De Belgische Voedselconsumptiepeiling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004"

Transcriptie

1 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling De Belgische Voedselconsumptiepeiling : IPH/EPI REPORTS N

2

3 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman Van Oyen De Belgische Voedselconsumptiepeiling Epidemiologie, maart 2006; Brussel (België) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, WIV/EPI REPORTS N Depotnummer: D/2006/2505/17 De Belgische Voedselconsumptiepeiling VCP groep Onderzoeksteam (in alfabetische volgorde) Emmanuel Abatih (WIV, Epidemiologie) Stephanie Devriese (WIV, Epidemiologie) Inge Huybrechts (UGent, VMG) Michel Moreau (ULB, ESP) Herman Van Oyen (WIV, Epidemiologie) Diëtisten Mia Bellemans (UGent, VMG) Mieke De Maeyer (UGent, VMG) Khadija El Moumni (Institut Arthur Haulot) Davy Van Steenkiste (WIV, Epidemiologie) Wetenschappelijke stuurgroep Christine Bazelmans (ULB, ESP) Guy De Backer (UGent, VMG) Stefaan De Henauw (UGent, VMG) Marcel Kornitzer (ULB, ESP) Alain Leveque (ULB, ESP) Chistophe Matthys (UGent, VMG) Logistieke steun Noëmi Debacker (WIV, Epidemiologie) Anne-Lise Laffineur (WIV, Epidemiologie) Monique Schoonenburg (WIV, Epidemiologie) Bijzondere dank aan De diëtisten-enquêteurs De deelnemers en aan Leen Baert (UGent, FBW) Maaike Bilau (UGent, VMG) Yves Coppieters (ULB, ESP) Frank Devlieghere (UGent, FBW) Tineke De Vriendt (UGent, VMG) Marga Ocké (RIVM) Ilse Pynaert (UGent, VMG) Christelle Senterre (ULB, ESP) Isabelle Sioen (UGent, VMG) Nadia Slimani (IARC) Marie-Paule Vanderelst (ULB, ESP) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid J. Wytsmanstraat Brussel België Tel: Fax: liesbeth.temme@iph.fgov.be IPH/EPI REPORTS Nr

4 Betrokken instituten Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Universiteit Gent, Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde Université Libre Bruxelles, Ecole de Santé publique Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Afdeling Epidemiologie Opdrachtgevers FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

5 Algemene Inhoud Volume I Executieve samenvatting... 7 I. Inleiding en methoden II. Studiepopulatie III. Voedings- en gezondheidsstatus IV. Voedingsprofiel Volume II V. Voedingsmiddelen 1 Voedingsdriehoek Dranken Graanproducten en aardappelen Groenten Fruit Melk- en calciumverrijkte sojaproducten Vlees, vis, eieren en vervangproducten Smeer- en bereidingsvet Restgroep Volume III VI. Energie en macronutriënten 1 Aanbevelingen Energie Vetten Koolhydraten Eiwitten VII. Micronutriënten 1 Aanbevelingen Calcium IJzer Vitamine C

6 Algemene Inhoud Volume IV VIII. Rauwe voedingsmiddelen IX. Voedingshygiëne en voedselveiligheid binnen het huishouden Bijlage 1 - Geselecteerde gemeenten Bijlage 2.1- Communicatieformulier Voedselconsumptiepeiling Bijlage Ontvangstformulier Voedselconsumptiepeiling Bijlage Voedingsmiddelengroepen Bijlage Voedingsmiddelenlijst Bijlage 4 - Verstrekkingeenheden en conversiefactoren bij de Vlaamse voedingsdriehoek Bijlage 5 - Conversiefactoren...867

7 Hoofdstuk I Inleiding en Methoden Inleiding en methoden Situering Studiepopulatie Voedings- en gezondheidsstatus Studieontwerp EPIC-soft Gegevensverwerking Voedingsprofiel Voedingsmiddelen Energie en macronutriënten Micronutriënten Rauwe voedingsmiddelen Voedingshygiëne De Belgische Voedselconsumptiepeiling

8

9 Inhoudstafel 1. SITUERING DOEL ACTOREN De onderzoekskern Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) International Agency for Research on Cancer (IARC) Andere onderzoeksgroepen KWALITEITSBEWAKING De Commissie van Opdrachtgevers De Wetenschappelijke Adviesraad STUDIEONTWERP INHOUD VAN DE BEVRAGING: DE ONDERZOEKSINSTRUMENTEN Mondelinge vragenlijst: sociodemografische informatie en leefstijlkenmerken De 24-uursvoedingsnavraag Voedselfrequentievragenlijst Vragenlijst i.v.m. voedingshygiëne in het huishouden Technisch onderzoeken uitgevoerd door de enquêteur Aard van de vraagstelling SAMENSTELLING VAN DE STEEKPROEF Grootte van de steekproef Samenstelling van de steekproef Vervanging van de individuen Opsplitsing in vier trimesters VELDWERKORGANISATIE Communicatieformulier Ontvangstformulier Verloop interviews NETWERK ENQUÊTEURS Omschrijving opdracht enquêteurs Selectie van de enquêteurs Vorming van de enquêteurs Handleiding Contract Ondersteuning Nieuwsbrieven Kick-off meeting Exit-vergadering EPIC-SOFT UITVOERING EPIC-SOFT Vastleggen van algemene gegevens van de respondent Quick list Beschrijven en kwantificeren Controle van de gegevens Gebruik van supplementen VOORBEREIDING VAN DE BELGISCHE EPIC-SOFT VERSIE

10 4. GEGEVENSVERWERKING CONTROLE GEGEVENS SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJSTEN GEGEVENSVERWERKING 24-UURSVOEDINGSNAVRAAG Opmaak van het gegevensbestand Selectie van te controleren interviews Correcties van de EPIC-interviews Koppeling van voedingsmiddelen aan NUBEL-databank Kwaliteit EPIC-interviews C-SIDE Inleiding Uitleg C-SIDE programma Statistische analyse REFERENTIELIJST

11 1. Situering De voeding en de kwaliteit van ons voedsel zijn van groot belang voor de volksgezondheid. De relatie tussen de typische westerse voeding en het voorkomen van zogenaamde beschavingsziekten zoals obesiteit, hart- en vaatziekten en kanker is al lang aangetoond. Tevens heeft de voeding een grote impact op het voorkomen van andere chronische aandoeningen zoals o.a. diabetes en osteoporose. De impact van deze ziekten op de kwaliteit en de duur van het leven is groot, zonder te spreken van de economische weerslag ervan. Anderzijds verhogen de verschillende voedselcrisissen op het vlak van de voedselveiligheid in België de noodzaak om de voedselinname op de voet te volgen. Een voedselconsumptiepeiling (VCP) brengt de gemiddelde consumptie van een populatie of subpopulatie van een land in kaart. Het enige nationale onderzoek waarin ook voeding werd bevraagd in België (het BIRNH project) dateert van 1979 tot 1984 (1). Het behoeft geen betoog dat de gewoonten inzake voedselconsumptie sindsdien grondig kunnen gewijzigd zijn: de samenstelling van de bevolking is sindsdien duidelijk anders door vergrijzing, migratie, ; culturele factoren, met een invloed op de consumptiepatronen zoals vrijetijdsbesteding, publiciteit, buitenhuis eten omwille van tewerkstelling en school, zijn gewijzigd; het voedingsaanbod is grondig veranderd: van de fastfoodcultuur bij jongeren was twintig jaar geleden nauwelijks sprake; er is een groter aanbod aan kant en klare maaltijden, andere verpakkingsvormen (brick), enz Voor een adequaat voedingsbeleid in België is het noodzakelijk te beschikken over gegevens betreffende de voedselconsumptie en de voedingstoestand van de bevolking en van specifieke bevolkingsgroepen. Doel van een voedselconsumptiepeiling (VCP) is om betrouwbare gegevens te krijgen over de voedselconsumptie bij een representatieve steekproef van de bevolking. Deze gegevens dienen inzicht te geven in de consumptie van voedingsmiddelen en de inname van macro- en micronutriënten van de onderzochte bevolkingsgroep. Dit inzicht wordt gebruikt voor het ontwikkelen en evalueren van het voedingsbeleid en het geven van voedingsvoorlichting. De gegevens kunnen ook gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek. 1.1 Doel Het doel van deze studie is het verzamelen van informatie over de voedingsinname en over verschillende aspecten van voedselveiligheid in België, met als specifieke doelstellingen: 1. informatie verstrekken over de distributie van consumptie van voedingsmiddelen en nutriënten in de algemene bevolking 2. het maaltijdpatroon, de consumptie van voedingsmiddelen, de energie-inname en inname van nutriënten bij verschillende groepen van de bevolking onderzoeken (zoals bepaald door de sociodemografische en leeftijdsvariabelen) en vergelijken met de aanbevelingen; 3. risicogroepen voor een ontoereikende of overmatige opname van specifieke nutriënten of specifieke voedingsmiddelen identificeren; 4. de huidige voedingsaanbevelingen gebaseerd op nutriënten evalueren en de mogelijkheid onderzoeken deze te vertalen naar voedingsaanbevelingen gebaseerd op voedingsmiddelen;

12 5. een schatting maken van de inname van contaminanten, additieven en andere chemische producten in de voeding; 6. de kennis, de attitudes en het gedrag van de consumenten inzake voedingshygiëne op huishoudniveau evalueren. Met behulp van deze informatie zal het mogelijk zijn om een beleid voor voeding en gezondheidsbevordering op te stellen dat aangepast is aan de noden van de bevolking. Een dergelijke voedselconsumptiepeiling is een onontbeerlijk hulpmiddel dat dient als basis voor verschillende types van evaluatie, risicoanalyse en het nemen van politieke beslissingen op het gebied van voeding en voedselveiligheid. Daarom wordt ze van hoge strategische waarde geschat door de verschillende Federale Overheidsdiensten die met volksgezondheid, voeding, voedselveiligheid en voedingsbeleid bezig zijn. 1.2 Actoren Dit onderzoek naar de voedingsgewoonten van de bevolking in België wordt uitgevoerd op initiatief van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Het uitvoeren van dergelijk grootschalig onderzoek vergt de samenwerking tussen verschillende instituten die elk vanuit hun bevoegdheid en ervaring een bijdrage moeten leveren tot het welslagen van het project. Voor de realisatie van de voedselconsumptiepeiling 2004 zijn er volgende samenwerkingsverbanden: 1. De onderzoekskern: a. Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie b. Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde van de Universiteit Gent c. Département d Epidémiologie et de Promotion de la Santé de l Ecole de Santé Publique van de Université Libre Bruxelles; 2. Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI); 3. International Agency for Research on Cancer (IARC), Lyon, Frankrijk; 4. Andere onderzoeksgroepen a. Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Den Haag, Nederland; b. Universiteit Hasselt De onderzoekskern Het WIV Afdeling Epidemiologie is de hoofdverantwoordelijke voor de uitvoering van het project Voedselconsumptiepeiling en is bijgevolg betrokken in alle fases van het project: de voorbereidende fase, de opmaak van vragenlijsten, de organisatie van het veldwerk, de analyse en rapportage van de onderzoeksresultaten,. Het WIV wordt voor de wetenschappelijke onderbouwing van de voedselconsumptiepeiling bijgestaan door twee onderzoeksinstellingen: de Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde van de Universiteit Gent en le Département d Epidémiologie et de Promotion de la Santé de l Ecole de Santé Publique van de Université Libre Bruxelles (ULB). Van elke universitaire dienst werd dan ook één wetenschappelijk personeelslid gedetacheerd naar het WIV

13 1.2.2 Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) Met het NIS werd een samenwerkingsakkoord gesloten omtrent specifieke onderdelen van het project: de samenstelling van de steekproef (op basis van de criteria door het WIV opgemaakt), de supervisie van de enquêteurs, het verzamelen van de vragenlijsten, invoer van gegevens. Het secretariaat van de Voedselconsumptiepeiling werd verzekerd door twee medewerkers aangeworven door het NIS International Agency for Research on Cancer (IARC) EPIC-SOFT werd ontwikkeld door de Unit of Nutrition and Cancer van de International Agency for Research on Cancer (IARC) te Lyon. EPIC-SOFT is een gevalideerd programma, ontwikkeld voor het uitvoeren van computergeassisteerde 24-uursvoedingsnavragen in het kader van een internationaal project naar de relatie voeding en kanker (European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition). EPIC-SOFT werd aangepast voor de Belgische voedselconsumptiepeiling door twee diëtisten (Mia Bellemans en Mieke De Mayer) van de Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde (UGent). De IARC zorgde voor de implementatie van de veranderingen in de software. Contactpersonen bij IARC waren Dr. Nadia Slimani (algemene coördinatie), Mevr. Corinne Casagrande (programmeur) en Mevr. Geneviève Deharveng (diëtiste). Een vorming voor het gebruik en de aanpassingen van EPIC-SOFT en voor de opleiding van de Belgische trainers van de enquêteurs gebeurde door de IARC in Andere onderzoeksgroepen Onderzoekers Nederlandse voedselconsumptiepeilingen Met de onderzoekers van de Nederlandse Voedselconsumptiepeilingen (Dr. Marga Ocké (RIVM) en Dr. Karin Hulshof (TNO)) werd regelmatig overlegd in verband met de organisatie van de vorming, de werking en de aanpassing van EPIC-SOFT en de verwerking van de resultaten. In oktober 2003 werd deelgenomen aan de vorming van de Nederlandse enquêteurs in Amersfoort Universiteit Hasselt (U_Hasselt) Met de U_Hasselt Afdeling Biostatistiek werd een samenwerkingsakkoord gesloten voor het uitwerken van de methodologisch aspecten van het project (uitwerking protocol, ontwerp wegingsfactoren,.). Tevens gaf de U_Hasselt advies bij de analyse van de onderzoeksresultaten. De concrete uitvoering van de Voedselconsumptiepeiling is een proces dat permanent bewaakt en zo nodig bijgestuurd moet worden. Hiertoe is permanent overleg tussen alle betrokkenen aangewezen. 1. De Commissie van Opdrachtgevers, waarin alle opdrachtgevers vertegenwoordigd zijn, is belast met de administratieve en beleidsmatige opvolging van de Voedselconsumptiepeiling. 2. De Wetenschappelijke Adviesraad volgt nauwgezet het wetenschappelijk verloop van de Voedselconsumptiepeiling en coördineert de analyse van de resultaten

14 1.3 Kwaliteitsbewaking De Belgische Voedselconsumptiepeiling De Commissie van Opdrachtgevers De Commissie van Opdrachtgevers is verantwoordelijk voor de algemene opvolging van de realisatie van het onderzoek. Via trimesteriële vergaderingen werd de stand van zaken geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd. Een inhoudelijk en financieel jaarrapport laat de Commissie toe na te gaan of de doelstellingen voor elk jaar van het project werden gerealiseerd. Het auteursrecht en alle andere intellectuele eigendomsrechten op de verstrekte gegevens berusten bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Afgevaardigden van het kabinet van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid; de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, en het Voedselagentschap zijn vertegenwoordigd in de Commissie van Opdrachtgevers De Wetenschappelijke Adviesraad De Wetenschappelijke Adviesraad bestaat uit voedingsexperten van de Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde (UGent) en Département d Epidémiologie et de Promotion de la Santé de l Ecole de Santé Publique (ULB). De Wetenschappelijke Adviesraad adviseert de onderzoekers van de Voedselconsumptiepeiling aangaande de inhoud van bevraging, de toegepaste methodologie bij de samenstelling van de steekproef en de analyse van de resultaten. De Raad komt tweemaandelijks samen

15 2. Studieontwerp Het studieontwerp van dit onderzoek volgt in hoge mate de aanbevelingen van de European Food Consumption Survey Method project (EFCOSUM) (2). EFCOSUM was een initiatief binnen het Europese kaderprogramma omtrent gezondheidsmonitoring. Aangezien er in de verschillende Europese landen weinig vergelijkbare gegevens over voedselconsumptie bestaan stelde EFCOSUM verscheidene pragmatische richtlijnen voor die het mogelijk maken om meer vergelijkbare gegevens over voedingsinname onder de verschillende Europese landen te verkrijgen (3). 2.1 Inhoud van de bevraging: de onderzoeksinstrumenten Gegevens over voedselinname worden verzameld via een herhaalde 24-uursvoedingsnavraag (interview) in combinatie met een schriftelijke voedselfrequentievragenlijst (FFQ). Sociodemografische informatie en gegevens over leefstijlkenmerken van de respondent wordt bekomen met een mondelinge vragenlijst. Een schriftelijke huishoudvragenlijst evalueert aspecten van voedselveiligheid op huishoudniveau. De drie vragenlijsten zijn beschikbaar op de volgende webstek (4) Mondelinge vragenlijst: sociodemografische informatie en leefstijlkenmerken Naast gegevens over de voedingsgewoonten is er ook nood aan sociodemografische informatie en gegevens over leefstijlkenmerken. Deze informatie wordt bekomen aan de hand van een mondelinge vragenlijst tijdens het eerste huisbezoek. Sociodemografische informatie (leeftijd, geslacht, opleiding, tewerkstelling, en gezinssamenstelling) zijn van belang voor de beschrijving van onderzoekspopulatie en identificatie van subgroepen binnen de onderzochte populatie. De leefstijlkenmerken zijn met name belangrijk om aan te tonen in hoeverre minder gezonde voedingsgewoonten gecombineerd voorkomen met andere ongezonde leefstijlfactoren. De daartoe gestelde vragen hebben betrekking op het rookgedrag, het lichamelijke activiteitenpatroon, op de algemene gezondheidstoestand en op het voorkomen van een lijst van vijf aan voeding gerelateerde ziekten (diabetes, hypertensie, hypercholesterolemie, cardiovasculaire ziekten en voedselallergie). Bovendien wordt tijdens het eerste huisbezoek de tailleomtrek van elke respondent gemeten. Alle vragen in deze vragenlijst inclusief de antwoordmogelijkheden worden voorgelezen door de enquêteur en dienen door de geselecteerde respondent te worden beantwoord. Op basis van gedetailleerde instructies voor de enquêteurs en de antwoorden van de respondent, worden sommige vragen niet gesteld omdat ze niet van toepassing zijn. Het staat de respondent steeds vrij een antwoord te weigeren op een vraag of een vraagonderdeel. In zo n geval dient de enquêteur dit steeds te noteren De 24-uursvoedingsnavraag De 24-uursvoedingsnavraag werd door de EFCOSUM-onderzoekers aanbevolen als de meeste geschikte methode om over de verschillende Europese landen vergelijkbare gegevens te verzamelen over de inname van voedingsmiddelen en nutriënten (5). Tijdens een 24- uursvoedingsnavraag wordt bevraagd wat en hoeveel men gegeten en gedronken heeft gedurende de laatste 24 uur voor het interview

16 Één enkele 24-uursvoedingsnavraag is geschikt voor het meten van de gemiddelde opname van grote groepen individuen en wordt daardoor vaak gebruikt voor studies waar verschillen tussen de groepsgemiddelden, zowel in cross-sectionele als longitudinale studies, gemeten worden (6). Maar één enkele 24-uursvoedingsnavraag is een momentopname en is bijgevolg niet geschikt om distributies van gebruikelijke voeding te bepalen aangezien het geen informatie geeft over de intra-individuele variabiliteit (binnenpersoonsvariatie) van de voedingsinname. Vooral in het kader van onderzoek naar voedselveiligheid, waar informatie over de gebruikelijke voeding en het onderscheid tussen de nooit-gebruikers en de ooitgebruikers vereist is, is dit een belangrijke tekortkoming. Om meer informatie over de dag-totdag-variatie te krijgen is het aangewezen om minstens twee 24-uursvoedingsnavragen af te nemen willekeurig gespreid over alle dagen van de week en over alle seizoenen (7). Een 24-uursvoedingsnavraag is een open bevraging en voor dit soort van gegevensinzameling is standaardisatie uiterst belangrijk. Vandaar de EFCOSUM-aanbeveling om het software programma EPIC-SOFT te gebruiken (8). EPIC-SOFT werd ontwikkeld door het International Agency for Research on Cancer (IARC) als referentie-calibratiemethode tussen de tien Europese landen die deelnamen aan de grootschalige EPIC-studie (European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition) om op een zeer gestandaardiseerde wijze interactieve 24-uursvoedingsnavragen af te nemen en zo systematische fouten te voorkomen en/of te minimalizeren. Tijdens de EPIC-studie werden op gestandaardiseerde wijze respondenten door 90 enquêteurs bevraagd met EPIC-SOFT. In deze Belgische Voedselconsumptiepeiling werd de voedingsinname van de deelnemers gemeten over twee onafhankelijke (niet-aaneengesloten) dagen met behulp van een computergeassisteerde 24-uursvoedingsnavraag (EPIC-SOFT), waarbij de antwoorden door de interviewer direct in de computer worden ingevoerd (9, 10). Beide interviews werden aan huis afgenomen door speciaal hiervoor getrainde diëtisten. Hierbij werd gedetailleerd vastgelegd wat gegeten en gedronken is in de periode van het opstaan op de dag voorafgaand aan de interviewdag tot het opstaan op de dag van navraag. Het streefdoel was om alle dagen van de week in gelijke mate in het onderzoek te laten voorkomen, er werden dus ook interviews op zaterdag en zondag afgenomen. De enquêteurs konden de verdeling van de dagen bijhouden met behulp van een zogenaamde spreidingskaart. Het tijdsinterval tussen beide voedingsnavragen betrof minstens 2 weken en maximum 8 weken. Het tweede interview betrof in principe een andere dag van de week dan het eerste interview. In hoofdstuk I.3, p42 wordt dieper ingegaan op de ontwikkeling van de Belgische EPIC-SOFT versie Voedselfrequentievragenlijst Een voedsellfrequentievragenlijst (FFQ) bestaat uit twee delen: een voedingslijst met de voor het onderzoek meest essentiële voedingsmiddelen en een gedeelte waar de frequenties van gebruik kunnen op ingevuld worden. Indien er een sectie met meer gedetailleerde vragen i.v.m. portiegrootte en samenstelling vermeld wordt spreekt men van een semi-kwantitatieve voedselfrequentievragenlijst (11). Voedselfrequentievragenlijsten zijn geschikt voor het rangordenen van individuen naar hun inneming. De belangrijkste doelstellingen van de FFQ zijn gebruikelijke individuele consumptie te beoordelen (wat niet mogelijk is met enkel één herhaalde 24-uursvoedingsnavraag) en de ooit-gebruikers van de nooit-gebruikers te onderscheiden. Voor deze studie werd gekozen voor een kwalitatieve FFQ bestaande uit 60 specifiek gekozen voedingsmiddelen. Aan de respondenten wordt gevraagd om de gebruikelijke frequentie van consumptie van deze voedingsmiddelen tijdens het voorbije jaar te melden

17 2.1.4 Vragenlijst i.v.m. voedingshygiëne in het huishouden Deze vragenlijst wordt schriftelijk ingevuld door één lid van het huishouden die gewoonlijk betrokken is bij de bereiding van de maaltijd. Deze vragenlijst peilt naar de attitudes betreffende voedingshygiëne in het huishouden. Er worden ook zes vragen gesteld over de kennis van voedselveiligheid in het huishouden. Deze module is belangrijk omdat het gedrag en de voorlichting van de consument rond voedselveiligheid belangrijk zijn om voedselinfecties of -intoxicaties te voorkomen. De informatie die met deze vragen wordt verzameld, kan handig zijn bij de ontwikkeling van een voedingshygiënebeleid bij consumenten thuis Technisch onderzoeken uitgevoerd door de enquêteur Temperatuur van koelkast en diepvriezer In het kader van voedselveiligheid op huishoudniveau is het belangrijk om de temperatuur van koelkast en diepvriezer van het huishouden te kennen. Bij aanvang van het eerste huisbezoek werd een minimum - maximum thermometer (TFA Duitsland) in de koelkast en in de diepvriezer geplaatst. De plaats van meting was voor elk huishouden identiek: voor de koelkast onderaan in deur en voor de diepvriezer in het midden. We kozen voor een minimum-maximum thermometer omdat dit toelaat de hoogste en de laagste temperatuur te meten. Dit betekent dat wanneer het onmogelijk is om onmiddellijk de temperatuur van diepvriezer of koelkast af te lezen, we toch nog de laagste temperatuur (deze van koelkast en diepvriezer) kunnen af lezen. De hoogste temperatuur zal doorgaans de kamertemperatuur zijn. De aflezing gebeurt tot op een 1 C nauwkeurig. De minimumtemperatuur wordt naar boven afgerond: dus 15,5 C wordt 15 C Lendenomtrek van de respondent Abdominaal vet is een belangrijke risicofactor voor cardiovasculaire aandoeningen. Vandaar dat naast de berekening van de Body Mass Index (berekend met gerapporteerd lichaamsgewicht en lichaamslengte tijdens het EPIC-SOFT interview) de lendenomtrek een belangrijke indicator is om respondenten met een verhoogd risico te identificeren. De lendenomtrek wordt gemeten terwijl de persoon rechtop staat (12). De enquêteur daarentegen zit bij voorkeur tegenover de deelnemer. De deelnemer wordt gevraagd zijn voeten ± 20 cm uit elkaar te plaatsten en zijn lichaamsgewicht over beide steunpunten te verdelen. De deelnemer moet rustig in- en uitademen. De meting moet gebeuren op het ogenblik dat de deelnemer rustig uitademt (dit belemmert hem zijn buikspieren samen te trekken of zijn adem in te houden). De meting van de lendenomtrek dient te gebeuren in het horizontale vlak, dat gaat door het punt dat halverwege tussen de onderste rib en de heupkam gelegen is op de mid-axillaire lijn. Dit punt wordt eerst bepaald en dan wordt de lendenomtrek bepaald met de lintmeter voorzien van een inkeping (de inkeping in de meter laat toe de omtrek rustig af te lezen zonder de meter vast te houden) (Roche). De aflezing gebeurt tot op een halve centimeter nauwkeurig. Afgerond wordt er naar de dichtstbijzijnde halve cm. (vb. 97,8 wordt 98,0 cm of 105,6 wordt 105,5 cm). In een thuissituatie met een onbekende enquêteur is het praktisch niet haalbaar om deze meting op een ontbloot bovenlijf te doen. De respondenten hadden dus hun gewone kleren aan. Er werd wel gevraagd aan personen die een dikke trui of broeksriem droegen of ze deze wilden uitdoen voor de meting. Bij zwangere vrouwen werd de lendenomtrek niet gemeten

18 2.1.6 Aard van de vraagstelling De vragenlijsten ontwikkeld voor de Voedselconsumptiepeiling, vormen een geheel van gesloten, halfopen en open vragen. Bij de gesloten vragen worden alle relevant geachte antwoorden voorzien. De respondent kan zodoende de keuze maken tussen een (beperkt) aantal welomschreven antwoordcategorieën. In sommige gevallen kunnen meerdere antwoordcategorieën aangekruist worden. Bij de halfopen vragen worden naast een aantal vooraf vastgestelde antwoordcategorieën tevens de categorie andere voorzien. In dergelijke gevallen werd een vervolg vraag voorzien waarin deze andere door de respondent verder omschreven kan worden. Vooraleer de analyse van de gegevens aan te kunnen vatten, is het dan ook noodzakelijk deze antwoorden op de halfopen vragen van naderbij te bestuderen. In sommige gevallen kan het antwoord teruggebracht worden tot een bestaande antwoordcategorie, in andere gevallen kan de noodzaak zich opdringen het aantal antwoordcategorieën uit te breiden. Is geen van beide alternatieven toepasbaar, dan wordt de categorie andere als dusdanig in de analyse opgenomen. Het EPIC-SOFT interview is een 24-uursvoedingsnavraag en is bijgevolg een volledig open-interview. Bij de open vragen worden geen antwoordcategorieën voorzien. De respondent kan dus zelf, in eigen woorden, een antwoord geven. Voor analysedoeleinden is het dan ook noodzakelijk deze antwoorden achteraf onder te brengen in een beperkt aantal categorieën. Antwoorden die niet tot de nieuw gecreëerde antwoordcategorieën ondergebracht kunnen worden, worden onder de categorie andere in de analyse opgenomen. Naast EPIC-SOFT is het gebruik van open vragen in de andere vragenlijsten zeer beperkt. 2.2 Samenstelling van de steekproef Grootte van de steekproef Het doel van de Voedselconsumptiepeiling is een beschrijving geven van de voedingsgewoonten van de bevolking in België van 15 jaar en ouder. Daarom wordt de doelpopulatie gedefinieerd als alle personen van 15 jaar en ouder die in België gedomicilieerd zijn en verblijvend in private huishoudens zonder restrictie van nationaliteit. Er is geen maximumleeftijd, maar kinderen onder de leeftijd van 15 jaar vereisen een andere benadering en zijn daarom uitgesloten van dit onderzoek. De keuze van het steekproefkader (het Nationaal Rijksregister) maakt evenwel dat de studiepopulatie de populatie die in deze studie bereikt kan worden niet helemaal met de doelpopulatie samenvalt. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan daklozen of illegalen die geen officieel adres hebben, maar ook aan alle personen die samenleven met een nietgeregistreerde referentiepersoon 1. 1 Een strikte omschrijving van referentiepersoon bestaat niet. In de praktijk is het veelal de oudste persoon in het huishouden of de echtgenoot, maar dit hangt af van het gebruik in elke gemeente. Indien een referentiepersoon sterft, wordt de partner automatisch de nieuwe referentiepersoon voor zover het gaat over een (voormalig) tweepersoons-huishouden. Voor grotere huishoudens wordt door de gemeente gevraagd welke persoon voortaan als referentiepersoon zal fungeren

19 Tenslotte liggen pragmatische redenen aan de grondslag voor het uitsluiten van specifieke personen. Personen wonend in instellingen, in een religieuze gemeenschap van meer dan 8 personen of in een gevangenis werden uitgesloten van de steekproef vanwege een verminderde vrijheid in voedselkeuze en een meer gereglementeerde verstrekkingssituatie. Personen die één van de 3 landstalen niet of onvoldoende spreken, werden eveneens uitgesloten van de steekproef omdat de geselecteerde persoon zelf dient te antwoorden en de vragen te complex zijn om te vertalen. De steekproef is ingedeeld volgens 4 leeftijdsgroepen (15-18 jaar, jaar, jaar en 75 jaar of meer) en de beide geslachten. De berekening van de steekproefgrootte - die gebaseerd is op de veronderstelling dat de geschatte gemiddelde inname voor verschillende voedingsstoffen met 95% zekerheid zou vallen binnen een 5% interval rond het werkelijke populatiegemiddelde - leert ons dat er minstens 400 individuen per groep noodzakelijk zijn, hetgeen bijgevolg resulteert in een totale noodzakelijke steekproef van 3200 individuen voor de ganse studie. Dit aantal is voldoende om efficiënte schatters te verkrijgen voor het nationale niveau, maar onvoldoende echter om schattingen op het gewestelijk of provinciaal niveau toe te laten Samenstelling van de steekproef De samenstelling van de steekproef gebeurde in verschillende stappen: stratificatie, multistage (meerstappen) steekproeftrekking en vervangstrategie. Een gedetailleerd overzicht ervan kan teruggevonden worden op de website (4) Stratificatie België werd opgesplitst in 3 gewesten: het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het totaal aantal te bevragen personen (3200) werd evenredig verdeeld over de drie gewesten volgens populatiegrootte: 1850 personen voor het Vlaamse Gewest, 1050 personen voor het Waalse Gewest en 300 personen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vervolgens werd een provinciale stratificatie doorgevoerd om zodoende een uitgebalanceerde geografische spreiding te garanderen. Op deze wijze worden 11 strata gevormd: de 10 Belgische provincies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het aantal te bevragen personen binnen een provincie wordt hierbij in functie gesteld van de populatiegrootte van de provincie: Antwerpen 500 Oost-Vlaanderen 450 Henegouwen 400 West-Vlaanderen 350 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 300 Luik 300 Vlaams Brabant 300 Limburg 250 Namen 150 Luxemburg 100 Waals Brabant

20 Multistage steekproeftrekking De Voedselconsumptiepeiling wordt niet in alle, maar slechts in een aantal gemeenten georganiseerd. Vooral pragmatische redenen liggen hieraan ten grondslag: het aantal enquêteurs dat ingezet moet worden, kan worden beperkt. Hierbij komt dat, aangezien de enquêteurs enkel werkzaam zijn in één gemeente of stad, de verplaatsingskosten en tijd beperkt kunnen worden. Het aantal gemeenten dat per provincie geselecteerd werd staat in functie van de grootte van de provincie (aantal inwoners) en de grootte van de gemeenten/steden binnen de provincie. In een eerste stap worden binnen elke provincie groepen van 50 te bevragen personen geselecteerd. De grootte van de provincie bepaalt het aantal groepen dat geselecteerd moet worden. Door rekening te houden met de grootte van de gemeenten, wordt gegarandeerd dat steden zeker geselecteerd werden (indien het gaat om zeer grote steden worden meerdere groepen binnen deze steden geselecteerd) terwijl ook (één of meerdere) kleinere gemeenten geselecteerd werden. Voor een steekproefgrootte van 3200 personen werden dus 64 groepen (stadsdelen of gemeenten) geselecteerd (zie onderstaande kaart). Bijlage 1 geeft de lijst van de 64 geselecteerde groepen. In een volgende stap werden binnen elke groep 6.25 individuen per leeftijd-geslacht strata geselecteerd zodat groepen van 50 individuen binnen de groepen konden bevraagd worden

21 - 33 -

22 Vervangstrategie Bij de selectie van de individuen moet rekening gehouden worden met twee belangrijke elementen: deelname aan de Voedselconsumptiepeiling is niet verplicht dus een aantal geselecteerde personen zullen weigeren. ondanks het feit dat de meest recente versie van het rijksregister gebruikt werd voor de selectie van de personen, kan ervan uitgegaan worden dat (een beperkt aantal) personen niet gecontacteerd kunnen worden gezien deze verhuisd, overleden of onbestaand waren. Om het selectieprobleem van weigerende of niet contacteerbare individuen op te vangen werd besloten deze individuen te vervangen door reserve-individuen. Deze individuen werden niet willekeurig gekozen, maar hebben een viertal kenmerken gelijk met het niet-reagerend individu: woonachtig in dezelfde statistische sector van dezelfde gemeente, identieke huishoudgrootte, zelfde geslacht en zelfde leeftijdsgroep als de geselecteerde persoon. Er werd besloten voor elk geselecteerd individu onmiddellijk én vooraf drie reserve-individuen aan te duiden. Op deze wijze ontstaan groepen van telkenmale vier individuen. Deze groepen werden clusters van individuen genoemd. Daarenboven werd het nodige aantal clusters van individuen per gemeente of stad verdubbeld. Deze procedure leidt ertoe dat de steekproef van individuen acht maal groter was dan deze die strikt genomen noodzakelijk is (dat wil zeggen ingeval er geen sprake zou zijn van weigering en indien de gegevens van het Nationaal Register volledig accuraat zou zijn). Voor de uiteindelijke samenstelling van de steekproef worden per gemeente of stad alle individuen geordend volgens statistische sector, daaropvolgend volgens de grootte van het huishouden en tenslotte volgens de leeftijd van de geselecteerde persoon. Op de grenzen van de strata (vb. statistische sector) wordt de volgorde van het onderliggend niveau (in het vb huishoudgrootte) omgedraaid om gelijkaardige kenmerken te behouden binnen de cluster van individuen. De vier geselecteerde individuen binnen de cluster van individuen worden gerandomiseerd om elke systematiek uit te sluiten Vervanging van de individuen Indien een geselecteerde persoon weigert aan de enquête deel te nemen (zie onderdeel Veldwerkorganisatie), of helemaal niet te contacteren is (vanwege verhuis buiten de gemeente, langdurige aanwezigheid, ) wordt het individu vervangen door het volgende individu in de cluster. Zoals reeds aangegeven is dit vervangingsindividu identiek aan de initiële geselecteerde persoon voor wat betreft de woonplaats (statistische sector), de grootte van het huishouden en de leeftijd van de geselecteerde persoon. Indien blijkt dat ook deze persoon niet wenst deel te nemen of niet te contacteren is, wordt deze persoon op zijn beurt vervangen. Deze procedure gaat door totdat de cluster (van 4 individuen) is uitgeput. Op dat moment wordt een nieuwe vervangcluster geactiveerd die echter niet meer dezelfde karakteristieken (statistisch sector, huishoudgrootte en leeftijd van de geselecteerde persoon) heeft en wordt een identieke procedure van het vervangen van weigerende/niet contacteerbare individuen toegepast. Indien maar dit is eerder een theoretische mogelijkheid na 7 vervangingen (dus wanneer in totaal 8 individuen hebben geweigerd/niet contacteerbaar bleken) er nog geen individu bereid werd gevonden om deel te nemen, dan wordt geen nieuwe cluster geactiveerd. Van zodra een individu deelneemt aan de enquête, is er geen nood (meer) aan het vervangen van het individu. Alle individuen in de cluster die nooit geactiveerd werden krijgen als statuut niet geactiveerd en worden niet in rekening genomen in het verder verloop van het project

23 2.2.4 Opsplitsing in vier trimesters De Belgische Voedselconsumptiepeiling Het veldwerk van de Voedselconsumptiepeiling werd over één jaar gespreid om seizoensgebonden variatie op te vangen. Dit jaar werd opgesplitst in vier trimesters van elk 3 maanden.de gegevens werden verzameld van 20 februari 2004 tot en met 15 maart In Vlaanderen startte het veldwerk op 20 februari 2004 en in Wallonië pas op 15 maart Vanuit een theoretisch oogpunt kan gesteld worden dat het realiseren van 12,5 individuen per groep en per trimester optimaal is. Immers, op deze wijze zullen de voorziene 4 (trimesters) x 12,5 (bevraagde individuen) = 50 enquêtes gerealiseerd worden. De werkwijze is dan vrij eenvoudig: activeer, per trimester, het aantal clusters/individuen nodig opdat de som van het aantal individuen gelijk is aan +/- 12,5. Ervaringen met de Belgische gezondheidsenquêtes leerden dat dergelijke strikte aanpak niet aangehouden kon worden omdat sommige enquêteurs er niet in slaagden het vooropgestelde aantal te verrichten enquêtes voorzien voor elk trimester te realiseren, bijgevolg moesten het laatste kwartaal nog zeer veel enquêtes gerealiseerd worden. Daarom werd in januari 2004 beslist om voor het veldwerk van de Voedselconsumptiepeiling het aantal te activeren individuen voor het eerste trimester te verhogen tot 16 en vervolgens in de volgende trimesters minder individuen te activeren: nl. 12, 12 en 10 individuen activeren voor respectievelijk het tweede, derde en vierde trimester. Eind juni 2004 bleek echter dat in verscheidene gemeenten het vooropgestelde aantal te bevragen individuen niet werd gerealiseerd. Daarom werd besloten om voor het derde trimester opnieuw meer individuen te activeren: in elke gemeente werden 16 individuen geactiveerd. Voor de activatie van het vierde trimester (november 2004) lieten we het aantal te activeren individuen afhangen van het aantal reeds gerealiseerde interviews per gemeente: in sommige gemeenten werden 12 en in andere gemeenten werden 18 individuen geactiveerd. Op deze wijze lag het totaal aantal geactiveerde individuen per groep in oktober 2004 iets hoger dan het vereiste aantal: nl tussen 56 en 64 individuen. Op 14 december 2004 waren 2633 personen voor de eerste keer bevraagd of 82 % van het vooropgestelde aantal. Omdat het veldwerk eind februari 2005 moest afgerond zijn werd besloten om extra individuen te activeren in de gemeenten of steden waar het veldwerk vlot verliep en waar de enquêteur bereid was extra interviews te doen. Op deze wijze werden in 16 gemeenten (13 uit het Vlaamse gewest en 3 uit het Waalse gewest) 16 individuen extra geactiveerd. 2.3 Veldwerkorganisatie Bij het begin van elk trimester werd naar de geselecteerde personen een gepersonaliseerde introductiebrief en een informatiefolder gestuurd. In deze folder wordt een kort overzicht gegeven van de doelstellingen van de studie en de wijze waarop deze georganiseerd wordt. Tevens wordt vermeld dat alle gegevens volledig anoniem behandeld zullen worden. Tenslotte wordt omschreven wat van de geselecteerde persoon verwacht wordt in termen van de noodzakelijke tijd voor deelname aan de studie. De gepersonaliseerde introductiebrief, ondertekend door de directeuren van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en het Nationaal Instituut voor de Statistiek had tot doel de geselecteerde personen te overtuigen van het officiële karakter van de studie en het belang van deelname eraan voor de nationale volksgezondheid. De folder en introductiebrief werd door het NIS aan de geselecteerde personen gestuurd. De namen en adressen zijn enkel door het NIS gekend en worden enkel gebruikt voor het sturen van de brief. Op het moment waarop de folder en de introductiebrief naar de geselecteerde personen werd gezonden, werd de lijst van namen, adressen en telefoonnummers van de betrokken individuen gestuurd naar de enquêteurs. Naast het adres werden ook de namen en leeftijden van alle leden van het huishouden opgenomen in de lijst. Deze supplementaire informatie informeerde de enquêteur omtrent mogelijk relevante karakteristieken van het

24 huishouden (gaat het om een groot huishouden, een bejaard huishouden, ). Daar het telefoonnummer niet vermeld is in het Nationaal Register werd het telefoonnummer eerst door het secretariaat op het NIS opgezocht en op de lijst genoteerd naast de naam van de geselecteerde persoon. Van zodra de enquêteurs de lijsten met adressen hebben ontvangen, kon aangevat worden met de pogingen de geselecteerde personen te contacteren. Deze pogingen konden zowel telefonisch, per brief of rechtstreeks aan huis zijn. Indien de geselecteerde persoon moeilijk bereikbaar was (geen telefoonnummer bekend, niet telefonisch bereikbaar of niet thuis bij huisbezoek) kon de enquêteur ook per post een kaartje versturen met een voorstel van afspraak (datum en uur), indien deze afspraak niet past voor de geselecteerde persoon kan deze de enquêteur telefonisch verwittigen en eventueel een nieuwe afspraak maken. Tijdens de vormingssessie werd benadrukt dat een contact rechtstreeks aan huis meer succesvol is dan een telefonische contactpoging of een brief. Dit gold enkel als aanbeveling; het waren de enquêteurs zelf die beslisten op welke wijze ze de individuen probeerden te contacteren. Tevens werd vooropgesteld dat deze contactpogingen gespreid dienden te zijn tijdens de dag en over de verschillende dagen van de week, weekend inbegrepen. Er werd vooropgesteld dat een enquêteur minstens 3 maal moet proberen in contact te komen met de geselecteerde persoon in de periode van 14 dagen na ontvangst van de lijst met adressen. Indien na dit minimaal aantal pogingen (gespreid over de dag en de week) de enquêteur ervan overtuigd is dat verdere pogingen niet zinvol zijn, kan de persoon als niet contacteerbaar worden beschouwd. Indien de enquêteur ervan overtuigd is dat een contact mogelijk is in de toekomst, dan kreeg hij/zij nog 2 periodes van 14 dagen om minimaal 3 pogingen per periode te ondernemen om het individu te contacteren. Slaagde de enquêteur daar niet in, dan wordt het individu door het NIS zélf als niet contacteerbaar beschouwd. Voor de samenstelling van de steekproef, de selectie van personen die misschien uitgenodigd zullen worden voor deelname aan de enquête, werd steeds gebruik gemaakt van de meest recente versie van het Nationaal Register. Desondanks kan het voorkomen dat de informatie, opgenomen in het rijksregister, niet (langer) klopt met de realiteit. Zo kan bijvoorbeeld de geselecteerde persoon verhuisd zijn buiten de gemeente, een adres kan onbestaand zijn, In dergelijk geval kan besloten worden dat deze persoon onterecht in de steekproef is terechtgekomen en dient deze persoon omschreven te worden als niet in aanmerking komend voor bevraging (d.i. non-eligible). Andere personen die niet in aanmerking komen voor bevraging zijn: geïnstitutionaliseerde personen (vanwege een verminderde vrijheid in voedselkeuze en een meer gereglementeerde voedingsverstrekkingssituatie) en personen die één van de drie landstalen niet of onvoldoende spreken (omdat de geselecteerde persoon zelf dient te antwoorden en de vragen te complex zijn om te vertalen). In de meeste gevallen slaagde de enquêteur er in, eventueel na meerdere pogingen, een contact tot stand te brengen met de geselecteerde persoon. Tijdens een dergelijk contact probeerde de enquêteur de geselecteerde persoon te overtuigen van het belang van het onderzoek en van het belang van zijn/haar deelname aan dit onderzoek. Deelname aan de enquête is niet verplicht. De geselecteerde personen konden dus weigeren deel te nemen. In dergelijk geval peilde de enquêteur naar de reden voor deze weigering en werd deze genoteerd op een ontvangstformulier (zie later). Het verloop van het veldwerk is afhankelijk van het feit of (a) de enquêteurs er al dan niet in slagen de geselecteerde persoon te contacteren en (b) of de gecontacteerde personen al dan niet instemmen met deelname aan het onderzoek. Indien een enquêteur er na herhaalde (en gedocumenteerde) pogingen niet in slaagt de geselecteerde persoon te contacteren wordt deze persoon door de enquêteur als niet contacteerbaar aangeduid op het communicatieformulier (zie verder) en door het secretariaat als dusdanig in het opvolgingssysteem aangeduid. Onmiddellijk wordt een vervangingspersoon van dezelfde cluster geactiveerd (d.i. er wordt een introductiebrief en informatiefolder opgestuurd) en het proces begint opnieuw (enquêteur probeert in contact te komen met de nieuwe geselecteerde persoon,.)

25 Indien de enquêteur er in slaagt contact te leggen met de geselecteerde persoon wordt aangestuurd op deelname aan de studie. Indien de persoon weigert deel te nemen aan de studie wordt dit door het secretariaat in het opvolgingssysteem aangeduid. Onmiddellijk wordt een vervangingspersoon van dezelfde cluster geactiveerd en het proces begint opnieuw. Indien de enquêteur ontdekt dat de geselecteerde persoon geïnstitutionaliseerd is of één van de drie landstalen niet of onvoldoende spreekt dan wordt deze persoon als noneligible beschouwd en wordt dit als zodanig door het secretariaat in het opvolgingssysteem aangeduid. Onmiddellijk wordt een vervangingspersoon van dezelfde cluster geactiveerd en het proces begint opnieuw. Indien de geselecteerde persoon instemt met deelname aan de studie, wordt het eerste en enkele weken later het tweede interview afgenomen. De persoon wordt door de enquêteur als deelnemer beschouwd en wordt door het secretariaat als dusdanig in het opvolgingssysteem aangeduid. In het uitzonderlijke geval dat de geselecteerde persoon deelneemt aan het eerste interview maar verder deelname weigert wordt op het ontvangstformulier weigering tweede interview aangeduid. Na invoering in het opvolgingssysteem wordt een vervangingspersoon van dezelfde cluster geactiveerd en het proces begint opnieuw waarbij van de vervangingspersoon twee interviews worden afgenomen Communicatieformulier Het gebruik van het communicatieformulier is van uitzonderlijk belang voor het verloop van het veldwerk (zie bijlage 2.1). Op dit formulier diende de enquêteur per persoon die hem/haar werd toevertrouwd de stand van zaken weer te geven: de data waarop gepoogd werd met de geselecteerde persoon in contact te komen, de wijze waarop dit gebeurde (telefonisch, huisbezoek) en de voorlopige ( in onderhandeling ) of definitieve ( deelname 1 ste interview, deelname 2 de interview, weigering, niet contacteerbaar of non-eligible ) status van de geselecteerde persoon. Op regelmatige tijdstippen dient dit formulier toegestuurd te worden aan het secretariaat van het NIS, waardoor deze in de mogelijkheid werd gesteld weigerende of niet contacteerbare personen te vervangen en nieuwe te contacteren personen te activeren. Op basis van de toegezonden communicatieformulieren was het ook mogelijk de voortgang van het veldwerk te evalueren Ontvangstformulier Het ontvangstformulier werd door de betrokken enquêteur opgemaakt voor elke geactiveerde persoon van zijn of haar groep (zie bijlage 2.2). Op dit ontvangstformulier diende de definitieve status van de geactiveerde persoon te worden vermeld (d.i. niet contacteerbaar, non-eligible, weigering, weigering 2 de interview of deelname beide interviews ). Voor deelnemende personen diende de enquêteur aan te geven of alle vragenlijsten waren ingevuld en, zo niet, wat hiervoor de reden was. Voor weigerende of niet contacteerbare personen diende de enquêteur te noteren wat de reden van weigering was, of desgevallend de reden waarom de persoon niet contacteerbaar was Verloop interviews De interviews van deze studie moeten niet alleen evenredig verdeeld zijn over een volledig jaar (om mogelijke seizoensinvloeden te vermijden) maar ook over alle dagen van de week (met inbegrip van zaterdag en zondag) om rekening te houden met de dagelijkse variatie in het voedingspatroon. De enquêteurs zelf zijn verantwoordelijk voor een gelijkmatige verdeling van de interviews over alle dagen van de week, als hulpmiddel kunnen ze gebruik maken van een spreidingskaart

26 Tijdens het eerste huisbezoek neemt de diëtist de eerste 24-uursvoedingsnavraag af en vult samen met de respondent de algemene vragenlijst in (over sociodemografische informatie en leefstijlkenmerken). Bij aanvang van het interview worden de minimum-maximum thermometers in de koelkast en diepvriezer geplaatst, op het einde van het eerste huisbezoek heeft men dan een correcte temperatuursmeting. Na het interview legt de enquêteur aan de respondenten uit hoe ze de twee schriftelijke vragenlijsten (voedselfrequentievragenlijst en vragenlijst over voedingshygiëne) moeten invullen. De tweede 24-uursvoedingsnavraag wordt minstens twee en maximum acht weken later afgenomen en dit (in principe) op een andere weekdag dan het eerste interview. Tijdens dit tweede huisbezoek worden de twee schriftelijk ingevulde vragenlijsten ingezameld door de enquêteur. 2.4 Netwerk enquêteurs Voor dit onderzoek was het uitermate belangrijk dat de enquêteur die het interview afneemt over voldoende voedingskennis beschikt om de door de respondent genoemde voedingsmiddelen, recepten en bereidingswijzen correct te interpreteren (zie EPIC-SOFT). Vanwege het vereiste voedingskundige profiel is besloten om enkel diëtisten in te zetten als enquêteur voor deze studie. Gezien de duurtijd van het veldwerk ging een enquêteur het engagement aan doorheen gans het kalenderjaar 2004 als enquêteur actief te zijn. Alle enquêteurs ontvangen een legitimatiekaart en zijn gehouden aan het beroepsgeheim aangaande de verzamelde informatie Omschrijving opdracht enquêteurs De voornaamste opdracht van de enquêteur voor de Voedselconsumptiepeiling is het afnemen van twee niet opeenvolgende 24-uursvoedingsnavragen, dit verklaart ook de vereiste voedingskennis van de enquêteurs. Daarnaast moet de enquêteur ook de mondelinge vragenlijst (i.v.m. sociodemografische informatie en leefstijlkenmerken) in het bijzijn van de respondent voor lezen (d.i. de vragen en de antwoordcategorieën) en het antwoord op elke vraag noteren. Een eigen interpretatie door de enquêteur van vragen of antwoorden moet hierbij zoveel mogelijk vermeden worden. Dit impliceert dat van de enquêteurs geen enkele kritische houding ten aanzien van de (antwoorden van de) respondent wordt verondersteld. Naast deze kernactiviteit is de enquêteur tevens verantwoordelijk voor alle voorbereidende stappen van de bevraging en voor het bezorgen van de ingevulde vragenlijsten aan het secretariaat op het NIS en het doorsturen van de geïnformatiseerde interviews aan de wetenschappelijke medewerkers op het WIV: De enquêteur moet contact opnemen (telefonisch, huisbezoek, per brief) met alle geselecteerde personen vermeld op de adressenlijst die werd verzonden door het secretariaat. Ingeval van een deelname moet een afspraak gemaakt worden voor het eerste interview (datum en uur). Op geregelde tijdstippen (minstens elke 2 weken) moet een communicatieformulier met de stand van zaken teruggestuurd worden naar het secretariaat. Voor alle geactiveerde personen op de adressenlijst moet de enquêteur een ontvangstformulier invullen. Elke enquêteur moet de drie ingevulde vragenlijsten per respondent opsturen naar het secretariaat op het NIS. Na elk elektronisch interview moet een zip-file en een back-up van dit interview gemaakt worden. Vervolgens moet deze zip-file per naar het WIV worden verstuurd. Pas na controle van de zip-files door de wetenschappelijke medewerkers op het WIV en de vragenlijsten op het NIS kon een respondent beschouwd worden als zijnde afgewerkt en kon tot betaling van de enquêteur worden overgegaan

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

FAQs Ik heb een brief van Statbel ontvangen aangaande de Gezondheidsenquête. Over wat gaat het? Wat is het doel van een Gezondheidsenquête?

FAQs Ik heb een brief van Statbel ontvangen aangaande de Gezondheidsenquête. Over wat gaat het? Wat is het doel van een Gezondheidsenquête? FAQs Ik heb een brief van Statbel ontvangen aangaande de Gezondheidsenquête. Over wat gaat het? Het gaat om een enquête die georganiseerd wordt door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid die verantwoordelijk

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoek naar de voedingsgewoonten van de Belgische bevolking

Onderzoek naar de voedingsgewoonten van de Belgische bevolking Onderzoek naar de voedingsgewoonten van de Belgische bevolking Voedselconsumptiepeiling, België, 2004 Handleiding voor de veldwerkers Inhoudstafel Inhoudstafel 2 Deel I: Werking van de voedselconsumptiepeiling

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Preventie van wiegendood bij zuigelingen Preventie van wiegendood bij zuigelingen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71

Nadere informatie

Methodologie. Stefaan Demarest

Methodologie. Stefaan Demarest Methodologie Stefaan Demarest Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 94 E-mail : stefaan.demarest@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van interview: Gebruik van het gegevensbestand

Gezondheidsenquête door middel van interview: Gebruik van het gegevensbestand Gezondheidsenquête door middel van interview: Gebruik van het gegevensbestand I- Algemene beschrijving van de enquête In 2008 werd door de Operationele Directie Volksgezondheid en Surveillance van het

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België, 2001

Gezondheidsenquête, België, 2001 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU Nationaal Instituut voor de Statistiek Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Gezondheidsenquête, België,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek uitgevoerd voor de vzw: Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre September 2009 Dedicated Research

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy

Nadere informatie

Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012

Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 VREG - Technisch rapport nr. I109 (ATec1428_I109_D) Dimarso N.V., opererend onder de commerciële

Nadere informatie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie B Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie Inleiding Deze projectoproep kadert binnen de verderzetting van Actie 24 van het Kankerplan: Steun aan pilootprojecten

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

Voedselconsumptiepeiling : De consumptie van voedingsmiddelen

Voedselconsumptiepeiling : De consumptie van voedingsmiddelen Presentatie VIVES, 26 oktober 2016 Voedselconsumptiepeiling 2014-2015: De consumptie van voedingsmiddelen en de inname van voedingsstoffen Karin De Ridder Coordinator Team Nutrition, Activities & Health

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België, 2004

Gezondheidsenquête, België, 2004 FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie

Nadere informatie

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek 1. Inleiding Het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2014 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE KUBUS "AANTAL MIGRATIES NAAR PLAATS VAN HERKOMST EN PLAATS VAN BESTEMMING PER LEEFTIJD, GESLACHT EN NATIONALITEIT"

TOELICHTING BIJ DE KUBUS AANTAL MIGRATIES NAAR PLAATS VAN HERKOMST EN PLAATS VAN BESTEMMING PER LEEFTIJD, GESLACHT EN NATIONALITEIT TOELICHTING BIJ DE KUBUS "AANTAL MIGRATIES NAAR PLAATS VAN HERKOMST EN PLAATS VAN BESTEMMING PER LEEFTIJD, GESLACHT EN NATIONALITEIT" 1. Algemeen Deze tabellen geven aantallen migraties. In de "Inleiding

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Voedingsprofiel. Hoofdstuk IV. Inleiding en methoden. Studiepopulatie. Voedings- en gezondheidsstatus. Maaltijdpatroon

Voedingsprofiel. Hoofdstuk IV. Inleiding en methoden. Studiepopulatie. Voedings- en gezondheidsstatus. Maaltijdpatroon Hoofdstuk IV Voedingsprofiel Inleiding en methoden Studiepopulatie Voedings- en gezondheidsstatus Voedingsprofiel Maaltijdpatroon Plaats waar maaltijd genomen wordt Specifieke diëten Voedingsmiddelen Voedingssupplementen

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Europees Sociaal Onderzoek. Interviewerbriefing

Europees Sociaal Onderzoek. Interviewerbriefing Europees Sociaal Onderzoek Interviewerbriefing Wat is het ESS? Groot Europees onderzoek - 1e ronde in 2002, 2e in 2004, 3e in 2006 - Deelname van 24 landen: België, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland,

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 20 / 96 van 22 juli 1996 ------------------------------------------- O. ref. : A / 96 / 019 / 05 E BETREFT : Ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/032 ADVIES NR. 08/03 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GEAGGREGEERDE ANONIEME GEGEVENS

Nadere informatie

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

Voedselconsumptie in Nederland anno nu Eerste bevindingen van voedselconsumptiepeiling Caroline van Rossum

Voedselconsumptie in Nederland anno nu Eerste bevindingen van voedselconsumptiepeiling Caroline van Rossum Voedselconsumptie in Nederland anno nu Eerste bevindingen van voedselconsumptiepeiling 2012-2016 Caroline van Rossum 1 Voedselconsumptiepeilingen Inzicht in wat, waar en wanneer voedingsmiddelen worden

Nadere informatie

Overeenkomst voor de overdracht van gegevens

Overeenkomst voor de overdracht van gegevens Overeenkomst voor de overdracht van gegevens TUSSEN: De Rechtspersoonlijkheid van het, met zetel te 1050 Brussel, Juliette Wytsmanstraat 14; Vertegenwoordigd door Myriam Sneyers, in haar hoedanigheid van

Nadere informatie

Consumptie van koolhydraten in Nederland

Consumptie van koolhydraten in Nederland Consumptie van koolhydraten in Nederland Caroline van Rossum 1 Inhoud Voedselconsumptie meten Inname Bronnen Waar en wanneer Verschillen in bevolking Veranderingen 2 Voedselconsumptiepeilingen Inzicht

Nadere informatie

VOEDINGSAANBEVELINGEN. AUTEURS Thérésa LEBACQ Cloë OST

VOEDINGSAANBEVELINGEN. AUTEURS Thérésa LEBACQ Cloë OST VOEDINGSAANBEVELINGEN AUTEURS Thérésa LEBACQ Cloë OST Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

1-2004: IPH/EPI REPORTS N

1-2004: IPH/EPI REPORTS N Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Synthese De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 017 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau,

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

Belgische Voedselconsumptiepeiling 2014

Belgische Voedselconsumptiepeiling 2014 Belgische Voedselconsumptiepeiling 2014 VRAGENLIJST OVER DE GEZONDHEID VOLWASSENEN Geselecteerde persoon Nummer van de persoon : Voornaam... Enquêteur Nummer van de enquêteur : Datum van de enquête / /

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

DE GEZONDHEID VAN DE BEVOLKING IN BELGIË, IN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN IN HET BRUSSELS GEWEST

DE GEZONDHEID VAN DE BEVOLKING IN BELGIË, IN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN IN HET BRUSSELS GEWEST DE GEZONDHEID VAN DE BEVOLKING IN BELGIË, IN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN IN HET BRUSSELS GEWEST SAMENVATTING GEZONDHEIDSENQUETE, BELGIË, 1997 Centrum voor Operationeel Onderzoek in Volksgezondheid Afdeling

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Vlaamse overheid - Verzending Franstalige brieven aan Brusselse Vlamingen

Vlaamse overheid - Verzending Franstalige brieven aan Brusselse Vlamingen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 388 van TOM VAN GRIEKEN datum: 5 juli 2017 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Vlaamse overheid

Nadere informatie

Dienst geriatrie Gevecht tegen ondervoeding. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie

Dienst geriatrie Gevecht tegen ondervoeding. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie Dienst geriatrie Gevecht tegen ondervoeding Informatiebrochure voor de patiënt en de familie INLEIDING Met ouder worden veranderen uw dagelijkse activiteiten en gewoonten. Het is niet altijd eenvoudig

Nadere informatie

Houding van ouders ten opzichte van gezondheidsbevordering op school: algemene bespreking van de resultaten

Houding van ouders ten opzichte van gezondheidsbevordering op school: algemene bespreking van de resultaten ARTEVELDEHOGESCHOOL BACHELOR IN HET ONDERWIJS : KLEUTERONDERWIJS J. Gerardstraat 18 9040 GENT TEL. : 09 218 73 73 INTERVENTIE BEESTIG GEZOND OP SCHOOL Houding van ouders ten opzichte van gezondheidsbevordering

Nadere informatie

Infofiche 2. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen

Infofiche 2. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen Infofiche 2 Doelstellingen De leerlingen weten welke voedingsstoffen het lichaam nodig heeft en waarom ze zo belangrijk zijn. De leerlingen zien in dat een gezonde voeding alle essentiële voedingsstoffen

Nadere informatie

Technisch rapport kiesintentiemetingen

Technisch rapport kiesintentiemetingen Technisch rapport kiesintentiemetingen (In te vullen door het betrokken instituut en terug te sturen naar het secretariaat Febelmar, ter publicatie op de Febelmar website.) Dit rapport omvat een geheel

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZG/16/215 BERAADSLAGING NR. 16/095 VAN 4 OKTOBER 2016 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Belgische Voedselconsumptiepeiling 2014

Belgische Voedselconsumptiepeiling 2014 Belgische Voedselconsumptiepeiling 2014 HANDLEIDING VOOR DE VELDWERKERS Deze handleiding behoort tot : Naam en voornaam van de enquêteur :. ID nummer : Nr en naam van de PSU :.. INHOUD DEEL I: DE VOEDSELCONSUMPTIEPEILING

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; 1/7 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 02/2015 van 21 januari 2015 Betreft: Machtigingsaanvraag van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) voor toegang tot het Rijksregister in het

Nadere informatie

Het staal en deze vragenlijst zullen volgens afspraak, later bij u thuis opgehaald worden.

Het staal en deze vragenlijst zullen volgens afspraak, later bij u thuis opgehaald worden. Toestemmingsformulier tot deelname aan het onderzoek naar persistente organische stoffen (POPs) in moedermelk gecoördineerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) Studie uitgevoerd in samenwerking

Nadere informatie