R. Burggraeve, B. Doyle, J. Geldhof, J. Haers, J. Leemans, B. Lemmelijn, J. Verheyden.

Transcriptie

1 FACULTEIT GODGELEERDHEID SINT-MICHIELSSTRAAT 6 BE-3000 LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN LEUVEN VERSLAG Permanente onderwijscommissie Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen Nr /POC01 5 oktober u Conferentiezaal pauscollege Leden Aanwezig E. Agten, L. Boeve, B. Broeckaert, S. Bruyninckx, J. Cockx, A. Depoorter, J. De Tavernier, A. Dillen (verslaggeefster), T. Folens, R. Gysemans, T. Knieps, J. Lambelin, A. Liégeois, H. Mannaerts, M. Peels, M. Pisters, D. Pollefeyt (programmadirecteur), B. Spriet, M. Steegen, G. Van Belle, P. Van Hecke, H. Van Nyen, M. Verbeke, P. Vyncke Afwezig m.k. R. Burggraeve, B. Doyle, J. Geldhof, J. Haers, J. Leemans, B. Lemmelijn, J. Verheyden. Verslag 1. Goedkeuring verslag POC Het POC-verslag wordt goedgekeurd. 2. Samenstellen van de poc en vertegenwoordigingen In de POC Godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen zetelen als vertegenwoordigers van de studenten : Marietje Peels en Mickaël Verbeke (eerste bachelor), Hans Mannaerts en Bruno Spriet (tweede bachelor), Judith Cockx en Pieter Vyncke (derde bachelor), Els Agten (verkorte bachelor), Heleen Van Nyen (master), Joke Lambelin (manama), Sam Bruyninckx (master WIDR), Rohalt Gysemans en Marjolein Pisters (werkstudenten). Martijn Steegen en Tomas Folens zijn ABAP-vertegenwoordigers. Goedele Miseur blijft alumni-vertegenwoordiger. De volledige lijst, met ook de professoren toegewezen aan deze POC, is te vinden op: In de POC ALO geesteswetenschappen zullen Eef De Houwer (oude ALO-programma) en Judith Cockx (nieuwe ALO-programma) de studenten vertegenwoordigen. In de Faculteitsraad zetelen vanwege de studenten Samuël Goyvaerts en Thijs Smeyers en in de

2 informaticacommissie Thijs Smeyers. 3. Mededelingen Studentenaantallen: Zie hiervoor: De studentenaantallen voor de Nederlandstalige studenten stijgen in totaal bijna in alle jaren. In de verkorte bachelor is er een achteruitgang. In deze cijfers zitten ook de studenten inbegrepen die vorig jaar reeds voor de verkorte bachelor ingeschreven waren en nu hun studieprogramma verder afmaken. De studenteninstroom in de verkorte bachelor verdient verder bijzondere aandacht. Voor zelfstudiestudenten in deze programma s werden nu extra inspanningen geleverd voor de leeswijzers, die ook naar volgend academiejaar toe, verder geactualiseerd zullen worden. In de master WIDR worden in totaal een dertigtal studenten verwacht, maar deze zijn nog niet allemaal ingeschreven. Een aantal onder hen volgde de vorige jaren de GAS WIDR. Er zijn een achttiental nieuwe studenten die de master WIDR volgen. In eerste bachelor daalt het aantal generatiestudenten (studenten die voor het eerst inschrijven in het eerste jaar hoger onderwijs), maar stijgt het totale aantal studenten. Daarom is het belangrijk dat de eerste cijfers die getoond worden als men op de website studentenaantallen klikt, niet die van de generatiestudenten zijn, maar wel het totaal aantal studenten. Hiervoor zal verder contact opgenomen worden met de verantwoordelijke universitaire dienst. Het aantal generatiestudenten geeft immers een vertekend beeld. De programmadirecteur wijst erop dat het goed zou zijn om via een persbericht ook aan de buitenwereld duidelijk te maken dat de studentenaantallen aan de Faculteit Godgeleerdheid in het algemeen niet gedaald zijn, integendeel. Het globale cijfer dat een lichte achteruitgang laat zien is te verklaren vanuit het niet meer voortbestaan van de opleiding Applied Ethics en een achteruitgang bij de creditcontracten en de inschrijvingen in het interfacultaire programma European Studies. Infosessie Erasmus : Deze vindt plaats op 27 november om 13 uur in lokaal MTC (zie Tijdens deze infosessie wordt uitleg gegeven over de mogelijkheden om een semester of een heel jaar in het buitenland te studeren. De aanvragen hiervoor dienen binnengebracht te zijn voor 1 maart 2008, voor wie wil vertrekken in het academiejaar Infosessie afstuderenden : Deze infosessie vindt plaats in lokaal op 6 december om 13 uur. 4. Theologische en godsdienstwetenschappelijke perspectieven Vanwege de studenten wordt de vraag gesteld om de lezingenreeks over Jezus van Nazaret op het Johannes XXIII seminarie te laten meetellen voor Theologische en godsdienstwetenschappelijke perspectieven. Mogelijk kan prof. M. Steen hier als corrector optreden. Nadat de studenten een folder met het juiste programma binnengebracht hebben, zal beslist worden of dit programma kan meetellen op basis van het academische karakter van het programma. De lijst met studiedagen kan gevonden worden ad valvas op Toledo (bij informatie and documenten ). Studenten kunnen Theologische en godsdienstwetenschappelijke perspectieven opnemen voor één, twee of drie studiepunten, maar moeten het formeel in ISP altijd als drie studiepunten aanduiden. Er zijn heel wat studenten, vooral in derde en verkorte bachelor die gebruik maken van deze mogelijkheid, maar gezien het grote keuze-aanbod zijn er voor elke betrokken docent vaak weinig papers te verbeteren. 5. Aanpassingen aan examenvormen Op vraag van professor E. Platti adviseert de POC om het examen voor Inleiding tot de islam mondeling te organiseren (met recht op inzage in bijbel en koran). 6. Methodologische componenten Er wordt een tekst goedgekeurd die aan de Richtlijnen voor scripties, verhandeling en masterproef wordt toegevoegd. De studenten die scriptie 1 of 2 schrijven, dienen een aantal methodologische sessies te volgen (een zelfstudiepakket is beschikbaar) en een bewijs hiervan toe te voegen aan de scriptie. Het gaat hier om een pass/fail systeem. Studenten van de verkorte bachelor die pas het volgende academiejaar de scriptie in hun studieprogramma opnemen, kunnen wel al dit jaar de sessies volgen. Het bewijs blijft dan ook het jaar erop geldig. De student is wel zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van dit bewijs. Op termijn kan het bijhouden mogelijk veranderen, wanneer er een nieuw examenpuntensysteem komt. Aan de examenvorm van de scriptie 1 en 2 zal extra informatie omtrent deze methodologische sessies worden toegevoegd. 7. Aanpassingen onderwijs- en examenreglement Artikel 26 van het facultaire examenreglement wordt uitdrukkelijk besproken wat betreft het indienen van papers die onderdeel zijn van een opleidingsonderdeel (bijvoorbeeld in het kader van een werkcollege). De formulering 2/5

3 wordt: «Indien de inleveringstermijn niet gerespecteerd wordt, wordt het werkstuk als nietingeleverd beschouwd. De titularis kan het werkstuk toch aanvaarden indien er gegronde en aantoonbare redenen zijn.». Deze formulering vervangt het deel in de besproken tekst van «Indien de» tot «overmacht kan aantonen». Deze formulering creëert duidelijkheid over het belang van het respecteren van deadlines in functie van de rechtvaardigheid. De nieuwe formulering beschermt professoren die de deadline zeer strikt hanteren, maar laat tevens toe dat een zekere flexibiliteit wordt gehanteerd. Het is niet wenselijk dat eenzelfde docent voor sommige studenten de deadline flexibel zou toepassen en voor anderen niet. In artikel 26 wordt eveneens bepaald dat de deadline voor het indienen van een werkstuk de maandag voor het begin van elke examenperiode is, tenzij de docent dit anders bepaald heeft in de syllabus of in het zelfstudiepakket. Professoren worden erop gewezen dat duidelijkheid hieromtrent in de syllabus van groot belang is. Artikel 26 stipuleert eveneens dat het verlenen van uitstel voor scripties en masterproeven toekomt aan de voorzitter van de examencommissie (en dus niet aan de promotor of aan de ombuds). De POC adviseert positief over de huidige formulering van artikel 36, waarbij een onvoldoende op masterproef of stage (met uitzondering van de Pastorale stage: exploratie en theologische reflectie) leidt tot een niet slagen over het geheel van het programmajaar. Het lijkt de POC niet wenselijk om ook te bepalen dat bij een onvoldoende op scriptie 2 de student automatisch niet-geslaagd is. De deliberatiecriteria werken met opleidingsonderdelen zonder rekening te houden met de zwaarte ervan, maar de scriptie 2 staat op tien studiepunten en weegt aldus aanzienlijk mee in de bepaling van het eindpercentage. Scriptie 2 laat structureel nog veel ruimte voor groei. Bovendien hebben professoren de mogelijkheid om een niet-delibereerbaar cijfer (lager dan 7) te geven, waardoor het deliberatie-voorstel automatisch niet geslaagd is (met indien het slechts om één onvoldoende gaat, weliswaar de plicht tot stemming). Wanneer een student een lichte onvoldoende heeft op de scriptie 2, en dit automatisch tot een niet-slagen op de hele lijn zou leiden, zou dit een zeer zware straf zijn. Professoren geven soms een lichte onvoldoende om aan te geven dat de student beter een ander onderwerp zou kiezen dat hem/haar beter ligt, of om aarzeling ten aanzien van het verder werken op dezelfde manier te laten blijken. Wanneer er op termijn een tweejarige master komt, moet de beoordeling van scripties en masterproeven herzien worden. Voorlopig is het wenselijk om de huidige regeling (enkel een niet-geslaagd bij een onvoldoende op masterproef of stage, behalve de pastorale stage in het vierde jaar) te behouden. Bij artikel 35 (punt C) wordt opgemerkt dat Indië vervangen dient te worden door India en dat de syllabus omtrent de studiereis best nog wordt aangevuld met criteria ter evaluatie. Bij artikel 49 wordt opgemerkt dat studenten met het art. 49 statuut niet meer kunnen aansluiten bij de gewone examenmomenten in januari, juni en september. Ze zullen in deze maanden, net als in andere maanden vanaf januari, wel examen kunnen afleggen, maar enkel op speciaal daartoe voorziene momenten, waarvoor ze inschrijven via Deze nieuwe regeling is vooral belangrijk opdat elke student twee (niet meer) examenkansen zou krijgen per academiejaar per opleidingsonderdeel. Bij het onderwijsreglement wordt bij punt opgemerkt dat de individuele studietrajecten (studenten die deeltijds studeren met een programma dat niet beantwoordt aan twee (of drie)maal 30 studiepunten of tweemaal 45 studiepunten) zullen worden doorgegeven aan de Centrale Assessmentcommissie in november. Hiervoor is het belangrijk dat studenten met een studieprogramma, verspreid over verschillende jaren dat afwijkt van het normtraject, hun studieplanning doorheen de verschillende jaren vastleggen in overleg met de POC-secretaris. Artikel en uit het algemene onderwijsreglement en de aanvulling bij in het facultaire onderwijsreglement bepalen de maatregelen in verband met studievoortgang en zijn zeker voor studenten in de verkorte bachelor van groot belang. Het examen- en onderwijsreglement zal beschikbaar zijn op de facultaire webpagina s ( na goedkeuring op de Faculteitsraad. 8. Studiebegeleiding De academische kalender en vergaderkalender wordt ter informatie voorgelegd (zie Studenten zijn automatisch ingeschreven voor alle examenperiodes, behalve art. 49 studenten en ALO-studenten die zich uitdrukkelijk zelf moeten inschrijven (ook als ze wensen af te studeren). Van ALO-studenten wordt verwacht dat ze een verklaring ondertekenen waarin ze aangeven kennis genomen te hebben van het examenreglement inzake ALO-exameninschrijvingen. De studietrajectbegeleider heeft spreekuur op woensdag van uur en donderdag van uur en is verder bereikbaar na afspraak. Er zullen tussentijdse toetsen gepland worden voor Inleiding Oude en Nieuwe Testament en voor Geloof en Ethiek en voor Inleiding tot de wijsbegeerte. Bij het ombudsverslag wordt aangegeven dat studenten in de septemberzittijd allemaal op het beginuur van de mondelinge examens (doorgaans 9 uur) moeten komen, om zo tegemoet te komen aan de moeilijkheid dat studenten vaak vergeten uit te schrijven voor een examen en er aldus lange wachttijden voor professoren 3/5

4 ontstaan. Het is niet wenselijk om studenten voor elke zittijd te laten inschrijven, omdat er dan zeer veel moeilijkheden kunnen ontstaan wanneer studenten vergeten in te schrijven. Wanneer iedereen om 9 uur moet komen, betekent dit voor professoren dat de wachttijden tussen studenten allicht vermeden worden. 9. Evaluatiecriteria masterproef Een document in verband met evaluatiecriteria voor de masterproef (vierde en vijfde jaar) zal worden toegevoegd aan de Richtlijnen voor scriptie, verhandeling en masterproef. In de brief die naar de correctoren gestuurd wordt bij de toekenning van de thesissen, zal dit overzicht van criteria worden toegevoegd. De criteria worden ook in het Engels vertaald en op de TCPE besproken, en nadien verder op het Faculteitsbestuur besproken. Het voorliggende document heeft als doel om voor studenten en professoren duidelijkheid en een vorm van objectiviteit te creëren omtrent wat van een masterproef verwacht kan worden. Het voorliggende document geldt niet voor scripties. Voor Scriptie 2 is er tijdens de postersessie een structurele feedback voorzien. Professoren en studenten kunnen de evaluatie van de scriptie ook tijdens het begeleidingsproces bespreken. Wat betreft Scriptie 1 wordt duidelijk gemaakt dat studenten die graag meer informatie willen over de manier waarop hun scriptie beoordeeld werd in de finale versie, hiervoor terecht kunnen bij professoren op het feedbackmoment na de examens, dat niet enkel voor de bespreking van examenresultaten, maar ook voor bespreking van scripties kan benut worden. Hieromtrent zal verder aan studenten en professoren gecommuniceerd worden. In de voorliggende tekst wordt de vermelding van 5% in de zin De masterproef behoort tot de 5% beste eindwerken weggelaten. De POC vindt het niet wenselijk dat het overzicht van evaluatiecriteria als een soort afvinksysteem zou functioneren. Professoren beoordelen de masterproef in haar geheel, maar houden rekening met de verschillende componenten (waarvan sommigen zwaarder doorwegen dan anderen). De deelcompetenties dienen niet gekwantificeerd te worden, maar kunnen professoren wel helpen in het geven van feedback aan de student. Het document zal als titel krijgen: Richtsnoer beoordeling masterproef. 10. Introductieweek en infosessies : evaluatie De verschillende infosessies worden positief geëvalueerd. Naar de toekomst toe vinden de studenten het wenselijk om ook uitdrukkelijk iets te zeggen over de verhouding van de master WIDR ten aanzien van de master in de godgeleerdheid en de godsdienstwetenschappen. De persoonlijke gesprekken voor de studenten van de master WIDR werden geapprecieerd. Het is aangewezen om op de algemene infosessies ook te verwijzen naar de bijzondere infosessie voor de studenten van de WIDR. Over het vijfde jaar werd tijdens de infosessie voor ouderejaars weinig nieuwe info gegeven. 11. Studietijdmeting en onderwijsevaluatie : procedure De responsgraad ligt voor beide bevragingen erg laag. Studenten worden aangespoord de studietijdmeting en de onderwijsevaluaties toch in te vullen. Er wordt opgemerkt dat sommige studenten toch aangespoord werden opnieuw de studietijdmeting in te vullen, hoewel ze ervan uitgingen dat deze al doorgestuurd was. Deze technische moeilijkheden worden verder besproken met DUO. Pas wanneer er zicht zal zijn op de resultaten van de studietijdmeting zal de beslissing genomen worden om al dan niet tijdens dit academiejaar opnieuw een studietijdmeting door te voeren, vooral met het oog op bicyclische opleidingsonderdelen en mastervakken van het eerste semester die nog niet bevraagd werden. Een combinatie met tijdschrijven is allicht wenselijk. Het is bovendien belangrijk dat studenten tijdig weten dat er een studietijdmeting komt, zodat ze hun tijdsgebruik enigszins kunnen bijhouden. 12. Plagiaat De POC koos er het vorige academiejaar reeds voor om het voorkomen en opsporen van plagiaat niet in een sfeer van wantrouwen door te voeren. Correctoren en promotoren kunnen een elektronische kopij van de masterproef opvragen, indien gewenst. In de toekomst (vanaf het academiejaar ) zullen masterproeven gearchiveerd worden via het (verder te ontwikkelen) universitaire lirias-systeem.. Belangrijk is dat professoren en studenten waakzaam zijn voor plagiaat en manieren om dit te voorkomen. Tijdens de methodologische sessies in het kader van de scriptie wordt hier aandacht aan besteed. De programmadirecteur meldt dat er een grote sensibiliteit heerst bij professoren hieromtrent en dat de examencommissie ook bereid blijkt te zijn ernstige sancties uit te spreken als er plagiaat wordt vastgesteld. 13. Infosessie Toledo & ICT 4/5

5 Annekatrien Depoorter is de nieuwe Toledo-verantwoordelijke. Voor professoren zal er een infosessie omtrent gebruik van toledo georganiseerd worden. Daarbij is het belangrijk dat studenten doorgeven aan A. Depoorter welke info hen belangrijk lijkt om professoren bijzonder opmerkzaam op te maken. De vicedecaan onderwijs zal een aparte infosessie organiseren voor professoren omtrent het gebruik van ICT in de leslokalen. 14. Didactische teams Er wordt een overzicht van de samenstelling van de didactische teams voor eerste bachelor uitgedeeld, waarop ook de afspraken omtrent taken en toetsen staan. De vergadering van didactische teams is bedoeld als uitwisseling tussen docenten over inhouden van opleidingsonderdelen (met het oog op het vermijden van overlappingen) en heeft tot doel de timing van de verschillende taken en toetsen op elkaar af te stemmen. De vergaderingen van didactische teams, die gepland staan op 19 oktober 2007 en 15 februari 2008 worden afgelast. Mogelijke overlappingen tussen vakken en knelpunten in verband met timing kunnen op de POC besproken worden. Aan de studenten wordt gevraagd om eventuele overvloedige herhalingen van leerinhouden te signaleren. In de eerste bachelor zijn er werkcolleges voorzien voor Geloof en Ethiek (eerste semester), Geloof en openbaring en Catechetiek (tweede semester), naast monitoraatsessies voor Inleiding tot de wijsbegeerte en oefeningen in het kader van de taalvakken. De studenten moeten dit jaar in het kader van Inleiding OT/NT geen bijbelfiche maken. 15. Studenteninitiatieven en vragen De nieuwe zelfstudiepakketten (lees- en leerwijzers) worden zeer geapprecieerd door de zelfstudiestudenten. De werkstudenten zijn ook zeer blij met de twee ontmoetingsmomenten speciaal voor werkstudenten die dit academiejaar gepland staan. Omtrent het vijfde jaar merken de studenten op dat sommige onderzoekscolleges overlappingen vertonen met opleidingsonderdelen die studenten eerder gevolgd hebben en dus eerder beperkt op specialisatie gericht zijn, terwijl bij andere opleidingsonderdelen de begintermen heel hoog zijn, zodat studenten deze opleidingsonderdelen niet altijd kunnen opnemen. De studenten laten weten dat ze de uitdrukkelijke doorstroom van informatie naar studenten met functiebeperking (verantwoordelijke: B. Spriet) en met voorafnames in volgende jaren (verantwoordelijke: H. Mannaerts) ter harte zullen nemen. 16. Rondvraag en varia B. Broeckaert deelt mee dat de Indiablog druk bezocht werd (meer dan 7000 hits) en dat er op 24 oktober, om 20 uur in de kleine aula een diavoorstelling gepland is over de reis, waarop alle professoren en studenten welkom zijn. Zeker studenten die interesse zouden hebben om in 2009 mee te gaan naar India, worden uitdrukkelijk uitgenodigd. H. Van Nyen overloopt de openingsuren van de cursusdienst: dinsdag van uur, woensdag en donderdag van uur. Omwille van het late openingsuur op dinsdag wordt zoveel mogelijk vermeden om extra afspraken omtrent het bezorgen van cursussen te maken. Annemie Dillen, secretaris POC Didier Pollefeyt programmadirecteur Bijlagen : Lijst theologische en godsdienstwetenschappelijke perspectieven (recentste versie) Tekst methodologische componenten Ombudsverslag Overzicht didactische teams 5/5