Permanente onderwijscommissie Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen Nr /POC04 6 maart u Conferentiezaal Pauscollege

Transcriptie

1 FACULTEIT GODGELEERDHEID PERMANENTE ONDERWIJSCOMMISSIE SINT-MICHIELSSTRAAT 6 BE-3000 LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN LEUVEN 16 maart 2009 VERSLAG Permanente onderwijscommissie Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen 6 maart u Conferentiezaal Pauscollege Leden Aanwezig D. Bosschaert, J. Cockx, H. Debel, A. Depoorter, L. Gevers, A. Liégeois, C. Milis, D. Pollefeyt, M. Peels, C. Raeves, M. Steegen, P. Van Hecke (programmadirecteur), R. Vanhorebeek, G. Van Belle, Afwezig (met kennisgeving) B. Broeckaert, A. Dillen, R. Gijseman, J. Haers, C. Harlet, H. Mannaerts, G. Vandersaeghe, H. Van Nyen, J. Verheyden, P. Vyncke Verslag 1. Goedkeuring verslag POC december 2008 p. 1: ook prof. Broeckaert was verontschuldigd voor de vergadering. p. 3: de studenten vragen hoe het nu juist zit met de overgangsmaatregelen naar de diplomaruimte wat betreft het hernemen van delibereerbare onvoldoendes, dit in functie van het leerkrediet. De voorzitter zal dit navragen. Het verslag wordt goedgekeurd. 2. Mededelingen Diplomaruimte: informatie en stand van zaken De voorzitter stelt de huidige stand van zaken in verband met de diplomaruimte voor aan de hand van een powerpointvoorstelling (zie bijlage). Er volgen nog informatierondes voor docenten en studenten. Voor meer informatie:

2 De belangrijkste implicaties kunnen kort als volgt weergegeven worden: - er wordt niet meer in jaren gedacht, maar in opleidingen; men schrijft in voor een opleiding, de deliberatie gebeurt pas wanneer alle credits behaald werden om het bachelor- of masterdiploma te kunnen behalen - de diplomaruimte vraagt een grote verantwoordelijkheid van de studenten en een meer intense studietrajectbegeleiding - wie niet slaagt voor een opleidingsonderdeel (en geen tolerantie kan of wil inzetten) dient het examen in het eerstkomende academiejaar opnieuw af te leggen - volgende cijfers kunnen getolereerd worden: 8/20 en 9/20. Er mag voor maximaal 10% van het aantal studiepunten (dus 18 sp voor de bachelor) aan toleranties worden ingezet. Voor getolereerde onvoldoendes verliest men zijn leerkrediet. Wanneer men bij het herkansen van een onvoldoende binnen het academiejaar een lager cijfer haalt, blijft het eerdere (hogere) cijfer behouden. - Er komt vanaf een systeem van vervroegde examenplanning. Dit zal een mentaliteitswijziging bij professoren met zich mee moeten brengen, aangezien er niet meer van desiderata uitgegaan wordt bij het opstellen van examenroosters. Het voordeel is dat veel langer op voorhand duidelijk zal zijn op welke dagen de docent geen examens dient af te nemen. Dit geldt niet voor de derde examenperiode. Decretale ontwikkelingen ivm tweejarige master Het decreet met betrekking tot de mogelijkheid tot uitbreiding van eenjarige naar tweejarige masters is klaar en wordt wellicht nog in de lopende legislatuur gestemd. Daar staan de voorwaarden opgesomd waaraan voldaan moet worden om de uitbreiding te kunnen aanvragen (cf. bijlage). Op 30 juni kan voor de eerste keer een aanvraag ingediend worden. Aangezien we niet met andere opleidingen moeten overleggen, moet het zeker lukken deze datum te halen. Op de Faculteitsraad van vrijdag 27 februari 2009 werd aan de vergadering gevraagd zich uit te spreken over de volgende vragen: - kiest men voor het behoud van de éénjarige master? - antwoord: ja, maar met een tweejarige onderzoeksmaster - kiest men voor een veralgemeende overgang naar een tweejarig traject voor alle opleidingen van de faculteit? - antwoord: neen - kiest men voor een veralgemeende introductie voor alle opleidingen van de faculteit van een onderzoeksmaster met behoud van het eenjarig spoor? - antwoord: neen - kiest men voor een gemengde strategie afhankelijk van de opleiding, - antwoord: ja Concreet betekent het voorstel enkel de Engelstalige master uit te breiden naar een tweejarige Researchmaster, en daarnaast de eenjarige master in de Nederlandstalige programma s te behouden, maar die te herprogrammeren. De Nederlandstalige manama wordt hervormd tot een manama praktische theologie (die geen toegang biedt tot het doctoraat). De lerarenopleiding blijft extracurriculair. Op de faculteitsraad werd dit voorstel aangenomen. Tegen december 2009 zouden we een afgerond voorstel moeten hebben voor het nieuwe programma. Het vierde en vijfde jaar van de Researchmaster zullen zuiver bicyclisch georganiseerd worden, waardoor er in de praktijk minder vakken zullen gegeven moeten worden. Doceertaal Organisatie van de particuliere Kerk en Hebreeuws Ic Er waren voor het OPO Organisatie van de particuliere Kerk maar enkele studenten ingeschreven. Prof. De Fleurquin heeft voorgesteld dat deze studenten zouden aansluiten bij een Engelstalig vak Public Law of the Church waarin dezelfde inhoud wordt behandeld. De studenten kunnen het examen in het Nederlands afleggen. Voor Hebreeuws Ic zijn zowel Engelstalige en Nederlandstalige studenten ingeschreven. Normaal gezien wordt het vak in het Nederlands gedoceerd, maar ten behoeve van de internationale studenten, voor wie dit vak niet in het Engels aangeboden wordt en die dus geen andere keuze hebben dan het in 2/7

3 het Nederlands te volgen, zal het vak in het Engels gedoceerd worden. De studenten kunnen echter steeds in het Nederlands vragen stellen, en ze kunnen het examen ook in het Nederlands afleggen. Beide voorstellen tot wijziging worden goedgekeurd. Verslag ontmoeting werkstudenten 4 maart 2009 Er waren een vijftiental studenten aanwezig, bijna allemaal werkstudenten die dit jaar begonnen zijn aan de studies. Naast de veel gehoorde moeilijkheden bij het inplannen van het studeren in het dagelijkse drukke beroeps- en gezinsleven waren er ook concrete vragen met betrekking tot enkele zelfstudiepakketten en examenmomenten voor artikel 49-studenten. De studietrajectbegeleider volgt deze vragen op. De studenten willen zich onderling nog beter verenigen om ervaringen uit te wisselen, en zullen dit vanaf nu ook doen met een (gesloten) facebookgroep werkstudenten godsdienstwetenschappen K.U.Leuven. Verslag Masterbeurs 3 maart 2009 Er was meer interesse voor onze masters dan vorig jaar. De interesse voor de Master WIDR was vergelijkbaar, maar er was opmerkelijk meer interesse voor de master in de godgeleerdheid en de godsdienstwetenschappen, namelijk van studenten uit de professionele bachelor onderwijs, optie godsdienst. Van de hogeschool Leuven is de vraag gekomen of hun derdejaarsstudenten in de professionele bachelor bij ons reeds één vak zouden kunnen volgen, dat dan zowel voor hun derde jaar als (indien van toepassing) voor de verkorte bachelor later bij ons zou kunnen meetellen. Ze proberen dit voor alle specialisaties binnen de bachelor onderwijs te realiseren. Voor de faculteit is dit een goede kans om aan deze studenten onze opleiding kenbaar te maken en ze al te laten proeven van wat wij aanbieden, zodat ze misschien (nog) meer gemotiveerd zijn om de verkorte bachelor en de master bij ons te volgen. Er is wel nog een praktisch probleem: zij willen dit vak graag inroosteren op maandag, maar dan wordt er bij ons niet veel les gegeven. Het zou de moeite zijn om de lesroosters in functie hiervan te bekijken. Voorstellen voor mogelijke vakken voor deze formule zijn: christendom en jodendom, christendom en islam, christelijke huwelijks- en seksualiteitsethiek. We zullen eerst afwachten wat hun vraag juist is, welke vakken zij interessant zouden vinden, en in welk semester zij deze uitwisseling graag zien plaatsvinden. Op basis daarvan kan dan verder nagedacht worden. In plaats van het aanbieden van een vak van bij ons, is er ook de mogelijkheid deze studenten te laten kiezen uit alle RZL vakken aan de universiteit, maar dit levert geen credits op voor de verkorte bachelor, dus dit is minder interessant. Met de hogere instituten voor godsdienstwetenschappen is er de afspraak dat studenten hun scriptie kunnen schrijven met een co-promotor van de faculteit. Ze krijgen dan een vrijstelling voor de scriptie in de verkorte bachelor. Een dergelijke overeenkomst zou ook met de hogeschool kunnen gesloten worden. Deze piste zorgt wel voor een extra belasting voor de professoren, omdat de studenten uit de professionele bachelor niet over de nodige academische methodologische vaardigheden beschikken voor het schrijven van een scriptie. Dit vraagt dan extra begeleiding. Infodag 21 maart 2009 De infodag is volledig voorbereid. De studenten voorzien een filmpje om het studentenleven aan de faculteit voor te stellen. De powerpointpresentatie werd herwerkt. Iedereen is hartelijk uitgenodigd om op de receptie (om uur) kennis te maken met de kandidaat-studenten. Er zal naar jaarlijkse gewoonte ook een infomarkt zijn in de bibliotheek. Onderzoekscentra zullen zich daar aan de kandidaat-studenten voorstellen. Info vademecum voor werkstudenten op internet 3/7

4 De informatie van het vademecum werd ook op de facultaire webpagina s geplaatst (onder studenten, informatie voor zij-instromers ). 3. Ombudsverslag januari-zittijd A. Depoorter overloopt de belangrijkste punten uit het verslag. De studenten wijzen er op dat de eerstejaarsstudenten dit jaar hun resultaten enkel electronisch gekregen hebben, en niet zoals vroeger ook op papier uit handen van de studietrajectbegeleider. Ze vinden dit jammer omdat hier een kans tot (kort) gesprek en begeleiding niet benut wordt. Ze vragen om dit systeem opnieuw in te voeren. Voor de studenten zorgde het feit dat enkele resultaten ontbraken voor verwarring. Ze hebben alle begrip voor de administratieve moeilijkheden met het examensysteem, maar ze wijzen er op dat ze liever een dag later hun resultaten krijgen, als ze er dan zeker van kunnen zijn dat ze volledig zijn. De data voor het vrijgeven van de resultaten moeten in dit licht misschien herbekeken worden. De studenten beamen dat sommige professoren niet te bereiken waren voor het geven van feedback, maar ze spreken ook hun waardering uit voor de goede en contstructieve feedback die door veel professoren aan de studenten gegeven is op de feedback-momenten. De studenten willen ook nog de aandacht vestigen op de volgende kwestie: op een examen mag een professor volgens het examenreglement geen appreciatie over het examen uitspreken. Dit gebeurt vaak toch. Wanneer dan blijkt dat de uitgesproken appreciatie op het examen grondig verschilt van het uiteindelijke resultaat en de feedback achteraf, is dit heel verwarrend voor de student. De voorzitter bedankt de ombudspersonen voor het geleverde werk en voor het verslag. 4. Examenresultaten BA-1 studenten eerste examenperiode De studietrajectbegeleider geeft een veralgemenend overzicht van de resultaten van de nieuwe eerstejaarsstudenten. Er waren 27 studenten ingeschreven. Daarvan behaalden 4 studenten voor hun examens gemiddeld een cijfer tussen 16 en 18; 4 studenten tussen 14 en 16, 6 studenten tussen 12 en 14 (waarvan twee met één delibereerbare onvoldoende), 6 studenten tussen 10 en 12 (allemaal met één of meerdere onvoldoende(s); voor drie studenten zijn dit delibereerbare onvoldoendes), 6 studenten lager dan 10. Eén student heeft omwille van redenen bekend bij de ombuds geen examens afgelegd. De studenten merken bij deze cijfers op dat voor een aantal vakken de verwachtingen met betrekking tot de resultaten hoger lagen en dat een aantal vakken zwaarder uitvallen voor de huidige eerstejaars, omdat ze dit jaar door een nieuwe docent gegeven worden. De studenten vinden het jammer dat de resultaten van de proefexamens niet representatief bleken te zijn voor het uiteindelijke resultaat, en vragen dat de proefexamens zo realistisch mogelijk gemaakt worden. G. Van Belle merkt hierbij op dat dit moeilijk is, aangezien de proefexamens over een heel klein deel van de leerstof gaan. D. Pollefeyt spreekt zijn bezorgdheid uit over het feit dat de verwachte doorstroom naar het tweede jaar redelijk klein is op basis van deze tussentijdse resultaten; de tweede bachelor zal volgend jaar een kleine groep zijn. Toch moet dit ook genuanceerd worden, want de bis-studenten zijn in dit overzicht niet opgenomen. 5. Studietijdmeting : opvolging De voorzitter laat door middel van anoniem gemaakte resultaten zien dat de opleiding in het algemeen te laag scoort in de studietijdmeting. Na overleg met DUO werd duidelijk dat dit voor de hele universiteit zo is, ook andere faculteiten kennen dit probleem. Onze resultaten wijken niet veel af van het gemiddelde. Daarom is het advies van DUO ook heel duidelijk dat het geen zin heeft de studielast voor elk Opleidingsonderdeel afzonderlijk te verzwaren. Er kunnen initiatieven genomen worden op drie niveau s: - op macroniveau: de vicedecaan onderwijs heeft dit probleem aangekaart op de onderwijsraad en werd gesteund door andere faculteiten, omdat het probleem herkenbaar is. Op de onderwijsraad werd een 4/7

5 verklaring voor dit fenomeen gezocht in de overgang van twee semesters van 15 weken naar twee semesters van 13 weken (bij de invoering van de semesterexamens). Studenten hebben minder les, er wordt minder leerstof gegeven, en studenten worden lange periodes onbegeleid aan hun lot over gelaten, waardoor ze misschien minder aan zelfstudie doen dan verwacht. Een tweede verklaring zou kunen liggen in het feit dat er, na een opstoot van een grote variatie van werkvormen, professoren er weer meer voor kiezen een cursus te doceren in hoorcollege, zonder bijkomende werkvormen. Hierdoor daalt de studietijd ook. - op mesoniveau: op niveau van de opleiding zullen we een curriculum-mapping opzetten onder begeleiding van DUO. Daarin wordt het probleem op curriculumniveau bekeken en wordt uitgezocht of er in het curriculum hiaten te vinden zijn met betrekking tot het realiseren van bepaalde doelstellingen. - op microniveau: Voor vakken waarvoor de studielast ver onder de norm ligt, kan wel al naar concrete oplossingen gezocht worden. Vorig jaar werden enkele vakken te zwaar bevonden, en na remediering werd hieraan verholpen. Hetzelfde kan nu gebeuren voor vakken waarvan de studielast te laag was. De studenten zijn voorstander van meer variatie in alternatieve werkvormen omdat dit als meer uitdagend ervaren wordt dan het louter studeren van een cursus of het schrijven van een paper. Kwalitatieve begeleiding is in deze wel heel belangrijk. Daarnaast willen de studenten benadrukken dat de lange periode blok na het eerste semester echt wel noodzakelijk is om uit te rusten, de feestdagen in familiekring te kunnen doorbrengen en de leerstof te verwerken. Ze vinden deze tijd noodzakelijk om de leerstof te verdiepen en zijn voorstander van maatregelen die studenten helpen om de leerstof op een dieper niveau te verwerken, eerder dan de studiestof zomaar voor elk vak te vermeerderen. De resultaten van de studietijdmeting contrasteren enigszins met die van de visitatie. Toen gaven studenten aan dat de studielast eerder te hoog was. Het is moeilijk om gesprekken met studenten over studielast en cijfers over de uren die studenten aan studeren besteedden, te vergelijken. Ook als het aantal uren studie voor een vak wel meevalt, kan het toch als een zware belasting ervaren worden, bijvoorbeeld ook omdat veel vakken ook ingrijpen in de persoonlijke levensbeschouwelijke houding en overtuiging. Studenten zijn ook op momenten waarop ze niet achter de boeken zitten, bezig met hun studies, en dit komt niet naar voor in de cijfers, omdat dit moeilijk in gewerkte uren uit te drukken is. Er is in de resultaten van de studietijdmeting ook gebleken dat de spreiding tussen de studenten onderling erg groot is. Dit wil zeggen dat voor sommige studenten elk vak zwaarder uitvalt dan gemiddeld. De scriptie werd ook niet opgenomen in de studietijdmeting, en die wordt door studenten als zwaar ervaren. In de gesprekken met de visitatiecommissie heeft dit element wel een rol gespeeld. 6. Proefexamens tweede semester Er waren enkele moeilijkheden met het vak Geloof en Openbaring. De voorzitter van de POC heeft hierover een gesprek gehad met de docent en daaruit kwamen volgende oplossingen naar voor: - de werkcolleges worden anders ingevuld en zullen beter aansluiten bij de hoorcolleges en de te verwerken studiestof - er wordt voor dit vak een proefexamen georganiseerd in het tweede semester. De vraag ligt nu voor of het wenselijk en haalbaar is om ook voor andere tweede-semestervakken een proefexamen te organiseren. De studenten zijn voorstander van een proefexamen voor de vakken geloof en openbaring; catechetiek en geschiedenis Oudheid. Idealiter is dit een mondeling examen en wordt er direct feedback gegeven aan de studenten. Het is duidelijk dat dit een grote bijkomende tijdsinvestering vraagt van de docenten. Het zal moeilijk worden dit nog in hun agenda ingepland te krijgen. Na een discussie over de wenselijkheid en de haalbaarheid van het voorstel van de studenten, komt de vergadering tot het volgende voorstel: - er wordt voor twee van de drie eerstejaarsvakken in het tweede semester een proefexamen georganiseerd, en dit in een beurtrol. Dit jaar opteren we voor geloof en openbaring en geschiedenis oudheid, volgend jaar voor geloof en openbaring en catechetiek en het jaar daarna voor catechetiek en geschiedenis oudheid. Dit verlaagt enigszins de belasting voor de docenten. 5/7

6 - de vergadering stelt voor om dit systeem ook in te voeren voor de proefexamens van het eerste semester. Dan zouden de studenten elk jaar vier proefexamens hebben: twee in het eerste en twee in het tweede semester. De voorzitter zal contact opnemen met de docenten voor de praktische organisatie. 7. Dalende studentenaantallen eerste Bachelor Dit punt werd uitgesteld naar de volgende vergadering. 8. Vakken in de Master in de Gespecialiseerde Studies Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen Het voorstel van de studenten (nota in bijlage bij de agenda) werd besproken op de onderwijscel van 20 februari Het voorstel om één onderzoekscollege uit het vijfde jaar te mogen vervangen door een specialisatievak, een seminarie of een godsdienstwetenschappelijk en theologisch vak uit het vierde jaar werd op de onderwijscel gesteund mits de beperking dat dit enkel mogelijk is voor de vakken van de eigen major, en op voorwaarde dat het vak niet gevolgd werd in de derde bachelor. In het verslag van de vorige POC-vergadering was verwarring mogelijk over de vraag of het om de vervanging van één of twee onderzoekscolleges ging. Het voorstel beperkt zich tot de vervanging van één onderzoekscollege. Het Faculteitsbestuur zal een beslissing nemen in verband met het op de onderwijscel geformuleerde voorstel. 9. Nieuw systeem aanvraag zelfstudie en examenspreiding Stijn Van Baeckel stelt het nieuwe elektronische systeem voor dat de administratie van de aanvragen voor zelfstudie en examenspreiding zal vereenvoudigen vanaf volgend jaar. Studenten zullen moeten aanvinken welke vakken ze in zelfstudie volgen en waarom. Die gegevens zullen kunnen opgevraagd worden per student maar ook per vak. Aan docenten kan dus vanaf volgend jaar precies meegedeeld worden wie een bepaald vak in zelfstudie studeert, en dit door middel van één druk op de knop. Dit zal een hele vooruitgang zijn! De voorzitter bedankt Stijn voor de presentatie en voor het vele werk aan dit systeem. 10. Examenregelingen art.19-studenten Het document met exameninformatie voor de studenten met examenspreiding werd bijgewerkt om bepaalde onduidelijkheden weg te werken. Daarnaast werd door de ombudspersonen het voorstel gedaan om voor de derde examenperiode niet met maandelijkse examineermomenten te werken, maar de studenten te laten aansluiten bij de examenmomenten voor de reguliere studenten. Hierdoor zullen professoren hun examenmomenten voor de zomermaanden niet meer zo lang op voorhand dienen vast te leggen en zal het voor de ombudspersonen ook makkerlijker zijn herkansingen voor examenspreiders beter te organiseren. 11. Criteria voor het verkrijgen van een art.19-statuut De Faculteit heeft sinds een paar jaar de mogelijkheid gekregen zelf het artikel 49 statuut (spreiding examens volgend jaar wordt dit artikel 19) toe te kennen. Er waren hier echter geen duidelijke regels voor opgesteld, zodat studenten maar ook studietrajectbegeleiders en administratieve medewerkers geen duidelijk zicht hadden op de criteria en wie wel of niet in aanmerking kon komen. Daarom heeft de onderwijscel volgende regeling voorgesteld: Studenten kunnen het artikel 19-statuut verkrijgen als de totale belasting van hun betaalde job en hun studies samen meer dan 90 % bedraagt. Studenten die voltijds werken kunnen dus altijd beroep doen 6/7

7 op examenspreiding. Studenten die deeltijds werken en bijvoorbeeld maar twee vakken opnemen, zullen geen recht hebben op het statuut. 12. Studenteninitiatieven en vragen De studenten bedanken de professoren die aanwezig waren op de proffenavond. 13. Rondvraag en varia - De voorzitter bedankt de studenten voor de vlekkeloze organisatie van het Thomasfeest. - De studenten wijzen er op dat sommige studenten voor deze vergadering verontschuldigd zijn omdat ze les hadden van een plichtvak en omdat er een bijeenkomst was voor de India-reis. - H. Debel merkt op dat hij in het kader van de methodische oefeningen Endnote problemen ondervonden heeft met de uitrusting van het computerlokaal Op de computers was niet steeds dezelfde versie van endnote geïnstalleerd, er is op sommige computers geen mogelijkheid om documenten op te slaan, de output-styles van endnote zijn ook niet allemaal op elkaar afgestemd. Dit heeft de lessen sterk bemoeilijkt. H. Debel zal deze opmerkingen ook doorspelen aan de ICTcommissie. De studenten vonden de sessies over endnote heel interessant, ondanks de moeilijkheden. Ze vragen wel de mogelijkheid te onderzoeken om endnote aan te kopen via de faculteit, namelijk bij de campuslicenties. A. Depoorter merkt op dat de sessies methodiek in hun geheel moeten geëvalueerd worden op de POC-vergadering. Dit punt zal op de agenda voor de volgende vergadering geplaatst worden. Annekatrien Depoorter Secretaris a.i. Pierre Van Hecke programmadirecteur 7/7