Regionaal Meerjaren Oefenbeleidsplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regionaal Meerjaren Oefenbeleidsplan 2010-2013"

Transcriptie

1 Regionaal Meerjaren Oefenbeleidsplan Op weg naar vakbekwaam blijven Status: ter besluitvorming RMT Tot stand gekomen in samenwerking met de Regionale Werkgroep Opleiden en Oefenen, waarin de districten als volgt vertegenwoordigd zijn: NM Ina Otten ZO Jaap de Koning ZW Theo de Jong Geschreven door Pauline Martinovic A.Y. den Besten Datum: 16 maart 2010 Versienummer: 6.4

2 Meerjaren Oefenbeleidsplan Hulpverleningsdienst Drenthe Op weg naar vakbekwaam blijven Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1 1. INLEIDING 3 2. SAMENVATTING 4 3. WAT BEREIKT IS IN DE AFGELOPEN BELEIDSPERIODE 6 4. WETGEVING EN RECENTE ONTWIKKELINGEN Landelijke wetgeving en gebeurtenissen Wet veiligheidregio s Besluit veiligheidsregio s Besluit personeel veiligheidsregio s Arbeidsomstandighedenwet Situatie rondom duiken Brand De Punt Regionale ontwikkelingen Vorming veiligheidsregio HVD Implementeren Regionale Regeling Operationele Leiding De evaluatierapporten Helsloot I en II en rapport IOOV De Punt Vorming Meldkamer Noord Nederland Verbeteren lerend vermogen Safety Portal Project Operationele Procedures OEFENEN: ALGEMENE DOELSTELLINGEN Oefenen als onderdeel van een proces Oefenen als methode Spanningsveld oefenen /belasting Speerpunt oefenen TOEKOMSTVISIE EN UITGANGSPUNTEN Veiligheidsbewustzijn als rode draad Train as you firefight Kwantiteit van het oefenen Belasting versus belastbaarheid Herziene Leidraad Oefenen als minimum De betekenis van de uitgangspunten Veiligheidsbewustzijn Train as you firefight Kwantiteit van het oefenen 18 1

3 7. AMBITIES Ambitie 1: de stand van zaken analyseren Ambitie 2: invoeren oefenregistratie Ambitie 3: tenminste 30% realistisch oefenen Ambitie 4: de lerende organisatie Ambitie 5: invoeren vakbekwaamheidstoetsen Ambitie 6: gedifferentieerd oefenen FINANCIËN EN PERSONEEL BESLISPUNTEN EN BESLUITVORMINGSTRAJECT Beslispunten Ambities Fasering Financiën Besluitvorming en gerelateerde beleidsplannen 30 AFKORTINGENLIJST 31 VERZENDLIJST 32 2

4 1. Inleiding Voor u ligt alweer het derde monodisciplinaire meerjaren oefenbeleidsplan voor de brandweer. De eerste twee zijn geschreven onder de vlag van de Regionale Brandweer Drenthe (RBD), dit plan voor is het eerste plan dat is geschreven onder de vlag van de Hulpverleningsdienst Drenthe. Dit monodisciplinaire meerjaren oefenbeleidsplan beoogt een praktisch bruikbaar plan te zijn, dat voor alle medewerkers die werkzaam zijn op het gebied van oefenen, uitgangspunten biedt waarop het dagelijks handelen is gebaseerd. Het plan legt de visie neer die voor de komende 4 jaren als leidraad geldt, de ambities of speerpunten die met elkaar zijn gekozen en de werkafspraken die noodzakelijk zijn om deze ambities ook daadwerkelijk te realiseren. Met dit plan wordt als het ware het speelveld bepaald waarbinnen de activiteiten op het gebied van oefenen zich afspelen. Daarbij zijn hogere beleidsplannen richtinggevend (landelijke en regionale richtlijnen zoals beschreven in hoofdstuk 4), is er een wisselwerking met andere beleidsplannen, en geeft het plan op zijn beurt richting aan oefenjaarplannen, beleidsplannen op districtsniveau, en uitvoeringsprocessen binnen de districten. De positie van het meerjaren oefenbeleidsplan in het grotere geheel van beleidsvorming binnen de regio is weergegeven in figuur 1. Figuur 1: oefenbeleid in perspectief In dit plan worden ambities op het gebied van oefenen ook vertaald naar randvoorwaarden, zoals personeel en financiën, waardoor inzichtelijk wordt welke output mag worden verwacht op basis van de omschreven noodzakelijke input. In die zin vormt het plan ook de basis voor de verantwoording die wordt afgelegd in management rapportages en jaarverslagen, en levert het input voor de productencatalogus. 3

5 2. Samenvatting In dit plan wordt het speelveld bepaald waarbinnen de ontwikkeling van het oefenen in de regio Drenthe zich zal afspelen. De uitgangspunten die als richtlijn dienen bij het formuleren van de toekomstvisie en ambities voor de oefenorganisatie zijn als volgt geformuleerd: 1. Het oefenen heeft als doel om te komen tot een professionele en vooral uniforme kwaliteit van het brandweeroptreden. 2. De veiligheid van het brandweeroptreden is de rode draad in het oefenprogramma. 3. Tijdens het oefenen worden zoveel mogelijk de realistische omstandigheden benaderd. 4. Heldere eisen aan de minimale kwantiteit van geoefendheid waaraan iedere functionaris moet voldoen. Daartoe is een zestal ambities geformuleerd die het oefenen in Drenthe op een hoger niveau zullen brengen. Het is uitsluitend mogelijk om deze ambities te effectueren door te investeren in een intensieve samenwerking op regionaal en districtsniveau. Door betere samenwerking is het mogelijk om efficiënter met bestaande mensen en middelen om te gaan, zodat kan worden geïnvesteerd in ontwikkeling zonder afbreuk te doen aan het bestaande oefenprogramma. Na een tumultueuze periode van reorganiseren is het noodzakelijk eerst een pas op de plaats te maken, en een analyse te maken van de stand van zaken op dit moment. Het is niet duidelijk hoe in elk korps de kwantitatieve en kwalitatieve gesteldheid van het oefenen is. In 2010 komt een analyse tot stand, waardoor het mogelijk is in de jaren daarna effectief en efficiënt verder te ontwikkelen (ambitie 1 en 2). Vanaf 2011 wordt er verder ontwikkeld op het vlak van realistisch oefenen: tenminste 30% van de oefeningen op lokaal en regionaal niveau worden dan onder realistische omstandigheden uitgevoerd (ambitie 3). De oefenorganisatie is onderdeel van een systeem dat zorgt voor blijvende ontwikkeling en toetsing van de vakbekwaamheid van het brandweerpersoneel. Naast het oefenen, maken ook opleiden en praktijkervaring deel uit van dit proces. Om die reden is het van groot belang de koppeling met repressie te verstevigen, zodat leerervaringen uit de praktijk gekoppeld kunnen worden aan het oefenproces (ambitie 4). Naast kwantitatieve eisen aan het brandweerpersoneel, is het uiteindelijk de kwaliteit van het brandweerpersoneel die bepaalt of er sprake is van voldoende vakbekwaamheid. Om die reden wordt de organisatie in de komende jaren klaargestoomd om kwaliteitsmetingen te gaan toepassen op alle lagen van de operationele organisatie. Het invoeren van vakbekwaamheidtoetsen vereist een zorgvuldig traject van invoering om het oproepen van weerstand zo veel mogelijk te bepreken (ambitie 5). Om de belasting op vrijwilligers niet nodeloos te laten toenemen en effectief en efficiënt met tijd en middelen om te gaan, is het uiteindelijk de wens om tot een gedifferentieerd oefenprogramma te komen. De individuele oefeninspanning is dan afgestemd op de individuele taakstelling en vakbekwaamheid van elke functionaris. De basis voor een dergelijk gedifferentieerd oefenprogramma heeft een kwantitatieve component (voor hoeveel functionarissen moet een bepaald programma aangeboden worden), en een kwalitatieve component (bij welke mate van vakbekwaamheid behoort welk oefenprogramma). Individuele taakstelling en individuele vakbekwaamheid moeten dus vastgesteld zijn om een passend oefenprogramma aan te kunnen bieden (ambitie 6). Gezien het feit dat de oefenorganisatie van het cluster Opleiden & Oefenen (O&O) van de HVD Drenthe in formatie en financiën naar verwachting de komende jaren niet zal groeien, is het noodzakelijk te 4

6 prioriteren en te temporiseren in het ontwikkelingsproces. In onderstaande tabel is aangegeven hoe de verschillende ambities in de tijd worden gezien kwantitatieve analyse van de repressieve organisatie als uitgangspunt voor de oefenorganisatie (ambitie 1); - individuele oefenregistratie is een feit (ambitie 2); - start "cultuuromslag" vakbekwaamheidtoetsing (ambitie 5); - aansluiting bij landelijke ontwikkelplatforms vakbekwaamheidtoetsing (ambitie 5); - relatie met repressie intensiveren (input en evaluatie) (ambitie 4) individuele oefenregistratie wordt gebruikt als persoonlijk ontwikkelplan (ambitie 4); - naar behoefte versterken van de uitvoerende oefenorganisatie (oefenleiders, waarnemers, en eventueel beoordelaars 1 ) (ambitie 3 en 6); - alle korpsen oefenen 30% onder realistische omstandigheden (ambitie 3); - uitwisseling van draaiboeken, scenario's etc. is structureel georganiseerd in een frequent gebruikte oefenbank; - structurele uitwisseling repressie oefenorganisatie (ambitie 4); - ontwikkeling eerste kwaliteitstoets voor leidinggevenden (Officier van Dienst (OvD)) (ambitie 5) differentiatie oefendeelname (kwantitatief) op basis van operationele taakstelling (ambitie 6); - leerervaringen uit oefeningen en inzetten vormen structureel input voor het oefenprogramma (ambitie 4); - vakbekwaamheidtoetsing OvD's (ambitie 5); - ontwikkeling toetsing bevelvoerders (ambitie 5) OvD's en bevelvoerders worden getoetst (ambitie 5); - ontwikkeling toetsing manschappen (ambitie 5); - alle korpsen werken met externe waarnemers (ambitie 4). Tabel 1: ambities geplaatst in perspectief van tijd 1 Onderzocht moet worden hoe de functie van beoordelaar in te vullen. Mogelijk is dit een taak voor direct leidinggevenden, wellicht is een andere invulling specifiek voor de repressieve taak wenselijk. 5

7 3. Wat bereikt is in de afgelopen beleidsperiode De reorganisatie en de vorming van de HVD hebben veel tijd en energie gevraagd, en de personele bezetting van de werkgroepen O&O - zowel op regionaal als districtsniveau - heeft voortdurend onder druk gestaan. Desondanks kan worden gesteld dat aan veel van de ambities die werden gesteld in het beleidsplan is voldaan: - Met het centraal aanbieden van realistische oefeningen op het Oefencentrum Wijster en de themaweek i.s.m. HVD Groningen en Veiligheidsregio IJsselland is invulling gegeven aan het beoordelen van bevelvoerders. De deelname aan deze oefeningen bedraagt 70 %; - Niet alleen bevelvoerders, maar ook manschappen en OvD zijn in het afgelopen jaar bijgeschoold en getraind op het gebied van Veilig Repressief Optreden; - In alle districten is de Herziene Leidraad Oefenen (HLO) met succes ingevoerd. Alle korpsen werken inmiddels wat betreft de oefeninhoud volgens de HLO; - De samenwerking op districtsniveau heeft zich tot nu toe goed ontwikkeld en kan nog verder worden geïntensiveerd. In alle districten zijn oefenplanningen op elkaar afgestemd en worden draaiboeken uitgewisseld. In sommige districten wordt gebruik gemaakt van externe waarnemers en oefenleiders (d.w.z. oefenleiders en waarnemers afkomstig uit een ander korps dan het eigen korps); - OvD-oefeningen worden gezamenlijk georganiseerd: OvD-weken door de regio en OvD-dagen door de districten. Wellicht nog verheugender dan deze concrete resultaten is de constatering dat de bereidheid tot samenwerking enorm is toegenomen. Oude structuren zijn daadwerkelijk doorbroken en het besef dat door samenwerking meer bereikt kan worden, is breed doorgedrongen. Desondanks is er in de uitvoering nog winst te behalen. Hoewel op dit moment nog veel waarde wordt gehecht aan de autonomie van de gemeenten/districten als het gaat om de uitvoering, is steeds vaker ook sprake van uitwisseling van functionarissen tussen de districten en gemeenten. Het wordt steeds gewoner om eens een kijkje te nemen in de keuken van een ander en de bereidheid elkaar te ondersteunen is groot. Deze intensivering van de samenwerking en de bereidheid daartoe, bieden volop kansen om in de komende beleidsperiode ook die ambities die nog niet zijn gerealiseerd (het komen tot sluitende registratie, het structureel toepassen van evaluaties en de verdere kwaliteitsontwikkelingen van oefenstaven), te ontwikkelen. 6

8 4. Wetgeving en Recente ontwikkelingen Zoals eerder is opgemerkt is hogere kaderstelling vanzelfsprekend richtinggevend aan de beleidsvorming op regionaal niveau. Daarnaast hebben significante gebeurtenissen op landelijk en regionaal niveau hun impact op het operationeel optreden en daarmee op het oefenbeleid. De meest relevante ontwikkelingen en gebeurtenissen worden hier genoemd. 4.1 Landelijke wetgeving en gebeurtenissen Wet veiligheidregio s(wv) Naar verwachting wordt in 2010 de Wet veiligheidsregio's van kracht. De Wv heeft als doel een efficiënte en hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening en de rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie te realiseren. Met het inrichten van de veiligheidsregio s wordt vorm gegeven aan de noodzaak om de bestuurlijke en operationele slagkracht te vergroten. In de wet is vastgelegd welke taken in ieder geval aan de regionale brandweer moeten worden overgedragen, en welke taken eventueel op gemeentelijk niveau kunnen worden uitgevoerd. Voor wat het oefenen betreft, wordt in de Wv het volgende gesteld: "Elke veiligheidsregio moet een goed geoefende en professionele organisatie ter beschikking hebben voor rampenbestrijding en crisisbeheersing" Besluit veiligheidsregio s (Bvr) In dit besluit (gebaseerd op de Wv) worden kwaliteitseisen gesteld aan de organisaties in de veiligheidsregio s. Er wordt een basisniveau vastgesteld waaraan de organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing en de brandweer moeten voldoen Besluit personeel veiligheidsregio s (Bpv) Het Bpv heeft eveneens zijn grondslag in de Wv en normeert de kwaliteit van het personeel door per functie de kerntaken, de competenties en het minimaal vereiste opleidingsniveau van het personeel vast te leggen. Hiermee wordt het principe van ranggericht opleiden verlaten en wordt er vanaf nu uitgegaan van functiegericht opleiden, waarbij het aantal operationele en beheersmatige functies uniform is vastgesteld. De Drentse kwartiermaker draagt zorg voor de implementatie van deze wijzigingen op het gebied van opleiden, en geeft tevens input aan het Bpv. Brandweer Opleidingen Noord (BON) is betrokken bij het doorvoeren van de opleidingswijzigingen voor bevelvoerders en manschappen en geeft daarmee uitvoering aan de implementatie. Deze basiseisen fungeren als uitgangspunten voor het opleiden, examineren, bijscholen en oefenen van het personeel en vormen zo de richtlijn voor minimale kwaliteit waaraan het personeel moet voldoen. Overigens worden in beide besluiten geen heldere minima aangegeven voor de geoefendheid, behalve dat verwezen wordt naar brancherichtlijnen zoals de Herziene Leidraad Oefenen (HLO) Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet) Het personeel dat werkzaam is binnen de rampenbestrijding staat tijdens het repressief optreden bloot aan grotere risico's dan de gemiddelde werknemer. De werkgever (gemeente en regio) dient er dan ook op toe te zien dat maatregelen, zoals opleiding en oefening, mede zijn gericht op het voorkomen of beperken van deze verhoogde risico's. De wettelijke plicht tot oefenen van brandweerpersoneel volgt (afgezien van de Brandweerwet 1985 en straks de Wet veiligheidsregio s) uit de Arbo-wet die werkgevers expliciet verplicht tot adequaat 7

9 instrueren van hun personeel. De Arbeidsinspectie is de organisatie die zich bezig houdt met de handhaving van de Arbo-wet, en bij overtreding kan besluiten tot juridische stappen of het opleggen van een boete. In uitzonderlijke situaties mag de brandweer tijdens repressief optreden afwijken van de Arbo-wet (bijvoorbeeld bij een brand in een woning waar nog mensen aanwezig zijn). Binnen het brandweervak zorgt dit niet alleen in repressieve situaties, maar ook bij het oefenen, voor een spanningsveld. Aan de ene kant moeten de werkzaamheden van de brandweer op een veilige en gezonde manier worden georganiseerd, maar aan de andere kant moet er ook zo realistisch mogelijk worden geoefend. Er wordt landelijk een protocol OEBO (opleiden, examineren, bijscholen en oefenen) ontwikkeld. Er is een handboek Kwaliteit, Arbeid en Milieu uit Momenteel is dit een slapend document. Door periodiek praktijkgericht op te leiden en realistisch te oefenen wordt mede invulling gegeven aan de eisen uit de Arbo-wetgeving. De Arbeidsinspectie gebruikt als maat de brancherichtlijnen. De Herziene Leidraad Oefenen is een brancherichtlijn voor de brandweer. De HLO biedt uitgangspunten op basis waarvan de oefenorganisatie wordt vormgegeven, waarin de inhoud van het oefenen en de minimale kwantiteitseisen voor vrijwel alle brandweertaken zijn vastgelegd Situatie rondom duiken Naar aanleiding van onder andere een aantal incidenten met dodelijke afloop en bijna ongevallen tijdens het optreden bij waterongevallen, alsmede de systeembeschouwing van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV), is door het regionaal management team (RMT) besloten dat het brandweerduiken zich beter dient voor te bereiden op hun operationele taak en mogelijke noodsituaties. Het duiken in de regio Drenthe is sterk in ontwikkeling. De vijf Drentse korpsen die het duiken als specialisme uitvoeren, hebben samen het Drents Platform Duiken (DPD) gevormd. Het DPD draagt zorg voor de onderlinge afstemming, de implementatie van de 38 verbetermaatregelen vanuit de systeembeschouwing en het bevorderen van de uniformiteit en kwaliteit binnen de deelnemende duikteams. Naast het DPD heeft een stuurgroep met vertegenwoordigers van de duikende korpsen en de HVD Drenthe de functionele taak om de kwaliteitsverbetering van het brandweerduiken in Drenthe in goede banen te leiden. Vanuit het DPD en de stuurgroep heeft dit onder andere geleid tot: - een Oefenplan Reddingduiken Brandweer Drenthe met de ambitie te kunnen voldoen aan de aanwijzingen en eisen zoals die door de Arbeidsinspectie en het Nederland bureau brandweer examens (Nbbe) zijn voorgeschreven. Tevens zijn de oefendoelen met kwaliteitsprofielen met een oefenplanning per duikteam in het oefenprogramma beschreven met als uitgangspunt een individuele registratie. De ervaringen die ten aanzien van het duiken worden opgedaan op het gebied van individuele oefenregistratie, kunnen als voorbeeld worden gezien voor ook de andere brandweertaken. - een werkinstructie met als doel de veiligheid van het brandweerpersoneel bij een duikinzet te waarborgen. - een Regionale Risicoinventarisatie en Evaluatie (Regionale RI&E) reddingsduiken die de basis moet zijn voor het veilig kunnen uitvoeren van de duiktaken van de brandweerduikteams. In 2009 heeft het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe besloten in een bestuursopdracht het regionaal expliciteren van een bestuurlijke visie op brandweerduiken uit te werken. Deze visie zal het kader gaan vormen voor de organisatie en de structurele veiligheid bij het duiken door de brandweer. Dit is een aanvulling op de reeds vastgestelde Regionale RI&E reddingsduiken (jan 2010) en het Oefenplan reddingsduiken Brandweer Drenthe (dec 2009). In deze visie kan een regionale taak komen te staan omtrent het oefenen van duikers. Op het moment dat deze is vastgesteld zal er adequaat op ingespeeld dienen te worden. 8

10 4.1.6 Brand De Punt De brand in De Punt waarbij 3 Drentse brandweerlieden omkwamen, heeft landelijk veel stof doen opwaaien. In de naar aanleiding van de brand geschreven onderzoeksrapporten werd vooral kritisch gekeken naar de samenwerking tussen multidisciplinaire teams. Met name werden vraagtekens geplaatst bij de haalbaarheid van de landelijke rampenbestrijdingsstructuur voor relatief kleine en landelijke regio s. De verbeterpunten op dit vlak moeten multidisciplinair opgepakt worden. In paragraaf wordt verder ingegaan op de impact voor de monodisciplinaire oefenorganisatie. 4.2 Regionale ontwikkelingen Vorming Veiligheidsregio Drenthe Met ingang van 1 januari 2009 is de Hulpverleningsdienst Drenthe een feit. De Hulpverleningsdienst Drenthe (hierna HVD) is de uitvoeringsorganisatie van de Veiligheidsregio Drenthe. Daarmee is vooruitlopend uitvoering gegeven aan de Wet Veiligheidregio s, die in 2010 van kracht wordt. In Drenthe is gekozen voor de optie om de gemeentelijke brandweren in stand te houden naast de regionale brandweer, waarbij de samenwerking tussen gemeenten vooral op districtsniveau inhoudelijk vorm gegeven wordt. Daarmee wordt vormgegeven aan de regionalisatie van onderaf en vanuit de inhoud: samenwerken waar kan. Formele regionalisatie volgt wanneer zich daartoe het juiste moment aandient. De vorming van de HVD is het formele startpunt van een realiteit die, in elk geval als het gaat om het oefenen, al geruime tijd bestaat. De oefenorganisatie is gestructureerd in drie districten met elk een coördinator die, in samenwerking met de lokale oefencoördinatoren, op districtsniveau zorgt voor eenheid en kwaliteit in het oefenen. Op dit moment kent ieder district een eigen organisatie- en samenwerkingsvorm. De formatie per district is verschillend, waardoor de structuur van de samenwerking afwijkt. Zo is er in Zuid West voor gekozen de formatie voor O&O sterk te centraliseren, waardoor er een flinke werkgroep O&O is ontstaan met 4 fte uitvoerend, 2 fte ondersteunend en 1 fte coördinatie. Dat zorgt voor een sterke centrale grip op de oefenprocessen, waardoor continuïteit en eenheid wordt gewaarborgd. In het district Noord en Midden is er sprake van sterk gedecentraliseerde capaciteit, waarbij elke gemeente beschikt over een eigen coördinator, die in overleg met de oefencoördinator op lokaal niveau zorgt voor de uitvoering van het oefenproces. In Zuid Oost is sprake van een intensieve samenwerking binnen het district met de lokale oefencoördinatoren, die naar behoefte ook op districtsniveau kunnen worden ingezet. De coördinatie ligt bij het district. Er wordt gewerkt met externe oefenleiders, d.w.z. dat bij elke oefening oefenleiders van een ander korps worden ingezet vanuit een centraal gecoördineerde pool van oefenleiders. Daarnaast is de Regionale Werkgroep Oefenen en Opleiden (RWOO) op regionaal niveau actief. De RWOO zorgt voor de ondersteuning van de districten, afstemming van de programma s en is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het oefenen op regionaal niveau. Maandelijks vindt overleg van de RWOO plaats, waarbij de coördinatoren vanuit de districten zijn aangesloten. Met deze structuur is de basis gelegd om de gewenste eenheid in de uitvoering van het oefenbeleid tot stand te brengen, en om efficiënt met de beschikbare mensen en middelen om te gaan Implementeren Regionale Regeling Operationele Leiding (RROL) Vanzelfsprekend zijn oefeningen sterk gekoppeld aan de operationele repressieve organisatie. Het hebben van een duidelijke operationele taakverdeling is noodzakelijk om elke functionaris op het juiste niveau en met de juiste inhoud te trainen. Daarnaast maakt de Wet veiligheidsregio s het hebben van een regionale regeling onontkoombaar. In de afgelopen beleidsperiode is hard gewerkt aan het opstellen van de RROL die in 2010 vastgesteld en in 2011 geïmplementeerd zal worden. De beoogde RROL vervangt het huidige Convenant Regionale 9

11 Officier van Dienst (ROvD) waarin de verantwoordelijkheid van de gemeenten is vastgelegd voor de kwaliteit van de door die gemeente beschikbaar gestelde functionarissen, inclusief het organiseren van oefeningen. In de toekomstige RROL is de regionaal commandant verantwoordelijk voor de kwaliteit van de deelnemende personen. Als voorwaarde om deze kwaliteit te kunnen borgen, wordt in de RROL de gewenste kwaliteit van de uitgeoefende piketfunctie vastgesteld. De geleverde kwaliteit wordt vervolgens beoordeeld en geregistreerd. Het is effectief en efficiënt als coördinatie en uitvoering van het oefenen (inclusief kwaliteitsmeting en registratie) van officieren op uniforme wijze plaatsvindt. Daardoor kan de oefenbelasting beter gestructureerd worden De evaluatierapporten Helsloot I en II en rapport IOOV De Punt Naar aanleiding van de brand op 9 mei 2008, waarbij 3 brandweermensen van het korps Eelde (gemeente Tynaarlo) om het leven kwamen, werd uitgebreid onderzoek gedaan. De evaluatierapporten bezien de gebeurtenissen zowel vanuit het landelijk normatief kader als vanuit de context van een kleine landelijke gemeente, en komt tot aanbevelingen die van invloed zijn op zowel de operationele organisatie als op de inhoud van het oefenprogramma. Een van de belangrijkste en meest beïnvloedende conclusies uit het rapport is dat brandweermensen in Nederland vooral opgeleid en getraind zijn voor een offensieve aanpak (d.w.z. de binnenaanval). Het gevolg is dat te snel en te automatisch binnengetreden wordt, zonder de noodzaak af te wegen tegen de risico s van een dergelijke binnenaanval. De conclusie is dat niet alleen in Drenthe, maar in heel Nederland, te weinig wordt getraind in de risicoafweging of binnentreden in dergelijke panden verantwoord is, en in het maken van de afweging of de aanpak van dergelijke industriële branden niet vooral defensief van aard moet zijn. De impact van deze gebeurtenis is op het brandweerpersoneel in de gehele regio Drenthe enorm geweest. Intensieve bijscholing en training hebben plaatsgevonden om risicoanalyse en veiligheidsoverwegingen een grotere plaats te geven in de eerste overwegingen van vooral bevelvoerders en in mindere mate ook voor OvD s. Ook is een document tot stand gekomen aangaande de aanpak van dergelijke branden: de Instructie Aanvalstactiek branden in Industriële Gebouwen (2 maart 2009). Verder werd geconstateerd dat de brandweer Drenthe te weinig is voorbereid op een dergelijk ongeval: er was geen adequate en geoefende procedure voor de vermissing en redding van eigen personeel. Een andere belangrijke constatering geldt de operationele leiding, die onvoldoende adequaat de inzet heeft gecoördineerd. Daarvoor worden twee oorzaken genoemd: - de selectie, opleiding en oefening is niet adequaat genoeg om de juiste leiding te garanderen als het echt nodig is - de operationele leiding zet meer in op het multidisciplinaire proces, terwijl de aansturing van het monodisciplinaire proces nog niet op orde is. De aanbeveling is dan ook om het selecteren, opleiden en trainen van brandweerofficieren aan te passen aan landelijke best practices. Met name op het gebied van het multidisciplinaire beleid is op basis hiervan de aanpassing van de piketregelingen in voorbereiding. In de RROL (zie ook 4.2.2) wordt voor brandweerfunctionarissen de inzet voor repressieve functies geregeld en gekoppeld aan voor de functie noodzakelijke competenties. Op basis van de RROL vindt in de nabije toekomst de selectie en training van repressief leidinggevenden plaats. De oefenorganisatie moet dan de oefenmogelijkheden bieden die noodzakelijk zijn om de competenties van alle functionarissen op peil te houden. 10

12 4.2.4 Vorming Meldkamer Noord Nederland (MkNN) In 2011 gaat de meldkamer Drenthe op in de gezamenlijke meldkamer van de regio s Drenthe, Groningen en Friesland. Dat betekent dat de Drentse oefenorganisatie in veel mindere mate betrokken zal zijn bij de training van centralisten en coördinatoren alarmcentrale (CAC). Ook het trainen van de Leider Meetplan Organisatie (LMPO) zal worden overgenomen door de MkNN. Alleen het trainen van de lokaal in te zetten meetploegen (Drentse waarschuwings- en verkenningsdienst (WVD)) blijft een taak voor de Drentse oefenorganisatie. Gezien de intensieve samenwerking tussen de drie regio s,en de noodzaak om procedureel en kwalitatief een goede aansluiting te hebben, zullen kwaliteitseisen worden gesteld vanuit de gezamenlijkheid, en daarmee richtlijnen voor de geoefendheid Verbeteren Lerend Vermogen (VLV) In 2009 is er een functionaris aangesteld bij de HVD die het lerend vermogen van de brandweerorganisatie dient te bevorderen. In de loop van het jaar is door onderzoek en contacten binnen de brandweerwereld duidelijk geworden dat verbeteringen in het lerend vermogen alleen ontstaan als brandweermensen van nut en noodzaak overtuigd zijn. Van bovenaf opleggen van maatregelen werkt niet. Om de bewustwording te verbeteren zijn drie brandweerposten benaderd (een in elk district) om in gesprek te gaan over de problematiek. Belangrijk is te beseffen dat zeer veel zaken verband houden met het verbeteren van het lerend vermogen van de organisatie. Niet alles kan tegelijk aangepakt worden. In 2010 en 2011 zal dit verder voorgezet worden met als doel de brandweermensen bewust te laten worden dat het verbeteren van het lerend vermogen essentieel is voor de brandweerorganisatie, maar dat verbeteringen bij de individuele brandweermens begint (verbeter de wereld, maar begin bij je zelf). Tevens zal gewerkt worden aan een goede en werkbare evaluatiemethodiek, waardoor leerpunten beter herkend worden. Vervolgens worden verbeterpunten geformuleerd en geïntroduceerd in de organisatie. Om een goede communicatie met de regionale werkgroepen te garanderen is de regionale werkgroep Verbeteren Lerend Vermogen (RWVLV) ingesteld. Hierin heeft ook een vertegenwoordiger van O&O zitting Safety Portal In de afgelopen beleidsperiode is in overleg met de districten, de keuze tot stand gekomen om voor de registratie van oefeningen gebruik te gaan maken van één van de modules van het systeem Safety Portal. Safety Portal is een programma dat managementinformatie genereert ten aanzien van opkomst, inzet en betaling van personeel bij repressief optreden. Een van de modules biedt echter ook de mogelijkheid om op de man oefenregistratie te voeren. Naast het genereren van management informatie (deelname, frequentie, opkomst, betalingen) wordt daarmee ook het bijhouden van de individuele oefenprestaties mogelijk. Safety Portal biedt voldoende mogelijkheden om registratie, evaluatie en beoordeling in de komende jaren te ondersteunen. Safety Portal wordt verder ontwikkeld voor het verwerken van de evaluatie. De aanwezigheidsregistratie en beoordeling is al mogelijk Project Operationele Procedures Om in crisissituaties snel en efficiënt te kunnen handelen is het onder meer van belang dat het handelen deels wordt voorgeschreven door eenduidige procedures 2. Het project Operationele Procedures van de Brandweer Drenthe dat start in 2010, heeft als doel een centrale plek te creëren waar regionaal uniforme operationele procedures, werkinstructies en protocollen op een eenvoudige manier te benaderen zijn. 2 Zie ook 5.2: Oefenen als methode 11

13 Het project resulteert in een website met een overzicht van procedures waarbij: - duidelijk is welke procedures er zijn - bij wijzigingen in een bepaalde procedures, helder is welke invloed dat heeft op andere procedures - vernieuwingen beter en gemakkelijker zijn door te voeren. Op de website kunnen functionarissen snel de voor hun functie relevante procedures raadplegen. Dit systeem kan gebruikt worden voor het op peil houden van de eigen kennis, voor het samenstellen van een eigen naslagwerk en bij het voorbereiden van en op oefeningen. 12

14 5. Oefenen: algemene doelstellingen 5.1 Oefenen als onderdeel van een proces Het brandweeroptreden is een complex samenspel van mensen, techniek en een sterk wisselende omgeving, dat zich vaak onder levensbedreigende omstandigheden afspeelt. Oefenen 3 is een belangrijke methode om brandweerpersoneel voor te bereiden op die praktijk. Figuur 2: de cyclus van vakbekwaam zijn en blijven. Het oefenen moet gezien worden als één van de stappen in het proces van voortdurende professionalisering van het repressieve optreden, "vakbekwaam zijn en vakbekwaam blijven". Het is een cyclisch proces, waar vele beleidsterreinen samenkomen en dat schematisch is weergegeven in figuur 2. Selectie van geschikt personeel is een eerste stap, waarin de basis wordt gelegd voor de samenstelling van een professioneel, stabiel en evenwichtig brandweerkorps. In de initiële opleidingen wordt het toepassen van geleerde vaardigheden in niet-bedreigende omstandigheden geïntegreerd, zodat nieuwe brandweermensen die van de opleiding komen vrijwel direct ingezet kunnen worden in de praktijk. Ervaringen opgedaan in de praktijk verrijken en geven - mits geëvalueerd - informatie over de stand van de vakbekwaamheid en ontwikkelbaarheid van het brandweerpersoneel. Op deze wijze zijn ervaringen 3 Onder oefenen wordt tevens bijscholen en nascholen bedoeld. 13

15 opgedaan in de praktijk ook een essentiële input voor het oefenaanbod. Het evalueren van inzetten is dan ook een essentieel onderdeel voor het verder professionaliseren van de oefenorganisatie, en daarmee de gehele repressieve organisatie. Vooral wanneer evaluaties van relevante inzetten ook gedeeld worden met andere dan alleen het eigen korps, kan optimaal gebruik gemaakt worden van dit soort leerervaringen. Als voorbeeld kan gekeken worden naar het incident in de Koningkerk in Haarlem. Vanuit de evaluaties van dat incident is leerstof ontwikkeld die op landelijk niveau is gedeeld. Vergelijkbaar zijn de evaluatierapporten naar aanleiding van de brand in De Punt niet alleen voor de Drentse korpsen een aanleiding geweest om de offensieve inzettactiek en het oefenen daarop grondig door te lichten. Ook landelijk heeft dit rapport ruimschoots aandacht gekregen om de oefeninhoud- en systematiek verder te verbeteren. Professionalisering van personeel en van het proces van vakbekwaamheidbevordering, kan niet zonder het regelmatig toetsen van de stand van zaken. Toetsing geeft niet alleen informatie over de vakbekwaamheid van een individu, maar zegt ook iets over de effectiviteit van het proces op organisatieniveau. Kwaliteitsbevordering kan niet zonder borging, en dus is periodieke toetsing op kwalitatief en kwantitatief niveau noodzakelijk. 5.2 Oefenen als methode Onderzoek 4 heeft uitgewezen dat bij tijdsdruk (en daarmee meestal adrenaline in het lichaam) het beslissen op basis van kennis (nadenken) erg moeilijk is. Vaak is herkenning van specifieke situaties een gemakkelijkere basis voor beslissingen. Door veel te oefenen worden er meer situaties herkend en kunnen makkelijker de juiste besluiten worden genomen. Vanzelfsprekend is het daarbij van belang dat het oefenen ook plaatsvinden alsof het om een daadwerkelijk incident gaat, m.a.w. oefenen onder realistische omstandigheden (zie ook hoofdstuk 6.2: "train as you firefight"). Daarnaast is gebleken dat besluitvorming op basis van regels (procedures) eenvoudiger is dan besluitvorming op basis van kennis. Regels en procedures nemen dan ook een belangrijke plaats in bij het samenstellen van oefenprogramma's, zodat vergelijkbare situaties kunnen worden herkend en volgens de juiste procedure worden behandeld. Er wordt geoefend om ervoor te zorgen dat het repressieve personeel meer praktijksituaties herkent, de juiste procedure kan toepassen in de juiste situatie en op basis van deze kennis en kunde veilig, snel en efficiënt handelt. 5.3 Spanningsveld oefenen /belasting Oefenen bevindt zich steeds meer in een spanningsveld. Aan de ene kant wil iedereen een professionele vakbekwame brandweerman/vrouw zijn, aan de andere kant is de hoeveelheid beschikbare tijd om dit te realiseren niet onuitputtelijk. In een belevingsonderzoek in het kader van de Warme Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) in oktober en november van 2007, hebben de Drentse brandweerlieden aangegeven dat de oefenbelasting niet verder moet stijgen. Dit is een belangrijk punt dat voortdurend meespeelt in de keuzes die binnen het oefenen - en daarmee binnen dit meerjaren oefenbeleidsplan - worden gemaakt. Hoe zorgen we voor kwalitatief goed repressief personeel zonder de oefenbelasting te verhogen? Zijn er andere manieren om de vrijwilliger in Drenthe te kunnen ontlasten? Deze en andere vragen spelen een rol bij de keuzes die moeten worden gemaakt om enerzijds te kunnen voldoen aan de wettelijke verplichtingen, en anderzijds de verdere ontwikkeling tot een hoge mate van vakbekwaamheid onder het brandweerpersoneel te komen. 4 Directie Brandweer en GHOR, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, december 2005, Lesboek Bijscholing Veilig Repressief Optreden voor bevelvoerders, pagina

16 5.4 Speerpunt oefenen Binnen Drenthe zijn in de afgelopen beleidsperiode een aantal organisatorische processen afgerond die hebben geleid tot het ontstaan van de Hulpverleningsdienst Drenthe. Waar tot nu toe nog veel nadruk lag op reorganisatie van o.a. het oefenproces - het afstemmen van taken en verantwoordelijkheden, het verstevigen van de samenwerking binnen de districten, tussen de districten onderling en tussen de districten en de regio - is voor de komende periode het inhoudelijk verbeteren van de kwaliteit van het oefenen speerpunt van beleid. Tot op heden is het verbeteren van het oefenen vooral een kwantitatieve slag geweest: het op peil brengen van de oefenfrequentie in alle korpsen op basis van de minima die zijn vastgelegd in de Herziene Leidraad Oefenen. Vanzelfsprekend kan meer oefenen alleen leiden tot een verbetering van de vakbekwaamheid, wanneer het oefenen ook aan kwalitatieve eisen voldoet. Daarbij moet gedacht worden aan het hebben van heldere oefendoelen, het houden van een goede evaluatie en het gebruiken van de uitkomsten van het oefenen om eventuele verbeterslagen te maken in de repressieve organisatie op technisch, procedureel en personeel gebied. Nu de slag op kwantitatief gebied grotendeels is gemaakt, is het investeren op kwalitatief niveau noodzakelijk om de geoefendheid, en daarmee de effectiviteit en de efficiency van het repressief optreden, te verbeteren. 15

17 6. Toekomstvisie en uitgangspunten Het oefenen, als onderdeel van de "Levenslange Leercyclus" is een van de pijlers waarop de vakbekwaamheid van het brandweerpersoneel is gebaseerd. Het oefenen is een middel om het gemeenschappelijk doel - veilig en efficiënt optreden bij incidenten - te bereiken, en geen doel op zich. De toekomstvisie van de oefenorganisatie is dan ook gerelateerd aan dit algemene doel: "De oefenorganisatie van de brandweer in Drenthe is een professionele organisatie waarin drie districten samenwerken, met als doel om op een zo efficiënt mogelijke wijze te komen tot eenheid in kwaliteit van het repressief optreden". Zoals in paragraaf 5.2: "Oefenen als methode" al werd gesteld is het belangrijkste doel van het oefenen het vermogen van brandweerpersoneel te vergroten om risico s in de praktijk te herkennen, waardoor op veilige, snelle en efficiënte wijze kan worden opgetreden. Vanuit deze visie, en op basis van de recente ontwikkelingen die beschreven zijn in hoofdstuk 4, zijn een aantal gemeenschappelijke uitgangspunten geformuleerd die gelden als leidraad voor het oefenproces op regionaal en districtsniveau. 6.1 Veiligheidsbewustzijn als rode draad Mede naar aanleiding van de gebeurtenissen in De Punt, maar ook op basis van landelijke richtlijnen rond de veiligheid van het brandweeroptreden, dient het ontwikkelen van veiligheidsbewustzijn de rode draad te vormen door het geheel van oefeningen in elk korps. Veiligheidsbewustzijn, niet alleen als het gaat om het toepassen van de juiste technieken en procedures, maar ook als het gaat om het herkennen van routines en het soms ook juist kunnen afwijken van routines, het ontwikkelen van leiderschap op alle niveaus en de acceptatie daarvan, het elkaar aanspreken op gedrag en het nakomen van afspraken. Al deze aspecten moeten voortdurend een rol spelen bij het maken en uitvoeren van oefeningen. 6.2 Train as you firefight Oefeningen moeten gerelateerd zijn aan de praktijk. Dat impliceert 2 aspecten: 1. Oefeningen moeten zoveel mogelijk plaats vinden onder realistische omstandigheden (definitie is vastgesteld zie RBD-06/087-AdB); 2. Oefeningen moeten worden uitgevoerd conform de in de praktijk toegepaste procedures en technieken en conform de personele beschikbaarheid. 6.3 Kwantiteit van het oefenen Belasting versus belastbaarheid Zoals eerder genoemd in hoofdstuk 5, moet rekening gehouden worden met het spanningsveld tussen belasting en belastbaarheid van het grotendeels vrijwillige personeel van de brandweerkorpsen in Drenthe. Voor velen is het zijn van brandweervrijwilliger een hobby, die weliswaar professioneel wordt uigevoerd, maar die plaatsvindt naast de belasting van een baan en een privé(gezins)leven. In het eerder genoemde (5.3) belevingsonderzoek onder de vrijwilligers in het kader van de "Warme Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)", is aangegeven dat verdere toename van de belasting ongewenst is. Daarbij wordt niet zozeer het oefenen, als wel het verrichten van diverse bijkomende taken (vergaderen, bijscholing, toetsing, organiseren) als belastend ervaren. Al in de vorige beleidsperiode is daarover besloten dat de belasting voor vrijwilligers niet verder zal toenemen. Ook voor de komende beleidsperiode geldt dit als uitgangspunt. 16

18 6.3.2 Herziene Leidraad Oefenen als minimum Voor de reguliere brandweerzorg geldt dat de richtlijnen voor de minimale oefenfrequenties op landelijk niveau zijn vastgelegd in de Herziene Leidraad Oefenen (HLO). Voor vrijwel alle brandweertaken is in de HLO omschreven wat de kwantiteit van de geoefendheid moet zijn om te kunnen stellen dat er sprake is van voldoende vakbekwaamheid. In Drenthe is de HLO voor alle korpsen uitgangspunt voor de oefenbelasting, met dien verstande dat op een aantal punten weloverwogen en in gezamenlijkheid van de algemene norm wordt afgeweken. In alle brandweerkorpsen wordt de HLO gebruikt als leidraad bij de inrichting van het oefenprogramma. 6.4 De betekenis van de uitgangspunten Veiligheidsbewustzijn Veiligheidsbewustzijn als rode draad in het oefenprogramma impliceert dat de mate van geoefendheid mede bepalend is voor de mate van veiligheid in het repressief optreden. Door het oefenen op deze manier in te richten wordt de vaardigheid ontwikkeld om situaties te beoordelen, en op basis van die beoordeling adequaat maar in de eerste plaats veilig op te treden. Brandweerlieden die onvoldoende geoefend zijn (kwalitatief en kwantitatief) en waarvan niet bekend is of zij nog competent zijn, vormen een potentieel risico. Om ook daadwerkelijk te kunnen beoordelen of het veiligheidsbewustzijn van ieder individu en ieder team aan de eisen voldoet, is het dus noodzakelijk om inzicht te hebben in de mate van geoefendheid van ieder individu en ieder team. Niet alleen op kwantitatief, maar ook op kwalitatief niveau moet bekend zijn of elke individuele functionaris klaar is voor zijn operationele taak, met andere woorden het is onvoldoende om alleen de aanwezigheid van elke functionaris te registreren. Het moet ook duidelijk zijn of betreffende functionaris over voldoende kwaliteiten beschikt. Een zekere toetsing van de vakbekwaamheid is dus noodzakelijk. Dat betekent dat registratie, waarneming en beoordeling noodzakelijke stappen in het oefenproces zijn (een punt overigens dat ook werd vastgesteld in de beleidsvisie voor de regionale brandweer Drenthe voor de periode : in 2009 is er per persoon een sluitend registratie- en evaluatiesysteem). Overigens is het, in het kader van de doelstelling vakbekwaam zijn en blijven, noodzakelijk hier ook een relatie te leggen met de ontwikkelingen op het gebied van repressie. Een belangrijke schakel in de keten is zoals ook aangegeven in het verbeteren van het lerend vermogen van het repressief brandweerpersoneel door aan te sluiten bij de prestaties tijdens het repressief optreden. Aandachtspunten vanuit de praktijk moeten worden verwerkt in het oefenprogramma, waarna geëvalueerd wordt of de toepassing van het geleerde voldoende tussen de oren zit of dat het aandachtspunt verder beoefend moet worden. Daarmee kan voor de individuele brandweermens nut en noodzaak van het trainen van vaardigheden duidelijk worden, waarmee het lerend vermogen wordt vergroot Train as you firefight In de beleidsvisie voor de regionale brandweer Drenthe ( ) is vastgesteld dat de uitruk- en inzetprocedures gelijk moeten zijn in heel Drenthe (in 2008 vastgesteld en geïmplementeerd). Vanuit het oogpunt van herkenbaarheid van situaties en procedures moet vanzelfsprekend ook worden geoefend conform deze procedures. 17

19 Het eerdergenoemde betekent ten eerste dat een koppeling plaats moet vinden met repressieve uitgangspunten en procedures. Dat houdt onder meer het volgende in: - Als een korps in de praktijk opkomt met een tankautospuit en een personeel- en materieelwagen, moet ook op deze wijze geoefend worden. - Zwaartepunten in het uitrukgebied moeten nadrukkelijk aan de orde komen in het oefenprogramma. Het eens in de 4 jaar op te stellen veiligheidsprofiel 5 van de regio is een van de kaders voor het aanbod in het oefenprogramma. - Ervaringen die tijdens het daadwerkelijk repressief optreden worden opgedaan (succesvolle inzetten en leermomenten) worden meegenomen in het oefenprogramma ( lerende organisatie ). - (Nieuw) materieel dat in de praktijk wordt ingezet moet ook in oefensituaties worden gebruikt. Evaluaties van relevante inzetten leveren informatie op die consequenties kan hebben voor inzetprocedures, tactiek, techniek materieel, waar vervolgens in het oefenprogramma op getraind moet worden. Ook de individuele vaardigheden worden feitelijk bij elke inzet op de proef gesteld en kunnen, na een goede evaluatie, aanleiding zijn voor aandachtspunten voor het individuele of collectieve oefenprogramma. Ten tweede betekent dit dat meer oefeningen onder realistische omstandigheden moeten worden gehouden. Eerder 6 is vastgesteld dat 30% van de oefeningen plaats moet vinden in een realistische omgeving. Deels zijn deze mogelijkheden er al door het oefenen op Wijster en de toename van het oefenen op locatie. Op dit moment is niet bekend of in alle korpsen de 30% wordt gehaald Kwantiteit van het oefenen Als kwantitatief uitgangspunt geldt voor de gehele regio de Herziene Leidraad Oefenen als minimum (reguliere taken voor manschappen, bevelvoerders en OvD's). Een aantal taken is niet neergelegd in de HLO (specialismen, coördinerende taken in de rampenbestrijding, grootschalig optreden). Deze taken worden grotendeels op regionaal niveau gecoördineerd en uitgevoerd binnen de districten. Deels zijn daarover kwantitatieve afspraken gemaakt (zie voor een overzicht tabel 2). Grootschalig optreden Wettelijk taak onder regionale regie Instroom- Bevelvoerders: eens per cyclus als oefeningen bevelvoerder of als waarnemer. OvD eenmaal per cyclus als Pelotonscommandant Compagnie oefeningen Peloton 100 zoals instroom rond locatie, voorbereid peloton Officieren dito CC, PC, CUGS eens per cyclus 25 oefeningen per cyclus Eens per 2 jaar, eens in de 4 jaar is dit GAE Staf- 8 oefeningen per cyclus oefeningen Verplaatsings- per CUGS eens per cyclus Aantal CUGS nog vast te oefeningen stellen (RROL) Alarmcentrale Centralisten + CAC 7 x per jaar, vervalt bij vorming MkNN Regionaal Uitvoering: korps van stalling Materieel Eenmaal per oefencyclus voor alle betrokken functionarissen (zie oefenplan korps van stalling) 5 Wet Veiligheidsregio s 6 Beleidsvisie voor de regionale brandweer Drenthe

20 Multidisciplinair optreden Wettelijke taak onder regionale regie, uitvoering regionaal Copi-oefeningen OvD en Leider Copi eens per cyclus 24 keer per jaar ROT-oefeningen Operationeel leider, staffunctionarissen brandweer eens per jaar 3 keer per jaar GBT-Oefeningen Commandant brandweer eens per jaar 12 keer per jaar Specialismen: Bijzondere taken, verdeeld over de districten (regie en uitvoering) Ongevallen Gevaarlijke Stoffen (district Zuid Oost) Peloton 900 (district Zuid West) Verbindingen (VC) (District Noord en Midden) AGS/ROGS LMPO Gaspak NBC en ontsmettingsstraat Logistiek en ondersteuning VC centralisten, ten aanzien van werking VC en COH oefenplan district oefenplan district oefenplan district In opdracht 12 gemeenten Oefenseries uit de HLO die moeilijk op lokaal niveau te realiseren zijn en daarom op regionaal niveau worden aangeboden. Bevelvoerders elementair (200 serie exclusief levensreddend eens per cyclus Ca. 210 handelen en ademlucht) alle kaarten OvD afh. van ontwikkeling elementair binnen RROL, vanaf 2011 alle eens per cyclus RROL in 2010 ca. 20, in 2011 e.v.: kaarten WVD 9 ploegen 3 keer per jaar door No Play 1 maal meten 2 maal praktijk Tabel 2: Gemeentelijke en regionale taken in kwantitatief perspectief Voor de specialismen geldt dat dit gemandateerd is aan de kerngemeenten. In 2010 worden er meerjaren oefenbeleidsplannen op districtsniveau opgesteld waarin dit is opgenomen. De oefenfrequentie die voor alle functionarissen minimaal dient te worden gerealiseerd is per persoon het aantal oefeningen (met goed gevolg voltooid) dat is vastgelegd in de HLO en de regionaal vastgestelde minimale oefenfrequenties. Binnen de regio Drenthe is het oefenprogramma voor alle korpsen afgestemd op dit minimum vereiste aantal oefeningen, met als kanttekening dat sommige korpsen de HLO oefencyclus doorlopen in 1 jaar, terwijl andere korpsen de cyclus in 1,5 jaar afwerken. Dat heeft te maken met de verschillen in beschikbare oefentijd en beschikbaarheid van oefenstaven per korps; sommige korpsen oefenen (regulier) 1 x per week en andere 1 x per 2 weken. Het uitgangspunt dat iedereen aan de gestelde minima (HLO + regionaal afgestemde minima) moet voldoen heeft 2 consequenties: 1. Iedere functionaris moet in de gelegenheid worden gesteld te voldoen aan de minimale eisen, m.a.w. er moeten voldoende oefenmomenten worden aangeboden. 2. Er moet een controlesysteem zijn waardoor is vast te stellen of elke individuele functionaris voldoet aan de oefenverplichtingen (kwalitatief en kwantitatief). 19

21 7. Ambities Het essentiële belang van oefenen voor de brandweerorganisatie maakt dat de verdere ontwikkeling van het oefenproces voor alle betrokken functionarissen een hoge prioriteit heeft. Het is niet voldoende om alleen te voldoen aan de huidige verplichtingen en in stand te houden wat bereikt is. De ambitie om de Drentse oefenorganisatie en cultuur op een hoger plan te brengen is groot. Dat staat op gespannen voet met de beperkte bezetting op regionaal en districtsniveau voor deze taak (zie hoofdstuk 8: Financiën en Personeel"). De ontwikkeling van het oefenen moet worden bedacht en uitgevoerd naast een zwaar beladen oefenprogramma op regionaal en lokaal niveau, waaraan de reguliere formatie de handen vol heeft. Bovendien is het voor de verdere doorontwikkeling noodzakelijk dat ook de uitvoerende functionarissen (oefenleiders, waarnemers en beoordelaars 7 ) meegroeien in kwaliteit en kwantiteit. Betrokken functionarissen moeten daarom in de gelegenheid worden gesteld om deze werkzaamheden uit te voeren en de opleidingen te volgen die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren ervan. Aangezien het daarbij doorgaans gaat om vrijwillige functionarissen, komt hier het klassieke spanningsveld tussen belasting en belastbaarheid direct weer om de hoek kijken. Daarbij komt dat aan een aantal basisbehoeften voor het ontwerpen van een goed gefundeerd oefenprogramma nog niet wordt voldaan: 1. De koppeling met repressie is onvoldoende gestructureerd, waardoor de ervaringen uit de praktijk nog onvoldoende worden gekoppeld met de oefeninvulling; 2. De indeling van operationele taken is nog niet gestart, waardoor niet duidelijk is hoeveel functionarissen voor welke ta(a)k(en) moeten worden getraind. Het maken van een passend oefenaanbod is daardoor niet goed mogelijk; 3. De beoordeling van functionarissen op kwalitatief gebied is nog niet goed mogelijk. Twee redenen liggen daaraan ten grondslag: - Normen ontbreken. Ook op landelijk niveau wordt gezocht naar een manier om te kunnen vaststellen of de vakbekwaamheid op niveau is of niet. Het blijft dus zoeken naar manieren om vast te stellen of iemand nu wel of niet vakbekwaam mag worden geacht, wat het voor leidinggevenden moeilijk maakt om te kunnen beoordelen of functionarissen hun operationele taak naar behoren uitvoeren en in hoeverre van bijscholing of extra training sprake moet zijn. - Er is nog niet bij alle korpsen en alle functionarissen draagvlak voor de kwalitatieve beoordeling van het operationeel optreden. De brandweer heeft geen cultuur van toetsen en beoordelen. Nu de druk om hier wel mee te beginnen toeneemt, blijkt dat geïnvesteerd moet worden om de acceptatie van toetsing en beoordeling te vergroten en de angst voor een "afrekencultuur" en de eventueel daarmee samenhangende consequenties te reduceren. Gezien bovenstaande beperkingen is ervoor gekozen om het jaar 2010 te gebruiken om met name een aantal randvoorwaarden en parameters helder te formuleren, zodat tussen 2011 en 2013 snel geschakeld kan worden om een lerende organisatie te creëren. Alleen dan kan de zinsnede vakbekwaam zijn en blijven daadwerkelijk inhoud krijgen. 7.1 Ambitie 1: de stand van zaken analyseren Kwantitatieve uitgangspunten van de repressieve organisatie vormen het uitgangspunt voor de kwantitatieve inrichting van de oefenorganisatie. In 2010 is er een helder overzicht van de operationele functies op individueel en organisatie niveau, op basis waarvan een passende oefenplanning wordt aangeboden. 7 Nog vast te stellen op welke wijze en door wie beoordeeld zal worden. 20

3.1 Fase 1: Takenpakket en competentieniveau vaststellen. Afbeelding 3.1 Takenpakket en competentieniveau vaststellen

3.1 Fase 1: Takenpakket en competentieniveau vaststellen. Afbeelding 3.1 Takenpakket en competentieniveau vaststellen 3. Oefensystematiek De systematiek van deze Leidraad Oefenen is gebaseerd op een periodieke oefencyclus (zie hoofdstuk 2), die uit zeven fasen bestaat. De uitkomsten van de laatste fase vormen de input

Nadere informatie

De brandweer wordt nog veiliger en beter

De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter -Brochure Brandweer juni2009.indd 1 05-06-2009 10:16:37 VAKBEKWAAM WORDEN, Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OEFENCOORDINATOR

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OEFENCOORDINATOR KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OEFENCOORDINATOR werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 10 juli 2008 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter VAKBEKWAAM WORDEN, VAKBEKWAAM BLIJVEN Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van de brandweer worden voortaan opgeleid,

Nadere informatie

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Bevindingen onderzoekscommissie Brand met dodelijke afloop in De Punt op 9 mei 2008 Ira Helsloot Overzicht presentatie Woord vooraf Korte herhaling: van

Nadere informatie

ECCvA/U Lbr: 07/40

ECCvA/U Lbr: 07/40 Brief aan de leden T.a.v. het college en gemeenteraad informatiecentrum tel. (070) 3738020 uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Brandweerontwikkelingen Samenvatting ons kenmerk ECCvA/U200700611 Lbr: 07/40 datum

Nadere informatie

Parafen met datum. Aard voorstel: Strategisch > 50.000 Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

Parafen met datum. Aard voorstel: Strategisch > 50.000 Politiek gevoelig Regelgeving Risico s: Onderwerp: Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) reddingsduiken brandweer Drenthe. Voorgesteld besluit: 1. De deel-ri&e reddingsduiken formeel vaststellen. (Geldend voor de colleges van de gemeenten:

Nadere informatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Veiligheidregio Haaglanden Brandweer Haaglanden Bijlage 5.3 C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Nadere informatie

Toelichting Model Blijvende Vakbekwaamheid en Zelfevaluatie

Toelichting Model Blijvende Vakbekwaamheid en Zelfevaluatie Toelichting Model Blijvende Vakbekwaamheid en Zelfevaluatie Bovenstaand treft u ons model blijvende vakbekwaamheid aan. Dit model zou u kunnen zien als een knoppenmodel. Knoppen waaraan op basis van onze

Nadere informatie

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe Begroting 215 V Ą Vėiligheidsregio ^ Drenthe VOORWOORD Dit is d e t w e e d e b e g r o t i n g v a n V e i l i g h e i d s r e g i o D r e n t h e ( V R D ). Hierin is h e t v o l i e d i g e b u d g

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten

Nadere informatie

Ontwikkeling leeragentschap in VR Zuidoost-Brabant

Ontwikkeling leeragentschap in VR Zuidoost-Brabant Ontwikkeling leeragentschap in VR Zuidoost-Brabant Wat komt aan bod 1. Theorie: wat is een leeragentschap 2. Model: vorm in Zuidoost-Brabant 3. Weerbarstigheid: de praktijk 4. Kritische succesfactoren

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement t. Functie oefencoördinator Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub t Besluit personeel veiligheidsregio s

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Werkexemplaar Leidraad Oefenen

Werkexemplaar Leidraad Oefenen Werkexemplaar Leidraad Oefenen LEIDRAAD BRANDWEER KWALITEITSNORM De Leidraad Oefenen is ontwikkeld door het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra, in nauwe samenwerking met het Landelijk Platform

Nadere informatie

Opleidings- en oefenbeleid

Opleidings- en oefenbeleid Bijlage 1 Opleidings- en oefenbeleid 2011-2014 Brandweer Bladel Opleidings- en oefenbeleid 2011-2014 Brandweer Bladel 1 Inhoudsopgave pagina 1.0 Opleiding (Vakbekwaam worden) 2 1.1 Uitgangspunten opleidingsbehoefte

Nadere informatie

Onderzoeksraad voor de Veiligheid Postbus CK DEN HAAG (070) ECCVA/U

Onderzoeksraad voor de Veiligheid Postbus CK DEN HAAG (070) ECCVA/U Onderzoeksraad voor de Veiligheid Postbus 95404 2508 CK DEN HAAG doorkiesnummer (070) 373 8320 uw kenmerk bijlage(n) betreft Reactie VNG en Veiligheidberaad op de aanbevelingen van de Onderzoeksraad inzake

Nadere informatie

I Datum: - 5 DEC 2008

I Datum: - 5 DEC 2008 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de colleges van B&W en de besturen van de regionale I : - 5 DEC 2008 Directie Politie en Veiligheidsregio's

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen.

5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen. 5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen. 5.1 Ordening van de oefenkaarten De ordening van de oefenkaarten is gebaseerd op de volgende

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen van het LPO

Antwoorden op de vragen van het LPO en op de vragen van het LPO Ter voorbereiding op de vergadering van het LPO op 16 juni 2010 zijn er enkele vragen geïnventariseerd. De vragen en antwoorden zijn in onderstaand schema opgenomen. Welke norm

Nadere informatie

Nummer : 2009/64 Datum : 1 oktober 2009 : Convenant Veiligheidsregio Zeeland en vorming één Brandweer Zeeland

Nummer : 2009/64 Datum : 1 oktober 2009 : Convenant Veiligheidsregio Zeeland en vorming één Brandweer Zeeland Voorbereidende raadsvergadering: 20 oktober 2009 Besluitvormende raadsvergadering: 10 november 2009 Portefeuillehouder: S.W.G.M. Kramer AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2009/64 Datum : 1 oktober 2009 Onderwerp

Nadere informatie

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden ü Aanleiding MOED ü Algemene informatie brandweer in de veiligheidsregio ü Inhoud MOED ü Samenvatting uitspraken algemeen bestuur 1. Aanleiding MOED De wereld

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

voor Hulpverlenend Personeel VNOG

voor Hulpverlenend Personeel VNOG Organisatie: Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Regie: Sector Risicobeheersing Voorbereiding: RC BOT Status: voor Hulpverlenend Personeel Pagina: Pagina 1 van 9 Regionale Regeling TraumaNazorg

Nadere informatie

Plan van aanpak. nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland

Plan van aanpak. nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland 1 Aanleiding 3 2 Onderzoeksopzet 4 3 Communicatie 8 Bijlage I Afkortingen 9 2 1 Caribisch Nederland kent één brandweerkorps, het brandweerkorps Caribisch Nederland

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPERATIONELE VOORBEREIDING

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPERATIONELE VOORBEREIDING KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPERATIONELE VOORBEREIDING werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 7 september 2005 te Arnhem vastgesteld door het Project Kwaliteit Brandweerpersoneel.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding 2000 2004 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige

Nadere informatie

Een andere kijk op oefenen. Jaap Molenaar Vakgroepdecaan Incidentmanagement

Een andere kijk op oefenen. Jaap Molenaar Vakgroepdecaan Incidentmanagement Een andere kijk op oefenen Jaap Molenaar Vakgroepdecaan Incidentmanagement Programma Oefenen traditioneel gezien Actuele ontwikkelingen Oefenen nieuwe stijl Hoe ziet dat er uit Wat vraagt dit van de organisatie

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Ferwert, 28 mei 2013.

Ferwert, 28 mei 2013. AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel Sector : I Nr. : 15/36.13 Onderwerp : Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân Ferwert, 28 mei 2013. 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel Van bijscholen en oefenen naar Blijvende vakbekwaamheid Brandweer maakt deel uit van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 10 oktober 2005 te Arnhem vastgesteld door het Project Kwaliteit Brandweerpersoneel.

Nadere informatie

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 juli

Nadere informatie

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop

Nadere informatie

Opleidings- en oefenbeleidsnotitie 2014-2017 voor de brandweer functionarissen binnen de Regeling Operationele Leiding en het grootschalig

Opleidings- en oefenbeleidsnotitie 2014-2017 voor de brandweer functionarissen binnen de Regeling Operationele Leiding en het grootschalig Opleidings- en oefenbeleidsnotitie 2014-2017 voor de brandweer functionarissen binnen de Regeling Operationele Leiding en het grootschalig brandweeroptreden van de Veiligheidsregio Zeeland. Inhoudsopgave

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007; 07.0003314 De raad van de gemeente Son en Breugel; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel

Nadere informatie

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel in

Nadere informatie

Teams algemeen Voortgang aanbevelingen/acties komend uit de Memo Leermomenten Moerdijk VRZ

Teams algemeen Voortgang aanbevelingen/acties komend uit de Memo Leermomenten Moerdijk VRZ 12-dec-11 Brw Leerarena Veiligheid personeel: Leidinggevenden dienen te zorgen voor persoonlijke bewustwording van de eigen veiligheid en gezondheid bij ingezet personeel en het toezien op naleving van

Nadere informatie

Datum 5 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de afname van het aantal duikteams bij de brandweer

Datum 5 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de afname van het aantal duikteams bij de brandweer 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Werkzaam bij de brandweer

Werkzaam bij de brandweer PORTFOLIO PLOEGCHEF Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel in juni 2009.

Nadere informatie

VISIE UITRUK OP MAAT DEFINITIEF CONCEPT

VISIE UITRUK OP MAAT DEFINITIEF CONCEPT VISIE UITRUK OP MAAT DEFINITIEF CONCEPT In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie heeft Brandweer Gelderland-Midden een visie Uitruk op maat ontwikkeld. Landelijk wordt de term

Nadere informatie

Brandweer on(der)wijs belangrijk!

Brandweer on(der)wijs belangrijk! Brandweer on(der)wijs belangrijk! Versterking Brandweeronderwijs Brandweeronderwijs is een onderwerp dat het hart van de brandweer raakt. Alle brandweermensen hebben er hun hele carrière mee te maken.

Nadere informatie

PORTFOLIO FUNCTIE OFFICIER VAN DIENST

PORTFOLIO FUNCTIE OFFICIER VAN DIENST PORTFOLIO FUNCTIE OFFICIER VAN DIENST Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel

Nadere informatie

Presterend Vermogen. Veiligheidsregio. September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout

Presterend Vermogen. Veiligheidsregio. September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout Presterend Veiligheidsregio September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout VenJ is verantwoordelijk voor systeem 1. Strategie Nationale Veiligheid 2. Interdepartementaal stelsel Crisisbesluitvorming 3. Veiligheidsregio

Nadere informatie

AGENDAPUNT 2015.02.16/08

AGENDAPUNT 2015.02.16/08 AGENDAPUNT 2015.02.16/08 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 16 februari 2015 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: AED Mevrouw mr. R.G. Westerlaken-Loos en de

Nadere informatie

SPECIALIST OPERATIONELE VOORBEREIDING. Werkzaam bij de brandweer

SPECIALIST OPERATIONELE VOORBEREIDING. Werkzaam bij de brandweer PORTFOLIO SPECIALIST OPERATIONELE VOORBEREIDING Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel

Nadere informatie

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Rigaweg 26, 9723 TH Groningen T: (050) 54 45 112 // F: (050) 54 45 110 E: info@precare.nl // www.precare.nl Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Nalooplijst hoofdstuk 4 Elementen in de beheersing van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Minister van Veiligheid en Justitie Veiligheidsregio's Turfmarkt 147

Nadere informatie

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND HOE TE KOMEN TOT EEN ADEQUATE ORGANISATIE VAN INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER? IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER Uitgave van het Projectbureau

Nadere informatie

Veiligheidszorg op Maat. op Maat. Documenthistorie en verspreiding. Goedkeuring: Versie Documentinformatie

Veiligheidszorg op Maat. op Maat. Documenthistorie en verspreiding. Goedkeuring: Versie Documentinformatie Versie 1.0 06-10-2011 Veiligheidszorg op Maat Plateau 1: Proces Veiligheidszorg op Maat De aanleiding en de beschrijving van het proces om te komen tot een nieuw Dekkingsplan (Dekkingplan 2.0) voor de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie nationale veiligheid NVROO Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den

Nadere informatie

Algemeen Bestuur. Veiligheidsregio Groningen. Agendapunt 6. 3 juli 2015 ONTWIKKELINGEN BON

Algemeen Bestuur. Veiligheidsregio Groningen. Agendapunt 6. 3 juli 2015 ONTWIKKELINGEN BON Agendapunt 6 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen 3 juli 2015 ONTWIKKELINGEN BON Inleiding Zoals bekend is in 2014 een noordelijke Stuurgroep ingesteld met het oog op de huidige en toekomstige organisatie

Nadere informatie

De Onderzoeksraad voor Veiligheid Postbus CB Den Haag

De Onderzoeksraad voor Veiligheid Postbus CB Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De Onderzoeksraad voor Veiligheid Postbus 95404 2509 CB Den Haag Directoraat -generaal Veiligheid Overdracht Taken en Onderwijs Schedeldoekshaven 200 2511 EZ

Nadere informatie

Leidraad conversie rangen

Leidraad conversie rangen Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding Leidraad conversie rangen Documentatie: - Bijlage 1: Overzicht rangen oud en nieuw; - Bijlage 2: Overzicht operationele en beheersmatige functies

Nadere informatie

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad Concept-raadsvoorstel Plaats X, Datum X Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân Aan: de Raad 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio s (Wvr) met het daaraan gekoppelde

Nadere informatie

Nota Leidraad Oefenen in Twente Versie 26 november 2001 (definitief)

Nota Leidraad Oefenen in Twente Versie 26 november 2001 (definitief) Nota Leidraad Oefenen in Twente Versie 26 november 2001 (definitief) SAMENVATTING...2 1. INLEIDING...3 2. WETTELIJK KADER...4 3. FILOSOFIE LEIDRAAD OEFENEN...4 4. HUIDIGE SITUATIE IN TWENTE...5 5. CONSEQUENTIES

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 7 november 2011 Agendapunt: 11 Datum: 17-10-11 Contactpersoon: P. van der Vlist en A.M. Buitink Telefoon: 030 240 4462/ 2404551 E-mail: p.van.der.vlist@vru.nl; a.buitink@vru.nl

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Plan van Aanpak Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Inspectie Veiligheid en Justitie 7 september 2015 1. Inleiding Aanleiding Op zaterdag 25 juli 2015, omstreeks 15:40

Nadere informatie

Beleidsplan opleiden en oefenen brandweer. <<gemeente>>, <<periode>>

Beleidsplan opleiden en oefenen brandweer. <<gemeente>>, <<periode>> Beleidsplan opleiden en oefenen brandweer , NHN-model beleidsplan gemeentelijk BOOB 2008Pagina 1 van 32 Samenvatting... 3 1 Inleiding... 4 1.1 Doelstellingen...

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Toetsingskader

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Toetsingskader Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio Toetsingskader 1 Inleiding 3 2 Toetsingskader 4 2.1 Opkomsttijden 4 2.2 Samenstelling van basisbrandweereenheden 7 2.3 Beschikbaarheid van

Nadere informatie

Duiken vanuit een nieuw perspectief

Duiken vanuit een nieuw perspectief Duiken vanuit een nieuw perspectief Lex Tillart Voorzitter Platform Bestrijding Waterongevallen en en Risicoanalyse en - beheersing Uitloden, trimmen en noodopstijging Luchtverbruik, maximale duiktijd

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding. Leidraad conversie rangen

Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding. Leidraad conversie rangen Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding Leidraad conversie rangen Vastgesteld door de RRC op 10 september 2010 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding 3 2. Minder rangen 3 3. Operationele functies

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 1 Inleiding Op 14 juni 2012 heeft in de avonduren de oefening Prisma plaatsgevonden. Hiermee is uitvoering gegeven aan het gestelde in artikel 2.5.1. van het Besluit

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Uitruk op Maat. In deze uitgave. Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

Uitruk op Maat. In deze uitgave. Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Uitruk op Maat Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Nieuwsbrief 1 november 2010 In deze uitgave Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant 2 3 Aanleiding van het project Uitruk

Nadere informatie

Brandweer Beleidsplan Opleiden en Oefenen 2010 2013

Brandweer Beleidsplan Opleiden en Oefenen 2010 2013 Brandweer Beleidsplan Opleiden en Oefenen 2010 2013 Brandweer Limburg-Noord Vastgesteld, zie bladzijde 3 Werkdoc-Stuk begelcom-not\geplaatst 2010\oefenbeleid\Limbrug Nrd- brandweer beleidsplan 2010-2013.doc

Nadere informatie

Elementaire oefening. Oefenkaart 102B 202C 302C. Verkenning met adembeschermende. Opdracht A

Elementaire oefening. Oefenkaart 102B 202C 302C. Verkenning met adembeschermende. Opdracht A Elementaire oefening Oefenkaart 102B 202C 302C Verkenning met adembeschermende middelen Opdracht A Draaiboek : 102B-DB02 Datum : 13-12-2007 Locatie : Jacobswoude Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud...

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement r. Functie medewerker opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub r Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

De oranje kolom in de Veiligheidsregio

De oranje kolom in de Veiligheidsregio De oranje kolom in de Veiligheidsregio Visiedocument voor de verankering van de gemeentelijke kolom in de Veiligheidsregio Zeeland - Vastgesteld in Kring van Zeeuwse gemeentesecretarissen d.d. 12 april

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 3 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het

Nadere informatie

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort Jan Hazeleger Kenny Essers Plv Hfd Repressie Chef Preparatie Utrecht Amersfoort 30/06/2008 1 Waar gaan we het over hebben Aanleiding

Nadere informatie

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Portefeuillehouder van der Zwan Datum collegebesluit 1 maart 2016 Opsteller H. Tanja Registratie GF16.20022 Agendapunt 14 Voorstel

Nadere informatie

Evaluatiebeleid Leren van incidenten

Evaluatiebeleid Leren van incidenten Bijlage A bij agendapunt 13: Herziening evaluatiebeleid [AB20170213-13] Evaluatiebeleid Leren van incidenten Documentnummer: 16.0022824 Versie vastgesteld door DB, d.d. 23-01-2017 Versie 1.0, 10 januari

Nadere informatie

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Voorwoord Reddingsbrigade Nederland introduceert per 1 september 2015 de Licentieregeling. Door middel van de licentieregeling wil Reddingsbrigade Nederland een

Nadere informatie

Kwaliteitstoets brandweer Drenthe - gemeente Toelichting Onvoldoende 25% Voldoende 75% Ruim voldoende 100% - geen zicht. - vanuit verbeterplan

Kwaliteitstoets brandweer Drenthe - gemeente Toelichting Onvoldoende 25% Voldoende 75% Ruim voldoende 100% - geen zicht. - vanuit verbeterplan Groep Nr. Vraag Onvoldoende 25% Bijna voldoende 50% Voldoende 75% - vanuit verbeterplan - PDCA afgerond - onbewust doen/ad-hoc - kritisch volgen Bestuurlijke hoofdvraag In welke mate zijn de aanwezige

Nadere informatie

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt.

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt. Verkeersongeval waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen Oefening Doel Beginsituatie Samenstelling oefenstaf Mogelijke opdrachten Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR77824_1. Verordening brandveiligheid en hulpverlening

CVDR. Nr. CVDR77824_1. Verordening brandveiligheid en hulpverlening CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR77824_1 8 november 2016 Verordening brandveiligheid en hulpverlening De raad van de gemeente Losser; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet

Nadere informatie

Het leer-systeem van de brandweer: enkele lessen

Het leer-systeem van de brandweer: enkele lessen Het leer-systeem van de brandweer: enkele lessen Floor Koornneef TU Delft Veiligheidskunde Risk Centre f.koornneef@tudelft.nl Bewust veilig repressief optreden: aangeboren of aangeleerd? Nibra - 26 januari

Nadere informatie

Aanleiding. BRANDWEERDOCTRINE, de theorie achter het brandweervak. (1) De Punt 9 mei 2008

Aanleiding. BRANDWEERDOCTRINE, de theorie achter het brandweervak. (1) De Punt 9 mei 2008 (1) De Punt 9 mei 2008 Aanleiding (2) Eindrapport Evaluatie De Punt (2009) Ongeval was exemplarisch, het had in heel Nederland kunnen gebeuren gegeven de huidige inzetprocedures, opleiding en oefening

Nadere informatie

Veiligheidsfunctionaris bij oefeningen

Veiligheidsfunctionaris bij oefeningen Veiligheidsfunctionaris bij oefeningen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

5 1 a nota rangen voorblad RMT met besluit (2) 1

5 1 a nota rangen voorblad RMT met besluit (2) 1 Vergadering RMT Brandweer 9 november 2010 Agendapunt nummer 5.1 Onderwerp notitie functies en rangen brandweer Limburg-Noord. Auteur Lenders/ van Mierlo Portefeuillehouder Van der Schuit Voorstel : 1.

Nadere informatie

KWALITEITSMODEL OEFENEN

KWALITEITSMODEL OEFENEN 1 KWALITEITSMODEL OEFENEN Het project Op weg naar effectief oefenen heeft een samenhangend model voor de systematische verbetering van de kwaliteit van het oefenen van de rampenbestrijding ontwikkeld.

Nadere informatie

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn.

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Belangrijkste informatie Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Het bestuur van de VRK zet kanttekeningen

Nadere informatie

1. Inleiding op het onderdeel beleid voor bedrijfshulpverlening

1. Inleiding op het onderdeel beleid voor bedrijfshulpverlening 1. Inleiding op het onderdeel beleid voor bedrijfshulpverlening 1.1 Wat is bedrijfshulpverlening? Bedrijfshulpverlening gaat over de manier waarop een bedrijf kleine en grotere calamiteiten het hoofd biedt.

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel BG.2A Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden Bijlagen 5 d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel Gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving 1 Betrekkingen (EWB) 070 370 7051 Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving Projectnaam Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135) 1. Evaluatie Wet veiligheidsregio's (Wvr) Bij de behandeling

Nadere informatie

PORTFOLIO VOERTUIGBEDIENER

PORTFOLIO VOERTUIGBEDIENER PORTFOLIO VOERTUIGBEDIENER Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel in juni

Nadere informatie