VERSLAG VAN DE HOORZITTING, 24 januari 2003, uur, Muzentoren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSLAG VAN DE HOORZITTING, 24 januari 2003, uur, Muzentoren"

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE HOORZITTING, 24 januari 2003, uur, Muzentoren Zaaknr : Inzake : Consultatienotitie Reparatie X-factor Netbeheerders Elektriciteit Aanwezig namens de Dienst toezicht en uitvoering Energie ('DTe') : Dhr. Verdonkschot - voorzitter hoorcommissie Mevr. Bröcheler - lid hoorcommissie Dhr. Mikkers - lid hoorcommissie Sprekers: Dhr. Goudswaard Mevr. Broerse Dhr. Corton Dhr. De Swart Dhr. Fennema Mevr. Koster Mevr. De Rijke Dhr. Knibbeler - namens ENBU - namens ENBU - namens Continuon - namens Eneco - namens Eneco - namens Delta - namens Rendo - namens Essent Dhr. Brinkman Verslag: Dhr. Janssen - Juridische Dienst NMa De voorzitter opent de hoorzitting, die naar aanleiding van de uitspraak van het CBB de dato 13 december 2002 door de DTe is georganiseerd om met de netbeheerders elektriciteit te spreken over de manier waarop de X-factoren Netbeheer Elektriciteit gerepareerd kunnen worden. De DTe heeft daartoe op 16 januari 2003 een consultatienotitie opgesteld en op 17 januari 2003 verspreid. Hij nodigt partijen uit om op die notitie te reageren of op andere wijze commentaar te geven op bedoelde reparatie. Hij stelt de leden van de hoorcommissie voor. Hij deelt mede dat van de hoorzitting een verslag wordt gemaakt dat betrokkenen zal worden toegezonden. Hij inventariseert wie ter zitting het woord wenst te voeren, en nodigt dhr. Knibbeler uit om namens Essent de spits af te bijten. Dhr. Knibbeler ziet af van een betoog in eerste termijn. Hij kondigt aan dat Essent de week na de hoorzitting uitvoerig schriftelijk zal reageren. De voorzitter nodigt dhr. Goudswaard uit om namens ENBU het woord te voeren. Dhr. Goudswaard houdt een betoog, dat volledig is gebaseerd op de tekst van zijn pleitnota gedateerd 24 januari Een kopie van deze pleitnota is aan dit verslag toegevoegd als Bijlage 1. De voorzitter dankt dhr. Goudswaard voor zijn toelichting. Hij kondigt enige vragen van de hoorcommissie aan.

2 Mevr. Bröcheler memoreert de stelling van ENBU dat bij een collectieve X-factor rekening moet worden gehouden met objectieve verschillen tussen netbeheerders. Zij vraagt hoe deze verschillen kunnen worden vertaald naar een collectieve X-factor. Dhr. Goudswaard laat buiten beschouwing de vraag of er met een richtingscoëfficiënt en een bodem überhaupt sprake kan zijn van een eensluidende X-factor. In het model moet vooral de bodem goed worden geanalyseerd, en over die bodem moet overeenstemming worden bereikt. Wanneer als laagste punt domweg het laagste tarief wordt genomen, dan is dat niet echt objectief. De toevalligheden moeten uit dat specifieke tarief worden gevist. Het is objectief om als beginpunt het feitelijke tarief te kiezen. Wanneer vervolgens een goed eindpunt wordt gekozen, dan is dat al een belangrijke stap op weg naar objectivering van een collectieve X-factor. Dhr. Mikkers memoreert het uitgangspunt van ENBU dat het model enerzijds eenvoudig moet zijn en dat een nieuw model anderzijds genuanceerd moet zijn en rekening moet houden met allerlei omstandigheden. Hij vraagt of ENBU een spanning ziet tussen eenvoud en recht doen aan individuele omstandigheden. Dhr. Goudswaard bevestigt dat hij deze spanning ziet. Er ligt echter nog een flink stuk tussen de complicatiegraad van de tot nu toe bewandelde weg en de meest eenvoudige variant. De voorzitter vraagt wat ENBU belangrijker vindt: objectiviteit of eenvoud? Dhr. Goudswaard meent dat die twee niet volstrekt met elkaar in tegenstrijd zijn. Hij benadrukt dan ook het belang van allebei. Hij ziet mogelijkheden om overeenstemming te bereiken over een stelsel, dat objectief genoeg is maar toch een stuk eenvoudiger dan het stelsel dat tot nu toe is gehanteerd en waarover ENBU een CBB-beroep heeft ingediend. De voorzitter memoreert de opmerking van ENBU dat zij in het planningsschema meer tijd nodig heeft. Hij vraagt hoeveel extra tijd ENBU acceptabel zou vinden. Dhr. Goudswaard antwoordt dat ENBU twee weken extra nodig heeft. Een en ander hangt overigens af van het verloop van de hoorzitting. Wanneer zou blijken dat partijen in dezelfde richting denken en dat consensus binnen bereik ligt, dan is er veel voor te zeggen om snel verder te gaan. Blijkt dat niet, dan wordt alles wat formeler. Dan is meer voorbereidingstijd nodig, en dan moet worden bezien hoe het met de wet OEPS en de nieuwe Elektriciteitswet verloopt. Het best zou het zijn om een nieuw stelsel te bereiken zonder dat het van doorslaggevend belang is dat de wet OEPS en een nieuwe Elektriciteitswet tot stand komen. De voorzitter verifieert of iemand in de zaal dhr. Goudswaard een vraag wenst te stellen. Wanneer dat niet het geval blijkt nodigt hij dhr. Corton uit om namens Continuon het woord te voeren. Dhr. Corton wijst erop dat ook Continuon te weinig tijd heeft gehad om de Consultatienotitie goed te overdenken. Continuon beperkt zich ter zitting dan ook tot een voorlopige reactie op abstract niveau. Zij sluit zich aan bij het verzoek van ENBU om haar definitieve schriftelijke reactie twee weken later te mogen overleggen. Hij constateert dat nu al jaren wordt getracht om te komen tot een vastgesteld tarief. Spreker heeft wel eens voorspeld dat pas in 2007 bekend zou zijn wat in 2000 het tarief was. Als het zo door gaat, dan lijkt deze voor spelling waarheid te worden. Betrokkenen zijn nog met elkaar verwikkeld in procedures, 2

3 nacalculatieslagen, herberekeningen, voorlopige voorzieningen, tijdelijke X-factoren, enzovoort. Tegelijk staat eenieder op de drempel van een bij de netbeheerders en in de maatschappij breed gedragen wens om naast het tarief ook de kwaliteit als nadrukkelijk element in de regulering mee te nemen. Dat kan alleen worden gerealiseerd wanneer de huidige periode met een dikke punt kan worden afgesloten. Bovendien moeten duidelijke afspraken worden gemaakt hoe men in periode 1 -eventueel gecombineerd met periode 2- met elkaar omgaat om te komen tot iets zinvols. De huidige situatie zou niet zozeer moeten worden aangegrepen om nu weer 'allerlei gerepareer' te gaan uitvoeren. Er moet op een meer holistische wijze naar een oplossing worden gezocht. Aan de verschillende voorstellen in de consultatienotitie kleven allerlei juridische haken en ogen, die weer tot nieuwe problemen en procedures kunnen leiden. Op die manier komt de voorspelde 2007 zeer dichtbij. Er moet niet enkel een X-factor worden vastgesteld terwijl de rest ongemoeid blijft. Er moet onderling een echte afspraak worden gemaakt om recht te doen aan de doelstellingen van de regulering: een maatschappelijk acceptabel tarief, inzicht in en ruimte voor incentives tot verbetering van het tarief en van de kwaliteit, en dat alles binnen de conditie dat netbedrijven nu eenmaal bedrijven zijn. Het is verheugend dat DTe in haar notitie de opening maakt naar tariefregulering; een wens die Continuon al veel langer heeft geuit omdat het een van de belangrijkste outputfactoren is naar haar klanten toe. Wanneer het tarief problemen zou opleveren, dan kan worden uit gegaan van het standaardgevallensysteem zoals dat bij EnergieNed ontwikkeld is -of een aangepaste vorm daarvanin plaats van omzetregulering. Daarnaast constateert Continuon in randnummer 22 van de consultatienotitie dat de huidige methodiek van DTe om tot een X-factor te komen niet meer heilig is verklaard. Dat is een belangrijk begin, want het is zeer moeilijk om een geloof te bestrijden met argumenten. Continuon meent nog steeds dat voor de eerste reguleringsperiode moet worden uitgegaan van een generieke X-factor. Deze generieke X-factor moet enkel en alleen worden gebruikt om de prijsstelling of P 0 voor de tweede periode vast te stellen. De eerste periode zou gewoon moeten worden afgesloten met de tarieven zoals ze liggen; er moet niet worden herberekend, nagecalculeerd of aangepast. Met die P 0 als start kan gezamenlijk worden gewerkt aan een uniform tarief. Dat is uiteraard niet het laagste tarief dat in de markt voorkomt. Rekening houdend met regionale verschillen zal moeten worden bekeken wat dit tarief precies is. Aan het eind van de tweede periode moet dit punt zijn bereikt. Hij herhaalt dat de collectieve X-factor -die gesteld kan worden op de frontier shift- als beginpunt voor de discussie kan worden gebruikt. Dit heeft als voordeel dat parallel daaraan gedurende de tweede periode met maatstafregulering gestart kan worden. Misschien kan dan zelfs al gestart worden met kwaliteitsregulering, wat Continuon betreft in eerste instantie met 'regulation by embarrassment'. Servicekwaliteit en powerquality, daarmee kan al in het midden van 2003 worden begonnen. Tijdens de tweede periode kan worden bezien of de incentive van embarrassment voldoende werkt. Mocht blijken van niet, dan kan altijd nog worden overgestapt op een financiële incentive. In ieder geval zijn dan in die periode de cijfers en de methodiek op orde. Dan is er een uniform tarief, dat eindelijk zoals het bedoeld was een echt postzegeltarief is waarvan iedereen de bijbehorende kwaliteit kent. De voorzitter dankt dhr. Corton voor zijn toelichting. Hij memoreert de opmerkingen van Continuon over de P 0. Hij vraagt hem nog eens toe te lichten wat hij precies bedoelt. 3

4 Dhr. Corton zet uiteen dat men de 2 e reguleringsperiode zou kunnen beginnen met een tariefniveau gebaseerd op een collectieve X-factor, dus zonder terug te herrekenen. Er ontstaan dan allerlei verschillende tarieven, en vervolgens wordt afgesproken naar welk uniform tariefniveau zal worden toegewerkt. De voorzitter concludeert dat Continuon de convergentie van de eerste naar de tweede periode wil verschuiven. Dhr. Corton bevestigt dit. Dhr. Mikkers constateert dat Continuon een tariefvergelijking benadrukt. Hij vraagt of Continuon het belangrijk vindt dat de tarieven ook op langere termijn verband moeten houden met de kosten van de ondernemingen. Dhr. Corton antwoordt dat de tarieven tot nu toe altijd een relatie hebben gehad met de kosten van de onderneming. Dhr. Mikkers meent dat aan de vastgestelde tarieven na de eerste periode niets meer verandert. Maar de kostenstructuur van een onderneming kan veranderen, en dan zijn de tarieven in ieder geval in de toekomst niet meer gebaseerd op de kosten. Dhr. Corton wijst erop dat in de tweede periode per definitie met maatstafregulering zal worden gewerkt. Via een eenvoudige CBS-index kan dan rekening worden gehouden met de ontwikkeling van de kosten, eventueel aangevuld met specifieke 'rariteiten' die zich in de sector kunnen voordoen. Wanneer de rol en de taak van netbeheerders fors zou veranderen of groeien, dan kunnen eenmalige additionele correcties worden aangebracht. De voorzitter nodigt dhr. De Swart uit om namens Eneco het woord te voeren. Dhr. De Swart houdt een betoog geïllustreerd door een tweetal Power-Point sheets. Een kopie van deze sheets is aan dit verslag toegevoegd als Bijlage 2. Hieronder wordt zijn betoog volledig weergegeven. Ter inleiding prijst hij de sfeer van de consultatienotitie. De sector wordt uitgenodigd om in overleg tot een oplossing te komen. Dat is een positieve stap, die veel aantrekkelijker is dan de juridische route via het CBB. Tegelijk wijst hij erop dat de bijeenkomst tevens is gekenmerkt als hoorzitting in het kader van art. 41 Elektriciteitswet ('E-wet'). Dat zou de ruimte voor het bespreken van ideeën kunnen beperken. Eneco vindt dat niet wenselijk en zal toch enige opmerkingen maken die buiten het kader van de huidige E-wet vallen. Eneco meent dat het huidige wettelijk kader voor de reparatie van de X-factoren het uitgangspunt moet zijn. In lijn met de uitspraak van het CBB de dato 13 november 2002 moet binnen een termijn van 10 weken een generieke X-factor worden vastgesteld als efficiencyprikkel. Geen van de voorstellen in de consultatienotitie past binnen deze strikte toets. Immers, de wettelijke basis van een tariefbodem is onzeker en individuele X-factoren zijn niet mogelijk. Een generieke X-factor moet dus worden vastgesteld binnen een termijn van 10 weken. Dit zou de afnemers en de sector snel duidelijkheid verschaffen. Voor de hoogte zou een schatting van de frontiershift van de sector kunnen dienen, of bijvoorbeeld de in rechte vaststaande X-factoren voor Weert en TZH. 4

5 Eneco wijst erop dat de problemen van de eerste periode nog niet zijn opgelost. Ze kunnen zelfs nog verder escaleren wanneer disputen ontstaan ten aanzien van de methodiek in de tweede periode. Eneco meent dan ook dat de oplossingen voor beide periodes aan elkaar moeten worden gekoppeld. Voor een breed gedragen oplossing voor de eerste periode plus overeenstemming over een methodiek voor de tweede periode zijn twee hoofdroutes denkbaar. De eerste route loopt via de huidige methodiek op basis van de door DTe vastgestelde '30/08/02 besluiten'(rectificatie: ). Deze route lijkt bijna onbegaanbaar. Er liggen dikke stapels bezwaaren beroepschriften, en bovendien meent Eneco dat deze methodiek geen gelijk speelveld creëert. De ingediende activa-gegevens zijn niet meegenomen, en netbeheerders met oude assets zouden in een nadeligere startpositie komen. Meer begaanbaar lijkt een methode die via een tarievenbenchmark zou werken. Ergens in de toekomst wordt een punt aan de horizon gezet. Dat zou een landelijk standaardtarief zijn, waarnaar iedereen zou moeten groeien. Overeenstemming moet worden bereikt over een aantal uitgangspunten voor de vaststelling van dat standaardtarief. Om de huidige problemen van de eerste periode op te lossen zou de eerste periode kunnen worden afgesloten met een generieke X-factor, waarbij rekening kan worden gehouden met eventuele verrekeningen. De voorzitter dankt dhr. De Swart voor zijn toelichting. Dhr. Mikkers vraagt Eneco of zij het landelijk standaardtarief ziet als een vaststaand gegeven. Is daarin nog ontwikkeling mogelijk? Dhr. De Swart antwoordt dat in eerste instantie een punt aan de horizon moet worden gekozen dat recht doet aan enige uitgangspunten. Deze uitgangspunten kunnen echter veranderen in de tijd. Iedereen weet dat de assets van de sector meestal zijn gelegd in de jaren '60 en '70. Er komt dus een golf van vervangingen aan, waarmee in de toekomst bij de vaststelling van het standaardtarief rekening kan worden gehouden. Dhr. Mikkers vraagt of Eneco meent dat alle tarieven voor iedere netbeheerder gelijk zijn. Dhr. De Swart antwoordt dat dit in eerste instantie een uitgangspunt zou kunnen zijn. Dhr. Mikkers vraagt of de netbeheerders voldoende vergelijkbaar zijn om dat te kunnen bewerkstelligen. Dhr. De Swart wijst erop dat tot nu toe omgedraaid is gewerkt. Er is een methode bedacht die rekening probeert te houden met allerlei individuele verschillen. Deze methode is zeer ingewikkeld en levert allerlei uitkomsten op. Hij zou ook omgedraaid kunnen worden door eerst naar één standaardtarief toe te werken en dan te bekijken of daardoor schrijnende gevallen ontstaan. Dhr. Mikkers concludeert dat Eneco toch ruimte ziet voor afwijkingen in het standaardtarief voor individuele bedrijven. Dhr. De Swart bevestigt dit. Wanneer er schrijnende gevallen zijn, dan zal daarmee iets moeten worden gedaan. Mevr. Bröcheler brengt de methode rond de tarievenbenchmark ter sprake. Eneco stelde dat deze methode vooraf gegaan zou kunnen worden door een generieke X-factor. Kan daaruit worden geconcludeerd dat Eneco in beginsel voorstander is van een individuele X-factor, vanaf de eerste periode? 5

6 Dhr. De Swart antwoordt dat het huidige wettelijk kader daartoe nu eenmaal geen ruimte biedt. Om uit de problemen te komen zou voor de eerste periode een generieke X-factor kunnen worden vastgesteld met enige afspraken over verrekening. Een en ander zou kunnen worden gekoppeld aan afspraken over de tweede periode waarin naar een punt aan de horizon wordt gemigreerd. Mevr. Bröcheler brengt de huidige methodiek ter sprake. Eneco stelde dat er twee kwesties nog niet op orde zijn: de activagegevens en de eventueel nadeliger positie van netbeheerders met oudere assets. Zij vraagt of Eneco de huidige methodiek werkbaar acht wanneer deze twee kwesties zouden worden opgelost. Dhr. De Swart wijst erop dat hij beide kwesties slechts als voorbeeld noemde. Er liggen rond de huidige methodiek echter nog hele pakken andere bezwaren en meningsverschillen. De voorzitter vraagt of Eneco meer dan gemiddeld te maken heeft met oude assets en dus meer dan gemiddeld in een nadelige startpositie zit. Dhr. De Swart kan die vraag niet beantwoorden omdat hij het gemiddelde van de sector niet kent. De voorzitter vraagt hoe de generieke X-factor zou kunnen worden vastgesteld waarmee de eerste periode zou kunnen worden afgesloten. Dhr. De Swart herhaalt dat dit bijvoorbeeld zou kunnen gebeuren op basis van een schatting van de frontiershift van de sector. De voorzitter vraagt hoe een dergelijke schatting zou moeten worden gemaakt. Dhr. De Swart wijst erop dat DTe in eerste instantie al een schatting heeft gemaakt van 2% op de efficiënte OPEX. Dat zou een methode kunnen zijn, en misschien zijn er nog andere. De voorzitter meent dat Eneco in een eerder stadium bezwaar heeft gemaakt tegen de wijze waarop de frontier shift is geschat. Kan worden geconcludeerd dat dit bezwaar vervalt? Dhr. De Swart antwoordt dat die conclusie niet klopt. Gevraagd werd naar manieren om de frontiershift te schatten. Eén daarvan heeft de DTe zelf bedacht, maar er zullen best andere manieren zijn. Over de uitwerking van schattingen moet overleg gevoerd worden. Dhr. Mikkers vraagt of Eneco ideeën heeft over een mogelijke methode. Dhr. De Swart meent dat het ter zitting niet opportuun is om over allerlei uitwerkingsproblemen te gaan spreken. Wanneer de route voor iedereen begaanbaar is, dan kan zoiets best in overleg worden opgelost. De voorzitter vraagt Eneco op welke manier tot een landelijk standaardtarief kan worden gekomen. Dhr. De Swart antwoordt dat eerst een aantal uitgangspunten moet worden bepaald. Men zou kunnen beginnen bij het gemiddelde tarief en vervolgens bezien of daarop correcties noodzakelijk zijn. De voorzitter nodigt mevr. Koster uit om namens Delta het woord te voeren. Mevr. Koster zet uiteen dat ook Delta een meer gedetailleerde schriftelijke reactie zal opstellen. Ook Delta wenst twee extra weken om dat te kunnen doen. Zij schetst enige hoofdlijnen die voor Delta belangrijk zijn. 6

7 Op de eerste plaats dient bij het vaststellen van een X-factor rekening te worden gehouden met regionale invloeden. Nederland is nu eenmaal een zeer divers land. Zeeland is niet te vergelijken met de Randstad, en dat leidt tot grote verschillen in de manier waarop het net wordt beheerd. Op de tweede plaats is voor Delta het beginsel belangrijk dat een partij door het indienen van een rechtsmiddel niet in een slechtere positie mag belanden dan voor het instellen van dat rechtsmiddel. Delta heeft beroep ingesteld tegen het eerste besluit op bezwaar en de daarop volgende wijzigingsbesluiten. Zij mag dus niet in een slechtere positie belanden dan die waarin zij zich voor het instellen van het beroep bevond. De consultatienotitie meldt over deze kwestie niets, en Delta vraagt zich dan ook af hoe DTe de kwestie bij haar overwegingen zal betrekken zoals het CBB in haar uitspraak voorschreef. Delta zou deze vraag graag tijdens of snel na de zitting beantwoord zien. Delta heeft nog niet de tijd gehad om de consultatienotitie gedetailleerd te bestuderen, maar zij meent wel dat een individuele X-factor zou moeten worden vastgesteld zoals DTe vanaf het begin heeft geprobeerd. Het heeft Delta enigszins verbaasd dat DTe toch lijkt te overwegen om een generieke X-factor vast te stellen terwijl de oorspronkelijke methode bijna is gerealiseerd via de wet OEPS. Delta meent dat een generieke X-factor niet nodig is; het zou beter zijn die individuele lijn vast te houden. De voorzitter dankt mevr. Koster voor haar toelichting. Hij vraagt begrip voor de complexiteit van de kwestie rond het reformatio in peius beginsel. Zoiets kan niet even mondeling worden beantwoord. Dan zou maar al te gemakkelijk iets gezegd kunnen worden wat later weer gecorrigeerd moet worden, en dat zou onzorgvuldig zijn. DTe zal met de kwestie bij de reparatie terdege rekening houden. Dhr. Mikkers vraagt of Delta gezien haar pleidooi voor een individuele X-factor het streven om op langere termijn te komen tot een landelijk standaard- of postzegeltarief afwijst. Mevr. Koster herhaalt de stelling van Delta dat de regionale verschillen tot uitdrukking moeten komen in een X-factor. Zij ziet niet hoe dat met een landelijk standaardtarief zou kunnen, en het lijkt in eerste instantie niet de meest handige weg. Dhr. Knibbeler meent dat DTe er goed aan zou doen om op enig moment vrij vroeg in de procedure een separate brief of notitie te schrijven over de wijze waarop zij wenst om te gaan met het reformatio in peius beginsel. De voorzitter dankt dhr. Knibbeler voor de suggestie. Hij nodigt mevr. De Rijke uit om namens Rendo het woord te voeren. Mevr. De Rijke houdt een betoog, dat volledig is gebaseerd op de tekst van haar pleitnota gedateerd 24 januari Een kopie van deze pleitnota is aan dit verslag toegevoegd als Bijlage 3. De voorzitter dankt mevr. De Rijke voor haar toelichting. Hij bevestigt haar veronderstelling dat DTe in casu beoogt een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Dhr. Mikkers vraagt of Rendo een voorkeur heeft voor een van de scenario's in de consultatienotitie. Mevr. De Rijke kan die vraag moeilijk beantwoorden, te meer omdat onduidelijk is hoe het -voor Rendo zeer belangrijke- reformatio in peius beginsel zal worden toegepast. Rendo is in ieder geval bereid om mee te denken over een generieke X-factor. 7

8 Mevr. Bröcheler verwijst naar de optie van een methodebesluit in het proces om te komen tot een nieuwe beslissing op bezwaar. Zij vraagt Rendo om commentaar. Mevr. De Rijke antwoordt dat een vreemde juridische constellatie ontstaat omdat een soort primair besluit wordt genomen voordat de beslissing op bezwaar wordt genomen. Bij het vorige besluit is dat echter ook gebeurd; een nieuwe X-factor werd vastgesteld terwijl een bezwaarprocedure liep. Een en ander hoeft dus geen probleem te vormen. Wel moet helder gemaakt worden waarvoor wordt gekozen. Anders ontstaat toch de schimmige situatie -zoals rond de uitspraak van het CBB- dat het primaire besluit formeel niet is vernietigd. De voorzitter schorst de zitting voor enkele minuten. De voorzitter heropent de zitting. Hij nodigt de aanwezigen uit te reageren op wat door anderen naar voren is gebracht. Op een aantal punten zijn tegenstrijdige opvattingen geuit. Dhr. Knibbeler constateert dat eigenlijk niemand heeft bepleit om de convergentie van de tarieven nog op korte termijn in de eerste periode daadwerkelijk te realiseren. Dat lijkt praktisch niet uitvoerbaar, zoals DTe in haar consultatienotitie al aangaf. Een belangrijk obstakel lijkt de onmogelijkheid te zijn om op korte termijn individuele tarieven of tariefgroepen tot elkaar te brengen. Essent acht convergentie op middellange of lange termijn een helder en robuust streven, waardoor wellicht ook een helder reguleringsregime ontstaat. In de context van onderhavige reparatie-exercitie lijkt de convergentie een theoretische wens. Essent meent dat zich hierover enige consensus begint a te tekenen. Hij brengt de vraag ter sprake of en zo ja hoe nieuwe tariefbesluiten zouden moeten worden genomen. Essent zal daarop in haar schriftelijke reactie nader ingaan. Haar indruk is dat er ook een vraagstuk ligt rond de tariefbesluiten wanneer DTe niet de systematiek zou gaan volgen die de wet OEPS toelaat voor gedifferentieerde X-factoren. De liggende tariefbesluiten zijn gebaseerd op gedifferentieerde X-factoren. Zou worden gekozen voor een methodiek gebaseerd op een collectieve X-factor, dan ontstaat de vraag hoe moet worden omgegaan met de tariefbesluiten voor 2002 en Hij brengt het methodebesluit ter sprake, dat in randnummer 25 van de consultatienotitie wordt genoemd. Gesuggereerd wordt dat het misschien niet mogelijk is om voor de eerste periode zo'n methodebesluit te nemen. Essent vraagt zich af of dat wel kan. Art 41 lid 4 OEPS lijkt immers voor te schrijven dat zo'n methodebesluit genomen moet gaan worden; DTe lijkt niet van die verplichtring te kunnen afwijken. Dit alles vraagt nadere aandacht. Het vraagt wellicht ook aanpassing van de tijdsplanning die toch wel erg optimistisch lijkt. In de planning is een methodebesluit niet voorzien. Er is slechts één ronde voor de klankbordgroep ingebouwd, en er ligt het voornemen om al op 25 april 2003 een concept X-besluit te nemen. Daargelaten hoe dit alles interfereert met de inwerkingtreding en de verdere behandeling van de wet OEPS, lijkt het niet goed mogelijk om binnen dit ambitieuze tijdsbestek tot een zorgvuldige besluitvorming te komen, zeker wanneer mogelijkheden van convergentie op de langere termijn zullen worden onderzocht. Essent pleit gezien de recente geschiedenis voor uiterste zorgvuldigheid om de doelen te bereiken die in de consultatienotitie zo juist worden geschetst. 8

9 Hij brengt de planning voor het PQRS-project ter sprake. Op zich lijkt het verstandig om met die methodiek proef te draaien. Wel moet worden opgepast met het nemen van daadwerkelijke methodebesluiten. Er is in het PQRS-project wel voorzien in een methodebesluit en bovendien in een definitief X-besluit op 15 augustus Proefdraaien is nuttig, maar opgepast moet worden dat er weer allerlei bezwaren en beroepen worden ingesteld tegen deze besluiten die immers al rechtsgevolgen zouden kunnen gaan sorteren. De vraag is dus wat de status zal zijn van genoemde besluiten wanneer er een jaar wordt proefgedraaid. Zou het niet veel beter zijn om deze besluiten als concept besluiten te zien, die als vorm van droogzwemmen zouden kunnen leiden tot allerlei vormen van data-uitwisseling? De voorzitter bevestigt dat DTe onderkent dat deze kwestie het proces nog complexer zou maken dan het nu al is. Hij begrijpt en onderschrijft de vraag of het gewenste niveau van zorgvuldigheid kan worden gehaald in de voorgestelde planning. Door Eneco is ter zitting echter op voortvarendheid aangedrongen. Hij vraagt de andere netbeheerders hoe DTe moet handelen daar waar het voortvarendheid versus zorgvuldigheid betreft. Dhr. Fennema antwoordt dat de wet OEPS weliswaar in de maak is, maar formeel geen geldend recht betreft. De huidige wetgeving cq. het huidige traject schrijft een beslissing binnen 10 weken voor, en dat is het kader waarbinnen nu moet worden gewerkt. De voorzitter wijst erop dat een bedrijf bij termijnoverschrijding geen rechtsmiddel hoeft in te stellen wanneer het zorgvuldigheid verkiest boven voortvarendheid. Voor een bestuursorgaan is het van belang om dat te weten wanneer zij een afweging moet maken. De termijn van de Algemene wet bestuursrecht staat haaks op het pleidooi van dhr. Knibbeler om in de planning juist meer tijd te nemen. Hij vraagt Eneco wat zij het belangrijkste vindt. Dhr. Fennema antwoordt dat de besluitvorming rond de tarieven in de eerste periode volgens Eneco zo snel mogelijk afgerond dient te worden. Sinds de CBB-uitspraak zijn nu 9 weken verstreken, terwijl de richting van die uitspraak ook daarvoor al enigszins duidelijk was. Er had al heel veel doordacht kunnen zijn, dus Eneco pleit voor voortvarendheid op dit punt. Dhr. Goudswaard ziet tijdens onderhavige voorzichtige bijeenkomst het begin van consensus en enige verschillen. Wanneer dan vervolgens tot 3o april 2003 alleen maar wordt afgewacht zonder betrokken te zijn, dan is er te weinig voortgang om die consensus te bereiken. Het proces zou nader moeten worden gestructureerd om te zoeken naar een vergroting van wat gemeenschappelijk lijkt te worden. Het proces moet niet worden opgeknipt door juridische vereisten. Op het moment dat er consensus is wordt de precieze juridische status van de besluiten al weer iets minder belangrijk. De snelheid van de voortgang is voor ENBU en anderen belangrijk, maar er moet voldoende souplesse zijn om betrokken te blijven en om ongelukjes te voorkomen zoals dhr. Knibbeler die schetste. Dhr. Mikkers concludeert dat ENBU zich aansluit bij het standpunt van Essent, maar met de kanttekening dat zij in de tussentijd bij de besluitvorming betrokken wenst te worden. Dhr. Goudswaard bevestigt dit. Dhr. Corton wijst erop dat het wel degelijk mogelijk is om in een uniform tarief regionale verschillen te verwerken. Binnen een zekere bandbreedte en met 1 of 2 afweegfactoren komt men een heel eind. Er is 9

10 niet een tegenstelling tussen een uniform tarief en het verwerken van regionale verschillen. Een uniform tarief wil niet zeggen dat men in het hele land per se hetzelfde tarief moet hebben. De voorzitter benadrukt dat hier toch een ernstig dilemma ligt. Wanneer men gaat voor een uniform tarief met aandacht voor objectieve regionale verschillen, dan is het voorstelbaar dat men eindigt met bij wijze van spreken 10 uniforme tarieven. Dhr. Corton herhaalt dat de kwestie moet worden omgekeerd. Men moet beginnen met een gelijk tarief, en vervolgens zoeken naar overwegingen van zwaar genoeg gewicht om daarop een bandbreedte toe te laten. Wanneer men vanuit een satelliet naar Nederland zou kijken, dan is het niet goed voorstelbaar dat er verschillende tarieven zouden zijn voor dezelfde soort activiteiten, en zeker niet bij bedrijven van enige omvang met een mix van regionale-, landelijke- of stedelijke activiteiten. Dhr. Fennema wijst erop dat Eneco in Zuid Holland zowel stadsgebieden als regionale gebieden verzorgt. Die gebieden hebben allemaal dezelfde tarieven, en eventuele regionale verschillen die leiden tot verschillende kostenniveaus worden in feite uitgespreid over de klanten. De ene groep klanten subsidieert dus in enige mate de andere groep. Een echt uniform tarief zou voor marktwerking heel goed zijn. Maar het is mogelijk dat sommige netbeheerders klem komen te zitten wegens specifieke omstandigheden. In die situatie is het voorstelbaar dat de tarieven voor die netbeheerders iets hoger worden gemaakt. Vervolgens wordt toch weer een uniform tarief gemaakt met een klein beetje kruissubsidiëring tussen de ene netbeheerder en de andere. Hij benadrukt dat men ideeën niet direct moet verwerpen omdat ze schijnbaar in strijd met elkaar zijn. Mevr. Bröcheler brengt de verschillende systemen van tariefbenchmarking ter sprake. Een belangrijk nadeel van die systemen is dat het heel moeilijk is om de nettarieven in één factor uit te drukken. Wat vergelijkt men precies wanneer men de bedrijven met elkaar gaat vergelijken? Zij vraagt om commentaar. Dhr. Corton herhaalt zijn suggestie dat niet moet worden gekeken naar de verschillende elementen van het tarief, maar naar de rekening die de klant in een bepaald segment krijgt. Daarbij kan een aantal standaardgevallen worden onderscheiden zoals dat vroeger binnen EnergieNed besproken werd. De voorzitter herkent het model Stancalc. Maar de complicatie is dat het tarief vaak per standaardgeval verschilt. Bij vergelijking blijkt dan bijvoorbeeld dat Nuon het voordeligst is op laagspanning en het duurst op middenspanning, terwijl dat bij Eneco omgekeerd ligt. Op die manier eindigt men niet met één X-factor maar met bij wijze van spreken 40 X-factoren omdat een tariefblad uit 40 elementen bestaat. Het is dan moeilijk om praktisch te constateren wat precies het tarief is. Hij herhaalt dat DTe het zeer op prijs stelt om over deze moeilijke kwestie suggesties te vernemen. Hij verzoekt de aanwezige netbeheerders om in hun schriftelijke reacties aan deze kwestie expliciet aandacht te besteden. Dhr. Corton meent dat de verschillende standaardgevallen per netbeheerder kunnen worden gemixt en opgeteld, waardoor een soort groot tarief ontstaat. Mevr. Bröcheler wijst erop dat op die manier geen collectieve X-factor kan worden opgelegd omdat dan eigenlijk toch weer individuele X-factoren per bedrijf ontstaan. Westland heeft een afwijkende klanten portfolio dan Nuon, en zal dus een heel andere X-factor krijgen. Dhr. Corton meent dat de startniveaus per definitie zullen verschillen wanneer wordt gestreefd naar een zoveel mogelijk gelijk tarief. Er zullen dus verschillende X-factoren of andere stappen moeten zijn om bij dat tarief te komen. Sommige bedrijven zullen hun tarieven moeten verhogen, andere bedrijven 10

11 zullen moeten verlagen. In de tweede reguleringsperiode zal er optimistisch gezien- een wet OEPS zijn die dat mogelijk maakt. Dhr. Goudswaard constateert dat de meeste sprekers ter zitting slechts een half verhaal hebben verteld omdat niet duidelijk is of de wet OEPS van kracht wordt. Wanneer binnenkort blijkt hoe het met die wet afloopt, dan kan de andere helft van het verhaal worden uitgewisseld. Dan zal het makkelijker zijn om bepaalde detailleringen aan te brengen. De voorzitter vraagt wat hij precies bedoelt. Is de andere helft van het verhaal de keuze die moet worden gemaakt tussen een individuele of collectieve X-factor? Dhr. Goudswaard antwoordt dat een objectief en rechtvaardig model in de buurt van individuele X-factoren wat minder zwaar zal wegen wanneer duidelijk is hoe het met de wetgeving afloopt. Op zich is dit niet zo n probleem. Wanneer iedereen het eens wordt, dan is men het eens, en dan wordt men het ook wel eens of de oplossing conform de wet is. Hij wijst erop dat er inderdaad zeer verschillende klantmixen zijn en dus ook zeer verschillende tarieven. Dit soort vraagstukken is in kleinere setting en met wat meer tijd toch wel oplosbaar. In termen van de vroegere standaard verbruikssituaties kan een zekere objectiviteit worden bereikt. De voorzitter benadrukt dat het voor DTe van groot belang is dat de uiteindelijke reparatie zich op degelijke wijze verhoudt tot de wet omdat de ambtshalve toetsing van het CBB zoals recent geblekenaltijd een risico vormt. Dhr. Goudswaard wijst erop dat de degelijkheidsgraad van het reguleringsmodel voor de vergunninghouders elektriciteit kennelijk voldoende is. De voorzitter verifieert of iemand nog een opmerking wenst te maken. Wanneer dat niet het geval blijkt kondigt hij het einde van de hoorzitting aan. Hij memoreert het verzoek van velen om de reactietermijn op de consultatienotitie met 14 dagen te verlengen. DTe neemt dit verzoek in beraad en zal binnen anderhalve werkdag uitsluitsel geven. Hij dankt de aanwezigen voor hun komst en inbreng, en sluit de hoorzitting Bijlage 1: pleitnota ENBU, dhr. Goudswaard Bijlage 2: Power Point sheets Continuon, dhr. De Swart Bijlage 3: pleitnota Rendo, mevr. De Rijke 11

Dienst uitvoering en toezicht Energie t.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Postbus BH DEN HAAG. Hoogeveen, 12 februari 2003

Dienst uitvoering en toezicht Energie t.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Postbus BH DEN HAAG. Hoogeveen, 12 februari 2003 Dienst uitvoering en toezicht Energie t.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG Hoogeveen, 12 februari 2003 Onze ref. : DN/SV/ES/ Uw kenmerk : Projectnummer 101496 Inzake Consultatienotitie

Nadere informatie

ONTWERP-METHODEBESLUIT

ONTWERP-METHODEBESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie ONTWERP-METHODEBESLUIT Nummer: 100947- Betreft: Besluit tot vaststelling van de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41, eerste lid, van

Nadere informatie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100595/12 Betreft: Besluit tot (voorlopige) vaststelling van de gereguleerde vastrechtcomponent van de transporttarieven gas voor het jaar 2002 zoals

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101608/ 44, 101627/ 13, 101628/ 12 Besluit van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie op de bezwaren van de Vereniging Nederlandse

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103078_4/20 Betreft zaak: Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 augustus 2008,

Nadere informatie

Aanwezig namens de Raad van Bestuur Nederlandse Mededingingsautoriteit ( de Raad ): - DREV, lid hoorcommissie

Aanwezig namens de Raad van Bestuur Nederlandse Mededingingsautoriteit ( de Raad ): - DREV, lid hoorcommissie VERSLAG VAN DE HOORZITTING, 10 april 2012, 09.30 11.00 uur Zaaknummer: 104007 Inzake: Herstel Methodebesluit NE5R Aanwezig namens de Raad van Bestuur Nederlandse Mededingingsautoriteit ( de Raad ): De

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_5-12 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid

Nadere informatie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. Inleiding en verloop procedure

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. Inleiding en verloop procedure Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100792/ 47 Betreft: Besluit tot wijziging van het besluit van 18 juli 2001 kenmerk 100247/37, waarbij de tarieven zijn vastgesteld die Westland Energie

Nadere informatie

In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe.

In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe. 4. Memo toetsingskader begininkomsten bij huidig wettelijk kader Aanleiding Als voorlopige reactie van ACM op de presentatie van NBNL tijdens de klankbordgroep van 29 juni 2015 stelt ACM ter zake van het

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Openbaar

BESLUIT. Openbaar. Openbaar Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 104043_2/17; 104043_4/18 Betreft zaak: 104043_2 en 104043_4 / besluit op bezwaar tariefbesluit elektriciteit 2012 Besluit van de Raad van Bestuur van de

Nadere informatie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101496/ 65.O191. Tweede herziene besluit op bezwaar tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge

Nadere informatie

Hoofdpuntenverslag. Bijeenkomst met appellanten inzake wijziging methode kostenvoet vreemd vermogen d.d. 21 januari 2016, 15:00-17:00h, te Den Haag

Hoofdpuntenverslag. Bijeenkomst met appellanten inzake wijziging methode kostenvoet vreemd vermogen d.d. 21 januari 2016, 15:00-17:00h, te Den Haag Hoofdpuntenverslag Bijeenkomst met appellanten inzake wijziging methode kostenvoet vreemd vermogen d.d. 21 januari 2016, 15:00-17:00h, te Den Haag Aanwezigen Partij ACM GTS TenneT Netbeheer Nederland Persoon

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: Betreft zaak: 102141_9/3 Besluit tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor de periode

Nadere informatie

Formule Beschrijving parameter Waarde 29 Afschrijvingen 2003 van investeringen na Totale afschrijvingen

Formule Beschrijving parameter Waarde 29 Afschrijvingen 2003 van investeringen na Totale afschrijvingen Nummer: 101155-54 Betreft: Bijlage D bij het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge artikel 41, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nummer 102365_2/8 Betreft zaak:

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101601_1/ 16 101601_2/ 12 101601_3/ 12 Besluit van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie op de bezwaren tegen zijn besluiten van

Nadere informatie

BIJLAGE D BIJ ONTWERP METHODEBESLUIT

BIJLAGE D BIJ ONTWERP METHODEBESLUIT BIJLAGE D BIJ ONTWERP METHODEBESLUIT Nummer: 101732-6 Betreft: Bijlage D bij het ontwerpbesluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: Inzake: UITSPRAAK Het beroepschrift van (belanghebbende) contra De Toetsingscommissie van sportbond) De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen

Nadere informatie

Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a.

Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. De raden van de gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a.; OVERWEGENDE:

Nadere informatie

Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE Inleiding

Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE Inleiding 1 Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE03.068 1. Inleiding Op grond van de Algemene wet bestuursrecht is het mogelijk om tegen besluiten van Gedeputeerde Staten bezwaar

Nadere informatie

2) De schriftelijke zienswijze van Liander ter zake van de vergoeding voor de kosten van lokale heffingen bestaat uit de volgende onderdelen:

2) De schriftelijke zienswijze van Liander ter zake van de vergoeding voor de kosten van lokale heffingen bestaat uit de volgende onderdelen: BIJLAGE 1 Arnhem, 6 april 2011 SCHRIFTELIJKE ZIENSWIJZE VAN LIANDER N.V. OP HET ONTWERP BESLUIT (kenmerk 103606) VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE NEDERLANDSE MEDEDINGINGSAUTORITEIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL

Nadere informatie

REG2017 Wijziging berekening inkoopkosten energie GTS en TenneT

REG2017 Wijziging berekening inkoopkosten energie GTS en TenneT Notitie Aan Klankbordgroep REG2017 Datum 23 september 2015 Onderwerp REG2017 Wijziging berekening inkoopkosten energie GTS en TenneT 1 Inleiding Deze notitie dient ter voorbereiding op het onderwerp inkoopkosten

Nadere informatie

Ontwerpbesluiten wijziging TarievenCode. - Energiekamer, lid hoorcommissie. De heer Schepens

Ontwerpbesluiten wijziging TarievenCode. - Energiekamer, lid hoorcommissie. De heer Schepens 102490 Ontwerpbesluiten wijziging TarievenCode Mevrouw Huussen Mevrouw De Boer De heer De Groot De heer Sari - Energiekamer, voorzitter - Energiekamer, lid hoorcommissie - Energiekamer, lid hoorcommissie

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102220_3/27 Betreft zaak: zaak 102220 Pawex Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van de Vereniging

Nadere informatie

De bezwaren van RENDO worden in deze beslissing op bezwaar ongegrond verklaard. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.

De bezwaren van RENDO worden in deze beslissing op bezwaar ongegrond verklaard. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2017/204470_OV Zaaknummer: 13.1086.52.1.01 Datum : 26 juli 2017 Beslissing van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) op het bezwaarschrift van N.V. RENDO (hierna: RENDO)

Nadere informatie

Klankbordgroep NE4R/TenneT-4 (Vierde reguleringsperiode regionale netbeheerders elektriciteit en landelijk netbeheer elektriciteit)

Klankbordgroep NE4R/TenneT-4 (Vierde reguleringsperiode regionale netbeheerders elektriciteit en landelijk netbeheer elektriciteit) Klankbordgroep NE4R/TenneT-4 (Vierde reguleringsperiode regionale netbeheerders elektriciteit en landelijk netbeheer elektriciteit) Hoofdpuntenverslag van vergadering op 11 januari 2011, 11-14 uur, NMa,

Nadere informatie

BIJLAGE C BIJ BESLUIT

BIJLAGE C BIJ BESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BIJLAGE C BIJ BESLUIT Nummer: 100947-183 Betreft: Behandeling inhoudelijke punten wettelijk overleg bij het besluit tot vaststelling van de methode tot vaststelling

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014. Rapportnummer: 2014/004

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014. Rapportnummer: 2014/004 Rapport Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014 Rapportnummer: 2014/004 2 De klacht Verzoekers klagen over de manier waarop de gemeente Wierden is omgegaan met hun

Nadere informatie

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader vertrouwelijk Ons kenmerk: 104412_1/39; 104412_2/28; 104413_1/40 Zaaknummer: 104412_1, 104412_2 en 104413_1 Datum: Wijziging van het besluit van de Autoriteit Consument en Markt op de bezwaren van TenneT

Nadere informatie

De papieren waarheid Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam

De papieren waarheid Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam Rapport Gemeentelijke Ombudsman De papieren waarheid Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 12 juni 2008 RA0825326 Samenvatting Een man ontvangt begin 2007 - anders dan in voorgaande jaren - geen aanslag

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102497/24 Betreft zaak: Besluit tot geschilbeslechting inzake CLD (van Wijnen) vs. Continuon Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT

BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT Nummer: 1001155-44 Betreft: Bijlage E bij het besluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van de doelmatige

Nadere informatie

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. H. Th. Van der Meer, W. Dulfer-Visser, S.Y.

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. H. Th. Van der Meer, W. Dulfer-Visser, S.Y. Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. H. Th. Van der Meer, W. Dulfer-Visser, S.Y. Kuurstra) Uitspraaknr. 05.013 Datum: 13 juli 2005 Onjuist en onzorgvuldig

Nadere informatie

Behandeling bezwaarschrift Gemeente Zaanstad, Dienst Stadsbedrijven

Behandeling bezwaarschrift Gemeente Zaanstad, Dienst Stadsbedrijven Rapport Gemeentelijke Ombudsman Behandeling bezwaarschrift Gemeente Zaanstad, Dienst Stadsbedrijven 17 juli 2003 RA0307953 Samenvatting Verzoekers dienen in mei 2001 een bezwaarschrift in tegen twee door

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103215/51 Betreft zaak: Besluit op bezwaar inzake geschil Waterschap Velt en Vecht vs. N.V. Rendo Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_9-5 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van

Nadere informatie

GEMEENTE NUTH Raad: 7 februari 2012 Agendapunt: RTG: 24 januari 2012

GEMEENTE NUTH Raad: 7 februari 2012 Agendapunt: RTG: 24 januari 2012 Reg.nr: FLO/2011/18042 Pagina 1 van 5 GEMEENTE NUTH Raad: 7 februari 2012 Agendapunt: RTG: 24 januari 2012 AAN DE RAAD Onderwerp: Uitwerking opties realisatie tweede hockeyveld Kollenberg Nuth 1. Samenvatting

Nadere informatie

Informele verslaglegging KBG 1 MB GTS

Informele verslaglegging KBG 1 MB GTS Informele verslaglegging KBG 1 MB GTS Tijdens de klankbordgroep (=KBG) van 22 januari 2008 waren aanwezig: Mira Huussen NMa/DTe Samuel Pronk NMa/DTe Ariane Kruijtzer NMa/DTe Marleen Holtslag Dorien Bennink

Nadere informatie

Beleidsregel Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders

Beleidsregel Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders Beleidsregel Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders Den Haag, maart 2005 Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 1 van 11 PROJECTNAAM: REDELIJKE OPZEGVERGOEDINGEN (ROVER) PROJECTNUMMER: 101948-30

Nadere informatie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van NuonNet i.o.

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van NuonNet i.o. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100576/16 Betreft: Besluit tot het vaststellen van de aansluittarieven en de transporttarieven voor het jaar 2002 van NuonNet i.o. Besluit van de directeur

Nadere informatie

tegen een besluit Adressen en telefoonnummers Bezoekadres Gemeentekantoor Oranjeplein 1, Pijnacker Postadres Postbus 1, 2640 AA Pijnacker

tegen een besluit Adressen en telefoonnummers Bezoekadres Gemeentekantoor Oranjeplein 1, Pijnacker Postadres Postbus 1, 2640 AA Pijnacker Adressen en telefoonnummers Bezoekadres Gemeentekantoor Oranjeplein 1, Pijnacker Postadres Postbus 1, 2640 AA Pijnacker Telefoon 015-362 62 62 Uitgave gemeente Pijnacker-Nootdorp, november 2007 Bezwaar

Nadere informatie

namens N.V. Continuon Netbeheer ( Continuon )

namens N.V. Continuon Netbeheer ( Continuon ) VERSLAG VAN DE HOORZITTING, 6 april 2006, 14.30 15.40 uur Zaaknr: Inzake: Ontwerp-methodebesluit ter bepaling van de X-factor en de rekenvolumina voor TenneT voor de derde reguleringsperiode. Aanwezig

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

Rapport. Inzake een klacht over de minister van Defensie uit Den Haag. Datum: 18 augustus Rapportnummer: 2011/248

Rapport. Inzake een klacht over de minister van Defensie uit Den Haag. Datum: 18 augustus Rapportnummer: 2011/248 Rapport Inzake een klacht over de minister van Defensie uit Den Haag. Datum: 18 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat: Haar klacht, dat de minister van Defensie standaard

Nadere informatie

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Advies nummer 8 's-gravenhage, 16 oktober 1996 ROP-advies nr. 8, blad 2 Commentaar gericht aan de

Nadere informatie

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep September 2002 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Welk recht is van toepassing Hoofdstuk 2 Vergoedingscriterium en te vergoeden kosten 2.1 Vergoedingscriterium 2.2 Besluit proceskosten bestuursrecht 2.3

Nadere informatie

Klankbordgroep REG2017 grootste (mogelijke) wijzigingen t.o.v. ontwerpmethodebesluiten. 15 augustus 2016

Klankbordgroep REG2017 grootste (mogelijke) wijzigingen t.o.v. ontwerpmethodebesluiten. 15 augustus 2016 Klankbordgroep REG2017 grootste (mogelijke) wijzigingen t.o.v. ontwerpmethodebesluiten 15 augustus 2016 Agenda voor vandaag 1. Opening 13:00-13:10 2. Proces 13:10-13:20 3. WACC inflatievergoeding 13:20-14:00

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de ambtelijk voorzitter van het Dorpsplatform Sint Pancras en Koedijk niet heeft ingegrepen toen tijdens de

Nadere informatie

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Hertaxatie door niet-onafhankelijke tweede taxateur.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Hertaxatie door niet-onafhankelijke tweede taxateur. Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Hertaxatie door niet-onafhankelijke tweede taxateur. Klager heeft i.v.m. een financiering, aan beklaagde gevraagd zijn woning te taxeren. Klager verwijt beklaagde dat zijn

Nadere informatie

De Nationale ombudsman formuleerde de te onderzoeken gedraging als volgt:

De Nationale ombudsman formuleerde de te onderzoeken gedraging als volgt: Rapport 2 h2>klacht Dit rapport is het resultaat van een onderzoek uit eigen beweging op grond van artikel 9:26 van de Algemene wet bestuursrecht. Het onderzoek werd ingesteld op 20 september 2007 op basis

Nadere informatie

Rapport. Datum: 17 februari 2011. Rapportnummer: 2011/055

Rapport. Datum: 17 februari 2011. Rapportnummer: 2011/055 Rapport Rapport betreffende een klacht over het Ministerie van Economische Zaken te Den Haag (thans vallend onder de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie). Datum: 17 februari 2011 Rapportnummer:

Nadere informatie

Terugvorderingsbesluit Sociale Dienst Amsterdam, afdeling Handhaving Concernafdeling Juridische Zaken, afdeling Bezwaar

Terugvorderingsbesluit Sociale Dienst Amsterdam, afdeling Handhaving Concernafdeling Juridische Zaken, afdeling Bezwaar Rapport Gemeentelijke Ombudsman Terugvorderingsbesluit Sociale Dienst Amsterdam, afdeling Handhaving Concernafdeling Juridische Zaken, afdeling Bezwaar 24 december 2004 RA0409893 Samenvatting Verzoeker

Nadere informatie

Mogelijkheid tot indienen zienswijze is geen rechtsbescherming

Mogelijkheid tot indienen zienswijze is geen rechtsbescherming Zienswijze en UOV Mogelijkheid tot indienen zienswijze is geen rechtsbescherming Ondanks het feit dat het indienen van een zienswijze niet gerekend kan worden tot de vormen van rechtsbescherming in het

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

"Ik woon nu bijna 3 jaar in Wassenaar en ben zeer verbolgen over de wijze waarop u met uw burgers omgaat:

Ik woon nu bijna 3 jaar in Wassenaar en ben zeer verbolgen over de wijze waarop u met uw burgers omgaat: Rapport 2 h2>klacht De heer N. klaagt er over dat het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar, ondanks zijn herhaalde verzoeken daartoe, nog niet heeft beslist op zijn bezwaarschrift van 6

Nadere informatie

Bijeenkomst Klankbordgroep herstel methodebesluiten ACM 18 december 2018

Bijeenkomst Klankbordgroep herstel methodebesluiten ACM 18 december 2018 Bijeenkomst Klankbordgroep herstel methodebesluiten 2017-2021 ACM 18 december 2018 Agenda Welkom en proces update Frontier shift Pauze Inkoopkosten energie en vermogen Rondvraag en afsluiting 2 Frontier

Nadere informatie

Dakkapel kan wél Gemeente Diemen

Dakkapel kan wél Gemeente Diemen Rapport Gemeentelijke Ombudsman Dakkapel kan wél Gemeente Diemen 23 oktober 2009 RA0943372 Samenvatting Een inwoner van Diemen en twee buren vragen een bouwvergunning aan voor een dakkapel met loggia.

Nadere informatie

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015 Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015 inzake klager tegen Stichting Nijestee, gevestigd te Groningen verweerder Partijen worden hierna aangeduid als klager en Nijestee. Verloop van de procedure

Nadere informatie

!"#$%&""#%'(#)* Klachtenreglement

!#$%&#%'(#)* Klachtenreglement Klachtenreglement Algemeen Het doel van behandeling van klachten is in de allereerste plaats herstel van de verhoudingen tussen de klager en de organisatie. Het vastleggen en volgen van een procedure om

Nadere informatie

Consultatiedocument Meetgroep Netbeheerders Elektriciteit. Den Haag, november 2005

Consultatiedocument Meetgroep Netbeheerders Elektriciteit. Den Haag, november 2005 Consultatiedocument Meetgroep Netbeheerders Elektriciteit Den Haag, november 2005 PROJECTNAAM: CONSULTATIEDOCUMENT MEETGROEP NETBEHEERDERS ELEKTRICITEIT PROJECTNUMMER: 101984 NEDERLANDSE MEDEDINGINGSAUTORITEIT

Nadere informatie

Werkinstructie Ombudscommissie Eindhoven November 2016

Werkinstructie Ombudscommissie Eindhoven November 2016 Werkinstructie Ombudscommissie Eindhoven November 2016 Uitgangspunt In deze werkinstructie wordt uiteengezet op welke wijze de Ombudscommissie haar werkzaamheden zal invullen en uitvoeren. Het uitgangspunt

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen Initiatiefvoorstel klankbordgroepen Inleiding In Langedijk lopen momenteel een aantal grote, ingrijpende projecten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van door de gemeente ingestelde klankbordgroepen. Daarnaast

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 09-03 Datum : 22 juli 2009 Partijen : de (zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de raad van bestuur, mevrouw (naam), hierna aangeduid

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 82, eerste lid, jo. artikel 82, vierde lid, van de Gaswet. Nummer

Nadere informatie

KLACHTAFHANDELING BIJ AANBESTEDEN. 10-6-2014 Corsanummer: 14.038637

KLACHTAFHANDELING BIJ AANBESTEDEN. 10-6-2014 Corsanummer: 14.038637 KLACHTAFHANDELING BIJ AANBESTEDEN Standaard voor klachtafhandeling I. Inleiding Waarom een standaard voor klachtafhandeling bij aanbestedingen? In het kader van een aanbestedingsprocedure kan het voorkomen

Nadere informatie

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

VERLOOP VAN DE PROCEDURE SAMENVATTING 105535 - Klacht over doubleren, over informatieverstrekking aan Raad voor de Kinderbescherming en het (niet) beantwoorden van brieven; PO Een vader klaagt erover dat de school heeft besloten

Nadere informatie

Algemeen Juridisch Kader voor Actieve Openbaarmaking. Inleiding

Algemeen Juridisch Kader voor Actieve Openbaarmaking. Inleiding Contactpersoon Algemeen Juridisch Kader voor Actieve Openbaarmaking Inleiding In het verbeterplan NVWA is het projectplan Naar een toekomstbestendige afhandeling van actieve en passieve openbarmaking door

Nadere informatie

Rapport. Datum: 19 januari 2001 Rapportnummer: 2001/016

Rapport. Datum: 19 januari 2001 Rapportnummer: 2001/016 Rapport Datum: 19 januari 2001 Rapportnummer: 2001/016 2 Klacht Op 27 juli 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer E. te Vlissingen, met een klacht over een gedraging van Cadans

Nadere informatie

U rekent zich rijk Gemeente Amsterdam Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam

U rekent zich rijk Gemeente Amsterdam Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam Rapport Gemeentelijke Ombudsman U rekent zich rijk Gemeente Amsterdam Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 18 december 2009 RA0945988 Samenvatting Aan een bedrijf wordt een voorlopige aanslag Verontreinigingsheffing

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Versie mei Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Bezwaar en Beroep

Versie mei Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Bezwaar en Beroep Versie 1.0 13 mei 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding Tegen een aantal officiële besluiten van het Bureau Jeugdzorg, waaronder het Indicatiebesluit, kunt u officieel bezwaar maken. De manier waarop

Nadere informatie

Klankbordgroep REG2017

Klankbordgroep REG2017 Klankbordgroep REG2017 Methode van regulering voor netbeheerder op zee 7 april 2016 13:00 16:00 uur Agenda voor vandaag 1. Opening 2. Proces & Planning 3. Samenvatting juridisch kader in E-wet 4. Methode

Nadere informatie

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer : RAPPORT Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer : 14.1.001 Klacht Verzoekers stellen dat zij als direct-belanghebbenden door de gemeente niet zijn betrokken

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293 Rapport Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie hem in de beschikking van 25 februari 2004 op zijn bezwaarschrift

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Centrales van Overheidspersoneel, toegelaten tot het Sectoroverleg Rijkspersoneel De Voorzitter van het Sectoroverleg Rijkspersoneel Bijlagen 1 AAC/92.064

Nadere informatie

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1 Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1 Beslissing van het LOWI van 24 november 2015 ten aanzien van de klacht van A, bij het LOWI ingediend op 22 april 2015 betreffende de verzoekschriftenprocedure

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

Klachtenregeling bij aanbestedingen gemeente Steenwijkerland. Versie 2018

Klachtenregeling bij aanbestedingen gemeente Steenwijkerland. Versie 2018 Klachtenregeling bij aanbestedingen gemeente Steenwijkerland Versie 2018 Klachtenregeling bij aanbestedingen Inleiding Waarom een klachtenregeling bij aanbestedingen? Bij het uitvoeren van aanbestedingsprocedure

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer Dossiernummer 32-2009 OORDEEL Verzoeker de heer E. namens mevrouw O. te Almelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Nadere informatie

College voor geschillen medezeggenschap defensie

College voor geschillen medezeggenschap defensie ADVIES Dossiernr: Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: de Commandant Maritieme

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 102612_9 / 1 Betreft zaak: Besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm en van het rekenvolume

Nadere informatie

Bijlage 2: Overzicht in te trekken bezwaren en beroepen

Bijlage 2: Overzicht in te trekken bezwaren en beroepen Bijlage 2: Overzicht in te trekken bezwaren en beroepen Splitsingsbesluiten In bezwaar 100224/12 Eneco Edelnet Delfland 100225/19 N.V. Eneco/ Eneco Energiehandelsbedrijf Eneco Netbeheer. 100232/13 Eneco

Nadere informatie

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2013 onder nummer

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2013 onder nummer Dossiernummer 2013 036 RAPPORT Verzoekster Mevrouw Y.K. te Hengelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2013 onder nummer 2013 036.

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Van de hoorzitting is een verslag opgemaakt, dat op 10 juni 2009 aan partijen is toegezonden.

BESLUIT. 4. Van de hoorzitting is een verslag opgemaakt, dat op 10 juni 2009 aan partijen is toegezonden. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103190/26 Betreft zaak: Geschil Windpark Neeltje Jans B.V. / Delta Netwerkbedrijf B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/207110 Zaaknummer: 15.0655.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. 1 Inleiding 1. Met dit besluit

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond. Rapport Een onderzoek naar de beslissing van de directeur Belastingen van de Belastingdienst op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Aanlegkosten aansluiting energievoorziening Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling

Aanlegkosten aansluiting energievoorziening Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Rapport Gemeentelijke Ombudsman Aanlegkosten aansluiting energievoorziening Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling 20 mei 2010 RA0940397 Samenvatting Een vrouw is als ondernemer bezig met de bouw

Nadere informatie

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 41c, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998. Nummer: 102370_11/8

Nadere informatie

Een onderzoek naar (het gebruik van geluidsopnamen in) de klachtbehandeling door de regionale eenheid van politie Oost-Nederland.

Een onderzoek naar (het gebruik van geluidsopnamen in) de klachtbehandeling door de regionale eenheid van politie Oost-Nederland. Rapport Een onderzoek naar (het gebruik van geluidsopnamen in) de klachtbehandeling door de regionale eenheid van politie Oost-Nederland. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman

Nadere informatie

BIJEENKOMST JONGERENCENTRUM

BIJEENKOMST JONGERENCENTRUM BIJEENKOMST JONGERENCENTRUM Betreft: Bijeenkomst Jongerenraad, Gruitpoort en gemeente: notulen Datum: 7 december 2011 Status: Definitief Verslag: Mark Waaijenberg & Natascha Walenberg (B&A) Toelichting

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102695_2/17 Betreft zaak: Bezwaar tariefbesluit 2007 Delta Netwerkbedrijf B.V. Besluit op bezwaar van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198 Rapport Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december 2013 Rapportnummer: 2013/198 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat zij op 22 mei 2013

Nadere informatie

Ref: B13.32 Betreft: Eumedion-reactie op NBA Consultatiedocument onafhankelijkheid en VGBA

Ref: B13.32 Betreft: Eumedion-reactie op NBA Consultatiedocument onafhankelijkheid en VGBA Aan de Nederlandse beroepsorganisatie van Accountants (NBA) Drs. H. Wieleman RA, voorzitter Postbus 7984 1008 AD Amsterdam Den Haag, 30 augustus 2013 Ref: B13.32 Betreft: Eumedion-reactie op NBA Consultatiedocument

Nadere informatie

Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC

Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC Notitie WACC Onderwerp Bijlagen Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC Aanleiding Op 28 september

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Toekomst Promen Te besluiten om Het college van B&W besluit de volgende, in gezamenlijkheid tot stand gekomen, uitgangspunten en vragen te hanteren voor de toekomst van Promen

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368 Rapport Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens Datum: 29 december 2011 Rapportnummer: 2011/368 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College bescherming persoonsgegevens

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad 1 gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Raadsnummer O4.RZOP8.OOZ Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad Samenvatting Door GroenLinks is in een motie aan de deelnemers van de debattraining

Nadere informatie