De Belgische Voedselconsumptiepeiling
|
|
- Adam Bosmans
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling De Belgische Voedselconsumptiepeiling : IPH/EPI REPORTS N
2
3 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman Van Oyen De Belgische Voedselconsumptiepeiling Epidemiologie, maart 2006; Brussel (België) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, WIV/EPI REPORTS N Depotnummer: D/2006/2505/17 De Belgische Voedselconsumptiepeiling VCP groep Onderzoeksteam (in alfabetische volgorde) Emmanuel Abatih (WIV, Epidemiologie) Stephanie Devriese (WIV, Epidemiologie) Inge Huybrechts (UGent, VMG) Michel Moreau (ULB, ESP) Herman Van Oyen (WIV, Epidemiologie) Diëtisten Mia Bellemans (UGent, VMG) Mieke De Maeyer (UGent, VMG) Khadija El Moumni (Institut Arthur Haulot) Davy Van Steenkiste (WIV, Epidemiologie) Wetenschappelijke stuurgroep Christine Bazelmans (ULB, ESP) Guy De Backer (UGent, VMG) Stefaan De Henauw (UGent, VMG) Marcel Kornitzer (ULB, ESP) Alain Leveque (ULB, ESP) Chistophe Matthys (UGent, VMG) Logistieke steun Noëmi Debacker (WIV, Epidemiologie) Anne-Lise Laffineur (WIV, Epidemiologie) Monique Schoonenburg (WIV, Epidemiologie) Bijzondere dank aan De diëtisten-enquêteurs De deelnemers en aan Leen Baert (UGent, FBW) Maaike Bilau (UGent, VMG) Yves Coppieters (ULB, ESP) Frank Devlieghere (UGent, FBW) Tineke De Vriendt (UGent, VMG) Marga Ocké (RIVM) Ilse Pynaert (UGent, VMG) Christelle Senterre (ULB, ESP) Isabelle Sioen (UGent, VMG) Nadia Slimani (IARC) Marie-Paule Vanderelst (ULB, ESP) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid J. Wytsmanstraat Brussel België Tel: Fax: liesbeth.temme@iph.fgov.be IPH/EPI REPORTS Nr
4 Betrokken instituten Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Universiteit Gent, Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde Université Libre Bruxelles, Ecole de Santé publique Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Afdeling Epidemiologie Opdrachtgevers FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
5 Algemene Inhoud Volume I Executieve samenvatting... 7 I. Inleiding en methoden II. Studiepopulatie III. Voedings- en gezondheidsstatus IV. Voedingsprofiel Volume II V. Voedingsmiddelen 1 Voedingsdriehoek Dranken Graanproducten en aardappelen Groenten Fruit Melk- en calciumverrijkte sojaproducten Vlees, vis, eieren en vervangproducten Smeer- en bereidingsvet Restgroep Volume III VI. Energie en macronutriënten 1 Aanbevelingen Energie Vetten Koolhydraten Eiwitten VII. Micronutriënten 1 Aanbevelingen Calcium IJzer Vitamine C
6 Algemene Inhoud Volume IV VIII. Rauwe voedingsmiddelen IX. Voedingshygiëne en voedselveiligheid binnen het huishouden Bijlage 1 - Geselecteerde gemeenten Bijlage 2.1- Communicatieformulier Voedselconsumptiepeiling Bijlage Ontvangstformulier Voedselconsumptiepeiling Bijlage Voedingsmiddelengroepen Bijlage Voedingsmiddelenlijst Bijlage 4 - Verstrekkingeenheden en conversiefactoren bij de Vlaamse voedingsdriehoek Bijlage 5 - Conversiefactoren...867
7 Hoofdstuk V.7 Vlees, Vis, Eieren en Vervangproducten Inleiding en methoden Studiepopulatie Voedingsdriehoek Voedings- en gezondheidsstatus Voedingsprofiel Dranken Graanproducten en aardappelen Groenten Voedingsmiddelen Fruit Energie en macronutriënten Micronutriënten Melk- en calciumverrijkte sojaproducten Vlees, vis, eieren en vervangproducten Smeer- en bereidingsvet Rauwe voedingsmiddelen Restgroep Voedingshygiëne De Belgische Voedselconsumptiepeiling
8
9 Inhoudstafel SAMENVATTING INLEIDING METHODE EN INDICATOREN RESULTATEN CONSUMPTIEFREQUENTIE VAN EIWITRIJKE PRODUCTEN UIT DE VOEDINGSDRIEHOEK Consumptiefrequentie van vlees Consumptiefrequentie van vervangproducten voor vlees Consumptiefrequentie van vis en producten op basis van vis Consumptiefrequentie van eieren GEBRUIKELIJKE INNAME VAN DE EIWITRIJKE PRODUCTEN UIT DE VOEDINGSDRIEHOEK Gebruikelijke inname van vlees Gebruikelijk inname van vers vlees van rund, kalf, schaap, paard en geit Gebruikelijke inname van gevogelte Gebruikelijke inname van wild en konijn Gebruikelijke inname van producten op basis van vlees Gebruikelijke inname van orgaanvlees Gebruikelijke inname van vis en schaaldieren Gebruikelijke inname van vis Gebruikelijke inname van schaaldieren Gebruikelijke inname van producten op basis van vis Gebruikelijke inname van eieren Gebruikelijke inname van vervangproducten voor vlees TABELLEN VOLGENS DE CONSUMPTIEFREQUENTIE TABELLEN VOLGENS DE GEBRUIKELIJKE CONSUMPTIE REFERENTIELIJST
10
11 Samenvatting Het gebruikelijke dagelijkse inname van de eiwitgroep van de voedingsdriehoek (vlees, vis, eieren en vervangproducten voor vlees) bedraagt bij de algemene bevolking 161 g en ligt dus een stuk hoger dan de aanbeveling van 100 g per dag. Mannen consumeren gemiddeld meer uit deze productengroep dan vrouwen (respectievelijk 204 g/dag en 127 g/dag). Meer dan 20% van de vrouwen hebben een inname die lager is dan 100 g/dag en dit cijfer loopt op tot 44% bij de leeftijdsgroep van de 15 tot 18 jarigen. Deze verschillen worden geobserveerd voor bijna alle producten behorend tot deze groep. Geïsoleerde personen vormen eveneens een risicogroep aangezien meer dan 16% de aanbevelingen niet haalt. We zien deze verschillen terug voor bijna alle producten van deze groep. Mensen met obesitas verbruiken gemiddeld minder uit deze productengroep dan personen met een normaal of overgewicht (respectievelijk 147 g/dag versus 155 g/dag en 182 g/dag) en meer dan 13% onder hen verbruikt dagelijks minder dan 100 g/dag. We zien deze verschillen terug voor alle producten van deze groep behalve voor de producten op basis van vlees. Inactieve personen en personen met een minimale fysieke activiteit, verbruiken gemiddeld minder eiwitrijke voedingsmiddelen dan personen met een activiteit die positief is voor de gezondheid (respectievelijk 157 g/dag, 155 g/dag versus 175 g/dag). Bij de inactieve personen en de personen met een minimale fysieke activiteit, verbruiken respectievelijk 7.8% en 10.3% niet genoeg eiwitrijke voedingsmiddelen. Deze verschillen worden voor bijna alle producten van deze groep geobserveerd. De gemiddelde dagelijkse consumptie van vis en schaaldieren bedraagt 24 g/dag, wat aanzienlijk lager ligt dan de aanbevolen hoeveelheid van 30 g. Bijna 70% van de bevolking haalt de aanbeveling niet. In Wallonië en in Brussel ligt het verbruik het laagst: 85% van de bevolking haalt er de aanbeveling niet. De vrouwelijke bevolking vormt een bijzondere risicogroep omdat bijna 75% onder hen niet voldoende vis of schaaldieren eet
12 1 Inleiding In dit hoofdstuk worden eerst de resultaten van de voedselfrequentievragenlijst besproken. Vervolgens wordt de gebruikelijke consumptie van voedingsmiddelen in gram, zoals geschat d.m.v. de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag, weergegeven. Voor de vergelijking met de voedingsaanbevelingen, die 100 gram per dag bedraagt (1, 2), hebben we 25 voedingsmiddelen samengebracht: vlees en producten op basis van vlees, vis en schaaldieren, eieren en producten op basis van eieren, peulvruchten, noten en granen alsook alle vegetarische producten zoals falafel, burgers, salades, patés, quornworsten, hummus en producten op basis van soja zoals tofu, miso, tempeh en sojakiemen (groepen 07, 08, 09, 03, 04_02 en voedingsmiddelnummers 2160, 2162 tot 2175, 2182 tot 2184, 2186 en 2187) (zie bijlage 3.1 en 3.2). Vervolgens worden de verschillende producten apart besproken
13 2 Methode en indicatoren De Belgische Voedselconsumptiepeiling Op basis van een voedselfrequentievragenlijst (FFQ) werden eerst vijf voedingsgroepen berekend door samenvoeging van verschillende voedingsmiddelen van de FFQ: Voedingsgroep Indicator Vraag Totaal voor vlees en producten op basis van vlees (zonder vis) Totaal van de producten van de eiwitgroep van de voedingsdriehoek Tmeat Tmeatp FFQ01_29 FFQ01_34 FFQ01_35 FFQ01_36 FFQ01_37 FFQ01_19 FFQ01_20 FFQ01_28 FFQ01_29 FFQ01_30 FFQ01_31 FFQ01_32 FFQ01_33 FFQ01_34 FFQ01_35 FFQ01_36 FFQ01_37 FFQ01_43 Totaal voor vis en producten op basis van vis Tfish FFQ01_28 FFQ01_32 FFQ01_33 Totaal voor vegetarische producten Tveg_p FFQ01_19 FFQ01_20 FFQ01_31 FFQ01_43 Totaal voor eieren Tegg FFQ01_30 Vervolgens werden voor deze vijf voedingsmiddelengroepen verschillende indicatoren bepaald, namelijk: Tmeat_r, Tmeatp_r, Tfish_r, Tveg_p_r en Tegg_r: per voedingsmiddelengroep groepeert deze indicator de respondenten volgens hun consumptiefrequentie in zes categorieën. De antwoorden 'minder dan een keer per maand' en '1 tot 3 dagen per maand' werden samengebracht in 1 categorie, namelijk 'minder dan 1 keer per week'. De andere categorieën uit de oorspronkelijke bevraging werden behouden. Tmeat_d, _a, _n, _z, Tmeatpr_d, _a, _n, _z, Tfish_d, a, n, z, Tvegp_d, _a, _n, _z en Tegg_d, _a, _n, _z: per voedingsmiddelengroep hebben deze vier indicatoren een binaire indeling die de personen identificeert die respectievelijk 1) dagelijks ; 2) 5 à 6 dagen per week of dagelijks ; 3) nooit en minder dan 1 dag week en 4) nooit de voorgestelde voedingsmiddelengroep consumeren. Ten slotte werd de gebruikelijke consumptie van de verschillende voedingsmiddelengroepen berekend op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag met behulp van het C-SIDE programma (3, 4). Deze groepen werden samengesteld uit verschillende subgroepen die afkomstig zijn van de EPIC-SOFT voedingsmiddelenlijst (zie bijlage 3.2)
14 Groep Totaal van de producten van de eiwitgroep van de voedingsdriehoek Vlees en producten op basis van vlees Vers rundsvlees, kalfs-, varkens-, schape-, geiteof paardenvlees Gevogelte groep 07 groep 08 groep 09 groep 03 groep 04_02 voedingsmiddelnummers tot tot groep 07 groep 07_01 groep 07_02_01 groep 07_02_02 groep 07_02_03 groep 07_02_04 Konijn en wild groep 07_03 groep 07_02_05 Orgaanvlees groep 07_05 Vis en schaaldieren groep 08 Vis groep 08_01 Producten op basis van vis groep 08_03 Eieren groep 09 Vervangproducten vlees voor groep 03 groep 04_02 voedingsmiddelnummers tot tot Samenstellende componenten vlees en producten o.b.v. vlees vis en schaaldieren eieren en producten o.b.v. eieren peulvruchten noten en zaden alle vegetarische producten zoals falafel burgers, patés, worsten met quorn, hummus en sojabonen producten op basis van soja zoals miso, tofu en tempeh vegetarische sojaburger sojascheuten vlees en producten o.b.v. vlees vers vlees kip kalkoen eend gans Wild Konijn
15 De gebruikelijke inname van de populatie werd geschat d.m.v. het programma C-Side op basis van de informatie bekomen tijdens de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag. Dit is niet gelijk aan het gemiddelde over de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavragen. Voor een correcte evaluatie van de verdeling van de inname binnen de bevolking in vergelijking met de voedingsnormen is niet het gemiddelde over de twee dagen belangrijk, maar de inname over een langere periode (d.w.z. de gebruikelijke inname), waarbij enkel de variatie tussen personen belangrijk is en niet de intra-individuele variatie. De methode is in detail besproken in het eerste hoofdstuk (zie hoofdstuk I.4 punt 3.1). Hieronder wordt kort uitgelegd hoe de tabellen gebruikelijke consumptie gelezen moeten worden. Er worden twee tabellen gegeven. De eerste tabel beschrijft de verdeling voor de totale bevolking en volgens het geslacht, met ook een indeling in leeftijdsgroepen. Al de resultaten in de tabel zijn, naast de weging voor het steekproefontwerp (zie hoofdstuk II.2), ook gewogen voor de dag en het seizoen tijdens dewelke het interview werd afgenomen. De eerste twee kolommen tonen het gemiddelde en de standaard deviatie (SD) als maat voor de spreiding van de verdeling. In de volgende vier kolommen worden de geschatte waarden van percentielen 25, 50 (de mediaan), 75 en 97.5 gegeven. De volgende kolom toont het percentage van de bevolking dat voldoet aan de voedingsaanbeveling. Dit is het percentage met een inname onder of boven een bepaalde grenswaarde of een inname tussen twee bepaalde grenswaarden. De voorlaatste kolom (hoofding n ) geeft het aantal personen dat het voedingsmiddel minsten éénmaal heeft gegeten en de laatste kolom (hoofding N ) geeft het aantal personen bij wie tweemaal een 24- uursvoedingsnavraag werd afgenomen. De tweede tabel toont de gebruikelijke inname in functie van verschillende variabelen (geslacht, opleiding, woonplaats, gewicht, seizoen, lichamelijke activiteit, huishoudgrootte). Het eerste gemiddelde (kolom Gem_1) is gelijkaardig aan dit van de eerste tabel, nl. gewogen voor het steekproefontwerp en de dag en het seizoen van het interview). De overige kolommen geven de cijfers weer die werden bekomen a.d.h.v. een mathematisch model waarin ook rekening werd gehouden met mogelijke verschillen in geslachts- en leeftijdsverdeling. De inhoud van deze kolommen is zoals hierboven besproken
16 3 Resultaten 3.1 Consumptiefrequentie van eiwitrijke producten uit de voedingsdriehoek Binnen de algemene bevolking van 15 jaar en ouder, verbruikt een overgrote meerderheid (90%) meer dan één keer per dag eiwitrijke producten uit de voedingsdriehoek (Tabel V.7. 1) met in volgorde van belangrijkheid vlees en producten op basis van vlees, vervangproducten van vlees, vis en producten op basis van vis en ten slotte eieren (Tabel V.7. 2, Tabel V.7. 3, Tabel V.7. 4, Tabel V.7. 5). De consumptiefrequentie van eiwitrijke producten is significant hoger bij mannen dan bij vrouwen: na correctie voor leeftijd, verbruikt 92.3% van de mannelijke bevolking dagelijks deze producten tegenover slechts 86.7% van de vrouwen (Tabel V.7. 6). De consumptiefrequentie van deze producten is eveneens significant hoger in Vlaanderen dan in Wallonië of in Brussel: na correctie voor geslacht en leeftijd, verbruikt 92.4% van de Vlamingen dagelijks deze producten, terwijl de cijfers voor Brussel en Wallonië respectievelijk 84.8% en 86.0% bedragen. De frequentie van het verbruik van deze producten is min of meer gelijk in de verschillende categorieën opgedeeld volgens leeftijd, scholingsgraad, BMI en fysieke activiteit Consumptiefrequentie van vlees Meer dan de helft van de bevolking eet ten minste één keer per dag vlees (Tabel V.7. 2). Na correctie voor de leeftijd, is het aandeel aan mannen dat dagelijks vlees eet significant hoger dan het aandeel vrouwen, met cijfers die respectievelijk 62.4% en 50.4% bedragen (Tabel V.7. 7). Na correctie voor het geslacht, neemt het aandeel dagelijkse verbruikers van vlees significant af in functie van de leeftijd: met 65.2% in de leeftijdsgroep jaar en 54.9% bij de leeftijdsgroep 75 jaar en ouder. Er is sprake van een Noord-Zuid gradiënt op vlak van de frequentie van vleesconsumptie: ongeacht de leeftijd of het geslacht zijn er meer dagelijks gebruikers van vlees in Vlaanderen dan in Brussel of in Wallonië, met respectievelijk 65.2% versus 45.1% en 42.9% dagelijks gebruikers. Er is daarentegen geen verschil in consumptiefrequentie volgens scholingsgraad, body mass index en fysieke activiteit. Minder dan 1% van de bevolking consumeert nooit vlees, respectievelijk 0.7% en 0.8% van de mannen en de vrouwen (Tabel V.7. 8). Bij de mannen,consumeert 1.6% bijna nooit vlees, terwijl bij de vrouwen 2.1% haast nooit vlees eet (Tabel V.7. 9) Consumptiefrequentie van vervangproducten voor vlees Iets meer dan 90% van de bevolking verbruikt tussen de 2 à 4 keer per week deze producten (Tabel V.7. 4). Slechts 6.3% gebruikt deze producten dagelijks (Tabel V.7. 10). De prevalentie van dagelijks gebruikers is significant hoger binnen de leeftijdsgroep van de jarigen en minder hoog binnen de leeftijdsgroep van de jarigen en van de 75-plussers met respectievelijk 10.7%, 5.0% en 3.5%. Er bestaat geen verschil qua consumptiefrequentie tussen de mannen en de vrouwen en evenmin tussen de verschillende gewesten of categorieën opgedeeld volgens scholingsgraad, body mass index en fysieke activiteit
17 3.1.3 Consumptiefrequentie van vis en producten op basis van vis Binnen de bevolking consumeert 70% ten minste één keer per week vis en producten op basis van vis (Tabel V.7. 3) en 7.3% gebruikt bijna dagelijks deze voedingsmiddelen (Tabel V.7. 11). Dit aandeel is significant groter in Vlaanderen dan in Wallonië met respectievelijke cijfers 7.5% en 3.2%. Er bestaat daarentegen geen verschil qua consumptiefrequentie in functie van het geslacht, de leeftijd, de scholingsgraad, de BMI en de graad van fysieke activiteit. Meer dan één vijfde van de bevolking verbruikt bijna nooit vis en producten op basis van vis en 3% consumeert ze nooit (Tabel V en Tabel V.7. 13). Deze prevalentie is significant hoger bij jongeren, bij laag geschoolde personen en in het Waalse Gewest. Er bestaat geen verschil in functie van het geslacht en evenmin in functie van de BMI en de graad van fysieke activiteit Consumptiefrequentie van eieren Meer dan 40% van de bevolking verbruikt een keer per week eieren (Tabel V.7. 5), terwijl ongeveer evenveel individuen (40%) bijna nooit eieren consumeren (Tabel V.7. 14). Er is geen verschil in functie van het geslacht, de woonplaats, de leeftijd, de scholingsgraad, de BMI en de graad van fysieke activiteit. Iets meer dan 3% geeft aan deze producten nooit te consumeren (Tabel V.7. 15). 3.2 Gebruikelijke inname van de eiwitrijke producten uit de voedingsdriehoek Op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag bleek dat 0.8% van de respondenten gedurende deze 2 dagen geen producten uit deze groep heeft gegeten. Het aandeel personen uit de algemene bevolking die deze producten nooit consumeren werd door het programma Cside op nul geschat, dit stemt overeen met de waarde van de voedselfrequentievragenlijst. De gebruikelijke inname van deze producten in de algemene bevolking van 15 jaar en ouder bedraagt g/dag en de 97.5 percentiel bedraagt 291 g (Tabel V.7. 16). De gemiddelde dagelijkse consumptie ligt bij de vrouwen duidelijk lager dan bij de mannen met respectievelijk g/dag en g/dag. De leeftijdscategorie met de hoogste gebruikelijke inname is die van de jaren bij de vrouwen (132.6 g/dag) en die van de jarigen bij de mannen (213.0 g/dag). Bijna 12% van de bevolking voldoet niet aan de aanbevelingen voor deze productengroep. Het gaat voornamelijk om vrouwen waar meer dan 20% minder dan 100 g/dag verbruikt. Bij de mannen haalt minder dan 3% de aanbevolen hoeveelheden niet. De gebruikelijke inname verschilt significant in functie van het opleidingsniveau. De laagste cijfers worden vastgesteld bij personen met algemeen secundair onderwijs als hoogste behaalde diploma (143.3 g/dag), terwijl de hoogste gebruikelijke inname vastgesteld wordt bij personen met als hoogste diploma technisch secundair of beroepsonderwijs (175.4 g/dag) (Tabel V.7. 17). De gebruikelijke inname ligt iets hoger in Vlaanderen dan in Wallonië en Brussel maar dit verschil is niet significant. Individuen met obesitas consumeren significant minder (144.1 g/dag), terwijl individuen met overgewicht significant meer eiwitrijke voedingsmiddelen gebruiken (178.6 g/dag). Ongeveer 14% van de personen met obesitas halen de aanbevelingen niet. Er zijn eveneens significante verschillen qua gebruikelijke inname in functie van de seizoenen. De hoogste gebruikelijke inname wordt vastgesteld in de lente en de zomer (respectievelijk en g/dag) en de laagste in de herfst en de winter (respectievelijk en g/dag). In de winter haalt meer dan 11% van de bevolking de aanbevolen hoeveelheden niet
18 De personen die een lichamelijke activiteit beoefenen positief voor de gezondheid, vertonen een hogere consumptie van deze producten dan personen die inactief zijn en personen met een minimale fysieke activiteit. Ten slotte hebben de personen die alleen wonen een significant lagere gebruikelijke inname: g/dag versus g/dag en g/dag bij personen uit gezinnen samengesteld uit respectievelijk twee en drie of meer personen. Bij geïsoleerde personen, haalt 16% de aanbevelingen niet Gebruikelijke inname van vlees Op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag bleek dat 3.9% van de respondenten gedurende deze 2 dagen geen vlees heeft gegeten. Het aandeel personen uit de algemene bevolking die deze producten nooit consumeren werd door het programma Cside op nul geschat, dat is een waarde die lager ligt dan deze die bekomen werd door middel van de voedselfrequentievragenlijst. De gebruikelijke inname van vlees bij de algemene bevolking van 15 jaar en ouder bedraagt g/dag en de 97.5 percentiel bedraagt 221 g/dag (Tabel V.7. 18). Bij vrouwen is de gebruikelijke inname van vlees significant lager dan bij mannen (respectievelijk 91.8 g/dag en g/dag). De leeftijdsgroepen met de hoogste gebruikelijke inname zijn die van de jarigen bij de vrouwen (99.3 g/dag) en van de jarigen bij de mannen (158.3 g/dag). De gebruikelijke inname is significant verschillend in functie van het opleidingsniveau. De laagste gemiddelden werden opgetekend bij personen die algemeen secundair onderwijs of hoger onderwijs als hoogste opleidingsniveau hebben (110.3 en g/dag), terwijl het hoogste gemiddelde teruggevonden werd bij personen die een diploma hebben van technisch secundair of beroepsonderwijs (135.6 g/dag) (Tabel V.7. 19). De gebruikelijke inname is significant hoger in Wallonië en Brussel (121.8 g/dag) dan in Vlaanderen (117.3 g/dag). Personen met overgewicht consumeren duidelijk meer vlees (133.8 g/dag) dan mensen met obesitas of mensen met een normaal gewicht (respectievelijk en g/dag). Er zijn eveneens significante seizoensgebonden verschillen. De hoogste gebruikelijke inname werd opgemeten in de lente met g/dag, terwijl de inname in de andere seizoenen schommelt tussen en g/dag. Personen met een fysieke activiteit positief voor de gezondheid hebben eveneens een hogere inname van vlees (129.4 g/dag) dan inactieve personen of personen met een minimale fysieke activiteit (respectievelijk en g/dag). Personen ten slotte die alleen wonen verbruiken significant minder vlees: g/dag versus g/dag en g/dag voor de gezinnen bestaande uit 2 en 3 of meer personen Gebruikelijk inname van vers vlees van rund, kalf, schaap, paard en geit Op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag bleek dat 27.7% van de respondenten gedurende deze 2 dagen geen vlees uit deze groep heeft geconsumeerd. Het aandeel personen uit de algemene bevolking die deze producten nooit consumeren werd door het programma Cside op nul geschat. De gebruikelijke inname van vers vlees uit deze groep bij de algemene bevolking van 15 jaar en ouder bedraagt 61.1 g/dag en de 97.5 percentiel bedraagt 126 g/dag (Tabel V.7. 20). De gebruikelijke inname bij vrouwen is significant lager dan bij mannen (respectievelijk 46.6 g/dag en 76.4 g/dag). De leeftijdsgroepen met de hoogste gebruikelijke inname zijn die van de jarigen bij de vrouwen (48.3 g/dag) en de jarigen bij de mannen (80.34 g/dag)
19 De gebruikelijke inname is significant verschillend in functie van het opleidingsniveau. De laagste gemiddelden werden opgetekend bij personen die algemeen secundair onderwijs als hoogste opleidingsniveau hebben (51.8 g/dag) terwijl het hoogste gemiddelde teruggevonden wordt bij personen die een diploma hebben van technisch secundair of beroepsonderwijs (69.5 g/dag) (Tabel V.7. 21). De gebruikelijke inname is significant hoger in Wallonië en in Brussel (69.4 g/dag) dan in Vlaanderen (54.5 g/dag). Personen met overgewicht verbruiken significant meer vlees (133.8 g/dag) dan mensen met obesitas of mensen met een normaal lichaamsgewicht (respectievelijk 57.9 en 59.2 g/dag). Er bestaan eveneens significante verschillen die seizoensgebonden zijn. De gebruikelijke inname is het hoogst in de lente, met 64.2 g/dag, terwijl de consumptie tijdens de andere seizoenen schommelt tussen 58.3 en 60.1 g/dag. Ten slotte consumeren personen die alleen wonen significant minder vers vlees uit deze groep (52.8 g/dag) dan personen uit gezinnen samengesteld uit twee en drie of meer personen (respectievelijk 57.7 g/dag en 64.5 g/dag) Gebruikelijke inname van gevogelte Op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag bleek dat 65.9% van de respondenten gedurende deze 2 dagen geen gevogelte heeft geconsumeerd. Het aandeel personen uit de algemene bevolking die deze producten nooit consumeren werd door het programma C-side op 0.1% geschat. De gebruikelijke inname van gevogelte in de algemene bevolking van 15 jaar en ouder bedraagt 19.1 g/dag en de 97.5 percentiel bedraagt 48.9 g/dag (Tabel V.7. 22). De gebruikelijke inname bij vrouwen is significant lager dan bij mannen (respectievelijk 17.3 g/dag en 20.9 g/dag). De leeftijdsgroep met de hoogste gebruikelijke inname is die van de 75-plussers bij de vrouwen (19.1 g/dag) en van de 15 tot 18 jarigen bij de mannen (26.9 g/dag). De gebruikelijke inname verschilt niet significant in functie van de BMI (Tabel V.7. 23) Gebruikelijke inname van wild en konijn Gezien het kleine aantal verbruiksdagen was het niet mogelijk om analyses te doen met C-side. De basisresultaten worden hier gewoon ter inlichting gegeven. De gebruikelijke inname van wild en konijn in de algemene bevolking van 15 jaar en ouder is 2.6 g/dag (Tabel V.7. 24) Gebruikelijke inname van producten op basis van vlees Op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag bleek dat 26.9% van de respondenten geen producten op basis van vlees had geconsumeerd. Het aandeel personen uit de algemene bevolking die deze producten nooit consumeren werd door het programma C-side op 0 geschat. De gebruikelijke inname van producten op basis van vlees in de algemene bevolking van 15 jaar en ouder bedraagt 32.2 g/dag en de 97.5 percentiel bedraagt 78 g (Tabel V.7. 25). De gebruikelijke inname bij vrouwen is significant lager dan bij mannen (respectievelijk 23.5 g/dag en 41.7 g/dag). De leeftijdsgroep met de hoogste gebruikelijke inname is die van de jarigen bij de vrouwen (26.2 g/dag) en de jarigen bij de mannen (42.6 g/dag)
20 De gebruikelijke inname is significant verschillend in functie van het opleidingsniveau. De laagste innamen werden opgetekend bij personen die algemeen secundair of hoger onderwijs als hoogste opleidingsniveau hebben (28.7 en 29.3 g/dag), terwijl het hoogste gemiddelde teruggevonden wordt bij personen die een diploma hebben van technisch secundair of beroepsonderwijs (36.5 g/dag) (Tabel V.7. 26). De gebruikelijke inname is significant lager in Vlaanderen (34.4 g/dag) dan in Wallonië en Brussel (27.9 g/dag). Personen met overgewicht gebruiken significant meer producten op basis van vlees (38.0 g/dag) dan mensen met obesitas of met een normaal gewicht (respectievelijk 34.7 en 28.5 g/dag). Er zijn eveneens significante consumptieverschillen die seizoensgebonden zijn. Het verbruik ligt lager in de zomer met 28.5 g/dag, terwijl het verbruik in de andere seizoenen schommelt tussen 31.9 en 33.7 g/dag. Personen met een voor de gezondheid positieve fysieke activiteit hebben een significant hoger verbruik van deze producten (38.4 g/dag) dan inactieve personen of personen met een minimale fysieke activiteit (respectievelijk 29.7 en 28.4 g/dag). Ten slotte is de gebruikelijke inname van producten op basis van vlees bij personen die alleen wonen (27.1 g/dag) significant lager dan bij personen uit gezinnen van twee en drie of meer personen (respectievelijk 32.9 g/dag en 32.4 g/dag) Gebruikelijke inname van orgaanvlees Gezien het kleine aantal verbruiksdagen was het niet mogelijk om analyses te doen met C-side. De basisresultaten worden hier gewoon ter inlichting gegeven. De gemiddelde dagelijkse inname van orgaanvlees bij de algemene bevolking van 15 jaar en ouder is 0.4 g/dag (Tabel V.7. 27) Gebruikelijke inname van vis en schaaldieren Op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag bleek dat 58.4% van de respondenten geen vis of schaaldieren had geconsumeerd. Het aandeel personen uit de algemene bevolking die deze producten nooit consumeren werd door het programma C-side op 0 geschat. De gebruikelijke inname van vis en schaaldieren bij de algemene bevolking van 15 jaar en ouder bedraagt 23.9 g/dag en de 97.5 percentiel bedraagt 55.6 g (Tabel V.7. 28). De gebruikelijke inname is bij vrouwen significant lager dan bij mannen (respectievelijk 23.1 g/dag en 25.6 g/dag). De leeftijdsgroep met de hoogste gebruikelijke inname is die van de jarigen bij de vrouwen (23.7 g/dag) en de jarigen bij de mannen (32.2 g/dag). Bijna 70% van de bevolking voldoet niet aan de aanbevelingen voor vis en schaaldieren. Bij de vrouwelijke bevolking gebruikt 74.2% minder dan 30 g/dag en bij de mannen voldoet 66.4% niet aan deze aanbeveling (Tabel V.7. 29). De gebruikelijke inname is significant hoger in Vlaanderen (26.6 g/dag) dan in Wallonië en in Brussel (19.7 g/dag). In Vlaanderen heeft 62.1% van de bevolking een gebruikelijke inname die lager is dan de aanbevelingen, terwijl dit cijfer in Brussel en Wallonië 85.2% van de bevolking bedraagt
21 3.2.8 Gebruikelijke inname van vis Op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag bleek dat 69.3% van de respondenten geen vis had geconsumeerd. Het aandeel personen uit de algemene bevolking die deze producten nooit consumeren werd door het programma C-side op 0 geschat. De gebruikelijke inname van vis in de algemene bevolking van 15 jaar en ouder bedraagt 17.9 g/dag en de 97.5 percentiel bedraagt 52.5 g (Tabel V.7. 30). De gebruikelijke inname is significant lager bij vrouwen dan bij mannen: respectievelijk 15.9 g/dag en 20.1 g/dag. De leeftijdsgroep met de hoogste inname is die van de jarigen bij zowel de vrouwen (21.7 g/dag) als bij de mannen (25.6 g/dag). De gebruikelijke inname is significant verschillend in functie van het opleidingsniveau. Het laagste gemiddelde wordt opgetekend bij personen met algemeen secundair onderwijs als hoogste opleidingsniveau (15.6 g/dag), terwijl het hoogste gemiddelde opgetekend wordt bij de personen met een diploma hoger secundair onderwijs (19.4 g/dag) (Tabel V.7. 31). De gebruikelijke inname is significant hoger in Vlaanderen (19.2 g/dag) dan in Wallonië en Brussel (16.2 g/dag). Personen met obesitas verbruiken de laagste hoeveelheid vis met een gemiddelde van 17.4 g/dag, terwijl personen met een normaal gewicht de grootste hoeveelheid vis consumeren met een gemiddelde van 18.2 g/dag. Deze verschillen zijn echter niet significant. Inactieve personen hebben een consumptie van vis die significant lager is (15.2 g/dag) dan personen met een minimale fysieke activiteit (20.1 g/dag) of met een voor de gezondheid positieve activiteit (17.5 g/dag) Gebruikelijke inname van schaaldieren Op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag bleek dat 84.7% van de respondenten geen schaaldieren had geconsumeerd. Het aandeel personen uit de algemene bevolking die deze producten nooit consumeren werd door het programma C-side op 0 geschat. De gebruikelijke inname van schaaldieren in de algemene bevolking van 15 jaar en ouder bedraagt 5.4 g/dag en de 97.5 percentiel bedraagt 19.8 g (Tabel V.7. 32). De gebruikelijke inname is lager bij vrouwen dan bij mannen (respectievelijk 5.3 g/dag en 5.8 g/dag), maar dit verschil is niet significant. De leeftijdsgroep met de hoogste inname is die van de jarigen bij de vrouwen (7.4 g/dag) en de jarigen bij de mannen (6.1 g/dag). De personen die een voor de gezondheid positieve fysieke activiteit hebben, verbruiken meer schaaldieren (6.9 g/dag) dan inactieve personen of personen met een minimale fysieke activiteit (respectievelijk 4.0 en 4.6 g/dag), maar deze verschillen zijn niet significant (Tabel V.7. 33) Gebruikelijke inname van producten op basis van vis Gezien het kleine aantal verbruiksdagen was het niet mogelijk om analyses te doen met C-side. De basisresultaten worden hier gewoon ter inlichting gegeven. De gebruikelijke inname van deze producten bij de algemene bevolking van 15 jaar bedraagt 1.9 g/dag (Tabel V.7. 34)
22 Gebruikelijke inname van eieren Op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag bleek dat 63% van de respondenten geen eieren had geconsumeerd. Het aandeel personen uit de algemene bevolking die deze producten nooit consumeren werd door het programma C-side op 0 geschat, dat is een waarde die iets lager ligt dan de waarde berekend door de voedselfrequentievragenlijst (3.3%). De gebruikelijke inname van eieren in de algemene bevolking van 15 jaar en ouder bedraagt 10.0 g/dag en de 97.5 percentiel bedraagt 31.9 g (Tabel V.7. 35). De gebruikelijke inname is significant lager bij vrouwen dan bij mannen (respectievelijk 8.8 g/dag en 12.1 g/dag). De leeftijdsgroep met de hoogste inname is die van de jarigen bij de vrouwen (9.9 g/dag) en de jarigen bij de mannen (12.8 g/dag). De gebruikelijke inname is significant verschillend in functie van het opleidingsniveau. Het laagste gemiddelde wordt opgetekend bij personen met algemeen secundair onderwijs als hoogste opleidingsniveau (8.2 g/dag), terwijl het hoogste gemiddelde opgetekend wordt bij de personen met een diploma technisch secundair of beroepsonderwijs (10.9 g/dag) (Tabel V.7. 36). De gebruikelijke inname is significant hoger in Vlaanderen (11.3 g/dag) dan in Wallonië en Brussel (8.4 g/dag). Personen met overgewicht consumeren significant meer eieren (10.4 g/dag) dan mensen met obesitas of mensen met een normaal gewicht (respectievelijk 8.9 en 9.9 g/dag). Er zijn eveneens significante consumptieverschillen volgens de seizoenen. Het verbruik is het hoogst in de zomer met 11.2 g/dag, terwijl het verbruik in de herfst en de winter lager ligt (respectievelijk 8.5 en 9.5 g/dag). De personen met een voor de gezondheid positieve fysieke activiteit hebben eveneens een verbruik van eieren dat significant hoger ligt (12.1 g/dag) dan personen die inactief zijn of die een minimale fysieke activiteit hebben (respectievelijk 9.9 en 8.1 g/dag). Ten slotte vertonen personen die alleen wonen een significant lagere inname van eieren (8.3 g/dag) dan personen uit gezinnen van drie of meer personen (11.3 g/dag) Gebruikelijke inname van vervangproducten voor vlees Op basis van de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag bleek dat 83.3% van de respondenten deze producten niet had geconsumeerd. Het aandeel personen uit de algemene bevolking die deze producten nooit consumeren werd door het programma C-side op 43.9% geschat. De dagelijkse gemiddelde inname van vis bij de algemene bevolking van 15 jaar en ouder bedraagt 5.2 g/dag en de 97.5 percentiel bedraagt 26.4 g/dag (Tabel V.7. 37). De gebruikelijke inname is significant lager bij vrouwen dan bij mannen (respectievelijk 3.7 g/dag en 7.1 g/dag). De leeftijdsgroep met de hoogste inname is die van de jarigen bij de vrouwen (5.4 g/dag) en de jarigen bij de mannen (8.3 g/dag). Er zijn geen significante verschillen qua verbruik naar gelang het gewicht of de fysieke activiteit (Tabel V.7. 38)
23 4 Tabellen volgens de consumptiefrequentie Tabel V.7. 1 Aantal personen (in %) volgens de consumptiefrequentie van alle eiwitrijke producten uit de voedingsdriehoek (Tmeatp_r) Nooit < 1/week 1/week 2-4 /week 5-6 /week >= 1/dag N GESLACHT Man Vrouw LEEFTIJD OPLEIDING Lager sec. of minder BSO/TSO ASO Hoger onderwijs WOONPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest GEWICHT (BMI) Ondergewicht Gezond gewicht Overgewicht Obesiteit LICHAMELIJKE Inactief ACTIVITEIT Minimaal Pos. voor gezondheid TOTAAL Gewogen prevalentie
24 Tabel V.7. 2 Aantal personen (in %) volgens de consumptiefrequentie van vlees en vleesproducten (zonder vis) (Tmeat_r) Nooit < 1/week 1/week 2-4 /week 5-6 /week >= 1/dag N GESLACHT Man Vrouw LEEFTIJD OPLEIDING Lager sec. of minder BSO/TSO ASO Hoger onderwijs WOONPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest GEWICHT (BMI) Ondergewicht Gezond gewicht Overgewicht Obesiteit LICHAMELIJKE Inactief ACTIVITEIT Minimaal Pos. voor gezondheid TOTAAL Gewogen prevalentie
25 Tabel V.7. 3 Aantal personen (in %) volgens de consumptiefrequentie van vis en visproducten (Tfish_r) Nooit < 1/week 1/week 2-4 /week 5-6 /week >= 1/dag N GESLACHT Man Vrouw LEEFTIJD OPLEIDING Lager sec. of minder BSO/TSO ASO Hoger onderwijs WOONPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest GEWICHT (BMI) Ondergewicht Gezond gewicht Overgewicht Obesiteit LICHAMELIJKE Inactief ACTIVITEIT Minimaal Pos. voor gezondheid TOTAAL Gewogen prevalentie
26 Tabel V.7. 4 Aantal personen (in %) volgens de consumptiefrequentie van vegetarische producten (Tvegp_r) Nooit < 1/week 1/week 2-4 /week 5-6 /week >= 1/dag N GESLACHT Man Vrouw LEEFTIJD OPLEIDING Lager sec. of minder BSO/TSO ASO Hoger onderwijs WOONPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest GEWICHT (BMI) Ondergewicht Gezond gewicht Overgewicht Obesiteit LICHAMELIJKE Inactief ACTIVITEIT Minimaal Pos. voor gezondheid TOTAAL Gewogen prevalentie
27 Tabel V.7. 5 Aantal personen (in %) volgens de consumptiefrequentie van eieren (Tegg_r) Nooit < 1/week 1/week 2-4 /week 5-6 /week >= 1/dag N GESLACHT Man Vrouw LEEFTIJD OPLEIDING Lager sec. of minder BSO/TSO ASO Hoger onderwijs WOONPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest GEWICHT (BMI) Ondergewicht Gezond gewicht Overgewicht Obesiteit LICHAMELIJKE Inactief ACTIVITEIT Minimaal Pos. voor gezondheid TOTAAL Gewogen prevalentie
28 Tabel V.7. 6 Aantal personen (in %) dat dagelijks producten uit de eiwitgroep in de driehoek eet (Tmeatp_d) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man ( ) 1517 Vrouw ( ) 1493 LEEFTIJD ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 671 OPLEIDING Lager sec. of minder ( ) 927 BSO/TSO ( ) 728 ASO ( ) 526 Hoger onderwijs ( ) 734 WOONPLAATS Vlaams Gewest ( ) 1872 Brussels Gewest ( ) 228 Waals Gewest ( ) 910 GEWICHT (BMI) Ondergewicht ( ) 129 Gezond gewicht ( ) 1676 Overgewicht ( ) 893 Obesiteit ( ) 305 LICHAMELIJKE Inactief ( ) 1233 ACTIVITEIT Minimaal ( ) 980 Pos. voor gezondheid ( ) 759 TOTAAL Gewogen prevalentie
29 Tabel V.7. 7 Aantal personen (in %) dat dagelijks vlees(producten) zonder vis eet (Tmeat_d) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man ( ) 1523 Vrouw ( ) 1501 LEEFTIJD ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 674 OPLEIDING Lager sec. of minder ( ) 932 BSO/TSO ( ) 734 ASO ( ) 528 Hoger onderwijs ( ) 734 WOONPLAATS Vlaams Gewest ( ) 1873 Brussels Gewest ( ) 228 Waals Gewest ( ) 923 GEWICHT (BMI) Ondergewicht ( ) 127 Gezond gewicht ( ) 1678 Overgewicht ( ) 897 Obesiteit ( ) 315 LICHAMELIJKE Inactief ( ) 1236 ACTIVITEIT Minimaal ( ) 987 Pos. voor gezondheid ( ) 763 TOTAAL Gewogen prevalentie
30 Tabel V.7. 8 Aantal personen (in %) dat nooit vlees(producten) zonder vis eet (Tmeat_z) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man ( ) 1543 Vrouw ( ) 1535 LEEFTIJD ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 700 OPLEIDING Lager sec. of minder ( ) 965 BSO/TSO ( ) 738 ASO ( ) 537 Hoger onderwijs ( ) 740 WOONPLAATS Vlaams Gewest ( ) 1905 Brussels Gewest ( ) 232 Waals Gewest ( ) 941 GEWICHT (BMI) Ondergewicht ( ) 131 Gezond gewicht ( ) 1705 Overgewicht ( ) 913 Obesiteit ( ) 322 LICHAMELIJKE Inactief ( ) 1270 ACTIVITEIT Minimaal ( ) 1001 Pos. voor gezondheid ( ) 769 TOTAAL Gewogen prevalentie
31 Tabel V.7. 9 Aantal personen (in %) dat bijna nooit vlees(producten) zonder vis eet (Tmeat_n) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man ( ) 1542 Vrouw ( ) 1531 LEEFTIJD ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 698 OPLEIDING Lager sec. of minder ( ) 961 BSO/TSO ( ) 738 ASO ( ) 537 Hoger onderwijs ( ) 740 WOONPLAATS Vlaams Gewest ( ) 1901 Brussels Gewest ( ) 231 Waals Gewest ( ) 941 GEWICHT (BMI) Ondergewicht ( ) 131 Gezond gewicht ( ) 1702 Overgewicht ( ) 912 Obesiteit ( ) 321 LICHAMELIJKE Inactief ( ) 1265 ACTIVITEIT Minimaal ( ) 1001 Pos. voor gezondheid ( ) 769 TOTAAL Gewogen prevalentie
32 Tabel V Aantal personen (in %) dat dagelijks vegetarische producten eet (Tvegp_d) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man ( ) 1438 Vrouw ( ) 1420 LEEFTIJD ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 631 OPLEIDING Lager sec. of minder ( ) 882 BSO/TSO ( ) 689 ASO ( ) 499 Hoger onderwijs ( ) 700 WOONPLAATS Vlaams Gewest ( ) 1793 Brussels Gewest ( ) 218 Waals Gewest ( ) 847 GEWICHT (BMI) Ondergewicht ( ) 126 Gezond gewicht ( ) 1593 Overgewicht ( ) 847 Obesiteit ( ) 285 LICHAMELIJKE Inactief ( ) 1178 ACTIVITEIT Minimaal ( ) 918 Pos. voor gezondheid ( ) 725 TOTAAL Gewogen prevalentie
33 Tabel V Aantal personen (in %) dat bijna dagelijks visproducten eet (Tfish_a) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man ( ) 1508 Vrouw ( ) 1489 LEEFTIJD ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 662 OPLEIDING Lager sec. of minder ( ) 919 BSO/TSO ( ) 723 ASO ( ) 530 Hoger onderwijs ( ) 729 WOONPLAATS Vlaams Gewest ( ) 1854 Brussels Gewest ( ) 225 Waals Gewest ( ) 918 GEWICHT (BMI) Ondergewicht ( ) 127 Gezond gewicht ( ) 1658 Overgewicht ( ) 892 Obesiteit ( ) 313 LICHAMELIJKE Inactief ( ) 1228 ACTIVITEIT Minimaal ( ) 973 Pos. voor gezondheid ( ) 758 TOTAAL Gewogen prevalentie
34 Tabel V Aantal personen (in %) dat nooit visproducten eet (Tfish_z) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man Vrouw ( ) 1527 LEEFTIJD ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 694 OPLEIDING Lager sec. of minder BSO/TSO ASO Hoger onderwijs WOONPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest GEWICHT (BMI) Ondergewicht ( ) 130 Gezond gewicht ( ) 1700 Overgewicht ( ) 912 Obesiteit ( ) 320 LICHAMELIJKE Inactief ACTIVITEIT Minimaal Pos. voor gezondheid TOTAAL Gewogen prevalentie
35 Tabel V Aantal personen (in %) dat bijna nooit visproducten eet (Tfish_n) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man ( ) 1535 Vrouw ( ) 1515 LEEFTIJD ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 687 OPLEIDING Lager sec. of minder ( ) 948 BSO/TSO ( ) 734 ASO ( ) 533 Hoger onderwijs ( ) 737 WOONPLAATS Vlaams Gewest ( ) 1889 Brussels Gewest ( ) 231 Waals Gewest ( ) 930 GEWICHT (BMI) Ondergewicht ( ) 130 Gezond gewicht ( ) 1686 Overgewicht ( ) 908 Obesiteit ( ) 319 LICHAMELIJKE Inactief ( ) 1255 ACTIVITEIT Minimaal ( ) 993 Pos. voor gezondheid ( ) 764 TOTAAL Gewogen prevalentie
36 Tabel V Aantal personen (in %) dat bijna nooit eieren eet (Tegg_n) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man ( ) 1539 Vrouw ( ) 1527 LEEFTIJD ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 698 OPLEIDING Lager sec. of minder ( ) 958 BSO/TSO ( ) 737 ASO ( ) 535 Hoger onderwijs ( ) 739 WOONPLAATS Vlaams Gewest ( ) 1896 Brussels Gewest ( ) 233 Waals Gewest ( ) 937 GEWICHT (BMI) Ondergewicht ( ) 131 Gezond gewicht ( ) 1702 Overgewicht ( ) 908 Obesiteit ( ) 318 LICHAMELIJKE Inactief ( ) 1265 ACTIVITEIT Minimaal ( ) 998 Pos. voor gezondheid ( ) 767 TOTAAL Gewogen prevalentie
De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieSamenvatting resultaten voedselconsumptiepeiling 2014
Samenvatting resultaten voedselconsumptiepeiling 2014 De resultaten van de VCP 2014 werden in september 2016 gepubliceerd. Een samenvattend overzicht van de resultaten, en een vergelijking met enkele resultaten
Nadere informatieVoedingsprofiel. Hoofdstuk IV. Inleiding en methoden. Studiepopulatie. Voedings- en gezondheidsstatus. Maaltijdpatroon
Hoofdstuk IV Voedingsprofiel Inleiding en methoden Studiepopulatie Voedings- en gezondheidsstatus Voedingsprofiel Maaltijdpatroon Plaats waar maaltijd genomen wordt Specifieke diëten Voedingsmiddelen Voedingssupplementen
Nadere informatieBEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL
BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieVOEDSELCONSUMPTIEPEILING
VOEDSELCONSUMPTIEPEILING 2014-2015 RAPPORT 4: DE CONSUMPTIE VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DE INNAME VAN VOEDINGSTOFFEN Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance
Nadere informatieLeefstijl en preventie
Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik
Nadere informatieSocio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest
Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine
Nadere informatie2.6 VLEES, VIS, EIEREN EN VERVANGPRODUCTEN. AUTEUR Thérésa LEBACQ
2.6 VLEES, VIS, EIEREN EN VERVANGPRODUCTEN AUTEUR Thérésa LEBACQ Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal sonen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieVoedselconsumptie Vergelijking met de Richtlijnen goede voeding Belangrijkste bevindingen
Voedselconsumptie 12-16 Vergelijking met de Richtlijnen goede voeding 15 Het RIVM onderzoekt de voedselconsumptie in Nederland. Van ruim mensen in de leeftijd van 1 tot en met 79 jaar is van 12 tot en
Nadere informatieVoedselconsumptiepeiling : De consumptie van voedingsmiddelen
Presentatie VIVES, 26 oktober 2016 Voedselconsumptiepeiling 2014-2015: De consumptie van voedingsmiddelen en de inname van voedingsstoffen Karin De Ridder Coordinator Team Nutrition, Activities & Health
Nadere informatieDE ACTIEVE VOEDINGSDRIEHOEK: OM DAGELIJKS EVENWICHTIG TE ETEN EN VOLDOENDE TE BEWEGEN.
GEZONDHEID INFOBLAD DE ACTIEVE VOEDINGSDRIEHOEK: OM DAGELIJKS EVENWICHTIG TE ETEN EN VOLDOENDE TE BEWEGEN. BRON: VIGeZ, 2011. De actieve voedingsdriehoek. De actieve voedingsdriehoek geeft je een idee
Nadere informatieBelangrijkste bevindingen
gram/dag tijdens ontbijt A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Belangrijkste bevindingen Ontbijtgewoonten
Nadere informatieGezondheidsenquête door middel van Interview België 2001
Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be
Nadere informatie2.1 WATER EN NIET-GESUIKERDE DRANKEN. AUTEUR Thérésa LEBACQ
2.1 WATER EN NIET-GESUIKERDE DRANKEN AUTEUR Thérésa LEBACQ Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers
Nadere informatie2.2 GRAANPRODUCTEN EN AARDAPPELEN. AUTEUR Cloë OST
2.2 GRAANPRODUCTEN EN AARDAPPELEN AUTEUR Cloë OST Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal sonen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en de enquêteurs
Nadere informatieGezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.
Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van
Nadere informatieAnnex: Tabellen behorende bij de analyses consumptiedatabanken
Verkennend beleidsgericht onderzoek m.b.t. sociale stratificatie in aankoop en consumptie van voedingsmiddelen, de impact daarvan op de volksgezondheid en de mogelijkheden om deze sociale stratificatie
Nadere informatie1-2004: IPH/EPI REPORTS N
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Synthese De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 017 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau,
Nadere informatie3.4 EIWITTEN. AUTEUR Karin DE RIDDER
3.4 EIWITTEN AUTEUR Karin DE RIDDER Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en de enquêteurs voor
Nadere informatie5.3 VITAMINE B6 AUTEUR
5.3 VITAMINE B6 AUTEUR Eveline TEPPERS Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en de enquêteurs
Nadere informatieBijlage 1: Gezondheidsdoelstellingen Vlaamse Overheid
Bijlage 1: Gezondheidsdoelstellingen Vlaamse Overheid Concreet werden (voor volwassenen) volgende aanbevelingen geformuleerd: 1. met betrekking tot beweging: ofwel dagelijks minstens 30 minuten per dag
Nadere informatie5.2 VITAMINE B2 AUTEUR
5.2 VITAMINE B2 AUTEUR Eveline TEPPERS Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en de enquêteurs
Nadere informatieDe Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004
Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016 Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman
Nadere informatieHOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT. AUTEUR Cloë OST
HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT AUTEUR Cloë OST Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers
Nadere informatieMEMO. Bijdrage van voedingsmiddelengroepen aan de inneming van mono- en disachariden en energie. Resultaten van VCP 2007-2010.
MEMO Bijdrage van voedingsmiddelengroepen aan de inneming van mono- en disachariden en energie Resultaten van VCP 2007-2010 Pagina 1 van 19 Colofon RIVM 2013 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen
Nadere informatie5.1 VITAMINE B1 AUTEUR
5.1 VITAMINE B1 AUTEUR Eveline TEPPERS Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en de enquêteurs
Nadere informatieMethodologie. Nutrinews december 2003
Nutrinews december 2003 C. Matthys, I. Huybrechts, M. Bellemans, M. De Maeyer, S. De Henauw Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde Universiteit Gent Een evenwichtige en gevarieerde voeding is een van
Nadere informatieVoedselconsumptie Vergeleken met de Richtlijnen goede voeding Belangrijkste bevindingen
Voedselconsumptie 212-214 Vergeleken met de Richtlijnen goede voeding 215 Het RIVM onderzoekt de voedselconsumptie in Nederland. Deze factsheet geeft in het kort weer hoe volwassenen (19-79 jaar) in de
Nadere informatieMAALTIJDPATROON. AUTEUR Sarah BEL
MAALTIJDPATROON AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en de enquêteurs voor hun
Nadere informatieGezondheidsenquête door middel van Interview België 2001
Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be
Nadere informatieVOEDINGSAANBEVELINGEN. AUTEURS Thérésa LEBACQ Cloë OST
VOEDINGSAANBEVELINGEN AUTEURS Thérésa LEBACQ Cloë OST Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en
Nadere informatieGezondheidsenquête door middel van Interview België 2001
Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be
Nadere informatieEet, drink en. beweeg!
Eet, drink en. beweeg! WAAROM? Gezond eten en regelmatig bewegen gaan hand in hand. Door een gevarieerde voeding te combineren met voldoende lichaamsbeweging zorgen we ervoor dat we het risico op allerlei
Nadere informatie2.7 SMEER- EN BEREIDINGSVET. AUTEUR Thérésa LEBACQ
2.7 SMEER- EN BEREIDINGSVET AUTEUR Thérésa LEBACQ Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal sonen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en de enquêteurs
Nadere informatieIntroductie. Introductie. Inleiding Methode Interventie Resultaten Conclusies. Preventie van overgewicht bij jonge kinderen.
Preventie van overgewicht bij jonge kinderen. Evaluatie en ontwikkeling van een interventie rond voeding en beweging binnen de kinderdagverblijven Drs. Valerie De Coen, Prof. Dr. Ilse De Bourdeaudhuij,
Nadere informatieDiewertje Sluik, Edith Feskens
Nutriëntendichtheid van basisvoedingsmiddelen Diewertje Sluik, Edith Feskens NZO Symposium, 21 November 2013 Inhoud Kwaliteit van voeding meten: dieetscores/indexen Nutrient profiling Nutriëntendichtheid
Nadere informatie1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding
1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding Op de pabo opleiding leren de studenten hoe ze kinderen de vaardigheden kunnen bijbrengen die ze nodig hebben om een succesvolle en evenwichtige volwassene te worden. In
Nadere informatieLydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.)
GEZONDHEIDSENQUETE 2013 Rapport 2: Gezondheidsgedrag en leefstijl Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.
Nadere informatieVoedingsgewoonten. Sabine Drieskens
Voedingsgewoonten Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@iph.fgov.be
Nadere informatieGezondheid en samenleving
Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.
Nadere informatieGezondheidsenquête door middel van Interview België 2001
Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :
Nadere informatie2.5 MELK- EN CALCIUMVERRIJKTE SOJAPRODUCTEN. AUTEUR Thérésa LEBACQ
2.5 MELK- EN CALCIUMVERRIJKTE SOJAPRODUCTEN AUTEUR Thérésa LEBACQ Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal sonen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers
Nadere informatieGezonde voeding. Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat Ieper N Diensthoofd keuken
Gezonde voeding Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat 12 8900 Ieper 40.049N 20171110 www.yperman.net 057 35 35 35 info@yperman.net Diensthoofd keuken Een gezonde voeding is een voeding die alle essentiële
Nadere informatieFruitconsumptie van 4-12-jarigen Resultaten van VCP
gram/dag A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Belangrijkste bevindingen Fruitconsumptie van
Nadere informatieDe voedingsmiddelendriehoek.
Hoofdstuk 8 De voedingsmiddelendriehoek. 1. De voedingsdriehoek invullen. 2. De drie maaltijden per dag opnoemen. 3. Zeggen wanneer we best drinken en hoeveel liter we drinken. 4. Tips opnoemen om gezond
Nadere informatieBijdrage (%) van de tussendoortjes aan de consumptie van productgroepen in drie voedselconsumptiepeilingen
Tabel 18 Bijdrage (%) van de tussendoortjes aan de consumptie van productgroepen in drie voedselconsumptiepeilingen Bijdrage (%) van tussendoortjes aan de consumptie van groepen voedingsmiddelen bij de
Nadere informatiePLAATS VAN DE MAALTIJDCONSUMPTIE. AUTEUR Cloë OST
PLAATS VAN DE MAALTIJDCONSUMPTIE AUTEUR Cloë OST Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en de enquêteurs
Nadere informatieDe nieuwe voedingsdriehoek: kompas voor een gezond leven. Nina Van Den Broecke 30/09/2018
De nieuwe voedingsdriehoek: kompas voor een gezond leven Nina Van Den Broecke 30/09/2018 Inhoud 1. Nieuwe voedingsdriehoek: waarom en hoe? 2. De voedingsdriehoek Inhoudelijke visie Gezond Leven tips 3.
Nadere informatiestandaard gebruikers Voedingsmiddel gemiddelde afwijking aantal [%] Overigen 112 92 4952 83 td ochtend 0 4 6 0 td middag 1 7 49 1 td avond 1 11 63 1
Tabel 24 Dagelijkse consumptie van groepen voedingsmiddelen door diverse bevolkingsgroepen naar tussendoorgebruik (berekening bij gebruikers van tussendoortjes) Project : Basis rapportage VCP (SAS) Weergave:
Nadere informatieResultaten voor Brussels Gewest Voedingsgewoonten Gezondheidsenquête, België, 1997
6.6.1. Inleiding De voedingsgewoonte is een van de aspecten van levensstijl met een belangrijke impact op de algemene gezondheid, hetzij via het probleem van obesitas of via de verhoging van de prevalentie
Nadere informatieGEZONDHEIDSENQUETE 2013
GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance
Nadere informatie2.3 GROENTEN. AUTEUR Cloë OST
2.3 GROENTEN AUTEUR Cloë OST Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal sonen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers en de enquêteurs voor hun deelname
Nadere informatieVoeding na transplantatie. 2013 Universitair Ziekenhuis Gent
Voeding na transplantatie 1 Algemene voedingsrichtlijnen Jemina Van Loo 24/06/2013 2 Inleiding Optimale gezondheid bereiken of bewaren 1) Medicatie 2) Gezonde voeding gezond gewicht gezonde voedingskeuzes
Nadere informatie4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau
4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit
Nadere informatieGezondheidsenquête door middel van Interview België 2001
Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail
Nadere informatieLandbouwer als. expert. Een landbouwer werkt met kennis van zaken. Daar mag je zeker van zijn. Goed geboerd
G LANDBOUWER ALS ONDERNEMER L x E D O () x E 4 E E L P: E G LANDBOUWER ALS ONDERNEMER L E D R D C E H E 4 I O x E L P: E G LANDBOUWER ALS ONDERNEMER L L E Z Z - A J! 4 E L P: E G LANDBOUWER ALS ONDERNEMER
Nadere informatieVoedselconsumptie in Nederland anno nu Eerste bevindingen van voedselconsumptiepeiling Caroline van Rossum
Voedselconsumptie in Nederland anno nu Eerste bevindingen van voedselconsumptiepeiling 2012-2016 Caroline van Rossum 1 Voedselconsumptiepeilingen Inzicht in wat, waar en wanneer voedingsmiddelen worden
Nadere informatiePendelarbeid tussen Gewesten en provincies
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere
Nadere informatieInfofiche 2. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen
Infofiche 2 Doelstellingen De leerlingen kunnen voedingsaanbevelingen interpreteren en toepassen, rekening houdend met verschillende factoren zoals leeftijd en mate van fysieke activiteit. De leerlingen
Nadere informatieDe actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen. De kinderen kunnen reflecteren over hun eigen eetgewoonten.
Infofiche 1 Doelstellingen De leerlingen kennen de basisprincipes van een gezonde voeding en zien het belang in van een evenwichtige en gevarieerde voeding. De leerlingen weten aan welke voedselgroepen
Nadere informatieVOEDING OP DE BUURDERIJ
VOEDING OP DE BUURDERIJ De voeding op de Buurderij voldoet aan de richtlijnen Gezonde Voeding van het Voedingscentrum. Per 1 januari 2018 is er gemiddeld 6,60 beschikbaar per bewoner per dag voor het eten.
Nadere informatie1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.
Nadere informatieniveau 2, 3, 4 thema 5.5
niveau 2, 3, 4 thema 5.5 Gezonde voeding Inleiding Wanneer eet je gezond? Hoeveel moet ik dagelijks eten? Wat is een goed lichaamsgewicht? Onder- en overgewicht Inleiding Goede voeding levert de dagelijks
Nadere informatieJong en gezond? Uitdagingen voor meer gezonde voeding en beweging bij kinderen in Vlaanderen
Jong en gezond? Uitdagingen voor meer gezonde voeding en beweging bij kinderen in Vlaanderen Prof. dr. Lea Maes Prof. dr. Ilse De Bourdeaudhuij Drs. Valerie De Coen Introductie Probleemstelling: Rapport
Nadere informatieMEMO: Inname van vitamine K door kinderen en volwassenen in Nederland. Resultaten van VCP 2007-2010
MEMO: Inname van vitamine K door kinderen en volwassenen in Nederland Resultaten van VCP 2007-2010 Colofon RIVM 2016/versie 2, augustus 2016 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde
Nadere informatieDe actieve voedingsdriehoek. Bekijk aandachtig de menu s van Jana en Stef. Wie heeft volgens jou het lekkerste menu? Waarom?
Het werkblad sluit aan bij de infofiches waarin je ook meer informatie vindt bij de verschillende opdrachten. Gebruik de infofiches en het werkblad naast elkaar. Opdracht 1 (aansluitend bij infofiche 1)
Nadere informatieDe valkuilen na bariatrische heelkunde. Inleiding
De valkuilen na bariatrische heelkunde Hannelore Declercq Annick De Vriese Goussey Julie Inleiding De gastricbypass is geen wondermiddel in de strijd tegen obesitas maar een hulpmiddel dat samen met gezonde
Nadere informatieConsumptie van koolhydraten in Nederland
Consumptie van koolhydraten in Nederland Caroline van Rossum 1 Inhoud Voedselconsumptie meten Inname Bronnen Waar en wanneer Verschillen in bevolking Veranderingen 2 Voedselconsumptiepeilingen Inzicht
Nadere informatieBijdrage (%) van maaltijden aan de consumptie van groepen
Tabel 25 Bijdrage (%) van maaltijden aan de consumptie van groepen voedingsmiddelen Project : Basis rapportage VCP (SAS) Weergave: Gewogen, vast aantal van 2 dagen, naar gebruik van consumptietypering
Nadere informatieGemiddelde consumptie van groente
gram/dag A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Belangrijkste bevindingen Groenteconsumptie
Nadere informatieInfofiche 2. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen
Infofiche 2 Doelstellingen De leerlingen weten welke voedingsstoffen het lichaam nodig heeft en waarom ze zo belangrijk zijn. De leerlingen zien in dat een gezonde voeding alle essentiële voedingsstoffen
Nadere informatieBijdrage van diverse productgroepen aan de. inname van toegevoegde suikers in
Bijdrage van diverse productgroepen aan de inname van toegevoegde suikers in Nederland Resultaten uit de Nederlandse Voedselconsumptiepeiling 2007-2010 Milan Z. Bloem, MSc Diewertje Sluik, DrPH Edith J.M.
Nadere informatie