Masterscriptie Personen- en Familierecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterscriptie Personen- en Familierecht"

Transcriptie

1 Masterscriptie Personen- en Familierecht Dient er een mogelijkheid te komen voor de verwekker om het door huwelijk ontstane vaderschap aan te kunnen tasten? K.H.J. Vermariën ANR Universiteit van Tilburg Tilburg, Scriptiebegeleider: Prof. mr. Vlaardingerbroek 1

2 "De ene ouder die de andere ouder frustreert in de omgang met het kind, dat is de ongeschreven misdaad van deze eeuw" - Prof. Hoefnagels in de Volkskrant, 10 september

3 Voorwoord Sinds 1 oktober 1990 is er in Nederland elke doordeweekse avond een soap te bewonderen op RTL4. 1 Deze succesvolle serie trekt meer dan een miljoen kijkers per uitzending. Met een overenthousiaste huisgenoot krijgt men weleens wat mee van alle perikelen die zich in de fictieve plaats Meerdijk afspelen. Zo bevindt zich in Meerdijk een vrouw die Nina heet. Nina is getrouwd met Noud. De relatie liep niet lekker en het stel dacht eraan om te gaan scheiden. Nog voordat de scheiding rond was kreeg Nina een relatie met Mike en raakte ze zwanger van hem. Zoals het gaat in soapland, hield ook deze relatie geen stand en uiteindelijk besloot het stel hun huwelijk te redden en om samen het kindje te zullen gaan opvoeden. Mike was het hier niet zo mee eens. Het was toch zeker zijn kind? Hij zou wel naar de rechter gaan. En wat verwacht hij dat die rechter dan gaat doen? vroeg ik. Nou gewoon. Zijn vaderschap vaststellen! reageerde mijn huisgenote hoogst verbaasd. De gedachte dat zoiets niet mogelijk was in Nederland, was niet bij haar opgekomen. Noch bij de schrijvers van de tv-serie, zo leek het. Aangezien het kindje geboren zal worden binnen huwelijk, is Noud automatisch de juridische vader. De wetgever heeft het mogelijk gemaakt voor Noud (als juridische vader), Nina (als juridische moeder) en het kindje zelf om de rechter te verzoeken dit van rechtswege ontstane vaderschap te ontkennen. 2 Dit is mogelijk op de grond dat Noud niet de biologische vader is van het kind. Het door huwelijk ontstane vaderschap wordt dan geacht nimmer gevolg te hebben gehad. 3 Grote ontbrekende in deze opsomming van personen die om ontkenning kunnen verzoeken is de biologische vader zelf. Mike heeft geen enkele mogelijkheid Noud zijn vaderschap te ontkennen. Daardoor is het voor hem niet mogelijk zijn eigen vaderschap te laten vaststellen, nu een kind naar de Nederlandse wetgeving slechts twee juridische ouders kan hebben. Hoewel er veel te zeggen is voor deze onmogelijkheid, druist het toch enigszins tegen mijn rechtsgevoel in. En ik sta hierin niet alleen. Dit is wel gebleken na een rondvraag bij vrienden, medestudenten en familie. De meesten van hen reageerden ronduit verbaasd op de wettelijke regeling zoals deze nu is. In dit kader wil ik dan ook graag mijn scriptieonderzoek richten op de vraag of er een mogelijkheid moet komen voor de verwekker om het van rechtswege ontstane vaderschap van de gehuwde man te kunnen ontkennen Zie artikel 1:200 Burgerlijk Wetboek. 3 Artikel 1:202 Burgerlijk Wetboek. 3

4 Inhoudsopgave Inleiding Naar een aantasting van de presumptie van vaderschap? p. 7 Hoofdstuk 1: Juridisch vaderschap 1.1 Inleiding p Het belang van de verwekker om over te kunnen gaan tot p. 12 ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap Vervangende toestemming p Verschillende vormen van vaderschap p Het belang van juridisch vaderschap p Gezag p Omgang, informatie en consultatie p Onderhoudsplicht p Erfrecht p Naamrecht p Nationaliteitsrecht p Conclusie p. 20 Hoofdstuk 2: Maatschappelijke ontwikkelingen 2.1 Inleiding p Wetsgeschiedenis p Huidige samenleving p Wetsvoorstel p Aansluiting bij de sociale werkelijkheid? p Rechtszekerheid in afstammingsrelaties p Rechtszekerheid door tijdslimieten? p De termijn voor de juridische vader p De termijn voor de moeder p De visie van het EHRM op tijdslimieten p Persoonlijke visie op tijdslimieten p Conclusie p. 29 Hoofdstuk 3: Aantasting van de erkenning 3.1 Inleiding p Vernietiging van erkenning volgens de wet p Vernietiging van erkenning wegens misbruik van bevoegdheid p De verwekker had om vervangende toestemming kunnen vragen, p. 33 maar heeft dit nagelaten De verwekker heeft niet, of niet tijdig, om vervangende toestemming p. 34 kunnen verzoeken 3.4 Gevolgen van de regeling p. 36 4

5 3.5 Ongelijke behandeling: een gerechtvaardigd onderscheid? p Europees Hof voor de Rechten van de Mens en artikel 14 EVRM p Een beroep op misbruik van bevoegdheid bij het door huwelijk p. 40 ontstane vaderschap? 3.8 Conclusie p. 40 Hoofdstuk 4: Afstammingsvoorlichting 4.1 Inleiding p Statusvoorlichting en afstammingsvoorlichting p Een recht op statusvoorlichting? p Een recht op afstammingsvoorlichting? p Een beroep op het EVRM of het IVRK p De Hoge Raad over het recht op afstammingsvoorlichting p Het EHRM en het recht op afstammingsvoorlichting p Gaskin tegen het Verenigd Koninkrijk p Mikulić tegen Kroatië p Jäggi tegen Zwitserland p Phinikaridou tegen Cyprus p Odièvre tegen Frankrijk p Conclusie p. 48 Hoofdstuk 5: Welke rechten kan de verwekker ontlenen aan artikel 8 EVRM? 5.1 Inleiding p Wanneer is een beroep op family life mogelijk? p Waarom is het van belang een beroep te kunnen doen op artikel 8 EVRM? p Het EHRM en de mogelijkheid het door huwelijk ontstane vaderschap te p. 50 ontkennen Rasmussen tegen Denemarken p Kroon tegen Nederland p Nylund tegen Finland p Keegan tegen Ierland p Chavdarov tegen Bulgarije p Anayo tegen Duitsland p Schneider tegen Duitsland p Kautzor tegen Duitsland p De Hoge Raad en een beroep op private life p Conclusie p. 61 Hoofdstuk 6: Conclusies en aanbevelingen 6.1 Inleiding p Samenvatting p Het juridisch vaderschap p Veranderde maatschappij p Vernietiging van de erkenning p. 65 5

6 6.2.4 Afstammingsvoorlichting p Een beroep op artikel 8 EVRM p Aanbevelingen p Behoud van de presumptie van vaderschap p Een recht op omgang p Ontvankelijkheid in het verzoek tot omgang p Belangenafweging p Een mogelijkheid tot ontkenning van de presumptie van vaderschap? p Versterking positie sociale ouder p. 72 Bronnenlijst p. 73 6

7 Introductie Naar een aantasting van de presumptie van vaderschap? Artikel 1:199 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) onderscheidt vijf manieren om juridisch vader van een kind te worden. Voor een kind geboren binnen het huwelijk geldt een automatische familierechtelijke betrekking met de man met wie zijn moeder getrouwd was ten tijde van zijn geboorte. 4 De echtgenoot van de moeder is juridisch vader van rechtswege. We spreken ook wel van een fictie van vaderschap of een presumptie van vaderschap. De wet gaat er vanuit dat de man met wie de moeder gehuwd is, ook biologisch gezien de vader van het kind is. Naar huidig recht kunnen slechts de juridische moeder, de juridische vader en het kind zelf een verzoek indienen tot ontkenning van het vaderschap op de grond dat de juridische vader niet tevens de biologische vader van het kind is. 5 Dit staat geregeld in artikel 1:200 BW. 6 Volgens De Boer moet daarom ook niet worden gesproken van een fictie van vaderschap maar van een vermoeden. 7 Indien de juridische vader niet de biologische vader is, kan het juridische vaderschap immers in beginsel worden aangetast. 8 De vraag is echter wat de biologische vader hieraan heeft, indien moeder en vader niet voornemens zijn het vaderschap te ontkennen, noch hun kind in te lichten omtrent zijn afstammingsstatus. De hoofdvraag waarin ik mij op dit onderzoek wil richten luidt: Dient de verwekker de mogelijkheid te krijgen het door huwelijk ontstane vaderschap te kunnen ontkennen? Ik zal mij in dit onderzoek beperken tot het bespreken van de positie van de verwekker. Als wij spreken van de biologische vader, kan een onderscheid worden gemaakt tussen de biologische vader als verwekker (degene die met de moeder op natuurlijke wijze het kind heeft doen ontstaan, d.w.z. door geslachtsgemeenschap) 9 en de biologische vader als (al dan niet bekende) donor. Dit onderscheid tussen de biologische vader als verwekker en de biologische vader als donor zien wij op meerdere plaatsen in de wet en in de rechtspraak terugkomen. Zo heeft de verwekker (zoals wij later nog zullen zien) in beginsel een zeer beperkte - mogelijkheid tot aantasting van de door een niet-verwekker gedane erkenning. Een donor heeft deze 4 Artikel 1:199 onder a BW. 5 HR 13 juli 2012, RvdW 2012/ Het betreft een beperkte bevoegdheid voor de moeder en juridische vader. Zo behelst artikel 1:200 BW termijnen waarbinnen zij van hun bevoegdheid tot ontkenning van het vaderschap gebruik moeten maken. Tevens heeft alleen het kind de mogelijkheid het vaderschap van de instemmende levensgezel te ontkennen. D.w.z. dat moeder en vader niet de mogelijkheid hebben het vaderschap te ontkennen op de grond dat de man niet de biologische vader is als deze ten tijde van de zwangerschap heeft ingestemd met een daad die de verwekking tot gevolg kan hebben gehad (bijvoorbeeld via donorinseminatie of instemming met geslachtsgemeenschap met een andere man); Kamerstukken II 1995/1996, , nr. 3, blz Asser/De Boer 1* 2010, nr. 691b. 8 Asser/De Boer 1* 2010, nr. 691b. 9 Kamerstukken II 1995/1996, , nr. 3, blz. 8: De verwekker van een kind is de man die samen met de moeder op natuurlijke wijze het kind heeft laten ontstaan. Het begrip verwekker valt niet samen met het begrip «biologische vader». De donor is immers geen verwekker, maar wel de biologische vader van het kind. 7

8 mogelijkheid in beginsel niet. Ook kan tegen een verwekker een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap worden ingesteld (artikel 1:207 BW) en kan jegens hem een verzoek tot vaststelling van een onderhoudsbijdrage worden ingediend (artikel 1:394 BW). Een donor is hiertegen beschermd. 10 Dat dit onderscheid gemaakt wordt, is goed te begrijpen. Een verwekker heeft in beginsel willens en wetens het risico aanvaard dat de vrouw waarmee hij geslachtsgemeenschap heeft gehad zwanger kon raken. Indien de verwekker vervolgens de mogelijkheid zou hebben zich te disculperen van zijn verantwoordelijkheden jegens het kind, dan zou dit allerlei onbillijke gevolgen kunnen hebben voor zowel het kind als de vrouw. In het geval van donorschap zou het juist onbillijk zijn als de donor wél aangesproken zou kunnen worden om verplichtingen jegens het kind na te komen. De zaaddonor zal vaak al voor de conceptie duidelijk hebben gemaakt dat hij geen rol wenst te spelen in het leven van het kind. 11 Dit kan tevens blijken uit het feit dat hij zijn zaad heeft afgestaan bij een zogenoemde spermabank. Indien de donor zou kunnen worden aangesproken als vader, zou dit de ongewenste consequentie kunnen hebben dat er geen mannen meer zullen zijn die zich aanbieden als donor. Ik zal in dit onderzoek proberen mijn hoofdvraag te beantwoorden aan de hand van een aantal subvragen. Opzet scriptie Hoofdstuk 1: Juridisch kader Om een antwoord te kunnen geven op mijn onderzoeksvraag is het allereerst van belang een juridisch kader te schetsen. Een kind kan naar de Nederlandse wetgeving slechts twee juridische ouders hebben. Pas wanneer het vaderschap van de juridische vader van rechtswege ontkend is, ontstaat er voor de verwekker de mogelijkheid zelf juridisch vader van het kind te worden. In dit hoofdstuk wil ik ingaan op de vraag waarom het voor de verwekker van belang is dat hij zelf juridisch vader kan worden. Welke rechten en plichten komen hierbij kijken? Heeft de verwekker op grond van zijn biologisch vaderschap rechten ten opzichte van het kind? Hoofdstuk 2: Maatschappelijke ontwikkelingen Om de vraag te kunnen beantwoorden of er een mogelijkheid moet komen voor de verwekker om het door huwelijk ontstane vaderschap aan te kunnen tasten, is het van belang om in te gaan op de redenen waarom deze mogelijkheid er nu juist (nog) niet is. Als redenen voor deze beperkte lijst van personen die tot aantasting over kunnen gaan worden wel aangevoerd de integriteit en rust binnen het gezin als beschermenswaardig belang 12, terwijl het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) redenen van rechtszekerheid en zekerheid van familiebanden noemt. 13 Daarbij wordt er van oudsher een groot maatschappelijk belang gehecht aan het huwelijk. De wet maakte een onderscheid tussen 10 Kamerstukken II 1995/1996, , nr. 3, blz Mulders 2011/ Asser/de Boer 1* 2010, nr EHRM 29 juni 1999, appl. nr /95, Nylund t. Finland. 8

9 wettige en onwettige kinderen, waarbij aan de onwettige kinderen een veel nadeligere rechtspositie toekwam. 14 Daarbij was het moeilijk aan te tonen dát een man de vader van een kind was, nu DNA-testen nog niet bestonden. Het uitgangspunt van de fictie van vaderschap lag dan ook in het belang van het kind. Door te trouwen werd de man vader van alle tijdens zijn huwelijk geboren kinderen en kon hij zich niet aan zijn verantwoordelijkheden onttrekken. Vandaag de dag rust er in beginsel geen stigma meer op kinderen geboren buiten huwelijk. 15 De samenleving is sterk veranderd en ongehuwd samenleven is allang geen uitzondering meer. Daarbij komt dat het tegenwoordig eenvoudig mogelijk is via DNAonderzoek vast te stellen wie de biologische vader van het betreffende kind is. 16 Is het gezien deze maatschappelijke veranderingen nog wel nodig een dermate sterke bescherming toe te kennen aan het door huwelijk ontstane vaderschap? Dat er veranderingen gaande zijn binnen de maatschappij ten aanzien van samenlevingsvormen en het huwelijk werd ook erkend tijdens de parlementaire behandeling van het Wetsvoorstel tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie. 17 In de behandeling van dit wetsvoorstel werd benadrukt dat er meer aansluiting wordt gezocht bij de natuurlijke afstamming. De wetgever heeft echter niet zover willen gaan de verwekker de mogelijkheid toe te kennen de presumptie van vaderschap te kunnen aantasten. De bescherming van het huwelijk lijkt toch voor te gaan. De onaantastbaarheid van het door huwelijk ontstane vaderschap door derden lijkt dan ook niet geheel in overeenstemming met het doel dat de wetgever voor ogen had. 3. Vernietiging van de erkenning Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2012 vier op de tien kinderen buiten huwelijk geboren werden. 18 In totaal werden er kinderen geboren, waarvan buiten huwelijk. Al deze kinderen dienen erkend te worden door een man om in een familierechtelijke afstammingsrelatie met hem te komen te staan. Wettelijk gezien komt het recht om het vaderschap van de erkenner te betwisten evenals bij de ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap - alleen toe aan de juridische vader, de juridische moeder en het kind zelf. 19 In tegenstelling tot het door huwelijk ontstane vaderschap, is in de rechtspraak onder omstandigheden aangenomen dat de verwekker het juridisch vaderschap ontstaan door erkenning wél aan kan tasten. De Hoge Raad leidde uit artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) 20 af, dat een verwekker het recht toekomt om een beroep te doen op nietigheid van een 14 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Binnen zeer gelovige kringen wellicht nog wel maar in het algemeen maatschappelijk verkeer valt te stellen dat dit stigma zo goed als verdwenen is. 16 Schwenzer 2006, p Kamerstukken II 1995/1996, , nr. 6, p CBS, Bevolking en bevolkingsontwikkeling; per maand, kwartaal en jaar, Willen erkenner of moeder over kunnen gaan tot vernietiging van de erkenning, dan moeten zij kunnen aantonen dat zij erkend hebben (c.q. toestemming hebben gegeven tot erkenning) onder invloed van bedreiging, dwaling bedrog of, tijdens zijn/haar minderjarigheid, of door misbruik van omstandigheden daartoe zijn bewogen (zie artikel 1:205 lid 1 sub b en c BW). 20 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, Rome 4 november 1950, Trb. 1951,

10 gedane erkenning. De grondslag voor dit beroep op nietigheid is het leerstuk van misbruik van bevoegdheid. 21 Het is niet mogelijk geacht voor de verwekker om een beroep te doen op dit leerstuk in het kader van het door huwelijk ontstane vaderschap. De getrouwde man vader van rechtswege lijkt zo bezien een sterkere rechtspositie toe te komen dan een man die via de weg van erkenning juridisch ouder is geworden. Zou een analoge toepassing van het leerstuk van misbruik van bevoegdheid hier een mogelijkheid bieden voor de verwekker? Daarbij komt, dat als argumenten voor de onmogelijkheid tot ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap van de verwekker genoemd worden: de integriteit en rust binnen het gezin als beschermenswaardig belang, 22 en redenen van rechtszekerheid en zekerheid van familiebanden. 23 Kunnen deze belangen ook niet spelen bij een erkenning? Komt dit ongehuwde gezin dan geen even grote bescherming toe? 4. Het recht op afstammingsvoorlichting Het kind heeft de wettelijke mogelijkheid het door huwelijk ontstane vaderschap te kunnen ontkennen. Het kind zal eerst moeten zijn ingelicht omtrent zijn afstammingsstatus, alvorens hij gebruik kan maken van deze mogelijkheid. Artikel 7 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) 24 lijkt een redelijk absoluut recht op afstammingsvoorlichting te behelzen. 25 Ingevolge dit artikel heeft een kind vanaf zijn geboorte het recht zijn of haar ouders te kennen én door hen te worden verzorgd. Geldt dit laatste alleen voor de juridische ouders, of tevens de biologische? Hoe gaat de rechtspraak om met deze bepaling en is deze bepaling verenigbaar met de onaantastbaarheid van de fictie van vaderschap? Artikel 3 IVRK stelt daarnaast, dat het belang van het kind bij alle maatregelen betreffende kinderen de eerste overweging moet zijn. Is deze onmogelijkheid tot aantasting van de fictie van vaderschap wel (altijd) in het belang van het kind? Bezien vanuit het recht op afstammingsvoorlichting - en het recht om in een familierechtelijke relatie tot zijn verwekker te komen te staan - is dit mijns inziens niet zo snel te concluderen. 5. Family life en het EVRM Welke rol speelt artikel 8 EVRM in dit vraagstuk? Deze bepaling werkt door in elk aspect van ons personen- en familierecht. Komt het gezinsleven van gehuwden een dusdanige bescherming toe o.g.v. dit artikel dat een verwekker hier geen inbreuk op moet kunnen maken? Of komt de band tussen verwekker en kind met een beroep op family life ook - of misschien zelf meer - bescherming toe? Kern van de uitspraken van het EHRM is steeds dat de verwekker niet een zodanig recht op family life toekomt dat hem een onbeperkt recht toekomt tot het aantasten van door huwelijk ontstaan juridisch vaderschap. Het EHRM leek kinderen ook geen absoluut recht op afstammingsvoorlichting toe te willen kennen. 26 Dit neemt niet weg dat het EHRM 21 Het leerstuk misbruik van bevoegdheid staat geregeld in artikel 3:13 BW. 22 Asser/de Boer 1* 2010, nr EHRM 29 juni 1999, appl. nr /95, Nylund t. Finland. 24 Verdrag inzake de rechten van het kind, New York 20 november 1989, Trb. 1990, De zinsnede voor zover mogelijk uit dit artikel lijkt geen uitzondering toe te willen kennen aan de ouder die zijn kind niet wenst voor te lichten. Het is voor deze ouder immers wel mogelijk informatie te verschaffen. 26 Zie o.a. EHRM 13 februari 2003, appl. nr /98, Odievre t. Frankrijk; EHRM 13 juli 2006, appl. nr /00, Jäggi t. Zwitserland. 10

11 ruimte laat voor belangenafweging. Onder welke omstandigheden kan een beroep op artikel 8 EVRM door de verwekker slagen? 6. Onderzoeksmethoden Ter beantwoording van mijn deelvragen zal ik mij verdiepen in de wettelijke regelingen omtrent mijn onderzoeksonderwerp. Hierbij zal ik zowel kijken naar de Nederlandse wetgeving als naar internationale verdragen alsmede de wetsgeschiedenis. Vervolgens zal ik mij richten op de praktische uitleg van de wettelijke regeling en jurisprudentieonderzoek verrichten. Hoe gaan rechters, zowel nationaal als internationaal, om met de wettelijke bepalingen omtrent de ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap? Tenslotte zal ik literatuuronderzoek verrichten en bezien hoe er vanuit de literatuur tegen dit onderwerp wordt aangekeken. 7. Relevantie onderzoek Maatschappelijke relevantie: het is niet te ontkennen dat er zich momenteel in Nederland verwekkers bevinden die met het probleem kampen dat zij niet de mogelijkheid hebben het door huwelijk ontstane vaderschap te kunnen ontkennen. Hoeveel dit er zijn is niet te zeggen. Voor deze verwekkers - die juridisch vader wensen te worden van hun biologische kind - biedt de wet weinig mogelijkheden. Ook vanuit het belang van het kind is het goed dat er gekeken wordt naar de wenselijkheid van aanpassing van de huidige regeling. Ingevolge artikel 3 IVRK dient het belang van het kind altijd een eerste overweging te zijn. Momenteel lijkt er vanuit te zijn gegaan dat de huidige presumptie van vaderschap en de onmogelijkheid voor verwekkers om deze aan te tasten altijd in het belang van het kind is. Hier zijn vraagtekens bij te plaatsen. Is er in het belang van het kind juist niet een belangenafweging naar individuele omstandigheden gewenst? Moet er geen mogelijkheid komen tot toetsing middels de rechter? Wetenschappelijke relevantie: wetenschappelijk gezien zijn er vraagtekens te plaatsen bij de huidige regeling. Zo lijkt het recht van het kind opgevoed te worden door de eigen ouders 27 haaks te staan op de onmogelijkheid tot aantasting van de presumptie van vaderschap. Daarnaast lijkt een dergelijke onaantastbaarheid voor buitenstaanders tevens gevolgen met zich mee te brengen voor het recht op afstammingsvoorlichting van het kind. Ook lijkt er een ongelijkheid te bestaan tussen de behandeling van de vader door erkenning en de vader door huwelijk. Is een dergelijke ongelijkheid nog wel te rechtvaardigen, nu steeds meer kinderen buiten huwelijk geboren worden? Waarom zou het gehuwde gezin zo bezien meer bescherming toekomen dan het ongehuwde gezin? Ten slotte heeft het EHRM in enkele recente uitspraken erkend dat een beroep op private life 28 mogelijk moet zijn voor de verwekker. 29 Voor de Hoge Raad is hier echter nog geen beroep op gedaan. Hoe zullen deze uitspraken doorwerken in het Nederlandse recht? Op al deze vragen hoop ik in te kunnen gaan en zo bij te kunnen dragen aan de wetenschappelijke discussie. 27 Zie artikel 7 IVRK. 28 Tevens weergegeven in artikel 8 EVRM. 29 EHRM 21 december 2010, appl. nr /07, Anayo t. Duitsland; EHRM 15 september 2011, appl. nr /07, Schneider t. Duitsland. 11

12 Hoofdstuk 1: Juridisch vaderschap 1.1. Inleiding Artikel 1:199 Burgerlijk Wetboek luidt: Vader van een kind is de man: a. die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd, tenzij onderdeel b geldt; b. wiens huwelijk met de vrouw uit wie het kind is geboren, binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind door zijn dood is ontbonden, zelfs indien de moeder was hertrouwd; indien echter de vrouw sedert de 306de dag voor de geboorte van het kind was gescheiden van tafel en bed of zij en haar echtgenoot sedert dat tijdstip gescheiden hebben geleefd, kan de vrouw binnen een jaar na de geboorte van het kind ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat haar overleden echtgenoot niet de vader is van het kind, van welke verklaring een akte wordt opgemaakt; was de moeder op het tijdstip van de geboorte hertrouwd dan is in dat geval de huidige echtgenoot de vader van het kind; c. die het kind heeft erkend; d. wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld; of e. die het kind heeft geadopteerd. Artikel 1:199 BW onderscheidt vijf manieren om juridisch vader van een kind te worden. Voor een kind geboren binnen het huwelijk geldt een automatische familierechtelijke betrekking met de man met wie zijn moeder getrouwd was ten tijde van zijn geboorte. De echtgenoot is juridisch vader van rechtswege. We spreken ook wel van een fictie van vaderschap of een presumptie van vaderschap. De wet gaat er vanuit dat de man met wie de moeder gehuwd is, ook biologisch de vader van het kind is. Dit hoeft echter geenszins het geval te zijn. Misschien was de man wel onvruchtbaar en is er voor inseminatie met donorzaad gekozen. Misschien heerst er wel een erfelijke ziekte in de man zijn familie, en hebben de ouders besloten dat zij het risico niet wilden nemen dat het kind dit ook zou krijgen. Of misschien is de vrouw wel vreemdgegaan en hierdoor zwanger geworden van een andere man. De mogelijkheden zijn eindeloos. Het feit dat deze juridische vader van rechtswege niet ook biologisch de vader van het kind is, zal vooral dan problematisch zijn, indien de biologische vader zelf een rol wenst te spelen in het leven van zijn (biologische) kind Het belang van de verwekker om over te kunnen gaan tot ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap Waarom is het nu van belang voor de verwekker om het door huwelijk ontstane vaderschap aan te kunnen tasten? Naar de wet kan een kind maar twee juridische ouders hebben. Zolang het vaderschap derhalve niet is ontkend, kan de verwekker niet zelf juridisch ouder over het kind worden. Hierin ligt dus ook het belang om het door huwelijk ontstane vaderschap aan te kunnen tasten. Zodra het vaderschap wel ontkend is - en het kind dus nog maar één juridische ouder heeft - kan de verwekker in beginsel het kind erkennen en zo juridisch vader worden. Om het kind te kunnen erkennen heeft de verwekker in beginsel nog wel toestemming van de 30 Mulders 2011, p

13 moeder nodig. 31 Het is natuurlijk denkbaar dat moeder er helemaal niet zo blij mee is dat het door huwelijk ontstane vaderschap van haar echtgenoot is ontkend. Er is dan een gerede kans dat moeder deze toestemming niet zal verlenen. Dit zou de relatie tussen haar en haar echtgenoot kunnen schaden en het was hen er nu net aan gelegen de verwekker buiten het leven van het kind te houden. Dan rest de verwekker de mogelijkheid de rechtbank te verzoeken om vervangende toestemming tot erkenning Vervangende toestemming De toestemming die de moeder had moeten geven om het kind te kunnen erkennen, kan worden vervangen door die van de rechter. Dit staat geregeld in artikel 1:204 lid 3 BW. Het uitgangspunt hierbij is dat zowel het kind als de verwekker er aanspraak op hebben dat hun relatie rechtens wordt erkend als een familierechtelijke betrekking. 32 De rechter gaat alvorens hij de vervangende toestemming verleent - allereerst na of de verzoeker ook daadwerkelijk de verwekker is van het kind. Een DNA-test is hier de aangewezen weg. Het is wel vereist dat moeder meewerkt aan het DNA-onderzoek. Als wettelijk vertegenwoordiger van het kind dient zij hiertoe haar toestemming te geven. Doet zij dit niet, dan mag de rechter daaraan de conclusie verbinden dat de man de verwekker van het kind is. 33 Daarnaast zal de rechter een afweging maken van de belangen van alle betrokkenen. De rechter zal het belang van de verwekker bij erkenning moeten afwegen tegen de belangen van de moeder en het kind bij niet-erkenning. 34 De rechter toetst of de erkenning de belangen die de moeder heeft bij een ongestoorde verhouding met het kind of de belangen van het kind zelf niet schaadt. 35 Dit wordt echter niet snel aangenomen. 36 In het eerste geval kan gedacht worden aan de situatie waarin de onderlinge verhouding tussen de verwekker en de moeder ronduit slecht te noemen is. Indien de verwekker de erkenning slechts inzet als instrument om een doorbraak in die persoonlijke verhouding te forceren, kan geoordeeld worden dat het belang van de moeder bij een ongestoorde verhouding met haar kind zwaarder weegt. 37 Er zal een belangenafweging plaatsvinden waarbij het belang van het kind van doorslaggevende betekenis zal zijn. 38 Hierbij wordt ook gekeken naar de rol die de verwekker tot dusver in het leven van het kind heeft gespeeld. Hoe meer de verwekker voor het kind gezorgd heeft, des te meer belang heeft deze erbij erkend te worden. 39 Over het algemeen zullen de persoonlijke emoties van de moeder niet van doorslaggevende betekenis zijn. Woede, liefdesverdriet of frustratie jegens de verwekker is onvoldoende. Wel is voor te stellen dat de heftige emoties aan moeders zijde negatieve gevolgen met zich mee 31 Zie artikel 1:204 BW. 32 Broekhuijsen-Molenaar Zie o.a. HR 18 november 2005, LJN AT HR 16 februari 2001, NJ 2001, 571; HR 12 november 2004, NJ 2005, Zie artikel 1:204 lid 3 Burgerlijk Wetboek; Hof Den Haag 23 januari 2008, LJN BC Zie o.a. HR 16 februari 2001, NJ 2001, 571; Henstra 2002, p Vlaardingerbroek 2013; Kamerstukken II 1995/1996, , nr. 3, p Vergelijk artikel 3 IVRK. 39 Kamerstukken II 1995/96, , nr. 3, p. 11; Kamerstukken II 1996/97, , nr. 6, p. 21; HR 13 april 2001, NJ 2001,

14 kunnen brengen voor het kind. 40 Onder omstandigheden kan dit een grond zijn om vervangende toestemming te weigeren omdat het belang van de moeder bij een ongestoorde verhouding met haar kind zwaarder weegt. Van schade aan de belangen van het kind is volgens de Hoge Raad slechts sprake indien er door de erkenning voor het kind reële risico s zouden ontstaan dat het wordt belemmerd in een evenwichtige sociaal-psychologische en emotionele ontwikkeling. 41 Nogmaals, wil de verwekker een beroep kunnen doen op deze optie om vervangende toestemming te verzoeken, dan moet eerst het door huwelijk ontstane vaderschap zijn ontkend Verschillende vormen van vaderschap Vaderfiguren zijn er in alle soorten en maten. In de literatuur wordt daarom ook wel een onderscheid gemaakt tussen de juridische, de biologische en de sociale vader. Vaak vallen de juridische, biologische en sociale vaderrol samen in één persoon. De juridische vader zal dit vaak ook biologisch zijn en zich zelf bezig houden met de opvoeding van zijn kind. Het is echter ook mogelijk dat deze drie vormen van vaderschap niet samenvallen in één persoon. De juridische vader hoeft niet biologisch verwant te zijn aan zijn kind. En een sociale vader (zoals de nieuwe vriend van moeder, die feitelijk het kind opvoedt) is wellicht geen juridisch vader. De wet kent rechten en plichten toe al naar gelang een man gezien kan worden als sociale, juridische dan wel biologische vader. Aan het juridisch vaderschap zijn verreweg de meest verstrekkende gevolgen verbonden. Wanneer in de wet gesproken wordt van de vader, of de ouders wordt in vrijwel alle gevallen gedoeld op de juridische vader (c.q. ouders). 42 Ook zijn er bijzondere bepalingen te vinden gericht op de biologische of sociale vader. Zo geldt voor de verwekker als biologische vader - een onderhoudsplicht. 43 Ook voor de stiefvader (vaak als sociaal vader aan te merken) geldt een onderhoudsplicht Het belang van juridisch ouderschap Wanneer een man juridisch ouder wordt, ontstaan er familierechtelijke betrekkingen tussen de vader, zijn bloedverwanten en het kind krachtens artikel 1:197 BW. Aan het zijn van juridisch vader zijn verscheidene (verstrekkende) juridische gevolgen verbonden Gezag Titel 14 van Boek 1 BW draagt als titel: Het gezag over minderjarige kinderen. 45 Wat onder 40 Vlaardingerbroek HR 9 november 2007, LJN BB3765; HR 9 november 2007, LJN BB3775; Hof Den Bosch, 9 februari 2005, FJR 2005, Een uitzondering hierop is bijvoorbeeld art. 1:227 lid 3 BW: ook de verwekker die niet erkend heeft is belanghebbende bij een adoptieprocedure, evenals de donor met family life: HR 21 april 2006, LJN AU Zie artikel 1:394 BW. in deze bepaling staat expliciet vermeldt dat het de verwekker betreft dan wel de instemmende levensgezel en niet de biologische vader. Voor een donor geldt een dergelijke onderhoudsverplichting derhalve niet. 44 Artikel 1:395 BW. 45 Wet van 6 april 1995, Stb. 1995,

15 gezag wordt verstaan staat omschreven in artikel 1:245 lid 4 BW: Het gezag heeft betrekking op de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte. 46 Hiertegenover stelt artikel 1:247 BW een verplichting tot verzorging en opvoeding. Volgens Vlaardingerbroek houdt ouderlijk gezag dan ook enerzijds een vrijwel absolute zeggenschap in over het vermogen en de persoon van hun minderjarige kind en anderzijds een verplichting tot verzorging en opvoeding. 47 Elke minderjarige staat onder gezag van een meerderjarige. 48 Het ouderlijk gezag kan toekomen aan beide ouders, een ouder alleen of een ouder tezamen met een niet-ouder. 49 Wordt het gezag gedragen door een of twee niet-ouders, dan spreken we van voogdij. Als ouder met gezag heeft men inspraak in beslissingen die genomen moeten worden omtrent het kind. Denk hierbij aan beslissingen die genomen moeten worden omtrent schoolkeuze of de uitvoering van medische behandelingen. Indien een kind geboren wordt binnen een huwelijk, dan wordt de man waarmee de moeder ten tijde van de geboorte van het kind gehuwd - zoals wij gezien hebben - automatisch juridisch vader over het kind. Daarnaast verkrijgt deze gehuwde man ingevolge artikel 1:251 BW tevens van rechtswege (mede) het ouderlijk gezag. Voor de man die vader wordt middels erkenning geldt een mogelijkheid tot verkrijging van het gezamenlijk ouderlijk gezag op gezamenlijk verzoek via een aantekening in het gezagsregister. Dit staat geregeld in artikel 1:252 BW. Van belang is verder dat een juridisch vader volgens artikel 1:253c lid 1 BW te allen tijde om het gezamenlijk dan wel eenhoofdig gezag kan verzoeken. Vraagt een juridisch vader om gezamenlijk gezag, dan wordt dit verzoek slechts afgewezen indien een van de limitatief genoemde gronden van artikel 1:253c lid 2 sub a en b BW aan de orde is. Deze uitzonderingen worden niet snel aangenomen. Is er niet in het gezag voorzien bijvoorbeeld omdat de moeder uit het gezag is ontzet/ontheven of te jong is het gezag over haar kind te mogen dragen dan vindt afwijzing volgens artikel 1:253c lid 4 BW slechts plaats indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd. Hoe anders is dit alles voor een niet-juridisch ouder. De niet-juridische vader kan geen eenzijdig verzoek indienen om het (mede)gezag. Slechts in combinatie met een verzoek om vervangende toestemming tot erkenning, zijn er mogelijkheden. Maar ook in dit kader zal hij derhalve eerst juridisch vader moeten zien te worden. Ook een gezamenlijk verzoek met de moeder zal niet zonder meer mogelijk zijn, nu de wet als specifiek vereiste stelt dat slechts de juridische ouders hierom kunnen verzoeken Er wordt nadere invulling aan deze bepaling gegeven onder andere in de artikelen 1:247 (t.a.v. de persoon van de minderjarige) en artikel 1:253i (t.a.v. het bewind). 47 Forder & Verbeke 2005, punt 36, p Artikel 1:245 lid 1 BW; P. Vlaardingerbroek e.a. 2011, p In dit laatste geval spreken we van gezamenlijk gezag i.p.v. gezamenlijk ouderlijk gezag; P. Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Art. 1:252 BW. 15

16 Via de weg van artikel 1:253t lid 1 BW is het onder omstandigheden mogelijk voor een nietouder om samen met een ouder (in casu: de moeder) het gezag gezamenlijk te verzoeken. Deze mogelijkheid wordt echter beperkt indien er een juridische vader in het spel is (zie artikel 1:253t lid 2 BW). In dat geval moet het én gaan om een gezamenlijk verzoek en moeten ouder en nietouder het kind gedurende een bepaalde tijd gezamenlijk hebben opgevoed. Hier wordt dus belang gehecht aan de relatie tussen moeder en verwekker onderling Omgang, informatie en consultatie Artikel 1:377a BW stelt: Het kind heeft recht op omgang met zijn ouders en met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. De niet met het gezag belaste ouder heeft het recht op en de verplichting tot omgang met zijn kind. De juridische ouder heeft dus zonder meer het recht op én de verplichting tot omgang met zijn kind. De verwekker kan onder omstandigheden vallen onder degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat. Onder deze nauwe persoonlijke betrekking wordt volgens de Hoge Raad verstaan: [ ]een band tussen hem en het kind die kan worden aangemerkt als family life in de zin van artikel 8 EVRM. 51 Aanknoping dient dus te worden gezocht bij dit artikel 8 EVRM. 52 De Hoge Raad heeft in 1989 reeds uitgemaakt dat louter biologisch verwantschap niet voldoende is om een nauwe persoonlijke betrekking aan te nemen. 53 Ook het EHRM heeft dit later bevestigd. 54 In 1998 verklaarde de Hoge Raad een louter biologische vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot omgang. 55 Toen de zaak echter voor het EHRM kwam, oordeelde deze dat deze beslissing tot niet-ontvankelijkheid van de Hoge Raad een schending van artikel 8 EVRM opleverde. 56 De Hoge Raad stelde volgens het EHRM kort gezegd te hoge eisen voor het aannemen van family life. 57 Hoewel louter een bloedband onvoldoende is, worden er geen al te hoge eisen gesteld aan de bijkomende omstandigheden op grond waarvan een nauwe persoonlijke betrekking kan zijn ontstaan. Uit het arrest van het EHRM kan worden afgeleid dat de bijkomende omstandigheden kunnen voortvloeien uit de relatie tussen vader en de moeder voor de geboorte van het kind, de omstandigheden na diens geboorte dan wel in een combinatie van omstandigheden voor en na de geboorte HR 5 juni 1998, NJ 1999, 129, r.o Memorie van Toelichting, Wetsvoorstel , p HR 10 november 1989, NJ 1990, 628; HR 5 juni 1998, NJ 1999, 129. Zie ook EHRM 24 april 1996, NJ 1997, 539, Boughanemi t. Frankrijk. 54 EHRM 1 juni 2004, NJ 2004, 667, Lebbink t. Nederland. 55 HR 5 juni 1998, NJ 1999, EHRM 1 juni 2004, NJ 2004, 667 Lebbink t. Nederland. 57 De Bruijn-Lückers Zie ook Wortmann

17 Een onredelijke uitwerking van dit uitgangspunt kan wel zijn dat het een verwekker moeilijk kan worden gemaakt een beroep te doen op een nauwe persoonlijke betrekking. 59 Het is immers redelijk makkelijk voor moeder om de verwekker weg te houden bij haar kind en zo elke mogelijkheid voor het ontstaan van family life te voorkomen. Het EHRM lijkt echter in een aantal recente arresten 60 een wat genuanceerdere weg te zijn ingeslagen. Hierop kom ik in hoofdstuk 5 uitgebreider terug. Het recht op informatie en consultatie is weergegeven in de artikelen 1:377b en 1:377c BW. De met het gezag belaste ouder is verplicht de niet met het gezag belaste ouder te informeren en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden. Nu de wet alleen over ouders spreekt lijkt dit niet te gelden voor de derde met een nauwe persoonlijke betrekking ofwel de biologische ouder. Echter, over de rug van artikel 8 EVRM komt het informatierecht ook toe aan diegenen die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staan Onderhoudsplicht De juridische ouders van een kind zijn altijd onderhoudsplichtig ingevolge artikel 1:392 BW. Hiervoor maakt het niet uit waar het kind feitelijk woont of wie het gezag heeft, dan wel hebben. De verwekker neemt hier een uitzonderingspositie in. Ook hij kan onderhoudsplichtig zijn, zolang het kind niet een andere man als juridische vader heeft. Deze verplichting zoals neergelegd in artikel 1:394 BW geldt ook voor de instemmende levensgezel. Onder instemmende levensgezel wordt verstaan de man die heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad. 61 Indien het kind geboren wordt binnen huwelijk heeft hij van rechtswege twee juridische ouders en komt men in beginsel aan deze bepaling niet toe. Een uitzondering op het feit dat de verwekker slechts onderhoudsplichtig is zolang het kind geen juridische vader heeft, is te vinden in HR 26 april 1996, NJ 1997, 119. In deze zaak werd de hoofdregel doorbreken met een beroep op artikel 8 EVRM. Dit is mogelijk indien tussen het kind en zijn biologische vader family life bestaat - dan wel heeft bestaan - en met name in het geval dat de wettige vader: niet in staat is om in het levensonderhoud van het kind te voorzien of dat zulks op andere grond niet in rechte kan worden afgedwongen dan wel dat van de moeder redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat zij hem ter zake aanspreekt. Ook in 2011 nam de Hoge Raad wederom aan dat het mogelijk is dat de verwekker, naast de juridische vader, onderhoudsplichtig is. 62 In deze zaak werd een vrouw gedurende haar minderjarigheid stelselmatig misbruikt door haar stiefvader, waardoor zij twee kinderen van 59 Asser/ de Boer 1* 2010, nrs en 1021a. 60 EHRM 21 december 2010, appl. nr /07, Anayo t. Duitsland; EHRM 15 september 2011, appl. nr /07, Schneider t. Duitsland. 61 Denk aan de (onvruchtbare) partner van moeder die heeft ingestemd met het gebruik van donorzaad voor inseminatie. 62 HR 18 februari 2011, LJN BO

18 hem kreeg. Nadat zij haar ouderlijk huis ontvlucht had zijn deze kinderen erkend door haar vriend (nu echtgenoot). De Hoge Raad overwoog ook hier dat de hoofdregel is dat een kind: [ ] slechts jegens zijn wettige ouders aanspraak heeft op voorziening in de kosten van zijn verzorging en opvoeding. Deze hoofdregel kan echter worden doorbroken: [ ] voorzover art. 8 EVRM zulks eist omdat het in zoverre een positieve verplichting oplegt om het kind een aanspraak op levensonderhoud jegens zijn biologische vader toe te kennen. Er kan dus zowel op de juridische als op de biologische vader (verwekker) een onderhoudsverplichting rusten. Maar ook de sociale ouder kan een dergelijke verplichting toekomen. Zo is ook de niet-ouder met gezag denk aan de (nieuwe) partner van moeder onderhoudsplichtig (zie de artikelen 1:253t/sa en 1:253w BW). Ook de stiefouder, zelfs zonder gezag, heeft een onderhoudsplicht (artikel 1:395, 1:395a lid 2 en 1:404 lid 2 BW.) Erfrecht Een volgend punt waarbij juridisch vaderschap een grote rol speelt ligt in het erfrecht. 63 Hier ligt het belang meestal aan de zijde van het kind, die over het algemeen langer zal leven dan zijn ouders. Onderscheid kan gemaakt worden tussen de situatie waarin de erflater een uiterste wilsbeschikking heeft en de situatie waarbij hier geen sprake van is. Is er geen wilsbeschikking, dan erven de juridische kinderen van de erflater bij versterf van hem (artikel 4:10 lid 1 sub a en lid 3 BW). Omgekeerd erven ook de juridische ouders van hun kind mocht deze eerder sterven (artikel 4:10 lid 1 onder b BW). 64 Mocht er een uiterste wilsbeschikking zijn waarin de juridische kinderen van de erflater worden uitgesloten als erfgenaam, dan nog hebben juridische kinderen altijd recht op hun zogenoemde legitieme portie in de nalatenschap (artikel 4:63 en 4:64 BW). Omgekeerd geldt hier niet hetzelfde; in 1996 is de legitieme portie van juridische ouders in de nalatenschap van hun kinderen afgeschaft. 65 Het kind erft niet bij versterf van zijn verwekker. 66 Wel kan het kind op grond van artikel 4:35 lid 1 BW aanspraak maken op een som ineens voor zover deze nodig is voor zijn levensonderhoud en studie tot het bereiken van de leeftijd van een en twintig jaren. Een aanspraak hierop is alleen mogelijk, indien zijn verwekker onderhoudsplichtig ingevolge artikel 1:394 BW was. 67 De verwekker kan niet in zijn testament bepalen dat dit bedrag het kind niet toekomt. Het betreft hier een dwingend recht. 68 Deze bepaling is een voortzetting van de onderhoudsplicht die een 63 Het erfrecht staat geregeld in Boek 4 BW. 64 Van Mourik & Nuytinck 2009, p Wet van 16 november 1995, Stb. 561, tot afschaffing van de legitieme portie van de ascendenten. 66 Van Mourik & Nuytinck 2009, p Kremer 2010, artikel 35 Boek 4 BW, aant De aanspraak op de som ineens is opgenomen in afdeling onder de zogenaamde andere wettelijke 18

19 verwekker heeft jegens zijn biologische kind in artikel 1:394 BW Naamrecht Het Nederlandse naamrecht en dan specifiek die van de geslachtsnaam (familienaam) - is uitvoerig geregeld in artikel 1:5 BW. De kern van de regeling is dat een kind slechts de achternaam van een van zijn juridische ouders kan dragen. Bij uitzondering ligt dit anders. Dit is het geval in het kader van gezagswijziging. Zo is het mogelijk dat de moeder en haar nieuwe partner die gezamenlijk het gezag over het kind verkrijgen in het kader hiervan verzoeken om een geslachtsnaamwijziging. Dit is ook mogelijk in het kader van een verzoek tot gezamenlijke voogdij (zie artikel 1:253t lid 5 BW en 1:282 lid 7 BW). Zo kan de geslachtsnaam worden gewijzigd in die van de sociale ouder. Met deze mogelijkheid wordt terughoudend omgegaan. 70 Zo moet het kind van 12 jaar of ouder met de wijziging instemmen (zie artikel 1:253t lid 5 sub a BW en 1:282 lid 7 sub a BW) en moet de wijziging in het belang van het kind worden geacht (zie artikel 1:253t lid 5 sub c BW en 1:282 lid 7 sub c BW). In het kader van dit laatste element worden onder andere de leeftijd van het kind, het feit dat hij zijn hele leven al dezelfde naam draagt, en het belang van het kind om zich te kunnen identificeren met zijn biologische vader (of moeder) afgewogen tegen het belang van gezinseenheid Nationaliteitsrecht Het Nederlandse nationaliteitrecht heeft zijn regeling gevonden in de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rwn). 72 Artikel 3 lid 1 RwN stelt dat Nederlander is, het kind waarvan ten tijde van zijn geboorte de vader of de moeder Nederlander is. In de RwN zelf staat omschreven wat er voor deze wet onder moeder en vader verstaan moet worden en wijkt derhalve af van het BW. Moeder in de zin van de RwN is de vrouw die het kind ter wereld heeft gebracht, en vader is de man tot wie het kind - anders dan door adoptie - in de eerste graad in opgaande lijn in familierechtelijke betrekking staat (artikel 1 lid 1, aanhef en onder c en d, RwN). 73 Ik wil hier niet uitgebreid op de regeling van de RwN ingaan. Opvallend is echter dat er een systeem is ontwikkeld om zogenaamde schijnerkenningen tegen te gaan. Tot 1 april 2003 werd het Nederlanderschap bij erkenning van rechtswege verkregen. De nu geldende regeling is ingevoerd op 1 maart 2009 en weergegeven in artikel 4 leden 2 t/m 6 RwN. Volgens deze regeling wordt een kind Nederlander indien hij binnen zeven jaren na zijn geboorte erkend wordt. Wordt een kind echter na zijn zevende verjaardag erkend, dan moet binnen een jaar het biologisch vaderschap aangetoond worden wil het kind de Nederlandse nationaliteit kunnen rechten, die allen van dwingend recht zijn (zie artikel 4:41). 69 Dat het een voortzetting hiervan is blijkt ook uit Kremer 2010, artikel 35 Boek 4 BW, aant. 4: Zij is een verlengstuk van de aanspraak die het kind jegens de ouder tijdens diens leven heeft en is aan dezelfde wet onderworpen die op deze aanspraak van toepassing is. 70 HR 24 januari 2003, NJ 2003, 198, r.o HR 24 januari 2003, NJ 2003, Rijkswet van 19 december 1984, Stb. 628, in werking getreden op 1 januari 1985, houdende vaststelling van nieuwe, algemene bepalingen omtrent het Nederlanderschap ter vervanging van de Wet van 12 december 1892, Stb. 268, op het Nederlanderschap en het ingezetenschap. 73 Van Mourik & Nuytinck 2009, p

20 verkrijgen. Hier zien wij dus dat er ineens een soort facet van waarheidsvinding aan de erkenning wordt toegevoegd. Om schijnerkenningen te voorkomen, wordt er wat betreft het nationaliteitsrecht waarde gehecht aan de biologische werkelijkheid Conclusie De verwekker van een kind is biologisch gezien diens vader. Juridisch gezien liggen de zaken ingewikkelder. De wet onderscheidt vijf manieren waarop een man juridisch vader kan worden. Kort gezegd kan de verwekker juridisch vader worden door gehuwd te zijn met de moeder van het kind ten tijde van diens geboorte, indien hij is overleden binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind en gehuwd was met de moeder, door erkenning, door de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap of door adoptie. Is er geen sprake van een van deze omstandigheden, dan is de verwekker juridisch gezien niet de vader van het kind. Ondanks dat hij niet de status van juridische vader heeft, rust er toch een onderhoudsplicht op de verwekker op grond van artikel 1:394 BW indien het kind geen juridische vader heeft. De Hoge Raad heeft aangenomen dat deze onderhoudsplicht ook kan gelden indien het kind wel een juridische vader heeft, met een beroep op artikel 8 EVRM. 74 Een verwekker zonder family life heeft geen recht op omgang met het kind. Ook heeft hij geen recht op informatie en consultatie over het kind. Het kan erg moeilijk (of zelfs onmogelijk) zijn voor een verwekker om family life te creëren met zijn biologische kind, indien diens juridische ouders omgang onmogelijk maken. Mocht verwekker of kind komen te overlijden, dan hebben zij indien er geen testament is die anders bepaald - erfrechtelijk gezien geen rechten ten opzichte van elkanders nalatenschap. Een uitzondering geldt indien er een onderhoudsplicht voor de verwekker gold op grond van artikel 1:394 BW. In dat geval kan het kind aanspraak maken op een som ineens. De onderhoudsplicht van de verwekker wordt zo als het ware voortgezet na diens dood. In de kern houdt het Nederlandse naamrecht (als geregeld in artikel 1:5 BW) in dat het kind slechts de achternaam van een van zijn juridische ouders kan dragen. Bij uitzondering ligt dit anders. Bijvoorbeeld in het kader van een gezagswijziging. Tenslotte kan een juridisch vader om het (gezamenlijk) ouderlijk gezag verzoeken. Een verwekker die niet tevens juridisch vader is kan dit niet. Artikel 1:253t BW biedt de enige mogelijkheid voor een niet-juridisch ouder om gezamenlijk met een juridisch ouder om het gezag te verzoeken. De verwekker is hier onder andere afhankelijk van de medewerking van de moeder van het kind. Slechts door het juridische vaderschap aan te kunnen tasten, kan de verwekker de rechter om vervangende toestemming vragen om het kind te erkennen om zo zelf juridisch vader te worden. Zoals we zojuist gezien hebben is het zijn van juridisch vader op tal van terreinen belangrijk. De onderwerpen die ik in dit hoofdstuk heb behandeld zijn geenszins uitputtend bedoeld. Op tal van andere terreinen is het zijn van juridisch ouder van doorslaggevende betekenis. Denk hierbij aan het recht als procesvertegenwoordiging op te treden voor het kind, van toestemming opdat de minderjarige kan huwen, het kunnen verzoeken om kinderbeschermingsmaatregelen, etc. 74 HR 26 april 1996, NJ 1997, 119; HR 18 februari 2011, LJN BO

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het ontstaan van het moederschap van rechtswege van en de mogelijkheid van erkenning door de vrouwelijke partner van de moeder MEMORIE VAN

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk] 2012 Naam: Loes van Thiel ANR: 535277 begeleider: Mr. Smits [ Binnen welk juridisch kader kan de rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Scriptie Rechtsgeleerdheid De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Tijd voor verandering? Naam: Imke Jansen ANR: 767356 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

239. Duomoederschap anno 2014

239. Duomoederschap anno 2014 239. Duoschap anno 2014 Mr. dr. M.J. Vonk Vanaf 1 april 2014 is het mogelijk om via het afstammingsrecht twee juridische s te hebben. Op de geboorteakte staan dan een en een uit wie het kind is geboren.

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

ANNOTATIES. Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker. Prof.mr. A.J.M. Nuytinck

ANNOTATIES. Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker. Prof.mr. A.J.M. Nuytinck Vernietiging door verwekker van erkenning door niet-verwekker Prof.mr. A.J.M. Nuytinck HR 12 november 2004, JOL 2004, 578, RvdW 2004, 125 (mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens,

Nadere informatie

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick.

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick. Een vergelijking tussen huidig recht en toekomstige wetgeving: zorgt het wetsvoorstel Lesbisch ouderschap voor een verbetering van de rechtspositie van de meemoeder en de zaaddonor? Auteur Monique Borsje

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

INLEIDING De termijnen in het Nederlandse afstammingsrecht Het Nederlandse afstammingsrecht Inleiding...

INLEIDING De termijnen in het Nederlandse afstammingsrecht Het Nederlandse afstammingsrecht Inleiding... INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 4 1. De termijnen in het Nederlandse afstammingsrecht... 6 1.1. Het Nederlandse afstammingsrecht... 6 1.1.1. Inleiding... 6 1.1.2. Het door huwelijk ontstane vaderschap... 6

Nadere informatie

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Geboren met twee moeders

Geboren met twee moeders Geboren met twee moeders Een onderzoek naar het belang van het kind dat is geboren binnen een lesbische relatie Masterscriptie Jeugdrecht Emma Merkx Naam: E.T.P. Merkx Studentnummer: 0910104 Masteropleiding:

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen } Ouderschap } Gezag } Positie gescheiden ouders } Grove schets van internationale aspecten Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen 1 } Uit wie het kind

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Verwekker naast juridische vader onderhoudsplichtig? Prof. mr. A.J.M. Nuytinck

Verwekker naast juridische vader onderhoudsplichtig? Prof. mr. A.J.M. Nuytinck Verwekker naast juridische vader onderhoudsplichtig? Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 18 februari 2011, LJN: BO9841, NJ 2011, 90 (mrs. D.H. Beukenhorst, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk en

Nadere informatie

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? december 2012 mr D.H.P. Cornelese De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur

Nadere informatie

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK?

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK? Het wetsvoorstel betreffende de wijzigingen van boek 1 Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie In hoeverre waarborgt

Nadere informatie

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht De positie van de biologische vader in het omgangsrecht Mireille Meijering Augustus 2013 Scriptiebegeleider: Maaike Voorhoeve Tweedelezer: Chantal Mak Inhoudsopgave Lijst van afkortingen... 4 Inleiding...

Nadere informatie

Maart 2012 N. Leeuwrik

Maart 2012 N. Leeuwrik Lesbisch ouderschap: instemmen met het wetsvoorstel lesbisch ouderschap of vasthouden aan de vereenvoudigde adoptieprocedure? In hoeverre worden de belangen van het kind gewaarborgd in het wetsvoorstel

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht?

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de termijnen in het Nederlandse en Turkse afstammingsrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (oude regeling)

Nadere informatie

Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst

Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst Anne Mollema Inleiding Als er één vakgebied bestaat binnen het civiele recht waar het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 153 Wet van 14 maart 2002, houdende regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach 1. Dit protocol: o legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; o formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden, ter

Nadere informatie

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap 1. Inleiding In april 2014 heeft de ministerraad op voorstel van de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 242 Rijkswet van 17 juni 2010, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9463 22 juni 2010 Besluit van de Minister van Justitie van 10 juni 2010, nr. WBN 2010/5, houdende wijziging van de Handleiding

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mede in verband met de evaluatie van de Wet openstelling huwelijk en de Wet geregistreerd partnerschap

Nadere informatie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie De keuze van de achternaam Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht Titel 2 Het recht op de naam Artikel 5 1. Indien een kind alleen in familierechtelijke betrekking

Nadere informatie

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming?

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming? Eindscriptie Personen & Familierecht Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming? Auteur: Mark S. Franse Administratienr: S306472 Scriptiebegeleider: Mw. Mr J.A.E. van Raak - Kuiper

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 06-06-2012 Datum publicatie 12-09-2012 Zaaknummer 123542 FARK 11-1407 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

In artikel 3, eerste lid, wordt een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vervangen door: een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap.

In artikel 3, eerste lid, wordt een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vervangen door: een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. W03.11.0034/II Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Ouderschap, gezag en scheiding

Ouderschap, gezag en scheiding Ouderschap, gezag en scheiding mr. Paulien Boerkamp met dank aan: mr. Lydia Janssen 2 en 12 maart 2015 Programma Twee soorten juridische banden met kind: 1. Ouderschap (= familie) 2. Gezag (= zeggenschap)

Nadere informatie

Ontkenning vaderschap door bijzondere curator namens minderjarige

Ontkenning vaderschap door bijzondere curator namens minderjarige Ontkenning vaderschap door bijzondere curator namens minderjarige Prof.mr. A.J.M. Nuytinck HR 31 oktober 2003, RvdW 2003, 167 (mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 813 (R 1873) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke

Nadere informatie

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 21 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 2.1 Inleiding 23 2.2 Afstamming 23 2.2.1 Geboorte 24 2.2.2 Erkenning 25 2.2.3 Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap 26 2.2.4 Vaderschapsactie

Nadere informatie

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen Programma: 13.45 u Inloop 14.00 u Opening Catelijne van der Hoeven, stafarts Jeugd en Gezin 14.05 Juridisch

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19499 1 november 2011 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke

Nadere informatie

Adoptie van een kind in Nederland

Adoptie van een kind in Nederland Adoptie van een kind in Nederland Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie Hoofdstuk 4. Prodedure in geval van interlandelijke

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Op De Wonderboom: Protocol School en Scheiding

Op De Wonderboom: Protocol School en Scheiding Inleiding In dit protocol willen wij een aantal uitgangspunten vastleggen rondom (echt)scheiding. Als school worden we geconfronteerd met kinderen waarvan de ouders gaan scheiden of zijn gescheiden. Uitgangspunt

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Elfde druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2012 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk

Nadere informatie

Gew. bij S.B. 1983 no. 104.

Gew. bij S.B. 1983 no. 104. WET van 24 november 1975, tot regeling van het Surinamerschap en het Ingezetenschap (S.B.1975 no.4), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1983 no. 104, S.B. 1984 no. 55, S.B.

Nadere informatie

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt dus bij welke familie je hoort. Ouders Met je ouders heb

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. Procedure. JPF 2010/63 Rechtbank 's-gravenhage 3 november 2008, 305989 FA RK 08-1672; LJN BG8815. ( Mr.

» Samenvatting. » Uitspraak. Procedure. JPF 2010/63 Rechtbank 's-gravenhage 3 november 2008, 305989 FA RK 08-1672; LJN BG8815. ( Mr. JPF 2010/63 Rechtbank 's-gravenhage 3 november 2008, 305989 FA RK 08-1672; LJN BG8815. ( Mr. Verbeek ) [De moeder] te [plaats] (Marokko), hierna te noemen: de moeder, advocaat: mr. M. Kaouass. Als belanghebbenden

Nadere informatie

Definities van de gehanteerde termen:

Definities van de gehanteerde termen: Protocol Scheiding in school 1 Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden om misverstanden te voorkomen; beschrijft

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17072017 Datum publicatie 03082017 Zaaknummer C/09/522456 / FA RK 168986 Rechtsgebieden Personen en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen DE RECHTSPOSITIE VAN DE BEKENDE DONOR; EEN RECHTSVERGELIJKEND PERSPECTIEF Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen De rechtspositie van de bekende donor Een rechtsvergelijkend

Nadere informatie

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Onderzoek naar het wettelijk vastleggen van het duomoederschap Masterscriptie Universiteit van Tilburg door Jolien Witsmeer 1 Voorwoord

Nadere informatie

14 Nederlands nationaliteitsrecht

14 Nederlands nationaliteitsrecht MONOGRAFIEËN PRIVAATRECHT Prof. mr. G.R. de Groot Prof. mr. M. Tratnik 14 Nederlands nationaliteitsrecht Vierde druk p. Kluwer a Wolters Kluwer business Kluwer - Deventer - 2010 INHOUDSOPGAVE Lijst van

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2709

ECLI:NL:CRVB:2017:2709 ECLI:NL:CRVB:2017:2709 Instantie Datum uitspraak 02-08-2017 Datum publicatie 08-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1541 WSF Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Prejudiciële beslissing op vraag van: ECLI:NL:RBDHA:2016:14425

Prejudiciële beslissing op vraag van: ECLI:NL:RBDHA:2016:14425 ECLI:NL:HR:2017:942 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 19-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 16/05572 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:104

Nadere informatie

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Afstamming U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Inhoud Afstamming in het Belgische recht...3 Afstamming krachtens de wet...4 Afstamming langs moederszijde...4 Afstamming langs

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54145

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22956 8 augustus 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 5 augustus 2014, nummer WBN 2014/5,

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-01-2011 Datum publicatie 07-02-2011 Zaaknummer 82435 FA RK 10-2820 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 21-12-2004 Datum publicatie 13-01-2005 Zaaknummer B04/635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 675 Regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet conflictenrecht afstamming) Nr.

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP

DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP MASTERSCRIPTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHT DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP Verbetering gewenst? Universiteit van Tilburg 19-11-2013 Auteur: Kelly Lemmens ANR: 273183 Studentnummer: 1248428

Nadere informatie

Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in

Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in het belang van het kind? Een vader heeft ook rechten In

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr.

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr. Zonneveld ) Mr. A.R.M. van Kempen, advocaat, kantoorhoudende te Amsterdam, in haar hoedanigheid

Nadere informatie

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag ~ Telefoon Fax algemeen (070) (070) 361 93361 009310 Fax rechtspraak (070) 361 9315 Aan de

Nadere informatie

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen?

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? De wenselijkheid van drie of vier ouders NAAM: JOELLE HENDRIKS ADMINISTRATIENUMMER: 477595 SCRIPTIEBEGELEIDER: PROF. MR. P. VLAARDINGERBROEK DATUM:

Nadere informatie

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht)

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) A 2010 l**l N 29 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) IN NAAM DER KONINGIN! In overweging genomen

Nadere informatie

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS Stichting KBO Haarlem-Schoten December 2016 Inleiding Steeds vaker worden scholen betrokken bij conflicten tussen ouders, die niet meer samen leven. Deze betrokkenheid ontaardt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 9 Wet van 21 december 2000 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen

Nadere informatie

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT Sinds 1 januari 2003 is de wetgeving met betrekking tot het erfrecht gewijzigd. Het grootste deel van de wijzigingen in het erfrecht heeft betrekking op gehuwden (of geregistreerde

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

Rechtsgevolgen van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap na overlijden van de man.

Rechtsgevolgen van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap na overlijden van de man. Rechtsgevolgen van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap na overlijden van de man. Van rechtsonzekerheid naar rechtszekerheid voor de nabestaanden. Masterscriptie Nina Beekmans ANR 880365 Rechtsgevolgen

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Openbare basisschool De Trinoom Diemewei 45-05 6605 XH Wijchen tel: 024-6456608 administratie@trinoom.nl Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Geachte ouders/verzorgers, Voor u ligt het

Nadere informatie

Internationale adoptie, Illegale overbrenging, Voorlopige voogdij, Internationale erkenning

Internationale adoptie, Illegale overbrenging, Voorlopige voogdij, Internationale erkenning JPF 2011/136 Gerechtshof 's-gravenhage 13 april 2011, 200.044.596/01; 200.068.764/01; LJN BQ2950; LJN BQ2937. ( mr. Mink mr. Van de Poll mr. Van der Kuijl ) [Appellant] te [woonplaats], verzoeker in hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Tiende druk y> Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V

Nadere informatie

De Arubaanse en de Curaçaose verwekker en de nationaliteit van het door hen postnataal erkende kind

De Arubaanse en de Curaçaose verwekker en de nationaliteit van het door hen postnataal erkende kind De Arubaanse en de Curaçaose verwekker en de nationaliteit van het door hen postnataal erkende kind Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 26 januari 2007, LJN: AZ1624, NJ 2007, 73, Arubaanse zaak, alsmede HR 26

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT OUDERS

INFORMATIEPLICHT OUDERS INFORMATIEPLICHT OUDERS 1. INLEIDING Alle ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind van de school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Soms is er maar één ouder van het kind

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding

Protocol School en Scheiding Protocol School en Scheiding Dit protocol legt uit wie voor de wet ouder van een kind is, beschrijft hoe de Nutsscholen omgaan met de informatievoorziening aan nietsamenwonende ouders, formuleert een aantal

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie