Lijst van gebruikte afkortingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lijst van gebruikte afkortingen"

Transcriptie

1 Gelijkheid in het verkrijgen van het juridisch ouderschap De strijd van homoseksuele mannen naar juridische gelijkheid Masterscriptie van Natascha Panhuijsen ( ) Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: M. van Drunick-Peereboom Juni

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding Het onderzoek Hoofdstuk 2: Het juridisch ouderschap in Nederland Het ontstaan en de ontwikkeling van het juridisch ouderschap in Nederland Wijzigingen na 1 april Het huidige afstammingsrecht Het ontstaan van het juridisch ouderschap Het juridisch moederschap Het juridisch vaderschap Gehuwde en geregistreerde paren Ongehuwde en niet geregistreerde paren Het juridisch ouderschap voor twee vrouwen in een lesbische relatie Het juridisch ouderschap voor twee mannen in een homoseksuele relatie Conclusie Hoofdstuk 3: Het personen- en familierecht op het internationale vlak Het recht op privacy Rechtspraak van het EHRM betreffende het recht op privacy Rechtsbeginselen betreffende het personen- en familierecht in Nederland Grondrechten betreffende het personen- en familierecht in Nederland Het recht op het stichten van een gezin Discriminatie? Rechten van het kind en de draagmoeder Conclusie Hoofdstuk 4: Op zoek naar een sterkere rechtspositie voor homoseksuele mannen De wettelijke regeling draagmoederschap voor homoseksuele mannen in de staat van Californië De situatie in Nederland, naar een betere toekomst? Een vergelijkbare Californische regeling van toepassing in Nederland? Conclusie Hoofdstuk 5: Conclusie en aanbevelingen Bronvermelding Bijlage 1:

3 Lijst van gebruikte afkortingen ARRS bijv. BW c.s. ECRM EHRM EVRM Gw. IVBP IVESCR IVRK Afdeling Rechtspraak Raad van State bijvoorbeeld Burgerlijk Wetboek cum suis Europese Commissie voor de Rechten van de Mens Europees Hof voor de Rechten van de Mens Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden Grondwet Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten Internationaal Verdrag inzake sociale, economische en culturele rechten Internationaal Verdrag inzake de rechten van het Kind m. nt. met noot nr. nummer NJ Nederlandse Jurisprudentie o.a. onder andere p. pagina par. paragraaf resp. respectievelijk Stb. Staatsblad UVRM Universele Verklaring van de Rechten van de Mens 3

4 Hoofdstuk 1: Inleiding Ongeveer zes tot en met acht procent van de Nederlandse bevolking is homoseksueel, lesbisch of biseksueel. 1 In 1997 is onderzoek gedaan naar de kinderwens van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen. Uit dit onderzoek bleek dat bijna een derde van de participanten tussen de 24 en 40 jaar een kinderwens had. 2 Op 1 april 2014 trad er nieuwe wetgeving in werking met betrekking tot het lesbisch ouderschap. Nuytinck stelt in eerdere berichtgeving dat deze wetgeving een heel majeure ontwikkeling is, waarmee Nederland wereldwijd vooroploopt, net als indertijd met het homohuwelijk. Daarnaast gaf Nuytinck aan dat het uitdrukkelijk de bedoeling is dat deze wet in de toekomst op vergelijkbare wijze voor mannen wordt aangepast. Hij stelt namelijk dat deze ingrijpende wijziging niet tegelijkertijd met de wijziging van de wetgeving betreffende het lesbisch ouderschap kon plaatsvinden in verband met de tijdsdruk. Volgens Nuytinck heeft Staatssecretaris Teeven toegezegd dat de onlangs ingestelde Staatscommissie familierecht het juridisch vaderschap voor homoseksuele stellen gaat onderzoeken. 3 Homoseksuele paren zijn voor het verkrijgen van het juridisch ouderschap voornamelijk aangewezen op adoptie, draagmoederschap en co-ouderschap. De adoptieprocedure voor twee vrouwen met een relatie is door de Wet van 24 oktober versoepeld. Deze versoepelde adoptie zorgt er onder andere voor dat de meemoeder in een zo vroeg mogelijk stadium juridisch ouder kan worden van het kind dat binnen de relatie van de twee vrouwen wordt geboren. Na het in werking treden van de Wet Lesbisch ouderschap 5 op 1 april 2014 is de rechtspositie van de meemoeder nog sterker geworden. De rechtspositie van de meemoeder is, betreffende het verkrijgen van het juridisch ouderschap, gelijkwaardig aan de rechtspositie van de vader in een heteroseksuele relatie. De rechtspositie van de meevader in een homoseksuele relatie is echter ongewijzigd gebleven en lijkt daarmee een vergeten onderwerp te worden. Op basis van deze informatie lijkt het erop dat mannen in een homoseksuele relatie op het gebied van het verkrijgen van het juridisch ouderschap gediscrimineerd worden ten opzichte van de lesbische en 1 Schuyf en van Hoof 2011, p. 4; Felten Rothuizen Sandfort < zoek op: nieuwe wet lesbisch ouderschap. 4 Wet van 24 oktober 2008, Stb. 2008, Wet van 25 november 2013, Stb. 2013,

5 heteroseksuele stellen. 6 Er kan dan ook gepleit worden dat twee mannen in een homoseksuele relatie vanaf 1 april 2014 niet de juiste juridische bescherming ontvangen en dat deze situatie geen recht doet aan het gelijkheidsbeginsel. 1.1 Het onderzoek. De regelgeving die vanaf 1 april 2014 is gaan gelden zorgt bij mij voor vraagtekens. Waarom geldt dit wetsvoorstel niet mede voor homoseksuele mannen die het juridisch ouderschap willen verkrijgen? Na het invoeren van de nieuwe regelgeving lijkt de ongelijkheid in juridische positie omtrent het ouderschap alleen maar groter te zijn geworden. Dit heeft ervoor gezorgd dat mijn onderzoeksvraag luidt: Is er na de invoering van de Wet betreffende het juridisch ouderschap van rechtswege en de erkenning voor meemoeders sprake van een juridische ongelijkheid, in het bijzonder voor homoseksuele mannen die het juridisch ouderschap willen verkrijgen? Om antwoord te kunnen geven op mijn onderzoeksvraag zal hoofdstuk 2 op basis van literatuuronderzoek beginnen met een beschrijvend onderzoek naar de huidige regelgeving omtrent het juridisch ouderschap voor twee vrouwen in een lesbische relatie, twee mannen in een homoseksuele relatie en mensen in een heteroseksuele relatie. Eerst zal er worden beschreven hoe het juridisch ouderschap is ontstaan in Nederland. Voorts zal er worden aangegeven dat de regelgeving aangepast is aan de behoefte van de maatschappij. In hoofdstuk 3 zal er worden ingegaan op internationale regelgeving betreffende dit onderwerp. Er zullen een aantal rechtsbeginselen worden besproken en de belangen van verschillende betrokken partijen zullen tegen elkaar opgewogen worden. Op basis van literatuuronderzoek en het behandelen van jurisprudentie van de Hoge Raad en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (verder: EHRM) zal ik proberen te beargumenteren welke belangen het zwaarste wegen. Vervolgens wordt er in hoofdstuk 4 een rechtsvergelijkend onderzoek gedaan naar de regeling van draagmoederschap. Er zal onderzocht worden hoe de verkrijging van het juridisch ouderschap voor homoseksuele mannen geregeld is in Californië. Tenslotte zal er in hoofdstuk 5 geëindigd worden met de conclusie en eventuele aanbevelingen omtrent deze juridische kwestie. 6 Nuytinck 2010, p

6 Hoofdstuk 2: Het juridisch ouderschap in Nederland Het familie- en gezinsleven heeft door de eeuwen heen centraal gestaan in de Nederlandse maatschappij. Tot 1970 was het huwelijk de belangrijkste factor. Men ging een huwelijk aan voor het leven en kinderen dienden geboren te worden binnen het huwelijk. Buiten het huwelijk geboren kinderen kenden een achtergestelde rol. 7 Het oudvaderlands recht kende wettige en onwettige geborenen. De onwettige geborenen werden onderverdeeld in speelkinderen 8 en overwonnen 9 kinderen. 10 Onwettige kinderen hadden geen burgerrechtelijke betrekkingen met de ouders, geen ouder met gezag en geen versterferfrecht. 11 Vóór 1948 moest de ongehuwde moeder dan ook het kind erkennen om een rechtsverhouding te laten ontstaan tussen haar en haar kind. 12 Na 1948 werd er alleen nog een uitzondering gemaakt voor kinderen die in overspel of bloedschande waren geboren. 13 Vanaf 1 januari 1970 werd de lijn der verandering ingezet in het afstammingsrecht. Bij de herziening van Boek 1 van het BW werd het onderscheid tussen overwonnen en speelkinderen wettelijk niet meer gemaakt. Onwettige kinderen konden vanaf dat moment erkend worden door de vader. 14 Het gezin werd een autonoom instituut, een samenlevingsverband dat gebaseerd werd op emotionele en affectieve gronden. Huwelijkspartners werden gelijkwaardig en steeds meer kinderen werden geboren buiten het huwelijk. Onder de niet met elkaar gehuwde partners waren niet alleen heteroseksuele, maar ook lesbische en homoseksuele paren. Kinderen die buiten het huwelijk werden geboren kregen een gelijkwaardige rechtspositie aan de als staande het huwelijk geboren kinderen. 15 In het Marckx arrest werd deze belangrijke verandering bevestigd. 16 Het EHRM besliste dat het onderscheid dat gemaakt werd tussen wettige en natuurlijke kinderen en die tussen gehuwde en ongehuwde moeders in het Belgische recht op basis van artikel 8 en artikel 14 EVRM discriminatoir zijn. Deze uitspraak was voor Nederland ook van direct 7 Vlaardingerbroek 2011, p Kinderen wiens ouders wel met elkaar hadden mogen trouwen, maar dat niet hebben gedaan. 9 Kinderen wiens ouders niet met elkaar hadden mogen trouwen, of omdat zij te nauw met elkaar verwant waren (bloedschennig), of omdat beiden ouders of één van de ouders getrouwd waren (overspelige). 10 de Smidt & Gall 1885, p Vlaardingerbroek 2011, p Zie ook de Smidt & Gall 1885, p. 55. Vanaf 1800 werd er in de praktijk dus niet wettelijk geen onderscheid meer gemaakt tussen speelkinderen en overwonnen kinderen. 12 Wet van 10 juli 1947, Stb. H Zie art. 355 BW de Smidt & Gall 1885, p Vlaardingerbroek 2011, p. 1-4, EHRM 13 juni 1979, Series A, vol. 31, NJ 1980, 462, m. nt. EAA (Marckx tegen België). 6

7 belang, aangezien artikel 8 en artikel 14 EVRM direct werkende bepalingen zijn. Deze veranderingen in de maatschappij en de Marckx uitspraak leidden tot aanpassing van de wetgeving op 1 april Het ontstaan en de ontwikkeling van het juridisch ouderschap in Nederland. Het afstammings- en adoptierecht is per 1 april 1998 in Nederland ingrijpend gewijzigd. De wetgeving is meerdere malen aangepast om het afstammingsrecht in te richten naar de behoefte van de maatschappij. 17 De belangrijkste wijzigingen van 1 april 1998 waren: het vervallen van de termen wettig, onwettig en natuurlijk. Het in een familierechtelijke betrekking staan tot een kind werd vanaf dat moment het nieuwe criterium, waarmee het discriminerende effect van het gebruik van de term onwettig kwam te vervallen. 18 het juridisch moederschap werd wettelijk geregeld. De vrouw uit wie het kind is geboren, of de vrouw die het kind heeft geadopteerd, wordt juridisch moeder van een kind. 19 de begrippen biologische vader, donor en verwekker werden geïntroduceerd. 20 (2.2) middels artikel 1:200 BW werd het mogelijk om het vaderschap te ontkennen, indien de mogelijkheid tot vernietiging van de erkenning bestond op grond van het feit dat de echtgenoot respectievelijk erkenner niet de biologische vader van het kind is en niet op grond van het feit dat de echtgenoot niet de verwekker is. de moeder en het kind beschikten ook over de mogelijkheid om het door het huwelijk ontstane vaderschap te ontkennen op grond van het feit dat de vader niet de biologische vader van het kind is. een kind dat na de echtscheiding van de ouders geboren werd, staat slechts in familierechtelijke betrekking tot de moeder. er werden enkele voorwaarden verbonden aan de erkenning van de vader. Indien het kind twaalf jaar of ouder is moet het kind toestemming geven voor de erkenning. De moeder moet eveneens toestemming geven indien het kind de leeftijd van 17 Wet van 24 december 1997, Stb. 772; Wet 24 december 1997, Stb. 773; Stb. 1999, Vlaardingerbroek 2011, p Art. 1:198 BW van de Wet 24 december 1997, Stb Art. 1:200 BW e.v. van de Wet 24 december 1997, Stb

8 zestien jaren nog niet heeft bereikt. Indien het kind en/of de moeder weigert toestemming te geven kan een man die een kind wil erkennen alleen de benodigde vervangende toestemming 21 bij de rechter verkrijgen, indien hij de verwekker is en indien het de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind of de belangen van het kind niet zou schaden. 22 de verwekker of degene die als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met de daad van verwekking van het kind kan om de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vragen. 23 De wijzigingen van 1 april 1998 betreffende adoptie laat ik buiten beschouwing Wijzigingen na 1 april Als gevolg van een constante verandering in de maatschappij zijn er na 1 april 1998 met betrekking tot het familie- en gezinsleven nog een aantal belangrijke wijzigingen van wet doorgevoerd. In 1998 werd het geregistreerd partnerschap opengesteld voor paren met een gelijk geslacht. In 2001 werd het voor paren van gelijk geslacht mogelijk om in het huwelijk te treden en te kunnen adopteren. Voorts werd het in 2008 mogelijk voor lesbische paren om een versoepelde adoptieprocedure te doorlopen. De adoptie van het kind door de meemoeder kan door deze regeling terugwerken tot het tijdstip van de geboorte van het kind. 24 Tenslotte is op 1 april 2014 de Wet Lesbisch Ouderschap ingevoerd. Naast de regelgeving betreffende het familie- en gezinsleven heeft het afstammingsrecht altijd al een grote rol gespeeld in ons privaatrecht. 2.2 Het huidige afstammingsrecht. Het afstammingsrecht kent een prominente rol toe aan het biologisch ouderschap. Het biologische ouderschap is onder andere bepalend bij het ontstaan van het juridisch ouderschap van de vrouw uit wie het kind is geboren. De geboorte is hierbij een bepalende factor voor het ontstaan van het juridisch ouderschap van de moeder. Voorts ligt het vermoeden van het biologisch vaderschap ten grondslag aan het afstammingsrecht. In beginsel is voor het ontstaan van het juridisch vaderschap niet vereist dat de vader de biologische vader van het kind is, echter het juridisch ouderschap van de vader kan wel 21 Bij geen toestemming tot erkenning van het kind en/of de moeder. 22 Art. 1:204 BW van de Wet 24 december 1997, Stb Vlaardingerbroek 2011, p Art. 1:230, tweede lid, BW. 8

9 aangetast worden op grond van het feit dat hij niet de biologische ouder is van het kind. De wet kent dus enkele uitzonderingen wat betreft het biologische ouderschap: het afstammingsrecht behoudt in deze gevallen de connectie met het biologische ouderschap. Sinds 1 april 2014 kan de meemoeder ook juridisch moeder worden van een kind zonder dat daarvoor een biologische band is vereist; haar juridisch ouderschap kan echter worden aangetast op de enkele grond dat zij niet de biologische ouder is van het kind. 25 Het biologische ouderschap blijft ondanks alle veranderingen van wetgeving ten grondslag liggen aan het afstammingsrecht. Artikel 1:197 bepaalt dat een kind, zijn ouders en hun bloedverwanten in familierechtelijke betrekking staan tot elkaar. Bloedverwantschap is de betrekking tussen personen, die de een van de ander afstammen dan wel een gemene stamvader of stammoeder hebben. 26 Een bloedverwantschap kan ook ontstaan door adoptie, erkenning en de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap volgens artikel 1:3 lid 1 BW. 27 Het bestaan van een familierechtelijke betrekking tussen personen brengt een juridische relatie met zich mee, waardoor er rechten, plichten en verantwoordelijkheden tussen deze personen kunnen ontstaan. De rechtsbetrekking tussen het kind en de ouder(s) wordt het ouderschap genoemd. 28 Er kunnen drie soorten ouderschappen worden onderscheiden, namelijk het fysiologische, juridische en sociale ouderschap. Indien een persoon claimt ouder te zijn van een kind, zal diegene moeten aantonen wat voor soort ouderschap hij/zij heeft. Ieder soort ouderschap brengt namelijk andere rechtsgevolgen met zich mee. 29 Het juridisch ouderschap is het vastleggen van de wettelijke afstammingsbanden, waarbij een familierechtelijke betrekking kan bestaan. Rechtsgevolgen van het juridisch ouderschap hebben onder andere betrekking op het vaststellen van de nationaliteit, het naamsrecht, het erfrecht en het voorzien in het onderhoud van het kind. 30 Het fysiologische ouderschap kan onderscheiden worden in het genetische (wie levert de ei- /zaadcellen) en het biologische (wie heeft het kind verwekt/gebaard) ouderschap. Dit onderscheid wordt overigens alleen bij vrouwen gemaakt. Bij het fysiologische ouderschap is er niet altijd sprake van een familierechtelijke betrekking. Het sociale ouderschap is het 25 Kamerstukken I, 2012/13, , C. 26 Asser-De Boer 2010, p Asser-De Boer 2010, p. 41. Zie ook Vlaardingerbroek 2011, p Vlaardingerbroek 2011, p Vlaardingerbroek 2011, p Vlaardingerbroek 2011, p

10 verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse verzorging en opvoeding van het kind. 31 Deze diverse soorten van ouderschap hoeven niet strikt van elkaar gescheiden te worden gezien. Het kan voorkomen dat er binnen een gezinssamenstelling sprake is van een juridisch, fysiologisch en sociaal ouderschap. 32 Bij de invoering van het nieuwe afstammingsrecht op 1 april 1998 werden er nieuwe begrippen geïntroduceerd met betrekking tot het vaderschap. De man van wie het genetisch materiaal afkomstig is waarmee het kind is verwekt wordt ook wel de biologische vader genoemd. Bij het biologisch vaderschap wordt onderscheid gemaakt tussen de verwekker en de donor. De verwekker is degene die met de moeder via geslachtsgemeenschap de daad van verwekking heeft verricht. De verwekker is altijd de biologische vader. De donor is degene die zaadcellen via kunstmatige inseminatie heeft geleverd, maar niet zelf de daad van verwekking heeft verricht. 33 De donor is ook de biologische vader van het kind. Voor de donor is het van belang dat hij kan aantonen dat hij niet de verwekker van het kind is, aangezien de moeder de verwekker kan aanspreken op een onderhoudsplicht jegens het kind. 34 Naast de ouders kunnen ook andere personen in familierechtelijke betrekking staan tot het kind op basis van artikel 8 EVRM. In deze situatie kan er ook een familierechtelijke betrekking ontstaan. (hoofdstuk 3) 2.3 Het ontstaan van het juridisch ouderschap. Het ontstaan van een familierechtelijke betrekking is verder geregeld in titel 11 van boek 1 van het BW. Het juridisch ouderschap van de moeder, de vader, het lesbische paar en het homoseksuele paar ontstaat op verschillende wijze. Ik behandel de wetgeving zoals deze vanaf 1 april geldt Het juridisch moederschap. Volgens het oude artikel 1:198 BW was de moeder van een kind de vrouw uit wie het kind werd geboren of die het kind had geadopteerd. De draagmoeder werd van rechtswege moeder van het kind dat zij baarde, ook indien zij voor de geboorte van het kind al besloten had het kind af te staan aan een ander paar. Het moederschap was in tegenstelling tot het 31 Vlaardingerbroek 2011, p Vlaardingerbroek 2011, p Vlaardingerbroek 2011, p Art. 1:394 BW. Zie ook HR 26 juni 2009, LJN BH Wet van 25 november 2013, Stb. 2013,

11 vaderschap niet te ontkennen en/of te vernietigen en kon niet gerechtelijk worden vastgesteld. Na invoering van de nieuwe wetgeving op 1 april 2014 is de situatie compleet gewijzigd. Volgens het nieuwe artikel 1:198 BW is de moeder van een kind de vrouw: a. uit wie het kind is geboren; b. die op het tijdstip van de geboorte van het kind is gehuwd of door een geregistreerd partnerschap is verbonden met de vrouw uit wie het kind is geboren, indien dit kind is verwekt door kunstmatige donorbevruchting als bedoeld in artikel 1, onder c, sub 1, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting en een door de stichting, bedoeld in die wet, ter bevestiging hiervan afgegeven verklaring is overgelegd, waaruit blijkt dat de identiteit van de donor aan de vrouw bij wie de kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden onbekend 36 is, tenzij de laatste zin van dit onderdeel of de eerste zin van artikel 199, onder b, geldt. De verklaring dient bij de aangifte van de geboorte te worden overgelegd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en werkt terug tot aan de geboorte van het kind. Indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap na de kunstmatige donorbevruchting en voor de geboorte van het kind is ontbonden door de dood van de echtgenote of geregistreerde partner van de vrouw uit wie het kind is geboren, is de overleden echtgenote of geregistreerde partner eveneens moeder van het kind als de voornoemde verklaring wordt overgelegd bij de aangifte van de geboorte van het kind, zelfs indien de vrouw uit wie het kind is geboren was hertrouwd of een nieuw partnerschap had laten registreren; c. die het kind heeft erkend; d. wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld; of e. die het kind heeft geadopteerd. Indien er sprake is van een onbekende donor wordt de vrouw, die ten tijd van de geboorte van het kind gehuwd is met de vrouw waaruit het kind is geboren, van rechtswege juridisch moeder. In alle andere gevallen kan de meemoeder het kind erkennen, adopteren of het ouderschap gerechtelijk laten vaststellen. De meemoeder beschikte volgens de oude regelgeving niet over deze mogelijkheden, met uitzondering van adoptie. Met deze nieuwe regelgeving draait het moederschap niet meer om degene die het kind baart. Het door het huwelijk ontstane juridisch moederschap van de meemoeder kan door de moeder, meemoeder en het kind zelf worden ontkend. Het verzoek tot de gegrondverklaring van de 36 De meemoeder kan enkel van rechtswege juridisch moeder worden van een kind indien zij gehuwd is met de vrouw die het kind heeft gebaard, en er gebruik is gemaakt van een onbekende donor zoals aangegeven in dit artikel. 11

12 ontkenning door de moeder of meemoeder moet binnen een jaar na de geboorte van het kind worden ingediend bij de rechtbank. Het verzoek tot de gegrondverklaring van de ontkenning door het kind moet uiterlijk binnen drie jaren nadat het kind meerderjarig is geworden worden ingediend bij de rechtbank. 37 De mogelijkheden van erkenning, gerechtelijke vaststelling en adoptie zullen in de volgende paragrafen uitgebreid behandeld worden. De mogelijkheden van de man in een heteroseksuele relatie zijn vanaf 1 april 2014 namelijk overeenkomstig van toepassing op de meemoeder. Alleen de adoptie kent een andere regeling voor de meemoeder, namelijk de versoepelde adoptieprocedure. (2.1.1) Het juridisch vaderschap. Volgens artikel 1:199 BW is vader van een kind de man: a. die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, tenzij onderdeel b of de slotzin van artikel 198, eerste lid, onder b, geldt; b. wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap met de vrouw uit wie het kind is geboren, binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind door zijn dood is ontbonden, zelfs indien de moeder was hertrouwd of een nieuw partnerschap had laten registreren; indien echter de vrouw sedert de 306de dag voor de geboorte van het kind was gescheiden van tafel en bed of zij en haar echtgenoot of geregistreerde partner sedert dat tijdstip gescheiden hebben geleefd, kan de vrouw binnen een jaar na de geboorte van het kind ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat haar overleden echtgenoot of geregistreerde partner niet de vader is van het kind, van welke verklaring een akte wordt opgemaakt; was de moeder op het tijdstip van de geboorte hertrouwd of had zij een nieuw partnerschap laten registreren dan is in dat geval de huidige echtgenoot of geregistreerde partner de vader of, in het geval, genoemd in artikel 198, eerste lid, onder b, de huidige echtgenote of geregistreerde partner de moeder van het kind; c. die het kind heeft erkend; d. wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld; of e. die het kind heeft geadopteerd 37 Art. 1:202a BW. 12

13 Er kunnen bij het juridisch vaderschap twee situaties onderscheiden worden. Een man kan namelijk getrouwd of niet getrouwd zijn met de moeder van het kind Gehuwde en geregistreerde paren. Indien de moeder getrouwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, dan wordt haar echtgenoot respectievelijk geregistreerde partner van rechtswege vader van het kind dat tijdens het huwelijk respectievelijk geregistreerd partnerschap is geboren. 38 Er bestaat een vermoeden dat de echtgenoot respectievelijk geregistreerde partner van de moeder de biologische vader van het kind is. Het kan voorkomen dat de echtgenoot respectievelijk geregistreerde partner niet de biologische vader is van het kind dat tijdens het huwelijk respectievelijk geregistreerd partnerschap met de moeder is geboren. 39 Volgens artikel 1:200 lid 1 BW hebben de vader, de moeder of het kind dan de mogelijkheid om het vaderschap te ontkennen. De vader en moeder van het kind kunnen dit echter niet indien de man vóór het huwelijk respectievelijk geregistreerd partnerschap al kennis heeft gedragen van de zwangerschap van de vrouw. Evenmin wanneer de echtgenoot respectievelijk geregistreerde partner heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad. 40 Indien de vader door de moeder is bedrogen omtrent de verwekker, kan de vader te allen tijde het vaderschap ontkennen. 41 Ten behoeve van de rechtszekerheid zijn er voor de ontkenning van het door het huwelijk respectievelijk het geregistreerd partnerschap ontstane vaderschap termijnen gesteld. 42 De moeder dient binnen een jaar na de geboorte van het kind een verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning bij de rechtbank in te dienen. De vader dient dit verzoek in te dienen bij de rechtbank binnen een jaar nadat hij bekend is geworden met het feit dat hij vermoedelijk niet de biologische vader is van het kind. Het kind dient dit verzoek in te dienen bij de rechtbank binnen drie jaren nadat hij/zij bekend is geworden met het feit dan de man vermoedelijk niet zijn biologische vader is. Het termijn van drie jaren begint te lopen, wanneer het kind meerderjarig is geworden Art. 1:199 onder a en b BW. 39 Vlaardingerbroek 2011, p Art. 1:200 leden 2 en 3 BW. 41 Art 1:200 lid 4 BW. 42 Rapport Lesbisch Ouderschap 2007, p Art. 1:200 leden 5 en 6 BW. 13

14 Ongehuwde en niet geregistreerde paren. Indien de man en vrouw niet getrouwd of geregistreerde partners zijn, wordt de man niet van rechtswege vader van het kind. De man heeft in deze situatie een aantal mogelijkheden om juridisch vader te worden van het kind. Ten eerste kan de man het kind erkennen voor of na de geboorte van het kind. Erkenning is een eenzijdige rechtshandeling die gericht is op het tot stand brengen van familierechtelijke betrekkingen met een kind. 44 Erkenning doelt niet op waarheidsvinding. Er wordt wel een aantal eisen gesteld bij de erkenning. Er mag niet om erkenning worden verzocht door een minderjarige die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt. Indien het kind jonger is dan 16 jaar moet de moeder of vader schriftelijk toestemming verlenen voor de erkenning. Wanneer het kind 12 jaar of ouder is moet ook het kind toestemming verlenen voor de erkenning. Indien deze toestemming niet wordt verleend, is de erkenning nietig. De vader kan in dit geval verzoeken om vervangende toestemming van de rechtbank. De rechtbank verleent deze vervangende toestemming alleen indien de man de verwekker van het kind is en de erkenning de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind of de belangen van het kind niet zou schaden. 45 Erkenning heeft gevolg vanaf het tijdstip waarop zij is gedaan. Indien de man het kind prenataal heeft erkend, dan geldt de erkenning vanaf de geboorte. 46 De man die vader is geworden door erkenning van het kind, hoeft niet de biologische vader van het kind te zijn. 47 In dit geval kunnen de vader, moeder en het kind verzoeken om vernietiging van de erkenning. Het kind kan het verzoek indienen binnen drie jaren nadat het bekend is geworden met het feit dat de man vermoedelijk niet zijn biologische vader is. Indien het kind evenwel gedurende zijn minderjarigheid bekend is geworden met dit feit kan het verzoek tot uiterlijk drie jaren nadat het kind meerderjarig is geworden, worden ingediend. 48 Het kind kan dit verzoek niet indienen wanneer de erkenning heeft plaatsgevonden tijdens zijn/haar meerderjarigheid. De moeder en de erkenner van het kind kunnen het verzoek indienen, in het geval van bedreiging of tijdens haar minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden, niet later dan een jaar nadat deze invloed heeft opgehouden te werken en, in geval van bedrog of dwaling, binnen een jaar nadat de 44 Vlaardingerbroek 2011, p Art. 1:204 BW. 46 Rapport Lesbisch Ouderschap 2007, p Vlaardingerbroek 2011, p Art 1:205 lid 4 BW. 14

15 verzoeker het bedrog of de dwaling heeft ontdekt. 49 De erkenning kan door de moeder en vader van het kind alleen aangetast worden indien het tot stand is gekomen onder invloed van een wilsgebrek. De erkenning kan dus minder snel worden aangetast dan het door het huwelijk ontstane vaderschap. Volgens artikel 1:205 lid 2 BW kan ook het Openbaar Ministerie, wegens strijd met de Nederlandse openbare orde, een verzoek tot vernietiging van de erkenning indienen. Indien de man weigert het kind te erkennen kunnen de moeder 50 en het kind naar de rechter stappen om het vaderschap van de man gerechtelijk vast te laten stellen. Dit is alleen een mogelijkheid indien de man de verwekker van het kind is of op grond van het feit dat de man als levensgezel van de moeder ingestemd heeft met de daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad. 51 Het is niet vereist dat er sprake is van een familie- en gezinsleven tussen de moeder van het kind en de verwekker. 52 De vaststelling zal terugwerken tot aan de geboorte van het kind. De gerechtelijke vaststelling kan niet plaatsvinden indien het kind al twee juridische ouders heeft, tussen de man en de moeder van het kind krachtens artikel 41 geen huwelijk zou mogen worden gesloten of krachtens artikel 80a, zesde lid geen partnerschap zou mogen worden geregistreerd of de man een minderjarige is die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, tenzij hij voordat hij deze leeftijd heeft bereikt is overleden. 53 Bij de gerechtelijke vaststelling gelden uiteraard ook termijnen ten behoeve van de rechtszekerheid. 54 Het kind kan het verzoek echter te allen tijde indienen. Zodra het vaderschap is vastgesteld door de rechter, kan het niet meer worden aangetast. 55 Tenslotte kan de man juridisch vader te worden van het kind via de mogelijkheid van adoptie. 56 Deze optie zal uitgebreid worden besproken in de paragraaf van het juridisch ouderschap van homoseksuele paren. (2.3.4) 49 Art 1:205 lid 3 BW. 50 Tenzij het kind de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. 51 Art. 1:207 lid 1 BW. 52 HR 25 maart 2005, LJN AT Art. 1:207 lid 2 BW. 54 Art. 1:207 lid 3 BW. 55 Rapport Lesbisch Ouderschap 2007, p Art. 1: BW. 15

16 2.3.3 Het juridisch ouderschap voor twee vrouwen in een lesbische relatie. Voordat de nieuwe regeling op 1 april 2014 intrad, kon de meemoeder alleen juridisch ouder worden door middel van adoptie. (2.1.1) Na het invoeren van de nieuwe regelgeving kan de meemoeder, op gelijke wijze als de vader in een heteroseksuele relatie, juridisch moeder worden van het kind dat haar vrouwelijke partner heeft gebaard. Indien de meemoeder getrouwd of als partner geregistreerd is met de biologische moeder van het kind wordt zij, bij gebruik van een onbekende donor, van rechtswege juridisch moeder van het kind. Indien de meemoeder getrouwd/geregistreerd als partner of niet getrouwd/geregistreerd als partner is met de biologische moeder van het kind en de donor is bekend, kan zij het kind erkennen (de bekende donor kan in dit geval ook erkennen). Daarnaast kan de meemoeder het kind adopteren en het juridisch ouderschap kan gerechtelijk worden vastgesteld. 57 De mogelijkheden tot het verkrijgen van het juridisch moederschap van de meemoeder zijn uitgebreid besproken in paragraaf en De mogelijkheden tot het aantasten van het juridisch ouderschap van de meemoeder komen overeen met het aantasten van het juridisch ouderschap van de vader in een heteroseksuele relatie. Het juridisch ouderschap van de meemoeder kan worden aangetast op de grond dat zij niet de biologische ouder van het kind is. In beginsel wordt met de nieuwe regelgeving meer nadruk gelegd op het sociale ouderschap, maar het primaat van het biologische ouderschap lijkt niet te worden vergeten. Het kind kan namelijk nog steeds te allen tijde het juridisch moederschap van de meemoeder ontkennen indien het liever van zijn biologische vader afstamt. 59 Het juridisch moederschap van de meemoeder is hierdoor zeker niet onaantastbaar Het juridisch ouderschap voor twee mannen in een homoseksuele relatie. In de meeste gevallen heeft één van de mannen de gameten geleverd waarmee het kind is verwekt. In dit geval kan deze man op overeenkomstige wijze als de heteroseksuele ongetrouwde man, door middel van erkenning, juridisch ouder worden. ( ) Maar hoe is dit geregeld voor de meevader die niet de gameten heeft geleverd, maar toch juridisch ouder wil worden van het kind? In beginsel kan ook de meevader in plaats van de 57 Art. 1:198 BW. 58 De besproken regelingen in paragraaf en zijn overeenkomstig van toepassing op het verkrijgen van het juridisch moederschap van de duomoeder. 59 Pessers

17 biologische vader het kind erkennen, maar vaak zal toch in eerste instantie de biologische vader het kind willen erkennen. Twee mannen in een homoseksuele relatie met een kinderwens zijn hierdoor meestal aangewezen op adoptie, draagmoederschap of een meerouderschapsconstructie. 60 Het meerouderschap kan in vele gedaantes voorkomen. Meestal zijn er drie of vier personen die samen een kind willen gaan opvoeden. 61 Dit kan uiteraard voor juridische problemen gaan zorgen. Er kunnen namelijk maar twee mensen juridisch ouder worden van het kind. Neem de situatie waarin een lesbisch stel en een homostel een kind willen. Indien één van de vrouwen het kind heeft gebaard, zal zij van rechtswege juridisch moeder van het kind worden. Aangezien in deze situatie sprake is van een bekende donor zal de meemoeder niet van rechtswege juridisch ouder worden van het kind en kunnen de biologische vader, de meevader en de meemoeder allemaal het kind erkennen. De betrokken personen moeten dus te allen tijde overeenkomen van wie zij het kind laten afstammen. Dit levert in deze situatie geen ideale juridische positie op voor de twee mannen. Naast het meerouderschap kan er ook gebruik worden gemaakt van een draagmoeder. Het draagmoederschap houdt in dat een vrouw zwanger wordt via inseminatie 62, en vervolgens het kind na de bevalling afstaat. Het kind wordt dan afgestaan aan de biologische vader van het kind en zijn partner. 63 De draagmoeder kan een bekende zijn van de twee mannen, maar meestal is het een relatief onbekend persoon. 64 Er wordt onderscheid gemaakt tussen het ideëel draagmoederschap en het commercieel draagmoederschap. Het ideëel draagmoederschap gaat om het leveren van een dienst, die vaak op zich wordt genomen door een bekende van de wensouders. Bij het commercieel draagmoederschap wordt de draagmoeder in meerdere opzichten financieel tegemoetgekomen vanwege haar inspanningen. Oftewel een vrouw biedt tegen een honorarium haar baarmoeder aan om een kind te baren voor mensen die hiertoe zelf de mogelijkheid niet hebben of niet willen. 65 In Nederland is het verboden om publiekelijk op zoek te gaan naar een vrouw die als commercieel draagmoeder kan fungeren, het commerciële draagmoederschap publiekelijk 60 Felten & Rothuizen 2010, p Meestal een lesbisch stel samen met een homostel of een lesbisch stel samen met een (homo-, hetero- of bi-) man of een alleenstaande (homo-, hetero- of bi-) man samen met een alleenstaande (homo-, hetero- of bi-) vrouw. 62 Eventueel via seksueel contact. 63 Art. 151b lid 3 Sr. Er kan overigens ook gebruik worden gemaakt van een donor voor het leveren van de gameten. 64 Felten & Rothuizen 2010, p Duijst 2009, p

18 aan te bieden of publiekelijk te bemiddelen in de vraag en/of aanbod daarvan. 66 Er kan binnen het draagmoederschap een onderscheid worden gemaakt tussen het hoogtechnologisch- en laag-technologisch draagmoederschap. Bij eerstgenoemde wordt de draagmoeder zwanger met behulp van een eicel en zaadcel van de wensouders. 67 Draagmoeder word je overigens niet zomaar, daar worden strikte eisen aan gesteld. 68 Bij het laag-technologisch draagmoederschap wordt de draagmoeder zwanger met behulp van het zaad van de wensvader en haar eigen eicel. Wanneer de wensouders het kind na de geboorte op willen nemen in hun gezin moeten zij een lang traject doorlopen. De wensouders dienen eerst het gezag over het kind te krijgen waarna zij het kind moeten adopteren. Dit traject zal minstens een jaar duren in verband met de eenjarig vereiste verzorgingstermijn die geëist wordt indien je een kind wil adopteren. 69 De Raad voor de Kinderbescherming speelt gedurende dit traject een grote rol. Het draagmoederschap is een onzekere optie voor een homostel. De vaders hebben juridisch gezien geen recht op het kind indien de draagmoeder het kind toch niet wil afstaan. De draagmoeder blijft juridisch gezien de moeder van het kind, tenzij zij uit het ouderlijk gezag wordt ontheven. 70 Indien de (ongehuwde) draagmoeder het kind niet wil afstaan, kan er altijd één man het kind erkennen. De draagmoeder moet hier dan wel toestemming voor geven. De meevader kan het kind alleen adopteren indien de draagmoeder wordt ontheven uit het ouderlijk gezag. Het draagmoederschap biedt de twee mannen dus ook geen sterke juridische positie. Tenslotte kan er gekozen worden voor adoptie. Adoptie biedt homostellen de enige mogelijkheid om een kind te krijgen zonder betrokkenheid van de vrouw die het kind baart. Het kan voorkomen dat één man het kind wil adopteren, omdat zijn partner al ouder is van het kind. Deze man is aangewezen op partneradoptie. Het kan ook voorkomen dat beide mannen het kind willen adopteren. Adoptie komt tot stand door een uitspraak van de rechtbank op een verzoek dat het stel gezamenlijk moet indienen. Er zijn een aantal voorwaarden verbonden aan het doen van een zodanig verzoek aan de rechtbank. Volgens artikel 1:227 lid 1 BW kunnen twee personen tezamen geen verzoek tot adoptie doen, indien zij krachtens artikel 41 geen huwelijk zouden mogen aangaan of krachtens 66 Artikel 151b-151c Sr. 67 WODC 2011, p Richtlijn 18 van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie inzake hoogtechnologisch draagmoederschap. 69 Art. 1:228 lid 1 onder f. 70 Idem. 18

19 artikel 80a, zesde lid, geen partnerschap zouden mogen aangaan. De twee personen die het verzoek indienen moeten ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met elkaar hebben samengeleefd. Het verzoek door de adoptant die echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder is, kan slechts worden gedaan, indien hij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met die ouder heeft samengeleefd. Laatstgenoemde geldt niet indien het kind is of wordt geboren binnen de relatie van de adoptant en die ouder. 71 De adoptie wordt alleen toegewezen indien het in het kennelijk belang is van het kind en dat op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders te verwachten heeft. 72 Voorts moet er aan de eisen worden voldaan van artikel 1:228 BW. Dit houdt in dat: het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig moet zijn; het kind, indien het op de dag van het verzoek 12 jaar of ouder is, gehoord moet worden voor het kenbaar maken van eventuele bezwaren tegen de toewijzing van het verzoek. Indien het kind de leeftijd van 12 jaar op de dag van het verzoek nog niet bereikt heeft, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belang ter zake, moet het ook kind gehoord worden over zijn bezwaren. het kind mag geen kleinkind van een adoptant zijn; de adoptant of ieder der adoptanten moeten ten minste achttien jaren ouder zijn dan het kind; geen der ouders het verzoek mogen tegenspreken; de minderjarige moeder van het kind op de dag van het verzoek de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt; de adoptant of de adoptanten moeten het kind gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed. Indien de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder of adoptiefouder het kind adopteert en zij gezamenlijk het kind gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed wordt de periode van een jaar voor de echtgenoot, geregistreerde partner of andere 71 Art. 1:228 onder f BW. 72 Art 1:227 lid 3 BW. 19

20 levensgezel gerekend vanaf het moment van feitelijk gezamenlijk verzorgen en opvoeden; de biologische ouders mogen niet langer het gezag over het kind hebben. Indien evenwel de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder het kind adopteert, geldt dat deze ouder alleen of samen met voornoemde echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel het gezag heeft. Door de adoptie ontstaat er een familierechtelijke betrekking tussen het kind en de adoptant(en). De adoptie heeft gevolgen voor onder meer het gezag, het alimentatierecht, het erfrecht en de nationaliteit. 73 Ondanks dat adoptie een goede manier is om zonder betrokkenheid van de vrouw die het kind baart een kind te krijgen, kost adoptie veel tijd en geld, waardoor het niet voor iedereen is weggelegd. 2.4 Conclusie. Het afstammingsrecht heeft de laatste jaren een flinke ontwikkeling doorgemaakt. In het begin van de 20 ste eeuw was het huwelijk nog de belangrijkste factor in de Nederlandse samenleving. Men ging een huwelijk aan voor het leven en kinderen dienden geboren te worden binnen het huwelijk. Vóór 1948 moest de ongehuwde moeder het kind nog erkennen, wilde zij een rechtsverhouding laten ontstaan tussen haar en haar kind. Vanaf 1970 werd de lijn der verandering ingezet in het afstammingsrecht. Het gezin werd een autonoom instituut. Dit heeft geleid tot de complete verandering van het afstammingsrecht in 1998, waarop de huidige regelgeving grotendeels nog steeds is gebaseerd. Eind 20 ste eeuw en begin 21 ste eeuw werd het voor personen van het hetzelfde geslacht mogelijk om te trouwen en kinderen te adopteren. De regelgeving is hierna enkel nog gewijzigd op het gebied van twee vrouwen die juridisch ouder willen worden van een kind. Een lesbisch stel kan volgens de nieuwe regelgeving op gelijke wijze als een heteroseksueel stel juridisch ouder worden. Dit betekent dat de juridische positie van twee vrouwen in een relatie die juridisch ouder willen worden flink versterkt is. De positie van twee mannen in een relatie die juridisch ouder willen worden is echter ongewijzigd gebleven, en zeker na het invoeren van de nieuwe regelgeving worden zij nog meer achtergesteld. Gezien de wijzigingen in het afstammingsrecht lijkt de nadruk steeds meer te liggen op het sociale ouderschap in plaats 73 Vlaardingerbroek 2011, p Zie ook EHRM 3 maart 2005, nr /01 (Kuijper tegen Nederland). 20

21 van het biologische ouderschap. Dit is ook te zien in de wetswijzigingen betreffende het lesbisch ouderschap, maar deze wetgeving blijft toch elke keer de link maken naar het biologische ouderschap. De positie van de homoseksuele man wordt echter compleet vergeten. Valt deze situatie te rechtvaardigen, of zal er toch een aanpassing in de regelgeving moeten plaatsvinden ten behoeve van de juridische positie van de homoseksuele man? Deze vraag zal ik proberen te beantwoorden in het vervolg van het onderzoek. 21

22 Hoofdstuk 3: Het personen- en familierecht op het internationale vlak. Om het begrip ouderschap te verduidelijken en te kunnen onderzoeken of homoseksuele mannen inderdaad een betere juridische positie verdienen is het van belang om een aantal van de grondrechten en rechtsbeginselen nader toe te lichten. In de twintigste eeuw is er in toenemende mate in internationale regelgeving aandacht ontstaan voor het personen- en familierecht. Een aantal belangrijke verklaringen 74 leidde al snel tot vooruitstrevende mensenrechtenverdragen. 75 Nederland is onder andere aangesloten bij het IVRK en het EVRM, wat inhoudt dat Nederland zich niet alleen dient te houden aan nationale regelgeving, maar ook rekening dient te houden met internationale regelgeving. 76 Indien het EHRM in een concrete zaak echter de betekenis van een verdragsbepaling heeft uitgelegd, dan vormt deze uitleg res interpretata. Deze interpretaties geven inhoud aan de verplichtingen van de lidstaten van het EHRM. Lidstaten mogen niet afwijken van deze interpretaties van het EHRM en moeten dit laten doorwerken in het nationale recht. 77 Nederland kent via artikel rechtstreekse werking van bepalingen van het EVRM, maar de rechter kent ook grenzen in zijn rechtsvormende taak. In beginsel heeft de uitvoerende macht de taak wetgeving aan te passen, indien er geen overeenstemming bestaat tussen het EVRM en de nationale wetgeving. 78 Het hoofdstuk zal beginnen met het uitleggen van een van de belangrijkste rechten voor het onderzoek naar de eventuele ongelijkheid die homoseksuele mannen kunnen ervaren. Het is namelijk het recht op privacy dat van grote invloed is geweest (nog steeds) op het personen- en familierecht in Nederland. Ook van belang zijn de klassieke rechtsbeginselen zoals het vrijheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het verantwoordelijkheidsbeginsel. Voorts wordt het recht op gezinsstichting nader toegelicht. Het uiteindelijke doel van dit hoofdstuk is om te onderzoeken of deze rechtsbeginselen en grondrechten een mogelijkheid bieden om meer gelijkheid te creëren voor homoseksuele mannen die juridisch ouder willen worden. Er zijn echter ook andere personen betrokken bij deze juridische kwestie, namelijk het kind en de draagmoeder. Zij hebben volgens deze regelgeving ook 74 Belangrijkste verklaringen waren de Verklaring van Genève van 1924, de Universele Verklaring voor de rechten van de mens in 1948 en de Verklaring van de rechten van het kind in Belangrijkste mensenrechtenverdragen zijn het EVRM, IVBP, IVESCR en het IVRK. 76 van Dijk 1988, p Zie ook Fleuren & Gerards 2013, p Fleuren & Gerards 2013, p Fleuren & Gerards 2013, p

23 rechten. Er zal dus een afweging gemaakt moeten worden tussen de belangen van het kind, de draagmoeder en de wensouders. 3.1 Het recht op privacy. Artikel 10 lid 1 van de Grondwet stelt dat eenieder, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Artikel 17 van het IVBPR stelt dat niemand onderworpen mag worden aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privé leven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam en dat een ieder heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging of aantasting. Het belangrijkste artikel betreffende het recht van eenieder op respect voor zijn gezinsleven is artikel 8 EVRM. Dit artikel stelt dat een ieder recht heeft op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie en dat er geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. De Europese Commissie heeft in een rapport een algemene uitleg gegeven van het recht dat artikel 8 EVRM bevat: The right to respect for private life is of such a scope as to secure to the individual a sphere within which he can freely pursue the development and fulfillment of his personality. To this effect, he must also have the possibility of establishing relationships of various kinds, including sexual, with other persons. In principle, therefore, whenever the State sets up rules for the behaviour of the individual within this sphere, it interferes with the respect for private life and such interference must be justified in the light of para (2) of Art Hiermee lijkt al het onderscheid dat gemaakt kan worden op basis van sekse geheel te vervallen. Kortom in art. 8 EVRM is het recht van eenieder op respect voor zijn familie- en gezinsleven en privéleven neergelegd. Wanneer is er sprake van een familie- en gezinsleven? Het familie- en gezinsleven is een verzameling van betrekkingen bestaande tussen personen die deel uitmaken van een bepaald gezin en/of een bepaalde familie. 80 Er 79 ECRM 12 juli 1977, nr. 6959/75, punt 55 (Brüggeman en Scheuten t. Bondsrepubliek Duitsland). 80 Vlaardingerbroek 2011, p

24 bestaat echter geen standaardtype van een familie- en gezinsleven, het is voortdurend onderhevig aan veranderingen in de samenleving. 81 Door middel van rechtspraak van het EHRM zal er gekeken worden naar situaties waarin zij een familie- en gezinsleven kunnen waarnemen en welke van belang kunnen zijn voor het onderzoek naar de juridische ongelijkheid die homoseksuele mannen kunnen ervaren Rechtspraak van het EHRM betreffende het recht op privacy. Het EHRM heeft in het arrest van Abdulaziz, Cabales en Balkandi tegen het Verenigd Koninkrijk op basis van art. 8 EVRM vastgesteld dat familie- en gezinsleven in ieder geval kan worden aangenomen tussen echtgenoten, door een tussen hen gesloten echt en waarachtig huwelijk. Het is voldoende dat de man en de vrouw erin geloven dat zij getrouwd zijn en dat zij een normaal gezinsleven willen leiden. 82 Voorts heeft het EHRM in het arrest van Johnston tegen Ierland besloten dat er een familie- en gezinsleven bestaat tussen een ongehuwd samenwonende man en vrouw. In deze casus leefden de ongehuwde man en vrouw al 15 jaar samen. Dit heeft ervoor gezorgd dat op basis van artikel 8 EVRM een man en vrouw buiten het huwelijk om ook rechtsbescherming behoren te krijgen. 83 Voor de hand ligt natuurlijk de vaststelling van een familie- en gezinsleven tussen een moeder en een kind. In de zaak Marckx heeft het EHRM gesteld dat er op basis van artikel 8 EVRM 84 geen onderscheid mag worden gemaakt tussen wettige en onwettige kinderen, voor het bestaan van een familie- en gezinsleven. Volgens het Verdrag mag er geen discriminatie plaatsvinden op de grond van geboorte. Een alleenstaande vrouw met kind dient dezelfde rechtsbescherming te genieten als een getrouwde vrouw met een kind. In deze zaak heeft de moeder vanaf de geboorte gezorgd voor het kind, met als resultaat dat er een familie- en gezinsleven bestaat tussen de moeder en het kind. 85 Voorts heeft het EHRM in enkele arresten geoordeeld dat er sprake kan zijn van familie- en gezinsleven tussen nietbiologische ouders en een kind. Een voorbeeld hiervan zijn grootouders en hun kleinkinderen, indien er tussen hen een nauwe persoonlijke betrekking bestaat. 86 Dit omdat zij een grote rol kunnen spelen in het leven van een kind en daar ook de nodige liefde, 81 Vlaardingerbroek 2011, p EHRM 29 mei 1985, Series A, vol. 94, punt 63 (Abdulaziz, Cabales en Balkandi tegen het Verenigd Koninkrijk). 83 EHRM 18 december 1986, Series A, vol. 112, punt (Johnston tegen Ierland). 84 In combinatie met artikel 14 EVRM. 85 EHRM 13 juni 1979, Series A, vol. 31; NJ 1980, 462, m. nt. EAA (Marckx tegen Belgie). 86 EHRM 13 juni 1979, Series A, vol. 31; NJ 1980, 464, m. nt. EAA (Marckx tegen Belgie). 24

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het ontstaan van het moederschap van rechtswege van en de mogelijkheid van erkenning door de vrouwelijke partner van de moeder MEMORIE VAN

Nadere informatie

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten -

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - BROCHURE - 1 - Met dank aan; Brusselsestraat 51 6211 PB Maastricht Tel.: 0031 (0)43-325 96 79 Fax: 0031 (0)43-325 04 31 www.leliveldadvocaten.nl Email:

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/53794

Nadere informatie

239. Duomoederschap anno 2014

239. Duomoederschap anno 2014 239. Duoschap anno 2014 Mr. dr. M.J. Vonk Vanaf 1 april 2014 is het mogelijk om via het afstammingsrecht twee juridische s te hebben. Op de geboorteakte staan dan een en een uit wie het kind is geboren.

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Onderzoek naar het wettelijk vastleggen van het duomoederschap Masterscriptie Universiteit van Tilburg door Jolien Witsmeer 1 Voorwoord

Nadere informatie

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg?

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg? Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg? Over de wenselijkheid van het meerouderschap en het gezin anno 2018. N. GROEN 1 1. Inleiding Dat het gezin in de huidige samenleving

Nadere informatie

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Scriptie Rechtsgeleerdheid De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Tijd voor verandering? Naam: Imke Jansen ANR: 767356 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie

Nadere informatie

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK?

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK? Het wetsvoorstel betreffende de wijzigingen van boek 1 Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie In hoeverre waarborgt

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen?

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? De wenselijkheid van drie of vier ouders NAAM: JOELLE HENDRIKS ADMINISTRATIENUMMER: 477595 SCRIPTIEBEGELEIDER: PROF. MR. P. VLAARDINGERBROEK DATUM:

Nadere informatie

Dossier Draagmoeder. Beleidsinformatie:

Dossier Draagmoeder. Beleidsinformatie: Dossier Draagmoeder Een draagmoeder is een vrouw die zwanger is voor een ander: de wensouder(s). De draagmoeder staat het kind na de geboorte af aan de wensouders. Niet-commercieel draagmoederschap is

Nadere informatie

Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind.

Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht door

Nadere informatie

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick.

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick. Een vergelijking tussen huidig recht en toekomstige wetgeving: zorgt het wetsvoorstel Lesbisch ouderschap voor een verbetering van de rechtspositie van de meemoeder en de zaaddonor? Auteur Monique Borsje

Nadere informatie

Geboren met twee moeders

Geboren met twee moeders Geboren met twee moeders Een onderzoek naar het belang van het kind dat is geboren binnen een lesbische relatie Masterscriptie Jeugdrecht Emma Merkx Naam: E.T.P. Merkx Studentnummer: 0910104 Masteropleiding:

Nadere informatie

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk] 2012 Naam: Loes van Thiel ANR: 535277 begeleider: Mr. Smits [ Binnen welk juridisch kader kan de rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

Nadere informatie

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie

Nadere informatie

Maart 2012 N. Leeuwrik

Maart 2012 N. Leeuwrik Lesbisch ouderschap: instemmen met het wetsvoorstel lesbisch ouderschap of vasthouden aan de vereenvoudigde adoptieprocedure? In hoeverre worden de belangen van het kind gewaarborgd in het wetsvoorstel

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap: meemoeder wordt juridisch moeder van rechtswege of door erkenning.

Concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap: meemoeder wordt juridisch moeder van rechtswege of door erkenning. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap: meemoeder wordt juridisch moeder van rechtswege of door erkenning. A.J.M. Nuytinck Published in WPNR 2010,

Nadere informatie

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht?

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de termijnen in het Nederlandse en Turkse afstammingsrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (oude regeling)

Nadere informatie

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Afstamming U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Inhoud Afstamming in het Belgische recht...3 Afstamming krachtens de wet...4 Afstamming langs moederszijde...4 Afstamming langs

Nadere informatie

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 21 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 2.1 Inleiding 23 2.2 Afstamming 23 2.2.1 Geboorte 24 2.2.2 Erkenning 25 2.2.3 Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap 26 2.2.4 Vaderschapsactie

Nadere informatie

DRIE IS TEVEEL? Naar een verbetering van de positie van de duo-moeder. Nicole van Haalem Scriptiebegeleider: mr. dr. J.A.E.

DRIE IS TEVEEL? Naar een verbetering van de positie van de duo-moeder. Nicole van Haalem Scriptiebegeleider: mr. dr. J.A.E. DRIE IS TEVEEL? Naar een verbetering van de positie van de duo-moeder. Nicole van Haalem Scriptiebegeleider: mr. dr. J.A.E. van Raak-Kuiper Inhoudsopgave 2 Afkortingen 5 Voorwoord 6 Hoofdstuk 1 Inleiding,

Nadere informatie

Verschillen in de verkrijging van juridisch ouderschap tussen lesbische en homoseksuele koppels: discriminatie?

Verschillen in de verkrijging van juridisch ouderschap tussen lesbische en homoseksuele koppels: discriminatie? Verschillen in de verkrijging van juridisch ouderschap tussen lesbische en homoseksuele koppels: discriminatie? In hoeverre verschilt de verkrijging van juridisch ouderschap bij homoseksuele en lesbische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Afstammingsinformatie

Afstammingsinformatie Afstammingsinformatie 1 Tijdslijn Afstammingsinformatie 4 nov. 1950 20 nov. 1989 29 mei 1993 15 april 1994 1 juni 2004 EVRM IVRK Haags Adoptieverdrag Valkenhorstarrest Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft Toelichting Dames en Heren, Ingediend door Sonja Becq Steeds meer kinderen worden opgevoed

Nadere informatie

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Afstamming ongeacht gerichtheid of geslacht 1

Afstamming ongeacht gerichtheid of geslacht 1 Afstamming ongeacht gerichtheid of geslacht 1 door Kees Waaldijk 2 versie 7 januari 2015 verschenen in: Ernee Loeb, Caroline Martens, Nora van Oostrom, Leo Vollebregt (red.), Alle kleuren Jaap! Liber Amicorum

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Reactie op concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap

Reactie op concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap Reactie op concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap ten behoeve van de internetconsultatie van het Ministerie van Justitie www.internetconsultatie.nl/ouderschapduomoeder door Kees Waaldijk universiteit

Nadere informatie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie De keuze van de achternaam Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht Titel 2 Het recht op de naam Artikel 5 1. Indien een kind alleen in familierechtelijke betrekking

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2600 5 februari 2013 Advies Raad van State betreffende het wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het

Nadere informatie

Draagmoederschap. Biedt de huidige regelgeving wel voldoende bescherming aan de belangen van de wensouders en het kind?

Draagmoederschap. Biedt de huidige regelgeving wel voldoende bescherming aan de belangen van de wensouders en het kind? Draagmoederschap Biedt de huidige regelgeving wel voldoende bescherming aan de belangen van de wensouders en het kind? Scriptie Master Privaatrecht: Privaatrechtelijke rechtspraktijk Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2709

ECLI:NL:CRVB:2017:2709 ECLI:NL:CRVB:2017:2709 Instantie Datum uitspraak 02-08-2017 Datum publicatie 08-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1541 WSF Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

In artikel 3, eerste lid, wordt een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vervangen door: een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap.

In artikel 3, eerste lid, wordt een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vervangen door: een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. W03.11.0034/II Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Adoptie van een kind in Nederland

Adoptie van een kind in Nederland Adoptie van een kind in Nederland Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie Hoofdstuk 4. Prodedure in geval van interlandelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht)

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) A 2010 l**l N 29 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) IN NAAM DER KONINGIN! In overweging genomen

Nadere informatie

Lesbisch ouderschap. Bespreking van het rapport van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie (commissie-kalsbeek)

Lesbisch ouderschap. Bespreking van het rapport van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie (commissie-kalsbeek) Lesbisch ouderschap. Bespreking van het rapport van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie (commissie-kalsbeek) Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19499 1 november 2011 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke

Nadere informatie

Rolnummer 2525. Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T

Rolnummer 2525. Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T Rolnummer 2525 Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 371 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER

DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER INFOMOMENT 24/5/2014 Paul BORGHS WERKGROEP POLITIEK ÇAVARIA EUROPEAN COMMISSION ON SEXUAL ORIENTATION LAW JURIST GESPECIALISEERD IN HOLEBI-

Nadere informatie

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap Versie 1.9, 26 september 2016 Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal-licentie.

Nadere informatie

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen DE RECHTSPOSITIE VAN DE BEKENDE DONOR; EEN RECHTSVERGELIJKEND PERSPECTIEF Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen De rechtspositie van de bekende donor Een rechtsvergelijkend

Nadere informatie

Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst

Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst Anne Mollema Inleiding Als er één vakgebied bestaat binnen het civiele recht waar het

Nadere informatie

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP Deze vragenlijst is opgesteld en uitgezet door Stichting Meer dan Gewenst in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam t.b.v. de Europese Verkiezingen op 22

Nadere informatie

In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators

In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators Scriptie Tristan Wolters Tilburg, mei 2011 In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators Naam: Tristan Daniël Wolters Studentnummer: 2014194 Plaats en datum: Tilburg, mei

Nadere informatie

HOLEBI-OUDERS. WAT MET AFSTAMMING EN OUDERSCHAP?

HOLEBI-OUDERS. WAT MET AFSTAMMING EN OUDERSCHAP? RoSa. Documentatiecentrum en Archief voor Gelijke Kansen, Feminisme en Vrouwenstudies HOLEBI-OUDERS. WAT MET AFSTAMMING EN OUDERSCHAP? Inleiding Sylvia Sroka Door de wet van 13 februari 2003 1 werd het

Nadere informatie

Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon?

Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon? Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon? Een onderzoek naar de mogelijkheid voor een uitbreiding van het gezag voor meer dan twee personen vanuit de positie van de sperma- en eiceldonor bezien.

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85130

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS?

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS? LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS? Machteld Vonk Inleiding De aandacht voor de juridische positie van kinderen die binnen een lesbische relatie worden geboren,

Nadere informatie

Draagmoederschap Een groot grijs gebied

Draagmoederschap Een groot grijs gebied Draagmoederschap Een groot grijs gebied Draagmoederschap In hoeverre maken knelpunten in de bestaande juridische constructies inzake het draagmoederschap, daarbij gelet op de rechtspositie van de draagmoeder,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14290 2 augustus 2011 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

4 nov nov mei april juni 2004

4 nov nov mei april juni 2004 4 nov. 1950 20 nov. 1989 29 mei 1993 15 april 1994 1 juni 2004 EVRM IVRK Haags Adoptieverdrag Valkenhorstarrest Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting Afstammingsinformatie statusvoorlichting : geadopteerd;

Nadere informatie

Overzicht van roze ouderschapsvormen

Overzicht van roze ouderschapsvormen 1 Overzicht van roze ouderschapsvormen Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-elijkDelen 4.0 Internationaal-licentie. Versie november 2018 2 Inleiding en disclaimer Hierbij

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper )

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper ) JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper ) 1. [Appellant 1], hierna te noemen: de vader, en 2. [appellant 2],

Nadere informatie

INLEIDING De termijnen in het Nederlandse afstammingsrecht Het Nederlandse afstammingsrecht Inleiding...

INLEIDING De termijnen in het Nederlandse afstammingsrecht Het Nederlandse afstammingsrecht Inleiding... INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 4 1. De termijnen in het Nederlandse afstammingsrecht... 6 1.1. Het Nederlandse afstammingsrecht... 6 1.1.1. Inleiding... 6 1.1.2. Het door huwelijk ontstane vaderschap... 6

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 673 Wijziging van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1.

Nadere informatie

1.4 Een afzonderlijke regeling voor sociaal ouderschap buiten het afstammingsrecht 1.5 Concurrerende aanspraken op het ouderschap

1.4 Een afzonderlijke regeling voor sociaal ouderschap buiten het afstammingsrecht 1.5 Concurrerende aanspraken op het ouderschap 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie Memorie van antwoord Ik dank de leden hartelijk

Nadere informatie

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap 1. Inleiding In april 2014 heeft de ministerraad op voorstel van de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 153 Wet van 14 maart 2002, houdende regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 22 700 Leefvormen Nr. 23 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 6 februari

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

ref.nr.: 12.099/6.30.1 Amsterdam, 18 oktober 2012 betreft: COC-inbreng t.b.v. plenaire behandeling wetsvoorstel Lesbisch Ouderschap (33 032)

ref.nr.: 12.099/6.30.1 Amsterdam, 18 oktober 2012 betreft: COC-inbreng t.b.v. plenaire behandeling wetsvoorstel Lesbisch Ouderschap (33 032) Woordvoerders Justitie en LHBT-emancipatie Tweede Kamer der Staten-Generaal ref.nr.: 12.099/6.30.1 Amsterdam, 18 oktober 2012 betreft: COC-inbreng t.b.v. plenaire behandeling wetsvoorstel Lesbisch Ouderschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1. Dit wetsvoorstel beoogt

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22956 8 augustus 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 5 augustus 2014, nummer WBN 2014/5,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

stichting Meer dan Gewenst Advocatenkantoor De Binnenstad

stichting Meer dan Gewenst Advocatenkantoor De Binnenstad stichting Meer dan Gewenst Advocatenkantoor De Binnenstad A.M. Thus, voorzitter mr W.J. Eusman Lage Kanaaldijk 89 Postbus 16695 6212 AK Maastricht 1001 RD Amsterdam www.meerdangewenst.nl 020-6271816 www.binnenstadadvocaten.nl

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Met zijn drieën zwanger.

Met zijn drieën zwanger. Met zijn drieën zwanger. De juridische positie van een wensouder(paar), de draagouders en de spermadonor. Masterscriptie Nederlands recht accent Privaatrecht Personen- en familierecht scriptie circle Februari

Nadere informatie

1 Inleiding. Wendy Schrama

1 Inleiding. Wendy Schrama 1 Inleiding Wendy Schrama 1.1 Onderscheid personen- en familierecht Dit boek gaat over het personen- en familierecht. Het personenrecht regelt de rechtspositie van een natuurlijke persoon: het begin en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 79 26 862 Wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken

Nadere informatie

Draagmoederschap in opkomst: specifieke wet- en regelgeving noodzakelijk?

Draagmoederschap in opkomst: specifieke wet- en regelgeving noodzakelijk? Mr. S.C.A. van Vlijmen en mr. J.H. van der Tol 1 Draagmoederschap in opkomst: specifieke wet- en regelgeving noodzakelijk? 56 Het draagmoederschap is zowel nationaal als internationaal in opkomst. Er is

Nadere informatie

Mater semper certa est?

Mater semper certa est? Januari 2013 07 Mater semper certa est? Een onderzoek naar de rechtspositie van de meemoeder Ilse Ultee s-hertogenbosch, 7 januari 2013 Rechtbank te s-hertogenbosch Juridische Hogeschool Avans-Fontys te

Nadere informatie

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap Regenboogouder(s) & anders-ouderschap (roze ouderschap, intentioneel (meer)ouderschap, intentioneel co-ouderschap) Je moet het samen doen, elkaar echt kunnen vertrouwen en onderling goed nadenken over

Nadere informatie

De juridische aspecten van het zaaddonorschap

De juridische aspecten van het zaaddonorschap De juridische aspecten van het zaaddonorschap Scriptie ter afsluiting van de Masteropleiding Rechtswetenschappen aan de Open Universiteit Nederland Begeleider: mr. M. Baks Examinator: Mw. dr. mr. A.L.H.

Nadere informatie

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder Overzicht afstamming Moeder Vader Meemoeder Artikel 312 1 burgerlijk wetboek: Artikel 315 tot 317 burgerlijk wetboek: Artikel 325/2, 316 tot 317 burgerlijk wetboek Vermoeden vaderschap Vermoeden De persoon

Nadere informatie

Boek 1 BW is het eerste onderdeel van het nieuwe Burgerlijk Wetboek dat is ingevoerd. Het nieuwe boek 1 is op 1 januari 1970 in werking getreden.

Boek 1 BW is het eerste onderdeel van het nieuwe Burgerlijk Wetboek dat is ingevoerd. Het nieuwe boek 1 is op 1 januari 1970 in werking getreden. HOOFDSTUK 1 Inleiding 1 Algemeen Boek 1 BW is het eerste onderdeel van het nieuwe Burgerlijk Wetboek dat is ingevoerd. Het nieuwe boek 1 is op 1 januari 1970 in werking getreden. Boek 2 (rechtspersonen)

Nadere informatie

6,3. Werkstuk door een scholier 1698 woorden 7 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

6,3. Werkstuk door een scholier 1698 woorden 7 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Werkstuk door een scholier 1698 woorden 7 februari 2003 6,3 45 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding: Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik van draagmoederschap eigenlijk niks weet, ik heb er

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen } Ouderschap } Gezag } Positie gescheiden ouders } Grove schets van internationale aspecten Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen 1 } Uit wie het kind

Nadere informatie

Handleiding. Cipers iseries Workarounds per 1 april Wijzigingen BW en aktemodellen Burgerlijke Stand

Handleiding. Cipers iseries Workarounds per 1 april Wijzigingen BW en aktemodellen Burgerlijke Stand Handleiding Cipers iseries Workarounds per 1 april 2014 Wijzigingen BW en aktemodellen Burgerlijke Stand Versie Status Datum Omschrijving 1.0 Definitief 28 maart 2014 Eerste versie 1.1 Definitief 16 mei

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie