Permanente onderwijscommissie Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen Nr /POC02 3 oktober u Conferentiezaal Pauscollege

Transcriptie

1 FACULTEIT GODGELEERDHEID PERMANENTE ONDERWIJSCOMMISSIE SINT-MICHIELSSTRAAT 6 BE-3000 LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN LEUVEN * VERSLAG Permanente onderwijscommissie Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen 3 oktober u Conferentiezaal Pauscollege Leden Aanwezig D. Bosschaert, L. De Saeger (gedeeltelijk), T. Folens, R. Gysemans, C. Harlet, A. Liégeois, H. Mannaerts, C. Milis, A. Patyn (verslaggever), D. Pollefeyt, M. Peels, C. Raeves, M. Steegen, G. Vanderschaeghe, P. Van Hecke (programmadirecteur), R. Vanhorebeek, H. Van Nyen, J. Verstraeten Afwezig m.k. B. Broeckaert, J. Cockx, A. Dillen, G. Gevers, J. Haers, G. Van Belle, J. Verheyden, P. Vyncke Verslag 1 Goedkeuring verslag POC 16 mei 2008 Op p. 1 wordt T. Smeyers verkeerdelijk bij de aanwezigen vermeld. De juiste naam van één nieuwe praesides is Raf Vanhorebeek (p. 5). Het POC-verslag wordt goedgekeurd. 2. Samenstelling van de POC en vertegenwoordigingen In de POC Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen zetelen als vertegenwoordigers van het ZAP: P. Van Hecke (programmadirecteur), A. Dillen (secretaris), B. Broeckaert, G. Gevers, J. Haers, M. Lamberigts, B. Lemmelijn, A. Liégeois, D. Pollefeyt, P. Schmidt, G. Van Belle, J. Verheyden, J. Verstraeten. Naast deze vertegenwoordigers en hun feitelijke plaatsvervangers worden alle andere leden van het ZAP (intern en extern) die een onderwijstaak hebben in de academische en voortgezette

2 academische opleidingen uitgenodigd voor de vergaderingen van de onderwijscommissie. Martijn Steegen en Tomas Folens zijn ABAP-vertegenwoordigers. Als vertegenwoordigers van de studenten zetelen: Cathérine Harlet en Gwendolien Vanderschaeghe (eerste bachelor), Dries Bosschaert en Marietje Peels (tweede bachelor), Hans Mannaerts en Raf Vanhorebeek (derde bachelor), Charlotte Raeves (verkorte bachelor en certificaat), Judith Cockx en Pieter Vyncke (master), Carolien Milis en Heleen Van Nyen (master in de gespecialiseerde studies), Sam Bruyninkx (master WIDR). Rohalt Gysemans heeft zich bereid verklaard opnieuw de werkstudenten te vertegenwoordigen. Hij geeft echter aan dat het voor hem niet vanzelfsprekend is op alle POC s aanwezig te kunnen zijn, en dat dit voor werkstudenten een zware, extra, belasting vormt. Hij zou het dan ook waarderen mocht er verder uitgekeken worden naar nog een andere vertegenwoordiger van de werkstudenten. Goedele Miseur blijft alumnivertegenwoordiger. In de POC ALO Geesteswetenschappen zullen Judith Cockx en Suzanne Spillebeen optreden als studentenvertegenwoordigers. Wie de studenten zullen vertegenwoordigen in de Faculteitsraad is nog niet beslist. 3. Mededelingen Studentenaantallen: Er is opnieuw een duidelijke stijging te merken van het aantal studenten van de Faculteit Godgeleerdheid. Deze stijging situeert zich voornamelijk in de derde bachelor, de master en de master na master, hoofdzakelijk het gevolg van de grote instroom in de respectievelijke jaren. Ook in de Master WIDR is er een sterke stijging van het studentenaantal merkbaar. Daarnaast blijkt het potentieel van verkorte bachelors niet uitgeput: daar is eveneens nog steeds een stijging merkbaar. In de eerste bachelor is er evenwel geen stijging van de studentenaantallen: er zijn een twintigtal studenten minder ingeschreven voor het eerste jaar. Nochtans zijn er maar vier generatiestudenten minder dan vorig jaar. Het lagere aantal ingeschrevenen moet dus te wijten zijn aan een kleinere groep studenten die zich voor de tweede (of derde) maal inschrijft voor het eerste jaar. Wanneer de inschrijvingscijfers van de Academische Lerarenopleiding gecombineerd worden met de inschrijvingen van de Specifieke Lerarenopleiding, blijft het cijfer stabiel. Toch blijken er minder studenten dan verwacht de SLO te combineren met hun basisopleiding. D. Pollefeyt vraagt zich af of er voldoende duidelijk naar de studenten is gecommuniceerd dat een deel van de SLO gecombineerd kan worden met de master. De studenten geven aan dat dit inderdaad voldoende duidelijk is, maar dat omwille van de zwaarte van het programma en het feit dat ze pas in de master kunnen starten veel studenten er voor kiezen de SLO sowieso in een apart jaar te doen. Infosessies canoniekrechterlijke graden, Erasmus, afstuderenden en onderzoek: Slechts weinig studenten waren op de hoogte van de infosessie in verband met canoniekrechterlijke graden op 29 september. De vicedecaan onderwijs laat echter weten dat er wellicht een tweede infosessie zal georganiseerd worden en dat studenten die hier op niet aanwezig kunnen zijn een persoonlijke afspraak kunnen maken. Op 25 november is er om 13u een infosessie voor studenten die willen deelnemen aan het Erasmusprogramma. De programmadirecteur roept studenten die hier enige interesse in hebben op om zeker te komen, gezien dit een zeer verrijkende ervaring is én de mogelijkheden voor studenten godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen zeer ruim zijn. Voor de studenten die dit jaar afstuderen is er op 12 december een infosessie om 13u. Gezien de nauwe contacten van de Faculteit met het werkveld, is het zeker interessant voor studenten als zij op deze infosessie te kennen kunnen geven welke richting ze uit willen. Studenten die geïnteresseerd zijn om de richting van het onderzoek uit te gaan, kunnen op 14 november, om 13u, terecht op de door de Onderzoekscel ingerichte infosessie over FWO-mandaten. Verheldering vak Liturgiewetenschappen en sacramentenleer in major pastoraaltheologie: Er waart een gerucht onder de studenten dat ze, om in het vierde jaar de major pastoraaltheologie te kunnen volgen, het bachelorvak liturgiewetenschappen en sacramentenleer gevolgd moeten hebben. De programmadirecteur benadrukt dat dit niet het geval is, en verzekert dat ieder, overeenkomstig de vereisten van het programma van de derde bachelor, een bachelorvak uit de groep theologische 3 oktober u 2/7

3 componenten kan vervangen door een mastervak uit de groep theologische en godsdienstwetenschappelijke componenten, zonder dat dit verdere gevolgen heeft met betrekking tot de keuze van de major in het vierde jaar. 4. Studiebegeleiding Academische kalender: De programmadirecteur overloopt de in verband met onderwijs belangrijke data uit de academische kalender (zie Daarbij benadrukt hij in het bijzonder twee data: 12 oktober, de uiterste deadline voor het indienen van ISP s, die dit jaar strenger gehanteerd zal worden dan de voorbije jaren, en 15 december, de deadline voor heroriëntatie zonder verlies van leerkrediet. De studietrajectbegeleider zou de studenten, in het bijzonder de studenten van eerste bachelor, tijdig moeten herinneren aan deze deadline. Studietrajectbegeleiding: De studietrajectbegeleider ad interim, A. Patyn, licht het document met de didactische teams, taken en tussentijdse toetsen voor eerste bachelor toe. De docenten van zowel Geloof en ethiek en Inleiding tot het Oude en Nieuwe Testament als Inleiding tot de wijsbegeerte hebben zich reeds bereid verklaard een tussentijdse toets af te nemen. De precieze data hiervan, wellicht in de tweede helft van november, moeten nog bepaald worden. Er wordt wel benadrukt dat, met het oog op de deadline voor heroriëntering zonder verlies van leerkrediet, studenten begin december op de hoogte moeten zijn van de resultaten van deze tussentijdse toets. Voor het vak inleiding tot de wijsbegeerte zijn drie monitoraatssessies gepland. Verslag ombudsdienst : L. De Saeger presenteert het verslag van de ombudsdienst (zie bijlage). Wat betreft punt 8 inschrijving nieuwe academiejaar benadrukt M. Peels nog eens de moeilijkheden die vele studenten dit jaar ondervonden bij hun inschrijving, zowel op de centrale administratie als op het studentensecretariaat. Voor studenten heeft dit zeer veel ongemakkelijke gevolgen. De programmadirecteur erkent dit, maar benadrukt dat het initiële probleem meestal bij de centrale studentenadministratie ligt, en dat de Faculteit hier weinig aan kan verhelpen zolang dit niet in orde gebracht is. Verder wordt gevraagd het examenreglement ook op Toledo te plaatsen. Wat betreft de nieuwe regel dat studenten die als eersten in de voor- of namiddag geprogrammeerd staan twintig minuten voor het aanvangsuur aanwezig moeten zijn, en waarover de ombuds geen enkel bericht ontving, heeft H. Mannaerts twee opmerkingen. Vooreerst vermoed hij dat veel studenten deze regel niet gezien hebben in de examenregeling. Ten tweede benadrukt hij dat de studenten, in weerwil van een indruk die was ontstaan op de POC, niet zozeer voorstander zijn van deze regel, als wel vragen om minder studenten te plaatsen op het aanvangsuur. L. De Saeger repliceert hierop dat het inderdaad de bedoeling is dat beide maatregelen samen gaan, maar dat men in het tweede dit jaar niet geslaagd is. Verder deelt L. De Saeger mee dat het ombudsrapport ook ter beschikking zal worden gesteld op Toledo. Tot slot dankt de programmadirecteur namens de POC A. Depoorter en L. De Saeger voor het uitstekende werk dat ze dit jaar verricht hebben als ombuds en hun gedrevenheid steeds de meest rechtvaardige oplossing na te streven. 5. Introductieweek en infosessies: evaluatie M. Peels en D. Bosschaert melden dat studenten tijdens de infosessies veel te weinig informatie kregen i.v.m. het leerkrediet, een systeem dat dit jaar voor alle studenten is ingevoerd. De specifieke infosessie hieromtrent die door de programmadirecteur werd georganiseerd om dit te remediëren werd bijgevolg erg gewaardeerd. Verder zijn ze tevreden dat er duidelijk werd vermeld waar studenten met een functiebeperking terecht kunnen. De technische kant van het ISP voor studenten die meegaan op studiereis naar India was echter onvoldoende duidelijk. Ook werd er gesuggereerd dat het al te laat was om zich nog in te schrijven voor een moderne taal aan het CLT, terwijl het toen wellicht nog mogelijk was. Veel ouderejaars hoorden op de infosessie voor het eerst iets over de taaleisen voor bepaalde majores uit de master. Hoewel men aan deze taaleisen nog kan voldoen in het masterjaar zelf, zouden deze vereisten op zijn minst ook duidelijk moeten aangegeven worden op de facultaire webpagina s 3 oktober u 3/7

4 betreffende het studieprogramma voor de bachelor. Er wordt ook gevraagd of dit niet in het ISP zelf kan worden vermeld, maar dit is wellicht niet mogelijk. Voor studenten uit de master bevat de infosessie daarentegen te veel herhaling. Er wordt gesuggereerd voor deze studenten een aparte infosessie te voorzien. Tot slot wordt de vraag gesteld waarom het Centrum voor Vrouwenstudies en Theologie als enige centrum van de Faculteit zich heeft voorgesteld. De vicedecaan onderwijs antwoordt dat dit te maken heeft met het feit dat dit het enige centrum is dat een vak inricht dat alle studenten uit de master kan worden gevolgd. H. Mannaerts repliceert evenwel dat dit geen reden kan zijn om de andere centra niet minstens te vermelden. 6. Stand van zaken m.b.t. de capaciteitsplannen Wat betreft de capaciteitsplannen licht de vicedecaan onderwijs toe dat niet duidelijk is hoe alles de komende maanden en jaren verder in zijn werk zal gaan: het Basisdecreet hoger onderwijs zal deze legislatuur wellicht niet meer doorgevoerd worden. Wel merkt de vicedecaan op dat in de ontwerptekst, art. 237, de mogelijkheid wordt geboden van de combinatie van een 3+1- met een 3+2-structuur. In die zin lijkt de ontwerptekst de facultaire reflectie hieromtrent te volgen. 7. Theologische en godsdienstwetenschappelijke perspectieven De programmadirecteur licht de lijst toe met lezingen die in aanmerking komen voor het OPO Theologische en godsdienstwetenschappelijke perspectieven. M. Peels vraagt of deze lijst definitief is, of dat er nog lezingen aan toegevoegd kunnen worden, waarbij zij vooral de gebeurtenissen omtrent de Taizé-ontmoeting in Brussel dit jaar in het achterhoofd heeft. De programmadirecteur antwoordt dat er eventueel nog lezingen aan de lijst kunnen worden toegevoegd, maar dat de voorwaarde hiervoor is dat een ZAP-lid van de Faculteit meewerkt aan de betreffende lezing. 8. Aanpassingen aan examenvormen Geschiedenis van kerk en theologie Oudheid: De plaatsvervangers van prof. Lamberigts voor dit vak, W. François en A. Dupont; zouden omwille van de objectiviteit een schriftelijk examen i.p.v. een mondeling examen willen inrichten. De vicedecaan onderwijs merkt op dat deze omschrijving van de motivatie misbegrepen zou kunnen worden, alsof mondelinge examens minder objectief zijn dan schriftelijke examens, maar vermoedt dat deze vraag te maken heeft met de onzekerheid van de plaatsvervangers t.g.v. hun beperkte onderwijs- en examenervaring. De studenten drukken echter hun uitdrukkelijke voorkeur uit voor een mondeling examen. Op die manier kan de examinator immers beter naar verbanden peilen in de cursus, en wordt geschiedenis meer dan reproductie, en bovendien zullen studenten die niet vertrouwd zijn met de schrijfwijze van Latijnse termen zich hier minder onzeker bij voelen. Als tussenoplossing wordt er voorgesteld een mondeling examen te organiseren waarbij een volledig uitgeschreven schriftelijke voorbereiding verwacht wordt. Dit voorstel zal afgetoetst worden bij de docenten. Daarna kan er op de Faculteitsraad een beslissing kan worden genomen. Dogmatische theologie: christologie en triniteit: Er wordt voorgesteld dat op het examen elke student vijf vragen uit een voor de examenzittijd gegeven lijst voorgelegd krijgt, waarvan hij of zij er drie dient te beantwoorden. Er is schriftelijke voorbereidingstijd voorzien, maar enkel het mondelinge gesprek telt als examen. Daarnaast wordt van de studenten verwacht dat zij voor het begin van de blokperiode een logboek indienen. De POC heeft geen opmerkingen bij dit voorstel. 9. Studietijdmeting en onderwijsevaluatie: verdere opvolging Studietijdmeting: De bevragingen op papier voor eerste, tweede, derde en verkorte bachelor i.v.m. de studietijdmeting werden binnengebracht bij DUO. De elektronische bevraging voor zelfstudiestudenten en studenten uit de master werd eveneens afgesloten. Het is nu wachten op de verwerking hiervan door DUO. 3 oktober u 4/7

5 Onderwijsevaluatie: De programmadirecteur roept de studenten die dit nog niet gedaan hebben op om de onderwijsevaluatie in te vullen. Dit kan nog tot 8 oktober. Op 13 oktober worden de resultaten dan bekend gemaakt aan de docenten van de respectievelijke vakken. Vervolgens worden deze resultaten op 3 november aan de programmadirecteurs bekend gemaakt, waarna ze besproken zullen worden op de Onderwijscel. 10. Elektronische archivering masterproeven Bij de voorgestelde nota vraagt D. Bosschaert zich af of het niet beter zou zijn dat niet alleen nietgeslaagde masterproeven, maar ook masterproeven waarop een resultaat lager dan 12/20 werd behaald niet elektronisch toegankelijk zouden zijn. J. Verstraeten merkt op dat er ook andere redenen dan kwaliteitseisen kunnen zijn om bepaalde masterproeven helemaal niet publiek toegankelijk te maken: ook de inhoud kan een rol spelen, zeker met het oog de gevoeligheid van bepaalde onderwerpen en stellingen binnen de kerkgemeenschap. H. Mannaerts meent evenwel dat als dergelijke embargo s te vaak gaan worden ingeroepen dit een beperking zou zijn van de academische discussie. J. Verstraeten werpt hier tegen op dat de mogelijkheid dat geschriften niet publiek worden gemaakt de vrijheid van onderzoek juist kan garanderen. C. Raeves vraagt of een dergelijk embargo zal kunnen worden opgelegd door de promotor of door de student. Er wordt voorgesteld dat dit zal toekomen aan de examencommissie, met motivatie naar de student. Wat betreft de discussie over de toegankelijkheid van de elektronische versies van de masterproef wordt tot slot verduidelijkt dat er; bij de masterproeven die niet publiek zijn, wel de mogelijkheid zal bestaan om de masterproef toegankelijk te maken voor de persoon die daartoe de toestemming heeft gekregen van de promotor of student van de masterproef. Een tweede discussie in verband met het huidige voorstel tot elektronische archivering betreft de knipperlichtprocedure voor plagiaat (het controleren van alle masterproeven op plagiaat op basis van knipperlichten in de automatische rapporten). Het voordeel van deze werkwijze is dat alle studenten gelijk behandeld zullen worden, en dat het niet van de corrector afhankelijk zal zijn of het plagiaatrapport wordt opgevraagd. J. Verstraeten merkt hierbij op dat er sowieso een structurele ongelijkheid is tussen Nederlandstalige en Engelstalige studenten, daar de kans op plagiaatdetectie bij Engelstalige teksten veel groter is. J. Verstraeten stelt voor eerst een genadejaar in te richten. Het eerstkomende jaar zou men dan geen plagiaatrapporten van individuele studenten kunnen opvragen. Wel zou men na de derde examenperiode de rapporten collectief kunnen analyseren. Op die manier heeft men een beter zicht op de problematiek, de wijze waarop men hier - ook preventief - mee kan omgaan, en krijgt men voldoende kans de rapporten te leren interpreteren. Dit voorstel kan op algemene goedkeuring van de POC rekenen. Enkel bij een sterk vermoeden van plagiaat zou men dit jaar reeds een individueel rapport kunnen opvragen. In het licht van deze discussie wordt vanuit de studenten de zorg om een gedegen plagiaatpreventie onderstreept. Er wordt gevraagd dat studenten inzicht zouden kunnen verwerven in de concrete modaliteiten van een plagiaatdetectiesysteem. Hier zal inderdaad voldoende aandacht aan besteed worden tijdens de methodische oefeningen. H. Mannaerts stelt ook voor dat studenten de kans zouden krijgen om hun masterproef zelf éénmaal te screenen, binnen de relatie student/promotor. Dit wordt niet wenselijk geacht, wel wordt gesteld dat studenten minstens één keer in hun curriculum een andere tekst dan hun masterproef aan een plagiaatdetectiesysteem zouden moeten kunnen onderwerpen. Tot slot benadrukt de vicedecaan onderwijs dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen de interpretatie en beoordeling van de plagiaatrapporten en het oordeel van de examencommissie. 11. Planning uurroosters en examens De Onderwijsraad, werkgroep Flexibilisering Uitvoeringsaspecten heeft een nota verspreid i.v.m. de uurrooster- en examenplanning. Het doel dat men hierin nastreeft is een vervroegde examenplanning, wat een optimale jaarprogrammering moet garanderen voor de studenten. Voor studenten zal dit systeem meer zekerheid bieden, ten gevolge waarvan de studentenvertegenwoordigers zich principieel 3 oktober u 5/7

6 achter het voorstel scharen. Wel hebben ze enkele bedenkingen. Vooreerst zullen studenten type 2 en type 3 pas later kunnen intekenen voor de examens. De programmadirecteur benadrukt hierbij dat het verschil slechts 5 dagen betreft, en dat 20% van de examenplaatsen vrij gehouden zal worden voor deze studenten. M. Peels merkt evenwel op dat type 2 studenten, waaronder o.a. cumul-studenten vallen, het vaak al moeilijker hebben en dat het vanuit die idee eerder logisch zou zijn dat ze voorrang krijgen bij de examenplanning. Ten tweede vrezen de studenten dat de mooie plaatsen voor examens snel volzet zullen zijn, en dat studenten op die manier gedwongen zullen worden zich zo vroeg mogelijk in te schrijven. Ten slotte wordt ook de vrees geuit dat het noodzakelijk ICT-systeem niet volledig op punt zou staan wanneer het nodig is. 12. Masterproef praktische theologie Er is een voorstel gedaan voor een syllabuswijziging van het OPO A05B6B Masterproef m.i.v. praktisch theologische stage. De belangrijkste wijzigingen hierin zijn een vermindering van het aantal vereiste pagina s voor de onderzoeksscriptie en de meer uitdrukkelijke band tussen stage en onderzoeksscriptie. De vertegenwoordigers van de studenten van de Master in de Gespecialiseerde Studies scharen zich volledig achter dit voorstel. Ze uiten dan ook de wens dat deze regeling reeds vanaf het academiejaar in voege kan treden. 13. Canoniekrechterlijke graden Het programma voor de canoniekrechterlijke graden is aangepast. D. Bosschaert wijst erop dat er met het oog op de canoniekrechterlijke graden een discrepantie bestaat tussen de Nederlandstalige en de Engelstalige staatsrechterlijke programma s. Zo kunnen Nederlandstalige studenten, in tegenstelling tot Engelstalige studenten, niet het voor de STB vereiste extra vak kerkelijk recht opnemen binnen hun staatsrechterlijk curriculum. Ook het aantal filosofische keuzevakken dat opgenomen kan worden binnen het staatsrechterlijk curriculum, maar eveneens kan gelden binnen het canonieke programma, is beperkter in het Nederlandstalige programma. Op die manier moeten studenten van het Nederlandstalige programma meer vakken extracurriculair opnemen om een canoniekrechterlijke graad te behalen. Daarnaast wordt er opgemerkt dat de aanpassing van het programma al wel is doorgevoerd in de formulieren die terug te vinden zijn op de website, maar nog niet op de facultaire webpagina s zelf. 14. Functiebeperkingen Vanuit de studentendelegatie wordt gevraagd ook op de facultaire webpagina s duidelijk aan te geven bij wie studenten met een functiebeperking terecht kunnen. Er worden geen bezwaren geuit tegen dit voorstel. 15. Keuzevakken masters Er werd, vanuit de studenten, een voorstel tot uitbreiding van de keuzelijst voor de masters uitgewerkt. Omwille van grote overlappingen met de rest van het curriculum lijken twee vakken alvast niet zinvol: Ethiek van relaties, seksualiteit en gezin en European Perspectives on Religion. Volgens de programmadirecteur is het echter niet wenselijk de bestaande lijst uit te breiden. Wel wordt er gewezen op de mogelijkheid om, in samenspraak met de promotor, een aanvraag in te dienen om in het kader van de masterproef, eventueel scriptie 2, een keuzevak van een andere faculteit op te nemen in het programma. 16. Goedkeuring programma s Erasmusstudenten In besloten vergadering hebben de aanwezige professoren de ISP s besproken van de studenten die met een Erasmusuitwisseling aan een buitenlandse universiteit verblijven. De beslissingen van deze bespreking worden aan de betrokken studenten meegedeeld. 3 oktober u 6/7

7 Annemie Patyn Verslaggever Prof. dr. P. Van Hecke Programmadirecteur Bijlage: 1. Ombudsrapport 3 oktober u 7/7