1. De GFR. 2. De chlorideconcentratie in de tubulus.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. De GFR. 2. De chlorideconcentratie in de tubulus."

Transcriptie

1

2

3

4 I. Vraag: Is onderstanode stelling juist of onjuist? Stelling: Podocyten worden ook wel "pari/!/ ale epitheelcellen" genoemd. 2. Onjuist 2. Het juxtaglomcrulairc apparaat bestaat uit de macula densa, mesangiale en jw.:ta-glomerulaire cellen. Vraag: Waar bevindt zich de mncula dcnsn? I. In de afferente arteriole van de nier. 2. In de efferente arteriole van de nier. 3. In de proximale tubulus van de nier. 4. In de distale tubulus van de nier. 3. Vraag: Wat wordt door de macula den sa voornamelijk "gemeten"? 1. De GFR. 2. De chlorideconcentratie in de tubulus. 3. De tubulairc flow. 4. Vraag: Vanuit welke arterieel bloed\'at ontspringen de glomerulaire eapijjairen? 1. Afferente ancriole. 2. Efferente artcriole. 3. Interlobaire arterie. 4. Interlobulaire arterie. 5. Uitgaande \'an een vrouw van 18 jaar en 60kg met een normale spiermassa kun je verwachten dat deze ongeveer 10 mmo! creatinine per dag via de urine zal uitscheiden. Vraag: Als de diurese tijdens het weekend toeneemt \'Rn 1500 naar 3000ml per dag omdat :dj meer drinkt wat zal dan de uitscheiding van creatinine in de urine zijn? I. 5 mmovdag mmol/dng nm1ovdng. 6. Bij bodybuilding zal de hoeveelheid spiermassa toenemen. Vr:~ag: wat betekent de toename van d e spiermassa \ 'OOI' de creatinineklaring? 1. Door toename van de spicmmssa zal de creatinineklaring toenemen. 2. Door toename van de spiermassa zal de crcatininekjaring af11emcn. 3. Door toename van de spiermassa zal de creatininekjaring niet worden beïnvloed. 3

5 7. Tijdens het koken van vlees (voor het maken van soep) wordt creatine omgezet in creatinine. Vraag: wat is het effect op de scrumcrentininecoocentratic na bet nuttigen van een grote bocveelheid \ 'lid deze soep? I. De scnuncrcntinineconcentratic neemt af. 2. De semmcrcatinineconcentratie is onveranderd. 3. De senamcrcatinineconcentratie neemt toe. 8. Een man van 80kg plast per dag ongeveer 14 mmol creatinine uit. Bij een bloedcontrole is zijn senamcrcatinincgehaltc 120 J.nnol/1. Vrnng: Wat is de bcrelu~ndc crcntinincklnring? I. Ongeveer 40 mi/min. 2. Ongeveer 80ml/min. 3. Ongeveer 120 mi/min. 9. Mevrouw Velans ontwikkelt na een trauma een acute nierinsuffici~ntie op basis van een tubulusnccrosc. In het bloed ziet u het scmmcrcntinincgehalte binnen I dag stijgen van 80 naar 140 f.imol/1. Vraag: wat is (op het einde van die dag) de hoeveelheid creatinine in de urine (mmol/24 uur) in vergelijking met de situatie van voor het ongeluk, en an uitgaande dat de spiermassa hetzelfde gebleven is. I. De hocveelheid creatinine in de urine is minder dan voorheen. 2. De hocveelheid creatinine in de urine is hetzelfde als voorheen. 3. De hoeveelheid creatinine in de urine is meer dan voorheen. I 0. De heer Hemel is op~cnomcn in het ziekenhuis in \Crband met een dclier. Hij gebmikt lithium waardoor hij een diabetes insipidus heeft. Zijn scrumnatriumconcentratie bleek 173 mmoijl Vraag: Wat is, van onderstaande antwoorden, de mees t waarschijnlijke reden van zijn del i er? 1. lntracercbrnlc bloedingen. 2. De vom1ing van hersenoedeem. 3. Intracellulaire nieuwvonning van osmolen. 11. Lees opnieuw de introductie (=stam) van vraag I 0. Vraug: Hoeveelliter water moet hij (minimaal), crliczcn om het serumnatrium te laten stijgen van 140 naar 173 mmovi, uitgaande van een gewicht ' 'an 70kg? (totale hoeveelheid wnter 0.6 x lichaamsge,,icht; intracellulair volume: extracellulair volume = 2: I) I. :!: 4 liter. 2. ± 8 liter. 3. :!: 16 liter. ETh'"DE CASUS 4

6 12. Mevrouw Hcijltjes heeft een nefrogene diabetes insipidus. Zij wordt geopereerd en postoperatief blijkt haar scnmmatriumconcentratie gestegen te zijn naar 156 mmovi. Vraag: Wat de ADH spiegel zijn in vcrgelijking met de situatie voo r de ingreep? I. Afgenomen. 2. Onveranderd. 3. Toegenomen. 13. Zie opnieuw de stam van vraag 12. Postoperatief ontwikkelt ze een oligurie op basis van een acute tubulus necrose. Desalniettemin krijgt ze een mim infuus met hypertoon zout. De serumnatriumconcentratie blijkt vcrder op te lopen (178 mmolll), ze heeft oedeem en haar bloeddmkken zijn hoog. Vraag: wat ui de natriumconcentratie in de urine zijn? I. De natriumconcentratie in de urine is < I 0 nm10l!l. 2. De natriumconcentratie in de urine is > I 00 mmol!l. 3. De natriumc.oncentratie hangt samen met de intake. E I.:'I'DE CASUS 14. Bij een patiënt met een chronische hyponatriëmie knn een te snelle correctie van het serumnatriumgehalte middels NaCI-infusic leiden tot ernstige hersenbeschadiging. Vraag: In welke van onderstn nnde situaties is het risico op een te snelle correctie het grootst? I. Bij een patiënt met een SlA DH door een hersentumor. 2. Bij een patiënt met een hyponatri<:mie door chronische thiazidegebruik. 3. Bij een patiënt met een hypothyreoi'clie. 4. Bij een patiënt met hyponatrit!mie door renaal zout verlies. I 5. Evert is vanavond de BOB en drinkt een zeer mime hocveelheid kraanwater. Vrnag: welk compartiment (intra- cn/of cxtrnccllulair) zal door her drinken \'an een ruime hoeveelheid wilter toenemen? I. Extracellulaire compartiment. 2. Intracellulaire compartiment. 3. Zowel het extra- als intrac.cllulaire compartiment. 16. Diezelfde Evcrt (vnn vraag I 5) ontwikkelt helaas een forse hypotonc overhydratie. Vraag: wat zal dit voor gc, olgcn hebben \'OOr het plasma renine? I. Plasma rcnine is verhoogd. 2. Plasma rcnine is normaal. 3. Plasma rcnine is verlaagd. 17. Zie opnieuw de stam \'ad vraag 16. daarbij uitgegaan van de forse hypotone overhydratie. V rang: wnt tal het effect zijn op het AD}I? I. AOH is verhoogd. 2. AOH is nom1aal. 3. ADH is \'crlaagd. E l~de CASUS 5

7 18. Bij een familiaire hypokalemischc paralyse treedt hypokaliëmie op in aanvallen als gevolg van een shift van kalium naar intracellulair. V rang: Hoc zouden deze aanvallen kunnen worden uitgelokt? I. Door te vasten. 2. Door het eten van een koolhydraatrijke maaltijd. 3. Door het eten van een eiwitrijke maaltijd. 19. De heer Koel wordt gezien op de SF.H. I lij blijkt een hyperkaliëmie te hebben van 7,0 mmol/1. Er wordt een ECG gemaakt waarop evidente afwijkingen passend bij de hypcrkali~mi e. Vr:1ag: wat i.~ de eerste mantregel die u op de SEH neemt? I. lntra\ eneus calciumgluconaat (C12l h2caût4). 2. Intraveneus natriumchloride (:'laci). 3. Intraveneus glucose en insuline. 4. Intraveneus natriumwaterstofcarbonaat {NaHC0 3 ). 20. Patii:ntcn met het syndroom van Liddie hebben hypertensie door een "overactivitcit" van het e~ ithclialc natriumkanaal in de verzamel buis. Kenmerkend is de hypokalit!mie. Vraag: wat is hierbij de aldosteronconccntrutic in het bloed? I. Verlaagd. 2. Normaal. 3. Verhoogd. 21. De amosomaal recessieve vorm van pscudohypoaldosteronisme is een aandoening waarbij een mutatie van het epitheliale natriumkanaal (ENaC) leidt tot renaal zoutverlies. V raag: wat is het effect hiervan op de plasma ph? I. Deze zal stijgen. 2. Deze zal onveranderd blij, cn. 3. Deze zal dalen. 22. Bij het syndroom van Gitelman is er sprake van renaal vcrlies van zout en een hypokaliemie. Vrdag: van welke medicatie is, op basis van haar werkingsmcchao isme, te ven, aehten d nt dit bet d feet op het kalium ka n tegengaan? 1. Furosemide. 2. Hydrochloonhiazide. 3. Amiloride.

8 23. Patiënten met een chronische hypcrcapnie (teveel co2 in hun bloed) kumcn profiteren als de ph in bet bloed enigszins verlaagd wordt. Vraag: Welk diureticum kan biertoe bijdragen? I. Acctazolamide. 2. Furosemidc. ' ~. Hydrochloorthiazide. 24. Behandeling met lithium leidt tot een renale diabetes insipidus. Het kaliumgehalte in bet bloed is vaak aan de lage kant. Vraag: Welke ondcrstnande maatregelleidt tot een vcrminderde diurese? I. Eh,itbcpcrking. 2. Kaliumverrijking. 3. Vasopressine. 25. Een patiënte met het syndroom van Bartter consulteert u i.v.m. astmatische bronchitis. Vrnag: Welke medicatic vcrhoogt bet risico op hypokaliëmie? I. Inhalatie steroïden. 2. Inhalatie Atrovent (parasympaticolyticum). 3. Inhalatie Salbutamol (~ adrenergc agonist}. 26. Het chronisch gebruik van furosemide kan leiden tot een bypcrcalciurie. Vraag: wat is het effect bien an op de PTH secretie door de bijschildklier? I. Een da li ng van het PTH. 2. Een onveranderd PTH. 3. Een stijging van het PTH ij sarcaidosis kan een \'Crlaagd PTH gezien worden. Vraag: Wat is het effect hiervan op de fosfaturie'! I. De fosfaturie zal zijn toegenomen. 2. De fosfaturie 7..al onveranderd zijn. 3. De fosfaturie zal zijn afgenomen. 28. Cinacalcet is een calcimimcticum waarbij de gevoeligheid van de c.alciumrcccptor op de bijschildklier voor extracellulair calcium is verhoogd. Vraag: Als dit medicijn wordt gegeven aan mensen met een secundaire hyperparathyreoidic wat zal dan het effect zijn op het scrumcalciujugchalte? I. Het calciumgehalte wordt hoger. 2. Het calciumgehalte blijft onveranderd. 3. Het calciumgehalte wordt lager. 7

9 29. Een jonge nouw van 16 jaar wordt opgenomen in het ziekenhuis. Zij is mager (3Skg), bekend met een anorexia nervosa en heeft vcch'uidig gebraakt. Zij heeft een ph:7.52, een PC0 2 =6,8 kpa, en een plasma bicarbonaat van 42 mmovl. Vraag: Van welke zuur-base stoornis is hier sprake? I. Er is sprake van een metabole nlkalose. 2. Er is sprake van een respiratoire nlkalose. 3. Er is sprake van een gecombineerde metabole en respiratoire alkalose. 30. Zie opnieuw de stam van vraag 29. Overige laboratoriumuitslagen laten het volgende zien: Na 140 mmovl, K" 1,9 mmovi, er 91 mmovi, Mg""0.65 nunol/1, fosfaat 0,25 mmol/1, ureum 0,7 mmol/l, creatinine 42 J.lmoVI, glucose 5,3 mmovi, albumine 50gll, hemoglobine 9,0 mmovi. V rang: Wat is bier de berekende anion-gap? I. 7 mcq/ mcq/ mcq/ Zie opnieuw de stam van vraag 29. V rang: Wnt is hier de berekende (effectieve) osmolaliteit? I. ::!: 140 mosmovil. 2. ::: 230 mosmovi. 3. ::: 285 mosmol/ Zie opnieuw de stan1 van vraag 29. Vr nag: Waarom is het creatinine hier zo laag? I. In verband met de toegenomen GFR. 2. In verband met het braken. 3. In verband met haar geringe spicnnassa. EIKDECASUS 8

10 33. Mevrouw Snijder is elders gezien op de SEH in verband met koorts, braken, buikpijn co hypotensie. Behandeling met NaCI 0,9% co bicarbonaat wordt direct gestart. I.v.m. plaatsgebrek wordt zij overgeplaatst. In het andere ziekenhuis wordt opnieuw blocdonderzoek ingezet. Dij laboratoriumonderzoek worden de volgende waarden gezien: Na+ 144 nunol/1, K' 3.6 nunovi, Cl' 90 mmol/1, bicarbonaat 24.0 mmol/1, glucose 12 mmol/1. en in bloedgasanalyse ph p02 i2.2 kpa, pç02 5,3kPa. Vraag: Vnn welke zuur-bnse stoornis is hier sprake? 1 Er is geen sprake van een zuur-base stoornis. 2. Er is sprake van een metabole acidose. 3. Er is sprake van een gecombineerde metabole acidosc en metabole alkalose. 34. Zie opnieuw de stam van vraag 33. Bij het laboratoriumonderzoek was het K~ 3.6 mmol/1. V rang: Wat zal het serumkaliumgehalte geweest zijn in het eerste ziekenhuis? I. Lager. 2. Hoger. 3. Ongeveer hetzelfde. EI:\'DE CASUS 35. Mevrouw de Klein heef\ tijdcos een suïcidepoging een grote hoeveelheid ethyleenglycol ingenomen. Ze is erg angstig. Op de SEH wordt een bloedgasanalyse verricht waarbij de volgende uitslagen worden gezien: ph 7.35, p02 18 kpa, pc kpa, bicarbonaat 12 mmol/1. Vraag: Van welke zuur-base stoornis is hier sprake? I. Een respiratoir gecompenseerde metabole acidose. 2. Een gecombineerde metabole acidosc en respiratoire alkalosc. 3. Een metabool gecompenseerde respiratoire alkalose. 36. Mevrouw Jongen is geslaagd voor haar eindexamen. 7..e heeft een spannende tijd achter de rug en g;~at 's avonds uit naar de disco. Ze wordt onwel en wordt 's avonds laat opgenomen in bet ziekenhuis. Een bloedgasanalyse laat het volgende zien: ph 7.70, p02 15 kpa, pc02 2,2 kpa, bicarbonaat 18 mmo1n. Vcrder bloedonderzoek toont )la+ 136 mmolil en K 4,3 mmol/1. Vraag: Van welke zuur-base stoornis is hier sprake? 1 Een chronische respiratoire nlkalosc. 2. Een chronische metabole alknlose. 3. Een acute respiratoire alkalose. 4. Een acute metabole alkalosc. 37. Zie opnieuw de stam van vraag 36. Vraag: Welke maatregel zor gt ervoor dnt het bicarbonnat weer gant stijgen? 1. Acetazolamide geven waardoor de ph van het bloed omlaag gaat. 2. Een stijging van het C02 gehalte. 3. Het toedienen van zuur (arginine HCI). EINDECASUS 9

11 38. Een meisje van 4 jaar heen enkele dagen geleden een luchtweginfectie doorgemaakt. Hoewel ze aan de beterende hand was. ontwikkelt ze buikpijn en huiduitslag met rode niet-wegdrukbare afwijkingen vooral op de onderrug en onderbenen. Ze heeft koonsen de ouders bemerken dat zij minder plast. Bij onderzoek blijkt sprake van een vcrminderde nierfuncti e en de urine toont een microscopische hematurie en een proteïnurie van I gram/i.. Vraag: Van welke aandoening is hier meest wnarschijnlijk sprake? I. Een hemolytisch urcmisch syndroom. 2. Een Henoch-Schönlein met renale betrokkenheid (glomerulonefritis). ~ Een minimal change nefropathie. ~- 39. Zie opnieuw de stam van vraag 38. Vraag: is de volgende stelling juist of onjuist? Stelling: Bij dil meisje dient het serumcreatininegehalte als eerste te II"Orden onder:ocht om de ernst \"Gil de nierinsufficil!ntie te achterhalen. I. Juist EI:"'DE CASUS 40. Een 60 jarige man heeft jaren geleden een nier afgestaan aan zijn echtgenote. Hij meldt zich bij de huisans omdat hij al 2 dagen nauwelijks meer heen geplast. Bloedonderzoek laat het volgende zien: Na- 134 mmovl, K. 6,0 mmovi, creatinine 280 ~movl. Zijn bloeddruk is 135/80 mmhg en hij gebruik"! geen medicatie. Vraag: \\'elke oorzaak, nn deze acute nierinsufficiëntie is hier het mees I waarschijnlijk? I. Enkelzijdige nicrartcriestenose. 2. Acute tubulo-intcrstitiëlc nefritis. 3. Postrenale obstructie. 41. Zie opnieuw de stam van vraag 40. Nader onderzoek van de urine (eiwit en sediment) liet geen afwijkingen zien. Vraag: Is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelling: Het urineonder:oek maakt een postrenale oorzaak, an acute nierinsufficii!ntie onll"aarschijnlijk. 1. Juist. EINDE CASUS 10

12 42. Een patiënt bezoekt het spreekuur van de huisarts i. v.m. hematurie. I lij heeft dit al vaker gehad, altijd na inspanning. Vaak is er dan pijn in de nnnkcn. Het urinesediment laat dysmorfc cry's zien. De bloeddmk is normaal. Het semm creatinine is 120 umovi; in de urine zit 2 gram eiwit. Vraag: Wat is hier de meest wanrscbijnlijkc diagnose'! I. Dunnebasaalmembraannefropathie 2.!gA nefropatbie 3. Cystennieren 43. Bij een 30-jarige man wordt bij een keuring hematurie vastgesteld. Ondcnoek van het urinesedimenttoont Cl)'1hrocytencilindcrs. De nierfunctie is normaal en er is geen proteïnurie. Op basis hiervan wordt een!ga nefropathie vermoed. Vraog: Is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelliug: De prognose is gumlig en er is geen aanvullend omlertoek nodig. l. Juist. 44. Een 32-jarige man wordt gecontroleerd door de huisans i.v.m. hypertensie. Onderzoek van het urinesediment laat erytbrocytencilinders zien. De familie-anamnese leen dat moeder en opa (vader van moeder) bekend zijn met eystcnicren. Opa is op 70-jarige leeftijd behandeld met dialyse. Een echografie bij de 32-jarige man laat geen afwijkingen zien. Vraag: Is onderstaande stelling juist of onjuisl? Stelling: De hypertensie en erythrocytencilinders =ijn l'roege manifestaties l'an cystenieren. 45. Een 40 jarige vrouw wordt gezien door de b edrijf.~art s voor een keuring. Zij vertelt als kind al regelmatig urineweginfecties te hebben gehad maar de laatste jaren viel dat mee. Behalve dat zij 's avonds meestal uitgeteld op de bank zit heeft zij heeft geen andere klachten. Bij lichamelijk onderzoek wordt een bloeddruk geconstateerd \'lln 140/90 mmijg, minimaal enkeloedccm. Bij laboratoriumonderzoek wordt het volgende geconstateerd: kreatininc 250 flmovi, Na~ 140 mmol/1, K 5,8 mmovi, Ca-. 2, 10 mmol/1, fosfaat 2,0 nunol/1, Hb 5,4 mmol/1. In de urine eiwit + en in het sediment 5-10 leucocyt en per gezichtsveld en geen leucocytencilindcrs. Vraag: Is onderstaande stelling j uist of onjuist? Stelli11g: Bij deze \'fqiiw is meestwaarschijnlijk sprake mn een chronische nier insufficiëntie. I. Juist. 46. Zie opnieuw de stam van vraag 45. r-.. togelijk is hier sprake van vesico-urctcrale renux. Vraag: welk nnovullend ondcnoek is voor het stellen van die diagnose a a n gewc'~cn? I Mietiecystografie. Echo van de nieren. X-buikoverzicht. EINDECASUS IJ

13 47. Een patié!nt heeft sinds 3 weken ocd~m aan de benen. Oe bloeddruk bedraagt 160/ 105 mmhg. Bij onderzoek van de urine is er proteïnurie. Vraag: Is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelling: Hoge bloeddruk leidt tot oedeem door 10e11ame wm de capillaire hydrostatische druk. 48.Zie opnieuw de stam van vraag 47. Vraag: Is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelling: Bij een nefrolisch sy11droonr is er aj11ame wm de capillaire a11cotische druk. Dit l'erk/aart mede het oedeem. 2. Onj uist. 49. Zie opnieuw de stam van vraag 47. Vraag: Is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelling: De hoge bloeddruk sluit h.u bestaan \'(111 een 11ejrotisch sy11droom uit. SQ.Zie opnieuw de stam,.an vraag 47. Bij aanvullend onderzoek blijkt patiënt maar één nier te hebben. Vraag: Wnt is de meest waarsebijnlijkc oorzaak van zijn proteïnurie? I. Focale glomerulosclcrosc. 2. Mcmbrancuze nefropathic. 3.!gA nefropathie. EINDECASUS 51. De huisarts controleert een 55-jarigc vrouw. Bij kwalitatief urineonderzoek blijkt bloed en eiwit aanwezig. Het sediment toont I 0 dysmorfe erytrocyten en erytrocytencilinders. Het serumcreatinine is normaal. De bloeddruk is 150/92 mmhg. Vraag: welk bepaling moet de huisarts nu eerst, erriebteo? I. Scrumglucose bepaling. 2. Scrumalbumine bepaling. 3. Kwantitatieve urine-eiwit bepaling. 4. Scrumkalium bepaling. 12

14 52. Biochemische parameters van de urine zijn van belang voor het onderscheid tussen prcrcn:lle acute en renale ni erin~ufficiè:n t ie (zo31s acute lubulusnecrosc). \'mag: is onderstu:mdc stelling jui tof onjuist? Stelling: Een hoog soortelijk gewicht l'an de urine wijst op een prerenale nierinsu,oicientie. 53. Zie opnieuw de stam \'illl, raag 52. Vr:. ag: is onderstaande stelling j u i tof onjuist'? Stelling: Een ltogefracrionde excretie mn natri11m (FExa ) wijst op een prerenale nierimufficientie. I. Juist. s.a. ~let spoed wordt een 23 jarige jonge 'rouw doorvcrwezen naar het ziekenhuis. Ze " il srang zwanger worden mnar bij screenend ondt:rto~:k door de huisarts wordt er bloed in de urine gezien. De nierfw1ctic laat een GFR >90 mllmin' l. 73m~ zien. 7.ij \'cnclt dat t:r meer mensen in de familie nf en toe wat biot:d\'crlies in de urine hebben. raag: I onderstaande stell ing juist of onjui t? Stelling: /let eer te aan\'111/end onder:oek dat u laat w.>rricluen is een echo \ 'On de nieren. I. Juist. 55. %ie opnieu" de stam vnn vraag 54. Vr:~ ag: Is ondcntaandc stelling jui t of onj uist? Stelli11g: Bij aanmilend onder:ock i ren hoog scrumkalium lc wn, acluen. 1. Juist. 56. Zie opnicu" de stam ' an \Taag 5-t Vr aag: Js ond ~ rs t a and c telling ju i tof ünjuist? Ste/liug: Ge:ien dl be taande hem0111rie bij de:e patil!nte i \ 't'nl 1}:ing naar de uroloog, oor de /r(lnd liggend. 1. Juist. 2. Onjuist 57. Zie opnieuw de stam van \Taag 54. \ 'rnng: Welke oor-a ak van d e-le hematurie is het meest \\:tarschijnlijk? 1. Een intcrstiticlc nefritis. 2. Een dunnebasaalmembraan nefropathic. 3. Een minimal change nefropathie. EINDE CA 13

15 58. Een patitnt heeft klaçhten over misselijkheid, braken en hoofdpijn. Hij ziet al enkele dagen slecht. De bloeddmk is bij herhaling 230/140 mm Hg. Overige bevindingen: scn1mkreatinine 350 ~unovl, K~ 5,6 mmol/1; proteïnurie 1,0 gil; fundoscopie (oogonderzoek): bloedingen, cxsudaten en arteriovcneuzc crossings. Vraag: ls onderstaande stelling juist of onjuist? Stelling: De bloeddruk moet binnen enkele urennaar normaalll'orden teruggebracht. I. Juist. 59. Zie opnieuw de stam van vraag 58. Vraag: Is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelling: Met een adequate bloeddrukdaling zal de encephalopathie snel, erbeteren. 60. Zie opnieuw de stam van \TaaS 58. Vraag: Is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelling: Ge:len de be, indingen en de hoogte wm de bloeddruk is paremerale bloeddruherlaging vereist. EINDE CASUS 61. Een 35 jarige man wordt vcrwezen naar het ziekenhuis in verband met nefrotisch syndroom. Nader onderzoek leert dat hier sprake is van een minimal change nefropmhie. Vraag: Js onderstaande stelling j uist of onjuist? Stelling: Hetnefrotisch syndroom zal ~ erdwijnen door behandeling met prednison. l. Juist. 62. Zie opnieuw de stam van vraag 61. Vraag: Is ondcrstnnnde stelling juist of onjuist? Stelling: Vrij typisch \'Oor een minimal change nefropalhie is het optreden \'an recidieven na periodes van volledige genezing. EINDECASUS 14

16 63. De heer Walden 18 jaar is bekend met een type I diabetes sinds zijn 9< jaar. Zijn instelling van de suikers is goed (HbAc I 7% = 53 mmol/mol). Bij de laatste oogheelkundige controle van I jaar geleden waren er geen af,, ijkingen. Hij komt vervroegd ter controle in verband met dikke voeten en handen. Bij urinecontrole is sprake van een forse proteïnurie (8 gram/i). Vrnag: Is onderstanode stelling juist of onjuist? Stelling: Een nierbiopsie is hier aangewezen om de oorzaak van de proteïnurie,te achterhalen 64. Zie opnieuw de stam van vraag 63. De heer Wnldcn blijk-t jaren later toch een chronische nierinsufiiciëntic te hebben ontwikkeld. I lij heeft een verhoogd PTH (p:muhom10on) met een fosfaat van 1,2 mmol/1. Vrnng: Is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelling: Alvorens bij Hr. Walden met vitamine D te startenmoet het fosfaatgehalte verder verminderd worden. 65. Zie opnieuw de stam van 64. Verder blocdonderzoek laat een serumkaliumgehalte zien van 5,5 mmolil Vraag: welke nict-mcdicnmenteuzc mantregel is mogelijk om het seruml<nliumgehalte te verminderen? I. Beperking van fruit. 2. Beperking van eiwitten. 3. Beperking van keukenzout (KaCI). El~DECASUS 66. Vraag: Is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelling: Normalisering van het hemoglobinegehalte middels erythropoëtine is een belangrijke maatregel om \'ertlere progressie mn chronische nierinsufficiëlllie te \ erminderen. 67. Vraag: Is onderstaande stellingjuist of onjuist? Stelling: Behandeling va11 cardiovasculaire risicofactoren nemen een belangrijke plaats in bij de behandeling van patië/1/enmet chronische nierinsufficiëmie. 15

17 68. Een 69-jarige man wordt via de huisarts naar een oefroloog \'erwezen in, erband met het bestaan van twee cysten in beide nieren welke per toeval gevonden zijn bij een echo van de buik in verband met darmklachten. In de familie komen, voor zo ver hij weet, geen nieraandoeningen voor. Vraag: Is ondcrstnnndc stelling juist of onjuist? Stelling: Bij deze 69 jarige man is zeer waarschijnlijk sprake wm een amosomaal dominante polycysteuze nierziekte 69. Het antidiuretisch hormoon speelt mogelijk een rol bij de groei van niereysten. Het blokkeren van ADH middels zogenaamde aquaretica zou daarin een therapeutische rol kunnen vervullen. Vraag: Op welke manier zou het ADH ook onderdrukt kunnen worden'! I. Veel water drinken (>4 liter/dag). 2. Weinig water d rinken (I liter/dag). 3. Veel zout eten (15 gram/dag). Weinig zou t eten (6 gram/d<~g) Vraag: als het werkillrsmechanis me van een middel afhankelijk is ' ' Ril een hoge topspiegel en een lage dalspiegel hoc moet dan de toediening bij een vcrminderde G FR worden aangepast uitgaande van het feit dnt dit middel volledig renaal geklaard wordt? I. Vem1indering van de dosis. 2. Verlenging van het dosisinterval 3. Verhoging van de dosis. 4. Verkorting van het dosisinterval 7 1. Een patiënt weegt 70kg. Bij een watergehalte van 60% heeft hij een totale hocveelheid water van 42 L (intracellulair 28 L en extracellulair 14 L). Vraag: is onderstaande stelling juist of o njui s t '~ Stelling: Het \'erdelings\ olume van een medicijn kan bij de::e patiënt >42 liter zijn. 72. Vraag: Waan an is d.c diffusieve klaring d oo r een kunstnier afhankelijk'! I. Blocdflow. 2. :'v1olecuulgroottc. 3. Zowel bloedflow als moleeuulgroonc. 73. Vraag: wat is een contra -indicatie voor het starten met CAPD? I. Liesbreuk. 2. Gevorderde atherosclerose. 3. Status na dubbelzijdige nefrectomie. 16

18 74. Vraag: Waarop wordt de urctcr van de transplantaatnier meestal aangesloten? I. De eigen blaas van de ontwmger. 2. De eigen ureter wm de omvanger. 3. De eigenurethra \'an de ontvanger. 75. Vraag: Wat is de kans dat een patiënt 20 jaar na een niertransplantatie een huidmaligniteit beeft (gehad). I. 10% 2. 20% 3. 40o/o 4. 80% 76. Bij schaarste aan organen is de leeftijd \'llll de pati!!nt één van de verdelingscriteria. Vraag: is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelliltg: Dit is een typisch voorbeeld wm utilisme. omdat het voorrang geeft lum hen bij wie de nood het hoogst is. 77. Vraag: Is onderstaande stelling juist of onjuist? Stelling: Bij een oudere man in l'er::orgingslwis die geen k/aclttenlteeft moet de urine regelmatig gecontroleerd worden op een urineweginfectie. 1. Juist. 78. Vraag: Is onderstanode stelling juist of onjuist? Stelling: Bij een manmet eenurineweginfectie moet men bedacht zijn op het bestaan \'On een prostatiti:;. 79. Vraag: Is onderstanode stelling juist of onjui5t? Stelling: Een parasympotlticomimeticum =orgt voor relaxatie 1 an de blaaswand en comractie l'an de blaassjincter. 17

19 80. Een stevige man,.an 58 jaar met diabetes mcllitus heeft al jaren last van recidiverende nierstenen. Onder.wek van de urine laat het volgende zien: urine ph 4, erythroc)1cn -+, eiwit -/-. Vrnng: Van welke soort steen is hier boogstwnnrschijnlijk sprake? 1. Caleiumoxalnatstcnen. 2. Koraalstenen (struvict ofwel magncsiumammoniumfosfaat). 3. Urinczuurstcncn. 18

1. De GFR (glomerulaire filtratiesnelheid) wordt gedefinieerd als de hoeveelheid plasmawater die per tijdseenheid:

1. De GFR (glomerulaire filtratiesnelheid) wordt gedefinieerd als de hoeveelheid plasmawater die per tijdseenheid: 1. De GFR (glomerulaire filtratiesnelheid) wordt gedefinieerd als de hoeveelheid plasmawater die per tijdseenheid: 1. de glomerulaire filters van de nieren passeert. 2. door de nieren stroomt. 3. door

Nadere informatie

Chronische Nierschade

Chronische Nierschade Chronische Nierschade Uitingen nieraandoeningen: Verlies van eiwit via de urine, albuminurie Specifieke sedimentsafwijkingen Afname van de glomerulaire filtratiesnelheid Micro-albuminurie: In een willekeurige

Nadere informatie

50204 Water- en Zouthuishouding 2 herhaaltoets 25 juli 2012 10:00 uur.oo uur

50204 Water- en Zouthuishouding 2 herhaaltoets 25 juli 2012 10:00 uur.oo uur UMC~StRadboud Universitair Medisch Centrum Faculteit der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 50204 Water- en Zouthuishouding 2 herhaaltoets 25 juli 2012 10:00 uur.oo uur Deze tentamenset kunt

Nadere informatie

UMC t~j St Radboud Water- en Zouthuishouding 2 25juni uur

UMC t~j St Radboud Water- en Zouthuishouding 2 25juni uur UMC t~j St Radboud 04tJNe. ~ Universitair Medisch Centrum Faculteit_ der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 50204 Water- en Zouthuishouding 2 25juni2010 13.00 uur Deze tentamenset kunt u na

Nadere informatie

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA A. Doel en achtergrondinformatie Doel Patiënten met chronische nierschade in een vroege fase diagnosticeren en het juiste behandeltraject inzetten om

Nadere informatie

50204 Water- en Zouthuishouding 2 27 juni2014 13.00 uur

50204 Water- en Zouthuishouding 2 27 juni2014 13.00 uur Radboud mr- Universitair Medisch Centrum Faculteit_ der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 50204 Water- en Zouthuishouding 2 27 juni2014 13.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen

Nadere informatie

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015 INTERLINE NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015 Inleiding Leden werkgroep: Mevrouw H.P.E. (Hilde) Peters, internist-nefroloog De heer J. (Joan) Doornebal, internist-nefroloog Mevrouw M.P.E. (Ria) Couwenberg,

Nadere informatie

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010 Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.

Nadere informatie

Verder bordurend op bovenstaande. Je koos optie 2 en herhaalde de tensie en MDRD na 3 maand: MDRD nog steeds 50 ml/min; RR 140/85.

Verder bordurend op bovenstaande. Je koos optie 2 en herhaalde de tensie en MDRD na 3 maand: MDRD nog steeds 50 ml/min; RR 140/85. Casusschets 1 De heer. H. is 55 jaar. Hij is bekend met DM type 2, goed gereguleerd met metformine en tolbutamide. De bloeddruk heb je recent een paar keer achter elkaar gemeten en bedroeg gemiddeld 150/90.

Nadere informatie

Waarom aandacht chronische nierschade (CNS)? CNS. Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine. Dr. Wim JC de Grauw. MDRD vs kreatinine klaring

Waarom aandacht chronische nierschade (CNS)? CNS. Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine. Dr. Wim JC de Grauw. MDRD vs kreatinine klaring MDRD vs kreatinine klaring Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine Dr. Wim JC de Grauw Huisarts Afd. Eerstelijnsgeneeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Diabetes Huisartsen Adviesgroep (DiHAG) Lid

Nadere informatie

DIABETISCHE NEFROPATHIE

DIABETISCHE NEFROPATHIE DIABETISCHE NEFROPATHIE Onderdeel van de micro-angiopathie bij diabetes mellitus. Insuline-afhankelijke DM 30% vd ptn krijgt nefropathie Niet-insuline-dependente DM 5% vd ptn Pathogenese: Meerdere factoren

Nadere informatie

Osmo- en volumeregulatie

Osmo- en volumeregulatie Osmo- en volumeregulatie De water- en zouthuishouding van het lichaam Anne Lohuis - 7 Februari 2013 Doelstelling Het verduidelijken van twee belangrijke functies van het menselijk lichaam, met daar aan

Nadere informatie

UMC ~)St Radboud. 50204 Water- en zouthuishouding 2 29juni2012 13.00 uur

UMC ~)St Radboud. 50204 Water- en zouthuishouding 2 29juni2012 13.00 uur I UMC ~)St Radboud Universitair Medisch Centrum Faculteit_ der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 50204 Water- en zouthuishouding 2 29juni2012 13.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen.

Nadere informatie

Topics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts

Topics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts Topics in Chronic Disease Chronische Nierschade en de huisarts Toets Nierinsufficiëntie Casus Metabole stoornissen Vervolg casus Nabespreking toets Nierinsufficiëntie komt bij ruim 10% van de Nederlandse

Nadere informatie

Aan: Opleiders Inwendige Geneeskunde Regio Amsterdam II. Geachte collegae,

Aan: Opleiders Inwendige Geneeskunde Regio Amsterdam II. Geachte collegae, Aan: Opleiders Inwendige Geneeskunde Regio Amsterdam II Geachte collegae, Op 27 september is de ROIG over nefrologie gepland. Bij deze ontvangt u het programma. Het is de bedoeling dat een AIOS uit het

Nadere informatie

Arteriële bloedgasanalyse. PCO 2 4,5-6,0 kpa (34 45 mmhg) ph 7,35-7,45 PO 2. 10,6-13,3 kpa (79 100 mmhg) bicarbonaat 22-26 mmol/l

Arteriële bloedgasanalyse. PCO 2 4,5-6,0 kpa (34 45 mmhg) ph 7,35-7,45 PO 2. 10,6-13,3 kpa (79 100 mmhg) bicarbonaat 22-26 mmol/l Normaalwaarden volwassenen in veneus plasma kreatinine 60-110 µmol/l (mannen) kreatinine 50-90 µmol/l (vrouwen) kreatinine 30-90 µmol/l (kinderen) ureum 3,0-7,0 mmol/l natrium 137-144 mmol/l kalium 3,4-4,6

Nadere informatie

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015 Chronische nierschade A. van Tellingen Smeerolie voor de poli 2015 Wie dient verwezen te worden? 52-jarige vrouw met diabetische nefropathie: MDRD 62 ml/min/1.73m 2 en albuminurie 28 mg/l? 68-jarige man:

Nadere informatie

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Lichaamswater Bij mannen 60%; vrouwen 50% ECV: iets minder dan de helft ICV: iets meer dan de helft Intravasculair (plasma): onderdeel van

Nadere informatie

Chronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG

Chronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG Chronische Nierschade Wim de Grauw Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG Wie moet ik extra in de gaten houden? DiHAG sterrencursus 11 juni 2009 2 Omvang

Nadere informatie

Verder bordurend op bovenstaande. Je koos optie 2 en herhaalde de tensie en MDRD na 3 maand: MDRD nog steeds 50 ml/min; RR 140/85.

Verder bordurend op bovenstaande. Je koos optie 2 en herhaalde de tensie en MDRD na 3 maand: MDRD nog steeds 50 ml/min; RR 140/85. Casusschets 1 De heer. H. is 55 jaar. Hij is bekend met DM type 2, goed gereguleerd met metformine en tolbutamide. De bloeddruk heb je recent een paar keer achter elkaar gemeten en bedroeg gemiddeld 150/90.

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Dr. Tom Geers, internist - nefroloog en opleider St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein Nierfunctie beloop met de leeftijd 1 Hoge sterfte bij dialyse patiënten Prevalentie

Nadere informatie

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Workshop chronische nierschade Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Mevr. Muis 73 jaar Voorgeschiedenis: diabetes mellitus type 2 hartfalen regelmatig urineweginfecties, 2x pyelonefritis aspecifieke

Nadere informatie

Nierschade. Kernboodschap. Nierfunctiestoornissen en albuminurie. Hart- en vaatziekten. Tijdige behandeling kan dit risico verminderen!

Nierschade. Kernboodschap. Nierfunctiestoornissen en albuminurie. Hart- en vaatziekten. Tijdige behandeling kan dit risico verminderen! Nierschade April 2013 Leonie Tromp huisarts te Tilburg Kaderarts Hart- en Vaatziekten Kernboodschap Nierfunctiestoornissen en albuminurie Hart- en vaatziekten Tijdige behandeling kan dit risico verminderen!

Nadere informatie

Bloedgasanalyse. Doelstelling. Bloedgasanalyse. 4 mei 2004 Blad 1. Sacha Schellaars IC centrum UMC Utrecht. Zuur base evenwicht Oxygenatie

Bloedgasanalyse. Doelstelling. Bloedgasanalyse. 4 mei 2004 Blad 1. Sacha Schellaars IC centrum UMC Utrecht. Zuur base evenwicht Oxygenatie Bloedgasanalyse Sacha Schellaars IC centrum UMC Utrecht Doelstelling De student kan de 4 stoornissen in het zuurbase evenwicht benoemen. De student kan compensatiemechanismen herkennen en benoemen. De

Nadere informatie

5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3.

5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie Ingrid de Vries, dialyseverpleegkundige Casper Franssen, internist-nefroloog Universitair Medisch Centrum Groningen Inhoud Hypoglycemie Verschillende

Nadere informatie

Bijwerkingen op de nier. Patricia van den Bemt Lareb Bijwerkingendag 20-11-2014

Bijwerkingen op de nier. Patricia van den Bemt Lareb Bijwerkingendag 20-11-2014 Bijwerkingen op de nier Patricia van den Bemt Lareb Bijwerkingendag 20-11-2014 Belangrijkste aandoeningen Acuut nierfalen Pre-renaal Renaal Post-renaal Nefrotisch syndroom Chronisch nierfalen Acuut nierfalen

Nadere informatie

Nefrotisch syndroom Symptomen

Nefrotisch syndroom Symptomen Nefrotisch syndroom Het Nefrotisch Syndroom (NS) is een zeldzame aandoening van de nieren. Het is geen ziekte op zich, maar een combinatie van ziekteverschijnselen (symptomen) die samen optreden. Verschillende

Nadere informatie

Consequenties voor de voeding

Consequenties voor de voeding Alleen Diabetes? Chronische Nierschade Diabetes Mellitustype 2 wat betekent dat voor de voeding? DieGo, diëtisten Gooi en Omstreken Mariëtte Hoogers, diëtist te Hilversum Bron: DieGo Caresharing Nevendiagnoses

Nadere informatie

Leerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen.

Leerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen. NIERFUNCTIE 2 Leerdoelen Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling Begeleid beschermende maatregelen Functies Volume- osmo- en zuurregulatie Excretie afvalproducten stofwisseling

Nadere informatie

Diabe&sche ketoacidose. Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015

Diabe&sche ketoacidose. Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015 Diabe&sche ketoacidose Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015 Casus 38- jarige man VG: blanco Buiten bewustzijn aangetroffen, onduidelijk of hij voordien klachten had Bij verdenking hypoglycemie in ambulance

Nadere informatie

bloedgassen Snelle interpretatie

bloedgassen Snelle interpretatie bloedgassen Snelle interpretatie Wat is de Ph Het aantal waterstofionen (H+) geteld per ml water. Hoeveel waterstofionen komen er bij een reactie vrij of gaan er verloren en/of hoeveel waterstofionen worden

Nadere informatie

Chronische Nierschade

Chronische Nierschade RCH15.331 Chronische Nierschade Chronische Nierschade Leonie Tromp Huisarts te Tilburg Kaderarts Hart- en Vaatziekten Kernboodschap Nierfunctiestoornissen en albuminurie Hart- en vaatziekten Tijdige behandeling

Nadere informatie

CVVH(DF): Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie)

CVVH(DF): Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie) CVVH(DF): Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie) Uw kind is opgenomen op de Intensive Care (IC) kinderen en krijgt een behandeling die zijn of haar nierfunctie gaat vervangen, genaamd Continue Veno-Veneuze

Nadere informatie

Marike Wabbijn Internist-nefroloog/acuut geneeskundige Ikazia Ziekenhuis

Marike Wabbijn Internist-nefroloog/acuut geneeskundige Ikazia Ziekenhuis Marike Wabbijn Internist-nefroloog/acuut geneeskundige Ikazia Ziekenhuis Nierschade bij diabetes en vaatlijden Wat is nierfunctie? Wanneer is er sprake van nierschade? Wanneer is er sprake van nierfunctieverlies?

Nadere informatie

Spiegelbijeenkomst Urk, mei Arnold Boonstra, internist-nefroloog

Spiegelbijeenkomst Urk, mei Arnold Boonstra, internist-nefroloog Spiegelbijeenkomst Urk, mei 2018 Arnold Boonstra, internist-nefroloog Disclosure belangen spreker Acuut of chronische nierinsufficiëntie Casuïstiek Huisarts belt nefroloog Goedemiddag, Ja eh, ik wil even

Nadere informatie

Reis door het Nephron. Hilde de Geus

Reis door het Nephron. Hilde de Geus Reis door het Nephron Hilde de Geus Anatomie De nier Het nephron Het nephron Wat is nierfunctie? Vermogen om bloed te zuiveren referentie stof volume bloed per tijdseenheid (ml-min) Bloeddruk regulatie

Nadere informatie

Nierfunctie bij oudere patiënten

Nierfunctie bij oudere patiënten Nierfunctie bij oudere patiënten Aris Prins, apotheker Apotheek Poeldijk Wie ben ik? Apotheker sinds april 2004 Na studie gewerkt als ziekenhuis apotheker in Ninewells Hospital Dundee, Schotland Sinds

Nadere informatie

Bloedgassen. Homeostase. Ronald Broek

Bloedgassen. Homeostase. Ronald Broek Bloedgassen Homeostase Ronald Broek Verstoring Homeostase Ziekte/Trauma/vergiftiging. Geeft zuur-base en bloedgasstoornissen. Oorzaken zuur-base verschuiving Longemfyseem. Nierinsufficientie Grote chirurgische

Nadere informatie

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN INTERLINE NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding Leden werkgroep: Mevrouw H.P.E. (Hilde) Peters, internist-nefroloog De heer J.

Nadere informatie

Nederlandse Nierdag 2014. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum

Nederlandse Nierdag 2014. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Het ABC van IgA nefropathie Nederlandse Nierdag 2014 Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Presentatie - Geschiedenis - Epidemiologie - De patiënt - Het diagnostische proces - De

Nadere informatie

Les 9 Nier. Nieren. Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR. Woordbetekenis Ren (L) b.v Art.

Les 9 Nier. Nieren. Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR. Woordbetekenis Ren (L) b.v Art. Les 9 Nier Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Nieren Woordbetekenis Ren (L) b.v Art. renalis / vena perirenaal

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie. Uitscheiding van urine. Transport urine AFI1. Nieren 2 Urine. Vanuit de nierpapillen druppelt urine in het nierbekken.

Anatomie / fysiologie. Uitscheiding van urine. Transport urine AFI1. Nieren 2 Urine. Vanuit de nierpapillen druppelt urine in het nierbekken. Anatomie / fysiologie Nieren 2 Urine FHV2009 / Cxx55 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Nieren 2 1 Uitscheiding van urine FHV2009 / Cxx55 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Nieren 2 2 Transport urine Vanuit de nierpapillen

Nadere informatie

PD: Peritoneale Dialyse

PD: Peritoneale Dialyse PD: Peritoneale Dialyse Uw kind is opgenomen op de Intensive Care (IC) kinderen en krijgt een behandeling die zijn of haar nierfunctie gaat vervangen, genaamd Peritoneale Dialyse (PD). De arts zal u en

Nadere informatie

Chronische nierschade bij volwassenen

Chronische nierschade bij volwassenen Regionale Transmurale Afspraak Zuidoost Brabant Chronische nierschade bij volwassenen Toelichting Pagina 1 Nierfunctie Vanaf veertigjarige leeftijd neemt de nierfunctie geleidelijk af met ongeveer 0,4

Nadere informatie

Urine onderzoek door de internist-nefroloog

Urine onderzoek door de internist-nefroloog Urine onderzoek door de internist-nefroloog Soesterberg, 14 maart 2018 Dr YWJ Sijpkens, internist Haaglanden Medisch Centrum, Den Haag Cruquius museum Heemstede Hoeveelheid urine per dag? Hoeveelheid urine

Nadere informatie

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Lichaamswater Bij mannen 60%; vrouwen 50% ECV: iets minder dan de helft ICV: iets meer dan de helft Intravasculair (plasma): onderdeel van

Nadere informatie

IgA nefropathie. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum

IgA nefropathie. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum IgA nefropathie Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Presentatie - Geschiedenis - Epidemiologie - Het ziekteproces - De patiënt - Het diagnostische proces - De behandeling - De

Nadere informatie

Water, elektrolyten en zuur-base balans. Verdeling en compositie van lichaamsvloeistoffen

Water, elektrolyten en zuur-base balans. Verdeling en compositie van lichaamsvloeistoffen Water, elektrolyten en zuur-base balans Clinical Medicine Kumar & Clark (hoofdstuk 13 in de 8e druk, hoofdstuk 9 in de 9e druk) Verdeling en compositie van lichaamsvloeistoffen Het lichaamsgewicht van

Nadere informatie

Implementatie NHG-standaard chronische nier schade (CNS) Liedewei van Waes, kaderhuisarts HVZ, SGE Geert Smits, kaderhuisarts HVZ, Pozob

Implementatie NHG-standaard chronische nier schade (CNS) Liedewei van Waes, kaderhuisarts HVZ, SGE Geert Smits, kaderhuisarts HVZ, Pozob Implementatie NHG-standaard chronische nier schade (CNS) 2018 Liedewei van Waes, kaderhuisarts HVZ, SGE Geert Smits, kaderhuisarts HVZ, Pozob Conflict of interests GEEN Kernboodschappen NHG-richtlijn 2018:

Nadere informatie

LET OP: Als er meer dan 500 mg/mmol eiwit is, dan wordt de uitslag een * en wordt het totaal eiwitverlies berekend!

LET OP: Als er meer dan 500 mg/mmol eiwit is, dan wordt de uitslag een * en wordt het totaal eiwitverlies berekend! Praktische leidraad voor huisarts en praktijkondersteuner m.b.t. interpretatie en behandeling van chronische nierschade (Gebaseerd op de NHG standaard Chronische Nierschade 2018 ) Er is sprake van chronische

Nadere informatie

(N.B. Delen van dit verslag zijn overgenomen uit ons verslag van een lezing door dr. van den Wall Bake in 2006)

(N.B. Delen van dit verslag zijn overgenomen uit ons verslag van een lezing door dr. van den Wall Bake in 2006) Nierschade Samenvatting van de lezing door dr. A.G.Lieverse, als specialist interne geneeskunde verbonden aan het Máxima Medisch Centrum, op maandag 22 september 2014 voor de DVN Regio Peel & Kempen. door

Nadere informatie

Nierschade Acute nierschade Klachten acute nierschade

Nierschade Acute nierschade Klachten acute nierschade Nierschade Vaak is er sprake van chronische Doordat er in het begin weinig tot geen klachten zijn, kan het lange tijd onopgemerkt blijven. Nierschade kan ook plotseling ontstaan: acute Als acute nierschade

Nadere informatie

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN 03 Rode bloedcellen 03 Witte bloedcellen 04 Bloedplaatjes 04 Hematocriet 04 Hemoglobine 04 Ureum 05 Creatinine 05 Urinezuur 05 Natrium

Nadere informatie

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Elektrolytstoornis tijdens ALS samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Inhoudsopgave Doelstelling Context: 4 H s en 4 T s Kalium Hyperkaliëmie Hypokaliëmie Samenvatting Vragen/discussie Doelstelling Inzicht

Nadere informatie

1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald

1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald 1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1. Ferritine 2. CRP 3. Kreatinine 4. Albumine De glomerulaire filtratiesnelheid

Nadere informatie

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten APO 4-02 SPC Voorraadproducten Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Natriumchloride infusievloeistof 3% zak 500ml 1. Naam van het geneesmiddel Natriumchloride infusievloeistof 3% zak 500ml

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes Begeleiding in het Refaja ziekenhuis ZWANGERSCHAPSDIABETES BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING U bent verwezen naar het ziekenhuis, omdat u tijdens uw zwangerschap diabetes

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes Begeleiding in het Refaja ziekenhuis ZWANGERSCHAPSDIABETES BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING waar het ziekenhuis, omdat tijdens heeft ontwikkeld. Zwangerschapsdiabetes

Nadere informatie

Fosfaat. 4/10/2014 Aegida Neradová

Fosfaat. 4/10/2014 Aegida Neradová Fosfaat 4/10/2014 Aegida Neradová Indeling fosfaat fosfaat en het menselijk lichaam nierfunctie(s) chronische nierschade dieet fosfaatbinders Fosfaat Fosfaat EU-verbod op fosfaten in wasmiddelen 14 dec

Nadere informatie

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Allemaal Beestjes Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Voorgeschiedenis Vrouw, 68 jaar Diabetes type 2 (1995), hypertensie (2010), chronische nierinsuffiëntie (2012) Presentatie op de SEH In de nacht

Nadere informatie

Chronische nierschade (CNS)

Chronische nierschade (CNS) Chronische nierschade (CNS) Wilbert Jellema Internist-nefroloog, St Antonius Ziekenhuis Chronische nierschade (CNS) Outline: 1. Waarom zoveel aandacht voor CNS? 2. Hoe screenen? 3. Hoe verdere achteruitgang

Nadere informatie

BIJSLUITER. FUROSEMIDE 2 mg/ml drank

BIJSLUITER. FUROSEMIDE 2 mg/ml drank BIJSLUITER FUROSEMIDE 2 mg/ml drank Dit geneesmiddel is specifiek voor kinderen jonger dan 12 jaar ontwikkeld en daar is de tekst van de bijsluiter op aangepast. Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u

Nadere informatie

Nierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren

Nierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren Nierfunctieonderzoek bij diabetes N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december 2011 Nieren Nieren 1 Functie & schade Nierfunctie : het vermogen om afvalstoffen te klaren (voorbeeld: kreatinine) het vermogen

Nadere informatie

Urineweginfecties en antibiotica

Urineweginfecties en antibiotica Urologie Urineweginfecties en antibiotica www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Algemene oorzaken urineweginfecties... 3 Blaasontsteking... 4 Verschijnselen kunnen zijn:... 4 Diagnose... 4 Behandeling... 5

Nadere informatie

Analyse van het Z-B evenwicht Stewart methodiek

Analyse van het Z-B evenwicht Stewart methodiek Analyse van het Z-B evenwicht Stewart methodiek Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud De relatie tussen ph en [H + ] ionen 300 250 [H + ] nmol/l 200 150 100 50 0 6,4 6,6 6,8 7 7,2 7,4 7,6 7,8 ph

Nadere informatie

Presentatie Casus 1b. Victoria Janes & Yvonne Poel

Presentatie Casus 1b. Victoria Janes & Yvonne Poel Presentatie Casus 1b Victoria Janes & Yvonne Poel Casusbeschrijving Vrouw: 55 jaar wordt door de ambulance naar de SEH gebracht, waar u als arts-assistent assistent werkzaam bent. Dezelfde ochtend heeft

Nadere informatie

Zorgpad chronische diabeteszorg

Zorgpad chronische diabeteszorg Zorgpad chronische diabeteszorg Zorgpad chronische diabeteszorg U wordt op de polikliniek van het Kennemer Gasthuis begeleid vanwege diabetes mellitus (suikerziekte). Uw internist heeft aangegeven dat

Nadere informatie

DE CARDIORENALE INTERACTIE

DE CARDIORENALE INTERACTIE SAMENVATTING 143 144 Samenvatting DE CARDIORENALE INTERACTIE Chronisch nierfalen is een wereldwijd gezondheidsprobleem en een voorname oorzaak van morbiditeit en mortaliteit. De ziekte ontwikkelt zich

Nadere informatie

Tips en trics voor de nefrologie anno 2015. Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen

Tips en trics voor de nefrologie anno 2015. Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen Tips en trics voor de nefrologie anno 2015 Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen Disclosures Dr. I.C. van Riemsdijk None Drs. M. Wabbijn None Inleiding Algemeen: wat is nierfunctie

Nadere informatie

Wachtlijst transplantatie ja nee in voorbereiding

Wachtlijst transplantatie ja nee in voorbereiding Baseline CRF 1. Patiënt nummer 2. Informed consent akkoord niet akkoord 3. Datum invullen / / (dag/maand/jaar) 4. Demografische gegevens Geslacht M V Geboortedatum / / (dag/maand/jaar) Ras Kaukasisch Afro-Caribisch

Nadere informatie

Organisatie van de urinewegen

Organisatie van de urinewegen Urine wegen Informatie bij les 3 De stof in deze presentatie is een samenvatting uit het boek Anatomie en fysiologie; een inleiding van uitgeverij Pearson Organisatie van de urinewegen Functies van de

Nadere informatie

Vroege diagnose van nieraandoeningen met behulp van urine onderzoek bij katten

Vroege diagnose van nieraandoeningen met behulp van urine onderzoek bij katten Vroege diagnose van nieraandoeningen met behulp van urine bij katten Methode en interpretatie van de resultaten Ontwikkeld in samenwerking met Tjerk Bosje, Specialist Interne Geneeskunde Inleiding Chronische

Nadere informatie

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek? Erfelijke nierziekten: algemene aspecten van erfelijkheid, overerving en erfelijkheidsadvies Nine Knoers Klinisch Geneticus Commissie Erfelijke Nierziekten NVN 4 november 2006 HUMAN GENETICS NIJMEGEN Inhoud

Nadere informatie

Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere.

Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere. Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere. patient 34 jarige dame G3P1, : 37 wkn2d Voorgeschiedenis: DM type 1 sinds 1983 1 miskraam in 1999 Start insulinepomp 1999 1 ste kindje in 2009 HbA1c 2010: 8.9%,

Nadere informatie

Bij een metabole acidose is er een daling van de ph en het bicarbonaatgehalte. Compensatoir kan het CO2 gehalte in het bloed dalen.

Bij een metabole acidose is er een daling van de ph en het bicarbonaatgehalte. Compensatoir kan het CO2 gehalte in het bloed dalen. ZUUR BASE EVENWICHT Afwijkingen in het zuur base evenwicht worden onderverdeeld in respiratoire en metabole acidose, respiratoire en metabole alkalose en gemengde aandoeningen. 1.1 Respiratoire acidose

Nadere informatie

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy http://www.medics4medics.com

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy http://www.medics4medics.com Zuurbase evenwicht 1 Zuren 2 Base 3 4 5 6 7 oxygenatie / ventilatie 8 9 Arteriële bloedgaswaarden Oxygenatie PaO2: 80-100mmH2O SaO2: 95-100% Ventilatie: PaCO2: 35-45mmHg Zuur-base status ph: 7.35-7.45

Nadere informatie

Acuut nierfalen bij Stafylococcus aureus endocarditis. IC-bespreking 4-1-2015 Rafke Schoffelen Internist in opleiding

Acuut nierfalen bij Stafylococcus aureus endocarditis. IC-bespreking 4-1-2015 Rafke Schoffelen Internist in opleiding Acuut nierfalen bij Stafylococcus aureus endocarditis IC-bespreking 4-1-2015 Rafke Schoffelen Internist in opleiding Casus Man 70 jaar VG: AF, CABG, mitralisring A/ Sinds 2 dagen dyspneu, misselijk, dorst,

Nadere informatie

DIABETESREGULATIE RONDOM HEMODIALYSE. Dialyse patiënt met diabetes Mellitus. Insulinebehoefte rond start van HD. Vraag. Hemodialyse & hypoglykemie

DIABETESREGULATIE RONDOM HEMODIALYSE. Dialyse patiënt met diabetes Mellitus. Insulinebehoefte rond start van HD. Vraag. Hemodialyse & hypoglykemie Dialyse patiënt met diabetes Mellitus DIABETESREGULATIE RONDOM HEMODIALYSE Casus: Mevr. L, 65 jaar, DM2 Net gestart met HD 2 x daags 22 E insuline sc. Ingrid de Vries & Casper Franssen Toegang: getunnelde

Nadere informatie

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het SUIKERZIEKTE Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het lichaam. U kunt hierbij denken aan slecht functionerende

Nadere informatie

Checklists. Uitneembaar katern, handig om mee te nemen

Checklists. Uitneembaar katern, handig om mee te nemen Uitneembaar katern, handig om mee te nemen Hoofdstuk 2 Zorgverleners bij diabetes type 2 21 Checklists Dit uitneembare katern bevat checklists over controles die bij goede zorg horen; tips voor communicatie

Nadere informatie

St. Antonius Ziekenhuis

St. Antonius Ziekenhuis INTERNE GENEESKUNDE IgA-nefropathie BEHANDELING IgA-nefropathie Door uw arts is IgA-nefropathie bij u vastgesteld of er is een vermoeden dat u deze aandoening heeft. In deze folder leest u meer over de

Nadere informatie

Onderzoek naar nierstenen

Onderzoek naar nierstenen Onderzoek naar nierstenen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U bent verwezen naar de uroloog omdat u mogelijk nierstenen heeft die klachten veroorzaken. Om te

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis Refaja Ziekenhuis Stadskanaal Zwangerschapsdiabetes Begeleiding in het Refaja ziekenhuis ZWANGERSCHAPDIABETES BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING Deze folder is voor u bedoeld als u tijdens

Nadere informatie

Casus 5. Kavita Ramdien, Rob Vermond, Jurre Stens

Casus 5. Kavita Ramdien, Rob Vermond, Jurre Stens Casus 5 Kavita Ramdien, Rob Vermond, Jurre Stens Inleiding casus 5 U gaat als co-assistent mee met de ambulance die gewaarschuwd is door de buren (die een sleutel hebben) van een 70-jarige man, die zij

Nadere informatie

Chronische nierschade

Chronische nierschade Chronische nierschade Pauline Heijstee Kaderhuisarts diabetes Nierfunctie n Afvalstoffen klaren n Vochtbalans handhaven n Electrolytenbalans handhaven Nierschade n Verlies van stoffen die we niet willen

Nadere informatie

Indicatie Te hoog fosfaat ten gevolge van niet goed werkende nieren.

Indicatie Te hoog fosfaat ten gevolge van niet goed werkende nieren. Fosfaatbinders De hoeveelheid calcium (kalk) en fosfaat in het bloed wordt geregeld door een aantal organen en weefsels: de darm, de botten, de bijschildklieren, de lever, de nieren en de huid. Calcium

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair

Nierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair Nierinsufficiëntie Stand van zaken Behandeling Vroegbegeleiding Impact op arbeidsongeschiktheid Nierinsufficiëntie Definitie van chronisch nierlijden (CKD) CKD en co-morbiditeit Hoe de evolutie van CKD

Nadere informatie

BIJSLUITER. FUROSEMIDE 2 mg/ml drank

BIJSLUITER. FUROSEMIDE 2 mg/ml drank BIJSLUITER FUROSEMIDE 2 mg/ml drank Dit geneesmiddel is specifiek voor kinderen jonger dan 12 jaar ontwikkeld en daar is de tekst van de bijsluiter op aangepast. Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u

Nadere informatie

Levensbedreigende hyponatriëmie. J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen

Levensbedreigende hyponatriëmie. J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen Levensbedreigende hyponatriëmie J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen 1 U meet een lage plasma [Na + ] - waarom? Concentratie = Totaal Na + in extracellulaire ruimte 2 U meet een lage plasma [Na

Nadere informatie

Nierfunctie: benazepril 186

Nierfunctie: benazepril 186 Nierfunctie: benazepril 186 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van bijwerkingen

Nadere informatie

www.azstlucas.be > Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie

www.azstlucas.be > Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie www.azstlucas.be > Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie Inhoud Inleiding a. Rode bloedcellen b. Witte bloedcellen c. Bloedplaatjes d. Hematocriet e. Hemoglobine

Nadere informatie

Postoperatieve achteruitgang Postoperatieve renale van de nierfunctie verwikkelingen

Postoperatieve achteruitgang Postoperatieve renale van de nierfunctie verwikkelingen Postoperatieve achteruitgang Postoperatieve renale van de nierfunctie verwikkelingen Y. Vanrenterghem Dienst nefrologie UZ Gasthuisberg Overzicht Definitie Epidemiologie Etiopathogenese Diagnostiek Implicaties

Nadere informatie

Prednison (corticosteroïden)

Prednison (corticosteroïden) Prednison (corticosteroïden) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl Uw MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) heeft u Prednison voorgeschreven

Nadere informatie

Nierfunctie in de oncologie. Diakonessenhuis

Nierfunctie in de oncologie. Diakonessenhuis Nierfunctie in de oncologie Overzicht presentatie Overzicht van de normale nierfunctie Meten van nierfunctie Stadia chronische nierschade Microalbuminurie, proteïnurie Glomerulaire syndromen Oncologie

Nadere informatie

5O204 Water en zouthuishouding

5O204 Water en zouthuishouding 5O204 Water en zouthuishouding Thema 1 3 HC 1.1 - Inleiding 3 HC 1.2 - Glomerulaire filtratie en proteïnurie 3 ZSO 1.1 - Anatomie 3 ZSO 1.2 - Glomerulaire filtratie (GFR) / Creatinineklaring 4 ZSO 1.3

Nadere informatie