De minderjarige en drie (of meer) gezagsrelaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De minderjarige en drie (of meer) gezagsrelaties"

Transcriptie

1 De minderjarige en drie (of meer) gezagsrelaties Masterscriptie Rechtsgeleerdheid omtrent het gezag voor meer dan twee personen Door: Juta Hoogerdijk Eerste begeleidster: mw. mr. R. Heerkens ANR: Tweede begeleidster: mw. mr. V.M. Smits Verdedigingsdatum: 6 mei 2014 Tilburg University Faculteit der Rechtsgeleerdheid Masterscriptie Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Afstudeerrichting personen- en familierecht

2 Voorwoord Ter afronding van de Master Rechtsgeleerdheid aan de Tilburg University, ligt voor u het resultaat van mijn onderzoek naar het gezag voor meer dan twee personen. Ondanks het lange traject, ben ik steeds geprikkeld gebleven door het onderwerp en dankzij mijn omgeving gestimuleerd om door te gaan. Daarom wil ik (ook) via deze weg graag, in willekeurige volgorde, een aantal mensen bedanken. Ten eerste mijn ouders; Ron en Tineke Hoogerdijk. Zij hebben mij altijd alle mogelijkheden gegeven om te studeren en mij aangespoord datgene te doen wat ik gaan wilde doen; mijn Master Rechtsgeleerdheid behalen. Verder wil ik graag mijn vriend, Rob Stegeman, en mijn vriendinnen bedanken voor hun steun op de momenten dat ik dat nodig had. Van mijn vriendinnen wil ik in het bijzonder Hendrika Beunk-Bakker bedanken. Zij gaf mij vaak een duwtje in de rug en maakte steeds weer tijd om mijn stukken van commentaar te voorzien. Ook wil ik mijn scriptie begeleidster, mevrouw mr. R. Heerkens, bedanken voor haar secure beoordelingen en het feit dat zij altijd open heeft gestaan om vragen te beantwoorden en tijd vrij heeft gemaakt om samen de ingeleverde stukken door te nemen. Daarbij wil ik ook mijn tweede beoordelaar, mevrouw mr. V.M. Smits, bedanken voor het doornemen van deze scriptie en het aanwezig zijn bij mijn verdediging. Zonder alle genoemde personen, had dit onderzoek niet geresulteerd in wat het nu is. Rest mij nog u veel leesplezier te wensen! Juta Hoogerdijk Zutphen, mei

3 Inhoudsopgave Lijst met afkortingen... 5 Hoofdstuk 1 Inleiding Probleemanalyse Onderzoeksvraag Maatschappelijke relevantie Wetenschappelijke relevantie Opbouw onderzoek... 9 Hoofdstuk 2 Juridisch ouderschap en gezag Inleiding Van vaderlijke macht naar gezamenlijke voogdij Gezag en juridisch ouderschap los van elkaar Juridisch ouderschap Gezag Eenhoofdig gezag Gezamenlijk ouderlijk gezag Voogdij Tussenconclusie Hoofdstuk 3 Positie donor en partner van de ouder met betrekking tot gezag in Nederland Inleiding Partner van de ouder met- en zonder geformaliseerde relatie Erkenning door partner van de ouder? Gezamenlijk gezag door ouder en partner? Partneradoptie? Donor Erkenning door donor? Gezamenlijk gezag met donor? Wet lesbisch ouderschap EVRM en IVRK Tussenconclusie Hoofdstuk 4 - Positie donor en partner van de ouder met betrekking tot gezag in Engeland en Canada Inleiding Engeland

4 4.2.1 Gezag in Engeland Gezag voor meer dan twee personen in Engeland Verkrijgen gezag door partner van de ouder in Engeland Stiefouder met geformaliseerde relatie Partner van de ouder zonder geformaliseerde relatie Verkrijgen gezag door donor in Engeland Wensouders met geformaliseerde relatie Wensouders zonder geformaliseerde relatie Tussenconclusie Engeland Canada Gezag in Canada Gezag voor donor in Canada Gezag voor partner van de ouder in Canada Tussenconclusie Canada Hoofdstuk 5 Voor en nadelen uitbreiding aantal gezagsrelaties Inleiding Voordelen uitbreiding gezag Nadelen uitbreiding gezag Uitbreiding gezag contractueel mogelijk? Tussenconclusie Hoofdstuk 6 Conclusies en aanbevelingen Inleiding Conclusies Aanbevelingen Aanbevelingen stiefouder Aanbevelingen donor Literatuurlijst

5 Lijst met afkortingen AA Adoption Act ACA 2002 Adoption and Children Act 2002 Art. Artikel BW Burgerlijk Wetboek CA 1989 Children Act 1989 e.a. En anderen EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens FLA Family Law Act FRA Family Relations Act GP Geregistreerd partnerschap HFEA 2008 Human Fertilisation and Embryology Act 2008 Hof Gerechtshof HR Hoge Raad IVRK Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind i.w.tr In werking getreden m.b.t. Met betrekking tot MvT Memorie van Toelichting nr. Nummer p. Pagina par. Paragraaf rb. Rechtbank r.o. Rechtsoverweging Rv Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering s. Section Stb. Staatsblad t/m Tot en met WODC Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum 5

6 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Een aantal maanden geleden is er een artikel in de Volkskrant gepubliceerd waarin Geer Oskam een stuk schreef met de titel Papa en twee mama s. 1 Het is geschreven voor het nog ongeboren kind waarvan een van zijn lesbische vriendinnen, door zelfinseminatie van zijn sperma, zwanger is. Alle drie de personen willen na de geboorte een vader en moederrol vervullen. Het kind zal derhalve feitelijk een vader en twee moeders krijgen. Aan het einde van het artikel blijkt echter dat deze constructie juridisch gezien in Nederland niet mogelijk is, omdat maximaal twee personen juridisch ouder kunnen zijn en maximaal twee personen in een gezagsrelatie tot een minderjarige kunnen staan. Geer Oskam: Er zijn zoveel gescheiden ouders en nieuwe vormen van families, dat het mogelijk moet zijn voor een kind om meerdere ouders te hebben. Waarom niet drie of vier?. 2 In aansluiting op het bovenstaande krantenartikel dient voor de bespreking van een eventuele uitbreidingen allereerst een onderscheid te worden gemaakt tussen het zijn van juridisch ouder en het in een gezagsrelatie tot een kind staan. Het zijn van juridisch ouder of het hebben van een gezagsrelatie treffen andere doelen en staan niet altijd automatisch met elkaar in verbinding. Als uitgangspunt bij gezag geldt dat een minderjarige altijd onder gezag dient te staan. 3 Gezag kan worden onderverdeeld in ouderlijk gezag of voogdij. 4 Een persoon die belast is met de voogdij over een minderjarige zal altijd een ander dan de ouder zijn, of wel: een derde. Dit in tegenstelling tot het (gezamenlijk) ouderlijk gezag, welke door één ouder of door de ouders gezamenlijk wordt uitgeoefend. 5 De inhoud van het gezag heeft betrekking op de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn of haar vermogen en de vertegenwoordiging van handelingen in en buiten rechte. 6 Daarbij dient de ouder zijn of haar minderjarige kind te verzorgen en op te voeden, wat een plicht maar ook een recht inhoudt. 7 Dit betekent dat degene met gezag verantwoordelijk is voor de verzorging en opvoeding van het kind en dat hij of zij de wettelijk vertegenwoordiger is. 8 In de praktijk kan een verdeling van taken omtrent het gezag moeilijk worden gemaakt en zal een nauwe onderlinge samenhang blijken. 9 Anders dan bij gezag zorgt het juridisch ouderschap voor een familierechtelijke band tussen de juridische ouder en diens bloed- en aanverwanten. 10 Van groot belang daarbij is tevens dat er erfrechtelijke gevolgen aan verbonden zijn en er een 1 Oskam 2013, p. 8 en 9. 2 Oskam 2013, p. 8 en 9. 3 Art. 1:245 lid 1 en 2 BW. 4 Art. 1:245 lid 2 BW. 5 Art. 1:245 lid 3 BW. 6 Art. 1:245 lid 4 BW. 7 Art. 1:247 BW. 8 Informatieblad Gezag omgang en informatie 2013, p 1. 9 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Art. 1:197 e.v. jo. 1:3 BW. 6

7 onderhoudsverplichting op grond van het bloed- of aanverwantschap ontstaat. 11 Daarbij eindigt de gezagsrelatie bij het meerderjarig worden van het kind, waarna het juridisch ouderschap wel voortduurt. 12 Binnen dit onderzoek zal de focus op de gezagsrelatie- en een mogelijke uitbreiding daarvan worden gelegd. Het juridisch ouderschap zal daarbij kort worden aangehaald, maar vormt niet de kern van het onderzoek. Uit het slot van het krantenartikel blijkt eveneens dat er een maximum is gesteld aan het aantal gezagsdragers. Dat drie (of meer) personen teveel is voor de gezagsrelatie met een minderjarige, blijkt uit de wet waarin wordt gesproken over beide ouders of de ouder tezamen met een ander dan de ouder. 13 Als naar de maatschappelijke werkelijkheid wordt gekeken, kunnen er zich ook gevallen voordoen waarbij, net als in het genoemde krantenartikel, meer dan twee ouders het gezag over de minderjarige willen hebben. In titel 14 van Boek 1 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) staan tal van mogelijkheden beschreven om de minderjarige onder gezag te doen laten staan. Echter, voor al deze opties geldt dat het gezag door maximaal twee daartoe bevoegde meerderjarigen mag worden uitgeoefend. Drie (of meer) is teveel. De discussie over uitbreiding van het gezag als reactie op de huidige verschillende gezinsvormen, is in de Tweede Kamer opnieuw aangewakkerd tijdens de behandeling van de (door de Eerste Kamer op 19 november 2013 aangenomen) Wet lesbisch ouderschap. 14 Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks Tweede Kamerlid) heeft tijdens dit debat aangegeven het een goed idee te vinden om partners zelf te laten bepalen wie in een gezagsrelatie tot de minderjarige staan. In aanvulling hierop gaf ze aan het beter te vinden om op papier te zetten in welke verhouding ouders daadwerkelijk tot het kind staan. Daarbij kan eveneens een duiding worden gemaakt van biologisch, sociaal, juridisch en/of genetisch ouderschap. Dit alles om, zoals mevrouw Van Tongeren zegt: De juridische werkelijkheid zo snel mogelijk in de buurt van de maatschappelijke werkelijkheid te laten komen. 15 Het belang van het kind moet bij deze afwegingen altijd als uitgangspunt worden genomen. 16 De behoefte om meer dan twee personen in een gezagsrelatie tot een minderjarige te doen staan, kan zich bijvoorbeeld voordoen in gevallen waarbij er een derde (of meer) perso(o)n(en) in het leven van een minderjarige is/zijn, die ook wil(len) meebeslissen omtrent invulling van het leven van de minderjarige. Denk daarbij aan partners die een derde (of vierde) nodig hebben om zwanger te 11 Art. 4:10 jo.1:392 BW. 12 Art. 1:245 lid 1 BW. 13 Afdeling 3A Boek 1 BW. 14 Ook wel Wet Duo-moederschap genoemd. 15 Kamerstukken 2012/13, , nr. 18, p Art. 3 IVRK. 7

8 worden. Het kan dan gaan om twee vrouwen met een spermadonor, twee mannen met een draagmoeder of een heteroseksueel stel dat een sperma- en/of eiceldonor nodig heeft. In al deze gevallen zal er een derde (en soms ook vierde) persoon zijn die geen biologisch ouder van het kind is. 17 Ook is het voor te stellen dat nieuwe partner(s) van de ouders van het kind in een gezagsrelatie tot een minderjarige willen komen staan. Voor het ontstaan van deze behoefte is het wel of niet hebben van een geformaliseerde relatie met de ouder van het kind niet van belang. Mocht de ouder van het kind wel met deze partner in het huwelijk zijn getreden of een geregistreerd partnerschap (hierna: GP) zijn aangegaan, wordt van een stiefouder gesproken. Indien geen geformaliseerde relatie bestaat zal de term stiefouder niet worden gebruikt. Wanneer deze derde een juridisch vastgelegd gezag over de minderjarige verkrijgt, staat deze persoon in de toekomst sterk wat betreft de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn of haar vermogen en de vertegenwoordiging van de minderjarige in en buiten rechte. 18 Dit om te voorkomen dat de donor of partner van de ouder met- of zonder geformaliseerde relatie buitenspel kan worden gezet. Dat dit onderzoek naar uitbreiding van het gezag niet op zichzelf staat, blijkt uit het onderzoek naar gezag van meer dan twee personen dat door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (hierna: WODC) is verricht. 19 Dit onderzoek is door de staatssecretaris, de heer Teeven, ingesteld naar aanleiding van het verzoek van mevrouw Van Tongeren tijdens het Tweede Kamer debat op 23 oktober Evenals het onderzoek van het WODC vormt de rechtsvergelijking een belangrijk onderdeel. Niet alleen Engeland, maar ook Canada is daarbij als uitgangspunt genomen, omdat daar gezag voor meer dan twee personen wel tot de mogelijkheden behoort. Daarbij is rechtsvergelijking, naar mijn mening, altijd van belang ter relativering van ons eigen rechtsstelsel. Samenvattend gaat dit onderzoek over de mogelijkheid en noodzakelijkheid om meer dan twee personen in een juridisch vastgelegde gezagsrelatie tot een minderjarige te laten staan. Het Engelse en Canadese recht spelen daarbij een belangrijke rol. Het onderzoek is geschreven vanuit het perspectief van de donor en de nieuwe partner van de ouder (zijnde stiefouder of partner zonder geformaliseerde relatie). 17 Vonk 2013, p Art. 1:245 lid 3 BW. 19 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum I Onderzoek I Gezag van meer dan twee personen (< laatstelijk geraadpleegd op 25 maart Het onderzoeksrapport genaamd Meeroudergezag: een oplossing voor kinderen met meer dan twee ouders? is inmiddels in januari 2014 gepubliceerd. 20 Handelingen II 2012/13, 13, p

9 1.2 Onderzoeksvraag In lijn met het hierboven besprokene, luidt de centrale onderzoeksvraag: In hoeverre is het mogelijk en noodzakelijk om in Nederlandse wetgeving de mogelijkheid te creëren om meer dan twee personen in een juridisch vastgelegde gezagsrelatie tot een minderjarige te laten staan en op welke wijze zou het Engelse en Canadese recht daar een bijdrage aan kunnen leveren? 1.3. Maatschappelijke relevantie De maatschappelijke relevantie van dit onderzoek blijkt uit wat door mevrouw Van Tongeren tijdens het Tweede Kamer debat van 23 oktober 2012 is aangegeven. De maatschappelijke werkelijkheid loopt op dit moment achter op de juridische werkelijkheid voor wat betreft het aantal personen die, ten opzichte van een minderjarige, in een gezagsrelatie mogen staan. Er zijn in Nederland veel verschillende gezinsvormen, waarbij gesteld kan worden dat verzorgers en opvoeders niet voldoende worden beschermd op het moment dat er al twee personen met gezag zijn bekleed. Het is dan ook van maatschappelijk belang dat over de grens wordt gekeken. Dit alles om te bezien of voorkomen kan worden dat een derde (lees: donor/nieuwe partner van de ouder), eventueel, buiten spel wordt gezet. 1.4 Wetenschappelijke relevantie In het voornoemde Tweede Kamer debat van 23 oktober 2012 is aangegeven dat het van belang is om onderzoek te doen naar het systeem voor meer dan tweehoofdig gezag in Engeland en of dit in het Nederlandse rechtssysteem geïntroduceerd kan worden. Alleen al het feit dat de minister van Veiligheid en Justitie vervolgens een opdracht tot het doen van onderzoek heeft geven, geeft de wetenschappelijke relevantie van dit onderzoek aan. 1.5 Opbouw onderzoek Om tot een beantwoording van de onderzoeksvraag tot komen zullen er verschillende deelvragen in de opeenvolgende hoofdstukken centraal staan. In hoofdstuk 2 wordt gekeken hoe juridisch ouderschap en gezag in verhouding tot elkaar staan. Vervolgens zal in hoofdstuk 3 worden gekeken hoe de positie van de nieuwe partner van de ouder en donor tot de gezagsverkrijging is en of zij in een gezagsrelatie tot een minderjarige kunnen staan wanneer al twee personen deze positie bekleden. In aansluiting daarop wordt in hoofdstuk 4 gekeken wat de positie van deze zelfde partner van de ouder en donor naar Engels en Canadees recht is. Vervolgens worden de voor- en nadelen van de uitbreiding van het aan gezagsrelaties uiteengezet in hoofdstuk 5. De tussenconclusies waarmee ieder hoofdstuk is afgesloten komen in hoofdstuk 6 samen in de vorm van conclusies, waarna mijn aanbevelingen volgen. 9

10 Hoofdstuk 2 Juridisch ouderschap en gezag 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de vraag hoe juridisch ouderschap en gezag over een minderjarige in verhouding tot elkaar staan. Allereest zal de geschiedenis van het gezag worden besproken. Vervolgens zal in paragraaf 3 een verklaring worden gegeven van de loskoppeling van het gezag en het juridisch ouderschap. In paragraaf 4 wordt kort op het juridisch ouderschap ingegaan, waarna in paragraaf 5 en 6 verschillende vormen van gezagsrelaties besproken worden. Ter afronding van dit tweede hoofdstuk wordt in paragraaf 7 geëindigd met een tussenconclusie. 2.2 Van vaderlijke macht naar gezamenlijke voogdij Voor 1901 werd van vaderlijke macht over een kind gesproken, wat na 1901 bij gehuwde ouders veranderde in ouderlijke macht. Dit was echter alleen een tekstueel verschil, aangezien na 1901 de ouderlijke macht feitelijk nog steeds alleen door de vader werd uitgeoefend. 21 Na echtscheiding werd de ouderlijke macht verdeeld: er kwam een voogd en een toeziend voogd. 22 De toeziend voogd, vaak de vader, controleerde de handelingen van de voogd. 23 Eenhoofdige voogdij staande het huwelijk was alleen mogelijk wanneer de andere ouder ontzet of ontheven was uit de ouderlijke macht, of wanneer de ouders van tafel en bed waren gescheiden. De wetgever besloot oorspronkelijk tot deze verdeling omdat hij van mening was dat ouders alleen tijdens het huwelijk in staat zouden zijn met elkaar in overleg te treden omtrent de verzorging en opvoeding van hun kind(eren). 24 Gezamenlijke voogdij (nu gezamenlijk ouderlijk gezag) na echtscheiding was in die tijd niet mogelijk. De ongelijkheid die ontstond bij voorheen gehuwde ouders, zorgde voor verschillende procedures bij de Hoge Raad, waarbij het in stand houden van het onderscheid in voogd en toeziend voogd in strijd met art. 8 EVRM werd geacht. 25 Daarmee werd door de rechter ingezien dat het in 1901 ingevoerde stelsel van ouderlijke macht, voogdij en toeziende voogdij niet meer dan die tijd was. 2.3 Gezag en juridisch ouderschap los van elkaar Het hierboven beschreven wettelijk stelsel van de ouderlijke macht hield stand tot november Voogdij kon daarna alleen nog door een derde worden verkregen en de kantonrechter nam de controlerende taak op zich, waardoor het begrip toeziend voogd kwam te vervallen. 26 De ouderlijke macht werd vervangen door gezag, welke werd opgesplitst in ouderlijk gezag en voogdij. 27 Juridisch 21 Punselie 2008, p Odink 2013, p Odink 2013, p. 10; Dit in tegenstelling tot de nu, op grond van art. 1:245 lid BW, geldende regel dat voogdij alleen door een derde mag worden uitgeoefend. 24 Odink 2013, p Zo o.a.: HR 4 mei 1984, ECLI:NL:HR:1984:AG Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek, Gezag bij: Burgerlijk Wetboek Boek 1, Art. 245 [Ouderlijk gezag en voogdij], onder nr. 5, bijgewerkt tot 1 februari Odink 2013, p. 14; Wet van 6 april 1995, Stb. 1995, 240 (i.w.tr. 2 november 1995). 10

11 ouderschap en gezag waren niet langer vanzelfsprekend met elkaar verbonden. De wetgever koos ervoor om de totstandkoming van het gezag te koppelen aan de relatievorm. 28 Het afstammingsrecht regelde vanaf toen het juridisch ouderschap en het gezag gaf aan wie verantwoordelijk was voor de verzorging, opvoeding, bewindvoering en andere burgerlijke handelingen. 29 Het gezamenlijk ouderlijk gezag was daarbij nog steeds voorbehouden aan gehuwden en niet-gehuwden met een afstammingsrelatie tot het kind. Er kwam behoefte aan juridische bescherming van het daadwerkelijke gezinsleven, omdat andere vormen van gezagsuitoefening juridisch niet mogelijk bleken. 30 Er bestonden (en bestaan) gezinnen waarbij een partner van de ouder het kind mede verzorgde en opvoedde, waar de oorspronkelijke andere ouder buiten beeld was. De ouder en zijn of haar partner konden niet gezamenlijk het gezag uitoefenen, waardoor de positie van de partner onduidelijk was voor anderen en zorgde voor een slechte uitgangspositie wanneer de relatie tussen de ouder en deze partner eindigde. 31 Dat betekende dat een kind na de verbreking van de relatie niet bij de partner van de ouder kon gaan wonen en dat de partner bij het overlijden van de ouder ook niet het recht had om een verzoek te doen om met het gezag te worden belast. 32 In januari 1998 werd door de wetgever gehoor geven aan dit maatschappelijk geluid. 33 Door deze verandering werd gezamenlijk gezag, gezamenlijke voogdij en gezamenlijk gezag na echtscheiding mogelijk. 34 verschillende, vigerende, wettelijke mogelijkheden om in een gezagsrelatie tot een minderjarige te staan, worden in paragraaf 2.5 besproken. Eerst zal kort het juridische ouderschap en de daaruit voortvloeiende rechtsgevolgen worden besproken. 2.4 Juridisch ouderschap Mater semper cetra est betekent dat het moederschap van de geboortemoeder altijd vaststaat en niet kan worden ontkend. 35 In aanvulling daarop is op 1 april 2014 de Wet lesbisch ouderschap in werking getreden, die gevolgen heeft voor het juridisch ouderschap. 36 Zo kan nu niet alleen de geboortemoeder van rechtswege de juridische moeder van het kind zijn, maar ook, mits er gebruik is gemaakt van een onbekende donor, de vrouw die op het moment van de geboorte is gehuwd met de geboortemoeder. Ook erkenning, gerechtelijke vaststelling ouderschap en adoptie kunnen zorgen dat de meemoeder een juridische band met het kind krijgt. 37 Het juridisch ouderschap is in die laatste gevallen niet van rechtswege ontstaan. De Wet lesbisch ouderschap heeft er in die zin voor De 28 Odink 2013, p Verschil afstamming en ouderlijk gezag I Afstamming, ouderlijk gezag en voogdij, (< laatstelijk geraadpleegd op 20 februari Kamerstukken II 1994/95, , nr. 5, p. 2 (MvT). 31 Kamerstukken II 1993/94, , nr. 3, p. 1 (MvT). 32 Kamerstukken II 1993/94, , nr. 3, p. 2 (MvT). 33 Stb. 1997, Henstra, Nemesis 1998, afl. 6, p Doek & Vlaardingerbroek 2009, p. 59; Wet van 25 november 2013, stb. 2013, 480, art. 1:198 BW. 36 Stb. 2014, Stb. 2013, 480, onder G, art. 1:198 BW. 11

12 gezorgd dat de juridische positie van de duomoeder versterkt is en juridisch ouderschap niet meer alleen door middel van een lange en kostbare adoptieprocedure kan worden verworven. Op die manier ontstaat een familierechtelijke betrekking. 38 Voorgaande zorgt ervoor dat de vrouwelijke partner van de geboortemoeder op dezelfde wijzen juridisch ouderschap kan verkrijgen als de mannelijke partner van de geboortemoeder. Toestemming van de geboortemoeder voor de erkenning blijft vereist. 39 Omdat de man of de vrouw die het kind erkent niet de biologische ouder van het kind hoeft te zijn, geeft het juridisch ouderschap op dat punt derhalve een presumptie of fictie van ouderschap. De Wet lesbisch ouderschap heeft er daarbij ook voor gezorgd dat art. 1:207 BW niet meer spreekt over gerechtelijke vaststelling vaderschap, maar over gerechtelijke vaststelling ouderschap. 40 Ook wel gedwongen ouderschap genoemd. Deze gerechtelijke weg kan ervoor zorgen dat de verwekker of degene die als levensgezel van de geboortemoeder heeft ingestemd met de daad die de verwekking tot gevolg had, juridisch ouder wordt. Belangrijke rechtsgevolgen van het juridisch ouderschap daarbij zijn dat het zorgt voor erfrechtelijke gevolgen en onderhoudsverplichtingen. 41 Tevens is op 1 april 2014 een wetswijziging in werking getreden die ervoor zorgt dat dat partners met een GP ook bij de geboorte van hun kind van rechtswege met het juridisch ouderschap worden belast. 42 Daarom kan geconcludeerd worden dat het niet meer uit maakt of een kind binnen een huwelijk en GP wordt geboren. In beide gevallen worden de ouders van rechtswege juridisch ouder met gezag. Daarbij komt dat het juridisch ouderschap van belang is voor het omgangsrecht op grond van art. 1:377a BW. De vereiste nauwe persoonlijke betrekking wordt voor juridische ouders op grond van art. 8 EVRM verondersteld. Voor de partner van de geboortemoeder is echter niet alleen het juridisch ouderschap van belang. Indien deze partner niet in een gezagsrelatie tot het kind staat, zal dit consequenties hebben voor de zeggenschap over de verzorging en opvoeding. Een nadere uitleg over het gezag vindt in de volgende paragraaf plaats. 2.5 Gezag Gezag kan worden onderverdeeld in eenhoofdig gezag, gezamenlijk ouderlijk gezag, gezamenlijk gezag en voogdij. 43 Het vierde lid van art. 1:245 BW zegt dat het bij gezag gaat om de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en de vertegenwoordiging in en buiten rechte. Dit betekent dat degene die in een gezagsrelatie tot de minderjarige staat, verantwoordelijk is voor de verzorging en opvoeding van het kind en dat hij of zij de wettelijk vertegenwoordiger is. 44 Hoewel een ouder zonder gezag wel een mogelijkheid heeft tot omgang, informatie en consultatie, is dat niet 38 Art. 1:197 BW. 39 Stb. 2013, 480, onder I, geeft in het nieuwe art. 1:202a BW mogelijkheden om het door huwelijk ontstane moederschap te ontkennen voor de juridische moeders en het kind. 40 Stb. 2013, 480, onder M, art. 1:207 BW. 41 Art. 4:10 jo.1:392 BW. 42 Wet van 27 november 2013, stb. 2013, Punselie 2008, p Informatieblad Gezag omgang en informatie 2013, p 1. 12

13 gelijk te stellen met gezag. 45 Indien een persoon geen gezag over een minderjarige heeft, bestaat er geen juridische bevoegdheid om (mede) beslissingen te nemen omtrent de verzorging en opvoeding. 46 Ook wordt van degene met gezag gevraagd het geestelijke en lichamelijke welzijn te bevorderen en te zorgen voor een veilige leefomgeving. Daarbij moet de persoonlijke ontwikkeling van de minderjarige tevens worden bevorderd. 47 verschillende vormen van gezag in vogelvlucht behandeld. Hieronder worden de, zojuist genoemde, Eenhoofdig gezag Als uitgangspunt wordt in art. 1:253b lid 1 BW gegeven dat indien ten aanzien van een kind alleen het moederschap vaststaat van de vrouw uit wie het kind is geboren of indien de ouders van een kind niet met elkaar gehuwd zijn dan wel gehuwd zijn geweest en zij het gezag niet gezamenlijk uitoefenen, de geboortemoeder het eenhoofdig gezag bekleed. 48 Hier wordt een uitzondering op gemaakt indien zij hiertoe bij de bevalling onbevoegd wordt geacht. Van onbevoegdheid tot eenhoofdig gezag kan, op grond van art. 1:246 BW, sprake zijn indien een minderjarige, een onder curatele gestelde of een vrouw met verstoorde geestesvermogens een kind baart. Mede in verband daarmee kan de tot gezag bevoegde ouder, niet zijnde de geboortemoeder, op grond van art. 1:253c lid 1 en 3 BW met het eenhoofdig gezag worden belast. 49 Er dient niet eerder sprake te zijn geweest van gezamenlijk ouderlijk gezag en de rechter moet de toewijzing van het verzoek voor het kind wenselijk achten. Op het moment dat de tot gezag bevoegde ouders het niet eens zijn over de gezamenlijke uitoefening van het gezag, kan de tot gezag bevoegde ouder, met gebruikmaking van art. 1:253c BW, een verzoek indienen om hem of haar alleen- of de ouders gezamenlijk met het gezag te belasten. Afwijzing zal, op grond van het tweede lid, alleen plaatsvinden als dit in het belang van het kind is, of als het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders. Indien de rechter daartoe beslist, moet er sprake zijn van ernstige contra-indicaties. 50 De rechter zal echter in eerste instantie pogen het verzoek toe te wijzen, omdat dit over het algemeen in het belang van het kind wordt geacht. Zelfs in geval van slechte communicatie tussen de ouders, kan de rechter de meerwaarde van het gezamenlijk gezag blijven inzien. 51 Afwijzing van een verzoek van de tot gezag bevoegde ouder om gezamenlijk gezag, wil niet zeggen dat de rechter ook de omgang tussen de tot gezag bevoegde ouder en het kind weigert. 52 Verder is het eenhoofdig gezag voor dit onderzoek met name van belang omdat er in die gevallen een tweede persoon als gezagsdrager kan worden 45 Art. 1:377a jo. 1:377b BW. 46 Odink 2013, p Art. 1:247 BW. 48 Wet van 25 november 2013, stb. 2013, 480, onder O, art. 1:253b BW. 49 Wet van 25 november 2013, stb. 2013, 480, onder P, art. 1:253c BW. 50 Punselie 2011, par Zie o.a.: Rb. Groningen 31 mei 2011, ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ Hof 's-hertogenbosch 7 februari 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ

14 toegevoegd. Welke opties er in dat geval open staan, wordt in de paragrafen hierna en voor een derde met name in hoofdstuk 3 besproken Gezamenlijk ouderlijk gezag Het hiervoor besproken eenhoofdige gezag kan worden omgezet in gezamenlijk ouderlijk gezag door toewijzing van het, op grond van art. 1:253c BW, door de tot gezag bevoegde ouder verzochte gezamenlijk gezag. Ook kunnen de ouders gezamenlijk verzoeken om een aantekening in het gezagsregister, met aanwending van art. 1:252 BW. Dat verzoek is echter niet nodig wanneer het gezamenlijk ouderlijk gezag van rechtswege is ontstaan, omdat het kind tijdens het huwelijk of GP is geboren. 53 Het juridisch ouderschap en het gezag zijn bij geboorte binnen het huwelijk derhalve met elkaar verweven. 54 De opheffing van de voor 1 april 2014 geldende verschillen tussen het huwelijk en het GP, hebben ervoor gezorgd dat de geboorte van een kind binnen een van genoemde geformaliseerde relaties zorgt voor het van rechtswege ontstaan van juridisch ouderschap met gezag. 55 Tot gelijkstelling van het huwelijk met het GP is besloten naar aanleiding van de evaluatie van de Wet openstelling huwelijk en Wet geregistreerd partnerschap. 56 Het nieuwe art. 1:202a BW zorgt vervolgens voor uitgebreide ontkenningsmogelijkheden voor het door het huwelijk ontstane moederschap. 57 Voor lesbische ouders is het daarbij wel van belang dat de donor onbekend is. 58 Indien twee ouders het gezag over een minderjarige bekleden en een van beiden overlijdt, oefent de overlevende ouder, op grond van art. 1:253f BW, van rechtswege het eenhoofdig gezag over het kind/de kinderen uit. Art. 1:266 e.v. BW is in dit kader ook van belang, aangezien hier de ontheffing en ontzetting van het gezag wordt geregeld. Ook in dat geval kan het (van rechtswege ontstane) gezag (tijdelijk) worden beëindigd. Wanneer daartoe wordt overgegaan, oefent de andere ouder, indien aanwezig, vervolgens alleen het gezag uit. 59 Dit kan in het kader van dit onderzoek van belang zijn, wanneer naar hoofdstuk 3 gekeken wordt Gezamenlijk gezag Bij de term gezamenlijk gezag gaat het om een juridische ouder met gezag, die tezamen met een niet-juridische ouder gezamenlijk het gezag uitoefent. Hiertoe kan de met gezag belaste ouder en de partner van deze ouder gezamenlijk, op grond van art. 1:253t BW, verzoeken. Het mag in dat geval niet zo zijn dat er al twee personen in een gezagsrelatie tot de minderjarige staan. Vereiste daarbij is dat deze partner in een nauwe persoonlijke betrekking tot de minderjarige staat. Ook zijn in het tweede lid extra vereisten opgenomen indien het kind al tot een andere ouder in een 53 Art. 1:251 en 1:253aa BW. 54 Henstra 2002, p Wet van 27 november 2013, stb. 2013, Geregistreerd partnerschap, NJB 2013/ Wet van 25 november 2013, stb. 2013, 480, onder I, art. 1:202a BW. 58 Wet van 25 november 2013, stb. 2013, 480, onder G, art. 1:198 BW. 59 Art. 1:274 lid 1 BW. 14

15 familierechtelijke betrekking staat. Omdat in het derde hoofdstuk de mogelijkheden voor die nieuwe partner van de ouder en een donor omtrent het gezamenlijk gezag aan de orde komen, zal daar uitgebreider op de vereisten in worden gegaan. Wel wil ik verwijzen naar het oordeel van de rechtbank Oost-Brabant, waarin het ging om de rang van art. 1:253t en 1:253c BW binnen dezelfde zaak. Hoewel de moeder en haar partner om gezamenlijk gezag verzochten, werd het door de biologische vader in verweer verzochte gezamenlijk ouderlijk gezag eerst behandeld en toegewezen. 60 Daaruit blijkt, naar mijn mening, dat de rechter eerst zal kijken naar de mogelijkheden voor verzorging en opvoeding die de biologische ouder de minderjarige te bieden heeft. De rechter sluit hier niet aan bij de feitelijke werkelijkheid. 2.6 Voogdij Zoals gezegd, moet een minderjarige altijd onder een vorm van gezag staan. Op het moment dat de rechtbank een voogd benoemd, wordt gesproken van datieve voogdij, waartegen de testamentaire voogdij kan worden geplaatst. De datieve voogdij wordt uitgesproken indien testamentair niet in de voogdij is voorzien, of wanneer de ouders zelf niet in het ouderlijk gezag kunnen voorzien. De rechter zal in zulke gevallen een of twee natuurlijke personen of een rechtspersoon met de voogdij over de minderjarige belasten. 61 Het moet daarbij altijd gaan om een derde die geen ouder van het kind is. Voor een natuurlijk persoon als voogd zal over het algemeen worden gekozen indien de ouders bijvoorbeeld zijn overleden. Voor een rechtspersoon als voogd wordt gekozen indien er een maatregel van kinderbescherming als ontheffing of ontzetting wordt toegepast. 62 Wat betreft de testamentaire voogdij is van belang te zien dat op grond van art. 1:292 lid 1 BW alleen een juridisch ouder in zijn of haar testament een voogd of twee voogden mag benoemen. Een nieuwe toevoeging op dit artikel bepaalt hieromtrent dat ook een aantekening in het gezagsregister, op grond van art. 1:244 BW, mogelijk is. 63 Het gaat in beide gevallen om het bekleden van de voogdij na het overlijden van deze gezagsdrager, op voorwaarde dat er geen andere gezagsdrager meer is. Mocht een nietjuridisch ouder enkel in een gezagsrelatie tot de minderjarige staan, heeft deze geen bevoegdheid tot het opstellen van een bepaling omtrent de voogdij. De quote in een artikel in de Volkskrant (waar drie personen pogen allen ouder van het kind te zijn): we maken elk een testament dat de andere ouder gezag heeft, mocht er met een van ons iets gebeuren, houdt derhalve juridisch geen stand. 64 De twee juridische ouders hebben daar de bevoegdheid toe, de derde niet-juridische ouder niet. Op de bevoegdheden van deze derde (als zijnde donor of partner van de ouder) wordt in hoofdstuk 3 uitvoeriger ingegaan. 60 Rb. Oost-Brabant 28 januari 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014: Titel 14 Afdeling 6 van Boek 1 BW; Doek & Vlaardingerbroek 2009, p Doek & Vlaardingerbroek 2009, p Wet van 27 november 2013, stb. 2013, Oskam 2013, p

16 2.7 Tussenconclusie In dit hoofdstuk is het juridisch ouderschap en het gezag aan de orde gekomen. Hoe deze twee tot elkaar in verhouding staan, hangt af van de situatie waarin een kind wordt geboren. De geboortemoeder wordt (in de meeste gevallen) automatisch juridisch ouder met gezag, wat ook geldt voor de partner van de geboortemoeder waar zij mee gehuwd is of een GP mee is aangegaan. In de overige gevallen zal voor het juridisch ouderschap of het gezag een extra stap dienen te worden gezet. Het juridisch ouderschap geeft daarmee de afstammingsrechtelijke verhoudingen weer, welke onder andere een erfrechtelijke positie en een onderhoudsverplichting met zich brengt. Het gezag regelt welke persoon of personen mogen beslissen omtrent de verzorging en opvoeding van de minderjarige. 16

17 Hoofdstuk 3 Positie donor en partner van de ouder met betrekking tot gezag in Nederland 3.1 Inleiding In hoofdstuk 2 is uiteengezet hoe juridisch ouderschap en gezag over een minderjarige in verhouding tot elkaar staan. In dit derde hoofdstuk wordt de positie van een derde (donor en de nieuwe partner van de juridisch ouder) besproken. Hoe is de positie van de partner van de ouder of de donor wanneer al twee personen in een juridisch vastgelegde gezagsrelatie tot een minderjarige staan? Om deze vraag te beantwoorden, wordt in paragraaf 2 de positie van de partner van de juridisch ouder met- en zonder een geformaliseerde relatie besproken. Vervolgens zal in paragraaf 3 de positie van de donor uiteen worden gezet, waarna in paragraaf 4 kort enkele artikelen van het EVRM en IVRK worden aangestipt. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een tussenconclusie in paragraaf Partner van de ouder met- en zonder geformaliseerde relatie De nieuwe partner van de juridisch ouder, is de niet-biologische, maar soms wel, sociale ouder van een kind. Op het moment dat deze persoon stiefouder wordt genoemd, wil dit zeggen dat van juridisch ouderschap geen sprake is, maar dat de juridisch ouder wel een geformaliseerde relatie is aangegaan met deze persoon. 65 De partner van de juridisch ouder zonder geformaliseerde relatie wordt juridisch geen stiefouder genoemd. Indien de stiefouder juridisch ouder is, gaat het stiefouderschap over in ouderschap en kan niet meer van een stiefouder worden gesproken. Er bestaat een mogelijkheid voor de partner van de ouder (met of zonder geformaliseerde relatie) om juridisch ouder te worden, als er niet al twee personen juridisch ouder zijn. 66 In art. 1:395 en 1:395a BW wordt de term stiefouder als zodanig in de wet genoemd. Een omschrijving van het begrip wordt daarbij niet gegeven. Wel wordt aangeven dat een stiefouder gedurende het huwelijk of GP levensonderhoud moet verschaffen aan de kinderen van zijn of haar partner die na het huwelijk of GP tot het gezin behoren. 67 Het gaat daarbij om de kosten van levensonderhoud en studie, welke tot de 21-jarige leeftijd kunnen doorlopen. Als er daardoor meerdere mensen onderhoudsplichtig worden, blijkt uit de parlementaire geschiedenis dat de onderhoudsverplichtingen in beginsel van gelijke rang zijn. 68 Op grond van het tweede lid van art. 1:397 BW zal daarbij ook rekening worden gehouden met de draagkracht en de verhouding van de stiefouder tot de onderhoudsgerechtigde. 69 Naar mijn mening is het opvallend dat art. 1:395 en 1:395a BW in sommige gevallen zorgen dat meer dan twee ouders/stiefouders meebetalen aan het ouderhoud van het kind, terwijl maar twee 65 Zoals eerder aangegeven wordt van een geformaliseerde relatie gesproken indien twee personen een geregistreerd partnerschap of een huwelijk met elkaar zijn aangegaan. 66 Hierover meer in paragraaf Zie voor tot het gezin behoren : Wortmann, in: GS Personen- en familierecht, art. 1:395 BW, aant. 2 (online, laatst bijgewerkt op 23 februari 2013). 68 De Bie-Koopman & Dorhout 2014, p Zie o.a. Hof Arnhem-Leeuwarden 17 januari 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0641, r.o. 3.23; Hof Arnhem- Leeuwarden 12 maart 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:BZ5551, onder

18 personen in een gezagsrelatie tot de minderjarige mogen staan. Alleen de gezagsdragers besluiten uiteindelijk, juridisch gezien, over de besteding van deze gelden en de verdere verzorging en opvoeding van de minderjarige. In de paragrafen hieronder wordt uiteengezet in welke gevallen de partner van de juridische ouder met het gezag over een minderjarige kan worden belast Erkenning door partner van de ouder? Voor de stiefouder of de partner van de ouder zonder geformaliseerde relatie is het onder bepaalde omstandigheden mogelijk een kind te erkennen, waardoor juridisch ouderschap kan worden verworven. Conform art. 1:204 lid 1 onder e BW is deze erkenning echter alleen mogelijk indien er nog geen twee juridische ouders zijn. 70 Wanneer alleen de moeder juridisch ouder is, is er geen probleem. Deze moeder kan haar partner toestemming geven het kind te erkennen. 71 Hieruit blijkt de presumptie of fictie van het ouderschap voor de ouder die niet de geboortemoeder is. Degene die als eerste erkend, wordt aangemerkt als juridisch ouder. Wanneer er al twee juridische ouders zijn, kunnen de erkenner, de moeder en het kind vragen om vernietiging van de erkenning. 72 Aangezien de enige grond van ontkenning het ontbreken van het biologische vaderschap is, kan een biologische vader zijn vaderschap niet ontkennen. De in art. 1:205 BW genoemde termijnen voor vernietiging van de erkenning zijn voor uitzonderingen vatbaar. Vasthouden aan de termijn voor het kind in art. 1:205 lid 4 BW kan een ontoelaatbare inmenging van de in art. 8 EVRM opgenomen bescherming van het family life betekenen. 73 Het Hof s-gravenhage oordeelde in 2011 dat family life in dat geval betekende dat de biologische en maatschappelijke werkelijkheid moet prevaleren boven het belang van een strikte hantering van de termijnen in art. 1:205 lid 4 BW. 74 Op het moment dat de juridische vader of moeder samen met zijn of haar partner juridisch ouder is, betekent dat dat het kind niet (meer) tot een andere ouder in een familierechtelijke betrekking kan staan. De juridische ouders kunnen gezamenlijk ouderlijk gezag realiseren door hiertoe gezamenlijk op grond van art. 1:252 BW te verzoeken. Hieronder wordt het geval besproken waarbij de (biologische) ouders tevens juridisch ouder zijn, maar een van hen met het eenhoofdig gezag is belast Gezamenlijk gezag door ouder en partner? Uit hoofdstuk 2 is al gebleken dat het juridisch ouderschap en gezag niet (altijd) automatisch aan elkaar gekoppeld zijn. Indien slechts een van de juridische ouders in een gezagsrelatie tot het kind staat (eenhoofdig gezag), is het mogelijk om een niet-ouder mede met het gezag over de minderjarige te belasten. Om dat te bewerkstelligen, dienen de ouder en de niet-ouder hier gezamenlijk om te verzoeken, waarbij de niet-ouder op grond van art. 1:253t lid 1 BW tevens in een 70 Wet van 27 november 2013, stb. 2013, 486, onder M, art. 1:204 BW. 71 Nietige erkenning als de minderjarige vanaf 12 jaar geen toestemming heeft gegeven (art. 1:204 lid 1 onder d BW). 72 Art. 1:205 BW. 73 Vlaardingerbroek, in: GS Personen- en familierecht, art. 1:205 BW, aant. 7 (online, laatst bijgewerkt op 1 oktober 2011). 74 Hof 's-gravenhage 19 januari 2011, ECLI:NL:GHSGR:2011:BP9615, onder 6. 18

19 nauwe persoonlijke betrekking tot de minderjarige dient te staan. 75 Aan dit vereiste kan al worden voldaan wanneer de niet-ouder tezamen met de ouder het kind verzorgt en opvoedt. 76 Om in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind te staan, is het daarbij niet vereist om gehuwd te zijn- of een GP met de ouder van het kind te hebben. 77 De wet vult deze bepaling niet aan door een minimale termijn aan de verzorging en opvoeding te stellen. In de Memorie van Toelichting van het artikel staat zelfs dat over het algemeen uit het feit dat er een gezamenlijk verzoek door de ouder en de partner wordt gedaan, kan worden afgeleid dat een zodanige betrekking met het kind bestaat. 78 Waaruit ik concludeer dat het vereiste van de nauwe persoonlijke betrekking snel wordt aangenomen. Op het moment dat er van een nauwe persoonlijke betrekking sprake is, maar het kind tevens in een familierechtelijke betrekking tot een tweede juridische ouder staat, moeten de verzoekers wel aan aanvullende vereisten voldoen. Zo dienen de verzoekers, op grond van het tweede lid van art. 1:253t BW, voorafgaand aan het verzoek minimaal een jaar gezamenlijk de verzorging op zich hebben genomen en de juridische ouder met gezag moet minimaal drie jaar met het eenhoofdig gezag zijn belast. Afwijzing van het verzoek vindt plaats wanneer de belangen van het kind bij toewijzing dreigen te worden verwaarloosd. 79 Het gerechtshof in s-gravenhage gaf in 2011 aan dat gezamenlijk gezag ook als alternatief kan worden gezien voor de vergaande consequenties die toewijzing van een verzoek tot partneradoptie met zich meebrengt. 80 In deze zaak was niet duidelijk of het kind in de toekomst niks meer van zijn biologische vader te verwachten had. Toewijzing van adoptie vond de rechter in dat geval daarom te vergaand. Over de consequenties van adoptie is meer te lezen in de volgende paragraaf Partneradoptie? Een andere mogelijkheid voor de partner van de ouder om gezag te verkrijging is door het kind te adopteren. In dat geval wordt er ook een familierechtelijke betrekking gevestigd, door het ontstaan van juridisch ouderschap. Er zijn in hoofdlijnen twee vormen van adoptie: interlandelijke- en landelijke adoptie. Binnen dit onderzoek is het van belang te focussen op de interlandelijke adoptie en wel de partneradoptie. 81 Bij partneradoptie zal het, in lijn met art. 1:229 lid 3 BW, niet de bedoeling zijn (anders dan bij interlandelijke adoptie) alle banden met de oorspronkelijke ouders door te snijden. De partner en de juridisch ouder willen immers gezamenlijk juridisch ouder met gezag worden. Over de vraag of gezag samenhangt met adoptie heeft de rechtbank s-gravenhage 75 Nauwe persoonlijke betrekking kan ook als family life (art. 8 EVRM) worden gelezen. 76 Doek & Vlaardingerbroek 2009, p Jansen, in: GS Personen- en familierecht, art. 1:253t BW, aant. 3 (online, laatst bijgewerkt op 1 januari 2013). 78 Kamerstukken II, 1993/94, , nr. 3, p. 7 (MvT). 79 Art. 1:253t lid 3 BW. 80 Hof s -Gravenhage 7 september 2011, ECLI:NL:GHSGR:2011:BV0493, onder Partneradoptie en stiefouderadoptie kunnen als synoniem worden gelezen. 19

20 zich onder andere in 2013 uitgelaten. 82 De rechter oordeelde dat uit de Memorie van Toelichting bij art. 1:229 BW begrepen kan worden dat adoptie van rechtswege zorgt voor gezag over de geadopteerde minderjarige. Daarbij is niet de voorwaarde gesteld dat de geadopteerde terecht komt bij een of twee adoptiefouders of dat de adoptiefouders gehuwd zijn of een GP hebben. Persoonlijk zou ik als rechter zijnde alleen partneradoptie toewijzen indien de andere juridische ouder is overleden. In de andere gevallen zal het vaak erg lastig in te schatten zijn wat er in de toekomst nog van deze ouder jegens het kind te verwachten valt. Het in paragraaf genoemde gezamenlijke gezag lijkt mij een goed alternatief. 3.3 Donor Door inseminatie van genetisch materiaal (zijnde ei- of spermacellen) kan een derde (en soms vierde) er voor zorgen dat een heterosekueel- of een lesbisch stel een kind kan krijgen. 83 tegenstelling tot de hiervoor besproken partner van de ouder, staat de donor in dat geval in een biologische verhouding tot het kind. Daarmee is een donor echter nog geen juridisch ouder en staat deze evenmin in een gezagsverhouding tot de minderjarige. In aanvulling daarop is het goed om op te merken dat bij inseminatie geen sprake is geweest van geslachtsgemeenschap en de donor niet als verwekker- en ook niet als onderhoudsplichtige volgens de letter van art. 1:394 BW kan worden aangemerkt. Ook zal een donor geen levensgezel van de moeder zijn die heeft ingestemd met de daad die de verwekking tot gevolg heeft gehad. Een levensgezel in dit kader is een persoon die in een nauwe persoonlijke betrekking tot de moeder staat. 84 Alleen omdat een donor het kind niet via de natuurlijke wijze heeft verwekt, impliceert zijn biologische vaderschap naar geldend recht geen ouderlijke verantwoordelijkheid. 85 Dat kan als een logisch gevolg worden gezien als het om een onbekende donor zonder nauwe persoonlijke betrekking (family life) gaat. Het ligt naar mijn mening echter anders wanneer een heteroseksueel stel of duo-moeders bewust voor een bekende donor hebben gekozen en gezamenlijk de ouderlijke verantwoordelijkheid op zich willen nemen. In de paragrafen hieronder wordt besproken welke mogelijkheden de donor heeft voor wat betreft een eventuele gezagsverkrijging Erkenning door donor? In de gevallen waarin een alleenstaande vrouw door inseminatie van een donor zwanger is geworden, en zij een rol ziet voor de donor in het leven het kind, zal erkenning geen problemen opleveren. De moeder is immers op grond van art. 1:198 BW alleen de juridische moeder met gezag en mag de donor toestemming geven het kind te erkennen. Indien de geboortemoeder een relatie heeft met een man of een vrouw en binnen die relatie wordt een kind geboren, kan er een probleem In 82 Rb. s-gravenhage 1 februari 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ2423, r.o. gezag. 83 Binnen een relatie tussen twee mannen is de geboorte van een kind biologisch gezien niet mogelijk. 84 Wortmann, in: GS Personen- en familierecht, art. 1:394 BW, aant. 4 (online, laatst bijgewerkt op 23 februari 2013). 85 Henstra 2002, p

21 ontstaan omtrent de erkenning. De biologische moeder is immers automatisch juridisch moeder en daar kan slechts een juridisch ouder aan worden toegevoegd. Wanneer de donor en de partner van de geboortemoeder beiden aan de vereisten tot (vervangende) toestemming voldoen, zal de keuze van de juridische moeder of de beslissing van de rechter doorslaggevend zijn. 86 Voor de donor kan het verkrijgen van juridisch ouderschap zodanig van belang zijn, dat hij bij toewijzing meer kansen heeft om een verzoek omtrent ouderlijk gezag toegewezen te krijgen. De Wet lesbisch ouderschap heeft er voor gezorgd dat de bekende donor, met een nauwe persoonlijke betrekking, gerechtelijk kan verzoeken om vervangende toestemming tot de erkenning. 87 De op hetzelfde moment in werking getreden wet die zorgt voor de gelijkstelling van het GP met het huwelijk, zorgt er daarbij voor dat wanneer een kind binnen het huwelijk van een lesbisch stel wordt geboren, zij beiden van rechtswege juridisch ouder met gezag worden. 88 Een belangrijk aanvullend vereiste is dat het in die gevallen wel moet gaan om een onbekende donor. Dit betekent dat de bekende donor nog wel enige kansen heeft om het juridisch ouderschap te verwerven. Paragraaf 3.4 geeft kort de belangrijkste punten van de Wet lesbisch ouderschap weer Gezamenlijk gezag met donor? Voor wat betreft het gezamenlijke gezag voor de donor bestaan slechts summiere mogelijkheden. Op het moment dat de partner van de geboortemoeder met het gezag is belast, sluit dit de donor namelijk uit. Dit betekent dat er alleen naar mogelijkheden kan worden gekeken welke de donor als tweede in een gezagsrelatie met de minderjarige doet staan. Wanneer het om een geformaliseerde lesbische relatie gaat, zullen deze vrouwen op grond van art. 1:251 lid 1 jo 1:253aa BW van rechtswege met het gezamenlijk ouderlijk gezag worden belast. Indien de donor toestemming tot erkenning heeft gekregen (en derhalve juridisch vader is), en de geboorte moeder geen geformaliseerde relatie met een ander heeft, kunnen de geboortemoeder en de donor op grond van art. 1:252 BW om gezamenlijk ouderlijk gezag verzoeken. Op het moment dat alleen de geboortemoeder juridisch ouder met gezag is, en zij de donor ook met het gezag wil belasten, kunnen zij daar samen, op grond van art. 1:253t BW, een verzoek toe doen. Ook dan is vereist dat de donor in een nauwe persoonlijke betrekking tot de minderjarige staat. Er zijn mij geen uitspraken bekend waarbij dit verzoek door een donor werd gedaan. Ik denk echter dat wanneer de donor medeverzoeker zou zijn, de vervulling van de nauwe persoonlijke betrekking niet het probleem zal zijn. Ik denk dat de rechter, net als in paragraaf , door het gezamenlijke verzoek partijen ontvankelijk zou verklaren. Voor de uiteindelijke toewijzing van het verzoek moet het gezamenlijk gezag ook in het belang van het kind zijn Nuytinck 2013, p Wet van 27 november 2013, stb. 2013, 486, onder M, art. 1:204 BW. 88 Stb. 2014, Art. 1:253t lid 3 BW. 21

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon?

Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon? Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon? Een onderzoek naar de mogelijkheid voor een uitbreiding van het gezag voor meer dan twee personen vanuit de positie van de sperma- en eiceldonor bezien.

Nadere informatie

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen?

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? De wenselijkheid van drie of vier ouders NAAM: JOELLE HENDRIKS ADMINISTRATIENUMMER: 477595 SCRIPTIEBEGELEIDER: PROF. MR. P. VLAARDINGERBROEK DATUM:

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

Is meeroudergezag wenselijk in Nederland?

Is meeroudergezag wenselijk in Nederland? Is meeroudergezag wenselijk in Nederland? Een onderzoek naar de wenselijkheid om in het Nederlands recht de mogelijkheid te creëren om met meer dan twee personen in een gezagsrelatie tot een minderjarige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Scriptie Rechtsgeleerdheid De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Tijd voor verandering? Naam: Imke Jansen ANR: 767356 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het ontstaan van het moederschap van rechtswege van en de mogelijkheid van erkenning door de vrouwelijke partner van de moeder MEMORIE VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Ouderschap, gezag en scheiding

Ouderschap, gezag en scheiding Ouderschap, gezag en scheiding mr. Paulien Boerkamp met dank aan: mr. Lydia Janssen 2 en 12 maart 2015 Programma Twee soorten juridische banden met kind: 1. Ouderschap (= familie) 2. Gezag (= zeggenschap)

Nadere informatie

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK?

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK? Het wetsvoorstel betreffende de wijzigingen van boek 1 Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie In hoeverre waarborgt

Nadere informatie

239. Duomoederschap anno 2014

239. Duomoederschap anno 2014 239. Duoschap anno 2014 Mr. dr. M.J. Vonk Vanaf 1 april 2014 is het mogelijk om via het afstammingsrecht twee juridische s te hebben. Op de geboorteakte staan dan een en een uit wie het kind is geboren.

Nadere informatie

Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind.

Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht door

Nadere informatie

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick.

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick. Een vergelijking tussen huidig recht en toekomstige wetgeving: zorgt het wetsvoorstel Lesbisch ouderschap voor een verbetering van de rechtspositie van de meemoeder en de zaaddonor? Auteur Monique Borsje

Nadere informatie

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap 1. Inleiding In april 2014 heeft de ministerraad op voorstel van de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en

Nadere informatie

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Onderzoek naar het wettelijk vastleggen van het duomoederschap Masterscriptie Universiteit van Tilburg door Jolien Witsmeer 1 Voorwoord

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk] 2012 Naam: Loes van Thiel ANR: 535277 begeleider: Mr. Smits [ Binnen welk juridisch kader kan de rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

Nadere informatie

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie

Nadere informatie

Adoptie van een kind in Nederland

Adoptie van een kind in Nederland Adoptie van een kind in Nederland Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie Hoofdstuk 4. Prodedure in geval van interlandelijke

Nadere informatie

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap Regenboogouder(s) & anders-ouderschap (roze ouderschap, intentioneel (meer)ouderschap, intentioneel co-ouderschap) Je moet het samen doen, elkaar echt kunnen vertrouwen en onderling goed nadenken over

Nadere informatie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen } Ouderschap } Gezag } Positie gescheiden ouders } Grove schets van internationale aspecten Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen 1 } Uit wie het kind

Nadere informatie

Geboren met twee moeders

Geboren met twee moeders Geboren met twee moeders Een onderzoek naar het belang van het kind dat is geboren binnen een lesbische relatie Masterscriptie Jeugdrecht Emma Merkx Naam: E.T.P. Merkx Studentnummer: 0910104 Masteropleiding:

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper )

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper ) JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper ) 1. [Appellant 1], hierna te noemen: de vader, en 2. [appellant 2],

Nadere informatie

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II Het verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige dient te worden ingediend bij de griffie van de rechtbank, onder overlegging van genoemde stukken. Het verzoek kan ook digitaal

Nadere informatie

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming?

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming? Eindscriptie Personen & Familierecht Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming? Auteur: Mark S. Franse Administratienr: S306472 Scriptiebegeleider: Mw. Mr J.A.E. van Raak - Kuiper

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 673 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht) B ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Iedereen in Nederland die jonger is dan 18 jaar staat onder gezag. Dit betekent dat zij sommige beslissingen niet zelfstandig mogen nemen. Meestal hebben de ouders het gezag.

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap Versie 1.9, 26 september 2016 Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal-licentie.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 673 Wijziging van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1.

Nadere informatie

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen Programma: 13.45 u Inloop 14.00 u Opening Catelijne van der Hoeven, stafarts Jeugd en Gezin 14.05 Juridisch

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Geheugensteuntje voor regenboogouder(s)

Geheugensteuntje voor regenboogouder(s) Geheugensteuntje voor regenboogouder(s) Je moet het samen doen, elkaar echt kunnen vertrouwen en onderling goed nadenken over juridische en praktische zaken. Een regenbooggezin is fantastisch, maar als

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen DE RECHTSPOSITIE VAN DE BEKENDE DONOR; EEN RECHTSVERGELIJKEND PERSPECTIEF Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen De rechtspositie van de bekende donor Een rechtsvergelijkend

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/53794

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Maart 2012 N. Leeuwrik

Maart 2012 N. Leeuwrik Lesbisch ouderschap: instemmen met het wetsvoorstel lesbisch ouderschap of vasthouden aan de vereenvoudigde adoptieprocedure? In hoeverre worden de belangen van het kind gewaarborgd in het wetsvoorstel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Iedereen in Nederland die jonger is dan 18 jaar staat onder gezag. Dit betekent dat zij sommige beslissingen niet zelfstandig mogen nemen. Meestal hebben de ouders het gezag.

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr.

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr. Zonneveld ) Mr. A.R.M. van Kempen, advocaat, kantoorhoudende te Amsterdam, in haar hoedanigheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten Generaal

Eerste Kamer der Staten Generaal Eerste Kamer der Staten Generaal Vergaderjaar 1986-1987 Nr. 55 15 417 Verlaging van de leeftijd waarop volgens het Burgerlijk Wetboek de meerderjarigheid wordt bereikt tot achttien jaren en wijziging in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-01-2011 Datum publicatie 07-02-2011 Zaaknummer 82435 FA RK 10-2820 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 19-04-2012 Datum publicatie 12-11-2012 Zaaknummer 152909 / FA RK 11-238 en 165071 / FA RK 11-1210 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 21 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 2.1 Inleiding 23 2.2 Afstamming 23 2.2.1 Geboorte 24 2.2.2 Erkenning 25 2.2.3 Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap 26 2.2.4 Vaderschapsactie

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mede in verband met de evaluatie van de Wet openstelling huwelijk en de Wet geregistreerd partnerschap

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Burgerlijk Wetboek, Boek 1 Titel 14 Het gezag over minderjarige kinderen Artikel 245 1. Minderjarigen staan onder gezag. 2. Onder gezag wordt verstaan ouderlijk gezag dan wel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 3 MEMORIE

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 21-12-2004 Datum publicatie 13-01-2005 Zaaknummer B04/635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 22 700 Leefvormen Nr. 23 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 6 februari

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie. Ministerie van Justitie

Gezag, omgang en informatie. Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie Gezag, omgang en informatie Burgerlijk Wetboek, Boek 1 Titel 14 Het gezag over minderjarige kinderen Artikel 245 1. Minderjarigen staan onder gezag. 2. Onder gezag wordt verstaan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Elfde druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2012 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk

Nadere informatie

Overzicht van roze ouderschapsvormen

Overzicht van roze ouderschapsvormen 1 Overzicht van roze ouderschapsvormen Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-elijkDelen 4.0 Internationaal-licentie. Versie november 2018 2 Inleiding en disclaimer Hierbij

Nadere informatie

Het hedendaagse personen en familierecht

Het hedendaagse personen en familierecht Het hedendaagse personen en familierecht (behoudens het huwelijksvermogensrecht) Prof. mr. P. Vlaardingerbroek Mr. K. Blankman Mw. mr. A. Heida Mr. A.P. van der Linden Mw. mr. E.C.C. Punselie Mw. mr. J.A.E.

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP Deze vragenlijst is opgesteld en uitgezet door Stichting Meer dan Gewenst in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam t.b.v. de Europese Verkiezingen op 22

Nadere informatie

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS?

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS? LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS? Machteld Vonk Inleiding De aandacht voor de juridische positie van kinderen die binnen een lesbische relatie worden geboren,

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling JPF 2010/82 Rechtbank Haarlem 13 april 2010, 150107/FA RK 08-3358; LJN BM5937. ( Mr. Otter Mr. Van Andel Mr. Ayal ) [Namen verzoekers], beiden te [plaats], hierna mede te noemen: verzoekers, advocaat:

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Tiende druk y> Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V

Nadere informatie

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 2 2.1 Inleiding kinderrechten De plaats van de jongere in het Nederlandse recht wordt vooral bepaald door regels die direct of indirect betrekking op hem

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 526 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mede in verband met de evaluatie van de Wet openstelling

Nadere informatie

ANNOTATIES. Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker. Prof.mr. A.J.M. Nuytinck

ANNOTATIES. Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker. Prof.mr. A.J.M. Nuytinck Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker Prof.mr. A.J.M. Nuytinck HR 12 november 2004, JOL 2004, 578, RvdW 2004, 125 (mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens,

Nadere informatie

Omgangsrecht voor grootouders en kleinkinderen

Omgangsrecht voor grootouders en kleinkinderen Omgangsrecht voor grootouders en kleinkinderen Mr. C.J.B. Kleinhuis III Omgangsrecht voor grootouders en kleinkinderen Omgangsrecht voor grootouders en kleinkinderen Mr. C.J.B. Kleinhuis Dit boek is gebaseerd

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:172

ECLI:NL:OGEAA:2017:172 ECLI:NL:OGEAA:2017:172 Instantie Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer EJ nr. 1286 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Lesbisch ouderschap. Bespreking van het rapport van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie (commissie-kalsbeek)

Lesbisch ouderschap. Bespreking van het rapport van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie (commissie-kalsbeek) Lesbisch ouderschap. Bespreking van het rapport van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie (commissie-kalsbeek) Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder

Nadere informatie

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg?

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg? Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg? Over de wenselijkheid van het meerouderschap en het gezin anno 2018. N. GROEN 1 1. Inleiding Dat het gezin in de huidige samenleving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap Versie 1.4, 20 juni 2015 Overzicht van roze ouderschapsvormen ezag en juridisch ouderschap uni 2015 Dit werk valt onder een Crea>ve Commons Naamsvermelding- NietCommercieel- elijkdelen 4.0 Interna>onaal-

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk 8 Kind en scheiding mr. MJ.C. Koens 2e gewijzigde druk Sdu Uitgevers 2008 Inhoud Voorwoord / 13 Afkortingenlijst / 15 Inleiding/ 17 1. De verantwoordelijkheid van ouders bij scheiding / 19 1.1. De rechter

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54145

Nadere informatie

Statusvoorlichting: het geven van informatie over de afstamming van het kind

Statusvoorlichting: het geven van informatie over de afstamming van het kind Statusvoorlichting: het geven van informatie over de afstamming van het kind Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 18 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:452 (mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk,

Nadere informatie

Ontkenning vaderschap door bijzondere curator namens minderjarige

Ontkenning vaderschap door bijzondere curator namens minderjarige Ontkenning vaderschap door bijzondere curator namens minderjarige Prof.mr. A.J.M. Nuytinck HR 31 oktober 2003, RvdW 2003, 167 (mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens,

Nadere informatie

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht?

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de termijnen in het Nederlandse en Turkse afstammingsrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (oude regeling)

Nadere informatie

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding Ouderschapsplan opstellen bij scheiding en afschaffing van flitsscheiding Maart 2009 / F&A 9882 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 30 486 Evaluatie Embryowet E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 28 april 2014 De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten -

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - BROCHURE - 1 - Met dank aan; Brusselsestraat 51 6211 PB Maastricht Tel.: 0031 (0)43-325 96 79 Fax: 0031 (0)43-325 04 31 www.leliveldadvocaten.nl Email:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2600 5 februari 2013 Advies Raad van State betreffende het wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het

Nadere informatie

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht De positie van de biologische vader in het omgangsrecht Mireille Meijering Augustus 2013 Scriptiebegeleider: Maaike Voorhoeve Tweedelezer: Chantal Mak Inhoudsopgave Lijst van afkortingen... 4 Inleiding...

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Inhoud Deze brochure 2 Wat is gezag? 3 Ouderlijk gezag 4 Gezamenlijk gezag 10 Voogdij 13 De ouder die het gezag niet (meer) heeft 16 Omgang en informatie 16 Procedures en rechtsbijstand

Nadere informatie