rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]"

Transcriptie

1 2012 Naam: Loes van Thiel ANR: begeleider: Mr. Smits [ Binnen welk juridisch kader kan de rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

2 INHOUDSOPGAVE Inleiding pagina 3 1. De huidige positie van de verwekker pagina Ouderschap pagina Huidige positie verwekker pagina Belemmeringen voor de verwekker indien pagina 17 de moeder getrouwd is met een ander 1.4. Positie van het kind pagina Mogelijke oplossingen geboden in de literatuur pagina Mogelijke aanpassing van artikel 1:199 Burgerlijk Wetboek pagina Geschiedenis van art. 1:199 BW pagina Wijziging van art. 1:199 BW pagina Conclusie pagina Rechtspositie van de verwekker in het buitenland pagina België pagina Engeland pagina Oplossing voor Nederland?! pagina Conclusie en aanbevelingen pagina Belemmeringen voor de verwekker pagina Positie van het kind pagina Rechtspositie van de verwekker in België en Engeland pagina Mijn aanbevelingen pagina Conclusie pagina 47 Literatuurlijst pagina 48 2

3 INLEIDING Probleemomschrijving en onderwerp Het Nederlandse afstammingsrecht heeft voornamelijk het huwelijk als aanknopingspunt om familierechtelijke betrekkingen te vestigen. 1 De moeder van het kind is de vrouw uit wie het kind geboren is of die het kind heeft geadopteerd (art. 1:198 BW). 2 De man die met de moeder is gehuwd ten tijde van de geboorte van het kind, wordt verondersteld de biologische vader (de verwekker) te zijn en is de vader van het kind (art. 1:199 BW). 3 Dit wordt ook wel presumptie van vaderschap genoemd. 4 Echter, er zijn gevallen dat er een familierechtelijke band ontstaat tussen kind en vader, terwijl de biologische werkelijkheid niet overeenkomt met de juridische werkelijkheid. Het huwelijk schept in dat geval een fictie van vaderschap, waardoor er een mogelijkheid bestaat dat het kind nooit te weten zal komen wie de biologische vader is. Op deze manier wordt de verwekker van het kind buitenspel gezet en kan het kind niet erkend worden door de verwekker omdat het kind al een juridische vader heeft (art. 1:204 lid 1 sub e BW). De moeder heeft samen met haar echtgenoot een betere rechtspositie dan de verwekker. Zo heeft de verwekker in schrijnende situaties een kans om niet met het kind in een familierechterlijke betrekking te staan, terwijl de moeder en haar echtgenoot altijd in een familierechtelijke betrekking met het kind staan. 5 Voor een moeder is biologische verwantschap al voldoende om family life (art. 8 EVRM) aan te tonen, maar voor een verwekker niet. In arrest Lebbink tegen Nederland 6 is bepaald dat er tussen de verwekker en het kind feitelijke of juridische elementen moeten zijn die een nauwe persoonlijke betrekking met zich meebrengen. 7 Daaropvolgend ondervindt de verwekker meer nadelen wanneer het kind geboren is binnen een ander huwelijk. In art. 1:200 BW staat uitgelegd op welke manier het vaderschap ontkend kan worden. Zo kan de presumptie van het vaderschap weerlegd worden door de moeder, het kind of de vader zelf. De moeder moet het verzoek tot gegrond verklaring van de ontkenning binnen een jaar na de geboorte van het kind doen (art. 1:200 lid 5 BW). Voor de vader geldt dat hij een verzoek moet indienen binnen een jaar nadat hij bekend geworden is met het feit dat hij vermoedelijk niet de biologische vader is van het kind (art. 1:200 lid 5 BW). Ook kan het kind een 1 L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p EHRM 1 juni 2004, nr /99, NJ 2004, 667, par. 37 (Lebbink tegen Nederland). 7 L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p

4 verzoek indienen, maar dat moet binnen drie jaren gebeuren nadat het kind bekend is geworden met het feit dat de juridische vader niet de biologische vader is. Indien het kind ten tijde van zijn minderjarigheid bekend is geworden met dit feit, kan het verzoek worden ingediend tot uiterlijk drie jaren nadat het kind meerderjarig is geworden (art. 1:200 lid 6 BW). 8 De verwekker blijft dus buiten beeld en kan niks tegen deze presumptie doen. De verwekker is dus afhankelijk hoe de moeder, het kind en de juridische vader tegenover de verwekking van het kind staan. 9 De verwekker heeft wel degelijk belang om juridisch ouder te worden. De juridische vader heeft namelijk rechten en plichten ten opzichte van het kind en een verwekker niet. Zo heeft de vader door het huwelijk met de moeder van rechtswege gezag over het kind. De verwekker daarentegen niet. Bovendien moet een verwekker aan kunnen tonen dat er een nauwe persoonlijke betrekking is met het kind om recht op omgang te hebben. De vader heeft alleen al door de familierechtelijke betrekking recht op omgang. Daarnaast heeft de verwekker geen rol in het naamsrecht. 10 Zoals hierboven beschreven staat, is de rechtspositie van de verwekker problematisch indien de moeder getrouwd is met een andere man. De verwekker heeft namelijk meer mogelijkheden om juridisch vader te worden indien er geen echtgenoot van moeder in het spel is. De verwekker kan in dat geval het kind erkennen en om vervangende toestemming vragen voor de erkenning indien de moeder de erkenning zou tegenhouden (art. 1:204 lid 3 BW). 11 Indien de verwekker het kind heeft erkend, is hij juridisch vader en heeft hij veel meer mogelijkheden op het gebied van omgang, gezag en onderhoud. Er kan dus geconcludeerd worden dat de verwekker weinig rechtsbescherming geniet, indien het kind binnen een ander huwelijk is geboren. Vanwege het feit dat de verwekker weinig zeggenschap geniet als de moeder getrouwd is met een andere man, wil ik onderzoeken of zijn rechtspositie verbeterd kan worden. Mijn onderzoeksvraag luidt als volgt: Binnen welk juridisch kader kan de rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk? Subvragen Uit de onderzoeksvraag vloeien de volgende deelvragen voort. 8 L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p J.A.E. van Raak-Kuiper, De donor en zijn vaderrol, een roze wolk?, FJR 2008/96, p

5 1. Wat zijn de juridische belemmeringen waarmee de verwekker geconfronteerd wordt indien hij juridisch vader wil worden van het kind? Allereerst wordt uitgelegd wat voor verschillende ouderschappen er zijn om vervolgens te kijken naar het juridisch ouderschap. Daarna komt het begrip verwekker aan bod om een goed beeld te krijgen wat er precies onder verwekkerschap verstaan wordt. Vervolgens komt er een literatuuronderzoek en zal er tevens jurisprudentie worden gezocht om de belemmeringen van de verwekker in kaart te brengen. Tevens komt de rechtspositie van het kind aan bod wanneer er mogelijke veranderingen plaatsvinden. Er zal dan ook gekeken worden wat de rechten zijn van het kind om te weten van wie hij of zij afstamt. 2. Welke oplossingen biedt de literatuur zodat de verwekker meer zeggenschap krijgt over zijn kind? De visies van diverse auteurs, over de wijze waarop de rechtspositie van de verwekker verbeterd kan worden, komen bij deze vraag aan bod. Indien er verbeterpunten worden aangekaart, dient er gekeken te worden of het ook praktisch uitvoerbaar is. 3. Kan art. 1:199 BW aangepast worden zodat de rechtspositie van de verwekker verbeterd wordt? Bekeken dient te worden of art. 1:199 BW een oplossing kan bieden voor een verbeterde rechtspositie. Voor deze vraag is de wetsgeschiedenis belangrijk om te achterhalen wat de achterliggende gedachte is toen art. 1:199 BW tot stand is gekomen. 4. Wat is de rechtspositie van de verwekker in België en Engeland? Bij deze vraag wordt er naar het Belgisch en Engels recht gekeken om na te gaan of de verwekker daar enige rechten heeft indien zijn kind geboren is binnen een ander huwelijk. Er is gekozen voor België en Engeland, omdat deze landen qua mensen en gedachten grotendeels overeenkomen met Nederland. België is interessant omdat daar het civil lawsysteem geldt. Vanwege het feit dat België hetzelfde rechtssysteem heeft als Nederland, is het verstandig om dit land bij het onderzoek te betrekken. Overigens is Engeland interessant omdat daar het common law- systeem geldt. Misschien heeft de verwekker een betere rechtspositie dan in Nederland. Onderzoeksdoel Het doel van het onderzoek is om te beoordelen of de rechtspositie van de verwekker verbeterd kan worden en als dat mogelijk is, op welke manier het moet gebeuren. In het eerste hoofdstuk zal geïnventariseerd worden wat het verwekkerschap inhoudt. Vervolgens wordt de huidige rechtspositie van de verwekker uitgewerkt, om daarna te onderzoeken welke problemen zich 5

6 voordoen. Daarnaast komt de positie van het kind naar voren om zo te kijken of een mogelijke wijziging ook in het belang is voor het kind. Als laatste onderdeel van het hoofdstuk wordt er bekeken of de literatuur geen oplossingen biedt voor dit probleem. In het tweede hoofdstuk wordt art. 1:199 BW uitgebreid behandeld om te zien hoe de wetgever destijds dit artikel tot stand heeft laten komen. Vervolgens zal onderzocht worden of dit artikel niet op een zodanige manier aangepast kan worden, zodat de verwekker zich kan beroepen op het artikel. Het doel in het laatste hoofdstuk is om de rechtspositie van de verwekker in Nederland te vergelijken met Engeland/ Duitsland. Misschien heeft de verwekker in deze landen een betere rechtspositie en kan Nederland daar iets van opsteken. Het doel is dus inventarisatie rondom het verwekkerschap, om vervolgens te proberen een oplossing te formuleren door middel van het aanvullen/ verbeteren van het juridisch kader. Theoretisch kader Het onderzoek richt zich in het algemeen op het privaatrecht. Daaruit komt het specifieke onderdeel personen en familierecht (boek 1 van het Burgerlijk Wetboek) naar voren. Voor dit onderzoek is voornamelijk de wetgeving en regelgeving met betrekking tot afstammingsrecht van belang en meer in het bijzonder het verwekkerschap. De artikelen 1:197 1:212 van het Burgerlijk Wetboek zijn relevant voor het onderzoek omdat dit de artikelen betreffen over afstamming. Daar worden de begrippen familierechtelijke betrekking, moederschap, vaderschap en de mogelijkheden van erkenning en gerechtelijke vaststelling vaderschap uitgewerkt. Niet alleen de Nederlandse wetgeving is relevant, ook moet er gekeken worden wat het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens weergeeft. Zo zijn in het bijzonder artikel 8 en 14 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens noodzakelijk om bij het onderzoek te betrekken. In art. 8 EVRM wordt weergeven dat een ieder recht heeft op eerbiediging van privé,- familie-, en gezinsleven. Art. 14 EVRM wordt gebruikt omdat daar discriminatie wordt beschreven. Deze artikelen zijn voor de verwekker van belang omdat de verwekker family life wil met het kind en niet gediscrimineerd wil worden ten opzichte van de echtgenoot van de moeder. Vanwege het feit dat het ook erg belangrijk is om naar de positie van het kind te kijken, is artikel 7 Verdrag inzake de Rechten van het Kind van toepassing in het onderzoek. In dit artikel wordt beschreven dat het kind het recht heeft om zijn of haar ouders te kennen en door hen te worden verzorgd. Methoden Er zijn in de literatuur verschillende auteurs die over verwekkerschap hebben geschreven. Met behulp van het literatuuronderzoek zullen de vragen beantwoord worden. Door middel van jurisprudentie wordt nagegaan of er een bepaalde rechtsregel/ criterium voortvloeit uit een bepaald arrest. Bovendien is het belangrijk om te weten wat de wetsgeschiedenis is van Boek 1, 6

7 titel 11 Burgerlijk Wetboek. Zo kan er achterhaald worden wat de achterliggende gedachte is geweest bij het opnemen van de bepalingen. Overigens is het voor dit onderzoek interessant om onze wetgeving te vergelijken met wetgeving uit België en Engeland. Misschien hebben ze daar een regeling getroffen om de rechtspositie van de verwekker te verbeteren. Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie van de onderzoeksvraag Maatschappelijke relevantie Jarenlang is de verwekker buiten beeld gebleven, indien de moeder getrouwd was met een andere man dan de verwekker. Het was een schande voor het gezin en daardoor werd overspel vaak verborgen gehouden. Zo waren er verscheidene gezinnen met buitenechtelijke kinderen. Doordat nu de tijd is veranderd en er steeds meer aandacht wordt besteed aan de positie van de verwekker, is dit onderzoek maatschappelijk relevant. Voor ieder kind is het belangrijk om te weten wie de biologische ouders zijn. Er zijn verschillende programma s die dit bevestigen, zoals DNA- onbekend en Wie is mijn vader? (met betrekking tot adoptie: Spoorloos ). Wetenschappelijke relevantie Vanwege het feit dat de verwekker een ondergeschikte positie heeft ten opzichte van de juridische vader en in de literatuur en de rechtspraak veel over dit onderwerp geschreven wordt, is dit onderzoek ook wetenschappelijk relevant. Het is voor de verwekker van belang dat zijn rechtspositie verbeterd wordt. De maatschappij is gericht op verschillende samenlevingsvormen waarbij de verwekker van een kind binnen een ander huwelijk weinig wettelijk houvast heeft. Juist door de verschillende samenlevingsvormen, is het niet redelijk om alleen het huwelijk als aanknopingspunt te zien om familierechtelijke betrekkingen te vestigen en dit komt ook in de literatuur naar voren. 7

8 HOOFDSTUK 1 De huidige positie van de verwekker In dit hoofdstuk wordt er ingegaan op het juridische begrip verwekker. Uitgelegd wordt, wat voor soort ouderschappen in het familierecht bestaan, wanneer een man vader is van het kind en als laatste wie precies de verwekker is. Vervolgens wordt er gekeken wat de huidige rechtspositie is van de verwekker. Daaropvolgend zijn in dit hoofdstuk de belemmeringen weergegeven van de verwekker, indien de moeder getrouwd is met een andere man ten tijde van de geboorte. Tevens dient de positie van het kind meegenomen te worden in de scriptie omdat de veranderingen ten aanzien van de rechtspositie van de verwekker, de nodige veranderingen voor het kind met zich mee zal brengen. Het hoofdstuk sluit af met de oplossingen die de literatuur biedt ten aanzien van deze belemmeringen. Paragraaf 1.1: Ouderschap Genetisch/ biologisch, sociaal en juridisch ouderschap In het afstammingsrecht wordt een onderscheid gemaakt tussen genetisch/ biologisch, sociaal en juridisch ouderschap. Dit onderscheid is belangrijk omdat er per situatie verschillende rechtsgevolgen voordoen. 12 Onder ouderschap wordt verstaan: De rechtsbetrekking tussen kind en ouder(s). Deze rechtsbetrekking ontstaat door feitelijke omstandigheden waaronder het kind verwekt of geboren wordt: de vraag namelijk of het kind binnen of buiten huwelijk geboren wordt. 13 Men doelt dus op een juridische verhouding tussen het kind en de ouders. Voor genetisch ouderschap is het van belang wie het genetisch materiaal heeft geleverd. 14 Dit kunnen de biologische ouders zijn, maar ook eicel- en zaadceldonoren. 15 Biologisch ouderschap wordt verkregen als de ouder het kind verwekt of gebaard heeft, of wanneer de spermadonor gameten heeft geleverd. De biologische vader kan dus de verwekker of spermadonor zijn. De verwekker is de man die geslachtsgemeenschap heeft gehad met de vrouw, waardoor er een kind ter wereld komt. De spermadonor heeft alleen het zaad geleverd zonder dat er geslachtsgemeenschap was. Het verschil tussen verwekker en donor is dus gebaseerd op de ontstaanswijze. Biologisch en genetisch vaderschap kunnen dus samenvallen. De biologische moeder is daarentegen de vrouw uit wie het kind geboren wordt. Voor biologisch moederschap is daarbij niet van belang of de eicel van haar is of van een eiceldonor. Bij 12 P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p J.A.E. Raak-Kuiper, Koekoekskinderen en het recht op afstammingsinformatie (diss. Tilburg UvT), Nijmegen: WLP 2007, p.92. 8

9 genetisch moederschap moet de eicel afkomstig zijn van haarzelf. Wanneer het kind uit de moeder wordt geboren en de moeder niet de eicel heeft geleverd, is de moeder geen genetische moeder, maar wel de biologische moeder. Het volgende te onderscheiden ouderschap is het sociaal ouderschap. Daarbij is het van belang wie er verantwoordelijk is voor de dagelijkse verzorging en opvoeding van het kind. De laatste mogelijkheid om ouderschap te verkrijgen is het juridisch ouderschap. Men wordt juridisch ouder als de wettelijke afstammingsbanden worden vastgelegd. 16 Deze wettelijke afstammingsbanden staan geregeld in de wet (art. 1:197-1:199 BW). Op het juridische begrip vader wordt in paragraaf 1.3 nader ingegaan. De verschillende soorten ouderschap kunnen samenvallen in één en hetzelfde ouderpaar. Meestal zijn de juridische ouders tevens de biologische ouders en sociale ouders. Het kan voorkomen dat het kind door de verschillende benaderingen van ouderschap, meer dan twee soorten ouders heeft. De wet gaat uit van het feit dat een kind maximaal twee juridische ouders kan hebben. 17 Vaderschap De man die ten tijde van de geboorte van het kind getrouwd is met de moeder, wordt van rechtswege juridische vader op grond van art. 1:199 sub a BW. De wet biedt een mogelijkheid om het kind te ontkennen indien de man niet de (biologische) vader is. Dit is terug te vinden in art. 1:200 BW. Tevens kan de man het kind als zijn kind erkennen indien het kind buiten het huwelijk ter wereld komt. In deze twee gevallen wordt dan juridisch vaderschap gevestigd, echter dit hoeft geen biologisch vaderschap te zijn. 18 Biologisch vaderschap kan op twee manieren verkregen worden. De eerste manier is dat een spermadonor het genetische materiaal levert. De spermadonor is dan biologische/ genetische vader, maar niet de verwekker. De tweede manier is dat de verwekker biologische vader wordt door middel van geslachtsgemeenschap met de moeder. 19 De definitie van verwekker luidt dan ook als volgt: De verwekker van een kind is de man die samen met de moeder op natuurlijke wijze het kind heeft laten ontstaan. 20 Paragraaf 1.2: Huidige positie verwekker Het juridische onderscheid tussen verwekker en donor Zoals in de vorige paragraaf naar voren kwam, is het onderscheid tussen een verwekker en donor er op gebaseerd of het kind op natuurlijke wijze is verwekt of niet. 21 Dit onderscheid is van 16 P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p J.A.E. Raak-Kuiper, Koekoekskinderen en het recht op afstammingsinformatie (diss. Tilburg UvT), Nijmegen: WLP 2007, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Kamerstukken II 1995/ , nr. 3, p. 8 (Memorie van Toelichting). 21 M. Vonk, Een, twee of drie ouders?, FJR 2003/ 6, p

10 belang omdat de verwekker er bewust voor gekozen kan hebben om vader te worden door geslachtsgemeenschap te hebben met de vrouw. Een donor daarentegen doneert sperma om kinderloze vrouwen te helpen en niet om op deze manier vader te worden van het kind. Hier zijn natuurlijk uitzonderingen op, maar in het algemeen geldt deze redenering. Vanwege deze gedachtegang zijn er verschillende rechten en plichten van de verwekker en donor. Ten eerste kan van de verwekker het vaderschap gerechtelijk worden vastgesteld (art. 1:207 BW), hetgeen niet mogelijk is voor een donor. 22 In art. 1:207 lid 1 BW staat weergegeven dat de man de verwekker moet zijn. Ten tweede is een verwekker in beginsel onderhoudsplichtig (art. 1:394 BW), terwijl een donor deze verplichting niet heeft. 23 Aan de Hoge Raad 24 werd voorgelegd of de verwekker naast de juridische vader ook onderhoudsplichtig is. Daar oordeelde de Hoge Raad dat wanneer de juridische vader geen draagkracht heeft, er verhaald mag worden op de verwekker. 25 Een derde onderscheid is dat de verwekker de rechtbank kan verzoeken om vervangende toestemming te verlenen om zo het kind te erkennen indien de moeder/ kind (twaalf jaar of ouder) daar niet mee in stemt, hetgeen onmogelijk is voor een donor. 26 In art. 1:204 lid 3 BW staat namelijk dat er vervangende toestemming verleend kan worden indien de man de verwekker is. Vanwege het feit dat een donor geen verwekker is, wordt deze mogelijkheid niet geboden aan de donor. Het derde onderscheid is ook af te leiden uit een arrest van de Hoge Raad waarin de donor om vervangende toestemming verzocht om zo het kind te kunnen erkennen (art. 1:204 lid 3 BW). De Hoge Raad bepaalde dat de donor in beginsel geen belang heeft omdat er geen family life is tussen de donor en het kind. 27 Art. 1:204 lid 3 geeft aan dat de man de verwekker moet zijn van het kind. Dit is volgens de Hoge Raad uitsluitend op de verwekker toegepast en niet op de donor, die slechts als biologisch vader kan worden beschouwd. 28 Een vierde onderscheid tussen de verwekker en de donor is dat de verwekker andere bewijzen moet leveren om omgang met het kind te kunnen krijgen dan een donor. Een verwekker heeft recht op omgang indien de verwekker in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat, hetgeen geregeld staat in art. 1:377a BW. Er moet dus family life aangetoond worden (art. 8 EVRM). In een arrest van de Hoge Raad is uitgelegd wat er onder family life moet worden verstaan. Het enkele biologische vaderschap is niet voldoende om family life aan te merken. Dit geldt ook voor het biologische vaderschap dat op donorschap berust. Er moeten dus bijkomende omstandigheden worden aangetoond zoals bijvoorbeeld een relatie tussen vader en moeder die op één lijn valt te stellen met die van een huwelijk of feitelijke contacten met het kind na de 22 J.A.E. Raak-Kuiper, Koekoekskinderen en het recht op afstammingsinformatie (diss. Tilburg UvT), Nijmegen: WLP 2007, p J.A.E. Raak-Kuiper, Koekoekskinderen en het recht op afstammingsinformatie (diss. Tilburg UvT), Nijmegen: WLP 2007, p HR 18 februari 2011, NJ 2011, A.J.M. Nuytinck, Verwekker naast juridische vader onderhoudsplichtig?, Ars Aequi 2011, p J.A.E. Raak-Kuiper, De donor en zijn vaderrol, een roze wolk?, FJR 2008/ 96, p HR 24 januari 2003, LJN AF0205, par A.J.M. Nuytinck, Biologisch vader of verwekker?, Ars Aequi 2009, p

11 geboorte. Tevens kan er ook een combinatie van factoren voordoen die zich deels voor en deels na de geboorte afspelen, waardoor er een conclusie getrokken kan worden dat er sprake is van family life. De rechter waardeert deze belangen, aldus de Hoge Raad. 29 Als hieraan is voldaan, heeft de verwekker recht op omgang. Een donor heeft in beginsel geen recht op omgang. De donor zal moeten aantonen dat er tussen de donor en het kind een band bestaat die kan worden aangemerkt als een nauwe persoonlijke betrekking. Het gaat dus om de bijkomende omstandigheden die er toe leiden dat er een nauwe persoonlijke betrekking is. 30 Gedacht moet worden aan dat de man niet een willekeurige donor is, maar dat de moeder bewust voor deze donor heeft gekozen. De donor en de moeder hadden ten tijde van de bevruchting hecht contact, ze zagen elkaar vaak en dat de partijen het voornemen hadden dit contact na de bevalling voort te zetten. Aangetoond dient te worden dat de donor een functie in het leven van het kind zou hebben of dat het de bedoeling was dat de man het kind zou gaan erkennen. 31 Opgemerkt kan dus worden dat voor zowel de donor als voor de verwekker bijkomende omstandigheden nodig zijn om zo omgang te krijgen met het kind. Rechtspositie verwekker Zoals in de vorige paragraaf naar voren kwam, heeft de verwekker andere rechten en plichten dan een donor. De rechten en plichten van de verwekker worden nader uitgewerkt in deze paragraaf. Tot 1 april 1998 was het voor de moeder niet mogelijk om de verwekker te laten erkennen tegen diens wil. De moeder kon eveneens geen beroep doen op family life tussen de verwekker en het kind vanwege het feit dat dit de rechtsvormende taak van de rechter te buiten zou gaan 32. De Hoge Raad oordeelde namelijk in een zaak dat de Nederlandse regelgeving geen mogelijkheid bood om de erkenning af te dwingen. Het viel namelijk buiten de rechtsvormende taak van de rechter om deze achterstelling op te heffen die op deze wijze ontstond tussen kinderen die wel een afstammingsband hadden met de vader en kinderen die dat niet hadden omdat de verwekker niet wilde dat er een afstammingsband ontstond. 33 Hier is verandering in gekomen door de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap in te voeren. De gerechtelijke vaststelling van het vaderschap is een middel voor de moeder en het kind om een familierechtelijke betrekking te vestigen tussen de verwekker en het kind. 34 Om gerechtelijk vaderschap vast te stellen, moet de man de verwekker van het kind zijn (of de instemmende levensgezel, echter deze wordt buiten beschouwing gelaten) zie art. 1:207 lid 1 BW. 35 Er hoeft 29 HR 24 januari 2003, LJN AF A.J.M. Nuytinck, Het omgangsrecht van de spermadonor op grond van diens nauwe persoonlijke betrekking met het kind, Ars Aequi 2008, p A.J.M. Nuytinck, Het omgangsrecht van de spermadonor op grond van diens nauwe persoonlijke betrekking met het kind, Ars Aequi 2008, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p HR 3 april 1992, NJ 1993, 286, par P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p A.J.M. Nuytinck, Biologisch vader of verwekker?, Ars Aequi 2009, p

12 volgens de Hoge Raad 36 geen sprake te zijn van family life tussen de moeder en de verwekker van het kind of tussen de verwekker van het kind en het kind. 37 Zo besliste Rechtbank s- Gravenhage 38 dat een onenightstand voldoende was om de vaststelling van het vaderschap te laten plaatsvinden. 39 Het verzoek om de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap kan alleen worden ingesteld door de moeder indien het kind nog geen zestien jaar is. Indien het kind 16 jaar of ouder is, is uitsluitend het kind bevoegd om dit verzoek in te stellen. Als het kind jonger is dan 16 jaar en de moeder wil niet meewerken of het kind is ouder dan 16 jaar maar heeft de 18-jarige leeftijd nog niet bereikt, wordt een bijzondere curator benoemd voor het verzoek tot vaststelling van het vaderschap. 40 De moeder moet binnen vijf jaar na de geboorte van het kind, het verzoek tot gerechtelijke vaststelling hebben ingediend. Wanneer de woonplaats of de identiteit van de verwekker onbekend is, heeft de moeder vijf jaar de tijd om het verzoek in te dienen nadat ze bekend is geworden met de woonplaats/ identiteit. Het termijn voor het gerechtelijk vaststellen van het vaderschap vervalt wanneer de verwekker van het kind en de moeder na vijf jaar te hebben samengewoond de relatie verbreken en er dan nog geen gerechtelijke vaststelling van het vaderschap heeft plaatsgevonden. Het kind kan te allen tijde het verzoek voor gerechtelijke vaststelling van het vaderschap indienen, zelfs wanneer de verwekker overleden is. In het laatste genoemde geval kan het erg moeilijk of zelfs onmogelijk worden om bewijsmateriaal te verkrijgen indien de verwekker gecremeerd is. 41 Gerechtelijke vaststelling wordt onmogelijk indien er sprake is van de volgende gevallen die genoemd zijn in art. 1:207 lid 2 BW. De eerste onmogelijkheid doet zich voor wanneer het kind al twee ouders heeft. Dit kan van rechtswege door de geboorte als er sprake is van een huwelijk of als gevolg van erkenning en adoptie. Dit eerste aspect wordt in paragraaf 1.3 nader uitgewerkt. 42 De tweede onmogelijkheid doet zich voor wanneer de verwekker op grond van zijn te nauwe bloedverwantschap (zie art. 1:41 BW) niet met de moeder kan trouwen. Er is dan sprake van een incestueuze situatie. De derde onmogelijkheid is wanneer de man nog geen zestien jaar oud is. De moeder (en/of kind) kunnen pas een actie instellen nadat de verwekker de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. 43 Wanneer de verwekker door gerechtelijke vaststelling vader wordt van het kind, leidt dit tot de volgende rechtsgevolgen. De vaststelling van het vaderschap, mits de beschikking daartoe in kracht van gewijsde is gegaan, werkt terug tot het moment van de geboorte van het kind. Te goeder trouw door derden verkregen rechten worden hierdoor nochtans geschaad. Voorts 36 HR 25 maart 2005, LJN AT P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Rb s-gravenhage 27 september 2005, LJN AU P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p

13 ontstaat er geen verplichting tot teruggave van vermogensrechtelijke voordelen, voor zover degene die hen heeft genoten ten tijde van het doen van het verzoek daardoor niet was gebaat., aldus art. 1:207 lid 5 BW. Op de geboorteakte wordt de naam van de verwekker aangetekend. Het kind heeft de keuze om de achternaam te wijzigen in de geslachtsnaam van de verwekker (art. 1:5 lid 7 BW). De verwekker is onderhoudsplichtig en moet kinderalimentatie betalen hetgeen geregeld is in art. 1:208 BW. De verwekker heeft door de gerechtelijke vaststelling recht op omgang (art. 1:377a BW). Ook kan de verwekker aanspraak maken op gezagsuitoefening (art. 1:253c BW) of samen met de moeder het ouderlijk gezag laten registreren (art. 1:252 BW). Het kind wordt erflater indien de verwekker overlijdt. Wanneer de verwekker de Nederlandse nationaliteit bezit, zal het kind ook deze nationaliteit verkrijgen (art. 4 Rijkswet op het Nederlanderschap). 44 Dit zijn dus de rechten en plichten die de verwekker heeft en de rechten die het kind krijgt na het vaststellen van het gerechtelijk vaderschap. Indien de verwekker zelf actie wil ondernemen om juridisch vader te worden van zijn kind, kan dat via erkenning. Dit is zoals bij gerechtelijke vaststelling van het vaderschap per 1 april 1998 op bepaalde punten ingrijpend gewijzigd. Zo zijn met name de vereiste toestemmingen, art. 1:204 BW, en de mogelijkheid om een erkenning te laten vernietigen, art. 1:205 BW, gewijzigd. 45 De erkenning is een wilsverklaring (rechtshandeling) en geen bewijsmiddel (waarheidshandeling). Men noemt het ook wel een fictie van vaderschap omdat het om een wilsverklaring gaat. 46 De Hoge Raad 47 heeft al in 1938 voor deze fictie van vaderschap gekozen. 48 Het gevolg hiervan is dat er dus ook mannen zijn die het kind erkennen terwijl ze geen verwekker zijn (meer hierover in paragraaf 1.3). 49 Op grond van art. 1:199 BW bestaat er tussen de verwekker en het buiten huwelijk geboren kind van rechtswege geen familierechtelijke betrekking. 50 Indien de rechter het verwekkerschap heeft vastgesteld, kan er een financiële rechtsverhouding tussen de verwekker en het kind ontstaan 51. Dit is ook bepaald door Hof s-hertogenbosch 52. De verwekker kan het kind erkennen indien het kind nog geen juridische vader heeft. De verwekker moet dan wel aan bepaalde eisen voldoen, die opgesomd staan in art. 1:203-1:205 BW. De verwekker kan tevens een ongeboren vrucht erkennen 53, hetgeen door Rechtbank s-hertogenbosch 54 en later door het EHRM 55 is toegestaan. In art. 1:203 lid 1 BW staat weergegeven dat de erkenning van een kind kan geschieden door middel van een akte van erkenning die is opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke 44 J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p HR 1 april 1938, NJ 1938, P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Hof s-hertogenbosch 28 juli 1994, NJ 1995, P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Rb. s-hertogenbosch 8 maart 1995, NJ 1995, EHRM 2 juni 2005, nr /01 (Znamenskaya tegen Rusland). 13

14 stand. De verwekker verschijnt dan in levende lijve voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. Ook kan de erkenning geschieden door middel van een notariële akte, niet zijnde een testament. Bij een notariële akte zendt de notaris het afschrift of uittreksel van de akte van erkenning onverwijld naar de ambtenaar van de burgerlijke stand toe onder wie de geboorteakte van het kind berust. Er wordt in de praktijk niet veel gebruik gemaakt van de notariële akte omdat een akte van erkenning die door de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt opgemaakt (bijna) gratis is. 56 Er gelden diverse voorwaarden om de erkenning rechtsgeldig te maken. Art. 1:204 BW geeft niet de voorwaarden om de erkenning rechtsgeldig te maken, maar er wordt een reeks opgesomd wanneer een erkenning nietig is. Het artikel biedt rechtszekerheid omdat de nietigheid geen moeilijk controleerbare factoren bevat. Tevens zijn de rechtsfeiten die genoemd zijn in dit artikel voor de ambtenaar van de burgerlijke stand goed verifieerbaar. Voor complexe zaken staat het verzoek tot het vernietigen van de erkenning open (art. 1:205 BW). Om te erkennen is het van belang dat de verwekker handelingsbekwaam is. Zo mag de verwekker die een geestelijke stoornis heeft en onder curatele staat alleen erkennen mits er toestemming is verkregen van de kantonrechter (art 1:204 lid 4 BW). 57 De eerste nietigheid die staat opgesomd in art. 1:204 BW is wanneer het kind wordt erkend door de verwekker die niet met de moeder een huwelijk mag sluiten volgens art. 1:41 BW. Hierbij moet gedacht worden aan te nauwe bloedverwantschap of te nauwe familiebetrekkingen. 58 Een tweede nietigheid ontstaat wanneer de erkenning door een minderjarige geschied die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt. De verwekker kan pas vanaf zestien jaar het kind erkennen 59, hetgeen nog eens is bevestigd door Rechtbank s- Hertogenbosch 60. Op jonge leeftijd komt verwekkerschap wel voor echter er ontstaat geen vaderschap, terwijl een minderjarig meisje wel juridische moeder wordt. Er is overigens geen minimaal of maximaal leeftijdsverschil vereist tussen de erkenner en het te erkennen kind. De meeste ambtenaren van de burgerlijke stand houden het minimumleeftijdsverschil van circa twaalf jaar aan om schijnerkenningen te voorkomen. 61 De verwekker hoeft overigens geen toestemming te hebben van zijn ouders om zijn kind te erkennen wanneer hij ouder is dan 16 jaar maar jonger dan 18 jaar, omdat het een hoogst persoonlijke rechtshandeling betreft. 62 De derde nietigheid die staat weergegeven in art. 1:204 lid 1 BW zijn situaties waar het kind jonger is dan zestien jaar en geen schriftelijke toestemming heeft gehad van de moeder. Dit heeft als reden dat de ongehuwde moeder en het kind beschermd worden tegen een (vreemde) man. 63 De vierde nietigheid doet zich voor wanneer het te erkennen kind ouder is dan twaalf jaar en deze geen 56 P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Rb. s-hertogenbosch 10 januari 1999, FJR 1999, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p

15 toestemming verleent. Deze nietigheid is opgenomen omdat er belangrijke gevolgen verbonden zijn voor het kind zoals de erfrechtelijke positie, de wijziging van de achternaam en de eventuele nationaliteit. Vandaar dat het kind van twaalf jaar en ouder moet instemmen. 64 De vijfde vorm van nietigheid is wanneer het kind wordt erkend door een man die gehuwd is, tenzij de rechtbank heeft vastgesteld dat het aannemelijk is dat tussen de man en de moeder een band bestaat of heeft bestaan die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen of dat tussen de man en het kind een nauwe persoonlijke betrekking bestaat (art. 1:204 lid 1 sub e BW). De gehuwde man moet dus de rechtbank inschakelen om rechtsgeldig te kunnen erkennen. De ambtenaar van de burgerlijke stand mag pas een akte opmaken of een notariële akte op de geboorteakte vermelden nadat de verwekker beschikt over de rechterlijke beslissing. 65 De laatste nietigheid die staat opgesomd in art. 1:204 lid 1 BW is wanneer het kind al twee ouders heeft. Deze bepaling is op 1 april 2001 ingevoerd sinds personen met hetzelfde geslacht kinderen kunnen adopteren. Op deze manier kan hun kind niet meer erkend worden. 66 Het kind mag namelijk niet meer dan twee juridische ouders hebben. Indien er geen sprake is van een adoptie, zal eerst het vaderschap ontkend moeten worden waarna de verwekker het kind kan erkennen. 67 Indien de moeder, waarvan het kind jonger is dan zestien jaar, en/ of het kind (van twaalf jaar of ouder), geen schriftelijke toestemming geeft/ geven kan de verwekker aan de rechter om vervangende toestemming vragen. De rechter verleent toestemming indien de erkenning de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind of de belangen van het kind niet zou schaden, en de man de verwekker is van het kind., aldus art. 1:204 lid 3 BW. Het gevolg hiervan is dat de verwekker, buiten de gevallen van misbruik van de bevoegdheid, het kind kan erkennen. De rechter zal zo de belangen van de verwekker en van het kind om met elkaar een familierechtelijke betrekking te creëren afwegen tegen de belangen van de moeder en de inmenging in haar gezinsleven en privéleven. Opgemerkt dient te worden dat bij de erkenning het geen vereiste is dat er family life is tussen de verwekker en het kind, echter het zal wel meegewogen kunnen worden door de rechter. 68 Het wettelijke uitgangspunt is dat de verwekker en het kind er aanspraak op kunnen maken dat hun relatie rechtens wordt erkend. De rechter zal geen vervangende toestemming geven indien de belangen van het kind geschaad worden of als er een verstoorde verhouding ontstaat tussen de moeder en het kind. Echter de emotionele weerstand van de moeder jegens de erkenning van de verwekker, is op zichzelf niet voldoende grond om de vervangende toestemming te weigeren. Er moet sprake zijn van een zodanige weerstand van de moeder die belangrijke negatieve gevolgen heeft voor het kind. Tevens zal bij de afweging van de betrokken belangen, de belangen van het kind uiteindelijk de doorslag 64 P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p

16 geven. 69 Dit is uit de jurisprudentie 70 met betrekking tot art. 8 EVRM en art. 3 lid 2 IVRK afgeleid. 71 Hierbij moet gedacht worden aan situaties waarbij de erkenning door de verwekker werkelijke risico s vormt voor de sociaalpsychologische of emotionele ontwikkeling van het kind. 72. De erkenning kan ook vernietigd worden (art. 1:205 BW). Wanneer de erkenner een verzoek tot vernietiging doet, moet er sprake zijn van bedreiging, dwaling, bedrog, of tijdens zijn minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden daartoe is bewogen (art. 1:205 lid 1 sub b BW). Opgemerkt dient te worden dat de vernietiging niet kan plaatsvinden wanneer de erkenner de biologische vader is. De termijn om een vernietiging in te stellen is een jaar nadat de man bekend is geworden met het feit dat hij geen biologische vader is. 73 Niet alleen de erkenner is hiertoe bevoegd, zo kunnen ook de moeder en het kind 74 het verzoek tot vernietiging instellen. Voor het kind geldt echter dat de erkenning wel voor zijn meerderjarigheid moet hebben plaatsgevonden. Voor het kind gelden andere termijnen dan voor de erkenner en moeder. Het kind heeft drie jaar de tijd vanaf het moment dat het kind meerderjarig is geworden om het verzoek tot vernietiging in te dienen. 75 Dit is ook terug te vinden in art. 1:205 lid 4 BW. De gevolgen hiervan zijn dat wanneer er een vernietiging van de erkenning heeft plaatsgevonden, het kind geen juridische vader meer heeft. Er kan dan een andere man het kind erkennen of, indien de moeder en/of het kind dit graag willen, het vaderschap gerechtelijk worden vastgesteld. 76 De erkenning heeft voor een groot deel dezelfde rechtsgevolgen als de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Zo is de man onderhoudsplichtig en kan verplicht worden om kinderalimentatie te betalen (art. 1:208 BW). Ook heeft de erkenner recht op omgang met het kind (art. 1:377a BW) en kan (gezamenlijk) ouderlijk gezag uitoefenen over het kind (art. 1:253c BW of art. 1:252 BW). 77 In deze paragraaf is naar voren gekomen dat er een onderscheid is tussen de verwekker en een donor. Zo heeft de verwekker meer verantwoording en kunnen er diverse rechtsgevolgen tot stand komen nadat die als vader wordt aangemerkt. Wanneer de moeder of het kind graag willen dat de verwekker vader wordt, zijn er meer mogelijkheden om dit te verwezenlijken dan wanneer de man een donor is. Ook is in deze paragraaf naar voren gekomen dat de verwekker door middel van gerechtelijke vaststelling en erkenning vader kan worden. Alleen de rechtspositie van de verwekker is afhankelijk van verschillende factoren en omstandigheden. 69 P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p HR 9 november 2007, LJN BB3765 en LJN BB3775. Hof Leeuwarden 7 juni 2011, LJN BQ P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Rb. Rotterdam 10 juli 2000, FJR 2001, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p

17 Paragraaf 1.3: Belemmeringen voor de verwekker indien de moeder getrouwd is met een ander Belemmeringen In de vorige paragraaf is naar voren gekomen wat de huidige positie is van de verwekker. Daarbij zijn kort sommige problemen weergegeven. In deze paragraaf wordt uitgebreid ingegaan op de belemmeringen die zich kunnen voordoen indien de moeder getrouwd is met een ander. Er zijn vier manieren om juridisch vader te worden namelijk, van rechtswege indien de man getrouwd is met de moeder, door middel van erkenning, door middel van gerechtelijke vaststelling van het vaderschap of door adoptie. 78 Adoptie laat ik buiten beschouwing. De andere drie manieren worden achtereenvolgens uiteengezet en gerelateerd aan het verwekkerschap. De eerste belemmering die zich voordoet is dat de verwekker geen juridisch vader kan worden omdat de moeder getrouwd is met een andere man. De echtgenoot van moeder wordt namelijk van rechtswege vader zie art. 1:199 sub a BW. 79 Het uitgangspunt is dat de man die ten tijde van de geboorte van het kind met de moeder is getrouwd, het wettelijke vermoeden bestaat dat hij als vader van het kind moet worden aangemerkt. 80 De verwekker heeft geen mogelijkheid om vader te worden omdat hij niet de mogelijkheid bezit om de veronderstelling (ook wel presumptie genoemd) van het vaderschap aan te tasten. 81 De tweede belemmering die zich kan voordoen is dat het kind is erkend door een andere man dan de verwekker. De erkenner wordt juridisch vader in plaats van de verwekker. 82 De verwekker heeft in deze situatie geen mogelijkheid om het kind nogmaals te erkennen omdat dit maar één keer mogelijk is. 83 Echter, hoewel de verwekker niet staat vernoemd in art. 1:205 lid 1 BW, kan hij de erkenning aantasten als er sprake is van misbruik van de bevoegdheid. 84 De verwekker beroept zich dan op art. 3:13 lid 2 BW waarin vermeld staat dat een bevoegdheid onder meer kan worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen. De verwekker kan zich op art. 3:13 lid 2 BW beroepen indien de vrouw toestemming geeft tot erkenning van het kind door een andere man met geen ander doel dan om de biologische vader verwezenlijking van 78 P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p J.A.E. Raak-Kuiper, Koekoekskinderen en het recht op afstammingsinformatie (diss. Tilburg UvT), Nijmegen: WLP 2007, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p J.A.E. Raak-Kuiper, Koekoekskinderen en het recht op afstammingsinformatie (diss. Tilburg UvT), Nijmegen: WLP 2007, p J.A.E. Raak-Kuiper, Koekoekskinderen en het recht op afstammingsinformatie (diss. Tilburg UvT), Nijmegen: WLP 2007, p A.J.M. Nuytinck, Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker, Ars Aequi 2005, p

18 diens uit art. 8 lid 1 EVRM voortvloeiende aanspraak op erkenning te onthouden 85, aldus de Hoge Raad 86. Volgens de Hoge Raad 87 heeft de moeder dan het oogmerk om de belangen van de verwekker te willen schaden 88. Alleen als hiervan sprake is, kan misbruik van de bevoegdheid aangenomen worden, anders zal de erkenning niet aangetast kunnen worden door de verwekker. De verwekker is namelijk niet bevoegd om de vernietiging van de erkenning aan te vechten. In art. 1:205 lid 1 BW staat dat deze bevoegdheid strekt tot het kind, de erkenner of de moeder. De verwekker, die om vervangende toestemming vraagt, staat in een slechtere positie wanneer de moeder strategisch een andere man het kind heeft laten erkennen dan wanneer het kind nog helemaal niet erkend is. 89 Een andere belemmering waar de verwekker tegen aan loopt is het feit dat er voor de verwekker geen gerechtelijke vaststelling vaderschap wordt vastgesteld indien het kind al een juridische vader heeft. De gerechtelijke vaststelling van het vaderschap op zichzelf, zal niet nadelig zijn voor de verwekker die graag juridisch vader wil worden van het kind. De verwekker wil in die situatie graag vader worden en door gerechtelijke vaststelling zorgt de moeder of het kind hiervoor. Vanwege het feit dat alleen de moeder of het kind de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap kunnen verzoeken, is de verwekker afhankelijk van de moeder/ kind om juridisch vader te worden. De verwekker kan niet zelf deze verantwoordelijkheid nemen. Opmerkelijk is dat bij de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap alleen de biologische band van belang is, terwijl de verwekker niet op basis van zijn biologische band een familierechtelijke betrekking of family life (art. 8 EVRM) kan laten ontstaan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het belang van de moeder meer waarde toekent dan het belang van de verwekker omdat de relatie tussen ouders wel een rol speelt in de afstammingsrelatie met betrekking tot de man en niet met betrekking tot de vrouw. 90 Het volgende probleem dat zich voordoet indien het kind al een juridische vader heeft, is dat de verwekker niet het recht heeft om ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap aan te vechten. Bij een ontkenning van het vaderschap kunnen de vader, de moeder en het kind zelf het verzoek indienen indien de vader niet de biologische vader is van het kind (art. 1:200 lid 1 BW). Daarnaast kan ook een afstammeling van de moeder of vader dit verzoek indienen (art. 1:201 BW). Het verzoek wordt gegrond verklaard wanneer de vader niet de biologische vader is. Er moet hiervoor een redelijke zekerheid zijn. Zo maakt DNA-onderzoek mogelijk om deze redelijke zekerheid vast te stellen 91, aldus de Hoge Raad 92. Indien één van de bevoegde 85 P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p HR 18 september 1998, NJ 1999, HR 21 maart 2008, LJN BC4496, r.o L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier 2009, p

19 personen het verzoek tot ontkenning vaderschap indient en het wordt gegrond verklaard, dan werkt dit terug tot de geboorte van het kind. Pas dan kan de verwekker het kind erkennen. De verwekker is dus afhankelijk van de moeder, vader en het kind. 93 Belemmeringen rechtspositie van de verwekker in vergelijking met die van een juridische vader De verwekker en de juridische vader hebben een verschillende rechtspositie. Het is van belang om te weten wat de verschillen zijn ten opzichte van elkaar om zo te kijken waarom het voor de verwekker zinvol is om juridisch vader te zijn. Het eerste verschil is het hebben van gezag. De man die getrouwd is met de moeder, verkrijgt van rechtswege het ouderlijk gezag. Indien er sprake is van ongetrouwde ouders, heeft alleen de moeder van rechtswege het gezag (art. 1:253b BW). De vader kan bij de rechtbank verzoeken om gezamenlijk ouderlijk gezag of eenhoofdig gezag zie art. 1:253c BW. De verwekker daarentegen krijgt alleen gezag indien hij tezamen met de moeder om gezamenlijk ouderlijk gezag verzoekt (art. 1:253t BW). Overigens is vereist dat de verwekker family life heeft met het kind en mag met het verzoek de belangen van het kind niet schaden. De verwekker is hier weer afhankelijk van hoe de moeder in dit proces staat. Tevens gelden er aanvullende voorwaarden indien het kind al een juridische vader heeft en de verwekker wil samen met de moeder gezamenlijk ouderlijk gezag. 94 Zo vermeldt art. 1:253t lid 2 BW dat de moeder en de verwekker op de dag van het verzoek een aaneengesloten periode van een jaar onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek gezamenlijk de zorg voor het kind hebben gehad (sub a) en daarnaast moet de moeder drie jaar aaneengesloten alleen het gezag hebben gehad (sub b). Aan deze vereisten moet dus zijn voldaan om het verzoek van de moeder en de verwekker toe te wijzen, ondanks het feit dat er een andere ouder een familierechtelijke betrekking heeft met het kind. Soms kan het voorvallen dat de moeder van het kind overlijdt. Er zijn dan gevallen waarin de verwekker geen mogelijkheid heeft om het gezag over het kind aan te vechten. Dit komt omdat er dan al een juridische vader of een voogd voor dit kind is. Wanneer er een voogd wordt aangesproken en er is een juridische vader, bestaat er voor de juridische vader, in tegenstelling tot de verwekker, wel een mogelijkheid om het gezag over het kind te verkrijgen. Het verzoek van de juridische vader wordt namelijk alleen afgewezen indien er gegronde vrees bestaat dat het gezag schadelijk is voor het kind, hetgeen volgt uit art. 1:253g BW. 95 Dus wanneer de overleden moeder iemand anders heeft aangewezen om voor de kinderen te zorgen, kan de rechter hieraan voorbij gaan wanneer de overlevende juridische vader zich beroept op het gezag. De rechter kan te allen tijde bepalen dat de juridische vader alsnog met het gezag belast wordt, ondanks dat de 92 HR 19 april 1997, NJ 1997, A. Heida, Vaderschapsprocedures en DNA-onderzoek, FJR 2002/5, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p

20 voogd al voor de kinderen zorgt. 96 Indien de moeder overlijdt en zij oefende samen met de verwekker het gezamenlijke gezag uit, krijgt de verwekker wel van rechtswege de voogdij, zie art. 1:253x lid 1 BW. Echter in art.1:253x lid 2 BW staat vermeld dat de juridische vader de rechtbank kan verzoeken tot het uitoefenen van het gezag over het kind. Indien de rechtbank dit verzoek gegrond verklaard, verkrijgt de juridische vader het gezag over het kind en vervalt de voogdij van de verwekker. De verwekker wordt dus langs de kant gezet ondanks het feit dat hij gezag heeft over het kind. De overlevende vader, dus de juridische vader, heeft voorrang boven de verwekker. Een volgend verschil betreft het feit dat wanneer een kind geboren wordt tijdens een huwelijk of geregistreerd partnerschap, de moeder en haar man in beginsel gezamenlijk ouderlijk gezag uitoefenen tenzij het kind in een familierechtelijke betrekking staat tot een andere ouder, aldus art. 1:253sa lid 1 BW. Hierbij wordt de juridische vader beschermd terwijl de verwekker hier geen rechten geniet tegen een nieuwe partner van de moeder. Ook wanneer de verwekker omgang wil met zijn kind, ondervindt hij meer moeilijkheden dan de juridische vader. De verwekker moet in een nauwe persoonlijke betrekking staan met het kind om zo omgang te kunnen krijgen met het kind, terwijl een juridische vader alleen al door familierechtelijke betrekkingen omgang verkrijgt met het kind. Dit is gemakkelijker te bewijzen omdat de juridische vader getrouwd was met de moeder en daardoor van rechtswege familierechtelijke betrekkingen heeft. Daarnaast kunnen de verwekker en het kind niet van elkaar erven, speelt de verwekker geen rol in het naamrecht, dit in tegenstelling tot de juridische vader. Als laatste kunnen zowel de juridische vader als de verwekker onderhoudsplichtig zijn. 97 Belemmeringen art. 8 EVRM In art. 8 EVRM wordt weergegeven dat een ieder bescherming geniet op het gebied van familie-, privé-, en gezinsleven tegen inmenging door de overheid en de overheid moet dit door middel van positieve verplichtingen bewerkstelligen 98. Dit is door het Europees Hof bekrachtigd 99. Tevens heeft het Europees Hof 100 gesteld dat de moeder bescherming van art. 8 EVRM geniet vanaf de geboorte en de staat een steentje bij moet dragen om de integratie van het kind met zijn familie mogelijk te maken. Voor de moeder is het voldoende om een biologische band met het kind te hebben om van dit artikel gebruik te kunnen maken, echter het is onvoldoende voor de verwekker. Bij de verwekker moet er sprake zijn van een nauwe persoonlijke betrekking. 101 Dit is 96 P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p EHRM 18 december 1986, par. 55 (Johnston tegen Ierland). 100 EHRM 13 juni 1979, par. 31 (Marckx tegen België). 101 L.A. Mulders, Is de positie van de verwekker in het afstammingsrecht toe aan verandering?, FJR 2011/73, p

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

239. Duomoederschap anno 2014

239. Duomoederschap anno 2014 239. Duoschap anno 2014 Mr. dr. M.J. Vonk Vanaf 1 april 2014 is het mogelijk om via het afstammingsrecht twee juridische s te hebben. Op de geboorteakte staan dan een en een uit wie het kind is geboren.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Scriptie Rechtsgeleerdheid De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Tijd voor verandering? Naam: Imke Jansen ANR: 767356 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het ontstaan van het moederschap van rechtswege van en de mogelijkheid van erkenning door de vrouwelijke partner van de moeder MEMORIE VAN

Nadere informatie

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Afstamming U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Inhoud Afstamming in het Belgische recht...3 Afstamming krachtens de wet...4 Afstamming langs moederszijde...4 Afstamming langs

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK?

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK? Het wetsvoorstel betreffende de wijzigingen van boek 1 Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie In hoeverre waarborgt

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen DE RECHTSPOSITIE VAN DE BEKENDE DONOR; EEN RECHTSVERGELIJKEND PERSPECTIEF Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen De rechtspositie van de bekende donor Een rechtsvergelijkend

Nadere informatie

Maart 2012 N. Leeuwrik

Maart 2012 N. Leeuwrik Lesbisch ouderschap: instemmen met het wetsvoorstel lesbisch ouderschap of vasthouden aan de vereenvoudigde adoptieprocedure? In hoeverre worden de belangen van het kind gewaarborgd in het wetsvoorstel

Nadere informatie

1 Inleiding. Wendy Schrama

1 Inleiding. Wendy Schrama 1 Inleiding Wendy Schrama 1.1 Onderscheid personen- en familierecht Dit boek gaat over het personen- en familierecht. Het personenrecht regelt de rechtspositie van een natuurlijke persoon: het begin en

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen?

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? De wenselijkheid van drie of vier ouders NAAM: JOELLE HENDRIKS ADMINISTRATIENUMMER: 477595 SCRIPTIEBEGELEIDER: PROF. MR. P. VLAARDINGERBROEK DATUM:

Nadere informatie

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht?

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de termijnen in het Nederlandse en Turkse afstammingsrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (oude regeling)

Nadere informatie

ANNOTATIES. Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker. Prof.mr. A.J.M. Nuytinck

ANNOTATIES. Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker. Prof.mr. A.J.M. Nuytinck Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker Prof.mr. A.J.M. Nuytinck HR 12 november 2004, JOL 2004, 578, RvdW 2004, 125 (mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens,

Nadere informatie

Masterscriptie Personen- en Familierecht

Masterscriptie Personen- en Familierecht Masterscriptie Personen- en Familierecht Dient er een mogelijkheid te komen voor de verwekker om het door huwelijk ontstane vaderschap aan te kunnen tasten? K.H.J. Vermariën ANR 829025 Universiteit van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II Het verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige dient te worden ingediend bij de griffie van de rechtbank, onder overlegging van genoemde stukken. Het verzoek kan ook digitaal

Nadere informatie

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 21 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 2.1 Inleiding 23 2.2 Afstamming 23 2.2.1 Geboorte 24 2.2.2 Erkenning 25 2.2.3 Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap 26 2.2.4 Vaderschapsactie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 06-06-2012 Datum publicatie 12-09-2012 Zaaknummer 123542 FARK 11-1407 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

In artikel 3, eerste lid, wordt een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vervangen door: een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap.

In artikel 3, eerste lid, wordt een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vervangen door: een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. W03.11.0034/II Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Geboren met twee moeders

Geboren met twee moeders Geboren met twee moeders Een onderzoek naar het belang van het kind dat is geboren binnen een lesbische relatie Masterscriptie Jeugdrecht Emma Merkx Naam: E.T.P. Merkx Studentnummer: 0910104 Masteropleiding:

Nadere informatie

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht)

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) A 2010 l**l N 29 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) IN NAAM DER KONINGIN! In overweging genomen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap Versie 1.4, 20 juni 2015 Overzicht van roze ouderschapsvormen ezag en juridisch ouderschap uni 2015 Dit werk valt onder een Crea>ve Commons Naamsvermelding- NietCommercieel- elijkdelen 4.0 Interna>onaal-

Nadere informatie

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Onderzoek naar het wettelijk vastleggen van het duomoederschap Masterscriptie Universiteit van Tilburg door Jolien Witsmeer 1 Voorwoord

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19499 1 november 2011 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke

Nadere informatie

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming?

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming? Eindscriptie Personen & Familierecht Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming? Auteur: Mark S. Franse Administratienr: S306472 Scriptiebegeleider: Mw. Mr J.A.E. van Raak - Kuiper

Nadere informatie

Internationale afstamming en draagmoederschap

Internationale afstamming en draagmoederschap Internationale afstamming en draagmoederschap Ian Curry- Sumner 1 en Machteld Vonk 2 1. Inleiding Bij het opstellen van een testament of het afwikkelen van een nalatenschap is het van groot belang om te

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap Versie 1.9, 26 september 2016 Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal-licentie.

Nadere informatie

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick.

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick. Een vergelijking tussen huidig recht en toekomstige wetgeving: zorgt het wetsvoorstel Lesbisch ouderschap voor een verbetering van de rechtspositie van de meemoeder en de zaaddonor? Auteur Monique Borsje

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr.

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr. Zonneveld ) Mr. A.R.M. van Kempen, advocaat, kantoorhoudende te Amsterdam, in haar hoedanigheid

Nadere informatie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie De keuze van de achternaam Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht Titel 2 Het recht op de naam Artikel 5 1. Indien een kind alleen in familierechtelijke betrekking

Nadere informatie

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder Overzicht afstamming Moeder Vader Meemoeder Artikel 312 1 burgerlijk wetboek: Artikel 315 tot 317 burgerlijk wetboek: Artikel 325/2, 316 tot 317 burgerlijk wetboek Vermoeden vaderschap Vermoeden De persoon

Nadere informatie

Het huwelijk van twee mannen of twee vrouwen

Het huwelijk van twee mannen of twee vrouwen Justitie maakt rechten en plichten duidelijk Het leven kent vele gebeurtenissen met juridische gevolgen. Justitie is verantwoordelijk voor de wetten die uw familie- en gezinsaangelegenheden regelen. Zo

Nadere informatie

De spermadonor en zijn recht op omgang met het kind In hoeverre dient de spermadonor een recht op omgang te hebben, mede gelet op het belang van het

De spermadonor en zijn recht op omgang met het kind In hoeverre dient de spermadonor een recht op omgang te hebben, mede gelet op het belang van het De spermadonor en zijn recht op omgang met het kind In hoeverre dient de spermadonor een recht op omgang te hebben, mede gelet op het belang van het kind en het familie- en gezinsleven in de zin van artikel

Nadere informatie

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht De positie van de biologische vader in het omgangsrecht Mireille Meijering Augustus 2013 Scriptiebegeleider: Maaike Voorhoeve Tweedelezer: Chantal Mak Inhoudsopgave Lijst van afkortingen... 4 Inleiding...

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057 ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057 Instantie Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 20-01-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 027-D-03 Personen- en

Nadere informatie

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie

Nadere informatie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen } Ouderschap } Gezag } Positie gescheiden ouders } Grove schets van internationale aspecten Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen 1 } Uit wie het kind

Nadere informatie

In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators

In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators Scriptie Tristan Wolters Tilburg, mei 2011 In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators Naam: Tristan Daniël Wolters Studentnummer: 2014194 Plaats en datum: Tilburg, mei

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind.

Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht door

Nadere informatie

Ouderschap, gezag en scheiding

Ouderschap, gezag en scheiding Ouderschap, gezag en scheiding mr. Paulien Boerkamp met dank aan: mr. Lydia Janssen 2 en 12 maart 2015 Programma Twee soorten juridische banden met kind: 1. Ouderschap (= familie) 2. Gezag (= zeggenschap)

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Lijst van gebruikte afkortingen

Lijst van gebruikte afkortingen Gelijkheid in het verkrijgen van het juridisch ouderschap De strijd van homoseksuele mannen naar juridische gelijkheid Masterscriptie van Natascha Panhuijsen (5731216) Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt dus bij welke familie je hoort. Ouders Met je ouders heb

Nadere informatie

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS?

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS? LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS? Machteld Vonk Inleiding De aandacht voor de juridische positie van kinderen die binnen een lesbische relatie worden geboren,

Nadere informatie

Meerouderschap. De wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland

Meerouderschap. De wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland Meerouderschap De wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland Masterscriptie Privaatrechtelijke rechtspraktijk Universiteit van Amsterdam Student: L. Pluijmen Studentnummer: 5731240

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. Procedure. JPF 2010/63 Rechtbank 's-gravenhage 3 november 2008, 305989 FA RK 08-1672; LJN BG8815. ( Mr.

» Samenvatting. » Uitspraak. Procedure. JPF 2010/63 Rechtbank 's-gravenhage 3 november 2008, 305989 FA RK 08-1672; LJN BG8815. ( Mr. JPF 2010/63 Rechtbank 's-gravenhage 3 november 2008, 305989 FA RK 08-1672; LJN BG8815. ( Mr. Verbeek ) [De moeder] te [plaats] (Marokko), hierna te noemen: de moeder, advocaat: mr. M. Kaouass. Als belanghebbenden

Nadere informatie

INLEIDING De termijnen in het Nederlandse afstammingsrecht Het Nederlandse afstammingsrecht Inleiding...

INLEIDING De termijnen in het Nederlandse afstammingsrecht Het Nederlandse afstammingsrecht Inleiding... INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 4 1. De termijnen in het Nederlandse afstammingsrecht... 6 1.1. Het Nederlandse afstammingsrecht... 6 1.1.1. Inleiding... 6 1.1.2. Het door huwelijk ontstane vaderschap... 6

Nadere informatie

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten -

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - BROCHURE - 1 - Met dank aan; Brusselsestraat 51 6211 PB Maastricht Tel.: 0031 (0)43-325 96 79 Fax: 0031 (0)43-325 04 31 www.leliveldadvocaten.nl Email:

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? december 2012 mr D.H.P. Cornelese De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur

Nadere informatie

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap 1. Inleiding In april 2014 heeft de ministerraad op voorstel van de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 673 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht) B ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 Instantie Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 12-11-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 187067 / FA RK 11-3921 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon?

Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon? Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon? Een onderzoek naar de mogelijkheid voor een uitbreiding van het gezag voor meer dan twee personen vanuit de positie van de sperma- en eiceldonor bezien.

Nadere informatie

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

stichting Meer dan Gewenst Advocatenkantoor De Binnenstad

stichting Meer dan Gewenst Advocatenkantoor De Binnenstad stichting Meer dan Gewenst Advocatenkantoor De Binnenstad A.M. Thus, voorzitter mr W.J. Eusman Lage Kanaaldijk 89 Postbus 16695 6212 AK Maastricht 1001 RD Amsterdam www.meerdangewenst.nl 020-6271816 www.binnenstadadvocaten.nl

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 21-12-2004 Datum publicatie 13-01-2005 Zaaknummer B04/635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

Statusvoorlichting: het geven van informatie over de afstamming van het kind

Statusvoorlichting: het geven van informatie over de afstamming van het kind Statusvoorlichting: het geven van informatie over de afstamming van het kind Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 18 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:452 (mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk,

Nadere informatie

Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst

Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst Anne Mollema Inleiding Als er één vakgebied bestaat binnen het civiele recht waar het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP

DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP MASTERSCRIPTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHT DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP Verbetering gewenst? Universiteit van Tilburg 19-11-2013 Auteur: Kelly Lemmens ANR: 273183 Studentnummer: 1248428

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 147 Besluit van 4 april 2003 tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de uitvoering van de Wet conflictenrecht afstamming,

Nadere informatie

Ontkenning vaderschap door bijzondere curator namens minderjarige

Ontkenning vaderschap door bijzondere curator namens minderjarige Ontkenning vaderschap door bijzondere curator namens minderjarige Prof.mr. A.J.M. Nuytinck HR 31 oktober 2003, RvdW 2003, 167 (mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens,

Nadere informatie

Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in

Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in het belang van het kind? Een vader heeft ook rechten In

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/78312

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 239 Besluit van 25 mei 2004 tot wijziging van het Besluit geslachtsnaamswijziging Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1. Dit wetsvoorstel beoogt

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/53794

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2012:25290

ECLI:NL:RBSGR:2012:25290 ECLI:NL:RBSGR:2012:25290 Instantie Datum uitspraak 12-11-2012 Datum publicatie 19-11-2013 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 422786 FA RK 12-5036 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7336

ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7336 ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7336 Instantie Datum uitspraak 11-09-2012 Datum publicatie 14-09-2012 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HV 200.099.711 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2012/13 Rechtbank 's-gravenhage 24 oktober 2011, 395186 FA RK 11-4086; LJN BU3627. ( mr. Don mr. Zonneveld mr.

» Samenvatting. JPF 2012/13 Rechtbank 's-gravenhage 24 oktober 2011, 395186 FA RK 11-4086; LJN BU3627. ( mr. Don mr. Zonneveld mr. JPF 2012/13 Rechtbank 's-gravenhage 24 oktober 2011, 395186 FA RK 11-4086; LJN BU3627. ( mr. Don mr. Zonneveld mr. Keulen ) [De man] te [woonplaats A], Verenigde Arabische Emiraten, en [de vrouw] te [woonplaats

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Personen, Familie & Erfrecht Week 1

Collegeaantekeningen Personen, Familie & Erfrecht Week 1 Collegeaantekeningen Personen, Familie & Erfrecht Week 1 2017-2018 Week 1 Personen-, Familie en Erfrecht HC1 Inleiding, Europa, geboorte, naamrecht, Rapport Staatscommissie Herijking Ouderschap, 4 september

Nadere informatie

Afstammingsinformatie

Afstammingsinformatie Afstammingsinformatie 1 Tijdslijn Afstammingsinformatie 4 nov. 1950 20 nov. 1989 29 mei 1993 15 april 1994 1 juni 2004 EVRM IVRK Haags Adoptieverdrag Valkenhorstarrest Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting

Nadere informatie

Scheiden, erkennen, adopteren, gezag uitoefenen over en omgang of contact hebben met minderjarige kinderen anno 2009

Scheiden, erkennen, adopteren, gezag uitoefenen over en omgang of contact hebben met minderjarige kinderen anno 2009 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Nieuw familierecht Scheiden, erkennen, adopteren, gezag uitoefenen over en omgang of contact hebben met minderjarige kinderen anno 2009 A.J.M. Nuytinck

Nadere informatie

HOLEBI-OUDERS. WAT MET AFSTAMMING EN OUDERSCHAP?

HOLEBI-OUDERS. WAT MET AFSTAMMING EN OUDERSCHAP? RoSa. Documentatiecentrum en Archief voor Gelijke Kansen, Feminisme en Vrouwenstudies HOLEBI-OUDERS. WAT MET AFSTAMMING EN OUDERSCHAP? Inleiding Sylvia Sroka Door de wet van 13 februari 2003 1 werd het

Nadere informatie

1.4 Een afzonderlijke regeling voor sociaal ouderschap buiten het afstammingsrecht 1.5 Concurrerende aanspraken op het ouderschap

1.4 Een afzonderlijke regeling voor sociaal ouderschap buiten het afstammingsrecht 1.5 Concurrerende aanspraken op het ouderschap 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie Memorie van antwoord Ik dank de leden hartelijk

Nadere informatie

Verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige

Verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige Verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige Rechtbank Tevens houdende verzoek tot aantekening in het gezagsregister (art. 1:252 Burgerlijk Wetboek) In te vullen door de griffie

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper )

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper ) JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper ) 1. [Appellant 1], hierna te noemen: de vader, en 2. [appellant 2],

Nadere informatie

Naar een nieuw Achternaamrecht?

Naar een nieuw Achternaamrecht? Naar een nieuw Achternaamrecht? Afstudeerscriptie ter afronding van de studie Nederlands Recht, richting Privaatrecht Universiteit van Tilburg Faculteit der Rechtsgeleerdheid Naam student: Maarten Prinsen

Nadere informatie