BI JLAGE. Addendum aan de beleidsovereenkomst in het kader van het Stedenfonds. Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst.

Transcriptie

1 BI JLAGE Bijlage Addendum aan de beleidsovereenkomst in het kader van het Stedenfonds Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst

2 Addendum 2 behorende bij de beleidsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de periode Inleiding Tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Gemeenschapscommissie werd op 8 juli 2003 een beleidsovereenkomst voor de uitvoering van het Stedenfonds afgesloten. In deze overeenkomst werden de strategische doelstellingen, de maatschappelijke effecten, de beleidsindicatoren, de operationele doelstellingen, de prestaties, de op te leveren meetresultaten en de verdeling van de trekkingsrechten vastgelegd. Op 15 december 2004 werd een addendum 1 afgesloten, dat naast de weglating van 1 beleidsindicator aanpassingen regelde met betrekking tot de geplande infrastructuurwerken. Daarnaast regelde dit addendum de toewijzing van een reservebedrag 2003, de toewijzing van bijkomende middelen ingevolge de indexering van het trekkingsrecht 2004 en een herschikking van middelen Het voorliggende addendum 2 regelt inhoudelijke aanpassingen op operationeel niveau en financiële aanpassingen. De inhoudelijke aanpassingen met betrekking tot SD 1 (coördinatie en afstemming stedenbeleid) vloeien voort uit de optie om 3 architecten in te zetten voor de uitvoering van de Beleidsnota Patrimonium en Investeringsbeleid (OD 1) en om mbt wijkontwikkelingsprogramma s (OD2) een kader uit te werken, waarin partners zich moeten inschrijven om in aanmerking te komen voor inschakeling in deze doelstelling. De aanpassingen binnen het programma onderwijs en opleiding (SD 2) hebben als doel om voor de lopende sporen de prestaties en meetfactoren transparanter en gedetailleerder te formuleren. Verder krijgt OD 7 in het licht van de reguliere erkenning en financiering van lokale werkwinkels vanuit het BHG en de Vlaamse Gemeenschap een nieuwe oriëntering. De nieuwe oriëntering heeft betrekking op de optie om de ondersteuning van de opleidings, werkervarings en tewerkstellingsinitiatieven (dit aspect maakte vroeger deel uit van OD 6) verder uit te bouwen, om werkcreatie in knelpuntensectoren te stimuleren en om de via SIF/ Stedenfonds uitgebouwde lokale informatie en oriënteringspunten te integreren in de lokale werkwinkel en zodoende geen nieuwe lokale informatie en oriënteringspunten op te richten. De opname van bijkomende meetfactoren in OD 6 hebben tot doel om zicht te krijgen op enerzijds de inspanningen die opleidings, tewerkstellings en werkervaringsinitiatieven leveren op vlak van Nederlandse taalverwerving bij de deelnemers en op anderzijds de opleidingsmogelijkheden die zij aanbieden aan de deelnemers. Tenslotte wordt in OD 5 een nieuwe prestatie opgenomen met het doel de organisatie van een zomerschool te onderzoeken. Wat het aanbod betreft op vlak van cultuurbeleid, kunst, sociaal cultureel werk, jeugd en sport (SD3), worden de prestaties aangepast aan lopende evoluties. Zo wordt voor OD 1 geen budgettaire uitbreiding voorzien, wat tot gevolg heeft dat van initiatiefnemers niet langer verwacht wordt dat hun aanbod uitbreidt. Wat de buurtsportinitiatieven betreft, wordt vanuit het gegeven dat ze samengebracht zijn binnen de werking van Buurtsport Brussel vzw in de prestatieformulering aandacht besteed aan de afstemming op het reguliere sportbeleid. Wat de vrijetijdsgerichte informatica ateliers betreft, wordt verwacht dat hun onderlinge samenwerking verstevigd wordt. Wat de sport en spelruimtes betreft, wordt de voorziene ruimte in Sint Joost afgewerkt in De oorspronkelijk voorziene tweede sport en Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 1

3 spelruimte zal gerealiseerd worden in Schaarbeek. Deze investering is opgenomen in SD 5, OD 1. Ten slotte krijgt in het licht van het gegeven dat het proces mbt het verbeteren van de samenwerking tussen en de kwaliteit van de WMKJ s nog aan de gang is, dit proces verder aandacht in de prestatieformulering en wordt de optie om de inplanting van nieuwe WMKJ s in te planten voorlopig verlaten. Wat OD 2 (sociaal cultureel werk) betreft, wordt eveneens geen budgettaire uitbreiding voorzien, wat tot gevolg heeft dat van initiatiefnemers niet langer verwacht wordt dat hun aanbod uitbreidt. Wat OD 3 (sociaal artistieke projecten) betreft, vervalt de prestatie mbt het onderzoek, omdat dit spoor niet langer nodig wordt geacht. Wat de uitbouw van welzijns en gezondheidsvoorzieningen (SD 4) betreft, worden mbt de gezondheidsvoorzieningen ( OD 1) de lopende initiatieven gecontinueerd. De aanpassing van de prestatieformulering wordt ingegeven door het feit dat het onderscheid tussen wijkgezondheidscentrum en lokale gezondheidsvoorziening niet langer opportuun wordt geacht. Wat OD 2 betreft, vloeit de aanpassing voort uit het gegeven dat een netwerkontwikkelaar XYZ wordt aangesteld met het doel bijkomende plaatsen voor buitenschoolse kinderopvang te realiseren. Bij de uitbouw van deze plaatsen wordt rekening gehouden met de resultaten van het actie onderzoek XYZ. Wat de projecten mbt opvoedingsondersteuning betreffen, wordt bijkomend verwacht dat zij rekening houden met de ontwikkelingen op Vlaams niveau (kaders van Kind en Gezin). De aanpassing mbt OD 3 vloeit voort uit de optie om in het kader van het decreet lokaal sociaal beleid lokale zonecoördinatoren in te zetten die als opdracht hebben om opportuniteiten uit te zoeken. Wat het uitbouwen van gemeenschapsinfrastructuur (SD 5 ) betreft, worden in uitvoering van de Beleidsnota Patrimonium en Investeringsbeleid de prestaties in OD 1 concreet ingevuld. Wat OD 2 betreft worden de prestaties beperkt tot de verdere uitvoering van de aangegane engagementen. Vanaf 2006 worden in uitvoering van de Beleidsnota Patrimonium en Investeringsbeleid de infrastructuurmiddelen geconcentreerd in OD1. De financiële aanpassingen hebben betrekking op het herschikken van de middelen 2006 in functie van zicht op de reële uitgaven en op het toewijzen van middelen die voortvloeien uit de verhoging van het trekkingsrecht volgens het decretaal bepaalde evolutiepercentage 3,5%. 2. Aanpassingen op het niveau van de operationele doelstellingen Strategische doelstelling 1: De VGC ontwikkelt een duurzaam beleidsinstrumentarium, stemt haar beleid in het kader van het Stedenfonds en haar regulier beleid beter op elkaar af en stemt dit beleid beter af op de beleidskaders van de andere overheden en private partners SD1 OD1: De VGC ontwikkelt, stuurt en coördineert het Stedenfondsprogramma en stemt haar initiatieven in het regulier beleid en het Stedenfondsprogramma op elkaar af. Prestaties eind 2004 De beleidsuitvoering, het programmabeheer, projectcoördinatie, projectontwikkeling, projectbegeleiding en ondersteuning, de programmamonitoring en het uitbouwen van netwerken tussen Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 2

4 de verschillende actoren in het Stedenfonds zijn gerealiseerd. Er is een coherent operationeel projectenplan, waarin de taken van de bij het Stedenfonds betrokken actoren duidelijk afgebakend en omschreven zijn. Er is per bevoegdheidsdomein een duidelijk kader uitgetekend mbt de afstemming tussen het regulier beleid en het Stedenfondsprogramma. De beleidsuitvoering, het programmabeheer, projectcoördinatie, projectontwikkeling, projectbegeleiding en ondersteuning, de programmamonitoring en het uitbouwen van netwerken tussen de verschillende actoren in het Stedenfonds zijn gerealiseerd. Het kader, dat de afstemming tussen het regulier beleid en het Stedenfondsprogramma toelicht, wordt verder gehanteerd De beleidsuitvoering, het programmabeheer, projectcoördinatie, projectontwikkeling, projectbegeleiding en ondersteuning, de programmamonitoring en het uitbouwen van netwerken tussen de verschillende actoren in het Stedenfonds zijn gerealiseerd. Er worden 3 architecten ingezet voor de uitvoering van de Beleidsnota Patrimonium en Investeringsbeleid Het kader, dat de afstemming tussen het regulier beleid en het Stedenfondsprogramma toelicht, wordt verder gehanteerd Wijze van meten 2004 Operationeel projectenplan + format voor auditing/evaluatie/monitoring van de projecten in uitvoering Een werkplan met een duidelijke taakafbakening tussen de verschillende actoren van het Stedenfonds instrumentarium (de Dienst Stedelijk Beleid, het Centrum voor Sociale Stadsontwikkeling en de advieswerkgroep Stedelijk Beleid). Kader per bevoegdheidsdomein Een evaluatie van de uitvoering van het opgestelde werkplan met een duidelijke taakafbakening tussen de verschillende actoren van het Stedenfonds instrumentarium. Kader per bevoegdheidsdomein Een evaluatie van de uitvoering van het opgestelde werkplan met een duidelijke taakafbakening tussen de verschillende actoren van het Stedenfonds instrumentarium. Data indiensttreding architecten Kader per bevoegdheidsdomein SD1 OD3: De VGC voert in samenwerking met andere overheden in minstens 2 wijken mee een globaal wijkontwikkelingsprogramma uit. Prestaties eind 2004 In minstens 2 wijken werd in samenwerking met andere overheden een globaal wijkontwikkelingsprogramma mee Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 3

5 uitgevoerd. Wijze van meten 2004 wijkontwikkelingsprogramma per wijk en rapportage van de voortgang meerjarenplan In minstens 2 wijken werd in samenwerking met andere overheden een globaal wijkontwikkelingsprogramma mee uitgevoerd. In minstens 2 wijken werd in samenwerking met andere overheden een globaal wijkontwikkelingsprogramma mee uitgevoerd. De VGC werkt een kader uit voor wijkontwikkeling waarin partners zich zullen moeten inschrijven om in aanmerking te komen voor inschakeling in deze doelstelling. jaarverslagen van de betrokken initiatieven waarin de voortgang m.b.t. de wijkontwikkeling op basis van het uitgewerkte meerjarenplan in de betrokken wijken wordt beschreven jaarverslagen van de betrokken initiatieven waarin de voortgang m.b.t. de wijkontwikkeling op basis van het uitgewerkte meerjarenplan in de betrokken wijken wordt beschreven kader wijkontwikkeling Strategische doelstelling 2: Het verwerven van een minimumkwalificatie als basis voor levenslang en levensbreed leren bevorderen door een voldoende ruim en gedifferentieerd netwerk van onderwijs en opleidingsvoorzieningen uit te bouwen. SD2 OD3: Prestaties eind 2004 De VGC verbetert de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur en van de schoolomgeving als element van stadsvernieuwing en/of geeft een aanzet tot multifunctioneel gebruik van de schoolinfrastructuur. Per jaar is met 10 scholen samengewerkt omtrent de verbetering van de onderwijsinfrastructuur en / of het multifunctioneel gebruik van de schoolinfrastructuur (zie ook SD5 OD2). Hiervoor kan het interventieteam, dat werken uitvoert in de scholen, ingeschakeld worden. Of scholen worden indien zij dit wensen begeleid en ondersteund voor de uit te voeren werken en/of de openstelling van hun infrastructuur. Idem 2004 Basisopdracht: per jaar voert het Schoolinterventieteam in minstens 10 scholen werken uit in functie van de verbetering en/of het multifunctioneel gebruik van de schoolinfrastructuur (zie ook SD 5 OD 2). Het Schoolinterventieteam verstrekt advies aan scholen in functie van de werken die tot het takenpakket van de vzw behoren. Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 4

6 Wijze van meten 2004 en 2006 SD2 OD4: Prestaties eind 2004 Wijze van meten 2004 Het Schoolinterventieteam signaleert mogelijkheden en knelpunten op vlak van schoolinfrastructuur aan de VGC. Namen van de scholen. Registratie van het aandeel van de werkzaamheden van het interventieteam Registratie begeleiding en ondersteuning Projectfiche per school De VGC bouwt alternatieve leerroutes uit in samenwerking met de institutionele partners, de onderwijsinstellingen en derdenorganisaties. De drie bestaande leerroutes (kinderzorg, kantoor, jeugd en gehandicaptenzorg) en de pilootactie ter interculturalisatie van het sociaal hoger onderwijs (deeltijds maatschappelijk assistent) en van de lerarenopleiding zijn gecontinueerd. De bestaande leerroutes en de pilootactie zijn gecontinueerd, indien een structurele verankering nog niet gerealiseerd is. De mogelijkheden naar mogelijke alternatieve leerroutes zijn onderzocht. Tweedekansonderwijs: het bestaande opleidingsaanbod (kinderzorg, kantoor, jeugd en gehandicaptenzorg) wordt gecontinueerd en uitgebreid met de afdeling TSO 3 secretariaattalen. De bijzondere leerroute voor maatschappelijk assistent wordt gecontinueerd tijdens het schooljaar en geëvalueerd in functie van verankering of afbouw. Het project toeleiden van volwassenen uit allochtone populaties naar de lerarenopleiding wordt gecontinueerd tijdens het schooljaar en geëvalueerd in functie van verankering of afbouw. De noden en mogelijkheden voor het oprichten en/of ondersteunen van acties inzake alternatieve leerroutes worden in kaart gebracht (mogelijke accenten: deeltijds onderwijs, volwassenenonderwijs, opleidingen tot knelpuntberoepen, acties ter ondersteuning van jongeren die het reguliere circuit verlaten ). registratie samenstelling (participatie allochtonen en laaggeschoolden), instroom en uitstroom van de deelnemers registratie samenstelling (participatie allochtonen en laaggeschoolden), instroom en uitstroom van de deelnemers Overzicht van de mogelijkheden. Registratie van instroom, doorstroom en uitstroom aan de hand van volgende criteria: participatie Brusselaars, allochtonen, laaggeschoolden, uitstroom naar werk (locatie, type) en/of opleiding. Overzicht van de noden en mogelijkheden. Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 5

7 SD2 OD5: Prestaties eind 2004 Wijze van meten 2004 De VGC stimuleert het gebruik van de Nederlandse taal door de kwaliteit van de taalondersteuning en taalstimulering te verhogen. Lesgevers, instructeurs in de opleidings en tewerkstellingssector en animatoren die taalondersteunende initiatieven organiseren, worden (fasegewijs) begeleid en ondersteund voor het aspect Nederlandse taal. De ondersteunende initiatieven, die ifv taalondersteuning en taalstimulering zullen genomen worden, afgestemd op het Huis van het Nederlands, worden jaarlijks opgelijst. Lesgevers, instructeurs in de opleidings en tewerkstellingssector en animatoren die taalondersteunende initiatieven organiseren, worden (fasegewijs) begeleid en ondersteund voor het aspect Nederlandse taal. Het jaarlijks programma aan bijkomende initiatieven is uitgevoerd. De acties inzake taalstimulering in de vrije tijd worden gecontinueerd en geëvalueerd in functie van verankering (doelgroep: animatoren). De acties inzake taalondersteuning voor volwassenen worden gecontinueerd (doelgroep: lesgevers en instructeurs). De actie inzake taalondersteuning voor de Brusselse hogescholen en universiteiten wordt gecontinueerd en geëvalueerd in functie van verankering. De mogelijkheden en voorwaarden voor het organiseren van een Zomerschool worden in kaart gebracht Rapportage van de ondersteuning (vorming, begeleiding, materiaal) die wordt geboden aan de organisaties voor het aspect Nederlandse taal. Jaarlijkse oplijsting Rapportage van de ondersteuning (vorming, begeleiding, materiaal) die wordt geboden aan de organisaties voor het aspect Nederlandse taal. Overzicht jaarlijks uitgevoerd programma Taalstimulering in de vrije tijd: rapportage van begeleide initiatieven, geboden ondersteuning, materiaal en verankeringsdossier. Taalondersteuning voor volwassenen: rapportage van begeleide initiatieven, geboden ondersteuning en materiaal. Taalondersteuning voor de Brusselse hogescholen en universiteiten: rapportage van begeleide initiatieven, geboden ondersteuning, materiaal en mogelijkheden tot verankering. Zomerschool: rapportage van mogelijkheden en voorwaarden Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 6

8 SD2 OD6: SD2 OD6: Prestaties eind 2004 Wijze van meten 2004 De VGC creëert en ondersteunt opleiding, werkervaring en tewerkstelling in gemeenschapsvoorzieningen. De VGC creëert opleiding, werkervaring en tewerkstelling in gemeenschapsvoorzieningen. 60 DSP plaatsen en de nodige omkadering in de sectoren mobiliteit, kinderopvang, thuiszorg, buurtdiensten, klusjesploeg en renovatie, en ICT initiatieven zijn gecontinueerd. Een aantal initiatieven die opleidingen en/of werkervaring of tewerkstelling voorzien voor een 100 tal laaggeschoolden met het oog op duurzame tewerkstelling worden ondersteund. Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van ondersteuning van de opleidings en tewerkstellingsinitiatieven op basis van het nieuw organisatiemodel. Dit nieuw organisatiemodel gaat uit van duidelijk afgebakende en omschreven verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van elke coördinerende partner inzake opleiding en tewerkstelling en is resultaat van de herstructurering die wordt getrokken door de bestaande Vlaams Brusselse overleg en coördinatiestructuren. 60 DSP plaatsen en de nodige omkadering in de sectoren mobiliteit, kinderopvang, thuiszorg, buurtdiensten, klusjesploeg en renovatie, en ICT initiatieven zijn gecontinueerd. Een aantal initiatieven die opleidingen en/of werkervaring of tewerkstelling voorzien voor een 100 tal laaggeschoolden met het oog op duurzame tewerkstelling zijn ondersteund. De opleidings en tewerkstellingsinitiatieven worden ondersteund op basis van een herzien organisatiemodel. 60 DSP plaatsen en de nodige omkadering in de sectoren mobiliteit, kinderopvang, thuiszorg, buurtdiensten, klusjesploeg en renovatie, en ICT initiatieven zijn gecontinueerd. Een aantal initiatieven die opleidingen en/of werkervaring of tewerkstelling voorzien voor een 100 tal laaggeschoolden met het oog op duurzame tewerkstelling zijn ondersteund. Overzicht van deelname per opleiding en tewerkstellingsproject (in het totaal streefdoel van 160 tal plaatsen, 60 DSP plaatsen inclusief) en registratie van in en uitstroom. Nieuw organisatiemodel en onderzoek Realisatie van gemeenschappelijk registratieschema. Overzicht van deelname per opleiding en tewerkstellingsproject (in het totaal streefdoel van 160 tal plaatsen, 60 DSP plaatsen inclusief) en registratie van in en uitstroom. Inventaris van de ondersteuning Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 7

9 Realisatie van gemeenschappelijk registratieschema. Overzicht van deelname per opleiding en tewerkstellingsproject (in het totaal streefdoel van 160 tal plaatsen, 60 DSP plaatsen inclusief) en registratie van in en uitstroom. Registratie op projectniveau van de inspanningen op het vlak van taalverwerving Nederlands op de opleidings en werkvloer en op vlak van het opleidingsaanbod dat aan de deelnemers wordt aangeboden. SD2 OD7: SD2 OD7: Prestaties eind 2004 De VGC bouwt lokale informatie en oriënteringspunten uit. De VGC ondersteunt opleidings, werkervarings of tewerkstellingspartners, buurtdiensten en projecten in de sociale economie en stimuleert werkcreatie in knelpuntsectoren Minstens één lokaal informatie en oriënteringspunt dat zeer goed ingebed is en kan steunen op een (toeleidings)netwerk van lokale organisaties en diensten is in opstart. Minstens één bijkomend lokaal informatie en oriënteringspunt dat zeer goed ingebed is en kan steunen op een (toeleidings)netwerk van lokale organisaties en diensten is uitgebouwd. Wijze van meten 2004 en 2006 De lokale informatie en oriënteringspunten uitgebouwd in het SIF/Stedenfonds zijn geïntegreerd in het concept van de lokale werkwinkel De huidige opleidings, werkervarings en tewerkstellingspartners worden ondersteund in functie van kwaliteitsverbetering en maximalisatie doorstroomresultaten De sector van werkervaring wordt gestructureerd met prioriteit voor de sectoren bouw, zorg, sociale horeca en toerisme De mogelijkheden voor werkcreatie in knelpuntsectoren worden onderzocht Rapportage van de uitbouw Registratie publiek en overzicht van de informatieverstrekking en oriëntering m.b.t. opleiding naar werk. Rapportage van de integratie Inventaris van de ondersteuning Voorstel voor structurering Voorstel voor werkcreatie Strategische doelstelling 3: Het aanbod voor en de participatie van de meest zwakke groepen aan initiatieven op het vlak van algemeen cultuurbeleid, kunst, sociaalcultureel wer k, jeugd en sport verhogen en diver sifiër en. Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 8

10 SD3 OD1: De VGC continueert en creëert een laagdrempelig aanbod aan vrijetijdsinitiatieven via het ontsluiten en samenbrengen van lokale krachten. Prestaties eind vrijetijdsinitiatieven voor kinderen zijn gecontinueerd op basis van bestaande werkingen in Anderlecht en Koekelberg en 2 vrijetijdsinitiatieven voor kinderen zijn gecontinueerd in bestaande infrastructuren ingeplant in Schaarbeek (Noordwijk en Paviljoenwijk). 3 laagdrempelige buurtsportmogelijkheden zijn gecontinueerd op basis van bestaande werkingen. Minstens één vrijetijdsgericht informatica atelier is gecontinueerd op basis van een bestaande ICT werking en bestaande ICT projecten in kansarme buurten (o.a. Kuregem, Noordwijk en Chicago wijk) zijn samengebracht. Minstens 2 sport en spelruimten voor kinderen en jongeren zijn gecreëerd (o.a. in Sint Joost en Sint Pieters Woluwe) waar een sport en spelwerking prioritair gericht naar de buurt en naar kansarme jongeren is ontwikkeld. Op basis van de lopende doorlichting is de ondersteuningsstructuur voor de WMKJ s verder uitgebouwd, met als doel de bestaande WMKJ s te vernieuwen en de deelname aan de activiteiten door jongeren te vermeerderen en te versterken. Wijze van meten 2004 Registratie van het aantal en het profiel van de deelnemers per initiatief. Een werkplan met de resultaten van de doorlichting en hieraan gekoppeld de strategie voor de verdere ontwikkeling van de WMKJ s. Prestatie eind 2006 De 4 vrijetijdsinitiatieven zijn gecontinueerd en hun aanbod is uitgebreid. De 3 laagdrempelige buurtsportmogelijkheden zijn gecontinueerd en hun aanbod is uitgebreid. De vrijetijdsgerichte informatica ateliers zijn gecontinueerd en minstens 1 nieuw samenwerkingsproject rond ICT is opgestart. De sport en spelwerkingen zijn gecontinueerd en 1 nieuw samenwerkingsinitiatief is gecreëerd. De binnen het Stedenfonds ontwikkelde ondersteuningsstructuur voor de WMKJ s is gecontinueerd en de inplanting van nieuwe WMKJ s is onderzocht en opgestart. 2 vrijetijdsinitiatieven werden verdergezet, andere initiatieven werden ondersteund. De buurtsportinitiatieven werden verdergezet en afgestemd op het reguliere sportbeleid. De vrijetijdsateliers voor informatica werden verdergezet. De sport en spelruimte in Sint Joost (Ten Nude) werd afgewerkt in Het steunpunt voor WMKJ s bouwde verder de samenwerking tussen en de kwaliteitsverbetering van de WMKJ s uit. In 2006 Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 9

11 werden de opdrachten van het steunpunt bijgestuurd. Registratie van het aantal en het profiel van de deelnemers per initiatief. Een werkplan met de resultaten van de doorlichting en hieraan gekoppeld de strategie voor de verdere ontwikkeling van de WMKJ s. Registratie van het aantal en het profiel van de deelnemers per initiatief. Specifiek voor de 5 de prestatie: organisatieplan. SD3 OD2: De VGC verhoogt de participatie van de meest zwakke groepen in de stad (jongeren, vrouwen, allochtonen, ouderen) aan het sociaal cultureel leven. Prestaties eind 2004 Minstens 1 vrouwenwerking en minstens 1 intergenerationele werking (Begijnhofwijk) zijn gecontinueerd en de participatie van de respectievelijke doelgroepen aan de projecten is verhoogd. Minstens 1 multiculturele werking is gecontinueerd in verschillende Brusselse achtergestelde wijken op basis van de Wijze van meten 2004 samenwerking van bestaande initiatieven Registratie van het aantal en het profiel van de deelnemers per initiatief. De bestaande vrouwenwerking(en) en intergenerationele werking(en) zijn gecontinueerd en de participatie is verhoogd. De bestaande multiculturele werking(en) zijn gecontinueerd en 1 nieuw samenwerkingsinitiatief is gecreëerd. De bestaande vrouwenwerking(en) en intergenerationele werking(en) werden verder gezet. De bestaande multiculturele werking(en) werden verdergezet. Registratie van het aantal en het profiel van de deelnemers per initiatief. Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 10

12 SD3 OD3: De VGC ondersteunt artistieke interventies met het oog op het uitbouwen van interacties tussen het stedelijk weefsel en zijn bewoners en gebruikers. Prestaties eind 2004 Onderzoek naar de eigenheid van de sociaal artistieke projecten als werksoort en de impact van deze projecten op het niveau van de wijk. Er zijn minstens 5 sociaal artistieke initiatieven gecreëerd, die zich uitbouwen in interactie met hun omgeving en met de stad, waarvan een aantal een actieve rol geven aan de kwetsbare stadsbewoners en waarvan een aantal zelfs een wijkontwikkelingsproject/programma mee dynamiseren. Bedoeling is nieuwe initiatieven te laten ontstaan op basis van de samenwerking tussen bestaande projecten. Wijze van meten 2004 Het onderzoeksdocument. Overzicht van de verschillende artistieke activiteiten die door de ondersteunde initiatieven worden opgezet, met daarbij per activiteit een overzicht van het aantal en profiel van de deelnemende stadsbewoners en per ondersteund initiatief een overzicht van de manier waarop een aantal van deze initiatieven inspelen op de wijkontwikkeling. Voortzetting van het onderzoek naar de werkvorm van het sociaal artistiek project en hun verhouding tot het regulier cultuurbeleid van de VGC met het oog op het ontwikkelen van een beleid hier rond. De sociaal artistieke initiatieven zijn gecontinueerd en 1 nieuw sociaal artistiek samenwerkingsinitiatief is gecreëerd in functie van het beleid. De sociaal artistieke initiatieven werden verdergezet en 1 nieuw sociaal artistiek samenwerkingsinitiatief is gecreëerd. Het onderzoeksdocument. Overzicht van de verschillende artistieke activiteiten die door de ondersteunde initiatieven worden opgezet, met daarbij per activiteit een overzicht van het aantal en profiel van de deelnemende stadsbewoners en per ondersteund initiatief een overzicht van de manier waarop een aantal van deze initiatieven inspelen op de wijkontwikkeling. Overzicht van de verschillende artistieke activiteiten die door de ondersteunde initiatieven worden opgezet, met daarbij per activiteit een overzicht van het aantal en profiel van de deelnemende stadsbewoners en per ondersteund initiatief een overzicht van de manier waarop een aantal van deze initiatieven inspelen op de wijkontwikkeling. Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 11

13 SD 4: Via de uitbouw van welzijns en gezondheidsvoorzieningen bijdragen tot een beter welzijn en een betere gezondheid van kwetsbare groepen. SD4 OD1: De VGC continueert en creëert de ondersteuning van de gezondheidsvoorzieningen die gericht zijn op maatschappelijk kwetsbare groepen. Prestaties eind 2004 De ondersteuning van de uitbouw van 1 wijkgezondheidscentrum is gecontinueerd. De ondersteuning van 2 lokale gezondheidsvoorzieningen gericht naar maatschappelijk kwetsbare doelgroepen is gecontinueerd en er zijn, indien er zich nieuwe opportuniteiten voordoen, nieuwe gezondheidsvoorzieningen opgestart. Wijze van meten 2004 Registratie van de evolutie, het aantal en het profiel van de bereikte gebruikers per initiatief. Minstens 1 uitgebouwd wijkgezondheidscentrum, minstens 2 uitgebouwde lokale gezondheidsvoorzieningen gericht naar maatschappelijk kwetsbare doelgroepen zijn gecontinueerd. Er zijn, indien er zich opportuniteiten voordoen, nieuwe gezondheidsvoorzieningen,die gericht zijn op maatschappelijk kwetsbare groepen, opgestart. De uitgebouwde lokale gezondheidsvoorzieningen gericht naar maatschappelijk kwetsbare doelgroepen zijn gecontinueerd. Er zijn, indien er zich opportuniteiten voordoen, nieuwe gezondheidsvoorzieningen,die gericht zijn op maatschappelijk kwetsbare groepen, opgestart. Registratie van de evolutie, het aantal en het profiel van de bereikte gebruikers per initiatief. SD4 OD2: De VGC continueert en ontwikkelt bijkomende laagdrempelige kinderopvang en opvoedingsondersteuning. Prestaties eind 2004 Minstens 1 in het SIF uitgebouwd initiatief is gecontinueerd en minstens 1 nieuw initiatief op het vlak van multifunctionele kinderopvang in een stedelijke context is ontwikkeld. Aanvullend bij het reguliere beleid zijn bijkomende plaatsen voor buitenschoolse opvang gecreëerd en gecontinueerd. Op basis van een actie onderzoek m.b.t. visie en modelontwikkeling rond buitenschoolse opvang in een grootstedelijke context is een onderzoeksrapport voorgelegd en hierrond zijn onderhandelingen opgestart met de Vlaamse Gemeenschap. Minstens 2 lopende SIF projecten m.b.t. opvoedingsondersteuning zijn gecontinueerd en uitgebouwd tot overdraagbare modellen. Indien er zich nieuwe opportuniteiten voordeden, werden er nieuwe initiatieven m.b.t. opvoedingsondersteuning opgestart. Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 12

14 Wijze van meten 2004 Registratie van de evolutie, het aantal en het profiel van de bereikte gebruikers per initiatief. Het onderzoeksrapport m.b.t. visie en modelontwikkeling rond buitenschoolse opvang in een grootstedelijke context. Beschrijving van de ontwikkelde modellen met betrekking tot opvoedingsondersteuning. Minstens 2 uitgebouwde initiatieven op het vlak van multifunctionele kinderopvang in een stedelijke context zijn gecontinueerd. Aanvullend bij het reguliere beleid zijn bijkomende plaatsen voor buitenschoolse opvang gerealiseerd en in het SIF uitgebouwde plaatsen geconsolideerd. Afhankelijk van de uitkomst van de onderhandelingen met de Vlaamse Gemeenschap m.b.t. de resultaten van het actieonderzoek m.b.t. visie en modelontwikkeling rond buitenschoolse opvang in een grootstedelijke context is een verder werkplan opgesteld en eventueel uitgevoerd. Minstens 2 lopende SIF projecten m.b.t. opvoedingsondersteuning zijn geconsolideerd en uitgebouwd tot overdraagbare modellen. Minstens 2 uitgebouwde initiatieven op het vlak van multifunctionele kinderopvang in een stedelijke context zijn gecontinueerd. De aanstelling van de netwerkontwikkelaar Buitenschoolse Opvang, leidt tot bijkomende plaatsen voor buitenschoolse opvang die rekening houden met de resultaten van het actieonderzoek XYZ (m.b.t. visie en modelontwikkeling rond buitenschoolse opvang in een grootstedelijke context) De bestaande projecten rond opvoedingsondersteuning zijn geconsolideerd en uitgebouwd tot overdraagbare modellen, en houden rekening met de evoluties op vlak van opvoedingsondersteuning op Vlaams niveau. Wijze van meten Registratie van de evolutie, het aantal en het profiel van de bereikte gebruikers per initiatief. Rapportage van de uitkomst van de onderhandelingen met de Vlaamse Gemeenschap m.b.t. de resultaten van het actieonderzoek m.b.t. visie en modelontwikkeling rond buitenschoolse opvang in een grootstedelijke context. Registratie van de evolutie, het aantal en het profiel van de bereikte gebruikers per initiatief. registratie aantal bijkomende plaatsen voor buitenschoolse opvang Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 13

15 SD4 OD3: De VGC continueert en creëert de ondersteuning van laagdrempelige welzijnsvoorzieningen die zich richten op de meest kwetsbare groepen. Prestaties eind initiatieven op het vlak van ouderenzorg, thuislozenzorg, algemeen maatschappelijk werk en sociaal vervoer, waarvoor tot nog toe geen structurele verankering kon worden gevonden, zijn gecontinueerd. Er zijn, indien er zich opportuniteiten voordoen, nieuwe initiatieven gericht op het verhogen van het welzijn van de meest kwetsbare groepen en inwoners, opgestart. 4 initiatieven op het vlak van ouderenzorg, thuislozenzorg, algemeen maatschappelijk werk en sociaal vervoer, waarvoor tot nog toe geen structurele verankering kon worden gevonden zijn gecontinueerd door de VGC. Minstens 1 nieuw initiatief op het vlak van ouderenzorg en minstens 1 nieuw initiatief op het vlak van thuislozenzorg zijn opgestart. Wijze van meten 2004 en 2006 Wijze van meten 2004 en initiatieven op het vlak van ouderenzorg, thuislozenzorg, algemeen maatschappelijk werk en sociaal vervoer, waarvoor tot nog toe geen structurele verankering kon worden gevonden zijn gecontinueerd door de VGC. Via de inzet van zone coördinatoren werk maken van lokaal sociaal beleid op Brussels niveau Registratie van de evolutie, het aantal en het profiel van de bereikte gebruikers per initiatief. Registratie van de evolutie, het aantal en het profiel van de bereikte gebruikers per initiatief. aanbevelingen per zone mbt lokaal sociaal beleid. SD5 OD1: Uitvoeren van het Investeringsplan Prestaties eind 2004 Infrastructuurwerken aan minstens 2 gemeentelijke bibliotheken (Elsene, Sint Jans Molenbeek). Aankoop en werken aan de inrichting van een communicatiecentrum en de uitbreiding van de hoofdstedelijke openbare bibliotheek (Monnaie House). Aanpassingswerken aan 1 gemeenschapscentrum (De Kriekelaar). De uitbouw van de infrastructuur van een jeugdtheater (Jeugdtheater Bronks). Het werken aan voorschoolse instellingen (KDV De Zonnebloem). Werken aan het huis voor het Nederlandstalig onderwijs. Wijze van meten 2004 Overzicht van de uitgevoerde infrastructuurwerken. Een nieuw investeringsplan voor de periode is Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 14

16 opgesteld. De uitvoering van het nieuwe investeringsplan Wijziging Wijziging In uitvoering van de Beleidsnota Patrimonium en Investeringsbeleid worden minstens volgende uitgaven gefinancierd: Werken aan het onderwijshuis in de Marcqstraat. De projecten Plassen met klasse en Uitrusting voor technische opleidingen worden opgestart. Het Schoolinterventieteam heeft uitrusting kunnen aankopen. Een onderzoek over Brede School is opgestart. medefinanciering van een plaatselijke bibliotheek in Elsene en/of in Sint Pieters Woluwe en/of in Sint Gillis. Verbeteringswerken aan jeugdinfrastructuur zijn opgestart. Gesteunde sportprojecten zonder eigen behuizing kunnen infrastructuur gebruiken/huren De bouw van een sportzaal verbonden aan Emmanuel Hiel in Schaarbeek is gestart. Inplanting van minimum 2 gehandicapteninstellingen Vernieuwbouwwerken aan één kinderdagverblijf zijn opgestart en verbeteringswerken aan andere kinderdagverblijven zijn aangevat. De opmaak van een plan voor de modernisering van de gebouwen en de verbetering van het beheer van de kinderdagverblijven is aangevat. Overzicht van de uitgevoerde infrastructuurwerken Overzicht van de uitgevoerde infrastructuurwerken Aantal scholen die in aanmerking zijn gekomen voor Uitrusting voor technische opleidingen stand van zaken onderzoek over Brede school aantal afgesloten beheersovereenkomsten en gesteunde sportprojecten adres inplanting gehandicapteninstellingen stand van zaken plan modernisering en verbetering beheer kinderdagverblijven SD5 OD2: Prestaties eind 2004 Uitvoeren van infrastructurele ingrepen in gemeenschapsvoorzieningen, ter versterking van de inhoudelijke doelstellingen van het Stedenfonds. Per jaar zijn in 10 scholen infrastructurele interventies uitgevoerd. Minstens 2 infrastructuren gericht op jeugd, vrije tijd en sport zijn in oprichting en/of in stand gehouden. De infrastructuur van wijkgezondheidscentra en andere lokale welzijns en gezondheidsvoorzieningen is in oprichting en/of in stand gehouden. Per jaar zijn in 10 scholen infrastructurele interventies uitgevoerd. Minstens 2 infrastructuren gericht op jeugd, vrije tijd en sport worden verder uitgebouwd. De infrastructuur van wijkgezondheidscentra en andere lokale welzijns en gezondheidsvoorzieningen wordt verder uitgebouwd. Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 15

17 Wijziging Wijze van meten 2004 en 2006 Minstens 1 infrastructuur gericht op opleidingswerkervarings of tewerkstellingsinitiatieven in gemeenschapsvoorzieningen is in oprichting en/of in stand gehouden Het gevelrenovatieplan wordt verder gefaseerd uitgevoerd De werken aan 2 infrastructuren gericht op jeugd, vrije tijd en sport worden verder gefaseerd uitgevoerd. De infrastructuur van wijkgezondheidscentra en andere lokale welzijns en gezondheidsvoorzieningen wordt verder uitgebouwd. Minstens 1 infrastructuur gericht op opleidingswerkervarings of tewerkstellingsinitiatieven in gemeenschapsvoorzieningen is in oprichting en/of in stand gehouden Overzicht van de uitgevoerde infrastructuurwerken op basis van een jaarlijks op te maken planning. 4. Middelen per operationele doelstelling Het aandeel in het Stedenfonds voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie bedraagt EUR op jaarbasis, d.i. een totaal bedrag van EUR voor de periode In dit bedrag is het evolutiepercentage bepaald in artikel 5 van het Stedenfondsdecreet en voorzien vanaf 2004 niet inbegrepen. Het aandeel 2004 van de Vlaamse Gemeenschapscommissie is verhoogd volgens het in het decreet bepaalde evolutiepercentage. In het addendum 1 is rekening gehouden met een verhoging van het trekkingsrecht met EUR. Zodoende bedroeg volgens het addendum 1 het aandeel voor de periode in totaal EUR. Daarnaast regelde dit addendum de aanwending van restmiddelen In addendum 1 zag de middelenverdeling er als volgt uit: OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , OD , , , , , ,00 OD , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,46 OD , , , , , ,54 OD , , , , , ,66 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,84 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,86 Som , , , , , ,36 Verlenging SIF , ,64 Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 16

18 Tot Stedenfonds , , , , , ,00 reservebedrag 2003 * ,00 ** ,00 Totaal , ,00 * Een reservebedrag 2003 wordt als volgt verdeeld in 2004: OD 1.1 : ,00 OD 2.2 : ,00 OD 3.1 : 3.989,16 OD 3.3 : ,00 OD 4.1 : ,00 OD 4.2 : ,00 OD 4.3 : ,00 OD 5.1 : ,00 OD 5.2 : ,84 ** Een reservebedrag 2003 wordt als volgt verdeeld in 2005: OD 5.2 : ,00 Het voorliggende addendum houdt rekening met de verhoging volgens het in het decreet bepaalde evolutiepercentage. Op basis hiervan verhoogt het trekkingsrecht voor het jaar 2005 met EUR. Voor 2006 bedraagt deze verhoging EUR en voor 2007 bedraagt het EUR. Zodoende bedraagt het aandeel voor de periode in totaal EUR. De VGC legt hiervan in totaal ,00 EUR vast en wel als volgt: voor de uitvoering van de Beleidsnota Patrimonium en Investeringsbeleid worden aan SD 5, OD1 de volgende middelen toegewezen: * in 2006: de indexeringsmiddelen 2005 m.n EUR + een deel van de indexeringsmiddelen 2006 m.n EUR + de middelen die oorspronkelijk in 2006 voorzien waren voor SD 5, OD 2 * in 2007: een deel van de indexeringsmiddelen 2007 m.n EUR + de middelen die oorspronkelijk in 2007 voorzien waren voor SD 5, OD 2 voor het ontwikkelen van een visie inzake wijkontwikkeling: * de rest van de indexeringsmiddelen 2006 m.n EUR ten gevolge van de overheveling van de ondersteuning die aangeboden wordt aan opleidingstwerkstellings en werkervaringsinitiatieven van SD 2, OD 6 naar SD 2, OD 7 wordt het hiervoor voorziene bedrag EUR ook overgeheveld verder worden de middelen 2006 herschikt in functie van zicht op de reële uitgaven. De middelenverdeling ziet er nu als volgt uit: OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,46 OD , , , , , ,54 OD , , , , , ,66 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,60 OD , , , , , ,84 Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 17

19 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , , , ,00 OD , , , ,40 0, ,26 Som , , , , , ,36 Verlenging SIF , ,64 Tot Stedenfonds , , , , , ,00 Opmerking: De toewijzing van restmiddelen zal geregeld worden via het volgende addendum. Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 18

20 Opgemaakt in 5 exemplaren te Brussel op Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen. Voor de Vlaamse Gemeenschap de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, Marino KEULEN Voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid en Ambtenarenzaken De gemachtigd ambtenaar Brigitte GROUWELS Joseph BESSEMANS Addendum 2006 aan Stedenfondsbeleidsovereenkomst 19

21 Gezien om ge voe gd te w orden bij het collegebesluit nr. 05/ 454 van 22 dece mbe r 2005 houde nde een addendum aan de beleidsoveree nkomst in het kade r van het Stedenfonds. De Collegeleden, Brigitte GR OUW ELS P ascal SM ET Guy VA NH ENGEL