Richtlijn voor behandeling van hoge bloeddruk bij patiënten met chronische nierschade. Versie september 2015
|
|
- Sarah Mertens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Richtlijn voor behandeling van hoge bloeddruk bij patiënten met chronische nierschade Versie september 2015 INITIATIEF Richtlijncommissie van de Nederlandse Federatie voor Nefrologie FINANCIERING Nederlandse Federatie voor Nefrologie Namens de richtlijncommissie verantwoordelijk voor de richtlijn: dr. B.C. van Jaarsveld, internist-nefroloog, dr. M.R. Lilien, kinderarts-nefroloog, De richtlijn bevat aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat in een individueel geval deze aanbevelingen niet van toepassing zijn. Het is de verantwoordelijkheid van de behandelend arts te beoordelen of de richtlijn in de praktijk toepasbaar is. Er kunnen zich feiten of omstandigheden voordoen waardoor, in het belang van een goede zorg voor de patiënt, van een richtlijn moet worden afgeweken.
2 Samenvatting voor de praktijk - Streef naar een BMI tussen kg/m 2 (1D) - Verlaag de zoutinname naar < 90 mmol / 2000 mg natrium per24 uur; dit komt overeen met 5 gram natriumchloride (1C) - Onderneem een inspanningsprogramma gericht op ten minste 5x per week ten minste 30 minuten (1D) - Gebruik ACE-remmers of ARB s bij hypertensie met albuminurie > 300 mg/24 uur (1B) - Streef naar een spreekuur-bloeddruk die consistent beneden de waarde in onderstaande tabel is bij de aangegeven patiëntgroepen: CKD zonder albuminurie CKD albuminurie mg/24 uur CKD Albuminurie >300 mg/24 uur geen DM SBP 140 DBP 90 (1B) SBP 130 DBP 80 (2D) SBP 130 DBP 80 (2C) wel DM SBP 140 DBP 90 (1B) SBP 130 DBP 80 (2D) SBP 130 DBP 80 (2D) - Streef bij patiënten met een niertransplantatie naar een spreekuur-bloeddruk die consistent 130/80 mmhg is (2D). - Start bloeddrukverlagende behandeling bij kinderen met CKD als de bloeddruk bij herhaling boven de 90 e percentiel ligt voor leeftijd, geslacht en lengte (1C) - Pas het bloeddrukverlagende regime bij oudere patiënten met CKD aan door rekening te houden met leeftijd, comorbiditeiten en andere behandelingen, met geleidelijke intensivering van de behandeling, en voorzichtigheid t.a.v. elektrolytstoornissen, verslechtering van nierfunctie, orthostatische hypotensie en medicijnbijwerkingen (niet gegradeerd). 2
3 Inhoudsopgave Inleiding 1. Diagnostische overwegingen 2. Leefstijl en farmacologische behandelingen voor het verlagen van bloeddruk bij niet-dialyserende CKD patiënten 3. Bloeddrukbehandeling bij niet-dialyserende CKD patiënten zonder diabetes mellitus (DM) 4. Bloeddrukbehandeling bij niet-dialyserende CKD patiënten met diabetes mellitus 5. Bloeddrukbehandeling bij patiënten met een niertransplantatie 6. Bloeddrukbehandeling bij kinderen met CKD die niet dialyseren 7. Bloeddrukbehandeling bij ouderen met CKD die niet dialyseren 3
4 Inleiding 1. Aanleiding De aanleiding voor het schrijven van deze richtlijn is het verschijnen van een aantal internationale richtijnen over de behandeling van hoge bloeddruk bij chronische nierschade: * KDIGO Clinical Practice Guideline for the Management of Blood Pressure in Chronic Kidney Disease (Dec 2012) * 2013 ESH/ESC Guidelines for the management of arterial hypertension (European Society of Hypertension en European Society of Cardiology) (ESC) * 2014 Evidence-Based Guideline for the Management of High Blood Pressure in Adults (Joint National Committee, JNC VIII) Tot het verschijnen van deze richtlijn bestond er geen richtlijn van de Nederlandse Federatie voor Nefrologie (NFN) over dit onderwerp. 2. Definitie en doelstelling In de titel van de KDIGO richtlijn wordt de term hypertensie vermeden, omdat dit impliceert dat er een bloeddrukwaarde is waarboven of waaronder morbiditeit en mortaliteit een stapsgewijze verandering ondergaan, waarmee gesuggereerd wordt dat er een universeel bloeddrukdoel te definiëren valt. In werkelijkheid is het moeilijk om precieze doelen vast te stellen voor de verschillende subpopulaties met chronische nierschade (CNS). Het doel van deze richtlijn is richting te geven aan de bloeddrukbehandeling van alle niet-dialyse-afhankelijke CNS-patiënten en patiënten met een niertransplantatie. Deze doelstelling omvat de behandeling bij zowel volwassenen als kinderen. 3. Afbakening en uitgangsvragen Voor deze richtlijn is uitgegaan van de opbouw en de onderwerpen die in de KDIGO richtlijn worden behandeld:! Diagnostische overwegingen! Leefstijl en farmacologische behandelingen voor het verlagen van bloeddruk bij nietdialyserende CKD patiënten! Bloeddrukbehandeling bij niet-dialyserende CKD patiënten zonder diabetes mellitus (DM)! Bloeddrukbehandeling bij niet-dialyserende CKD patiënten met diabetes mellitus! Bloeddrukbehandeling bij patiënten met een niertransplantatie! Bloeddrukbehandeling bij kinderen met CKD die niet dialyseren! Bloeddrukbehandeling bij ouderen met CKD die niet dialyseren Er zijn door de richtlijncommissie geen nieuwe uitgangsvragen toegevoegd en uitgewerkt. 4. Richtlijngebruikers De richtlijn is geschreven voor (kinderarts-)nefrologen, (kinderarts-)nefrologen-inopleiding en voor internisten en kinderartsen met nefrologische interesse. 5. Totstandkoming werkgroep De richtlijn is geschreven door enkele leden van de richtlijncommissie van de NFN met interesse voor hypertensie bij CNS, voor hypertensie bij kinderen met CNS en voor hypertensie na een niertransplantatie. 4
5 6. Verantwoording en werkwijze werkgroep De ontwikkeling van KDIGO-richtlijnen volgt een vast omschreven proces van beoordeling en waardering van beschikbare gegevens. De aanbevelingen zijn gebaseerd op systematische reviews van relevante studies. KDIGO gebruikt bij het beoordelen van de kwaliteit van het bewijs en het bepalen van de sterkte van de aanbevelingen de GRADE systematiek (Grading of Recommendations Assessment Development and Evaluation). (KDIGO richtlijn) Bij elke aanbeveling wordt de sterkte van de aanbeveling weergegeven als Level 1, Level 2 of Not graded en de kwaliteit van het ondersteunende bewijs wordt getoond als A, B, C of D. (KDIGO richtlijn) Deze NFN richtlijn beoogt een beknopte samenvatting te zijn van de 86-pagina s tellende KDIGO richtlijn. Alle aanbevelingen uit deze richtlijn zijn integraal, in het Engels, overgenomen. Waar dit relevant geacht werd, is een korte onderbouwing weergegeven, vooral bij stellingen die anders zijn dan eerdere richtlijnen aangaven, of bij stellingen die duidelijk afwijken van het beleid bij patiënten zonder CNS. Voor de volledige onderbouwing 5
6 wordt verwezen naar het originele manuscript. > guidelines> bloodpressure in CKD. Na het verschijnen van de KDIGO richtlijn zijn in 2013 twee richtlijnen voor hypertensie in de algemene populatie verschenen, die hierboven genoemd zijn. De aanbevelingen uit deze richtlijnen, voor zover relevant voor de nefrologische populatie, worden in de onderhavige richtlijn kort genoemd. Patientenparticipatie Zoals hierboven beschreven zijn bij de totstandkoming van deze richtlijn tevoren geen uitgangsvragen geformuleerd, omdat deze richtlijn gebaseerd is op een internationale richtlijn. Het concept van deze richtlijn is voorgelegd aan de Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN). De NVN had geen commentaar op de richtlijn. Procedure voor commentaar en autorisatie De algemene procedure van de NfN is gevolgd. De richtlijn is in conceptversie op de website van de NFN geplaatst; alle klinische leden en NIO s hebben een aankondiging ontvangen met het verzoek om commentaar. De richtlijnen die van toepassing zijn op kinderen zijn toegezonden aan de sectie Kindernefrologie van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde met het verzoek om commentaar. Het commentaar van NfN leden en van kinderarts-nefrologen is verwerkt in de definitieve versie van de richtlijn. In de Klinische Vergadering van de NfN wordt de richtlijn uiteindelijk vastgesteld. De NVK heeft hoofdstuk 6, de richtlijnen over kinderen geautoriseerd. 7. Implementatie en indicatorontwikkeling Vanaf definitief worden van deze richtlijn, wordt deze geplaatst op het openbare gedeelte van de website van de NFN. Op de website van Nefrovisie zal met een link naar deze richtlijn verwezen worden. Het is de verantwoordelijkheid van de individuele behandelaar de inhoud van deze richtlijn te implementeren in de dagelijkse klinische praktijk. Er zijn nog geen indicatoren gedefinieerd om behandeling van hypertensie bij CNS te kunnen toetsen. Dit is moeilijk omdat er bij de behandeling van de individuele patiënt redenen kunnen zijn om bewust van de adviezen uit deze richtlijn af te wijken. Ook in de internationale richtlijnen worden geen indicatoren geformuleerd. 8. Juridische betekenis De richtlijn bevat aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat in een individueel geval deze aanbevelingen niet van toepassing zijn. Het is de verantwoordelijkheid van de behandelend arts te beoordelen of de richtlijn in de praktijk toepasbaar is. Er kunnen zich feiten of omstandigheden voordoen waardoor, in het belang van een goede zorg voor de patiënt, van een richtlijn moet worden afgeweken. 9. Procedure herziening De richtlijn zal worden herzien op het moment dat er een nieuwe versie van de KDIGO-richtlijn verschijnt in de internationale literatuur, of op het moment dat er belangrijke nieuwe gegevens beschikbaar komen die herziening noodzakelijk maken. 6
7 Hoofdstuk 1. Diagnostische overwegingen In de ESH/ESC richtlijn staat uitgebreid beschreven wat de prognostische waarde is van verschillende meetmethoden van de bloeddruk. De spreekuurbloeddruk is bij volwassenen in het algemeen hoger dan de 24-uurs-bloeddrukmeting (ambulatory blood pressure monitoring, ABPM) en de thuisgemeten bloeddruk (home blood pressure monitoring, HBPM). Het verschil tussen deze waarden is groter naarmate de spreekuurbloeddruk hoger is. Bij kinderen wordt de voorkeur gegeven aan auscultatoire meting van de bloeddruk boven oscillometrische meting. Het wordt aanbevolen om oscillometrische metingen hoger dan de p90 gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd en lengte te herhalen met de auscultatoire methode. Voor het meten van de bloeddruk is een bloeddrukband nodig die in overeenstemming is met de afmeting van de bovenarm van het kind. (ESH/ESC richtlijn) 7
8 ABPM Bij het gebruik van de ABPM moet het 24-uurs gemiddelde gewogen worden voor de intervallen tussen de opeenvolgende metingen, of moet eerst het gemiddelde voor elk uur berekend worden alvorens het 24-uursgemiddelde berekend wordt. Dipping wordt gedefinieerd als een daling van > 10% ten opzichte van de bloeddruk overdag, dus een nacht/dag ratio < 0.9. Afwezigheid van dipping wordt beschreven bij verstoorde slaap, slaapapnoe-syndroom, hoge zoutinname, orthostatische hypotensie, CNS, diabetische neuropathie en hoge leeftijd. De ABPM is een betere voorspeller voor primaire en secundaire uitkomstmaten dan de spreekuurbloeddruk, al is hierin geen onderscheid gemaakt tussen patiënten zonder en met CNS. In de tabel hieronder worden de definities van hypertensie voor de verschillende methoden van bloeddrukmeting weergegeven. Ook voor kinderen is ABPM zinvol, met name om gemaskeerde hypertensie te ontdekken. Voor de interpretatie zijn voor lengte gecorrigeerde normaalwaarden beschikbaar vanaf de lengte van 120 cm. De normaalwaarden voor ABPM liggen bij kinderen hoger dan die voor de spreekuurbloeddruk. Er is echter nog onvoldoende bewijs uit interventiestudies bij kinderen om in deze richtlijn een aanbeveling voor het gebruik van ABPM bij kinderen op te nemen. (ESH/ESC richtlijn) HBPM Aangeraden wordt de bloeddruk thuis te laten meten op de volgende wijze: - dagelijks gedurende minstens 3-4 dagen, liefst 7 dagen - in de ochtend en in de avond - in een rustige ruimte bij de zittende patiënt - na 5 minuten rust - 2 metingen per moment met 1-2 minuten ertussen - de bloeddrukwaarde direct noteren in een logboek Bloeddrukmeters die de bloeddruk aan de pols meten worden in het algemeen niet aangeraden, tenzij patiënten zeer obees zijn en een grote bovenarmsdiameter hebben. Voor betrouwbare bloeddrukmeters wordt verwezen naar de website van de Hartstichting ( 8
9 Zoals uit de definities uit bovenstaande tabel blijkt, dient men voor thuisgemeten bloeddrukwaarden aangepaste normen te hanteren. Alle aanbevelingen uit de KDIGO richtlijn zijn immers gebaseerd op de tijdens het spreekuur gemeten bloeddruk. De richtlijn geeft geen aanbeveling voor het gebruik van thuismeting bij kinderen. Wittejashypertensie Deze term dient alleen gebruikt te worden voor patiënten die nog niet behandeld worden. Wittejashypertensie wordt gedefinieerd als hypertensie tijdens het spreekuur, waarbij de bloeddruk normaal is bij thuismeting of bij ABPM. De prevalentie van wittejashypertensie in de algemene populatie bedraagt 13%, en het komt vaker voor bij vrouwen, niet-rokers en bij ouderen. Er zijn geen afzonderlijke gegevens bij patiënten met CNS. 9
10 Hoofdstuk 2. Leefstijl en farmacologische behandelingen voor het verlagen van bloeddruk bij niet-dialyserende CKD patiënten GENERAL STRATEGIES 2.1: Individualize BP targets and agents according to age, co-existent cardiovascular disease and other co-morbidities, risk of progression of CKD, presence or absence of retinopathy (in CKD patients with diabetes) and tolerance of treatment. (Not Graded) 2.2: Inquire about postural dizziness and check for postural hypotension regularly when treating CKD patients with BP-lowering drugs. (Not Graded) LIFESTYLE MODIFICATION 2.3: Encourage lifestyle modification in patients with CKD to lower BP and improve long-term cardiovascular and other outcomes: 2.3.1: We recommend achieving or maintaining a healthy weight (BMI 20 to 25). (1D) 2.3.2: We recommend lowering salt intake to < 90 mmol (<2 g) per day of sodium (corresponding to 5 g of sodium chloride), unless contraindicated. (1C) 2.3.3: We recommend undertaking an exercise program compatible with cardiovascular health and tolerance, aiming for at least 30 minutes 5 times per week. (1D) 2.3.4: We suggest limiting alcohol intake to no more than two standard drinks per day for men and no more than one standard drink per day for women. (2D) Commentaar: Bloeddrukverlagende methoden op het gebied van levensstijlaanpassing worden in deze richtlijn sterk aanbevolen. Het gaat hier om het verkrijgen of behouden van een gezond gewicht, een beperkte natriuminname en het verrichten van inspanning volgens de adviezen van de Hartstichting ( Wat betreft de farmacologische benadering van hoge bloeddruk, wordt geen voorkeur gegeven aan bepaalde klassen antihypertensiva, behalve bij CKD patiënten met albuminurie, in welk geval ACE-remmers of ARB s worden geadviseerd. In de praktijk zijn vaak drie of meer middelen nodig. Alle klassen antihypertensiva worden uitgebreid besproken, met aandacht voor effectiviteit, bijwerkingen en interacties. Het nut van gecombineerde blokkade van het RAAS door ACE-remmers samen met ARB s te geven, is tot nu toe niet bewezen voor belangrijke cardiovasculaire uitkomstmaten noch voor renale uitkomstmaten. Wel zijn er nadelige effecten beschreven ten aanzien van CVA, hypotensie, hyperkaliëmie en nierfunctieverslechtering. Derhalve wordt geadviseerd zeer terughoudend te zijn met het combineren van deze middelen. Dit laatste wordt ook expliciet genoemd in de JNC VIII richtlijn. 10
11 Hoofdstuk 3. Bloeddrukbehandeling bij niet-dialyserende CKD patiënten zonder diabetes mellitus (DM) 3.1: We recommend that non-diabetic adults with CKD ND and urine albumin excretion <30 mg per 24 hours (or equivalent*) whose office BP is consistently >140 mmhg systolic or >90 mmhg diastolic be treated with BP-lowering drugs to maintain a BP that is consistently 140 mmhg systolic and 90 mmhg diastolic.** (1B) 3.2: We suggest that non-diabetic adults with CKD ND and urine albumin excretion of 30 to 300 mg per 24 hours (or equivalent*) whose office BP is consistently >130 mmhg systolic or >80 mmhg diastolic be treated with BP-lowering drugs to maintain a BP that is consistently 130 mmhg systolic and 80 mmhg diastolic. (2D) 3.3: We suggest that non-diabetic adults with CKD ND and urine albumin excretion >300 mg per 24 hours (or equivalent*) whose office BP is consistently >130 mmhg systolic or >80 mmhg diastolic be treated with BP-lowering drugs to maintain a BP that is consistently 130 mmhg systolic and 80 mmhg diastolic. (2C) 3.4: We suggest that an ARB or ACE-I be used in non-diabetic adults with CKD ND and urine albumin excretion of 30 to 300 mg per 24 hours (or equivalent*) in whom treatment with BP-lowering drugs is indicated. (2D) 3.5: We recommend that an ARB or ACE-I be used in non-diabetic adults with CKD ND and urine albumin excretion >300 mg per 24 hours (or equivalent*) in whom treatment with BP-lowering drugs is indicated. (1B) *Approximate equivalents for albumin excretion rate per 24 hours expressed as protein excretion rate per 24 hours, albumin/creatinine ratio, protein/creatinine ratio, and protein reagent strip results are given in Table 1. ** Commentaar RL commissie: Bij ADPKD heeft het nastreven van een lagere target de voorkeur. Referentie: Schrier RW, Abebe KZ, Perrone RD et al, HALT-PKD Trial Investigators N Engl J Med. 2014;371(24):
12 Commentaar: Er is uitgebreid bewijs uit de klinische praktijk dat veel patiënten de bloeddrukdoelen uit richtlijnen in werkelijkheid niet bereiken; de bereikte waarden hebben vaak een normale verdeling rond het bloeddrukdoel. Dit is de reden dat KDIGO in de onderhavige richtlijn de formulering gebruikt dat de bloeddruk blijvend onder een gegeven waarde dient te zijn. Als men rekening wil houden met schommelingen in de spreekuurbloeddruk, dient het feitelijke doel dus aanzienlijk onder de aangegeven waarde te zijn. Ten aanzien van stelling 3.1 waren voorgaande richtlijnen strenger: eerder werd een bloeddruk 130/80 geadviseerd. Omdat deze richtlijnen gebaseerd waren op observationele gegevens, en er nu twee gerandomiseerde studies (de AASK studie en de ACCORD studie) geen voordeel hebben laten zien van een lager bloeddrukdoel, is de bloeddrukgrens verhoogd naar 140/90. Bij stelling 3.2 wordt wel een strenge bloeddruknorm gehanteerd, omdat in de MDRD studie een interactie is gevonden tussen het niveau van albuminurie en de uitkomsten ten aanzien van nierfunctie. Er zijn overigens geen studies die verschillende normen onderzoeken waarbij gekeken wordt naar cardiovasculaire uitkomstmaten. Stelling 3.5 is gebaseerd op het feit dat gerandomiseerde studies hebben laten zien dat ACE-remmers en ARB s de progressie van CKD tegengaan, en wellicht ook een verbetering geven van cardiovasculaire uitkomstmaten. Wel gaat het in de meeste studies om subanalyses van de CKD-groep uit de algemene populatie, dus niet om studies die primair bij CKD verricht zijn. In de ESH/ESC richtlijn wordt een alinea gewijd aan de discussie The lower-thebetter vs. the J-shaped curve. Ook bij patiënten met chronische nierschade is deze discussie actueel. Belangrijk is zich te realiseren dat het concept the lower the SBP and DBP achieved, the better the outcome met name is gebaseerd op observationeel onderzoek in miljoenen gezonde personen, die geen cardiovasculaire ziekte hadden aan het begin van de observatieperiode. Deze groep is dan ook niet representatief voor patiënten die deelnemen aan hypertensie RCT s en zeker niet voor patiënten met CNS. Bovendien betekent een associatie nog lang geen oorzakelijk verband (zie ook hieronder). De J-shaped 12
13 curve staat voor het concept dat het reduceren van SBP of DBP tot extreem lage waarden een kleiner voordeel heeft dan het reduceren tot minder lage waarden. Natuurlijk moet er een ondergrens zijn voor de bloeddruk, beneden welke geen voordeel meer bereikt kan worden. Uit studies bij CNS komt naar voren dat het streven naar zeer lage bloeddrukwaarden vaker leidt tot nierfunctieverlies. Vanuit nefrologisch oogpunt is de J- shaped curve dan ook goed te verdedigen, waarbij het de kunst is per individu het dal van de J-curve juist in te schatten. In de JNC VIII richtlijn wordt voor patiënten met CNS zonder albuminurie een streefbloeddruk van 140/90 mmhg aangehouden, overeenkomstig de bloeddrukdoelen in de KDIGO-richtlijn bij patiënten zonder albuminurie. De JNC VIII richtlijn weegt het beschikbare bewijs vooral met het oog op cardiovasculaire uitkomstmaten, en op dat gebied is er geen strikt bewijs dat een streefbloeddruk 130/80 een gunstiger uitkomst geeft. Wel wordt ook in deze richtlijn aangegeven dat voor patiënten met macroalbuminurie in een posthoc analyse is gevonden dat bij het hanteren van een bloeddrukdoel 130/80 de renale uitkomsten beter zijn. 13
14 Hoofdstuk 4. Bloeddrukbehandeling bij niet-dialyserende CKD patiënten met diabetes mellitus 4.1: We recommend that adults with diabetes and CKD ND with urine albumin excretion <30 mg per 24 hours (or equivalent*) whose office BP is consistently >140 mmhg systolic or >90 mmhg diastolic be treated with BP lowering drugs to maintain a BP that is consistently 140 mmhg systolic and 90 mmhg diastolic. (1B) 4.2: We suggest that adults with diabetes and CKD ND with urine albumin excretion >30 mg per 24 hours (or equivalent*) whose office BP is consistently >130 mmhg systolic or >80 mmhg diastolic be treated with BP lowering drugs to maintain a BP that is consistently 130 mmhg systolic and 80 mmhg diastolic. (2D) 4.3: We suggest that an ARB or ACE-I be used in adults with diabetes and CKD ND with urine albumin excretion of 30 to 300 mg per 24 hours (or equivalent*). (2D) 4.4: We recommend that an ARB or ACE-I be used in adults with diabetes and CKD ND with urine albumin excretion >300 mg per 24 hours (or equivalent*). (1B) Commentaar: In dit hoofdstuk wordt bewust de term diabetische nefropathie vermeden, omdat patiënten met diabetes mellitus en CKD ook andere vormen van nierschade kunnen hebben. Er zijn opvallend weinig studies die in deze patiëntengroep onderscheid hebben gemaakt in de diverse CKD-stadia; daarom wordt in de richtlijn dit onderscheid ook niet gemaakt. Aanbeveling 4.1 betreft ongeveer eenderde van alle patiënten die bestudeerd zijn. Er zijn geen gerandomiseerde gecontroleerde studies (randomized controlled trials, RCT s) verricht naar verschillende bloeddrukdoelen, maar wel RCT s in de hele patiëntengroep met DM, waaruit vervolgens subanalyses zijn verricht. In de UKPDS werd gevonden dat streven naar een bloeddruk < 150/85 mmhg betere uitkomsten gaf dan streven naar een bloeddruk < 180/105 mmhg. In de HOT studie werd gevonden dat streven naar een diastolische bloeddruk 80 mmhg beter was dan naar hogere diastolische bloeddrukwaarden, maar gegevens over albuminurie ontbraken in deze studie. In de ABCD studie werd gerandomiseerd tussen een diastolische bloeddruk < 75 vs. een diastolische bloeddruk van mmhg. Er was minder sterfte in de laagste bloeddrukgroep en geen verschil tussen renale en cardiovasculaire uitkomsten. Omdat in deze studie wel patiënten met normotensie en CKD geïncludeerd waren maar geen patiënten met hypertensie en CKD, kunnen de gegevens niet betrouwbaar geëxtrapoleerd worden naar de gehele CKD-populatie. In de ACCORD studie (n=4730, 40% met albuminurie) werd gerandomiseerd tussen een systolische bloeddruk < 140 vs. < 120 mmhg; er werd geen verschil gevonden in de primaire uitkomstmaat (cardiovasculaire sterfte, nietfataal hartinfarct, niet-fataal CVA), maar in de lage bloeddrukgroep kregen minder patiënten een CVA, maar meer patiënten nierfunctie-verslechtering. Observationele studies tonen een verband tussen lagere bloeddruk en een lager risico op cardiovasculaire uitkomsten; geen van deze studies geeft echter bewijs van causaliteit. Voorts zijn veel posthoc analyses van RCT s verschenen (IDNT, UKPDS, INVEST, ADVANCE), waaruit o.a. naar voren kwam dat patiënten die een betere bloeddruk bereikten (130/85 in plaats van 140/90 mmhg), beter af waren dan patiënten die een hoge bloeddruk hielden. Ook dit geeft geen bewijs van causaliteit. Het is makkelijk voorstelbaar dat degenen die een lagere bloeddruk bereiken minder ver voortgeschreden vaatwandsclerose hebben en/of een betere therapietrouw vertonen. Samenvattend zijn er sterke argumenten voor een streefwaarde < 140/90 mmhg. Er is onvoldoende bewijs om een lager bloeddrukdoel aan te raden voor alle patiënten met DM 14
15 en CKD, omdat er ook studies zijn met ongunstige resultaten bij een lagere bloeddrukstreefwaarde. Het gaat hier vooral om oudere patiënten, patiënten met geïsoleerde systolische hypertensie en patiënten met ernstige autonome neuropathie. Voor aanbeveling 4.2 wordt verwezen naar de Steno-2 studie waarin bij de intensief behandelde patiënten een bloeddrukdoel van 140/85 en later 130/80 werd nagestreefd, terwijl bij de conventionele arm van patiënten een bloeddruk <160/95 en later 135/85 werd nagestreefd. Intensieve behandeling hield ook in dat er o.a. dieet- en inspanningsadvies werd gegeven, lipidenverlagende medicatie, en intensieve glycemische controle. De intensieve behandeling was geassocieerd met een verminderd risico op cardiovasculaire ziekten, nefropathie, retinopathie en autonome neuropathie. Het is aannemelijk dat lagere bloeddrukdoelen hebben bijgedragen aan de gunstige resultaten bij de intensief behandelde patiënten met DM en micro- of macroalbuminurie, vandaar het doel van < 130/80 mmhg. Er is echter sterker bewijs nodig in deze subpopulatie, zodat de gradering slechts op 2D uitkwam. Betreffende de keuze tussen ACE-remmers en ARB s is er geen bewijs dat één van deze klassen betere uitkomsten geeft en zijn deze middelen waarschijnlijk even effectief in het verbeteren van de uitkomsten bij patiënten met DM en albuminurie. Men kan zich in de keuze dan ook laten leiden door het bewijs dat er voor elke klasse bestaat (meer studies met ACE-remmers bij type I DM en meer studies met ARB s bij type II DM), door bijwerkingen en door kostenoverwegingen. 15
16 Hoofdstuk 5. Bloeddrukbehandeling bij patiënten met een niertransplantatie 5.1: We suggest that adult kidney transplant recipients whose office BP is consistently >130 mmhg systolic or >80 mmhg diastolic be treated to maintain a BP that is consistently 130 mmhg systolic and 80 mmhg diastolic, irrespective of the level of urine albumin excretion. (2D) 5.2: In adult kidney transplant recipients, choose a BP-lowering agent after taking into account the time after transplantation, use of calcineurin inhibitors, presence or absence of persistent albuminuria, and other co-morbid conditions. (Not Graded) Commentaar: Hoge bloeddruk is een belangrijke risicofactor zowel voor achteruitgang van transplantaatfunctie als voor cardiovasculaire aandoeningen. Er zijn geen RCT s gedaan naar verschillende bloeddrukdoelen en als primaire eindpunten transplantaatoverleving, cardiovasculaire gebeurtenissen of mortaliteit. Toch hanteert de KDIGO richtlijn de norm van 130/80, omdat dit wordt genoemd in de KDIGO Clinical Practice Guideline for the Care of Kidney Transplant Recipients. De ERBP Guidelines hanteren een norm van 125/75 bij transplantatiepatiënten met proteïnurie, maar er is bij transplantatiepatiënten geen bewijs om onderscheid te maken tussen het al dan niet aanwezig zijn van albuminurie. Vanwege het dubbele risico op transplantaatverlies en cardiovasculaire gebeurtenissen is de norm strenger dan 140/90; wel is dit slechts gebaseerd op observationele data, vandaar de gradering 2D. Voor de keuze van het antihypertensivum geeft de onderhavige KDIGO richtlijn geen voorkeur, al zijn er korte RCT s en een meta-analyse gepubliceerd die bij gebruik van calciumantagonisten een lager risico op transplantaatverlies laten zien. Wellicht heeft het gunstige effect te maken met het feit dat de dihydropyridine calciumantagonisten (bv. amlodipine, nifedipine) het vasoconstrictief effect van calcineurineremmers tegengaan. Zij interfereren echter wel met het metabolisme en de excretie van calcineurineremmers en mtor-remmers. ACE-remmers en ARB s, vooral als deze gedurende de eerste 3-4 maanden na niertransplantatie worden voorgeschreven, kunnen leiden tot stijging van het creatinine, en tot hyperkaliëmie en anemie. Daarnà, zeker indien er albuminurie bestaat, kunnen ARB s en ACE-remmers wel overwogen worden als antihypertensivum. 16
17 Hoofdstuk 6. Bloeddrukbehandeling bij kinderen met CKD die niet dialyseren 6.1: We recommend that in children with CKD ND, BP-lowering treatment is started when BP is consistently above the 90th percentile for age, sex, and height. (1C) 6.2: We suggest that in children with CKD ND (particularly those with proteinuria), BP is lowered to consistently achieve systolic and diastolic readings less than or equal to the 50th percentile for age, sex, and height, unless achieving these targets is limited by signs or symptoms of hypotension. (2D) 6.3: We suggest that an ARB or ACE-I be used in children with CKD ND in whom treatment with BP-lowering drugs is indicated, irrespective of the level of proteinuria. (2D) Commentaar: 6.1: Het merendeel van kinderen met chronische nierschade heeft hypertensie en een aanzienlijk deel daarvan vertoont eindorgaanschade geassocieerd met - al dan niet gemaskeerde - hypertensie. De ernst van de eindorgaanschade is gecorreleerd met de mate van hypertensie. Er zijn echter maar weinig RCT s verricht bij kinderen met chronische nierschade die afkapwaarden voor het starten van antihypertensiva of behandeldoelen voor bloeddrukbehandeling om eindorgaanschade tegen te gaan vergelijken. Voor kinderen zonder een comorbide aandoening is het doel voor bloeddrukbehandeling deze te verlagen tot onder de p95. Bij kinderen met chronische nierschade als comorbide aandoening wordt in de Fourth Report on the Diagnosis, Evaluation, and Treatment of High BP in Children and Adolescents ( aanbevolen de bloeddruk te verlagen tot onder de p90. Deze aanbeveling is overgenomen door een aantal andere werkgroepen en richtlijnen. Omdat de p90 voor adolescenten hoger kan zijn dan 130/80 mm Hg, lijkt het logisch om voor deze adolescenten dezelfde grens aan te houden als voor volwassenen. Hoewel er geen aanbeveling over is opgenomen in de KDIGO richtlijn, lijkt het logisch de bovenstaande grenzen ook te hanteren voor de behandeling van de bloeddruk bij kinderen die een niertransplantatie hebben ondergaan. In observationele studies bij kinderen met een chronische nierziekte bleek er een snellere afname van de nierfunctie op te treden wanneer de bloeddruk hoger was dan de p90. Het niveau van bewijs wordt geclassificeerd als 1C, omdat het is gebaseerd op afgeleide data van 1 trial. 6.2: Het bewijs voor deze suggestie komt grotendeels uit de resultaten van de ESCAPE-studie. Op grond hiervan beveelt de richtlijn van de European Society for Hypertension aan de bloeddruk te verlagen tot onder de p75 voor kinderen met een chronische nierziekte zonder proteïnurie en tot onder de p50 met proteïnurie. Omdat dit geen oorspronkelijk behandeldoel was in de ESCAPE trial geeft de onderhavige richtlijn geen aanbeveling voor een behandeldoel naar aan- of afwezigheid van proteïnurie. Omdat kinderen vatbaar zijn voor gastro-enteritis en dehydratie en als onderdeel van hun onderliggende nierziekte een verhoogd renaal verlies van water en zout kunnen hebben, adviseert de werkgroep voorzichtigheid te betrachten bij het verlagen van de bloeddruk. 6.3: Deze suggestie is gebaseerd op publicaties waaruit blijkt dat deze middelen veilig en effectief zijn voor het verlagen van de bloeddruk bij kinderen en een voordeel bieden in het vertragen van chronische nierziekte en het verlagen van proteïnurie bij volwassenen. Bij geslachtsrijpe meisjes moet toxiciteit van deze middelen voor de foetus worden overwogen. Er is maar weinig bewijs uit klinische trials om de effectiviteit van RAAS- 17
18 blokkers bij kinderen met een chronische nierziekte te kunnen beoordelen. Nierfunctiestoornissen door een hemodynamische oorzaak en hyperkaliëmie lijken vaker voor te komen bij gebruik van RAAS-blokkers dan andere antihypertensiva. Bij acute diarree moet het staken van de behandeling met RAAS-blokkers worden overwogen. 18
19 Hoofdstuk 7. Bloeddrukbehandeling bij ouderen met CKD die niet dialyseren 7.1: Tailor BP treatment regimens in elderly patients with CKD ND by carefully considering age, co-morbidities and other therapies, with gradual escalation of treatment and close attention to adverse events related to BP treatment, including electrolyte disorders, acute deterioration in kidney function, orthostatic hypotension and drug side effects. (Not Graded) Commentaar: In deze richtlijn worden elderly gedefinieerd als patiënten 65 jaar en very elderly als patiënten 80 jaar. Het meten en behandelen van hoge bloeddruk in deze patiëntencategorie wordt bemoeilijkt door het frequent voorkomen van atriumfibrilleren (bij 25% van de mensen > 70 jaar, CRIC studie), door het optreden van orthostase en door een toegenomen vaatwandstijfheid, resulterend in een hoge polsdruk. Bij ouderen voorspelt de systolische bloeddruk beter een toekomstige achteruitgang in nierfunctie dan diastolische bloeddruk, polsdruk of mean arterial pressure (SHEP studie). In dit hoofdstuk wordt sterk benadrukt dat het doel van bloeddrukbehandeling bij ouderen anders is dan bij niet-ouderen: er moet vooral gekeken worden naar cardiovasculaire uitkomsten en minder naar renale uitkomsten, bij zeer oude patiënten moet de balans gezocht worden tussen het behandelen van hoge bloeddruk en de kwaliteit van leven, en daarom wordt expliciet aangeraden dat de behandeling geïndividualiseerd moet worden. Er is een Cochrane review verschenen over deze patiëntencategorie. In 2009 zijn 15 RCT s beoordeeld, verricht bij patiënten > 60 jaar, waarbij actieve behandeling werd vergeleken met placebo. Er was een reductie in totale mortaliteit (RR 0.90) en ook in gecombineerde cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit (RR 0.72). Bij patiënten 80 jaar was er geen reductie in mortaliteit, maar wel in gecombineerde cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit (RR 0.75). Deze gegevens worden bevestigd in observationeel onderzoek. Er zijn vier RCT s waarin behandeling naar verschillende bloeddrukdoelen onderdeel uitmaakte van het ontwerp van de studie en waarin ook oudere patiënten waren betrokken. Helaas zijn hierin alleen patiënten met milde CNS geïncludeerd (GFR in meeste studies > 30-40). Deze studies lieten geen verschil in primaire uitkomsten zien tussen het lage en het hoge bloeddrukdoel. In de JNC VIII richtlijn, waarin overigens voor de algemene populatie de bloeddrukdoelen zijn verhoogd naar < 150/90, wordt aanbevolen dat indien bij patiënten > 60 jaar oud een lagere bloeddruk bereikt wordt (bv. < 140) en de behandeling goed wordt verdragen, de medicatie niet hoeft te worden aangepast. Samenvattend kan er geen specifiek bloeddrukdoel gegeven worden voor oudere patiënten. Het lijkt redelijk hetzelfde bloeddrukdoel te hanteren als voor jongere patiënten, al moet men zich realiseren dat het bereiken hiervan gepaard kan gaan met ongunstige effecten. In elk geval wordt geadviseerd om bij ouderen, die behandeld worden met antihypertensiva, specifiek te vragen of zij last hebben van houdingsafhankelijke duizeligheid. Tevens dient men de bloeddruk te meten direct na opstaan (binnen 1 minuut) en enkele minuten na opstaan. 19
20 Referenties o o o o o o o Kidney Disease: Improving Global Outcomes (KDIGO) Blood Pressure Work Group. KDIGO Clinical Practice Guideline for the Management of Blood Pressure in Chronic Kidney Disease. Kidney Int 2012;2: S337-S ESH/ESC Guidelines for the management of arterial hypertension. The Task Force for the management of arterial hypertension of the European Society of Hypertension (ESH) and of the European Society of Cardiology (ESC). Eur Heart J 2013;34: KDIGO clinical practice guideline for the care of kidney transplant recipients. KDIGO Transplant Work Group. Am J Transplant 2009; 9: S1 S155. European best practice guidelines for renal transplantation. Section IV: Long-term management of the transplant recipient. EBPG Expert Group on Renal Transplantation. Nephrol Dial Transplant 2002; 17: S25 S26. Evidence-Based Guideline for the Management of High Blood Pressure in Adults Report From the Panel Members Appointed to the Eighth Joint National Committee (JNC 8) JAMA 2014;311: Optimal Number of Days for Home Blood Pressure Measurement. Niiranen TJ, Asayam K, Lutgarde T et al. for the IDHOCO Investigators. Am J Hypertens 2014 Nov 14 [Epub ahead of print]. Website Hartstichting: 20
Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige
Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald
Nadere informatieBloeddrukmeten: een praktische richtlijn
Bloeddrukmeten: een praktische richtlijn Anna van Ittersum, Haaglanden Medisch Centrum, Den Haag Wilko Spiering, UMC Utrecht 1733: eerste bloeddrukmeting Stephen Hales 1896: kwiksfygmomanometer Scipione
Nadere informatie10-2-2015. Thuis bloeddrukmeten. Indeling presentatie
Thuis bloeddrukmeten Anna van Ittersum, verpleegkundig specialist Afd. Interne Geneeskunde, Bronovo Den Haag Wilko Spiering, internist-vasculair geneeskundige Afd. Vasculaire Geneeskunde, UMC Utrecht Disclosure
Nadere informatieLandelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten
Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten Joke Lanphen, kaderhuisarts hart en vaatziekten Inhoud presentatie 1 Voorkomen van HVZ bij DM type 2 2 NHG standaard CVRM en diabetes 3 Metingen
Nadere informatieTips en trics voor de nefrologie anno 2015. Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen
Tips en trics voor de nefrologie anno 2015 Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen Disclosures Dr. I.C. van Riemsdijk None Drs. M. Wabbijn None Inleiding Algemeen: wat is nierfunctie
Nadere informatieStaken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie
Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een
Nadere informatieCVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io
CVRM kwetsbare ouderen Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties
Nadere informatieBloeddrukregeling: hoger? lager?
www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Bloeddrukregeling: hoger? lager? Dr. L. Nestor Geriater www.hhzhlier.be 2 To fall or not to fall HYPERTENSIE BIJ BEJAARDEN: How to treat? That s the question! Bloeddrukregeling
Nadere informatieHypertensie bij ouderen
Medisch Symposium: Geriatrie voor Huisartsen 01/10/2011 Hypertensie bij ouderen Em. Prof. R. Fagard Afdeling Hypertensie en Cardiovasculaire Revalidatie KU Leuven SBP and DBP (mmhg) Bloeddruk vs leeftijd
Nadere informatieChronische nierschade. Nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade volgens de richtlijn?
Chronische nierschade Wanneer verwijzen en wanneer telenefrologie En natuurlijk: wat zelf doen. Michiel Bleeker, internist-nefroloog Bernhoven Ellen van Ommen, internist-nefroloog Bernhoven Wim de Grauw,
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten
Nadere informatieBloeddruk: hoe lager hoe beter?
Bloeddruk: hoe lager hoe beter? Zijn de SPRINT en andere studies van nut voor met name de oudere type 2 patiënten? Dr. K.J.J. (Hans) van Hateren Huisarts & onderzoeker Geen Conflicts of interest Number
Nadere informatieSamenvatting en adviezen uitgebreid
Samenvatting en adviezen uitgebreid Doel De doelstelling van deze richtlijn is het bevorderen van de preventie en het ondersteunen van een zo goed mogelijke en gecoördineerde behandeling van patiënten
Nadere informatieBehandeling van hypertensie
NECF onderwijsbijeenkomst 19 juni 2014 Farmacotherapie bij 80+ers: Waar zijn we eigenlijk mee bezig? Behandeling van hypertensie Evelien Lutke Schipholt, apotheker externe instellingen, CWZ Gerard Rongen,
Nadere informatieESH richtlijnen voor bloeddruk meten. Dr. Willem Verberk
ESH richtlijnen voor bloeddruk meten Dr. Willem Verberk Inleiding Spreekkamer bloeddrukmeting Thuis bloeddrukmeting Ambulante bloeddrukmeting Spreekkamer bloeddrukmeting (SBDM) Variabiliteit van bloeddruk
Nadere informatieReactie van de commissie Richtlijnen goede voeding 2015
Reactie van de commissie Richtlijnen goede voeding 2015 op het achtergronddocument over Kalium De commissie heeft op het achtergronddocument over kalium reacties ontvangen van de Federatie Nederlandse
Nadere informatieCARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE
CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE PROF DR MAJON MULLER INTERNIST OUDERENGENEESKUNDE DISCLOSURE POTENTIAL CONFLICTS OF INTEREST GEEN POTENTIËLE BELANGENVERSTRENGELING 1 Myocard Infarct Hart
Nadere informatieNierschade: erger voorkomen... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog
Nierschade: erger voorkomen.... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog Inleiding Begrippen Indeling en voorkomen van chronische nierschade (CNS) Proteinurie en GFR als risicofactoren voor progressie nierschade
Nadere informatieBloeddruk en CV risico. Bert-Jan van den Born Vasculaire geneeskunde AMC
Bloeddruk en CV risico Bert-Jan van den Born Vasculaire geneeskunde AMC Beter bloeddruk meten Hoe is het nu? Waarom moet het anders? Wat is de ideale bloeddrukmeting? CVRM risicotabel 10-yr CVD risk 20%
Nadere informatieHaagse Nieren 2.0. Disclosure belangen spreker
Haagse Nieren 2.0 Irene van der Meer Internist-nefroloog Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66121 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Voskamp, P.W.M. Title: Prepare; before starting dialysis : outcomes in patients
Nadere informatieGlomerulaire hyperfiltratie. Maren Schütz - ANIOS
Glomerulaire hyperfiltratie Maren Schütz - ANIOS Glomerulaire hyperfiltratie (GH) Geen eenduidige definitie (150-160ml/min/1,73m 2 ) 3 Verandering in tubuloglomerulaire feedback en activatie van vasoactieve
Nadere informatieChronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015
Chronische nierschade A. van Tellingen Smeerolie voor de poli 2015 Wie dient verwezen te worden? 52-jarige vrouw met diabetische nefropathie: MDRD 62 ml/min/1.73m 2 en albuminurie 28 mg/l? 68-jarige man:
Nadere informatieSymposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose. prof dr Danny Schoors
Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose prof dr Danny Schoors Arteriële hypertensie Epidemiologische studies Duidelijke relatie tussen bloeddruk
Nadere informatieHypertensiebehandeling bij de alleroudsten. Biology speaks loudest!
Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten Biology speaks loudest! 1 VITAAL Versus KWETSBAAR Bevolkingsopbouw Suriname en Nederland verschilt (nu) 20.000 > 65 jaar hebben hypertensie HYPERTENSIE PREVALENTIE
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen bij hypertensie, beleid en medicatie
Continuing Nursing Education (CNE) Nieuwe ontwikkelingen bij hypertensie, beleid en medicatie Sanne van Wissen 22 maart 2016 Utrecht @svanwissen Inhoud Bloeddruk en is er een optimale bloeddruk? Rol van
Nadere informatieEvidence-based Lifestyle Advies
Evidence-based Lifestyle Advies Focus op dieet Willem Bax*, Internist-nefroloog-vasculair geneeskundige Vaatcentrum Alkmaar *,Conflict of interest m.b.t. onderwerp: geen 1 Vrouw, 48 jaar, VG: RA, zus DM-2,
Nadere informatieStreefwaarden en Behandeling van Hypertensie bij Chronische Nierschade (CNS)
Aris Prins, Openbaar Apotheker Apotheek Poeldijk Streefwaarden en Behandeling van Hypertensie bij Chronische Nierschade (CNS) Prataap Chandie Shaw Internist-nefroloog Haaglanden Medisch Centrum Leerdoelen
Nadere informatieHbA1c streefwaarden. ADVANCE trial. Uitkomsten ADVANCE. Uitkomsten ADVANCE
1 Dr. Frits In de nieuwe diabetesstandaard wordt rekening gehouden met leeftijd en duur van de diabetes. Maakt het nog uit of iemand een macrovasculaire complicatie heeft (minder streng doel?) of microvasculaire
Nadere informatieHypertensie behandeling bij nierschade. Arno Kuijper
Hypertensie behandeling bij nierschade Arno Kuijper Casus 81 jarige patiente. VG: osteoporose, hypertensie, egfr 49ml/min, 2008 TIA Medicatie: clopidogrel, lisinopril 10mg, hydrochloorthiazide 12.5mg,
Nadere informatieWorkshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra
Workshop chronische nierschade Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Mevr. Muis 73 jaar Voorgeschiedenis: diabetes mellitus type 2 hartfalen regelmatig urineweginfecties, 2x pyelonefritis aspecifieke
Nadere informatieHypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist
Hypertensie Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Primaire of essentiële (95%) Secundaire (5%) G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist, jan. 2012 2 Bloeddruk
Nadere informatie24 uurs Bloeddruk meting (ABPM)
24 uurs Bloeddruk meting (ABPM) Nationaal Hypertensie Congres 7 februari 2014 Dr. G. vanmontfrans, Vasculair internist AMC Dr. T. Tumkaya, kaderhuisarts HVZ Waarom ABPM? Gegevens over 30-60 metingen ipv
Nadere informatieHypertensie bij de alleroudsten. MAJON MULLER, MD PhD Professor of Cardiovascular Aging Interne-Ouderengeneeskunde VU medisch centrum, AMSTERDAM
Hypertensie bij de alleroudsten MAJON MULLER, MD PhD Professor of Cardiovascular Aging Interne-Ouderengeneeskunde VU medisch centrum, AMSTERDAM BLOEDDRUK EN VEROUDERING VITAAL VS KWETSBAAR SPRINT TARGETS
Nadere informatieHypertensie: meten weten. Jaap Deinum, internist
Hypertensie: meten weten Jaap Deinum, internist Onthulling belangen J. Deinum (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld
Nadere informatieInhoud RENINE Aanleiding. NIV richtlijnen Aanleiding. Werkwijze MDR. Belangrijke items richtlijn
MDR en NIV richtlijn chronische nierschade Inhoud Aanleiding Werkwijze MDR Belangrijke items richtlijn Aantal patiënten wereldwijd met nierfunctievervangende therapie RENINE 2015 2,500,000 Developed countries
Nadere informatieDiabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren
Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren Huisarts, lid DiHAG Senior-onderzoeker Diabetes kenniscentrum Disclosure Geen conflicts of interest De toekomst!!! >25% = >75 jaar Karakteristieken ouderen
Nadere informatieHypertensie behandeling bij nierschade. Arno Kuijper
Hypertensie behandeling bij nierschade Arno Kuijper Oud vs Nieuw RTA 2010 130/80 mmhg RTA 2018 130/80mmHg (individualiseren op basis van leeftijd, aard nierziekte en comorbiditeit) Introductie Hypertensie
Nadere informatieDoel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011
Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties Haffner, NEJM 998 microvasculaire afwijkingen nefropathie retinopathie neuropathie macrovasculaire afwijkingen coronaire hartziekten cerebrovasculaire
Nadere informatieOverbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand
Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte
Nadere informatieChronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG
Chronische Nierschade Wim de Grauw Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG Wie moet ik extra in de gaten houden? DiHAG sterrencursus 11 juni 2009 2 Omvang
Nadere informatieBenchmark Diabetes 2016 SEZ Zaanstreek-Waterland
SEZ Zaanstreek-Waterland Waterland Mvr. M.E.M. Nota Dhr. R.T. Swart Kenniscentrum voor Ketenzorg Inhoudsopgave Leeswijzer... 3 Populatiegegevens... 4 Populatiegegevens gespiegelde patiënten... 5 Proces-
Nadere informatieTransmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010
Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Goeij, Moniek Cornelia Maria de Title: Disease progression in pre-dialysis patients:
Nadere informatieNAAR EEN NIEUWE CVRM RICHTLIJN
NAAR EEN NIEUWE CVRM RICHTLIJN Een huisartsenperspectief Judith Tjin-A-Ton, Kaderhuisarts Hart- en Vaatziekten Opbouw Nieuwe richtlijn ESC Cijfers van InEen 2015 Uitdagingen Huisartsenperspectief: wij
Nadere informatieNefroloog? Mooi vak, maar... Chronische nierinsufficientie: wie doet wat?
Chronische nierinsufficientie: wie doet wat? Arno Kuijper Anneke Dalinghaus Nefroloog? Mooi vak, maar... Trails in medicine Cardiologie MDL Nefrologie De ene MDRD is de andere niet Man 47jr 2009 kreat
Nadere informatieNierfunctie: perindopril 174
Nierfunctie: perindopril 174 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van
Nadere informatieVUmc Basispresentatie
Samenwerking waarover? Richtlijnen en zorgstandaarden Cardiovasculair risicomanagement (zorgstandaard) Samenwerking e en e lijn Prof dr Piet ter Wee Afdeling Nefrologie Hypertensie Diabetes mellitus (zorgstandaard)
Nadere informatieNierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair
Nierinsufficiëntie Stand van zaken Behandeling Vroegbegeleiding Impact op arbeidsongeschiktheid Nierinsufficiëntie Definitie van chronisch nierlijden (CKD) CKD en co-morbiditeit Hoe de evolutie van CKD
Nadere informatieWorkshop hypertensie op jonge leeftijd
Workshop hypertensie op jonge leeftijd Monika Hollander, kaderhuisarts HVZ Bert-Jan van den Born, internist-vasc. geneeskundige, AMC Doel workshop Consensus tav diagnostiek en behandeling van jonge patienten
Nadere informatieVerbetering van therapietrouw. Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht
Verbetering van therapietrouw Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht Therapietrouw bij hypertensie Vrouw, 47 jaar, bloeddruk 184/102 mm Hg Diagnose: Essentiële hypertensie
Nadere informatieNierfunctie: benazepril 186
Nierfunctie: benazepril 186 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van bijwerkingen
Nadere informatieNierinsufficiëntie en voeding
Nierinsufficiëntie en voeding Kirsten Berk Voeding bij CVRM en diabetes - 2013 Inhoud: Gewichtsreductie Natriumbeperking Eiwitbeperking Kalium Praktisch: dieetinzicht Gewichtsreductie Overgewicht -> vergrote
Nadere informatieDoc.Ref.: CMDh/PhVWP/042/2012 January 2012 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS. New Class Warnings
HMG-CoA Reductase Inhibitors and safety the risk of new onset diabetes/impaired glucose metabolism Final SmPC and PL wording agreed by PhVWP December 2011 Doc.Ref.: CMDh/PhVWP/042/2012 January 2012 SUMMARY
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 138 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Een belangrijke functie van de nier is het uitscheiden van afvalstoffen via de urine. Grote hoeveelheden water en kleine stoffen
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,
Nadere informatieSebastiaan Blok Hypertensie in het digitale tijdperk
Sebastiaan Blok Hypertensie in het digitale tijdperk Disclosure potential conflicts of interest Geen (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties: Bedrijfsnamen Sponsoring
Nadere informatieInspanningsgerelateerde hypertensie: geruststellend of onheilspellend? Dr. Joost H.W. Rutten Internist-vasculair geneeskundige
Inspanningsgerelateerde hypertensie: geruststellend of onheilspellend? Dr. Joost H.W. Rutten Internist-vasculair geneeskundige Overzicht Casussen inspanningsgerelateerde hypertensie Achtergrond Hoe en
Nadere informatieRisk factors for renal function abnormalities
Risk factors for renal function abnormalities Nederlandse samenvatting Dit proefschrift probeert mogelijke risicofactoren voor progressief nierfunctieverlies te identificeren in een niet-diabetische populatie.
Nadere informatieHypertensie. Nascholing NVHVV 12 maart 2019
Hypertensie Nascholing NVHVV 12 maart 2019 Mohamed Ahdi, internist-vasculair geneeskundige Met dank aan Dr. Edith Beishuizen, internist-vasculair geneeskundige Hypertensie Wat is hypertensie? Hoe meten
Nadere informatieChronische nierinsufficientie. WDH 9 mei 2016 Harmen Krepel, nefroloog
Chronische nierinsufficientie WDH 9 mei 2016 Harmen Krepel, nefroloog Belangenverstrengeling: Geen Bronnen (Concept) richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Patiënten met Chronische Nierschade Nederlandse
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Poortvliet, Rosalinde Title: New perspectives on cardiovascular risk prediction
Nadere informatieInhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
INHOUD I Inhoud Hoofdstuk 1 Klinische aspecten van hypertensie 1 1. Voorkomen en definitie 1 2. Over risico en risicoreductie 3 3. Klinische manifestaties 9 4. De bloeddrukmeting 10 A. De bloeddrukmeting
Nadere informatieGeen. Geen. Geen. Geen
Disclosure belangen dr. G. A. van Montfrans Nationaal Hypertensie Congres 7 februari 2014 (potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld
Nadere informatieDiabetes Mellitus en Nierfunctie
Dr. M.P. Brugts, internist endocrinoloog Diabetes Mellitus en Nierfunctie SYMPOSIUM Renale Fysiologie Primair: Regulatie water en electrolyten balans homeostase Handhaving intravasculaire volume Regulatie
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013
Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma-3151398 11 februari 2013 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatieChronische Nierschade in Nederland
Chronische Nierschade in Nederland Stadium GFR (ml/min/1,73m 2 ) Albuminurie > 30 mg/24 hr Prevalentie VS (%) Prevalentie Nederland (%) 1 >90 Ja 3,3 1,3 2 60-89 Ja 3,0 3,8 3 30-59 Ja/nee 4,3 5,3 4 15-29
Nadere informatiePRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten
PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard
Nadere informatieKlinische implicaties van de EVOLVE studie
ASN Review 2012 Klinische implicaties van de EVOLVE studie Marc Vervloet, internist-nefroloog VU medisch centrum Associatie PTH met mortaliteit Kalantar-Zadeh, Kidney Int 2007 Welke evidence? Associatie
Nadere informatieLiteratuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters
Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review
Nadere informatieNierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren
Nierfunctieonderzoek bij diabetes N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december 2011 Nieren Nieren 1 Functie & schade Nierfunctie : het vermogen om afvalstoffen te klaren (voorbeeld: kreatinine) het vermogen
Nadere informatieCardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus
Cardiovasculair risicomanagement Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus Inhoud eerste uur Risicoprofilering Anamnese Lichamelijk Onderzoek Aanvullende diagnostiek Evaluatie en risicoschatting
Nadere informatieSamenvatting. Belangrijkste bevindingen
Samenvatting Chronische nierschade (CNS) en de complicaties daarvan, veroorzaken, naast de grote persoonlijke impact, veel druk op gezondheidszorg voorzieningen. Door de vergrijzing en de toename van suikerziekte
Nadere informatieAmbulante bloeddrukmeting gedurende 24 uur per dag
Naar verwachting zal de 24-uurs ambulante bloeddrukregistratie de komende jaren flink toenemen. Voor het behalen van een maximaal rendement moeten alle betrokkenen weten wat de mogelijkheden van ambulante
Nadere informatieCVRM addendum (kwetsbare) ouderen
CVRM addendum (kwetsbare) ouderen Prof. Dr. Majon Muller Internist-OUDGNK Hoofd sectie OUDGNK Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties
Nadere informatieAddendum. Nederlandse Samenvatting
Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.
Nadere informatieWerkafspraak Bloeddruk Meten
Werkafspraak Bloeddruk Meten Deze werkafspraak is gebaseerd op: - NHG standaard Cardiovasculair Risicomanagement (2012) - Van der Wel MC, Scherpbier-de Haan ND. Het einde van de gewone praktijkbloeddrukmeting?
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.
Nadere informatieDiabetes bij kwetsbare ouderen Dr. ST Houweling, kaderhuisarts. Waar gaat het over? De bejaarde. De ene bejaarde is de andere bejaarde niet...
Diabetes bij kwetsbare ouderen Dr. ST Houweling, kaderhuisarts Waar gaat het over? Kwetsbare bejaarden: zin van goede glucoseregeling, bloeddrukbehandeling lipiden en bijv. funduscontrole 3 De bejaarde
Nadere informatieBloeddruk meten is een makkie! Corien Flint Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde
Bloeddruk meten is een makkie! Corien Flint Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde Inhoud Hart- en vaatziekten in Nederland Bloeddruk Hypertensie Meten van bloeddruk Hart- en vaatziekten in Nederland
Nadere informatieMedicatie Risico bij Nierschade. Nictiz symposium 15 november 2016 Chris Hagen nefroloog
Medicatie Risico bij Nierschade Nictiz symposium 15 november 2016 Chris Hagen nefroloog Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met
Nadere informatieBSD september 2014. Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler
BSD september 2014 Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler Casuïstiek chronische nierschade Wat kan de huisarts Wanneer consultatie nefroloog Wanneer verwijzing
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
12 Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding en beschrijft de achtergronden en het doel van dit proefschrift. Met het stijgen van de leeftijd nemen de incidentie en prevalentie van hart- en vaatziekten
Nadere informatieCasus. PrevalenOe OSAS 17-04-16. Als OSAS je na aan t hart staat Cardiovasculaire aspecten van OSAS. Disclosures
170416 Disclosures Als OSAS je na aan t hart staat Cardiovasculaire aspecten van OSAS Geen (potentiële) belangenverstrengeling Bedrijfsnamen Voor bijeenkomsten mogelijk relevante relaties met bedrijven
Nadere informatieDe behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie
Samenvatting 163 De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Lage rugpijn is een veelvuldig voorkomend probleem in geïndustrialiseerde landen. De kans dat iemand gedurende zijn leven een
Nadere informatieDe rol van kalium op de bloeddruk. Wilko Spiering, internist-vasculair geneeskundige Afd. Vasculaire Geneeskunde
De rol van kalium op de bloeddruk Wilko Spiering, internist-vasculair geneeskundige Afd. Vasculaire Geneeskunde Disclosure belangen spreker - dr. W. Spiering Nationaal Hypertensie Congres 7 februari 2014
Nadere informatieCHAPTER 12. Samenvatting
CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten
Nadere informatieDe oorspronkelijke witte-jas reactie in Milaan, 1983
Disclosure belangen Gert van Montfrans en Marianne Cammenga Nationaal Hypertensie Congres 7 februari 2015 (potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven
Nadere informatieNierfalen bij ouderen
Nierfalen bij ouderen Dr. Yvo Sijpkens, internist-nefroloog (ysijp @ twitter) Bronovo, Den Haag Mariette Makkink, huisarts, Den Haag Leerdoelen nierfalen bij ouderen Zorgverlener kent de definitie en epidemiologie
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.
Nadere informatieMarike Wabbijn Internist-nefroloog/acuut geneeskundige Ikazia Ziekenhuis
Marike Wabbijn Internist-nefroloog/acuut geneeskundige Ikazia Ziekenhuis Nierschade bij diabetes en vaatlijden Wat is nierfunctie? Wanneer is er sprake van nierschade? Wanneer is er sprake van nierfunctieverlies?
Nadere informatieHOE VERSCHILLEN HARTVAATPATIËNTEN MET OF ZONDER PSYCHOPROBLEMATIEK VAN ELKAAR?
HOE VERSCHILLEN HARTVAATPATIËNTEN MET OF ZONDER PSYCHOPROBLEMATIEK VAN ELKAAR? Leora Maas Onderzoeksstage 1 e lijns geneeskunde INHOUDSOPGAVE Achtergrond Onderzoeksvragen Methode Resultaten Discussie Aanbevelingen
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieSchatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk. Iefke Drion 30 oktober 2014
Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk Iefke Drion 30 oktober 2014 Casus Casus Vrouw 43 jaar Fam anamnese: moeder op 45 jaar ernstige nierfunctiestoornissen o.b.v.
Nadere informatiePreventie in de spreekkamer met U-Prevent
Preventie in de spreekkamer met U-Prevent Symposium Circulatory Health 30-11-2018 Jannick A.N. Dorresteijn Fellow vasculaire geneeskunde klinisch epidemioloog J.A.N.Dorresteijn2@umcutrecht.nl Hoe doet
Nadere informatieContent. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei?
Disclosures: Zeg eens A. Over Atrium fibrilleren en Antistolling in ESRD Geen Marjolijn van Buren Internist-Nefroloog Content Epidemiologie: en Nierfalen & Nierfalen: Epidemiologie whites ARIC study Atheroslerosis
Nadere informatieNieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes
Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten
Nadere informatieBack to lipids lange termijn effecten van sta6nes
Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.
Nadere informatie