Beeldbellen in de verpleegkundige praktijk binnen de GGZ

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beeldbellen in de verpleegkundige praktijk binnen de GGZ"

Transcriptie

1 Januari 2015 Beeldbellen in de verpleegkundige praktijk binnen de GGZ Onderzoeksverslag Susanne Meyer & Trudy Vinke

2 Beeldbellen in de verpleegkundige praktijk binnen de geestelijke gezondheidszorg Behorend bij de minor Praktijkgericht Onderzoek in de Zorg Studenten: Susanne Meyer & Trudy Vinke Opdrachtgever: Lectoraat ICT-Innovaties in de Zorg Begeleiders: Annemarie van Hout & Ruud Janssen LWG-docent: Helen Bosch-Leertouwer Woorden samenvatting: 316 Woorden verslag:

3 Samenvatting Dit onderzoek is in opdracht van het lectoraat ICT-Innovaties in de Zorg, werkzaam aan de Christelijke Hogeschool Windesheim in Zwolle. Er is weinig bekend over de gevolgen van beeldbellen op de zorgverlening van zorgprofessionals binnen de GGZ. Er blijkt uit vooronderzoek dat er verandering ervaren wordt, hierbij ontbreken verpleegkundige theorieën en inzichten nog (Janssen 2014). De volgende doelstelling is gehanteerd: Duidelijkheid verkrijgen over wat de gevolgen zijn van beeldbellen op de inhoud van zorgverlening in de GGZ. Daarbij zal gekeken worden of er verbanden te zien zijn tussen de praktijk en verpleegkundige theorieën. Dit onderzoek is een kwalitatief, explorerend onderzoek, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande data. De gebruikte data bestaat uit vier focusgroepgesprekken met zorgprofessionals die werkzaam zijn binnen de GGZ en ervaring hebben met beeldbellen. Affinity diagramming is gebruikt om de data te ordenen, daarop is verder geanalyseerd. Het gebruik van affinity diagramming is een goede methode geweest, om de informatie te kunnen ordenen. Uit de focusgroepen en de verpleegkundige theorieën komt naar voren dat er drie gebieden belangrijk zijn tijdens de inzet van beeldbellen. De hulpverlenersrelatie Gecombineerde inzet van beeldbellen Afstand en omgeving Er kon niet gericht doorgevraagd worden in de focusgroepgesprekken, omdat de studenten hierbij niet aanwezig waren. Een ander aspect waar rekening mee gehouden moet worden is dat in focusgroep 3 het beeldbellen vaak vergeleken wordt met telefonisch contact. Ook blijkt uit alle focusgroepen, dat het beeldbellen stopt wanneer de pilot afgerond is. De respondenten konden hier geen duidelijke reden voor aanwijzen. De zorgverlening ondervindt duidelijke gevolgen wanneer beeldbellen ingezet wordt, dit betekend echter niet dat het niet ingevoerd kan worden. Hierbij moet goed rekening gehouden worden met de drie belangrijke gebieden. Op basis van dit onderzoek wordt aanbevolen meer onderzoek te doen naar beeldbellen in de praktijk. Ook wordt aanbevolen meer ervaringsdeskundigen te ontwikkelen door meer inzet van beeldbellen. Tijdens de inzet van beeldbellen wordt aanbevolen een richtlijn te hanteren. 2

4 Inhoud Samenvatting... 2 Voorwoord... 4 Inleiding... 5 Probleemstelling... 6 Vraagstelling... 6 Deelvragen... 6 Doelstelling Onderzoeksmethode Onderzoekstype Onderzoekspopulatie & Steekproef Data-analyse & Literatuurverdieping Validiteit & betrouwbaarheid Ethische & juridische aspecten Resultaten Ervaringen met beeldbellen Verpleegkundige theorieën Verpleegkundige rollen Discussie Proces Inhoud Conclusie Aanbevelingen Literatuur Bijlage 1: Beoordelingsformulier Bijlage 2: Resultaten na affinity diagramming Bijlage 3: Resultaten na tweede analyse Bijlage 3: Resultaten na derde analyse Bijlage 4: Uitwerking theorieën

5 Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksverslag dat we naar aanleiding van de Minor POZ (Praktijkgericht Onderzoek in de Zorg) hebben geschreven. Dit onderzoek hebben we in samenwerking met de opdrachtgevers van het lectoraat ICT-Innovaties in de Zorg. We hebben met veel plezier aan dit onderzoek gewerkt. Het onderwerp van het onderzoek sprak ons aan, omdat het een actueel onderwerp is. Ook zien we een grote kans dat wij hier in de toekomst mee zullen werken. Wij willen graag onze begeleiders Annemarie van Hout en Ruud Janssen van het lectoraat bedanken voor alle hulp bij het schrijven van dit verslag. Verder willen we Hilco Prins en Aranka Dol bedanken voor het meewerken en meedenken tijdens de affinity diagramming sessie. We willen Wierd Meijering en de zorgprofessionals die we gesproken hebben bedanken voor hun informatie en inzichten. Als laatste willen we Helen Bosch-Leertouwer bedanken voor de ondersteuning tijdens de Leerwerkgroep lessen. Zwolle, Trudy Vinke & Susanne Meyer 4

6 Inleiding Sinds het bekend worden van het internet bij het grote publiek in 1996 (Vermeend 2012) is internet een steeds grotere rol gaan spelen in de maatschappij. Hierdoor is er sprake van meer digitalisering, waaronder een groter aanbod in digitale zorg. Uit literatuur (GGZ Nederland 2013) blijkt dat telezorg en e-health 1 een steeds grotere rol kunnen gaan spelen in de Geestelijke Gezondheidszorg, ook wel GGZ. Volgens GGZ Nederland (2013) blijft de zorgverlening binnen de GGZ toegankelijk en betaalbaar door de inzet van e-health. Volgens het Trimbos Instituut (2014) is het aantal mensen dat zorg ontving via internet voor eetstoornissen en depressies tussen 2007 en 2010 verdrievoudigd. Sinds een aantal jaren is er veel aandacht voor bezuinigingen en het zorgcapaciteitsprobleem. Het is hierbij van belang dat de zorg steeds meer online gaat. Hierdoor zullen steeds meer zorgprofessionals te maken krijgen met bijvoorbeeld beeldbellen 2 (Timmer 2011). Als de invloed van beeldbellen zodanig is dat de zorg daardoor verandert van karakter, is het van belang informatie te kunnen verstrekken over deze veranderingen (Wampold 2012). Een hindernis volgens Garcia-Lizana (2009) in het toepassen van beeldbellen, is dat zorgprofessionals achter het beeldbellen moeten. Dit onderzoek wordt gedaan binnen de geestelijke gezondheidzorg. Het lectoraat ICT-Innovaties in de Zorg wil door middel van onderzoek weten welke ervaringen zorgprofessionals met beeldbellen hebben. Zowel positieve als negatieve ervaringen worden hierin meegenomen. De invloed van het beeldbellen op de inhoud van de zorgverlening is nog niet duidelijk. De zorgverleners lijken, uit onderzoek van Weger e.a. (2013), huiveriger voor het gebruik van beeldbellen te zijn dan de cliënten dat zijn. De zorgprofessionals lijken tegen knelpunten aan te lopen, waardoor er vaak toch gekozen wordt voor blended therapie 3. Het lectoraat ICT-innovaties in de Zorg, werkzaam aan de Christelijke Hogeschool Windesheim in Zwolle, is de opdrachtgever van dit onderzoek. Om verpleegkundige inzichten te krijgen wil het lectoraat ICT-Innovaties in de Zorg samenwerken met twee HBO-verpleegkunde studenten aan een onderzoek over beeldbellen in de GGZ. Het beeldbellen in de GGZ is van verpleegkundige relevantie, omdat de HBO-verpleegkundige kennis moet hebben van de nieuwste communicatietechnologieën en moet open staan voor innovaties (Schuurmans 2012). Ook moet de HBO-verpleegkundige kunnen participeren in praktijkonderzoek (Schuurmans 2012). Binnen dit lectoraat is er onderzoek gedaan naar de invloed van beeldbellen op de GGZ. Een voorgaand onderzoek is verkennend van aard geweest (Janssen 2014). Er is hierbij onderzoek gedaan naar de uitdagingen en dilemma s ten opzichte van het invoeren van beeldbellen in de GGZ. Uit dit onderzoek is gebleken dat er iets anders lijkt te zijn aan het karakter van zorgverlenen wanneer men beeldbellen toepast. Wat er precies anders lijkt te zijn is vooralsnog ongrijpbaar. Er wordt in de praktijk ervaren dat het anders is of voelt doordat de zorgprofessional niet lijfelijk aanwezig is bij het gesprek. Dit blijkt uit de focusgroepen die gehouden zijn, tijdens het voorgaande onderzoek. Aan de hand van dit voorgaande onderzoek is er ook naar voren gekomen dat de verpleegkundige inzichten en theorieën ontbreken. Met dit onderzoek wordt beoogd meer verdieping te verkrijgen over deze veranderingen in het karakter van de zorgverlening wanneer beeldbellen wordt toegepast. 1 Digitale hulpmiddelen die worden toegepast en ondersteuning bieden in de zorgverlening (NPCF 2008). 2 Communiceren via beelden met geluid, oftewel videocontact, beeldbellen is een vorm van zorg op afstand (Timmer 2011). 3 Face tot face gesprekken gecombineerd met online gesprekken (FWG 2014). 5

7 Er wordt gekeken of er mogelijk een verband is tussen de praktijk en de verpleegkundige theorieën die gebruikt worden binnen de GGZ. Er worden verschillende theorieën, die toepasbaar zijn in de GGZ, uitgewerkt. De ervaringen van zorgprofessionals die uit de focusgroepen naar voren komen kunnen bijdragen aan het antwoord op de centrale vraagstelling. Dit onderzoek is erop gericht verdieping te vinden over de invloed van beeldbellen op het karakter van de zorgverlening. Deze verdieping wordt gezocht in de verpleegkundige theorieën. Probleemstelling Er is weinig bekend over de gevolgen van beeldbellen op de zorgverlening van zorgprofessionals binnen de GGZ. Er blijkt uit vooronderzoek wel dat er een verandering ervaren wordt. Ook blijkt uit het voorgaande onderzoek dat verpleegkundige inzichten en theorieën nog ontbreken (Janssen 2014). Vraagstelling Welke gevolgen ondervinden zorgprofessionals en de zorg die zij leveren door het gebruik van beeldbellen in de GGZ en welke verbanden zijn er mogelijk te zien tussen deze gevolgen en de verpleegkundige theorieën binnen de GGZ? Deelvragen Welke verpleegkundige theorieën zijn van belang en actueel in relatie tot beeldbellen binnen de GGZ? Welke rollen vervullen zorgprofessionals die in direct contact staan met de cliënten in de GGZ tijdens het beeldbellen? Wat geven zorgprofessionals aan in de focusgroepen over de gevolgen van het beeldbellen in de GGZ? Doelstelling Duidelijkheid verkrijgen over wat de gevolgen zijn van beeldbellen op de inhoud van zorgverlening in de GGZ. Daarbij zal gekeken worden of er verbanden te zien zijn tussen de praktijk en verpleegkundige theorieën. 6

8 1. Onderzoeksmethode 1.1 Onderzoekstype Dit onderzoek is kwalitatief, explorerend onderzoek, omdat dit onderzoek voornamelijk erop gericht is inzichten te verkrijgen rondom het beeldbellen in de GGZ (Baarda 2009). Volgens van der Zee (2010) is een kwalitatief onderzoek meestal kleinschalig en oriënterend van aard. Het is een kleinschalig onderzoek gezien het tijdsbestek en omdat er gebruik wordt gemaakt van vier focusgroepgesprekken. In een kwalitatief onderzoek worden volgens Baarda (2009) vaak gespreksverslagen gebruikt voor de analyse. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van bestaande data uit een vorig onderzoek. Het gaat hier om de vier focusgroepgesprekken. Een focusgroep is een vorm van interviewen, namelijk een groepsinterview (Royen en Peremans 2007). Het is de bedoeling dat de respondenten een interactieve discussie met elkaar voeren en door hun persoonlijke ervaring informatie geven. Met discussie wordt beoogd een verdieping te vinden in de argumenten van de respondenten (Royen en Peremans 2007). Er wordt nog gezocht naar de gevolgen van beeldbellen op de zorg die professionals geven in de GGZ. Uit het voorgaande onderzoek (Janssen 2014) blijkt dat er nog weinig bekend is over deze gevolgen op de zorg. Daarin is een oriënterend onderzoek van belang, omdat er nog veel kennis ontbreekt. Door breed te kijken naar het onderwerp, is er de mogelijkheid om alle aspecten die van belang zijn rondom de gevolgen van het beeldbellen mee te nemen (Boeije 2006). 1.2 Onderzoekspopulatie & Steekproef Op basis van de steekproef binnen dit kwalitatieve onderzoek zijn geen generaliseerbare uitspraken te doen, omdat er een te kleine groep zorgprofessionals is geïnterviewd ten opzichte van de gehele populatie (Dassen en Keuning 2002). De populatie in dit onderzoek bestaat uit zorgprofessionals die werkzaam zijn in de GGZ en ervaring hebben met beeldbellen. In totaal zijn er vier focusgroepgesprekken gehouden, waarvan twee groepen IPG 4 toepassen en twee groepen FACT 5 toepassen. IPG is een behandelprogramma wat zich richt op families met kinderen. Deze families hebben meerdere (psychiatrische) problemen. FACT is een multidisciplinair behandelprogramma voor cliënten met constante psychiatrische problemen. Het behandelprogramma ondersteund de cliënt op zowel flexibele als assertieve manier. De zorgprofessional komt bij beide soorten behandelprogamma s bij de cliënt thuis (Janssen 2014). Met zorgprofessionals worden de werknemers bedoeld die directe zorg aan de cliënten geven. Bij het voorgaande onderzoek is de populatie aan de hand van de volgende in- en exclusiecriteria beschreven: Inclusiecriteria Werkzaam in de GGZ HBO-opgeleide zorgprofessionals die in directe zorg staan met de cliënt Ervaring met beeldbellen Exclusiecriteria Geen ervaring met beeldbellen Leidinggevenden De focusgroepen hadden de volgende samenstelling: Focusgroep Deelnemers Opleidingen Tijdsduur 1 3 Verpleegkundige B, SPV opleiding 1 uur en 17 minuten Sociaal Pedagogisch Hulpverlener Pedagogiek 2 3 Psychiatrisch verpleegkundige HBO-Verpleegkundige, Kinder- en Jeugdpsychologie 1 uur en 11 minuten 4 Intensieve Psychiatrische Gezinstherapie (Karakter 2014) 5 Function Assertive Community Treatment (Dimence 2014) 7

9 Kinder- en Jeugdpsychologie en Sociaal Pedagogisch Hulpverlener 3 4 HBO-Verpleegkundige Maatschappelijk werk en psychologisch verpleegkundige HBO-Verpleegkundige en studie psychologie HBO-Verpleegkundige HBO-verpleegkundigen 2 Projectleiders telezorg 1 Stagiaire Psychiatrisch Verpleegkundige 1 Verpleegkundig Specialist 54 minuten 55 minuten 1.3 Data-analyse & Literatuurverdieping De audiobestanden van de focusgroepen die tijdens het vooronderzoek gehouden zijn, zijn door de studenten van het huidige onderzoek uitgeschreven tot transcripten. Daarna zijn deze transcripten verspreid onder de onderzoekers die meewerkten aan de analyse. De verschillende transcripten zijn ieder door twee verschillende mensen bekeken. De analyse heeft plaats gevonden door middel van affinity diagramming. Open- coderen, wat lijkt op het proces van affinity diagramming, wordt meestal gebruikt wanneer het gaat om een verkennende fase in het onderzoek (Wester 2009). Er is gekozen voor affinity diagramming, doordat er niet alleen de ideeën van de studenten naar voren komen, maar meerdere mensen er over nadenken. Ook is affinity diagramming (Gaffney 1999) goed geschikt voor het groeperen en het begrijpen van de verkregen informatie. Het is vooral bruikbaar, wanneer er veel informatie beschikbaar is om een beter overzicht van de informatie te krijgen (Gaffney 1999). De manier van coderen in dit onderzoek, valt onder affinity diagramming. Affinity diagramming staat ook wel bekend als KJ Method(Scupin 1997). Door de analyse gezamenlijk te doen, wordt voorkomen dat data op verschillende wijzen geïnterpreteerd wordt, zo ontstaat er consensus over de inhoud van de data. De data is geanalyseerd door zes verschillende mensen, waarvan vier onderzoekers en twee studenten. Er is tijdens de analyse ervoor gekozen om de groep in twee kleinere groepen op te delen, omdat er ook twee soorten teams (FACT en IPG) geïnterviewd zijn. Uit de tekst van de focusgroepen zijn belangrijke aspecten opgeschreven op plaknotities en zijn daarna opgeplakt op flip-over vellen. Deze notities worden daarna geordend door middel van thema s of groepen te maken (Pyzdek 2003). De stap van het ordenen van de plaknotities tot thema s of groepen kan meerdere malen doorlopen worden, om zo de thema s of groepen zo specifiek mogelijk te maken. Na het analyseren, hebben de studenten de gevonden thema s bekeken en de belangrijkste bevindingen in het verslag gebruikt. Ook hebben de studenten gekeken of de thema s nog wel aansluiten op de bevindingen die erbij staan. Wanneer dit niet het geval is, kunnen de studenten ervoor gekozen hebben om een ander woord als thema te gebruiken wanneer dit woord de lading beter dekt. Apart van waarde aan de bevindingen geven, hebben de studenten relevante verpleegkundige theorieën uitgewerkt door middel van een literatuurverdieping. Deze relevante theorieën, moeten in de GGZ toepasbaar zijn. Uiteindelijk is gekeken of er een verband bestaat tussen de verpleegkundige theorieën en de resultaten uit de focusgroepen. Er is naar literatuur gezocht door gebruik te maken van verschillende databases, zoals PubMed, Cinahl en Google Books. Hierbij zijn onder andere de volgende zoektermen gebruikt: Videoconferencing, e-mental health, e- health, beeldbellen, geestelijke gezondheidszorg, theorieën GGZ, nursing. De literatuur die naar voren kwam met behulp van bovenstaande zoektermen is tevens gefilterd op publicatiedatum en relevantie. De artikelen die gebruikt zijn mochten niet ouder zijn dan tien jaar oud of moesten nog goed toepasbaar zijn. 8

10 1.4 Validiteit & betrouwbaarheid Validiteit laat zien of er in het onderzoek onderzocht wordt wat er onderzocht zou moet worden (Migchelbrink 2013). De validiteit van dit onderzoek is gewaarborgd door te blijven observeren of er antwoord is gegeven op de hoofd- en deelvragen. Tijdens het analyse-proces zijn de hoofd- en deelvragen van het onderzoek er ook bij gehouden. Dit is gedaan om zoveel mogelijk aansluitende informatie te analyseren, en om grip te blijven houden op deze hoofd- en deelvragen. 1.5 Ethische & juridische aspecten Bij de uitwerking van de data uit de focusgroepen is rekening gehouden met de privacy van alle respondenten. Dit is gedaan door geen namen of andere privacygevoelige informatie te noemen. De audiobestanden en transcripten hiervan zullen niet doorgespeeld worden naar derden. Binnen het vooronderzoek is er tijdens de focusgroepen gebruik gemaakt van informed consent. Dit is mondeling besproken met de respondenten. Informed consent is van belang bij dit onderzoek om de privacy van de deelnemers zo goed mogelijk te waarborgen. Door middel van informed consent stemt iemand toe om deel te nemen aan het onderzoek en verklaart hierbij dat hij of zij op de hoogte is van het onderzoek (Boeije 2006b, Zee 2010b). Tijdens de focusgroepen is er zoveel mogelijk geprobeerd een veilige sfeer te creëren zodat de respondenten zich vrij voelden om meningen en ideeën te uitten. 9

11 2. Resultaten 2.1 Ervaringen met beeldbellen Het volgende hoofdstuk laat meerdere voorbeelden zien van veranderingen in de zorgverlening volgens de respondenten. Bij IPG wordt beeldbellen langzaam vermengd in de therapie, dan werkt het als een vervanging voor een huisbezoek. Bij FACT wordt beeldbellen op afspraak ingezet en wanneer het past bij de cliënt en de therapie. Opvallend is dat in focusgroep 3 (FACT)het beeldbellen meer wordt vergeleken met telefonisch contact dan met huisbezoeken. Een reden hiervoor is dat FACT-teams het telefonisch contact vervangen hebben door beeldbelcontact, om het contact persoonlijker te maken (Janssen 2014). In deze focusgroep werd aangegeven dat beeldbellen als vriendelijker ervaren werd dan telefonisch contact. Tijdens de focusgroepgesprekken met de IPG teams, werd er aangegeven dat het belangrijk is om een basis van een relatie te hebben met de cliënt om beeldbellen te kunnen inzetten. Door middel van afstemmen wordt er bepaald of het gecombineerd of helemaal niet ingezet wordt. In de tweede focusgroep wordt er meerdere keren door de respondenten de hulpverleners relatie met die cliënt in het gesprek erbij gehaald. Een voorbeeld, waarin respondent 2 weergeeft wat het belang van de relatie is om te kunnen bespreken, waarom de cliënt weerstand tegen beeldbellen heeft: (Interviewer) Vind je dan soms wel dat je mensen wel moet proberen te overtuigen dat het voor hun heel zinvol zou kunnen zijn? (Respondent 2) Nee ik denk dat dat meer in die relatie zit met die mensen, dat als je daar 6 weken komt. Dan kun je zoiets ook bespreken, wat maakt nou dat je daar zo n weerstand tegen hebt, heb je daar soms bedenkingen bij. (Focusgroep 2) In het gesprek wordt er ook op terug gekomen, wanneer er een vraag gesteld wordt of het beeldbellen volledig ingezet kan worden en er alleen een huisbezoek wordt gedaan wanneer er indicatie voor is. Als reactie op het volledig inzetten van beeldbellen geeft respondent 3 het volgende aan: En die relatie moet je niet vergeten, die relatie opbouwen in het begin dat moet je niet vergeten. De relatie is zon beetje de basis. (Focusgroep 2) In focusgroep 4 van het FACT-team, komt ook duidelijk de basis van een relatie naar voren. De interviewer stelt een vraag over of beeldbellen met bemoeizorg in de contactopbouwfase ingezet kan worden. Respondent 4 reageert als volgt op deze vraag van de interviewer: Ik denk dat het voor die groepen in die fase dan niet haalbaar is. (Meerdere respondenten zeggen instemmend nee.) [...] Kan later in het traject zijn, maar ik denk wel dat er een basis moet zijn van een hulpverlenersrelatie. (Focusgroep 4) In de hulpverlenersrelatie vinden de respondenten het belangrijk dat beeldbellen in overleg met de cliënt wordt ingezet. De respondenten geven daarin aan dat altijd moet worden afgestemd met de cliënt. In reactie op hoe beeldbellen ingezet wordt geeft een respondent uit een FACT-team aan: (Respondent 2:) Een andere respondent uit de IPG teams geeft het volgende aan op de vraag hoe beeldbellen bij de cliënt gebracht wordt. (Respondent 3:) Zo wordt het ook dus we hebben ook die eerste zes weken eh om met het gezin te bespreken eh... Is dit wat voor jullie.. zien jullie dit zitten? (Focusgroep 1). 10

12 Een respondent geeft ook aan dat iedereen het anders kan invullen. (Respondent 3:) Het is onze eigen invulling, iedere collega van ons zal het anders indelen, dat is ook het mooie van het vak, daarbij eigenlijk aansluiten bij de cliënt en op welke manier je dat dan doet en waar.. (Focusgroep 2) Er komt duidelijk naar voren uit de focusgroepgesprekken met de IPG-teams dat beeldbellen gecombineerd met huisbezoeken moet worden ingezet. Een reactie van respondent 3 over het inzetten van beeldbellen in de module: En ehm vanaf eigenlijk zeg maar de de behandelfase te gaan kijken van he kunnen we het zo inzetten dat we een keer in de week op huisbezoek gaan en een keer in de week gaan beeldbellen. Dus dat het om en om gaan doen. En eh eigenlijk eh de afsluitfase de ene week op huisbezoek de andere week beeldbel contact. (Focusgroep 1) In de FACT-teams gaat het minder over het gecombineerd inzetten, maar komt het tussendoor wel ter sprake dat het beeldbellen niet de volledige zorg kan vervangen. Respondent 2 in reactie op, of het beeldbellen voor iedereen geschikt is waarbij eerst de zorgverlenersrelatie ter sprake komt en daarna het inzetten van beeldbellen. En daar kan je dan wel contacten vervangen door telezorg, maar niet alles denk ik. (Focusgroep 4) Volgens de respondenten wordt bij de inzet van beeldbellen de omgeving en interactie met het gezin gemist. Hierdoor kan er, volgens hen, informatie gemist worden tijdens gesprekken. Dit is voor de respondenten een reden om beeldbellen gecombineerd met huisbezoeken in te zetten. Er is volgens de respondenten letterlijk meer afstand, waardoor het ook moeilijker is om een diepere laag in het gesprek te bereiken. Respondenten van het FACT-team in reactie op de vraag of ze meer uit beeldbellen halen dan uit huisbezoeken: (Interviewer:) Ja bij op bezoek gaan haal je er meer uit dan bij beeldbellen? (Respondent 4:) Bij sommige mensen weer wel. Maar dat is ook weer. (Respondent 1:) Dat is juist waarom het belangrijk is om de omgeving wel even tot je te nemen. (Focusgroep 3) Als reactie op wat de respondenten missen tijdens beeldbellen, geven respondenten uit focusgroep 1 (IPG-team) het volgende aan. (Respondent 4): [ ] Als je in een gezin zelf bent zie je ook de gezinsleden allemaal bij elkaar. Waar gaan ze zitten ehm eh hoe staan de spullen? (Respondent 2:) Hoe zijn de blikken? (Respondent 3:) Ja hoe zijn de blikken naar elkaar? Ehm.. Hoe reageren ze op elkaar. En dat zie je met beeldbellen niet. De moeder kan wel wat gaan vertellen maar dan zie je niet wat die puber in de hoek aan het doen is en dat ie zijn moeder compleet belachelijk loopt te maken. (Respondent 2:) Je mist informatie. (Respondent 1:) Ja je mist informatie je mist signalen. Je ziet gewoon het huis zelf niet. Het huis zelf zegt ook veel over mensen. Dat is toch wel de kracht van het thuiskomen bij mensen en het zien wat er gebeurd. (Focusgroep 1) Bij beeldbellen is er letterlijk meer afstand, zoals ook al eerder benoemd is door de respondenten, dit hoeft niet alleen negatieve gevolgen te hebben. In de FACT- teams komt naar voren dat beeldbellen effectiever en sneller tot de kern is dan een huisbezoek. Dit is een van de meeste genoemde positieve kanten van de inzet van beeldbellen uit alle verschillende focusgroepen. De respondenten uit focusgroep 1 linken een effectiever gesprek vaak aan een sneller tot de kern-gesprek. 11

13 In focusgroep 3 wordt in reactie op de interviewer of het sneller tot de kern is het volgende gezegd: (Interviewer:) Dus je leert iemand kennen en dan via die berichtjes en beeldbellen kom je later sneller tot de kern? (Respondent 2:) Ja met dat beeldbellen dan he, omdat je achter dat schermpje zit. (Respondent 1:) Kijk en als je naar iemand toegaat dan zit je ook vaak van wat heb je leuk dit of zo he. En dat zie je natuurlijk niet met beeldbellen. (Respondent 2:) Ja maar je komt sneller ter zake. (Respondent 4:) Ja je komt wel ter zake. Respondent 3 in reactie op de interviewer, nadat er gevraagd wordt naar negatieve ervaringen met beeldbellen. Nadat er iets negatiefs benoemd is komt het volgende ter sprake: (Respondent 3:) Maar in veel gevallen kan het wel een huisbezoek vervangen en ook wat.. zegt dat het ook een effectiever gesprek is. (Focusgroep 4) Ook in de IPG groepen komt het ter sprake dat beeldbellen effectiever is en sneller tot de kern. Ook wel sneller to the point. Respondent 2 uit focusgroep 1 in reactie op de interviewer wat er precies anders is aan beeldbellen: (Respondent 2) Meer to the point kortere vragen. Het is echt wel effectief op het moment. Dat je zo Wat je doet en wat je zegt en hoe je zit. Meer to the point meer effectief. Nadat de pilot stopt, wordt het beeldbellen meestal niet meer ingezet, dit blijkt uit focusgroepen: 1,2 en 3) In focusgroep 3 wordt hier het volgende over gezegd: (Respondent 4): Als de pilot stopt, dan stopt het gewoon toch. (Respondent 2): Precies. (Respondent 4:) Want als de pilot stopt dan stopt het, dan is er niks meer te doen. In het kort zijn er dus meerdere gevolgen gevonden voor de zorgverlening. Deze gevolgen bevinden zich op de volgende gebieden: De hulpverlenersrelatie, hieronder valt ook het afstemmen en overleggen met de cliënt. Gecombineerde inzet van beeldbellen, de respondenten geven duidelijk aan dat beeldbellen geen vervanging kan zijn voor huisbezoeken. Afstand en omgeving, dit gebied heeft voordelen en nadelen. De afstand zorgt ervoor dat het gesprek effectiever is en sneller tot de kern komt. Een nadeel hierbij is onder andere dat de interactie met het gezin of de cliënt en diens omgeving gemist wordt. 12

14 2.2 Verpleegkundige theorieën In deze paragraaf worden theorieën besproken die in de praktijk in de GGZ worden toegepast (Meijering 2014; Clijssen e.a. 2008). Er is, na uitgebreide literatuursearch, gekozen voor de volgende theorieën. In literatuur is specifiek gezocht naar theorieën die gebruikt worden in de praktijk en die van toepassing zijn op de praktijk van de IPG en FACT teams. In de bijlagen is een uitwerking van de theorieën opgenomen. In de zoektocht in de literatuur is naar voren gekomen dat Sigmund Freud als een soort grootvader dient voor de verschillende theorieën die gebruikt worden in de GGZ. Deze verschillende theorieën zijn samengevoegd met nieuwe inzichten (Weerman 2010a). Het is geen verpleegkundige theorie, het heeft wel verpleegkundigen aan het denken gezet, waaronder Peplau en die heeft een theorie ontwikkeld. Volgens Freud zijn onverwerkte conflicten en afgeweerde driften uit de jeugd de oorzaak van psychisch lijden (Blankman & Nicasie 2000). De theorie van Freud gaat ervanuit dat de mens gedreven is door drie dingen: het id, ego en superego (Verheij 2011). De theorie van Erikson, de lijdenstheorie, is grotendeels gebaseerd op de theorie van Freud. Erikson heeft in zijn theorie een uitbreiding gegeven van de theorie van Freud. Binnen de theorie van Erikson is er ook meer aandacht voor de ontwikkeling bij volwassenen en ouderen, in tegenstelling tot Freud. De theorie richt zich op het niet goed afsluiten van ontwikkelingsfasen. De theorie dient voornamelijk als achtergrondinformatie voor de praktijk (Weerman 2010b). In de zoektocht is de theorie van Peplau structureel het meest naar voren gekomen. Het doel van de theorie van Hildegard Peplau is de kennis in de verpleegkundige zorgverlening binnen de GGZ vergroten (Peden 1998). Peplau is gefocust op de behoeften, gevoelens, problemen en ideeën van de cliënt. Hierbij is er interactie tussen de verpleegkundigen en cliënten en streven ze een gezamenlijk doel na (Gonzalo 2011). Shirley Smoyak theorie verscheen in 1975 in het boek: The Psychiatric Nurse as a Family Therapist De theorie van Smoyak is als een reactie of vervolg op de theorie van Peplau geschreven. Bij deze theorie gaat het vooral om de cliënt en de directe omgeving van de cliënt zoals de familie (Morsman 2006). Andries Baart positioneert presentie tegenover interventie binnen zijn presentietheorie. Andries Baart zegt dat de zorgverlener aanwezig moet zijn tijdens het behandelen van de cliënt. Hierbij richt de zorgverlener zich eerst meer op de relatie en daarna pas op de interventie (Slagter 2004). Als kanttekening van de theorie van Baart wordt gesteld dat het een softe aanpak voor de tijd is, waarin we leven. De theorie van Neuman blijkt volgens professionals, waar contact mee is opgenomen in de praktijk van de GGZ gebruikt te worden. Kenmerken van het verpleegkundige proces in de theorie van Neuman (Verberk 2006): De cliënt heeft een centrale plaats binnen het zorgproces. Principiële gelijkwaardigheid en wederzijdse beïnvloeding tussen de cliënt en hulpverlener is hierbij erg belangrijk. De cliënt wordt als partner betrokken en krijgt een belangrijke rol bij de planning en uitvoering van de zorg. 13

15 2.3 Verpleegkundige rollen De psychiatrie is pas sinds de twintigste eeuw een eigen specialisme geworden. De verpleging, dus ook de rollen van de verpleegkundige, is ook pas in de twintigste eeuw ontstaan in de psychiatrie (Blankman & Nicasie 2000) Rollen van GGZ-verpleegkundige Een van de kernkwaliteiten die een GGZ-verpleegkundige moet hebben volgens Clijssen (2008) is respect voor de cliënt hebben en aansluiten bij zijn omgeving. De taken van een GGZverpleegkundige zijn in te delen in grofweg vier gebieden: curatie, rehabilitatie, preventie en dienstverlening. Taken GGZ-verpleegkundige volgens het beroepscompetentieprofiel GGZ-verpleegkundige HBO (GGZ Nederland 2012) Taakgebied Cliëntgebonden Organisatiegebonden Professiegebonden Taken Opstellen, evalueren en bijstellen verpleegplan Beleid ontwikkelen Zich inzetten voor persoonlijke ontwikkeling Ondersteunen van de cliënt bij de Beleid implementeren persoonlijke basiszorg. Verpleegkundige handelingen Deskundigheidsbevordering Begeleiden van cliënten Operationeel leidinggeven Ondersteunen van de cliënt en zijn naasten Crisisinterventie Preventie toepassen Coördineren van het verpleegkundig proces. Gezondheidsvoorlichting geven aan cliënt en zijn naasten Rollen van de psychiatrisch verpleegkundige Volgens de nationale beroepengids (2014) heeft de verpleegkundige in de psychiatrie verschillende taken. Veel van deze taken zijn erop gericht een balans te vinden tussen het bieden van ondersteuning aan de cliënt en tegelijkertijd het stimuleren van de zelfstandigheid. Om deze taken zo goed mogelijk uit te voeren wordt hierbij ter ondersteuning een behandelplan opgesteld in overleg met de cliënt. De verpleegkundige moet tevens goed observeren wat de cliënt nodig heeft en zijn of haar gezondheidssituatie in het oog houden. Ook is de verpleegkundige een aanspreekpunt voor naasten van de cliënten. De kern van het psychiatrisch verplegen volgens Clijssen (2008): Taakgebied Preventie Genezing Vermaatschappelijking Bemoeizorg Taken Voorkomen van psychische stoornissen Vroege signalering Vroeg interventies toepassen ter voorkoming van verergering problematiek. Behandelen psychische stoornissen. Cliënten met psychische stoornissen helpen zo goed mogelijk deel te laten nemen aan de maatschappij. Cliënten die zelf niet om hulp vragen, toch ondersteunen of helpen. 14

16 3. Discussie In dit hoofdstuk wordt het doorlopen onderzoeksproces en diens aspecten besproken. 3.1 Proces Er is tijdens het zoeken van literatuur gebruik gemaakt van MeSH-termen om het gezochte onderwerp af te bakenen. Ook is er gebruik gemaakt van een jaartal-filter (niet ouder dan 10 jaar oud) om zo recent mogelijke literatuur te vinden. Door deze afbakening is er meer betrouwbare en toepasbare literatuur gevonden. Doordat de focusgroepgesprekken in dit onderzoek al gehouden waren in een vooronderzoek, had dit een aantal beperkingen. Er kon hierdoor niet doorgevraagd worden of vragen worden toegevoegd aan de topiclijsten. De beperking hiervan is dat de gesprekken minder gericht waren op de hoofdvraag van dit onderzoek. De focusgroepgesprekken hadden in eerste instantie niet exact hetzelfde doel als de schrijvers van dit onderzoek. Het zou van invloed kunnen zijn dat de studenten zelf niet aanwezig waren bij de focusgroepgesprekken. De non-verbale communicatie van de respondenten, is niet te herleiden in de audiobestanden. Dit is opgevangen door de twee onderzoekers die de focusgroepen gehouden hebben, mee te laten analyseren. Binnen dit onderzoek is ervoor gekozen om gebruik te maken van affinity diagramming. Na afloop van het onderzoek bleek dat dit een goede methode was om te gebruiken, omdat er erg veel informatie in de focusgroepen aanwezig was. Door middel van deze methode te gebruiken werd goed duidelijk welke informatie waardevol was voor het onderzoek (Gaffney 1999). Deze methode heeft bijgedragen aan het ordenen van de informatie. Bij affinity diagramming moet er op gelet worden dat er niet te lang geanalyseerd wordt, daarom is er een tijdslimiet gehanteerd (Courage 2005). De sessie heeft voor ordening gezorgd, maar bij volgende analyses zijn thema s alsnog veranderd. Na de sessie waar gebruik werd gemaakt van affinity diagramming, zijn de uitkomsten hiervan nog driemaal geanalyseerd en geordend. Hierdoor is er meer diepgang gevonden op een kleiner aantal thema s. 3.2 Inhoud Er zijn verschillende aspecten uit de focusgroepen naar voren gekomen die gevolgen op de zorgverlening kunnen aanduiden. Een aspect waar rekening mee gehouden is, is dat in focusgroep 3 het beeldbellen vaak vergeleken wordt met telefonisch contact. Het is hierdoor vaak onduidelijk of er over telefonisch contact of een huisbezoek gesproken wordt. Uit de focusgroepen is naar voren gekomen, dat het beeldbellen stopt wanneer de pilot afgerond is. Dit feit roept de volgende vraag bij de studenten op: Wat is de reden dat na de pilot het beeldbellen niet meer ingezet wordt? De respondenten kunnen ook niet goed benoemen wat de reden hiervoor is. Om de bevindingen aan de praktijk te kunnen koppelen, is er gezocht in de literatuur naar verpleegkundige theorieën die in de GGZ gebruikt worden. Ook zijn de rollen van de verpleegkundige in de GGZ uitgewerkt. De verpleegkundige rollen komen voort uit verpleegkundige theorieën, en zijn duidelijker over het verpleegkundige handelen. Deze verpleegkundige theorieën zouden in de praktijk gebruikt worden, echter is niet met zekerheid te zeggen dat de theorie ten grondslag ligt aan de manier van zorgverlening. Wel kan op basis van literatuur (Clijssen 2008) en contact met zorgprofessionals kan gezegd worden dat de uitgewerkte theorieën de meeste gebruikte theorieën binnen de GGZ zijn. 15

17 4. Conclusie In dit hoofdstuk wordt de volgende vraag beantwoordt: Welke gevolgen ondervinden zorgprofessionals en de zorg die zij leveren door het gebruik van beeldbellen in de GGZ en welke verbanden zijn er mogelijk te zien tussen deze gevolgen en de verpleegkundige theorieën binnen de GGZ? Er is weinig bekend over de gevolgen van beeldbellen op de zorgverlening van zorgprofessionals binnen de GGZ. Met dit onderzoek is beoogd duidelijkheid te verkrijgen over wat de gevolgen zijn van beeldbellen op de inhoud van zorgverlening in de GGZ. Daarbij is gezocht naar verbanden tussen de praktijk en verpleegkundige theorieën. In zowel de FACT en IPG focusgroepen komt naar voren, dat een basis van een hulpverlenersrelatie belangrijk is. Een gevolg hiervan is dat het in de contactopbouwfase bij bemoeizorg (taak GGZverpleegkundige ) niet mogelijk is om beeldbellen in te zetten. Ook volgens de theorie van Neuman is de relatie tussen cliënt en verpleegkundige belangrijk. Volgens de presentietheorie is het belangrijk eerst een band op te bouwen met de cliënt, en daarna pas te focussen op de interventie (Slagter 2004). Volgens de respondenten is een gevolg van het inzetten van beeldbellen, dat de omgeving en interactie met het gezin gemist. Hierdoor kan er, volgens hen, informatie gemist worden tijdens gesprekken. De theorie van Smoyak richt zich vooral op de omgeving en de familie van de cliënt. Volgens Smoyak is het belangrijk de omgeving en familie mee te nemen, omdat dit een completer beeld geeft van de cliënt en zijn problemen. De omgeving heeft invloed op de problemen (Morsman 2006). Dit laat zien hoe belangrijk het is dat deze informatie niet gemist wordt. In de focusgroepen komt ook naar voren dat het beeldbellen gecombineerd ingezet moet worden. Een van de taken van een GGZ-verpleegkundige is het coördineren van het zorgproces (GGZ Nederland 2012). Het blijkt uit de focusgroepen dat beeldbellen sneller, effectiever en meer to the point is. Dit zou bij kunnen dragen aan het coördineren van het zorgproces. Het vergt een andere indeling en planning van zorg wanneer beeldbellen gebruikt wordt. Dit komt bijvoorbeeld door de invloed van beeldbellen op de tijdsduur van gesprekken. Hier kan rekening mee gehouden worden, wanneer het beleid wordt geïmplementeerd. Het beleid implementeren behoort tot de taakgebieden van de GGZ-verpleegkundige (GGZ Nederland 2012). Hiermee kan gesteld worden dat het de verantwoordelijk van de verpleegkundige is, om de voor- en nadelen af te wegen van het beeldbellen. Uit de focusgroepen blijkt dat de respondenten het belangrijk vinden, dat bij het inzetten van beeldbellen goed overlegd wordt met de cliënt. Ook moet er afgestemd worden op wat de cliënt verwacht van de zorg. Een kerntaak van de GGZ-verpleegkundige is respect voor de cliënt hebben en aansluiten bij zijn omgeving (Clijssen 2008). De theorie van Hildegard Peplau geeft duidelijk aan dat het van belang is dat er interactie is tussen de verpleegkundigen en de cliënten en dat er gezamenlijk een doel wordt nagestreefd (Gonzalo 2011). Ook Neuman ziet de cliënt op de centrale plaats binnen het zorgproces en heeft dus ook invloed op het zorgproces (Verberk 2006). In het kort een antwoord op de hoofdvraag: Uit de genoemde gevolgen is gebleken dat er zowel positieve als negatieve gevolgen zijn op de zorgverlening. Rekening houdend met al deze gevolgen, betekent het niet dat het beeldbellen niet ingezet kan worden. 16

18 5. Aanbevelingen In het volgende hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de aanbevelingen die voortkomen uit het onderzoek. Deze aanbevelingen zijn op basis van de literatuur en de informatie uit de focusgroepen. De respondenten geven aan, dat ze een leidraad willen voor hoe beeldbellen in te zetten. Hierbij wordt het aanbevolen om duidelijkheid te verschaffen over de taken en rollen van de verpleegkundige, wanneer die gebruik maakt van beeldbellen. Uit de focusgroepgesprekken blijkt dat er nog niet veel ervaringsdeskundigen zijn op het gebied van beeldbellen. Mede daarom wordt aanbevolen, voornamelijk aan zorginstellingen, om behandelingen met beeldbellen uit te proberen. Uit de focusgroepen blijkt dat het beeldbellen stopt wanneer de pilot afgerond is. Meer onderzoek hiernaar is wenselijk, omdat het meer informatie kan geven over de blokkades om het te blijven toepassen in de praktijk. In het algemeen, wordt er op basis van dit onderzoek aanbevolen meer onderzoek te doen naar de gevolgen van beeldbellen op de zorgverlening. Dit onderzoek kan gezien worden als een opstap naar vervolgonderzoek, de gevolgen zijn namelijk nog niet geheel grijpbaar. Uiteindelijk kunnen de gevonden ervaringen van de respondenten en de literatuur gebruikt worden om informatie te verstrekken over de invloed van beeldbellen, bijvoorbeeld in workshops. Ook kan het geïntegreerd worden in zorgopleidingen. 17

19 6. Literatuur Baarda, B. (2009), Dit is onderzoek: Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek, Noordhoff uitgevers, Groningen. Basavanthappa, B.T. (2007), Nursing Theories. Jaypee Brothers Medical Publishers, New Delhi, bl.228. Blankman, H. en E. Nicasie (2000), Verplegen van zorgvragers met een psychiatrische ziekte, kwalificatieniveau 4-5. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. Boeije H., H. t Hart en J. Hox (2006a), Onderzoeksmethoden, Boom Onderwijs, Hoofddorp, bl. 75. Boeije H., H. t Hart en J. Hox (2006b), Onderzoeksmethoden, Boom Onderwijs, Hoofddorp, bl Clijsen, M., W. Garenfeld, G. Kuipers, E. van Loenen en M. van Piere (2008), Psychiatrie voor verpleegkundigen, Reed Business, Amsterdam, bl. 67. Clijsen, M., W. Garenfeld, G. Kuipers, E. van Loenen en M. van Piere (2008), Psychiatrie voor verpleegkundigen, Reed Business, Amsterdam, Pag. Inleiding Courage, C., K. Baxter (2005), A pratical guide to user requirements: Methods, Tools & Techniques. Elsevier, San Francisco, bl Dassen, Th.W.N. en F.M. Keuning (2002), Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties: Een handleiding voor studenten hbo en wo-gezondheidszorg, geneeskunde en gezondheidswetenschappen. HBuitgevers, Baarn, bl Dimence (2014), FACT, (webpagina). URL: Laatst gezien: 3 december 2014 Functie Waardering Gezondheidszorg (2014), E-health bij Altrecht, FWG.nl Utrecht (webpagina). URL: Laatst gezien: 1 oktober 2014 Gaffney, G. (1999), What is affinity diagramming? Information & Design. Garcia-Lizana, F., I. Munoz-Mayorga (2009), What about Telepsychiatry? A Systematic Review. Physicians Postgraduate Press, Spanje. URL: Geraadpleegd via: PubMed Laatst gezien: GGZ Nederland (2013), E-Health, (webpagina). URL: Laatst gezien: 16 september 2014 GGZ Nederland(2012), Het beroepscompetentieprofiel GGZ-Verpleegkundige HBO. GGZ Nederland: brancheorganisatie voor geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg, Amersfoort. URL: Laatst gezien: Gonzalo A., (2011), Theoretical Foundations of Nursing, Hildegard E. Peplau (webpagina). Laatst gezien: 19 november 2014 Janssen, R., H. Prins, A. van Hout, J. Nauta, M. Hettinga, L. van der Krieke, S. Sytema (2014), Videoconferencing in Mental Health Care: Professional Dilemmas in a Changing Health Care Practice, Windesheim University of Applied Sciences, Zwolle & University of Groningen, Groningen. Karakter (2014), IPG Intensieve Psychiatische Gezinsbehandeling, (webpagina). URL: Laatst gezien: 3 december

20 Migchelbrink, F. (2013), Handboek praktijkgericht onderzoek: Zorg, welzijn, wonen en werken, Uitgeverij SWP, Amsterdam, bl. 60. Morsman, M. (2006), Een weekje op pad met circus Smoyak. VENVN, Utrecht. URL: Laatst gezien: 8 december 2014 Nationale beroepengids (2014), Psychiatrisch verpleegkundige. Ravel Recruitment. URL: Laatst gezien: 7 december 2014 NPCF (2008), Digitale zorg: Ehealth (webpagina). URL: Laatste gezien: 1 oktober 2014 NSM Platform (2010), Kunnen alle levensgebieden van de cliënt onderverdeeld worden in de 5 variabelen? URL: Laatst gezien: Peden A.R.(1998), De evolution of an intervention- the use of Peplau s process of practice-based theory development, in: Journal of psychiatric and mental health Nursing, nr5, Blackwell Science, Lexington, bl Pyzdek, T. (2003), Quality Engineering Handbook Second Edition, Marcel Dekker Inc., New York, bl. 376 Royen, van P. en L. Peremans (2007), Kwalitatief onderzoek: Exploreren met focusgroep gesprekken: de stem van de groep onder de loep, Bohn Stafleu van Loghum, Houten. Schuurmans, M., J. Lambregts, Projectgroep V&V 2020 en A. Grotendorst (2012),Beroepsprofiel Verpleegkundige: Verpleegkundigen & Verzorgenden 2020 Deel 3. V&V. Scupin, R. (1997), The KJ Method in: Journal Human Organization, Volume 56, Nummer 2, Society for Applied Anthropology, bl. 233 t/m 237. Slagter, M., F. Meijering, I. Jacobs-Moonen, R. Landeweerd, O. Meyer (2004), De gepassioneerde professional. Koninklijke Van Gorcum, Assen, bl. 88, 89. Timmer, S. (2011), E-Health in de praktijk, De zorg gaat online, Bohn Stafleu van Loghum, Houten, bl. 13 & 14. Trimbos Instituut (2014), E-mental health, (webpagina) URL: Laatst gezien: 17 september 2014 Ulrich, K. (2003), KJ Diagrams, University of Pennsylvania, Philadelphia, bl. 3. Verberk, F. en M. de Kuiper (2006), Verpleegkunde volgens het Neuman Systems Model.. Van Gorcum, Assen, bl , 154 Verheij, F., (2011), Integratieve kinder- en jeugdpsychotherapie, Uitgeverij Van Gorcum, Assen, bl. 30 t/m 37. Vermeend, W. (2012), De wereld van het internet, Einstein Books, Den Haag. Wampold, B (2012), The Therapeutic Relationship in E-Therapy for Mental Health: A Systematic Review, bl. 1 Weerman, A. (2010a), Zes psychologische stromingen en één cliënt, Uitgeverij Nelissen, Soest, bl. 49. Weerman, A. (2010b), Zes psychologische stromingen en één cliënt, Uitgeverij Nelissen, Soest, bl. 60. Weger, de E., D. Macinnes, J. Enser, S.J. Francis en F.W. Jones (2013), Implementing video conferencing in mental health practice, Journal of Psychiatric an Mental Health Nursing, Blackwell Publishing Kent, United Kingdom, bl. 448 t/m 458. Wester, F.(2009), Analyse van kwalitatief onderzoeksmateriaal. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. URL: Geraadpleegd via: Henw.org Laatst gezien:

21 Zee, F. van der (2010a), Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde, BMOOO, Groningen, bl. 230 & 231 Zee, F. van der (2010b), Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde, BMOOO, Groningen, bl

22 Bijlagen 21

23 Bijlage 1: Beoordelingsformulier Beoordelingsformulier Onderzoeksverslag (minor POZ) Naam studenten : Susanne Meyer & Trudy Vinke Studentnummers : S & S Opleidingsvariant : Voltijd Studieloopbaanbegeleider : Annette de Boer & Carolien van Leussen Beoordelingsniveau : Bachelor Titel onderzoeksverslag : Beeldbellen in de verpleegkundige praktijk binnen de GGZ Voorwaarden*: Voldaan Niet voldaan Documentnaam is: Studentnummer VoornaamAchternaamstudent Ozverslag versienummer en datum Nederlandse samenvatting; woorden Van inleiding tot en tot met aanbevelingen woorden (zonder eventuele bijlage) Het onderzoeksverslag is in correct Nederlands geschreven, d.w.z. doet recht aan de regels van interpunctie en spelling (max 3 spellingsfouten per pagina). *: Bij 1 of meer niet voldaan wordt het onderzoeksverslag niet beoordeeld met een cijfer. De student ontvangt dan alleen schriftelijke feedback van de beoordelaar. EINDCIJFER: Motivering: (verplicht invullen) Beoordelaar: Naam docent Datum Handtekening 1 e beoordelaar 2 e beoordelaar Beoordeling onderzoeksverslag Bepaal per onderdeel het aantal toe te kennen punten dat het beste past bij het bereikte eindniveau van de student. Licht dit toe op het formulier bij de motivering. Bepaal eindbeoordeling als volgt (cesuur): Som toegekende punten / 10 geeft eindscore met 1 decimaal (afgerond naar boven) Indien eindcijfer > 5,5 dan is de toets Onderzoeksverslag behaald. Maximaal aantal toe te kennen punten per onderdeel: Onderdeel Max. aantal punten Samenvatting 5 Inleiding 10 Methoden 20 Resultaten 25 Discussie en conclusie 25 Aanbevelingen 10 Vormeisen 5 Totaal Max

24 Criteria t.b.v. de beoordeling van het onderzoeksverslag Samenvatting (max. 5 punten) De samenvatting bevat de probleem en doelstelling en eventuele hypothese(n). De samenvatting beschrijft bondig de methode (aanpak) van het onderzoek. De samenvatting geeft een opsomming van de belangrijkste resultaten van het onderzoek. Punten V De samenvatting bevat een conclusie, waarin antwoord wordt gegeven op de onderzoeksvraag en eventuele hypothese(n). De samenvatting bevat een korte discussie, waarin onderzoeksmethode en onderzoeksresultaten worden geëvalueerd. De samenvatting bevat kernachtig beschreven aanbevelingen, waaronder suggesties voor vervolgonderzoek. Inleiding (max. 10 punten) In de inleiding is de aanleiding voor het onderzoek beschreven. In de inleiding is de context van het onderzoek beschreven. De keuze voor het onderwerp van het onderzoek is gemotiveerd op basis van maatschappelijke relevantie. De student beschrijft in het theoretisch kader hoe het eigen onderzoek aansluit bij wat reeds met betrekking tot het onderzoeksonderwerp onderzocht is en wat het vernieuwende karakter van het eigen onderzoek is. De afbakening van het onderzoeksonderwerp is verantwoord aan de hand van de resultaten van het vooronderzoek (literatuuronderzoek, oriënterende gesprekken in de praktijk). De verpleegkundige relevantie (op hbo niveau) van het onderzoek is onderbouwd. De inleiding bevat een duidelijke, kernachtig geformuleerde probleem en doelstelling, welke onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Relevante begrippen zijn geoperationaliseerd c.q. gedefinieerd. Punten Methoden (maximaal 20 punten) De keuze van het onderzoeksdesign (kwantitatief/kwalitatief of mixed methods design en dataverzamelingsmethode) is onderbouwd vanuit zowel theoretisch als praktisch oogpunt (tijd, geld, beschikbaarheid). Het onderzoeksmodel geeft de factoren weer die een rol spelen bij de probleemstelling en diens (verwachte) relaties onderling (indien van toepassing). De onderzoekspopulatie, eventuele steekproef en wijze van steekproeftrekking zijn onderbouwd beschreven. Er is een beschrijving van de populatie op achtergrondkenmerken gegeven. De dataverzamelingsmethode(n) is/zijn passend bij de probleemstelling, doelstelling en eventuele deelvragen. Er wordt een bondige beschrijving gegeven van de wijze waarop relevante termen in het onderzoek zijn geoperationaliseerd naar meetbare begrippen. Er wordt onderbouwd op welke wijze het meetinstrument voor dataverzameling ontworpen of geselecteerd werd. Er wordt onderbouwd op welke wijze men respons heeft willen bevorderen. Er wordt onderbouwd op welke wijze men de betrouwbaarheid en validiteit heeft willen vergroten. Er wordt onderbouwd op welke wijze er rekening werd gehouden met juridische en/of ethische aspecten van het onderzoek. De analyseprocedure van verzamelde gegevens in het onderzoek wordt onderbouwd en correct beschreven. De wijze van data-analyse is passend bij de gekozen dataverzamelingsmethode(n). 23

W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g agenda 1. terugblik op het projectvoorstel 2. fase 1 in detail: activiteiten en afspraken 3. samenstelling stuurgroep en project mgt team 1. terugblik op het projectvoorstel het voorstel in vogelvlucht

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier:

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier: Bijlage bij Andriessen, D. en Van der Marel, I. (2015) Beoordelingsmodel voor eindwerkstukken voor een Faculteit Economie & Manage-ment in het hbo. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, Jaargang 33, Nr. 2,

Nadere informatie

ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte

ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte De ontwikkeling van de ehealth-koffer Naam : Seline Kok en Marijke Kuipers School : Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding : HBO-Verpleegkunde voltijd

Nadere informatie

Het werkplan. algemene gegevens. gekozen onderwerp

Het werkplan. algemene gegevens. gekozen onderwerp Het werkplan algemene gegevens Naam: Manon Oonk Klas: Vr3C gekozen onderwerp Korte beschrijving van het gekozen onderwerp: Mijn opdracht is om de herfstkinderen in de kleutergroep extra uitdaging te bieden

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9 Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4 De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: 216-21 Jaar: Afstudeerfase Onderdeel: Meesterproefgesprek Rol van zorgverlener, regisseur,

Nadere informatie

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties Deel ; Conclusie Als je klaar bent met het analyseren van de onderzoeksresultaten, kun je beginnen met het opstellen van de conclusie(s), de eventuele discussie en het eventuele advies. In dit deel ga

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Beoordelingsformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek

Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek Hogeschool van Amsterdam Naam: Lauri Linn Konter Studentnr: 500642432 Klas: Lv12-2E2 Jaar: 2012-2013 Docent: M. Hoekstra Inhoudsopgave Inleiding Blz: 3 Verpleegprobleem

Nadere informatie

Platform Mantelzorg Amsterdam

Platform Mantelzorg Amsterdam Reactie van het Platform Mantelzorg Amsterdam op het conceptrapport Naar een continuüm van respijtzorg in 2015 RIGO Research en Advies 8 maart 2013 Reactie van het Platform Mantelzorg Amsterdam op de concept

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers

Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers Opdrachtgever: Naam studenten: Wil Peters Saleha Mughal & Marloes Boers Studentnummers: 500694382 & 500683615 Plaats: Amsterdam Datum: 13 juni 2017 Opleiding: Naam

Nadere informatie

PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen

PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen Door Annelies Verkest Verpleegkundig specialist Kliniek Sint-Jozef Pittem Inhoud van de presentatie 1. Totstandkoming 2.

Nadere informatie

Introductie Methoden Bevindingen

Introductie Methoden Bevindingen 2 Introductie De introductie van e-health in de gezondheidszorg neemt een vlucht, maar de baten worden onvoldoende benut. In de politieke en maatschappelijke discussie over de houdbaarheid van de gezondheidszorg

Nadere informatie

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012)

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) In de periode 2008-2012 heeft het Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08 Scriptiegroep Bijeenkomst 08 Inhoudselementen van een scriptie Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Bronnenonderzoek Afstudeerproject Conclusie Samenvatting Literatuurlijst Bijlagen Inhoudsopgave Routekaart

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Methodiek Actieonderzoek

Methodiek Actieonderzoek Methodiek Actieonderzoek C O M M U N I T Y D E V E L O P M E N T College 4 17 september 2012 Docent: Elly Hellings Leerdoel college 4 Leerdoel: meer kennis over de verschillende methodieken van actieonderzoek

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Joost den Hollander Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred paulis Datum: 9-0-05 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

CANMEDS EN VERPLEEGKUNDIGE TAKEN ZORGROBOTICA VOLGENS HET BEROEPSPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE

CANMEDS EN VERPLEEGKUNDIGE TAKEN ZORGROBOTICA VOLGENS HET BEROEPSPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE CANMEDS EN VERPLEEGKUNDIGE TAKEN ZORGROBOTICA VOLGENS HET BEROEPSPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE 2020 www.zorgvoorbeter.nl CANMEDS EN VERPLEEGKUNDIGE TAKEN ZORGROBOTICA Zorgopleidingen kunnen dit overzicht gebruiken

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

Methodologie & Profielwerkstukken

Methodologie & Profielwerkstukken Methodologie & Profielwerkstukken Erik Heijmans, WUR Arjen Nawijn, STOAS Sander Poort, CLV September 2014 Christelijk Lyceum Veenendaal, 2014 1. Onderzoeksprojecten soorten en doelen Twee soorten onderzoeksprojecten:

Nadere informatie

ONDERZOEK DOEN. HENK LINDEMAN h.lindeman@aps.nl. Naam Datum

ONDERZOEK DOEN. HENK LINDEMAN h.lindeman@aps.nl. Naam Datum ONDERZOEK DOEN HENK LINDEMAN h.lindeman@aps.nl Naam Datum Onderzoeksvragen; uw keuze voor deze workshop Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen onderzoek doen en gedocumenteerd schrijven? Welke

Nadere informatie

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent Bachelor Opleiding Sociale Geografie & Planologie Beoordelingsprotocollen Wetenschappelijk Rapporteren en Presenteren, Groepsonderzoekproject & Bachelorproject De Beoordelingsprotocollen van Wetenschappelijk

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 Inhoud: Inleiding 2 Tijdsplanning 3 Logboek 4 Voorbeeld logboek 5 Verslag 6 Bronvermelding 7 Weging/ eindcijfer 8 pws-informatieboekje

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback Aanleiding De lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen werkt mee aan het SURF-project Nonsatis scire. In het kader van dit project wordt een pilot

Nadere informatie

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Navolgbaarheid bij kwalitatief onderzoek: consistentie van vraagstelling tot eindrapportaged van de Ven Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Piet Verschuren en Hans Doorewaard (2015)

Nadere informatie

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Docent: Marcel Gelsing Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Ga naar: www.gelsing.info Kies voor de map Eindopdrachten Download: Integrale eindopdracht Fase 1.pdf Les 1: fase 1 en 2

Nadere informatie

Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd

Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd Door Alie Weerman In de film komen vier mensen aan het woord die hersteld zijn van hun verslaving. Vanwege de variatie aan achtergrond,

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

Beeldbellen in de GGZ

Beeldbellen in de GGZ Beeldbellen in de GGZ Wat kan beeldbellen voor je patiënt en voor jou betekenen? Wat verandert er als jullie gaan beeldbellen, en wat betekent dat voor de zorg die je biedt? Samen met ervaren beeldbellers

Nadere informatie

Ouderenmisleiding en financiële uitbuiting deelstudie 2 ANDY MINDERHOUD, SASKIA VARGAS GONZALES, ANNE BENT

Ouderenmisleiding en financiële uitbuiting deelstudie 2 ANDY MINDERHOUD, SASKIA VARGAS GONZALES, ANNE BENT Ouderenmisleiding en financiële uitbuiting deelstudie 2 ANDY MINDERHOUD, SASKIA VARGAS GONZALES, ANNE BENT Theoretische kader Binnen de jeugdhulpverlening wordt gebruik gemaakt van familienetwerkberaden

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Werkplan SOT

Werkplan SOT Werkplan SOT 2011-2012 algemene gegevens Naam: Klas: Dianne te Walvaart en Dennis Wesselink VR3A gekozen onderwerp Korte beschrijving van het gekozen onderwerp: Probleemstelling: Praktische relevantie:

Nadere informatie

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Zorgleefplan, ondersteuningsplan en begeleidingsplan Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken

Nadere informatie

Leren van en met elkaar

Leren van en met elkaar Leren van en met elkaar Leer- en Innovatie- Netwerk (LIN) Een Leer- en InnovatieNetwerk (LIN) is een intensieve samenwerking tussen een zorginstelling en het onderwijs. Studenten, verpleegkundigen en verzorgenden

Nadere informatie

Woord vooraf 2 e druk

Woord vooraf 2 e druk V Woord vooraf 2 e druk Verpleegkundig, zorgkundig en verzorgend Je zult merken dat in dit boek vaak het woord verpleegkundig gebruikt wordt. Dat is niet omdat verpleegkundig werk belangrijker zou zijn

Nadere informatie

Bijlage cursusomschrijvingen. Management in Zorg deeltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. Management in Zorg deeltijd Bijlage cursusomschrijvingen Management in Zorg deeltijd 2016-2017 Titel Startopdracht 1 Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar 2016-2017 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode GZO-1.D-STRT1-14 1.2

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Voorbeelden 16 1.2.1 Leiden problemen in welbevinden tot voortijdig schoolverlaten? 16 1.2.2 Beter

Nadere informatie

BIJLAGE 1: BEOORDELINGSFORMULIER PLAN VAN AANPAK

BIJLAGE 1: BEOORDELINGSFORMULIER PLAN VAN AANPAK BIJLAGE 1: BEOORDELINGSFORMULIER PLAN VAN AANPAK Naam student:,,niki Luiks, Naam begeleider: Datum eindbeoordeling: voldoende (cijfer 7) Handtekening:.. Cesuur: Het plan van aanpak dient met een voldoende

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Amber Van Geit Opleiding:

Nadere informatie

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19 Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18 In de startblokken 19 STAP 1 Van interesse tot brainstormen over het onderwerp 29 Beschrijvende

Nadere informatie

Organiseren van zorg Niveau 3

Organiseren van zorg Niveau 3 Antwoorden stellingen Organiseren van zorg Niveau 3 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Het zorgproces 1. De holistische mensvisie gaat uit van de hele mens. Lichamelijke, psychische en sociale aspecten

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

Spaanse verpleegkundigen in Nederland.

Spaanse verpleegkundigen in Nederland. Spaanse verpleegkundigen in Nederland. Een casestudy naar de integratie van twaalf verpleegkundigen bij zorginstelling Archipel Zorggroep. Onderzoeksrapportage Naam: Arjen Klinkert Datum: 28-6-2013 Studentnummer:

Nadere informatie

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar:

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar: Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Plaats en datum: Begeleider: Beoordelaar: Amsterdam, mei 15 Inhoud INHOUD... 2 VOORWOORD... 3 1. INLEIDING... 4 PROBLEEMSTELLING... 4 ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

Samenvatting De vergoeding van psychodiagnostisch medewerkers in de geestelijke gezondheidszorg

Samenvatting De vergoeding van psychodiagnostisch medewerkers in de geestelijke gezondheidszorg Samenvatting De vergoeding van psychodiagnostisch medewerkers in de geestelijke gezondheidszorg Student-onderzoeker: Onderwijsinstituut: Opleiding: Opdrachtgever: Elske Dieuwke de Ruiter Universiteit Maastricht,

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

Werkplan SOT algemene gegevens. Nikki Spaargaren. Met wie maak je het eerste. deel van het vooronderzoek?

Werkplan SOT algemene gegevens. Nikki Spaargaren. Met wie maak je het eerste. deel van het vooronderzoek? Werkplan SOT 2013-2014 algemene gegevens Naam: Klas: Met wie maak je het eerste Nikki Spaargaren VR3C X deel van het vooronderzoek? gekozen onderwerp Korte beschrijving van het gekozen onderwerp: Kanjertraining.

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Multiprobleemgezinnen: een onderdeel van de (participatie)samenleving?!

Multiprobleemgezinnen: een onderdeel van de (participatie)samenleving?! Multiprobleemgezinnen: een onderdeel van de (participatie)samenleving?! Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Afdeling Gezondheidswetenschappen Els Evenboer, Danielle Jansen, Menno Reijneveld Inhoud

Nadere informatie

Studiehandleiding Onderzoeksmethoden

Studiehandleiding Onderzoeksmethoden Studiehandleiding Onderzoeksmethoden Modulenaam: Onderzoeksmethoden Afdeling: Pedagogiek Studiejaar: 1 Semester: 1 Ects: 5 Docenten: Mieke de Waal (vt), Peter Karstanje (dt), Hans Steenvoorden (vkrt) Datum:

Nadere informatie

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews. Onderzoek nazorg afdeling gynaecologie UMCG (samenvatting) Jacelyn de Boer, Anniek Dik & Karin Knol Studenten HBO-Verpleegkunde aan de Hanze Hogeschool Groningen Jaar 2011/2012 Resultaten Literatuuronderzoek

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 23 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe komt het dat sommige mensen aardiger zijn dan anderen?

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

Adoptie en Fidelity van het Familienetwerkberaad. Prof. dr. Olaf Timmermans

Adoptie en Fidelity van het Familienetwerkberaad. Prof. dr. Olaf Timmermans Adoptie en Fidelity van het Familienetwerkberaad Prof. dr. Olaf Timmermans Introductie Behoefte bij professionals in de jeugdbescherming aan consistente en geïntegreerde manier van toepassen methodische

Nadere informatie

Project Kwantitatief onderzoek Module 12 HDT H830-11

Project Kwantitatief onderzoek Module 12 HDT H830-11 Project Kwantitatief onderzoek Module 12 HDT H830-11 Onderzoeksplan Bernice Havermans 10016112 b.l.havermans@gmail.com Esmee Kramer 10012478 esmeeschiedam@hotmail.com Birgit Nieuwenburg 09035168 birgit-nieuwenburg@hotmail.com

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Plannen van zorg Niveau 4

Plannen van zorg Niveau 4 Antwoorden stellingen Plannen van zorg Niveau 4 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Wanneer wordt verpleegkundige zorg gegeven? 1. In de jaren zestig was professionele zorg erg duur, daarom werd

Nadere informatie

Plan van aanpak Coaching 1

Plan van aanpak Coaching 1 Plan van aanpak Coaching 1 Opdrachtgever: ROC Leiden Ter Haarkade 6a Docent-Mentor ROC Leiden M. Wesseling (m.wesseling@rocleiden.nl) 06-83014442 Opdracht: Het begeleiden/coachen van een eerstejaars student

Nadere informatie

Handleiding bij Beter beginnen

Handleiding bij Beter beginnen Handleiding bij Beter beginnen Handleiding bij Beter beginnen Trudy Mooren en Maartje Schoorl Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle

Nadere informatie

Ontwerpgericht onderzoek in het HBO: onderzoeken door te adviseren

Ontwerpgericht onderzoek in het HBO: onderzoeken door te adviseren Management, finance en recht Ontwerpgericht onderzoek in het HBO: onderzoeken door te adviseren KWALON Conferentie Kwalitatief onderzoek in het hoger onderwijs: lessen leren van elkaar 13 december 2012

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is. Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een is. Plan van aanpak 1.aanleiding (10 punten) Er is geen duidelijk omschreven aanleiding

Nadere informatie

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Werkplan vakverdieping kunstvakken Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Jaarlijks doen vele jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking In Nederland een beroep op de hulpverlening. Een aanmerkelijk aantal van hen krijgt deze hulp van een LVG-instituut.

Nadere informatie

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands Taal op koers 29 oktober 2014 Cindy Poortman en Kim Schildkamp Uitdagingen in de onderwijspraktijk Voortijdige schooluitval Gebrek aan praktische

Nadere informatie

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 Opdrachtformulier Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Juridische notitie. Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek. Mr. S.J.C. Höfte. Uitwerking

Juridische notitie. Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek. Mr. S.J.C. Höfte. Uitwerking Juridische notitie Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek Mr. S.J.C. Höfte Het lectoraat Residentiële Jeugdzorg doet onderzoek naar het leef- leer- en werkklimaat in residentiële (jeugd)inrichtingen.

Nadere informatie

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent?

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent? Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent? In periode 2 heb je een onderzoeksplan geschreven voor een praktijkonderzoek tijdens je stage. Je hebt inmiddels

Nadere informatie

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24

Nadere informatie

Hulpmiddel verwijderen en schorsen de volgende keer anders

Hulpmiddel verwijderen en schorsen de volgende keer anders Hulpmiddel verwijderen en schorsen de volgende keer anders Er zijn van die situaties, waarin een verwijdering of schorsing van een leerling in beeld komt. Vaak een noodmaatregel, omdat het conflict dan

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel Voorbeelden van Taakherschikking in de Zorg

Onderzoeksvoorstel Voorbeelden van Taakherschikking in de Zorg Onderzoeksvoorstel Voorbeelden van Taakherschikking in de Zorg De Verpleegkundig Specialist: De invloed op zorgpraktijken, kwaliteit en kosten van zorg in Nederland Iris Wallenburg, Antoinette de Bont,

Nadere informatie

Beleidsaanbevelingen

Beleidsaanbevelingen Beleidsaanbevelingen Naar aanleiding van het praktijkonderzoek Morele thema s waar mantelzorgers mee te maken krijgen bij de zorg voor hun partner met hersenletsel in de thuissituatie Linn Cent 1527992

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b PVA Jaar 2 Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b Inhoudsopgave blz. Voorblad - Inhoudsopgave 2 Plan van aanpak tweede jaar 3-4 Bijlage 1: Algemene domeincompetenties 5-6 (wat heb ik geleerd) Bijlage 2: Belangrijkste

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie