Meerouderschap. De wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Meerouderschap. De wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland"

Transcriptie

1 Meerouderschap De wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland Masterscriptie Privaatrechtelijke rechtspraktijk Universiteit van Amsterdam Student: L. Pluijmen Studentnummer: Begeleidster: Mr. M.I. (Mirella) Peereboom-van Drunick Tweede lezer: Mr. G.A. (Gina) Hindriks Inleverdatum:

2 Abstract In Nederland kan een kind niet meer dan twee juridische ouders hebben. De juridische moeder is de vrouw uit wie het kind wordt geboren. Naast de geboortemoeder is er dus plek voor één andere juridisch ouder. Dit onderzoek richt zich op de vraag of het wenselijk is om meerouderschap wettelijk mogelijk te maken in Nederland in de situatie van een lesbisch stel en een bekende spermadonor die allen een gelijkwaardige rol willen hebben bij de opvoeding van hun kind. Deze onderzoeksvraag wordt beantwoord middels bestudering van literatuur, jurisprudentie, parlementaire stukken en nationale en internationale wetgeving. Het belang van het afstammingsrecht wordt besproken. Daarnaast wordt bekeken wat de rechtspositie is van de geboortemoeder, de duomoeder en de bekende spermadonor bij het verkrijgen van het juridisch ouderschap. Tevens worden de rechtsgevolgen die voortvloeien uit het juridisch ouderschap besproken. Het EVRM en het IVRK vormen een belangrijk onderdeel van deze scriptie. Op 7 december 2016 heeft de Staatscommissie Herijking Ouderschap haar rapport Kind en Ouders in de 21 ste eeuw uitgebracht. De Staatcommissie heeft de vraag onderzocht of het huidige afstammings- en gezagsrecht nog wel aansluit bij de huidige en toekomstige samenleving. De Staatcommissie adviseert om juridisch meerouderschap in Nederland mogelijk te maken onder een aantal strikte voorwaarden. Het rapport geeft echter niet voldoende duidelijk aan hoe de rechter moet beoordelen of meerouderschap daadwerkelijk in het belang van het kind is. Mijns inziens is het wenselijk om meerouderschap in Nederland in te voeren indien twee moeders en de bekende spermadonor allen een gelijkwaardige rol willen hebben bij de opvoeding van hun kind. Daarbij dient nog wel kritisch gekeken te worden naar hoe het belang van het kind getoetst moet worden. 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 7 Hoofdstuk 1: Juridisch kader Inleiding Het belang van het afstammingsrecht Verkrijging juridisch ouderschap Verkrijging juridisch ouderschap geboortemoeder Verkrijging juridisch ouderschap duomoeder Verkrijging juridisch ouderschap bekende spermadonor De rechtsgevolgen van juridisch ouderschap De naam en nationaliteit van het kind Erfrechtelijke gevolgen Het omgangsrecht en het recht op informatie De plicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding 16 van het minderjarige kind Het ouderlijk gezag Tussenconclusie 18 Hoofdstuk 2: Het internationaal recht Inleiding Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind 22 Hoofdstuk 3: Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Inleiding De conclusies uit het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap 24 met betrekking tot het invoeren van meerouderschap in Nederland Maatschappelijke ontwikkelingen Belang van het kind Pedagogische gezichtspunten De wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland 28 Hoofdstuk 4: De belangen van de geboortemoeder, duomoeder, bekende 31 spermadonor en het kind die een rol spelen bij juridisch ouderschap 3

4 4.1 Inleiding De belangen van de verschillende partijen bij juridisch ouderschap Belangen van de geboortemoeder Belangen van de duomoeder Belangen van de bekende spermadonor Belangen van het kind Het juridisch belang Het EVRM en het IVRK Het maatschappelijk belang 37 Hoofdstuk 5: Conclusie en Aanbevelingen Conclusie Aanbevelingen 40 Literatuurlijst 42 4

5 Lijst van gebruikte afkortingen ABRvS Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State BW Burgerlijk Wetboek EHRM Europees Hof voor de Rechten van de Mens EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens FJR Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht Hof Gerechtshof HR Hoge Raad der Nederlanden IVRK Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind NJB Nederlands Juristenblad r.o. Rechtsoverweging Stb. Staatsblad 5

6 Begrippenlijst Begrip Biologische vader Family life Mater semper certa est Meerouderschap Verwekker Zaaddonor Definitie/verklaring De man wiens sperma is gebruikt om de eicel te bevruchten waardoor het embryo is ontstaan. Het familie- en gezinsleven tussen personen die in een nauwe persoonlijke betrekking tot elkaar staan. De moeder is altijd zeker. De mogelijkheid om meer dan twee juridische ouders te hebben. De man die door geslachtsgemeenschap met de moeder te hebben het kind heeft laten ontstaan. De man die zijn sperma ter beschikking stelt van mensen die langs kunstmatige weg een zwangerschap tot stand willen brengen. 6

7 Inleiding De afgelopen decennia is de diversiteit in gezinsvormen toegenomen. Enkele tientallen jaren geleden werden kinderen voornamelijk geboren binnen het huwelijk van een man en een vrouw, maar tegenwoordig zien we een steeds grotere verscheidenheid van situaties waarbinnen kinderen opgroeien. Steeds meer kinderen groeien op in een andere gezinsvorm zoals een eenoudergezin, adoptie- of pleeggezin, homo-gezin of meeroudergezin. Meeroudergezinnen kunnen op verschillende manieren zijn samengesteld, zoals bijvoorbeeld een lesbisch stel dat samen met een bekende spermadonor een kind opvoedt of een homostel dat samen met een vrouw een kind opvoedt. 1 Het familierecht is echter voor een groot deel nog steeds gebaseerd op een traditioneel gezin van een gehuwd paar van verschillend geslacht met biologische kinderen. 2 Op 7 december 2016 heeft de Staatscommissie Herijking Ouderschap haar rapport Kind en Ouders in de 21 ste eeuw' uitgebracht. De Staatscommissie heeft zich gebogen over de vraag of het huidige afstammings- en gezagsrecht nog wel aansluit bij de huidige en toekomstige samenleving. 3 In dit rapport geeft de Staatscommissie onder andere een advies over het invoeren van meerouderschap in Nederland. Meerouderschap is de mogelijkheid om meer dan twee juridische ouders te hebben. In Nederland kan een kind namelijk niet meer dan twee juridische ouders hebben. 4 De juridisch moeder van het kind is de vrouw uit wie het kind wordt geboren. 5 Naast de geboortemoeder is er dus nog plek voor één andere juridisch ouder. In deze scriptie onderzoek ik of onze wetgever er goed aan doet om meerouderschap in Nederland in te voeren. Het afstammingsrecht kent verschillende belangen en aan de hand van die belangen zal ik de wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland beoordelen. Ik richt mij hierbij op de situatie van een lesbisch stel en een bekende spermadonor die allen een gelijkwaardige rol willen hebben bij de opvoeding van hun kind. Mijn probleemstelling luidt dan ook als volgt: 1 R. Lesthaeghe, The unfolding story of the second demographic transition, Population and development review 2010, 36 (2), p Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p zie bv. artikel 1:204 lid 1 sub e BW en artikel 1:207 lid 2 sub a BW 5 artikel 1:198 BW 7

8 Is het, gezien de huidige rechtspositie van twee moeders en een bekende spermadonor die allen een gelijkwaardige rol willen hebben bij de opvoeding van hun kind, wenselijk om de mogelijkheid tot meerouderschap in Nederland in te voeren? Voor de beantwoording van mijn probleemstelling zal ik de volgende deelvragen hanteren: -Wat is het belang van het afstammingsrecht? -Op welke wijze verkrijgen de geboortemoeder, de duomoeder en de bekende spermadonor binnen het huidige rechtssysteem het juridisch ouderschap? -Wat zijn de rechtsgevolgen van juridisch ouderschap? -Wat zijn de conclusies uit het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap met betrekking tot het invoeren van meerouderschap in Nederland? -Hoe moeten de belangen van de geboortemoeder, de duomoeder, de bekende spermadonor en het kind bij juridisch ouderschap tegen elkaar worden afgewogen? -Is het wenselijk om meerouderschap in Nederland in te voeren zodat de twee moeders en de bekende spermadonor allen een gelijkwaardige rol krijgen bij de opvoeding van hun kind en is dit in het belang van het kind? Methodologische verantwoording In mijn onderzoek richt ik mij op de vraag of het wenselijk is om meerouderschap in Nederland in te voeren zodat de twee moeders en een bekende spermadonor allen een gelijkwaardige rol krijgen bij de opvoeding van hun kind, uitgaande van de situatie dat ze allen betrokken wensen te zijn bij de opvoeding van hun kind. De onderzoeksvraag wordt beantwoord middels bestudering van literatuur, nationale en internationale wetgeving, jurisprudentie en parlementaire stukken. In mijn onderzoek richt ik mij op het afstammingsrecht. Het ouderlijk gezag zal als een van de rechtsgevolgen van het juridisch ouderschap aan bod komen, maar ik zal in mijn scriptie niet ingaan op de vraag of ook ouderlijk gezag voor meer dan twee personen mogelijk moet zijn. Ik beschrijf de juridische situatie en evalueer deze. Mijn scriptie heeft dus zowel een beschrijvend als een evaluatief karakter. In hoofdstuk één en twee beschrijf ik het juridisch kader. In hoofdstuk één wordt ten eerste het belang van het afstammingsrecht besproken. Vervolgens zet ik in dit hoofdstuk uiteen hoe het juridisch ouderschap op dit moment geregeld is in Nederland, wat de rechtsgevolgen zijn van juridisch ouderschap en of dit zorgt voor een ongelijkwaardige verhouding tussen de geboortemoeder, duomoeder en bekende 8

9 spermadonor. In hoofdstuk twee beschrijf ik het internationaal recht. In dit hoofdstuk worden het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens(EVRM) en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind(IVRK) besproken. Deze verdragen bevatten de meest fundamentele rechten voor de mens en het kind. In het daaropvolgende hoofdstuk zal ik de conclusies uit het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap met betrekking tot het invoeren van meerouderschap in Nederland bespreken en de kritiekpunten die er op dit rapport zijn. In hoofdstuk vier beschrijf ik de verschillende belangen die een rol spelen bij juridisch ouderschap en hoe deze belangen tegen elkaar moeten worden afgewogen in het licht van de verschillende belangen van het afstammingsrecht. Ik sluit mijn scriptie in hoofdstuk vijf af met een conclusie en aanbevelingen of het wenselijk is om meerouderschap in Nederland in te voeren. 9

10 Hoofdstuk 1 Juridisch kader 1.1 Inleiding In dit hoofdstuk beschrijf ik het belang van het afstammingsrecht. Vervolgens schets ik het juridisch kader van de wet- en regelgeving omtrent juridisch ouderschap. Hierbij zal ik ingaan op de nationale wetgeving. In dit hoofdstuk zal duidelijk worden wat de huidige juridische situatie is voor de geboortemoeder, de duomoeder, de bekende spermadonor en het kind omtrent juridisch ouderschap en wat de rechtsgevolgen van dit juridisch ouderschap zijn. In het volgende hoofdstuk bespreek ik het EVRM en IVRK. 1.2 Het belang van het afstammingsrecht Het afstammingsrecht regelt de familierechtelijke betrekkingen tussen een kind, zijn ouders en hun bloedverwanten. 6 In de literatuur worden twee soorten belangen van het afstammingsrecht onderscheiden: het juridisch belang en het maatschappelijk belang. Het juridisch belang van het afstammingsrecht koppelt aan het bestaan van een familierechtelijke betrekking bepaalde rechtsgevolgen, zoals bijvoorbeeld de naam en nationaliteit van het kind, erfrechtelijke gevolgen of het bestaan van een onderhoudsplicht. 7 Het maatschappelijk belang kan weer worden onderscheiden in vier verschillende functies: -De identificatiefunctie: op wie lijk ik? -De sociologische functie: bij welke gezinseenheid hoor ik? -Het psychologisch belang: je achtergrond ( wortels ) kennen -Het medische belang: (her)kennen van ziekte(n) en daardoor mogelijk eerder een diagnose kunnen stellen of genezen Verkrijging juridisch ouderschap Verkrijging juridisch ouderschap geboortemoeder In Nederland geldt het beginsel mater semper certa est. Dit houdt in dat de moeder van het kind de vrouw is uit wie het kind wordt geboren. 9 Voor juridisch moederschap is het dus niet 6 artikel 1:197 BW 7 P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2014, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2014, p artikel 1:198 BW 10

11 van belang van wie het kind genetisch afstamt. 10 Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens(EHRM) heeft in 1979 in het Marckx v. België arrest bepaald dat het moederschap is gebaseerd op een biologisch feit, namelijk de geboorte. 11 Voor Nederland is deze uitspraak van belang, omdat de uitspraken van EHRM en de bepalingen in het EVRM rechtstreekse werking hebben in de Nederlandse rechtsorde. In paragraaf 2.1 en 2.2 wordt hier nader op ingegaan. Volgens de memorie van toelichting op de afstammingswetgeving van 1998 kan dit juridisch moederschap worden gerechtvaardigd door het enkele feit dat de vrouw het kind negen maanden heeft gedragen en gebaard Verkrijging juridisch ouderschap duomoeder Sinds 1 april 2014 is de wet Lesbisch ouderschap in werking getreden. Door deze wet wordt de vrouwelijke partner van de moeder juridisch ouder van het kind zonder dat daarvoor een gerechtelijke procedure vereist is. Het is sindsdien dus mogelijk om via het afstammingsrecht twee juridische moeders te hebben. 13 Hier zijn wel een aantal voorwaarden aan verbonden. De duomoeder moet op het tijdstip van de geboorte van het kind door een huwelijk of een geregistreerd partnerschap zijn verbonden met de vrouw uit wie het kind is geboren. Daarnaast moet bij de aangifte van de geboorte een verklaring worden overgelegd van de stichting (bedoeld in de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting) waarin staat vermeld dat voor het tot stand komen van de zwangerschap gebruik is gemaakt van kunstmatige donorbevruchting en dat het zaad afkomstig is van een voor de geboortemoeder onbekende donor. 14 Indien de vrouwen niet door middel van een huwelijk of geregistreerd partnerschap met elkaar zijn verbonden of indien er geen gebruik is gemaakt van een onbekende donor zoals bedoeld in de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting dan wordt de duomoeder niet van rechtswege juridisch ouder. Er zijn dan voor de duomoeder andere mogelijkheden om juridisch ouder van het kind te worden. Zij kan ten eerste het kind erkennen. 15 Erkenning geschiedt bij een akte van erkenning opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand 10 Kamerstukken II 1995/96, , nr.3 p.7 11 EHRM 13 juni 1979, NJ 1980, 462 (Marckx/België) 12 Kamerstukken II 1995/96, , nr.3 p.7 13 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3 en Stb. 2013, 480 Lesbisch ouderschap, Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie 14 artikel 1:198 lid 1 sub b BW 15 artikel 1:198 lid 1 sub c BW 11

12 of bij notariële akte. 16 Voor erkenning is voorafgaande schriftelijke toestemming van de geboortemoeder nodig. 17 Indien de toestemming van de geboortemoeder ontbreekt dan kan de duomoeder als instemmende levensgezel van de geboortemoeder om vervangende toestemming van de rechtbank vragen als dit in het belang van het kind is. 18 De duomoeder is dus in eerste instantie afhankelijk van de toestemming van de geboortemoeder. Dit zorgt voor een ongelijkwaardige positie tussen de geboortemoeder en de duomoeder. Ten tweede kan de duomoeder het juridisch ouderschap verkrijgen door middel van gerechtelijke vaststelling. 19 Dit kan op de grond dat de duomoeder als levensgezel van de geboortemoeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad. 20 Dit verzoek kan worden ingediend door de moeder van het kind en door het kind zelf. 21 Hierbij ligt het initiatief dus niet bij de duomoeder zelf. Ook hier is de duomoeder dus afhankelijk van de geboortemoeder en dit levert een ongelijkwaardigheid op. Een derde mogelijkheid voor de duomoeder om het juridisch ouderschap te verkrijgen is door het kind te adopteren. 22 De duomoeder kan een verzoek tot adoptie indienen bij de rechter. 23 Het verzoek door de duomoeder kan alleen worden gedaan indien zij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met de geboortemoeder heeft samengeleefd, tenzij het kind wordt geboren binnen de relatie van de duomoeder en de geboortemoeder. 24 De adoptie moet in het kennelijk belang van het kind zijn en op het tijdstip van het verzoek tot adoptie moet vaststaan dat voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. 25 Het begrip ouder in artikel art. 1:227 BW dient ruim opgevat te worden. Dit omvat niet alleen de ouder in juridische zin maar onder omstandigheden ook de biologisch ouder die family life heeft met het kind. 26 In paragraaf 2.2 zal ik nader ingaan op het begrip family life. Indien er gebruik wordt gemaakt van het zaad van een bekende donor zal dus vast moeten komen te staan dat het kind in de toekomst van de bekende donor in de hoedanigheid van ouder niets 16 artikel 1:203 lid 1 sub a en b BW 17 artikel 1:204 lid 1 sub c BW 18 artikel 1:204 lid 4 BW 19 artikel 1:198 lid 1 sub d BW 20 artikel 1:207 lid 1 BW 21 artikel 1:207 lid sub a en b BW 22 artikel 1:198 lid 1 sub e BW 23 artikel 1:227 lid 1 BW 24 artikel 1:227 lid 2 BW 25 artikel 1:227 lid 3 BW 26 Hof Amsterdam 4 mei 2010, LJN BM3903, r.o

13 meer te verwachten heeft. Dit zou kunnen zorgen voor een conflictsituatie en zal de adoptie door de duomoeder in de weg staan als de bekende donor toch een actieve rol wenst te hebben in het leven van het kind. Ten slotte zijn er nog een aantal voorwaarden neergelegd in art. 1:228 BW: -Toestemming is vereist van het kind dat twaalf jaar of ouder is of van het kind dat de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen. 27 -Geen der ouders dient het verzoek tegen te spreken. 28 -Spreekt de andere ouder het verzoek tegen dan kan alleen aan die tegenspraak voorbij worden gegaan indien het kind en de ouder niet of nauwelijks in gezinsverband hebben samengeleefd, indien de andere ouder het gezag over het kind heeft misbruikt of de verzorging en opvoeding van het kind op grove wijze heeft verwaarloosd of indien de andere ouder onherroepelijk is veroordeeld wegens het plegen van bepaalde misdrijven tegen de minderjarige Verkrijging juridisch ouderschap bekende spermadonor De bekende spermadonor kan het juridisch ouderschap verkrijgen door middel van erkenning. 30 Hij heeft hiervoor de toestemming nodig van het kind indien het kind twaalf jaar of ouder is. 31 Daarnaast heeft hij ook de voorafgaande schriftelijke toestemming nodig van de moeder indien het kind de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt. 32 Dit levert voor de bekende spermadonor een ongelijkwaardige positie op tegenover de geboortemoeder, omdat hij dus afhankelijk is van de toestemming van de geboortemoeder bij het verkrijgen van het juridisch ouderschap door middel van erkenning. De bekende spermadonor is wel de biologische vader maar niet de verwekker van het kind zodat hij niet om vervangende toestemming van de rechter kan vragen op de grond dat hij de verwekker is. De bekende spermadonor kan wel om vervangende toestemming vragen van de rechter om het kind te erkennen indien hij in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat. 33 Er moet dan gekeken worden of er family life bestaat tussen het kind en de bekende 27 artikel 1:228 lid 1 sub a BW 28 artikel 1:228 lid 1 sub d BW 29 artikel 1:228 lid 2 sub a, b en c BW 30 artikel 1:199 sub c BW 31 artikel 1:204 lid 1 sub d BW 32 artikel 1:204 lid 1 sub c BW 33 artikel 1:204 lid 3 sub b BW 13

14 spermadonor. De Hoge Raad heeft bepaald dat uit artikel 8 EVRM voortvloeit dat de bekende spermadonor recht heeft op bescherming van familie- en gezinsleven met het kind ongeacht de wijze waarop deze relatie tot stand is gekomen. 34 De bekende spermadonor kan niet volstaan met het aantonen van biologisch vaderschap om in aanmerking te komen voor de beschermende werking van art. 8 EVRM. Hij moet bijkomende omstandigheden aanvoeren waaruit samen met zijn biologische vaderschap een familie- en gezinsleven blijkt. 35 Een verzoek tot vervangende toestemming wordt afgewezen als dit de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind schaadt of een evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het kind in het gedrang komt. 36 Er kan geen gerechtelijke vaststelling van het vaderschap plaatsvinden bij de bekende spermadonor, omdat hij immers niet de verwekker is. Dit is namelijk een vereiste voor de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap De rechtsgevolgen van juridisch ouderschap Aan het juridisch ouderschap zijn verschillende rechtsgevolgen verbonden. In de hierop volgende paragrafen zal ik de gevolgen voor de naam en nationaliteit van het kind, de erfrechtelijke gevolgen, het omgangsrecht en het recht op informatie, de plicht te voorzien in de kosten van de verzorging en opvoeding van het minderjarige kind en het ouderlijk gezag bespreken De geslachtsnaam en de nationaliteit van het kind Indien er bij de geboorte van het kind een familierechtelijke betrekking is ontstaan met een man of de duomoeder dan kunnen de ouders gezamenlijk kiezen welke van hun beider geslachtsnaam het kind zal hebben. 38 Het is dan ook niet mogelijk dat het kind de achternaam van de bekende spermadonor krijgt, omdat hiervoor vereist is dat het kind door geboorte in familierechtelijke betrekking tot de bekende spermadonor komt te staan. 39 Indien op een later tijdstip door erkenning of gerechtelijke vaststelling van het vaderschap het kind in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan houdt het de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de bekende spermadonor gezamenlijk ter gelegenheid van de 34 HR 24 januari 2003, NJ 2003, HR 30 november 2007, NJ 2008, artikel 1:204 lid 3 BW 37 artikel 1:207 lid 1 BW 38 artikel 1:5 lid 4 BW 39 artikel 1:5 lid 5 sub a BW 14

15 erkenning of de vaststelling verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben. 40 Voor wat betreft de nationaliteit van het kind geldt het volgende. Het kind is Nederlander indien ten tijde van de geboorte de vader of moeder Nederlander is. 41 Bij gerechtelijke vaststelling van het ouderschap wordt het kind Nederlander 3 maanden nadat het vaderschap gerechtelijk is vast gesteld. Hierbij geldt wel dat het kind op de dag van de uitspraak minderjarig dient te zijn. 42 Voor de erkenning geldt dat indien het kind na de geboorte en voor de leeftijd van zeven jaren door een Nederlander wordt erkend hij/zij het Nederlanderschap verkrijgt. 43 Daarnaast wordt een kind ook Nederlander indien hij/zij na de geboorte door een Nederlander wordt erkend, die zijn biologische ouderschap bij of binnen de termijn van een jaar na de erkenning aantoont Erfrechtelijke gevolgen Alleen de personen die tot de erflater in familierechtelijke betrekking stonden worden tot zijn of haar bloedverwanten gerekend. 45 De erflater moet dus juridisch ouder zijn van het kind anders heeft dit geen erfrechtelijke gevolgen. Indien het kind in familierechtelijke betrekking tot de erflater stond dan is het kind de eerste in de rij erfgenamen en heeft hij of zij dus een voorrangspositie ten opzichte van de ouders van de erflater tezamen met diens broers en zussen, de grootouders van de erflater en de overgrootouders van de erflater. 46 Voor zowel de duomoeder als de bekende spermadonor geldt dat als zij geen juridisch ouder zijn van het kind er geen erfrechtelijke relatie met het kind bestaat. Zij kunnen wel het kind in hun testament opnemen. Zij dienen dan een uiterste wilsbeschikking te laten opmaken. 47 Dit levert een ongelijkwaardige positie op van de duomoeder en de bekende spermadonor tegenover de geboortemoeder indien zij niet de juridisch ouder zijn, omdat zij dan nog een rechtshandeling moeten verrichten om het kind van hen te kunnen laten erven. Het meerouderschap neemt deze ongelijkwaardige verhouding weg, omdat er dan wel een erfrechtelijke relatie bestaat tussen de duomoeder en het kind en de bekende spermadonor en het kind. 40 artikel 1:5 lid 2 BW 41 artikel 3 lid 1 RWN 42 artikel 4 lid 1 RWN 43 artikel 4 lid 2 RWN 44 artikel 4 lid 4 RWN 45 artikel 4:10 lid 3 BW 46 artikel 4:10 lid 1 BW 47 artikel 4:42 lid 1 BW 15

16 1.4.3 Het omgangsrecht en het recht op informatie Het kind heeft recht op omgang met zijn ouders en derden die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staan. 48 Het recht op omgang geldt dus niet alleen voor de juridisch ouder, maar ook voor diegene die family life met het kind heeft. Als de bekende donor geen juridisch ouder is van het kind dan heeft hij alsnog recht op omgang met het kind als er sprake is van family life. Hetzelfde geldt voor de duomoeder die een nauwe persoonlijke betrekking met het kind heeft doordat zij samen met de geboortemoeder het kind verzorgt en opvoedt. Daarnaast heeft de niet met het gezag belaste ouder het recht en de verplichting tot omgang met het kind. 49 Naast het recht op omgang bestaat er het recht op informatie. Dit houdt in dat de met het gezag belaste juridisch ouder, de niet met het gezag belaste juridisch ouder op de hoogte moet stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind en deze dient te raadplegen over beslissingen omtrent deze aangelegenheden. 50 Indien het belang van het kind dit vereist wordt het recht op informatie buiten toepassing gelaten. 51 Dit recht op informatie is vooral van belang voor de bekende spermadonor. De duomoeder is samen met de geboortemoeder en er kan dan ook vanuit worden gegaan dat zij op de hoogte is van de gebeurtenissen met betrekking tot het kind. De bekende spermadonor valt hier echter buiten. Het juridisch ouderschap is in dit geval dus met name van belang voor de bekende spermadonor, omdat hieraan het recht op informatie is gekoppeld De plicht te voorzien in de kosten van de verzorging en opvoeding van het minderjarige kind De juridisch ouder heeft de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind. 52 Deze verplichtingen zijn wederzijds en gelden dus ook voor het kind jegens zijn behoeftige juridisch ouder. 53 Indien het kind alleen een moeder heeft dan is de verwekker van het kind alsmede de persoon die als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad, verplicht te voorzien in de kosten van de verzorging en opvoeding van het kind en na het bereiken van de meerderjarigheid van het 48 artikel 1:377a lid 1 BW 49 artikel 1:377a lid 1 BW 50 artikel 1:377b lid 1 BW 51 artikel 1:377b lid 2 BW 52 artikel 1:392 lid 1 sub a BW 53 artikel 1:392 lid 1 sub b jo artikel 1:392 lid 2 BW 16

17 kind, tot het voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie. 54 Dit geldt dus alleen voor de duomoeder, omdat zij heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad en de bekende spermadonor niet de verwekker is Het ouderlijk gezag Minderjarigen staan onder gezag. 55 Onder gezag wordt ouderlijk gezag dan wel voogdij verstaan. 56 Voogdij wordt door een ander dan de ouder uitgeoefend. 57 Voogdij ontstaat niet van rechtswege, maar slechts door beslissing van de rechter of van een ouder. 58 Ik zal alleen ingaan op het ouderlijk gezag. Volgens de wet omvat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van de ouders om zelf hun minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden. 59 In elk geval wordt hieronder verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind, alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van diens persoonlijkheid. De ouders passen in de verzorging en opvoeding van het kind geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe. 60 Het ouderlijk gezag wordt door de ouders gezamenlijk of door een van de ouders uitgeoefend. 61 De moeder uit wie het kind is geboren oefent van rechtswege het gezag over het kind alleen uit indien het kind geen andere ouder heeft. 62 Het gezag kan dan ook niet door meer dan twee personen worden uitgeoefend. Het gezamenlijk gezag van ouders binnen een huwelijk of een geregistreerd partnerschap Gezamenlijk ouderlijk gezag ontstaat van rechtswege wanneer een kind binnen een huwelijk wordt geboren. 63 Hetzelfde geldt wanneer een kind wordt geboren binnen het geregistreerd partnerschap van de ouders. 64 De geboortemoeder en de duomoeder oefenen dus van rechtswege gezamenlijk het gezag uit indien zij een formele relatie met elkaar hebben en beiden juridisch ouder zijn. Het is voor de bekende spermadonor dan niet mogelijk om ook het gezag te verkrijgen. 54 artikel 1:394 BW 55 artikel 1:245 lid 1 BW 56 artikel 1:245 lid 2 BW 57 artikel 1:245 lid 3 BW 58 artikel 1:292 BW 59 artikel 1:247 lid 1 BW 60 artikel 1:247 lid 2 BW 61 artikel 1:245 lid 3 BW 62 artikel 1:253b lid 1 BW 63 artikel 1:251 lid 1 BW 64 artikel 1:253aa lid 1 BW 17

18 Het gezamenlijk gezag van ouders buiten een huwelijk of geregistreerd partnerschap Indien de ouders niet met elkaar zijn gehuwd of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan dan oefenen zij niet van rechtswege bij de geboorte gezamenlijk het gezag over hun minderjarige kinderen uit. Zij dienen dit op hun beider verzoek in het register te laten aantekenen. 65 Die openbare registers berusten bij de rechtbanken. In deze registers wordt aantekening gehouden van rechtsfeiten die op het over minderjarigen uitgeoefende gezag betrekking hebben. 66 Indien de geboortemoeder en de duomoeder geen formele relatie hebben, maar de duomoeder wel de juridisch ouder is dan is het voor haar dus via deze weg mogelijk om het gezag te verkrijgen. In het geval dat de bekende spermadonor de juridisch ouder is dan is het voor hem ook mogelijk om op deze manier het gezamenlijk gezag te verkrijgen Tussenconclusie De duomoeder is bij het verkrijgen van het juridisch ouderschap door erkenning en de gerechtelijke vaststelling afhankelijk van de geboortemoeder. Dit zorgt voor een ongelijkwaardige positie van de duomoeder ten opzichte van de geboortemoeder. De duomoeder heeft daarnaast de mogelijkheid om het kind te adopteren, maar hier zijn wel weer meer voorwaarden aan verbonden zoals neergelegd in artikel 1:228 BW. De bekende spermadonor is bij het verkrijgen van het juridisch ouderschap door erkenning afhankelijk van de geboortemoeder. Dit zorgt voor een ongelijkwaardige positie van de bekende spermadonor ten opzichte van de geboortemoeder. De bekende spermadonor kan wel om vervangende toestemming van de rechter vragen om het kind te erkennen indien hij in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat. Hij moet dan wel bijkomende omstandigheden aanvoeren waaruit samen met zijn biologische vaderschap familie- en gezinsleven blijkt. Als we kijken naar de verschillende rechtsgevolgen die aan het juridisch ouderschap zijn verbonden zien we bijvoorbeeld bij de erfrechtelijke gevolgen dat tussen het kind en de bekende spermadonor of de duomoeder geen erfrechtelijke relatie bestaat als zij geen juridisch ouder zijn. Zij kunnen wel een testament opmaken zodat het kind alsnog van hen kan erven, maar zij dienen hiertoe wel een rechtshandeling te verrichten. Dit levert een ongelijkwaardige positie op ten opzichte van de geboortemoeder die wel juridisch ouder is en 65 artikel 1:252 lid 1 BW 66 artikel 1:244 BW 18

19 waarvan het kind van rechtswege van haar erft bij haar overlijden(dus zonder het opmaken van een testament). 19

20 Hoofdstuk 2 Het internationaal recht 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk komen het EVRM en het IVRK aan bod. Deze verdragen bevatten de meest fundamentele rechten van de mens en het kind. De Nederlandse wetgeving dient in overeenstemming te zijn met de eenieder verbindende bepalingen uit deze verdragen. 67 Indien de rechter een regel van internationaal recht toepast, dan kan zij deze rechtstreeks of indirect laten doorwerken. 68 De rechtstreekse werking is de meest verstrekkende manier waarop een regel van internationaal recht in onze rechtsorde kan doorwerken. 69 Artikel 93 van de Grondwet gaat over deze rechtstreekse werking en spreekt hier van eenieder verbindende bepalingen. Bij het beantwoorden van de vraag of een verdragsbepaling eenieder verbindend is moet in de eerste plaats worden gekeken of de verdragsluitende partijen iets over rechtstreekse werking hebben afgesproken. Is dat niet het geval dan is de inhoud van de verdragsbepaling maatgevend. Is de bepaling van dien aard dat het in de nationale rechtsorde zonder meer als objectief recht kan functioneren dan kan de bepaling worden gekwalificeerd als een eenieder verbindende bepaling die rechtstreeks doorwerkt. 70 Het oordeel over de rechtstreekse werking van een internationale verdragsbepaling is in ons constitutionele systeem voorbehouden aan de rechter. 71 Een andere manier om internationaal recht te laten doorwerken is via de indirecte werking. De rechter gebruikt de regel van internationaal recht dan om invulling te geven aan nationale regels. 72 Het EVRM en het IVRK werken op een verschillende manier door in onze rechtsorde. Ik zal allereerst het EVRM bespreken. 2.2 Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens 67 artikel 93 jo artikel 94 Grondwet 68 Gerrit Jan Pulles, Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en het IVRK: Receptie in het belang van het kind, Uit: C. Mak, F.K. van Wijk, J.H. de Graaf en P.J. Montanus (red), Rechten van het kind en waardigheid, Nijmegen: Ars Aequi Libri, 2013, p Gerrit Jan Pulles, Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en het IVRK: Receptie in het belang van het kind, Uit: C. Mak, F.K. van Wijk, J.H. de Graaf en P.J. Montanus (red), Rechten van het kind en waardigheid, Nijmegen: Ars Aequi Libri, 2013, p HR 30 mei 1986, NJ 1986/688 (Spoorwegstaking); HR 18 april 1995, NJ 1995/619; ABRvS, 15 september 2004, LJN AR Gerrit Jan Pulles, Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en het IVRK: Receptie in het belang van het kind, Uit: C. Mak, F.K. van Wijk, J.H. de Graaf en P.J. Montanus (red), Rechten van het kind en waardigheid, Nijmegen: Ars Aequi Libri, 2013, p Gerrit Jan Pulles, Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en het IVRK: Receptie in het belang van het kind, Uit: C. Mak, F.K. van Wijk, J.H. de Graaf en P.J. Montanus (red), Rechten van het kind en waardigheid, Nijmegen: Ars Aequi Libri, 2013, p. 111 en p

21 Volgens de in Nederland heersende leer worden uitspraken van het EHRM en de daarin vervatte interpretaties van het EVRM geacht deel uit te maken van de verdragsbepaling waarop zij betrekking hebben. Dit wordt incorporatie genoemd. Dat wil zeggen dat de uitleg van het EHRM zich voegt in de betekenis van de uitgelegde materiële bepaling van het EVRM. Deze materiële bepalingen hebben rechtstreekse werking in de Nederlandse rechtsorde. 73 Een belangrijk artikel uit het EVRM dat al eerder aan bod kwam is art. 8 EVRM. Het recht op family life vloeit voort uit dit artikel. Voor het bestaan van gezinsleven zegt het EHRM dat er gekeken dient te worden naar the real existence in practice of close personal ties, oftewel dat er tussen personen (daadwerkelijk) sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking. 74 Sinds het Marckx-arrest wordt er rekening gehouden met het feit dat er inmiddels modernere gezinsvormen bestaan en dat het begrip family life aan verandering onderhevig is. 75 De geboorte van het kind is voldoende om gezinsleven tussen de (biologische) moeder en het kind vast te stellen. 76 Uit rechtspraak van het EHRM volgt dat familie- en gezinsleven ook kan worden aangenomen tussen gehuwde ouders en hun kind of personen met een langdurige relatie en de kinderen die tijdens die relatie geboren worden. 77 Dat betekent dat er sprake is van familie- en gezinsleven tussen de duomoeder en het kind indien de geboortemoeder en de duomoeder met elkaar gehuwd zijn of indien zij een langdurige relatie met elkaar hebben. Voor de vaststelling van gezinsleven tussen de (biologische) vader en het kind ligt dit anders. Er dient dan sprake te zijn van bijkomende omstandigheden. Volgens het EHRM valt hierbij te denken aan de verzorging van het kind en de mate van (alle vormen van) contact met het kind. 78 In de zaak Lebbink tegen Nederland oordeelde het EHRM dat door (onder meer) de toegewijde verzorging van het kind door de (biologische) vader de banden tussen hen voldoende inhoudelijk waren om vast te kunnen stellen dat er sprake is van gezinsleven. 79 Ook de intentie om gezinsleven te hebben kan voldoende zijn om 73 Gerrit Jan Pulles, Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en het IVRK: Receptie in het belang van het kind, Uit: C. Mak, F.K. van Wijk, J.H. de Graaf en P.J. Montanus (red), Rechten van het kind en waardigheid, Nijmegen: Ars Aequi Libri, 2013, p EHRM 1 juni 2004, appl. No /99 par. 36 (Lebbink/Nederland) en EHRM 27 april 2001, appl. No /94 par. 150 (K&T/Finland) 75 M. Angius, Family life in spagaat, FJR 2015/14, afl EHRM 13 juni 1979, NJ 1980, 462 (Marckx/België) 77 EHRM 21 juni 1988, NJ 1988, 746 (Berrehab/Nederland), EHRM 26 mei 1994, NJ 1995, 247 (Keegan/Ierland), EHRM 27 oktober 1994, NJ 1995, 248 (Kroon tegen Nederland) 78 M. Angius, Family life in spagaat, FJR 2015/14, afl EHRM 1 juni 2004, appl. No /99 par. 40 (Lebbink/Nederland) 21

22 gezinsleven tussen de (biologische) vader en het kind vast te stellen. 80 Factoren die hierbij volgens het EHRM een belangrijke rol spelen zijn: de aard van de relatie tussen de (biologische) ouders en de aantoonbare interesse voor en betrokkenheid bij de kinderen voor en na de geboorte. 81 In het geval dat het niet te wijten is aan de (biologische) vader dat er geen gezinsleven tot stand is gekomen kan de intentie tot gezinsleven ook als gezinsleven worden gezien. Dit was het geval bij de zaak Anayo/Duitsland. In deze zaak had de (biologische) vader geen mogelijkheid om het juridisch vaderschap te verwerven en weigerden de juridische ouders elke vorm van contact. 82 Het kan dus voorkomen dat zowel de duomoeder als de bekende spermadonor beiden family life met het kind hebben en dit kan voor conflictsituaties zorgen, omdat slechts een van hen in familierechtelijke betrekking tot het kind kan staan. 2.3 Het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind Er bestaat onduidelijkheid over de rechtstreekse werking van veel bepalingen van het IVRK. De verdragsluitende partijen hebben zich bij de totstandkoming van het IVRK niet expliciet uitgelaten over de rechtstreekse werking van het verdrag. Zodoende is de rechter aangewezen op de interpretatie van de tekst van het verdrag. In de rechtspraak leidt dit tot wisselende resultaten. De Nederlandse rechter is terughoudend met het toekennen van rechtstreekse werking aan artikelen uit het IVRK. Het IVRK heeft meestal een indirecte werking. 83 In het IVRK zijn bepalingen neergelegd om de belangen van het kind te beschermen. Een belangrijke bepaling is artikel 3 IVRK. Op grond van dit artikel dienen bij alle maatregelen betreffende kinderen het belang van het kind voorop te staan. Op 29 mei 2013 heeft het VNkinderrechtencomité General Comment nummer 14 over artikel 3 eerste lid van het IVRK gepubliceerd. In dit General Comment worden handvaten gegeven voor de mogelijkheden die je hebt om te beoordelen en vast te stellen wat in het belang van het kind is. 84 Het belang van het kind dient altijd op het niveau van het individuele kind te worden beoordeeld. Er moet 80 EHRM 15 december 2011, appl. No /07 par. 81 (Schneider/Duitsland) 81 S.F.M Wortmann, annotatie bij: Anayo tegen Duitsland, EHRM 21 december 2010, appl. No /07 82 S.F.M Wortmann, annotatie bij: Anayo tegen Duitsland, EHRM 21 december 2010, appl. No /07 83 Gerrit Jan Pulles, Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en het IVRK: Receptie in het belang van het kind, Uit: C. Mak, F.K. van Wijk, J.H. de Graaf en P.J. Montanus (red), Rechten van het kind en waardigheid, Nijmegen: Ars Aequi Libri, 2013, p. 111 en Committee on the Rights of the Children, General Comment No. 14 (2013) on the right of the child to have his or her best interests taken as a primary consideration (art. 3, para. 1)* 22

23 gekeken worden naar de specifieke situatie van het kind en naar de persoonlijke situatie en behoeftes van dat kind. 85 Daarnaast zijn er ook bepalingen neergelegd in het verdrag die betrekking hebben op de relatie tussen de ouder en het kind. Het IVRK biedt ruimte voor erkenning van maatschappelijke en culturele ontwikkelingen en diversiteit. Het Kinderrechtencomité onderkent dat in de praktijk families verschillend kunnen zijn samengesteld en aan verandering onderhevig is. 86 Het kind heeft het recht om voor zover mogelijk zijn ouders te kennen en door hen te worden verzorgd en opgevoed. Dit is neergelegd in art. 7 lid 1 van het IVRK. Indien de geboortemoeder, de duomoeder en de bekende spermadonor alle drie juridisch ouder zijn dan heeft het kind het recht om door hen alle drie te worden verzorgd en opgevoed. Het juridisch ouderschap zorgt ervoor dat er vanaf het begin gelijkwaardigheid bestaat tussen de betrokkenen en dat ze alle drie evenveel inspraak hebben in de verzorging en opvoeding van het kind. Dit zal ook in het belang van het kind zijn. Ook hebben kinderen op grond van dit artikel recht op informatie over hun afstamming. 87 Op grond van artikel 8 lid 1 IVRK heeft het kind het recht om zijn of haar eigen identiteit te behouden. Dit recht omvat in ieder geval volgens dit artikel de nationaliteit, de naam en familiebetrekkingen. 88 Daarnaast heeft het kind op grond van art. 9 lid 3 IVRK het recht om rechtstreeks contact met één of beide ouders te onderhouden van wie hij of zij gescheiden is, tenzij dit in strijd is met het belang van het kind. 89 Indien ook de bekende spermadonor juridisch ouder is heeft deze recht op rechtstreeks contact met het kind en dus een gelijkwaardige rol ten opzichte van de geboortemoeder en het kind. Ook zal dit in het belang van het kind zijn, omdat dan duidelijk is dat de bekende spermadonor juridisch ouder is en het kind recht heeft op contact met de bekende spermadonor. 85 Committee on the Rights of the Children, General Comment No. 14 (2013) on the right of the child to have his or her best interests taken as a primary consideration (art. 3, para. 1)*, par Committee on the rights of the child, General Comment No. 7 (2005) Implementing child rights in early childhood, par. 15 en par P.A.W. Kuijper, Een nieuwe visie op de afstamming. Is het ontstaan van een kind een actief of passief proces?, Deventer: Kluwer 2014, p artikel 8 lid 1 IVRK 89 artikel 9 lid 3 IVRK 23

24 Hoofdstuk 3 Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap 3.1 Inleiding De Staatscommissie Herijking Ouderschap heeft op 7 december 2016 haar rapport Kind en Ouders in de 21 ste eeuw uitgebracht. De aanleiding hiertoe is de vaststelling dat er in de afgelopen decennia grote maatschappelijke en medisch-technologische veranderingen hebben plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot de vraag of het huidige afstammings- en gezagsrecht nog wel aansluit bij de huidige en toekomstige samenleving. 90 In dit hoofdstuk zal ik de conclusies uit het rapport van de Staatscommissie bespreken. 3.2 De conclusies uit het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap met betrekking tot het invoeren van meerouderschap in Nederland Maatschappelijke ontwikkelingen De afgelopen decennia is de diversiteit in gezinsvormen toegenomen. Sinds de jaren zestig is het traditionele gezin (een met elkaar gehuwde vader en moeder en een of meer kinderen die zij samen hebben gekregen) onder druk komen te staan door allerlei sociaal-demografische ontwikkelingen. 91 Deze ontwikkeling is relevant voor het familierecht vanwege de wisselwerking tussen de maatschappelijke ontwikkelingen en het recht. Om het familierecht beter te laten aansluiten op de veranderende maatschappelijke werkelijkheid kan dit aanleiding zijn tot wijziging in de wetgeving. De Staatscommissie heeft de recente veranderingen in gezinsvormen in kaart gebracht om zo te identificeren waar mogelijke knelpunten bestaan in de aansluiting tussen de wet en de maatschappelijke praktijk. 92 De Staatscommissie is onder andere tot de conclusie gekomen dat kinderen steeds minder opgroeien in een traditioneel gezin, maar dat dit traditionele gezin nog wel het meest voorkomende gezinstype is. 93 Er groeien steeds meer kinderen op bij paren van een gelijk 90 Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p R. Lesthaeghe, The unfolding story of the second demographic transition, Population and development review 2010, 36 (2), p Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p

25 geslacht, met name bij twee vrouwen. Daarnaast is de Nederlandse samenleving steeds toleranter geworden ten aanzien van nieuwe gezinsvormen Het belang van het kind De Staatscommissie heeft de aan haar voorgelegde vragen benadert vanuit de belangen en rechten van het kind, omdat de aan haar voorgelegde vraagstukken van grote betekenis zijn voor kinderen. In de kern draaien de belangen van het kind om het welzijn van kinderen en om een gezonde, volledige en harmonieuze ontwikkeling van kinderen naar zelfstandige en sociaal verantwoordelijke individuen. Het kind heeft daarom belang bij respect voor zijn menselijke waardigheid en een met zijn ontwikkeling toenemende autonomie. De Staatscommissie hecht ook waarde aan de belangen en rechten van andere betrokkenen, zoals de ouders, donoren en familieleden, maar er wordt bijzonder belang gehecht aan de (rechts)positie van kinderen. Het belang van het kind dient een eerste overweging te zijn bij alle maatregelen die het kind betreffen. 95 In het rapport wordt het IVRK besproken. De Staatscommissie overweegt dat het IVRK een living instrument is. Dit betekent dat het IVRK meegroeit met zijn tijd. De rechten die zijn verankerd in het IVRK vormen een inspiratiebron voor het advies van de Staatscommissie. 96 Het IVRK onderkent dat meerdere personen betrokken kunnen zijn bij en van belang kunnen zijn voor de opvoeding van een kind. In de General Comment bij artikel 5 van het IVRK onderkent het Kinderrechtencomité dat het begrip familie hier ziet op verschillende netwerken waarbinnen kinderen opgroeien. 97 Het Comité merkt op dat in de praktijk familiepatronen verschillend kunnen zijn samengesteld en dat deze aan verandering onderhevig zijn. Er komen steeds meer verschillende gezinsvormen bij en er is een toenemend aantal dat groeit in familiegrootte. 98 Goed ouderschap 94 Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p Committee on the rights of the child, General Comment No. 7 (2005) Implementing child rights in early childhood, par Committee on the rights of the child, General Comment No. 7 (2005) Implementing child rights in early childhood, par

26 Een van de bepalende vragen voor een materiële invulling van het belang van het kind is hoe verschillende wijzen van gezinsvorming en gezinssamenstellingen de ontwikkeling van het kind beïnvloeden. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag geeft de Staatscommissie vooraf een omschrijving van wat goed ouderschap inhoudt vanuit pedagogisch perspectief. De Staatscommissie hanteert de volgende omschrijving van goed ouderschap : een ouder is een persoon met wie het kind een onvoorwaardelijke, stabiele, intense, intieme en niet in tijd afgegrensde relatie heeft, waarin voor het kind wordt gezorgd en het kind wordt geholpen zich te ontwikkelen. 99 De Staatscommissie onderscheidt zeven kernen binnen goed ouderschap. Zij zijn van mening dat deze kernen voor ieder kind beschikbaar zouden moeten zijn. 100 Deze zeven kernen zijn: - een onvoorwaardelijk persoonlijk commitment; - continuïteit in de opvoedingsrelatie; - verzorging en zorg voor lichamelijk welzijn; - opvoeding tot zelfstandigheid en sociale en maatschappelijke participatie; - het organiseren en monitoren van de opvoeding in het gezin, op school en in het publieke domein; - zorg dragen voor de vorming van de afstammingsidentiteit van het kind; - zorg dragen voor contact- en omgangsmogelijkheden met voor het kind belangrijke personen. De Staatscommissie heeft zich bij het formuleren van de zeven kernen van goed ouderschap mede gebaseerd op het door Kalverboer en Zijlstra ontwikkelde model belang van het kind. 101 Het Kinderrechtencollectief heeft in 2011 dit zogeheten BIC-model(belang van het kind model) en de daarbij behorende BIC-methodiek voorgedragen bij het VN- Kinderrechtencomité om zo een bijdrage te leveren bij de totstandkoming van General Comment nummer 14 over de inhoud van art. 3 IVRK. Het BIC-model en de BIC-methodiek zijn geïntegreerd in General Comment nr. 14. Het BIC-model bevat veertien omgevingscondities die in de leefomgeving van het kind aanwezig moeten zijn om zijn 99 Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p. 41 en Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p. 41 en Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 ste eeuw, Den Haag december 2016, p. 42 en M. Kalverboer & E. Zijlstra, Het belang van het kind in het Nederlands recht. Voorwaarden voor ontwikkeling vanuit een pedagogisch perspectief, Amsterdam: SWP 2006, p

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick.

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick. Een vergelijking tussen huidig recht en toekomstige wetgeving: zorgt het wetsvoorstel Lesbisch ouderschap voor een verbetering van de rechtspositie van de meemoeder en de zaaddonor? Auteur Monique Borsje

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

239. Duomoederschap anno 2014

239. Duomoederschap anno 2014 239. Duoschap anno 2014 Mr. dr. M.J. Vonk Vanaf 1 april 2014 is het mogelijk om via het afstammingsrecht twee juridische s te hebben. Op de geboorteakte staan dan een en een uit wie het kind is geboren.

Nadere informatie

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk] 2012 Naam: Loes van Thiel ANR: 535277 begeleider: Mr. Smits [ Binnen welk juridisch kader kan de rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

Nadere informatie

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK?

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK? Het wetsvoorstel betreffende de wijzigingen van boek 1 Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie In hoeverre waarborgt

Nadere informatie

Geboren met twee moeders

Geboren met twee moeders Geboren met twee moeders Een onderzoek naar het belang van het kind dat is geboren binnen een lesbische relatie Masterscriptie Jeugdrecht Emma Merkx Naam: E.T.P. Merkx Studentnummer: 0910104 Masteropleiding:

Nadere informatie

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen?

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? De wenselijkheid van drie of vier ouders NAAM: JOELLE HENDRIKS ADMINISTRATIENUMMER: 477595 SCRIPTIEBEGELEIDER: PROF. MR. P. VLAARDINGERBROEK DATUM:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het ontstaan van het moederschap van rechtswege van en de mogelijkheid van erkenning door de vrouwelijke partner van de moeder MEMORIE VAN

Nadere informatie

1 Inleiding. Wendy Schrama

1 Inleiding. Wendy Schrama 1 Inleiding Wendy Schrama 1.1 Onderscheid personen- en familierecht Dit boek gaat over het personen- en familierecht. Het personenrecht regelt de rechtspositie van een natuurlijke persoon: het begin en

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg?

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg? Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg? Over de wenselijkheid van het meerouderschap en het gezin anno 2018. N. GROEN 1 1. Inleiding Dat het gezin in de huidige samenleving

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Scriptie Rechtsgeleerdheid De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Tijd voor verandering? Naam: Imke Jansen ANR: 767356 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie

Nadere informatie

Maart 2012 N. Leeuwrik

Maart 2012 N. Leeuwrik Lesbisch ouderschap: instemmen met het wetsvoorstel lesbisch ouderschap of vasthouden aan de vereenvoudigde adoptieprocedure? In hoeverre worden de belangen van het kind gewaarborgd in het wetsvoorstel

Nadere informatie

In artikel 3, eerste lid, wordt een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vervangen door: een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap.

In artikel 3, eerste lid, wordt een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vervangen door: een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. W03.11.0034/II Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap 1. Inleiding In april 2014 heeft de ministerraad op voorstel van de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19499 1 november 2011 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/53794

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Statusvoorlichting: het geven van informatie over de afstamming van het kind

Statusvoorlichting: het geven van informatie over de afstamming van het kind Statusvoorlichting: het geven van informatie over de afstamming van het kind Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 18 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:452 (mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk,

Nadere informatie

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie

Nadere informatie

Kind- en effectrapportage Recht op afstamming in brede zin van het woord

Kind- en effectrapportage Recht op afstamming in brede zin van het woord Gespreksnotitie ten behoeve van het rondetafelgesprek d.d. 26 januari 2017 over het rapport Kind en ouder in de 21e eeuw van de Staatscommissie Herijking Ouderschap. Auteur: Margrite Kalverboer, Kinderombudsvrouw

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Geheugensteuntje voor regenboogouder(s)

Geheugensteuntje voor regenboogouder(s) Geheugensteuntje voor regenboogouder(s) Je moet het samen doen, elkaar echt kunnen vertrouwen en onderling goed nadenken over juridische en praktische zaken. Een regenbooggezin is fantastisch, maar als

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS Stichting KBO Haarlem-Schoten December 2016 Inleiding Steeds vaker worden scholen betrokken bij conflicten tussen ouders, die niet meer samen leven. Deze betrokkenheid ontaardt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen } Ouderschap } Gezag } Positie gescheiden ouders } Grove schets van internationale aspecten Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen 1 } Uit wie het kind

Nadere informatie

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Onderzoek naar het wettelijk vastleggen van het duomoederschap Masterscriptie Universiteit van Tilburg door Jolien Witsmeer 1 Voorwoord

Nadere informatie

Adoptie van een kind in Nederland

Adoptie van een kind in Nederland Adoptie van een kind in Nederland Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie Hoofdstuk 4. Prodedure in geval van interlandelijke

Nadere informatie

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen DE RECHTSPOSITIE VAN DE BEKENDE DONOR; EEN RECHTSVERGELIJKEND PERSPECTIEF Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen De rechtspositie van de bekende donor Een rechtsvergelijkend

Nadere informatie

Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon?

Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon? Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon? Een onderzoek naar de mogelijkheid voor een uitbreiding van het gezag voor meer dan twee personen vanuit de positie van de sperma- en eiceldonor bezien.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming?

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming? Eindscriptie Personen & Familierecht Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming? Auteur: Mark S. Franse Administratienr: S306472 Scriptiebegeleider: Mw. Mr J.A.E. van Raak - Kuiper

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

De minderjarige en drie (of meer) gezagsrelaties

De minderjarige en drie (of meer) gezagsrelaties De minderjarige en drie (of meer) gezagsrelaties Masterscriptie Rechtsgeleerdheid omtrent het gezag voor meer dan twee personen Door: Juta Hoogerdijk Eerste begeleidster: mw. mr. R. Heerkens ANR: 975145

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2012/162 Rechtbank 's-gravenhage 18 januari 2012, 391535/FA RK 11-2699; LJN BV2597. ( mr. De Wit mr. Nijman mr.

» Samenvatting. JPF 2012/162 Rechtbank 's-gravenhage 18 januari 2012, 391535/FA RK 11-2699; LJN BV2597. ( mr. De Wit mr. Nijman mr. JPF 2012/162 Rechtbank 's-gravenhage 18 januari 2012, 391535/FA RK 11-2699; LJN BV2597. ( mr. De Wit mr. Nijman mr. Meijer ) [Verzoeker 1] en [verzoeker 2] te s-gravenhage, hierna verzoekers, dan wel [verzoeker

Nadere informatie

1. Aanleiding en opdracht Staatscommissie Herijking Ouderschap

1. Aanleiding en opdracht Staatscommissie Herijking Ouderschap 33 836 Personen- en familierecht Nr. 18 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 december 2016 Hierbij bied ik u namens het

Nadere informatie

1.4 Een afzonderlijke regeling voor sociaal ouderschap buiten het afstammingsrecht 1.5 Concurrerende aanspraken op het ouderschap

1.4 Een afzonderlijke regeling voor sociaal ouderschap buiten het afstammingsrecht 1.5 Concurrerende aanspraken op het ouderschap 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie Memorie van antwoord Ik dank de leden hartelijk

Nadere informatie

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS?

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS? LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS? Machteld Vonk Inleiding De aandacht voor de juridische positie van kinderen die binnen een lesbische relatie worden geboren,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2600 5 februari 2013 Advies Raad van State betreffende het wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het

Nadere informatie

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst

Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst Anne Mollema Inleiding Als er één vakgebied bestaat binnen het civiele recht waar het

Nadere informatie

Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind.

Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht door

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap Regenboogouder(s) & anders-ouderschap (roze ouderschap, intentioneel (meer)ouderschap, intentioneel co-ouderschap) Je moet het samen doen, elkaar echt kunnen vertrouwen en onderling goed nadenken over

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 30 486 Evaluatie Embryowet E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 28 april 2014 De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

ANNOTATIES. Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker. Prof.mr. A.J.M. Nuytinck

ANNOTATIES. Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker. Prof.mr. A.J.M. Nuytinck Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker Prof.mr. A.J.M. Nuytinck HR 12 november 2004, JOL 2004, 578, RvdW 2004, 125 (mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens,

Nadere informatie

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP Deze vragenlijst is opgesteld en uitgezet door Stichting Meer dan Gewenst in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam t.b.v. de Europese Verkiezingen op 22

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 21 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 2.1 Inleiding 23 2.2 Afstamming 23 2.2.1 Geboorte 24 2.2.2 Erkenning 25 2.2.3 Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap 26 2.2.4 Vaderschapsactie

Nadere informatie

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten -

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - BROCHURE - 1 - Met dank aan; Brusselsestraat 51 6211 PB Maastricht Tel.: 0031 (0)43-325 96 79 Fax: 0031 (0)43-325 04 31 www.leliveldadvocaten.nl Email:

Nadere informatie

De spermadonor en zijn recht op omgang met het kind In hoeverre dient de spermadonor een recht op omgang te hebben, mede gelet op het belang van het

De spermadonor en zijn recht op omgang met het kind In hoeverre dient de spermadonor een recht op omgang te hebben, mede gelet op het belang van het De spermadonor en zijn recht op omgang met het kind In hoeverre dient de spermadonor een recht op omgang te hebben, mede gelet op het belang van het kind en het familie- en gezinsleven in de zin van artikel

Nadere informatie

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht?

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de termijnen in het Nederlandse en Turkse afstammingsrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (oude regeling)

Nadere informatie

Internationale afstamming en draagmoederschap

Internationale afstamming en draagmoederschap Internationale afstamming en draagmoederschap Ian Curry- Sumner 1 en Machteld Vonk 2 1. Inleiding Bij het opstellen van een testament of het afwikkelen van een nalatenschap is het van groot belang om te

Nadere informatie

Handleiding. Cipers iseries Workarounds per 1 april Wijzigingen BW en aktemodellen Burgerlijke Stand

Handleiding. Cipers iseries Workarounds per 1 april Wijzigingen BW en aktemodellen Burgerlijke Stand Handleiding Cipers iseries Workarounds per 1 april 2014 Wijzigingen BW en aktemodellen Burgerlijke Stand Versie Status Datum Omschrijving 1.0 Definitief 28 maart 2014 Eerste versie 1.1 Definitief 16 mei

Nadere informatie

Dossier Draagmoeder. Beleidsinformatie:

Dossier Draagmoeder. Beleidsinformatie: Dossier Draagmoeder Een draagmoeder is een vrouw die zwanger is voor een ander: de wensouder(s). De draagmoeder staat het kind na de geboorte af aan de wensouders. Niet-commercieel draagmoederschap is

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr.

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr. Zonneveld ) Mr. A.R.M. van Kempen, advocaat, kantoorhoudende te Amsterdam, in haar hoedanigheid

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

Masterscriptie Personen- en Familierecht

Masterscriptie Personen- en Familierecht Masterscriptie Personen- en Familierecht Dient er een mogelijkheid te komen voor de verwekker om het door huwelijk ontstane vaderschap aan te kunnen tasten? K.H.J. Vermariën ANR 829025 Universiteit van

Nadere informatie

DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP

DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP MASTERSCRIPTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHT DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP Verbetering gewenst? Universiteit van Tilburg 19-11-2013 Auteur: Kelly Lemmens ANR: 273183 Studentnummer: 1248428

Nadere informatie

Concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap: meemoeder wordt juridisch moeder van rechtswege of door erkenning.

Concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap: meemoeder wordt juridisch moeder van rechtswege of door erkenning. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap: meemoeder wordt juridisch moeder van rechtswege of door erkenning. A.J.M. Nuytinck Published in WPNR 2010,

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54145

Nadere informatie

Over vaders, seks en afstamming: verwekkers kritisch beschouwd

Over vaders, seks en afstamming: verwekkers kritisch beschouwd 212 Ars Aequi maart 2016 rode draad Rode draad Recht en seksualiteit arsaequi.nl/maandblad Over vaders, seks en afstamming: het afstammingsrecht voor verwekkers kritisch beschouwd Wendy Schrama* In deze

Nadere informatie

Lesbisch ouderschap. Bespreking van het rapport van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie (commissie-kalsbeek)

Lesbisch ouderschap. Bespreking van het rapport van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie (commissie-kalsbeek) Lesbisch ouderschap. Bespreking van het rapport van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie (commissie-kalsbeek) Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder

Nadere informatie

Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in

Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in het belang van het kind? Een vader heeft ook rechten In

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22956 8 augustus 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 5 augustus 2014, nummer WBN 2014/5,

Nadere informatie

Afstamming ongeacht gerichtheid of geslacht 1

Afstamming ongeacht gerichtheid of geslacht 1 Afstamming ongeacht gerichtheid of geslacht 1 door Kees Waaldijk 2 versie 7 januari 2015 verschenen in: Ernee Loeb, Caroline Martens, Nora van Oostrom, Leo Vollebregt (red.), Alle kleuren Jaap! Liber Amicorum

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:386

ECLI:NL:RBMNE:2017:386 ECLI:NL:RBMNE:2017:386 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer C16/420604/FO RK 16-141 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere

Nadere informatie

Nadere memorie van antwoord

Nadere memorie van antwoord 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie Nadere memorie van antwoord Ik dank de leden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Overzicht van roze ouderschapsvormen

Overzicht van roze ouderschapsvormen 1 Overzicht van roze ouderschapsvormen Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-elijkDelen 4.0 Internationaal-licentie. Versie november 2018 2 Inleiding en disclaimer Hierbij

Nadere informatie

Het kind, zijn meerouder(s) en het 21steeeuwse

Het kind, zijn meerouder(s) en het 21steeeuwse Het kind, zijn meerouder(s) en het 21steeeuwse erfrecht Mr. C. Smit* 1 Inleiding Op 10 oktober 2017 hebben VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hun regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst gepresenteerd. Op erfrechtelijk

Nadere informatie

Ouderschap, gezag en scheiding

Ouderschap, gezag en scheiding Ouderschap, gezag en scheiding mr. Paulien Boerkamp met dank aan: mr. Lydia Janssen 2 en 12 maart 2015 Programma Twee soorten juridische banden met kind: 1. Ouderschap (= familie) 2. Gezag (= zeggenschap)

Nadere informatie

samenvatting Kind en Ouders in de 21 ste eeuw Rapport van de Staatscommissie herijking ouderschap

samenvatting Kind en Ouders in de 21 ste eeuw Rapport van de Staatscommissie herijking ouderschap samenvatting Kind en Ouders in de 21 ste eeuw Rapport van de Staatscommissie herijking ouderschap samenvatting Kind en Ouders in de 21 ste eeuw Rapport van de Staatscommissie Herijking ouderschap Colofon

Nadere informatie

In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators

In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators Scriptie Tristan Wolters Tilburg, mei 2011 In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators Naam: Tristan Daniël Wolters Studentnummer: 2014194 Plaats en datum: Tilburg, mei

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 21-12-2004 Datum publicatie 13-01-2005 Zaaknummer B04/635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

Prejudiciële beslissing op vraag van: ECLI:NL:RBDHA:2016:14425

Prejudiciële beslissing op vraag van: ECLI:NL:RBDHA:2016:14425 ECLI:NL:HR:2017:942 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 19-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 16/05572 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:104

Nadere informatie

Lijst van gebruikte afkortingen

Lijst van gebruikte afkortingen Gelijkheid in het verkrijgen van het juridisch ouderschap De strijd van homoseksuele mannen naar juridische gelijkheid Masterscriptie van Natascha Panhuijsen (5731216) Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht De positie van de biologische vader in het omgangsrecht Mireille Meijering Augustus 2013 Scriptiebegeleider: Maaike Voorhoeve Tweedelezer: Chantal Mak Inhoudsopgave Lijst van afkortingen... 4 Inleiding...

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 9 Wet van 21 december 2000 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen

Nadere informatie

De belangen van het kind bezien vanuit het verdragsrecht.

De belangen van het kind bezien vanuit het verdragsrecht. Zaaddonorschap 21 december 2015 De belangen van het kind bezien vanuit het verdragsrecht. Naam: Sanne Witjes Studentnummer: 851392011 Docentbegeleiders: Mr. M. (Martin) Baks en Prof. mr. A.I.H (Anka) Ernes

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 348 26 672 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht

Nadere informatie

Afstammingsinformatie

Afstammingsinformatie Afstammingsinformatie 1 Tijdslijn Afstammingsinformatie 4 nov. 1950 20 nov. 1989 29 mei 1993 15 april 1994 1 juni 2004 EVRM IVRK Haags Adoptieverdrag Valkenhorstarrest Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting

Nadere informatie

DRIE IS TEVEEL? Naar een verbetering van de positie van de duo-moeder. Nicole van Haalem Scriptiebegeleider: mr. dr. J.A.E.

DRIE IS TEVEEL? Naar een verbetering van de positie van de duo-moeder. Nicole van Haalem Scriptiebegeleider: mr. dr. J.A.E. DRIE IS TEVEEL? Naar een verbetering van de positie van de duo-moeder. Nicole van Haalem Scriptiebegeleider: mr. dr. J.A.E. van Raak-Kuiper Inhoudsopgave 2 Afkortingen 5 Voorwoord 6 Hoofdstuk 1 Inleiding,

Nadere informatie