TALENTBEPALENDE FACTOREN BIJ

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TALENTBEPALENDE FACTOREN BIJ"

Transcriptie

1 Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar TALENTBEPALENDE FACTOREN BIJ BELOFTEVOLLE VECHTSPORTERS Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad Master in de Lichamelijke Opvoeding en de Bewegingswetenschappen Door: Promotor: Begeleider: Maes Ilse Mensaert Charlotte Prof. Dr. M. Lenoir Johan Pion

2 Voorwoord Eerst en vooral zouden we graag Johan Pion bedanken die ons doorheen het volledige proces heeft begeleid en gesteund. Daarnaast zouden we ook Dr. Prof. M. Lenoir een woord van dank willen geven om ons de kans te geven binnen onze eigen sporttakken een onderzoek te laten lopen en dit tot een goed einde te brengen. Ten tweede zouden we ook een woord van dank willen richten naar alle testbegeleiders die ons hebben geholpen op onze testdagen. Zonder hen kon de nodige data nooit worden verzameld. Ook tijdens het verwerken van de data konden we op hun hulp rekenen, waarvoor dank. Ten derde willen we uiteraard ook een woord van dank geven aan de Vlaamse Taekwondo Bond (VTB), de Vlaamse Judo Federatie (VJF) en de Vlaamse Karate Federatie (VKF) om ons de mogelijkheid te geven met de elitesporters samen te werken. Binnen taekwondo zouden we graag in het bijzonder Laurence Rase bedanken die ervoor gezorgd heeft dat er een grote opkomst was op de testdagen van taekwondo. Binnen judo zouden we graag Michiel Hoste bedanken die ervoor gezorgd heeft dat we de elite judoka s konden testen op hun winterstage. Binnen karate zouden we graag de karateclub Teku Kan, meerbepaald Dirk de Mits, bedanken die zijn clubleden ter beschikking heeft gesteld voor onze tests en Katrien Bogaert die ons de mogelijkheid heeft gegeven om de leden van de nationale ploeg te testen. Tot slot zouden we onze familie nog willen bedanken die ons op elk moment de nodige steun bood en ons de drive gaf om door te blijven gaan tot dit mooie resultaat. II

3 Samenvatting In de literatuur is er reeds veel onderzoek verricht naar het verschil tussen elites en niet-elites. Analyse van deze literatuur heeft geleid tot de samenstelling van een generieke testbatterij die werd afgenomen bij de clubleden (n = 215) en de topsportschool (TSS) (n = 92) met de bedoeling om talent te detecteren en talentkenmerken toe te schrijven aan een specifieke sport. In dit onderzoek worden de vechtsporten toegelicht. Enerzijds wordt nagegaan welke van de generieke tests verschillend zijn voor Judo, Taekwondo en Karate met de bedoeling om de betere generieke bewegers te oriënteren naar de meest gunstige sport in functie van het persoonlijk prestatieprofiel. Anderzijds worden ook de verschillen tussen elite en niet-elite aangegeven binnen deze drie vechtsporten. Dit met de bedoeling om een identificatiesysteem op te stellen dat op basis van objectieve meetresultaten kan bepalen of een sporter al dan niet beloftevol is en mits goede begeleiding de capaciteiten heeft om de top te bereiken. Uit de Independent Sample T-test kan worden afgeleid welke de verschillen zijn in antropometrische, motorische en fysieke aspecten tussen de topsporters en clubleden. Deze verschillen manifesteren zich voor de sporttak karate in alle fysieke en motorische variabelen, maar voornamelijk in de coördinatie. Voor judo en taekwondo worden heel wat minder verschillen geregistreerd. Binnen judo onderscheiden ze zich voornamelijk op basis van de handknijpkracht en in taekwondo op basis van de rompkracht. In de discriminantanalyse wordt nagegaan welk percentage van de verschillende populaties correct kan worden geplaatst op basis van de objectieve meetresultaten. In karate kunnen 100% van de topsporters en clubleden correct worden geplaatst via de fysieke en motorische variabelen. In taekwondo worden enkel voor de mannelijke atleten onderscheidende factoren geregistreerd waarmee 100% van de clubleden en 86% van de topsporters correct kunnen geplaatst worden. De test laat eveneens toe 67% van de vrouwelijke en 76% van de mannelijke topjudoka s in de juiste groep onder te verdelen. Voor het onderdeel betreffende de heroriëntering worden lenigheid en handknijpkracht als sterkst onderscheidende variabelen geregistreerd tussen topkarateka s en judoka s. De coördinatietest springen over balkje laat toe de toppers van taekwondo en judo uit elkaar te houden. Als laatste onderscheiden de toppers van taekwondo zich van topkarateka s met een betere lenigheid. III

4 Inhoudstafel VOORWOORD... II SAMENVATTING... III INHOUDSTAFEL... IV LITERATUURSTUDIE... 1 HOOFDSTUK 1: TALENT ALGEMEEN WAT IS TALENT? TALENTDETECTIE Algemeen Nature vs. Nurture Specificiteit TALENTIDENTIFICATIE TALENTONTWIKKELING Ontwikkelingsmodel van Bloom (1985) Model van Côté (1999) BESLUIT... 8 HOOFDSTUK 2: TALENTONDERZOEK I.F.V. KARATE, TAEKWONDO EN JUDO TALENTONDERZOEK I.F.V. KARATE... 9 a. Antropometrie... 9 b. Motoriek... 9 c. Fysiek d. Samenvatting TALENTONDERZOEK I.F.V. TAEKWONDO a. Antropometrie b. Motoriek c. Fysiek d. Samenvatting TALENTONDERZOEK I.F.V. JUDO a. Antropometrie b. Motoriek c. Fysiek d. Samenvatting OVERZICHT LITERATUURONDERZOEK HOOFDSTUK 3: ONDERZOEKSVRAGEN EN HYPOTHESEN ONDERZOEKSVRAGEN HYPOTHESEN Hypothese Hypothese Hypothese Hypothese Hypothese IV

5 Hypothese METHODE POPULATIE a. Karate b. Taekwondo c. Judo d. Overzicht DATAVERZAMELING a. Testdagen b. Tests DATAVERWERKING RESULTATEN VERSCHILLEN TUSSEN NIVEAUS BINNEN EEN VECHTSPORT KARATE Stap 1: Vergelijking tussen elite en niet-elite karateka s op basis van de relatieve scores geschaald t.o.v. de 0-meting in de topsportschool Stap 2: Discriminantanalyse Stap 3: Regressie analyse TAEKWONDO Stap 1: Vergelijking tussen elite en niet-elite Taekwondoka s op basis van de relatieve scores geschaald t.o.v. de 0-meting in de topsportschool Stap 2: Discriminantanalyse Stap 3: Regressie analyse JUDO Stap 1: Vergelijking tussen elite en niet-elite judoka s op basis van de relatieve scores geschaald t.o.v. de 0- meting in de topsportschool Stap 2: Discriminantanalyse Stap 3: Regressie analyse VERSCHILLEN TUSSEN DE SPORTTAKKEN Stap 1: Verschillen tussen toppers uit Taekwondo, Judo en Karate gebaseerd op de 0-meting KARATE - JUDO Stap 2: Discriminantanalyse Stap 3: Regressie analyse judo en karate TAEKWONDO - JUDO Stap 2: Discriminantanalyse Stap 3: Regressie analyse TAEKWONDO KARATE Stap 2: Discriminantanalyse Stap 3: Regressie analyse DISCUSSIE ALGEMEEN TALENTIDENTIFICATIE BINNEN DE SPORTTAK TALENTIDENTIFICATIE BINNEN KARATE V

6 2.1.1 Richtlijnen TALENTIDENTIFICATIE BINNEN TAEKWONDO Richtlijnen TALENTIDENTIFICATIE BINNEN JUDO Richtlijnen CONCLUSIE ROND TALENTIDENTIFICATIE HERORIËNTERING TUSSEN DE VERSCHILLENDE VECHTSPORTEN KARATE-JUDO TAEKWONDO JUDO TAEKWONDO KARATE CONCLUSIE ROND HERORIËNTERING ALGEMENE CONCLUSIE BIBLIOGRAFIE BIJLAGEN BIJLAGE 1: DESCRIPTIEVEN BIJLAGE 2: ANALYSE TAEKWONDO BIJLAGE 3: FICHE TESTS VI

7 Literatuurstudie Hoofdstuk 1: Talent Algemeen 1. Wat is talent? Talent wordt gezien als een dynamische en multidimensionele factor die deels genetisch is bepaald (Vaeyens et al., 2008). Er bestaat niet zoiets als een algemeen talent. Elke sportdiscipline heeft zijn eigen specifieke eigenschappen. Om deze specifieke eigenschappen van een talent dat van toepassing is op een bepaald domein of binnen een bepaalde discipline te definiëren, dient men domein specifiek onderzoek te verrichten. Talent richt zich tot een uniek aspect. Slechts een klein deel van de jongeren bezit deze eigenschap. Talent is in oorsprong latent aanwezig, maar kan niettemin dankzij gericht onderzoek reeds op jonge leeftijd worden gedetecteerd. Bovenstaande kenmerken komen duidelijk terug in verscheidene definities van talent. Zo stelt Gagné (2005): Talent is een superieur, systematisch ontwikkelde mogelijkheid en kennis voor minstens één veld van fysieke activiteiten waarmee een kind tot ten minste de beste 10% van zijn groep behoort. Waarbij hij 10 % puur als referentiewaarde neemt, zonder dat dit wetenschappelijk werd aangetoond. Ook Durand-Bush en Salmela (2002) beschrijven talent aan de hand van enkele van de vernoemde kenmerken : 1. De basis van talent situeert zich in genetische structuren. 2. In het begin zal het talent niet onmiddellijk 100% aanwezig zijn, maar voortekenen van dit talent zullen zich wel reeds manifesteren. 3. Vroege indicaties van talent zorgen ervoor dat er kan worden voorspeld wie eventueel het potentieel heeft om door te breken in de sport. 4. Talent is domeinspecifiek. Zoals hoger reeds vermeld zal talent zich nog niet volledig uiten op jonge leeftijd of in een vroeg stadium van de sportbeoefening. Wel kan men zeer vroeg vaststellen wie over de mogelijkheid beschikt om talent te ontwikkelen. Volgens Gagné (2005) beschikt de atleet op 1

8 dat moment over begaafdheid die in juiste de omstandigheden en met de juiste prikkels kan leiden tot het ontwikkelen van talent. Het is dan ook van primordiaal belang onderzoek te verrichten met betrekking tot talentdetectie en identificatie. Door het huidig gebrek aan kennis hieromtrent gaat momenteel immers nog teveel talent verloren. Het is nochtans voor veel landen van belang dit talent reeds in de kiem op te sporen teneinde een vooraanstaande positie te veroveren en/of te behouden in de internationale competitie. In de literatuur is heel wat eensgezindheid tussen de onderzoekers te vinden. Toch probeert elke auteur een uniek aspect aan het model of aan de definitie van talent toe te voegen. Bij Csikszentmihalyi (1993) wordt dit een label dat we plaatsen bij een gedrag dat een positieve waarde geeft aan de (sport )context waarin we leven. Hij heeft het hier zowel over talent in generieke alsook in sportspecifieke omstandigheden. Wanneer deze gedachte gevolgd wordt, is het van belang de sociale invloed hierbij te achterhalen. Talent is nooit zomaar aanwezig, maar in zijn ontwikkeling sterk afhankelijk van tal van criteria zoals attitude, motorische basisvaardigheden, coaching, training, studie gerelateerde programma s, omgeving, financiële steun, genetica, gezondheid, maturiteit, etc. In alle ontwikkelde talentmodellen (Gagné, 2005; Bloom, 1985; Régnier, 1993) wordt rekening gehouden met één of meer van deze aspecten. Talent is een zeer complexe eigenschap. Een waaier aan factoren die invloed uitoefenen bemoeilijken het onderzoek en het achterhalen van de determinerende factoren op talentontwikkeling. Kozel (1996) beschrijft talent als een extreem complexe eigenschap: De oorsprong vindt zich in de genetica, is een gecompliceerde structuur en is gelinkt aan omgevingsfactoren. Om die reden is er nog steeds geen internationale consensus of opinie rond de methodologie van talentidentificatie, -selectie en training. Toch is er in het onderzoek van sportwetenschappen een continuïteit in het identificeren van de noodzakelijke karakteristieken voor een elite prestatie. Over het algemeen is het nog steeds de coach en het oordeel van de expert dat bepalend is voor talentdetectie en selectie. Niet iedereen is echter overtuigd van de voordelen van talentbepalende systemen. In het werk van Bartmus et al. (1987) wordt geschiktheid of hoogbegaafdheid als een onbetrouwbare voorspeller beschouwd voor toekomstige prestaties. Verder worden tal van aspecten ethisch in vraag gesteld bij het bediscussiëren van de verscheidene theorieën om talent te selecteren. Régnier (1993) is hierbij van mening dat het elimineren van atleten een ontmoedigend effect geeft aan de niet gekozen deelnemers. Dat talentselectie problemen creëert met betrekking tot het maken van keuzes, exclusie, economische discriminatie en discriminatie op basis van 2

9 maturiteit is dan weer een topic in het werk van Malina (1997). Howe et al. (1998) benadrukken op hun beurt de ethische probleemstelling door op te werpen dat jonge atleten die niet als talentvol worden beschouwd, geneigd zijn om verdere hulp te weigeren en hiernaast ook de aanmoedigingen af te stoten die hen op hogere niveaus zouden kunnen brengen. Volgens een studie in Nieuw-Zeeland (R. Scott 2003) naar talentidentificatie en ontwikkeling kan men stellen dat bepaalde karakteristieken steeds weer opduiken binnen het profiel van een elite-sporter en het profiel van Olympische kampioenen. In onderstaande tabbellen vind je enkele typische kenmerken terug. In tabel 1a wordt het profiel weergegeven van een elitesporter. In tabel 1b wordt weergegeven wat een Olympisch kampioen meer heeft dan een elite sporter. In tabel 1c wordt tenslotte weergegeven wat hen er van weerhoudt een Olympisch kampioen te worden. Tabel 1a: elite sporter Tabel 1b: Olympisch Kampioen Tabel 1c: Negatieve invloed Karakteristieken elite sporter Karakteristieken Olympisch kampioen Negatieve karakteristieken 25 u/week actief vastberaden, vader die succes eist volhoudend actief in sporten steun familie en coachen geen financiële ondersteuning motivatie: intrinsiek liefde voor de sport geen coaching (plezier) + extrinsiek (winnen) steun familie + trainingsprogramma s mentale obstakels weinig druk broers en/of zussen faciliteiten + financiële medische problemen steun onafhankelijk van natuurlijk talent tekort aan sociale steun vrienden creatief competitief gevoel fysieke limieten en falen Tenslotte kan men stellen dat er heel wat voorafgaat vooraleer men aan talentselectie kan beginnen. Om talent te kunnen selecteren, moet men eerst talent detecteren. Vervolgens moet men talent identificeren waarna men in de sportclubs en sportfederaties het talent kan ontwikkelen. Pas hierna kan men zich concentreren op talentselectie. In onderstaande topics gaan we dieper in op de fasen naar talentselectie en wat de term inhoudt. 3

10 2. Talentdetectie 2.1 Algemeen Talentdetectie is het vinden van een aanleg die iemand heeft voor een bepaalde sport, maar waarbij de persoon nog niet noodzakelijk actief is in deze sporttak. In volgend model wordt de positie en invloed van talentdetectie duidelijk weergegeven: Fig. 1: Talentdetectie-model Talentdetectie is de eerste stap die moet worden ondernomen alvorens een atleet in het proces komt met als einddoel talentontwikkeling. Algemeen wordt beschreven dat volgende variabelen moeten onderzocht worden om talent bij atleten te detecteren: morfologische, fysiologische, psychologische en pre-prestatie variabelen respons op beweging sportprestaties binnen de familie. Talent wordt gevormd onder invloed van interne (genen) en externe (omgeving) factoren. Vooral de interne aspecten worden als zeer belangrijk beschouwd, maar kunnen tenietgedaan worden indien de externe aspecten te nadelig zijn. Gimbel (1976) deelt de te meten aspecten in de volgende drie grote groepen in : fysiologische en morfologische variabelen trainbaarheid motivatie 4

11 Fysiologische, morfologische variabelen en hun trainbaarheid ondervinden de invloed van interne factoren. Motivatie wordt zowel bepaald door interne als externe elementen. 2.2 Nature vs. Nurture Het debat dat al jaren actief is rond talentdetectie is het nature-nurture debat. Nog steeds heerst de vraag welke van beide factoren eerder een invloed uitoefent op talent, nature (aangeboren elementen) of nurture (omgevingselementen). Hoogstwaarschijnlijk, zoals ook Gimbel (1976) aanhaalt, zal een combinatie hiervan het uiteindelijke resultaat vormen. 2.3 Specificiteit Uit studies is gebleken dat elke sporttak specifieke accenten legt binnen de training waardoor bepaalde vaardigheden (zoals lenigheid, uithouding, ) meer ontwikkeld zijn dan andere. Wanneer verschillende tests worden afgenomen, zullen dan ook betere scores neergezet worden op getrainde elementen dan op aspecten waar de sport weinig belang aan hecht. Vanuit deze gedachte is men binnen de onderzoeksgroep aan de universiteit van Gent profielen beginnen opstellen enerzijds per sport en anderzijds per geslacht. Op deze manier kan men te weten komen of iemand, en in welke sporttak specifiek, getalenteerd is. Men kan atleten in een bepaalde richting sturen waar ze zich het best in kunnen ontwikkelen. 3. Talentidentificatie Talentidentificatie is een doorlopend proces waarbij de verschillende fases van de sporters, die het potentieel van een elite vertonen, worden nagegaan. Een definitie die Bompa (1990) toekent aan talentidentificatie is de manier waarop individuen ontdekken hoe ze hun begaafdheid en geschiktheid moeten uiten binnen een bepaald domein. Williams en Reilly (2000) zien de identificatie dan weer eerder als het proces van herkenning van huidige atleten met de capaciteiten om elite atleten te worden. Een duidelijke nuance tussen beide definities is dat Bompa de identificatie beschrijft als een ontdekking van de atleet van het talent in zichzelf, terwijl Williams en Reilly (2000) de nadruk leggen op de ontdekking door anderen. Maturiteit en bekwaamheid zijn belangrijke elementen van informeel leren via de welke men erin slaagt verschillen te ontdekken in de hoogbegaafdheid van atleten binnen een bepaalde sport. 5

12 4. Talentontwikkeling 4.1 Ontwikkelingsmodel van Bloom (1985) Bloom (1985) gaat er vanuit dat initieel talent of begaafdheid zich niet ten volle kan ontwikkelen tenzij er voldoende aanwezigheid is van aanmoediging, opvoeding, onderwijs en training. Tijdens het proces staat de hoeveelheid en de kwaliteit van de aanmoediging en de instructies van ouders, leraren en coaches centraal. Vanuit deze gedachte deelde Bloom het talentontwikkelingsproces op in drie in elkaar overvloeiende fasen: de initiële fase, de ontwikkelingsfase en de perfectiefase. 1 ste fase: de initiële fase In deze fase staat de plezierfactor centraal. Zowel de coach als de ouders, die hierbij een zeer belangrijke rol vervullen, stellen zich positief op naar het kind en bekrachtigen hem/haar in de vooruitgang die het maakt. De trainer zal een procesoriënterende benadering gebruiken om initieel talent te kunnen identificeren. 2 de fase: de ontwikkelingsfase In deze fase wordt een serieuzere aanpak gehanteerd en gaat men zich meer richten op prestatie en competitie. De vooruitgang van het kind staat hier centraal en de trainer zal dan ook elke prestatie toetsen aan de verwachte resultaten. In deze fase komt talent het meest tot uiting. De functie van de ouders verplaatst zich van sociale naar eerder financiële en morele steun. 3 de fase: de perfectiefase In deze fase vindt de ontwikkeling tot eliteatleet plaats. Het neerzetten van zeer hoge prestaties is hier aan de orde. De sporter krijgt een meer persoonlijke verantwoordelijkheid voor zijn ontwikkeling en zal met de opgebouwde kennis zelf ideeën uitproberen. Men is bereid de nodige tijd en moeite te investeren om zo goed mogelijke resultaten te behalen. De rol van de ouders wordt hier steeds minder belangrijk, maar de band met de trainer wordt sterker. Er worden steeds strengere eisen opgelegd waardoor vaak een haat-liefde relatie ontstaat tussen de coach en zijn/haar atleet. 6

13 4.2 Model van Côté (1999) Coté hecht enorm veel belang aan de rol van de familie in de ontwikkeling van het kind tot een eliteatleet. Het model van Côté is een verfijning van het ontwikkelingsmodel van Bloom. Een uniek aspect dat in deze theorie aan bod komt, is de vaststelling dat het manifesteren van talent zich situeert voor 18-jarige leeftijd. Een ander onderscheidend element is dat Bloom zich baseert op muzikale talenten terwijl Côté zich toespitst op de sport. Een belangrijk aspect dat in beide theorieën aan bod komt, is de noodzaak van de plezierfactor in de ontwikkeling van het kind. Côté zijn onderzoek resulteerde in drie onafhankelijke fasen: de verkenningsfase, de specialisatiefase en de investeringsfase. 1 ste fase: de verkenningsfase Het hoofdkenmerk van de verkenningsfase is dat kinderen ervaring opdoen in verschillende sporttakken met als doel hier plezier aan te beleven. De deelname aan training is vrijwillig, intrinsiek motiverend en geeft het kind voldoening. Tijdens deze fase worden algemene vaardigheden, een positief zelfbeeld en normen en waarden rond een sport gevormd. 2 de fase: de specialisatiefase Deze fase vindt plaats rond de leeftijd van dertien jaar. De focus van de atleet herleidt zich nu tot één of twee sport(en) waarvoor hij/zij gekozen heeft. Ondanks het feit dat de plezierfactor nog steeds centraal staat, wordt nu al meer de nadruk gelegd op het ontwikkelen van sportspecifieke vaardigheden. Het plezierelement blijft evenwel aangehouden om te vermijden dat de jongere sportbeoefenaar zou afhaken. Een belangrijke bedenking betreffende deze fase is dat ouders steeds meer belang gaan hechten aan resultaten op school en minder aan sportprestaties. 3 de fase: de jaren van investering Deze fase vangt aan omtrent de leeftijd van vijftien jaar. De atleet heeft zich ontwikkeld tot het niveau van een elitesporter en heeft zich bovendien consequent gespecialiseerd in één, hoogstens twee sport(en). Om deze fase te doorstaan, dient de atleet meer tijd en moeite te investeren in zijn sport om vaardigheden en strategieën volledig onder de knie te krijgen. Net zoals bij Bloom (1985) vermeldt Côté (1999) dat financiële en morele steun vanwege de ouders een vereiste is. Ze leren hun kind om te gaan met tegenslagen, zoals kwetsuren, en motiveren hem/haar doorheen dit proces. 7

14 5. Besluit De literatuuronderzoeken uit het eerste hoofdstuk handelden voornamelijk over de algemene fasen die een atleet doorloopt wanneer hij/zij doorstroomt tot de top. Er werd uitvoerig weergegeven wat wordt verstaan onder het gegeven talent, talentidentificatie en talentdetectie. Als afsluiter werden twee zeer bekende ontwikkelingsmodellen besproken met elk hun unieke maar ook hun gelijke aspecten. Het volgende hoofdstuk gaat dieper in op de literatuur omtrent onderzochte talentbepalende factoren in functie van drie vechtsporten: karate, taekwondo en judo. Hier wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen antropometrische, motorische en fysieke kenmerken. Dit hoofdstuk situeert zich zowel binnen talentidentificatie als talentdetectie. Het onderscheid tussen elites en niet-elites valt onder talentidentificatie, terwijl de onderscheidende kenmerken tussen sporten dienen bij te dragen tot talentdetectie. 8

15 Hoofdstuk 2: Talentonderzoek i.f.v. karate, taekwondo en judo Onder gevechtsporten verstaan we zowel offensieve als defensieve contactsporten. De aanvallen en verdedigingen kunnen met of zonder wapens worden uitgevoerd. Karate en taekwondo worden hoofdzakelijk getypeerd door stoten en trappen zonder wapens. In judo worden dan weer meer worpen, vegen, klemmen en wurgingen toegepast. Elke vechtsport vereist voor een optimale beoefening een welbepaalde lichaamssamenstelling, kracht, snelheid enz. De mate waarin deze specifieke kenmerken in aanleg aanwezig zijn, bepalen het talent. Hieronder wordt verder ingegaan op het talentonderzoek i.f.v. karate, taekwondo en judo. 1. Talentonderzoek i.f.v. karate Karate is een vechtsport zonder wapens. Binnen deze sport zijn er twee te onderscheiden disciplines: kumite en kata. Kumite is het onderdeel waarbij twee karateka s effectief tegen elkaar vechten. In een wedstrijd van drie minuten proberen ze de hoogste score te halen. Kata s zijn schijngevechten waarbij een reeks opgelegde technieken door de atleet wordt uitgevoerd. Beide disciplines worden beoordeeld op techniek, snelheid en kracht. a. Antropometrie Om door te groeien tot een elitekarateka is het noodzakelijk dat het lichaam zowel biomechanisch als fysiologisch zodanig getraind wordt dat het alle vaardigheden op een maximaal niveau kan uitvoeren. Aangezien in karatewedstrijden categorieën worden gemaakt op basis van gewicht is het belangrijk dat atleten hun vetmassa zo laag mogelijk houden. Een stijging hiervan leidt bovendien tot verminderde prestatiemogelijkheden (Giampietro et al., 2003). Imamura et al. (1998) bevestigen dat topkarateka s een hogere vetvrije massa bezitten dan onervaren atleten. Karateatleten die op hoger niveau presteren, vertonen doorgaans een lager lichaamsgewicht dan beginnelingen. Ze hebben een langere beenlengte en in verhouding een korter bovenlichaam dan hun minder getalenteerde sportgenoten. Met deze specifieke kenmerken behoren ze tot de groep van de ectomorfe atleten. (Giampietro et al., 2003) b. Motoriek Cesari et al. (2007) bestudeerden in hun onderzoek de koppeling tussen stootefficiëntie en lichaamsstabiliteit. Zowel bij kumite als bij kata is het de bedoeling dat de techniek met een maximum aan impact wordt uitgevoerd terwijl het lichaam stabiel wordt gehouden. Op die 9

16 manier is het mogelijk de bewegingen met een grotere controle uit te voeren. Elite karateka s voeren de techniek niet alleen uit met hogere snelheid, maar ook met een kleinere verplaatsing van het CoP (Centre of Pressure). Met deze informatie in het achterhoofd zou een trainer extra aandacht moeten besteden aan de dynamische stabiliteit en lichaamscontrole tijdens de oefeningen aangezien dit deels trainbaar is. Reactietijd en anticipatie zijn belangrijke elementen tijdens het vechten. Wanneer een tegenstander een aanval wil uitvoeren, moet de atleet hier zo snel mogelijk op reageren met een afweer en/of een tegenaanval. Bij het proefondervindelijk meten van dit aspect dienden de proefpersonen zo snel mogelijk te reageren met een tegenaanval of met het benoemen van de aanvallende techniek op een simulatievideo. Het is niet verwonderlijk dat ervaren atleten een betere reactietijd tonen dan beginnende karateka s. Ook het aantal correcte reacties op de simulatie-aanval ligt bij de toppers hoger dan bij de onervaren atleten. (Mori et al., 2002). De reden dat ervaren karateka s beter scoren op het experiment is hoogst waarschijnlijk te wijten aan een betere ontwikkeling van karatespecifieke perceptuele vaardigheden (Starkes, 1987). Bij enkelvoudige taken met keuze tussen twee reactiemogelijkheden vertonen beide groepen een gelijke accuraatheid, maar de topgroep een snellere reactietijd. Wanneer een meervoudige taak wordt gegeven, zal ook de accuraatheid van de beginneling afnemen. De significant betere scores kunnen deels ook toegeschreven worden aan een betere karatespecifieke achtergrondkennis, die sowieso resulteert in een betere anticipatie (Williams et al., 1999). c. Fysiek Uit een karatespecifieke test blijkt dat de uitvoering van een voorwaartse trap (mae geri) bij een topatleet 0,54 seconden duurt terwijl een onervaren atleet hier 0,76 seconden voor nodig heeft. Wanneer deze voorwaartse traptechniek wordt getraind, staan de hamstrings onder grote spanning en ontwikkelen ze al snel een grotere kracht. Eveneens typerend voor een karateka is een uitgesproken ontwikkelde quadricepsspier als resultaat van de flexie-extensie beweging zowel bij pure technische uitvoeringen (statisch) als bij het sparren (dynamisch). (Probst et al., 2007) Wanneer een techniek wordt uitgevoerd, in gelijk welk onderdeel van karate (kihon, kata of kumite), gebeurt dit steeds met een optimale kracht en maximale snelheid. Bij een bench press oefening en een halve squat tonen topkarateka s bijgevolg een hogere krachtwaarde dan de beginnelingen (Imamura et al., 1998). Bij de kumite atleten kan een onderscheid worden gemaakt tussen offensieve en defensieve vechters. Deze laatsten scoren lager op de CMJ (Counter Movement Jump), de SJ (Squat 10

17 Jump) en op vlak van optimale snelheid. Optimale snelheid en SJ-hoogte zijn relevant voor de wendbaarheid en explosiviteit van acties. De significante verschillen tussen de groepen zijn te wijten aan de snelheid van de contractie en niet aan de absolute spierkracht. Deze variabelen kunnen echter wel gestimuleerd worden door training. (Ravier et al., 2004) Om goede traptechnieken te kunnen uitvoeren, is voldoende flexibiliteit in het heupgewricht vereist. Zowel mannelijke als vrouwelijke karateka s vertonen een significant grotere heupen knieflexibiliteit dan een actieve controlegroep. Bij vrouwelijke karateka s zijn deze eigenschappen nog meer uitgesproken (Probst et al., 2007). Een correcte trap naar het hoofd levert bij een kumite wedstrijd drie punten op (maximale score). Het spreekt dan ook voor zich dat een optimale heupflexibiliteit een belangrijk voordeel vormt in de competitie. Ervaren karateka s tonen een hogere VO 2 max waarde dan beginnelingen (Imamura et al., 1998). Dit is te wijten aan de vele uren die ze reeds hebben getraind. Volgens Funakoshi (1973), de grondlegger van karate, zou karatetraining leiden tot het verhogen van de fysieke fitheid en cardiovasculaire uithouding. Nunan (2006) heeft een pilootstudie ontwikkeld waarbij een karatespecifieke uithoudingstest onder de loep wordt genomen. Atleten zouden immers meer gemotiveerd zijn bij het deelnemen aan een sportspecifieke uithoudingstest en bijgevolg een betere prestatie neerzetten. Nunan gebruikt eveneens het principe van de Léger-test, een progressieve inspanningstest. Het grote verschil is dat bij Léger et al. (1988) de intensiteit toeneemt door de inspanningstijd stelselmatig te verkorten, terwijl bij Nunan de test zwaarder wordt doordat de rusttijd vermindert. De karateka s dienen opeenvolgend een kezame tsuki, een mawashi geri met het achterste been, een gyaku tsuki en een mawashi geri met het voorste been uit te voeren. Tijdens de oefening dragen ze een mondmasker om de VO 2 max waarde op te meten. Een gebrek aan de test is dat momenteel nog geen systeem is toegevoegd die een maximale kracht garandeert bij de uitvoering van de opgelegde technieken. Zowel mannelijke als vrouwelijke kata atleten recupereren doorgaans minder snel dan kumite atleten. Ze hebben een beduidend lagere VO 2 max waarde en kunnen daardoor minder snel hun fosfaten aanvullen voor ATPase. Kumite karateka s kunnen efficiënter energie genereren uit dit proces doordat ze gedurende een kamp van drie minuten gebruik kunnen maken van de onderbrekingstijd na een gemaakt punt, een fout of bij onenigheid van de scheidsrechters om te recupereren. Beide groepen beschikken evenwel over een betere aerobe capaciteit dan een vergelijkbare actieve controlegroep. Mannelijke kata en kumite atleten worden gekenmerkt door een hogere anaerobe en aerobe capaciteitswaarde dan hun vrouwelijke medeatleten binnen dezelfde discipline. (Doria et al., 2009) 11

18 d. Samenvatting Karateka s worden in de literatuur beschreven als atleten met een lager vetpercentage, een langere beenlengte en een korter bovenlichaam dan gemiddeld. De atleten hebben een hoge beenkracht gecombineerd met een goede lichaamsstabiliteit. Om de traptechnieken naar behoren uit te voeren, beschikken ze over voldoende heupflexibiliteit. Een goede reactietijd is van primordiaal belang om te anticiperen op de acties van de tegenstander. Ze hebben doorgaans een goed uithoudingsvermogen met een VO 2 max waarde die voor hun leeftijd en geslacht 20% boven de norm ligt. 2. Talentonderzoek i.f.v. taekwondo Taekwondo is een aanvallende vechtsport waarbij de verhouding 30% armtechnieken en 70% beentechnieken is. Binnen taekwondo wordt er competitie gedaan in twee disciplines: Gyorugi en Poomse. Poomse is een stijlvorm die ze moeten tonen aan de jury en waarop ze gequoteerd worden op afwerking, kracht, lichaamscontrole, Gyorugi is het kampen tussen twee personen. Een kamp duurt drie maal 2 tot 2,5 minuten, afhankelijk van de competitie en van de leeftijd. Tussen elke ronde is er een pauze van 30 seconden. a. Antropometrie Taekwondo is een vechtsport zonder wapens waarbij de tegenstanders zo ver als mogelijk van elkaar verwijderd blijven, maar toch door het maken van één bewegingen kunnen geraakt worden. De taekwondoka heeft dan ook een voordeel indien hij/zij over een grotere lichaamslengte beschikt. Uit onderzoek blijkt inderdaad dat de lichaamslengte verschillend is tussen toppers en niet-toppers. De atleten uit de eerste groep zijn doorgaans groter dan laatstgenoemden (G. Markovic 2005). Voor mannen en vrouwen afzonderlijk zijn er per leeftijdsgroep gewichtscategorieën opgesteld. Via een doorgedreven gewichtscontrole is het de betrachting van de atleten in een zo laag mogelijke gewichtsklasse terecht te komen en zodoende een maximaal voordeel te halen uit hun lichaamslengte. Per leeftijdsgroep merkt men geen verschillen qua lichaamsgewicht en vetpercentage tussen toppers en subtoppers (G. Markovic 2005). Het onderscheid dat gemaakt wordt volgens geslacht (cfr. supra) is wel degelijk relevant. Mannen hebben namelijk een lager vetpercentage en een grotere voet-, hand- en lichaamslengte dan vrouwen. De vrouwelijke atleten hebben dan weer een grotere flexibiliteit in schouders, romp en dijen (A.S. Zahran 2010). Ook de verschillen per leeftijdsgroep zijn significant. Dit komt voornamelijk tot uiting bij jongeren die zich nog volop aan het ontwikkelen zijn. Zo is er in 12

19 een studie van N. Satilmis 2010 aangetoond dat jongeren, afhankelijk van hun leeftijd (10, 11, 12 en 13 jaar), verschillen in ranking, gordelgraad, lichaamslengte, lichaamsgewicht, BMI en vetpercentage. b. Motoriek Naast de antropometrische kenmerken zijn er nog andere determinanten die het onderscheid bepalen tussen toptaekwondoka s en niet-toppers. Taekwondo is immers een explosieve sport waarbij het de bedoeling is een onverwachte combinatie van trappen uit te voeren. Een goede coördinatie is bijgevolg onontbeerlijk. Daarnaast ziet men dat de top motorisch algemeen beter scoort, voornamelijk op gebied van balans en behendigheid. Uit de studie van Bai (2000) ) is gebleken dan toppers binnen de taekwondo beter scoren op de sidestep. Ze bezitten dus over meer behendigheid. In deze studie zijn geen gegevens gevonden omtrent de balans bij toppers en niet-toppers. De opdeling per leeftijdsklasse is niet enkel van belang om de voordelen op basis van lichaamssamenstelling te beperken, maar ook omdat de motorische ontwikkeling nog volop bezig is naarmate men volwassen wordt. Zo is er bij jongeren behorend tot de leeftijdsgroep van 10- t.e.m. 13-jarigen per bijkomend jaar een groot verschil wat betreft de balans en de behendigheid (N. Satilmis 2010). De verschillen nemen af bij junioren en senioren omdat men daar het einde van de ontwikkeling bereikt. c. Fysiek In de studie van N. Satilmis (2010) waren er naast de motorische elementen ook fysieke elementen verschillend. Er was namelijk een groot onderscheid wat betreft kracht in het bovenlichaam en de benen en 30m sprint. De verschillen nemen af bij junioren en senioren omdat men daar het einde van de ontwikkeling bereikt. Hun sprongkracht is gelijk. Er is enkel een verschil in de score op sit-ups die een belangrijke factor vormt bij taekwondo. Deze score is immers een maatstaf voor de rompstabiliteit, die dan weer bepalend is voor het snel, gecontroleerd en krachtig trappen, zeker als dit gecombineerd wordt met springen. Verder is er een verschil tussen mannen en vrouwen merkbaar. Zo hebben mannen meer spieren dan vrouwen en zullen hierdoor meer kracht kunnen produceren. Dit is zowel in het bovenlichaam als in het onderlichaam. Dit wil echter nog niet zeggen dat de explosieve kracht ook beter is. In een studie van W. Pieter (2010) is er namelijk bewezen dat de absolute explosieve kracht tussen mannen en vrouwen niet verschilt. Maar niet enkel mannen hebben voordelen, de vrouwen hebben een betere flexibiliteit waardoor ze makkelijker aan het hoofd raken met hun 13

20 voet. Dit heeft een voordeel in het puntensysteem die gebruikt wordt, waarbij het hoofd drie punten waard is ten opzichte van de romp die maar 1 punt waard is (H.R. Noorul 2008). Onderzoek toont aan dat toppers een grotere extensiekracht in de knie hebben waardoor de trappen sneller worden uitgevoerd. Bijkomend beschikken ze over een grotere stretchkracht in de lage extremiteiten die een positieve bijdrage levert tot het explosief starten van een trap (S. Bai 2000). Vervolgens scoren ze beter op de counter movement jump (zowel met als zonder armzwaai), 20m sprint en 15sec springen. Ze bezitten dus over een grotere explosieve kracht. De conditie vormt zonder enige twijfel een essentieel element bij elke sportbeoefening. Bij de afweging naar het belang ervan bij taekwondo stelt zich de vraag of taekwondo een aerobe dan wel anaerobe sport is. Uit een studie van A.F. Melhin (2001), waarbij de participanten specifieke taekwondo trainingen werden opgelegd om de anaerobe en aerobe veranderingen na te gaan, kwam men tot de vaststelling dat taekwondo een effect heeft op het anaerobe, maar niet op het aerobe vermogen. Na de trainingssessies werd een stijging tot 62% van het anaerobe vermogen gemeten, terwijl zich op het aerobe vlak geen noemenswaardige verandering voordeed. Men kan dan ook zonder meer stellen dat taekwondo op zich een anaerobe sport is. In acht genomen evenwel dat taekwondoka s bij toernooien over het algemeen meerdere, opeenvolgende kampen moeten uitvechten, spreekt het voor zich dat zij evenzeer over een goed aeroob vermogen dienen te beschikken. Toppers hebben dan ook een hogere anaerobe drempel en een lagere hartslag dan niet-toppers. Dit wijst op een betere conditie bij de toppers. Net zoals bij de antropometrie en de motoriek is er bij taekwondo een meetbaar verschil in uithouding naargelang de leeftijd. Zo hebben tienjarigen een lagere uithouding dan hun dertienjarige sportgenoten. Op recreatief niveau is er ook een verschil volgens geslacht. Hier tonen mannen een hogere aerobe uithouding en vrouwelijke beoefenaars een hogere hartfrequentie. Op eliteniveau is er geen verschil merkbaar tussen mannen en vrouwen in vitale capaciteit en rusthartslag. De elite mannen hebben dan wel weer een hogere hemoglobineconcentratie ten opzichte van de elite vrouwen. Dit zorgt ervoor dat er meer zuurstof kan getransporteerd worden en dat er in verhouding bij een lagere hartslag evenveel zuurstof wordt geleverd als bij een vrouwelijke atleet van dezelfde klasse. Ook op elite niveau hebben mannelijke taekwondoka s bijgevolg een hogere aerobe capaciteit dan hun vrouwelijke tegenhangers (H.R. Noorul 2008). 14

21 d. Samenvatting Er kan dus gesteld worden dat op antropometrisch vlak de lichaamslengte en de lenigheid van de gewrichten belangrijke factoren zijn binnen de taekwondo. Door goed te scoren op deze twee factoren heb je een grotere reikwijdte met de benen en het zal dus makkelijker gaan om punten op het hoofd te maken. Op motorisch vlak is vooral de explosieve kracht, de balans en behendigheid van belang. Deze drie factoren dragen bij tot een snellere uitvoering van de technieken. Ook de rompstabiliteit is hier van belang. Ze zullen tenslotte ook goed scoren op korte explosieve testen omdat ze voornamelijk over een anaeroob vermogen beschikken. De toppers zullen waarschijnlijk ook bezitten over een goed aeroob vermogen, zodat ze meerdere ronden kunnen vechten zonder teveel onder de vermoeidheid te lijden. 3. Talentonderzoek i.f.v. judo Judo is, zoals karate en taekwondo, een uitgesproken technische vechtsport, maar in tegenstelling tot het offensief karakter van laatstgenoemden, defensief van aard. Het doel van judo is de tegenstander in zodanige greep te krijgen dat hij geïmmobiliseerd wordt. Ook voor judo is een welbepaalde antropometrie en het bezitten van specifieke fysieke en motorische kenmerken vereist om uit te groeien tot een beloftevolle atleet. a. Antropometrie Judoka s trachten elkaar tijdens het kampen voortdurend onder controle te houden en moeten zich daarvoor voornamelijk op hun lichaamskracht beroepen. Uit een studie van Krawzyck et al. (1997) blijkt dan ook dat een judoka - volgens het model van Heath Carter dat mensen indeelt op basis van hun lichaamsbouw - eerder tot de groep van mesomorfe personen behoort, terwijl judoka s volgens Claessens (1987) eerder endomorf zijn. Deze ogenschijnlijke tegenstelling kan te wijten zijn aan het feit dat in de competitie bij judo met gewichtsklassen wordt gewerkt, zoals ook het geval is bij karate en taekwondo. De lichtgewichten zullen veeleer mesomorf zijn van lichaamstype, de zwaargewichten eerder endomorf. Daarenboven stellen we een correlatie vast tussen de gestalte van de judoka en de categorie waarin hij vecht, een verhouding die parallel loopt met zijn lichaamsbouw: hoe zwaarder de judoka, hoe groter hij in principe zal zijn, en vice versa. Lichaamsbouw en gestalte zijn hoe dan ook geen bepalende indicaties voor het al dan niet goed presteren van judoka s. Deze stemmen bij het kampen immers de toegepaste technieken af op hun 15

22 lichaamsbouw ; zo zal een kleinere judoka eerder zijn heil zoeken bij schouderworpen en een grotere veeleer bij het vegen (Huvelier et al., 2002; Lech et al., 2007; Taelman et al., 2007). Gezien judo een sport met gewichtsklassen is, bestaat de neiging om af te trainen zodat de judoka meer voordeel haalt uit kracht en gestalte in een lagere categorie. De elite judoka s hebben ook effectief een lager vetpercentage in vergelijking met judoka s die lager staan op de USA ranking (Callister et al. 1991). b. Motoriek Aangezien elite judoka s een betere kennis hebben omtrent de technieken en hiervoor motorische programma s hebben ontwikkeld, zijn ze in staat alle bewegingen met hogere snelheid uit te voeren (Bernstein, 1967). De cognitieve belasting ligt daarenboven bij de getrainde atleten lager door het herhaaldelijk inoefenen van de technieken. Belangrijke factoren die mede de prestaties van judoka s bepalen, zijn kracht en coördinatie. Er is dan ook een beduidend betere score te zien op de coördinatieve tests bij de judoka s tegenover een gestandaardiseerde controlegroep. (Krstulović, 2006) Uit een eerder thesisonderzoek van Mercier (2009) wordt geconcludeerd dat judoka s beter scoren op de evenwichtsbalk dan niet-vechtsporters. Het is logisch dat de atleten een goed ontwikkeld evenwicht nodig hebben om zich te kunnen verweren en zich staande te houden tegen een aanval van de tegenstander. c. Fysiek Judo wordt gekenmerkt door explosieve bewegingen. De atleet moet namelijk een verrassingseffect creëren wanneer hij de tegenstander aanvalt en hem op die manier overmeesteren. Hun explosiviteit wordt aangetoond door een significant snellere 20m en 60m sprinttest dan die van een actieve controlegroep. Dit wordt nog eens bevestigd met een test waarbij de proefpersonen een bal van 200 gram zo ver mogelijk dienden te gooien. Door een grotere proximo-distale snelheid scoorden de toppers beter dan de controlegroep. (Krstulović, 2006). Tijdens een judokamp komen diverse krachten aan bod: maximale kracht, repetitieve kracht, explosieve kracht en statische kracht. Om de tegenstander onder controle te houden, moet de statische kracht voldoende ontwikkeld zijn. Explosieve kracht biedt dan weer het voordeel dat de atleet een snelle worp- of veegbeweging kan uitvoeren. Om de tegenstander op te heffen, te werpen en vervolgens te overmeesteren, dient de maximale kracht optimaal te zijn. Het is dan ook wenselijk dat het grootste deel van het lichaam bestaat uit spiermassa. (Krstulović, 2006) 16

23 Uit een onderzoek van Takeuchi et al. (1999) blijkt dat elite judoka s hoger scoren op de handknijpkracht dan niet-elite atleten. Ook Monteiro et al. (2001) lieten de sporters een testbatterij uitvoeren en bevestigden met de resultaten dat de kracht van goed getrainde atleten groter is dan van een controlegroep. Uit een studie van Krstulović et al. (2006) blijkt dat een sit and reach test aantoont dat judoka s een grotere ontwikkeling hebben van hun lenigheid. Hieruit kan worden afgeleid dat deze karakteristiek mede de prestatie bepaalt. Ook Little (1991) geeft weer dat Canadese judoka s, ongeacht de leeftijd, over een optimale lenigheid beschikken. Een judowedstrijd bestaat uit drie ronden van telkens vijf minuten waartussen twee rustpauzes van dertig seconden. De wedstrijd kan ook vroeger beëindigd worden als er een ipon wordt gescoord. Net als karate en taekwondo is judo een anaerobe sport. Wat het aerobe systeem daarentegen betreft, is er geen verschil merkbaar tussen elites en niet-elites. Op dat vlak scoren beiden goed. Er kan dus gesteld worden dat ook dit een belangrijk aspect vormt voor de prestaties van een judoka (Franchini et al., 2007). Bijkomend speelt het profiel van de uithouding een rol in de manier waarop een judoka vecht. Zo zullen judoka s met een voornamelijk anaeroob profiel veel defensiever vechten dan judoka s met een eerder aerobe basis (Sterkowicz et al., 1998). Lichtgewichten zijn eerder explosief en dus aanvallender. Zij zullen vooral in het begin van de wedstrijd proberen punten te scoren, omdat ze geen volledige wedstrijd dezelfde intensiteit kunnen aanhouden. Zwaargewichten daarentegen zullen defensiever kampen waardoor alle aanvallen met dezelfde intensiteit kunnen uitgevoerd worden. De reden hiervoor is dat ze over een grotere zuurstofvoorziening beschikken in de skeletspieren en over een sneller recuperatievermogen. (Escobar et al. 2007) d. Samenvatting Elite judoka s onderscheiden zich niet van de rest op basis van gestalte. De enige antropometrische factor die volgens de literatuur een onderscheid maakt tussen het al dan niet tot de top behoren is het vetpercentage, welke beduidend lager ligt bij de elite. De betere ontwikkeling in motoriek bij topjudoka s vestigt zich voornamelijk in de coördinatie en het evenwichtsvermogen. Eveneens scoren ze beter op de sprint, verschillende soorten krachtoefeningen, lenigheid en uithouding. Dit zijn fysieke parameters waar deels invloed kan worden uitgeoefend door middel van training. 17

24 Gestalte Vetpercentage Lichaamsgewicht BMI Handknijpkracht Sit Up CMJ Armzwaai CMJ Squat Jump Sit And Reach Sprint 5 m Sprint 30 m Evenwichtsbalk Springen over balkje Verplaatsen plankjes ESR Reactiviteitstest 4. Overzicht literatuuronderzoek Tabel 2: Literatuuronderzoek vechtsporten Tests en metingen KARATE Giampietro et al. (2003) x x x Imamura et al. (1998) x X x x x Probst et al. (2007) x x x x x x x Cesari et al. (2007) x Ravier et al. (2004) x x x Mori et al. (2002) x x Starkes (1987) Williams et al. (1999) Funakoshi (1973) x Nunan (2006) x Léger et al. (1988) x Dori et al. (2009) x TAEKWONDO Marcovic et al. (2005) x x x x x x x Zachran et al. (2010) x x x Satilma et al. (2010) x x x x x x x Bai et al. (2010) Pieter et al. (2010) x x x x Chan et al. (2003) x x Kazemi et al. (2006) x x x Kazemi et al. (2010) x x x Melhin et al. (2001) x x x Noorul et al. (2008) x x x x x x x Chiodo et al. (2011) x x x x JUDO Krawzyck et al. (1997) x x x Claessens (1987) x x x Huvelier et al. (2002) x Lech et al. (2007) x Taelman et al. (2007) x Callister et al. (1991) x Bernstein (1967) Krstulović et al. (2006) x x x x Mercier (2006) Takeuchi et al. (1999) x Monteiro et al. (2001) x Little (1991) x Franchini et al. (2007) Sterkowicz et al. (1998) Escobar et al. (2007) Bovenstaande tabel geeft een overzicht van alle aspecten die reeds door onderzoekers uitvoerig in de literatuur zijn besproken. Opvallend is dat er weinig studies zijn die zowel antropometrie, fysiek als motoriek in kaart hebben gebracht. Daarbij kan ook worden opgemerkt dat nog te weinig onderzoek werd uitgevoerd rond talentkenmerken in de drie vechtsporten. x x x x x 18

25 Hoofdstuk 3: Onderzoeksvragen en hypothesen 1. Onderzoeksvragen Wat is het profiel van een beloftevol karateka, judoka en taekwondoka dat bekomen wordt op basis van objectieve meetinstrumenten? Kunnen vechtsporters van elkaar onderscheiden worden op basis van de discriminantanalyse? Welke verschillen in antropometrische, fysieke en motorische kenmerken worden waargenomen tussen talentvolle karateka s, judoka s en taekwondoka s op basis van de discriminantanalyse? Kan een voorspelling worden gemaakt over de (toekomstige) prestaties van vechtsporters op basis van objectieve meetinstrumenten? 2. Hypothesen Hypothese 1 Binnen de groep judoka s zullen toppers betere scores behalen op algemene motoriek. De toppers hebben een betere uithouding dan de doorsnee judoka s en ze zullen dus op hoger niveau presteren op de ESR-test. De beter ontwikkelde explosiviteit van de toppers zal zich manifesteren in hogere sprongen op de CMJ met en zonder armzwaai. Uit de HGR-test zal blijken dat de maximale kracht bij de toppers hoger ligt. Hypothese 2 De elites binnen de taekwondo zullen een betere score behalen op de motorische tests. Op het fysiek vlak zullen de elites hoger scoren op de ESR dan de niet-elites. De elite zal een sterkere prestatie neerzetten op de reactiviteittest. Omdat lenigheid een belangrijke factor is in de reikwijdte, zullen de elites ook verder reiken op de SAR-test. Hypothese 3 Binnen de groep karateka s zullen de leden van de nationale ploeg een betere score hebben op de motoriektests. Binnen de fysieke proeven zullen karateka s uit de nationale ploeg een betere uithouding neerzetten op de ESR dan de niet-toppers. Aangezien karate een explosieve en vinnige sport 19

26 is, wordt van hen eveneens een betere score verwacht op de CMJ met en zonder armzwaai. Een betere prestatie op de reactiviteittest gaat hier eveneens mee gepaard. Hypothese 4 Hypothese 4 beschrijft de verwachte verschillen tussen de drie sporten op de antropometrische tests. Tabel 3: Antropometrische verschillen ANTROPOMETRIE Judo Taekwondo Karate Lichaamslengte Kleiner Groter Kleiner Lichaamsgewicht Zwaarder Lichter Lichter Vetpercentage Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld BMI Hoger Lager Lager Hypothese 5 Hypothese 5 beschrijft de verwachte verschillen tussen de drie sporten op de motorische tests. Tabel 4: Motorische verschillen MOTORIEK Judo Taekwondo Karate Evenwicht Goed Goed Matig Springen over balkje Slecht Goed Goed Verplaatsen plankjes Goed Goed Goed Hypothese 6 Hypothese 6 beschrijft de verwachte verschillen tussen de drie sporten op de fysieke tests. Tabel 5: Fysieke verschillen FYSIEK Judo Taekwondo Karate Sprint 5-30 m Matig Matig Matig SAR Matig Goed Matig ESR Slecht Slecht Slecht CMJ zonder armzwaai Goed Matig Goed CMJ met armzwaai Goed Matig Goed HGR Goed Matig Matig Reactiviteitstest Matig Goed Goed Sit ups Goed Goed Matig-Goed 20

Auteur: Afra Jennifer Walden. Juntos Football Management Testen en meten

Auteur: Afra Jennifer Walden. Juntos Football Management Testen en meten Auteur: Afra Jennifer Walden Juntos Football Management Testen en meten Aanleiding De laatste jaren toont wetenschappelijk onderzoek aan dat voetbal de laatste jaren een opvallende fysieke ontwikkeling

Nadere informatie

Resultaten barometer 2009

Resultaten barometer 2009 Resultaten barometer 2009 1. Lichaamslengte De lichaamslengte van zowel de jongens als de meisjes vertoont een seculaire trend tussen 1990 en 1997: de Vlaamse jongens en meisjes zijn in 1997 groter dan

Nadere informatie

Nederland heeft een lange hockeyhistorie en is één van de toonaangevende landen als het om tophockey gaat. De meeste tophockeyers zijn begonnen met

Nederland heeft een lange hockeyhistorie en is één van de toonaangevende landen als het om tophockey gaat. De meeste tophockeyers zijn begonnen met Samenvatting Nederland heeft een lange hockeyhistorie en is één van de toonaangevende landen als het om tophockey gaat. De meeste tophockeyers zijn begonnen met hun sport toen ze 7 jaar oud waren en allemaal

Nadere informatie

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Bijlage - Selectiecriteria Golf schooljaar

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Bijlage - Selectiecriteria Golf schooljaar Vlaamse Vereniging voor Golf VVG GolfVlaanderen.be slagkrachtig & doelgericht VVG Junior Golf Bijlage - Selectiecriteria Golf schooljaar 2009-2010 Instapcriteria (1 ste inschrijving in Topsportschool)

Nadere informatie

Ethisch verantwoord sporten.

Ethisch verantwoord sporten. Ethisch verantwoord sporten Judoka Wees groot in je verlies. Ook al verlies je op training of op tornooi, je gedraagt je sportief ten opzichte van je tegenstanders. Oefen en train veel zodat het de volgende

Nadere informatie

Zeeuwse NOC*NSF Talentdagen 2017

Zeeuwse NOC*NSF Talentdagen 2017 Zeeuwse NOC*NSF Talentdagen 2017 1. Wat is zijn Zeeuwse Talentdagen? De Zeeuwse Talentdagen zijn een door SportZeeland, samen met NOC*NSF, CTO Brabant, Topsport Zuid, Sportbonden, georganiseerde dagen.

Nadere informatie

Spel in training. Tom De Gersem Pijpelheide 9 juni

Spel in training. Tom De Gersem Pijpelheide 9 juni Spel in training Tom De Gersem Pijpelheide 9 juni 2012 http://dvkm.wordpress.com/ Inhoud VIDEO Reflectie Motorisch leren evenwicht spelvormen kracht lenigheid snelheid uithouding Video Chinese turnmethoden

Nadere informatie

Opleidingsplan Keepers FC Maasland NO

Opleidingsplan Keepers FC Maasland NO Opleidingsplan Keepers FC Maasland NO Woordje vooraf In ons specifiek opleidingsplan van de club, hebben we in grote lijnen al neergeschreven wat we juist verwachten van onze keepers. Omdat een goede opleiding

Nadere informatie

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari 2015 5.3 15 keer beoordeeld Vak LO Inleiding Met BSM hebben wij de opdracht gekregen om een trainingsschema te maken om jezelf te verbeteren op verschillende

Nadere informatie

Motivatie. Motivatie verhogen

Motivatie. Motivatie verhogen Motivatie verhogen Inleiding: Spanning is een woord dat meestal negatief bekeken wordt. Het wordt dan gezien als stress of faalangst. Toch is dit niet correct. Er zijn heel wat voorbeelden te vinden waarbij

Nadere informatie

WAT IS EEN GOEDE VECHTSPORT WARMING-UP? Door Drs Erik Hein, November 2016

WAT IS EEN GOEDE VECHTSPORT WARMING-UP? Door Drs Erik Hein, November 2016 WAT IS EEN GOEDE VECHTSPORT WARMING-UP? Door Drs Erik Hein, November 2016 Warming up! De warming/up heeft als doel de sporter voor te bereiden op de training of op de wedstrijd. De warming-up is daarom

Nadere informatie

Be in control. Test and Monitor your Performance!

Be in control. Test and Monitor your Performance! www.juntosfootballmanagement.com Be in control. Test and Monitor your Performance! Juntos Football Management (JFM) is een voetbal management organisatie dat voetballers(m/v) en overige sporters een kans

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

De kracht van kracht in de gymles

De kracht van kracht in de gymles De kracht van kracht in de gymles Laatst geactualiseerd: 22 december 2017 Leestijd: 5 minuten Onderwerp(en): Onderwijs en bewegen Jongeren met overgewicht kunnen flink opzien tegen de gymles. Het omkleden,

Nadere informatie

LTAD model als kapstok voor talentbegeleiding. Trainerscongres NLcoach, NSTV en KNSB Epe, 14 april 2012 Jeroen van der Lee

LTAD model als kapstok voor talentbegeleiding. Trainerscongres NLcoach, NSTV en KNSB Epe, 14 april 2012 Jeroen van der Lee LTAD model als kapstok voor talentbegeleiding Trainerscongres NLcoach, NSTV en KNSB Epe, 14 april 2012 Jeroen van der Lee Wie? Bewegingswetenschapper Programmamanager sportontwikkeling Trainer/coach (ST5)

Nadere informatie

Trainingsanalysetool Testen en meten. Daniël van Leeuwen, PhD

Trainingsanalysetool Testen en meten. Daniël van Leeuwen, PhD Trainingsanalysetool Testen en meten Daniël van Leeuwen, PhD Even voorstellen ALO (HvA) Bewegingswetenschappen (VU) PhD bewegingswetenschappen (VU) Sportwetenschapper Sprinttrainer en trainingscoördinator

Nadere informatie

DE TENNIS PROMOTOR W a t v o o r T e n n i s t o p p e r w o r d t m i j n k i n d?

DE TENNIS PROMOTOR W a t v o o r T e n n i s t o p p e r w o r d t m i j n k i n d? DE TENNIS PROMOTOR 053 2600112 info@tennispromotor.nl www.tennispromotor.nl W a t v o o r T e n n i s t o p p e r w o r d t m i j n k i n d? Wat voor tennistopper wordt mijn kind? Index Het behalen of

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Kinderen en jongvolwassenen met een fysieke beperking, zoals cerebrale parese (CP), ervaren vaak loopproblemen in het dagelijks leven. Veelgehoorde

Nadere informatie

Beleid Talentontwikkeling 2012-2020

Beleid Talentontwikkeling 2012-2020 Beleid Talentontwikkeling 2012-2020 Datum: Thursday 15 December 2011 Auteur: Boudewijn van Opstal en Jeroen Spaans Inhoudsopgave Aanleiding 1. Ambitie KNRB en doel talentontwikkeling 2. Begrippen 3. Visie

Nadere informatie

Selectiecriteria & Selectieprocedures. Vlaamse Volleybalschool. Schooljaar 2012 2013

Selectiecriteria & Selectieprocedures. Vlaamse Volleybalschool. Schooljaar 2012 2013 Selectiecriteria & Selectieprocedures Vlaamse Volleybalschool Schooljaar 2012 2013 Bepaling van de beginsituatie De leerlingen worden geselecteerd uit de provinciale en landelijke jeugdselecties. Atleten

Nadere informatie

KNVB en Continental Warm Up programma. SDVBarneveld, 14 maart 2016

KNVB en Continental Warm Up programma. SDVBarneveld, 14 maart 2016 KNVB en Continental Warm Up programma SDVBarneveld, 14 maart 2016 Programma SDV Barneveld dd 14 maart 2016 19.30-19.45 uur Opening door SDVB (Pieter Jansen) 19.45-20.05 uur Hoe verzorg ik nu de W-up? 20.05-20.15

Nadere informatie

Topsportactieplan 2016 Hfdst. 8 Begeleiding en ondersteuning van de topsportfederaties

Topsportactieplan 2016 Hfdst. 8 Begeleiding en ondersteuning van de topsportfederaties Toelichting over de weg die een beloftevolle jongere aflegt op weg naar de top. Leuven, 15/03/2008 Topsportactieplan 2016 Hfdst. 8 Begeleiding en ondersteuning van de topsportfederaties Algemeen beeld

Nadere informatie

De barometer van de fysieke fitheid van de Vlaamse jeugd

De barometer van de fysieke fitheid van de Vlaamse jeugd De barometer van de fysieke fitheid van de Vlaamse jeugd Namens Bloso & het Steunpunt Sport, Beweging en Gezondheid André Van Lierde Hervé Van der Aerschot Renaat Philippaerts De fysieke fitheid van de

Nadere informatie

Polshoogclinic. Alex van Zutphen 24 jan 2016

Polshoogclinic. Alex van Zutphen 24 jan 2016 Polshoogclinic Alex van Zutphen 24 jan 2016 Voorstellen 2 Agenda 09:30 Ontvangst koffie thee stroopwafel 10:00 Presentatie theorie gedeelte deel 1 10:45 korte pauze met appeltaart 11:00 Deel 2 theorie

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

Inleiding. It's the difference in mental capacities that will determine who the real winners are." Sven Goran Eriksson

Inleiding. It's the difference in mental capacities that will determine who the real winners are. Sven Goran Eriksson Inleiding Eigenlijk kan je als sporter niet verliezen. Het wedstrijdresultaat staat voorop, maar er is duidelijk meer. Wie of wat bepaalt het resultaat? Talent. Conditie. Motivatie. Maar ook je mentale

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Competitie als ondersteuning in de opleiding van een sporter in plaats van een slechte leermeester.

Competitie als ondersteuning in de opleiding van een sporter in plaats van een slechte leermeester. Competitie als ondersteuning in de opleiding van een sporter in plaats van een slechte leermeester. Aangezien het proces van LTAD voor sport evolueert, ontstaan gaandeweg evenveel antwoorden als nieuwe

Nadere informatie

Deel 2: Jeugdatletiek = basis van topsport. VLAB Algemene vergadering 15 maart 2008 Provinciehuis Leuven

Deel 2: Jeugdatletiek = basis van topsport. VLAB Algemene vergadering 15 maart 2008 Provinciehuis Leuven Deel 2: Jeugdatletiek = basis van topsport VLAB Algemene vergadering 15 maart 2008 Provinciehuis Leuven LONG TERM ATHLETE DEVELOPMENT (LTAD) Verantwoorde opbouw bij jeugd leidt tot topprestaties Om toppers

Nadere informatie

Rolstoelkarakteristieken

Rolstoelkarakteristieken Rolstoelkarakteristieken Merk rolstoel Type / nummer ADL rolstoel of sportrolstoel Datum levering Merk banden Bandenspanning Gewicht Rolstoel in kg Datum laatste keer aangepast Wat is er toen aangepast

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Bijlage 2: 3.2 onderzoek

Bijlage 2: 3.2 onderzoek Bijlage : 3. onderzoek Ik heb een onderzoek gedaan naar de fitheid van de kinderen van groep 7 en 8 van de Sint Lambertus school in Asten. Ik heb eerst een enquête afgenomen, en heb daarna testjes afgenomen

Nadere informatie

Het effect van doelstellingen

Het effect van doelstellingen Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek

Nadere informatie

KARATE CODE Voor de karateka jonger dan 12.

KARATE CODE Voor de karateka jonger dan 12. Voor de karateka jonger dan 12. Wij durven kumite doen tegen een grotere en sterkere tegenstander. Wij durven onze kata tonen aan een grote groep kijkers. We gaan toch naar de les, zelfs als we ons minder

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

van schaatstalent tot wereldtopper

van schaatstalent tot wereldtopper Doorstroming naar de top: van schaatstalent tot wereldtopper Den Haag, 30 oktober 2010 Wie? Bewegingswetenschappen Trainer/coach (ST5) Huidige functie: KNSB projectmanager Jeroen van der Lee Wat is talent?

Nadere informatie

-Door het karakter van het voetbalspel is er een relatief grote kans om geblesseerd te raken in vergijking met met andere takken van sport. -Het blessurerisico in wedstrijden ligt beduidend hoger dan bij

Nadere informatie

En dit alles met als hoofddoel: het verbeteren van de prestaties op het veld en een zo hoog mogelijke eindklassering op de ranglijst die seizoen!

En dit alles met als hoofddoel: het verbeteren van de prestaties op het veld en een zo hoog mogelijke eindklassering op de ranglijst die seizoen! Wat is TopFitTest? TopFitTest is een test- en adviesbureau dat gespecialiseerd is in het afnemen van sportspecifieke testen. Aan de hand van de testen kan optimaal advies worden gegeven om jou door middel

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

DE EFFECTEN VAN GOAL SETTING OP SPORTCOMMITMENT BIJ DE JEUGD

DE EFFECTEN VAN GOAL SETTING OP SPORTCOMMITMENT BIJ DE JEUGD DE EFFECTEN VAN GOAL SETTING OP SPORTCOMMITMENT BIJ DE JEUGD Theorie Onderzoek Toepasbaarheid 27-2-2013 door Jetske Wiersma 1 Sportcommitment Definitie: het verlangen, de toewijding, betrokkenheid, verbondenheid

Nadere informatie

Zondag 17/12 Huiswerk recuperatie plus trainingsschema niveau 2

Zondag 17/12 Huiswerk recuperatie plus trainingsschema niveau 2 Winterprogramma U19-BEL Tijdens de winterstop mag je gerust andere sportactiviteiten doen (zwemmen, tennissen, fietsen, fitness, ). Verderop vind je 5 uitgewerkte trainingen. Belangrijk : indien je graag

Nadere informatie

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Bij talentontwikkeling gaat het om kwaliteiten en mogelijkheden van jonge sporters, zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven. Maar

Nadere informatie

Van bewegen naar trainen

Van bewegen naar trainen Van bewegen naar trainen Charles Heus Sportfysiotherapeut J&C Sportrevalidatie Geblesseerd Trainingsfit Wedstrijdfit Arts / Fysio??? Trainer Pat 0% Fysio 100% Pijn en of Functionele beperking 1e fase:

Nadere informatie

Judoka s die nooit verliezen. Het judoseizoen

Judoka s die nooit verliezen. Het judoseizoen Judoka s die nooit verliezen Het judoseizoen 2014-2015 Bushi Arnhem 2 oriëntaties Judo als breedtesport Judo als wedstrijdsport B selectie (2x in de week) A selectie (3x in de week) Doelgroep van de presentatie:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting INTRODUCTION Kinderen en jongeren met cerebrale parese (CP) kunnen vaak niet zo goed lopen, rennen of traplopen. Dat kan komen door spierzwakte. Spierzwakte wordt vaak gemeten als de kracht die kinderen

Nadere informatie

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Core training Door: Roeland Smits Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Voorbereiding krachttraining zwemmen: Core training: In eerste instantie zal er een grondige bases gelegd moeten worden waar

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

hoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk

hoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk Samenvatting De Lokomat is een apparaat dat bestaat uit een tredmolen, een harnas voor lichaamsgewichtondersteuning en twee robot armen die de benen van neurologische patiënten kunnen begeleiden tijdens

Nadere informatie

Evidence Based Blessurepreventie in de Sport

Evidence Based Blessurepreventie in de Sport Evidence Based Blessurepreventie in de Sport Maarten Barendrecht Sportfysiotherapeut, medische begeleiding Hellas docent MOS, MSPT bij Avans+ Nederlands Instituut voor Sportblessurepreventie Overzicht

Nadere informatie

Sportparticipatie en fysieke (in)activiteit van de Vlaamse bevolking: huidige situatie en seculaire trend ( )

Sportparticipatie en fysieke (in)activiteit van de Vlaamse bevolking: huidige situatie en seculaire trend ( ) Sportparticipatie en fysieke (in)activiteit van de Vlaamse bevolking: huidige situatie en seculaire trend (2003-2009) Onderzoeksgroepen Johan Lefevre, Jeroen Scheerder Stijn De Baere Renaat Philippaerts

Nadere informatie

HOUDINGSTRAINING. Houdingstraining. Houdingstraining. Wat? 12-12-2014. Onderdeel van de fysieke voorbereiding. Dag van de Trainer (13/12/2014)

HOUDINGSTRAINING. Houdingstraining. Houdingstraining. Wat? 12-12-2014. Onderdeel van de fysieke voorbereiding. Dag van de Trainer (13/12/2014) HOUDINGSTRAINING Onderdeel van de fysieke voorbereiding Dag van de Trainer (13/12/2014) Houdingstraining Wat? raakvlakken met stabilisatietraining hypes o.a., Core stability, Performance Stability, FMS,

Nadere informatie

VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS. Vlaamse Taekwondo Bond vzw

VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS. Vlaamse Taekwondo Bond vzw VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS Vlaamse Taekwondo Bond vzw De bijgevoegde regels gelden op en rond elke dojang en wedstrijdterrein. Lees ze goed en verspreid ze onder uw leden, zodat we er samen

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Copyright 2011 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. 1 Introductie Welkom bij de

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool

Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool CONSENSUS TESTFREQUENTIE Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool INLEIDING De begeleiding van topatleten, topsportbeloften

Nadere informatie

Jo Stubbe IT Project & Support. Bruno D Hulster Algemene Coördinatie. Debbie Mejor Administratie en coördinatie

Jo Stubbe IT Project & Support. Bruno D Hulster Algemene Coördinatie. Debbie Mejor Administratie en coördinatie Bruno D Hulster Algemene Coördinatie Jo Stubbe IT Project & Support Debbie Mejor Administratie en coördinatie 1 09-12-18 PROBLEEM? Kinderen bewegen/sporten te weinig kiezen activiteiten die niet passen

Nadere informatie

Topsporter bij Defensie

Topsporter bij Defensie Topsporter bij Defensie Atleten ondersteunen bij hun jacht op die felbegeerde medailles en hen een professionele omkadering bieden, dat is wat Defensie voor ogen heeft. Maar... hoe gaat dat precies in

Nadere informatie

Training Trainingsintensiteit:

Training Trainingsintensiteit: Training Niet de kwantiteit maar wel de kwaliteit van de trainingen zorgen voor resultaat. Iedere sporter heeft individuele eigenschappen qua aanpassingsvermogen en genetische kenmerken. Training is daarom

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

17 oktober 2015: Beweegdiploma voor trainers van andere bonden. Verkorte opleiding Beweegdiploma nu ook voor trainers van niet gymnastiek clubs!

17 oktober 2015: Beweegdiploma voor trainers van andere bonden. Verkorte opleiding Beweegdiploma nu ook voor trainers van niet gymnastiek clubs! 17 oktober 2015: Beweegdiploma voor trainers van andere bonden Verkorte opleiding Beweegdiploma nu ook voor trainers van niet gymnastiek clubs! Waarom het Beweegdiploma? In de leeftijd van 2 tot en met

Nadere informatie

SPORT en Conditie. Bron: www.wiskunde-vmbo.nl/.../module%202%20sport%20en%20conditie%202010.doc Module 2. Datum:...

SPORT en Conditie. Bron: www.wiskunde-vmbo.nl/.../module%202%20sport%20en%20conditie%202010.doc Module 2. Datum:... Module 2 SPORT en Conditie Datum:... Leerling:... Klas:... Dit ga je doen Je leert vanuit de theorie wat er precies bedoeld wordt met conditie, en waarom het zo belangrijk is. Want wanneer is je conditie

Nadere informatie

Leren door samen te doen Workshop ouderbetrokkenheid 3 juni 2015 https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=gutm8xnh7dm

Leren door samen te doen Workshop ouderbetrokkenheid 3 juni 2015 https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=gutm8xnh7dm Leren door samen te doen Workshop ouderbetrokkenheid 3 juni 2015 https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=gutm8xnh7dm Samen uw kind stimuleren om Te doen en te ondervinden Acties te ondernemen

Nadere informatie

Technisch Ontwikkeling Plan voor de voetballers uit de jeugd van Klein Dochteren TOP!

Technisch Ontwikkeling Plan voor de voetballers uit de jeugd van Klein Dochteren TOP! Technisch Ontwikkeling Plan voor de voetballers uit de jeugd van Klein Dochteren TOP! Datum: 27-2-2013 Auteur: Herman Pasman, Technisch Jeugd Coördinator Voetbal Voetbal is een complex spel doordat er

Nadere informatie

Overzicht trainingsfasen:

Overzicht trainingsfasen: Overzicht trainingsfasen: Fase Trainingstrap Leeftijd Organisatiestructuur 1 Initiële training 6-10 jaar Talentdetectie door de club in samenwerking met scholen 2 Basistraining 11-12 jaar Detectie- en/of

Nadere informatie

TALENTONTWIKKELING platform AV 9 juni 2017

TALENTONTWIKKELING platform AV 9 juni 2017 TALENTONTWIKKELING platform AV 9 juni 2017 TALENTONTWIKKELING wat moet het opleveren? (1) BETER HANDELEN betere spelers maken sneller en betere keuzes (BESLISGEDRAG) Betere teams stemmen het handelen beter

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

OUDERS. Langs de lijn of in het veld?

OUDERS. Langs de lijn of in het veld? OUDERS Langs de lijn of in het veld? 1. Genetische aanleg 2. Herhaling 3. Inspanning Drie mythes Waarom zijn sommige mensen zo verbazend goed in hun vak? Omdat deze mensen geboren zijn met een buitengewoon

Nadere informatie

KFC Turnhout Techniektraining

KFC Turnhout Techniektraining WAT IS FUNCTIONEEL TECHNIEKTRAINEN? Om functioneel te trainen gaan we dus wedstrijdechte situaties trainen. Naast het aanbieden van droge technieken maken we de echte realiteit nl. het bewust maken in

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Proefschrift_LVerburgh211214.indd 171 21-12-2014 16:46:37 172 Samenvatting ACHTERGROND DEEL A: DE RELATIE TUSSEN BEWEGING EN NEUROCOGNITIEF FUNCTIONEREN Ondanks bewezen gezondheidseffecten

Nadere informatie

in Sport Sportcafé Fysiotherapie Jeurissen & van den Ingh

in Sport Sportcafé Fysiotherapie Jeurissen & van den Ingh Testen en Meten in Sport Sportcafé Fysiotherapie Jeurissen & van den Ingh Mulder Smeekens Verschil 0.012 sec Phelps Cavic Verschil??? Real Madrid Atletico Madrid 3 e minuut blessuretijd Verweij Brodka

Nadere informatie

Talenttraining 20 mei Vlaamse Zwemfederatie. Synchroonzwemmen. Leonie Cornielje. Leonie Cornielje Coaching & Advies

Talenttraining 20 mei Vlaamse Zwemfederatie. Synchroonzwemmen. Leonie Cornielje. Leonie Cornielje Coaching & Advies Talenttraining 2 mei 218 Vlaamse Zwemfederatie Synchroonzwemmen Leonie Cornielje Leonie Cornielje Coaching & Advies Woord vooraf De afgelopen jaren heb ik op uitnodiging van de Vlaamse Zwemfederatie een

Nadere informatie

Basis voor krachttraining

Basis voor krachttraining Inhoud Basis voor krachttraining Jan Boone 2. Soorten Kracht 3. Trainingss 4. Belangrijke principes 5. Krachttraining bij lange- (loopeconomie) Voor 1880: weinig gestructureerde krachttraining (cfr. Forcemen

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Vet-killer 320 Workout. Door: Jesse van der Velde Personal Trainer & Coach. Copyright 2010 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden.

Vet-killer 320 Workout. Door: Jesse van der Velde Personal Trainer & Coach. Copyright 2010 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. Vet-killer 320 Workout Door: Jesse van der Velde Personal Trainer & Coach Copyright 2010 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. 1 Introductie Welkom bij de Vet-killer 320 Workout. Deze training,

Nadere informatie

Selectiecriteria Tafeltennis. augustus 2017

Selectiecriteria Tafeltennis. augustus 2017 Selectiecriteria 2018 2019 Tafeltennis augustus 2017 Vlaamse Tafeltennisliga Selectiecriteria topsport & Studie Voorblad Inhoudstafel Doelstellingen/eindcompetenties topsportschool: Selectiecriteria voor

Nadere informatie

Gert-Jan Wassink Running Movements. Runsupplies. Sportgeluk. AV 34 Apeldoorn LLGL

Gert-Jan Wassink Running Movements. Runsupplies. Sportgeluk. AV 34 Apeldoorn LLGL Gert-Jan Wassink Running Movements Runsupplies Sportgeluk AV 34 Apeldoorn LLGL Fulltime atleet 1500 3.49 3000 8.05 5000 13.47 10.000 29.27 15 km 44.42 21,1 km 1.04.02 42,195 km 2.17.34 De hardloper nu!

Nadere informatie

W A T I S S T R E N G T H & C O N D I T I O N I N G?

W A T I S S T R E N G T H & C O N D I T I O N I N G? W A T I S S T R E N G T H & C O N D I T I O N I N G? I N T R O D U C T I E B R I A N G R O L M A N Strength & Conditioning is een verzamelnaam voor olympisch gewichtheffen, krachttraining, kettlebell training,

Nadere informatie

Heb jij de beste conditie van de club?

Heb jij de beste conditie van de club? Heb jij de beste conditie van de club? Geachte leden, Drie keer per jaar houden we de shuttle run test binnen onze club. Dit betekent dat in elke groep van 4Defence (Fight School Boxtel) deze conditie

Nadere informatie

Core. Sportstudio Sjàhto Dwarsdijk 3 7245 TV Laren (GLD) info@sjahto.nl 0573 421066

Core. Sportstudio Sjàhto Dwarsdijk 3 7245 TV Laren (GLD) info@sjahto.nl 0573 421066 Core Wat is ClubJoy Core? ClubJoy Core is een efficiënte workout om in slechts 30 minuten op een snelle én verantwoorde manier je kernspieren te trainen. Je buik, billen en rug worden strakker en sterker.

Nadere informatie

Long Term Player Development. Meer voetbal-atleten opleiden

Long Term Player Development. Meer voetbal-atleten opleiden Long Term Player Development Meer voetbal-atleten opleiden Long Term Player Development Aspecifiek trainen om specifiek beter te worden Actieve Blessurepreventie CLINIC 3 2 april 2011 PUBERTEITSFASE Module

Nadere informatie

Technisch beleid HVV Tubantia Visie op talent, spelprincipes, coachen en trainen

Technisch beleid HVV Tubantia Visie op talent, spelprincipes, coachen en trainen Technisch beleid HVV Tubantia Visie op talent, spelprincipes, coachen en trainen Motivatie Lerend vermogen Goede bewegers Gedrag Ruimtelijk georiënteerd Vrijspelen Dwingend verdedigen Sturen op ontwikkeling

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary 1 Dutch summary * - nederlandse samenvatting Alhoewel cerebrale parese (CP) wordt gezien als een non-progressieve aandoening treden er wel degelijk secundaire complicaties op zoals afname van beweeglijkheid,

Nadere informatie

G-JUDO REGLEMENT VLAANDEREN Ontwerp Alain Durinck LAATSTE AANPASSING G commissie 3 maart 2014

G-JUDO REGLEMENT VLAANDEREN Ontwerp Alain Durinck LAATSTE AANPASSING G commissie 3 maart 2014 G-JUDO VLAANDEREN G-REGLEMENT 1. DOEL G-judo Vlaanderen staat in voor de bevordering en ontwikkeling van een gezonde geest in een gezond lichaam. Zowel de motorische, fysieke als de verstandelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Trainingsschema scheidsrechters amateur voetbal augustus 2018

Trainingsschema scheidsrechters amateur voetbal augustus 2018 Trainingsschema scheidsrechters amateur voetbal augustus 2018 Om voetbalwedstrijden goed te kunnen leiden, dien je het spel goed te kunnen volgen en hiervoor heb je een optimale conditie nodig. Om dit

Nadere informatie

Wat is schermen?..\..\..\documents\aron Szilagyi.mp4

Wat is schermen?..\..\..\documents\aron Szilagyi.mp4 The road to Wat is schermen?..\..\..\documents\aron Szilagyi.mp4 Kenmerken van het sabelschermen Schermspecifiek: Explosieve sport..\..\..\documents\the Physics and Speed of Fencing.mp4 Sabel = snelst

Nadere informatie

Profiel:.. Datum:.. Bushi Arnhem

Profiel:.. Datum:.. Bushi Arnhem Naam: Profiel:.. Datum:.. Stage: Bushi Arnhem Beste judoka, Mooi dat jij, als judo talent, bij deze trainingsstage bent. In een trainingsstage worden judovaardigheden in verzwarende omstandigheden getraind.

Nadere informatie

de 9 mentale vaardigheden van een succesvolle atleet Topsport Limburg Sittard, 28 maart 2012 drs. Joep Teeken, VSPN -sportpsycholoog

de 9 mentale vaardigheden van een succesvolle atleet Topsport Limburg Sittard, 28 maart 2012 drs. Joep Teeken, VSPN -sportpsycholoog de 9 mentale vaardigheden van een succesvolle atleet Topsport Limburg Sittard, 28 maart 2012 drs. Joep Teeken, VSPN -sportpsycholoog doel inzicht krijgen in het belang van en ervaren van mentale vaardigheden

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID EXPERTENCOMMISSIE RISICOVECHTSPORTEN 1

VLAAMSE OVERHEID EXPERTENCOMMISSIE RISICOVECHTSPORTEN 1 VLAAMSE OVERHEID EXPERTENCOMMISSIE RISICOVECHTSPORTEN 1 p/a Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media Arenbergstraat 9, 1000 Brussel - Tel. 02 553 69 77 - Fax 02 553 69 70 ADVIESNOTA omtrent VECHTSPORTEN

Nadere informatie

Trainingsschema scheidsrechters amateur voetbal oktober 2018

Trainingsschema scheidsrechters amateur voetbal oktober 2018 Trainingsschema scheidsrechters amateur voetbal oktober 2018 Om voetbalwedstrijden goed te kunnen leiden, dien je het spel goed te kunnen volgen en hiervoor heb je een optimale conditie nodig. Om dit te

Nadere informatie

1 Inleiding 9 INHOUDSOPGAVE

1 Inleiding 9 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 9 Voor wie is dit boek? 9 Structuur van het boek 9 Theorie 11 Factoren die het succes op de 10K bepalen 11 Aerobe capaciteit en uithoudingsvermogen 12 Snelheid 17 Efficiëntie

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

Het principe van de 5 Motorische basisvaardigheden

Het principe van de 5 Motorische basisvaardigheden Het principe van de 5 Motorische basisvaardigheden We horen het woord conditie regelmatig voorbij komen. In de volksmond gebruiken we het woord conditie vaak om aan te geven hoe fit we ons voelen. Eigenlijk

Nadere informatie

Proefpersooninformatie

Proefpersooninformatie Proefpersooninformatie UMCG-RuG Geachte heer/mevrouw, Door middel van deze brief willen we u benaderen voor deelname aan het onderzoeksproject rondom de Handbike Battle, die plaats zal vinden in Oostenrijk

Nadere informatie

Ouderavond VV Gorecht. Presentatie ouderavond voor ouders van kinderen van F- en E leeftijdsgroepen.

Ouderavond VV Gorecht. Presentatie ouderavond voor ouders van kinderen van F- en E leeftijdsgroepen. Ouderavond VV Gorecht Presentatie ouderavond voor ouders van kinderen van F- en E leeftijdsgroepen. Programma Opening Doel van de ouderavond Kernwaarden VV Gorecht Wat zijn de kenmerken van E-pupillen?

Nadere informatie

Trainingsschema scheidsrechters amateur voetbal juli 2018

Trainingsschema scheidsrechters amateur voetbal juli 2018 Trainingsschema scheidsrechters amateur voetbal juli 2018 Om voetbalwedstrijden goed te kunnen leiden, dien je het spel goed te kunnen volgen en hiervoor heb je een optimale conditie nodig. Om dit te bereiken

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie