Hoofdpuntenverslag. Bijeenkomst met appellanten inzake wijziging methode kostenvoet vreemd vermogen d.d. 21 januari 2016, 15:00-17:00h, te Den Haag

Transcriptie

1 Hoofdpuntenverslag Bijeenkomst met appellanten inzake wijziging methode kostenvoet vreemd vermogen d.d. 21 januari 2016, 15:00-17:00h, te Den Haag Aanwezigen Partij ACM GTS TenneT Netbeheer Nederland Persoon Dhr. Koel Mw. Bouwens Dhr. de Haan Dhr. Spee Dhr. Jonk Mw. Schotanus Mw. Gremmen Dhr. Oskam (Netbeheer Nederland) Dhr. Duisenberg (Stedin) Dhr. Hooykaas (Alliander) Mw. Verreth (Enexis) Agenda 1. Opening 2. Trapjesmodel 3. Afsluiting 1. Opening ACM licht het doel van de bespreking toe. CBb heeft in haar tussenuitspraak van 12 januari ACM opgedragen om binnen één maand in overleg met appellanten de kostenvoet vreemd vermogen opnieuw te bepalen, waarbij het trapjesmodel als uitgangspunt dient te worden genomen. Dit is een formele bijeenkomst. Van de bespreking maakt ACM een verslag. ACM stuurt het verslag zo spoedig mogelijk rond. ACM zal het verslag ook publiceren op internet. ACM verzoekt de appellanten om aan te geven wanneer zij besproken of aangeleverde zaken vertrouwelijk achten. Doel van de bespreking is om duidelijkheid over het trapjesmodel te krijgen. ACM heeft partijen op 14 januari uitgenodigd voor deze bijeenkomst en gevraagd om informatie ten aanzien van het trapjesmodel (zoals onderliggende excelbestanden) zo snel mogelijk, maar in ieder geval voorafgaand aan de bespreking, te delen. Appellanten hebben op 19 januari een notitie opgestuurd met de uitgangspunten van het trapjesmodel. Appellanten vragen naar de interne planning. ACM licht toe dat 5 februari de stukken moeten worden aangeleverd bij het bestuur.

2 2. Trapjesmodel Uitgangspunten. ACM vraagt of appellanten menen dat op deze manier (met het trappetjesmodel) voldoende rekening wordt gehouden met bestaande leningen. Appellanten bevestigen dit voor de reguleringsperiode ACM vraagt appellanten vervolgens om een toelichting op het trappetjesmodel. Er wordt uitgelegd dat het doel is om rekening te houden met lange termijn financiering binnen de methode van regulering. Dat past beter bij de situatie van de netbeheerders en dit leidt ook tot een robuuste en stabiele WACC. Ex-tunc versus ex-nunc. ACM merkt op dat in de notitie van Netbeheer Nederland opgemerkt is dat ten tijde van het methodebesluit de gegevens tot en met begin 2013 bekend waren. ACM vraagt of dat een bewuste keuze is, zou niet moeten worden uitgegaan van de data die nu bekend zijn? Appellanten geven aan dat de WACC normatief is, waarom zou je dan nog een schatting maken? ACM verwijst naar het GTS besluit voor de WACC over de periode Bestuursrechtelijk is het uitgangspunt om ex nunc gegevens op te nemen. Appellanten merken op dat de peildatum van de gegevens niet in geschil is. Daarnaast merken appellanten op dat één jaar vooruit schatten anders is dan drie jaar vooruit schatten en dat dit ook zou betekenen dat er bij het ex-nunc schatten voor 2016 een nieuwe methode van schatten bepaald moet worden. Brongegevens. ACM geeft aan dat de gegevens uit de notitie van Netbeheer Nederland niet overeenkomen met de brongegevens van ACM. Bovendien komen beide gegevens niet overeen met de data van Brattle. Appellanten geven aan dat het belangrijkste is dat er één bron consistent gebruikt wordt. ACM en appellanten spreken af om voor dit besluit de gegevens van Brattle te gebruiken. Parameters. ACM vraagt of het trappetjesmodel alleen ziet op de bepaling van de risicovrije rente voor de kostenvoet vreemd vermogen. Appellanten geven aan dat het doel is om rekening te houden met bestaande leningen, dan is ook de renteopslag relevant. De risicovrije rente is steeds illustratief gebruikt. GTS beschikt over de brondata van de rentopslag. Aanpassen begininkomsten. ACM merkt op dat de notitie van Netbeheer Nederland ziet op het jaar ACM vraagt of het een bewuste keuze is geweest om 2013 niet op te nemen. Appellanten vragen waarom dat relevant is. ACM licht toe dat zij in het primo besluit en in de beroepsprocedure steeds de relatie heeft gelegd met het kader om te toetsen of de begininkomsten moeten worden aangepast. Dat zou nu anders moeten. Appellanten geven aan dat dit een interpretatie is van ACM en dat dit betekent dat ACM het besluit openbreekt. ACM geen aan dat in het primo besluit is opgenomen dat ACM rekening houdt met de bestaande leningen door in de efficiënte kosten 2013 (voor de toets om de begininkomsten aan te passen) de oude WACC te gebruiken. Het CBb heeft geoordeeld dat dat geen goede methode is. ACM is van mening dat het gelet op die uitspraak dan ook nodig is om de efficiënte kosten 2013 met het trappetjesmodel te bepalen.

3 Nieuwe investeringen. ACM vraagt naar de link met het budget voor reguliere uitbreidingsinvesteringen en RCR-investeringen. Daar worden inkomsten gegeven voor nieuwe investeringen, past daar dan ook een WACC bij die rekening houdt met bestaande leningen of zou een WACC gebruikt moeten worden die alleen ziet op nieuwe leningen? Appellanten geven in een eerste reactie aan dat deze relatie niet 1-op-1 te trekken is. 3. Afsluiting De volgende afspraken zijn gemaakt: Appellanten vragen juridisch advies over de ex-nunc / ex-tunc discussie. Netbeheer Nederland coördineert dit en levert zo snel mogelijk maar uiterlijk 27 januari 12:00 uur een stuk aan. ACM vraagt Brattle naar welke brongegevens gebruikt zijn voor de Duitse staatsobligaties. GTS verstrekt ACM de brondata ten aanzien van de renteopslag. ACM zal een (indicatieve) kwantificatie geven van het toepassen van de gewijzigde WACC in de toets om de begininkomsten aan te passen. Appellanten geven een reactie op de punten aanpassen beginkomsten en nieuwe investeringen. Netbeheer Nederland coördineert dit en levert zo snel mogelijk maar uiterlijk 27 januari 12:00 uur een stuk aan. Er is een volgende bijeenkomst gepland op 3 februari van 13:30 15:30 bij ACM.

4 Reactie op hoofdpuntenverslag van appellanten Algemeen We waren voorafgaand aan de meeting er van uitgegaan dat de meeting vooral in het teken zou staan van het beantwoorden van inhoudelijke vragen over de notitie van 19 januari, inzake de systematiek van het trappetjesmodel. De meeting bleek naar onze mening echter hoofdzakelijk in het teken te staan van de specifieke onderwerpen 1) Ex tunc vs. ex nunc, 2) Aanpassen Begininkomsten, en 3) de link met het budget voor reguliere uitbreidingsinvesteringen en RCRinvesteringen, waarvoor ACM haar voornemens voor aanpassing aan gaf. Wij werden daarmee verrast en waren daarop niet voorbereid. Daardoor konden deze onderwerpen evenmin met de afwezige appellanten zorgvuldig worden voorbereid. Onze spontane inhoudelijke reactie moet dan ook als voorlopig worden bezien. We willen dus opmerken dat de appellanten het (achteraf) betreuren dat er geen agenda noch stukken van de ACM vooraf beschikbaar waren, waardoor zorgvuldige voorbereiding met alle appellanten niet mogelijk was. Wij hopen dat we daar voor de volgende keer een oplossing voor kunnen vinden. Inhoudelijk hadden we namens de appellanten nog de volgende reactiepunten op het verslag: Ad 1 Opening: 5e bullet: Appellanten hebben op 19 januari een notitie opgestuurd met de technische uitwerking van het trapjesmodel en de berekening van uitkomsten die zijn vermeld tijdens de zitting van het CBb. Het doel van de bespreking is te eng geformuleerd. Er staat nu in bullet point 4 dat het doel van de bespreking is om duidelijkheid over het trapjesmodel te krijgen. Het doel van de bespreking bleek ons inziens het overleg te voeren met appellanten over hoe ACM invulling gaat geven aan de opdracht van het CBb in de tweede tussenuitspraak. Dit overleg gaat verder dan alleen duidelijkheid krijgen over het trapjesmodel. Uit hetgene wat is besproken blijkt dat ook. In aanvulling op onderdeel 1 zouden we nog een bullet point willen toevoegen waarin staat dat ACM voor deze bespreking geen agenda en stukken heeft rondgestuurd. Met die toevoeging wordt het proces voorafgaand aan de meeting volledig en juist beschreven. Ad. 2 Onderdeel 'uitgangspunten' In het verslag staat dat appellanten bevestigen dat met het trappetjesmodel voldoende rekening wordt gehouden met bestaande leningen. Gezegd dient te worden dat appellanten deze bevestiging hebben gegeven zonder weet te hebben van de voornemens van ACM om andere onderdelen van het methodebesluit te herzien; gedoeld wordt op het 'aanpassen van de begininkomsten'.

5 Ad 2 ex tunc vs ex nunc.: Appellanten geven aan dat de WACC normatief is, waarom zou je dan nog een schatting maken? ACM verwijst naar het GTS besluit voor de WACC over de periode Bestuursrechtelijk is het uitgangspunt om ex nunc gegevens op te nemen. Appellanten merken op dat de peildatum van de gegevens niet in geschil is. Daarnaast merken appellanten op dat één jaar vooruit schatten anders is dan drie jaar vooruit schatten en dat dit ook zou betekenen dat er bij het ex-nunc schatten voor 2016 een nieuwe methode van schatten bepaald moet worden. Appellanten zullen op de door ACM voorgenomen insteek terugkomen (zie afspraken). Appellanten merken op dat de peildatum van de gegevens niet in geschil is moet zijn Appellanten merken op dat de schatter voor nieuwe leningen, en daarmee de peildatum van deze schatter, niet in geschil is. Ad 2 brongegevens: Volgens de appellanten hebben we afgesproken dat de Duitse & Nederlandse gegevens van Brattle gevraagd zullen worden én dat aan Brattle de bron van de Duitse & Nederlandse gegevens gevraagd zal worden. De appellanten zijn van mening dat er overstemming moet zijn over één bron met ondere andere als voorwaarde dat die ook naar toekomstige perioden beschikbaar en consistent is. Vervolgens hebben we, volgens appellanten, besloten de meest geschikte bron te kiezen nadat bekend is welke bron Brattle gebruikt heeft. Ad 2 parameters Appellanten geven aan dat de systematiek van het trappetjesmodel als doel heeft om invulling te geven aan de lange termijn aspecten van financiering. Wat betreft leningen is ook de renteopslag relevant. De risicovrije rente in de notitie van 19 januari is gebruikt om de systematiek van het trappetjesmodel toe te lichten. GTS beschikt over de brondata van de rentopslag, verkregen van Brattle. Ad. 2 Aanpassen begininkomsten Appellanten geven als eerste reactie aan dat het aanpassen van de begininkomsten veel verder strekt dan de opdracht uit de tussenuitspraak van het CBb. Appellanten zullen op de door ACM voorgenomen insteek terugkomen (zie afspraken). Ad 3 Afsluiting ACM zal een (indicatieve) kwantificering geven van het toepassen van de gewijzigde WACC in de toets om de begininkomsten aan te passen. Hier mist: ACM zal deze kwantificering begin volgende week aan de appellanten verstrekken. ACM zal begin volgende week komen met berekeningen die zien op de wijziging van de vreemd vermogen component in de WACC met de trapjes systematiek.