1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

Transcriptie

1 1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

2 1.2 Bijlage bij Pedagogisch beleid inclusief VVE, locatie specifieke deel Bijlage 1: Matrix vierogenprincipe (Deze matrix wordt ingevuld aan het pedagogisch werkplan toegevoegd) Naam locatie: Kindcentrum Vijfblad Datum: Ingevuld door: Silke Hoeks & Rosalie van Staveren Onderwerp Algemeen beleid Knelpunten locatie (Bespreekpunten met team/oudercie) A.Transparant gebouw en omgeving Maximale transparantie: volwassenen kunnen in elke groeps-, verschoon-, slaap- en algemene ruimte naar binnen kijken (geen verborgen hoeken). Mogelijke oplossingen Afspraken (Wie doet wat, wanneer?) B. Inzet personeel Uitstapjes in de directe omgeving en door één pedagogisch medewerker zijn mogelijk (geen protocol). We houden ons aan de Rekentool Maximaal 3 uur per dag zijn er minder pm ers op de groep. Flexwerkers werken zoveel mogelijk op de zelfde locatie. Stagiaires en uitzendkrachten staan niet alleen op een groep. C. Mee kunnen kijken/luisteren (kans op meekijken/luisteren zo groot mogelijk) D. Deskundigheid en kennis pedagogisch medewerkers In situaties waarin pm ers alleen staan, kunnen anderen altijd meekijken/ meeluisteren. Vierogenprincipe is opgenomen in pedagogisch beleid en de uitwerking in de pedagogisch werkplannen. Pm ers zijn op de hoogte van: Meldcode kindermisbruik en huiselijk geweld. Er is een vertrouwenspersoon. Beleid is in ontwikkeling op het gebied van seksuele ontwikkeling Zie A. Basiskennis over de onderwerpen is aanwezig. Up to date houden. Tijdens teamvergaderingen nieuwe ontwikkelingen rondom de onderwerpen bespreken. Het team bespreekt dit tijdens teamvergaderingen. E. (Aanspreek)- cultuur Toepassing Gedragscode met o.a. afspraken over niet oppassen bij ouders en fotogebruik. Onderzoek oorzaken van een niet-pluis gevoel altijd, neem passende maatregelen. Eventueel verwijzen naar de vertrouwenspersoon/klokkenluiderregeling. Clustermanager bespreekt klachten en klantsignalen met team en oudercommissie 2/8

3 Bijlage 2 Locatie in beeld Pedagogische en praktische afspraken Naam locatie: Kindcentrum Vijfblad Adres locatie: Linze 3, Geldrop Naam groep leeftijd Maximaal aantal kinderen Kiekeboe 2-4jaar Max. 16 kinderen KidZ club 4-7 jaar Max. 20 kinderen Campus 7-10 jaar Max. 20 kinderen VSO 4-10 jaar Max. 20 kinderen Op onze locatie is de leidinggevende Jovita van Hoften (gebiedsmanager) Deze wordt bijgestaan door Silke Hoeks en Rosalie van Staveren (teamleiders) Groep 1: Kiekeboe * Afwijken BKR s morgens Afwijken BKR s Tussen de middag Afwijken BKR s avonds Maandag Van tot Van tot Van tot Dinsdag Van tot Van tot Van tot Woensdag Van tot Van tot Van tot Donderdag Van tot Van tot Van tot Vrijdag Van tot Van tot Van tot * Geen afwijkingen. Groep 2: KidZclub Afwijken BKR s morgens Afwijken BKR s Tussen de middag Afwijken BKR s avonds Maandag Van tot Van tot 15.00u Van tot Dinsdag Van tot Van tot 15.00u Van tot Woensdag Van tot Van tot Van tot Donderdag Van tot Van tot 15.00u Van tot Vrijdag Van tot Van tot Van tot Groep 3: Campus Afwijken BKR s morgens Afwijken BKR s Tussen de middag Afwijken BKR s avonds Maandag Van tot Van tot Van tot Dinsdag Van tot Van tot Van tot Woensdag Van tot Van tot Van tot Donderdag Van tot Van tot Van tot Vrijdag Van tot Van tot Van tot Wanneer er veranderingen in het basisrooster worden aangebracht dan maken we dit bekend via: mail en Aysist. Op onze locatie voegen we groepen structureel samen op: Dagdeel ma t/m vrij u groep 2 KidZClub met groep 2 Campus Dagdeel woe en vrij u groep 3 KidZclub met groep 4 Campus Dagdeel groep 5 met groep 6 3/8

4 Is er flexibele kinderopvang? Zo ja, dan is dat als volgt geregeld: Er is de mogelijkheid een dag(deel) te ruilen in overleg met pedagogisch medewerkers. Het ruilen is mogelijk volgens het ruilbeleid van Korein. Dit wordt vastgelegd in Flexweb. Er kan flexibele opvang aangeboden worden, dit kan voor een bepaalde tijd of voor een bepaalde dag. Contracten voor bepaalde tijd worden via plaatsing aangeboden. Contracten voor een bepaalde dag worden als incidenteel contract opgemaakt op locatie. Op onze locatie hanteren wij een open deuren beleid: ja De groepen worden af en toe samengevoegd en er zal wel eens een activiteit met de de groepen onderling samen gedaan worden. Dit gebeurt alleen als de leeftijd, groepsgrootte en het welbevinden van de kinderen dit toelaat en een pedagogisch medewerker van de groep zal altijd met deze kinderen mee gaan. Bij de volgende (spel)activiteiten verlaten de kinderen de stamgroep: Kinderen zullen de groep verlaten wanneer wij aansluiten bij een activiteit van een ander Korein Kinderplein, een activiteit georganiseerd in samenwerking met school. Hierbij is ons streven is dat er een vaste PM-er meegaat. In de schoolvakanties kunnen locaties samen gevoegd worden nav de kindaantallen. Als kinderen de stamgroep verlaten? Dan is dat als volgt geregeld: Wanneer de kinderen de stamgroep verlaten, is ons streven dat er een vaste pm er meegaat. Indien geen vaste pm er van de stamgroep aanwezig is, is er wel een vaste pm er van team Korein kinderplein Geldrop aanwezig. Is er maar één beroepskracht aanwezig? Dan is de achterwacht als volgt geregeld: Korein kinderplein BenedenBeekloop is de achterwacht van locatie de Linze. Daarnaast zijn er afspraken met school mochten er zich calamiteiten voordoen. Wennen en overgaan naar een andere groep: Bij een nieuwe plaatsing kan het kind indien gewenst een middag komen wennen bij de BSO. Beschrijf welke afspraken er zijn voor het wennen van nieuwe kinderen; Peuteraanbod: We respecteren hoe het kind is en laten het kind vooral zichzelf zijn. De kinderen stimuleren we tot spelen/contact maken en benoemen we vooraf wat we gaan doen. Zo kan het kind op een veilige manier wennen aan de andere kinderen/pedagogisch medewerkers en de groepsruimte. Wanneer een kind nieuw op de groep komt, wordt er allereerst een intakegsprek met ouders gepland. Het is van belang dat de peuter bij het intakegesprek aanwezig is, zo kan de peuter kennismaken met de nieuwe groep. In dit gesprek wordt algemene informatie gedeeld en daarnaast worden de bijzonderheden en allergieen beschreven van het kind. De eerste dag van de peuter op de groep, blijft de ouder wat langer op de groep aanwezig en bij het ophalen is de ouder ook iets eerder dan andere ouders. BSO: Als een kind vanuit de dagopvang/ peuteraanbod van Korein naar de BSO komt, maken de pedagogisch medewerkers in overleg met ouders een wenafspraak. Dit is op een middag waarop het kind later daadwerkelijk bij de BSO zal komen. Na de wen-middag is er een evaluatie met kind en ouders zodat indien nodig nog een extra wenmoment ingelast kan worden. Ook de overgang van de BSO groep naar de Teenz gaat in overleg met ouders en kinderen. De kinderen kunnen indien gewenst altijd een keer gaan wennen. 4/8

5 Wat doen de pedagogisch medewerkers m.b.t. wennen en overgaan naar een andere groep; Peuteraanbod: Als een kind overgaat naar een andere groep, dan neemt de pedagogisch medewerker van de huidige groep tijdig contact op met de pedagogisch medewerker van de nieuwe groep en maakt afspraken over wanneer het kind kan komen wennen. Er wordt 1 dagdeel gepland. Mocht het kind behoefte hebben aan meer wen-momenten, dan is dit mogelijk. Met de overdracht die we met ouders en beide groepen proberen te plannen worden ook de gegevens van het kind overgedragen naar de nieuwe groep. Wanneer de peuter 4 jaar wordt en naar school gaat, is er vanuit het peuteraanbod een warme overdracht. Hierin worden de KIJK-lijnen doorgestuurd naar de desbetreffende leerkracht. Wanneer een kind een VVE-indicatie heeft en naar school gaat, vindt er altijd een gesprek plaats met de leerkracht. BSO: De pedagogisch medewerker zal het kind tijdens een kring moment voorstellen aan de groep, verder zal het kind actief begeleidt worden in het samenspel met andere kinderen op de groep. We zullen het kind duidelijk vertellen dat het bij de pedagogisch medewerker terecht kan met vragen. Door geven van individuele begeleiding en aandacht proberen wij het kind zich thuis te laten voelen. Welke afspraken worden met ouders hierover gemaakt? Peuteraanbod + BSO: We vragen naar de algemene informatie zoals beschreven staat in KIJK o.a. bijzonderheden, allergieën, of waar het kind bang voor is. We vertellen hoe de dagindeling is op de groep en wie de pedagogisch medewerkers zijn die het kind kan tegen komen en ook wie de mentor is van het kind. In de regel is de mentor diegene die de intake leidt. We vertellen over de dagindeling en afspraken tijdens de vakantieperiode en studiedagen (BSO). Ook bespreken hoe we de kinderen van school halen. En hoe we omgaan met voeding en traktaties (Het Gezonde Kinderplein). De communicatie vindt plaats tijdens de haal-en brengmomenten. Bij bijzonderheden maken we een afspraak met ouders om in gesprek te gaan. Als ouders iets door willen geven dan kan dat ook via de telefoon, Flexweb of via de . Welke afspraken zijn er specifiek gemaakt voor het wennen van baby s? NVT 5/8

6 VVE methode Geef aan met welke VVE methode jullie werken op de locatie. Beschrijf in concreet meetbare termen: a. De kenmerkende visie op de voorschoolse educatie en de wijze waarop deze te herkennen is in het aanbod van activiteiten. De voor-en vroegschoolse educatie heeft als doel onderwijsachterstanden bij jonge kinderen te voorkomen en waar nodig effectief te bestrijden. Dit doen we door in samenwerking met partners en gemeente te werken aan welbevinden en betrokkenheid bij onze kinderen. Hierbij zetten we een VVE programma in als middel. Het aanbod aan activiteiten komt voort uit kind-en groepsobservaties en wordt bijgesteld volgens PDCA-cyclus. b. De wijze waarop de ontwikkeling wordt gestimuleerd; in het bijzonder op de gebieden taal, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling. Wij zorgen ervoor dat kinderen in aanraking kunnen komen met de SLO-doelen op de gebieden van taal, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling. Op deze locatie werken wij met het volgende programma: VVE programma Ter aanvulling van Puk&Ko gebruiken wij ook Startblokken (peuteraanbod). VVE programma methode Uk&Puk Uk&Puk is een methode die de ontwikkeling van baby s, peuters en kleuters spelenderwijs stimuleert door het aanbieden van gerichte activiteiten binnen de verschillende ontwikkelingsgebieden. Uk&Puk richt zich op mijlpalen in de ontwikkeling op de gebieden: taal en woordenschat, voorbereid rekenen, zintuigelijke waarneming, beweging, fijne en grove motoriek, wereldoriëntatie, sociaal-emotionele ontwikkeling en muziek. Werkwijze Alle activiteiten van Uk&Puk zijn gericht op de speelse verweving van kennis en vaardigheden. Kinderen leren voor door spelen, ervaren en doen. Er wordt gewerkt vanuit het eigen lichaam en vanuit de belevingswereld dicht bij het kind. De zintuigen spelen bij jonge kinderen een grote rol. Er is daarom veel aandacht voor proeven, ruiken, tasten, kijken enz. Uk&Puk is opgebouwd rond acht wereld-oriënterende thema s die de context vormen waarbinnen gewerkt wordt. De activiteiten worden afgestemd op het niveau van het individuele kind. Een thema voor peuters wordt uitgewerkt in een serie activiteiten met een vaste opbouw: - introductie; - kernwoorden; - verhaallijn; - doorgaan op het thema; - napraten/evaluatie. De kinderen zijn actief met taal bezig, in interactie met elkaar en met de pedagogisch medewerker.de baby- en dreumesactiviteiten zijn meestal individueel of in twee- of drietallen uit te voeren. Deze kunnen gedurende het gehele thema met de jongste kinderen uitgevoerd worden. Materialen Via de handpop Puk worden de kinderen betrokken bij de activiteiten. Puk stimuleert tevens de taalontwikkeling van de kinderen, doordat peuters vaak gemakkelijker tegen de handpop praten dan tegen een volwassene. Bovendien stelt Puk allerlei nieuwsgierige vragen, waardoor de kinderen geprikkeld worden om met het onderwerp van het thema aan de slag te gaan. Ook eigen emoties en ervaringen kunnen kinderen herkennen in Puk. Bij elk thema hoort een themaverhaal: een prentenboek of een verhaal uit het schoolboek. Het verhaal sluit aan bij de belevingswereld van jonge kinderen. Ook het taalgebruik is helemaal afgestemd. Tevens is er voor elk thema een bijpassend liedje. Speelleeromgeving De speelleeromgeving wordt ingericht met stimulerende en gevarieerde materialen. Er staat een thematafel met materialen en voorwerpen die aansluiten bij het thema. Uk&Puk en ouders 6/8

7 Bij elk thema hoort een goede betrokkenheid van ouders zodat ouders weten waar de kinderen mee bezig zijn en daar thuis op kunnen inspelen. Dit wordt in een nieuwsbrief met ouders gecommuniceerd. Ter aanvulling van Puk&Ko gebruiken wij ook Startblokken. c. De wijze waarop de ontwikkeling wordt gevolgd en de wijze waarop op het aanbod wordt afgestemd. Op deze locatie volgen we de ontwikkeling van kinderen aan de hand van het kindvolgsysteem: Kind Volg Systeem KIJK. Kijk! is een instrument voor het in kaart brengen van de ontwikkeling van kinderen en het ontwerpen van een daarop afgestemd ontwikkelingsgericht activiteitenaanbod. Kijk! is een observatieinstrument waarmee het ontwikkelingsverloop van jonge kinderen op diverse ontwikkelingsgebieden over langere tijd kan worden geobserveerd en geregistreerd. Met Kijk! bepaalt de pedagogisch medewerker op basis van professionele observatie, per ontwikkelingsaspect van het kind, in welke fase het kind zich bevindt. Het Kijk! registratiemodel wordt twee keer per jaar ingevuld. In de tussenliggende periodes observeert de pedagogisch medewerker of leerkracht de kinderen tijdens door de kinderen zelf gekozen activiteiten en de door de leidster georganiseerde activiteiten. Gegevens worden per ontwikkelingsgebied en leerlijn verzameld en genoteerd. Twee keer per jaar worden de gegevens per kind digitaal verwerkt. d. De wijze waarop de ouders worden betrokken bij het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen De ouders worden betrokken bij het stimuleren van de ontwikkeling van hun kinderen door eens met elkaar in gesprek te gaan (meestel in de warme overdracht bij het halen en brengen van het kind). Daarnaast zitten de mentor en de ouders 1 á 2 keer bij elkaar om samen de ontwikkeling vanuit KIJK te bespreken. Bij dit gesprek bespreken de mentor en de ouders de stand van zaken, evalueren de acties op de locatie en thuis en maken nieuwe afspraken voor de komende periode. De afspraken worden genoteerd in een kinddossier. We introduceren de thema s waarmee we werken aan de ouders. We geven ouders tips over dingen die ze thuis kunnen doen, bijvoorbeeld welke boekjes ze kunnen lezen of welke liedjes ze kunnen zingen. e. Het inrichten van een passende ruimte waarin voorschoolse educatie wordt verzorgd en het beschikbaar stellen van passend materiaal. In elk lokaal zijn hoeken aanwezig waarin een kenmerkend domein van ontwikkeling te herkennen is (bijvoorbeeld leeshoek, bouwhoek of een huishoek). Middels de scanning op welbevinden en betrokkenheid krijgen we inzicht in de ontwikkeling van de kinderen en kunnen deze relateren aan de pijler rijke uitdagende omgeving. Door naar kinderen te kijken kunnen er aanpassingen in de rijke uitdagende omgeving plaatsvinden. f. De wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inhoudelijke aansluiting tussen voor-en vroegschoolse educatie en de hieruit volgende zorgvuldige overgang Doorgaande lijn We stemmen jaarlijks onze thema s af met de basisschool. Op school gebruiken ze Startblokken als VVE-programma. Dat programma sluit naadloos aan op de programma s die bij de dagopvang gebruikt worden. Daarnaast werkt school ook met hetzelfde Kind- Volg-Systeem, namelijk KIJK. De kinderen kunnen we in dit programma verhuizen naar school. We hebben gedurende het jaar overleggen gepland staan met de IB er van het kindcentrum en de pm er en leerkracht voor de overdracht van kinderen. 7/8

8 Observatiemethode en kind-volg-systeem KIJK. De focus voor 2018 De matrix Ik ben in beeld laat een rijke invulling zien. Om gericht te kunnen werken zal de focus voor 2018 liggen op: Dagopvang: 1. Er is voortdurend aandacht voor mijn welbevinden. Mijn initiatieven worden gezien en gevolgd. 2. Materialen in de omgeving van het kind worden afgewisseld en/of aangevuld. De initiatieven van het kind worden hierbij gevolgd. 3. Ik mag volop experimenteren en ik mag mijn eigen weg volgen en ik mag daarbij mijn eigen keuses maken. Ik word uitgedaagd om nieuwe dingen te proberen. 4. Wennen en overdracht vol aandacht en in nauw overleg met mijn ouders. De mentor heeft regelmatig contact met mijn ouders. BSO 1. Ik mag kiezen of ik binnen of buiten wil spelen of werken, zodat ik zoveel mogelijk kan leren met mijn hele lichaam. 2. Ik word respectvol aangesproken en ik word gestimuleerd om ook zelf op een respectvolle manier met anderen te praten. Ik leer mijn mening geven. 3. Ik word ondersteund bij het begrijpen en oplossen van conflicten. Er wordt niet meteen ingegrepen, maar ik mag het zoveel mogelijk zelf leren oplossen. 4. Ik voel me veilig om ondernemend te zijn en te experimenteren. Er is veel aandacht voor mijn autonomie. 8/8