de Europese Commissie voor om pluimveevlees dat bevroren was geweest, niet meer in ontdooide toestand te mogen verkopen. Het voorstel van de Europese Commissie moest door de Europese Raad worden goedgekeurd. Daarnaast had het Europees Parlement (EP) adviesrecht. Beide procedures zijn doorlopen. In de Landbouwraad van 19 oktober stemden de lidstaten bijna unaniem voor deze wijziging. Met ingang van 1 mei 2010 is het niet meer mogelijk om pluimveevlees dat bevroren is geweest, in ontdooide staat te verkopen. WTO: panel Verenigde Staten over decontaminatie pluimveevlees In de Europese Unie is decontaminatie van pluimveevlees aan het einde van het slachtproces in principe, met goedgekeurde middelen, mogelijk. Er bestaan op dit moment echter geen goedgekeurde decontaminatie middelen. In de Verenigde Staten wordt decontaminatie van pluimveevlees wèl toegepast. Daarom wordt Amerikaans pluimveevlees door de EU geweigerd en de Verenigde Staten zijn het daar niet mee eens. De Verenigde Staten hebben op 8 oktober 2009 een WTO-panel gevraagd om een uitspraak hierover. De Europese Commissie verwacht dat dit WTO-panel ongeveer negen maanden nodig zal hebben voor een uitspraak. Uiteraard krijgen de EU en de Verenigde Staten de mogelijkheid om binnen WTO zaken toe te lichten. Het PPE is tegen decontaminatie van pluimveevlees. Dit ondermijnt namelijk het draagvlak voor de strikte hygiënemaatregelen die de Nederlandse sector de afgelopen jaren heeft genomen en die hun effectiviteit hebben bewezen. Deze maatregelen kosten de Nederlandse pluimveesector jaarlijks 10 tot 15 miljoen euro. Een eenzijdige toelating van decontaminatie van geïmporteerd pluimveevlees zou geen recht doen aan de succesvolle inspanningen die de Europese pluimveevleessector levert om via hygiënemaatregelen salmonellabesmettingen te voorkomen. Bovendien vreest het PPE voor een afbreuk van het uitstekende imago van pluimveevlees als de invoer van gedecontamineerd pluimveevlees wordt toegestaan (de term chloorkip). Eiersector Uitvoer en restituties De uitvoer naar derde landen van consumptie-eieren en eiproducten bedroeg in 2009 ongeveer ton (equivalent ei in de schaal). In 2008 werd ton uitgevoerd. Vanuit Nederland werd in 2009 ongeveer ton uitgevoerd. In 2008 was dit ton. Voor broedeieren werden de restituties in 2009 eenmaal aangepast. Dit betrof een halvering in april. Voor eigeel en heelei werden in 2009 alleen verhogingen van de restituties doorgevoerd. Dit gebeurde in januari, april en mei iedere keer met ongeveer 50% (alle varianten heelei en eigeel). In oktober was er wederom een verhoging met 50% voor alle varianten van eigeel en voor gedroogd heelei. De Europese Commissie hield hierbij rekening met de toegenomen concurrentie op de wereldmarkt en met de relatief hoge grondstofprijzen (eierprijzen) voor de verwerkende industrie. In december deed het PPE per brief een beroep op de Europese Commissie om de restituties voor eiwit te verhogen. Dit verzoek werd gehonoreerd: in december (en ook in januari 2010) stegen de restituties voor consumptie-eieren voor de Japanse-zone met 12,5% (in januari 2010 met 9%) en hiermee ook de restituties voor eiwit. Invoer De invoer uit derde landen in 2009 in de eiersector was bijna ton (equivalent ei in de schaal). In 2008 werd ton ingevoerd. In Nederland werd in 2009 ongeveer 750 ton ingevoerd uit landen buiten de EU. In 2008 was dit ton.

46 46 jaarverslag PPE Financiële informatie Managementinformatie Het PPE werkt aan de hand van een jaarlijks vast te stellen ondernemingsplan en sectorplannen. De realisatie van het ondernemingsplan wordt gestuurd in de planning en control cyclus, in de managementinformatie en bestuurlijke rapportages. Alle uitgaven worden verdeeld naar verantwoordelijke afdeling, projecten en sectoren. Bestuurlijke verslaglegging vindt per kwartaal plaats in het Bestuur van het productschap. Het Bestuur stelt jaarlijks de begroting en de jaarrekening vast. Daarnaast komen een tussentijds herziene begroting, prognoses en voortgangsrapportages aan de orde in het (Dagelijkse) Bestuur. Financieel beleid De algemene voorschriften voor het financiële beleid en beheer zijn gebaseerd op de Wet op de Bedrijfsorganisatie en nader uitgewerkt in de SER-verordening Financiën Bedrijfslichamen. Op basis daarvan heeft het Bestuur nadere regels gesteld met betrekking tot het financiële beleid en beheer. Op basis van bovenstaande regelgeving worden de activiteiten verantwoord naar hoofdfuncties, te weten: Bestuur en algemeen, Markt, Product en dienst, Arbeid en Medebewind. Alle financiële gegevens in dit jaarverslag zijn gebaseerd op de vastgestelde cijfers van de jaarrekening Grondslagen De jaarrekening is opgesteld binnen de kaders van de Verordening Financiën Bedrijfslichamen 1999 van de SER. Waarderingen vinden plaats tegen historische verkrijgingsprijs, tenzij anders vermeld. De effecten worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Op de vorderingen op korte termijn is een voorziening in mindering gebracht wegens mogelijke oninbaarheid. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde. De bestemmingsreserves omvatten de ten behoeve van de betrokken activiteiten opgelegde heffingen, onder aftrek van reeds door het Bestuur tot en met het verslagjaar gecommitteerde verplichtingen. Verplichtingen worden opgenomen in het jaar van toekenning en als zodanig opgenomen onder de post crediteuren inzake toegezegde bijdragen. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben óf aan het jaar waarin de verplichting door

47 jaarverslag PPE Vlottende activa Onder de vlottende activa zijn onder meer opgenomen de opgelegde heffingen die betrekking hebben op het jaar 2009 en per balansdatum nog niet zijn ontvangen. Hierbij wordt rekening gehouden met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid. Liquide middelen De liquide middelen zijn risicomijdend geplaatst bij door De Nederlandse Bank erkende instellingen. Eigen vermogen Er wordt onderscheid gemaakt in een algemene reserve, bestemmingsreserves Balans per 31 december ACTIVA PPE PPE PASSIVA: PPE PPE Vaste Activa Eigenvermogen - Financiële Vaste Activa Algemene Reserve Totaal Vaste Activa: weerstandsvermogen vereveningsrekeningen Vlottende Activa: Subtotaal Algemene Reserve Heffingen RC productschappen Bestemmingsreserves - Overige vorderingen en markt, afzetbevordering overlopende activa - product en dienst: Totaal Vlottende Activa: gezondheidszorg kwaliteit en onderzoek Liquide Middelen: arbeid Subtotaal Bestemmingseserves het Bestuur wordt aangegaan. De apparaatskosten worden toegerekend aan de verschillende (hoofd)functies op basis van de personele inzet. Toelichtingen op de balans Vaste activa De financiële vaste activa hebben betrekking op effecten welke belegd zijn via een externe partij in obligaties en (hoofdsom) garantieproducten. De effecten zijn beursgenoteerd, gewaardeerd tegen marktwaarde en vrij verhandelbaar. Bestemmingsfonds - veeziektenfonds mg-fonds Subtoaal Bestemmingfonds Totaal Eigenvermogen Voorzieningen Schulden op korte termijn - crediteuren inzake subsidies RC productschappen overige schulden en vooruitontvangen bedragen Totaal Schulden op korte termijn Totaal Activa Totaal Passiva

48 48 jaarverslag PPE 2009 en bestemmingsfondsen. De algemene reserve dient als buffer om de continuïteit van het schap te kunnen waarborgen en om onvoorziene claims op te kunnen vangen. Ten laste of gunste van de algemene reserve komt het saldo van de functie bestuur en algemeen. Bestemmingsreserves dienen ter financiering van doorlopende activiteiten op basis van de door het bestuur vastgestelde (meerjaren) begrotingen. Ten laste of gunste van de bestemmingsreserves komen de saldi van de beleidsactiviteiten, te weten afzetbevordering, gezondheidszorg, onderzoek/kwaliteitszaken en arbeid. Het bestuur streeft naar een maximale omvang van de reserves van 75% à 80% van de jaaruitgaven. De bestemmingsfondsen hebben betrekking op onzekere toekomstige verplichtingen bij uitbraak van besmettelijke dierziekten. Staat van Baten en Lasten 2009 rekening prognose begroting rekening (x 1.000) baten: R-1 heffingen R-2 beleggingsresultaat R-3 niet bestede subsidies R-4 overige baten totale baten: lasten: R-5 aandeel kosten GS/PVE kosten voorzitter kosten wachtgeld 70 R-6 vergaderkosten R-7 diensten door derden R-8 financiële relaties - markt Mg-vergoedingen veeziektenfonds subsidieregelingen overig gezondheidszorg kwaliteitszaken arbeid R-9 voorziening dubieuze debiteuren totale lasten: resultaat verwerking van het resultaat: - ten gunste/laste van de algemene reserve ten gunste/laste van de bestemmingsreserves ten gunste van de bestemmingsfondsen Eind 2009 liep de huidige convenantperiode af en is er in 2009 een nieuwe afspraak met de overheid gemaakt. Zo staat het de productschap over de periode 2010 t/m 2014 garant maximaal 23 miljoen (was 20 miljoen) aan de overheid in geval van uitbraak van een dierziekte. Voorzieningen De voorziening heeft betrekking op de pensioentoeslagen aan ex-werknemers van een opgeheven bedrijfschap en de afvloeiingskosten van de ex voorzitter. Schulden op korte termijn Onder de schulden op korte termijn zijn ondermeer de per balansdatum nog openstaande crediteuren opgenomen en de door het bestuur reeds toegezegde bijdragen op projecten tot en met 2009, onder aftrek van de reeds daarop betaalde voorschotten. Toelichtingen op de resultatenrekening Baten Het PPE voert collectieve taken uit voor de sectoren. Omdat dit werk voor de hele bedrijfskolom in de sector wordt gedaan, is het belangrijk dat elke (pluim)veehouder of schakel in de bedrijfskolom, via de heffing

49 jaarverslag PPE naar verhouding meebetaalt. De heffing wordt geïnd bij de slacht van dieren. In de pluimveesector is er een heffing per diercategorie die op bedrijfsniveau wordt geheven. De heffingstarieven worden jaarlijks door het Bestuur vastgesteld bij de behandeling van de begroting. Diverse baten De overige baten hebben betrekking op rentebaten, beleggingsresultaat en restituties van in voorgaande jaren toegekende, maar niet volledig benutte subsidies. Heffingstarieven PPE 2008 en 2009 (in ) Deelsector (per 1.000, tenzij anders aangegeven) Eieren Fokkers Inleg broedeieren fok- en vermeerderingsmateriaal 7,0600 7,0600 Fokkers Opgezette grootmoederdieren 572, ,5600 Fokkers Opgezette eendagskuikens (groot)moederdieren 129, ,5000 Vermeerderaars Opgezette eendagskuikens moederdieren 39, ,2600 Vermeerderaars Opgezette moederdieren 223, ,0200 Kuikenbroeders Inleg broedeieren (eindmateriaal) 0,7100 0,7100 Opfokkers Opgezette eendagskuikens (eindmateriaal) 9,0900 9,5400 Pluimveehouders Geplaatste kooihennen 76, ,2400 Pluimveehouders Geplaatste scharrelhennen 84, ,4600 Pluimveehouders Geplaatste vrije uitloophennen 85, ,2600 Pluimveehouders Geplaatste biologische hennen 96, ,7500 Vaccinbroederij Vaccin eieren 0,1400 0,1400 Pakstations Aangevoerde consumptie eieren 0,0340 0,0340 Pakstations Afgeleverde consumptie eieren 0,0208 0,0238 Pakstations Vaste heffing pakstations 250, ,0000 Grossiers Vaste heffing 68, ,0000 Eiproductenindustrie Productie eiproducten 0,6000 0,6000 Heffingen PPE Iedere deelsector pluimveehouderij betaalt aan het PPE voor dat deel van de activiteiten dat voor die deelsector van belang is. Eventuele reserves zijn zo veel mogelijk afgebouwd tot een aanvaardbaar niveau. Het blijft echter verstandig om enige reserve voor onvoorziene uitgaven te hebben. De tarieven voor de primaire sector in de vleeskuikenkolom zijn voor de opgezette grootmoederdieren en eendagskuikens (groot-)moederdieren iets omhoog zijn gegaan. Dit werd voor een deel gecom- Deelsector (per 1.000, tenzij anders aangegeven) Vlees Fokkers Inleg broedeieren fok- en vermeerderingsmateriaal 1,3400 1,8600 Fokkers Opgezette grootmoederdieren 366, ,5600 Fokkers Opgezette eendagskuikens (groot)moederdieren 231, ,8900 Opfokkers Opgezette eendagskuikens moederdieren 42, ,3000 Vermeerderaars Opgezette moederdieren vleesrassen 234, ,7500 Kuikenbroeders Inleg broedeieren fok- en vermeerderingsmateriaal 0,9400 0,9900 Pluimveehouders Opgezette eendagskuikens 4,0300 4,0300 Slachterijen Geslacht gewicht vleeskuikens 3,9100 3,9100 Slachterijen Geslacht gewicht oude kippen 1,3800 1,3800 Slachterijen Geslacht gewicht parelhoenders en ganzen 1,1100 1,1100 Opfokkers Opgezette eendagskuikens moederdieren kalkoen 161, ,0900 Vermeerderaars Opgezette moederdieren kalkoen 359, ,7300 Kuikenbroeders Inleg broedeieren kalkoen 4,8800 4,8800 Pluimveehouders Opgezette vleeskalkoenen 86, ,9200 Slachterijen Geslacht gewicht kalkoenen 2,4000 2,4000 Kuikenbroeders Inlegbroedeieren eenden 0,5700 0,5700 Pluimveehouders Afgeleverde kg levend gewicht eenden 1,2500 1,2500 Slachterijen Geslacht gewicht eenden 1,0400 1,0400 Konijnenhouders Aanwezige voedsters (per dier) 1,7900 1,7900 Konijnenhouders Aanwezige vleeskonijnen (per 100) 13, ,2200 Edelpelsdieren Aanwezige moederdieren nertsen/vossen (per dier) 461, ,6500 * vanaf 2009 is de heffingsgrondslag voor eenden gewijzigd van afgeleverde kg levend gewicht eenden naar opgezette

50 50 jaarverslag PPE 2009 penseerd door de lagere apparaatskosten. De overige heffingstarieven bleven in 2009 ongewijzigd. De tarieven voor de eiersector zijn ongewijzigd gebleven met uitzondering van de Opgezette eendagskuikens en Pakstations afgeleverde/gesorteerde consumptieeieren. De overige heffingstarieven bleven in 2009 ongewijzigd. De hogere opbrengst ligt vooral binnen de vleessector waar over bijna alle geledingen sprake was van hogere aantallen. De hogere opbrengsten binnen de legsector is voornamelijk opgebracht door de leghennenhouders door een hoger aantal geplaatste hennen dan geprognosticeerd; dit geldt ook voor het aantal edelpelsdieren. De hogere heffingsopbrengst ten opzichte van 2008 wordt tevens veroorzaakt door naheffingscorrecties op reeds opgelegde nota s voorgaande jaren grotendeels afkomstig van de geledingen vleeskuikenen legpluimveehouders. Lasten De uitgaven met betrekking tot het apparaat worden verantwoord in de jaarrekening van het GS-PVE en op basis van feitelijke inzet doorberekend aan PPE. De bestemmingsuitgaven hebben betrekking op door het bestuur goedgekeurde plannen en subsidies. De post afzetbevordering bevat de uitgaven voor voorlichting over en/of ter stimulering van de afzet van pluimveevlees- en eieren/eiproducten in binnen- en buitenland. Onder gezondheidszorg zijn met name projecten opgenomen voor onderzoek op het gebied van de preventieve gezondheidszorg in de dierlijke sector. De post onderzoek en kwaliteit heeft voor een groot deel betrekking op een bijdrage in de herstructurering van de vleeskeuring en betreft daarnaast voornamelijk praktijkonderzoek in de diverse diersectoren en onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten voor de vleesverwerkende industrie. Onder de post veeziekten zijn uitgaven opgenomen die verband houden met mogelijke uitbraken van besmettelijke dierziekten. Daaronder vallen monitoringskosten, uitgaven inzake het instandhouden van een crisisfaciliteit die nodig zijn bij een onverhoopte uitbraak van een dierziekte. Ook vergoedingen bij ruimingen van bijvoorbeeld uitbraak van Mg en Se/St in de pluimveesector zijn hieronder begrepen, alsmede marktondersteunende maatregelen in de pluimvee- en eiersector ter compensatie van de gevolgen van (de dreiging van) een AI-uitbraak. De post arbeid tenslotte betreft bijvoorbeeld projecten op het gebied van arbeidsomstandigheden en sociale aangelegenheden. Externe financiële relaties (zie bijlage) Op gebieden waarover het productschap geen specialistische kennis in huis heeft, worden projecten uitbesteed aan op dat terrein deskundige externe organisaties. Het Bestuur beslist over de uitbesteding en weegt of het een bijdrage levert aan de realisatie van doelstellingen van het eigen beleid. Projecten die worden uitbesteed, betreffen onder meer onderzoek, afzetbevordering, controleactiviteiten, monitoring in het kader van kwaliteit, diergezondheid, arbeid en markt. Dit wordt gespecificeerd in de jaarrekening van het schap, die ook via internet te bekijken is. Volgens de richtlijnen van de SER dienen externe financiële relaties met niet-dragende organisaties vanaf een ondergrens van gespecificeerd te worden. Voor dragende organisaties geldt geen ondergrens. Doelmatig en doeltreffend Het PPE maakt gebruik van klankbordgroepen en adviescommissies voor het opstellen van een onderwerpen- en prioriteitenlijst voor het praktijkonderzoek. Hierbij worden projectvoorstellen en -resultaten toegelicht en besproken. De projectplannen voor diergezondheidszorg en de uitkomsten worden in de adviescommissies besproken. Voor het praktijkonderzoek zijn separate adviescommissies ingesteld die onder meer tot taak hebben de gefinancierde projecten te begeleiden en evalueren en het bestuur te adviseren. De genoemde commissies bestaan uit vertegenwoordigers van de geledingen in de veehouderij. De doelstellingen van het PPE worden onder meer bereikt door het verstrekken van subsidies en financiële bijdragen aan organisaties die feitelijke uitvoering geven aan de geformuleerde doelstellingen. Dit omdat het niet doelmatig is dat het PPE zelf alle disciplines in dienst heeft om uitvoering daaraan te geven. Te denken valt aan diergezondheidszorg, praktijkonderzoek in de veehouderij, uitvoeren van kwaliteitscontroles, etc. Daarom worden bepaalde activiteiten actief uitbesteed dan wel verleent het PPE een financiële bijdrage in (onderzoeks) programma's die aansluiten bij de doelstellingen van het PPE. Zo nodig worden subsidieregelingen opengesteld als deze

51 jaarverslag PPE kunnen bijdragen aan het realiseren van die doelstellingen. Aan het verstrekken van financiële bijdragen en subsidies worden strikte voorwaarden gesteld voor wat betreft inhoudelijke en financiële voortgangsrapportages, toetsing op effectiviteit en efficiency. Op grond daarvan kan het Bestuur uitvoering geven aan haar verantwoordelijkheid inzake de besteding van de publieke middelen. Onder verwijzing naar hoofdstuk 4 van het Besluit Beleidsregels van de SER wordt onderstaand een overzicht verstrekt van de financiële relaties (nietdragende organisaties vanaf ), die voldoen aan de in het besluit opgenomen regels. Daarbij zijn de financiële relaties die gebaseerd zijn op subsidieverordeningen separaat vermeld, te weten: a. vergoedingen bij Mg-uitbraken en -ruimingen; b. vergoedingen bij Se/St-uitbraken en -ruimingen; c. vergoedingen in het kader van vaccinatie tegen Se/St; Het totaalbedrag aan financiële relaties beloopt over het jaar ,- tegenover begroot in ,- en gerealiseerd in ,-. Vergoedingen voorzitter en bestuursleden De vergoeding van de voorzitter is geregeld in de verordening vergoeding voorzitter (PPE) Deze verordening is gebaseerd op de verordening regels en richtlijnen van de Sociaal Economische Raad. In 2009 bedroeg de vergoeding voor de voorzitter ,-. Tevens is een wachtgeldvoorziening getroffen van ,- doordat de aflopende termijn van de voorzitter per 31 december 2009 niet is verlengd. Hierdoor wordt het maximum volgens de WOPT overschreden. Het Bestuur heeft in 2009 besloten om voor de vacatievergoeding voor het jaar het maximum te volgen zoals door de SER is bepaald, te weten 385,- per dagdeel. Door deze voorstellen is de Verordening vergoedingen leden bestuur, dagelijks bestuur en commissie PPE 2003 gewijzigd. De wijzigingen betreffen: de introductie van een onderscheid tussen de vacatievergoeding ter zake van vergaderingen van het (dagelijks) bestuur en de sectorcommissies enerzijds en vergaderingen van andere door het bestuur ingestelde commissies en werkgroepen anderzijds; de verhoging van het bedrag van de vacatievergoeding van 305,- tot 385,- voor de vergaderingen van het (dagelijks) bestuur en de sectorcommissies, en van 250,- tot 260,- voor de overige commissies en werkgroepen; de vergoeding voor verblijfkosten blijft ongewijzigd op 16,- Nadere gegevens over de vergoedingen van bestuursleden en de voorzitter worden opgenomen in de jaarrekening. De jaarrekening 2009 wordt, na vaststelling in de bestuursvergadering, op internet gepubliceerd. Het bestuur van het PPE heeft een verordening vastgesteld waarin vacatiegelden en overige vergoedingen zoals reis- en verblijfkosten zijn geregeld. De vergoeding aan bestuursleden voor het bijwonen van vergaderingen in 2009 bedroeg circa , waarvan aan vacatiegelden en aan reis- ( 5.537) - en verblijfkosten ( 1.504). Het dagelijks bestuur heeft vier maal vergaderd, het bestuur zes maal. In de bijlage is een overzicht van de bestuurs- en commissieleden opgenomen. Voor een overzicht van (neven-)functies van leden kan de website worden geraadpleegd.

Het Productschap Pluimvee en Eieren

Het Productschap Pluimvee en Eieren Het Productschap Pluimvee en Eieren Colofon Jaarverslag 2010 Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) Postbus 460 2700 AL Zoetermeer www.pve.nl April 2011 Oplage: 500 Fotografie, ASG, Albert Brunsting 2

Nadere informatie

1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders (PPE) 2010.

1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders (PPE) 2010. INTEGRALE TEKST bijgewerkt t/m wijziging 2011-II, gepubliceerd d.d. 06-07-2012 1) BESLUIT AANWIJZING TOEZICHTHOUDERS (PPE) 2010 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 8 april

Nadere informatie

Jaarverslag 2011. Productschap Pluimvee en Eieren

Jaarverslag 2011. Productschap Pluimvee en Eieren Jaarverslag 2011 Productschap Pluimvee en Eieren 2 Inhoud Voorwoord PPE 3 Hoofdstuk 1 Organisatie 4 PBO 4 GS/PVE 5 Code Goed Bestuur (CGB) 6 Communicatie 8 Duurzaamheid en Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nadere informatie

Jaarverslag 2012. Productschap Pluimvee en Eieren

Jaarverslag 2012. Productschap Pluimvee en Eieren Jaarverslag 2012 Productschap Pluimvee en Eieren 2 Inhoud Hoofdstuk 1. Organisatie 4 Organisatie 4 Code Goed Bestuur (CGB) 6 Communicatie 8 Duurzaamheid en Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. Productschap Pluimvee en Eieren

Jaarverslag 2013. Productschap Pluimvee en Eieren Jaarverslag 2013 Jaarverslag 2013 Productschap Pluimvee en Eieren 2 Inhoud Hoofdstuk 1. Organisatie 4 Organisatie 4 Code Goed Bestuur (CGB) 6 Communicatie 8 Duurzaamheid en Maatschappelijk verantwoord

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

Jaarverslag PLUIMNED 2016

Jaarverslag PLUIMNED 2016 Bijlage 2 Zeist, 7 maart 2017 (Vastgesteld door het bestuur van PLUIMNED op 7 maart 2016) PLUIMNED De stichting PLUIMNED vormt de samenwerking tussen de dragende organisaties: LTO/NOP, NVP, COBK en NEPLUVI.

Nadere informatie

Jaarplan PLUIMNED 2018 (Vastgesteld door het bestuur van PLUIMNED op 21 november 2017)

Jaarplan PLUIMNED 2018 (Vastgesteld door het bestuur van PLUIMNED op 21 november 2017) Nieuwegein, 10 november 2017 (Vastgesteld door het bestuur van PLUIMNED op 21 november 2017) PLUIMNED De stichting PLUIMNED vormt de samenwerking tussen de dragende organisaties: LTO/NOP, NVP, COBK en

Nadere informatie

Jaarverslag PLUIMNED 2018 (Vastgesteld door het bestuur van PLUIMNED op 5 maart 2019)

Jaarverslag PLUIMNED 2018 (Vastgesteld door het bestuur van PLUIMNED op 5 maart 2019) Nieuwegein, 5 maart 2019 (Vastgesteld door het bestuur van PLUIMNED op 5 maart 2019) PLUIMNED De stichting PLUIMNED vormt de samenwerking tussen de dragende organisaties: LTO/NOP, NVP, COBK en NEPLUVI.

Nadere informatie

Productschap Pluimvee en Eieren. 2011 in het kort

Productschap Pluimvee en Eieren. 2011 in het kort Productschap Pluimvee en Eieren 2011 in het kort 2 Verantwoording Het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) werkt voor alle schakels in de pluimvee- en eierketen, inclusief konijnen en pelsdieren: van

Nadere informatie

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN CONTROLE-INSTANTIES VERORDENINGEN HYGIËNEMAATREGELEN (PPE) 2011

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN CONTROLE-INSTANTIES VERORDENINGEN HYGIËNEMAATREGELEN (PPE) 2011 BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN CONTROLE-INSTANTIES VERORDENINGEN HYGIËNEMAATREGELEN (PPE) 2011 Besluit van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011 tot vaststelling van erkenningsvoorwaarden

Nadere informatie

In het belang van sector en samenleving

In het belang van sector en samenleving In het belang van sector en samenleving Productschap Diervoeder Productschap Diervoeder Het Productschap Diervoeder (PDV) is een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Het is ingesteld op verzoek van

Nadere informatie

Het bijbehorende mission statement van AVINED, OVONED en PLUIMNED is:

Het bijbehorende mission statement van AVINED, OVONED en PLUIMNED is: Nieuwegein, 6 maart 2018 (Vastgesteld door het bestuur van OVONED op 6 maart 2018) OVONED De stichting OVONED vormt de samenwerking tussen de dragende organisaties: LTO/NOP, NVP, COBK en ANEVEI. OVONED

Nadere informatie

BASISSELECTIEDOCUMENT. Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) Vanaf Productschap Vee en Vlees (PVV) Vanaf 1956

BASISSELECTIEDOCUMENT. Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) Vanaf Productschap Vee en Vlees (PVV) Vanaf 1956 BASISSELECTIEDOCUMENT Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) Vanaf 1956 Productschap Vee en Vlees (PVV) Vanaf 1956 Gemeenschappelijk Secretariaat Productschappen Vee, Vlees en Eieren (GS PVE) Vanaf 1993

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.35 24 juni 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

Het Productschap Vee en Vlees

Het Productschap Vee en Vlees Het Productschap Vee en Vlees Colofon Jaarverslag 2010 Productschap Vee en Vlees (PVV) Afdeling Beleid Postbus 460 2700 AL Zoetermeer www.pve.nl april 2011 Oplage: 500 Fotografie: ASG, BNV-e 2 jaarverslag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 497 Besluit van 20 augustus 2004, houdende wijziging van het Besluit bescherming tegen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

JAARVERSLAG COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN 2016/2017. Gemeente Losser

JAARVERSLAG COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN 2016/2017. Gemeente Losser JAARVERSLAG COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN 2016/2017 Gemeente Losser 14 mei 2018 Inhoudsopgave Voorwoord 2 1. Inleiding 3 2. Samenstelling en taakverdeling 4 3. Vergaderingen 5 4. Aantallen bezwaarschriften

Nadere informatie

Jaarplan OVONED 2018 (Vastgesteld door het bestuur van OVONED op )

Jaarplan OVONED 2018 (Vastgesteld door het bestuur van OVONED op ) Nieuwegein, 21-11-2017 Versie: 1.0 (Vastgesteld door het bestuur van OVONED op 21-11-2017) OVONED De stichting OVONED vormt de samenwerking tussen de dragende organisaties: LTO/NOP, NVP, COBK en ANEVEI.

Nadere informatie

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

De Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE)

De Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE) P R O D U C T S C H A P P E N www.pve.nl» De Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE) VEE VLEES EIEREN Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE) 15 De Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE) Productschappen

Nadere informatie

1. Welke naam heeft de gegevensverwerking waarin de persoonsgegevens zijn opgenomen?

1. Welke naam heeft de gegevensverwerking waarin de persoonsgegevens zijn opgenomen? MELDINGENREGISTER PVE Wbp Registerformulier Nummer melding: PVE / Wbp / 0016 / 00 / 22.06.2010 1. Welke naam heeft de gegevensverwerking waarin de persoonsgegevens zijn opgenomen? KIPNET 2. Waarvoor worden

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2008 (RE 6) 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2008 (RE 6) 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 59 21 augustus 2009 nummer 47 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE

Nadere informatie

OVEREENKOMST PLUIMVEEHOUDER EN GEBORGDE PLUIMVEEDIERENARTS,

OVEREENKOMST PLUIMVEEHOUDER EN GEBORGDE PLUIMVEEDIERENARTS, OVEREENKOMST PLUIMVEEHOUDER EN GEBORGDE PLUIMVEEDIERENARTS, bijlage VI van het Reglement Geborgde Naam tekenbevoegde :.. hierna te noemen pluimveehouder Eigenaar dieren (indien :.. niet de pluimveehouder)

Nadere informatie

Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten (Tussensegmenten) 2009 t/m 2011

Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten (Tussensegmenten) 2009 t/m 2011 Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten (Tussensegmenten) 2009 t/m 2011 s-gravenhage, 19 mei 2009 Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten (Tussensegmenten) 2009

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 33 910 Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen)

Nadere informatie

Resultaten verantwoordingsonderzoek. Diergezondheidsfonds (F)

Resultaten verantwoordingsonderzoek. Diergezondheidsfonds (F) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2014 20 mei 2015 Dit document bevat alle resultaten van ons Verantwoordingsonderzoek 2014 bij het zoals gepubliceerd op www.rekenkamer.nl/verantwoordingsonderzoek. De

Nadere informatie

Jaarplan PLUIMNED 2019 (Vastgesteld door het bestuur van PLUIMNED op 20 december 2018)

Jaarplan PLUIMNED 2019 (Vastgesteld door het bestuur van PLUIMNED op 20 december 2018) Nieuwegein, 17 december 2018 (Vastgesteld door het bestuur van PLUIMNED op 20 december 2018) PLUIMNED De stichting PLUIMNED vormt de samenwerking tussen de dragende organisaties: LTO/NOP, NVP, COBK en

Nadere informatie

VERORDENING TIJDELIJKE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ CALAMITEITEN IN DE PLUIMVEESECTOR (PPE) 2012

VERORDENING TIJDELIJKE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ CALAMITEITEN IN DE PLUIMVEESECTOR (PPE) 2012 VERORDENING TIJDELIJKE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ CALAMITEITEN IN DE PLUIMVEESECTOR (PPE) 2012 Verordening van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 6 september 2012 houdende tijdelijke

Nadere informatie

OVEREENKOMST PLUIMVEEHOUDER EN GEBORGDE PLUIMVEEDIERENARTS,

OVEREENKOMST PLUIMVEEHOUDER EN GEBORGDE PLUIMVEEDIERENARTS, OVEREENKOMST PLUIMVEEHOUDER EN GEBORGDE PLUIMVEEDIERENARTS, bijlage VI van het Reglement Geborgde Naam tekenbevoegde :.. hierna te noemen pluimveehouder Eigenaar dieren (indien :.. niet de pluimveehouder)

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.31 20 juli 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 574 Besluit van 17 december 2014, houdende regels over zoönosen (Besluit zoönosen) 0 Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

VERORDENING HYGIËNEMAATREGELEN EN BESTRIJDING ZOÖNOSEN IN PLUIMVEEBEDRIJVEN EN KUIKENBROEDERIJEN (PPE) 2011

VERORDENING HYGIËNEMAATREGELEN EN BESTRIJDING ZOÖNOSEN IN PLUIMVEEBEDRIJVEN EN KUIKENBROEDERIJEN (PPE) 2011 VERORDENING HYGIËNEMAATREGELEN EN BESTRIJDING ZOÖNOSEN IN PLUIMVEEBEDRIJVEN EN KUIKENBROEDERIJEN (PPE) 2011 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 9 juni 2011 houdende vaststelling van

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2010 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 30 maart 2010, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I)

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I) VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I) Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 10 april 2014 tot wijziging van de Verordening

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2 PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 1 april 2005 nummer 16 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. GEDEPUTEERDE STATEN VAN PROVINCIE UTRECHT, hierna te noemen: Gedeputeerde Staten;

PROVINCIAAL BLAD. GEDEPUTEERDE STATEN VAN PROVINCIE UTRECHT, hierna te noemen: Gedeputeerde Staten; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Utrecht. Nr. 3311 19 juni 2015 Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van16 juni 2015 nr. 8150649C houdende verlening van mandaat en machtiging

Nadere informatie

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector Inleiding Stichting OVONED, de erkende brancheorganisatie voor de sector eieren, heeft op 16 mei

Nadere informatie

Jaarplan OVONED 2017 (Vastgesteld door het bestuur van OVONED op 6 december 2016)

Jaarplan OVONED 2017 (Vastgesteld door het bestuur van OVONED op 6 december 2016) Zeist, 6 december 2016 Versie: 2.3 (Vastgesteld door het bestuur van OVONED op 6 december 2016) OVONED De stichting OVONED vormt de samenwerking tussen de dragende organisaties: LTO/NOP, NVP, COBK en ANEVEI.

Nadere informatie

Productschap Diervoeder

Productschap Diervoeder Productschap Diervoeder VERORDENING PDV REGISTRATIE ONDERNEMINGEN DIERVOEDERSECTOR 2003 Verordening van het Productschap Diervoeder van 12 februari 2003 (Wijziging I: 2 december 2009) houdende regels ter

Nadere informatie

A In artikel 5.5 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding 1. voor het eerste lid.

A In artikel 5.5 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding 1. voor het eerste lid. Grondslag Gelet op de artikelen 2.2, tiende lid, onderdelen d, e, f, g, i, j, l, onder 1 en 4º, m, n, p, 2.8, vierde lid, onderdelen a en b, 7.1, 7.2, tweede lid, 7.8, eerste lid, van de Wet dieren; Artikelen

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 27 maart 2009 nummer

Nadere informatie

Jaarverslag mentorschap Haag en Rijn 2015

Jaarverslag mentorschap Haag en Rijn 2015 Jaarverslag mentorschap Haag en Rijn 2015 Voorwoord Met trots presenteren wij u het jaarbericht van Mentorschap Haag en Rijn. Het aantal mentoren en cliënten is in 2015 flink gestegen. De behoefte aan

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN IKB PSB (buitenland versie)

ALGEMENE VOORWAARDEN IKB PSB (buitenland versie) ALGEMENE VOORWAARDEN IKB PSB Het bestuur van de Stichting AVINED heeft, overwegende dat er in de markt voor pluimvee certificatieschema s zijn vastgesteld die uitgaan van een aaneengesloten kwaliteitsbeheersingssysteem

Nadere informatie

Jaarverslag OVONED 2016

Jaarverslag OVONED 2016 Bijlage 2 Zeist, 7 maart 2017 (Vastgesteld door het bestuur van OVONED op 7 maart 2017) OVONED De stichting OVONED vormt de samenwerking tussen de dragende organisaties: LTO/NOP, NVP, COBK en ANEVEI. OVONED

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 22 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

Verordening Cliëntenparticipatie Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw)

Verordening Cliëntenparticipatie Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) Verordening Cliëntenparticipatie Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie

Nadere informatie

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES November 2006 1 GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES PRINCIPES I. Naleving en handhaving van de code Het bestuur 1 en de raad van commissarissen zijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector Inleiding Stichting PLUIMNED, de erkende brancheorganisatie voor de sector pluimveevlees heeft

Nadere informatie

Productschap Pluimvee en eieren. Jaarplan 2012

Productschap Pluimvee en eieren. Jaarplan 2012 Productschap Pluimvee en eieren Jaarplan 2012 2 Inleiding Inhoud Inleiding 2 Inhoudsopgave 2 Jaarplan Productschap Pluimvee en Eieren 2012 3 Arbeid, duurzaamheid en innovatie 5 Voedselveiligheid 6 Voedselkwaliteit

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

Klachtenregeling VeWeVe

Klachtenregeling VeWeVe Klachtenregeling VeWeVe Artikel 1. Definities Aangeklaagde: Auditbureau: Beroep: Bestuur: Cliënt: Klacht: Klachtencommissie: Klager: Kwaliteitsprotocol: Lid: Secretaris: de natuurlijke of rechtspersoon

Nadere informatie

BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016

BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016 BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016 Aanwezig: Afwezig: burgemeester, wethouders Jansen, Varkevisser en Luca en de gemeentesecretaris wethouder Fluitman I.

Nadere informatie

Artikel I Het Besluit heffing bestrijding dierziekten wordt gewijzigd als volgt:

Artikel I Het Besluit heffing bestrijding dierziekten wordt gewijzigd als volgt: Besluit van 19 november 2014, nr. 2014001742, houdende wijziging van het Besluit heffing bestrijding dierziekten en van het Besluit heffing preventie dierziekten in verband met een wijziging van de tarieven

Nadere informatie

2013, nr. 53. Gelet op artikel 158 van de Provinciewet en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

2013, nr. 53. Gelet op artikel 158 van de Provinciewet en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht; Uitgegeven: 5 september 2013 2013, nr. 53 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLÂN Mandaatbesluit Stelsel Natuur en Landschap 2013 Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân van 20 augustus 2013, nr.

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht Verordening PT retributie export groenten en fruit Japan 2012 Verordening van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

Toezichtkamer. 15 september 2011. Rapportage Scan Jaarverslagen 2010. 1. Inleiding

Toezichtkamer. 15 september 2011. Rapportage Scan Jaarverslagen 2010. 1. Inleiding Toezichtkamer 15 september 2011 Rapportage Scan Jaarverslagen 2010 1. Inleiding Op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voert de SER jaarlijks een scan uit van de jaarverslagen

Nadere informatie

REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 2017

REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 2017 REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 07 Artikel De Commissie Normstelling Erkenningsregeling Goede Doelen a. De Commissie Normstelling is verantwoordelijk

Nadere informatie

Toezicht logistiek slachten in vleeskuikenslachterijen

Toezicht logistiek slachten in vleeskuikenslachterijen Toezicht logistiek slachten in vleeskuikenslachterijen Auteur: ing. G. Visser KEURINGSDIENST VAN WAREN OOST Postbus 202 7200 AE Zutphen Tel. 0575-588100 Fax. 0575-588200 E-mail OT@kvw.nl Projectnummer:

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Holland Nr. 5651 30 juli 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 17 juli 2018 tot vaststelling van de Beleidsregel openbaarmaking

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST SGGV CASUS TOEZICHT KALVERSECTOR

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST SGGV CASUS TOEZICHT KALVERSECTOR SAMENWERKINGSOVEREENKOMST SGGV CASUS TOEZICHT KALVERSECTOR Inleiding Op 1 november 2010 zijn wij allen gezamenlijk gestart met de uitvoering van de Sggv Casus Toezicht Kalversector. Deze casus had als

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 973 Wijziging van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (verhoging maximaal bedrag tuchtrechtelijke boete en wijziging samenstellingseisen

Nadere informatie

ONDERNEMERSPEILING PRODUCTSCHAP PLUIMVEE EN EIEREN

ONDERNEMERSPEILING PRODUCTSCHAP PLUIMVEE EN EIEREN ONDERNEMERSPEILING PRODUCTSCHAP PLUIMVEE EN EIEREN Eindrapport Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Productschap Pluimvee en Eieren Amersfoort, 10 juni 2011 Inhoud 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding en

Nadere informatie

Verordening op de bezwaarschriften SNN

Verordening op de bezwaarschriften SNN Verordening op de bezwaarschriften SNN (geconsolideerde versie, geldend vanaf 21-6-2007) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling Verordening op de bezwaarschriften

Nadere informatie

In artikel 5.5 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding 1. voor het eerste. Na artikel 5.7 worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende:

In artikel 5.5 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding 1. voor het eerste. Na artikel 5.7 worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende: Grondslag Gelet op de artikelen 2.2, tiende lid, onderdelen d, e, f, g, i, j, l, onder 1 en 4º, m, n, p, 2.8, vierde lid, onderdelen a en b, 7.1, 7.2, tweede lid, 7.8, eerste lid, van de Wet dieren; Artikelen

Nadere informatie

Versie 09-09-10. JAARPLAN PPE 2011 -- concept --

Versie 09-09-10. JAARPLAN PPE 2011 -- concept -- Versie 09-09-10 JAARPLAN PPE 2011 -- concept -- Jaarplan 2011 Productschap Pluimvee en Eieren INLEIDING Toekomstvisie 2011-2015 De maatschappelijke acceptatie van de intensieve houderij staat onder druk.

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht

Reglement Raad van Toezicht Reglement Raad van Toezicht ter uitvoering van artikel 14, lid 3, van de statuten van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Ermelo Begrippen In dit reglement wordt onder Raad verstaan

Nadere informatie

Toenemende aandacht voor toezicht niet-oob accountantskantoren

Toenemende aandacht voor toezicht niet-oob accountantskantoren Toenemende aandacht voor toezicht niet-oob accountantskantoren De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt sinds 2006 toezicht op accountantsorganisaties. De niet-oob vergunninghouders voeren uitsluitend

Nadere informatie

Aan geadresseerde. Geachte heer/mevrouw,

Aan geadresseerde. Geachte heer/mevrouw, Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid Aan geadresseerde uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum VD. 2004/2884 8-10-2004 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Kaderwet diervoeders. (TRC 2004/7011) 3785633

Nadere informatie

Inleiding: de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie

Inleiding: de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie Inleiding: de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie De eerste ideeën over de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie ontstonden begin van de twintigste eeuw, in de vorm van schetsen voor een nieuw model

Nadere informatie

Convenant horizontaal toezicht tussen VION N.V. en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Convenant horizontaal toezicht tussen VION N.V. en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Convenant horizontaal toezicht tussen VION N.V. en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit De partijen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna te noemen NVWA), vertegenwoordigd door F.E.

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.58 23 september 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

Sociale Dienst Walcheren

Sociale Dienst Walcheren Sociale Dienst Walcheren JAARVERSLAG 2011 Inhoudsopgave Voorwoord Pagina: 3 Inleiding Pagina: 4/5 Hoofdstuk 2: Ontwikkelingen Pagina: 6 Hoofdstuk 3: Statistieken Pagina: 7 / 8 / 9 Hoofdstuk 4: Beroep Pagina:

Nadere informatie

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN EN WERKWIJZEN LABORATORIA (PPE) 2011

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN EN WERKWIJZEN LABORATORIA (PPE) 2011 BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN EN WERKWIJZEN LABORATORIA (PPE) 2011 Besluit van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011 houdende voorwaarden voor de erkenning van laboratoria alsmede voorschriften

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement. Adviesraad Sociaal Domein Oldebroek

Huishoudelijk reglement. Adviesraad Sociaal Domein Oldebroek Huishoudelijk reglement Adviesraad Sociaal Domein Oldebroek Versie 28 mei 2015 Inhoud Artikel 1 Instelling/ instandhouding pag. 3 Artikel 2 Doel en reikwijdte pag. 3 Artikel 3 Belangenbehartiging pag.

Nadere informatie

Nederland. Aan de staatssecretaris van Economische Zaken Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus 20101 2500 EC S-GRAVEN HAGE. Datum Onderwerp Informatie

Nederland. Aan de staatssecretaris van Economische Zaken Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus 20101 2500 EC S-GRAVEN HAGE. Datum Onderwerp Informatie Nederland Aan de staatssecretaris van Economische Zaken Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus 20101 2500 EC S-GRAVEN HAGE Land- en TuInbouwoganisatie Nedertand 52230F flenbc&t, Datum Onderwerp Informatie 17mei2015

Nadere informatie

Voorschriften IKB Ei voor pakstations, versie 3.2

Voorschriften IKB Ei voor pakstations, versie 3.2 BIJLAGE VI: VOORSCHRIFTEN PAKSTATIONS (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) Het bestuur van de Stichting IKB Ei heeft, gelet op Artikel 12 van de Algemene Voorwaarden IKB Ei, ter zake de voorschriften

Nadere informatie

Olst-Wijhe, februari 2014 doc. nr.: Jaarverslag 2013 Bezwarenadviescommissie algemene aangelegenheden

Olst-Wijhe, februari 2014 doc. nr.: Jaarverslag 2013 Bezwarenadviescommissie algemene aangelegenheden Olst-Wijhe, februari 2014 doc. nr.: 14.010897 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Gegevens over 2013 4 2.1 Aantal bezwaarschriften 2.2 Behandeling van de bezwaarschriften 2.3 Resultaten 2.4 Proceskostenvergoeding

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 27 februari 2009 nummer

Nadere informatie

Bekendmaking door VWS goedgekeurde hygiënecodes vanaf 1 januari 2006

Bekendmaking door VWS goedgekeurde hygiënecodes vanaf 1 januari 2006 VWS Bekendmaking door VWS goedgekeurde hygiënecodes vanaf 1 januari 2006 7 december 2005/Nr. VGP/VL 2642497 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gezien artikel 8, vijfde lid, van verordening

Nadere informatie

Convenant horizontaal toezicht. tussen het Productschap Akkerbouw (systeemeigenaar RiskPlaza) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Convenant horizontaal toezicht. tussen het Productschap Akkerbouw (systeemeigenaar RiskPlaza) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Nederlandse VoedseI- en WareniDltmiteil: ~iuilemidafiisdlfltltrn, lji:ndfloui.r mhmlll'llri! RISK PLA ZA Convenant horizontaal toezicht tussen het Productschap Akkerbouw (systeemeigenaar RiskPlaza) en

Nadere informatie

Gemeente Landerd. Jaarverslag Commissie van advies voor de bezwaarschriften

Gemeente Landerd. Jaarverslag Commissie van advies voor de bezwaarschriften Gemeente Landerd Jaarverslag Commissie van advies voor de bezwaarschriften Inhoudsopgave. Inleiding.... Doel.... Samenstelling commissie.... Procedure.... Ingediende en afgehandelde bezwaarschriften....

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2017 Betreft Vereffening PBO periode

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2017 Betreft Vereffening PBO periode > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directie Financieel Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Pluimvee en Eieren

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Pluimvee en Eieren Toezichtkamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Pluimvee en Eieren 1. Inleiding In het kader van de advisering van de Bestuurskamer over de instelling en wijziging van de werkingssfeer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

Klachtenregeling Stichting van het Kind

Klachtenregeling Stichting van het Kind Klachtenregeling Stichting van het Kind 1. Doelstellingen In deze klachtenregeling wordt voorzien in het omgaan met klachten van donateurs, leveranciers, sollicitanten en alle andere relaties van Stichting

Nadere informatie

OVEREENKOMST VARKENSHOUDER EN GEBORGDE VARKENSDIERENARTS, bijlage I van Reglement Geborgde Varkensdierenarts

OVEREENKOMST VARKENSHOUDER EN GEBORGDE VARKENSDIERENARTS, bijlage I van Reglement Geborgde Varkensdierenarts OVEREENKOMST VARKENSHOUDER EN GEBORGDE VARKENSDIERENARTS, bijlage I van Reglement Geborgde Naam tekenbevoegde varkenshouder hierna te noemen varkenshouder UBN nummer Adres Postcode + woonplaats IKB regeling

Nadere informatie

VERORDENING VACCINATIE NEWCASTLE DISEASE (PPE) 2006

VERORDENING VACCINATIE NEWCASTLE DISEASE (PPE) 2006 INTEGRALE TEKST bijgewerkt t/m wijziging 2009-I, gepubliceerd d.d. 21-08-2009 1) VERORDENING VACCINATIE NEWCASTLE DISEASE (PPE) 2006 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 juni 2006

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING Publicatieblad van de Europese Unie L 112 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 26 april 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Nadere informatie

REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE

REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE Vastgesteld door het bestuur op: 4 juni 2014 Goedgekeurd door de raad van toezicht op: 4 juni 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen

Nadere informatie

Het bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (bij afkorting COKZ),

Het bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (bij afkorting COKZ), CONTROLEREGLEMENT EIEREN EN PLUIMVEEVLEE S 2012 Het bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (bij afkorting COKZ), gelet op artikel 10, derde lid, van de Landbouwkwaliteitswet,

Nadere informatie

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet. Werkafspraken tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie), de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Keuringsraad Openbare Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) over de wijze van samenwerking

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 30 januari 2009 nummer

Nadere informatie

Het vaccinatieplan tegen NCD

Het vaccinatieplan tegen NCD Het vaccinatieplan tegen NCD Inhoudsopgave Vaccinatieplan tegen NCD 3 Vermeerderingsdieren 5 Leghennen 7 Vleeskuikens 8 Vleeskalkoenen 10 Newcastle Disease 12 Vaccinatieplan tegen NCD Om het pluimvee in

Nadere informatie

Jaarverslag 2010. Secretariaat tuchtgerechten Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Instituut voor Agrarisch Recht Postbus 245 6700 AE WAGENINGEN

Jaarverslag 2010. Secretariaat tuchtgerechten Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Instituut voor Agrarisch Recht Postbus 245 6700 AE WAGENINGEN Jaarverslag 2010 Secretariaat tuchtgerechten Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie Instituut voor Agrarisch Recht Postbus 245 6700 AE WAGENINGEN Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2010 van het secretariaat

Nadere informatie

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009 Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 1 juli 2008 houdende de vaststelling van de aan ondernemers die bloemkwekerijproducten

Nadere informatie