Onteigening in de gemeenten Rijnwoude en Leiderdorp

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onteigening in de gemeenten Rijnwoude en Leiderdorp"

Transcriptie

1 VW Onteigening in de gemeenten Rijnwoude en Leiderdorp Aanleg Hogesnelheidslijn-Zuid Besluit van 1 maart 2000, nr houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Beschikken bij dit besluit op het verzoek van NS Railinfrabeheer B.V. van 21 juli 1999, nr. GJZ/HSLZ/ / , tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ingevolge artikel 72a van de onteigeningswet ten behoeve van de aanleg van de Hogesnelheidslijn-Zuid tussen Amsterdam en de Belgische grens nabij Hazeldonk, het tracégedeelte vanaf de Oostkade bij werkkilometer ± tot nabij de Van Klaverweijdeweg in de Bospolder bij werkkilometer , met bijkomende werken, in de gemeenten Rijnwoude en Leiderdorp. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat heeft de beslissing op het verzoek voorgedragen bij brief van 3 februari 2000, nr. HKW/R 2000/3555, Hoofdkantoor van de Waterstaat, Stafdienst Bestuurlijk Juridische Zaken. Overeenkomstig artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht hebben de in artikel 63 van de onteigeningswet genoemde stukken in de periode van 17 augustus 1999 tot 14 september 1999 op de secretarie van de gemeenten Rijnwoude en Leiderdorp ter inzage gelegen. Voorafgaand daaraan is de terinzagelegging overeenkomstig artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht aangekondigd in de Staatscourant van 12 augustus 1999, nr. 153, in de Zuid-Holland Post van 11 augustus 1999, in de Rijnwoude Koerier van 10 augustus 1999, in het Leiderdorps Weekblad van 11 augustus 1999 en in het Leidsch Dagblad van 12 augustus Belanghebbenden zijn hierbij uitgenodigd voor een hoorzitting in de gemeente Rijnwoude op 14 september In genoemde kennisgevingen zijn belanghebbenden voorts op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot het naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren brengen van zienswijzen. De volgende belanghebbenden hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. 1. mr. B.A. Wille, namens de heer J.C. de Vlieger, eigenaar van de onroerende zaken met de grondplannummers 1380, 1381, 5478, 5483, 5488 en mr. N.S.J. Koeman, namens Nieuw Werklust Holding B.V., eigenaresse van de onroerende zaken met de grondplannummers 1314, 1315 en De heer S. Levelt, namens de erven Verbeij, eigenaren van de onroerende zaken met de grondplannummers 1247, 1250, 1253, 5367, 5377, 5379 en De heer W. Verhoeven, namens de heer K.F.J.J. van der Valk, eigenaar van de onroerende zaken met de grondplannummers 1379, 5474, 5475, 5476, 5481, 5487 en De heer C.G. Bellaar, namens de heer C.Th.M. van Wieringen, eigenaar van de onroerende zaken met de grondplannummers 1375, 1376, 1377, 1378, 5468, 5470, 5479 en mr. H.J. Suyver, namens J.M. de Wit Groenvoorziening B.V., eigenaresse van de onroerende zaak met het grondplannummer ir. M. de Koe, namens de heer L. Noordam, eigenaar van de onroerende zaak met de grondplannummers 1251 en mr. J.H. Beek, namens de heer W.P.M. Heemskerk, eigenaar van de onroerende zaak met het grondplannummer De heer G. Verdouw, namens de heer H. de Wit, eigenaar van de onroerende zaak met het grondplannummer ing. J.L. van Elfrinkhof, namens de heer L. Lieverse en mevrouw G.M. Lieverse-Olsthoorn, eigenaren van de onroerende zaak met de grondplannummers 1384, 5491 en ing. J.L. van Elfrinkhof, namens de heer H. Oppelaar, eigenaar van de onroerende zaken met de grondplannummers 1248, 1249, 5368, 5369, 5374, 5375 en mr. W.P. Keulers, namens de heer J.A.M. Verkleij, eigenaar van de onroerende zaak met het grondplannummer mr. W.P. Keulers, namens de heren L. Noordam en N.A. Noordam, (economisch) eigenaar van de onroerende zaken met de grondplannummers 1244, 1245, 5366, 5367, 5370 en mr. W.P. Keulers, namens de heren A.L. de Jong en M.N.A. de Jong, eigenaar respectievelijk medegebruiker van de onroerende zaken met de grondplannummers 1279 en mr. W.P. Keulers, namens de heer J.J. de Graaf, eigenaar van de onroerende zaken met de grondplannummers 1358, 1359, 1360, 1361 en mr. W.P. Keulers, namens de heer H. de Graaf, eigenaar van de onroerende zaken met de grondplannummers 1364, 1366, 1368, 1373, 5432, 5434, 5442, 5464 en mr. W.P. Keulers, namens de heren Th.A. Verkleij en H.J.C. Verkleij, eigenaren van de onroerende zaak met de grondplannummers 1286 en ir. F.G.W. Groot Nibbelink, namens de N.V. Nederlandse Gasunie, eigenaresse van de onroerende zaken met de grondplannummers 1289, 1377, 1378, 5479, 5481 en De heer A. Roest en mevrouw N.A.M. Rigter, namens de gemeente Leiderdorp, eigenaresse van de onroerende zaken met de grondplannummers 1322, 1341, 5411, 5420, 5421, 5422, 5423, 5424, 5425, 5426, 5427, 5428, 5429, 5431, 5435, 5436, 5437, 5439, 5440, 5441, 5443, 5444, 5447, 5449, 5450, 5452, 5453, 5456, 5459, 5463, 5465, 5469, 5477, 5480, 5486 en mr. M. van Egmond, namens Staatsbosbeheer Regio Zuid-Holland - Utrecht, eigenaresse van de onroerende zaken met de grondplannummers 1282 en De heer M.J. Bosman, eigenaar van de onroerende zaken met de Uit: Staatscourant 20 maart 2000, nr. 56 / pag. 10 1

2 grondplannummers 1374, 1383, 5467, 5473, 5485 en De heer S.P.A. Wesselingh, eigenaar van de onroerende zaak met het grondplannummer De heer R. van Hövell, namens NS. Vastgoed B.V., eigenaresse van de onroerende zaak met het grondplannummer Overwegingen Ingevolge artikel 72a van de onteigeningswet kan, zonder voorafgaande verklaring bij de wet dat het algemeen nut onteigening vordert, onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de aanleg en verbetering van spoorwegwerken. Minnelijke grondverwerving. Vooreerst merken Wij op, dat de onteigening moet worden gezien als een ultimum remedium, waarbij de eis geldt dat ten opzichte van de burger eerst naar dit middel (het starten van de administratieve onteigeningsprocedure) kan en mag worden gegrepen, indien langs minnelijke weg redelijkerwijs niet of niet in de gewenste vorm overeenstemming kan worden bereikt. Daarbij geldt, dat in de procedure op grond van Titel IIa van de onteigeningswet in het algemeen genoegzaam aan deze eis is voldaan, indien voor de terinzagelegging van de onteigeningsbescheiden een aanvang met het minnelijk overleg is gemaakt. Dit overleg dient tot op een redelijk punt te worden voortgezet alvorens, na gebleken noodzaak daartoe, de administratieve procedure kan worden ingezet. Daarbij is het wenselijk doch niet noodzakelijk, dat ten tijde van de tervisielegging van de onteigeningsbescheiden reeds een formeel bod is uitgebracht. Voldoende is, dat sprake is geweest van een redelijke doch vruchteloos gebleken poging om hetgeen onteigend moet worden langs minnelijke weg te verwerven. In dat verband kan ook zonder dat een formeel bod is uitgebracht genoegzaam komen vast te staan dat de verwerving langs minnelijke weg vooralsnog niet tot de mogelijkheden behoort. Een uitzondering op bovenstaande vormt de verwerving van gronden ten behoeve van de aanleg van grote projecten van nationaal belang. Een project wordt gekenschetst als groot project van nationaal belang indien niet alleen sprake is van een zeer grote omvang van het werk en een groot aantal betrokken eigenaren, maar ook van een nationaal-economische en maatschappelijke druk op een spoedige totstandkoming van het werk. Verwerving van gronden voor de aanleg van grote projecten laat de verzoeker om onteigening niet in alle gevallen voldoende ruimte om het minnelijke overleg op te bouwen tot het moment waarop in redelijkheid geconcludeerd kan worden dat voldoende doch vruchteloze pogingen zijn ondernomen om tot minnelijke overeenstemming te komen, alvorens de benodigde gronden door het nemen van een koninklijk besluit ter onteigening aan te wijzen. Opdat de belangen van eigenaren niet worden geschaad, is de verzoeker om onteigening ter waarborging van deze belangen gehouden om voldoende ruimte te geven voor minnelijk overleg en onderhandelingen tijdens en na de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure om minnelijke overeenstemming te bewerkstelligen, danwel in redelijkheid te kunnen concluderen dat voldoende doch vruchteloze pogingen zijn ondernomen om tot minnelijke overeenstemming te komen. Eerst dan kan de onteigening voortgezet worden. Het project Hogesnelheidslijn-Zuid is aangemerkt als groot project van nationaal belang. Voor de grondverwerving ten behoeve van dit project geldt derhalve de uitzonderingssituatie zoals in het bovenstaande is verwoord. Schadeloosstelling. Ingevolge artikel 40 van de onteigeningswet vormt de schadeloosstelling een volledige vergoeding voor alle schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. De hoogte van de schadeloosstelling staat in het kader van de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure niet ter beoordeling, maar komt bij het ontbreken van minnelijke overeenstemming in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. De onteigeningswet verplicht de verzoeker om onteigening niet tot schadeloosstelling in de vorm van herhuisvesting, compensatiegronden voor bedrijfsvoeringen of een oplossing anderszins. Zienswijzen waarin reclamanten een wens tot schadeloosstelling in een andere vorm dan geld kenbaar maken, overstijgen de mogelijkheden welke de onteigeningswet biedt om binnen redelijke termijn te komen tot minnelijke overeenstemming. Mogelijkheden tot schadeloosstelling in deze zin zullen in der minne en veelal in samenwerking met andere overheden, waaronder het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de gemeenten Rijnwoude en Leiderdorp, alsmede met particuliere eigenaren van gronden bezien moeten worden. Alhoewel dergelijke zienswijzen in het verlengde van bovenstaande in de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure niet zelfstandig beoordeeld worden, komen zij in de onderhavige procedure wel in het kader van de toetsing van het minnelijke overleg aan de orde. De noodzaak van de onteigening is immers mede afhankelijk van de wijze waarop dat minnelijk overleg is en zal verlopen. Naast bovenstaande is voorts de beschikbaarheid van gronden die ter compensatie aangeboden kunnen worden schaars en is de verzoeker om onteigening bovendien door meerdere rechthebbenden verzocht om vervangende bedrijfsruimte aan te bieden. Tevens is de verzoeker om onteigening gehouden aan zijn eigen, op de urgentie van de aanleg van het werk toegespitste, planning. Nadrukkelijk zij vermeld, dat de verzoeker om onteigening de verzoeken tracht in te willigen. Reclamant sub 1. Reclamant brengt naar voren, dat geen noodzaak tot onteigening bestaat voor de gehele in de onderhavige onteigening opgenomen onroerende zaken, omdat slechts een klein deel van deze gronden voor de eigenlijke Hogesnelheidslijn-Zuid benodigd is en hij van het al dan niet tijdelijk voor een werkterrein benodigde resterende gedeelte gebruik kan en wil blijven maken. Reclamant is eigenaar van de onroerende zaken kadastraal bekend als gemeente Leiderdorp, sectie B, nummers 3695 en 3696, met als bestemming grasland. Van deze naast elkaar gelegen onroerende zaken met een totale oppervlakte van 3ha 57a 77ca is een oppervlakte van Uit: Staatscourant 20 maart 2000, nr. 56 / pag. 10 2

3 3ha 51a 11ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk, te weten een open tunnelbak en 2ha 69a 23ca werkterrein. Omtrent het kunnen onteigenen voor tijdelijk benodigde werkterreinen wordt opgemerkt, dat de verzoeker om onteigening de onteigeningsprocedure niet eerder met het starten van de gerechtelijke fase zal voortzetten, dan nadat gebleken is dat via het minnelijk overleg tussen beide partijen geen overeenstemming kan worden bereikt over huur van deze gronden, eigendomsoverdracht, beëindiging van gebruiksrechten of een oplossing anderszins. Omdat een dergelijke overeenstemming tussen beide partijen tot op heden niet is verkregen, blijft de aanwijzing ter onteigening van de gronden noodzakelijk. Overigens is reeds in het tracébesluit Hogesnelheidslijn-Zuid op bladzijde 6/11 aangegeven, dat als tijdelijk benodigde gronden bij de uitvoering van het werk niet kunnen worden gemist en indien voor dergelijke gronden het gebruiksrecht niet anderszins verkregen kan worden, toepassing van de onteigeningswet noodzakelijk is. Met betrekking tot het minnelijk overleg tussen de verzoeker om onteigening en reclamant wordt het volgende opgemerkt. Het overleg tussen beide partijen is in april 1998 aangevangen. Tot op heden is in het minnelijk overleg tussen beide partijen een schadevergoeding op basis van vervangende bedrijfsgronden het uitgangspunt, waartoe de benodigde taxatierapporten op 1 juni 1999 en 12 juli 1999 zijn opgesteld en na aanpassing op 20 september 1999 zijn afgerond. Dit overleg heeft op 27 augustus 1999 kunnen resulteren in een bod, dat overigens tevens ziet op de van reclamant voor de verbreding van rijksweg 4 benodigde gronden. Omdat hierover geen minnelijke overeenstemming kon worden bereikt, heeft de verzoeker om onteigening nadien een tweede bod uitgebracht, waarover recentelijk in oktober en december 1999 is onderhandeld. Voorts wordt opgemerkt, dat reclamant eerst gedurende de onderhavige procedure te kennen heeft gegeven de gronden voor het werkterrein en de resterende gedeelten te willen behouden. Het bovenstaande en de overwegingen onder Minnelijke grondverwerving in ogenschouw nemende, kunnen de betrokken gronden in redelijkheid ter onteigening worden aangewezen, nu is gebleken dat de verzoeker om onteigening voldoende pogingen heeft ondernomen om met reclamant tot overeenstemming te komen. De onderhandelingen met reclamant zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Reclamante sub 2. Reclamante merkt op, dat zij zich tegen de onderhavige onteigening keert vanwege de diagonale doorsnijding van haar eigendommen en de hierdoor veroorzaakte beperktere mogelijkheden tot gebruik van het resterende. Bovendien wordt de keuze van het tracé in de onteigeningsbescheiden niet duidelijk beschreven. Voorzover het door reclamante gestelde handelt over de noodzaak van het werk en de keuze tussen bestaande alternatieven wordt overwogen, dat dit in hoofdzaak planologisch van aard is en dientengevolge in de procedures op grond van de Tracéwet aan bod diende te komen. Verwezen kan worden naar hetgeen hieromtrent onder Overige overwegingen wordt overwogen. De ligging van de infrastructuur is derhalve in hoofdzaak onder verwijzing naar de desbetreffende documenten in de onderhavige onteigeningsbescheiden aan de orde gekomen. Ingevolge artikel 40 van de onteigeningswet vormt de schadeloosstelling een volledige vergoeding voor alle schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. Reclamante sub 2 brengt voorts naar voren, dat geen noodzaak tot onteigening bestaat van haar in de onderhavige onteigening opgenomen gronden, omdat de bovengrond van deze gronden niet benodigd is voor een veilige en ongestoorde aanleg en exploitatie van de te boren tunnel en zij de bereidheid heeft om de verzoeker om onteigening hiervoor een beperkt zakelijk recht te verlenen. Reclamante is eigenaresse van de onroerende zaken, kadastraal bekend als gemeente Hazerswoude, sectie H, nummers 241, 431 en 430, met diverse daarop rustende bestemmingen. Op deze onroerende zaken is een kleiwarenfabriek gesitueerd. Van deze onroerende zaken met een totale oppervlakte van 3ha 38a 25ca is een oppervlakte van 88a 31ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk. Omtrent het kunnen onteigenen van gronden boven een boortunnel wordt opgemerkt, dat de verzoeker om onteigening de onteigeningsprocedure niet eerder met het starten van de gerechtelijke fase zal voortzetten, dan nadat gebleken is dat via het minnelijk overleg tussen beide partijen geen overeenstemming kan worden bereikt over eigendomsoverdracht, de vestiging van een beperkt zakelijk recht met een beperking van gebruiksrechten, of een oplossing anderszins. De situatie ter plaatse is van belang voor de concrete mogelijkheden hiertoe. Voor een nadere uiteenzetting wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 12 januari 1999, nummer , staatscourant 29 januari 1999, nummer 20, handelende over de boortunnel onder de Noord en de Rietbaan ten behoeve van de Betuweroute, alsmede naar de uitgave Grondverwerving HSL- Zuid, 15 juni Omdat een dergelijke overeenstemming tussen beide partijen tot op heden niet is verkregen, blijft de aanwijzing ter onteigening van de gronden noodzakelijk. Met betrekking tot het tussen de verzoeker om onteigening en belanghebbende reeds gevoerde minnelijke overleg wordt het volgende opgemerkt. Reclamante heeft mogelijkheden en plannen om de betrokken gronden te herontwikkelen. In het minnelijk overleg is hierover vanaf de aanvang in januari 1998 en maart 1999 gesproken; in eerste aanleg tussen beide partijen en nadien eveneens met de projectorganisatie HSL-Zuid, A16 en A4 en de gemeente Rijnwoude. Het uitgangspunt voor de schadeloosstelling is het behoud van de eigendomsrechten en de vestiging van een recht van opstal. De nadere uitwerking van de mogelijkheden tot herontwikkeling van de gronden onder de voorwaarde van een veilige en ongestoorde aanleg en exploitatie van de boortunnel, heeft het uitbrengen van een bod op de betrokken gronden tot op heden opgehouden. Recentelijk is op 22 december 1999 overleg gevoerd over de eindresulta- Uit: Staatscourant 20 maart 2000, nr. 56 / pag. 10 3

4 ten van het onderzoek naar deze mogelijkheden. Het bovenstaande en de overwegingen onder Minnelijke grondverwerving in ogenschouw nemende, kunnen de betrokken gronden in redelijkheid ter onteigening worden aangewezen, nu is gebleken dat de verzoeker om onteigening voldoende pogingen heeft ondernomen om met reclamant tot overeenstemming te komen. De onderhandelingen met reclamante zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Tot slot stelt reclamante sub 2, dat de voorgenomen onteigening prematuur moet worden geacht, omdat in het minnelijk overleg door de verzoeker om onteigening tot op heden geen aanvang met concrete onderhandelingen is gemaakt. Met betrekking tot deze zienswijze van reclamante wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent in het voorgaande wordt overwogen. Reclamanten sub 3. Reclamanten brengen naar voren, dat door een geringe verschuiving van de spoorbanen, onteigening van hun gronden niet nodig is. Gelet op de op deze gronden gesitueerde bebouwing achten zij onteigening dientengevolge niet redelijk. Reclamanten zijn eigenaren van de onroerende zaken kadastraal bekend als gemeente Hazerswoude, sectie E, nummers 2396, 740 en 2395, alsmede sectie G, nummer 2244, met daarop gesitueerd een familiebedrijf bestaande uit diverse opstallen. Van deze onroerende zaken met een totale oppervlakte van 5ha 43a 95ca is een oppervlakte van 3ha 45a 94ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk, waaronder 65a 91ca werkterrein. Voorzover het door reclamanten gestelde handelt over de noodzaak van het werk en de keuze tussen bestaande alternatieven wordt overwogen, dat dit in hoofdzaak planologisch van aard is en dientengevolge in de procedures op grond van de Tracéwet aan bod diende te komen. Verwezen kan worden naar hetgeen hieromtrent onder Overige overwegingen wordt overwogen. Overigens heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in zijn uitspraak van 6 september 1999, kenmerk E , het door reclamanten ingestelde en gelijkluidende beroep tegen het tracébesluit Hogesnelheidslijn-Zuid ongegrond verklaard. Reclamant sub 4. Reclamant geeft aan, dat de eigendomsoverdracht van zijn in de onderhavige onteigening betrokken gronden zonder tijdig beschikbare vervangende bedrijfsruimte een vrijwel niet te berekenen schadepost betekent en een inbreuk op de continuïteit van het bedrijf. Derhalve keert reclamant zich tegen deze onteigening en verzoekt tenminste te bewerkstelligen dat de eigendomsoverdracht op een later tijdstip plaats kan vinden dan overeenkomstig de huidige planning. Reclamant is eigenaar van de onroerende zaken kadastraal bekend als gemeente Leiderdorp, sectie B, nummers 3561, 3563, 591 en 3434, met als bestemmingen akkerbouwland en grasland. Van deze onroerende zaken met een totale oppervlakte van 6ha 65a 90ca is een oppervlakte van 6ha 65a 72ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk, waaronder 6ha 13a 37ca werkterrein. Met betrekking tot de zienswijze van reclamant wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent onder Schadeloosstelling wordt overwogen. De verzoeker om onteigening en reclamant trachten vervangende bedrijfsgronden aan te kopen teneinde het betrokken bedrijf te kunnen verplaatsen; tot op heden echter zonder resultaat. Hierbij wordt aangetekend, dat de verzoeker om onteigening in het onderhavige geval een schadeloosstelling op basis van reconstructie van de bedrijfsvoering ter plaatse als meest passende oplossing ziet. Ingevolge artikel 40 van de onteigeningswet vormt de schadeloosstelling een volledige vergoeding voor alle schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. Indien onverhoopt niet tijdig vervangende bedrijfsgronden beschikbaar kunnen komen, kan de discontinuïteit in de productie onderdeel uitmaken van de schadeloosstelling. De hoogte van de schadeloosstelling staat in het kader van de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure niet ter beoordeling, maar komt bij het ontbreken van minnelijke overeenstemming in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. De onderhandelingen met reclamant zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Reclamant sub 5. Reclamant geeft aan, dat hij de bereidheid heeft om de tijdelijk van hem voor een werkterrein benodigde gronden, indien geen overeenstemming over verkoop kan worden bereikt, door middel van een tijdelijke gebruiksovereenkomst ter beschikking te stellen. Dientengevolge stelt hij dat onteigening van deze gronden niet noodzakelijk is. Omtrent het kunnen onteigenen voor tijdelijk benodigde werkterreinen wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent ten aanzien van reclamant sub 1 wordt overwogen. Omdat een dergelijke overeenstemming tussen beide partijen tot op heden niet is verkregen, blijft de aanwijzing ter onteigening van de gronden noodzakelijk. Reclamant is eigenaar van de onroerende zaken kadastraal bekend als gemeente Leiderdorp, sectie B, nummers 27, 28, 590 en 2336, met als bestemmingen verharde wegen en grasland. Van deze onroerende zaken met een totale oppervlakte van 2ha 66a 67ca is een oppervlakte van 2ha 64a 43ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk, waaronder 2ha 46a 27 ca werkterrein. Met betrekking tot het minnelijk overleg tussen de verzoeker om onteigening en reclamant wordt het volgende opgemerkt. Van reclamant zijn zowel gronden voor de aanleg van de Hogesnelheidslijn-Zuid als de verbreding van rijksweg 4 benodigd. Uitgangspunt in het minnelijk overleg is de aankoop van alle voor de voornoemde infrastructuur benodigde gronden, tezamen met enige resterende gedeelten. Hiertoe is door de verzoeker om onteigening reeds op 23 december 1998 een eerste bod uitgebracht, waarop reclamant een tegenvoorstel heeft uitgebracht. Tot op heden hebben beide partijen geen minnelijke overeenstemming kunnen Uit: Staatscourant 20 maart 2000, nr. 56 / pag. 10 4

5 bereiken over de verwerving van de betrokken gronden. Bovenstaande in ogenschouw nemende, kon in redelijkheid met de administratieve onteigeningsprocedure een aanvang worden genomen, nu is gebleken dat de verzoeker om onteigening voldoende doch vruchteloze pogingen heeft ondernomen om met reclamant tot overeenstemming te komen. De onderhandelingen met reclamant zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Voorts stelt reclamant sub 5, dat, nu in de onteigeningsbescheiden niet wordt aangeduid wat onder een platform moet worden verstaan, de voorgenomen onteigening voor de aanleg van een dergelijk platform niet mogelijk is. De van reclamant benodigde grond is ten dele benodigd voor de bouw van een platform ter hoogte van de noordelijke ingang van de boortunnel bij werkkilometer in de gemeente Leiderdorp. Dit gebouw, een onderdeel van het kunstwerk aldaar waarvan eveneens een vluchtschacht deel uitmaakt, heeft diverse functies waaronder een veiligheidsvoorziening en een onderhoudsvoorziening. In de ter inzage gelegde zakelijke beschrijving staat dit verwoord onder de paragrafen 2.2 Uitgangspunten bij tracering en ontwerp van het werk en Bijkomende voorzieningen waarin specifiek wordt ingegaan op de bedoelde tunnelschacht nabij de Does. Het voor het platform benodigde ruimtebeslag is gebaseerd op de eisen van de hulpverleningsinstanties met betrekking tot de opstel- en manoeuvreerruimte. Overigens is reeds in deel 2, parafraaf Bijbehorende voorzieningen van de toelichting op het tracébesluit Hogesnelheidslijn-Zuid vastgesteld, dat ter hoogte van de noordelijke toerit van de boortunnel nabij de Does een onderhouds- en vluchtschacht met een technische functie zal worden aangelegd. Deze wordt ontsloten door diverse aan te leggen bereikbaarheids- en inspectiepaden. Tot slot stelt reclamant sub 5, dat indien onteigening van zijn betrokken gronden onvermijdelijk blijkt, het resterende gedeelte van de onroerende zaak kadastraal bekend als gemeente Leiderdorp, sectie B, nummer 2336, en overigens nabij rijksweg 4 gelegen, eveneens in het plan van onteigening behoort te worden opgenomen. Het gedeelte van de onroerende zaak dat in de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure op grond van Titel IIa van de onteigeningswet ter onteigening wordt aangewezen, is noodzakelijk voor de aanleg van het werk. Ingevolge artikel 38 van de onteigeningswet heeft reclamant in bepaalde omstandigheden de mogelijkheid om gehele overname te vorderen van onroerende zaken waarvan slechts een gedeelte onteigend wordt. Deze afweging komt in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. Voordien kan gehele aankoop van de onroerende zaak in het minnelijk overleg tussen de verzoeker om onteigening en belanghebbende betrokken worden. Voorts wordt verwezen naar hetgeen in het voorafgaande over het tussen beide partijen reeds gevoerde minnelijke overleg wordt overwogen. Reclamante sub 6. Reclamante geeft aan, dat zij de bestaande bedrijfsbebouwing eerst kan moveren nadat vervangende bedrijfsruimte aanwezig is. Omdat deze ruimte echter tot op heden, met name zo stelt zij door de houding van de verzoeker om onteigening, nog niet beschikbaar is, acht zij de onderhavige onteigening prematuur. Reclamante is eigenaresse van de onroerende zaak kadastraal bekend als gemeente Hazerswoude, sectie H, nummer 352, met daarop een groenvoorzieningbedrijf gesitueerd. Van deze onroerende zaak met een totale oppervlakte van 28a 44ca is een oppervlakte van 20a 90ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk. Met betrekking tot het minnelijk overleg tussen de verzoeker om onteigening en belanghebbende wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent onder Schadeloosstelling wordt overwogen. Het overleg tussen beide partijen is in september 1997 aangevangen. In het overleg hanteren beide partijen vanaf januari 1998 als uitgangspunt een schadevergoeding op basis van hervestiging op het resterende gedeelte van de voornoemde onroerende zaak, waartoe de verzoeker om onteigening in december 1998 en juni 1999 overleg heeft gevoerd met de gemeente Rijnwoude. Nadat gebleken is, dat reclamante voor de gewenste schadevergoeding gemeentelijke medewerking kan verkrijgen, hebben beide partijen op 18 november 1999 een globale opzet van de schadeloosstelling besproken. Recentelijk heeft de gemeenteraad van Rijnwoude op 16 december 1999 ingestemd met het voorstel voor het voorbereidingsbesluit voor verplaatsing. De betrokkenen leveren een maximale inspanning om de verplaatsing van het bedrijf voor de daarvoor aanwezige termijn van 1 juli 2001 te halen. Ingevolge artikel 40 van de onteigeningswet vormt de schadeloosstelling een volledige vergoeding voor alle schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. Indien onverhoopt niet tijdig vervangende bedrijfsgronden beschikbaar kunnen komen, kan de discontinuïteit in de productie onderdeel uitmaken van de schadeloosstelling. De hoogte van de schadeloosstelling staat in het kader van de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure niet ter beoordeling, maar komt bij het ontbreken van minnelijke overeenstemming in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. Bovenstaande in ogenschouw nemende, kon in redelijkheid met de administratieve onteigeningsprocedure een aanvang worden genomen, nu is gebleken dat de verzoeker om onteigening voldoende doch vruchteloze pogingen heeft ondernomen om met reclamante tot overeenstemming te komen. De onderhandelingen met reclamante zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Reclamant sub 7. Reclamant geeft aan, dat ten behoeve van de aanleg van het project Hogesnelheidslijn-Zuid gronden van hem benodigd zijn voor de spoorbanen, een werkterrein en landschappelijke inpassingsmaatregelen. Gelet op de aard van de werkzaamheden acht Uit: Staatscourant 20 maart 2000, nr. 56 / pag. 10 5

6 hij voor beide laatste doeleinden onteigening niet noodzakelijk. Bovendien wil hij deze gronden graag in eigendom houden. Naast de in de administratieve onteigeningsprocedure ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken, zijn in het tracébesluit Hogesnelheidslijn- Zuid gronden gereserveerd voor landschappelijke inpassingsmaatregelen. In de voorliggende procedure op grond van Titel IIa van de onteigeningswet kunnen deze gronden niet ter onteigening worden aangewezen en zij komen dientengevolge niet terug in de ter visie gelegde plannen van het werk en van onteigening. De verzoeker om onteigening tracht deze gronden wel in der minne te verwerven. Indien nodig zullen voor de realisatie van zulke maatregelen zelfstandige onteigeningsprocedures dienen te worden doorlopen. Omtrent het kunnen onteigenen voor werkterreinen wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent ten aanzien van reclamant sub 1 wordt overwogen. Omdat een dergelijke overeenstemming tussen beide partijen tot op heden niet is verkregen, blijft de aanwijzing ter onteigening van de gronden noodzakelijk. Reclamant is eigenaar van de onroerende zaak kadastraal bekend als gemeente Hazerswoude, sectie G, nummer Van deze onroerende zaak met een totale oppervlakte van 10a 13ca is een oppervlakte van 2a 55ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk, waaronder 2a 54ca werkterrein. Met betrekking tot het tussen de verzoeker om onteigening en belanghebbende reeds gevoerde minnelijke overleg wordt het volgende opgemerkt. In mei 1998 en januari 1999 is het overleg tussen beide partijen aangevangen. Naar aanleiding van dit overleg heeft reclamant het algemeen bestuur van het Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4 in april 1999 verzocht tot een gecombineerde behandeling van de aanzienlijke schade die hij zal leiden als gevolg van het project Hogesnelheidslijn-Zuid, hetgeen het onderhavige overleg over de benodigde gronden enige tijd ophield. Op korte termijn zal een taxatierapport worden opgesteld. Minnelijke overeenstemming over een tijdelijke gebruiksregeling voor de voor het werkterrein benodigde gronden is in het overleg tussen beide partijen aan de orde en wordt door de verzoeker om onteigening mogelijk geacht. Bovenstaande in ogenschouw nemende, kon in redelijkheid met de administratieve onteigeningsprocedure een aanvang worden genomen, nu is gebleken dat de verzoeker om onteigening voldoende doch vruchteloze pogingen heeft ondernomen om met reclamant tot overeenstemming te komen. De onderhandelingen met reclamant zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Tot slot geeft reclamant sub 7 aan, dat in de nabijheid van zijn woning een toerit naar de ontvangstschacht en het bedieningsgebouw zal worden aangelegd, die alleen in geval van calamiteiten zal kunnen worden gebruikt. Reclamant vindt, dat indien zijn leefsituatie door de aanleg van deze toerit aanzienlijk verslechtert, ook onteigening van de woning mogelijk behoort te zijn. Het gedeelte van de onroerende zaak dat in de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure op grond van Titel IIa van de onteigeningswet ter onteigening wordt aangewezen, is noodzakelijk voor de aanleg van het werk. Het is derhalve niet mogelijk om de door reclamant bedoelde gronden te onteigenen. Indien belanghebbende van mening is als gevolg van de planologische ontwikkelingen schade te ondervinden, staat het hem vrij om op grond van de Nadeelcompensatieverordening HSL-Zuid, A16 en A4 een verzoek tot schadevergoeding in te dienen bij het algemeen bestuur van het Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4. Opgemerkt wordt, dat reclamant op 19 april 1999 een dergelijk verzoek heeft ingediend. Voor zover de zienswijze van reclamant ziet op verwachte geluidhinder wordt nog opgemerkt, dat in het kader van de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure geen zelfstandige uitspraken gedaan kunnen worden over de eventuele aan de aanleg of reconstructie van het onderhavige werk verbonden aspecten van geluidhinder. De behandeling daarvan dient te geschieden in het kader van de Wet geluidhinder. Gewezen kan worden op het akoestisch onderzoek dat conform het bepaalde in deze wet in het kader van de tracéwetprocedure reeds is geschied. Reclamant sub 8. Reclamant geeft aan, dat hij de bereidheid heeft om de gehele onroerende zaak te verkopen aan de verzoeker om onteigening, omdat hij vreest dat de daarop gesitueerde dressuurbak door de aanleg en exploitatie voor verdere dressuur ongeschikt zal blijken te zijn en dat het woongenot van de aanwezige woning sterk zal afnemen. Bovendien zal de woning naar alle waarschijnlijkheid in de nabije toekomst voor werkzaamheden aan rijksweg 4 dienen te verdwijnen. Met een gedeeltelijke verwerving van deze zaak kan reclamant zich derhalve niet verenigen. Het gedeelte van de onroerende zaak dat in de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure op grond van Titel IIa van de onteigeningswet ter onteigening wordt aangewezen, is noodzakelijk voor de aanleg van het werk. Ingevolge artikel 38 van de onteigeningswet heeft reclamant in bepaalde omstandigheden de mogelijkheid om gehele overname te vorderen van onroerende zaken waarvan slechts een gedeelte onteigend wordt. Deze afweging komt in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. Voordien kan gehele aankoop van de onroerende zaak in het minnelijk overleg tussen de verzoeker om onteigening en belanghebbende betrokken worden. Voorts wordt verwezen naar hetgeen in het volgende over het tussen beide partijen reeds gevoerde minnelijke overleg wordt overwogen. Reclamant is eigenaar van de onroerende zaak kadastraal bekend als gemeente Hazerswoude, sectie H, nummer 12, met als bestemming grasland. Van deze onroerende zaak met een totale oppervlakte van 58a 5ca is een oppervlakte van 5a 99ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk. Met betrekking tot het tussen de verzoeker om onteigening en belanghebbende reeds gevoerde minnelijke overleg wordt het volgende opgemerkt. Nadat door de verzoeker om onteigening op 29 juli 1999 een bod op de betrokken gronden is uitgebracht, hebben beide partijen op 20 oktober 1999 mondelinge overeen- Uit: Staatscourant 20 maart 2000, nr. 56 / pag. 10 6

7 stemming bereikt over het vestigen van een zakelijk recht ten behoeve van een veilige en ongestoorde aanleg en exploitatie van de boortunnel. De op de betrokken gronden gesitueerde opstallen kunnen gehandhaafd worden, waarbij wordt aangetekend dat de dressuurbak zal worden verplaatst, overigens zonder dat de verzoeker om onteigening van mening is dat de aanleg en exploitatie van de tunnel schade voor de dressuur zal opleveren. Reclamant sub 9. Reclamant geeft aan, dat voor hem slechts een schadeloosstelling op basis van bedrijfsverplaatsing voor de gehele onroerende zaak met inbegrip van de daarop gesitueerde opstal bespreekbaar is, waarbij bovendien vervangende gronden ter beschikking dienen te worden gesteld. Reclamant is eigenaar van de onroerende zaak kadastraal bekend als gemeente Hazerswoude, sectie H, nummer 32, met daarop een bedrijf gesitueerd. Van deze onroerende zaak met een totale oppervlakte van 15a 55ca is een oppervlakte van 14a 1ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk. Met betrekking tot de zienswijze wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent onder Schadeloosstelling wordt overwogen. Het minnelijk overleg tussen beide partijen is in september 1997 en april 1998 aangevangen, waarna op 25 mei 1998 taxatieopnamen hebben plaats gehad. De verzoeker om onteigening poogt aan de wens van reclamant te voldoen, waartoe, onder meer op 10 juni 1999, de gemeente Rijnwoude in het overleg is betrokken. Tot op heden hebben deze pogingen geen succes gehad. Het overleg met de gemeente Rijnwoude en de projectorganisatie HSL-Zuid, A16 en A4 wordt voortgezet. Ingevolge artikel 40 van de onteigeningswet vormt de schadeloosstelling een volledige vergoeding voor alle schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. Indien onverhoopt niet tijdig vervangende bedrijfsgronden beschikbaar kunnen komen, kan de discontinuïteit in de productie onderdeel uitmaken van de schadeloosstelling. De hoogte van de schadeloosstelling staat in het kader van de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure niet ter beoordeling, maar komt bij het ontbreken van minnelijke overeenstemming in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. De onderhandelingen met reclamant zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Reclamanten sub 10. Reclamanten richten zich tegen de onderhavige plannen van het werk en van onteigening, omdat de gronden waarop hun bedrijf gevestigd is ingevolge de uitvoering van deze plannen en de verbreding van rijksweg 4 in tweeën aan de landbouw onttrokken worden. In algemene zin kan omtrent rechthebbenden met eigendommen benodigd voor de Hogesnelheidslijn-Zuid en de verbreding van rijksweg 4 worden opgemerkt, dat door de projectorganisatie HSL-Zuid, A16 en A4 de mogelijkheid wordt geboden om deze gronden in het ten behoeve van het onderhavige verzoek gevoerde en te voeren minnelijke overleg gezamenlijk aan de orde te stellen. Voorts stellen reclamanten sub 10, dat de onderhavige onteigening prematuur is, vanwege de beperkte resterende tijd voor de benodigde verplaatsing van het betrokken bedrijf. Hierdoor verwachten zij veel schade. Reclamanten zijn eigenaren van de onroerende zaak kadastraal bekend als gemeente Leiderdorp, sectie B, nummer 3433, met als bestemming erf en tuin. Van deze onroerende zaak met een totale oppervlakte van 1ha 77a 15ca is een oppervlakte van 1ha 77a 14ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk, waaronder 1ha 33a 25ca werkterrein. Met betrekking tot de wens van reclamanten om schadeloos gesteld te worden in vervangende bedrijfsgronden wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent onder Schadeloosstelling wordt overwogen. Van reclamanten is zowel voor de aanleg van de Hogesnelheidslijn-Zuid als voor de verbreding van rijksweg 4 vrijwel de gehele onroerende zaak permanent benodigd. Nadat in april 1998 taxatieopnamen hebben plaats gehad, is aan reclamanten op 17 december 1998 een bod gedaan op basis van aankoop van de gehele onroerende zaak, waarover beide partijen echter geen overeenstemming kunnen bereiken. Nadien is onder meer op 17 juni 1999 onderhandeld over de hoogte van de schadeloosstelling. Om aan de wens van reclamanten te kunnen voldoen is de verzoeker om onteigening in overleg getreden met de gemeente Jacobswoude en de projectorganisatie HSL-Zuid, A16 en A4, hetgeen heeft kunnen resulteren in een bod op basis van twee hectare vervangende bedrijfsgronden aldaar. Bovenstaande in ogenschouw nemende, kon in redelijkheid met de administratieve onteigeningsprocedure een aanvang worden genomen, nu is gebleken dat de verzoeker om onteigening voldoende doch vruchteloze pogingen heeft ondernomen om met reclamanten tot overeenstemming te komen. Ingevolge artikel 40 van de onteigeningswet vormt de schadeloosstelling een volledige vergoeding voor alle schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. De onderhandelingen met reclamanten zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Tot slot is het reclamanten sub 10 niet duidelijk wanneer hun gronden voor bouwactiviteiten beschikbaar dienen te zijn. De Hogesnelheidslijn-Zuid dient volgens planning in het jaar 2005 operationeel te zijn. De werkzaamheden ter hoogte van de onderhavige gemeenten ten behoeve van de boortunnel starten volgens planning in het voorjaar van Hiertoe dient met de inrichting van de benodigde werkterreinen ter hoogte van de eigendommen van reclamanten in april 2000 een aanvang te worden gemaakt. Reclamant sub 11. Reclamant richt zich tegen de onderhavige plannen van het werk en van onteigening, omdat deze een onevenredig nadelige invloed hebben op zijn bedrijf. Voorzover het door reclamant gestelde handelt over de noodzaak van het werk en de keuze tussen Uit: Staatscourant 20 maart 2000, nr. 56 / pag. 10 7

8 bestaande alternatieven wordt overwogen, dat dit in hoofdzaak planologisch van aard is en dientengevolge in de procedures op grond van de Tracéwet aan bod diende te komen. Verwezen kan worden naar hetgeen hieromtrent onder Overige overwegingen wordt overwogen. Reclamant is eigenaar van een vijftal betrokken onroerende zaken, met daarop gesitueerd een bedrijf. Van deze onroerende zaken met een totale oppervlakte van 20ha 25a 32ca is een oppervlakte van 13ha 46a 58ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk, waaronder 13ha 44a 92ca werkterrein ten behoeve van de aanleg van de zuidelijke toerit van de boortunnel. Ingevolge artikel 40 van de onteigeningswet vormt de schadeloosstelling een volledige vergoeding voor alle schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. Voorts richt reclamant sub 11 zich tegen de onderhavige onteigening, omdat deze veel onduidelijkheid laat over de van hem voor werkterreinen benodigde gronden. Zo is hem tot op heden niet bekend hoe lang hij zijn gronden zal moeten missen, welke milieueffecten de werkzaamheden op deze gronden zullen hebben en op welke wijze deze gronden kunnen worden teruggeleverd. Voor zover de zienswijze van reclamant ziet op het kunnen onteigenen voor werkterreinen wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent ten aanzien van reclamant sub 1 wordt overwogen. De door reclamant gestelde vragen komen in het minnelijk overleg tussen beide partijen aan de orde. Omdat onder meer vanwege technische redenen niet op alle vragen van reclamant uitsluitsel kan worden gegeven, tracht de verzoeker om onteigening in het minnelijk overleg in het onderhavige geval overeenstemming te krijgen over aankoop van de benodigde gronden met een recht van eerste terugkoop voor reclamant. Voorts richt reclamant sub 11 zich tegen de onderhavige plannen, omdat daarin niet wordt ingegaan op de gevolgen van de aanleg en exploitatie van de, in de nabijheid van zijn eigendommen gelegen, uitgang van de tunnelbak. Gelet op de afstand tussen de voorziene boortunnel en de gebouwen van reclamant zijn deze niet nader onderzocht op de bouwkundige staat. Onverlet worden er ook van deze gebouwen voor de aanvang van de werkzaamheden opnamen gemaakt, de zogenaamde nulmetingen, zodat eventuele gevolgen van de aanleg en exploitatie van de tunnel en de tunnelbak zichtbaar kunnen worden gemaakt. Indien belanghebbende van mening is als gevolg van de planologische ontwikkelingen schade te ondervinden, staat het hem vrij om op grond van de Nadeelcompensatieverordening HSL-Zuid, A16 en A4 een verzoek tot schadevergoeding in te dienen bij het algemeen bestuur van het Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4. Tot slot kan reclamant sub 11 zich niet verenigen met de onderhavige plannen vanwege de daarin ontbrekende informatie over de geluidsbelasting op zijn woning. Met betrekking tot deze zienswijze van reclamant wordt opgemerkt, dat in het kader van de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure geen zelfstandige uitspraken gedaan kunnen worden over de eventuele aan de aanleg of reconstructie van het ter visie gelegde werk verbonden aspecten van geluidhinder. De behandeling daarvan dient te geschieden in het kader van de Wet geluidhinder. Gewezen kan worden op het akoestisch onderzoek dat conform het bepaalde in deze wet in het kader van de tracéwetprocedure reeds is geschied. Reclamant sub 12. Reclamant geeft aan, dat geen noodzaak tot onteigening bestaat voor de van hem voor een boortunnel benodigde gronden, omdat voor de aanleg en exploitatie daarvan het gebruik bovengronds niet zal wijzigen en de verzoeker om onteigening deze activiteit door middel van een beperkt zakelijk recht mogelijk kan maken. Een dergelijke privaatrechtelijke overeenkomst kan echter niet door toepassing van de onteigeningswet in het leven worden geroepen, worden afgedwongen of worden onteigend. De basis van de onderhavige onteigening is reclamant derhalve niet duidelijk. Omtrent het kunnen onteigenen van gronden boven een boortunnel wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent ten aanzien van reclamante sub 2 wordt overwogen. Omdat een dergelijke overeenstemming tussen beide partijen tot op heden niet is verkregen, blijft de aanwijzing ter onteigening van de gronden noodzakelijk. Met betrekking tot het tussen de verzoeker om onteigening en belanghebbende reeds gevoerde minnelijke overleg wordt het volgende opgemerkt. In augustus 1998 is door beide partijen een aanvang gemaakt met het minnelijke overleg. Onderzoek heeft uitgewezen, dat de op de betrokken gronden aanwezige bebouwing behouden kan blijven, en dat de huidige wijze van grondgebruik onverminderd kan worden voortgezet. De verzoeker om onteigening heeft nadien diverse aanbiedingen op de betrokken gronden uitgebracht op basis van een systeem van zakelijke rechten, een recht van opstal tezamen met erfdienstbaarheden houdende gebruiksbeperkingen, waarbij reclamant de mogelijkheid wordt geboden om de eigendom van deze gronden te behouden. Momenteel is de verzoeker om onteigening doende een koopovereenkomst met de vestiging van een recht van opstal op te stellen. Het bovenstaande en de overwegingen onder Minnelijke grondverwerving in ogenschouw nemende, kunnen de betrokken gronden in redelijkheid ter onteigening worden aangewezen, nu is gebleken dat de verzoeker om onteigening voldoende pogingen heeft ondernomen om met reclamant tot overeenstemming te komen. De onderhandelingen met reclamant zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Reclamanten sub 13. Reclamanten geven aan, dat geen noodzaak tot onteigening bestaat voor de van hen voor een werkterrein benodigde gronden, nu de verzoeker om onteigening deze gronden door middel van een privaatrechtelijke overeenkomst tijdelijk wil huren en een dergelijke overeenkomst niet door toepassing van de onteigeningswet in het leven kan worden geroepen, kan worden afgedwongen of worden onteigend. De basis van de onderhavige onteigening is reclamanten derhalve niet duidelijk. Omtrent het kunnen onteigenen Uit: Staatscourant 20 maart 2000, nr. 56 / pag. 10 8

9 voor werkterreinen wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent ten aanzien van reclamant sub 1 wordt overwogen. Reclamanten zijn (economisch) eigenaar van twee betrokken onroerende zaken, kadastraal bekend als gemeente Hazerswoude, sectie E, nummers 1850 en 2395, met als bestemmingen akkerbouwland respectievelijk bouwterrein voor overige bestemmingen. Van deze onroerende zaken met een totale oppervlakte van 15ha 88a 72ca is een oppervlakte van 4ha 98a 94ca noodzakelijk voor de aanleg van het werk, waaronder 2ha 36a 14ca werkterrein. Met betrekking tot het tussen de verzoeker om onteigening en belanghebbenden reeds gevoerde minnelijke overleg wordt het volgende opgemerkt. De verzoeker om onteigening heeft met een viertal akkerbouwbedrijven, waaronder die van reclamanten, de mogelijkheden tot een vrijwillige kavelruil onderzocht. Ondanks intentieverklaringen van de betrokkenen, is eerst in juni 1999 gebleken dat een dergelijke verkaveling niet mogelijk bleek. Sindsdien richt de verzoeker om onteigening zich op aankoop van de benodigde gronden op basis van gedeeltelijke liquidatie van het bedrijf van reclamanten, omdat het verkrijgen van vervangende bedrijfsgronden zeer problematisch wordt geacht en de gronden bovendien benodigd zijn voor de aanleg van de infrastructuur danwel geïsoleerd komen te liggen, waardoor een tijdelijke gebruiksovereenkomst voor de werkterreinen niet in de rede ligt. Recentelijk is een taxatierapport opgesteld en is de verzoeker om onteigening doende om een bod op de betrokken gronden voor te bereiden. Het bovenstaande en de overwegingen onder Minnelijke grondverwerving in ogenschouw nemende, kunnen de betrokken gronden in redelijkheid ter onteigening worden aangewezen, nu is gebleken dat de verzoeker om onteigening voldoende pogingen heeft ondernomen om met reclamanten tot overeenstemming te komen. De onderhandelingen met reclamanten zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Tot slot vragen reclamanten sub 13 duidelijkheid over de mogelijkheden tot een tegemoetkoming in verband met gederfde inkomsten, indien blijkt dat het resterende gedeelte van de onroerende zaak kadastraal bekend als gemeente Hazerswoude, sectie E, nummer 2395, niet meer dan wel in mindere mate aangewend kan worden binnen de huidige bedrijfsvoering. Waardevermindering van het resterende gedeelte van de bedoelde onroerende zaak, welk gedeelte naar de mening van de verzoeker om onteigening in redelijkheid niet goed meer rendabel geëxploiteerd kan worden, zal in het minnelijk overleg tussen beide partijen aan de orde komen, waarbij overigens verwerving van deze gronden uitgangspunt zal zijn. Ingevolge artikel 40 van de onteigeningswet vormt de schadeloosstelling een volledige vergoeding voor alle schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. De hoogte van de schadeloosstelling staat echter in het kader van onderhavige administratieve onteigeningsprocedure niet ter beoordeling, maar komt bij het ontbreken van minnelijke overeenstemming in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. Reclamanten sub 14. Reclamanten geven aan, dat geen noodzaak tot onteigening bestaat voor de van hen voor een boortunnel benodigde gronden, omdat voor de aanleg en exploitatie daarvan het gebruik bovengronds niet zal wijzigen en de verzoeker om onteigening deze door middel van een beperkt zakelijk recht mogelijk kan maken. Een dergelijke privaatrechtelijke overeenkomst kan echter niet door toepassing van de onteigeningswet in het leven worden geroepen, worden afgedwongen of worden onteigend. De basis van de onderhavige onteigening is reclamanten derhalve niet duidelijk. Omtrent het kunnen onteigenen van gronden boven een boortunnel wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent ten aanzien van reclamante sub 2 wordt overwogen. Omdat een dergelijke overeenstemming tussen beide partijen tot op heden niet is verkregen, blijft de aanwijzing ter onteigening van de gronden noodzakelijk. Met betrekking tot het tussen de verzoeker om onteigening en belanghebbenden reeds gevoerde minnelijke overleg wordt het volgende opgemerkt. In mei 1998 en december 1998 is het minnelijk overleg tussen beide partijen aangevangen. Gebleken is, dat de bebouwing van reclamanten op een dermate grote afstand van de boortunnel is gelegen, dat deze behouden kunnen blijven. Bovendien kan de huidige wijze van grondgebruik overeenkomstig de agrarische bestemming onverminderd voortgezet worden. De verzoeker om onteigening heeft op 21 juli 1999 diverse aanbiedingen op de betrokken gronden uitgebracht op basis van een systeem van zakelijke rechten, een recht van opstal tezamen met erfdienstbaarheden houdende gebruiksbeperkingen, waarbij reclamanten de mogelijkheid wordt geboden om de eigendom van deze gronden te behouden. Momenteel is de verzoeker om onteigening doende een koopovereenkomst op te stellen. Het bovenstaande en de overwegingen onder Minnelijke grondverwerving in ogenschouw nemende, kunnen de betrokken gronden in redelijkheid ter onteigening worden aangewezen, nu is gebleken dat de verzoeker om onteigening voldoende pogingen heeft ondernomen om met reclamanten tot overeenstemming te komen. De onderhandelingen met reclamanten zullen worden voortgezet. Dit overleg, dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Reclamant sub 15. Reclamant geeft aan, dat geen noodzaak tot onteigening bestaat voor de voor een boortunnel benodigde gronden, omdat voor de aanleg en exploitatie daarvan het gebruik bovengronds niet zal wijzigen en de verzoeker om onteigening deze door middel van een beperkt zakelijk recht mogelijk kan maken. Een dergelijke privaatrechtelijke overeenkomst kan echter niet door toepassing van de onteigeningswet in het leven worden geroepen, worden afgedwongen of worden onteigend. De basis van de onderhavige onteigening is reclamant derhalve niet duidelijk. Omtrent het kunnen onteigenen van gronden boven een boortunnel wordt verwezen naar hetgeen hierom- Uit: Staatscourant 20 maart 2000, nr. 56 / pag. 10 9

Onteigening in de gemeenten Jacobswoude en Alkemade

Onteigening in de gemeenten Jacobswoude en Alkemade VW Onteigening in de gemeenten Jacobswoude en Alkemade Aanleg Hogesnelheidslijn-Zuid Besluit van 4 januari 2000, nr. 99.006533 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16071 8 augustus 2012 Besluit van 9 juli 2012, nr. 12.001566, houdende aanwijzing van een onroerende zaak ter onteigening

Nadere informatie

Onteigening in de gemeenten Culemborg en Geldermalsen

Onteigening in de gemeenten Culemborg en Geldermalsen VW Onteigening in de gemeenten Culemborg en Geldermalsen Verbreding rijksweg A2 tot 2 x 3 rijstroken, gedeelte van de aansluiting Culemborg en knooppunt Deil, met bijkomende werken Besluit van 19 september

Nadere informatie

Onteigening in de gemeenten Rotterdam, Berkel en Rodenrijs en Pijnacker

Onteigening in de gemeenten Rotterdam, Berkel en Rodenrijs en Pijnacker VW Onteigening in de gemeenten Rotterdam, Berkel en Rodenrijs en Pijnacker Aanleg N470-Zuid Besluit van 4 september 2002, nr. 02.004071 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23038 17 mei 2016 Besluit van 15 april 2016, nr. 2016000687, tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 681 18 januari 2012 Besluit van 14 december 2011, nr. 11.003025, houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening

Nadere informatie

Onteigening in de gemeenten Haarlemmermeer en Aalsmeer

Onteigening in de gemeenten Haarlemmermeer en Aalsmeer VW Onteigening in de gemeenten Haarlemmermeer en Aalsmeer Omlegging provinciale weg N201 vanaf de Fokkerweg/Aalsmeerder Noordtocht tot en met de aansluiting op de Legmeerdijk Besluit van 7 september 2006,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 98 2 juni 2009 Aanwijzing onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte gemeenten Oostzaan en Amsterdam Wij Beatrix,

Nadere informatie

Onteigening in de gemeente Utrecht

Onteigening in de gemeente Utrecht VW Onteigening in de gemeente Utrecht Aanleg gedeelte Noordelijke Stadsas in de deelgebieden Leidsche Rijn Park en Het Zand van de VINEX-locatie Leidsche Rijn te Utrecht vanaf de Haarrijnse Rading tot

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10046 24 april 2015 Besluit van 24 maart 2015 nr. 2015000499, tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de

Nadere informatie

Onteigening in de gemeente Zoetermeer VW

Onteigening in de gemeente Zoetermeer VW Onteigening in de gemeente Zoetermeer VW «Onteigeningswet» Aanleg provinciale weg N469 Besluit 20 augustus 1997, nr. 97.003863 houdende aanwijzing onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte Wij

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : Ag nr. : Onderwerp Administratieve onteigening In Goede Aarde I. Status Besluitvormend Voorstel Voorstel inzake het onteigeningsplan In Goede Aarde I, behandeling zienswijzengeschriften en besluit tot

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13255 27 mei 2015 Besluit van 23 april 2015 nr. 2015000738, tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21490 5 augustus 2015 Besluit van 2 juli 2015, nr. 2015001180 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 7

Aan de raad AGENDAPUNT 7 Aan de raad AGENDAPUNT 7 Aldus besloten 12 november 2009 Onteigening bestemmingsplan Het Loo 2007 Doetinchem, 2 november 2009 Voorstel: 1. Ten aanzien van de ingediende zienswijzen: a. de zienswijze van

Nadere informatie

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA Gemeente Beek IIIIIllll 09vra00139 Volgno. : 6 Afdeling : ROBW Datum : 26 mei 2009 Raadscie : GGZ Corr.no. : 25 juni 2009 Steller : T. Louis ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN

Nadere informatie

Onteigening in de gemeente Breda VW

Onteigening in de gemeente Breda VW Onteigening in de gemeente Breda VW «Onteigeningswet» Aanleg Hogesnelheidslijn Zuid, Rijksweg 16 en Rijksweg 58 Besluit van 17 februari 1999, nr. 99.000743 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : Ag nr. : Onderwerp Administratieve onteigening In Goede Aarde I. Status Besluitvormend voorbereiding administratieve onteigening Voorstel 1. de administratieve onteigeningsprocedure te starten ter realisering

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2245 29 12 12februari 2009 Besluit van 30 januari 2009, no. 09.000181 tot goedkeuring van het besluit van de raad

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Procedure administratieve onteigening t.b.v. gronden rondweg Buitenpost. Raad. 6 maart Status.

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Procedure administratieve onteigening t.b.v. gronden rondweg Buitenpost. Raad. 6 maart Status. Aan de Gemeenteraad Raad Status 6 maart 2008 Besluitvormend Onderwerp Procedure administratieve onteigening t.b.v. gronden rondweg Buitenpost Punt no. 7 Korte toelichting Op 22 november 2007 hebt u besloten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34045 17 december 2014 Besluit van 14 november 2014, nr. 2014002190, tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11287 26 maart 2018 Besluit van 14 februari 2018, nr. 2018000298 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Onteigening in de gemeente Amersfoort

Onteigening in de gemeente Amersfoort VW Onteigening in de gemeente Amersfoort Aanleg gedeelten ontsluiting Vathorst Besluit van 3 april 2003, nr. 03.001513 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte Wij Beatrix,

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1335005 Datum: 22 november 2016 Afdeling / Team: SVB / ADT Portefeuillehouder: H. Krieger Behandeld door: A. Ordeman/J.Cohen Onderwerp: Project Klein

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8.4 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART 2013 Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg Voorstel: 1. De Kroon conform het onteigeningsplan en de conceptbrief verzoeken om ten name

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20028 20 december 2010 Besluit van 12 november 2010, 10.003107 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening

Nadere informatie

Grondverwerving; een introductie

Grondverwerving; een introductie Grondverwerving; een introductie Inleiding De provincie Zuid-Holland heeft als taak het provinciaal- /rijksbeleid uit te voeren. Zij doet er alles aan om dit goed en zorgvuldig te doen. Soms is het nodig

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5448 7 maart 2014 Besluit van 12 februari 2014, 2014000332, tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 66 66 66april 2009 Besluit van 21 februari 2009, no. 09.000476, tot goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente

Nadere informatie

Onderwerp Start administratieve onteigeningsprocedure ten behoeve van realisatie bestemmingsplan 'Neptunus' te Kessel.

Onderwerp Start administratieve onteigeningsprocedure ten behoeve van realisatie bestemmingsplan 'Neptunus' te Kessel. Raadsvoorstel Raadsvergadering : 26 april 2011 Voorstel : 2011-037 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2010/19840 Documentnummer : 1894/2010/30936 Datum : Onderwerp Start administratieve onteigeningsprocedure

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28488 24 oktober 2014 Besluit van 30 september 2014, nr. 2014001852, tot aanwijzing van een onroerende zaak ter onteigening

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013 Zaaknummer: 00359858 Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013 Collegevoorstel Feitelijke informatie In de loop van 1995 is het pand op het perceel Wijksestraat 3 in de vesting Heusden (kadastraal

Nadere informatie

Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen

Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen Aanleg van een nieuwe spoorlijn of aanpassingen van een bestaande spoorlijn buiten de

Nadere informatie

Onteigening in de gemeente Rotterdam

Onteigening in de gemeente Rotterdam VW Onteigening in de gemeente Rotterdam Aanleg Hogesnelheidslijn-Zuid Besluit van 19 mei 2000, nr. 00.003260 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16401 12 september 2011 Besluit van 30 augustus 2011 no. 11.002038 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13184 19 augustus 2010 Besluit van 4 augustus 2010, nr. 10.002195, tot onthouding van goedkeuring aan het besluit van

Nadere informatie

Onteigening in de gemeente Maasdriel VW

Onteigening in de gemeente Maasdriel VW Onteigening in de gemeente Maasdriel VW «Onteigeningswet» Dijkverbetering Almese Stoep - Kerkdriel Besluit 1 maart 1999, nr. 99.000909 houdende aanwijzing onroerende zaken ter onteigening ten algemenen

Nadere informatie

Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure

Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure 19 september 2017 Carola van Andel Onderhandelen Onderhandelingsplicht Artikel 17 Onteigeningswet De onteigenende partij tracht hetgeen onteigend

Nadere informatie

Onteigening in de gemeente Apeldoorn

Onteigening in de gemeente Apeldoorn VROM Onteigening in de gemeente Apeldoorn Percelen begrepen in het bestemmingsplan Stationsomgeving Noord Besluit van 12 januari 2001 no. 01.000121 tot goedkeuring van het besluit van de raad van Apeldoorn

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16475 19 september 2011 Besluit van 29 augustus 2011, 11.002028 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening

Nadere informatie

Wijziging van de onteigeningswet

Wijziging van de onteigeningswet > Retouradres Postbus 20951 2500 EZ Den Haag De gemeenten De provincies Rijnstraat 8 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag Interne postcode 880 www.vrom.nl Wijziging van de onteigeningswet Contactpersoon drs.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26213 28 december 2012 Besluit van 4 december 2012, nr. 12.002878, houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening

Nadere informatie

Onteigening in de gemeenten Rotterdam en Barendrecht

Onteigening in de gemeenten Rotterdam en Barendrecht Onteigening in de gemeenten Rotterdam en Barendrecht VW «Onteigeningswet» Aanleg Betuweroute Besluit van 3 juni 1999, nr. 99.002484 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen

Nadere informatie

Deze herziene versie van 14 januari 2014 vervangt integraal de notitie van 12 december 2012.

Deze herziene versie van 14 januari 2014 vervangt integraal de notitie van 12 december 2012. Notitie van 14 januari 2014 betreffende: Aandachtspunten en aanbevelingen voor het kunnen starten van de administratieve onteigeningsprocedures op grond van de titels II tot en met IIc en IV van de onteigeningswet.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1209 17 27 27januari 2009 Besluit van 11 december 2008, no. 08.003552 tot goedkeuring van het besluit van de raad

Nadere informatie

Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel.

Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel. Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel. Inleiding Op 13 juli 2017 hebben burgemeester en wethouders het voorkeursrecht gevestigd op basis van de Wvg op het plangebied Centrum Boekel.

Nadere informatie

Onteigening Lisbloemstraat 9 t/m 19 (Kleiwegkwartier) (nr. 604)

Onteigening Lisbloemstraat 9 t/m 19 (Kleiwegkwartier) (nr. 604) 99SOB04963 Rotterdam, 30 november 1999. Onteigening Lisbloemstraat 9 t/m 19 (Kleiwegkwartier) (nr. 604) Aan de Gemeenteraad. Inleiding Uit een in 1997 door de hoofdafdeling Bouw- en Woningtoezicht van

Nadere informatie

Onteigeningswet Wet voorkeursrecht gemeenten

Onteigeningswet Wet voorkeursrecht gemeenten Onteigeningswet Wet voorkeursrecht gemeenten Onteigeningswet Wet voorkeursrecht gemeenten Editie 2012 Afsluitdatum: 5 juni 2012 2012, Jongbloed juridische boekhandel ISBN 978 90 7006 262 0 NUR 823 Niets

Nadere informatie

Nadeelcompensatieregeling Kabels en leidingen Gemeente Castricum 2014

Nadeelcompensatieregeling Kabels en leidingen Gemeente Castricum 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Castricum. Nr. 78794 31 december 2014 Nadeelcompensatieregeling Kabels en leidingen Gemeente Castricum 2014 Het college van burgemeester en wethouders maakt

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures

Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures Het land beschermen tegen overstromingen. Aanleg, reconstructie en onderhoud van rijkswegen. Het bevorderen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 619 Besluit van 15 november 2004 tot wijziging van enkele besluiten op het terrein van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Heerhugowaard Stad van kansen

Heerhugowaard Stad van kansen Raadsvergadering: 26 feb 2019 Besluit Unaniem Aangenomen Heerhugowaard Stad van kansen Agendanr.: 12 Voorstelnr.: RB2018118 Onderwerp: Verzoekbesluit tot onteigening t.b.v. bestemmingsplan Reconstructie

Nadere informatie

VERZONDEN 1 8 DEC 2012

VERZONDEN 1 8 DEC 2012 Nummer: Ontvangstdatum: 1 9 DEC 2012 Retouradres Postbus 2232 3500 GE Utrecht Vereniging van Nederlandse Gemeenten T.a.v. het Bestuursbureau Postbus 30435 2500 EK Den Haag Rijkswaterstaat Ministerie van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4849 2 april 2012 Besluit van 25 februari 2012, nr. 12.000400, houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening

Nadere informatie

Koninklijk Besluit, , No , LJN: (Provinciale Staten van Fryslân)

Koninklijk Besluit, , No , LJN: (Provinciale Staten van Fryslân) pagina 1 van 10 Auteur: TBR 2012 / 203 Koninklijk Besluit, 9-7-2012, No. 12.001565, LJN: (Provinciale Staten van Fryslân) Ow: art. 77, art. 78 Onteigening. Noodzaak. Minnelijk overleg Met noot B.S. Kate

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26674 24 mei 2019 Besluit van 25 april 2019, nr. 2019000845 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2057 25 februari 2011 Besluit van 12 februari 2011 no. 11.000371 tot gedeeltelijke goedkeuring van het besluit van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16069 8 augustus 2012 Besluit van 9 juli 2012, nr. 12.001564, houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 12 27 178 Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met de invoering van een rijksprojectenprocedure (rijksprojectenprocedure)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15135 19 juni 2014 Besluit van 15 mei 2014, nr. 2014000949, tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de

Nadere informatie

Nr JORI Houten, 23 mei 2000

Nr JORI Houten, 23 mei 2000 Nr. 2000-83-JORI Houten, 23 mei 2000 Aan de gemeenteraad Onderwerp Verzoek om planschadevergoeding van de heer P.J.M. Kamman en mevrouw E.H.W. Kamman- Croese op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11303 29 maart 2018 Besluit van 14 februari 2018, nr. 2018000297 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in

Nadere informatie

Procedures tegen nieuwe 380 kv-hoogspanningsverbindingen van TenneT

Procedures tegen nieuwe 380 kv-hoogspanningsverbindingen van TenneT Procedures tegen nieuwe 380 kv-hoogspanningsverbindingen van TenneT Inleiding TenneT is bezig om dwars door Nederland verschillende nieuwe 380 kvhoogspanningsverbindingen te realiseren. Eigenaren, pachters,

Nadere informatie

De Gemeenschappelijke regeling schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4 wordt als volgt gewijzigd:

De Gemeenschappelijke regeling schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4 wordt als volgt gewijzigd: Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van nr., tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4 HOOFDDIRECTIE BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN

Nadere informatie

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Hollands Kroon 2015

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Hollands Kroon 2015 Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Hollands Kroon 2015 Beleidsregels over nadeelcompensatie als gevolg van het verplaatsen op verzoek van de gemeente of het anderszins nemen van maatregelen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18396 18 november 2010 Besluit 7 oktober 2010, 10.002790 houdende aanwijzing onroerende zaken ter onteigening ten algemenen

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam.

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Inleiding Het ontwerp wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam en het ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere waarden geluid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 158 Besluit van 29 april 2008, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 108, eerste lid, van de Wet

Nadere informatie

Onteigening in de gemeenten Valburg, Elst en Bemmel

Onteigening in de gemeenten Valburg, Elst en Bemmel VW Onteigening in de gemeenten Valburg, Elst en Bemmel Aanleg Betuweroute Besluit 4 december 2000, nr. 00.006491 houdende aanwijzing onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Onteigening in de gemeente Amsterdam

Onteigening in de gemeente Amsterdam VROM Onteigening in de gemeente Besluit van 16 september 2005 no. 05.003405 tot goedkeuring van het besluit van de stadsdeelraad gemeente van 6 december 2004, no. 2004/15684, tot onteigening als bedoeld

Nadere informatie

G E N N E P. : Verzoek aan Kroon tot onteigening. Geachte raad,

G E N N E P. : Verzoek aan Kroon tot onteigening. Geachte raad, G E N N E P VERGADERING GEMEENTERAAD Datum : 19 september 2016 Agenda nr : n.n.b. Datum : 23 augustus 2016 Zaaknummer : 220177 Onderwerp : Verzoek aan Kroon tot onteigening Geachte raad, Het bestemmingsplan

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs. D.M.P.G. Smolenaers 27 september juli De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs. D.M.P.G. Smolenaers 27 september juli De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs. D.M.P.G. Smolenaers 27 september 2018 Datum voorstel 10 juli 2018 Agendapunt Onderwerp Voorkeursrecht bouwlocatie nabij HF Wittecentrum De raad wordt voorgesteld

Nadere informatie

Onderwerp Zevende wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV

Onderwerp Zevende wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV Besluit Onderwerp Zevende wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV Algemene vergadering van aandeelhouders van Groen Ontwikkelfonds Brabant BV; Gelet op artikel 4:81 van

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: 642268 Datum: 9 januari 2012 Behandeld door: P.N.M. de Lange Afdeling/Team: Ruimtelijke Ontwikkeling/Team Projecten Onderwerp: Onteigeningsplan Weidevenne:

Nadere informatie

Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden

Vestiging voorkeursrecht plangebied Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk in Heusden Raad Onderwerp: V200801440 Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden Raadsvoorstel Inleiding: Voor het plangebied Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk in Heusden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29273 6 november 2013 Besluit van 30 september 2013, nr. 13.002038, houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening

Nadere informatie

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja ŷ. Onteigening van gronden ten behoeve van de aanleg van de Noordzuidverbinding.

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja ŷ. Onteigening van gronden ten behoeve van de aanleg van de Noordzuidverbinding. Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 14INT00727 III MIN INI II II III I II II Datum vergadering: Nota openbaar: Ja ŷ Gemeente Hellendoorn 1 1 Onderwerp: Onteigening van gronden ten behoeve van

Nadere informatie

ontwerpvoorstel aan de raad

ontwerpvoorstel aan de raad ontwerpvoorstel aan de raad Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: 1 Kennis te nemen van de ingekomen zienswijzen en in te stemmen met de weerlegging zoals

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. gebied Zijtak Portefeuillehouder: J.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3776 17 maart 2011 Besluit van 3 maart 2011, no. 11.000559 tot gedeeltelijke goedkeuring van het besluit van de raad van

Nadere informatie

Wet grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning

Wet grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning Wet grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning BES Bron: http://wetten.overheid.nl/bwbr0028218/ Disclaimer: Deze tekst is slechts een kopie van de Wet grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning BES,

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Gemeente Mook en Middelaar M M Samenvatting. Voorstel om te besluiten

Raadsvoorstel. Gemeente Mook en Middelaar M M Samenvatting. Voorstel om te besluiten Agenda puntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d.d. : Raadscommissie Commissie d. d. Programma Onderwerp Portefeuillehouder : Bijlagen 111111111111111111111111111 001111110110111111111101111 M M16005293

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6099 21 februari 2018 Besluit van 22 januari 2018, nr. 2018000112 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 181 7 januari 2011 Besluit van 27 december 2010, no. 10.003559 tot goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST REACTIENOTA ZIENSWIJZE(N) ONTWERPBESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST 1. INLEIDING 2. SAMENVATTING ZIENSWIJZEN + REACTIE 3. VOORSTEL 4. AMBTSHALVE WIJZIGINGEN

Nadere informatie

Onteigening ten name van de provincie Zuid-Holland

Onteigening ten name van de provincie Zuid-Holland VROM Onteigening ten name van de provincie Zuid-Holland Besluit van 18 september 2007, no. 07.003017 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening als bedoeld in artikel 87 van Titel IV van

Nadere informatie

Onteigening in de gemeente Valburg VW

Onteigening in de gemeente Valburg VW Onteigening in de gemeente Valburg VW «Onteigeningswet» Aanleg Betuweroute Besluit van 26 januari 1999, nr. 99.000301 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte Wij Beatrix,

Nadere informatie

Onteigening in de gemeente Amsterdam

Onteigening in de gemeente Amsterdam VROM, BZK Onteigening in de gemeente Besluit van 18 januari 2008, no. 08.000119 tot gedeeltelijke goedkeuring van het besluit van de stadsdeelraad Bos en Lommer van de gemeente van 18 april 2007, nummer

Nadere informatie

Zienswijze Schipper De zienswijze die naar voren gebracht wordt, kan als volgt worden weergegeven:

Zienswijze Schipper De zienswijze die naar voren gebracht wordt, kan als volgt worden weergegeven: REACTIE OP DE INGEDIENDE ZIENSWIJZEN (behorende bij het raadsbesluit van 30 juni 2009 betreffende de administratieve onteigeningsprocedure ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan Bangert

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel tot het verkopen van landbouwgrond gelegen aan

Raadsbijlage Voorstel tot het verkopen van landbouwgrond gelegen aan gemeente Eindhoven Dienst Stadsontwikkeling Raadsbijlage nummer x 68 Inboeknummer g Slo x s 6gg Beslisdatum BSxW x x augustus xgg8 Dossiernummer S33.406 Raadsbijlage Voorstel tot het verkopen van landbouwgrond

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16938 3 juli 2015 Besluit 4 juni 2015, 2015000973 tot aanwijzing onroerende zaken ter onteigening in de gemeenten Oude IJsselstreek,

Nadere informatie

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Ede 2015

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Ede 2015 Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Ede 2015 Beleidsregels over nadeelcompensatie als gevolg van het op verzoek van het college van burgemeester en wethouders verplaatsen, of het anderszins

Nadere informatie

Onteigening in de gemeenten Breukelen, Maarssen en Utrecht

Onteigening in de gemeenten Breukelen, Maarssen en Utrecht VW Onteigening in de gemeenten Breukelen, Maarssen en Utrecht Verbreding spoorbaan Besluit van 10 november 2000, nr. 00.006065 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14162 Nadere regelen tot beëindiging van de afwikkeling van de oorlogs- en watersnoodschaden en van schaden in de zin van de Wet Overheidsaansprakelijkheid

Nadere informatie