STRATEGISCH BELEIDSPLAN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STRATEGISCH BELEIDSPLAN"

Transcriptie

1 STRATEGISCH BELEIDSPLAN LEEUWARDER LYCEUM

2 Voorwoord Het Leeuwarder Lyceum kende tot en met schooljaar een organisatiestructuur van drie deelscholen (een deelschool onderbouw, klas 1 en 2, en twee deelscholen bovenbouw, waarvan één met de klassen 4 en 5 havo, en de andere met de klassen 4, 5, 6vwo), aangestuurd door conrectoren. Deze structuur is voortgekomen uit het beleid van Piter Jelles breed, waarin organisatiekernen in deelscholen zijn onderverdeeld. Deze gekozen organisatievorm heeft ertoe geleid dat het onderwijs specifiek vorm gekregen heeft binnen de afzonderlijke deelschooleenheden. Uit dit onderzoek zijn een aantal aandachtspunten gekomen en zijn conclusies geformuleerd die (mede) 1 ertoe hebben geleid een nieuw strategisch beleidsplan te schrijven voor de komende jaren. Tot de aandachtspunten behoren onder andere het formuleren van een duidelijke visie en missie en de daarbij horende vertaalslag naar het onderwijs, de pedagogiek en didactiek binnen zowel de ambitie van de school als de eisen van het nieuwe Sectorakkoord, de efficiency van de organisatiestructuur en diverse aspecten die te maken hebben met (school-)cultuur. De kernwaarden van het Leeuwarder Lyceum dienen als leidraad voor dit proces, met als grondgedachte dat het stimuleren van ambitie, betrokkenheid, differentiatie, dynamiek, personalisering en autonomie bij alle medewerkers ook zal leiden zal tot het stimuleren van deze kernwaarden bij de leerlingen. Mei 2015 Drs. L. S. Wagenaar Rector Leeuwarder Lyceum 1 Hieronder vallen de rapporten van de inspectie, breed uitgezette tevredenheidsonderzoeken en de gesprekken met personeelsleden Zie voor een samenvatting bijlage I 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1. Visie en missie Leeuwarder Lyceum 1.1. De uitgangspunten en kernwaarden van het Leeuwarder Lyceum 1.2. De missie van het Leeuwarder Lyceum 1.3. De visie van het Leeuwarder Lyceum Hoofdstuk 2. Het Leeuwarder Lyceum als onderdeel van OSG Piter Jelles 2.1 OSG Piter Jelles als instituut in de regionale context 2.2 Opleidingsrichtingen op het Leeuwarder Lyceum 2.3 Eigenheid en verscheidenheid van het Leeuwarder Lyceum in de organisatie 2.4 Positionering van het Leeuwarder Lyceum op de lange termijn Hoofdstuk 3. De organisatiestructuur van het Leeuwarder Lyceum 3.1 De organisatiestructuur in samenhang met de visie en missie van het Leeuwarder Lyceum 3.2 Uitgangspunt secties en ontwikkelteams als basis van de organisatiestructuur 3.3 Leerlingbegeleiding in de organisatiestructuur Hoofdstuk 4. Personeelsbeleid 4.1 Kwaliteits- en talentontwikkeling 4.2 Professionalisering, scholing en talentontwikkeling Scholing en professionalisering in de POP-cyclus Scholing en professionalisering in het kader van het Sectorakkoord Oplossingsgericht coachen Gepersonaliseerd leren, didactisering en differentiatie 4.3 Deelgebieden OOP: Logistieke en administratieve ondersteuning Inhoudelijke en lesgebonden ondersteuning Pedagogische en specifieke ondersteuning 3

4 Hoofdstuk 5. Lessen en didactiek op het Leeuwarder Lyceum 5.1 Lessen op het Leeuwarder Lyceum Inleiding Toetsingskader Sectorakkoord Toezichtkader Inspectie 5.2 Pedagogiek en didactiek Pedagogisch klimaat en didactisch concept Mentoraat 5.3 Inrichting lessen Lestijden: roosters en flexibilisering Maatwerk, monitoring, beoordeling en reflectie Hoofdstuk 6. Organisatietrajecten 6.1 Determinatie en instroom, doorstroom, uitstroom 6.2 Vernieuwing lessentabel en roostering 6.3 Technasium 6.4 Internationale trajecten, twee- en drietalig onderwijs voor havo en vwo, profilering alfa-, bèta- en gammarichtingen 6.5 Talentonderwijs voor havo en vwo 6.6 LOB, toekomstgericht onderwijs en portfolio 6.7 ICT, mediatheek e.o. 6.8 Zorg en Passend Onderwijs Hoofdstuk 7. Kwaliteitszorg 7.1 Inspectierapport en doelstellingen toezichtkader op korte en lange termijn 7.2 Onderdelen kwaliteitszorg Bijlagen: Bijlage 1: Ontwikkelteams Bijlage 2: Competenties leidinggevenden Bijlage 3: Profiel- en taakomschrijving jaarlaag-/leerlingcoördinatoren Bijlage 4: Inspectierapport 2014 Bijlage 5: Voortgangsrapportage naar aanleiding van inspectierapport Bijlage 6: Actieplan naar aanleiding inspectierapport 4

5 5

6 Inleiding Aan dit strategisch beleidsplan voor de periode van ligt een heldere visie op het onderwijs op het Leeuwarder Lyceum ten grondslag. Uitgangspunt is daarbij de leerling, wiens ontwikkeling vanaf het begin van zijn schoolcarrière tot het behalen van een diploma centraal staat in zowel de visie als de missie van de school. Om dit traject goed te begeleiden is een onderwijsomgeving nodig die hierop ingericht is. Het primair proces, gedragen door de docenten en mentoren die de pedagogische en didactische ontwikkeling van de leerling op zich nemen, is de spil van het onderwijs. De organisatiestructuur is dienend aan dit proces. In het strategisch beleidsplan voor de komende jaren is dan ook gekozen voor een organisatiestructuur waarbij secties en ontwikkelteams de basis vormen van het proces, en beleidsteams voor havo en vwo de opleidingsspecifieke aandachtspunten bewaken. In de hoofdstukken over de visie en missie zijn de uitgangspunten hiervoor beschreven, en in de navolgende hoofdstukken (en deels bijlagen) staat een verdere uitwerking van de ideeën en de vertaalslag naar de praktijk. De ontwikkelingen die vanuit het Sectorakkoord ingezet worden (zoals een verdere personalisering van het onderwijsaanbod, een toekomstgerichte inzet van diverse leermiddelen, o.a. multi-mediale, en een verdere professionalisering van OP en OOP) zijn eveneens hiervan een onderdeel. Het strategisch beleidsplan is richting gevend, maar ook dynamisch: per jaar zullen aanvullingen toegevoegd worden en zal de voortgaande ontwikkeling in kaart gebracht worden, mogelijk met nieuwe vragen en doelstellingen, waarbij kwaliteit van onderwijs en de voortgang van de ontwikkeling naar VO 2020 voorop staan. Het strategisch beleidsplan biedt een voverzicht over de beleidsterreinen die de komende jaren de aandacht zullen vragen op het Leeuwarder Lyceum. Voor een aantal beleidsterreinen (zoals het technasium, de zorg, het beleid ICT) geldt dat een op het strategisch beleidsplan voortbouwend specifiek beleidsplan geschreven is of wordt. De aandachtsgebieden van de ontwikkelteams zijn in de bijlagen opgenomen, en de ontwikkelingen binnen deze teams worden ieder jaar in het schoolplan uitgewerkt en verantwoord. Voorts zijn in de bijlagen opgenomen de aandachtspunten die (mede) tot het schrijven van voorliggend strategisch beleidsplan geleid hebben, de competentieprofielen voor docenten met een (nieuwe) taak en een overzicht van de aandachtspunten vanuit het Sectorakkoord. In het bijgevoegd schoolplan zijn de doelstellingen, checkmomenten en indicatoren voor voortgang en evaluatie en het tijdpad voor het schooljaar opgenomen. 6

7 Hoofdstuk 1 Visie en missie Leeuwarder Lyceum 1.1 De uitgangspunten en kernwaarden van het Leeuwarder Lyceum Het Leeuwarder Lyceum stelt zich ten doel een school te zijn waar alle leerlingen gezien en gekend worden en zich optimaal op hun toekomst kunnen voorbereiden. Zij leren hun eigen keuzes te maken en tot zelfstandige volwassenen op te groeien. Iedereen heeft de kans zich in zijn talent te ontwikkelen dat geldt niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor de medewerkers. In een zowel veilige als uitdagende leeromgeving worden leerlingen geïnspireerd om onderzoekend en creatief aan de slag te gaan en plezier te hebben in het zich te ontwikkelen en te presteren. Gezamenlijk wordt vorm en inhoud aan de leerprocessen op school gegeven, waarbij een ieder zijn verantwoordelijkheid heeft voor de omgeving, de kwaliteit en het leefklimaat. De kernwaarden van het Leeuwarder Lyceum zijn: - kennen en gekend worden - uitdagen en presteren - nieuwsgierig, creatief en onderzoekend - verantwoordelijk zijn en verantwoording afleggen Het motto is: Plezier in Presteren! 1.1 Missie van het Leeuwarder Lyceum Op het Leeuwarder Lyceum worden leerlingen die vanuit het basisonderwijs (of vanuit eerdere opleidingsrichtingen) komen in een zowel veilige als uitdagende omgeving voorbereid op hun verdere stap naar de toekomst. Leerlingen die op het Leeuwarder Lyceum onderwijs hebben gevolgd, zijn zelfbewust, hebben geleerd om hun talent un te zetten en weten hoe zij zich verder kunnen ontwikkelen. Deze grondslag is heel bewust gekozen, en heeft direct verband met de doelstelling die de school heeft met het geven van onderwijs en de resultaten die dit onderwijs moet opleveren voor onze leerlingen. Dit vertaalt zich naar de volgende missie: Het Leeuwarder Lyceum biedt onderwijs dat continu in ontwikkeling is op basis van de nieuwste pedagogische, didactische en maatschappelijke inzichten. Daarmee streeft het Leeuwarder Lyceum naar een optimale voorbereiding van jonge mensen op de maatschappij, waarin zij als volwaardige mensen kunnen functioneren. Het bereiken van de benodigde competenties van de leerlingen op het gebied van vergaren van kennis en inzicht in leerprocessen, op sociaal-emotioneel terrein, op zelfstandigheid in leren en werken en maatschappelijke betrokkenheid getuigen daarvan. Op alle scholen staan leerlingen centraal. Op het Leeuwarder Lyceum is die centrale positie van leerlingen vertaalbaar naar de wijze waarop het onderwijs aangeboden wordt en hoe de leeromgeving gerealiseerd wordt. Door de nadruk op het plezier in presteren te leggen en leerlingen te leren hun eigen verantwoordelijkheid te nemen, het personaliseren, differentiëren en afstemmen op de individuele leerbehoefte van de leerlingen hebben alle leerlingen een optimale basis om goed voorbereid de maatschappij in te gaan en volwaardige deelnemers van de samenleving te worden, kortom: de mens te worden die zij willen zijn. 7

8 Het Leeuwarder Lyceum levert door haar onderwijsaanbod een bijdrage aan deze missie en heeft het volste vertrouwen dat door deze vorm van onderwijs de leerlingen een goede toekomst te wachten staat. 1.2 Visie van het Leeuwarder Lyceum 1. Het onderwijs op het Leeuwarder Lyceum biedt ruimte voor ambitie. Leerlingen worden maximaal uitgedaagd om vanuit hun eigen belangstellingssfeer aan het werk te gaan, autonoom te zijn in het maken van keuzes, en voor het vorm geven van hun eigen ambitie gebruik te maken van feedback en reflectie. Plezier in presteren is een slogan die het Leeuwarder Lyceum hoog in het vaandel heeft en terugkomt in de lessen en in de begeleiding van de leerlingen, waarbij er aandacht is voor het verhogen van het ambitieniveau. Leerlingen zijn verschillend, en dat geldt ook voor hun ambities. Er wordt aandacht besteed aan maatwerk, personalisering en het vormen van een portfolio. 2. Op het Leeuwarder Lyceum is voor iedereen ruimte voor eigenheid, autonomie en zelfstandigheid Leerlingen hebben de vrijheid om hun eigen leerweg te ontdekken, en hebben daarbij respect voor de leerwijze van anderen, en docenten hebben respect voor de stappen die de leerlingen in hun ontwikkeling zetten. Dit respect komt ook tot uiting in de betrokkenheid van de school, van de docenten en van de mentoren bij het ondersteunen van leerlingen in het maken van keuzes, het geven van feedback en het bieden van een luisterend oor. De samenhang in het leren en het zich ontwikkelen van de leerling op cognitief en persoonlijk vlak van groot belang. Daarbij zijn ouders en de leefomgeving van de leerlingen, alsmede de invloed van ouders (door platforms, ouderavonden, etc.) niet weg te denken. 3. Het onderwijs op het Leeuwarder Lyceum stimuleert de creativiteit van de leerlingen. Leerlingen leren het meest door betekenisvol onderwijs te krijgen. Niet alleen leren met schoolvakken hoort tot de keuzemogelijkheden van een leerling, maar ook projecten, reizen, cultuur en sport. Door te leren hoe je je eigen creativiteit inzet en daar feedback op te krijgen, wordt de invloed op het eigen onderwijsleerproces vergroot. Samenhangen te leren ontdekken in je persoonlijke ontwikkeling en die van jezelf als mens in de maatschappij en in het sociaal leven, vergt veel van het verantwoordingsbewustzijn van het individu: leerlingen leren hun competenties, talenten en vaardigheden kennen, daarmee te participeren in de samenleving en onderdeel daarvan te worden. 4. Leren en werken op het Leeuwarder Lyceum is telkens in ontwikkeling. Leerlingen leren keuzes te maken waardoor zij in staat zijn volwaardig te functioneren in werk, maatschappij en in sociale situaties. Wanneer leerlingen een eigen inbreng in het leerproces hebben, er diversiteit is in contacturen en zelfstandige uren en in de toekomst vakken of vakgebieden op een meer individuele manier aangeboden worden, geeft dit onafhankelijkheid en vrijheid. Deze onafhankelijkheid is geen onverschilligheid, maar brengt een leerling tot het functioneren als individu, dat zich niet laat beïnvloeden door omstandigheden of personen, maar dat voldoende toegerust is om eigen ideeën in te brengen en te vertrouwen op de eigen capaciteiten, waarbij de ander in de maatschappij, in de samenhang en het maken van keuzes niet onopgemerkt blijft. 8

9 5. Het onderwijs op het Leeuwarder Lyceum stimuleert de zelfstandigheid van elke leerling. Leerlingen hebben de vrijheid om hun eigen leerweg te ontdekken, en hebben daarbij oog en respect voor de leerwijze van anderen. Docenten hebben vertrouwen in de stappen die de leerlingen in hun ontwikkeling zetten. Leerlingen krijgen de gelegenheid hun zelfstandigheid te ontwikkelen in het maken van keuzes in tempo, leerstof en verwerking van de leerstof. De zelfstandige leerweg komt ook tot uiting in reflectie; het laagdrempelig geven en ontvangen van feedback. Leerlingen die leren samen te werken krijgen inzicht in de denk- en leerprocessen en het handelen en denken van de ander, waardoor samenhangen en situaties in het maatschappelijke leven geïntegreerd worden. De zelfstandigheid leidt tot oplossingsgericht denken. Om aan de doelstellingen, zoals in deze visie verwoord, vorm te geven, zijn gerichte vaardigheden van docenten (als surplus op de competenties als omschreven in de BIO-standaard) noodzakelijk. Ook onderwijsondersteunende zaken moeten aan de doelstellingen in de visie voldoen. Daarnaast is een op de missie en visie gebaseerde organisatiestructuur noodzakelijk. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de organisatiestructuur voor de komende jaren. 9

10 Hoofdstuk 2 Het Leeuwarder Lyceum als onderdeel van OSG Piter Jelles Algemeen Openbare Scholengemeenschap Piter Jelles is een algemeen toegankelijke onderwijsinstelling voor Voortgezet Onderwijs in Leeuwarden en omgeving. De verschillende scholen van Piter Jelles bieden onderwijs aan van praktijkonderwijs tot en met gymnasium en doen dit elk op basis van eigen profiel. De scholen staan open voor leerlingen en medewerkers van alle culturen, gezindten en geaardheden. 2.1 OSG Piter Jelles als instituut in de regionale context OSG Piter Jelles heeft als missie alle leerlingen tussen de 12 en 18 jaar in Leeuwarden en omgeving passend en uitdagend onderwijs bieden, zodat zij geprikkeld worden om maximaal rendement te halen uit hun talenten en opgeleid worden tot zelfstandige burgers die in de toekomst hun weg in de maatschappij goed weten te vinden. Deze missie uit zich in onderstaande pijlers en kenmerken: Pijlers: OSG Piter Jelles: Kenmerken: OSG Piter Jelles: * heeft voor kinderen en ouders herkenbare * is een organisatie met relatief autonome scholen scholen * heeft aandacht voor ieder kind * heeft een duidelijk beeld over de grenzen aan de samenwerking * heeft een optimaal onderwijsaanbod in het * besteedt de middelen verantwoord Voortgezet Onderwijs * staat open voor vernieuwing * maakt optimaal gebruik van de personele kwaliteiten * biedt ruimte voor persoonlijke ontwikkeling * heeft de gebouwen op orde * biedt algemeen toegankelijk onderwijs met aandacht voor verschillen * heeft de kwaliteit op alle afdelingen ruim voldoende volgens de inspectienormen Kernthema s: In het Strategisch Plan worden drie kernthema s genoemd, die voor alle scholen kader stellend zijn: Kwaliteit Kwaliteitszorg is het geheel van maatregelen waarmee de school op systematische wijze de kwaliteit van het onderwijs in brede zin bepaalt, bewaakt en verbetert. Bij Kwaliteitszorg stellen we de volgende vragen: Doen we de goede dingen? Doen we de dingen goed? Hoe weten we dat? Hoe meten we dat? Vinden anderen dat ook? Wat doen we met die wetenschap? 10

11 Samenwerking Samenwerking, zowel intern als extern, is gericht op de verbeteringen in het belang van het onderwijs c.q. het primaire onderwijsproces. Binnen dit thema maakt Piter Jelles een onderscheid tussen afstemming en samenwerking. Bij afstemming houden scholen rekening met elkaar en komen scholen tot gezamenlijke afspraken; Bij samenwerking gaat het om het samen doen van dingen vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid. In het belang van de leerling heeft interne en externe samenwerking tot doel de leerling onderwijs te bieden dat het beste bij hem of haar past. Innovatie Hieronder wordt het volgende verstaan: Het onderwijs op de scholen van Piter Jelles geschiedt vanuit nieuwe, evidence based, inzichten op het gebied van onderwijspsychologie. Leerlingen ontvangen onderwijs en worden benaderd vanuit pedagogische inzichten die passen bij de nieuwe puber. Piter Jelles speelt in op de digitalisering van de samenleving. Leerlingen en leerkrachten maken gebruik van nieuwe informatiedragers, zoals tablets, PC s of de opvolgers daarvan. De nieuwe informatiedragers zijn conform nieuw leermiddelenbeleid ingezet in het onderwijs. Mede als gevolg van de digitalisering ontstaan nieuwe inzichten op het gebied van onderwijsleerstrategieën t.a.v. het geven van onderwijs. Piter Jelles besteedt hier aandacht aan d.m.v. scholingsprogramma s voor docenten. Naast het vastgestelde onderwijscurriculum besteedt Piter Jelles aandacht aan kennis en vaardigheden die passen bij deze tijd en maatschappelijk relevant zijn Piter Jelles geeft aandacht aan innovaties in de maatschappij en houdt daar bij de invulling van het onderwijs rekening mee. De scholen van Piter Jelles staan open voor inbreng van bedrijven en instellingen om hun expertise op het gebied van innovatie te delen met het onderwijs. 2.2 Opleidingsrichtingen op het Leeuwarder Lyceum De beide leerstromen die het Leeuwarder Lyceum aanbiedt zijn havo en vwo. Leerlingen kunnen tussendoor op- en afstromen naar een andere opleiding. Naast het regulier onderwijsaanbod voor de leerlingen heeft het Leeuwarder Lyceum een technasium. Alle leerlingen krijgen, vanuit de visie van de school iedere leerling kennis moet maken met dit onderdeel van het curriculum, vaklessen O&O, waarbij veel aandacht is voor diversiteit in leerstijl. In een later stadium kunnen leerlingen kiezen of zij met dit vak door willen gaan. Voorts heeft het Leeuwarder Lyceum een richting voor vwo excellent en is een lijn voor havo excellent (of havo +) in ontwikkeling. 11

12 2.3 Eigenheid en verscheidenheid van het Leeuwarder Lyceum in de organisatie Het Leeuwarder Lyceum onderscheidt zich van de andere scholen van Piter Jelles door het technasium en de stroom talentonderwijs (momenteel: vwo excellent). In de hoedanigheid van Lyceum richt het onderwijs zich op de toerusting van leerlingen op het HBO en WO. In de lijn van de leus Plezier in Presteren is het ambitieniveau van de leerlingen en de docenten, alsmede het aanbod van lessen dat daarin past, een continuerend punt van aandacht. In de afgelopen jaren hebben de scholen van Piter Jelles zich voornamelijk op eigen profilering gericht, waardoor er wel een zekere diversiteit is ontstaan, maar ook een vermindering van de samenhang tussen de scholen van Piter Jelles en een terughoudendheid om gezamenlijke ervaringen en onderwijskundige trajecten en concepten te delen. In de beeldvorming staat het Leeuwarder Lyceum te boek als een school met een regulier onderwijsconcept. Het is de enige school binnen Piter Jelles met een vwo-aanbod, afgezien van de conceptschool Impulse. Om leerlingen die niet naar een gymnasium willen, maar toch een vwoopleiding willen doen die meer uitdaging biedt, is een excellent-traject in het leven geroepen. 2.4 Positionering van het Leeuwarder Lyceum op de lange termijn Voor de verdere ontwikkeling van het onderwijs op het Leeuwarder Lyceum, waarbij de uitgangspunten van het Sectorakkoord een rol spelen, alsmede modernisering van het onderwijs en een verbeterde aansluiting op het vervolgonderwijs, is het noodzakelijk om enerzijds te borgen waar het Leeuwarder Lyceum trots op kan zijn, en anderzijds te initiëren waar het Leeuwarder Lyceum zich in kan verbeteren. Van belang zijn hierbij vooral de verdere profilering van de alfa-, bèta- en gammarichting, het verder verdiepen en uitbreiden van de technasiumprojecten, het opzetten van internationale trajecten, het bieden van versterkt taalonderwijs, het inzetten op cultuuronderwijs, het uitbreiden van plustrajecten voor zowel havo als vwo en een verdere personalisering van het lesaanbod. In de organisatie zullen meer verantwoordelijkheden lager in de organisatie komen te liggen, en de leerlingen zullen meer eigenaarschap en verantwoordelijkheid krijgen met betrekking tot hun leerproces en portfolio. In de navolgende hoofdstukken worden delen van de positionering op de lange termijn weergegeven. Dit beleidsplan is te zien als een dynamisch document, dat per jaar wordt bijgesteld naar de nieuwe inzichten en/of ervaringen die zijn opgedaan. 12

13 Hoofdstuk 3 De organisatiestructuur van het Leeuwarder Lyceum 3.1 De organisatiestructuur in samenhang met de visie en missie van het Leeuwarder Lyceum De organisatiestructuur op het Leeuwarder Lyceum richt zich op het optimaliseren van alle condities die nodig zijn om het welbevinden en het leren van de leerling te garanderen. Daarbij sluit de school aan op de ontwikkeling in zelfstandig leren en werken die de individuele leerling op de basisschool aangereikt krijgt. In het onderwijsaanbod heeft het Leeuwarder Lyceum de focus op het plezier in presteren. De beide uitgangspunten van het opleiden tot zelfstandigheid enerzijds en het ontwikkelen en verhogen van het ambitieniveau anderzijds, met alle aandacht voor individuele verschillen, leveren onderstaande aandachtspunten op: de didactiek van de vakken richt zich op verschillen in leerstijlen de didactiek van de vakken is dusdanig ingericht, dat leerlingen mogelijkheden hebben eigen keuzes te maken de planning van taken m.b.t. de leerstof is dynamisch: de leerling werkt op eigen tempo aan de werk- en leeropdrachten die voor hem nodig zijn om het leerdoel te bereiken een leerling kan met planners en overzichten een keuze maken in de opdrachten die hij doet: als hij de stof beheerst en het leerdoel heeft bereikt, kan hij verder met verdieping of een verder leerdoel leerlingen worden gestimuleerd om zelf te participeren in het lesaanbod de didactiek van de vakken richt zich in de leerdoelstellingen niet alleen op wat de gemiddelde leerling moet kunnen, maar stimuleert de individuele leerling op zijn naast gelegen hoger ambitieniveau te komen de didactiek van de vakken is gebaseerd op autonomie en regie van de leerling voor het eigen leerproces, waarbij de docent de regie over de begeleiding en inhoud heeft er is in de didactiek en pedagogiek aandacht voor de verschillen tussen leerlingen er wordt in de didactiek en de pedagogiek telkens uitgegaan van het vermogen van de leerling zijn leerweg zelf te kunnen vinden of ontdekken er wordt gestreefd naar voor de leerling maximaal te behalen resultaat determinatie richt zich op capaciteit, waarbij doorstroom naar een volgend niveau altijd mogelijk blijft 3.2 Uitgangspunt secties en ontwikkelteams als basis van de organisatiestructuur In het bovenstaande wordt het belang van het primair proces voor het optimaal functioneren van de leerling in zijn leersituatie beschreven. Een organisatiestructuur die gebaseerd is op opleidingsrichtingen biedt kaders aan vanuit niveau. Een organisatiestructuur gebaseerd op secties biedt kaders aan vanuit het leren van de leerling, waarbij door intensieve samenwerking binnen de secties een duidelijker beeld omtrent niveaus, borging van niveaus en eisen en doorstroom binnen niveaus ontstaat. Door het werken in de secties komt een groter deel van verantwoordelijkheid (en daarmee betrokkenheid) bij de docent terecht. Het functioneren van de sectie, de kwaliteit van het onderwijs (in pedagogiek, didactiek en resultaten) wordt meer vanuit de secties zelf ingevuld dan van bovenaf 13

14 opgelegd. Door ook docenten in te zetten op basis van autonomie is een beweging gaande die ervoor zorgt dat in alle lagen van de organisatie dit aspect doorklinkt. Docenten krijgen de mogelijkheid naast hun lesgevende taak ingezet te worden voor coördinerende en/of organiserende taken, onder leiding van een schoolleider. Met de nadruk op inzet op talenten en recht doen aan verschillen is de organisatie zo opgebouwd, dat alle geledingen tot hun recht komen en de taken kunnen doen waar zij goed in zijn of zich verder in willen ontwikkelen. In de vertaalslag naar een passende organisatiestructuur zijn derhalve volgende aandachtspunten van belang: Flexibiliteit Participatie Sturing Resultaten De dynamiek van de maatschappij vindt zijn weerslag in de school, die op allerlei verschillende situaties moet anticiperen dan wel reageren. De veranderende situaties waar een school rekening mee moet houden (zij het op economisch, politiek, beleidsmatig of maatschappelijk terrein) vereisen een organisatie die gemakkelijk met veranderingen om kan gaan. Een school kan alleen goed functioneren met betrokken medewerkers en een gedeelde instelling tot onderwijs. Om de participatie te verhogen is het van belang dat iedere medewerker de kans heeft zijn talent in te zetten en te groeien binnen de organisatie. Dit heeft een weerslag op de wijze waarop leerlingen onderwijs ervaren. In een organisatie is de juiste verhouding tussen ruimte en sturing van groot belang. Een organisatie die voortbouwt op de structuur van vakken en vakgebieden biedt ruimte aan professionals (docenten) om de inrichting van het onderwijs vorm te geven. De aansturing geschiedt vanuit functionarissen in de schoolleiding, en voorts via de sectievoorzitters en ontwikkelteams. Het belang van kwaliteit van onderwijs als gezamenlijk gedragen focus wordt hiermee recht gedaan. Bij een gezamenlijke verantwoordelijkheid is ieder personeelslid betrokken bij en verantwoordelijk voor de resultaten van het onderwijs; van ondersteunend tot lesgevend en leiding gevend personeel. Om tot goede resultaten te komen is een goede determinatie allereerst van groot belang. De vaksecties zorgen ervoor dat de leerlijnen een verantwoorde doorloop hebben. Bij ontwikkelgebieden voor havo en vwo wordt aandacht besteed aan datgene wat leerlingen nodig hebben om hun opleiding met succes af te ronden. Ondersteunende collega s bieden de extra zorg voor de leerlingen die hulp nodig hebben. De organisatiestructuur is erop gericht dat iedere medewerker weet waar zijn verantwoordelijkheden liggen en er ook naar handelt. De schoolleiding wordt gevormd door een rector en twee conrectoren. De conrectoren zijn beide gezamenlijk verantwoordelijk voor de onderwijsrichtingen havo en vwo, en sturen de sectievoorzitters en sectieleden aan. De basis voor het onderwijs wordt gelegd in de ontwikkelteams van de havo- en vwo-afdeling en in de sectiegroepen. Schema personele aansturing: 14

15 Rector Conrector Conrector OP onderbouw en bovenbouw OOP pedagogisch/ facilitair OP onderbouw en bovenbouw OOP inhoudelijk / lesgebonden OP onderbouw en bovenbouw OOP administratie / specifiek Schema leerlingbegeleiding: Conrectoren Coördinatoren klassen 1, 2, 3 Coördinatoren klassen 4,5,6 Mentoren Iedere leidinggevende heeft één overkoepelende vaksectiegroep onder zich. Secties zijn, onder leiding van hun sectievoorzitter, verantwoordelijk voor het onderwijs en de doorlopende leerlijn van alle onderwijsrichtingen. De conrectoren zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid in de afdelingen havo en vwo. In de beleidsontwikkelteams havo en vwo hebben docenten uit alle sectiegroepen zitting. De schoolleiding als geheel stuurt nog een aantal ontwikkelteams aan. De leerlingbegeleiding valt per afdeling onder de verantwoordelijkheid van coördinatoren leerlingbegeleiding. De profielen, competenties, taken en verantwoordelijkheden zijn in de bijlage te vinden. Ontwikkelteams Een ontwikkelteam heeft als taak het doen van voorstellen voor nieuwe curriculum(onder)delen of voorstellen voor vakoverstijgende of schoolbrede onderwerpen aan de schoolleiding. In samenspraak met de schoolleiding bepalen ontwikkelteams op onderdelen en/of onderwerpen het beleid voor de hele school. Ontwikkelteams bestaan uit leden van diverse vakgebieden. Ontwikkelteams werken in een jaarcyclus aan de hand van een activiteitenplan waarin de afspraken worden vastgelegd over de te behalen doelen, budgettering (en verantwoordelijkheden binnen dat gebied) en de te ontwikkelen producten. Een ontwikkelteam bestaat maximaal uit vier of vijf personen, afhankelijk van het onderwerp en de te behalen resultaten. Inhoudelijk worden de ontwikkelteams aangestuurd door een lid van de schoolleiding. (Omschrijving ontwikkelteams: zie bijlage) 15

16 3.3 Leerlingbegeleiding in de organisatiestructuur De begeleiding van leerlingen valt onder de mentor als eerste aanspreekpunt en zorgdrager, en verder onder de jaarlaagcoördinatoren. Er zijn vier jaarlaagcoördinatoren, die verantwoordelijk zijn voor een gedeelte van de schoolpopulatie: een coördinator klas 1 en 2, een coördinator klas 3 en 4 en twee coördinatoren bovenbouw, die tevens examensecretaris zijn. Voor de ouders zijn niet de conrectoren, maar de jaarlaagcoördinatoren contactpersoon als het gaat om zaken die verder strekken dan het taakgebied van de mentor. Bij ernstige zaken wordt de conrector ingeschakeld, bij problemen die de zorg betreffen wordt de zorgcoördinator om hulp gevraagd. (Taakomschrijving: zie bijlage) 16

17 Hoofdstuk 4. Personeelszorg 4.1 Kwaliteits- en talentontwikkeling Het personeelsbeleid dat OSG-breed geldt voor iedere werknemer voorziet in carrièrepatronen, functiemix, CAO-voorwaarden, etc. Op de locaties zelf is een schooleigen beleid met betrekking tot verdere verbetering van kwaliteit van het onderwijs en inzet op de diverse talenten van OP en OOP. In de komende jaren wordt ingezet op het behalen van de vereiste bevoegdheden door docenten, uitbreiding van de 1 e graads docenten en uitbreiding van het docentencorps dat een technasiumcertificaat heeft. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de persoonlijke wens van de collega zich te ontwikkelen. 4.2 Scholing en professionalisering Scholing en professionalisering in de POP-cyclus De conrectoren voeren gesprekken met alle coördinatoren en docenten, de rector voert gesprekken met de conrectoren en het OOP. Naast voortgangs- en functioneringsgesprekken wordt overleg gevoerd over het POP van een collega, de carrièrewens en de scholingsbehoefte Scholing en professionalisering in het kader van het Sectorakkoord 2 Alle docenten die op het Leeuwarder Lyceum werken zijn in de loop van de komende jaren bezig met hun verdere professionalisering op het gebied van differentiatie, gepersonaliseerd leren, vakindhoudelijke verdieping en complexe vaardigheden. Uitgangspunt daarbij is (mede) de functie-omschrijving docenten LB, LC en LD Piter Jelles breed) Oplossingsgericht coachen Vanuit de visie dat onderwijs erop gericht moet zijn de leerling te helpen het zelf te doen. Om dit te bereiken is het van belang dat de autonomie bij de leerling zelf ligt, dat de leerling eigenaar is van zijn eigen leerproces. De docent coacht de leerling en helpt hem tot (eigen) oplossingen te komen. Om docenten hierin te scholen (en om leidinggevenden erin te scholen ook op deze wijze ondersteunend naar het personeel te kunnen zijn) worden per jaar twee maal twee scholingsdagen ingezet op het gebied van oplossingsgericht coachen (Teggelaar en Partners) Gepersonaliseerd leren, didactisering en differentiatie Passend bij de eigen behoefte aan (nieuwe) tools en methoden om differentiatie en didactiek te optimaliseren bezoeken de docenten in de periode een cursus op maat op dit gebied, verzorgd door CPS. De hieraan gekoppelde lesbezoeken worden door de afdelingsleiders via een lesbezoek- app beoordeeld. Doel is om zowel de opbrengsten als het inhoudelijk uitdagend zijn van onderwijs te verbeteren en de kwaliteit te borgen. 2 Zie hiervoor ook: Klaar voor de toekomst. Sectorakkoord VO Zie hiervoor functie-omschrijving LB, LC en LD via intranet. 17

18 4.3 Deelgebieden OOP Logistieke en administratieve ondersteuning Onder logistieke en administratieve ondersteuning valt het taakgebied van secretariële werkzaamheden, administratie en leerlingadministratie, mediatheek- en bibliotheek, ondersteuning ICT, roosterwerkzaamheden, conciërgewerkzaamheden en onderhoud gebouw, catering en kantinebeheer, boekhouding en financiën en overige aanverwante werkzaamheden. Voor deze diverse taakgebieden zijn verschillende functie-omschrijvingen. Iedere collega wordt gemonitord en beoordeeld op grond van zijn functie-omschrijving, en ook scholing en ontwikkeling zijn afgestemd op het specifieke taakgebied Inhoudelijke en lesgebonden ondersteuning OOP-collega s die inhoudelijk en lesgebonden werk verrichten, zijn de (technisch) onderwijsassistenten, TOA s en OA s. Voor deze groep is een functie-omschrijving beschikbaar waarin onderscheid gemaakt wordt in de aard van de taken. TOA s en OA s beschikken voorts over pedagogisch-didactische vaardigheden en kunnen delen van lessen (of groepen) zelfstandig begeleiden. Scholing/professionalisering vindt plaats op het eigen vakgebied of in het kader van een (eigen) ontwikkelingswens Pedagogische en specifieke ondersteuning Deze ondersteuning wordt geboden door zorgcoördinatoren, pedagogisch medewerkers, dyslexiebegeleiders, etc., OOP-ers die een specifieke taak hebben op het gebied van pedagogische / problematische zorg, daar waar het buiten het competentiegebied valt van mentoren en jaarlaagcoördinatoren. Er is een intensief contact met mentoren, coördinatoren en indien nodig directie, en verder met de administratie. Externe contacten vinden voornamelijk plaats met de leerplichtambtenaar, jeugdzorg, etc. Professionalisering is gericht op het verder verdiepen van kennis van leerproblematiek. 18

19 Hoofdstuk 5 Lessen en didactiek op het Leeuwarder Lyceum 5.1 Lessen op het Leeuwarder Lyceum Inleiding Op het Leeuwarder Lyceum zijn de teams van secties en sectiegroepen, alsmede de beleidsteams havo en vwo verantwoordelijk voor de didactiek en de lessen. Uitgangspunt daarbij zijn de missie, visie en kernwaarden van het Leeuwarder Lyceum, de doelstellingen uit het Sectorakkoord en de toetsingskaders van de inspectie Toetsingskader Sectorakkoord Sectorakkoord VO 4 Het sectorakkoord voortgezet onderwijs , in april 2014 gesloten door de staatssecretaris van OCW en de VO-raad, is een uitwerking van de ambities in het nationaal onderwijsakkoord van 19 september Hieronder enkele delen uit dit akkoord: Afspraken In het sectorakkoord zijn afspraken gemaakt over onder meer: toekomstbestendig onderwijs; andere verhoudingen in toezicht en verantwoording; professionele scholen. Bij dat laatste gaat het in het bijzonder om: scholen als lerende organisaties (ruimte voor leraren, versterking van de professionele leercultuur op scholen; meer en beter gekwalificeerde / masteropgeleide leraren, opleiden in de school uitbreiden); een sterkere koppeling van onderwijs- en personeelsontwikkeling (professionalisering leraren, begeleiding startende leraren, professionele ontwikkeling docenten vmbo, lerarenregister / bevoegdheid); professionalisering van schoolleiders en bestuurders (waaronder schoolleidersregister, strategisch HR-beleid, lerend bestuur). Doelstellingen Het sectorakkoord omvat zeven ambities: 1. Uitdagend onderwijs voor elke leerling; Kwaliteitsafspraken: OCW zorgt ervoor dat scholen kunnen anticiperen op de beoogde invoering van de nieuwe Wet op de Onderwijstijd op 1 augustus 2015 door scholen in staat te stellen al in 2014 in de geest van de nieuwe wet te werken. De VO-raad en OCW maken inzichtelijk welke ruimte en mogelijkheden de nieuwe wet op Onderwijstijd biedt; de VO-raad stimuleert scholen om deze ruimte te benutten. Het landelijk percentage zittenblijvers is momenteel 5,8%. De ambitie is dat dit percentage in 2020 is gereduceerd tot 3.8%. 4 Voor het volledig Sectorakkoord: 19

20 De sector gaat de tevredenheid van leerlingen over onder meer het programma-aanbod van de school volgens uniforme uitgangspunten meten waardoor het mogelijk wordt deze landelijk te vergelijken. Uit deze onderzoeken blijkt dat er in 2018 een substantiële stijging is van het aantal leerlingen dat zich uitgedaagd voelt in het onderwijs. Voor de 20% beste leerlingen in alle leerwegen maken we een inhaalslag, met behoud van de relatief goede prestaties van de cognitief zwakkere leerlingen. VO-scholen besteden specifieke aandacht aan deze getalenteerde jongeren en bieden ook hen een uitdagend programma. Voor wat betreft het creëren van meer ruimte en flexibiliteit hebben VO-raad en OCW afgesproken vier stappen te zetten. In de eerste plaats inventariseren we de knelpunten en brengen die zo concreet mogelijk in kaart (stap 1). Vervolgens zullen OCW en VOraad voorlichting geven over wat al wel mogelijk binnen de huidige kaders (stap 2). De derde stap is dat OCW op basis van de dan resterende knelpunten vanaf 1 augustus 2015 en indien mogelijk eerder16 wettelijke experimenteerruimte (tijdelijke ontheffing van bepalingen uit de WVO) regelt voor de scholen. Hierbij zal tevens worden vastgelegd hoe lang de ontheffing duurt en wanneer evaluatie plaatsvindt. Een vierde en laatste stap is dat VO-raad en OCW op basis van de evaluatie beslissen of en in hoeverre regelgeving definitief wordt aangepast. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om meer flexibiliteit en ruimte in de inhoud en omvang van onderwijsprogramma s, de toetsing en examinering hiervan en mogelijkheden voor het ontschotten van onderwijssoorten. 2. Eigentijdse voorzieningen; Kwaliteitsafspraken: Het streven is dat meer leerlingen zich uitgedaagd voelen en beter gaan presteren. De VO- Raad gaat besturen en scholen ondersteunen met betrekking tot kennisontwikkeling en uitwisseling op het gebied van maatwerk en differentiatie leermiddelen. De VO-raad richt in overleg met OCW een ondersteuningsstructuur in die uitgaat van de vraag van scholen. Er wordt gewerkt aan een overdraagbare aanpak voor scholen op basis van onderzoek. De VO-raad gebruikt hierbij de resultaten en inzichten die voortkomen uit het Doorbraakproject en ICT. De VO-sector neemt de regie op de benodigde vraagarticulatie en vraagbundeling om te zorgen dat digitaal leermateriaal vormen van gepersonaliseerd leren ondersteunt, individuele leerroutes faciliteert en meer mogelijkheden biedt voor adaptief toetsen. Dit moet bijdragen aan de toename en doorontwikkeling van digitaal leermateriaal. De VOraad spant zich ervoor in dat marktpartijen het Visiedocument Leermiddelen VO en het Sectoraal kader Leermiddelenbeleid erkennen. Daartoe hoort ook regie op activiteiten die ervoor zorgen dat open materiaal kan worden benut in het onderwijs en activiteiten om het onderwijsveld te informeren over de mogelijkheden van open materialen. 3. Brede vorming voor alle leerlingen; Kwaliteitsafspraken: Uit het internationaal onderzoek door IAE (International Association for the Evaluation of Educational Achievement) naar burgerschapscompetenties, dat in 2016 onder 14-jarige jongeren wordt gehouden, blijkt dat het percentage leerlingen met voldoende kennis van democratische principes en maatschappelijke basiswaarden om goed als burger te kunnen functioneren in de samenleving, toeneemt. VO-scholen zorgen voor een goede kennismaking en voorbereiding van de leerlingen op het vervolgonderwijs en zorgen ervoor dat LOB in samenwerking met het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven steviger in de school wordt verankerd. De VO-Raad stelt in overleg met OCW een plan op dat bijdraagt aan deze verankering en versteviging in de scholen. 20

21 De VO-sector gaat vanaf schooljaar 2015/ 2016 naast een schooldiploma en cijferlijst een document meegeven waarop staat welke (andere) resultaten/vaardigheden deze leerling heeft laten zien in het VO (een zogenoemd plus-document ). In 2015 wordt een nulmeting gehouden over de tevredenheid van oud-leerlingen en vervolgonderwijs over de voorbereiding (bijvoorbeeld benodigde vaardigheden) op het vervolgonderwijs. De tevredenheid wordt volgens uniforme uitgangspunten gemeten, zodat landelijke vergelijking mogelijk is. In 2017 wordt deze meting herhaald. Hieruit blijkt een substantiéle toename van de tevredenheid onder deze groepen. De uitkomsten zijn via Vensters VO beschikbaar. 4. Partnerschap in de regio (professionele scholen); Kwaliteitsafspraken: VO-besturen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de instandhouding van een gevarieerd en thuisnabij onderwaijsaanbod in de regio. Hiertoe maken ze met elkaar en met andere relevante ketenpartners afspraken. De VO-scholen geven adequaat invulling aan hun zorgplicht en zorgen voor een passend en tijdig ondersteuningsaanbod voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. VO-scholen maken met collega-scholen, het toeleverend onderwijs en het vervolgonderwijs in de regio afspraken over de voorbereiding, overdracht en instroom van leerlingen. VOscholen dragen daarbij zorg voor een warme overdracht van kwetsbaere leerlingen naar het vervolgonderwijs. 5. Scholen als lerende organisatie; Kwaliteitsafspraken: Schoolbesturen maken gericht werk van het scheppen van randvoorwaarden om de (ervaren) ruimte door leraren te versterken. Die aanpak zal ten minste gericht zijn op het organiseren van een structurele ontmoeting en onderlinge dialoog tussen besturen, schoolleiders en leraren. Een nog nader te bepalen percentage van onze docenten heeft in 2020 een afgeronde masteropleiding. 6. Toekomstbestendigheid organiseren: koppeling van onderwijs- en personeelsontwikkeling; Kwaliteitsafspraken: In 2020 beheersen alle leraren in het VO de basisvaardigheden en de complexe vaardigheden. In 2020 beschikken alle leraren in het VO over voldoende basiskennis en -vaardigheden op het gebied van ICT en e-didactiek. Besturen geven in het kader van school- en onderwijsverbetering in hun professionaliseringsbeleid en in samenspraak met leraren prioriteit aan het verbeteren van de kennis en (complexe) vaardigheden op het gebied van opbrengstgericht werken, aan het signaleren van en omgaan met verschillen tussen leerlingen en aan het versterken van didactische ict-kennis en vaardigheden. Schoolbesturen zorgen waar mogelijk in samenwerking met lerarenopleidingen dat startende leraren een effectief inwerk- en begeleidingsprogramma volgen. Een adequaat begeleidingsprogramma voor startende leraren maakt structureel deel uit van het strategisch HR-beleid van besturen en scholen. Lerarenregister: Het eigenaarschap van het register berust bij de beroepsgroep leraren. De VO-Raad levert een bijdrage aan de doorontwikkeling en verankering van het lerarenregister in het voortgezet onderwijs. Schoolbesturen stimuleren dat leraren hun professionaliseringsactiviteiten vastleggen in het Lerarenregister. Voorwaarde is dat deze afspraken deel uitmaken van een meerjarig, in een tripartiet overleg overeengekomen 21

22 programmaplan. Daarin worden de complementaire rollen en verantwoordelijkheden van overheid, de beroepsgroep leraren en werkgevers erkend en beschreven. Onderdeel van de afspraken is ook dat het lerarenregister wordt verbonden aan het school- en werkgeversperspectief en door werkgevers betekenisvol wordt ingebed binnen het strategisch HRbeleid. Bevoegdheid: Om de kwaliteit van de lessen en het onderwijs te borgen, willen we dat alle lessen worden gegeven door daartoe bevoegde en gekwalificeerde leraren. Daarom spreken wij af dat alle schoolbesturen on- en onderbevoegde docenten in de gelegenheid stellen om binnen de in de cao vastgelegde termijn de betreffende bevoegdheid te halen via gerichte bij- en nascholing. De schoolleiding verantwoordt zich intern over de gerealiseerde onderwijskwaliteit en presenteert daarbij ook de resultaten van een jaarlijks tevredenheidsonderzoek onder het personeel over de kwaliteit van het gevoerde personeelsbeleid. In die interne verantwoording maakt de schoolleiding tevens duidelijk op welke wijze zij via het HR-beleid en in samenspraak met docenten stuurt op het realiseren van de onderwijskundige doelen van de school. Besturen en schoolleiders zorgen ervoor dat met elk personeelslid jaarlijks een functioneringsgesprek wordt gevoerd waarin tijd, geld en wijze van professionalisering wordt vastgesteld. In het functioneringsgesprek worden met docenten ook afspraken gemaakt over de beheersing en ontwikkeling van de complexe vaardigheden. Besturen en scholen maken jaarlijks afspraken met docenten over de beheersing en ontwikkeling van hun basis- en complexe vaardigheden en de inzet van tijd en geld hiervoor. 7. Nieuwe verhoudingen in verantwoording en toezicht. Kwaliteitsafspraken: De inspectie zorgt in afstemming met OCW, de VO-Raad en andere relevante partijen voor een toezicht- en waarderingskader dat streng is op de waarborgfunctie en uitnodigt tot vernieuwing en ontwikkeling en het bieden van kansen aan leerlingen. In samenhang hiermee komt er een door de sector zelf geïnitieerd programma gericht op het versterken van de intrinsieke leer- en verbetercultuur van de school. De inspectie ontwikkelt in overleg met de VO-Raad een nieuwe methodiek voor het berekenen van opbrengsten die (meer) recht doet aan de complexe opdracht van de school en gebruik maakt van absolute normering. VO-Raad en OCW maken in afstemming met de Inspectie afspraken over de ontwiikkeling van instrumenten die de brede kwaliteit, de sociale kwaliteit en de leerwinst die leerlingen en scholen boeken inzichtelijk en vergelijkbaar maken. Scholen maken in hun meerjarenbeleidsplan inzichtelijk welke kwaliteitsdoelen zij nastreven, leggen hierover verantwoording af en gaan in gesprek met direct belanghebbenden over de vraag in welke mate zij deze doelen hebben gerealiseerd. Alle VO-scholen werken in 2020 opbrengstgericht, dat wil zeggen dat scholen planmatig en systematisch werken aan de verbetering van hun opbrengsten. Ambities 5 en 6 gaan specifiek in op de professionalisering van onderwijspersoneel. Om scholen beter toe te rusten, zetten OCW en VO-raad in op twee lijnen: Scholen als lerende organisatie versterken (ambitie 5); Veel docenten zijn uitstekend in staat en bereid om samen de eerder in dit sectorakkoord beschreven onderwijsambities te realiseren. Een cruciale randvoorwaarde voor het realiseren van die ambities is een lerende, veilige omgeving: in een lerende organisatie leren leerlingen meer. Dat vraagt om tijd voor docenten om zich verder te kunnen 22

23 professionaliseren, om ruimte om maatwerk te kunnen leveren (bijvoorbeeld om het onderwijs zo te vernieuwen dat het toptalenten uitdaagt), en om het vertrouwen dat zij degenen zijn die binnen een duidelijke structuur en strategie leerlingen begeleiden in het opdoen van kennis en vaardigheden. Wij zijn er van overtuigd dat de kwaliteit van de leraar alleen volledig tot uitdrukking kan komen als er binnen scholen recht wordt gedaan aan de professionele ruimte van de leraar; de ruimte om zijn of haar expertise te benutten ten dienste van onderwijskwaliteit en het bieden van maatwerk aan leerlingen. Leraren geven op individueel niveau, maar ook op team- sectie- of afdelingsniveau met elkaar vorm aan (de ontwikkeling van) het onderwijs. Die ruimte is altijd ingebed in het beleid van de school. Leraren nemen daarvoor actief hun verantwoordelijkheid, waarbij zij zich er op richten het onderwijs samen met collega s te ontwikkelen, uit te voeren en te verbeteren. Daarbij mogen leraren van de schoolleiding ondersteuning verwachten bij het uitoefenen van hun beroep. De vormgeving van deze ruimte vraagt altijd om een dialoog binnen de eigen organisatie tussen leraren, schoolleiding en bestuur. Onderwijs- en personeelsontwikkeling koppelen (ambitie 6). Het verbinden van opleiding, professionele ontwikkeling en schoolontwikkeling is een belangrijke randvoorwaarde voor de onderwijskundige ontwikkeling van scholen en daarmee voor de kwaliteit van de sector. Onderwijskundige vraagstukken zoals talentbenutting, gepersonaliseerd leren en kwaliteitsbevordering kunnen alleen door goed opgeleide docenten worden gerealiseerd, die zich, naast een gedegen opleiding, ook voortdurend professioneel blijven ontwikkelen. Werken als leraar, schoolleider of bestuurder in het voortgezet onderwijs is veeleisend. Daarom vinden wij het belangrijk om van leraren, schoolleiders en bestuurders te vragen om zich voortdurend te blijven ontwikkelen Toezichtkader inspectie De onderwijsinspectie houdt toezicht op onderwijsprocessen, doorstroom, opbrengsten en resultaten. Naast de harde gegevens van cijfers (IDU-gegevens, resultaten SE en CE, etc.) richt de inspectie zich ook op de kwaliteit van het onderwijsproces van een onderwijsinstelling, met andere woorden: hoe is de weg naar de resultaten? Goede opbrengsten en resultaten zijn mede een gevolg van goed onderwijs. De kernindicatoren van de inspectie op het gebied van het onderwijsproces passen goed binnen de doelstellingen met betrekking tot het onderwijs op het Leeuwarder Lyceum. Tijdens lesbezoeken zullen de kernindicatoren mede gewogen worden. Kernindicatoren onderwijsproces 4.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. 7.1 De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn effectief betrokken. 7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. 9.1 De school volgt systematisch de vorderingen van leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 9.2 De school bepaalt de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van individuele of groepen leerlingen. 9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit. De kwaliteit van het onderwijsproces is onvoldoende als drie of meer van die indicatoren onvoldoende zijn. De inspectie kan altijd beredeneerd afwijken van deze regel. Zij betrekt dan de oordelen op andere indicatoren bij haar afweging. 23

24 De inspectie heeft ook een aantal kernindicatoren op het gebied van de kwaliteitszorg geformuleerd. Kernindicatoren kwaliteitszorg 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten 12.2 De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces 13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces 13.3 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces De kwaliteitszorg is onvoldoende indien twee of meer van deze 5.2 indicatoren Pedagogiek onvoldoende didactiek zijn. De inspectie kan altijd beredeneerd afwijken van deze regel Pedagogisch klimaat en didactisch concept Het pedagogisch klimaat hangt nauw samen met de onderwijsdoelen van het Leeuwarder Lyceum. Naast het opdoen van kennis krijgen onze leerlingen de gelegenheid zich te ontwikkelen tot zelfstandige en daarmee weerbare mensen. Mensen die initiatieven nemen, creatief en taalvaardig zijn, tolerant zijn en voor hun mening durven uitkomen. Mensen met normbesef en verantwoordelijkheidsgevoel, die in vrijheid keuzes maken en sociaal handelen. Naast het bijbrengen van kennis zorgen we ook voor een stevige culturele basis en een breed algemeen ontwikkelingsniveau. Om deze onderwijsdoelen te kunnen halen, vormt de school een leer- en werkgemeenschap waarin leerlingen, docenten, ouders en medewerkers elkaar vertrouwen en respecteren. Van groot belang is dat leerlingen van hun opvoeders thuis en van hun begeleiders op school vertrouwen krijgen in hun capaciteiten, in hun behoefte om zich te ontwikkelen en in hun vermogen om keuzes te maken en zich eigen doelen te stellen. Daarmee wordt hun de ruimte geboden om verantwoordelijkheid te dragen. Ze worden uitgedaagd en leren na te denken over hun eigen stijl van leren en werken. Het Leeuwarder Lyceum stimuleert hen in een sfeer van openheid, tolerantie, ambitie en creativiteit Mentoraat Alle leerlingen op het Leeuwarder Lyceum hebben een mentor. In de klassen 1 t/m 3 is dit een klassenmentor, in de bovenbouw kiezen de leerlingen hun mentor. Met de aandachtspunten voor de komende jaren, richting VO 2020, zullen zowel mentoren als docenten een meer coachende rol op zich moeten nemen. In schooljaar zijn initiatieven genomen voor het ontwikkelen van een structuur voor oplossingsgericht en coachend mentoraat. In schooljaar wordt dit verder ontwikkeld. Mentoren hebben onderstaande competenties en vaardigheden: Het begeleiden van de leerling in de klas of als persoonlijk mentor, (zowel op het gebied van prestaties als sociaal-emotionele ontwikkeling) het signaleren van problemen en het voeren van oplossingsgerichte mentorgesprekken. 24

25 Het zoeken van contact met collega s en/of ouders als er aanleiding toe is (gedragsmatig of op het gebied van resultaten) Overleg plegen met jaarlaagcoördinatoren en/of zorgmedewerkers wanneer daar aanleiding toe is. Ook is de mentor verantwoordelijk voor het opstellen van een handelingsplan. Het begeleiden en adviseren van de leerling bij vervolgstappen in zijn schoolloopbaan. Sparringpartner zijn voor iedere individuele mentorleerling, diens veiligheid en leeromgeving bewaken. In de komende jaren worden in navolging van schooljaar , waarin een start is gemaakt met de training Oplossingsgericht coachen verdere cursussen op dit gebied aangeboden, alsmede specifieke scholingen voor deelgebieden in de begeleiding. In het kader van Passend Onderwijs en versterking LOB zullen eveneens (mogelijk schoolbrede) scholingen worden gegeven. 5.3 Inrichting lessen Lestijden: roosters en flexiblisering Momenteel wordt op het Leeuwarder Lyceum gewerkt met vaste roosters en een lesduur van 60 minuten. Vanuit een aantal secties is de wens naar voren gekomen flexibeler om te gaan met lesuren en lestijden, evenals de indeling op de lessentabel. Secties willen meer en andere mogelijkheden om te differentiëren, maatwerk te leveren, projectonderwijs vorm te geven en onderling onderwijsinhoudelijke aspecten te verdelen. Wanneer leerlingen vanuit de visie die in het Sectorakkoord wordt neergezet in de gelegenheid gesteld moeten worden een persoonlijk portfolio en een persoonlijk curriculum te vormen, zullen aanpassingen gedaan moeten worden aan de roosters en tijdsindelingen. (Zie daarvoor verder H. 6.2) Maatwerk, monitoring, beoordeling en reflectie Onderwijs op maat is onderwijs dat respect heeft voor en uitgaat van de eigenheid van ieder individu. Dat betekent dat de school die leerling de vrijheid biedt, die hij of zij nodig heeft om zich volgens eigen patroon en aard te kunnen ontwikkelen. Door observatie van de leerling wordt waargenomen hoe deze kiest en hoe daarmee aandachtsgebieden naar voren komen, waardoor de docent aangepaste hulp kan bieden. Bij oudere leerlingen worden naast observatie andere middelen gebruikt om vast te stellen welke de ontwikkelingsbehoeften en -mogelijkheden van de leerling zijn. In het bijzonder het diagnostische gesprek, de reflectie samen met de leerling, levert het begrip dat nodig is om de leerling een aan de eigen leerstijl en eigen leerproblemen aangepaste ondersteuning te bieden. Onderwijs op maat is daarmee in de eerste plaats individuele begeleiding. Onderwijs op maat veronderstelt niet dat onderwijs individueel geprogrammeerd moet worden, noch dat er louter individuele activiteiten zijn; groepsactiviteiten zijn niet strijdig met onderwijs op maat maar een onderdeel van het bieden van optimale leeromstandigheden voor leerlingen, waarin voldaan wordt aan de behoefte van leerlingen met diverse leerstijlen. Het tempo waarin leerlingen leren speelt daarbij eveneens een rol. In het kader van meer personalisering van het onderwijs wordt in de lessen meer aandacht besteed aan differentiatie, het volgen van vakken op diverse niveaus en het stimuleren van eigenheid en eigen verantwoordelijkheid van leerlingen in hun leerprocessen. 25

26 Hoofdstuk 6 Organisatietrajecten 6.1 Determinatie en instroom, doorstroom, uitstroom Instroom: Op het Leeuwarder Lyceum worden leerlingen in het eerste jaar in een klas met een tweeledig instroomniveau geplaatst, met uitzondering van de leerlingen vwo excellent. De overstap van basisschool naar voortgezet onderwijs is een mijlpaal in het leven van een leerling, en vaak zijn de leerlingen uit groep acht ook aan verandering toe: hoewel spannend, is het voortgezet onderwijs een nieuwe uitdaging waar zij mee aan de slag willen gaan. Dit streven vertaalt zich naar een ambitie voor het eigen leerproces: willen leren, willen ontdekken, met nieuwe dingen aan de gang willen gaan. Om ruimte te bieden aan de ambitie van de individuele leerling is het belangrijk om een instapniveau te weten: van daaruit kan een leerling verder werken; ontdekken of hij op de juiste plek zit en streven naar datgene wat bij hem past. Een leerling moet in dit stadium niet belemmerd worden door zijn omgeving, niet afgeremd worden als dat niet nodig is, maar anderzijds wel het vertrouwen hebben en de mogelijkheid krijgen een stapje terug te doen als het allemaal te veel wordt. Een gerichte determinatie is daarbij een belangrijke factor. Om leerlingen zoveel mogelijk tot hun recht te laten komen is niet alleen het samenwerken in diversiteit en heterogeniteit belangrijk, maar ook het zelfstandig worden en de eigenheid van leerstijl en leerstrategie ontwikkelen. Sinds enkele jaren werken de scholen voor PO en VO in Friesland met de Friese Plaatsingswijzer. Leerlingen worden gedurende de laatste drie jaar van hun basisschooltijd gevolgd, zodat hun resultaten als ook hun leerproces en ontwikkeling indicatoren zijn voor een juist advies. Met ingang van schooljaar zijn de vooraf gegeven adviezen van de basisscholen bindend, en hebben testen (drempeltoets, Cito-toets) slechts een waarde-indicator achteraf. Leerlingen hebben, vanwege de plaatsing in menggroepen, mogelijkheden om op diverse niveaus te leren en te werken, hetgeen in het kader van personalisering van het onderwijs een belangrijke factor is. Doorstroom: Het Leeuwarder Lyceum houdt nauwlettend een goede doorstroom in de gaten. Vanaf de brugklas worden leerlingen intensief gevolgd en begeleid, zodat zij op passend niveau onderwijs volgen. Het inspectierapport geeft aan dat het ambitiebiveau van zowel docenten als leerlingen in zijn algemeenheid verbeterd kan worden. Dit zou ook effect kunnen hebben op een optimalisering van de doorstroom. Momenteel is de afstroom naar een lagere opleidingsrichting redelijk in balans met de opstroom naar een hogere. In de komende jaren zal bij de doorstroom ook meer gelet worden op individuele trajecten, vakken die op diverse niveaus gevolgd kunnen worden, persoonlijke leerwensen van leerlingen en een verdere differentiatie binnen lesstof en toetsing. Dit wordt uitgewerkt in de beleidsteams havo en vwo. Uitstroom en resultaten: De resultaten voor havo zijn de laatste jaren stabiel, die voor vwo wankel. Er zijn diverse trajecten in gang gezet in de bovenbouw, en in de komende tijd wordt in de onderbouw meer aandacht besteed aan de voorbereiding op de bovenbouw. De ontwikkelbeleidsteams havo en vwo hebben hierin een 26

27 rol, alsmede de secties, die een doorlopende leerlijn ontwikkelen. Tevens wordt meer aandacht besteed aan de afstemming van didactiek onderbouw met die van de bovenbouw. Vanuit de HBO-instellingen (i.c. NHL en Stenden) bereiken ons berichten dat de uitval onder leerlingen van het Lyceum hoog is. Uit de enquêtes onder examenkandidaten valt te constateren, dat leerlingen de voorbereiding op het vervolgonderwijs als slecht kwalificeren. Beleid voor de komende jaren is dat intensief aandacht wordt besteed aan LOB, en wel op meerdere terreinen. Hiervoor wordt een plan van aanpak gemaakt. Algemene doelstellingen voor uitstroom en resultaten zijn dat de uitval onder leerlingen op het vervolgonderwijs drastisch verminderd wordt en de resultaten van havo en vwo gestabiliseerd en geborgd worden. 6.2 Vernieuwing lessentabel en roostering Als gemeld in het vorige hoofdstuk duren de lessen op het Leeuwarder Lyceum een klokuur. Op grond daarvan is de lessentabel, i.c. het aantal lessen per vak en de daarnaast in te vullen studie-uren vastgesteld. Dat betekent dat het aantal contacturen bij alle vakken minder is dan bij een lessentabel gebaseerd op lesuren van 50 minuten. Vanuit de visie op onderwijs van het Leeuwarder Lyceum, waarin ontwikkeling van talent en het bieden van maatwerk belangrijke onderwerpen zijn, bestaat de wens om leerlingen veel keuzes te bieden en ook flexibeler om te gaan met lesuren en onderwijstijd. Enkele secties experimenteren al enige tijd met een verregaande differentiatie in hun lessen. Om die flexibliteit in lessen, uren en aanbod vanuit de randvoorwaarden mogelijk te maken, is ook een flexibel rooster nodig. De huidige lessentabel, en het rooster dat daarop is gebaseerd, biedt een te strak kader om nieuwe vormen van didactiek en differentiatie in te zetten. Gedurende schooljaar gaat een ontwikkelteam aan de slag met het analyseren van de huidige situatie, het onderzoeken van vragen en wensen op het gebied van didactiek en differentiatie bij de verschillende vakken, het onderzoeken van mogelijkheden voor meer flexiblisering en het formuleren van richtlijnen voor randvoorwaardelijke aspecten. Daarbij wordt ook personalisering in het onderwijs meegenomen, alsmede de mogelijkheid voor leerlingen om vakken op verschillende niveaus te doen en het maken van een portfolio. Een randvoorwaardelijk aspect kan tevens zijn dat meer met diversiteit van leermiddelen moet worden gewerkt, bijvoorbeeld door de inzet van ict-middelen, het volgen van masterclasses buiten school, leren en werken op andere locaties, inzet van you tube clinics, etc. Het ontwikkelteam formuleert een voorstel, en met ingang van schooljaar zal een andere lessentabel c.q. een andere roostering plaatsvinden. 6.3 Technasium Sinds schooljaar heeft het Leeuwarder Lyceum een Technasium. Vanaf het begin is het Technasiumvak O&O voor alle leerlingen en alle vakken (niet alleen de bèta-vakken) ingeroosterd. Dit is met name gebeurd vanuit de visie dat het concept van O&O een uitstekende wijze is om leerlingen te stimuleren met behulp van vernieuwende leermethoden hun eigen leerweg te kiezen. Het Leeuwarder Lyceum profileert zich met Plezier in Presteren en daagt leerlingen uit op hun eigen niveau te excelleren en verdieping te zoeken. Het onderwijs richt zich op een brede algemene ontwikkeling, die leerlingen nodig hebben om met diverse vakken en vakgebieden aan de slag te gaan. In het kader van de missie en visie van het Leeuwarder Lyceum en de doelstellingen vanuit het Sectorakkoord zijn aandacht voor diverse vormen van onderwijs, differentiatie op het gebied van didactiek en inhoudelijke verbreding en verdieping binnen vakken en vakgebieden een belangrijk 27

28 gegeven. Een lesmethode als edu-scrum biedt hiervoor vele handvatten, met name op het gebied van personalisering van het onderwijs. Het Technasium heeft zich in de afgelopen jaren steeds verder en beter doorontwikkeld. Het onderwijskundig concept en de ervaringen ermee zijn belangrijke middelen om personalisering in het onderwijs op het Leeuwarder Lyceum vorm te geven. Door de contacten met het bedrijfsleven en het vervolgonderwijs is een basis gelegd voor onderwijsvormen die docenten en leerlingen ertoe uitdagen op andere dan de reguliere leertrajecten in te zetten en daarmee het onderwijs dat op school genoten wordt meer betekenis te geven in de maatschappelijke context. Het Technasium is een succesvol onderdeel van het Leeuwarder Lyceum. Het sluit uitstekend aan bij de doelstellingen vanuit het Sectorakkoord, en heeft daarom in dit beleidsplan een belangrijke positie. Verdere scholing en professionalisering van docenten alsmede certificering van docenten zijn speerpunten, alsmede de ontwikkeling van projecten, onderzoeken, de meesterproef, etc. In het kader van de missie en visie van het Leeuwarden Lyceum betekent dit dat aan creativiteit, ambitie, zelfstandigheid en autonomie rechtgedaan wordt. (Zie verder: beleidsvoornemens-/beleidsplan Technasium) 6.4 Internationale trajecten, twee- en drietalig onderwijs voor havo en vwo, profilering alfa-, bèta- en gammarichtingen In de afgelopen jaren is, mede door het succes van het Technasium, de aandacht in de beleving van de omgeving veelal naar bèta-onderwijs uitgegaan. Het Leeuwarder Lyceum is echter geen bètaschool, en de tijd is aangebroken om ook op het gebied van de alfa- en gammavakken, alsmede de kunstvakken en het bewegingsonderwijs, meer aan profilering te werken. Dat uit zich in versterkt talenonderwijs, internationale stages, bedrijfsstages, contacten met scholen in het buitenland, etc. In het kader van versterking taalonderwijs en vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt, maar ook vanuit de talenten van leerlingen om in meerdere talen onderwijs te kunnen opnemen, wordt een aansluitprogramma met de basisscholen opgesteld voor twee- en drietalig onderwijs. Het ontwikkelteam talentonderwijs gaat zich hierover buigen. 6.5 Talentonderwijs voor havo en vwo Het al eerder genoemde ontwikkelteam talentonderwijs buigt zich over plusprogramma s voor havo en vwo (in navolging van de pilot vwo excellent), en tevens over talentontwikkeling op andere terreinen, zoals sport, kunst, muziek, etc. Doelstelling is de leerling zich zoveel mogelijk te laten ontwikkelen op zijn talenten, hem de gelegenheid te bieden deze te ontdekken en een veelheid in aanbod te garanderen, waardoor leerlingen zich zowel breed kunnen oriënteren op diverse terreinen, als ook verdieping zoeken. De leerling moet de mogelijkheid geboden worden zijn portfolio breed vorm te geven, zodat hij een passend eigen portfolio kan ontwikkelen. 6.6 LOB, toekomstgericht onderwijs en portfolio Op het Leeuwarder Lyceum is een LOB-programma. In dat kader worden diverse activiteiten ontwikkeld, die vooral aan 3 e en 4 e klassers worden aangeboden. Voorts worden leerlingen in de voorexamen- en examenklassen voorbereid op hun vervolgstudie. Onderzoeken tonen echter aan, dat de voorbereiding momenteel niet leidt tot de juiste keuzes: met name in het HBO is veel uitval. 28

29 Het blijkt nodig te zijn een samenhangend LOB-programma te ontwikkelen, mogelijk met een doorlopende leerlijn daarin. Er wordt nu gewerkt aan zon LOB-programma, waarin leerlingen leren kiezen en het keuzeproces leren doorgronden, inzicht leren krijgen in hun eigen kwaliteiten, talenten en motivatie om tot een keuze te komen. De leerling ontwikkelt loopbaancompetenties om deze keuzes beter te maken. (Daartoe behoren o.a. reflectie op capaciteiten en op motieven, kennis en onderzoek op het gebied van beroepen en werkomgevingen, kennis en onderzoek op het gebied van vervolgonderwijs, het vermogen zelf te ontdekken wat nog aan vaardigheden nodig is en het opbouwen van een netwerk). In het schooljaar is hier een ontwikkelteam mee bezig. 6.7 ICT, mediatheek e.o. ICT is in het onderwijs een belangrijk middel ter ondersteuning, verbreding, verdieping en efficiëntie. Onderscheid wordt gemaakt in ICT-beleid OSG-breed, gericht op de ondersteuningsprocessen voor de dagelijkse praktijk (leerlingvolgsysteem, cijfersysteem, electronische leeromgeving, digi-borden, etc.) en de inzet van ICT-middelen in het primair proces. In de afgelopen jaren is een start gemaakt met onderwijs op Ipads in een aantal klassen. In het schooljaar buigt het ontwikkelteam ICT zich over de vraag hoe ICT in het onderwijs een meerwaarde kan bieden en met welke devices het beste gewerkt kan worden. Dit alles wordt in een ICT beleidsplan verwoord. Leermiddelenbeleid Leermiddelen dienen zodanig gekozen te worden, dat zij niet alleen ondersteunend zijn op het gebied van vakinhoudelijke, theoretische kennisoverdracht, maar ook een meerwaarde hebben in het bieden van uitdagend onderwijs, maatwerk, differentiatie, verschillende leerstijlen, maatschappelijke ontwikkelingen, etc. In de nieuwe organisatiestructuur vormen de secties de basis van het vormgeven aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Vanuit hun keuzes in leermiddelen, dit in samenspraak met de ontwikkelteams ICT en de beleidsteams havo en vwo, wordt in de loop van het schooljaar een leermiddelenbeleidsplan geschreven. Dit beleidsplan is zowel richting gevend als dynamisch, zodat telkens op nieuwe ontwikkelingen ingespeeld kan worden. Ondersteuning (mediatheken, servicepunt, etc.) Het onderwijsproces wordt ondersteund door OOP-ers, die taken hebben op het gebied van directe ondersteuning bij de vakken (technisch onderwijsassistenten, mediathecarissen, etc.) en op het gebied van dagelijkse processen (conciërges, ict-medewerkers, roostermakers, etc.). In de nieuwe organisatiestructuur vormt een nog op te zetten servicepunt een spil: het fungeert als meldpunt voor leerlingen, als centraal punt voor absentieregistratie, als administratief punt op het gebied van verzamelen van toetsen, werkstukken, etc. Er is een doorlopende bezetting. (Ontwikkeling: gedurende schooljaar ). 6.8 Zorg en Passend Onderwijs Het Leeuwarder Lyceum beschikt over een uitgebreid zorgplan. Hierin is beschreven welke vormen van reguliere zorg en zorg op maat geboden worden en in hoeverre aan verschillende behoeftes aan zorg voldaan kan worden. Het zorgteam breidt het plan uit met een routing voor leerlingen die vanuit Passend Onderwijs in de nieuwe wetgeving ondersteuning nodig hebben. (Zie hiervoor beleidsplan zorg). 29

30 Hoofdstuk 7. Kwaliteitszorg 7.1 Inspectierapport en doelstellingen toezichtkader op korte en lange termijn Het Leeuwarder Lyceum heeft een tijd onder verscherpt toezicht gestaan. De resultaten vwo bleken niet in orde te zijn, er was te weinig sprake van borging van de ingezette verbetertrajecten en er was twijfel over het niveau van het onderwijs. Hierin is op dit moment een aardige slag geslagen, en de verwachting is dat de resultaten en de processen er naartoe bij het komend inspectiebezoek op orde zijn. Daarnaast moet aandacht besteed worden aan differentiatie en didactiek, en dient er een bepaalde gemeenschappelijkheid in het onderwijs aan het Leeuwarder Lyceum te komen. Secties weten te weinig van elkaar en de programma s lopen te veel langs elkaar. Om dit te verbeteren zijn acties ondernomen en worden ook in de komende jaren acties ingezet (zie hiervoor bijlage en voorgaande hoofdstukken). 7.2 Onderdelen kwaliteitszorg Tot de onderdelen van de kwaliteitszorg behoren examenresultaten, instroom, doorstroom en uitstroom-gegevens, gegevens over pedagogisch en didactisch klimaat, tevredenheidsonderzoeken onder personeel, leerlingen en ouders en scholing. Er worden door het jaar verspreid enquêtes gehouden die hierover inzichten geven. De resultaten van somige enquêtes worden gepubliceerd op Vensters VO. Er is op het Leeuwarder Lyceum sprake van een kwaliteitscyclus. Het doel van de kwaliteitscyclus is het verbeteren en borgen van de kwaliteit: van de les, van het schoolklimaat en van de resultaten van de school. Teneinde de cyclus beter te verankeren in de organisatie, gaat met ingang van schooljaar een team van lesobservatoren aan de slag. Een aantal docenten en leidinggevenden brengen in het kader van collegiale consultatie eens per twee weken een lesbezoek, zodat elke docent ten minste drie keer per jaar een dergelijk lesbezoek krijgt. Het bezoek wordt altijd vervolgd met een feedbackgesprek; de docent kan hierdoor aan de slag met een verbeterplan. De uitkomsten van ieder onderzoek worden geanalyseerd en leiden tot interventies om te komen tot duurzame verbetering. De schoolleiding van het Leeuwarder Lyceum stimuleert de medewerkers tot een kritische en ondernemende instelling. De verbeter- en ontwikkelfunctie van kwaliteitszorg is de meest belangrijke. Verbeteracties moeten bij voorkeur een meetbaar resultaat (wanneer en door wie) opleveren, zonder de ruimte voor creativiteit geweld aan te doen. 30

31 Bijlage 1: Ontwikkelteams De vakoverstijgende onderwerpen en de samenhang van de vakoverstijgende onderdelen vallen onder de verantwoordelijkheid van de schoolleiding. De directie is de eerst aanspreekbare op het gebied van agendering en borging van de samenhang. Voor de ontwikkeling en de uitvoering van de vakoverstijgende onderdelen worden er ontwikkelteams geformeerd. Een ontwikkelteam heeft als taak het doen van voorstellen voor nieuwe curriculum(onder)delen of voorstellen voor vakoverstijgende of schoolbrede onderwerpen aan de schoolleiding. De schoolleiding kan deze voorstellen overnemen en opdracht geven tot het uitwerken van de voorstellen. Het ontwikkelteam evalueert vervolgens de producten. Ieder vakgebied levert een lid/leden voor een ontwikkelteam. Een ontwikkelteam vertegenwoordigt de vakgebieden en dus de opleidingen en consulteert de leden ervan. De ontwikkelteams hebben een permanent karakter. Ontwikkelteams werken in een jaarcyclus aan de hand van een activiteitenplan waarin de afspraken worden vastgelegd over de te behalen doelen en de te ontwikkelen producten. De ontwikkelteams zijn klein. Ze bestaan maximaal uit vier of vijf personen, afhankelijk van het onderwerp en de te behalen resultaten. De communicatie naar de schoolleider die verantwoordelijk is voor de personele aansturing van een lid van een ontwikkelteam is daardoor eenvoudig en vraagt weinig tijd. Ieder ontwikkelteam heeft een voorzitter. Inhoudelijk worden de ontwikkelteams aangestuurd door een lid van de schoolleiding. Taken ontwikkelteams Naam kernteam Korte schets taken Bemensing Opmerkingen Havo Ontwikkeling beleid Havo voor de 4-5 pers. Diverse secties toekomst, havo-profilering Vwo Ontwikkeling beleid Vwo voor de 4-5 pers. Diverse secties toekomst, vwo-profilering Alfa Ontwikkeling en beleid talenonderwijs, versterking taal en cultuur Bèta Ontwikkeling en beleid Technasium en bèta-vakken Gamma Ontwikkeling en beleid gammaonderwijs, versterking onderwijs en ondernemerschap Toetsing Inventarisatie toetsing, aard van toetsing, analyse huidige toetsing, toetsvormen voor de toekomst, etc. Reken- en taalbeleid Studievaardigheden Mentorlessen, didactiek, (didactiek en pedagogiek onderbouw en bovenbouw) 3-4 pers. Er zijn al een paar collega s vanuit hun LDtaak hiermee bezig 5-6 pers. 31

32 Talentontwikkeling Zorg en passend onderwijs ICT OOP team 1 OOP team 2 projecten, portfolio, PWS, Scholing, voortgang Verhoging algemene ontwikkeling, debatstructuren, vwo excellent, havo+ en vwo+, project versterking Fries, talenten op niet-cognitieve gebieden Ontwikkeling beleid en toepassing devices in het onderwijs, didactiek mbv digitale middelen, vernieuwing, etc. Ontwikkeling en beleid onderwijsondersteunende zaken op inhoud/lesondersteuning Ontwikkeling en beleid onderwijsondersteunende zaken op administratie en logistiek Zorgteam 32

33 Bijlage 2: Competenties leidinggevenden Achtergrond De missie en visie van het Leeuwarder Lyceum vereisen een organisatiestructuur die de onderwijsideeën ten dienste staat. De genoemde organisatiestructuur, waarbij de schoolleiding bestaat uit een rector en twee conrectoren, die op hun beurt weer ondersteund worden door docenten, coördinatoren en OOP, stelt voor een gedegen uitvoering specifieke eisen aan de leidinggevenden. Kennis, kwaliteiten en vaardigheden Voor de schoolleiders zijn onderstaande kennis, kwaliteiten en vaardigheden, naast eisen die horen bij een LD-functie, van belang: 1. Onderwijskundig leiderschap De schoolleider is zich bewust van doelstellingen en visie/missie van het onderwijs in het algemeen en het Leeuwarder Lyceum in het bijzonder en kan anderen (secties en docenten) daarin aansturen. Hij heeft kennis van en inzicht in pedagogische en didactische processen die binnen de vakgebieden van zijn afdeling aan de orde zijn en kan vanuit een helikopterview een helder overzicht van de ontwikkelingen binnen de vakgebieden. Waar nodig stuurt hij aan op innovatie en differentiatie en bewaakt en borgt de kwaliteit van de lessen in zijn afdeling. 2. Persoonlijk leiderschap De schoolleider heeft autoriteit en overwicht en is een steun en coach voor de docenten die in zijn team zitten. Hij voert gesprekken in het kader van de gesprekscyclus en zorgt voor inzet op het gebied van talenten. Hij houdt van iedere collega een dossier bij. Hij zet in samenspraak met zijn collega s scholingstrajecten uit en bewaakt de kwaliteit van de docenten die in zijn team zitten. Zo nodig zet hij verbetertrajecten in. In voorkomende gevallen van blijvend disfunctioneren van docenten kan de directie tot outplacement besluiten. 3. Kwaliteitsborging De schoolleider is verantwoordelijk voor de kwaliteit van instroom, doorstroom en uitstroom binnen zijn afdeling. Hij geeft leiding aan portefeuillehouders en bewaakt de ontwikkelingen en trajecten van de diverse specifieke portefeuilles. Hij bewaakt de kwaliteit van resultaten en van het functioneren van collega s in zijn afdeling. Hij stuurt coördinatoren/mentoren aan en draagt zorg voor passende trajecten indien leerlingen extra aandacht of hulp nodig hebben, dit in samenwerking met de zorgcoördinatoren. Hij kan zelfstandig beleidsplannen en portefeuilles uitzetten en verantwoorden. 33

34 4. Scholing, ontwikkeling en instelling De schoolleider committeert zich aan eigen ontwikkeling en scholing om zijn leiderschapskwaliteiten te blijven ontwikkelen. Hij houdt zijn bekwaamheidsdossier bij en verantwoordt zich aan zijn leidinggevende. Hij is vaardig in het onderhouden van externe contacten (zowel primair als vervolgonderwijs), ontwikkelt zijn netwerk en is een boegbeeld van de school. Hij weet de school naar buiten te presenteren en is op de hoogte van huidige en toekomstige situatie/doelstelling van de school. Voorts is de schoolleider in staat tot het werken in teamverband binnen de schoolleiding en wijkt hij in de onderwijsvisie als geheel niet af van de visie/missie van het Leeuwarder Lyceum. Hij steunt het strategisch beleid en voert het uit. Profiel schoolleider (Zie: Waslander e.a. 2012) Domein 1: Visie en richting Visie op leren en doceren ontwikkelen, deze delen en tot uitgangspunt maken voor alle beslissingen. Kenmerken: werken vanuit een gedeelde visie die mensen inspireert en motiveert visie op leren en doceren consequent doorvertalen naar alle aspecten van de organisatie de organisatie richting geven voor de toekomst Domein 2: Curriculum en instructie Realiseren van optimale condities voor leren en doceren (o.a. fysieke omgeving, leermiddelen, tijdsbesteding). Kenmerken: onderwijsomstandigheden creëren waarin leerlingen optimaal toekomen aan leren en in voldoende mate effectieve instructie krijgen bijdragen aan het bepalen van leerdoelen voor alle leerlingen, en strategieën om die doelen te behalen zorgdragen aan een coherent en rijk curriculum Domein 3: Professionele ontwikkeling stimuleren Professionele ontwikkeling van individuele medewerkers stimuleren. Kenmerken: professionele dialoog voeren met individuele medewerkers individuele medewerkers gericht ruimte en mogelijkheden bieden om te leren en zich verder te ontwikkelen cultuur opbouwen waarin mensen kunnen en mogen leren dit alles verbonden met visie, en aansluitend op ontwikkeling van de organisatie als geheel stimuleren, evalueren en ontwikkelen 34

35 Domein 4: Coherente organisatie Coherentie organiseren tussen alle beleidsterreinen van de organisatie Kenmerken: coherentie aanbrengen tussen de beleidsterreinen, gericht op het ondersteunen en stimuleren van leren en doceren de verdeling en besteding van middelen baseren op de visie en doelen van de school zorgen dat de beheersmatige kant van de school op orde is Domein 5: Lerende organisatie Een proces van continue verbetering realiseren Kenmerken: leerprocessen op individueel-, groeps- en organisatieniveau op elkaar afstemmen op elk niveau doorgaande leercycli faciliteren Domein 6: Strategisch omgaan met omgeving De omgeving van de organisatie in kunnen zetten om de organisatiedoelen te realiseren. Kenmerken: productieve relaties met andere partijen realiseren en andere partijen weten te mobiliseren (oa. ouders, scholen, overheden) inspelen op toekomstige ontwikkelingen beleid en regelgeving kunnen benutten om organisatiedoelen te realiseren de organisatie zo nodig af kunnen schermen voor invloeden van buiten; optreden als filter, hitteschild, e.d. naar buiten toe verantwoording afleggen over gevoerd beleid en gerealiseerde uitkomsten Domein 7: Persoon van de leider Beschikken over persoonlijke eigenschappen, kennis en vaardigheden om de rol van schoolleider effectief in te kunnen vullen. Kenmerken: integer, betrouwbaar en geloofwaardig handelen (rolmodel zijn) vermogen om wederzijds vertrouwen op te bouwen opereren vanuit sterke persoonlijke waarden en als de context daarom vraagt daar flexibel mee om kunnen gaan open leerhouding demonstreren complexe problemen op kunnen lossen (incl. creativiteit) 35

36 Bijlage 3: Profiel- en taakomschrijving jaarlagen-/leerlingcoördinator 1. Algemeen Van een coördinator wordt verwacht dat hij/zij goede contactuele eigenschappen heeft, feeling heeft leerlingen en de verschillende vormen van problematiek bij opgroeiende jongeren, flexibel is, kan deescaleren, bereid is om veel op school aanwezig te zijn en goede contacten onderhoudt met ouders. De coördinator kan ingezet worden in de onderbouw en in de bovenbouw. Hij/zij is verantwoordelijk voor de dagelijkse en specifieke begeleiding van leerlingen in de afdeling c.q. jaarlaag van zijn/haar aandachtsgebied en draagt verantwoording voor het pedagogisch klimaat. Taakeisen a. Opleiding en ervaring: heeft onderwijsbevoegdheid voor de betreffende afdeling; is bereid zich op onderwerpen betreffende het coördinatorschap verder te professionaliseren; heeft ervaring als mentor/leraar in het voortgezet onderwijs. b. Kennis, inzicht en vaardigheden: heeft kennis van de inrichting van het onderwijs en de pedagogisch-didactische benadering van leerlingen; heeft basale kennis en inzicht in het programma en de didactiek van diverse vakken; heeft uitstekende communicatieve vaardigheden; kan op correcte wijze gegevens administreren; beschikt over kennis van externe instanties voor leerlingbegeleiding. c. Instelling, houding en visie: heeft affiniteit met het werken met leerlingen met leerproblemen en sociaalemotionele problemen; is bereid om interdisciplinair te werken; beschikt over inlevingsvermogen; heeft autoriteit om bij verzuim- en spijbelgedrag sturend op te treden 2. Omgeving De werkzaamheden hebben betrekking op het begeleiden van leerlingen. Ook het signaleren, diagnosticeren en begeleiden van leerlingen met leerproblemen en sociaal-emotionele problemen (in afstemming met het ontwikkelteam zorg) vallen onder deze begeleiding. Voorts adviseren de coördinatoren leraren en mentoren bij de opvang en begeleiding van deze leerlingen. De coördinatoren werken onder verantwoordelijkheid van de conrectoren. Hij/zij werken nauw samen in onderling verband en met mentoren. 3. Werkzaamheden a. Begeleiding van leerlingen met leerproblemen, sociaal-emotionele problemen, verzuimgedrag en ongewenst gedrag, die door hun complexiteit en/of tijdinvestering de deskundigheid c.q. beschikbare tijd van de mentor te boven gaan, en ook niet bij het zorgteam horen. Hij/zij verricht rechtstreeks daaruit voortvloeiende taken door: het voeren van (begeleidings-)gesprekken met leerlingen; het overleggen met ouders/verzorgers, interne en externe deskundigen over de problematiek van de leerling; 36

37 het begeleiden van leerlingen naar externe hulpverlenende instanties en het zorgen voor terugkoppeling naar school; het constateren van en acties zetten op ongewenst gedrag en verzuim; het verzorgen van leerlingbegeleidingsprogramma's die gericht zijn op leerproblemen en/of de sociaal-emotionele ontplooiing van leerlingen; het bijhouden van de administratie van de leerlingbegeleiding. b. Begeleidt (indien niet vallend onder taken zorgteam) mentoren en leraren bij de opvang van leerlingen met leerproblemen en sociaal- emotionele problemen door: mentoren en leraren te begeleiden bij de opvang van probleemleerlingen in de schoolsituatie; mentoren en leraren te coachen bij de opvang en begeleiding van leerlingen (anders dan de door het zorgteam verzorgde coaching) initiatieven te nemen ten aanzien van informatievoorziening en deskundigheidsbevordering van mentoren en leraren; het initiëren/bijwonen van leerlingbesprekingen met het oog op begeleidingsaspecten. c. Begeleidt (indien niet vallend onder taken zorgteam) leraren bij de opvang van leerlingen met leerproblemen door: het ondersteunen van leraren bij het analyseren van leerprocessen en leerresultaten; het ondersteunen van leraren bij de afstemming van het leerprogramma en de pedagogische (en didactische) aanpak op de specifieke leerbehoeften van leerlingen; het verlenen van ondersteuning bij het realiseren van individualiserende organisatievormen binnen de groep. d. Levert een bijdrage aan de beleidsontwikkeling van de leerlingbegeleiding door: werken aan het opstellen van een begeleidingsplan leerlingbegeleiding; informatie aan te leveren voor het jaarverslag leerlingbegeleiding; ontwikkelingen bij te houden op het gebied van leerproblemen en sociaalemotionele begeleiding van leerlingen; de directie te adviseren over het beleid inzake sociaal-emotionele begeleiding van leerlingen, de begeleiding bij leerproblemen en het voorkomen van verzuim en/of ongewenst gedrag; bijeenkomsten bij te wonen over het beleid inzake leerlingbegeleiding. 4. Speelruimte de coördinator is verantwoording schuldig aan de directie voor wat betreft de kwaliteit van de begeleiding en advisering en de maatregelen die getroffen worden bij onwenselijk gedrag; de coördinator werkt overeenkomstig de beleidskaders en het beleidsplan inzake de leerlingbegeleiding; de coördinator neemt beslissingen over de inhoud van zijn adviezen en de organisatie en inhoud van zijn begeleiding. 5. Kennis en vaardigheden beschikt over theoretische en praktische kennis van leerlingbegeleiding bij leerproblemen, sociaal-emotionele problemen, verzuimgedrag, pestgedrag, etc.; heeft inzicht in taakstelling, organisatie en werkwijze van de school; 37

38 beschikt over kennis van de gebruikte methodes, specifieke leer- en hulpmiddelen en leerstrategieën; heeft vaardigheid in het opstellen van leerlingbegeleidingsprogramma's; heeft vaardigheid in het hanteren van methodieken en instrumenten voor leerlingbegeleiding; beschikt over achtergrondkennis van en inzicht in leerproblemen en leerprocessen van kinderen; beschikt over basale kennis van het netwerk van hulpverlenende instanties inzake leerlingbegeleiding; heeft inzicht in het ontstaan en behandelen van leerproblemen en sociaalemotionele problemen van leerlingen. 6. Contacten met directie om informatie uit te wisselen en verantwoording af te leggen over gegeven adviezen en begeleiding.; met mentoren, leraren, ouders/verzorgers en leerlingen over leerlingbegeleiding om informatie uit te wisselen, af te stemmen en voortgang van de begeleiding dan wel maatregelen (bv. m.b.t. verzuim) te bespreken; met externe deskundigen en hulpverlenende instanties om informatie uit te wisselen, leerlingen door te verwijzen en problemen te bespreken; met netwerken van leerlingbegeleiding en jeugdgezondheidszorg om ontwikkelingen te volgen en ervaringen uit te wisselen; met scholen van primair onderwijs, speciaal onderwijs en vervolgonderwijs om informatie uit te wisselen en zaken af te stemmen; neemt deel aan het zorgadviesteam en intern overleg; heeft geregeld overleg met de zorgcoördinator over de leerlingen met specifieke leerproblemen. 38

39 Bijlage 4: Inspectierapport

40 40

41 41

42 42

43 43

44 44

45 45

46 Bijlage 5: Voortgangsrapportage naar aanleiding van inspectierapport Voortgangsrapportage november april 2014

47 Inhoudsopgave Inleiding 03 1 Analyse start schooljaar Voortgang aandachtspunten vanuit inspectiebezoek Beleidsvoornemens en trajecten voor schooljaar Resultaten: verbetering op korte termijn (interventies) en lange termijn 13 Pedagogiek, didactiek en excellentie 13 Profilering van het Leeuwarder Lyceum 14 De organisatie 14 Bijlagen 16 I Prognose Meerjarenopbrengsten 16 II Examenresultaten Vensters voor Verantwoording 19 2

48 Inleiding In vervolg op de voortgangsrapportage 2013 van het Leeuwarder Lyceum, waarin de tijdspanne van interventies en acties de periode van september 2013 tot juli 2014 beslaat, ligt hier het plan van aanpak voor het schooljaar voor, eveneens in de vorm van een voortgangsrapportage. De doelstellingen, handelingen en interventies voor dit schooljaar zijn gebaseerd op de onderstaande indicatoren: 1. Het definitief rapport met de bevindingen van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering dat de inspectie op 10 december 2013 heeft vastgesteld. 2. De voortgangsrapportage 2013, waarin de bevindingen van de inspectie zijn verwerkt en waarop de doelstellingen en acties voor het schooljaar zijn gegrond. 3. De kwaliteitsonderzoeken (waaronder tevredenheidsonderzoeken) en de opbrengstenanalyse van de (examen-)resultaten Een startanalyse op basis van gesprekken met personeel, leerlingen, ouders, leden van de raad en het MT. In de navolgende voortgangsrapportage wordt eerst in een analyse de huidige situatie binnen het Leeuwarder Lyceum weergegeven. Vervolgens wordt ingegaan op het resultaat en de borging van de trajecten die in het voorgaande schooljaar zijn ingezet. Daarna volgt een overzicht van de plannen, acties en interventies voor dit schooljaar; dit in samenhang met visie op het toekomstig onderwijs. Leeuwarden, 24 november 2014 Leonie Wagenaar Directeur 3

49 1 Analyse start schooljaar Algemeen: In de huidige organisatiestructuur van het Leeuwarder Lyceum zijn drie deelscholen, t.w. deelschool klassen 1 en 2, deelschool klassen 3, 4 en 5 havo en deelschool klassen 3, 4, 5 en 6 vwo. De deelscholen worden aangestuurd door de conrectoren. Voor schooljaar staan 972 leerlingen ingeschreven. Een deel van het gebouw is gereserveerd voor de ISK. Daar door de toestanden in de wereld het leerlingaantal van de ISK van 60 in schooljaar is toegenomen tot 182 in het huidig schooljaar, zijn de ruimtes binnen de school als geheel maximaal bezet. In de klassen 1 en 2 wordt het vak Onderzoeken en Ontwerpen aangeboden, dat weliswaar een onderdeel is van het Technasium, maar in deze eerste jaren wordt een breed aanbod vanuit diverse disciplines gerealiseerd. In het 3 e leerjaar kan voor het Technasium gekozen worden. Inmiddels is er een Technasium in de leerjaren 1 t/m 5. Het vak Engels werkt in de onderbouw met niveaugroepen. Het onderwijs op het gebied van excellentie en vwo+ loopt goed en wordt uitgebreid. De aansluiting op het onderwijs van leerlingen die vanuit de Montessori High School en het Stedelijk Gymnasium zijn ingestroomd is goed. Er is een goed contact met alle toeleverende basisscholen, en een intensivering van de contacten met de basisscholen die vanuit hun onderwijsaanbod kunnen aansluiten op het specifiek onderwijs op het Leeuwarder Lyceum (o.a. scholen die zich richten op hoogbegaafde leerlingen en een school die inzet op het traject kubusschool, vooruitlopend op het Technasium). Bevindingen: In het op 10 december vastgesteld definitief rapport van de inspectie zijn de onderstaande bevindingen geformuleerd: Onderdeel: 1. De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerling-populatie verwacht mag worden. Aandachtspunten: De leerlingen lopen in de bovenbouw te veel vertraging op (vwo score: 1, havo score: 2). De resultaten die de leerlingen op het CE behalen zijn zowel voor havo als vwo voldoende (score:3). Het verschil tussen SE en CE is eveneens bij beide opleidingsrichtingen voldoende (score: 3). Pluspunten: In de onderbouw is het opleidingsniveau dat behaald wordt goed (score: 4). 4

50 2. De aangeboden leerinhouden zijn gericht op de brede ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en samenleving. Aandachtspunten: De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn in voldoende mate dekkend voor de examenprogramma s (score:3). De school heeft in voldoende mate bij alle vakken een aanbod dat past bij de talige onderwijsbehoefte van taalzwakke leerlingen (score:3). 4. Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. Aandachtspunten: De school heeft in voldoende mate inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid voordoen (score: 3). Het personeel van de school zorgt er in voldoende mate voor dat leerlingen op respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan (score: 3). De mentoren stimuleren in voldoende mate het welbevinden en de motivatie van de leerlingen (score: 3). 5. De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden de leerlingen taak betrokken. Aandachtspunten: De leraren geven in voldoende mate duidelijke uitleg van de lesstof (score: 3). De leraren realiseren in voldoende mate een taakgerichte werksfeer (score: 3). De leerlingen zijn in onvoldoende mate betrokken bij de onderwijsactiviteiten (score: 2). 7. De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen. De school gebruikt in voldoende mate een systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen (score: 3). 8. Leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen passende zorg. De school voert de zorg in voldoende mate planmatig uit (score: 3). 9. De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. De school heeft in voldoende mate inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie (score: 3). De jaarlijkse evaluaties van de leerling-resultaten en de regelmatige evaluaties van het onderwijsleerproces worden in voldoende mate door de school gerealiseerd (score: 3). De school werkt in voldoende mate planmatig aan verbeteractiviteiten (score: 3). De school borgt in voldoende mate de kwaliteit van het onderwijsleerproces (score: 3). 5

51 De school waarborgt in voldoende mate de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten (score: 3). Op grond van de bevindingen heeft de inspectie het basisarrangement toegekend. In de toelichting wordt vermeld dat de school inspanningen heeft verricht om tot een gerichte kwaliteitsverbetering te komen. Naar mening van de inspectie zijn stappen gezet in de professionalisering van de cultuur en in de aanpak van verbeteringsactiviteiten t.a.v. de kwaliteit van onderwijs. Op het gebied van controle en borging is blijvende aandacht nodig. Er is inmiddels een gedegen genormeerd systeem van toetsen. Aan de actieve betrokkenheid van de leerlingen moet nog meer gewerkt worden. De kwaliteitszorg is op alle onderdelen voldoende. Voor havo zijn de opbrengsten op de opbrengstenkaart voldoende, voor vwo nog onvoldoende over de driejaars periode. Desondanks oordeelt de inspectie voldoende voor vwo, mede op basis van de verwachting op de komende examens. Op het bovenbouwrendement moet nog actiever ingezet worden. Hoewel beide opleidingen nu voldoende scoren, is de opbrengst bij vwo nog pril en moet aan borging van de resultaten aandacht worden besteed. De door het Leeuwarder Lyceum ingezette acties als beschreven in de voortgangsrapportage hebben een verbetering van de kwaliteit opgeleverd. (Zie daarvoor het volgend hoofdstuk). De kwaliteitsonderzoeken en medewerker tevredenheidsonderzoeken laten een beeld zien waarin de school in zijn geheel grotendeels voldoende tot goed scoort. Aandachtspunten zijn ook hier de activering van leerlingen, differentiatie en didactiek, verveling van leerlingen en de wijze waarop communicatiestromen lopen. Docenten zijn niet volledig tevreden over hun mogelijkheden tot groei en ook niet over de interactie tussen MT en werkvloer. Er worden tevens verschillen ervaren tussen de deelscholen onderling. In de gesprekken met secties en individuele docenten komt naar voren dat er onderlinge verschillen zijn: een aantal docenten heeft ideeën over vernieuwingen en veranderingen in de didactische aanpak en in de participatie van leerlingen bij het onderwijsproces, en voeren die ook uit. Een ander deel heeft moeite met het aanpassen van de eigen stijl van lesgeven, in het loslaten van processen die tot dusver niet tot het gewenste resultaat hebben geleid en in het zelfstandig en verantwoordelijk maken van de leerlingen. In een aantal gevallen is sprake van passiviteit en in-capabiliteit. De leerlingen worden nu en dan als ongemotiveerd en passief ervaren. Leerlingen zeggen te weinig uitgedaagd te worden. Het afstemmen op de leerling en het uitdagen en motiveren van de groepen en individuele leerlingen is een aandachtspunt, dat in directe relatie staat tot resultaatverbetering. Hier zal in dit schooljaar extra aandacht op gevestigd worden. 6

52 Het verschil in didactiek in onderbouw en bovenbouw is naar de secties eveneens iets dat aandacht verdient: doorlopende leerlijnen en het van meet af aan inzetten van een didactiek die leerlingen helpt verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces en oplossingsgericht te werken zijn doelstellingen voor alle secties. De cultuur op school is traditioneel te noemen. Op het gebied van continuïteit kan dat voordelen bieden, daarnaast echter kunnen de vooruitgang en modernisering van het onderwijs belemmerd worden. Bij een beperkte groep is sprake van een lage organisatiesensitiviteit. In de werkwijze is enerzijds sprake van veel vrijheid, hetgeen stimulerend kan werken op de beleving van autonomie bij de individuele docent, anderzijds leidt de vrijheid in combinatie met een beperkte monitoring tot verminderde betrokkenheid en mogelijk passief gedrag. Voor het MT ligt in dit schooljaar een uitdaging om met een verandering in de cultuur aan het werk te gaan. Er heerst een vriendelijke sfeer, er is echter te weinig sprake van aanspreekgedrag. Bij een verandering van een traditionele naar een meer professionele cultuur is dit een speerpunt. Bij een aanzienlijke groep docenten is een grote bereidheid taken op zich te nemen en mee te denken in nieuwe processen, zoals een verandering in lestijden, nadenken over een nieuwe organisatiestructuur, etc. Doelstelling voor het MT dit jaar is de betrokkenheid verhogen en daarnaast blijvend in te zetten op kwaliteit en cultuur. 2 Voortgang aandachtspunten vanuit inspectiebezoek 2013 Naar aanleiding van de inspectiebezoeken in 2013 zijn in de voortgangsrapportage voor het afgelopen schooljaar op diverse terreinen plannen en acties ingezet (zie daarvoor ook onderdeel 1; Analyse), die hun vruchten afgeworpen hebben en waarvoor voortgang en borging in de komende jaren gewenst is en ingezet zal worden. Thema 1: Een goede pedagogische en didactische leeromgeving De studiedagen van het APS, gericht op het activeren van leerlingen en het omgaan met verschillen, hebben ertoe geleid dat bij een deel van de vakken meer actief en bewust omgegaan wordt met differentiatie. Ook het gericht inzetten van OBIT heeft daaraan bijgedragen. Uit de sectiegesprekken en de lesbezoeken blijkt echter, dat het voor een deel van de docenten lastig is om meer verantwoordelijkheid bij de leerling te leggen en de leerling actiever bij de les te betrekken. Handelingsverlegenheid en angst voor verandering, mede in het licht van verbetering van de resultaten, spelen daarbij een rol. 7

53 Daarnaast hebben sommige secties goede slagen gemaakt in het vormgeven aan differentiatie en het activeren van de participatie van de individuele leerling aan het onderwijsproces. De secties Engels (niveaugroepen) en wiskunde (onderscheid in didactiek wiskunde A en wiskunde B) zijn daar voorbeelden van. Er is goed ingezet op het peilen van de individuele leersituatie van de leerling en het niveau van de groepen. Methodes hiervoor zijn o.a. de Saqi-test en de Cito-toetsen. De analyses en aanbevelingen die uit de onderzoeken komen zullen dit jaar beter worden ingezet als uitgangspunt voor pedagogisch en didactisch handelen. Er worden met grote regelmaat lesbezoeken gehouden, en de docenten krijgen feedback op hun handelen voor de klas. Er is extra aandacht voor de docenten die meer hulp nodig hebben bij het activeren van leerlingen en differentiëren in de les. In de klassen 1, 2 en 3 wordt gebruik gemaakt van een Ipad. Dit schooljaar wordt de inzet van de Ipad in de lessen verder ontwikkeld en wordt onderzocht op welke wijze devices een verdere rol spelen bij het toekomstig onderwijs. In de begeleiding van de leerlingen is een start gemaakt met opbrengstgericht mentoraat. Twee LD-docenten zullen het concept verder uitwerken gedurende dit jaar. In februari 2015 gaat de eerste groep van 15 docenten naar de cursus Oplossingsgericht coachen. Acties: Doorlopend Monitoring secties en individuele docenten op MT Individuele coaching en (mogelijk) cursussen (sept-juni) didactiek Sept-dec. Analyse testen en toetsen MT Bespreking analyse met coördinatoren, Doorlopend (sept-juni) Doorlopend (sept-juni) Doorlopend (sept-juni) Lesbezoeken Collegiale consultatie Aandacht voor pedagogisch-didactisch handelen en het verantwoordelijk maken van de leerling Aandacht voor verbetering en verdieping digitaal leren, omgaan met devices MT en docenten Conrectoren Conrectoren Docenten mentoren en docenten i.h.k.v. differentiatie Lesbezoeken vanuit het MT vormen mede onderdeel van het beoordelingstraject Collegiale consultatie is bedoeld om van elkaar te leren en elkaar feedback te geven In de deelscholen worden diverse trainingen gegeven, o.a. methode volgens J. Hattie In de deelscholen worden trainingen gegeven aan docenten op het gebied van digitalisering. Docenten verzorgen eveneens trainingen voor collega s. Onderzoek naar toekomstige inzet devices in het MT Uitgangspunt: meerwaarde devices bij Maart 15 8

54 Doorlopend (sept-juni) onderwijs Docenten differentiatie en personalisering leerroutes Uitwerking opbrengstgericht mentoraat Twee LDdocenten Cursus voor 15 mentoren in februari, later in het schooljaar verdere cursus Implementeren van geleerde technieken Thema 2: Verbetering van de algehele leiding en cultuur In een school die op weg is naar meer dynamiek in het onderwijs, verbetering en borging van kwaliteit en een focus op de toekomst is het noodzakelijk dat op goed management, inspirerende en doelgerichte aansturing en een professionele cultuur ingezet wordt. In het afgelopen schooljaar zijn hiertoe diverse initiatieven genomen. Daarbij waren in eerste instantie de pijlen gericht op efficiency en helderheid in aard en inhoud van vergaderingen, op evaluatie van trajecten en terugkoppeling van conclusies. In de jaaragenda van het nu lopende schooljaar zijn eveneens bijeenkomsten, evaluaties en voortgangsvergaderingen opgenomen. Voor dit jaar is het van belang dat op basis van de evaluaties en conclusies gericht beleid wordt ingezet, dat ook met de betrokkenen op deelgebieden gecommuniceerd wordt. T.a.v. de cultuur op school is nog een slag te maken: naast een steeds grotere groep collega s die de schouders eronder zet en vol energie met vernieuwing en verbetering van de onderwijsprocessen aan de gang gaat, zijn er ook collega s die dit in mindere mate doen. De oorzaak hiervan is veelal te vinden in ofwel handelingsverlegenheid, ofwel angst om te veranderen, ofwel gebrek aan capaciteiten. Deze docenten worden intensief begeleid en beoordeeld vanuit het MT. T.a.v. de organisatiestructuur zullen in de komende tijd, mede in het licht van het pensioen van één van de conrectoren, beslissingen worden genomen omtrent een (mogelijk andere) organisatiestructuur. Acties: Doorlopend (sept-juni) Doorlopend (sept-juni) Deelschoolvergaderingen, sectievergaderingen, teamvergaderingen, etc. volgens planning Analyse en evaluatie toetsen in toetsperiodes, kwaliteit van lessen MT, secties, teams MT Gerichte vergaderingen op onderwijsinhoudelijk of beleidsmatig gebied. Opbrengsten van de vergaderingen worden gedeeld en zijn leidraad voor in te zetten acties en/of verandering. Aandacht voor wijze van toetsen, gesprekken met docenten over aard van toetsing en resultaten van toetsen, lesbezoeken en gesprekken over de kwaliteit van lessen. 9

55 Doorlopend (sept-juni) Oriëntatie: Okt-febr. Beslisfase: mrt-juni Begeleiding en coaching docenten MT Inzet op prestatie en professionalisering docenten om kwaliteit lessen en opbrengsten te verhogen Onderzoek en besluitvorming nieuwe organisatiestructuur MT PMR Meningsvorming mede in deelscholen Thema 3: Een heldere visie, een koers om op te varen De schoolplannen en visieplannen zijn geproduceerd en gedeeld in de diverse gremia (Raad, PMR, deelscholen, etc.). Dit geldt ook voor de activiteitenplannen. Dit schooljaar zijn (aangepaste) plannen opgesteld en worden de acties bijgehouden. In de deelscholen zal meer aandacht zijn voor de gezamenlijke visie: deze leeft nog niet voldoende. Thema 4: Verbetering en borging van de opbrengsten De acties op het gebied van verbetering en borging van de opbrengsten zullen ook in dit schooljaar voortgezet worden. De gesprekken met de secties als geheel en met de individuele docenten (met name in de examenklassen) krijgen extra nadruk. Om de teruggang in resultaten bij het vwo een halt toe te roepen worden naast acties op de korte termijn (bv intensieve examentrainingen, versterking didactiek, opbrengstgericht coachen, etc.) lijnen voor de lange termijn ingezet. Daarbij is vooral te denken aan didactiek en differentiatie die zich richt op activering van de leerlingen, verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces en professionalisering van docenten. Doorlopend (sept-mei/juni) Okt., febr., mrt. Analyse en evaluatie toetsen en schriftelijke examens in toetsperiodes Analyse, evaluatie, verbetering en borging van de kwaliteit van lessen Herhaalde sectiegesprekken Differentiatie naar docent Nulmetingen bij de examenvakken Gerichte training en examenvoorbereiding MT Docenten (MT) Aandacht voor wijze van toetsen, gesprekken met docenten over aard van toetsing en resultaten van toetsen, lesbezoeken en gesprekken over de kwaliteit van lessen. Inzet op opbrengstgerichte lessen. Monitoring tussentijdse resultaten Sturing vanuit MT op verbetering 10

56 Doorlopend Beleidsvorming en sturing op didactiek, differentiatie, activering en eigen verantwoordelijkheid in een doorlopende leerlijn MT Secties MT checkt resultaten en stelt (eventueel herziene) doelstellingen vast (Met visie op een mogelijk nieuwe organisatiestructuur) Maart 15 Thema 5: Toetsing Het in de voortgangsrapportage 2013 beschreven toetsbeleid en de acties die ingezet zijn om tot een systeem van genormeerde toetsen te komen, waarbij specifieke aandacht wordt besteed aan de kernvakken en taal en rekenen worden voortgezet. De Cito-analyse laat een stijgende lijn zien in de taalverwerving van leerlingen vanaf binnenkomst bij het Leeuwarder Lyceum tot de 3 e klas. De conclusies hieruit en de te nemen acties ter borging worden in het taalbeleidsplan opgenomen. Daarnaast wordt dit schooljaar vanuit de talensecties een algemeen beleid opgesteld ter verbetering van de taalvaardigheid van de leerlingen in het algemeen, startend in de 1 e klas. Acties: Doorlopend (sept-juni) Sept-mrt Okt.- mrt Voortzetting beleid toetsing Beleid taalverwerving voor alle vakken Cito-analyse inzetten op trajecten onderbouw Analyse Cito-gegevens opnemen in taalbeleid (en curriculum) Secties LDdocenten met taak toetsbeleid Talendocenten Conrector Verdere verdieping in vorm, inhoud en effect toetsing Evaluatie voorgaand jaar, eventuele aanpassingen in beleid Beleidsvorming op taalbeheersing en verwerving Ontwikkelen van strategieën voor leerlingen om beter met de taligheid bij de toetsen en in de leerboeken om te gaan April 15 11

57 3 Beleidsvoornemens en trajecten Het Leeuwarder Lyceum is een dynamische school, die in beweging is en moet blijven. Dat betekent dat wij zorg moeten dragen voor de zaken die goed gaan: inzetten op blijvende kwaliteitsverbetering en borging en aandacht voor ieder individu in de school. Naast het borgen van hetgeen goed gaat, is het van belang aandacht te besteden aan nieuwe ontwikkelingen, zodat het onderwijs op school aantrekkelijk en boeiend blijft en leerlingen de kans krijgen hun talent optimaal te ontwikkelen. Voor de korte en lange termijn zal het Leeuwarder Lyceum zich op de volgende onderwerpen richten: Resultaten: verbetering op de korte termijn (interventies) en lange termijn Dit schooljaar vinden met regelmaat sectiegesprekken plaats en worden bij de start van het schooljaar bij een aantal vakken in de examenklassen nulmetingen gehouden. De docenten worden erin begeleid en ondersteund hun didactiek af te stemmen op de behoeften van de leerlingen en op hun leervermogen. Er worden meerdere lesbezoeken georganiseerd en de docent krijgt intensieve coaching. Het systeem van toetsing en de inzet op OBIT zijn een belangrijke aanvulling in de efficiency van de toetsen. De conclusie van veel docenten dat leerlingen vragen niet altijd goed lezen heeft (mede) geleid tot het opstellen van een beleidslijn om meer aandacht aan leesvaardigheid bij alle vakken te besteden. Daarnaast zijn er initiatieven om tot een hoger algemeen ontwikkelingsniveau te komen. Pedagogiek, didactiek en excellentie In het afgelopen schooljaar is veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van tools voor docenten om verbeteringen aan te brengen in didactiek en differentiatie. Het huidig schooljaar is bedoeld om op dit gebied verdieping aan te brengen: het geleerde meer in de praktijk brengen, good practices naar voren halen en maatwerk leveren voor de individuele docent. Op pedagogisch terrein staat de school net als andere scholen voor de uitdaging Passend Onderwijs vorm te geven. De ondersteuning door het mentoraat zal verdiept worden: mentoren gaan een cursus oplossingsgericht coachen volgen om de leerlingen meer regie, eigen verantwoordelijkheid en strategieën voor het eigen leerproces aan te bieden. Vwo+ heet vanaf nu vwo excellent: de cursussen die in deze vwo-klassen gegeven worden blijven, en worden naar mogelijkheid uitgebreid. In het kader van het sectorakkoord, waar ruim aandacht is voor gepersonaliseerd leren en inzet op ict-middelen, wordt dit jaar eveneens benut om te inventariseren hoe gepersonaliseerd leren vorm kan krijgen op onze school, en hoe een leerling een persoonlijke route kan volgen vanaf het moment dat hij de school binnen treedt tot en met het behalen van zijn diploma. Profilering van het Leeuwarder Lyceum 12

58 Het Leeuwarder Lyceum heeft als unique selling point het Technasium. Niet alleen het aanbod van de bèta-vakken is daarbij van belang, maar ook de wijze waarop leerlingen door het vak Onderzoeken en Ontwerpen omgaan met leerstrategieën. Naast bèta-gericht onderwijs is alle ruimte voor leerlingen die zich liever ontwikkelen in de richting van talen, kunst en cultuur, of op economisch gebied. De sectiegroepen alfa, gamma en bèta onderzoeken de mogelijkheden om drie versterkte aandachtsgebieden te hebben op het Leeuwarder Lyceum, waarbij ook internationalisering en onderwijs in het veld een rol spelen. Leerlingen zullen meer op grond van een eigen portfolio leren en doen. Mede in het kader van gepersonaliseerd onderwijs wordt samenwerking aangegaan met de Montessori High School om TTO-onderwijs mogelijk te maken en een breder deelgebied te hebben m.b.t. internationalisering. De organisatie Het Leeuwarder Lyceum als organisatie bevindt zich in een veranderproces. Dit betreft niet alleen de al beschreven aandacht voor verandering van cultuur en verscherpte aandacht voor resultaten en didactiek, maar ook de structuur als zodanig. Om de kwaliteit goed te borgen en docenten op de juiste wijze te ondersteunen en aan te sturen is een management nodig dat daarvoor de tijd en de capabiliteit heeft. Met het vertrek van één van de conrectoren in verband met pensionering is de tijd daar om te onderzoeken wat voor de organisatie in de zin van leiding en aansturing van belang is. Uitgangspunt daarbij is inhoud en kwaliteit. Om de leidinggevenden meer tijd te geven voor het coachen, aansturen en begeleiden en voor de onderwijskundige inhoud, zullen leerling-zaken op een andere manier (bv. via coördinatoren) geregeld moeten worden. Deze zomer zijn veel collega s door het entreerecht in een LD-functie beland. Met deze collega s zijn taken en resultaatafspraken gemaakt. In het kader van het leggen van verantwoordelijkheden op een lager niveau in de organisatie en het daarmee verhogen van de betrokkenheid en autonomie van collega s zijn hier veel kansen om de organisatie tot een dynamisch en organisch geheel te maken. Tevens wordt hiermee meer ingezet op het bewust zijn van de organisatie en op de organisatiesensitiviteit. Tenslotte zal onverminderde aandacht besteed worden aan professionalisering: gericht inzetten op de kwaliteit van zowel docenten als het MT. De beleidsvoornemens zoals die hier vermeld staan worden opgenomen in een beleidsplan en maken deel uit van een doorlopend curriculum. 13

59 Bijlage I Prognose Meerjarenopbrengsten PITER JELLES PROGNOSE Meerjarenopbrengsten VO 2015 Gebaseerd op resultaten behaald in 2012, 2013 en 2014 Peildatum 18 augustus 2014 versie 4 BRONNEN: resultaten 2012 EN 2013 definitieve gegevens Meerjarenopbrengsten Onderwijsinspectie resultaten 2014: CE en SE/CE schoolgegevens in SOM CUM LAUDE (MAGNAVIEW) RENDEMENTEN OB en BB gegevens SOM CUM LAUDE (MAGNAVIEW) Leeuwarden, 18 augustus 2014 Tineke Peerbolte (Opbrengsten 2015/prognose meerjarenopbrengsten PJ scholen versie 4 14

60 VMBIO-BASIS VMBO-KADER VMBO-THEO. HAVO VWO LEEUWARDER LYCEUM: OPBRENGSTENOORDEEL: VOLDOENDE ONVOLDOENDE Was voldoende was voldoende Rendement ob Start lj 3 in vgl advies basisschool zonder zittenblijven vanaf lj % % % Relatieve score: OOOO OOOO OOOO VOLDOENDE was voldoende Rendement bb Van lj 3 naar diploma zonder zittenblijven 11/12-12/13 53% 12/13-13/14 57% 13/14-14/15 62% Relatieve score OOOO OOOO OOOO VOLDOENDE Was voldoende Gem. CE 2011/12 6,3 2012/13 6,6 2013/14 6,5 Relatieve score OOOO OOOO OOOO VOLDOENDE Was voldoende SE-CE 2011/12-0, /13-0, /14 0,04 3 JRS GEM.-0,12 GERING VERSCHIL = VOLDOENDE Was gering verschil 11/12-12/13 32% 12/13-13/14 44% 13/14-14/15 54% Relatieve score OOOO OOOO OOOO ONVOLDOENDE Was onvoldoende 2011/12 6,2 2012/13 6,4 2013/14 6,2 Relatieve score OOOO OOOO OOOO ONVOLDOENDE Was voldoende 2011/12 0, /13 0, /14 0,37 3 JRS GEM. 0,17 GERING VERSCHIL = VOLDOENDE Was gering verschil Gem. CE absoluut 2011/12 6,3 2011/12 6,2 15

61 2012/13 6,6 2013/14 6,5 3 JRS GEM. 6,5 BOVEN DE NORM 2012/13 6,4 2013/14 6,2 3 JRS GEM. 6,3 BOVEN DE NORM Examen 2014: Havo: 105 kandidaten, 11 gezakt, 94 geslaagd is 90% (91%-90%) Vwo: 77 kandidaten, 10 gezakt, 67 geslaagd is 87% (92%-81%) (percentages 2013 en 2012) Leeuwarden, 18 augustus Tineke Peerbolte Opbrengsten 2015-Prognose-versie 4-LL 16

62 Bijlage II Examenresultaten Venster voor Verantwoording 17

63 18

64 19

65 20

66 21

67 22

68 23

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 - Missie/Visie - Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 Op AMS staat de leerling centraal. Dat betekent dat alles wat we doen er op gericht is om iedere leerling zo goed mogelijk

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Leeuwarder Lyceum HAVO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Leeuwarder Lyceum HAVO KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Leeuwarder Lyceum HAVO Plaats : Leeuwarden BRIN nummer : 20DL C1 BRIN nummer : 20DL 00 HAVO Onderzoeksnummer : 290775 Datum onderzoek

Nadere informatie

VO2020. Schoolrapportage. Venster College X

VO2020. Schoolrapportage. Venster College X VO2020 Schoolrapportage Deze rapportage toont de antwoorden van de schoolambities van de VO2020-scan. U vindt uw eigen antwoorden terug in de nulmeting en in de actuele stand, inclusief een landelijke

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013 VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013 Lorentz Casimir Lyceum Plaats : Eindhoven BRIN-nummer : 25KX 00 Onderzoeksnummer : 150703 Datum onderzoek : 29-30 januari 2013 Datum vaststelling : Pagina 2 van 10 INLEIDING

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Christelijk Gymnasium VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Christelijk Gymnasium VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Christelijk Gymnasium VWO Plaats : Utrecht BRIN nummer : 16PA C1 BRIN nummer : 16PA 00 VWO Onderzoeksnummer : 283237 Datum onderzoek : 8 april 2015 Datum vaststelling

Nadere informatie

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013. Gymnasium Felisenum

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013. Gymnasium Felisenum VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013 Gymnasium Felisenum Plaats : Velsen-Zuid BRIN-nummer : 20DG Onderzoeksnummer : 150930 Datum onderzoek : 17-18 januari 2013 Datum vaststelling : 18 december 2012-14 maart

Nadere informatie

Profielschets. Teamleider vwo bovenbouw

Profielschets. Teamleider vwo bovenbouw Profielschets Teamleider vwo bovenbouw Rotterdam, 2016 Profielschets Teamleider vwo bovenbouw (LD) Libanon Lyceum Omvang: 1,0 fte met een beperkte lesgevende taak. Vooraf Het Libanon Lyceum in Rotterdam

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK. IJburgcollege

RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK. IJburgcollege RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK IJburgcollege Plaats: Amsterdam BRIN-nummer:28DH-00 edocsnummer: 4258514 Onderzoek uitgevoerd op: 29 mei 2013 Conceptrapport verzonden op: 20 juni 2013 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Toezicht in het praktijkonderwijs

Toezicht in het praktijkonderwijs Toezicht in het praktijkonderwijs In dit schrijven wordt aangegeven hoe een school voor praktijkonderwijs de diverse indicatoren uit het waarderingskader van de Inspectie voor directe belanghebbenden (school,

Nadere informatie

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV Sgs. Amsterdam-Zuid (loc. Apolloschool LWOO) De Apollo VMBOGT

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV Sgs. Amsterdam-Zuid (loc. Apolloschool LWOO) De Apollo VMBOGT VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013 Sgs. Amsterdam-Zuid (loc. Apolloschool LWOO) De Apollo VMBOGT Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 21ET C7 BRIN nummer : 21ET 08 BRIN nummer : 21ET 08 VMBOGT Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Strategisch beleid 2015-2019 Het proces

Strategisch beleid 2015-2019 Het proces Strategisch beleid 2015-2019 Het proces Beleidsjaar 14-15 we maken de balans op Missie en kernwaarden/uitgangspunten Dit zijn wij, hier staan we voor Nadere analyse Wat gaat goed, wat pakken we aan Wat

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Wolfert Lyceum

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Wolfert Lyceum KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Wolfert Lyceum Plaats : Bergschenhoek BRIN nummer : 15KR 06 Onderzoeksnummer : 291988 Datum onderzoek : 25 januari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Almende College, locatie Isala voor havo en vwo HAVO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Almende College, locatie Isala voor havo en vwo HAVO ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Almende College, locatie Isala voor havo en vwo HAVO Plaats : Silvolde BRIN nummer : 14UM C1 BRIN nummer : 14UM 00 HAVO Onderzoeksnummer : 276258 Datum onderzoek :

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING.!mpulse Kollum

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING.!mpulse Kollum ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING!mpulse Kollum Plaats : Kollum BRIN nummer : 20DL 01 Onderzoeksnummer : 284461 Datum onderzoek : 1 oktober 2015 Datum vaststelling : 7 januari 2016 Pagina 2 van 10 1,

Nadere informatie

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS. Schoonhovens College, Plesmanstraat VWO

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS. Schoonhovens College, Plesmanstraat VWO RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS Schoonhovens College, Plesmanstraat VWO Plaats : Schoonhoven BRIN-nummer : 15OM C1 BRIN-nummer : 15OM 00 VWO Onderzoeksnummer : 196030 Datum onderzoek :

Nadere informatie

Korte versie beleidsplan

Korte versie beleidsplan Korte versie beleidsplan 2015 2019 Voorwoord In dit strategisch beleidsplan Ieder talent blijft tellen beschrijft de Stichting Archipel Scholen de richting waarin de organisatie zich de komende vier jaar

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. VMBOK Agnieten College - Talentstad

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. VMBOK Agnieten College - Talentstad RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK VMBOK Agnieten College - Talentstad Plaats : Zwolle BRIN nummer : 02VT 02 VMBOK BRIN nummer : 02VT C7 Onderzoeksnummer : 277732 Datum onderzoek : 2 oktober 2014

Nadere informatie

VO2020. Schoolrapportage. Venster College X

VO2020. Schoolrapportage. Venster College X VO2020 Schoolrapportage Venster College X Deze rapportage toont de antwoorden van de schoolambities van de VO2020-scan. U vindt uw eigen antwoorden terug in de nulmeting en in de actuele stand, inclusief

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken International School VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken International School VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Het Baken International School VWO Plaats : Almere BRIN nummer : 01FP C3 BRIN nummer : 01FP 06 VWO Onderzoeksnummer : 275538 Datum onderzoek : 15 april 2014

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Stedelijk Dalton Lyceum, afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Stedelijk Dalton Lyceum, afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Stedelijk Dalton Lyceum, afdeling vwo Plaats: Dordrecht BRIN-nummer: 24PY-0 HBnummer:3217542 Onderzoek uitgevoerd op: 8 november 2011 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Inhoud: Schoolplan 2015-2019. Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging

Inhoud: Schoolplan 2015-2019. Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging Schoolplan 2015-2019 Inhoud: Verantwoording Motto, missie, visie, overtuigingen Doelen Samenvatting strategisch beleid van de vereniging 21 e eeuwse vaardigheden Schematische weergave van de vier komende

Nadere informatie

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK SCHOOLONTWIKKELPLAN 2017-2021 SAMEN UNIEK Instemming van de medezeggenschapsraad: 23 januari 2017 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Missie... 4 3. Visie... 4 4. Zes pijlers... 5 5. Kernwaarden en ambities...

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING COMENIUS COLLEGE, AFDELING VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING COMENIUS COLLEGE, AFDELING VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING COMENIUS COLLEGE, AFDELING VWO Plaats: Hilversum BRIN-nummer: 03FO-0 Arrangementsnummer: 169057 Onderzoek uitgevoerd op: 28 oktober 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Huygens College VMBOB VMBOK Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 21ET 04 BRIN nummer : 21ET 04 VMBOB BRIN nummer : 21ET 04

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. 's-gravendreef College HAVO VMBOGT VMBOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. 's-gravendreef College HAVO VMBOGT VMBOK RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK 's-gravendreef College HAVO VMBOGT VMBOK Plaats : 's-gravenhage BRIN nummer : 00XK C3 BRIN nummer : 00XK 03 HAVO BRIN nummer : 00XK 03 VMBOGT BRIN nummer : 00XK

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK HAVO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK HAVO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK HAVO Plaats : Leeuwarden BRIN nummer : 20DL 06 HAVO Onderzoeksnummer : 253981 Datum onderzoek : 15 oktober 2013 Datum vaststelling : 10 december 2013 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS HAVO

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS HAVO RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS HAVO Plaats : Rotterdam BRIN-nummer : 15KR 05 HAVO Onderzoeksnummer : 196579 Datum onderzoek : 4 juni 2013 Datum vaststelling : 27 september 2013 Pagina

Nadere informatie

Uit: Jaarplan en Begroting 2014 Het Hogeland College Schoolbestuur Lauwers & Eems, Voortgezet Onderwijs

Uit: Jaarplan en Begroting 2014 Het Hogeland College Schoolbestuur Lauwers & Eems, Voortgezet Onderwijs Uit: Jaarplan en Begroting 2014 Het Hogeland College Schoolbestuur Lauwers & Eems, Voortgezet Onderwijs Inleiding In 2014 gaan wij voor het eerst werken op basis van het nieuwe Koersplan van schoolbestuur

Nadere informatie

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS. TCC, locatie Lyceumstraat

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS. TCC, locatie Lyceumstraat RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS TCC, locatie Lyceumstraat Plaats : Oldenzaal BRIN-nummer : 05AV 02 Onderzoeksnummer : 196677 Datum onderzoek : 11 juni 2013 Datum vaststelling : 12 september

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVEBETERING. Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Afdeling havo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVEBETERING. Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Afdeling havo RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVEBETERING Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Afdeling havo Plaats: Nijmegen BRIN-nummer: 20EO-0 Arrangementsnummer: 84652 Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. S.G. het Libanon Lyceum VMBOGT

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. S.G. het Libanon Lyceum VMBOGT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 S.G. het Libanon Lyceum VMBOGT Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 15EO C1 BRIN nummer : 15EO 00 VMBOGT Onderzoeksnummer : 292670

Nadere informatie

VO2020. Bestuursrapportage schoolambities. Venster College Bestuur

VO2020. Bestuursrapportage schoolambities. Venster College Bestuur VO2020 Bestuursrapportage schoolambities Venster College Bestuur Deze rapportage toont op bestuursniveau de antwoorden van de schoolambities van de VO2020-scan. U vindt uw eigen antwoorden en de antwoorden

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. Erasmus College, afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. Erasmus College, afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ Erasmus College, afdeling vwo Plaats: Zoetermeer BRIN-nummer: 00PJ-1 J Onderzoeksnummer: 2782066 v Onderzoek uitgevoerd op: 17 april 2009 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Meerwegen Scholengroep, vestiging Corderius College VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Meerwegen Scholengroep, vestiging Corderius College VMBOGT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Meerwegen Scholengroep, vestiging Corderius College VMBOGT Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 14RC C4 BRIN nummer : 14RC 04 VMBOGT Onderzoeksnummer : 275137 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen School/instelling : CSG Het Noordik Plaats : Vriezenveen BRIN-nummer : 0DO Onderzoeksnummer : HB756654 Onderzoek uitgevoerd :

Nadere informatie

Toezicht voortgezet onderwijs

Toezicht voortgezet onderwijs Toezicht voortgezet onderwijs Kwaliteitsmanagement in onderwijs en opleidingen 12 november 2014 Wat doet de inspectie? Oordelen of een school onderwijs biedt dat van voldoende kwaliteit is. Oordelen of

Nadere informatie

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV Revius Lyceum Wijk bij Duurstede VMBOGT

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV Revius Lyceum Wijk bij Duurstede VMBOGT VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013 Revius Lyceum Wijk bij Duurstede VMBOGT Plaats : Zeist BRIN-nummer : 02VR C5 BRIN-nummer : 02VR 05 VMBOGT Onderzoeksnummer : 150694 Datum onderzoek : Datum vaststelling

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LD Type 1 Salarisschaal 12 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO Plaats : Delft BRIN nummer : 26MJ 00 PRO Onderzoeksnummer : 253466 Datum onderzoek : 15 oktober 2013 Datum vaststelling : 6 december 2013 Pagina 2 van 9

Nadere informatie

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS VWO

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS VWO RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS VWO Plaats : Amsterdam BRIN-nummer : 21AF 00 VWO Onderzoeksnummer : 196723 Datum onderzoek : Datum vaststelling : 10 oktober 2013 Pagina 2 van 11 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Vrije School Noord Holland, locatie A. Roland Holst School VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Vrije School Noord Holland, locatie A. Roland Holst School VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Vrije School Noord Holland, locatie A. Roland Holst School VWO Plaats : Bergen Nh BRIN nummer : 16TS C3 BRIN nummer : 16TS 03 VWO Onderzoeksnummer : 254015 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. CSG De Heemgaard Apeldoorn Afdelingen havo en vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. CSG De Heemgaard Apeldoorn Afdelingen havo en vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK CSG De Heemgaard Apeldoorn Afdelingen havo en vwo Plaats: Apeldoorn BRIN-nummer: 08SG-0 Onderzoek uitgevoerd op: 20 december 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV Pius X, locatie van Renneslaan

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV Pius X, locatie van Renneslaan VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013 Pius X, locatie van Renneslaan Plaats : Almelo BRIN-nummer : 02EK 01 Onderzoeksnummer : 193569 Datum onderzoek : 13 maart 2013 Datum vaststelling : 4 april 2013 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Pleincollege Sint Joris PRO PRO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Pleincollege Sint Joris PRO PRO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Pleincollege Sint Joris PRO PRO Plaats : Eindhoven BRIN nummer : 20AT C6 BRIN nummer : 20AT 05 PRO Onderzoeksnummer : 273588 Datum onderzoek : 16 april 2014

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK UNIE NOORD, THEATER HAVO/VWO AFDELINGEN HAVO EN VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK UNIE NOORD, THEATER HAVO/VWO AFDELINGEN HAVO EN VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK UNIE NOORD, THEATER HAVO/VWO AFDELINGEN HAVO EN VWO Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 02VG-19 Registratienummer: 3482644 Onderzoek uitgevoerd op: 6 december 2012

Nadere informatie

Openbaar en betekenisvol: wij dagen de 21 e eeuw uit!

Openbaar en betekenisvol: wij dagen de 21 e eeuw uit! Openbaar en betekenisvol: wij dagen de 21 e eeuw uit! zelfbewust eigentijds ambities kritisch ondersteuning open uitdaging ruimdenkend samen ondernemend betrokken oog voor de wereld vrijheid creatief daadkracht

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken Park Lyceum, afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken Park Lyceum, afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Het Baken Park Lyceum, afdeling vwo Plaats: Almere BRIN-nummer: 01FP-1 Registratienummer: 3195466 Onderzoek uitgevoerd op: 12 mei 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Picasso Lyceum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Picasso Lyceum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Picasso Lyceum Plaats : Zoetermeer BRIN nummer : 25GA Onderzoeksnummer : 277362 Datum onderzoek : 25 september 2014 Datum vaststelling : 15 januari 2015 Pagina

Nadere informatie

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013. Scholengemeenschap Breda Unit Tessenderlandt VMBOK

VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013. Scholengemeenschap Breda Unit Tessenderlandt VMBOK VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013 Scholengemeenschap Breda Unit Tessenderlandt VMBOK Plaats : Breda BRIN-nummer : 25GC C2 BRIN-nummer : 25GC 01 VMBOK Onderzoeksnummer : 150700 Datum onderzoek : 14-15

Nadere informatie

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis IDENTITEITS- BEWIJS ' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis 2 Onderwijs draait om mensen Als wij in onze onderwijsinstelling iets willen bereiken, dan

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Gregorius College Afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Gregorius College Afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Gregorius College Afdeling vwo Plaats: Utrecht BRIN-nummer: 01KF-00/02 Arrangementsnummer: 726178 HB: 3485391 Onderzoek uitgevoerd op: 15 november 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Revius Lyceum Doorn VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Revius Lyceum Doorn VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Revius Lyceum Doorn VWO Plaats : Doorn BRIN nummer : 02VR C4 BRIN nummer : 02VR 04 VWO Onderzoeksnummer : 275567 Datum onderzoek : 1 april 2014 Datum vaststelling

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Eemsdeltacollege

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Eemsdeltacollege ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Eemsdeltacollege Plaats : Delfzijl BRIN nummer : 30PP 00 Onderzoeksnummer : 285610 Datum onderzoek : 13 oktober 2015 Datum vaststelling : 4 januari 2016 Pagina 2 van

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Sg. Nieuw-West, Calvijn College VMBOB

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Sg. Nieuw-West, Calvijn College VMBOB KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Sg. Nieuw-West, Calvijn College VMBOB Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 17HB C1 BRIN nummer : 17HB 06 VMBOB Onderzoeksnummer : 290990

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan rsg Simon Vestdijk 2016-2020

Strategisch beleidsplan rsg Simon Vestdijk 2016-2020 Strategisch beleidsplan rsg Simon Vestdijk 2016-2020 1.a. Inleiding In dit strategisch beleidsplan 2016-2020 formuleren we onze belangrijkste doelstellingen en ambities. We nemen voor dit beleidsplan graag

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Albertingk Thijm Mavo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Albertingk Thijm Mavo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Albertingk Thijm Mavo Plaats : Hilversum BRIN-nummer : 00PS-6 Onderzoek uitgevoerd op : 28 november en 11 december 2011 Conceptrapport verzonden op : 19 februari

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Bonifatius Mavo VMBOGT Plaats : Emmeloord BRIN nummer : 02KR C1 BRIN nummer : 02KR 00 VMBOGT Onderzoeksnummer : 290332 Datum onderzoek : 4 oktober 2016 Datum

Nadere informatie

klein, veilig, ondernemend

klein, veilig, ondernemend klein, veilig, ondernemend Talent optimaal ontwikkelen door uitdagend onderwijs op maat. Locatieplan 2013-2016 16-05-2013 1 Inhoud 1 Inleiding p. 3 2 Visie en ambities p. 3 3 Onderwijs p. 4 4 Personeel

Nadere informatie

School- en organisatieprofiel Graaf Engelbrecht Bestuur Schoolleiding en organisatie De uitdaging

School- en organisatieprofiel Graaf Engelbrecht Bestuur Schoolleiding en organisatie De uitdaging School- en organisatieprofiel Graaf Engelbrecht Bestuur Schoolleiding en organisatie De uitdaging Functieprofiel Informatie over de functie De opdracht Verantwoordelijkheden Competenties Profiel Procedure

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. o.s.g. Piter Jelles.!mpulse Leeuwarden

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. o.s.g. Piter Jelles.!mpulse Leeuwarden RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK o.s.g. Piter Jelles!mpulse Leeuwarden Plaats: Leeuwarden BRIN-nummer: 20DL-10 Arrangementsnummer: Onderzoek uitgevoerd op: 1 december 2011 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt VWO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt VWO KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2016 Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt VWO Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 20CK C1 BRIN nummer : 20CK 00 VWO Onderzoeksnummer : 289382

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. De Passie Rotterdam Afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. De Passie Rotterdam Afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK De Passie Rotterdam Afdeling vwo Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 27RW-0 HB: 3485035 Arrangementsnummer: 226237 Onderzoek uitgevoerd op: 22 november

Nadere informatie

RESULTATEN. Saenstroom OPDC, Wormerveer april 2018

RESULTATEN. Saenstroom OPDC, Wormerveer april 2018 ! RESULTATEN Saenstroom OPDC, Wormerveer april! 1. ALGEMEEN 1.1. Inleiding Algemeen Het instrument Qschool is een hulpmiddel om de kwaliteit van de school en/of het schoolbestuur in kaart te brengen. Het

Nadere informatie

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN Op weg naar 2020 Dit is het verhaal van de NUOVO scholengroep. Verantwoordelijk voor voortgezet onderwijs aan ruim 5.000 leerlingen in de stad Utrecht. Tien openbare scholen bieden samen een breed aanbod:

Nadere informatie

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo.

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo. Jaarplan 2013-2014 VOORWOORD Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo. Met die titel dagen wij onszelf uit en ieder

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Marnix College VMBOGT

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Marnix College VMBOGT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Marnix College VMBOGT Plaats : Ede Gld BRIN nummer : 02UP C1 BRIN nummer : 02UP 00 VMBOGT Onderzoeksnummer : 291544 Datum onderzoek

Nadere informatie

Profielschets. Afdelingsleider

Profielschets. Afdelingsleider Profielschets Afdelingsleider Krimpenerwaard College in Krimpen aan den IJssel, 2016 Profielschets Afdelingsleider (LD) Krimpenerwaard College Afdelingsleider mavo en afdelingsleider havo. Per vacante

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK ZUIDERPARK COLLEGE, LOCATIE DE WAAL AFDELING VMBO-B EN K

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK ZUIDERPARK COLLEGE, LOCATIE DE WAAL AFDELING VMBO-B EN K RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK ZUIDERPARK COLLEGE, LOCATIE DE WAAL AFDELING VMBO-B EN K Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 17YF-2 Registratienummer: 3482622 Onderzoek uitgevoerd op: 27 november

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Grafisch Lyceum Rotterdam vmbo VMBOB VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Grafisch Lyceum Rotterdam vmbo VMBOB VMBOGT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Grafisch Lyceum Rotterdam vmbo VMBOB VMBOGT Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 23JA C2 BRIN nummer : 23JA 01 VMBOB BRIN nummer : 23JA 01 VMBOGT Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Samen opbrengstgericht werken = vakmanschap versterken!

Samen opbrengstgericht werken = vakmanschap versterken! Samen opbrengstgericht werken = vakmanschap versterken! Over de rol van de kwaliteitszorgmedewerker binnen OGW Juliette Vermaas Opdracht 1: Inventarisatie 1. Wat is volgens jou kenmerkend voor OGW? Kies

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken Park Lyceum, afdeling havo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken Park Lyceum, afdeling havo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Het Baken Park Lyceum, afdeling havo Plaats: Almere BRIN-nummer: 01FP-1 Registratienummer: 3138656 Onderzoek uitgevoerd op: 12 mei 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING CHRISTELIJK LYCEUM VEENENDAAL AFDELING HAVO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING CHRISTELIJK LYCEUM VEENENDAAL AFDELING HAVO RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING CHRISTELIJK LYCEUM VEENENDAAL AFDELING HAVO Plaats: Veenendaal BRIN-nummer: 02VM Arrangementsnummer: 127497 HB: 3079737 Onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017!mpulse Kollum Plaats : Kollum BRIN nummer : 20DL 01 Onderzoeksnummer : 290754 Datum onderzoek : 10 november 2016 Datum

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Accent praktijkonderwijs Centrum PRO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Accent praktijkonderwijs Centrum PRO ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Accent praktijkonderwijs Centrum PRO Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 04IK C1 BRIN nummer : 04IK 00 PRO Onderzoeksnummer : 287485 Datum onderzoek : 14 januari 2016

Nadere informatie

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008/2009

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008/2009 RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008/2009 THERESIALYCEUM School/instelling/vestiging:Theresialyceum Afdeling: havo Plaats: Tilburg BRIN-nummer: 21EX Onderzoeksnummer: 110742 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK ISAAC BEECKMAN ACADEMIE, AFDELINGEN HAVO EN VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK ISAAC BEECKMAN ACADEMIE, AFDELINGEN HAVO EN VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK ISAAC BEECKMAN ACADEMIE, AFDELINGEN HAVO EN VWO Plaats: Kapelle BRIN-nummer: 29ZT Registratienummer: 3080331 Onderzoek uitgevoerd op: 12 april 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LC Type 1 Salarisschaal 11 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

Op expeditie naar waarde(n)

Op expeditie naar waarde(n) Op expeditie naar waarde(n) 21e eeuwse educatie Effectief leiderschap Vakmanschap: de leraar doet ertoe! Verbinding met de gemeenschap Waardengedreven onderwijs Op expeditie naar waarde(n) De hele opvoeding

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. KWALITEITSONDERZOEK GUIDO DE BRES, ARNHEM afdeling vmbo-tl

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. KWALITEITSONDERZOEK GUIDO DE BRES, ARNHEM afdeling vmbo-tl RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GUIDO DE BRES, ARNHEM afdeling vmbo-tl Plaats: Arnhem BRIN-nummer: 00JT-03 Arrangementsnummer: 220117 Onderzoek uitgevoerd op: 7 november 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

Strategisch Kader VO-raad

Strategisch Kader VO-raad Strategisch Kader VO-raad 2015-2020 Inhoud 1. Inleiding 2. Strategische doelstellingen 3. Visie, rol en missie 4. Interne en externe ontwikkelingen 5. Inhoudelijk strategische lijnen 5.1 Onderwijs dat

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Hooghuis, locatie Titus Brandsmalyceum HAVO VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Hooghuis, locatie Titus Brandsmalyceum HAVO VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Het Hooghuis, locatie Titus Brandsmalyceum HAVO VWO Plaats : Oss BRIN nummer : 19XH C1 BRIN nummer : 19XH 00 HAVO BRIN nummer : 19XH 00 VWO Onderzoeksnummer

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Wellantcollege Oegstgeest

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Wellantcollege Oegstgeest ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Wellantcollege Oegstgeest Plaats : Oegstgeest BRIN nummer : 01OE 03 Onderzoeksnummer : 291246 Datum onderzoek : 29 november 2016 Datum vaststelling : 13 december 2016

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Twents Carmel College

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Twents Carmel College RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Twents Carmel College Plaats : Oldenzaal BRIN nummer : 05AV Onderzoeksnummer : 293286 Datum onderzoek : 16 juni 2017 Datum vaststelling : 26 september 2017 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING KADER rsg Simon Vestdijk

RAPPORT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING KADER rsg Simon Vestdijk RAPPORT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING KADER 2012 rsg Simon Vestdijk Plaats : Harlingen BRIN nummer : 14DC 00 Onderzoeksnummer : 275412 Datum onderzoek : 17 april 2014 Datum vaststelling : 10 juni

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK UNIE NOORD, LUCIA PETRUS MAVO AFDELING VMBO-TL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK UNIE NOORD, LUCIA PETRUS MAVO AFDELING VMBO-TL RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK UNIE NOORD, LUCIA PETRUS MAVO AFDELING VMBO-TL Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 02VG-4 Registratienummer: 3482635 Onderzoek uitgevoerd op: 11 december 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. CSG De Lage Waard HAVO VWO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. CSG De Lage Waard HAVO VWO KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 CSG De Lage Waard HAVO VWO Plaats : Papendrecht BRIN nummer : 16QA C1 BRIN nummer : 16QA 00 HAVO BRIN nummer : 16QA 00 VWO Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS. vmbo De Krijtenburg

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS. vmbo De Krijtenburg RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS vmbo De Krijtenburg Plaats : Vlieland BRIN-nummer : 19EO 00 Onderzoeksnummer : 195665 Datum onderzoek : 24 april 2013 Datum vaststelling : 7 augustus 2013

Nadere informatie

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken Verwonderen Ontdekken Onderzoeken Op reis naar toekomstvaardige leerlingen! Visiedocument Samenwerkingsschool de Nijewier Tjalleberd Datum: 25 maart 2019 Versie: vastgesteld Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs Ons Onderwijs Kwaliteit in onderwijs Voorwoord Bij Marianum staat de ontwikkeling van de leerling voorop. Wij staan voor aantrekkelijk en afgestemd onderwijs, gemotiveerde leerlingen en goede eindresultaten.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Minkema College Afdeling vmbo-b

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Minkema College Afdeling vmbo-b RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Minkema College Afdeling vmbo-b Plaats: Woerden BRIN-nummer: 17AN-1 Arrangementsnummer: 143197 HB: 3133727 Onderzoek uitgevoerd op: 1 maart 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING RUDOLF STEINER COLLEGE AFDELINGEN HAVO EN VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING RUDOLF STEINER COLLEGE AFDELINGEN HAVO EN VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING RUDOLF STEINER COLLEGE AFDELINGEN HAVO EN VWO Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 16TV-1 Arrangementsnummer: 170877/170878 Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel STICHTING KINDANTE Visie Personeel Visie Personeel 1 Inleiding De onderwijskundige visie van stichting Kindante vormt de basis voor de wijze waarop de Kindantescholen hun onderwijs vormgeven. Dit vraagt

Nadere informatie

Klaar voor de toekomst! VO-agenda 2014-2020

Klaar voor de toekomst! VO-agenda 2014-2020 Klaar voor de toekomst! VO-agenda 2014-2020 Ruim 2000 VO2020-tour Tijdens de VO2020-tour ging de VO-raad door heel Nederland in gesprek met honderden schoolbestuurders, schoolleiders en docenten over de

Nadere informatie

Voldoende is niet goed genoeg.. Strategisch beleidsplan 2015/2019. Stichting H 3 O

Voldoende is niet goed genoeg.. Strategisch beleidsplan 2015/2019. Stichting H 3 O Voldoende is niet goed genoeg.. Strategisch beleidsplan 2015/2019 Stichting H 3 O 1 Bijzonder Wat is het bijzondere van H 3 O? Waarin onderscheidt H 3 O zich, wat maakt het verschil? En wat wil H 3 O waarmaken?

Nadere informatie

Samen werken, samen ontwikkelen

Samen werken, samen ontwikkelen Samen werken, samen ontwikkelen Strategisch beleid ROOBOL 2015-2019 Willem Wouda/ Reiny Kas Siderius SAMENVATTING Het strategisch beleidsplan 2015-2019 bevat de missie en visie van Stichting ROOBOL. De

Nadere informatie

VERTROUWEN IS DE BASIS

VERTROUWEN IS DE BASIS VERTROUWEN IS DE BASIS 1 STICHTING ALGEMEEN BIJZONDERE SCHOLENGROEP AMSTERDAM 2 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 1 Inleiding 2 Missie, visie, kernwaarden en motto 2 Onze scholen 4 Strategie en aanpak 7 ABSA beleidspunten

Nadere informatie