Werkblad beschrijving interventie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkblad beschrijving interventie"

Transcriptie

1 Werkblad beschrijving interventie Coach Methode Gebruik de handleiding bij dit werkblad of Contact NJi Contact NCJ Contact RIVM Gert van den Berg Betty Bakker Sandra van Dijk De Erkenningscommissie Interventies is een landelijke en onafhankelijke commissie die de kwaliteit en effectiviteit van interventies beoordeelt voor jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, jeugdwelzijnswerk, ontwikkelingsstimulering, gezondheidsbevordering en preventie. De commissie is ingesteld en wordt secretarieel ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid en RIVM Centrum Gezond Leven.

2 Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam (Post)adres Postcode Plaats Telefoon Fax Centrum voor Beweging en Onderzoek Eemskanaal Zuidzijde AR Groningen info@coachmethode.nl 0031 (0) Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM Documentatie voor de erkenningscommissie De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie: Aangekruiste documenten worden na de beoordeling geretourneerd. Deelcommissie Aankruisen welke deelcommissie de interventie zou moeten beoordelen. Documentnummer 1. Interventiebeschrijving Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn Deelcommissie IV preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen CBO Versie 15 aug

3 Voor u begint Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop. Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3.1 Vraag 4.1 Vraag 4.2 Vraag 5 Vraag 6 Vraag 8 Overige Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar de interventie zich op richt duidelijk omschreven? Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en voorwaardelijke doelen? Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante kenmerken? Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de benodigde handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequentie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd? Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het niveau van concrete activiteiten? Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandstalige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn? Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende factoren (oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)? Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse? Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar aansluiten? Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van trainingen, begeleiding, registratie, licenties, een overdrachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen? Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoerende en of ondersteunende organisaties zijn? Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja CBO Versie 15 aug

4 Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden. Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie. Doel Doel van de is het bereiken van een verhoging van de lichamelijke activiteit van sedentaire (te weinig bewegen) mensen met een chronische aandoening in het dagelijks leven, zoals wandelen, fietsen, traplopen. De mate van verhoging van de lichamelijke activiteit wordt individueel (op maat) vastgesteld. Noem de doelgroep waarop de interventie direct gericht is. Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie. Doelgroep De doelgroep bestaat uit sedentaire mensen met een chronische aandoening, zoals COPD, diabetes, kanker, hart- en vaatziekten, reuma. Kenmerken van de doelgroep zijn primair: onvoldoende bewegen volgens de NNGB of stappennorm en enige motivatie meer te willen bewegen in het dagelijks leven. Daarnaast is kenmerkend voor de doelgroep het feit dat zij geen affiniteit hebben met sport of trainen (door bijv. beperking) en de mate van externe regulatie; deze groep mensen zal zich niet snel uit zichzelf opgeven voor een project, maar moet actief benaderd worden. Aanpak De bestaat uit een introductieperiode (4 maanden) gevolgd door een vervolgperiode (8 maanden). Elke deelnemer krijgt een begeleider (coach) die helpt bij het ontwikkelen van een actieve leefstijl. Door gebruik te maken van een stappenteller en My Coach (monitoringsysteem voor deelnemer en Coach) krijgen deelnemers een beeld van hun beweegpatroon. Met vier COACH gesprekken wordt in een periode van 4 maanden gezocht naar mogelijkheden om meer bewegen in te passen in de leefstijl. Uitgangspunt is de stappennorm. In de vervolgperiode vinden twee gesprekken plaats, gericht op het volhouden van het beweeggedrag en omgaan met terugval. Voorafgaand en aan het eind van coach vindt een fitheidstest plaats. Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is. Materiaal Website: Website: Projectplan coach methode Factsheet Coach methode Stappenteller (digiwalker) My Coach; web applicatie voor deelnemers en exercise counselors (monitoring en feedback). Training COACH en bijbehorende protocollen en instrumenten (opgedeeld naar de te voeren gesprekken en metingen). Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden. Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden. Onderzoek De Greef en Sprenger, 2006 Samengevat: Op basis van observationeel onderzoek laat de bij verschillende patiëntengroepen een significante toename van het beweegpatroon op korte en lange termijn. Diabetespatienten: toename beweegpatroon 37% na 6 maanden, 43% na 12 maanden COPD patiënten: toename beweegpatroon 38% na 4 maanden, 44% na 12 maanden Oncologiepatienten: toename beweegpatroon 35% na 4 maanden, 38% na 12 maanden Op basis van observationeel onderzoek zijn er indicaties zijn voor effecteven op fysieke fitheid, gezondheid en ziekte specifieke kenmerken (CBO/RUG 2009). CBO Versie 15 aug

5 Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waarop de interventie zich richt. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Als deze informatie er niet is, geef dat dan ook aan. Maximaal 400 woorden. Gezondheidsrisico s van te weinig bewegen Te weinig bewegen heeft een negatieve invloed op het lichaamsgewicht, het vetpercentage, de cholesterolratio, de glucosetolerantie, de insulinegevoeligheid, de botdichtheid, de bloeddruk en de fysieke belastbaarheid. Deze risicofactoren bevorderen het ontstaan van hart-en vaatziekten, cerebrovasculaire aandoeningen, bepaalde vormen van kanker, angst en depressie, diabetes mellitus type II en osteoporose (CBO/RUG 2011a). Lichamelijke activiteit is daarmee één van de leefstijlfactoren voor verschillende vormen van gezondheid (RIVM 2010a). Onvoldoende bewegen is in Nederland jaarlijks verantwoordelijk voor naar schatting ruim sterfgevallen (ofwel circa 6% van totaal aantal sterfgevallen) (RIVM 2010b). Lichamelijke inactiviteit is daarmee één van de belangrijkste onafhankelijke determinanten van vroegtijdig overlijden (CBO/RUG 2011b). Beweeggedrag van de bevolking in Nederland Een aanzienlijk percentage van de volwassen bevolking is nog steeds - inactief. Als maatstaf voor bewegingsarmoede wordt de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) gehanteerd (NISB 2009). Deze gaat voor volwassenen uit van 30 minuten matig intensief bewegen gedurende tenminste vijf dagen per week of een equivalent van stappen per dag. In 2009 voldeed 39% van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder niet aan de NNGB. De fitnorm houdt in: 3 keer per week minstens 20 minuten zwaar intensief bewegen. Voor de Fitnorm geldt, dat 76% van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder voldoet niet aan de fitnorm voldoet. Bij de Combinorm, de combinatie van de NNGB en de Fitnorm, geldt, dat het percentage Nederlanders van 18 jaar en ouder dat in 2009 hieraan niet voldoet 32% is (NISB 2009). Uitgevoerd onderzoek heeft aangetoond dat lichamelijke activiteit een aantal effecten heeft (Beleidsnota Sport, Bewegen en Gezondheid, VWS 2002). Naast het preventieve karakter van de effecten van bewegen (ontstaan risicofactoren aandoeningen), heeft bewegen een gunstige invloed op het uitblijven van veel voorkomende aandoeningen als hart- en vaatziekten, diabetes type II en sommige vormen van kanker zoals colonkanker. Voor chronische aandoeningen geldt dat verantwoord bewegen het beloop van een aantal chronische aandoeningen zoals coronaire hartziekten, diabetes mellitus type 2, osteoporose, beroerte (CVA) en depressie, gunstig kan beïnvloeden (Stiggelbout et al., 1998, Chorus & Hopman-Rock, 2004). Toch bewegen chronisch zieke mensen in het algemeen te weinig. In de leeftijdsgroep jarige mannen is de bewegingsarmoede het grootst bij astma/copd en kanker. Bij vrouwen in deze leeftijdscategorie zijn het aandoeningen van het bewegingsapparaat en neurologische aandoeningen die voor bewegingsarmoede zorgen. Bij de leeftijdsgroep 65+ zijn het mannen met hart- en vaatziekten en astma/copd en vrouwen met hart- en vaatziekten, artrose en overige aandoeningen van het bewegingsapparaat die weinig bewegen. CBO Versie 15 aug

6 2. Doel van de interventie Er zijn uiteenlopende redenen om niet te bewegen (Nationaal Kompas, Gezondheidsdeterminanten, lichamelijke activiteit) (Chorus en Hildebrandt 2010; de Vries 2008 e ). Daarvan zijn er twee belangrijke kenmerken die mensen met bewegingsarmoede delen, namelijk een gebrek aan intrinsieke motivatie en geen affiniteit met sport of fitness. Gebrek aan intrinsieke motivatie heeft betrekking op het gebrek aan overtuiging dat bewegen zin heeft en het ontbreken van de behoefte om daar zelf iets aan te doen. Geen affiniteit met sport en fitness hangt samen met een afkeer tegen intensief bewegen. Bij mensen met een chronische aandoening kan dit ook samenhangen met eventuele fysieke beperkingen die zij hebben. Op basis van deze twee kenmerken is de ontwikkeld om mensen met bewegingsarmoede te stimuleren om meer te gaan bewegen. investeert in een intensieve werving en screening. Om vervolgens te begeleiden bij een verandering in het beweeggedrag, waar de patiënten zelf grip en regie over hebben. Juist omdat onderzoeken aantonen dat ook met licht tot matig intensieve activiteiten effect wordt behaald op fitheid en gezondheid (Kahn et al 2002), is de geschikt voor mensen met een chronische aandoening (waardoor zij door de aandoening minder in staat zijn om intensief te bewegen). Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). Algemeen: Het doel van het COACH leefstijlprogramma is het bereiken van een verhoging van de lichamelijk activiteit van sedentaire (letterlijk zittende ) mensen door middel van het bevorderen van activiteiten in het dagelijks leven. Het gaat bij lichamelijke activiteit niet om sport, maar om eenvoudige bewegingen als wandelen, fietsen en traplopen. Doel is, dat de deelnemers leren hoe zij deze leefstijlactiviteiten kunnen inbouwen in hun dagelijks leven. De deelnemers zijn mensen die wel meer willen bewegen maar geen affiniteit met sport hebben of trainen. In het COACH programma wordt het stimuleren van lichamelijke activiteiten in het dagelijks leven ondersteund door Exercise Counseling en door gebruik te maken van een stappenteller. De nadruk ligt hierbij op het bevorderen van de intrinsieke motivatie van de deelnemers (CBO/RUG 2011b). De concrete, SMART doelstelling wordt individueel, per individu op maat vastgesteld. Ook de mate waarin organisaties (zoals gezondheidscentra, fysiotherapiepraktijken, ed.) bepaalde doelstellingen behalen, wordt per organisatie in gezamenlijk overleg bepaald. Doelen op organisatieniveau Voordat een COACH project start, wordt een projectplan omschreven, waarbij de wordt ingebed in de bestaande infrastructuur binnen de organisatie. Hierin wordt ook de doelstelling geformuleerd, in SMART termen van: Het beoogde resultaat is om 240 sedentaire Diabetespatiënten 35% meer te laten bewegen na 12 maanden. COACH richt zich primair op patiënten die onvoldoende bewegen volgens de NNGB en/of stappennorm. Vervolgens wordt geprobeerd om de deelnemers het nieuwe beweegpatroon vast te laten houden, waarbij de vooruitgang na 1 jaar minimaal 30% zal zijn. Doelen per individu De doelstellingen per COACH deelnemer zijn van een heel andere orde; deze worden geformuleerd door de deelnemer op grond van de motivatie die in het eerste COACH gesprek wordt besproken, en het huidige beweegpatroon. De Coach (of Exercise Counselor) speelt hier een cruciale rol in verband met de ondersteuning en stimulering van de deelnemer en het leren interpreteren van beweeggedrag. Met de worden de beweegdoelen gebaseerd op de stappennorm. Hierop wordt ook gelet bij de screening (inclusie bij gemiddeld < stappen/dag bij de baseline meting). Ook de monitoring is hierop gebaseerd. CBO Versie 15 aug

7 Bij elk COACH counselingsgesprek wordt het huidige beweegpatroon met deelnemer besproken ogv stapgegevens en hierop worden doelen gesteld (in aantal stappen, termijn, welke activiteiten). Op deze manier gaat deelnemer met concreet beweegplan zelf aan het werk die hij ook zelf kan monitoren met de stappenteller en website (My Coach). Bespreking en aanpassing vindt plaats bij volgende COACH gesprek. Wat moeten mensen doen om stappennorm te halen? Een van de achterliggende theorieën is Goalsetting, waarbij uitdagende, maar realistische doelen worden gesteld. Hiertoe wordt een stappenteller, My Coach en een implementatieplan gebruikt. Afhankelijk van het beweegniveau vd deelnemer bij aanvang, wordt besproken waar mogelijkheden en beweegruimte ligt stappen komt grofweg overeen met 1,5 uur lopen; alle bewegingen die je maakt op een dag worden hierbij mee geteld. 10 minuten wandelen, levert ca stappen op. Voor activiteiten als wandelen en fietsen geldt een omrekeningsfactoor naar stappen. Op deze manier kunnen deelnemers zelf bepalen met welke activiteiten ze het aantal stappen willen halen en hoe lang de duur is waarin ze de activiteiten uitvoeren. Niet iedereen haalt de stappen; dit is mede afhankelijk van het startniveau. Voorbeeld: als een deelnemer bij aanvang 5000 stappen/dag zet, is het niet realistisch om meteen als doel stappen/dag af te spreken. Hiervoor zou de deelnemer dagelijks 5000 stappen extra moeten zetten en dit komt overeen met dagelijks ca. 50 minuten extra bewegen (wandelen/fietsen/etc). Zie ook Aanpak. 3. Doelgroep van de interventie Wat is de einddoelgroep van de hier beschreven interventie? Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep. Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken van de doelgroep waarop de interventie zich direct richt. 3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? Algemeen: De doelgroep wordt bij COACH als volgt omschreven: mensen (leeftijdsonafhankelijk) met of zonder chronische aandoening, die onvoldoende bewegen (kijkend naar de stappennorm) en weinig intrinsiek gemotiveerd zijn om dit te veranderen. Daarnaast is een kenmerk van de doelgroep het feit dat zij geen affiniteit hebben met sport of trainen (dit kan ook samenhangen met beperking door een aandoening). De is bedoeld voor mensen die onvoldoende lichamelijk actief zijn. De wordt toegepast bij een brede doelgroep: werknemers, maar ook kinderen, volwassenen en patiënten met chronische ziekten. De is dus breder van aanpak dan alleen de insteek via de setting Zorg. De hier beschreven interventie is gericht op mensen met een chronische aandoening. Hierbij wordt op sommige plaatsen in dit werkblad ingezoomd op de doelgroepen Diabetes, COPD en oncologie, omdat dit grote groepen zijn bij wie de wordt toegepast vanuit organisaties in 1 e en 2 e lijns zorg. Binnen de groep sedentaire mensen zijn overeenkomsten als het gaat om de redenen dat zij onvoldoende bewegen en de motivatie die hier bij hoort: weinig intrinsieke motivatie en een sterke externe attributie zijn eigenschappen die je hier ziet. Specifiek voor patiënten met Diabetes Type 2 met bewegingsarmoede heeft bewegen een gunstige invloed de fysieke fitheid (ruststofwisseling, uithoudingsvermogen, kracht), op het lichaamsgewicht en de lichaamssamenstelling (met name het vetpercentage), de bloeddruk, het lipidenniveau, de glucose-tolerantie, de insulinegevoeligheid, het risico op hart - en vaatziekten en de kwaliteit van leven. Ook zijn leefstijl activiteiten bij diabetes Type 2 patiënten relevant omdat met (maximale) prestatievermogen van deze groep is verminderd door een verminderde hartfunctie als gevolg van diabetische cardiomyopathie, een niet optimale perifere circulatie als gevolg van autonome neuropathie, een verminderde zuurstof transportcapaciteit als gevolg van een verhoogde bloedglucosewaarde en (geringe) restrictieve longfunctiestoornissen (Rutten et al 2009). CBO Versie 15 aug

8 Specifiek voor COPD patiënten geldt dat COPD leidt tot aantasting van de longfunctie en tot afname van de lichamelijke conditie door afname van de spierkracht. Mede als gevolg van benauwdheid bij inspanning en het optreden van exacerbaties neemt het lichamelijke activiteitenniveau af en komen COPD-patiënten terecht in een neerwaartse spiraal van conditieverlies. Aangetoond is bij COPD-patiënten dat al bij licht intensieve lichamelijke activiteit er positieve effecten op uithoudingsvermogen, kracht en coördinatievermogen optreden (Vogiatzis et al., 2002). Specifiek voor oncologiepatiënten geldt dat bewegen van invloed is op het ontstaan, maar ook het beloop van de ziekte. Uit onderzoek blijkt dat bewegen (of bewegingsarmoede) effect heeft op het ontstaan van sommige kankersoorten (borstkanker, darmkanker). Verscheidene onderzoeken kunnen aanwijzingen geven over mogelijke verbanden tussen een bepaalde leefstijl en het optreden van een aandoening. Voldoende bewegen lijkt dus een uitstekend medicijn om het risico op sommige vormen van kanker te verkleinen. En bij (ex-)kankerpatiënten kan voldoende bewegen bijdragen aan het verbeteren van het lichamelijk en psychisch welzijn. Hierbij is met name vermoeidheid de meest genoemde klacht bij kankerpatiënten (90%). Bewegen lijkt een positief effect te hebben op er ervaren vermoeidheid.(sck rapport: De rol van lichaamsbeweging bij de preventie van kanker, 2005) Intermediaire doelgroepen Met het oog op inbedding van de binnen provinciaal en gemeentelijk beleid, wordt samengewerkt met verschillende partijen: provinciale sportraden, gemeenten, ROSsen, GGDen, gezondheidscentra, huisarts- en fysiotherapiepraktijken, ziekenhuizen. Werkzaamheden die in het kader van deze doelstelling zullen worden uitgevoerd zijn gespecificeerd in projectplannen. In het projectplan worden concrete doelstellingen omschreven, de werkwijze binnen het project en de takenverdeling tussen verschillende partijen. Nieuw is de nauwe samenwerking met landelijke fysiotherapieketens en zorggroepen, waardoor makkelijker op lokaal niveau beslissingen kunnen worden genomen (door landelijk draagvlak dat ontstaat). Dit levert een nieuwe setting op met de behoefte aan bewegingsstimuleringsprogramma s die beweeggedrag veranderen. De werkgebieden van de zorggroepen en fysiotherapieketens zijn groot. Dit maakt dat er veel patiënten kunnen instromen als COACH deelnemer. Daarbij is het van belang dat de uitvoerende partijen worden getraind in de uitvoering van COACH en dat er zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de al bestaande infrastructuur van het contact tussen patiënt / professional. De verspreiding van de vindt plaats op op zowel actieve als passieve manier. Passief (er worden door organisaties aanvragen gedaan voor de ): De intermediairen komen in aanraking met de door de interventielijst die in het kader van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen is opgesteld. Hierin staat de bij de koplopers. Daarnaast komen intermediairen in aanraking met COACH door symposia/congressen waar de wordt vertegenwoordigd of via artikelen in vakbladen. Door al eerder ontwikkelde bewegingsstimuleringsprogramma s als GALM (ontwikkeld door Bewegingswetenschappen Rijksuniversiteit Groningen) is al een bestaand landelijk netwerk waarin ook de zit. Actief: Er is een actieve wervingsstrategie van organisaties opgesteld. Hierbij wordt eerst een brief met informatie verstuurd (bijv. naar gezondheidscentrum) met de mogelijkheden van de. Vervolgens wordt ca 2 weken na de brief telefonisch contact gezocht. De vervolgstap is een afspraak voor een gesprek/presentatie. Beschrijf indicatie- en contraindicatiecriteria indien van toepassing (indien van toe- 3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Algemeen: De indicatie voor deelname is mensen die te weinig bewegen, ofwel die niet aan de CBO Versie 15 aug

9 passing kunnen deze criteria vereist zijn voor erkenning; zie handleiding). Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectieinstrumenten en vereiste scores. normen volgens de NNGB voldoen. Ook moeten zij voldoende gemotiveerd zijn. Deelname is vrijwillig. De indicatie wordt vastgesteld binnen een traject van persoonlijke voorlichting over bewegen door middel van een mondeling gesprek door een speciaal voor COACH getrainde Exercise Counselor (beweegconsulent). In dit traject wordt bekeken of een deelnemer voldoet aan de insluitcriteria (CBO/RUG 2011b). Voor de werving- en screeningsperiode van COACH geldt een benaderprotocol waarin wordt vastgesteld welke personen voor het project in aanmerking komen en op welke wijze zij worden benaderd. Wanneer een uitvoerende organisatie met een specifieke groep mensen met een chronische aandoening wil werken, wordt dit opgenomen in het benaderprotocol. In praktijk blijkt dat gezondheidscentra en huisartspraktijken COACH willen aanbieden aan COPD patiënten en Diabetespatiënten. Inclusiecriteria voor deelname zijn: onvoldoende bewegen in het dagelijks leven (daarbij is het criterium de stappennorm), interesse en bereidheid om deel te nemen (De Greef et al 2009a). De interesse en bereidheid om deel te nemen worden gemeten met een vragenlijst, de zg. Stage of Change vragenlijst (Marcus & Simkin, 1993), aangevuld met telefonische intake met betrekking tot de motivatie. Deelnemers met Stage of Change score 2 ( denken over lichamelijk actief worden ) en 3 ( niet frequent lichamelijk actief ) kunnen deelnemen. De deelnemers tekenen vooraf een informed consent. Evt extra gekozen inclusie criteria ogv keuze patiëntengroep, bijv. COPD patiënten in GOLD stadium 1 en 2 (classificatie, er worden 4 stadia onderscheiden die de ernst van de klachten en obstructie aangeven). Exclusie: precontemplatie, omdat deze groep niet gemotiveerd is te veranderen. Om gedrag te veranderen, moet een zekere bereidheid aanwezig zijn om hier aan te werken (met ondersteuning). De voordelen moeten voor de deelnemer op wegen tegen de inspanningen. Bij de pre-contemplatiefase is dit (nog) niet het geval. Ook worden mensen ge-excludeerd wanneer zij al voldoen aan de norm; zij worden evt. doorverwezen naar een sport-/trainingsaanbod. Daarnaast bestaan contra indicaties voor deelname o.g.v. ernstige orthopedische of cardiovasculaire problematiek, waardoor bewegingsstimulering dmv leefstijlactiviteiten als wandelen en fietsen onmogelijk is. W.b. beweegpatroon wordt dit op subjectieve wijze gemeten (hoe schatten werknemers eigen beweegpatroon in) en op objectieve wijze (stappenteller dragen gedurende 2 weken). W.b. motivatie moet worden gekeken in hoeverre deelnemers denken dat bewegen voor hen een positieve invloed kan hebben EN in hoeverre zij bereid zijn om daar met ondersteuning iets aan veranderen ZONDER dat dit met sport/trainen te maken heeft. (COACH richt zich op meer bewegen dmv leefstijlactiviteiten die ieder zelf kan bepalen). Er wordt gebruik gemaakt van de motivatie indeling volgens de Stage of Change. De COACH doelgroep zit in de contemplatie en preparatie fase. Kenmerk van deze fases is dat mensen met name extern gereguleerd zijn en daarom niet uit zichzelf in actie komen om gedrag te veranderen hierbij biedt COACH ondersteuning door deelnemers bewust te maken van huidige beweegpatroon EN de mogelijkheden waar deelnemer zelf op aan kan grijpen. Geef aan of de interventie uitsluitend, mede of niet bedoeld is voor (specifieke) migrantengroepen en voor welke. Geef ook aan of er speciale aanpassingen of voorzieningen voor deze groepen zijn. 3.3 Toepassing bij migranten De toepassing brengt in het algemeen geen nader onderscheid of specifieke benadering van de voor migranten met zich mee. In individuele counselinggesprekken wordt, indien van toepassing, natuurlijk wel rekening gehouden met specifieke aandachtspunten voor migranten. Een voorbeeld is een relatief grotere groep Nederlanders met allochtone achtergrond bij de uitvoering van COACH in grote steden. Er wordt dan gezorgd voor een Coach (Exercise counselor) die de taal spreekt van de deelnemer en de cultuur goed kent, wanneer de Nederlandse taal een probleem is. CBO Versie 15 aug

10 Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen. 4. Aanpak van de interventie Beschrijf de structuur en de opbouw van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen, en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd. 4.1 Opzet van de interventie De structuur en onderdelen van de staat modelmatig beschreven in de bijlage Procesbeschrijving van de. De bijlage zal hierna worden toegelicht. Onderscheid wordt gemaakt in Ondersteunend proces; Primair proces en Monitoring en Evaluatie. Ondersteunend proces (randvoorwaarden) Het ondersteunende proces behelst alle acties die het daadwerkelijk starten van de zelf (primaire proces) mogelijk maken. Het gaat hier m.n. om contact en samenwerking met intermediairen (de uitvoerders van de ). Zo gauw interesse bestaat bij een organisatie wordt gezamenlijk een projectplan ingevuld, waarbij CBO over een format beschikt. Een projectplan bestaat uit: 1 Projectomschrijving 1.1 Het belang van bewegen voor gezondheid 1.2 Doelstelling en beoogde projectresultaten 1.3 Plan van aanpak 1.4 Projectplanning 2 Projectorganisatie 3. Raming van de kosten 4. Werkplan en stappenplan In deze fase wordt zorg gedragen voor het vaststellen van het projectplan en de organisatie/ verdeling van taken. Hierbij valt te denken aan het aanstellen van een interne coördinator, werven van testleiders en Coaches (die de door CBO verzorgde cursus moeten volgen), het uitwerken van de protocollen en verzamelen van benodigde materialen. CBO speelt hier een coördinerende rol. Daarnaast wordt de voorbereidingsfase gebruikt voor het opleiden van de fittestleiders en Coaches en het starten van de wervings-/screeningsfase (deelnemers COACH). Primair proces (gedragsverandering bewegen) In het primaire proces vindt de uitvoering van de plaats; hier gaat het om de uiteindelijke doelgroep (bijv. Diabetespatiënten). duurt 1 jaar: een activeringsperiode van 4 maanden en een follow up periode van 8 maanden. De eerste periode van 4 maanden heeft 5 contactmomenten (1 x fittest en 4 gesprekken), de follow up perioden van 8 maanden heeft 3 contactmomenten (2 follow up gesprekken en 1 fittest (hertest)). Een fittest duurt ca. 30 minuten en een gesprek ca. 30 minuten. INSLUITEN VAN DE JUISTE DOELGROEP Werving en screening ACTIVERINGSPERIODE Fitheidstest 1 Counselingsgesprek 1 Doelgroep is: Mensen bewegen onvoldoende, hebben geen affiniteit met sport, weinig intrinsiek gemotiveerd Benaderen van de deelnemers VERANDEREN VAN BEWEEGGEDRAG Kennismaking, fittest, stappenteller Motivatie en doelen stellen CBO Versie 15 aug

11 Counselingsgesprek 2 Counselingsgesprek 3 Counselingsgesprek 4 FOLLOW UP PERIODE Follow up Follow up Fitheidstest 2 Doelen bijstellen, verleggen van grenzen Op zoek naar individuele beweegnorm Vasthouden individuele beweegnorm GEDRAGSBEHOUD Tussenbalans en voortzetten beweegnorm Eindbalans en inzicht in cyclisch beweegpatroon Afsluitend Het actief werven, de twee fittesten en het aantal gesprekken van zes, zijn minimaal nodig om gedragsverandering te bewerkstelligen en de beoogde resultaten te behalen. Werving en screening De benadering van de doelgroepen voor de kan op verschillende manieren. Toch heeft de manier van persoonlijke benadering de voorkeur, omdat je daarmee tegemoet komt aan de eigenschappen van de deelnemers voor COACH: vaak zijn zij weinig intrinsiek gemotiveerd EN extern geattribueerd. Deze doelgroep zal zich over het algemeen niet uit zichzelf aanmelden voor dit soort beweegprojecten. Benadering COACH doelgroep Externe attributie Niet intrinsiek gemotiveerd Persoonlijk benaderen Brief of Via arts of paramedicus Flyer of website Intrinsiek gemotiveerd Interne attributie Zie voor de uitleg van de werving: Wervingsprotocol bij Inhoud van de Interventie Activeringsperiode In de activeringsperiode ligt de frequentie van contactmomenten hoger; hierin leren de deelnemers onder begeleiding hoe zij hun eigen beweegpatroon kunnen interpreteren, hoe zij meer bewegen kunnen omzetten in beweegdoelen EN hoe zij doelen kunnen bijstellen op een SMART manier. De counselingsgesprekken en het monitorsysteem (stappenteller + My Coach) spelen hier een essentiële rol. Aan het einde van de activeringsperiode leren ze om te gaan met terugval. Follow up periode Deze fase is bedoeld om de deelnemers zelfstandig om te laten gaan met het nieuw ontwikkelde beweegpatroon. De Coach en de twee gesprekken fungeren als vinger aan de pols en om de deelnemers inzichtelijk te maken hoe het beweegpatroon er gedurende 1 jaar uitziet (en welke invloed de seizoenen van het jaar hebben op bewegen). Monitoring en Evaluatie Hierin vinden de metingen plaats voorafgaand aan COACH (standaard beweegpatroon, fitheid en gezondheid en ziektespecifieke maten afhankelijk vd doelgroep). Gedurende COACH wordt het beweegpatroon continu geregistreerd en dit geldt als input voor de COACH gesprekken. Aan het eind vindt nogmaals de COACH test herhaald. Om uitspraken te kunnen doen over het proces en de toepasbaarheid worden onder de COACH deelnemers en de uitvoerende professionals evaluatielijsten uitgezet. Een COACH project wordt standaard afgerond met een effectrapportage, waarin CBO Versie 15 aug

12 wordt teruggekoppeld naar beoogd effect, proces en toepasbaarheid. Setting De is inmiddels succesvol toegepast in diverse settings en bij diverse doelgroepen. De settings zijn behalve de huisartsenpraktijk, ook het bedrijf of het ziekenhuis en gemeenten. De keuze van de betrokken partijen is afhankelijk van de einddoelgroep die wordt ingesloten. Voor de doelgroep Chronische aandoeningen wordt veel gewerkt vanuit fysiotherapiepraktijken, gezondheidscentra en zorggroepen, maar ook 2 e lijns zorginstellingen. Per doelgroep wordt bepaald wie de meest geschikte persoon (professional) is, die de uitvoering op zich neemt. Dit is afhankelijk van de betrokken professionals. Bij diabetespatiënten zijn fysio s, diabetesverpleegkundigen, diëtisten en praktijkondersteuners geschikt. Bij COPD patiënten wordt vaak gewerkt met longverpleegkundigen, fysio s en praktijkondersteuners. Ook is het afhankelijk van de bestaande infrastructuur die al binnen de organisatie bestaat (praktijkondersteuners spelen bij de werving/screening een belangrijke rol, omdat zij patiënten vaker zien en een persoonlijk contact met ze hebben). Wanneer niet specifiek wordt gericht op een ziektebeeld, maar op een leeftijdsgroep binnen een gemeente, vindt samenwerking plaats met gemeenten en buurt- /wijkondersteuners. De rol van CBO/RuG De samenwerking wordt door CBO en de interne coördinator vorm gegeven. Hierbij ligt de uitvoering bij de betrokken organisatie. CBO heeft als standaard taken de begeleiding, training van de professionals en de evaluaties van het project (effect, toepasbaarheid en proces). Gedurende de uitvoering van COACH draagt CBO zorg voor de begeleiding van de opgeleide COACHes bij de uitvoering. Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden. 4.2 Inhoud van de interventie Inhoud van de interventie De onderdelen van de zijn geprotocolleerd en zien er als volgt uit: 1. Het wervingsprotocol Hiermee worden de deelnemers geworven in een 1 e of 2 e lijns zorgpraktijk (of in andere settings, zoals een ziekenhuis of bedrijf). De benadering kan op diverse manieren gebeuren: rechtstreeks individueel benaderen van alle potentiële deelnemers, het benaderen van deelnemers via afdeling en het benaderen van patiënten via fysiotherapeut/verpleegkundige/poh-er. Per project wordt vooraf de manier van werving en screening afgesproken en zijn de protocollen en brieven/folders vanuit CBO Groningen beschikbaar. Bij de persoonlijke benadering kan door de praktijkondersteuner plaatsvinden waarbij bijv. alle Diabetespatienten uit het patientenbestand (of een selectie, bijv. alleen type 2) een brief krijgen met info over de. Na 1 week worden zij gebeld. Alle benaderden die met COACH mee willen doen krijgen een stappenteller en een eigen inlogcode voor My Coach ( gedurende een periode van twee weken. Aan de hand van die gegevens wordt gekeken naar het aantal mensen dat gemiddeld niet aan de stappen per dag komt. Deze groep voldoet aan de inclusiecriteria en kan meedoen aan het project. Zij krijgen daarvoor een brief en een folder, waarna de interne projectcoördinator hen persoonlijk benadert om mee te gaan doen. Er wordt een afspraak gemaakt voor een fitheidstest en er vindt dan een individueel intakegesprek plaats met de Coach. Hierin wordt besproken hoe zij naar beweeggedrag kijken en welke voordelen voor hen persoonlijk spelen t.o.v. de nadelen die zij zien. Dit is de eerste stap in gedragsverandering. 2. Het meetprotocol Het meetprotocol bestaat uit drie onderdelen: 1. Een fitheidstest waarin motorische (uithoudingsvermogen, beenkracht, coördinatie- CBO Versie 15 aug

13 vermogen en reactiesnelheid) en fysiologische fitheid (bloeddruk, BMI, vetpercentage) van de deelnemers worden gemeten. Voor de testonderdelen wordt gebruik gemaakt van de Groninger fitheidstest voor Ouderen en de Senior Fitness Test. 2. Stappenteller. Het lichamelijk activiteitenpatroon wordt geïnventariseerd met behulp van een stappenteller (Digiwalker SW-200). De deelnemers dragen voor het vaststellen van het lichamelijk activiteitenpatroon dagelijks, gedurende de hele dag, een stappenteller en noteren het aantal gezette stappen in een dagboekje. 3. My coach. Voor de verwerking van het dagelijks stappenpatroon is de applicatie My Coach ontwikkeld. Hierin kan de deelnemer de stappen invoeren en krijgt in grafiekvorm feedback over zijn beweegpatroon. De Coach kan ook inloggen en zo de deelnemer volgen, mail sturen en gespreksverslagen (of de uitslag van de fitheidstest uploaden, zodat de deelnemer dit weer kan downloaden). 3. Het gedragsveranderingsprotocol Hierin staat het stimuleren van bewegen in het dagelijks leven met behulp van Exercise Counseling centraal. De is gebaseerd op de self determinationtheorie, de goal settingtheorie en de goal implementation-theorie (Deci & Ryan, 1985). De self determination-theorie levert een bijdrage aan het veranderen van gedrag van niet-intrinsiek gemotiveerde deelnemers. De goal setting-theorie levert een bijdrage aan het gebruik van doelen (inclusief feedback) voor gedragsverandering en de goal implementation-theorie specificeert de werkwijze om doelen effectief te kunnen omzetten in gedrag. Met name de goal implementation-theorie helpt de Coach om met deelnemers een concreet plan van aanpak te maken voor hoe ze in de dagelijkse praktijk meer gaan bewegen. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een door het Interfacultair Centrum Bewegingswetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen ontwikkelde motivatiegesprekstechniek om bewegen te stimuleren. In deze methode is het belangrijk dat deelnemers in een aantal fasen hun individuele beweegnorm ontwikkelen, die ze als dagelijkse routine kunnen realiseren. De deelnemers kunnen daartoe individueel of in kleine groepen worden begeleid. Individuele begeleiding is faceto-face, telefonisch, via of MSN mogelijk. Voor de begeleiding is een gespreksprotocol van 4-6 gesprekken ontwikkeld. De Exercise Counseling wordt door getrainde counselors uitgevoerd. Ter ondersteuning maken de deelnemers gebruik van een stappenteller. Hiermee kunnen de deelnemers zichzelf monitoren. De Coach speelt een cruciale rol bij de feedback van het stappenpatroon. De inhoud van de gesprekken is globaal als volgt: 1. In het eerste gesprek, het intakegesprek, ligt de nadruk op het inventariseren van de (intrinsieke) motivatie om meer te gaan bewegen en op het inventariseren van voor- en nadelen om te gaan bewegen. Ook wordt de deelnemer gevraagd de stappenteller te blijven dragen om zodoende een beeld te krijgen van het beweegpatroon. 2. In het tweede gesprek worden, op grond van het beweegpatroon, met de deelnemer individuele doelen met betrekking tot het aantal beoogde stappen per dag geinventariseerd. Op basis van deze inventarisatie bespreekt de bewegingsconsulent wat haalbare beweegdoelen voor de deelnemer zijn. De beweegconsulent stelt met de deelnemer ook vast welke soort lichamelijke activiteit de deelnemer concreet wil realiseren. 3. In het derde gesprek wordt geëvalueerd of de deelnemer zijn doelen heeft gerealiseerd. Daarbij wordt in de counseling aandacht besteed aan verandering in het beweeggedrag waarover de deelnemer tevreden is, niet of minder tevreden is, en wat hij eventueel zou willen veranderen. Ruim 80 procent van de deelnemers realiseert de beoogde doelen. Bovendien wordt de deelnemer in het derde gesprek gevraagd om op een dag zoveel mogelijk te bewegen. Deze piekdag geeft de deelnemer de gelegenheid erachter te komen dat hij meer kan bewegen dan het aantal stappen dat hij in de praktijk zet. 4. In het vierde gesprek wordt op grond van de piekdag en de resultaten van het aantal stappen per dag met de deelnemer afgesproken hoeveel stappen hij meer zou kunnen en willen zetten. Het aantal stappen dat de deelnemer in dit gesprek aangeeft, kan worden opgevat als de persoonlijke beweegnorm van de deelnemer uitgedrukt in stappen. Ook wordt in het vierde gesprek met de deelnemer afge- CBO Versie 15 aug

14 sproken om in de acht maanden die volgen op het eerste counselingstraject van vier maanden, nog twee keer een telefonisch voortgangsgesprek te houden. Het eerste gesprek vindt plaats zes maanden na de start van het COACH-project en het tweede gesprek twaalf maanden na de start (de Greef, 2010). Wat houdt het bereiken van een actieve leefstijl in? Wat moeten mensen doen om stappennorm te halen? Een van de achterliggende theorieën is Goalsetting, waarbij uitdagende, maar realistische doelen worden gesteld. Hiertoe wordt een stappenteller, My Coach en een implementatieplan gebruikt. Afhankelijk van het beweegniveau vd deelnemer bij aanvang, wordt besproken waar mogelijkheden en beweegruimte ligt. Niet iedereen haalt de stappen; dit is mede afhankelijk van het startniveau. Voorbeeld: als een deelnemer bij aanvang 5000 stappen/dag zet, is het niet realistisch om meteen als doel stappen/dag af te spreken. Hiervoor zou de deelnemer dagelijks 5000 stappen extra moeten zetten en dit komt overeen met dagelijks ca. 50 minuten extra bewegen (wandelen/fietsen/etc). In zo n geval wordt in COACH gesprekken besproken wat wel haalbaar is. Het weekpatroon wordt besproken: hoe komt het huidige beweegpatroon tot stand, hoeveel tijd kost dat, is er verschil in dagen, waar ligt ruimte om meer te bewegen en waar niet. Het beweegplan omschrijft het nieuwe beweegdoel in stappen, het type activiteiten en de dagen waarop deze worden uitgevoerd. Het gaat om leefstijlactiviteiten (wandelen, fietsen, traplopen, boodschappen doen, hond uitlaten, museumbezoek, etc), die mensen kunnen inbouwen in hun dagelijkse routine. Het plan wordt het volgende COACH gesprek geëvalueerd. Deelnemers kunnen zichzelf continu monitoren via stappenteller en My Coach. Voorbeeld van een individueel stappenplan in grafiekvorm Case Dame van 53 jaar, diabetes type 2 sinds5 jaar Alleenstaand, 1 kind van 16 thuis Werkt 20 uur (woensdag 4 uur, donderdag en vrijdag 8 uur) als administratief medewerkster Met de bus naar haar werk Zaterdag huishouden en boodschappen Zondag naar kerk (wordt met auto opgehaald) Maandag en dinsdag 2 uur vrijwilligerswerk in verzorgingshuis (handwerken). Wordt dan opgehaald met auto Wil meer bewegen, maar is weinig intrinsiek gemotiveerd en voelt zich constant moe Beweegpatroon de week voorafgaand aan het COACH gesprek aantal stappen Doelstelling 7500 Baseline Maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag CBO Versie 15 aug

15 aantal stappe Invulling beweegplan o.g.v. persoonlijke situatie Lopen naar vrijwilligerswerk + maandag een vriendin ophalen folders kerk rondbrengen Maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag 0 lunch wandelen Lopend naar stoffenwinkel Naar de kerk lopen Baseline Opbrengst in toename stappen: in rood in de grafiek Toename 8000 Per dag 1143 extra (+17%) aantal stappen Baseline Gemiddeld aantal stappen/dag) Maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag 5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er aparte materialen zijn voor migranten en zo ja welke. Alle materialen worden door CBO/RuG beschikbaar gesteld aan de uitvoerende partij, zo gauw er overeenstemming is over de implementatie (wordt beschreven in een projectplan). Wervingsprotocol Hiermee worden de deelnemers geworven in een 1 e of 2 e lijns zorgpraktijk (of in andere settings, zoals een ziekenhuis of bedrijf). Per project wordt vooraf de manier van werving en screening afgesproken en zijn de protocollen en brieven/folders vanuit CBO Groningen beschikbaar. Meetprotocol Het meetprotocol bestaat uit drie onderdelen. 1. Een fitheidstest waarin motorische (uithoudingsvermogen, beenkracht, coördinatievermogen, flexibiliteit en reactiesnelheid) en fysiologische fitheid (bloeddruk, BMI, vetpercentage) van de deelnemers worden gemeten. Voor de testonderdelen wordt gebruik gemaakt van de Groninger fitheidstest voor Ouderen en de Senior Fitness Test. CBO Versie 15 aug

16 2. Stappenteller. Het lichamelijk activiteitenpatroon wordt geïnventariseerd met behulp van een stappenteller (Digiwalker SW-200). De deelnemers dragen voor het vaststellen van het lichamelijk activiteitenpatroon dagelijks, gedurende de hele dag, een stappenteller en noteren het aantal gezette stappen in een dagboekje. 3. My coach (voorheen Stepmonitor). Voor de verwerking van het dagelijks stappenpatroon is een applicatie My Coach ontwikkeld. Hierin kan de deelnemer de stappen invoeren en krijgt in grafiekvorm feedback over zijn beweegpatroon. De Counselor kan ook inloggen en zo de deelnemer volgen, mail sturen en gespreksverslagen (of de uitslag van de fitheidstest uploaden, zodat de deelnemer dit weer kan downloaden). My coach heeft de Stepmonitor vervangen; dit was een software programma in Excel. My coach werkt professioneler dan de Excelversie. Brochure Ter ondersteuning is er voor de deelnemer een specifieke brochure over het belang van sport en bewegen beschikbaar Gedragsveranderingsprotocol Het gedragsveranderingsprotocol bestaat uit een gespreksprotocol van zes gesprekken. Alle materialen zijn via CBO/RUG verkrijgbaar. Handleiding / training COACH CBO Versie 15 aug

17 B. Onderbouwing van de interventie 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Geef aan hoe probleemanalyse, doel, doelgroep en methodiek op elkaar aansluiten. In uw betoog moet antwoord gegeven zijn op de volgende vragen (zie ook de handleiding bij dit werkblad): Probleemanalyse Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een redenering (ratio) of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en /of beschermende factoren. Beïnvloedbare factoren Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich? Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse. Werkzame factoren /mechanismen Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken? Verantwoording Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en /of internationaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie Probleemanalyse (algemeen) De invloed van lichamelijke activiteit op gezondheid, ziektebeloop en kwaliteit van leven is uitgewerkt in het zogenoemde Toronto-model (Bouchard et al., 1994) en is inmiddels onderbouwd met een groot aantal epidemiologische en klinische studies (US Department of Health and Human Services, 1996). De relaties tussen bewegen, fitheid en gezondheid worden bepaald door inspanningsfysiologisch onderbouwde dosis-responsrelaties (Dressendorfer et al., 2002, Vogiatzis et al., 2002). Ook is duidelijk dat bij patiëntengroepen zoals Diabetes, COPD en kanker, al bij licht intensieve lichamelijke activiteit er positieve effecten op uithoudingsvermogen, kracht en coördinatievermogen optreden. Op rond van deze constatering is het legitiem te veronderstellen dat het uitvoeren van leefstijlactiviteiten in de vorm van wandelen, fietsen en traplopen van groot belang kan zijn voor het verbeteren van de fysieke conditie. Het belang van het activeren van beweeggedrag bij mensen met een chronische aandoening Onderzoek heeft aangetoond dat een geringe toename van lichamelijke activiteit in het dagelijks leven bij met name bij volwassenen en ouderen die te weinig bewegen de grootste fitheids- en gezondheidswinst oplevert (PAGAC, Physical Activity Guidelines Advisory Committee, 2008; Haskell 2007). Ook is duidelijk dat het bevorderen van lichamelijke activiteit in het dagelijks leveren (wandelen en fietsen) een vergelijkbare gezondheidswinst oplevert als sport- en fitnessactiviteiten (Vogiatzis et al., 2002). Uit vergelijkend onderzoek naar de effectiviteit van bewegingsinterventies bij uiteenlopende groepen mensen met een chronische aandoening is in ieder geval duidelijk geworden dat persoonlijke begeleiding bij leefstijlactiviteiten zeer gunstige perspectieven biedt voor gedragsverandering op langere termijn (Kahn et al., 2002). Er is uitvoerig onderzoek gedaan naar de effecten van aërobe trainingsprogramma s, krachttrainingsprogramma s en bewegingsstimuleringsprogramma s, die zich gericht hebben op het bevorderen van lichamelijke activiteiten in het dagelijks leven bij mensen met een chronische aandoening, w.o. Diabetes type 2 patiënten, COPD patienten en CHZ patiënten. (Tudor-Locke et al., 2000; Boule et al., 2001; Gregg et al., 2003; Sato et al., 2003, Cuff et al., 2003; Segal et al., 2004;Taylor et al., 2005, Bassuk & Manson, 2005; Johnson et al., 2005; Di Loreto et al., 2005). Deze onderzoeksresultaten hebben inmiddels geleid tot een aantal inzichten en aanbevelingen met betrekking tot het stimuleren van lichamelijke activiteit (Thomas et al., 2004; Marrero, 2005; Slack, 2006; Johnson et al., 2006; Sigal et al., 2006). Duidelijk komt naar voren dat ook met laag intensieve bewegingen een grote gezondheidswinst behaald kan worden (leefstijlactiviteiten). Daarnaast laten onderzoeken zien dat d.m.v. begeleiding ook weinig intrinsiek gemotiveerde mensen in staat zijn hun beweegpatroon blijvend aan te passen (Kahn 2002). Op grond van deze inzichten heeft CBO Groningen i.s.m. Bewegingswetenschappen (Rijksuniversiteit Groningen) de ontwikkeld waarin met behulp van exercise counseling en monitoring/feedback de lichamelijke activiteit van sedentaire mensen wordt bevorderd. Beïnvloedende factoren Er zijn uiteenlopende redenen om niet te bewegen. Daarvan zijn er twee belangrijke kenmerken die mensen met bewegingsarmoede delen, namelijk een gebrek aan in- CBO Versie 15 aug

18 en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie. trinsieke motivatie en geen affiniteit met sport of fitness. Gebrek aan intrinsieke motivatie heeft betrekking op het gebrek aan overtuiging dat bewegen zin heeft en het ontbreken van de behoefte om daar zelf iets aan te doen. Geen affiniteit met sport en fitness hangt samen met een afkeer tegen intensief bewegen. Op basis van deze twee kenmerken is de ontwikkeld om mensen met bewegingsarmoede te stimuleren om meer te gaan bewegen. De benadering van de doelgroepen voor de kan op verschillende manieren. Toch heeft de manier van persoonlijke benadering de voorkeur, deze heeft meer effect bij mensen die niet intrinsiek gemotiveerd zijn. Achterliggende theorieën en werkzame mechanismen Zie meegestuurde bijlage hoe is theorie verwerkt in 27 okt2011 De achterliggende theorieën en werkzame mechanismen zijn samen te vatten in onderstaand schema (De Greef, 2009b): THEORY MECHANISMS INTERVENTION EFFECT Goal setting theory Goal setting & Implementation Intention Self determination Decisonal balance theorie Exercice counceling Changing routines Feedback Qua achterliggende theorieën is de gebaseerd op de Goalsetting theorie (Locke & Lathem, 1990) en de Self Determinantion theorie (Decy & Ryan, 1985)(CBU/RUG 2011b). De goal implementation-theorie specificeert de werkwijze om doelen effectief te kunnen omzetten in gedrag. Met name de goal implementation-theorie helpt de beweegconsulent om met deelnemers een concreet plan van aanpak te maken voor hoe ze in de dagelijkse praktijk meer gaan bewegen. De goal setting en implementation-theorie levert een bijdrage aan het gebruik van doelen (inclusief feedback) voor gedragsverandering. Goalsetting wordt gebruikt om SMART (Specifiek, Meetbaar, Aantrekkelijk, Realistisch, Tijdgebonden) geformuleerde beweegdoelen in het dagelijks leven te formuleren en te realiseren. Als referentie wordt de norm van stappen per dag aangehouden. Deelnemers worden aangemoedigd om hun eigen persoonlijke norm te ontwikkelen, omdat persoonlijke doelen effectiever zijn bij het realiseren gedragsverandering op basis van richtlijnen zoals een half uur bewegen per dag. De self determination-theorie levert een bijdrage aan het veranderen van gedrag van niet-intrinsiek gemotiveerde werknemers. Hieruit volgt de decisonal balance techniek die bij Coach methode worden toegepast om deelnemers inzicht te geven in de rol van bewegen in hun eigen leven. Deze techniek geeft mensen met weinig intrinsieke motivatie aanknopingspunten voor verandering van beweeggedrag. Exercise counseling Door middel van exercise counseling worden de deelnemers individueel of in kleine groepen begeleid. Individuele begeleiding gebeurt face-to-face, telefonisch, via e- mail of MSN. Voor de begeleiding is een gespreksprotocol van 4-6 gesprekken ontwikkeld. De exercise counseling wordt door getrainde counselors uitgevoerd. Zij maken gebruik van een specifiek voor COACH ontwikkelde counselingstechniek. Met behulp van deze gesprekstechniek, waarbij gebruik wordt gemaakt van een Rogeriaanse benadering, worden deelnemers in vier gesprekken begeleid om hun dagelijkse beweegroutine te veranderen. Feedback Ter ondersteuning maken de deelnemers gebruik van een stappenteller. Hierdoor kunnen mensen hun eigen lichamelijk activiteitenpatroon monitoren. Door het verkennen van eigen grenzen en het zelf formuleren van beweegdoelen wordt meer CBO Versie 15 aug

19 rekening gehouden met de eigen behoeften van mensen. De drempel om meer te gaan bewegen wordt hierdoor lager en de kans dat gedragsverandering tot stand komt en beklijft neemt sterk toe. Hiermee kunnen de deelnemers zichzelf monitoren. De coach (Exercise Counselor) speelt een cruciale rol bij de feedback van het stappenpatroon. Overige gebruikte theoretische modellen Ten slotte maakt de tijdens de exercice counceling ook nog van overige theoretische (leer)modellen: de Relapse Prevention theorie (Marlatt & Rordon, 1985), de Transtheoretische benadering (Prochaska & Diclemente, 1994) en de Leertheorie van Kolb (1984). Verbinding theorie en aanpak (via doel, doelgroep) Er zijn twee voorwaarden die goalsetting tot een effectieve strategie maken. In de eerste plaats dient een instrument te worden gebruikt waarmee patiënten feedback krijgen over de mate waarin ze hun doelen weten te realiseren. In de tweede plaats is de feedbackfunctie van belang. De consulent geeft feedback door het aantal stappen van de deelnemer in een webapplicatie (My Coach) te verwerken zodat de deelnemer inzicht krijgt in de mate waarin de doelen zijn gerealiseerd. De consulent helpt hoe de gegevens te interpreteren zijn. Op grond van deze feedback kan de deelnemer zijn doelen naar boven of beneden bijstellen (de Greef, 2010). Het veranderen van beweeggedrag vindt plaats in een aantal stappen. 1. Behoefte aan verandering: deze fase omvat de werving / screening van deelnemers/patiënten. 2. Voordelen wegen op tegen inspanningen: hiertoe wordt o.a. Decisional Balancing gebruikt belemmeringen worden afgezet tegen mogelijkheden en de nadelen worden afgezet tegen voordelen. Dit is onderdeel van de COACH gesprekken en maakt de deelnemer inzichtelijk waar hij staat en waar keuzemogelijkheden liggen. 3. Actieplan, formuleren van doelen: het stellen van doelen heeft een significant effect op veranderen van gedrag. Bij elk COACH gesprek wordt huidige beweegpatroon besproken + evalueren/bijstellen beweegdoelen. Elk gesprek gaat de deelnemer met een nieuw, eigen beweegplan naar huis. 4. Implementatieplan, uitvoeren van de acties: het stellen van doelen alleen is niet voldoende; hier hoort een implementatieplan bij. Deze gaat niet alleen in op hoe/wanneer de acties worden uitgevoerd. Deze gaat ook in op If not what then? Wat te doen als de doelstelling niet behaald wordt? Waar ligt dit aan en hoe wordt dit aangepakt? Hoe signaleer je dit op tijd en kun je dit voorspellen? (Gollwitzer, 1999). Bovendien wordt gebruik gemaakt van 2 andere mechanismen: 1. Priming (= het inslijten van nieuw gedrag); door leefstijlactiviteiten te koppelen aan activiteiten die toch al moeten gebeuren en deze in te bouwen in het dagelijks leven, ontstaat een nieuwe beweegroutine. Denk hierbij aan vervoer naar werk, traplopen, hond uitlaten, boodschappen doen. Daarnaast wordt gericht op het feit dat lichamelijke activiteiten ook leuk kunnen zijn (strandwandeling, museumbezoek, winkelen, klussen, etc). 2. Zelfregulatie: door deelnemers te leren hoe zij zelf invloed kunnen uitoefenen op eigen beweeggedrag (maken van eigen implementatieplan) en dat ze dit zelf kunnen volgen, leren zij hoe ze kunnen bijsturen. Verantwoording Er zijn in voorgaande jaren diverse onderzoeken uitgevoerd die zich richten op de mechanismen achter de interventie: de gesprekstechnieken (Ytsma et al, 2004), leefstijlprogramma s en beweging, eigen effectiviteit en kwaliteit van leven (Schouwenaars et al, 2004), en de effecten van de Groninger Interventie Methodiek (De Greef et al, 2004). CBO Versie 15 aug

20 7. Samenvatting onderbouwing Beschrijf in één tot drie zinnen het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode. COACH is een Exercise counseling programma waarmee het bewegen in het dagelijks leven wordt gestimuleerd. De nadruk ligt op het bevorderen van beweeggedrag en op het feit, dat de deelnemers geen verplicht programma krijgen, maar hier zelf inhoud aan geven en dus zelf bepalen hoe meer bewegen wordt ingepast in hun leefstijl (op maat). Hiermee wordt de intrinsieke motivatie om te bewegen vergroot, zonder dat mensen dit associëren met sportbeoefening. CBO Versie 15 aug

Sport- en beweegaanbod

Sport- en beweegaanbod Coach Organisatie: Centrum voor Beweging en Onderzoek Groningen Contactpersoon: mevrouw Siska Sprenger Contactpersoon 2: mevrouw Brechje Houet Erkenningen: Goed beschreven Sport- en beweegaanbod Achtergrond

Nadere informatie

DE COACH METHODE BIJ MENSEN MET DIABETES TYPE 2

DE COACH METHODE BIJ MENSEN MET DIABETES TYPE 2 DE COACH METHODE BIJ MENSEN MET DIABETES TYPE 2 Dr. M.H.G. de Greef, Bewegingswetenschappen van Rijksuniversiteit Groningen. Drs. S.R. Sprenger, Centrum voor Beweging en Onderzoek Groningen. B.J. Houët,

Nadere informatie

Effectief Actief. Werkblad beschrijving interventie. Coach methode

Effectief Actief. Werkblad beschrijving interventie. Coach methode Effectief Actief Werkblad beschrijving interventie Coach methode Werkblad ter beoordeling van interventie voor Effectief Actief Dit werkblad vormt de basis voor uw aanmelding voor Effectief Actief. De

Nadere informatie

De COACH methode: State of the Art Doelgroep: werknemers

De COACH methode: State of the Art Doelgroep: werknemers Auteurs: Drs. Siska R. Sprenger (verpleegkundige en bewegingswetenschapper), verbonden aan Centrum voor Beweging en Onderzoek Groningen. Brechje J. Houët (fysiotherapeut),verbonden aan Centrum voor Beweging

Nadere informatie

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 Nr. 2017/08 Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 pagina 2 van 6 Achtergrond In Nederland bestaan drie normen voor bewegen: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, die adviseert op minstens

Nadere informatie

Loont bewegingsstimulering? Effecten van de COACH en GALM methode op gedragsverandering van sedentaire ouderen (55+)

Loont bewegingsstimulering? Effecten van de COACH en GALM methode op gedragsverandering van sedentaire ouderen (55+) Loont bewegingsstimulering? Effecten van de COACH en GALM methode op gedragsverandering van sedentaire ouderen (55+) Yldau Dijkstra, Marije van Montfoort, Esther de Boer Mathieu de Greef Interfacultair

Nadere informatie

Innovatieve beweegstimulering

Innovatieve beweegstimulering Innovatieve beweegstimulering Van wetenschap naar praktijk: professionaliseren in beweging Tinus Jongert lector Haagse Hogeschool directeur NPi 1 Doelen lectoraat (tbv HHS/NPI) Professionaliseren van beweegprofessionals

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen Gelderland-Zuid Factsheet Bewegen en sporten Onderzoek onder volwassenen en ouderen Bewegen en sporten De Volwassenen- en ouderenmonitor is eind 2012 onder ruim 22.000 zelfstandig wonende inwoners van

Nadere informatie

Sport & Gezondheid. Arnhem, Juli 2012

Sport & Gezondheid. Arnhem, Juli 2012 Sport & Gezondheid Arnhem, Juli 2012 Positieve gezondheidseffecten van sporten en bewegen Er zijn een aantal aandoeningen waarvan bewezen is dat het risico hierop wordt verkleind, of de aandoening kan

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte

1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte 1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte Bevolking Doesburg De gemeente Doesburg heeft 11.437 inwoners. 30-39: 1129 Daarvan is 39% tussen de 40 64 jaar ( 4455) en 21% boven de 65 jaar ( (Bron: CBS 2014).

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Organisatie Contactpersoon Adres Postcode Plaats E-mail

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Voor meer informatie en contact www.nji.nl/jeugdinterventies centrumgezondleven@rivm.nl www.ncj.nl/onderwerpen/233/erkenningscommissie-interventies

Nadere informatie

Bijlage Leefstijl Gezond bewegen bij COPD en astma

Bijlage Leefstijl Gezond bewegen bij COPD en astma Bijlage Leefstijl Gezond bewegen bij COPD en astma In dit hoofdstuk vindt u informatie over: 1. Algemeen beweegadvies toegespitst op COPD en astma 2. Bewegen en astma 3. Bewegen en COPD 4. Belang van samenwerking

Nadere informatie

Onderzoek in de wat leren we er van Informatiesysteem

Onderzoek in de wat leren we er van Informatiesysteem Onderzoek in de wat leren we er van Informatiesysteem Liesbeth Preller (NISB), Dave van Dijk (Vital Health) Experimenteel onderzoek Vooronderzoek Behandeling Experiment Controle Verschil Implementatie

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Taallijn Deelcommissie: 3 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 8 oktober 2015 / 2 juni 2016 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Nadere informatie

Levenslang bewegen. Met goedkoopste medicijn gegarandeerd resultaat

Levenslang bewegen. Met goedkoopste medicijn gegarandeerd resultaat 36 Met goedkoopste medicijn gegarandeerd resultaat Levenslang bewegen Tekst: Caroline Mangnus Voorkomen is beter dan genezen. Dit adagium is zeker ook van toepassing op bewegen. Dat bewegen belangrijk

Nadere informatie

Revalidatie, Sport en Bewegen. Landelijke bijeenkomst Managers en projectleiders 28 november 2014

Revalidatie, Sport en Bewegen. Landelijke bijeenkomst Managers en projectleiders 28 november 2014 Revalidatie, Sport en Bewegen Landelijke bijeenkomst Managers en projectleiders 28 november 2014 Programma 09.30-10.00 Ontvangst met koffie/thee 10.00 10.15 Welkom, kennismaking 10.15-10.45 Benchmark,

Nadere informatie

MANUAL MY COACH www.coachmethode.nl

MANUAL MY COACH www.coachmethode.nl MANUAL MY COACH www.coachmethode.nl Deze manual is bedoeld voor gebruikers van My Coach, onderdeel van de COACH methode. De COACH methode is ontwikkeld door Centrum voor Beweging en Onderzoek (CBO) i.s.m.

Nadere informatie

Hoe beweegprogramma's voor kwetsbare ouderen te implementeren?!

Hoe beweegprogramma's voor kwetsbare ouderen te implementeren?! Hoe beweegprogramma's voor kwetsbare ouderen te implementeren?! Goede implementatiestrategieën voor interventies gericht op behoud van cognitie (45+) i.o.v. de Hersenstichting en i.s.m. Mulier Instituut

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

A bio-driven behavioral change strategy for sedentary, low intrinsically motivated employee s. Mathieu de Greef Siska Sprenger, Brechje Houet

A bio-driven behavioral change strategy for sedentary, low intrinsically motivated employee s. Mathieu de Greef Siska Sprenger, Brechje Houet A bio-driven behavioral change strategy for sedentary, low intrinsically motivated employee s Mathieu de Greef Siska Sprenger, Brechje Houet Effecten van bewegen 1. Effectieve strategie tegen fysieke -

Nadere informatie

Een voorstel voor de update van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) Dr Claire Bernaards; Dr Vincent Hildebrandt

Een voorstel voor de update van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) Dr Claire Bernaards; Dr Vincent Hildebrandt Een voorstel voor de update van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) Dr Claire Bernaards; Dr Vincent Hildebrandt Aanleiding Huidige NNGB stamt uit 2000 (Kemper e.a. 2000) Internationaal zijn de beweegnormen

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Longrevalidatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Longrevalidatie PATIËNTEN INFORMATIE Longrevalidatie 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze informatiefolder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over het longrevalidatieprogramma. Wij adviseren u deze informatie

Nadere informatie

Inzet van games in de praktijk van het verpleeghuis. Hogeschool Zuyd, juni 2012

Inzet van games in de praktijk van het verpleeghuis. Hogeschool Zuyd, juni 2012 Inzet van games in de praktijk van het verpleeghuis Hogeschool Zuyd, juni 2012 1 SilverFit maakt systemen voor virtuele revalidatie SilverFit maakt een systemen voor virtuele fysiotherapie en ouderenfitness

Nadere informatie

Indicatorenset Revalidatie, bewegen en sport (2014)

Indicatorenset Revalidatie, bewegen en sport (2014) Indicatorenset Revalidatie, bewegen en sport (2014) Indicator 1: Omschrijving structuur indicator NETWERK Een sport- en beweegadvies dient een integraal en herkenbaar onderdeel te zijn van de (poli)klinische

Nadere informatie

ZELFMANAGEMENT EN LEEFSTIJL

ZELFMANAGEMENT EN LEEFSTIJL ZELFMANAGEMENT EN LEEFSTIJL 1.COACH methode, door Gerwalt Spijkerman, fysiotherapeut 2.Zelfmanagement & leefstijl met dieetinzicht, door Jolande van Teeffelen, diëtist Proefimplementatie COACH methode

Nadere informatie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid De gebruikers 1200 gezondheidsbevorderaars, voorlichters en preventiewerkers, werkzaam bij: GGD

Nadere informatie

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief Criteria en procedure Datum Movisie Utrecht, maart 2015, versie 1.1 Utrecht, maart 2015, versie 1.1 * Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief, Criteria en procedure

Nadere informatie

Naam. Datum. Noteer het aantal GFI punten op dit onderdeel Nadere omschrijving problematiek

Naam. Datum. Noteer het aantal GFI punten op dit onderdeel Nadere omschrijving problematiek Inventarisatie (A) Zet een kruisje of omcirkel het aantal punten bij het antwoord van uw keuze. A Sociale aspecten (wonen, werken, zelfstandigheid) Ervaart u op onderstaande onderwerpen problemen? SOMS

Nadere informatie

NASB UITVOERINGSSPLAN MEEBEWEGEN

NASB UITVOERINGSSPLAN MEEBEWEGEN NASB UITVOERINGSSPLAN MEEBEWEGEN Bewegen, actieve leefstijl en preventie zijn maatschappelijk actuele en relevante thema's. Het kabinet wil dat het aantal mensen dat door een ongezonde leefstijl en te

Nadere informatie

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Uitgangspunten: Beweeginterventies zijn het geheel van activiteiten dat tot doel heeft een bijdrage te leveren aan het voorkomen,

Nadere informatie

Online en offline begeleiding bij leefstijlverandering: ervaringen en aanbevelingen

Online en offline begeleiding bij leefstijlverandering: ervaringen en aanbevelingen Online en offline begeleiding bij leefstijlverandering: ervaringen en aanbevelingen Marieke van Wier, Caroline Dekkers, Ingrid Hendriksen, Tjabe Smid, Willem van Mechelen Het stenen tijdperk: 2003 ALIFE@Work

Nadere informatie

AANMELDINGSFORMULIER ONCOLOGISCHE NAZORG HERSTEL & BALANS OF FYSIEKE TRAINING

AANMELDINGSFORMULIER ONCOLOGISCHE NAZORG HERSTEL & BALANS OF FYSIEKE TRAINING AANMELDINGSFORMULIER ONCOLOGISCHE NAZORG HERSTEL & BALANS OF FYSIEKE TRAINING Om in aanmerking te komen voor Oncologische Nazorg dient u het aanmeldingsformulier invullen en binnen drie weken retourneren

Nadere informatie

Zeeland In Beweging Challenge aanmeldformulieren

Zeeland In Beweging Challenge aanmeldformulieren Zeeland In Beweging Challenge 2017 aanmeldformulieren Geachte heer/mevrouw, Fijn dat we u hebben mogen begroeten op deze informatieavond! Een nieuw initiatief van ons gezondheidscentrum voor mensen met

Nadere informatie

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 Erkenning van interventies Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 1 Algemeen De erkenningscommissie kan een interventie op de volgende niveaus erkennen: 1. Goed onderbouwd 2.1 Effectief

Nadere informatie

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010 R E S U LTAT E N T N O - M O N I TO R B E W EG E N E N G E ZO N D H E I D BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse

Nadere informatie

Diafit. Een test- en trainingsprogramma voor diabetes type 2 patiënten

Diafit. Een test- en trainingsprogramma voor diabetes type 2 patiënten Diafit Een test- en trainingsprogramma voor diabetes type 2 patiënten Inleiding Met u is besproken dat u zich kunt aanmelden voor het test- en trainingsprogramma van het Albert Schweitzer ziekenhuis voor

Nadere informatie

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd oinleiding 1 c Gewichtsstijging ontstaat wanneer de energie-inneming (via de voeding) hoger is dan het energieverbruik (door lichamelijke activiteit). De laatste decennia zijn er veranderingen opgetreden

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Thema: 1. N5U

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Thema: 1.   N5U Dia 1 Thema: 1 Dia 2 https://www.youtube.com/watch?v=9ygcgvf7 N5U Dia 3 Jolijn volgt de opleiding sport en bewegen op niveau 4 met als profiel sport, bewegen en gezondheid. Jolijn wil voor haar BPV stage

Nadere informatie

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken Rapportage voor: Groepspraktijk Huizen Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV www.argo-rug.nl INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3 Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 3 Inhoud Overzicht indicatoren... 2 Beschrijving per indicator... 3 Pagina

Nadere informatie

SCALA Organisatie: Stichting GALM Contactpersoon: heer M. de Greef Contactpersoon 2: mevrouw Yldau Dijkstra Erkenningen: Goed beschreven

SCALA Organisatie: Stichting GALM Contactpersoon: heer M. de Greef Contactpersoon 2: mevrouw Yldau Dijkstra Erkenningen: Goed beschreven SCALA Organisatie: Stichting GALM Contactpersoon: heer M. de Greef Contactpersoon 2: mevrouw Yldau Dijkstra Erkenningen: Goed beschreven Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting SCALA is een sportstimuleringstrategie

Nadere informatie

Hardloopprogramma Run to The Start stimuleert bewegen en lidmaatschap bij de atletiekvereniging Tessa Magnée en Cindy Veenhof

Hardloopprogramma Run to The Start stimuleert bewegen en lidmaatschap bij de atletiekvereniging Tessa Magnée en Cindy Veenhof Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Tessa Magnée en Cindy Veenhof, Hardloopprogramma Run to The Start stimuleert bewegen en lidmaatschap bij de atletiekvereniging).

Nadere informatie

B-FIT TRAININGSWIJZER. Verkorte therapeutenhandleiding

B-FIT TRAININGSWIJZER. Verkorte therapeutenhandleiding B-FIT TRAININGSWIJZER Verkorte therapeutenhandleiding Dit is een verkorte weergave van de therapeutenhandleiding. De volledige trainingswijzer is te vinden op https://www.amc.nl/web/amc-website/trainingswijzer-spierziekten/home.htm.

Nadere informatie

Beweegrichtlijnen 2017

Beweegrichtlijnen 2017 Beweegrichtlijnen 2017 Vereniging voor Bewegingswetenschappen De Gezondheidsraad 2 Gezondheidsraad 21 november 2016 De Gezondheidsraad Onafhankelijk advies over gezondheid aan regering en parlement Advies

Nadere informatie

Feiten en cijfers beweegnormen

Feiten en cijfers beweegnormen Feiten en cijfers beweegnormen * Hoe staat Súdwest-Fryslân er voor op het gebied van sport en bewegen? Evaluatie sportbeleidsnota 2013-2016 * Nieske Witteveen MSc - maart 2016 Achtergrondinfotmatie beweegnormen

Nadere informatie

Bewegen in Nederland

Bewegen in Nederland Onderzoeksresultaten Resultaten Monitor Bewegen en Gezondheid Bewegen in Nederland 2000-2008 Sinds 2000 meet de Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om

Nadere informatie

Gedragsverandering bij patiënten met hartfalen. Patiëntenfolder die aanzet tot een gedragsverandering

Gedragsverandering bij patiënten met hartfalen. Patiëntenfolder die aanzet tot een gedragsverandering aaneensluitend hoeft te zijn, maar ook in kleine delen over de dag verdeeld mag worden. Probeer 6 dagen per week lichamelijk actief te zijn, las een rustdag in om uw lichaam een herstelmogelijkheid te

Nadere informatie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006 Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 06 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, Teveel mensen met COPD bewegen te weinig, NIVEL,

Nadere informatie

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2013

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2013 BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-203 TNO-MONITOR BEWEGEN EN GEZONDHEID De TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid, onderdeel van Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN), is een continue uitgevoerde enquête naar het

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Kansen en uitdagingen

Kansen en uitdagingen NEJA CONFERENTIE 23 mei 2012 Kansen en uitdagingen Bij het toewerken naar een onderbouwde interventie Maryn Schut, Marc Onnen PROGRAMMA Verleden: waar komen wij vandaan? Toekomst: waar willen we naartoe?

Nadere informatie

congres neurorevalidatie Utrecht, 22 september 2009 Beïnvloeding beweegroutine door middel van exercise counseling

congres neurorevalidatie Utrecht, 22 september 2009 Beïnvloeding beweegroutine door middel van exercise counseling congres neurorevalidatie Utrecht, 22 september 2009 Beïnvloeding beweegroutine door middel van exercise counseling Additionele strategie ter versterking effect van (neuro) revalidatieprogramma s Mathieu

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Bewegen in Nederland 2000-2010

Bewegen in Nederland 2000-2010 R e s u ltaten tno - M on i tor B ewegen en G ezond h e i d Bewegen in Nederland 2000-2010 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om

Nadere informatie

ENERGIEK. Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen

ENERGIEK. Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen ENERGIEK Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen Achtergrond Bewegen is goed, voor iedereen! Dat is wat u vaak hoort en ziet in de media. En het is waar, bewegen houdt ons fit en

Nadere informatie

Inleiding bij de KNGF standaarden Beweeginterventies

Inleiding bij de KNGF standaarden Beweeginterventies TNO-rapport KvL/B&G 2008.029 Inleiding bij de KNGF standaarden Beweeginterventies Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T 071 518 18 18 F 071 518 19 10 info-zorg@tno.nl

Nadere informatie

Wat doet bewegen? Monique Berger. Hester van der Sloot. Over het belang en voorbeelden van stimuleren van bewegen tijdens en na revalidatie

Wat doet bewegen? Monique Berger. Hester van der Sloot. Over het belang en voorbeelden van stimuleren van bewegen tijdens en na revalidatie Wat doet bewegen? Over het belang en voorbeelden van stimuleren van bewegen tijdens en na revalidatie Monique Berger (lectoraat revalidatie, expertisecentrum Bewegingstechnologie) Hester van der Sloot

Nadere informatie

GALM Organisatie: Stichting GALM Contactpersoon: heer M. de Greef Contactpersoon 2: mevrouw Yldau Dijkstra Erkenningen: Goed beschreven

GALM Organisatie: Stichting GALM Contactpersoon: heer M. de Greef Contactpersoon 2: mevrouw Yldau Dijkstra Erkenningen: Goed beschreven GALM Organisatie: Stichting GALM Contactpersoon: heer M. de Greef Contactpersoon 2: mevrouw Yldau Dijkstra Erkenningen: Goed beschreven Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting GALM is een bewegingsstimuleringsprogramma

Nadere informatie

Het PreventieConsult in de huisartsenpraktijk

Het PreventieConsult in de huisartsenpraktijk Het PreventieConsult in de huisartsenpraktijk Dé verbindingsschakel tussen 1 e lijn en publieke gezondheid Ton Drenthen, NHG Gerrit Vink, Agnes de Bruijn, Astmafonds NCVGZ 12 april 2012 Achtergrond Toenemende

Nadere informatie

Beweegprogramma Diabetes Mellitus type 2

Beweegprogramma Diabetes Mellitus type 2 Beweegprogramma Diabetes Mellitus type 2 Doelgroep: Volwassenen met (een verhoogde kans op) diabetes type 2 of morbide obesiatas op verwijzing van huisarts of specialist (bij DTF, na instemming patient,

Nadere informatie

De therapeutische relatie

De therapeutische relatie De therapeutische relatie Klik om tekst toe te voegen In bewegingstherapie bij ouderen met een psychische problematiek Raepsaet Julie, Psychomotorische therapeut, Divisie ouderen OPZ Geel 1 Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

COACH methode EEN EVIDENCE BASED METHODE OM MENSEN MET BEWEGINGSARMOEDE TE STIMULEREN OM MEER TE BEWEGEN

COACH methode EEN EVIDENCE BASED METHODE OM MENSEN MET BEWEGINGSARMOEDE TE STIMULEREN OM MEER TE BEWEGEN COACH methode EEN EVIDENCE BASED METHODE OM MENSEN MET BEWEGINGSARMOEDE TE STIMULEREN OM MEER TE BEWEGEN - wetenschappelijke eindrapportage SAMENVATTING Dr. M.H.G. de Greef Interfacultair Centrum Bewegingswetenschappen,

Nadere informatie

Review Ouderen en bewegen

Review Ouderen en bewegen Review Ouderen en bewegen Het absolute aantal ouderen in Nederland neemt tot 2030 sterk toe Volgens de prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) neemt het aantal 65-plussers toe van 2,29

Nadere informatie

Poliklinische longrevalidatie

Poliklinische longrevalidatie Poliklinische longrevalidatie Inleiding De longaandoeningen COPD (chronische bronchitis en/of longemfyseem) en astma zijn chronische aandoeningen. Dat wil zeggen dat ze niet te genezen zijn. Deze beide

Nadere informatie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007 Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 27 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, NIVEL, Oktober 27). LEVEN MET COPD VRAAGT OM LEF

Nadere informatie

Informatie hartrevalidatie / Adviezen voor thuis

Informatie hartrevalidatie / Adviezen voor thuis Revalidatie / Cardiologie Hartrevalidatie Informatie hartrevalidatie / Adviezen voor thuis Inleiding Er is met u gesproken over het hartrevalidatieprogramma. Om te beoordelen of u in aanmerking komt voor

Nadere informatie

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico Diabetes Mellitus type 2 (DM2) wordt door verschillende experts aangeduid als een leefstijlziekte

Nadere informatie

Masterclass Langdurig zitten als arbeidsrisico. Leiden, 24 november 2015

Masterclass Langdurig zitten als arbeidsrisico. Leiden, 24 november 2015 Masterclass Langdurig zitten als arbeidsrisico Leiden, 24 november 2015 Masterclass Langdurig zitten als arbeidsrisico Het rendement van dynamisch werken TNO, Leiden, 24 november 2015 Op 24 november verzorgde

Nadere informatie

Oncologische revalidatie Balans/FIT Revalidatiecentrum Breda

Oncologische revalidatie Balans/FIT Revalidatiecentrum Breda Oncologische revalidatie Balans/FIT Revalidatiecentrum Breda Door betere behandelingen hebben mensen met kanker tegenwoordig een grotere kans op genezing. Toch blijft kanker een ingrijpende ziekte die

Nadere informatie

Méér en duurzaam bewegen!

Méér en duurzaam bewegen! Méér en duurzaam bewegen! COACH bij Reade Jean-Pierre Thomassen, Managing Consultant TNO MC Matthijs Zwier, Consultant CBO 2 Proefimplementatie Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement: Coach methode bij

Nadere informatie

Aan de slag met het zorgplan Bewegen als onderdeel van het zorgplan

Aan de slag met het zorgplan Bewegen als onderdeel van het zorgplan Aan de slag met het zorgplan Bewegen als onderdeel van het zorgplan Steeds meer instellingen breiden de zorgplannen voor cliënten uit met een beweegplan! Zo wordt bewegen een onderdeel van een bestaande

Nadere informatie

UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord. Diabetesrevalidatie

UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord. Diabetesrevalidatie UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord Diabetesrevalidatie UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord Inleiding U heeft diabetes en bent onder behandeling van een internist, huisarts,

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies

Erkenningscommissie Interventies Erkenningscommissie Interventies Werkwijze en procedure Machteld Zwikker - Nederlands Jeugdinstituut / NJi Djoeke van Dale en Monique Kuunders RIVM/Centrum Gezond Leven 23 juni 2009 De Erkenningscommissie

Nadere informatie

Handleiding voor het beschrijven van interventies

Handleiding voor het beschrijven van interventies Handleiding voor het beschrijven van interventies Gebruik deze handleiding bij het Werkblad beschrijving interventie (www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling)

Nadere informatie

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek PREM Chronische Zorg Diabetes Mellitus type 2

Cliëntervaringsonderzoek PREM Chronische Zorg Diabetes Mellitus type 2 RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek PREM Chronische Zorg Diabetes Mellitus type 2 Ketenzorg Friesland februari 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Aanleiding en doel... 2 Aanpak onderzoek... 2 Leeswijzer...

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011)

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Inhoudsopgave Verslag 2-4 Grafieken 5-10 Samenvatting resultaten 11-16 Bijlage - Vragenlijst 17+18 Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN

Nadere informatie

Bewegen en overgewicht onder Nederlandse werknemers

Bewegen en overgewicht onder Nederlandse werknemers Onderzoeksresultaten Maart 10 Bewegen en overgewicht onder Nederlandse werknemers 00-08 Te weinig lichaamsbeweging is een belangrijke risicofactor voor de gezondheid. Het hangt samen met vroegtijdige sterfte

Nadere informatie

Sociaal Vitaal Smallingerland

Sociaal Vitaal Smallingerland Sociaal Vitaal Smallingerland Projectplan Auteur Sport Fryslân Datum november 2014-1 - Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Aanleiding 3 3. Doelstelling 3 4. Doelgroep 3 5. Activiteiten 4-2 - Inleiding Voor

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%. Samenvatting gezondheidsbeleving, 2015 Het Internet Panel (DIP) is in maart 2015 benaderd over het onderwerp gezondheidsbeleving. De GGD doet elke 4 onderzoek naar de gezondheid van bewoners. Dit doen

Nadere informatie

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games.

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games. Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games. 2015 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel

Nadere informatie

Sport & Bewegen bij Parkinson. Arlène Speelman & Marlies van Nimwegen

Sport & Bewegen bij Parkinson. Arlène Speelman & Marlies van Nimwegen Sport & Bewegen bij Parkinson Arlène Speelman & Marlies van Nimwegen ParkinsonNet Jaarsymposium November 2012 Wie staan er voor u: Arlène Speelman Fysiotherapeut & Bewegingswetenschapper Onderzoeker ParkFit

Nadere informatie

Sport- en beweegscan [bedrijf X]

Sport- en beweegscan [bedrijf X] Sport- en beweegscan [bedrijf X] 16 december 2014 Dia 1 Methode Digitale vragenlijst De inventarisatie geeft inzicht in: Beweegnormen (NNGB en Fitnorm) Sportbehoefte Redenen om te gaan sporten Draagvlak

Nadere informatie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie Doelen workshop Inzicht in wat er komt kijken bij het verspreiden en implementeren van je project.

Nadere informatie

Inclusiecriteria/ indicatie

Inclusiecriteria/ indicatie Kwaliteitscriteria Groepsrevalidatie Oncologie/Stichting Herstel & Balans, Utrecht 2003 Kwaliteitscriteria Groepsrevalidatie Oncologie Herstel & Balans/2003 Deze kwaliteitscriteria zijn vastgesteld door

Nadere informatie

Naam. Datum. Zet een kruisje of omcirkel het aantal punten bij het antwoord van uw keuze.

Naam. Datum. Zet een kruisje of omcirkel het aantal punten bij het antwoord van uw keuze. Inventarisatie (A) Naam Datum Zet een kruisje of omcirkel het aantal punten bij het antwoord van uw keuze. A Sociale aspecten (wonen, werken, zelfstandigheid) Ervaart u op onderstaande onderwerpen problemen?

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Individueel zorgplan

Individueel zorgplan Individueel zorgplan Diazon Hafank Inhoudsopgave Individueel Zorgplan 3 Stap voor stap 5 stap 1: Gezondheid & behoeften 5 stap 2: Meetwaarden 6 stap 3: Uw doel & acties 8 stap 4: Evaluatie 10 Bereid het

Nadere informatie

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Leefstijlprogramma binnen Talant. 15 september 2011

Leefstijlprogramma binnen Talant. 15 september 2011 Leefstijlprogramma binnen Talant 15 september 2011 Achtergrond Mensen met een beperking hebben achterstand in leefstijl door o.a.: - minder frequent bewegen - bezuinigingen op de AWBZ (bewegingsagogen?)

Nadere informatie

Programma beschrijving

Programma beschrijving Programma beschrijving Achtergrond Al 1 op de 16 Nederlanders heeft diabetes en elke week komen daar 1.000 mensen bij. Daarmee is diabetes een gezondheidsprobleem voor veel Nederlanders, en een groeiend

Nadere informatie

Naam:... man/vrouw. Geboortedatum:... Adres:... Postcode en woonplaats:... Telefoonnummer:... Mobiel nummer:... adres:...

Naam:... man/vrouw. Geboortedatum:... Adres:... Postcode en woonplaats:... Telefoonnummer:... Mobiel nummer:...  adres:... Aanmeldingsformulier Oncologische Revalidatie Jeroen Bosch Ziekenhuis Herstel & Balans of Fysieke training Om in aanmerking te komen voor Oncologische Revalidatie moet u het aanmeldingsformulier invullen

Nadere informatie

Bijlage III: Kwaliteitscriteria

Bijlage III: Kwaliteitscriteria Bijlage III: Kwaliteitscriteria Groepen en gekozen criteria 2 Er zijn 4 groepen geïdentificeerd met de daarbij gekozen criteria: 1. GVO: informatieprogramma s a. informatieprogramma's (communicatie programma

Nadere informatie

Eigen regie in de palliatieve fase

Eigen regie in de palliatieve fase Verwante begrippen Eigen regie in de palliatieve fase zelfmanagement Hanke Timmermans Opdracht film ZM Er volgt zo meteen een korte film van ca. 6 minuten, waarin zes mensen met een chronische ziekte aan

Nadere informatie