PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten

Transcriptie

1 PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS Stichting KBO Haarlem-Schoten December 2016

2 Inleiding Steeds vaker worden scholen betrokken bij conflicten tussen ouders, die niet meer samen leven. Deze betrokkenheid ontaardt soms in juridische conflicten, waarbij de school c.q. het schoolbestuur partij wordt. Uiteindelijk kunnen de verhoudingen tussen de ouders en de school zodanig onder druk komen te staan, dat een constructieve samenwerking niet meer mogelijk is. In het uiterste geval kan dat zelfs tot verwijdering van de leerling leiden, omdat voortzetting van de schoolloopbaan onder de geschetste omstandigheden, niet in het belang is van het kind. Met dit protocol stelt het bevoegd gezag beleid vast, dat wordt gehanteerd in de verhouding tussen gescheiden ouders en de school/het bevoegd gezag. We praten over een scheiding, hiermee bedoelen we zowel de ontbinding van een huwelijk, van een geregistreerd partnerschap, als het uit elkaar gaan van ouders die samenwoonden. Het protocol beoogt problemen en onduidelijkheden te voorkomen en zowel ouders als de school en het bevoegd gezag handvatten te bieden bij de wijze waarop wordt omgegaan met eventuele problemen tussen school en gescheiden ouders. Uitgangspunt van dit protocol zal zijn dat ouders gelijk worden behandeld. Bovendien wordt van hen verwacht dat zij, ondanks hun mogelijke onderlinge problemen, een bepaalde mate van samenwerking kunnen opbrengen in het belang van hun kind. In het hiernavolgende wordt met school tevens het schoolbestuur bedoeld. Daar waar wordt gesproken over een bevoegdheid van de school, wordt daarmee de directeur van de school bedoeld c.q. het bestuur van de stichting. Dit protocol is van toepassing op alle scholen die ressorteren onder het gevoegd gezag van de stichting KBO Haarlem-Schoten. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) heeft op 14 december 2016 ingestemd met dit beleid, dat is voorgelegd aan hen door het MT Haarlem-Schoten. Dit protocol zal met ingang van 1 januari 2017 van kracht zijn. Artikel 1: Uitgangspunten van het beleid a. De school stelt een gelijke behandeling van beide ouders voorop, tenzij de wet hierop een uitzondering geeft. De school onderhoudt met beide ouders contact over de gang van zaken, de ontwikkeling van het kind en over alle belangrijke gebeurtenissen op school. b. De school stelt het welzijn en de ontwikkeling van het kind voorop, is geen partij in of na een echtscheiding en blijft neutraal tegenover beide ouders. c. De gelijkheid in de behandeling van ouders brengt ook met zich dat beide ouders welkom zijn in de school, ongeacht de gezagssituatie en ongeacht de tussen ouders afgesproken of door de rechter vastgestelde zorg- of omgangsregeling. d. Indien er voor de ouder een omgangsverbod met het kind is, zal de school hiernaar handelen. In het uiterste geval zal school een toegangsverbod geven, voor de momenten waarop de ouder met het kind in aanraking kan komen. 2

3 Artikel 2: Ouders van het kind a. De ouders van een kind zijn de personen die volgens de wet juridisch gezien de vader(s) en/of de moeder(s) van het kind zijn. Dit kunnen biologische, maar ook niet-biologische vaders of moeders zijn. b. Krachtens artikel 1:198 BW is de moeder van het kind de vrouw: uit wie het kind is geboren; die op het tijdstip van de geboorte van het kind is gehuwd of door een geregistreerd partnerschap is verbonden met de vrouw uit wie het kind is geboren, indien dit kind is verwekt door kunstmatige donorbevruchting; die het kind heeft erkend; wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld; die het kind heeft geadopteerd. c. Krachtens artikel 1:199 BW is de vader van het kind de man: die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is aangegaan; wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap met de vrouw uit wie het kind is geboren, binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind door zijn dood is ontbonden, zelfs indien de moeder was hertrouwd of een nieuw partnerschap had laten registreren; die het kind heeft erkend; wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld; die het kind heeft geadopteerd. Artikel 3: Ouderlijk gezag a. De wettelijke bepalingen over het ouderschap, zoals weergegeven in artikel 2 van dit protocol, stellen vast wie de juridische ouders van het kind zijn. Deze bepalingen zeggen niets over de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van minderjarige kinderen. Hiervoor is relevant wie is belast met het ouderlijk gezag. b. In Nederland staan minderjarigen onder het gezag van hun ouders of onder voogdij. Voogdij wordt uitgeoefend door een ander dan de ouders. Als ouders getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, oefenen zij het ouderlijk gezag gezamenlijk over hun kinderen uit. Dit blijft ook zo na beëindiging van het huwelijk. c. Indien de ouders niet zijn getrouwd, dan is gezamenlijk gezag niet vanzelfsprekend. De moeder heeft van rechtswege het gezag, voor de vader geldt dat daarvoor een aantekening is vereist in het gezagsregister. Gezamenlijk gezag wordt ingeschreven in het gezagsregister na een verzoek daartoe van beide ouders. d. Bij de hierna te bespreken onderwerpen wordt, indien relevant, het onderscheid aangegeven tussen ouders met en zonder gezag. Indien het onderscheid niet expliciet wordt gemaakt, dan is de vraag of er al dan niet gezamenlijk gezag is, niet relevant. 3

4 Artikel 4: Plichten van ouders a. Beide ouders zijn gehouden om adreswijzigingen aan de school door te geven. b. Beide ouders geven aan op welke dagen welke ouder (of wie in plaats van de ouder), het kind komt ophalen, zodat de school hiervan op de hoogte is. Ouders erkennen evenwel dat de school geen enkele verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van de vraag aan welke ouder het kind wordt meegegeven. Indien een ouder verzoekt om het kind aan hem of haar mee te geven, dan zal de school daar gevolg aan geven, ongeacht de geldende omgangs- of zorgregeling en ongeacht de vraag of sprake is van gezamenlijk gezag. c. Ouders bejegenen elkaar niet onheus binnen de school of op het schoolterrein. d. Onderlinge problemen worden door ouders niet met elkaar op het terrein van de school of binnen de school besproken. e. Ouders belasten geen andere ouders van leerlingen van de school met hun onderlinge problemen. f. Ouders dienen de neutrale positie van de school te respecteren, inhoudende dat ouders de wettelijke verplichtingen van de school respecteren en school niet betrekken in hun conflicten ten aanzien van het naleven van de omgangsregeling, de deelname van de ouders aan schoolactiviteiten, het verstrekken van informatie of het nemen van beslissingen in onderlinge overeenstemming etc. Artikel 5: Toegang school(plein) a. Ongeacht de gezagsverhouding en ongeacht de tussen ouders geldende zorg- of omgangsregeling, zijn beide ouders welkom in het schoolgebouw en het schoolterrein. Dit is slechts anders indien de rechter expliciet heeft bepaald dat dit niet het geval is. Het vorenstaande brengt met zich mee dat een ouder ook welkom is op een dag waarop hij of zij het kind niet bij zich heeft. b. In geval van ordeverstorend en/of bedreigend gedrag is de school bevoegd om ordemaatregelen te nemen, zoals bijvoorbeeld een ontzegging van de toegang. Of sprake is van onaanvaardbaar gedrag van ouders, wordt beoordeeld door de school. c. Zodra de school een dergelijke ordemaatregel heeft genomen, gaat de school met ouders in gesprek teneinde te proberen om tot afspraken te komen zodat de maatregel kan worden opgeheven. Artikel 6: Informatievoorziening a. Iedere ouder heeft in beginsel recht op informatie van de school over zijn of haar kind. Indien beide ouders met het gezag zijn belast, dient de school te allen tijde dezelfde informatie over het kind aan de ene ouder te verstrekken als dat zij aan de andere ouder verstrekt. Alle informatie omtrent het kind dient zo veel mogelijk aan beide ouders tegelijkertijd te worden verstrekt. b. De school maakt geen onderscheid tussen de ouder waar het kind zijn of haar hoofdverblijf heeft en de andere ouder. c. De wet bepaalt dat, indien er geen sprake is van gezamenlijk gezag, de ouder die met het gezag is belast, verplicht is om de niet-gezaghebbende ouder op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind. Dit houdt in dat 4

5 op de met het gezag belaste ouder een verplichting rust tot verstrekking van informatie omtrent de rapporten, voortgang van het kind, ouderavonden, schoolkeuze, operatieve ingrepen etc. In beginsel gaat de school ervan uit dat de gezaghebbende ouder deze informatie daadwerkelijk verstrekt aan de niet-gezaghebbende ouder. d. Daarnaast is de school verplicht, op grond van artikel 1:377c BW, om desgevraagd informatie te verstrekken aan de ouder die niet met het gezag is belast. De term desgevraagd wordt door de school ruim opgevat. Het is voldoende indien de niet met gezag belaste ouder een schriftelijk verzoek indient bij de schoolleider om op de hoogte gehouden te worden van de ontwikkelingen en belangrijke gebeurtenissen. De school zal vanaf dat moment deze ouder van dezelfde informatie voorzien als de ouder die wel met het gezag is belast. e. Onder informatie in de zin van dit artikel, wordt in beginsel verstaan alle belangrijke informatie betreffende de persoon van het kind of informatie die op zijn verzorging en opvoeding betrekking heeft. Informatie over de persoon van het kind betreft primair zijn geestelijk en lichamelijk welzijn, bijvoorbeeld ziekte, psychologische behandelingen, operatieve ingrepen, achterstanden op school etc. Informatie over de verzorging en opvoeding betreft zaken als leerprestaties, rapporten, wijzigingen in het leerproces van het kind, uithuisplaatsingen, etc. f. Voor deze informatieverstrekking hoeft en zal geen toestemming aan de gezaghebbende ouder worden gevraagd. g. De school verstrekt voornoemde informatie niet, indien er naar de mening van school zwaarwegende belangen van het kind geschaad zouden kunnen worden. h. Organisatorische informatie omtrent de school zal aan beide ouders worden verstrekt, ongeacht de gezagsverhouding. Artikel 7: Ouderavonden a. De school nodigt beide met gezag belaste ouders uit voor ouderavonden en/of (10- minuten)gesprekken met betrekking tot het kind en daarbij dienen beide ouders aan te geven of zij wel of niet aanwezig zullen zijn. Indien er sprake is van eenhoofdig gezag, wordt ook de niet met gezag belaste ouder uitgenodigd, indien van deze ouder bekend is dat hij of zij prijs stelt op informatie betreffende het kind. b. Er wordt slechts één oudergesprek per kind per keer georganiseerd. Ouders tekenen in gezamenlijk overleg in op een tijdstip. c. Slechts in uitzonderlijke situaties kunnen er twee gesprekken gevoerd worden. Hierbij is het aan de ouder om een verzoek tot een individueel gesprek kenbaar te maken aan de school. De schoolleider bepaalt of er voldoende aanleiding is voor individuele gesprekken. d. Indien er van de gesprekken een verslag wordt gemaakt, zullen beide ouders dit verslag ontvangen. Indien er sprake is van eenhoofdig gezag, ontvangt ook de niet met gezag belaste ouder dit verslag, indien van deze ouder bekend is dat hij of zij prijs stelt op informatie betreffende het kind. 5

6 Artikel 8: Onderzoek a. Toestemming voor het verrichten van didactisch en/of pedagogisch onderzoek, of andere onderzoeken waarvoor toestemming van de ouder is vereist, wordt gegeven door beide ouders die met het gezag zijn belast. b. Indien één van deze ouders toestemming weigert, kan de andere ouder bij de rechter om vervangende toestemming verzoeken. De school dient in deze situaties zijn neutrale positie te behouden en zal dan ook geen partij zijn in een eventueel conflict. c. De ouder die niet met gezag is belast, zal desgevraagd wel worden geïnformeerd, maar zal niet om toestemming worden gevraagd. Artikel 9: Schoolactiviteiten a. Indien beide ouders met het gezag zijn belast, dienen beide ouders in onderling overleg te treden over wie van hen deelneemt aan welke schoolactiviteit. Onder deze activiteiten wordt met name, maar niet uitsluitend, verstaan een schoolmusical, een sportdag, een schoolkamp of een schoolreisje. b. De school gaat ervan uit dat ouders in onderlinge overeenstemming zich aanmelden voor een deelname aan een schoolactiviteit. Indien beide ouders zich aanmelden, dan dienen zij zich te houden aan de gedragsregels als bedoeld in artikel 4 van dit protocol. c. Ook indien er sprake is van eenhoofdig gezag, zijn beide ouders welkom om deel te nemen aan schoolactiviteiten. Er zal geen enkel onderscheid worden gemaakt tussen met gezag belaste en niet-gezaghebbende ouders. d. De verdeling van de zorgtaken (bij met gezag belaste ouders) en de omgangsregeling (bij eenhoofdig gezag), ongeacht de vraag of die tussen ouders is overeengekomen c.q. die door de rechter is vastgesteld, levert voor de school geen reden op om één van de ouders de toegang te weigeren. Het feit dat het kind op de desbetreffende dag niet is toevertrouwd aan de ouder die wenst deel te nemen aan de activiteit, speelt geen rol. e. Indien ouders, ongeacht de gezagssituatie, niet tot overeenstemming komen over de vraag wie aanwezig zal zijn bij een schoolactiviteit, heeft de school het recht om beide ouders te weigeren bij de desbetreffende activiteit. Artikel 10: Verlofaanvragen a. Ouders kunnen de school verzoeken om verlof buiten de schoolvakanties. Indien beide ouders met het gezag zijn belast, dienen beide ouders de verlofaanvraag te ondertekenen. b. De niet met gezag belaste ouder kan geen verlofaanvraag doen. Artikel 11: Slotbepaling a. In alle gevallen waarin dit protocol niet voorziet, beslist de school. Ouders conformeren zich aan deze beslissing. Artikel 12: Publicatie a. Dit protocol wordt gepubliceerd op de websites van alle scholen die ressorteren onder het bevoegd gezag. 6