Jaarrapportage JGZ Januari tot en met december 2017

Transcriptie

1 Jaarrapportage JGZ Januari tot en met december 217 Rapportage over de uitvoering van de basistaken en aanvullende dienstverlening

2 Inhoudsopgave Basispakket JGZ Contactmoment zuigelingen ( - 1 jaar) Contactmomenten peuters (1-4 jaar) Contactmomenten 4-19: groep 2, groep 7, klas Jongerencontactmoment Vaccinaties Logopedie Inloopspreekuur Telefonisch spreekuur Prenataal huisbezoek Programma op Maat Stevig Ouderschap Bemoeizorg VVE Ziekteverzuim Netwerken Groepsvoorlichting Video-Hometraining Begeleiding overgewicht Inloopspreekuur kindercentra CJG Informatie en Advies Sociaal Domein Regie op zorg/preventie Calamiteiten

3 Basispakket JGZ In het Basispakket Jeugdgezondheidszorg tot 18 jaar is wettelijk vastgelegd welke zorg er op welk moment aan kinderen in Nederland moet worden geboden. JGZ biedt deze basiszorg in de acht gemeenten in de regio Zuid-Holland West. Het Basispakket omvat alle reguliere contactmomenten voor kinderen in de leeftijd van 18 jaar, evenals prenatale zorg die gericht is op ondersteuning van aanstaande ouders op het ouderschap. De uitvoering van de contactmomenten vindt plaats op de JGZ-locaties (zuigelingen, peuters en 5-jarigen), op scholen (groep 7, klas 2 en het jongerencontactmoment op jarige leeftijd) en tijdens huisbezoeken (met name in de zuigelingenperiode). Toelichting op de informatie in deze rapportage In deze rapportage zijn de realisatiecijfers opgenomen van de reguliere contactmomenten. Er is gekozen voor een onderverdeling in leeftijdscategorieën: zuigelingen 1 jaar, peuters 1 4 jaar en de schoolgaande leeftijd (4 19 jaar). Bij iedere leeftijdscategorie is de doelgroep (unieke kinderen) aangegeven, waarbij wordt vermeld hoeveel van deze kinderen minimaal 1x in de rapportageperiode (periode van 1 januari tot en met 31 december 217) gezien zijn. Tevens is opgenomen hoe hoog het percentage verschenen contacten versus niet verschenen contacten met/zonder bericht is per leeftijdsperiode. Het gaat hierbij om het totaal aantal contactmomenten in de betreffende periode. Bij groep 7 en klas 2 is dit percentage niet meegenomen, omdat de kinderen uit de klas gehaald worden en er incidenteel sprake is van niet verschenen (bijvoorbeeld bij ziekte). In de rapportage worden ook de percentages onderzoek op indicatie vermeld. Het betreft aanvullende afspraken die zowel als huisbezoek op indicatie als consult op indicatie (op JGZlocatie) uitgevoerd kunnen zijn. Tot slot is het aantal doorverwijzingen opgenomen, met de uitsplitsing naar wie is doorverwezen. Het betreft het totaal aantal doorverwijzingen, waarbij één kind naar meerdere hulpverleners kan zijn doorverwezen. Vanzelfsprekend gaan we graag met de afzonderlijke gemeenten in gesprek over de achtergrond en de onderbouwing van de cijfers per gemeente. De gerapporteerde cijfers geven een beeld van aantallen kinderen en contactmomenten. De totale zorg die de JGZ-professionals dagelijks aan ouders en kind verlenen is niet alleen in cijfers te vatten. Deze bestaat uit ondersteuning en begeleiding van de ouders, screening en onderzoek van de kinderen en jongeren, overleg met andere instanties en hulpverleners, doorverwijzen naar deze instanties of het team van het sociaal domein enz. Basispakket JGZ 3 3

4 1 Contactmoment zuigelingen ( - 1 jaar) Bereik - 1 jaar In het eerste levensjaar komen ouders vaak naar JGZ voor controle van de gezondheid en de ontwikkeling van hun baby. Onder de doelgroep zuigelingen verstaan we alle kinderen die in de verantwoordingsperiode (1 januari 217 tot en met 31 december 217) jaar zijn. Bereik - 1 jaar % 1 98% 99% 99% Gezien (% bereik) Doelgroep (unieke kinderen) In alle gemeenten is het bereikpercentage 98% - 1 en ligt hiermee boven het minimale bereikpercentage van 95%. De zorg van de jeugdgezondheidszorg is niet verplicht. Een aantal ouders is met hun kinderen elders in zorg. Redenen hiervoor zijn dat kinderen specialistische zorg vanuit het ziekenhuis ontvangen of omdat ouders ervoor kiezen om via een antroposofisch consultatiebureau of via de huisarts zorg te ontvangen. Verschenen/niet verschenen - 1 jaar Onderstaande grafiek geeft het percentage weer van het aantal niet verschenen contacten met of zonder bericht, afgezet tegen alle uitgevoerde contactmomenten in de leeftijd van 1 jaar. In de zuigelingenperiode gaat het om het zuigelingenhuisbezoek, consulten op de leeftijd 4, 8 en 12 weken en 4, 6, 8½ en 11 maanden en de consulten en huisbezoeken op indicatie. Niet verschenen met bericht betreft de contactmomenten die door ouders (telefonisch) zijn afgezegd. Veel van deze afzeggingen vinden ruim voor de betreffende afspraak plaats. Op deze afspraken worden opnieuw kinderen gepland. Een deel van de afspraken wordt echter kort van te 4 Contactmoment zuigelingen ( - 1 jaar)

5 voren afgezegd en dan is het niet altijd mogelijk om alsnog kinderen op de vrijgekomen plekken te plannen. Niet verschenen zonder bericht betreft afspraken waarbij ouders niet aanwezig zijn met hun kind op de afgesproken datum en tijd. Deze ouders worden volgens landelijke richtlijnen, onder voorwaarden, nogmaals uitgenodigd. Aantal contactmomenten - 1 jaar verschenen/niet verschenen % 84% 9 88% 83% 86% 86% 86% 12% 13% 9% 1 14% 12% 12% 12% 4% 2% 1% 2% 3% 2% 2% 2% % Niet Verschenen Zonder Bericht % Niet Verschenen Met Bericht Sinds medio 216 wordt een herinneringssms verstuurd, 3 dagen voordat ouders hun afspraak op het consultatiebureau hebben. Het percentage niet verschenen met bericht ligt in alle gemeenten tussen de 9% en 14%. Er kan geen onderscheid gemaakt worden tussen op tijd en kort van te voren afzeggen. Het percentage niet verschenen met bericht is iets afgenomen ten opzichte van 216. In de eerste uren na het versturen van de herinneringssms worden, in verhouding, meer afspraken afgebeld en verzet. Het percentage niet verschenen zonder bericht ligt tussen 1% en 4%. Dit percentage is t.o.v. 216 iets toegenomen: namelijk 1% in de gemeenten Delft en Rijswijk. In de andere gemeenten is het percentage nvzb gelijk gebleven. Contactmoment zuigelingen ( - 1 jaar) 5

6 Onderzoek op indicatie - 1 jaar In onderstaande grafiek is het percentage Onderzoek op indicatie -1 jaar afgezet tegen het totaal aantal consulten in de leeftijdsperiode -1 jaar. Het aantal genoemde contactmomenten betreft de periode van 1 januari 217 tot en met 31 december 217. Onderzoek op indicade - 1 jaar ,3% 4,5% 3,8% 2,6% 2, 3,6% 2,7% 3,6% % Onderzoek op indicaee Aantal contactmomenten Een deel van de contactmomenten wordt ingevuld door een contactmoment op indicatie. Deze contactmomenten worden gebruikt om uiteenlopende redenen, waaronder het geven van een vaccinatie, het doen van een ogentest, het volgen van de lichamelijke en/of psychosociale ontwikkeling van het kind als ook begeleiding van kind en/of ouders indien sprake is van verdere zorgverlening. Een huisbezoek op indicatie wordt ingezet als er meer tijd nodig is dan een contactmoment op het consultatiebureau. Huisbezoeken op indicatie worden uitgevoerd door jeugdverpleegkundigen en zijn meer gericht op begeleiding van de ouders, dan op specifiek (medisch) onderzoek en het volgen van de ontwikkeling. In de meeste gemeenten is het percentage onderzoek op indicatie is afgenomen t.o.v In Midden-Delfland en Rijswijk is het percentage iets gestegen. De verhouding huisbezoeken op indicatie op het totaal aantal consulten op indicatie varieert van 6% (Pijnacker-Nootdorp) tot 39% (Wassenaar) per gemeente. Het gemiddelde betreft 22% huisbezoeken op indicatie ten opzichte van het aantal consulten op indicatie. Dit gemiddelde is hoger dan in 216 (19%). 6 Contactmoment zuigelingen ( - 1 jaar)

7 Er zijn geen aanwijsbare of generieke redenen voor deze verschillen aan te geven, omdat deze enkel per individuele casus bepaald worden op basis van de behoefte van de ouder. Op basis van landelijke JGZ-richtlijnen en de afweging van de JGZ-professional worden deze consulten ingezet. In onderstaande grafiek is Onderzoek op indicatie uitgesplitst in consult op indicatie en huisbezoek op indicatie. Huisbezoek vs consult op indicade - 1 jaar Aantal huisbezoeken op indicaee Aantal consulten op indicaee Delf Onderwerp Onderzoek op indicatie - 1 jaar Leidschendam -Voorburg Midden- Delfland Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer gedrag gewicht/groei gezondheid inhuizer leefgewoonten 1 materiaal/financieel 1 1 medisch/lichamelijk onderwijs/werk 1 ontwikkeling opvoeding overig sociale omgeving vaccinaee vaccinaeeplan maken 1 visus 2 voeding Vanuit bovenstaand overzicht wordt duidelijk welke onderwerpen reden waren voor een onderzoek op indicatie. Met name gewicht en groei, lichamelijke reden en vaccinatie komen in de leeftijd van -1 jaar het meeste voor. Contactmoment zuigelingen ( - 1 jaar) 7

8 Delf Onderwerp huisbezoek - 1 jaar Leidschendam- Voorburg Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Totaal gedrag gewicht/groei gezondheid inhuizer leefgewoonten 1 1 medisch/lichamelijk 1 1 opvoeding overig sociale omgeving vaccinaee 1 1 voeding Uit bovenstaand overzicht wordt duidelijk welke onderwerpen reden waren voor een huisbezoek op indicatie. Met name gedrag, opvoeding en voeding waren aanleiding voor een huisbezoek op indicatie. Aantal doorverwijzingen - 1 jaar In onderstaande grafiek is het aantal doorverwijzingen opgenomen van 1 januari 217 tot en met 31 december 217, met een uitsplitsing naar welke instantie is doorverwezen. Het betreft het totaal aantal doorverwijzingen, een kind kan naar meerdere hulpverleners zijn doorverwezen. Aantal doorverwijzingen - 1 jaar ,5% 2, 1,9% 1,9% 1,8% 3,1% 1,6% 1, % Doorverwezen naar andere zorg Aantal contactmomenten 8 Contactmoment zuigelingen ( - 1 jaar)

9 Het aantal doorverwijzingen is wisselend iets hoger of iets lager dan in Aantal doorverwijzingen - 1 jaar Delf Leidschendam -Voorburg Midden- Delfland Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Maatschappelijk werk Dieest Huisarts Kinderarts Fysiotherapeut Lactaeekundige Radioloog Logopedist Orthopeed Anders In de leeftijdsfase van 1 jaar is de doorverwijzing naar de radioloog het meest opvallend. Dit betreft kinderen waarbij een echo van de heupen gemaakt wordt vanwege mogelijke heupdysplasie. In Zoetermeer vindt deze doorverwijzing via het ziekenhuis plaats en niet direct via JGZ. JGZ verwijst in deze situaties naar de orthopeed, waarmee het hoge aantal verwijzingen naar de orthopeed verklaard wordt. Verder zijn de meeste doorverwijzingen naar de huisarts voor uiteenlopende redenen en naar de fysiotherapie, met name voor houdingsafwijkingen. De verwijzingen onder het kopje Anders zijn zeer gevarieerd: team in sociaal domein, apotheek, lactatiekundige, GGD (reizigersvaccinatie) en als er sprake was van meerdere doorverwijzingen tijdens hetzelfde contactmoment. Vanuit de basisdataset van het digitaal dossier is het niet mogelijk om verwijzingen naar de teams in het sociaal domein en Veilig Thuis te kunnen registreren. Deze registratie wordt nu vaak geregistreerd onder Anders. Contactmoment zuigelingen ( - 1 jaar) 9 9

10 2 Contactmomenten peuters (1-4 jaar) Bereik 1-4 jaar In de peuterperiode komen de kinderen minder vaak naar JGZ, gemiddeld 1 x per jaar, voor controle van de gezondheid en de ontwikkeling van hun peuter. Onder de doelgroep van de peuters verstaan we alle kinderen die in de verantwoordingsperiode (1 januari 217 tot en met 31 december 217) 1 4 jaar zijn. Bereik 1-4 jaar % % 92% 91% 91% 97% 93% 95% Gezien (% bereik) Doelgroep (unieke kinderen) Het bereik in de verschillende gemeenten ligt tussen 91% (Pijnacker-Nootdorp) en 119% (Midden- Delfland). In Midden-Delfland zijn meer kinderen gezien dan de vooraf gestelde doelgroep van 1-4 jarigen, dit heeft te maken met een kleine achterstand die in 217 ingelopen is. In de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk is het bereik ten opzichte van 216 met 3% gedaald. In Westland en Zoetermeer is het bereik met 1% gedaald, In Wassenaar is het bereik hetzelfde gebleven. Verschenen/niet verschenen 1-4 jaar In onderstaande grafiek staat het percentage niet verschenen met of zonder bericht, afgezet tegen alle uitgevoerde contactmomenten in de leeftijd van 1 4 jaar. In deze leeftijdsperiode gaat het om de consulten 14 en 18 maanden, 2 en 3;3 en 4;3 jaar. 1 Contactmomenten peuters (1-4 jaar)

11 Niet verschenen met bericht betreft de contactmomenten die door ouders (telefonisch) zijn afgezegd. Veel van deze afzeggingen vinden ruim voor de betreffende afspraak plaats. Op deze afspraken worden opnieuw kinderen gepland. Een deel van de afspraken wordt echter kort van te voren afgezegd en dan is het niet altijd mogelijk om alsnog kinderen op de vrijgekomen plekken te plannen. Niet verschenen zonder bericht betreft afspraken waarbij ouders niet aanwezig zijn met hun kind op de afgesproken datum en tijd. Aantal contactmomenten 1-4 jaar verschenen/niet verschenen % % 71% 23% 25% 26% 25% 25% 24% 22% 23% 7% 5% 2% 4% 5% 6% 4% 6% % Niet Verschenen Zonder Bericht % Niet Verschenen Met Bericht % Verschenen Aantal contactmomenten Het percentage niet verschenen met bericht ligt tussen de 23% en 25%. Dit is gemiddeld hetzelfde als in 216. Er kan geen onderscheid gemaakt worden tussen op tijd en kort van te voren afzeggen. Het percentage niet verschenen met bericht is lichtelijk gestegen. In de eerste uren na het versturen van de herinneringssms worden, in verhouding, meer afspraken afgebeld en verzet. Het percentage niet verschenen zonder bericht ligt tussen de 2% (Midden-Delfland) en 7% (Delft). Dit percentage is t.o.v. 216 met gemiddeld 1% afgenomen of gelijk gebleven. Alleen in Zoetermeer is het met 1% gestegen. Ten opzichte van de doelgroep -1 jarigen is het percentage niet verschenen met bericht, voor de 1-4 jarigen hoger. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat JGZ bij kinderen vanaf 1 jaar (18 maanden) een afspraak voorstelt. In de doelgroep -1 jaar wordt na afloop van het consult ter plaatse een afspraak gemaakt met de ouder(s). Contactmomenten peuters (1-4 jaar) 11

12 Onderzoek op indicatie 1-4 jaar In onderstaande grafiek is het percentage Onderzoek op indicatie afgezet ten opzichte van het totaal aantal consulten in de leeftijdsperiode 1-4 jaar. Het aantal genoemde contactmomenten betreft de periode van 1 januari 217 tot en met 31 december 217. Onderzoek op indicade 1-4 jaar % 17% 13% 14% 15% 17% 16% 18% % Onderzoek op indicaee Aantal contactmomenten Een deel van de contactmomenten wordt ingevuld door een contactmoment op indicatie. Deze contactmomenten worden gebruikt om uiteenlopende redenen, zoals het geven van een vaccinatie, het doen van een ogentest, het volgen van de ontwikkeling van het kind als ook begeleiding van kind en/of ouders indien sprake is van verdere zorgverlening. In onderstaande grafiek is Onderzoek op indicatie uitgesplitst in consult op indicatie en huisbezoek op indicatie. Een huisbezoek op indicatie wordt ingezet als er meer tijd nodig is dan een contactmoment op het consultatiebureau. Huisbezoeken op indicatie worden uitgevoerd door jeugdverpleegkundigen en zijn meer gericht op begeleiding van de ouders, dan op specifiek (medisch) onderzoek en het volgen van de ontwikkeling. De verhoudingen huisbezoeken op indicatie tot het totaal aantal consulten op indicatie varieert van 7% (Midden-Delfland) tot 35% (Wassenaar) per gemeente. Het gemiddelde betreft 13% huisbezoeken op indicatie. Gemiddeld komt dit ongeveer overeen met de situatie in Contactmomenten peuters (1-4 jaar)

13 Er zijn geen aanwijsbare of generieke redenen voor deze verschillen aan te geven, omdat deze enkel per individuele casus bepaald worden op basis van de behoefte van de ouder. Op basis van landelijke JGZ-richtlijnen en de afweging van de JGZ-professional worden deze consulten ingezet. Huisbezoek op indicade 1-4 jaar Aantal huisbezoeken op indicaee Aantal consulten op indicaee Onderwerp Onderzoek op indicatie 1-4 jaar Uit bovenstaand overzicht wordt duidelijk welke onderwerpen reden waren voor een onderzoek op indicatie. Met name gewicht en groei, gedrag, spraaktaalontwikkeling en de visus komen in de leeftijd van 1-4 jaar het meeste voor. Contactmomenten peuters (1-4 jaar) 13

14 Onderzoek Huisbezoek op indicatie 1-4 jaar Del* Leidschendam- Voorburg Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer gedrag gewicht/groei gezondheid inhuizer leefgewoonten 1 materiaal/financieel 1 medisch/lichamelijk onderwijs/werk 1 1 ontwikkeling opvoeding overig sociale omgeving spraaktaalontwikkeling statushouder vaccinaqe vaccinaqeplan maken visus 1 voeding Vanuit bovenstaand overzicht wordt duidelijk welke onderwerpen reden waren voor een huisbezoek op indicatie. Met name inhuizers, opvoeding en gedrag komen in van 1-4 jaar het meeste voor. Doorverwijzingen 1-4 jaar In onderstaande grafiek is het aantal doorverwijzingen opgenomen van 1 januari 217 tot en met 31 december 217, met de uitsplitsing naar wie is doorverwezen. Het betreft het totaal aantal doorverwijzingen, een kind kan naar meerdere hulpverleners zijn doorverwezen. Aantal doorverwijzingen 1-4 jaar ,2% 3,3% 2,2% 2,1% 2,2% 1,9% 1,9% 1,6% % Doorverwezen naar andere zorg Aantal contactmomenten Het percentage doorverwijzingen is wisselend iets hoger of iets lager dan in Contactmomenten peuters (1-4 jaar)

15 Aantal doorverwijzingen 1-4 jaar Delf Leidschendam- Leidschenda Voorburg m-voorburg Midden- Delfland Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Maatschappelijk werk 4 Huisarts Kinderarts Fysiotherapeut Logopedist Oogarts Pedagoog Tandarts Orthopeed 1 9 Radioloog VVE Anders In de leeftijdsfase van 1-4 jaar is de doorverwijzing naar de oogarts het meest opvallend. Dit betreft kinderen waarbij doorverwijzing naar aanleiding van de visusscreening bij 3;3 jaar reden is om kinderen door te verwijzen. Een andere verwijzing die, in verhouding, veelvuldig voorkomt is de verwijzing naar de logopedie in geval van taalspraakontwikkeling. In Leidschendam-Voorburg is, in verhouding, veel doorverwezen naar de pedagoog. Dit betreft het Spel- en Opvoedpunt in het CJG van Leidschendam. Ook in deze leeftijdsfase wordt veel doorverwezen naar de huisarts. De verwijzingen onder het kopje Anders zijn zeer gevarieerd: HomeStart, lokale initiatieven/projecten, GGD (reizigersvaccinatie) en als er sprake was van meerdere doorverwijzingen tijdens hetzelfde contactmoment. Vanuit de basisdataset van het digitaal dossier is het niet mogelijk om verwijzingen naar de teams in het sociaal domein en Veilig Thuis te kunnen registreren. Deze registratie wordt nu meestal geregistreerd onder Anders. Contactmomenten peuters (1-4 jaar) 15

16 3 Contactmomenten 4-19: groep 2, groep 7, klas 2 Bereik 4-19 jaar Het bereik is het percentage kinderen dat minimaal 1x in de rapportageperiode (1 januari 217 tot en met 31 december 217) gezien is, in het betreffende leeftijdscohort, dat wil zeggen in groep 2, groep 7 en klas 2. De leerlingenlijsten van de scholen bepalen hoe groot de doelgroep van het betreffende leeftijdscohort is. Groep 2 Bereik 4-19 jaar groep % 17% 93% 114% % 91% % 2 Gezien (% bereik) Doelgroep Het bereik van groep 2 ligt tussen de 26% (Midden-Delfland) en 114% (Westland). Het minimale percentage van bereik van 9 is in Delft en Midden-Delfland niet gehaald. In Midden-Delfland ligt de reden van het lage percentage in dit boekjaar in het feit dat de scholen in 2 van de 3 kernen in najaar 216 gezien zijn en gezien worden in voorjaar 218. In beide schooljaren is alles gezien, maar niet als je per boekjaar kijkt. Bij de percentages die hoger liggen dan 1 zijn in boekjaar 217 meer kinderen gezien dan in het boekjaar begroot was, dit heeft te maken tussen verschuivingen tussen schooljaren die niet gelijk lopen met een boekjaar Contactmomenten 4-19: groep 2, groep, klas 2

17 Groep 7 Bereik 4-19 jaar groep % 83% 1 91% 93% 94% 19% 98% Gezien (% bereik) Doelgroep Het bereik van groep 7 ligt tussen de 83% (Leidschendam-Voorburg) en 19% (Westland). Bij het percentage hoger dan 1 zijn in boekjaar 217 meer kinderen gezien dan in het boekjaar begroot was. Dit heeft te maken tussen verschuivingen tussen schooljaren die niet gelijk lopen met een boekjaar. Het minimale percentage van bereik van 9 wordt (net) niet gehaald in Leidschendam-Voorburg en Delft. Klas 2 Bereik 4-19 jaar klas 2 VO % 113% 91% 9 125% 16% 85% 72% Gezien (% bereik) Doelgroep Het bereik van klas 2 ligt tussen de 72% (Midden-Delfland) en 125% (Westland). Het minimale percentage van bereik van 9 wordt in de gemeenten Midden-Delfland en Zoetermeer niet gehaald. Contactmomenten 4-19: groep 2, groep, klas 2 17

18 Verschenen/niet verschenen 4-19 jaar In onderstaande grafiek staat het percentage niet verschenen met of zonder bericht van het contactmoment in groep 2. Bij de contactmomenten groep 7 en klas 2 is geen percentage niet verschenen met/zonder bericht bekend, omdat de kinderen door de jeugdverpleegkundige uit de klas gehaald worden. Incidenteel zijn er kinderen die niet gezien worden, omdat deze kinderen niet aanwezig zijn in de gehele periode dat de jeugdverpleegkundige op school is. Niet verschenen met bericht betreft de contactmomenten die door ouders (telefonisch) zijn afgezegd. Veel van deze afzeggingen vinden ruim voor de betreffende afspraak plaats. Op deze afspraken worden opnieuw kinderen gepland. Een deel van de afspraken wordt echter kort van te voren afgezegd en dan is het niet altijd mogelijk om alsnog kinderen op de vrijgekomen plekken te plannen. Niet verschenen zonder bericht betreft afspraken waarbij ouders niet aanwezig zijn met hun kind op de afgesproken datum en tijd. Aantal contactmomenten groep 2 verschenen/niet verschenen 66% 74% 66% 76% 6 74% 74% 67% 24% 21% 26% 21% 29% 23% 22% 25% 1 5% 9% 3% 11% 2% 4% 7% % Niet Verschenen Zonder Bericht % Niet Verschenen Met Bericht % Verschenen Het percentage niet verschenen met bericht ligt tussen de 21% (Midden-Delfland en Pijnacker- Nootdorp) en 29% (Rijswijk). Er kan geen onderscheid gemaakt worden tussen op tijd en kort van te voren afzeggen. De meeste afspraken die afgezegd zijn, zullen dan ook opnieuw ingevuld zijn. Het percentage niet verschenen met bericht is lichtelijk gestegen. In de eerste uren na het versturen van de herinneringssms worden, in verhouding, meer afspraken afgebeld en verzet. Het percentage niet verschenen zonder bericht ligt tussen de 2% (Wassenaar) en 11% (Rijswijk). Dit percentage is t.o.v. 216 in de meeste gemeenten met 1% (Rijswijk, Westland) - 4% (Delft en Midden-Delfland) toegenomen. In Wassenaar is het percentage afgenomen, In Leidschendam- Voorburg, Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer is het percentage gelijk gebleven Contactmomenten 4-19: groep 2, groep, klas 2

19 Onderzoek op indicatie 4-19 jaar In onderstaande grafiek is het percentage Onderzoek op indicatie afgezet ten opzichte van het totaal aantal consulten in groep 2, groep 7 en klas 2. Onderzoek op indicade 4-19 jaar % 7% 6% 9% 11% 7% 9% 7% % Onderzoek op indicaee Doelgroep Onderzoeken op indicatie vinden plaats zowel bij de jeugdarts als bij de jeugdverpleegkundige. Incidenteel worden er huisbezoeken op indicatie door de jeugdverpleegkundige uitgevoerd. Het aantal onderzoeken op indicatie is in Leidschendam-Voorburg gelijk gebleven t.o.v. 216, in Midden-Delfland is het met 2% afgenomen, in Delft en Zoetermeer met 1% afgenomen. In Pijnacker-Nootdorp en Wassenaar is het met 1% toegenomen en in Rijswijk en Westland met 2%. Aantal doorverwijzingen groep 2 Het aantal doorverwijzingen in de leeftijd van 4-19 jaar is wisselend geregistreerd. In groep 2 is, net als in de leeftijd van 1-4 jaar, de meest opvallende doorverwijzing de doorverwijzing naar de oogarts. Dit betreft kinderen waarbij doorverwijzing naar aanleiding van de visusscreening reden is om kinderen door te verwijzen. Andere verwijzingen die, in verhouding, veelvuldig voorkomen zijn de verwijzingen naar de huisarts en de fysiotherapie. In groep 7 en klas 2 is de doorverwijzing naar de diëtiste de meest opvallende doorverwijzing. De verwijzingen onder Anders zijn zeer gevarieerd: leerplicht, lokale initiatieven/projecten, specialist en als er sprake was van meerdere doorverwijzingen tijdens hetzelfde contactmoment. Vanuit de basisdataset van het digitaal dossier is het niet mogelijk om verwijzingen naar de teams in het sociaal domein en Veilig Thuis te kunnen registreren. Deze registratie wordt nu geregistreerd onder Anders. Contactmomenten 4-19: groep 2, groep, klas 2 19

20 Delf Leidschendam- m-voorburg Verwijzingen groep 2 Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer GGZ 1 3 Fysiotherapeut Huisarts Kinderarts KNO-arts Logopedist Oogarts Pedagoog Tandarts Psycholoog Anders Leidschendam- Voorburg Verwijzingen groep 7 Midden-Delfland Rijswijk Westland Zoetermeer Maatschappelijk werk 2 Dieest Huisarts Logopedist 1 Oogarts Anders Contactmomenten 4-19: groep 2, groep, klas 2

21 Delf Verwijzingen klas 2 VO Leidschendam- Voorburg Midden- Delfland Rijswijk Westland Zoetermeer Dieest Huisarts Kinderfysiotherapeut 2 Maatschappelijk werk 4 Oogarts 3 8 Psycholoog 2 Anders Jongerencontactmoment Het jongerencontactmoment (JCM) wordt uitgevoerd in klas 3 (VMBO) of klas 4 (HAVO/VWO). Leerlingen uit de betreffende klassen vullen digitaal een vragenlijst in. De vragenlijsten geven inzicht in eventuele gezondheidsrisico s van leerlingen. In onderstaande grafiek is het bereik bepaald aan de hand van de doelgroep (gemiddeld aantal leerlingen volgens de leerlingenlijsten in schooljaar en schooljaar ) en het aantal ingevulde vragenlijsten (contactmoment JCM). Bereik Jongerencontactmoment % 94% 86% 7 64% 59% 52% 47% % Ingevulde vragenlijsten Doelgroep Jongerencontactmoment 21

22 Het bereik (leerlingen die de vragenlijst hebben ingevuld) ligt tussen de 47% (Rijswijk) en 94% (Delft). In de gemeenten is wisselend een hoger en lager bereik dan ten opzichte van 216. Het totaal bereik over de 8 gemeenten ligt gemiddeld op 75%. Dit is 1% lager dan in 216. Jongerencontactmoment: gesprek Aan de hand van de ingevulde vragenlijst worden leerlingen uitgenodigd voor een gesprek. De uitnodiging voor een gesprek vindt plaats op verzoek van de leerling (aangegeven in de vragenlijst) of op basis van antwoorden op vragen over het niet leuk vinden op school, pesten, suïcide, mishandeling, ongewilde seks, drugs en loverboys. Ook een verhoogde score op de SDQ (Strengths and Difficulties Questionnaire) is reden om de leerling uit te nodigen. In onderstaand overzicht is het percentage gesprekken (OI JCM) opgenomen. Als doelgroep is het aantal ingevulde vragenlijsten genomen. Het aantal onderzoeken op indicatie naar aanleiding van de ingevulde vragenlijst is wisselend toegenomen of afgenomen. Onderzoek op indicade JCM naar aanleiding van ingevulde vragenlijst % 36% 8% 13% 57% 48% 26% 37% % OI JCM t.o.v. ingevulde vragenlijst Aantal ingevulde vragenlijsten OI JCM verschenen/niet verschenen In onderstaand overzicht staat aangegeven hoeveel leerlingen zijn verschenen op het gesprek, voortvloeiend uit de vragenlijst van het jongerencontactmoment. Dit percentage is hoog en komt doordat de jeugdverpleegkundige de leerlingen op school ziet en ze gebruik maakt van onder andere WhatsApp om jongeren uit te nodigen. 22 Contactmomenten 4-19: groep 2, groep, klas 2

23 Onderzoek op indicade JCM verschenen/niet verschenen % 99% 1 98% 96% 1 98% 99% % Verschenen Aantal contactmomenten Vanuit het jongerencontactmoment wordt per school een schoolprofiel opgesteld en besproken met de school, veelal in samenwerking met de Gezonde School van GGD Haaglanden. De informatie uit het schoolprofiel kan leiden tot afspraken over de inzet van voorlichtingsactiviteiten of gerichte interventies die in samenwerking met ketenpartners, leerlingenraden en/of ouderraden ingezet kunnen worden. Informatie over deze afspraken zijn geen onderdeel van deze rapportage, omdat het geen leerling- gebonden afspraken zijn. Deze rapportage vindt separaat plaats in de voortgang en evaluatie van het jongerencontactmoment. Contactmomenten 4-19: groep 2, groep, klas 2 23

24 5 Vaccinaties De onderstaande grafieken geven de vaccinatiegraad aan van de kinderen woonachtig in het gebied van JGZ Zuid-Holland West. De cijfers zijn afkomstig uit de rapportage van het RIVM Vaccinatiegraad en jaarverslag Rijksvaccinatieprogramma Nederland 216. Onderstaande rapportage is hetzelfde als in de halfjaarrapportage is opgenomen, omdat er maar 1x per jaar nieuwe cijfers vanuit het RIVM beschikbaar zijn. Het gaat om volledig gevaccineerde kinderen per leeftijdscohort: kinderen geboren in 214 die alle vaccinaties van de zuigelingen- en peuterleeftijd gehad hebben, kinderen geboren in 211 die de 4-jarige vaccinaties gehad hebben, kinderen geboren in 26 die de 9-jarige vaccinaties hebben gehad en meisjes geboren in 22 die de HPV-vaccinaties hebben gehad. RIVM: De vaccinatiegraad, oftewel het aandeel zuigelingen, kleuters en schoolkinderen dat de vaccinaties uit het RVP krijgt, is nog steeds hoog. De vaccinatiegraad voor bof, mazelen en rode hond (BMR) daalt al een paar jaar licht. De norm van 95 procent van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), die nodig is om mazelen uit te bannen, wordt in Nederland bij de eerste BMR-vaccinatie niet meer gehaald. Voor de tweede BMR-vaccinatie was dit al langer zo. Ook bij de andere vaccinaties in het RVP is een lichte daling te zien. De deelname aan de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker is voor het eerst afgenomen, van 61 naar 53 procent. Een hoge vaccinatiegraad zorgt ervoor dat kwetsbare en (nog) niet gevaccineerde kinderen tegen ziekten worden beschermd (groepsbescherming). Een dalende vaccinatiegraad vergroot de kans dat in de toekomst ziekten zoals mazelen uitbreken. De verschillen zoals genoemd Volledige in het rapport vaccinade van van de kinderen RIVM zijn geboren in onze in 214 regio ook zichtbaar, naast signalen dat er specifieke doelgroepen zijn die steeds vaker van vaccinatie afzien. 1, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1,, 93,1 95,6 96,1 94,3 94,2 88,4 96,3 95,2 93,1 95,3 96,8 96,6 95,3 94,8 91,5 96,7 96,3 94,2 94,3 96,1 96,1 94,8 94,3 9,2 96,5 95,6 93,5 DKTP Hib Hepaees B Vaccinaties

25 Volledige vaccinade van kinderen geboren in 214 1, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1,, 93,5 96,1 94,7 94,3 94,3 92, 96,1 95,5 93,5 94,2 96,5 95,6 94,5 95, 92,4 95,9 95,6 93,8 93,8 96,2 94,7 94,6 94,5 9,6 96,5 95,9 93,6 Pneumo BMR MenC Volledige vaccinade van kinderen geboren in 21 1, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1,, 93,4 94,5 96,4 97,2 93,1 86,9 95,6 92,5 93,2 DKTP Vaccinaties 25

26 Volledige vaccinade van kinderen geboren in 26 1, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1,, 89,1 91,4 92,3 92,4 85,4 79,9 92,9 9,6 92,6 89, 91,2 92,3 92,3 85,8 75,2 93, 9,8 92,6 DTP BMR Volledige HPV-vaccinaDe van meisjes geboren in 22 1, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1,, 6,7 66,8 68,1 63,8 52,6 56, 53,7 61,1 53,4 HPV 26 Vaccinaties

27 6 Logopedie In 215 is de werkwijze rond preventieve logopedie veranderd. Reden hiervoor is de implementatie van de (landelijke) Handreiking Uniforme signalering van taalachterstanden van jonge kinderen. De 5-jarige kinderen worden niet standaard meer allemaal gezien, maar op basis van een vragenlijst, ingevuld door ouders en leerkrachten, wordt bepaald welke kinderen uitgenodigd worden voor een consult. Dit geeft ruimte voor uitvoering van het contactmoment eerste fase diagnostiek bij 2-jarige kinderen die uitvallen op de screening van het Verrijkt Van Wiechen ten aanzien van de taalspraakontwikkeling. Deze kinderen worden uitgenodigd voor een informatie- en adviesgesprek bij de logopediste. De blauwe kolom geeft het aantal kinderen weer dat een 2-jarig consult heeft gehad. De groene kolom hoeveel % van de 2-jarige kinderen is verschenen bij het gesprek met de logopediste. PrevenDeve logopedie 2-jarigen % 8% 3% 3% 7% 3% 4% 5% % Eerste fase diagnoseek Aantal contactmomenten 2 jaar Ten opzichte van 216 is het percentage is Delft en Midden-Delfland gelijk gebleven. In Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Wassenaar is het met 2% gestegen en in Zoetermeer met 1%. In Pijnacker-Nootdorp is het met 3% gedaald, in Westland met 1%. Logopedie 27

28 Bereik prevendeve logopedie 5-jarigen % 96% 99% 96% 11% 84% 88% 79% 44% 44% 5 68% 68% 31% 58% 62% Logopedie vervolg % Gezien (% bereik) Doelgroep Het bereik bij de 5-jarige leeftijd definiëren we als: het percentage kinderen waarover de vragenlijst in de rapportageperiode (1 januari 217 tot en met 31 december 217) ingevuld is in het betreffende leeftijdscohort, dat wil zeggen in de leeftijd van 4;9 en 5;9 jaar. De leerlingenlijsten van de scholen bepalen hoe groot de doelgroep (blauw) van het betreffende leeftijdscohort is. De groene kolom geeft aan hoeveel % van de vragenlijsten ingevuld zijn. De oranje kolom geeft aan hoeveel % van de leerlingen verschenen zijn voor een preventief logopedisch consult rond de leeftijd van 5 jaar. Ten opzichte van 216 is het bereik in Delft 3% toegenomen. In Leidschendam-Voorburg, Wassenaar en Westland afgenomen. In Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Zoetermeer ongeveer gelijk gebleven Logopedie

29 7 Inloopspreekuur In iedere gemeente zijn één of meerdere inloopspreekuren gepland waar ouders kunnen binnenlopen voor vragen. Gemiddeld is er op iedere JGZ-locatie een inloopspreekuur van 1 uur per week. Onderstaand overzicht betreft de periode van 1 januari 217 tot en met 31 december 217. Aantal geholpen ouders/kinderen Djdens inloopspreekuur Delf Leidschendam-Voorburg 656 Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Delf Onderwerp inloopspreekuur Leidschend Leidschendam- Voorburg Voorburg Midden- Delfland Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer gedrag 1% 1% 4% 3% 2% 7% 4% gewicht/ groei 65% 87% 7 72% 57% 39% 62% 61% gezondheid 2% 1% 9% 3% 1 5% 7% medisch/ lichamelijk 5% 1% 2% 12% 2% opvoeding 2% 1% 2% 7% 1% spraaktaalontwikkeling 1% 1% 2% 2% 2% 1% vaccinaee 1% 1% voeding 7% 3% 9% 13% 17% 2 17% 1 overig 24% 5% 1% 7% 1 7% 5% 27% Inloopspreekuur 29

30 8 Telefonisch spreekuur Iedere ochtend is JGZ telefonisch bereikbaar voor inhoudelijke vragen over de gezondheid en opvoeding van kinderen. Deze vragen worden beantwoord door een jeugdverpleegkundige. In onderstaande overzichten staan aantallen, onderwerp van gesprek en de leeftijden van de kinderen waarover de vragen gesteld zijn. Het betreft rapportage over de periode 1 januari 217 tot en met 31 december 217. A Aantal vragen Djdens telefonisch spreekuur Delf Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Onderwerp telefonisch spreekuur 3 25% 2 15% 1 5% Delf Leidschendamm-Voorburg Midden- Delfland Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer gedrag 17% 16% 36% 11% 17% 15% 21% 15% gewicht/ groei 9% 7% 15% 5% 15% 11% 5% 11% gezondheid 11% 15% 11% 3% 11% 1 6% 14% opvoeding 4% 6% 3% 6% 5% 5% 14% 9% Sociale omgeving 5% 2% 8% 1 5% 4% 4% 6% Spraaktaalontwikkeling 9% 11% 6% 1 6% 3% 7% 5% vaccinaee 4% 6% 4% 8% 3% 2% 6% 2% voeding 5% 9% 1 11% 14% 9% 3% 13% Overig 35% 28% 7% 35% 24% 4 32% 24% 3 Telefonisch spreekuur

31 Aantal vragen per leetijdsgroep Aantal vragen over kinderen 4-19 jaar Aantal vragen over kinderen 1-4 jaar Aantal vragen over kinderen - 1 jaar 9 Prenataal huisbezoek Prenatale zorg wordt ingezet als aanstaande ouders reeds voor de geboorte begeleiding en ondersteuning nodig hebben bij de voorbereiding op het aanstaande ouderschap. De begeleiding wordt uitgevoerd door jeugdverpleegkundigen die ook Stevig Ouderschap uitvoeren. Zij ondersteunen de aanstaande ouders bij zowel praktische zaken (huisvesting, financiën etc.) als bij gezond zwanger zijn en welke veranderingen zullen plaatsvinden bij de geboorte van hun kind. 2 Prenataal huisbezoek % 31% 23% 25% 32% 8% Delf Leidschendam- Voorburg Midden- Delfland Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer % Aantal trajecten gestart Aantal trajecten begroot Prenataal huisbezoek 31

32 Het begrote aantal trajecten prenatale zorg is gebaseerd op 2% van het aantal geboorten in de betreffende gemeente. De werkelijke realisatie is in de meeste gemeenten lager dan wat begroot is. Alleen in Delft worden in verhouding de meeste prenatale huisbezoeken uitgevoerd. Dit heeft te maken met de verbinding die JGZ gezocht heeft met het Verloskundige Samenwerkingsverband (VSV) in het Reinier de Graaf Gasthuis. VSV s hebben onder andere de taak om verbinding met JGZ-organisaties te maken. In alle regio s van onze organisatie zoekt JGZ actief de VSV s op om de samenwerking aan te halen. Met de eerstelijns organisaties in onze regio (ELO, Lijn 1, VSV Reinier en SZG) zijn contacten over de inzet van zorg en de samenwerking tussen de ketenpartners. Dit betreft o.a. de inzet van JGZ in de diverse zorgpaden die rondom prenatale zorg worden vastgesteld. Programma op Maat Dit deel van de jaarrapportage beschrijft de realisatie van de aanvullende dienstverlening van JGZ, het Programma op Maat. Deze aanvullende/maatwerk dienstverlening is per gemeente overeengekomen. De aanvullende dienstverlening betreft zowel producten en diensten die aan individuele kinderen en ouders verleend wordt, als ook afspraken over inzet van functies, bijvoorbeeld in de toegangsfunctie voor het sociaal domein. 1 Stevig Ouderschap Stevig Ouderschap wordt ingezet in gezinnen met risicofactoren op het gebied van opvoedingsondersteuning. De selectie vindt plaats middels een vragenlijst die aan alle ouders van pasgeborenen wordt uitgereikt tijdens het zuigelingenhuisbezoek. In 217 is Stevig Ouderschap in alle 8 gemeenten ingezet. Respons op vragenlijst Stevig ouderschap % % 32% 25% 34% 33% % respons vragenlijsten t.o.v. aantal geboortes aantal geboortes 32 In bovenstaande grafiek is het aantal teruggestuurde vragenlijsten (groen) afgezet tegen het aantal 32 Programma op Maat en Stevig Ouderschap

33 In de grafiek op de vorige pagina is het aantal teruggestuurde vragenlijsten (groen) afgezet tegen het aantal kinderen dat geboren is in 217 (blauw). Bij het zuigelingenhuisbezoek wordt de vragenlijst aan ouders uitgereikt met de vraag deze naar JGZ terug te sturen. Bij de eerste contactmomenten op het consultatiebureau wordt aan ouders nagevraagd of ze de lijst geretourneerd hebben. RealisaDe Stevig Ouderschap % 113% % 75% % Aantal Gestart Aantal afgesproken trajecten Delf Reden geen deelname Stevig ouderschap Leidschendamm-Voorburg Alleen in Midden-Delfland is geen Stevig Ouderschap gestart. In de meeste gemeenten is Stevig Ouderschap conform afspraak gerealiseerd, waarbij in Leidschendam-Voorburg en Pijnacker- Nootdorp de realisatie lager is dan begroot. In Delft en Rijswijk zijn meer trajecten gestart dan afgesproken, deze trajecten zijn gefinancierd vanuit POM-diensten die minder zijn ingezet. Midden- Delfland Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Geen belangstelling Taalbarriere Voldoende hulpverlening Gescoorde item speelt niet Overige redenen Stevig Ouderschap 33

34 Niet ieder gezin dat in aanmerking komt voor Stevig Ouderschap gaat ook meedoen. In voorgaand overzicht staan de redenen genoemd waarom ouders niet gaat starten. Een aantal gezinnen stopt voortijdig met Stevig Ouderschap. De belangrijkste reden hiervoor is dat de begeleiding niet meer nodig is, omdat ouders in hun kracht zijn gekomen. Indien er nog ondersteuning noodzakelijk is, wordt deze zorg aan ouders aangeboden en wordt zo nodig doorverwezen naar de juiste samenwerkingspartners. Reden vroegdjdig stoppen Stevig ouderschap Delf Leidschendam- m-voorburg Midden- Delfland Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Begeleiding niet meer nodig Ouders willen stoppen Verhuizing 1 Overige redenen Bemoeizorg Bemoeizorg wordt ingezet op het moment dat kinderen/gezinnen zorgmijdend zijn en dit door JGZ opgemerkt wordt, doordat zij vaak of telkens niet verschijnen op reguliere contactmomenten. Daarnaast wordt bemoeizorg ingezet bij signalen van zorg vanuit andere organisaties/vindplaatsen. 28% RealisaDe bemoeizorg % 129% 1 81% 75% 56% % % Aantal gestart Aantal afgesproken trajecten 34 Bemoeizorg

35 Delf Reden aanmelding bemoeizorg Leidschendam -Voorburg De realisatie van bemoeizorg is zeer wisselend. Door de teams in het sociaal domein heeft er in een aantal gemeenten een verschuiving plaatsgevonden. Bemoeizorg in het kader van signalen van zorg wordt door het team in het sociaal domein uitgevoerd, al dan niet door JGZ-medewerkers die vanuit de betreffende teams werkzaamheden uitvoeren. Dit is bijvoorbeeld de situatie in Midden- Delfland. In Westland worden de bemoeizorgtrajecten uitgevoerd door medewerkers van team Voor Westland. In Delft heeft ook een verschuiving plaatsgevonden. Signalen van zorg worden daar opgepakt door het jeugdteam. De realisatie vanuit JGZ is met name gericht op traceren en het verhogen van het bereik bij niet verschijnen op contactmomenten. In Leidschendam-Voorburg worden minder trajecten bemoeizorg ingezet, maar wordt op basis van uren inzet gepleegd indien kinderen/ gezinnen ondersteuning nodig hebben. Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Financiële situaee Gedragsproblemen Gezinssituaee Huisvesengsproblemen Kindermishandeling Overig Relaeeproblemen Schoolverzuim Traceren Vaccinaee-achterstand Zorgmijdend Delf Leidschend Leidschendam- Voorburg Voorburg Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Adres achterhaald buiten werkgebied Adres achterhaald in werkgebied Contact met JGZ team hersteld Door locaeeteam zelf opgelost 1 2 Geen contact met ouders - vanuit school geen zorgen Resultaat na inzet bemoeizorg 2 2 In zorg bij huisarts/specialist Naar BJZ ivm muleproblem Naar buitenland geëmigreerd Verwijzing andere instanee Zorg besproken, gezin is in beeld Overige Bemoeizorg 35

36 3 VVE Toeleiding naar Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) vindt plaats vanaf het contactmoment van 18 maanden. Tijdens dit contactmoment en de contactmomenten 2 jaar en 3;3 jaar wordt bepaald of het kind voldoet aan de doelgroepcriteria van de betreffende gemeente. Als het kind aan de criteria voldoet, wordt een verwijsbrief voor de VVE-peuterspeelzaal/kinderopvang meegegeven. RealisaDe toeleiding naar VVE % 14% 13% 13% 92% 84% 84% 89% % Aantal gerealiseerd Aantal afgesproken De realisatie toeleiding VVE in bovenstaande tabel is gebaseerd op het aantal kinderen waarbij tijdens het contactmoment van 18 maanden specifiek gekeken is of het kind voldoet aan de doelgroepcriteria VVE. Indien het kind voldoet aan de criteria, wordt het kind toegeleid naar een voorschoolse voorziening met VVE. In de grafiek gaat het om de kinderen die in 217 voor het contactmoment van 18 maanden bij JGZ zijn geweest. 36 VVE

37 Aantal doelgroepkinderen versus plaatsing op voorschoolse voorziening % 75% 7 75% 74% % 55% 53% % Totaal aantal kinderen geplaatst Aantal kinderen geselecteerd voor VVE (doelgroepkinderen) In bovenstaande grafiek staat het aantal 2- en 3-jarige doelgroepkinderen (blauw) met het aantal geplaatste kinderen op een voorschoolse voorziening (groen). Uit de registratie blijkt dat 53% - 77% van de doelgroepkinderen geplaatst is op een voorschoolse voorziening. Dit betreft niet altijd een VVE-peuterspeelzaal, maar kan ook plaatsing op een kinderdagverblijf of in een gastgezin zijn. In Delft vindt ieder kwartaal een controle plaats van de geplaatste doelgroepkinderen met de geplaatste kinderen op de VVE-peuterspeelzalen. In andere gemeenten vindt dit 1x per jaar of incidenteel plaats. Niet altijd staat de voorschoolse voorziening ingevuld, terwijl het kind wel als doelgroepkind op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf is geplaatst. Het aantal geplaatste kinderen zal dan ook hoger ligger dan de percentages in bovenstaande grafiek. In onderstaande grafiek staan de redenen genoemd, indien bekend is waarom er geen plaatsing op een voorschoolse voorziening is. Het aantal onbekend is in alle gemeenten het hoogst. Dit betreft de kinderen waarvan de registratie onvolledig is, maar ook de kinderen die nog niet geplaatst zijn. Hieronder vallen ook de kinderen die net 2 jaar zijn en nog bezig zijn met de procedure van plaatsing. Specifiek wordt ingezet op de groep kinderen die ouder zijn dan 2,5 jaar en nog niet geplaatst zijn. Bij hen wordt de reden van niet-plaatsing achterhaald of worden ouders alsnog gemotiveerd om hun kind aan te melden bij een (VVE-)peuterspeelzaal. VVE 37

38 Reden geen plaatsing VVE Geen belangstelling Financieel Wachtlijst Andere vorm van opvang Anders Onbekend In onderstaande grafiek staan de doelgroepcriteria vermeld, waardoor kinderen als doelgroepkind geregistreerd staan. Kinderen kunnen voldoen aan één of meerdere doelgroepcriteria. Per gemeente is vastgesteld aan welke doelgroepcriteria een kind moet voldoen om in aanmerking te komen voor VVE. 335 Reden aanmelding VVE Gewichtenscore Eerste taal niet Nederlands Taalspraakachterstand In iedere gemeente zijn gesprekken geweest met peuteropvangorganisaties, de gemeente en JGZ over de aanscherping van de toeleidingsprocedure en het vergelijken van registratiegegevens. De cijfers die gerapporteerd worden, zijn hiermee steeds meer aangescherpt en overeenkomend met de gegevens van de peuteropvangorganisaties. 38 VVE

39 In onderstaande tabel zijn de gewichtenscores aangegeven van de kinderen die in 217 zijn geboren. Van ieder kind is tijdens het zuigelingenhuisbezoek het gewicht bepaald aan de hand van het opleidingsniveau van ouders. Gewichtenscore VVE 83% 9 96% 93% 85% 91% 89% 9 11% 11% 7% 2% 3% 6% 8% 6% 2% 2% 1% 1% 3% 1% 1% 2% 4% 2% 1% 2% 2% 2% 1% 2% Percentage score 1.2 Geen diploma / (vso)zmlk Percentage score.3 LBO/VMBO Kader Percentage niet geregistreerd Percentage score MAVO/VMBO-TL Tevens is tijdens het zuigelingenhuisbezoek besproken welke taal voornamelijk in het gezin gesproken wordt. Het gaat ook in deze tabel om de kinderen die in 217 geboren zijn. Spreektaal thuis 72% 87% 76% 7 65% 68% 46% 4 15% 19% 9% 9% 4% 2 4% 63% 28% 17% 8% 13% 3 28% 6% 4% % onbekend % anders % Nederlands VVE 39

40 4 Ziekteverzuim Onderzoek bij ziekteverzuim wordt, op verzoek van scholen en/of leerplicht, uitgevoerd bij leerlingen die veel van school verzuimen wegens ziekte of andere redenen. Nader onderzoek is nodig om de reden van het verzuim te achterhalen. Onderwijs, leerplicht en JGZ werken hierbij nauw samen. In 216 is het protocol met de afspraken omtrent ziekteverzuim geactualiseerd in overleg met de gemeenten en gecontinueerd in 217. In 217 is in alle 8 gemeenten Onderzoek bij ziekteverzuim uitgevoerd. RealisaDe onderzoek bij ziekteverzuim % % 133% % 8 86% % Gestart Afgesproken De realisatie van Onderzoek ziekteverzuim is in een aantal gemeenten sterk gestegen, zoals in Delft, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Westland en Zoetermeer. De vraag vanuit scholen is groot, ook wordt steeds vaker vanuit het basisonderwijs en het mbo een beroep gedaan om onderzoek rond ziekteverzuim uit te voeren. JGZ is aangesloten bij het ROB (Regionaal Onderwijs Beleid), om de verbinding met de scholen en leerplicht te zoeken en uniformiteit met Den Haag te hanteren. In het ROB wordt besproken wat de rollen en verantwoordelijkheden van alle partijen zijn en waar we elkaar beter kunnen vinden ten aanzien van ziekteverzuimbegeleiding. 4 Ziekteverzuim

41 Reden aanmelding onderzoek bij ziekteverzuim 67% 75% 88% 93% 67% 74% 63% 4% 29% 12% 13% 13% 7% 45% 46% 33% 9% 19% 6% 9% 27% % overig % opvallend ziekteverzuim % zorgwekkend ziekteverzuim De reden van de aanmelding voor ziekteverzuim wordt door de school aangegeven. Veelal is er sprake van een hoog aantal uur afwezigheid, alvorens de leerlingen aangemeld worden bij JGZ. Tijdens het onderzoek Ziekteverzuim, waarbij bijna altijd zowel de leerling als een ouder aanwezig is, wordt besproken welke factoren ertoe leiden dat de leerling zo vaak van school verzuimd wegens ziekte. In onderstaand overzicht de redenen die leiden tot het ziekteverzuim. Reden ziekteverzuim % % 6 44% 54% 55% 16% 16% 36% 11% 37% 1 11% 1 3% 33% 16% 1 24% 16% 4% 3% 11% 13% 13% 4% % Psychosociale klachten % Combinaee % Lichamelijke klachten % Psychische klachten In het gesprek beoordeelt de jeugdarts of de leerling in staat is om onderwijs te volgen. Als dit gedeeltelijk het geval is, bespreekt de jeugdarts onder welke voorwaarden en wordt dit als advies teruggekoppeld naar de school. Ziekteverzuim 41

42 In staat onderwijs te volgen Nee Gedeeltelijk Ja Nog niet te beoordelen Indien tijdens het onderzoek nog niet te beoordelen is of de leerling onderwijs kan volgen, dan zal de jeugdarts, met toestemming van leerling en ouders, nadere informatie opvragen bij huisarts en/ of specialist en dit met leerling, ouders en school bespreken. Onder het aantal nog niet te beoordelen zijn ook de leerlingen die nog niet gezien zijn door de jeugdarts. Deze leerlingen zijn wel aangemeld, maar nog niet voor onderzoek Ziekteverzuim geweest Delf IntervenDe na onderzoek ziekteverzuim Leidschendamm-Voorburg Midden- Delfland Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Advies Consultaee/inlichengen vragen Extra (medisch onderzoek) Overleg huisarts/specialist Overleg school Verwijzing Voorlicheng Overig Ziekteverzuim

43 Het uitvoeren van de follow-up is sterk verbeterd, maar nog niet in iedere gemeente. Dit is onderwerp van gesprek met de betreffende jeugdartsen. Daarnaast is van alle leerlingen die in de laatste maanden van het jaar gezien zijn voor onderzoek Ziekteverzuim nog geen follow-up gedaan. Follow-up ziekteverzuim Gestopt Verminderd Niet verminderd Ziekteverzuim 43

44 5 Netwerken JGZ-medewerkers participeren in diverse netwerken. Deze netwerken kunnen schoolgebonden zijn, maar ook werkgroepen of (gemeentelijke) netwerken betreffen in het kader van afstemming over kinderen/gezinnen of de ontwikkelingen in het sociale domein, lokaal gezondheidsbeleid of specifieke pilots die uitgevoerd worden. RealisaDe pardcipade netwerken % 242% 138% 79% 97% 96% 47% 2 % Realisaee uren Afgesproken uren De inzet in de netwerken is wisselend per gemeente gerealiseerd. Dit komt met name doordat er veel ontwikkelingen plaatsvinden in het sociaal domein, passend onderwijs en de verbinding tussen sociaal domein en JGZ. De inzet in de netwerken wordt steeds aangepast aan de hand van de ontwikkelingen in de betreffende gemeente. 44 Netwerken

45 6 Groepsvoorlichting JGZ verzorgt korte cursussen en themabijeenkomsten om ouders te ondersteunen bij de opvoeding. De groepsvoorlichting wordt uitgevoerd op de JGZ-locatie, maar ook op locatie van kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of school. RealisaDe groepsvoorlichdng % % 57% 65% 6 38% 67% % realisaee Aantal afgesproken Bovenstaande grafiek geeft een overzicht van de realisatie van groepsbijeenkomsten. Per gemeente zijn afspraken gemaakt over de inzet. Deze inzet kan gedurende het jaar veranderen door de verzoeken die gedaan worden. Steeds meer vindt de voorlichting namelijk plaats op verzoek van een doelgroep, zoals kinderopvang of school. Onderwerpen die gevraagd worden zijn de algemene ontwikkeling van een bepaalde leeftijdsfase (zuigeling, peuter of puber) of specifieke onderwerpen met betrekking tot roken/alcohol of seksualiteit. Tevens wordt nauw samengewerkt met ketenpartners, zoals in het Westland ism met Kwadraad en team Voor Westland ten aanzien van cursussen als Puber in Huis en weerbaarheid. Groepsvoorlichting 45

46 7 Video-Hometraining Video-Hometraining (VHT) wordt ingezet als lichte opvoedingsondersteuning in gezinnen waar de interactie tussen ouder en kind uit balans is. Dit kan zijn door kind-gerelateerde factoren, zoals veel huilen, druk gedrag, maar ook door ouder-gerelateerde factoren, bijvoorbeeld als ouders het lastig vinden om grenzen te stellen. Door het terugkijken van videobeelden die in de gezinssituatie gemaakt zijn, zien de ouders welke interactie goed verloopt en krijgen ze handvatten om dit te versterken, waardoor problematiek vermindert. RealisaDe Video Home Training % % 25% Delf Midden-Delfland Rijswijk Westland % Aantal Gestart Aantal afgesproken In 217 zijn afspraken gemaakt voor inzet van Video-Hometraining in 4 gemeenten. De realisatie verloopt conform afspraken, waarbij de realisatie in Midden-Delfland en Rijswijk achterblijft op de begroting. 46 Video-Hometraining

47 Reden aanmelding Video Home Training Delf Midden- Delfland Rijswijk Westland Ouderfactoren Gedragsproblemen Interacee Problemen in de opvoeding Nog niet alle trajecten van 217 zijn afgerond. In onderstaande grafiek staan de resultaten van de trajecten die wel afgerond zijn. trajecten die wel afgerond zijn. Resultaat na intervende (kunnen meerdere zijn per client) 5 4 Axis Title Delf Rijswijk Westland Gedrag kind verbeterd 4 3 Gedragsproblemaeek kind inzichtelijk gemaakt Ouder-kind relaee verbeterd Ouder factoren verminderd 1 Ouders hebben handvaten in de opvoeding Ouders zijn tevreden over het gedrag van hun kind 4 3 Video-Hometraining 47

48 8 Begeleiding overgewicht Begeleiding overgewicht is bestemd voor kinderen met obesitas die meer nodig hebben dan een doorverwijzing naar een diëtiste of sportvereniging. Veelal is sprake van een gezinsgerichte aanpak, waarbij ook het motiveren en stimuleren van gedrag omtrent gezond eten en bewegen onderdeel van de aanpak is. Tijdens het begeleidingstraject wordt nauw samengewerkt met de diëtiste, als ook de obesitaspolikliniek en andere instanties die gericht zijn op bereiken van een gezond gewicht. In Delft en Rijswijk worden trajecten Begeleiding Overgewicht ingezet. RealisaDe Begeleiding Overgewicht % Delf Rijswijk % Aantal Gestart Aantal afgesproken Reden aanmelding Begeleiding Overgewicht Delf Rijswijk Onvoldoende gemoeveerd Onvoldoende resultaat eerdere intervenee Onvoldoende opvoedvaardigheden Anders 48 Begeleiding overgewicht

49 Delft is tevens JOGG-gemeente (Jongeren op Gezond Gewicht). Dit betekent dat vanuit een breed kader op diverse fronten wordt ingezet op activiteiten rondom gezond gewicht. JGZ is met name betrokken bij de werkgroep verbinding preventie en zorg. Ook zijn in Delft diverse projecten gestart in het kader van Sportimpulsgelden en samenwerking met andere partners op het gebied van Gezond gewicht. Ook in Rijswijk wordt extra inzet uitgevoerd in het kader van Sportimpulsgelden. Het betreft hier het project Happy Fit, waarmee in het najaar van 216 een start gemaakt is, met het wegen en meten van kinderen in groep 8 van een basisschool. Voor Leidschendam-Voorburg is een overzicht gegeven van de overgewichtcijfers, die mede de basis zijn voor een aanvraag in het kader van Sportimpulsgelden in 217. Leidschendam-Voorburg is in 217 ook een JOGG gemeente geworden. 9 Inloopspreekuur kindercentra JGZ voert in Midden-Delfland inloopspreekuren uit op locaties van kinderopvang/peuterspeelzaal. In Delft zijn inloopspreekuren op VVE-locaties, icm met ouderbijeenkomsten. In Zoetermeer hebben er inloopspreekuren plaatsgevonden op een aantal kinderopvanglocaties in het kader van samenwerking met IKC s. RealisaDe Inloopspreekuren kindercentra % 66% Delf Midden Delfland Zoetermeer % Aantal uur uitgevoerd Aantal uur afgesproken Inloopspreekuur kindercentra 49

50 1 CJG Informatie en Advies 3.1 CJG Informatie en Advies RealisaDe InformaDe en Advies CJG % % 2 1 Delf Zoetermeer Meerpunt % Aantal ingezere uren Aantal afgesproken uren De uren die ingezet worden in het kader van Informatie en Advies CJG betreft in Zoetermeer de uren van de medewerkers van Meerpunt. Separaat volgt een inhoudelijk verslag over de activiteiten Meerpunt 217. In Delft zijn uren beschikbaar ten aanzien van inzet in het kader van Vroegsignalering. Deze uren worden voor diverse producten ingezet: JOGG, voorlichtingsbijeenkomsten, huisbezoeken op indicatie en inloopspreekuren in de kinderopvang/peuterspeelzalen. 11 Sociaal Domein In de gemeenten Midden-Delfland, Westland en Rijswijk zijn medewerkers van JGZ onderdeel van de teams in het sociaal domein. In Delft is sprake van volledige detachering van 4 medewerkers die in het jeugdteam hun taken uitvoeren, zij voeren geen JGZ-werkzaamheden meer uit. Per 31 december is deze detachering gestopt en zijn de betreffende medewerkers in dienst gegaan van gemeente Delft. In Midden-Delfland is 1 JGZ-medewerker toegevoegd aan het Maatschappelijk Team, evenals in Rijswijk, deze JGZ-medewerkers voeren geen JGZ-taken meer uit. In gemeente Westland zijn 4 jeugdverpleegkundigen werkzaam in het team Voor Westland, zij voeren nog gedeeltelijk JGZ-taken uit. Voor Westland is een samenwerkingsverband van MEE, Kwadraad, JGZ en Vitis welzijn. Ontwikkelingen en afspraken omtrent inzet en taken van JGZ in de sociaal domeinteams zijn nog in volle gang. Ook in andere gemeenten dan bovengenoemde wordt gekeken naar de rol van JGZ en de verbinding met de teams in het sociale domein. 5 CJG Informatie en Advies en Sociaal Domein