3.1 IEDEREEN DOET MEE...26

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "3.1 IEDEREEN DOET MEE...26"

Transcriptie

1 Inhoud AANBIEDINGSBRIEF INLEIDING EN FINANCIEEL OVERZICHT BEGROTINGSBIJSTELLINGEN HET PROGRAMMAPLAN IEDEREEN DOET MEE BETROKKENHEID EN PARTICIPATIE BIEDEN VAN ZORG OP WEG MET TALENT GOEDE SCHOOLLOOPBAAN VOOR IEDEREEN SPORT EN RECREATIE VERHOGEN ARBEIDSPARTICIPATIE EN BIEDEN VAN INKOMENSONDERSTEUNING LEEFBARE STAD WIJKONTWIKKELING EN -BEHEER OPTIMALISEREN STEDELIJK VERKEER VERSTERKEN DUURZAAMHEID STERKE STAD WERKEN AAN DE BASIS KWALITEIT AANBOD VERSTERKEN VERBETEREN REGIONALE BEREIKBAARHEID IMAGO VERSTERKEN VEILIGE STAD VEILIGHEID VOOR DE LELYSTEDELING GEMEENTELIJKE DIENSTVERLENING GEMEENTELIJKE ORGANISATIE ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN (EN ONVOORZIEN) PARAGRAFEN BEDRIJFSVOERING GRONDBELEID LOKALE HEFFINGEN WEERSTANDSVERMOGEN FINANCIERING ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN VERBONDEN PARTIJEN ONDERZOEKSAGENDA OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN EN TOELICHTING FINANCIËLE POSITIE STAND EN VERLOOP RESERVES EN VOORZIENINGEN OVERZICHT VAN INVESTERINGEN VERLOOP ACTIVA EMU SALDO LENINGENPORTEFEUILLE JAARLIJKS TERUGKERENDE ARBEIDSKOSTEN GERELATEERDE VERPLICHTINGEN BIJLAGE 1: BEGROTINGSANALYSE PER PROGRAMMA BIJLAGE 2: OVERZICHT AFDELINGSPRODUCTEN PER PROGRAMMA BIJLAGE 3: PORTEFEUILLEVERDELING BIJLAGE 4: GRONDSLAGEN BEREKENING ALGEMENE UITKERING BIJLAGE 5: STAND VAN ZAKEN OPENSTAANDE TAAKSTELLINGEN BIJLAGE 6: DUURZAAMHEIDSPROGRAMMA BIJLAGE 7: LIJST MET AFKORTINGEN BIJLAGE 8. AANGENOMEN AMENDEMENTEN

2 Aanbiedingsbrief Aan de gemeenteraad van Lelystad uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum U oktober 2012 behandeld door algemeen nummer U bijlagen CS-CA dossiernummer JW van Dijk onderwerp Aanbieden ontwerp programmabegroting 2013 en meerjarenraming pr-nummer Geachte leden van de raad, Bij deze bieden wij u de ontwerp programmabegroting 2013 en de meerjarenraming aan. Deze programmabegroting is een uitvloeisel van de besluitvorming van de Kadernota 2013 aangevuld met de laatste actuele ontwikkelingen, zoals de septembercirculaire van het Rijk. De Kadernota 2013 is de eerstkomende jaren afgesloten met een licht positief saldo. De personele reductie die met uw raad is overeengekomen heeft hier voor een belangrijk deel aan bijgedragen. Het college heeft echter wel moeten constateren dat deze reductie niet in alle gevallen ten goede van de exploitatie is gekomen, maar ook heeft geleid tot kostenverlaging binnen grondexploitaties en een verminderde uitname uit de voorzieningen. Hierop is de begroting en de meerjarenraming aangepast. Daarnaast is het college per saldo toch geconfronteerd met nieuwe tegenvallers. Zo moeten de geraamde inkomsten uit de algemene uitkering verder naar beneden toe worden bijgesteld. Door het sturen op substantiële afname van de planontwikkelingskosten is substantieel minder gebruik gemaakt van zowel gemeentelijke als externe medewerkers ten behoeve van ontwikkelingsprojecten welke drukken op grondexploitaties. In de huidige doorberekeningsystematiek betekent dit dat de bijdrage aan de centrale overhead, zoals die jaarlijks aan het grondbedrijf werd doorbelast, eveneens substantieel moet afnemen. Dit leidt tot een correctie op de overheadbijdrage van het Grondbedrijf en derhalve tot een tegenvaller op concernniveau. Tegenover de tegenvallers staan gelukkig ook meevallers. Op het gebied van arbeidstoeleiding presteert gemeente Lelystad bovengemiddeld goed. Na het opstellen van de Kadernota 2013 heeft het ministerie de rijksbijdrage voor Lelystad positief bijgesteld. Deze bijstellingen leidt tot een meevaller van ruim 1,1 mln. op het gebied van de bijstandsuitkeringen. Het meerjarenperspectief laat een positief beeld zien, oplopend naar 4,8 mln. in Toch is dit lager dan dat ten tijde van de Kadernota 2013 werd voorzien en zijn er nog onzekerheden in de toekomst. Het weerstandsvermogen is nog altijd op peil. In de Nota reserves en voorzieningen is te zien dat de algemene reserve in 2012 wordt aangevuld tot 6 mln. en staan voorstellen om deze op het gewenste niveau van 7,1 mln. te brengen. Toch vindt het college het verstandig om terughoudendheid te betrachten. Alle gemeenten zijn in afwachting van het nieuwe regeerakkoord. Daarnaast bestaan er diverse onzekerheden en opgaven waar Lelystad de komende jaren nog voor komt te staan: voortdurende consequenties als gevolg van de economische crisis, verwerking van de effecten als gevolg van aanvullende rijksbezuinigingen en natuurlijk gevolgen van de decentralisatiedossiers. In 2013 gaat het gemeentefonds omlaag en volgens de rijksbegroting hebben gemeenten zeker tot 2017 te maken met negatieve financiële 2

3 ruimte. Daarnaast gaat het rijk de komende jaren taken overhevelen op het gebied van jeugdzorg en dagbesteding en begeleiding van de AWBZ. De decentralisaties gaan gepaard met bezuinigingen op de beschikbare budgetten. Ter voorbereiding van de Kadernota 2014, welke u in het voorjaar van 2013 wordt aangeboden en waarin deze effecten worden verwerkt, zal het college aanvullende maatregelen onderzoeken. Zoals ook al bij de Kadernota 2013 is geconcludeerd vraagt het meerjarenperspectief om op een andere manier naar onze rol en onze taken te kijken. In een krimpende organisatie zullen we op een andere manier op zoek moeten gaan naar bezuinigingsmogelijkheden. In het kader van het omdenken voert het college al enige tijd gesprekken met maatschappelijke partners op diverse beleidsterreinen. Deze gesprekken worden ook de komende tijd voortgezet. Daarnaast heeft de raad besloten een kerntakendiscussie te willen voeren. Wij leveren hier graag onze bijdrage aan. Hoogachtend, het college van de gemeente Lelystad, de secretaris, de burgemeester, 3

4 1. Inleiding en financieel overzicht Ter voorbereiding van de programmabegroting 2013 en de meerjarenraming heeft de raad in juli de Kadernota vastgesteld. De aangenomen amendementen hebben geleid tot onderstaand meerjarenperspectief. Het eindsaldo van deze Kadernota na verwerking van de amendementen vormt uiteraard het beginsaldo van deze ontwerp programmabegroting. Recapitulatie effect aangenomen amendementen op het begrotingssaldo bedragen x 1000, Saldo Kadernota vóór raadsbehandeling Verbeteren kwaliteit uitvoering (wetgeving OFGV) [Amendement 10] Implementatie nieuwe Drank en Horecawet [Amendement 23] Actualisatie totale OZB ontvangst [Amendement 31] Duurzaamheidsbeleid - uitvoeringsprogramma 2013 [Amendement 15] Nachtnet spoorverbinding Zwolle-Amsterdam [Voorstel vervallen] Stimuleren ontwikkeling kust [Amendement 17] Exploitatiekosten Burgernet Lelystad [Amendement 26] Rechtmatigheid [Amendement 35] Waterpassing peilmerken hoogtebouten net Lelystad [Amendement 32] Compensatieregeling ozb voor startende ondernemers [Amendement 37] Markten [Amendement 22] Verminderen politieke ambtsdragers [Amendement 39] Invoeren toeristenbelasting [Amendement 44] Eindsaldo Kadernota ná raadsbehandeling Beginsaldo programmabegroting De gepresenteerde bijstellingen op het bovenstaande beginsaldo van de programmabegroting worden in principe alleen veroorzaakt door actualisaties en nieuwe bijstellingen die geen uitstel tot de Kadernota 2014 dulden. Nieuwe afweegbare voorstellen zijn uitzondering, in principe dient de beleidsafweging bij de Kadernota plaats te vinden. Op de volgende pagina volgt een specificatie van de Kadernota naar de diverse programma s. Vervolgens zullen de daarop voorgestelde bijstellingen worden gepresenteerd. 4

5 De bijstellingen In onderstaande tabel komt de onderste rij overeen met de eindstand van de Kadernota na raadsbehandeling. Vervolgens volgt op de volgende pagina een overzicht van de voorgestelde bijstellingen op het begrotingssaldo eindigend in de eindstand van deze ontwerp programmabegroting Tabel: Overzicht programma's Bedragen x Totaaloverzicht Exploitatie Lasten P1 Iedereen doet mee P2 Op w eg met talent P3 Leefbare stad P4 Sterke stad P5 Veiligheid - Veilige stad P6 Voor de Lelystedeling Totaal Lasten Baten P1 Iedereen doet mee P2 Op w eg met talent P3 Leefbare stad P4 Sterke stad P5 Veiligheid - Veilige stad P6 Voor de Lelystedeling Totaal Baten Totaal Exploitatie Reserves Lasten P1 Iedereen doet mee P2 Op w eg met talent P3 Leefbare stad P4 Sterke stad P5 Veiligheid - Veilige stad P6 Voor de Lelystedeling Totaal Lasten Baten P1 Iedereen doet mee P2 Op w eg met talent 200 P3 Leefbare stad 117 P4 Sterke stad 125 P5 Veiligheid - Veilige stad P6 Voor de Lelystedeling Totaal Baten Totaal Reserves Eindstand kadernota ná verw erking amendementen

6 Tabel: Overzicht middelen Bedragen x Begroting Meerjarenraming Overzicht voorgestelde bijstellingen Eindstand kadernota ná verw erking amdementen Voorgestelde wijzigingen 1. Iedereen doet mee Onontkoombare bijstellingen Werkbudget SWL ten behoeve van HNW in de Wijk Overheadkosten detachering gemeentepersoneel naar SWL Extra contactmoment jeugdgezondheidszorg Extra contactmoment jeugdgezondheidszorg - dekking AU Wijkverpleegkundige in de w ijk (Zichtbare Schakel) Wijkverpleegkundige in de w ijk (Zichtbare Schakel) - dekking AU LHBT- emancipatiebeleid LHBT- emancipatiebeleid - dekking AU Invoeringsbudget decentralisatie jeugdzorg -65 Invoeringsbudget decentralisatie jeugdzorg - dekking AU 65 Besparingen Kapitaallasten MFA light w aterw ijk GGD Flevoland Totaal 1. Iedereen doet mee Op weg met talent Onontkoombare bijstellingen Actualisatie bijstandsuitkeringen Combinatiefuncties sportimpuls Combinatiefuncties sportimpuls - dekking AU Besparingen Duurzame uitstroom Gemeenschappelijke regeling WSW 50 Totaal 2. Op weg met talent Leefbare stad Onontkoombare bijstellingen Actualisatie budgetten Collectief Vraagafhankelijk Vervoer Wenselijke bijstellingen Duurzaamheidsprogramma Duurzaamheidsprogramma dekking Nuon Reserve 100 Besparingen Wijkbus via BDU Totaal 3. Leefbare stad Sterke stad Onontkoombare bijstellingen Begeleiding breedband -40 Begeleiding breedband - dekking uit legesopbrengsten 40 Wenselijke bijstellingen Regionale samenw erkingsverbanden Bedrijfsinvesteringszone Bedrijfsinvesteringszone - dekking WOZ heffing Totaal 4. Sterke stad Veilige stad Onontkoombare bijstellingen Actualisatie bijdrage veiligheidsregio Wenselijke bijstellingen Burgernet Totaal 5. Veilige stad Voor de Lelystedeling Onontkoombare bijstellingen Technische actualisaties Actualisatie salarissen en sociale lasten Actualisatie bijdrage Grondbedrijf aan bedrijfsvoering Actualisatie algemene uitkering Onderhoud GBA Onderhoud GBA - dekking uit telefonische dienstverlening Wenselijke bijstellingen Kw ijtschelding ondernemers Besparingen NUP gelden Bedrijfsvoering 200 Actualisatie ICL storting in voorziening Actualisatie opbrengsten precario Vrijval reserve Bovenw ijkse voorzieningen 510 Inzet ruimte in begroting Budget materieel evenw icht 768 Stelpost rijksbezuinigingen Begrote storting algemene reserve 450 Totaal 6. Voor de Lelystedeling Totaal wijzigingen Totaal wijzigingen Eindstand programmabegroting ná w ijzigingen

7 Leeswijzer In dit onderdeel wordt beschreven hoe de programmabegroting is opgezet en ingedeeld. Het kan tevens gezien worden als een leeswijzer voor de begrotingsstukken. Veel van de opzet en indeling van de begroting is vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV); daarbinnen heeft de gemeente echter ook vrijheden voor de nadere invulling. Zo mag een gemeente zelf bepalen welke programma-indeling ze wil hanteren. Naast een aantal verplichte paragrafen mag de gemeente zelf nog paragrafen toevoegen. Achtereenvolgens komt u de volgende onderdelen tegen: 1. Inleiding en financieel overzicht Het financieel overzicht staat op de vorige pagina gepresenteerd. Hieruit is het eindsaldo van de Kadernota en het nieuwe eindsaldo van de Programmabegroting 2013, wanneer de raad de voorgestelde bijstellingen vaststelt, af te leiden. 2. Begrotingsbijstellingen In dit hoofdstuk vindt u de voorgestelde bijstellingen op de begroting. De meeste zijn voorstellen die voortvloeien uit actualisaties en andere onontkoombare voorstellen (zoals de algemene uitkering, salarissen en sociale lasten en technische actualisaties). Zoals al eerder opgemerkt is het de bedoeling dat de kaders (lees: beleidsmatige voorstellen) in de Kadernota worden vastgesteld en niet in de Programmabegroting. Maar soms is dat door snelle of onvoorziene ontwikkelingen niet mogelijk. Omdat het onze voorkeur heeft om zoveel mogelijk begrotingsvoorstellen via de p&c- cyclus te laten verlopen, is een enkel beleidsmatig voorstel toegevoegd. De raad besluit over alle bijstellingsvoorstellen. De financiële consequenties van de bijstellingen zijn inzichtelijk gemaakt in de begrotingstabellen per programmahoofdstuk. 3. Het programmaplan In het programmaplan wordt per (sub)programma expliciet ingegaan op de maatschappelijke effecten en de wijze waarop er naar gestreefd wordt deze effecten te verwezenlijken. Ieder programma begint met een algemene inleiding, waarin wordt ingegaan op de relatie van de verschillende subprogramma s tot de programmabegroting als geheel. De tekstuele inleiding van het programma wordt afgesloten met een overzicht van de baten en lasten van de, binnen het programma aanwezig zijnde, subprogramma s. In feite kan deze tabel gezien worden als een financiële samenvatting van de weergegeven informatie in de daaropvolgende subprogramma s en geeft een antwoord op de vraag: Wat mag dat kosten? De raad autoriseert de begrotingsbedragen op subprogramma niveau. De gezamenlijke programma s vormen een compleet beeld van de Lelystadse financiën: er worden dus geen baten en lasten buiten de programma s om verantwoord. In de tabel vindt u een overzicht van de begroting van het programma met de daarbij behorende baten en lasten. Een verklaring voor de verschuivingen in budgetten in het begrotingsjaar 2013 ten opzichte van het begrotingsjaar 2012 kunt u vinden in de begrotingsanalyses in bijlage 1. De meerjarige ramingen zijn gebaseerd op het begrotingsjaar Indien van toepassing worden in de onderste helft van deze tabel ook de voorgestelde bijstellingen op de begroting (zie tekstuele toelichting hoofdstuk 2) financieel gepresenteerd. Vervolgens volgt op subprogrammaniveau de beantwoording van de volgende twee vragen: Wat willen we bereiken? Er wordt een algemene weergave gegeven van wat de gemeente wil bereiken binnen dit subprogramma. Vervolgens wordt in tabelvorm, met behulp van effect- indicatoren, geprobeerd een zo goed mogelijk inzicht te geven van de feitelijk beoogde maatschappelijke effecten waarnaar binnen het desbetreffende subprogramma gestreefd wordt. Wat gaan we daarvoor doen? Binnen dit onderdeel vindt u een overzicht van de prestaties van de gemeente die tot realisatie van de maatschappelijke effecten (genoemd binnen het onderdeel: wat willen we bereiken?) moeten 7

8 bijdragen. De term prestaties omvat dat wat de gemeente met behulp van de haar ter beschikking staande middelen doet of maakt. 4. De paragrafen Na de programma s en de bijstellingsvoorstellen volgen de paragrafen. Paragrafen zijn bedoeld om extra informatie te verschaffen rond de begroting, het financiële beleid en beheer. En verder om dwarsdoorsneden uit de programma s te kunnen presenteren. Financieel gezien vullen paragrafen dus de cijfers in absolute zin niet aan, maar geven er alleen een ander zicht op. De hierbij te hanteren lijn is dat het financiële beeld van de gemeentelijke begroting wordt weergegeven in de programma s. Een aantal paragrafen is verplicht voorgeschreven, te weten: a. Bedrijfsvoering b. Grondbeleid c. Lokale heffingen d. Weerstandsvermogen e. Financiering f. Onderhoud kapitaalgoederen g. Verbonden partijen h. Onderzoeksagenda Naast de verplichte paragrafen hebben we in Lelystad afgesproken de agenda van de 213aonderzoeken op te nemen als paragraaf. 5. Overzicht van baten en lasten en toelichting Het overzicht van baten en lasten geeft inzicht in de uitgaven en inkomsten per subprogramma. Daarnaast is een overzicht van incidentele baten en lasten opgenomen. Voor het overzicht van baten en lasten geldt dat een verklaring voor de verschuivingen in budgetten van het begrotingsjaar 2013 ten opzichte van het begrotingsjaar 2012 te vinden is in de begrotingsanalyses in bijlage Financiële positie De programmabegroting is belangrijk, maar minstens zo belangrijk is onze positie met betrekking tot onze bezittingen en onze schulden. Het gaat dan om onze reserves en voorzieningen, het verloop van de activa (investeringen die geactiveerd zijn) en de leningenportefeuille. Bijlagen De bijlagen betreffen achtergrondinformatie of een aanvullende toelichting op zaken waar in de programmabegroting zelf op ingegaan wordt of waar naar wordt verwezen: 1. Begrotingsanalyse per programma 2. Overzicht afdelingsproducten per programma 3. Portefeuilleverdeling Grondslagen berekening algemene uitkering 5. Stand van zaken openstaande taakstellingen 6. Duurzaamheidsprogramma Lijst met afkortingen Tot slot Zoals gebruikelijk willen we u in de gelegenheid stellen eventuele vragen (van technische aard) verhelderd te krijgen. Hiervoor is een mogelijkheid georganiseerd: op 31 oktober vindt de technische toelichting plaats. 8

9 2. Begrotingsbijstellingen De Programmabegroting 2013 is een uitwerking van de Kadernota Ten opzichte van de Kadernota zijn alleen wijzigingen voorgesteld die ofwel technisch/administratief van aard zijn of onvoorzien/ onvermijdelijk/onuitstelbaar geacht worden. De inhoudelijke voorstellen betreffen volgens bovenstaande definitie zaken die geen uitstel dulden, maar waarvan de financiële consequenties bij de Kadernota nog niet concreet in zicht waren. Eindstand kadernota ná verw erking amendementen Voorgestelde w ijzigingen Voorgestelde w ijzigingen Onontkoombare bijstellingen Iedereen doet mee Op w eg met talent Leefbare stad Sterke stad 5. Veilige stad Voor de Lelystedeling Wenselijke bijstellingen Leefbare stad 4. Sterke stad Veilige stad Voor de Lelystedeling Besparingen Iedereen doet mee Op w eg met talent Leefbare stad Voor de Lelystedeling Inzet ruimte in begroting Voor de Lelystedeling Totaal Voorgestelde w ijzigingen Totaal w ijzigingen Eindstand programmabegroting ná w ijzigingen Onontkoombare bijstellingen Bedragen x 1000,- Voorstel Werkbudget SWL ten behoeve van HNW in de Wijk Overheadkosten detachering gemeentepersoneel naar SWL Vacatureruimte naar SWL (budgetneutraal) Vanaf 1 januari 2012 zijn 11,14 fte ambtenaren gedetacheerd bij Stichting Welzijn Lelystad voor het uitvoeren van het Nieuwe Werken in de Wijk. Het Nieuwe werken in de Wijk is gericht op het verbeteren van de leefbaarheid op straat, het zorgen voor kwetsbaren in onze samenleving, het inzetten op sociale stijging van de inwoners door middel van participatie, het vergroten van zelfredzaamheid en het vergroten van het verantwoordelijkheidsgevoel voor elkaar. Taken die bij de uitvoering van deze werkzaamheden horen, zijn de coördinerende taak van de integrale teams voor welzijn en zorg (samenwerking tussen Welzijn Lelystad, Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland, Kwintes en Icare), de openstelling van de wijkinfopunten, het ontwikkelen en beheren van een overlegstructuur op wijk- en stadsniveau, het informeren van inwoners en het organiseren van activiteiten voor en met bewoners in de MFA s. Om hier ook daadwerkelijk mee aan de slag te kunnen gaan is een werkbudget noodzakelijk voor o.m. het huren van ruimte voor een wijkinfopunt als dit is gevestigd bij een maatschappelijke partner zoals een buurthuis of een verzorgingshuis, het faciliteren van de wijkinfopunten (automatisering, telefoon, koffie), de deskundigheidsbevordering van medewerkers, het organiseren van netwerkbijeenkomsten, het sturen van bewonersbrieven, het bijhouden van de websites per stadsdeel en het organiseren van gerichte activiteiten ter bevordering 9

10 van de bovengenoemde doelen. Voor het uitvoeren van deze noodzakelijke werkzaamheden is structureel een werkbudget benodigd van ,- per jaar. Verder zijn aan het detacheren van medewerkers bij Stichting Welzijn Lelystad onvermijdelijke kosten verbonden voor de zogenaamde overhead. Deze bestaan uit kantoorkosten, communicatiekosten, ondersteuningskosten en aansturingskosten. De noodzakelijke overheadkosten zijn berekend op ,- structureel per jaar. Hiervan kan structureel 5.000,- worden gedekt binnen de gemeentebegroting uit het budget kantoorkosten, voor het restant van ,- is aanvullende structureel dekking nodig. Ten slotte bestond er tijdens de overgang van het personeel naar Stichting Welzijn Lelystad vacatureruimte. Dit betekent dat er feitelijk geen 11,14 fte zijn overgegaan maar 10,39 fte. Voorgesteld wordt de hierbij behorende loonsom van de vacatureruimte ad ,- vanaf 2013 structureel als subsidie aan Welzijn Lelystad te verstrekken, waardoor Welzijn Lelystad zelf voor invulling van de vacature kan zorgen en iemand in dienst kan nemen. Voorgesteld besluit aan de raad: 1. Ten behoeve van het werkbudget van Stichting Welzijn Lelystad in het kader van Het Nieuwe Werken in de Wijk in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken. 2. Ten behoeve van de overheadkosten detachering gemeentepersoneel naar Stichting Welzijn Lelystad in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken. 3. Ten behoeve van het door Stichting Welzijn Lelystad in te vullen vacature in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken en dit te dekken uit de vrijval van vacatureruimte. Bedragen x 1000,- Voorstel Extra contactmoment jeugdgezondheidszorg Extra contactmoment jeugdgezondheidszorg - dekking AU De gemeente is op grond van de Wet publieke gezondheid verplicht tot het uitvoeren van de jeugdgezondheidszorg. Hiervoor geldt dat in ieder geval een omschreven aantal contactmomenten moet worden aangeboden om het uniforme deel van de jeugdgezondheidszorg uit te voeren. Er is bepaald dat er vanaf 1 januari 2013 een extra contactmoment komt voor adolescenten. Dit extra individuele contactmoment is bestemd voor leerlingen op het voortgezet en middelbaar onderwijs (vanaf 14 jaar) en kan zo nodig worden aangevuld met een extra gesprek, een groepsbijeenkomst of gerichte ondersteuning aan een leerkracht. Het contactmoment is gericht op een gezond gewicht (tegengaan van over- en ondergewicht), het bevorderen van seksueel gezond gedrag, de aanpak van sociaal-emotionele problematiek en het bevorderen van weerbaarheid en preventie van middelengebruik (waaronder alcohol). Voor het extra contactmoment wordt 15 miljoen extra per jaar beschikbaar gesteld aan de gemeenten. Voor Lelystad is de extra bijdrage berekend op ,- (septembercirculaire 2012). Voorgesteld besluit aan de raad: 4. Ten behoeve van een extra contactmoment jeudgezondheidszorg in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken en dit te dekken uit de hiervoor toegevoegde bijdrage binnen de algemene uitkering. 10

11 Bedragen x 1000,- Voorstel Wijkverpleegkundige in de wijk (Zichtbare Schakel) PM PM Wijkverpleegkundige in de wijk (Zichtbare Schakel) - dekking AU PM PM In 2009 is vanuit de landelijke overheid het programma Zichtbare schakel: de wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt in een aantal gemeenten gestart, waaronder in de gemeente Lelystad. Het gaat hier om de inzet van extra wijkverpleegkundigen in de wijk voor niet geïndiceerde zorg. Dit programma loopt t/m De 10 miljoen euro per jaar, die hiervoor structureel beschikbaar is, wordt met ingang van 2013 via een decentralisatie-uitkering aan gemeenten beschikbaar gesteld voor de lopende Zichtbare Schakelprojecten. Dit biedt deze gemeenten de mogelijkheid op lokaal niveau de regie te nemen om met extra inzet van de wijkverpleegkundigen de verbinding tussen wonen, preventie, welzijn en zorg verder te verbeteren. Op basis van een evaluatie zal worden bepaald hoe de middelen na 2014 worden ingezet/verdeeld. De betrokken gemeenten dienen met deze bijdrage de inzet van de wijkverpleegkundigen te continueren. In Lelystad is begin 2012, mede in het kader van het Nieuwe Werken in de Wijk, gestart met de integrale teams voor welzijn en zorg. Icare neemt met de wijkverpleegkundigen (o.a. vanuit het programma Zichtbare Schakel) deel aan deze teams. De wijkverpleging wordt gezien als een belangrijke schakel in de wijk en een belangrijke partner binnen de integrale teams. In de septembercirculaire 2012 is vermeld dat er voor Lelystad voor 2013 en 2014 jaarlijks beschikbaar is. Met deze budgetten kan de inzet van de wijkverpleegkundigen binnen de integrale teams worden gecontinueerd. Voorgesteld besluit aan de raad: 5. Ten behoeve van wijkverpleegkundige in de wijk (zichtbare schakel) in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming in ,- te verwerken en dit te dekken uit de hiervoor toegevoegde bijdrage binnen de algemene uitkering Bedragen x 1000,- Voorstel LHBT-emancipatiebeleid LHBT-emancipatiebeleid- dekking AU In het kader van het landelijk LHBT beleid (lesbiennes, homo s, biseksuelen en transgenders) is de gemeente Lelystad aangewezen als koploper door het ministerie. Om hier aan te voldoen is een plan van aanpak gemaakt door het Bureau Gelijke Behandeling Flevoland, samen met het COC en de gemeente. In het plan wordt een aantal acties beschreven die moeten leiden tot meer acceptatie van homoseksuelen. Dit plan is ingediend bij het ministerie en heeft geleid tot een extra bijdrage van het rijk van ,- voor de jaren 2012, 2013 en 2014 (septembercirculaire 2012). Voorgesteld besluit aan de raad: 6. Ten behoeve van de uitvoering van het bij het rijk ingediende projectplan LHBTemancipatiebeleid in de begroting 2013 en ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en dit te dekken uit de hiervoor toegevoegde bijdrage binnen de algemene uitkering. Bedragen x 1000,- Voorstel Invoeringsbudget decentralisatie jeugdzorg Invoeringsbudget decentralisatie jeugdzorg - dekking AU Op 1 januari 2015 wordt naar verwachting de jeugdzorg gedecentraliseerd richting gemeente. Dit is een omvangrijke taak waar veel middelen mee zijn gemoeid. Bij de vaststelling van de begroting

12 is besloten dat de middelen die beschikbaar komen voor de voorbereiding van de transities, daar ook voor worden gereserveerd. Er is voor miljoen beschikbaar om de voorbereidingskosten samenhangend met de decentralisatie van de jeugdzorg te dekken. Er zijn inmiddels afspraken gemaakt over de verdeling van 24 miljoen. Op basis hiervan is voor Lelystad ,- beschikbaar (septembercirculaire 2012). Er moeten op landelijk niveau nog afspraken worden gemaakt over de resterende 24 miljoen. Het resultaat hiervan wordt in de Meicirculaire 2013 bekend gemaakt. Er is inmiddels gestart met de voorbereidingen. Het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk binnen de bestaande formatie wordt opgepakt. Het gaat evenwel om een omvangrijke en ingewikkelde taak. Het zal daarom noodzakelijk zijn om, naast de interne inzet, ook de nodige deskundigheid en capaciteit van buiten in te zetten en te experimenteren met een vernieuwd aanbod en innovatieve programma s. Voorgesteld besluit aan de raad: 7. Ten behoeve van het invoeringsbudget decentralisatie jeugdzorg in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en dit te dekken uit de hiervoor toegevoegde bijdrage binnen de algemene uitkering Bedragen x 1000,- Voorstel Combinatiefuncties sportimpuls Combinatiefuncties sportimpuls - dekking AU Het ministerie van VWS stelt aan gemeenten per 1 januari 2012 een structureel bedrag van 8 miljoen extra beschikbaar, dat per 1 januari 2013 oploopt tot een bedrag van 19 miljoen. Van gemeenten wordt verwacht dat zij zich gaan inspannen om combinatiefuncties, werkzaam als buurtsportcoaches, in dienst te (laten) nemen. Gemeenten krijgen per fte 40% vergoed van het rijk ( ) en dienen qua cofinanciering 60% per fte ( ) bij te dragen. Gemeente Lelystad heeft succesvol een aanvraag ingediend waardoor de cofinanciering van 4,5 FTE vanaf 2013 is gehonoreerd (junicirculaire). De extra bijdrage die wij hiervoor ontvangen dient vanuit de algemene uitkering te worden geboekt op het budget sportbedrijf NV. Op deze manier kan een bezuinigingstaakstelling gelijk aan dit bedrag worden geëffectueerd. Begrotingstechnisch sluit dit voorstel nu op nul, maar per saldo is hiermee bij de Kadernota een bezuiniging van bereikt. Voorgesteld besluit aan de raad: 8. Ten behoeve van de combinatiefunctionaris sportimpuls in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken en dit te dekken uit de hiervoor toegevoegde bijdrage binnen de algemene uitkering. Bedragen x 1000,- Voorstel Actualisatie bijstandsuitkeringen Betreft actualisatie ten opzichte van voorstel Kadernota In de Kadernota werd uitgegaan van gemiddeld 1950 klanten voor Door recente ontwikkelingen - met name vervallen huishoudtoets - behoeft dit bijstelling tot : 2049 klanten voor 2013 (= + 99 t.o.v de Kadernota) 2188 klanten voor 2014 (= - 6 t.o.v. de Kadernota); Daarnaast zijn door de aanhoudende crisis meer gezinnen aangewezen op een bijstandsuitkering, waardoor de gemiddelde uitkeringslast - conform de landelijke trend - is gestegen tot Voor de periode na 2014 is de autonome groei van het klantenbestand verlaagd van 209 naar 0 in verband met de onzekerheid over de ontwikkelingen op dit terrein. In 2013 zal bekeken worden hoe een en ander zich verder ontwikkelt. De met ingang van 2015 resterende groei is een gevolg van 12

13 dalend participatiebudget en de terugkeer van klanten op reïntegratietrajecten die geen emplooi hebben gevonden op de arbeidsmarkt klanten voor 2015 (= -/- 156 t.o.v. de Kadernota) klanten voor 2016 (= -/- 156 t.o.v. de Kadernota). De geactualiseerde rijksbijdrage is gebaseerd op de voorlopige beschikking 2013 welke eind september 2012 is afgegeven door het ministerie. De rijksbijdrage is 4,2 mln hoger dan vermeld in de Kadernota Na het opstellen van de Kadernota heeft het ministerie de bijdrage twee keer positief bijgesteld (te verdelen macrobudget is gestegen). Het ministerie verklaart het hogere macrobudget als volgt: doorrekening van de verwachte stijging van het werkloosheidscijfer 2013 en de volumestijging 2012, doorrekening van effecten van het rijksbeleid zoals leeftijdsverhoging AOW (mensen zitten langer in de bijstand), compensatie van de weglek naar wwb door ombuiging reintegratie en overgangsregeling WWIK en de doorrekening van de conjuncturele effecten. NB: Het voorlopig toegekende rijksbudget WWB 2013 bedraagt 28,6 mln. en de verwachte (bruto) uitkeringslast bedraagt 29,0 mln. Voorgesteld besluit aan de raad: 9. Ten behoeve van de actualisatie bijstandsuitkeringen in de begroting 2013 een positieve bijstelling van ,- te verwerken, en in de meerjarenraming in ,- en met ingang van te verwerken. Bedragen x 1000,- Voorstel Actualisatie budgetten Collectief Vraagafhankelijk Vervoer Het uitgavenbudget voor het collectief vervoer is geactualiseerd onder gelijktijdige ophoging van de bijbehorende baten (provinciale subsidie). Dit terwijl de baten separaat ook al in 2011 waren geactualiseerd. Hierdoor is een doublure ontstaan in de baten van het meerjaren perspectief, die alsnog moet worden gecorrigeerd. Daarnaast is de toekomstige provinciale bijdrage (BDU) voor het collectief vervoer geactualiseerd conform recente opgave van de provincie onder gelijktijdige aanpassing van het corresponderende uitgavenbudget. De doorwerking hiervan naar 2013 en verder dient alsnog via een technische aanpassing te worden geconcretiseerd. Ten behoeve van de uitwerking wordt voorgesteld om in ,- gelet op de historie - alsnog ten laste te brengen binnen het WMO budget en de ambtelijke uren die niet langer declarabel zijn ten laste van de BDU alsnog te dekken door een besparing elders binnen de afdeling. Daardoor resteert per saldo een claim ten laste van de algemene middelen van ,- in 2013 en ,- vanaf Voorgesteld besluit aan de raad: 10. Ten behoeve van de actualisatie budgetten Collectief Vraagafhankelijk Vervoer in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken. Bedragen x 1000,- Voorstel Begeleiding breedband Begeleiding breedband - dekking uit legesopbrengsten 40 Het college heeft in 2009 in het kader van de aanleg van het glasvezelnetwerk besloten de te ontvangen leges in te zetten als dekking voor de gemeentelijke kosten. Het project verloopt meerjarig waarbij de planbegeleiding van een volgende fase wordt gefinancierd uit de legesopbrengst van de voorgaande fase. In 2011 is in dit kader ,- aan leges ontvangen voor de aanleg in de Landstrekenwijk en Warande. 13

14 Reggefiber heeft fase 2 begin 2012 gestart. Deze fase bestaat uit: Lelystad-Haven, Hollandse Hout, Schoener, Tjalk, Botter. Inmiddels is het aantal aanmeldingen genoeg gebleken om te starten met het aansluiten van woningen met een benodigde gemeentelijke inzet van ,-. De intentie is om tot woningen per keer projectmatig aan te pakken conform de twee gerealiseerde gebieden. Per deelgebied zal door Reggefiber een investeringsbeslissing genomen gaan worden. Vanuit het benodigd bedrag van ,- moeten de noodzakelijke ondersteunende gemeentelijke activiteiten in 2013 en verder betaald worden met dekking vanuit de te ontvangen leges. Voorgesteld besluit aan de raad: 11. Ten behoeve van de begeleiding breedband in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en dit te dekken uit de legesopbrengsten. Bedragen x 1000,- Voorstel Actualisatie bijdrage veiligheidsregio Deze actualisatie betreft het verschil tussen wat er in de gemeentelijke begroting als bijdrage voor de veiligheidsregio geraamd is en de bijdrage die op basis van de begroting van de veiligheidsregio overgemaakt dient te worden. Deze actualisatie is het saldo van een aantal componenten: - Inflatiecorrectie als gevolg van de vastgestelde loon- en prijsontwikkelingen (juni circulaire); - De verwerking van diverse taakstellingen in de begroting van de veiligheidsregio. Voorgesteld besluit aan de raad: 12. Ten behoeve van de actualisatie bijdrage veiligheidsregio in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken. Bedragen x 1000,- Voorstel Onderhoud GBA Onderhoud GBA - dekking uit telefonische dienstverlening In 2010 is er een nieuwe applicatie aangeschaft voor de gemeentelijke basis administratie (GBA) en daarbij is er ook een nieuw onderhoudscontract afgesloten. Dit onderhoudscontract is hoger dan het contract met de vorige leverancier. Ook zijn er nieuwe koppelingen tot stand gekomen die vanuit contractueel oogpunt extra kosten met zich meebrengen. Deze kosten waren in eerdere besluitvorming niet inzichtelijk gemaakt, maar zijn wel realiteit. Deze extra kosten betreffen ,-. In het budget: Klant Contact Centrum is opgenomen ,- voor onder andere kosten voor het externe callcentrum. Door de verbetering en andere inrichting van de telefonische dienstverlening zullen deze kosten in 2013 en verder ongeveer ,- lager uitvallen dan begroot. Ons voorstel is daarom om de onderhoudskosten te dekken met de hier beschikbaar komende middelen. Voorgesteld besluit aan de raad: 13. Ten behoeve van het onderhoud GBA in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken en dit te dekken uit de bestaande middelen voor telefonische dienstverlening. 14

15 Bedragen x 1000,- Voorstel Actualisatie salarissen en sociale lasten Voor het jaar 2013 en verder zijn in de Kadernota 2013 aanvullende middelen toegekend, anticiperend op de CAO gemeenteambtenaren en de verwachte stijging in sociale lasten. De inschatting ten tijde van de Kadernota was dat de doorgevoerde verhoging van de sociale lasten structureel van aard zou zijn en dat er in de CAO voorzien zou worden in een structurele loonstijging van in totaal 1,5%. Ten tijde van het totstandkomingproces van de Kadernota was het uiteindelijke CAO onderhandelingsresultaat van in totaal 2% structureel echter nog niet bekend. Resulterend in een verschil van 0,5%. In het raadsbesluit Z (dd 19 juni 2012), heeft de raad besloten: geen wensen of bedenkingen te uiten tegen (het besluit van het college in te stemmen met) het principeakkoord CAO In dit voorstel heeft het college reeds aangegeven dat het hierboven genoemde verschil van 0,5% resulteert in een actualisatievoorstel in de programmabegroting 2013 van structureel ,-. Ook een verdere stijging van de pensioenpremies is in beperkte mate in dit voorstel verwerkt. In de paragraaf weerstandsvermogen is een verdere stijging van de sociale lasten gekwantificeerd als risico. De ontwikkelingen op dit gebied zijn momenteel lastig te voorspellen. Enerzijds is recent het voornemen uitgesproken de rekenrente voor pensioenfondsen aan te passen voor een deel van het kapitaal, wat een drukkend effect heeft op de premiestijging. Anderzijds wordt door het college van Arbeidszaken (mede namens gemeente Lelystad) aangestuurd op een stelselherziening, waarmee de premiestijging (enigszins) verder beperkt wordt en de premies voor langere tijd vast worden gezet. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat de consequenties voor de gemeentebegroting in de toekomst beter te voorspellen zijn. Voorgesteld besluit aan de raad: 14. Ten behoeve van de actualisatie salarissen en sociale lasten in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken. Bedragen x 1000,- Voorstel Actualisatie bijdrage Grondbedrijf aan bedrijfsvoering In de begroting is een structurele bijdrage opgenomen van het Grondbedrijf aan de kosten voor de centrale bedrijfsvoering (huisvesting, ict, administratie en ondersteuning, directie en staf). Deze bijdrage werd in het verleden via een opslag op de interne uurtarieven aan het Grondbedrijf in rekening gebracht. Bij de vereenvoudiging van de interne kostentoerekening is met ingang van de begroting 2012 besloten deze variabele opslag via de urenadministratie te vervangen door een vaste forfaitaire bijdrage. Deze vaste forfaitaire bijdrage past beter bij het deels inflexibele karakter van de kosten voor de centrale bedrijfsvoering. De activiteiten binnen het Grondbedrijf worden ten gevolge van de economische crisis fors neerwaarts bijgesteld. Hiermee wordt de beschikbare ruimte binnen de exploitatie van het Grondbedrijf om bij te dragen aan de centrale bedrijfsvoering ook kleiner. In dit voorstel wordt de begroting hierop aangepast. Voorgesteld besluit aan de raad: 15. Ten behoeve van de actualisatie van de bijdrage van het grondbedrijf aan de bedrijfsvoering in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken. 15

16 Bedragen x 1000,- Voorstel Actualisatie algemene uitkering In deze Programmabegroting wordt de raming van de algemene uitkering geactualiseerd. De basis daarvoor is de junicirculaire In de junicirculaire 2012 zijn de hoofdlijnen uit het akkoord met de bijnamen Kunduzakkoord en Lenteakkoord, hierna te noemen Begrotingsakkoord meegenomen. In het begrotingsakkoord zijn ombuigingen op de rijksbegroting opgenomen ter hoogte van 12 miljard. De algemene uitkering over 2012 is minder negatief dan dat begin 2012 werd gedacht. Dat was de eerste conclusie nadat de uitkomsten van de junicirculaire werden vergeleken met de uitkomsten uit de septembercirculaire Dit heeft vooral te maken met het tempo van de rijskbezuinigingen dat lager ligt dan door de ministeries was gehoopt. Van uitstel komt helaas geen afstel; de jaren 2015 en 2016 zullen structureel zo n 0,75 miljoen lager uitvallen dan bij de Kadernota werd becijferd. Het dieptepunt ligt in 2013 dat ruim 1,5 miljoen tegenvalt. Vlak voor de productiedeadline van deze programmabegroting werd de septembercirculaire 2012 gepubliceerd. In grote lijnen is onderzocht of en zo ja, hoeveel dan en in welke richting de ramingen op basis van de junicirculaire 2012 zouden moeten worden bijgesteld. Eerste conclusie is dat de septembercirculaire 2012 beperkte gevolgen heeft voor de algemene uitkering. Sinds de juni-circulaire 2012 zijn de omstandigheden niet wezenlijk veranderd. Dan kan ook niet anders want we hebben te maken met een demissionair kabinet dat op Prinsjesdag een begroting heeft gepresenteerd conform het begrotingsakkoord. Dat akkoord was al verwerkt in de juni-circulaire Voor het lopende jaar 2012 valt het accres iets minder negatief uit, een uitkomst die in 2013 door een vrijwel even grote tegengestelde ontwikkeling van het accres ongedaan wordt gemaakt. Daardoor komen per saldo voor de jaren 2012 en 2013 samen de accressen ongeveer uit op de in de junicirculaire opgenomen bedragen. In de junicirculaire is verder gesproken over een mogelijke correctie op het accres in verband met dubbele compensatie voor de verhoging van de BTW van 19 naar 21%. Deze correctie is in de septembercirculaire ingevuld via een korting van 64,7 miljoen op het gemeentefonds, die aan de andere kant weer wordt goedgemaakt door een grotere declaratie aan het BTW-compensatiefonds op basis van de verschuiving van 19% naar 21%. Tot slot zijn er in de septembercirculaire nog een aantal taakmutaties opgenomen. Deze taakmutaties zijn doorvertaald in de voorstellen: wijkverpleegkundige in de wijk (zichtbare schakel), extra contactmoment jeugdgezondheidszorg, invoeringsbudget decentralisatie jeugdzorg en combinatiefuncties sportimpuls. De toevoegingen aan de algemene uitkering als gevolg van deze taakmutaties worden dan ook betrokken bij de specifieke voorstellen zelf. Verder wordt op rijksniveau een bedrag van 40 miljoen structureel uit het gemeentefonds genomen, omdat de kinderopvangtoeslag vanaf 2013 niet meer door de gemeente maar door de belastingdienst wordt verstrekt. Omgerekend naar de Lelystadse situatie betekent dat een bedrag van ,-. Dat bedrag was vanaf 2005 aan het gemeentefonds toegevoegd, sindsdien geïndexeerd met accressen. Doordat naast de financiering vanuit het gemeentefonds ook de taak voor de gemeente wegvalt, zou er ook sprake moeten zijn van een reductie van uitvoeringslasten. Het verschijningsmoment van de septembercirculaire maakte het niet meer mogelijk daar een adequate inschatting van te maken, zodat vanuit het oogpunt van voorzichtigheid wel alvast de uitname is meegenomen maar de mogelijke lastenreductie nog niet. Hierop zal in volgende planning en control documenten worden teruggekomen. Voorgesteld besluit aan de raad: 16. Ten behoeve van de actualisatie van de algemene uitkering in de begroting 2013 de negatieve bijstelling van ,- te verwerken en in de meerjarenraming in ,- en met ingang van ,- te verwerken. 16

17 Bedragen x 1000,- Voorstel Technische actualisaties In de Kadernota 2012 is een groot aantal voorstellen gedaan met betrekking tot het invullen van de personele taakstelling van ruim 5 mln. Deze taakstelling is in omvang gerelateerd aan de totale formatie van de gemeentelijke organisatie. Ook de uitwerking van de formatiereductie naar concrete aanpassing van de formatie per afdeling en team heeft betrekking gehad op de gehele organisatie. Financieel gezien moet er onderscheid worden gemaakt tussen uren die gedekt worden uit projecten/grondexploitaties/ voorzieningen en uren gedekt binnen de exploitatie. In de uitwerking van het geheel aan personele reductie was de verhouding tussen uren gefinancierd binnen de exploitatie en uren gefinancierd uit projecten/voorzieningen nog niet geheel uitgekristalliseerd. Hoewel de personele reductie wel degelijk plaats heeft gevonden en voor het gehele bedrag is gerealiseerd, kan het gedeelte van de financiële besparing dat is gerealiseerd binnen grondexploitaties en voorzieningen, ongeveer 16% van de oorspronkelijke taakstelling, niet worden vertaald naar een bijstelling in de begroting. Dit deel van de taakstelling is derhalve niet te realiseren. Verder bevat deze actualisatie een aantal technische verschillen, die met het continue proces van het opschonen van de begroting zijn geconstateerd. Voorgesteld besluit aan de raad: 17. Ten behoeve van de technische actualisaties in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming in ,-, in ,- en vanaf ,- te verwerken. Wenselijke bijstellingen Bedragen x 1000,- Voorstel Duurzaamheidsprogramma Duurzaamheidsprogramma dekking Nuon Reserve In verband met een verouderd Gemeentelijk Milieubeleidsplan en het aflopen van het Klimaatbeleid in 2013, is in 2012 gestart met het opstellen van een duurzaamheidsprogramma. Op basis van dit duurzaamheidsprogramma zal duurzaamheid integraal vorm krijgen binnen de diverse beleidsvelden. Vanwege de wijzigende rol van de gemeente wordt bij de uitvoering nadrukkelijk de samenwerking gezocht met maatschappelijke organisaties, burgers, bedrijven en instellingen. Eveneens wordt aangesloten bij een aantal projecten dat wordt ontwikkeld binnen het programma MRA energieneutraal 2040 (voornamelijk gericht op zonnepanelen) en is aansluiting gezocht bij het programma MRA elektrisch rijden. Voor het jaar 2013 is inmiddels een jaarprogramma opgesteld, waarvoor met dit voorstel middelen worden aangevraagd. Voor een inzicht van de in 2013 uit te voeren projecten wordt verwezen naar bijlage 6. Voorgesteld besluit aan de raad: 18. Ten behoeve van het duurzaamheidsprogramma 2013 in de begroting ,- te reserveren ten laste van de Nuon Reserve en eind 2012 een uitgewerkt voorstel tegemoet te zien. Dit beslispunt is vervallen, zie amendement 3 [pagina 176]. Bedragen x 1000,- Voorstel Regionale samenwerkingsverbanden Ten behoeve van de uitdaging om de samenhang tussen de economische, fysieke en demografische ontwikkeling van de stad te bereiken, zet Lelystad sterk in op regionale samenwerking en lobby: 17

18 - Een bijdrage aan Amsterdam Airport Area (AAA) ten behoeve van versterking van de deelname van Lelystad in de Metropool Regio Amsterdam (MRA) ( structureel, waarvan ,- gedekt door bestaande middelen). - Een bijdrage aan MRA Toerisme ten behoeve van voortzetting van het project 'Amsterdam Bezoeken, Holland Zien' ( 7.500,- looptijd maximaal 4 jaar). - Een bijdrage aan Smarter cities ( 6.500,- incidenteel). In 2012 heeft het college ingestemd met het convenant Smarter Cities. Dit convenant is ondertekend door de gemeenten die zijn aangesloten bij het G32 Stedennetwerk, het Ministerie van EL&I, het NICIS en Stichting Stedenlink en beoogt uitvoering te geven aan de Digitale Steden Agenda (inclusief het thema regeldruk vermindering en verbetering van de dienstverlening aan bedrijven). In de Digitale Steden Agenda is de ambitie neergelegd van de G32 en G4 om gezamenlijk ict en innovatie in te zetten om de maatschappelijke problemen aan te pakken. In 2012 zijn de hiermee samenhangende kosten van 6.500,- ten laste gebracht van de post "college onvoorzien". Voor 2013 is nog een zelfde bedrag nodig. Voorgesteld besluit aan de raad: 19. Ten behoeve van regionale samenwerkingsverbanden in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken. Bedragen x 1000,- Voorstel Bedrijfsinvesteringszone Bedrijfsinvesteringszone - dekking WOZ heffing In 2012 is het BIZ (Bedrijfs Invensteringszone) in werking getreden. Op grond van een door de raad vastgestelde verordening int de gemeente een gebiedsgerichte bestemmingsheffing voor de kosten die verbonden zijn aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone. De gemeente int de BIZ bijdrage via een WOZ heffing. Dit bedrag wordt na afrek van de perceptiekosten (max. 4% van de totaal te heffen BIZ-bijdrage) in subsidievorm overgedragen aan een speciaal voor de BI-zone in het leven geroepen stichting. In verband met het tijdelijke karakter van de Experimentenwet BIzones wordt voorgesteld om dit voor de jaren 2013 en 2014 (budgettair neutraal) in de begroting op te nemen. De totale heffing wordt geschat (op basis van de deelnemers / aanslagplichtige ondernemers) op een bedrag van ,- waarvan na aftrek van 4.000,- perceptiekosten ,-= in subsidievorm wordt verstrekt aan de Stichting BIZ. Voorgesteld besluit aan de raad: 20. Ten behoeve van de bedrijfsinvesteringszone in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming in ,- te verwerken en dit te dekken uit een WOZ heffing. Bedragen x 1000,- Voorstel Burgernet In de afgelopen jaren is burgerparticipatie uitgegroeid tot centraal aandachtspunt, vanuit de overtuiging dat voor een structurele verhoging van de effectiviteit van de veiligheidszorg intensievere samenwerking met de burger onontbeerlijk is. Burgernet is een uniek samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Burgernet biedt hen een instrument om de burger via de meldkamer actief te laten participeren bij veiligheid en in het bijzonder bij opsporing en handhaving. Burgernet is de opvolger van SMS-Alert. 18

19 Vanuit haar regierol voor integrale veiligheid is de gemeente verantwoordelijk voor het voeren van de regie over Burgernet en het beheren van de relatie met de deelnemer. De gemeente is verantwoordelijk voor de strategische regie, het contact met de deelnemers en het beheer (kwalitatief en kwantitatief) van het deelnemersbestand. In Flevoland wordt in 2011 en 2012 het relatiebeheer bekostigd uit de Rijkssubsidie en uitgevoerd door de politie Flevoland. Vanaf 2013 komen deze kosten voor rekening van de gemeenten. Voorgesteld besluit aan de raad: 21. Ten behoeve van burgernet in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken. Bedragen x 1000,- Voorstel Geen zaterdagopenstelling stadhuis Op 3 juli 2012 is een motie aangenomen waarin de raad het college oproept, als proef voor een half jaar, de openingstijden van het stadhuis zonder kostenverhoging beter af te stemmen op de vraag. Zoals in de collegereactie op de aangenomen moties en amendementen staat verwoord is dit zonder kostenverhoging niet te realiseren. Het college heeft een gedeeltelijke zaterdagopenstelling van het stadhuis betrokken in de integrale afweging van deze programmabegroting. De benodigde aanvullende middelen om een zaterdagopenstelling te realiseren gedurende de piekperiode (12 zaterdagen in het tweede kwartaal) bedragen ,- per jaar. Het college heeft in de integrale afweging besloten de raad geen voorstel te doen deze middelen beschikbaar te stellen. Bedragen x 1000,- Voorstel Kwijtschelding ondernemers Bij de behandeling van de Kadernota is de motie "kwijtschelding voor ondernemers" aangenomen. Een gemeentelijke kwijtscheldingsregeling voor ondernemers waarvan de inkomenspositie vergelijkbaar is met niet ondernemers die wel voor kwijtschelding van gemeentelijke belasting in aanmerking komen, is gewenst. De formele kwijtscheldingsregeling wordt gevolgd. De berekening vindt plaats op basis van de betalingscapaciteit en het aanwezige vermogen zoals ook van toepassing is voor natuurlijke personen. Voorgesteld wordt om voor de wettelijke kwijtscheldingstoets gebruik te maken van de beschikbare inkomens en bedrijfsvermogen gegevens. Het Zelfstandigen Loket Flevoland (ZLF) berekent deze gegevens in het kader van bijstandsverlening zelfstandigen voor de gemeente Lelystad. Verwacht wordt dat voor het overgrote deel deze gegevens beschikbaar zijn. Wanneer dit niet het geval is kan het ZLF deze gegevens alsnog berekenen. Van de inkomensgegevens van de belastingdienst zou ook gebruik gemaakt kunnen worden. Vooraf is echter niet duidelijk binnen welke termijn deze gegevens beschikbaar komen. Het kan tot 3 jaren duren voordat deze gegevens beschikbaar zijn. Wanneer er uitstel is verleend voor het doen van aangifte kan deze termijn zelfs langer zijn. Verder is niet te controleren binnen welke termijn de rijksbelastingdienst de definitieve vaststelling van het inkomen heeft afgegeven. Ieder jaar zal daarom opnieuw een administratieve actie uitgevoerd moeten worden, waardoor extra kosten ontstaan. Verder zijn de gegevens van de belastingdienst niet zondermeer te gebruiken omdat deze beïnvloed worden door bijvoorbeeld investeringen, waardoor geen zuiver beeld van het werkelijke inkomen ontstaat. Voorgesteld besluit aan de raad: 22. Ten behoeve van de kwijtschelding in de begroting ,- te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van ,- te verwerken. 19

20 Besparingen Bedragen x 1000,- Voorstel Kapitaallasten MFA light waterwijk Bij de najaarsnota 2009 is een bedrag van 2 miljoen (incl. de bijdrage van Centrada) gereserveerd voor het realiseren van een MFA light voor de Waterwijk en Landerijen. Door nog eens kritisch naar de ambitie voor deze MFA te kijken is als uitgangspunt genomen: alleen die aanpassingen te realiseren die noodzakelijk zijn. In het ontwerp dat nu voorligt, is er daarom sprake van renovatie en interne aanpassingen binnen het gebouw en niet van uitbreiding van de bestaande situatie. Op deze manier kan het ontwerp gerealiseerd worden voor minder geld dan oorspronkelijk was gereserveerd. Omdat de investering lager uitvalt dan oorspronkelijk begroot, worden de kapitaallasten vanaf ,- lager geraamd dan begroot. Voorgesteld besluit aan de raad: 23. De begroting 2013 met ,- en de meerjarenraming met ingang van 2014 met ,- bij te stellen voortvloeiend uit de vrijvallende kapitaallasten van MFA light Waterwijk. Bedragen x 1000,- Voorstel GGD Flevoland Er is, als onderdeel van de bezuinigingen zoals voorgenomen in de programmabegroting 2011, gestuurd op het realiseren van een bezuiniging van 6% ten opzichte van 2011 op de gemeentelijke bijdrage aan de GGD Flevoland. In de door het GGD bestuur op 21 juni 2012 vastgestelde begroting 2013 wordt de voorziene bezuiniging per 2013 geheel geëffectueerd. De bijdrage per 2013 van de gemeente Lelystad is aldus ,- lager dan Het budget kan structureel met dit bedrag naar beneden worden bijgesteld. Voorgesteld besluit aan de raad: 24. De begroting 2013 met ,- en de meerjarenraming met ingang van 2014 met ,- bij te stellen voortvloeiend uit de ombuiging op de GGD Flevoland. Bedragen x 1000,- Voorstel Huishoudelijke hulp (Wmo) PM PM PM PM Bij de Kadernota 2013 heeft de raad een motie aangenomen waarin het college opgeroepen wordt een plan voor te leggen voor gewijzigde criteria indicatie-instelling aan de voorkant van het proces (verandering normenkader). Het college heeft in haar reactie hierop aangegeven dat eind 2012 een voorstel aan de raad wordt voorgelegd waarin dit verder is uitgewerkt. Er zullen daarbij verschillende opties om het gebruik van huishoudelijke hulp terug te brengen/stabiliseren worden voorgelegd. Hierbij worden tevens de financiële effecten voortvloeiende uit twee ontwikkelingen betrokken: Verhoging van de eigen bijdrage vanwege een verhoging van de vermogensinkomensbijstelling. In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat 12% van het vermogen bij het inkomen mag worden meegeteld. Dit geldt zowel voor de AWBZ als voor de Wmo. Er ligt nu een voorstel bij de Tweede Kamer om de beide wetten op dit punt aan te passen. Gemeenten kunnen voor wat betreft de Wmo zelf bepalen of zij deze hogere eigen bijdragen gaan vragen. Als de gemeente besluit om aan te sluiten bij het landelijke beleid, dan zal deze operatie budgettair neutraal verlopen (lagere rijksuitkering wordt gecompenseerd met hogere eigen bijdragen). 20

21 Extramuralisering van de lichtere zorgzwaartepaketten (ZZP s) voor nieuwe cliënten. De AWBZ kent zorgzwaartepaketten (ZZP s). Deze pakketten zijn bedoeld voor mensen die 24 uur per dag zorg en begeleiding kunnen vragen in een instelling. Er is besloten dat nieuwe cliënten met een lichter zorgzwaartepakket vanaf 1 januari 2013 niet meer in een instelling maar in de eigen woonomgeving geholpen worden. Het rijk heeft aangegeven deze beleidswijziging geleidelijk in te voeren voor cliënten. Bovenstaande leidt ertoe dat er minder vanuit de AWBZ wordt gefinancierd en een groter beroep zal worden gedaan op ondersteuning vanuit de Wmo. De huidige contracten met de leveranciers van huishoudelijke hulp lopen tot 1 oktober Begin 2013 wordt daarom een nieuw aanbestedingstraject gestart op basis van de uitkomsten van de raadsdiscussie eind Afhankelijk van de eventueel te kiezen bezuinigingsopties, kan worden bepaald of en welke bedragen in de toekomst bespaard kunnen worden. Voorgesteld besluit aan de raad: 25. Voor wat betreft de eigen bijdrage aan te blijven sluiten bij het landelijke beleid en aldus vanaf het moment dat wetgeving op dit punt is aangepast (vooralsnog ) een deel van het vermogen mee te tellen als inkomen. Bedragen x 1000,- Voorstel Duurzame uitstroom Tijdens de bespreking van de Kadernota is door een aantal partijen een amendement ingebracht dat voorziet in een aanvullende bijdrage op het Participatiebudget van 1 mln. per jaar voor een periode van 3 jaar. In dit amendement wordt een viertal voorwaarden gesteld waaraan de uitvoering moet voldoen, wil de raad hiermee kunnen instemmen. 1. Het monitoren op naam is mogelijk, met dien verstande dat we bij uitstroom uit de WWB, een half jaar monitoren na uitstroom uit de uitkering en bewaken of die cliënt terugkeert in de uitkering na die tijd. Op basis van de gekozen instrumenten (mix) en de hiervoor te verwachten rendementen kan jaarlijks bij de begrotingsbehandeling voor het komende jaar worden bezien of ook het opvolgende jaar geïnvesteerd zou moeten worden. 2. Aan de voorwaarde qua bonafide bedrijven wordt voldaan. In de toekomst zullen de reintegratieactiviteiten van de gemeente worden uitgevoerd door het op te richten werkbedrijf; vooralsnog door Concern voor Werk. Aangezien de gemeente zelf verantwoordelijk is voor de regie op het werkbedrijf (en Concern voor Werk), is de betrouwbaarheid gegarandeerd. 3. Voorschotten zijn niet aan de orde omdat de werkzaamheden door het eigen werkbedrijf/concern voor Werk worden uitgevoerd. 4. Aan de financiële voorwaarden terugstorting en rentecompensatie kan - zoals aangegeven in onderstaande matrix - eveneens worden voldaan Cumulatief (x 1.000) Extra intensivering P-budget Terugstorting Nuon-reserve Onttrekking Nuon-reserve Besparing op I-deel Rentecompensatie Lasten exploitatie ( -= ruimtegevend; + = ruimtevragend) Financiële uitgangspunten/randvoorwaarden: 1. De rentecompensatie bedraagt conform de rekenrente in de begroting 4 %. 2. De uitstroom van 20 uitkeringsgerechtigden (10% van 200) blijft 5 jaar uit de uitkering. 3. De rentecompensatie wordt conform voorschriften toegerekend aan de jaren waarin de extra rentelasten zich voordoen. 21

22 Voorgesteld besluit aan de raad: 26. een incidentele verhoging van het Participatiebudget met 1 mln. in 2013, 2014 en 2015, te onttrekken aan de vrij te besteden NUON reserve; 27. een verlaging van het uitgavenbudget WWB -inkomensdeel voor de jaren 2013 t/m 2019 voor de bijbehorende extra uitstroom van 20 cliënten per jaar - met achtereenvolgens: ,-, , ,-, ,-, ,-, ,- en ,-; 28. een terugstorting van de voorgefinancierde 1 mln. per jaar ten gunste van de vrij te besteden NUON reserve in resp. 2016, 2017 en een rentecompensatie ten gunste van Treasury (activiteiten < 1 jaar) en ten laste van het WWB- Inkomensdeel van achtereenvolgens , ,-, ,-, ,- en ,- in resp. 2013, 2014, 2015, 2016 en Naar aanleiding van amendement 2 (zie pagina 174) is aan de hierboven genoemde beslispunten 26 en 28 de typering van de reserve toegevoegd (namelijk vrij besteedbare Nuon reserve). Bedragen x 1000,- Voorstel Gemeenschappelijke regeling WSW De deelnemende gemeenten in de GR IJsselmeergroep hebben afgesproken jaarlijks per Wsw plaats een gemeentelijke bijdrage te doen ter dekking van het exploitatietekort van de sociale werkvoorziening. Deze bijdrage voor 2013 is bij de oorspronkelijke begroting door het bestuur van de GR vastgesteld op 1.496,-. Uit de branchevergelijking van Cedris, de branchevereniging van SW bedrijven blijkt dat de gemeentelijke bijdrage aan de GR IJsselmeergroep relatief hoog is. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat er discussie is over de betekenis van deze branchevergelijking, omdat niet meegenomen is in hoeverre de gemeenten op andere wijze exploitatietekorten opvangen. Desalniettemin is besloten om het bedrag van de gemeentelijke bijdragen te verlagen met incidenteel , hetgeen een verlaging van 83,- per SE betekent. Het levert voor de gemeente Lelystad een incidenteel voordeel van ca ,- op. De GR IJsselmeergroep verzorgt namens de gemeenten ook de financiële afhandeling van Wsw-ers die niet bij de GR IJsselmeergroep in dienst zijn, maar wel binnen de taakstelling van de gemeente vallen. De GR ontvangt ook voor deze SE s de gemeentelijke bijdrage. Hiermee worden de bijdragen gefinancierd die de gemeenten aan andere SW-organisaties moeten doorbetalen. Deze bijdragen worden echter niet altijd opgevraagd. Van deze reservering wordt in 2013 incidenteel ,- in mindering gebracht op de gemeentelijke bijdrage, omdat helder is geworden dat dit bedrag niet meer opgevraagd zal worden. In de bestuursvergadering van de GR IJsselmeergroep d.d is afgesproken dat de accountant van de GR IJsselmeergroep een vergelijkend onderzoek zal uitvoeren naar de hoogte van de gemeentelijke bijdrage in relatie tot de overige kosten die door deelnemende gemeenten in de sociale werkvoorziening worden gedragen. Hiermee wordt getoetst in hoeverre de feitelijke gemeentelijke bijdrage aan de exploitatie van de GR IJsselmeergroep in werkelijkheid sterk afwijkt van het landelijk beeld. Voorgesteld besluit aan de raad: 30. De begroting 2013 met ,- bij te stellen voortvloeiend door enerzijds de ombuiging van de gemeentelijke bijdrage aan de exploitatie van de GR IJsselmeergroep van ,- en anderzijds door de reservering bij de GR IJsselmeergroep voor de doorbetaling aan de overige SW bedrijven met ,- te verlagen. 22

23 Bedragen x 1000,- Voorstel Wijkbus via BDU In de Kadernota 2013 is het voorstel opgenomen om in zowel 2013 als ,- uit de algemene middelen beschikbaar te stellen voor verlenging van het experiment Wijkbus Lelystad- Noord. Dit bedrag kan beperkt worden tot ,- per jaar uit de algemene middelen door aanpassingen in de dienstregeling van de Wijkbus en door inzet van de financiële besparing op de reguliere stadsbusdienst door de samenvoeging van de buslijnen 3 en 4. Voorgesteld besluit aan de raad: 31. De begroting 2013 met ,- en de meerjarenraming in 2014 met ,- bij te stellen door de wijkbus onder de BDU te dekken. Bedragen x 1000,- Voorstel NUP gelden Vlak voor het gereedkomen van de programmabegroting 2012 kwam het Rijk met de zogeheten NUP gelden, die middels een zogeheten kasschuif toegevoegd werden aan het gemeentefonds in de jaren , om vervolgens weer eenmalig uit het gemeentefonds genomen te worden in het jaar 2015 (totaalbedrag ,-). Bij de doorvertaling van deze constructie is er door de raad in de programmabegroting 2012 voor gekozen deze middelen in de verschillende jaarschijven te reserveren en tegelijkertijd een even zo grote incidentele taakstelling van ,- op te nemen in de jaarschijf Dit is gedaan omdat op dat moment nog niet precies duidelijk was waar deze middelen voor bedoeld waren en op welke wijze de inzet van deze middelen tot besparingen konden leiden. Het feit dat gemeente Lelystad, door reeds daarvoor ingezette investeringen, al gezien kon worden als een voorloper op het gebied van dienstverlening maakt dat nu wordt voorgesteld deze middelen vrij te laten vallen. Voor het inlossen van de incidentele extra taakstelling van ,- in 2015, zoals die nu in begroting is verwerkt, worden geen reële mogelijkheden gezien. Dit gezien de reeds geëffectueerde bezuinigingen, de aanvullende bezuinigingen uit de Kadernota 2013 en het voornemen om de resterende NUP middelen ( ,-) nu in te zetten voor het begrotingsevenwicht. Voorgesteld besluit aan de raad: 32. De begroting 2013 bij te stellen met ,- en de meerjarenraming in 2014 met ,- voortvloeiend uit een vrijval van de NUP gelden en tegelijkertijd de daaraan gekoppelde taakstelling van ,- in 2015 af te boeken. Bedragen x 1000,- Voorstel Vrijval reserve Bovenwijkse voorzieningen Binnen de reserve Bovenwijkse voorzieningen is op basis van de Nota Bovenwijkse voorzieningen ruimte gereserveerd voor een aantal investeringen. Betreffende de omvang van deze investeringen kan ten opzichte van de in eerdere versies van de nota benoemde reserveringen een besparing worden doorgevoerd. Hierbij kan als suggestie worden gedacht aan de investeringen ten behoeve van de inrichting van de Torenvalkweg, de realisatie van het Natuuractiviteitencentrum of de Oostranddreef. Voorlopig kan een bedrag van ,- vrijvallen. Voorgesteld besluit aan de raad: 33. De begroting 2013 bij te stellen met ,- voortvloeiend uit een vrijval uit de Reserve Bovenwijkse voorzieningen. 23

24 Bedragen x 1000,- Voorstel Bedrijfsvoering Vooruitlopend op het realiseren van een structurele herziening van de verhouding tussen directe kosten en overhead als gevolg van de krimp van de organisatie wordt in aanvulling op de reeds bestaande taakstelling van ,- structureel voorgesteld een eenmalige verhoging op de taakstelling in de begroting op te nemen van ,-. Voorgesteld besluit aan de raad: 34. De begroting 2013 bij te stellen met ,- voortvloeiend uit de ombuiging op de bedrijfsvoering. Bedragen x 1000,- Voorstel Actualisatie ICL storting in voorziening Op basis van de recente circulaire algemene uitkering is de ICL Bijdrage geïndexeerd. Vanuit de ICL bijdrage wordt een deel conform afspraken met de verstrekker (verplicht) gestort in de Voorzieningen Grootonderhoud. Het te storten deel wordt met deze index (verplicht) verhoogd. Het te storten bedrag inclusief deze indexering is ,- lager dan nu begroot staat in Daarom kan structureel ,- vrijvallen. In 2014 wordt de dan geldende indexering opnieuw tegen de begroting gehouden. Voorgesteld besluit aan de raad: 35. De begroting 2013 met ,- en de meerjarenraming met ingang van 2014 met ,- bij te stellen voortvloeiend uit een lagere benodigde ICL storting in de voorzieningen. Bedragen x 1000,- Voorstel Actualisatie opbrengsten precario Met ingang van 2012 is de precariobelasting in Lelystad ingevoerd. De begrote opbrengst is geraamd op ,-. Naar aanleiding van de aangifte komt de realisatie uit op ,-. Dit resulteert in een meeropbrengst van ,-. Gelet op de hogere inkomsten bestaat de mogelijkheid deze extra inkomsten in de begroting op te nemen. Voorgesteld besluit aan de raad: 36. De begroting 2013 met ,- en de meerjarenraming met ingang van 2014 met ,- bij te stellen voortvloeiend uit de actualisatie van de opbrengsten precario. Inzet ruime in begroting Bedragen x 1000,- Voorstel Budget materieel evenwicht 768 Bij de behandeling van de Programmabegroting heeft de raad en motie aangenomen over het in de meerjarenraming opnemen van een aanvullende risicovoorziening van 1,5 miljoen (budget materieel evenwicht). Aanleidingen hiervoor waren mogelijk lagere inkomsten uit bouwleges en OZB (door toenemende leegstand) en gewijzigde wet- en regelgeving met betrekking tot precario. 24

25 Dit budget materieel evenwicht ( ,- in 2013) is door de raad besloten bij de behandeling van de Kadernota Voor wat betreft de tegenvallende bouwleges in 2013 is in die zelfde Kadernota besloten het verwachte tekort in 2013 ( ,-) ten laste te laten komen van dit budget materieel evenwicht. Er resteert na dekking van deze inkomstendaling op het gebied van bouwleges nog ,- aan ruimte in de begroting, waarvan wordt voorgesteld dit vrij te laten vallen ten gunste van het begrotingssaldo Voorgesteld besluit aan de raad: 37. De begroting 2013 bij te stellen met ,- voortvloeiend uit de vrijval van de stelpost materieel evenwicht. Bedragen x 1000,- Voorstel Stelpost rijksbezuinigingen In Kadernota heeft het college reeds aangegeven dat de economische crisis een hevige impact heeft en dat het langer aanhouden hiervan ook na 2013 financiële consequenties zal hebben voor de gemeente. Daarnaast zijn er nog onzekerheden waar we rekening mee willen en moeten houden. De financiële arrangementen van de drie decentralisaties en de effecten van aanvullende rijksbezuinigingen baren ons zorgen. Hoewel dit nog niet concreet gefundeerd was, heeft de raad besloten een bedrag als buffer op te nemen en hier geen nieuwe voorstellen voor te doen. Deze zogeheten stelpost rijksbezuinigingen is aan te merken als ruimte in de begroting. Voorgesteld besluit aan de raad: 38. De meerjarenraming bij te stellen in 2014 met ,-, in 2015 met ,- en vanaf 2016 met ,- voortvloeiend uit de vrijval van de stelpost rijksbezuinigingen. Bedragen x 1000,- Voorstel Begrote storting algemene reserve 450 Door de negatieve resultaten van het begrotingsjaar 2010 is de Algemene Reserve sterk afgenomen en op een stand onder de norm van 10% van de Algemene Uitkering geëindigd. In de hierop volgende jaren is in de begroting ruimte vrijgemaakt om de Algemene Reserve weer op peil te brengen. Technisch gezien is de storting in de Algemene Reserve geen last in de begroting, maar de sluitpost van de jaarrekening. Door in de begroting reeds een storting op te nemen wordt een onjuist beeld geschetst van het feitelijke resultaat van het boekjaar. Dit werkt verwarrend omdat de realisatie van de storting op basis van het feitelijke resultaat kan afwijken van de begrote bijdrage. Voor 2013 wordt mede op basis van de Nota Reserves en Voorzieningen geconstateerd dat de Algemene Reserve weer vrijwel aan de minimumnorm voldoet. Om deze reden en ter voorkoming van verwarring over de mutaties in de Algemene Reserve wordt voorgesteld de begrote storting ad ,- in 2013 uit het begrotingsperspectief te schrappen. Voorgesteld besluit aan de raad: 39. De begrote storting in de algemene reserve van ,- niet plaats te laten vinden en de begroting 2013 hierop bij te stellen. Ingevoegd beslispunt naar aanleiding van amendement 4 [zie pagina 177]. Toeristenbelasting in 2013 niet wordt ingevoerd, derhalve product in de begroting laten vervallen, en het tekort van ,00 dat hierdoor ontstaat, te dekken uit het in 2013 tijdelijk verhogen van de OZB voor de niet-woningen, rekeninghoudend met het vervallen van de perceptiekosten voor de toeristenbelasting. 25

26 3. Het programmaplan 3.1 Iedereen doet mee Vigerende beleidsnota's - Verlengde beleidsnota vrijwilligerswerk Nota Buurthuis- en Opbouwwerk (vastgesteld 2010) - Visie op het Nieuwe Werken in de Wijk (vastgesteld 2012) - Verlenging integratienota Beleidskader inburgering Lelystad: Nieuwe Nederlanders op weg naar burgerschap Beleidsplan Wmo Nota aanpassing pakket individuele Wmo voorzieningen (vastgesteld 2011) - Nota toegang en indicatiestelling Wmo (vastgesteld 2012) - Visie op hoofdlijnen decentralisatie AWBZ en Jeugdzorg (vastgesteld 2012) - Regiovisie verslavingszorg Flevoland Nota lokaal gezondheidsbeleid 'Gezonde kansen, gezonde stad' Regiovisie huiselijk geweld Flevoland Stedelijk Kompas Flevoland Zorg voor elkaar (mantelzorg en vrijwilligerszorg) De Wet maatschappelijke ondersteuning kent negen prestatievelden, namelijk: 1. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten; 2. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden; 3. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning; 4. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; 5. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem; 6. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer; 7. het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang; 8. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen; 9. het bevorderen van verslavingsbeleid. Speerpunt binnen het Wmo beleid is het bevorderen van eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en participatie. We willen de eigen kracht van de burgers meer benutten en actief burgerschap stimuleren. We willen dat er gewerkt wordt vanuit het stepped-care principe d.w.z. eerst de eigen kracht en de eigen mogelijkheden en het eigen netwerk (familie, buurt e.d.) gebruiken en versterken. Daarna kijken naar de mogelijkheid om vrijwilligers in te zetten en, pas als dat niet voldoende is, professionele ondersteuning en hulp inzetten. Het uitgangspunt is: eigen verantwoordelijkheid eerst maar daar waar nodig ondersteuning en een vangnet bieden. In 2012 is invulling gegeven aan het Nieuwe Werken in de wijk. Uitgangspunten van het Nieuwe werken in de Wijk zijn het verbeteren van de leefbaarheid op straat, zorgen voor de kwetsbaren in onze samenleving, inzetten op sociale stijging van de inwoners door middel van participatie, vergroten van zelfredzaamheid en het verantwoordelijkheidsgevoel voor elkaar vergroten. Er zijn in dit kader ruim 11 formatieplaatsen gedetacheerd bij Stichting Welzijn Lelystad voor het uitvoeren van verschillende werkzaamheden zoals de bemensing van de wijkinfopunten, het programmabeheer van de mfa s, het coördineren van de integrale teams voor welzijn en zorg, het organiseren van 26

27 overleggen op wijk en stadsniveau, het informeren van inwoners en het organiseren van activiteiten voor en met de bewoners in de wijken en het versterken van het vrijwilligerswerk. Bewoners kunnen met hun vragen en ideeën zowel in het stadhuis als bij de 8 wijkinfopunten verspreid over de stad terecht. Ook zijn deze loketten/infopunten altijd digitaal bereikbaar. Er werken verspreid over de stad (voor fysieke aangelegenheden) wijkserviceteams. Daarnaast werken er vanaf begin 2012 verspreid over de stad integrale teams voor welzijn en zorg. Deze teams werken vanuit het stepped-care principe. Ook op het gemeentelijk zorgplein, waar de Wmo vragen binnenkomen, wordt gewerkt vanuit dit principe. Er wordt eerst in overleg met de klant gekeken welke mogelijke oplossingen er zijn alvorens eventueel over te gaan tot indicatiestelling. Het is de bedoeling dat deze nieuwe benadering geleidelijk steeds gewoner wordt voor zowel de professional als door de burger. Deze kanteling draagt bij aan het vergroten van het welbevinden van de inwoners. Het is immers plezierig om zelf de regie te houden en men zal zich nuttiger voelen als men dingen zoveel mogelijk zelf kan regelen. De kanteling zal daarnaast ook bijdragen aan het beheersbaar houden van de zorgkosten. In dit kader zijn de volgende ontwikkelingen van belang: - De zorgvraag neemt toe als gevolg van de vergrijzing. Het aantal 65-plussers in Lelystad zal in de komende 10 jaren bijna verdubbelen (van naar plussers). De groei zit met name in de leeftijdsgroep 65 tot 75 jaar (het aantal 75-plussers zal in deze periode toenemen met ca personen). - Ook bij de jeugdigen neemt de zorgvraag toe: het aantal jeugdzorgaanvragen in Flevoland groeit jaarlijks met 8%. - Er wordt landelijk bezuinigd op allerlei (AWBZ) voorzieningen. Dit leidt ertoe dat een groter beroep wordt gedaan op gemeentelijke welzijns- en Wmo voorzieningen. - Er worden diverse zorgtaken gedecentraliseerd (AWBZ en Jeugdzorg) waarbij er wordt gekort op het daarbij behorende budget, zowel vanuit het rijk als vanuit de provincie. Aan de ene kant neemt de vraag toe terwijl aan de andere kant de (financiële) middelen afnemen. Dit betekent dat we moeten werken aan een toekomst waarin met minder middelen toch de nodige ondersteuning kan worden gegeven. Het versterken van de eigen kracht en van het vrijwilligerswerk en de mantelzorgondersteuning zijn hierbij belangrijke instrumenten, maar ook een betere afstemming tussen welzijn en zorg en een gericht welzijnsaanbod. Daarmee kan dan worden voorkomen dat er duurdere zorgvoorzieningen nodig zijn. Ook inzetten op preventie blijft belangrijk. Door het goed organiseren van de preventieve jeugdzorg (Centrum Jeugd en Gezin) kan het beroep op de duurdere jeugdzorg worden voorkomen. Het is daarom van belang dat allerlei preventieve voorzieningen zoals informatie en advies, inzet consultatiebureaus, opvoedondersteuning goed op orde zijn. Het uitgangspunt: positief opvoeden en de eigen kracht van gezinnen versterken. Ook preventie van jeugdcriminaliteit is essentieel om te voorkomen dat de gemeente straks (bij de decentralisatie) geconfronteerd wordt met zeer hoge kosten op het terrein van de jeugdzorg. Een belangrijke voorwaarde voor het kantelen is dat er voldoende algemene voorzieningen zijn die het voor de burger mogelijk maken te participeren. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om ontmoetingsactiviteiten in de wijk maar ook om voldoende vrijwilligers om bepaalde taken uit te voeren. In het subprogramma s Betrokkenheid en participatie en Bieden van zorg wordt verder ingegaan op de negen prestatievelden die binnen de Wmo worden onderscheiden. 27

28 Wat mag het kosten? Tabel: Overzicht middelen Bedragen x Begroting Meerjarenraming Programma 1: Iedereen doet mee Exploitatie Lasten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Lasten Baten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Baten Totaal Exploitatie Reserves Lasten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Lasten Baten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Baten Totaal Reserves Eindstand meerjarenraming vóór w ijzigingen Voorgestelde w ijzigingen programma Betrokkenheid en participatie Onontkoombare bijstellingen Werkbudget SWL ten behoeve van HNW in de Wijk Overheadkosten detachering gemeentepersoneel naar SWL LHBT- emancipatiebeleid LHBT- emancipatiebeleid - dekking AU Besparingen Kapitaallasten MFA light w aterw ijk Totaal 1.1 Betrokkenheid en participatie Bieden van zorg Onontkoombare bijstellingen Extra contactmoment jeugdgezondheidszorg Extra contactmoment jeugdgezondheidszorg - dekking AU Wijkverpleegkundige in de w ijk (Zichtbare Schakel) Wijkverpleegkundige in de w ijk (Zichtbare Schakel) - dekking AU Invoeringsbudget decentralisatie jeugdzorg -65 Invoeringsbudget decentralisatie jeugdzorg - dekking AU 65 Besparingen GGD Flevoland Totaal 1.2 Bieden van zorg Totaal Voorgestelde w ijzigingen Totaal w ijzigingen Eindstand programmabegroting ná w ijzigingen In bovenstaande tabel zijn de volgende gehonoreerde Kadernota voorstellen verwerkt (na raadsbehandeling). 28

29 Gehonoreerde kadernotavoorstellen Onontkoombaar Besluit Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorziening Onontkoombaar programma Wenselijk Invoeringsbudget decentralisatie AWBZ -127 Centrum voor Jeugd en Gezin Uitgaven huishoudelijke hulp Wenselijk programma Ombuigingen Integratiebeleid Sociaal- cultureel werk Jeugd- en jongerenwerk Ombuigingen programma Betrokkenheid en participatie We zetten in op het vergroten van participatie, onderlinge betrokkenheid en zelfredzaamheid. Het gaat hierbij om participeren in brede zin, bijvoorbeeld als deelnemer aan een buurtactiviteit, als vrijwilliger in een bestuur, als vrijwilliger die voor iemand in de omgeving zorgt of als vrijwilliger bij een organisatie of instelling. Een belangrijke voorwaarde om mee te kunnen doen is dat er voldoende laagdrempelige voorzieningen zijn en dat deze voorzieningen zoveel mogelijk toegankelijk zijn voor iedereen. Lelystad is een stad met een grote verscheidenheid aan culturen en leefstijlen. Voorop staat dat iedereen zoveel mogelijk mee doet, jong of oud, allochtoon of autochtoon. Er wordt hierbij uitgegaan van inclusief beleid, d.w.z. dat aanbod en voorzieningen zoveel mogelijk toegankelijk en geschikt zijn voor iedereen. In dit kader wordt er vanuit Agenda 22 een aantal onderwerpen nader uitgewerkt gericht op deelname van mensen met een beperking. In dit kader wordt ook ingezet op interculturalisatie met als doel de deelname van mensen uit alle culturen te stimuleren. Wat willen we bereiken? We willen de binding in de samenleving bevorderen door de inwoners meer in de gelegenheid te brengen om elkaar te ontmoeten op straat-, buurt-, wijk- en stedelijk niveau. Wij willen dit bereiken door het in stand houden en realiseren van goede en wervende voorzieningen op wijkniveau. Het gaat hierbij om wijkvoorzieningen zoals buurthuizen, multifunctionele accommodaties en driesterrensteunpunten. Het is onze ambitie om, rekening houdend met de bezuinigingen, vanuit deze voorzieningen aansprekende activiteiten (op het gebied van cultuur, sport, welzijn en dergelijke) aan te bieden om veel Lelystedelingen te bereiken. Er wordt ingezet op een goed programmabeheer in de mfa s waarbij specifiek aandacht wordt geschonken aan activiteiten voor jongeren. Hiervoor kunnen bewoners/jongeren ook zelf initiatieven aandragen. Wij willen het vrijwilligerswerk versterken. In de verlengde nota vrijwilligerswerk zijn de volgende speerpunten genoemd voor de komende jaren: 1. Ondersteuning van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties en het bemiddelen in vacatures. 2. Het betrekken, stimuleren en motiveren van jongeren tot vrijwilligerswerk middels maatschappelijke stage. 3. Het ondersteunen en stimuleren van initiatieven die tot doel hebben het vrijwilligerswerk te promoten en te stimuleren en de betrokkenheid van groepen vrijwilligers, waaronder allochtonen te behouden en vergroten. 4. Het stimuleren van ontwikkelingen in het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen. 5. Het ondersteunen/stimuleren Zilveren Kracht. 29

30 6. Het stimuleren van mensen zonder werk tot het doen van vrijwilligerswerk. Veel Lelystedelingen zijn al actief als vrijwilliger. Het is onze ambitie om vooral meer jongeren en senioren (zilveren kracht) er toe te bewegen vrijwilligerswerk te gaan doen. Als gevolg van de vergrijzing en van de verwachte bezuinigingen op de zorg zal er vaker een beroep op vrijwilligers worden gedaan. Ook willen we mensen met een uitkering meer bij het vrijwilligerswerk betrekken. Dit gebeurt al maar zal in de komende tijd worden geïntensiveerd. Dit kan zowel voor de maatschappij als voor de uitkeringsgerechtigde een positief effect hebben: enerzijds verricht men maatschappelijk relevant werk en anderzijds leidt dit ertoe dat de betrokkene waardering krijgt, weer meedoet en eventueel zijn kansen vergroot op betaald werk. Wij willen dat de informatievoorziening goed op orde is. Een belangrijke voorwaarde voor zelfredzaamheid is dat men weet welke mogelijkheden er zijn om bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen maar ook dat men weet waar men terecht kan voor ondersteuning als men er zelf niet meer uitkomt. De acht wijkinfopunten en het gemeentelijk zorgplein spelen hierin een belangrijke rol. Bewoners kunnen hier terecht met vragen en ideeën. Inmiddels zijn MEE en MO-zaak(indicatiestelling) gehuisvest op het Zorgplein zodat inwoners voor alle diensten rond de Wmo-verstrekkingen terecht kunnen bij één loket. Het is van belang dat de informatie ook digitaal beschikbaar is. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de gemeentelijke website (digitaal zorgloket) maar ook via de website van Stichting Welzijn en andere organisaties in de stad. Wij zullen in de komende jaren blijven investeren in een goede informatievoorziening. We willen dat ouderen en mensen met een beperking actief en volwaardig deel kunnen (blijven) nemen aan de maatschappij en op een verantwoorde wijze zelfstandig kunnen blijven wonen. Daartoe zijn/worden er verspreid over de stad o.a. sterrenzones (woon-zorgzones) ontwikkeld, inclusief de daarbij behorende ontmoetingsactiviteiten. Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Meer inwoners die van wijk- en buurtvoorzieningen (buurtcentra, sportvoorzieningen, kinderopvang e.d.) gebruik maken. Meer jongeren die vinden dat er voldoende activiteiten voor hen zijn in de eigen buurt. Beoogde effectresultaten Stijging van het percentage inwoners dat buurtvoorziening regelmatig bezoekt: van 28% in 2010 naar 40% in Bron: Burgerpeiling FAB-OS. Stijging van het aandeel jongeren (12-18 jaar) dat vindt dat er voldoende activiteiten voor jongeren in de eigen buurt zijn van 40% in 2010 tot 44% in Bron: GGD Jongerenenquête. Meer sociale cohesie in de buurten. Stijging gemiddelde schaalscore sociale kwaliteit van de buurt van 5,9 in 2009 naar 6,4 in 2014 (6,1 in oktober 2011). Bron: Burgerpeiling FAB-OS. Meer inwoners die zich actief voor verbetering van de buurt inspannen. Stijging van het percentage inwoners dat het afgelopen jaar actief is geweest de buurt te verbeteren: van 22% in 2009 naar 26% in 2014 (23% in oktober 2011). Bron: Burgerpeiling FAB-OS. Meer inwoners verrichten vrijwilligerswerk. Percentage inwoners dat vrijwilligerswerk doet blijft gelijk aan of is boven landelijk gemiddelde (percentage Lelystad %). Bron: Burgerpeiling FAB-OS (tussenpeiling in najaar 2012). 30

31 Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Realiseren wervende wijkvoorzieningen Voorbereidingen bouw MFA Zuiderzeewijk is afgerond. Voorbereidingen bouw MFA Waterwijk is afgerond. Voorbereiding bouw MFA Boswijk is afgerond. Vervolgtraject bouw MFA Warande is nader ingevuld. Realiseren van een zinvol en aantrekkelijk (welzijns) aanbod in de wijken Versterken van het algemene vrijwilligerswerk. Er worden zinvolle en aantrekkelijke (ontmoetings)activiteiten in en vanuit de diverse wijkgebouwen/mfa s/driesterrensteunpunten aangeboden. Conform de verlengde nota Voor elkaar (looptijd tot 2015) zijn: - het vrijwilligerssteunpunt uitgebreid. - maatschappelijke stages breed ingevoerd (alle leerlingen die instromen in het schooljaar 2011/2012 lopen tijdens hun schoolloopbaan een maatschappelijke stage) plussers (zilveren kracht) en mensen met een uitkering actiever betrokken bij het vrijwilligerswerk. - Ondernemers meer betrokken bij het vrijwilligerswerk. Stimuleren van interculturalisatie van welzijn- en zorginstellingen. Conform de verlengde nota integratiebeleid worden welzijns- en zorginstellingen meer toegankelijk voor inwoners van alle culturen. Bevorderen emancipatie allochtone vrouwen. Deelname allochtone vrouwen aan (algemene) welzijnsactiviteiten is toegenomen. Voorkomen van discriminatie. Anti discriminatie voorziening blijft beschikbaar in Lelystad. Verder invulling geven aan Agenda 22. De thema s, die eind 2012 worden vastgesteld, zijn uitgewerkt. 31

32 3.1.2 Bieden van zorg We willen dat iedereen in Lelystad zoveel mogelijk meedoet. Zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid staan voorop maar daar waar nodig wordt op maat gerichte ondersteuning en passende zorg geboden om het mogelijk te maken zelfstandig te blijven functioneren of om inwoners (weer) op weg te helpen naar een zelfstandig bestaan. Een goede gezondheid van onze inwoners draagt bij aan langer zelfstandig en langer actief leven. Het bevorderen van een goede gezondheid van onze inwoners zien wij daarom als een belangrijk onderdeel binnen ons beleid gericht op actief burgerschap. We zetten in op een goed algemeen basisaanbod aan ondersteuning en zorg voor de inwoners van Lelystad. Het aantal ouderen in Lelystad zal in de komende jaren aanzienlijk toenemen. Dit in combinatie met de rijksbezuinigingen op de AWBZ zal dit leiden tot een toenemende druk op algemene (welzijn)voorzieningen. Ook de vraag naar mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg zal hierdoor sterk toenemen. Wat willen we bereiken? We zetten ons in voor het bieden van een goed algemeen basisaanbod van (gezondheid)zorg voor de inwoners van Lelystad: voldoende huisartsen en tandartsen, gezondheidscentra verspreid over de stad, voldoende maatschappelijk werk, een basisziekenhuis, voldoende verzorgingshuis- en verpleeghuiscapaciteit, een goede ambulancedienst, adequate infectieziektebestrijding etc. We willen dat inwoners van Lelystad gezond blijven en zich gezonder gaan gedragen. Daartoe zetten wij in op gezondheidspreventie, waarbij de nadruk ligt op het bevorderen van een gezonde leefstijl, vooral onder jongeren. Op jonge leeftijd is het hoogste rendement voor individu en samenleving te behalen. Daarnaast zetten we in op het voorkomen en tegengaan van overgewicht, vooral bij vrouwen (onder andere via de projecten Lelystad gaat voor gezond en Ik lekker fit ). Wij willen dat welzijn en zorg goed op elkaar worden afgestemd. Dit is temeer van belang nu de Wmo en de AWBZ steeds meer in elkaar gaan overlopen. Vanaf begin 2012 functioneren er in het kader van het Nieuwe Werken in de Wijk integrale teams voor welzijn en zorg. In deze teams zijn Stichting Welzijn Lelystad, Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland, Kwintes en Icare vertegenwoordigd. Deze teams werken vanuit het stepped care principe en zorgen voor een passend aanbod van welzijn en zorg in de verschillende wijken. Wij willen bereiken dat de kwetsbare groepen, ondanks bezuinigingen op de AWBZ en dergelijke, toch zoveel mogelijk kunnen blijven participeren in de samenleving. Daarbij wordt primair ingezet op het benutten en versterken van de eigen kracht en op het zoveel mogelijk geschikt en toegankelijk maken van algemene voorzieningen (toegankelijk openbaar vervoer, geschikte activiteiten in de wijkcentra aansluitend op de vraag. Voor bepaalde groepen is daarnaast ondersteuning nodig om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen en maatschappelijk te participeren. Het kan hierbij gaan om meer algemene voorzieningen zoals maatschappelijk werk, ouderenadviseurs, het project thuisadministratie, gezinscoaches en schoolmaatschappelijk werk. Het kan ook gaan om individuele voorzieningen, zoals hulp in de huishouding, rolstoelen, scootmobielen, woningaanpassingen en aangepast vervoer. Wij zetten in op een sober maar kwalitatief goed ondersteuningsaanbod. In 2011 is besloten het Wmopakket op een aantal punten te versoberen. Er zijn hierbij geen wijzigingen aangebracht voor de huishoudelijke hulp. Wij zullen eind 2012 een voorstel aan de raad voorleggen om het verstrekkingenbeleid ook op dit onderdeel aan te passen. Wij willen mantelzorgers zodanig ondersteunen dat zij deze zeer nuttige taak kunnen volhouden en zich minder vaak (te) zwaar belast voelen. Ook het vrijwilligerswerk in de zorg willen wij verder stimuleren en faciliteren. De zorgvrijwilligers en mantelzorgers spelen een essentiële rol bij het ondersteunen van mensen met een beperking. Eind 2012 zal een doorontwikkelde nota informele zorg (mantelzorgondersteuning en vrijwilligerswerk in de zorg) aan de raad worden voorgelegd. 32

33 Wij willen voldoende opvangvoorzieningen hebben voor de zeer kwetsbaren. We willen de dag- en nachtopvang voor dak- en thuislozen in stand houden evenals de specifieke woonvoorziening voor de groep (ex-)verslaafden met psychiatrische problematiek die veel begeleiding nodig heeft. We willen dat de preventieve jeugdzorg (Centrum Jeugd en Gezin) goed geregeld is zodat hiermee het beroep op de duurdere jeugdzorg kan worden voorkomen. Onze inzet is het versterken van de eigen kracht van gezinnen vanuit positief opvoeden. Wij sturen erop dat de uitvoerende instellingen vanuit deze gedachte werken. Ook willen we extra inzetten op preventie van jeugdcriminaliteit. Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Inwoners voelen zich gezond/ gaan zich gezonder gedragen. Beoogde effectresultaten Vasthouden van percentage inwoners dat eigen gezondheid in het algemeen als (minimaal) goed beoordeelt op niveau van 2010 (84%). Bron: Burgerpeiling FAB-OS (tussenpeiling in najaar 2012). Geen verdere groei van jongeren met overgewicht. Geen verdere groei van jongeren met overmatig alcohol gebruik. Voorkomen van verdere groei van (zware) problematiek onder de jeugd van 0-18 jaar. Stabiliseren van het aandeel jongeren (12-18) met overgewicht op het niveau van 2010 (10%). Stabilisering van het aandeel jongeren dat overmatig drinkt op het niveau 2010 (26%). Bron: GGD Jongerenenquête. Stabilisering van het aandeel jeugdigen met een jeugdzorgindicatie op het niveau 2009 (3,2%) Werkelijk 2010: 3,3%, 2011: 3,4%. Bron: Bureau Jeugdzorg. Gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de individuele Wmo-verstrekkingen. De tevredenheid van Lelystedelingen is gelijk of hoger dan de landelijk gemiddelde score (gemiddeld rapportcijfer in 2011: huishoudelijke hulp 7,7 (landelijk 7,8); gehandicaptenvoorzieningen 7,3 (landelijk 7,5)). Bron: SGBO. Mantelzorgers voelen zich minder vaak te zwaar belast. Percentage (actieve) mantelzorgers dat aangeeft zich (te) zwaar belast te voelen daalt van 19% in 2010 naar 15% in Bron: Burgerpeiling FAB-OS (tussenpeiling in najaar 2012). Het aantal vrijwilligers in de zorg wordt vergroot. Percentage inwoners dat onverplicht en onbetaald buren- of gehandicaptenhulp geeft stijgt van 12% in 2010 naar 15% in Bron: Burgerpeiling FAB-OS (tussenpeiling in najaar 2012). Kwetsbare groepen, vooral ouderen en gehandicapten, kunnen actiever deel (blijven) nemen aan de maatschappij. Ouderen en arbeidsongeschikten scoren gemiddeld hoger op de leefsituatieindex: ouderen van 95 in 2008 naar 100 in 2014; arbeidsongeschikten van 86 in 2008 naar 95 in Bron: Burgerpeiling FAB-OS (tussenpeiling in najaar 2012). 33

34 Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Aanbod eerstelijnszorg is op peil. Basisziekenhuiszorg is in Lelystad beschikbaar. Bevorderen van een actieve en gezonde leefstijl Preventieve jeugdzorg is goed op orde. Er zijn voldoende opvangvoorzieningen voor zeer kwetsbare inwoners. Samenwerking en afstemming tussen welzijn en zorg is verbeterd. Het Zorgplein werkt voor wat betreft de Wmo vanuit het stepped care principe (kanteling) Er wordt een adequaat pakket aan individuele Wmovoorzieningen geboden. De mantelzorgondersteuning en het vrijwilligerswerk in de zorg worden versterkt. De decentralisatie van rijkstaken (Jeugdzorg en AWBZ taken) is goed voorbereid. Inwoners weten weg naar welzijns- en zorgvoorzieningen en diensten goed te vinden. Er is een samenhangend aanbod voor wonen, welzijn en zorg. Er zijn voldoende huisartsen, tandartsen en verloskundigen (er zijn geen wachtlijsten). Behoud van een (inhoudelijk en financieel) gezond basisziekenhuis in Lelystad. Er zijn diverse projecten uitgevoerd gericht op gezonde leefstijl vooral onder jongeren en vrouwen. Er functioneert een efficiënt Centrum voor Jeugd en Gezin. De signalering en doorverwijzing van probleemsituaties is goed en duidelijk geregeld. Er is in het kader van de jeugdgezondheidszorg, conform landelijke regelgeving, een extra contactmoment voor adolescenten ingevoerd. Er zijn extra preventieactiviteiten uitgevoerd ter voorkoming van jeugdcriminaliteit. Er is een dag- en nachtopvang. De voorbereidingen voor de komst van een woonvoorziening voor mensen met verslavings- en/of psychiatrische problematiek zijn afgerond. Er functioneren integrale teams voor welzijn en zorg die gebiedsgericht werken vanuit het stepped-care principe. De wijkverpleging (Zichtbare Schakel) maakt onderdeel uit van dit team. Het Zorgplein is zodanig ingericht dat de vragen/verzoeken, waarvoor het relevant is, worden afgehandeld volgens het stepped care principe. Er worden met de betrokken cliënten zogenaamde keukentafelgesprekken gevoerd. De betrokken partijen bij het verstrekken van individuele Wmo voorzieningen (gemeente, MEE, MO-zaak) zijn geconcentreerd op het gemeentelijke Zorgplein. Het aangepaste pakket, zoals in 2011 door de raad is vastgesteld, is beschikbaar. Eind 2012 wordt een voorstel voorgelegd voor aanpassing van het aanbod huishoudelijke hulp. Implementatie hiervan zal eind 2013 plaatsvinden (na het afsluiten van nieuwe contracten met de leveranciers). De mantelzorgondersteuning en het vrijwilligerswerk in de zorg zijn versterkt conform de doorontwikkelde nota informele zorg (mantelzorgondersteuning en vrijwilligerswerk in de zorg). Deze nota zal eind 2012 aan de raad worden voorgelegd. De decentralisatie van de jeugdzorg en aantal AWBZ taken is zodanig voorbereid dat deze nieuwe taken op de verwachte invoeringsdatum (2014/2015) adequaat kunnen worden opgepakt. De informatievoorziening rond de Wmo (digitaal loket, loket in stadhuis, 8 wijkinfopunten e.d.) is goed op orde. Er functioneren verspreid over de stad driesterrensteunpunten (De Hoven, Hanzeborg en Uiterton). 34

35 3.2 Op weg met talent Vigerende beleidsnota's Een goede schoolloopbaan voor iedereen - Kadernota Lelystadse Educatieve Agenda Uiterkingsplan LEA 2012 "Presteren met onderwijs" (januari 2012) - IHP onderwijs Kadernota brede school Nota Jongleren Voortgang Jongleren/VVE (april 2012) Sport en recreatie - Kadernotitie Sport 'Startschot' - Uitvoeringsnota Sport 'Tussen start en finish' Zoveel mogelijk mensen aan het werk - Overgangsnota 'Op weg met Werk' (vastgesteld 2010) - Onderzoek naar het rendement van bestedingen aan de participatievoorziening in de gemeente Lelystad (Lelystad 2011) - Nota 'Op weg met Werken naar Vermogen' (vastgesteld 2011) - Nota "Werk in uitvoering" (april 2012) - Beleidskader inburgering Lelystad: Nieuwe Nederlanders op weg naar burgerschap Werkplan uitvoering Wet inburgering 2012 (februari 2012) Inkomensondersteuning - Nota 'Meedoen is mogelijk', herijking integraal armoedebeleid (vastgesteld 2009) - Nota schuldhulpverlening Evaluatie uitvoering preventief armoedebeleid Lelystad Spoor 1 (februari 2012) Lelystad is een stad die door en voor mensen is gemaakt. De talentontwikkeling van onze inwoners bepaalt in belangrijke mate de kracht van de Lelystadse samenleving. Talentontwikkeling draagt evenzeer bij aan een betere toekomst voor het individu in die samenleving. Op weg met talent staat dan ook voor het belang te investeren in de ontwikkeling van het kind tot volwaardig participerende burger. Het succesvol volgen van onderwijs en het hebben van werk zijn de belangrijkste aanjagers voor de verbetering van de positie van onze inwoners. Het volgen van onderwijs is de opstap voor sociale stijging in de maatschappij. Een belangrijk doel daarbij is te zorgen voor een goed gekwalificeerde beroepsbevolking. Ook sport is in het collegeprogramma geduid als vliegwiel voor actieve participatie. En wie niet automatisch mee kan komen in de participatiemaatschappij, kan rekenen op een steuntje in de rug van de gemeentelijke overheid. Met de Kadernota is binnen dit programma een aantal structurele bezuinigingen gerealiseerd ter hoogte van ruim 1 miljoen. Hierbij is het zaak om met minder middelen, door efficiëntere uitvoering en slimme dwarsverbanden zoveel mogelijk de inhoudelijke doelstellingen overeind te houden. Niet ontkent kan worden dat we met minder middelen ook wel degelijk scherpere keuzes moeten maken. Zo is er een bezuiniging doorgevoerd op de budgetten voor schoolzwemmen, brede school en sport. Ook gaan er in 2013 minder gemeentelijke middelen naar reguliere peuterspeelzalen, waarbij de opdracht is het dekkende netwerk kritisch tegen het licht te houden om daarmee een aanvullende bezuiniging te realiseren met ingang van Het toezicht op de kinderopvang is conform de landelijke richtlijnen aangepast, wat structureel een besparing oplevert. De rechtstreekse subsidie naar de Verborgen Bron voor biologielessen (milieueducatie) wordt afgebouwd, maar scholen kunnen deze lessen wel blijven inkopen. Dit voorbeeld illustreert de scherpere verdeling van verantwoordelijkheden. 35

36 Ondanks deze bezuinigingen blijven we ook wel degelijk investeren in de talentontwikkeling van onze inwoners. Aan de hand van de Lelystadse Educatieve Agenda investeren we onder meer in het jonge kind door hoge kwaliteit van de Voor- en Vroegschoolse Educatie, het stimuleren van creativiteit en ontwikkeling van kinderen door Brede Scholen, versterking van het regulier onderwijs bij de invoering van passend onderwijs, het voorkomen van voortijdige schooluitval op het voortgezet en beroepsonderwijs, en in doorlopende leerlijnen met name van VMBO naar MBO en van MBO naar HBO tot aan de arbeidsmarkt. Met de Kadernota is tevens vastgesteld dat meer middelen nodig zijn voor de algemene en bijzondere bijstand. De nog voortdurende economische crisis heeft tot gevolg dat het aantal bijstandgerechtigden stijgt. Hierdoor neemt ook het beroep dat wordt gedaan op de bijzondere bijstand en andere inkomensondersteunende maatregelen toe. De verwachting is dat deze trend in de komende jaren zal doorzetten, deels omdat de voorstellen in het kader van Werken naar vermogen naar alle waarschijnlijkheid ontdooid zullen worden. Aan de andere kant is er in het voorzieningenaanbod wel degelijk bezuinigd. Zo zijn de budgetten voor kinderopvang, minimabeleid en uitvoering BBZ naar beneden bijgesteld. Samengevat proberen we via het programma Op weg met talent inwoners van onze stad in hun kracht te zetten en kansen te bieden. Daar waar dit niet lukt, biedt de lokale overheid een vangnet waar de inwoners, ook in financieel moeilijke tijden, op mogen blijven vertrouwen. Opdat zo min mogelijk talent verloren gaat en mensen hun zelfredzame positie (weer) kunnen innemen. Wat mag het kosten? Tabel: Overzicht middelen Bedragen x Begroting Meerjarenraming Programma 2: Op w eg met talent Exploitatie Lasten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P22 Sport en recreatie P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Lasten Baten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P22 Sport en recreatie P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Baten Totaal Exploitatie Reserves Lasten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder -200 P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Lasten Baten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder 200 P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Baten 200 Totaal Reserves Eindstand meerjarenraming vóór w ijzigingen

37 Voorgestelde w ijzigingen programma 2 Voorgestelde w ijzigingen 2.2 Sport en recreatie Onontkoombare bijstellingen Combinatiefuncties sportimpuls Combinatiefuncties sportimpuls - dekking AU Totaal 2.2 Sport en recreatie 2.3 Verhogen arbeidsparticipatie en bieden inkomensondersteuning Onontkoombare bijstellingen Actualisatie bijstandsuitkeringen Besparingen Duurzame uitstroom Gemeenschappelijke regeling WSW 50 Totaal 2.3 Verhogen arbeidsparticipatie en bieden inkomens Totaal Voorgestelde w ijzigingen Totaal w ijzigingen Eindstand programmabegroting ná w ijzigingen In de tabel op de vorige bladzijde zijn de volgende gehonoreerde Kadernota voorstellen verwerkt (situatie ná raadsbehandeling). Gehonoreerde kadernotavoorstellen Onontkoombaar Besluit Exploitatiekosten Onderwijshuisvesting IHP Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Investeren duurzame uitstroom uitkeringsgerechtigden Onontkoombaar programma Wenselijk Exploitatiekosten Onderwijshuisvesting IHP -38 Bijstellen budgetten Bijzondere Bijstand Sociale activering bestand verminderde arbeidscapaciteit Wenselijk programma Ombuigingen Structurele exploitatie bijdrage MFA warande Kinderopvang Vandalismebestrijding (scholen) Overige lokale onderwijstaken Schoolzwemmen Peuterspeelzaalwerk Brede School Sport algemeen N.V. Sportbedrijf Inkomensonderst. -minimabeleid Uitvoering BBZ Ombuigingen programma

38 3.2.1 Goede schoolloopbaan voor iedereen Wat willen we bereiken? De centrale boodschap van de Lelystadse Educatieve Agenda (LEA) Presteren met onderwijs is: elke leerling de optimale kans bieden op een succesvolle schoolloopbaan, die perspectief biedt voor zijn verdere ontwikkeling en leidt tot een voor hem zo hoog mogelijk haalbare (start)kwalificatie voor de arbeidsmarkt. De LEA wordt jaarlijks vertaald naar een uitvoeringsplan. Begin 2013 wordt deze wederom ter informatie aangeboden aan de gemeenteraad, met hierin ook de voortgangsresultaten. JongLeren De gemeente Lelystad geeft hoge prioriteit aan talentontwikkeling van de jeugd. Veel valt daarbij te verwachten van de investering in jonge kinderen. De uitdrukking Jong geleerd is oud gedaan maakt dat duidelijk. Met Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gaat het om extra aandacht op vier domeinen: taal, rekenen, motoriek en sociaal emotionele ontwikkelingen. Op dit moment vraagt in Lelystad met name de achterstand op het gebied van taal om extra inzet. Daarom is de ambitie ook uitgesproken (bijna) geen kind met (taal)achterstand naar groep 3. Met ingang van 2013 is dit vertaald naar scherpe afspraken met de betrokken partners over de prestaties die moeten leiden tot een betere taalontwikkeling bij deze jonge kinderen. Daarbij wordt ingezet op drie lijnen: het verhogen van het bereik van de doelgroep (naar 80% bereik), het verder versterken van de kwaliteit van het aanbod door onder meer de inzet van HBO-ers, aandacht voor het taalniveau van de leidsters en het vormgeven van educatief partnerschap. De derde lijn is het bieden van VVE, vooralsnog ook in de basisscholen. Brede School De brede school is een hechte samenwerking tussen minimaal twee basisscholen, een peuterspeelzaal, kinderdagverblijf of BSO en een maatschappelijke instelling. Veelal vindt de samenwerking middels een netwerk plaats. In de actualisering van het brede schoolbeleid (die in het derde kwartaal aan de Raad is aangeboden) is dit verder uitgewerkt, en is ook de bezuiniging uit de Kadernota van 10% op het budget vormgegeven. Passend onderwijs De scholen staan voor een grote opgave door de invoering van passend onderwijs. De invoering van de wetgeving is echter een jaar vertraagd en daarmee zal de zorgplicht voor scholen vanaf de zomervakantie 2013 van kracht gaan. De rol van de gemeente ligt vooral in het bewaken van de samenhang met de doorontwikkeling van het CJG en de decentralisatie van de jeugdzorg. Vanuit het uitgangspunt het kind centraal zullen de taken en verantwoordelijkheden van het onderwijs en zorgpartners verder ingevuld worden en op elkaar afgestemd worden. In het kader van passend onderwijs zal ook het leerlingenvervoer nader bekeken worden. De gemeente betaalt immers de vervoerskosten voor leerlingen die binnen zes kilometer van hun huis geen passend onderwijs kunnen krijgen. Dit gebeurt veelal met taxibusjes. Dat geldt voor kinderen in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. In eerste instantie is kritisch gekeken naar de aanbesteding, vervolgens naar de gehanteerde criteria om voor vervoer in aanmerking te komen. Nu wordt ook inhoudelijk het leerlingenvervoer tegen het licht gehouden. Vanuit de gedachte dat het leerlingen zelfstandiger en mobieler maakt als ze niet afhankelijk zijn van een taxi. Ze leren hoe ze zich in het verkeer of in het openbaar vervoer moeten bewegen; ze zijn mobieler en krijgen meer zelfvertrouwen. Dit wordt voorafgaand aan de Kadernota in 2013 nader uitgewerkt. Verlagen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Lelystad heeft een blijvende opgave om het voortijdig schoolverlaten drastisch terug te dringen. Daarbij is aandacht nodig voor snelle interventie en hoogwaardig handhaven van de leerplicht zonder dat dit leidt tot incidentbestrijding. Handhaving en preventie moeten elkaar hierin versterken. Wij zetten in op de naleving van het convenant dat het ministerie van OCW heeft afgesloten met gemeenten en scholen in Flevoland met als doel om ten minste jaarlijks een daling van 10% te realiseren. Curatieve maatregelen moeten leiden tot het zoveel mogelijk terugleiden naar school. Hierbij is het van belang om een stedelijk sluitend vangnet te creëren voor kwetsbare jongeren. 38

39 Integraal Huisvestingsplan (IHP) Goed onderwijs begint met goede onderwijshuisvesting. Met het jaarlijkse IHP hebben we hiervoor een gedegen systematiek ontwikkeld. Middels het nieuwe beleidskader onderwijshuisvesting (dat in het derde kwartaal aan de Raad is aangeboden)kijken we kritisch naar de rol en verantwoordelijkheid van de lokale overheid. Ook de veranderende financiële context maakt dat noodzakelijk. De gemeente heeft een zorgplicht voor voldoende en adequate huisvesting, maar daarbij wordt vanuit het nieuwe beleidskader onder meer ingezet op een actiever leegstandsbeleid. Bij het opstellen van toekomstige IHP s wordt dan ook nog kritischer gekeken naar investeringen. Ten aanzien van het voortgezet onderwijs zal in 2013 naar alle waarschijnlijkheid duidelijkheid komen over de toekomstige huisvestingsbehoefte van de Stichting Voortgezet Onderwijs Lelystad (SVOL). Hiervoor loopt momenteel een separaat proces, conform afspraken met de Raad. Middelbaar- en hoger beroepsonderwijs Een goed gekwalificeerde beroepsbevolking is een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven en daarmee voorwaarde voor economische groei. Doorlopende leerlijnen van MBO naar HBO en richting arbeidsmarkt zijn van belang. Dit wordt met de komst van de Hogeschool Windesheim Flevoland, zowel in Almere als Lelystad, verder verstevigd. Het opleidingsaanbod van de lesplaats Lelystad vindt gefaseerd plaats, waarbij valt te denken aan luchtvaartonderwijs of aan water gerelateerd onderwijs. Het MBO College Lelystad werkt aan versterking van het opleidingsaanbod in Lelystad, met name gericht op de hogere twee niveaus en versterking van het techniekonderwijs, in het bijzonder gericht op composieten. Nieuw is de entree-opleiding, de vervanger van de voormalige niveau I opleidingen. Met het MBO College Lelystad, het voortgezet, het speciaal en het praktijkonderwijs zal worden onderzocht op welke wijze de entree-opleiding kan worden ingezet voor jongeren die geen startkwalificatie zullen kunnen halen, maar die wel via een arbeidskwalificatie toegeleid kunnen worden naar de arbeidsmarkt. Specifiek speelt hierbij ook de bestuursoverdracht van praktijkschool De Steiger. Immers ook hier geldt dat het van belang is te komen tot een zo regulier mogelijke inbedding met een optimaal perspectief op de arbeidsmarkt. In 2013 zal de focus nadrukkelijk komen te liggen op het uitvoeren van het reorganisatieplan. Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Handhaven opleidingsniveau van de beroepsbevolking Handhaven van het aandeel van de beroepsbevolking met een opleiding op minimaal middelbaar niveau boven het landelijk gemiddelde (Lelystad op 77% en NL op 76% in 2010). Bron: CBS / EBB Minder voortijdig schoolverlaters (VSV) Daling in het jaarlijks aantal nieuwe vsv-ers, aantal voor 2011 is 270. Dit is een reductie van 11%. Convenantdoelstelling: reductie 10% per jaar. Bron: Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Betere leerkansen voor jonge kinderen (VVE) Aanpak voortijdig schoolverlaten (VSV) Uivoering geven aan de nota JongLeren: vergroten van het bereik van VVE, sluitende aanpak tussen het consultatiebureau en de voorschoolse voorzieningen, huisbezoeken als onderdeel van educatief partnerschap, inzet op het verbeteren van het taalniveau, kwaliteitsimpuls voor de voorschoolse voorzieningen. Daling van het aantal voortijdig schoolverlaters, door onder andere investeringen in doorlopende leerlijnen, goede handhaving door leerplicht, afspraken over verzuimbeleid, en goede zorg op en rond het onderwijs. 39

40 3.2.2 Sport en recreatie Onze ambitie is dat we de mate van sportparticipatie in Lelystad vasthouden, opdat het vanzelfsprekend is dat iedereen van jongs af aan sport en dat ook blijft doen in zijn of haar leven. Dit willen wij doen door extra aandacht te geven aan doelgroepen die nu nog achter blijven. Ook het aantal ongeorganiseerde sporters blijft groeien. Hiervoor willen we, daar waar mogelijk, de voorwaarden verbeteren en de verbinding tussen georganiseerd en ongeorganiseerd sporten bevorderen. We kijken daarbij naar sport als een activiteit, dat méér is dan waardevol op zichzelf. Door sport kan men opvoeden, het is een middel tot ontmoeten en integreren, leert mensen samen te werken en te presteren en bevordert de algehele gezondheid. Men kan zich hierdoor verder ontwikkelen, het is leuk, gezond en een uitstekende vorm van ontspanning door inspanning. Belangrijke uitdaging de komende tijd is het realiseren van slimme dwarsverbanden, waardoor je meer kunt doen ondanks minder beschikbare middelen. Binnen sportverenigingen ontmoeten veel Lelystedelingen elkaar. Vitale verenigingen zijn in staat om invulling te geven aan hun maatschappelijke en sportieve opgave. De sportaccommodaties waarvan zij gebruik maken moeten op orde zijn en er goed bij liggen. Een stevige impuls aan de binnensport is gegeven door de ingebruikname van de derde volwaardige sporthal naast de bestaande sporthal De Rietlanden waarbij binnen- en buitensport, in combinatie met het onderwijs, zich verder kan ontwikkelen. Het faciliteren van de breedtesport voor jong en oud staat in Lelystad voorop. Wij maken daarbij nadrukkelijk een uitzondering voor de zeilsport. Wij zien de aanwezige potentie van Lelystad als watersportstad. Lelystad kan de komende jaren steeds meer fungeren als nautisch centrum voor de zeilsport op nationaal en internationaal niveau. Dit vraagt de komende jaren nadrukkelijk onze aandacht en inspanning. Naast deze inhoudelijke opgave (en de verdere concretisering op bovengenoemde vijf speerpunten) is ook de financiële opgave van 10% bezuiniging op sport ingevuld in de actualisering van het sportbeleid dat in het vierde kwartaal 2012 aan de raad wordt aangeboden. Wat willen we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Meer Lelystedelingen sporten met grote regelmaat Beoogde effectresultaten Stijging van het aandeel Lelystedelingen dat regelmatig (minstens eens per maand) sport (van 68% in 2007) naar 72% in Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Vasthouden van de sportparticipatie in Lelystad Uitvoering geven aan (de bezuiniging van 10% in) de sportnota zoals die in het vierde kwartaal 2012 aan de Raad wordt aangeboden. 40

41 3.2.3 Verhogen arbeidsparticipatie en bieden van inkomensondersteuning Wij willen dat onze burgers zoveel mogelijk zelfredzaam zijn. Daar waar dat niet lukt bieden wij ondersteuning gericht op de toeleiding naar werk of een vorm van maatschappelijke participatie en eventueel een (tijdelijke) aanvulling op het inkomen. Daarnaast willen wij armoede zoveel mogelijk voorkomen en proberen we jongeren klaar te maken voor de arbeidsmarkt. Het jaar 2013 zou voor de gemeente het jaar worden van de Wet Werken naar Vermogen en de daarmee gepaard gaande veranderingen. De turbulente politieke werkelijkheid heeft echter tot uitstel geleid, maar mag (om de financiële risico s te kunnen managen) lokaal niet leiden tot stilstand. We gaan daarom door met de uitwerking van de besluiten die genomen zijn door de Raad naar aanleiding van de nota Werk in uitvoering. De nog voortdurende economische crisis heeft tot gevolg dat het aantal werklozen en bijstandsgerechtigden toeneemt, ook in de gemeente Lelystad. Ook het beroep dat wordt gedaan op de bijzondere bijstand en andere inkomensondersteunende maatregelen neemt (hierdoor) toe. De bezuinigingen op het participatiebudget blijven gehandhaafd en dat dwingt de gemeente tot het maken van scherpe keuzes met betrekking tot het voorzieningenaanbod voor re-integratie en participatie. De inmiddels in gang gezette ontwikkelingen met betrekking tot de oprichting van een werkbedrijf (één van de uitwerkingsopgaven in bovengenoemde nota) en de focus op de doelgroep met een arbeidscapaciteit vanaf 50% moeten ervoor zorgen dat ook in de komende jaren iedereen die kán werken, werkt naar vermogen. Wat willen we bereiken? Uitwerking van de nota Werk in uitvoering Doelgroepen De investeringen die de gemeente Lelystad in de afgelopen jaren heeft gedaan op re-integratie hebben geleid tot een lagere toename van het aantal klanten dan de landelijke trend laat zien. Desalniettemin neemt de omvang van het bestand wel toe. We hebben er voor gekozen onderscheid te maken in verschillende doelgroepen, gebaseerd op de verdiencapaciteit (situationele loonwaarde). De onderverdeling in doelgroepen maakt het mogelijk om de middelen in het participatiebudget gerichter in te zetten, rekening houdend met de kansen en mogelijkheden van de mensen. Wij onderscheiden de volgende groepen: De groep met een verdiencapaciteit van %. Voor deze groep zal worden ingezet op handhaving en niet op begeleiding door middel van trajecten. De groep met een verdiencapaciteit van 50 80%. Voor deze groep wordt maximaal ingezet op ontwikkeling en empowerment met als doel duurzame uitstroom te realiseren door de inzet van instrumenten als loonkostensubsidie, werkervaringsbanen en verloning. Het participatiebudget wordt hiervoor aangewend. De groep met een verdiencapaciteit van 20 50%. Voor deze groep zal met name aansluiting worden gezocht bij de bestaande voorzieningen in het maatschappelijk middenveld waar het gaat om zorg en participatie. Met de door de raad beschikbaar gestelde additionele middelen zal voor deze doelgroep invulling gegeven worden aan social return en maatschappelijke participatie. De groep met een verdiencapaciteit tussen 0-20 %. Voor deze groep zal ook aansluiting worden gezocht bij de bestaande voorzieningen in het maatschappelijk middenveld waar het gaat om zorg en participatie, tevens wordt een mogelijke aansluiting gecreëerd met het beschut werk van de WSW. 41

42 Werkbedrijf Om enerzijds de financiële risico s te kunnen managen en anderzijds één loket te creëren voor alle gemeentelijke klanten op het thema werk wordt een werkbedrijf opgericht. Dit bedrijf biedt een breed aanbod van producten op het thema werk, zoals detachering, begeleiding, uitvoering en productie en richt zich in de eerste plaats op de doelgroep van 50 80%. Handhaving op de activiteiten die worden verricht om terug te keren op de arbeidsmarkt voor de groep van % zal ook plaatsvinden via het werkbedrijf. Werkgeversbenadering Het succes van re-integratie valt of staat met de werkgevers zowel lokaal als in de regio. Werkgevers moeten worden ontzorgd en er moet een duidelijk en zichtbaar loket zijn waar de werkgevers alles kunnen regelen. In samenwerking met onder andere het UWV wordt een werkgeversaanpak ontwikkeld die ook past bij de lokale economie en het aanbod van het werkbedrijf. WSW Met het uitstel van de WWnV gaat ook de voorgenomen herstructurering van de WSW vooralsnog niet door en zal de verwachte verlaging van het WSW-budget per arbeidsplaats in 2013 niet worden doorgevoerd. Desalniettemin blijft de noodzaak voor een fundamentele transitie van de sociale werkvoorziening noodzakelijk. Het bestuur van de GR IJsselmeergroep heeft dan ook besloten om een financieel meerjarenperspectief op te laten stellen, waarin de ontwikkeling van het werkbedrijf Lelystad meegenomen wordt. Regionalisering In samenwerking met de gemeente Almere en de gemeente Dronten willen wij een regionale backoffice Sociale Dienst organiseren. Het doel is om hierin zowel inhoudelijk, beheersmatig en kostentechnisch voordeel te behalen. Minimabeleid en schuldhulpverlening Schuldhulpverlening Het aantal schuldhulpverleningsverzoeken is in 2012 gestabiliseerd. Het is de verwachting dat dit ook in 2013 het geval is. Het uitgangspunt blijft dat voor iedereen die dit nodig heeft de schuldhulpverlening beschikbaar blijft. Naast het oplossen van schulden wordt door de uitvoerende organisaties (MDF en IDO) ingezet op een integrale benadering, waarbij ook aspecten die de oorzaak of het gevolg zijn van een slechte financiële situatie worden meegenomen. Preventief armoedebeleid (spoor 1) Het preventieve armoedebeleid wordt uitgevoerd om belemmeringen in de armoedesituatie, op basis van het armoederisicoprofiel, te doorbreken of te voorkomen. Het gaat hierbij om het terugdringen van de overerving van armoede door het bieden van kansen aan kinderen om te voorkomen dat ze in een achterstandssituatie terecht komen. Uit een recente evaluatie van het Verwey Jonker Instituut blijkt dit beleid in Lelystad succesvol te zijn en het zal dan ook worden voortgezet in de komende jaren. Minimabeleid (spoor 2) De stapeling van bezuinigingen die door het Rijk zijn doorgevoerd (en met name de meest kwetsbaren hard treffen) in combinatie met de stijgende klantenaantallen leiden tot een toenemend beroep op de bijzondere bijstand. Als gevolg hiervan zijn de budgetten voor de komende jaren verhoogd (daar waar een bezuiniging is doorgevoerd op een aantal instrumenten). Wij streven ernaar de mensen die onder of op de armoedegrens leven te ondersteunen waar het kan en zoeken daarbij zo veel mogelijk de aansluiting bij het maatschappelijk middenveld. 42

43 Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Zoveel mogelijk mensen aan het werk naar vermogen. Werkbedrijf Werkgevers WSW Regionalisering Beoogde effectresultaten Doelgroep % : Deze groep stroomt zelfstandig uit naar reguliere arbeid. Doelgroep 50-80% : Deze groep gaat door middel van begeleiding geheel of gedeeltelijk aan het werk. Doelgroep 0-50% : Deze groep vindt aansluiting bij de zorg in het maatschappelijk middenveld. Een klein deel gaat door middel van begeleiding gedeeltelijk aan het werk of stroomt door naar de groep 50-80%. Het werkbedrijf biedt werk door middel van detachering en begeleiding naar werk voor de mensen met een verdiencapaciteit vanaf 50 %. Er is een zodanige werkgeversaanpak gerealiseerd dat zowel op lokaal als op regionaal niveau de toeleiding van klanten naar de arbeidsmarkt en het maatschappelijk ondernemerschap bevordert. Zoveel mogelijk mensen regulier laten werken. Voor mensen met een WSW-indicatie is werk beschikbaar in een beschermde omgeving. Een regionale backoffice levert een efficiënte dienstverlening aan de gemeenten Almere, Dronten en Lelystad voor wat betreft de uitkerings- en debiteurenadministratie. Schuldhulpverlening Minimabeleid (spoor 2) Preventief armoedebeleid (spoor 1) Schuldhulpverlening blijft beschikbaar voor iedereen die dit nodig heeft, waardoor minder een beroep gedaan hoeft te worden op andere maatschappelijke voorzieningen De beschikbare middelen binnen de bijzondere bijstand (instrumenten die aangeboden worden zijn onder andere: participatiebijdrage, langdurigheidtoeslag, leenbijstand, bewindvoering, individuele bijzondere kosten et cetera) worden optimaal benut. Het regisseren van de instandhouding van de maatschappelijke keten waardoor het signaleren van en doorverwijzen bij armoederisico s door alle betrokken partners optimaal plaats vindt. Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Doelgroepen Werkbedrijf Werkgevers WSW De volgende re-integratie- en participatie-instrumenten worden ingezet: Doelgroep %: Handhaving op doelmatigheid, individuele controle op activiteiten om de terugkeer naar de arbeidsmarkt mogelijk te maken. Doelgroep 50-80%: Verloning, werkervaringsbanen, loonkostensubsidie en nieuw te ontwikkelen instrumenten binnen het werkbedrijf. Doelgroep 0-50%: Incidenteel inzet van instrumenten uit de doelgroep 50-80%, zoals loondispensatie. Er wordt een netwerk ontwikkeld samen met het maatschappelijk middenveld. Oprichten van het werkbedrijf. Opzetten van zowel een lokale als een regionale werkgeversbenadering. Opzetten en uitvoeren maatregelen transitieplan. Regionalisering Uitvoeren van het project regionalisering in samenwerking met Almere en Dronten.. Schuldhulpverlening Wij voeren het vastgestelde schuldhulpverleningsbeleid uit, conform de nota Minimabeleid (spoor 2) Wij voeren het vastgestelde armoedebeleid uit, conform de nota Meedoen is mogelijk (2009). Preventief armoedebeleid (spoor 1) Wij voeren het preventieve armoedebeleid uit, dat is vastgesteld in februari

44 3.3 Leefbare stad Vigerende beleidsnota's - Kwaliteitsstructuurplan (KSP) (vastgesteld 2002) - Gebruik van de openbare ruimte- terrassen; nadere regels (vastgesteld 2011) - Gebruik van de openbare ruimte - uitstallingen; nadere regels (vastgesteld 2011) - Waterplan Lelystad (vastgesteld 2004) - Gemeentelijk MilieuPlan GMP3 (vastgesteld 2006) - Kadernota klimaatbeleid Groenstructuurplan 1997 (richtlijn) - Berm en beheerplan(vastgesteld 2003) - Nota fauna beleid (vastgesteld 1992) - Gemeentelijk rioleringsplan Bosbeleidsplan (vastgesteld 1996) - Afvalbeleidsplan Nota Bodembeheer Nota Mobiliteit Lelystad Mobiliteitsvisie (vastgesteld 2011) - Tankstationbeleid Nota geluidbeleid Lelystad Archeologische monumentenzorg in Lelystad (vastgesteld 2008) Lelystad wil nog altijd een vitale woonstad zijn met kwalitatief goede woningen en een veilige goed onderhouden openbare ruimte. In de huidige financieel economische omstandigheden waarin zowel burgers, maatschappelijke organisaties en ook de gemeente minder geld te besteden hebben vraagt het werken aan een leefbare stad een andere manier van werken. Met de beperkte middelen zullen scherpere keuzes gemaakt moeten worden. Er zal gefocust moeten worden op die plekken in de stad waar de kwetsbaarheid het grootst is. Daar zal de aanpak gericht meer, en indien nodig integraal, moeten zijn. Op andere plekken kan het daarentegen wat minder. We zullen ook genoegen moeten nemen met een soms wat minder fraaie openbare ruimte, mits de basiskwaliteit van schoon, heel en veilig gegarandeerd blijft. Het betrekken van burgers bij de stad is een zoektocht. Hoe kunnen zij elkaar sterker maken samen met maatschappelijke partners en de gemeente de stad leefbaar houden? Daarbij is het van belang om naast een goede ketensamenwerking ruimte te geven, te stimuleren en uit te dagen om de eigen verantwoordelijkheid op te pakken. Waar het gaat om activeren van bewoners zien we een belangrijke rol weggelegd voor stichting Welzijn Lelystad en Concern voor Werk/ Werkbedrijf in oprichting. De gemeente zal faciliteren en bevorderend werken. De herstructurering van de jaren 70- en 80-wijken is en blijft een van de grootste en belangrijkste opgaven voor Lelystad in de komende jaren. Het blijft onze ambitie om deze wijken in aantrekkingskracht concurrerend te laten zijn met onze nieuwbouwwijken. In de Zuiderzeewijk en Atolwijk zijn we nog volop bezig met de particuliere woningverbetering. We willen ook hier particulieren met kleine maatregelen stimuleren om samen te werken. Centrada geeft haar bezit in de Atolwijk een grootonderhoudsbeurt. Ook wordt een plan gemaakt met kleine maatregelen in de (semi)openbare ruimte om de leefbaarheid in de Atol en Zuiderzeewijk te versterken. De tabel hieronder laat per subprogramma de baten en lasten voor de begroting 2013 en daarop volgende jaren zien en geeft de voorgestelde wijzigingen weer. Vervolgens wordt per subprogramma een antwoord gegeven op de vragen wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? 44

45 Wat mag het kosten? Tabel: Overzicht middelen Bedragen x Begroting Meerjarenraming Programma 3: Leefbare stad Exploitatie Lasten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Lasten Baten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Baten Totaal Exploitatie Reserves Lasten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Lasten Baten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid 117 Totaal Baten 117 Totaal Reserves Eindstand meerjarenraming vóór w ijzigingen Voorgestelde w ijzigingen programma Optimaliseren stedelijk verkeer Besparingen Wijkbus via BDU Totaal 3.2 Optimaliseren stedelijk verkeer Versterken duurzaamheid Wenselijke bijstellingen Duurzaamheidsprogramma Duurzaamheidsprogramma dekking Nuon Reserve 100 Totaal 3.3 Versterken duurzaamheid Totaal Voorgestelde w ijzigingen Totaal w ijzigingen Eindstand programmabegroting ná w ijzigingen In bovenstaande tabel zijn de volgende gehonoreerde Kadernota voorstellen verwerkt (na raadsbehandeling): 45

46 Gehonoreerde kadernotavoorstellen Onontkoombaar Besluit Nieuwe rioolaansluitingen (minder lasten) Nieuwe rioolaansluitingen (minder baten) Dekking overheadkosten (Omgevingsdienst OFGV) Verbeteren kwaliteit uitvoering (wetgeving OFGV) [Amendement 10] Onontkoombaar programma Wenselijk Beheer en onderhoud (areaaluitbreiding) Lange termijn onderhoud Bataviahaven -45 Duurzaamheidsbeleid - uitvoeringsprogramma 2013 [Amendement 15] 0 Dekking uit Nuon (duurzaamheidsbeleid) [Amendement 15] 0 Verlengen experiment Wijkbus Wenselijk programma Ombuigingen Bezuiniging energie product kunstwerken RWA Bezuiniging energiekosten pompputten Afvalstoffen Kadaster, Huisnr, Straatnaamgeving Geo-Informatie Infrastructuur Efficiencyslag beheer openbare ruimte Verkeerplanologie Infra-wegen Recreatieve routes Verkeersveiligheid niet-infra Beleid en advisering Ombuigingen programma

47 3.3.1 Wijkontwikkeling en -beheer We willen vitale woonwijken in Lelystad. Dit vereist met name investeringen in jaren 70- en 80-wijken. In deze wijken is de kans op de sociale problematiek en slijtage-, verrommeling- en verloederingsverschijnselen het meest aanwezig. Om deze wijken aantrekkelijk te houden zal zowel een sociale als fysieke herstructurering nodig zijn. Deze herstructurering willen we samen uitvoeren met burgers en maatschappelijke partners zoals woningcorporaties en stichting Welzijn Lelystad, op basis van bestaande gegevens. Hierbij gaat het om een aanpak middels gerichte fysieke acupunctuur gekoppeld aan sociaal maatschappelijke maatregelen. Met het nieuwe werken in de wijk zijn er veranderingen doorgevoerd in de uitvoering van het wijkgericht werken. Stichting Welzijn Lelystad heeft de uitvoering van het sociale deel overgenomen en de informatie- en adviesfunctie vanuit de acht wijkinfopunten. De middelen die vrijkomen vanuit de efficiëntieslag met de wijkinfopunten zullen worden ingezet ten behoeve van het nieuwe werken in de wijk. (zie ook programma 1, iedereen doet mee). De gemeente blijft de fysieke zaken uitvoeren zoals bijv. de aanpak van de openbare ruimte. Verder willen we binnen de herstructureringsopgave particuliere woningeigenaren met een geringe financiële draagkracht ondersteunen bij de woningverbetering in de Zuiderzeewijk en de Atolwijk. De aanpak van het particuliere woningbezit kan niet planmatig uitgevoerd worden, zoals bij sociale woningbouw. Particuliere eigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van hun woning; elke particulier maakt zijn eigen afweging en heeft tijd nodig. De gemeente wil hierin ondersteunend zijn middels het verstrekken van leningen particuliere woningverbetering vanuit het Stimuleringsfonds van de Stichting Volkshuisvesting Nederland (SVN) voor woningverbetering en het nemen van duurzaamheidsmaatregelen middels duurzaamheidsleningen. Daarbij ondersteunen we met informatie over kleinere verbeteringen die het aanzien van de woning, en daarmee van de wijk, verbeteren. In het kader van ISV zullen projecten uitgevoerd worden om de actieve betrokkenheid van bewoners bij hun leefomgeving te stimuleren. Bij de herijking van de meerjarenraming onderhoud openbare ruimte is in beeld gebracht hoe door een optimale inzet van dagelijks- en groot onderhoud samen een kwaliteitsniveau wordt nagestreefd conform het basisniveau uit het KSP. In 2013 wordt het totale beheerproces, zoals is geadviseerd in de meerjarenraming, uitgelijnd. Het nieuwe voortschrijdende meerjaren programma groot onderhoud is de basis om het onderhoud van de openbare ruimte op orde te houden. Het biedt tevens, zij het beperkt, de mogelijkheid om waar het nodig is de openbare ruimte af te stemmen op de huidige functionele eisen en wensen van de gebruikers. We streven naar een openbare ruimte met basiskwaliteit. Maar we hebben bezuinigen doorgevoerd op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Dit kan leiden tot ontevredenheid van burgers. Binnen het totale pakket van dagelijks- en groot onderhoud van het beheer openbare ruimte worden door werk met werk te maken en te verdichten efficiencyvoordelen behaald. In het dagelijks onderhoud wordt minder gereageerd op incidentele signalen; het dagelijks onderhoud beperkt zich tot vooral de structurele aanpak. Gedurende de looptijd van de grondexploitaties zal er in de grondexploitatiegebieden meer sprake zijn van beheer openbare ruimte. De beheerorganisatie wordt daarom meer betrokken bij het beheer en onderhoud van de grondexploitatiegebieden. De gemeente heeft een voorbeeldfunctie in het omgaan met de openbare ruimte. Dit onderstrepen we door de inzet van de wijkserviceteams. De wijkserviceteams zijn de oren en ogen in de wijk en de aanspreekpunten voor inwoners. Door het schoonhouden van en toezicht te houden in de wijk, hebben ze een voorbeeldfunctie en kunnen ze laagdrempelig inwoners aanspreken op hun gedrag en deze wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast zorgen de wijkserviceteams voor de afhandeling van kleine problemen in de openbare ruimte en communiceren ze naar de inwoners over de acties die op stapel staan om de problemen op te lossen. Door gericht toezicht willen we normoverschrijdend gedrag en overlast verminderen. Dit draagt bij aan (het gevoel van) veiligheid en de leefbaarheid in de wijken. 47

48 Wat willen we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Vasthouden leefbare/ vitale wijken. Beoogde effectresultaten Vasthouden van de hoge gemiddelde schaalscore algemene evaluatie van de buurt op de gemiddelde waarde naar 2014, en wel op 7,8 voor heel Lelystad, op 7,7 voor de bestaande wijken (7,6 in 2011) en op 8,3 voor de nieuwe wijken (8,4 in 2011). Vasthouden van het gemiddelde rapportcijfer leefbaarheid in de buurt op het niveau van 2009 tot 2014 en wel op 7,2 (7,3 in 2011). Bron: Burgerpeiling FAB-OS. Vasthouden betrokkenheid van inwoners bij ontwikkelingen in de buurt. Vasthouden van het percentage inwoners dat bij belangrijke veranderingen in de buurt op zijn minst over de plannen wil mee praten (39% in 2010). Bron: Burgerpeiling FAB-OS. Beperking stijging verloedering in de woonwijken. Beperkte stijging van gemiddelde score op verloederingsschaal: van 4,2 in 2009 naar maximaal 4,5 in 2014 (3,9 in 2011). Bron: Burgerpeiling FAB-OS. Dienstverlening in de wijk Beperkte daling van tevredenheid van bewoners over de gemeentelijke dienstverlening in de wijk: van 67% in 2009 naar minimaal 63% in 2014 (68% in 2011). Bron: Burgerpeiling FAB-OS Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Regie gemeente op sociale en fysieke herstructureringsopgave 70-er en 80-er jaren wijken versterken Opstellen van jaarlijks prestatieafspraken met Centrada en de stichting Welzijn Lelystad. Stimuleren actieve betrokkenheid bewoners bij hun leefomgeving Stimuleren particuliere woningverbetering. Bestrijden overlast De actieve betrokkenheid van bewoners bij hun leefomgeving wordt gestimuleerd door het uitvoeren van projecten in het kader van het ISV. Het stimuleren van particuliere woningverbetering wordt in de Zuiderzeewijk en Atolwijk voortgezet door het verstrekken van leningen vanuit het Stimuleringsfonds van de Stichting Volkshuisvesting Nederland (SVN) In 2013 worden aanvragen verwacht waarvan er naar verwachting 15 een lening ontvangen. Het vervolg in 2013 is wel afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie van het project particuliere woningverbetering welke is voorzien medio Samen met Centrada wordt gekeken of er interventies te plegen zijn om particuliere knelpunten op te lossen. Samen met het centraal fonds en het ministerie wordt gezocht naar mogelijkheden om de investeringscapaciteit van Centrada, bij het vinden van oplossingen, te vergroten. Overlast bestrijden we zoveel mogelijk op maat. Inwoners, gemeente, Centrada, welzijnsorganisaties en politie werken samen om overlast te voorkomen en te bestrijden. De gemeente kan hier maar beperkt iets betekenen. Het op basiskwaliteit houden van de openbare ruimte Van het voortschrijdend MJP-GO wordt de jaarschijf 2013 uitgevoerd. Bewonersparticipatie vindt plaats conform de participatieladder trede 1 en 2 Tevredenheid van bewoners over beheer en onderhoud van de openbare ruimte Klachten en meldingen over hinderlijke situaties worden, niet meer ad-hoc maar in het reguliere werkproces opgelost. Ten alle tijden worden de bewoners hierover geïnformeerd. 48

49 3.3.2 Optimaliseren stedelijk verkeer De interne en regionale bereikbaarheid van Lelystad per auto en langzaam verkeer wordt op peil gehouden. De komst van de Hanzelijn wordt gebruikt om het stads- en streekvervoer in en rond Lelystad een impuls te geven met goede aansluitingen tussen bus en trein, en verbeterde bereikbaarheid van Enkhuizen. Samen met Rijkswaterstaat wordt gewerkt aan de planvorming voor een betere doorstroming van de aansluiting Lelystad op de A6. De Bijzondere Doel Uitkering (BDU) voor verkeer en vervoer wordt besteed aan projecten op het gebied van verkeersveiligheid (voorlichting, educatie en verkeerstechnische aanpassingen), utilitair fietsverkeer (incl. fietsplan stadshart en stallingsvoorzieningen) en openbaar vervoer (gericht op aantrekken extra reizigers en verhoging kostendekkingsgraad). Gemeentelijke budgetten zijn alleen nog beschikbaar om aan wettelijke of anderszins onontkoombare verplichtingen te voldoen. Bij groot onderhoud wordt de verkeersveiligheid en bereikbaarheid voor langzaam verkeer op tenminste het huidige niveau gehouden. De parkeerexploitatie wordt meerjarig op voldoende kostendekkingsgraad gebaseerd. In 2013 wordt bekeken hoe parkeeroverlast in het schilgebied rondom het stadshart beperkt kan worden. Wat willen we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Grotere verkeersveiligheid. Beoogde effectresultaten Stijging gemiddeld rapportcijfer verkeersveiligheid onder inwoners van 6,5 in 2009 naar 7,0 in 2014 (6,8 in 2011). Bron: Burgerpeiling FAB-OS. Daling van het aantal ongevallen met letsel of dodelijke afloop (van gemiddeld 102 tussen 2006 en 2010) tot onder 80 per jaar. Bron: Regio Politie / bewerking FAB-OS. 49

50 Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Verkeersveiligheid In 2013 zullen verkeersveiligheidprojecten worden gerealiseerd op het basisonderwijs. Waar nodig wordt deze gedragsbeïnvloeding ondersteund door infrastructurele aanpassingen rondom de scholen. In 2013 zal ook wederom in competitieverband- het scholierendebat weer worden georganiseerd op het basisonderwijs en het VO. De ongevallencijfers van Lelystad worden geanalyseerd, en waar nodig worden infrastructurele aanpassingen uitgevoerd, om de verkeersveiligheid te verhogen. Optimaliseren interne verkeerstructuur Fietsroutes en fietsbeleid Verbeteren stadsbushaltes Monitoring busvervoerconcessie Lelystad Kleinschalig collectief vervoer (Regiotaxi, WMO, AWBZ, leerlingenvervoer) BDU verkeer en vervoer Beperken parkeeroverlast schilgebied Stadshart Aandacht blijft voor de doorstroming op de Groene Carré (korte termijn-maatregelen). Tevens wordt de invoering van VRI beïnvloedingssystemen voor openbaar vervoer en hulpdiensten gecontinueerd. De laatste onderdelen van het fietsplan Stadshart worden uitgevoerd. In 2015 dient in Lelystad minimaal 50% van de halteperrons volledig toegankelijk te zijn voor rolstoelgebruik en voor mensen met en visuele beperking. De prioriteit ligt bij de druk gebruikte haltes, knooppunthaltes en haltes bij belangrijke voorzieningen (winkelcentra, ziekenhuis/verpleeghuizen/verzorgingshuizen, middelbare scholen en ROC s, en toeristische trekkers). De aanpassingen worden met het GOL besproken. Eind 2013 zal minimaal 45% van de haltes binnen de bebouwde kom volledig toegankelijk zijn. Het busstation Centrum zal in 2014 of 2015 toegankelijk gemaakt worden. Het busstation Centrum wordt uiterlijk in 2013 van een centraal geplaatst overzichtsdisplay met dynamische reisinformatie voorzien. Het eventueel plaatsen van displays (met audiofunctie voor visueel gehandicapten) per perron zal bekeken worden in relatie tot de planvorming voor verbetering van de toegankelijkheid. De prestaties van de concessiehouder van het openbaar vervoer worden gemonitord (zowel op basis van de informatie van de concessiehouder als door onafhankelijke steekproeven met mystery guests) en de concessiehouder wordt afgerekend op geleverde prestaties (bonus en/of boetes). In 2012 is gestart met een onderzoek naar de toekomst van het kleinschalige collectieve vervoer in Lelystad (Regiotaxi, leerlingenvervoer, AWBZ-vervoer enz.). In 2013 wordt een besluit genomen over de wijze waarop deze vervoersstromen in de toekomst georganiseerd worden. In 2013 worden afspraken gemaakt met de provincie over de verdeling van de beschikbare BDU verkeer en vervoer, en deze worden binnen Lelystad projectmatig besteed. Tevens wordt geprobeerd een afspraak te maken over de toekomstige ontvangsten van de BDU verkeer en vervoer in relatie tot de mogelijke komst van de Vervoerregio Amsterdam. In 2013 wordt bekeken hoe parkeeroverlast in het schilgebied rondom het stadshart beperkt kan worden. Onderdeel hiervan is o.a. het invoeren van een aantrekkelijk geprijsd parkeerabonnement. 50

51 3.3.3 Versterken duurzaamheid We willen in Lelystad een duurzame en milieuvriendelijke leefomgeving in stand houden. De noodzakelijke economische groei, dient samen te gaan met aandacht voor milieu, natuur en sociale ontwikkeling. Optimaliseren van het milieurendement staat ons voor ogen. Het gaat dan om grenzen aan de milieuvervuiling en - hinder, efficiëntere inzet van energie en grondstoffen, en hergebruik van afvalstoffen. In verband met een verouderd Gemeentelijk Milieubeleidsplan en het aflopen van het Klimaatbeleid in 2013 is in 2012 gestart met het opstellen van een duurzaamheidsprogramma. Op basis van dit duurzaamheidsprogramma zal duurzaamheid integraal vorm krijgen binnen de diverse beleidsvelden. Vanwege de wijzigende rol van de gemeente wordt bij de uitvoering nadrukkelijk de samenwerking gezocht met maatschappelijke organisaties, burgers, bedrijven en instellingen. Eveneens wordt aangesloten bij een aantal projecten dat wordt ontwikkeld binnen het programma MRA energieneutraal 2040 (voornamelijk gericht op zonnepanelen) en is aansluiting gezocht bij het programma MRA elektrisch rijden. Voor het jaar 2013 is inmiddels een jaarprogramma opgesteld waarvoor in deze begroting middelen worden aangevraagd. Op basis van het duurzaamheidsprogramma zal gezocht worden naar een totaalpakket van grootschalige en andere duurzame maatregelen om de doelstelling van 80% duurzame energie in 2020 te gaan halen. Hiervoor zetten wij in op de volgende doelstellingen: Duurzaam en veerkrachtig stedelijk watersysteem; Schone bodem, meer hergebruik en minder afval; Duurzaam bouwen en minder energie gebruiken; Vervoer over water stimuleren. Duurzaam bouwen en minder energiegebruik heeft zijn uitwerking gekregen in het kader van het streven naar een klimaatneutraler Lelystad. Hiervoor zetten we in op: Energiebesparing; Faciliteren productie duurzame energie; Verhoging aandeel duurzame energie; Broeikasgasreductie. Duurzaamheid is onderdeel van de kwaliteit van de woning en woonomgeving. Het betreft zowel energiebesparing in de woning, het energieneutraal bouwen van nieuwe woningen als energiebesparende maatregelen in de openbare ruimte. Het gaat om materialen, installaties en energieverbruik. We stimuleren dus het realiseren van energiezuinige aanpassingen, in bestaande bouw en in nieuwbouw, door onze inwoners te wijzen op de mogelijkheden. Het grote belang van duurzaamheidbevorderende maatregelen maakt het noodzakelijk dat de gemeente naast een regierol ook die van aanjager van investeringen oppakt en makelaar van verbindingen tussen de belangrijkste spelers in het veld. Hoofddoelstelling van het waterplan is te komen tot een meer duurzaam functionerend watersysteem. Daarvoor worden de zogenaamde kernmaatregelen uitgevoerd: baggeren, herinrichting oevers en monitoring. Met de gemeenten in Flevoland is gezamenlijk bodembeleid vastgesteld. Hergebruik van grond wordt gestimuleerd door een kennisnetwerk en digitale contacten. Gezocht wordt naar een vorm van een virtuele grondbank. Handhaving wordt in de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek gezamenlijk vormgegeven. Gewerkt wordt aan de oprichting van DEon, het Duurzame Energie ontwikkelingsbedrijf Flevoland. Dit bedrijf richt zich op het versnellen van de groei van duurzame energie opwekking en gebruik in Flevoland. Daartoe wordt een overheidsholding opgericht die genoegen neemt met een laag financieel 51

52 rendement (waardoor er geen concurrentie ontstaat met marktpartijen) waardoor wel een hoog maatschappelijk rendement behaald wordt (groei duurzame energie opwekking, daling energiekosten voor inwoners van Flevoland, toename werkgelegenheid). Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan het businessplan, waarna de besluitvorming kan starten. De financiering van DEon wordt via een zelfstandige procedure aan de gemeenteraad voorgelegd en maakt daarom geen onderdeel uit van de programmabegroting. Wat willen we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Handhaven geluidsnorm Beoogde effectresultaten Geen geluidsniveaus boven de 58 db (= Lelystads maximum) op de eerstelijns bebouwing voor de bestaande bouw langs de buitenring en de radialen van Lelystad voor de periode In 2015 nieuwe berekeningen uitvoeren ter herijking van deze vastgestelde waarde. Behouden luchtkwaliteit Handhaven van de luchtkwaliteit op niveau van Bron: Verkeersmodel Lelystad / Beleid. Duurzamer en veerkrachtiger watersysteem In 2014 voldoet het stedelijk watersysteem aan de doelstellingen van het KSP/Waterplan (kwaliteit, beleving en ecologie). Bron: BOR. Schone bodem, meer hergebruik en minder afval. In 2015 voldoet Lelystad aan het landelijke percentage 56% voor scheiding en in 2020 naar 60 % hergebruik van huishoudelijk afval (Bron: Landelijk Afvalstoffenplan II). Handhaven van de gemiddelde bodemkwaliteit op gebiedsniveau (= hele provincie). Bron: Nota Bodembeheer / Beleid. Duurzamer bouwen en minder energie gebruiken. In 2020 wordt 80% van de in Lelystad gebruikte energie duurzaam opgewekt, met uitzondering van het energiegebruik voor verkeer en vervoer. Bron: Beleid. 52

53 Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Voldoen aan wet- en regelgeving geluid, gemeentelijk geluidbeleid en relatieve verbetering luchtkwaliteit Uitvoering van de kernmaatregelen van het waterplan. Afhankelijk van de uitwerkingen in 2012 zullen voor de rozengaard in 2013 maatregelen genomen worden om te voldoen aan de waarde 58 db Toetsen geluidsbelasting en zo nodig alternatieven inbrengen bij de uitvoering van onderhoudsprojecten op de dreven in het kader van het grootonderhoudsprogramma. Continueren van het aantal fietsritten korter dan 7,5 km op het niveau van Afhankelijk van de beschikbaarstelling van rijksmiddelen via de provincie voor de verbetering van de luchtkwaliteit, aanvullende verbetermaatregelen realiseren. Bijvoorbeeld een (verdere) uitrol van oplaadpunten voor elektrisch vervoer en maatregelen ter bevordering van de doorstroming van het verkeer op plaatsen waar nu stagnatie plaats vindt. Nagegaan wordt of NSL gelden in 2013 kunnen worden ingezet om de in 2012 ingeslagen weg voort te zetten. Te denken valt aan het, afhankelijk van de behoefte, realiseren van laadpunten in de openbare ruimte. Voortzetting kernmaatregelen waterplan. Definitieve afronding wordt verwacht in De oevers zijn dan omgevormd volgens KSP/Waterplan en de ecologische kwaliteit wordt gemonitoord in samenhang met landgebonden soorten. Het wegwerken van de baggerachterstand is afgerond in Uitvoeren maatregelen verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (vgrp). Optimaliseren gemeentelijke grondstromen. Inzetten kennis van de ondergrond. In 2015 zijn op basis van het vgrp ( ) alle verbetermaatregelen uitgevoerd. Naast reguliere uitvoering is in 2013 bijzondere aandacht voor: Het gestructureerd inspecteren en reinigen van het DWA/RWA/SWA De fysieke grondbank wordt ingezet om hergebruik van grond, waarbij de gemeente Lelystad ontvanger en/of ontdoener is, te faciliteren. De virtuele grondbank krijgt vorm door met regionale gebiedspartners een kennisnetwerk op te bouwen waarbinnen uitwisseling van grond wordt gestimuleerd en gefaciliteerd met digitale hulpmiddelen. Uitvoeren maatregelen uit onderzoek dataontsluiting (2011) waaronder het vroegtijdig in het planproces inbrengen van de kennis van de ondergrond. Verder optimaliseren huidige scheidingsystematiek. Op basis van evaluatie van het afvalbeleidsplan worden in de periode bijstellingsmaatregelen uitgevoerd. In 2013 worden op basis van beschikbare middelen plannen uitgewerkt om de bijstellingsmaatregelen te concretiseren. Vergroten duurzaamheid. Op basis van het in 2012 door het bestuur vast te stellen duurzaamheidsprogramma zal voor woningbouw een kwaliteitsinstrument worden ingevoerd voor zowel de locatie als de woningen. Op deze wijze kan per project een haalbare ambitie worden vastgelegd. Daarnaast ondersteunen we de verdere uitwerking van het Regionaal Duurzaam Energie en ontwikkelingsbedrijf (DEon), de paraplu waaronder de duurzaamheid in Lelystad versneld vergroot kan worden. Eveneens wordt in samenwerking met andere overheden (gemeenten, provincie, Rijk) gewerkt aan grootschalige sanering en opschaling van windenergie. Per jaar maken 20 eigenaren van woningen gebruik van een duurzaamheidslening (aanname: ,- gemiddeld per woning). Inzetten op klimaatsneutraliteit. Regionale Uitvoeringsdienst Flevoland Het SLOK programma voor 2013 wordt uitgevoerd (programma loopt tot eind 2013). De acties zoals beschreven in de uitvoeringsnota klimaatbeleid (2011) worden uitgevoerd. In 2012 is binnen de regio Flevoland een Omgevingsdienst of Regionale Uitvoeringsdienst (Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek: OFGV) opgericht. De OFGV moet onderdeel gaan uitmaken van een landsdekkend systeem van Omgevingsdiensten. De oprichting van Omgevingsdient is verplicht gesteld door het Rijk. Medewerkers en middelen zullen vanaf zijn overgeheveld naar de OFGV.De gemeente Lelystad zal fungeren als opdrachtgever. 53

54 3.4 Sterke stad Vigerende beleidsnota's - Structuurplan Lelystad Uitvoeringsparagraaf structuurplan Lelystad Strategisch Marketing Plan Actualisatie cultuurnota Kadernotitie Sport 'Startschot' -Uitvoeringsnota Sport 'Tussen start en finish' - Naar een sterke economie in Lelystad (vastgesteld 2003) - Nota kantorenmarkt Strategisch acquisitiebeleid Lelystad (vastgesteld 2011) - Winkelstructuur Lelystad 2020 (vastgesteld 2011) - Kaderstelling Kampeernota Lelystad Nota Recreatie en Toerisme (vastgesteld 2005) - Lelystad, een vitale woonstad, een publieksnotitie (vastgesteld 2009) - Programma Wonen, Welzijn en Zorg Woningmarktmonitor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) - Beleidsregel Leegstandwet - Thermometer sociale woningmarkt - Beleidsregel en convenant kamerverhuur - Verordening particuliere woningverbetering Lelystad Zuiderzeewijk en Atolwijk Convenant Stichting Harmonisch Wonen Lokaal akkoord gemeente Lelystad - Centrada - Masterplan versnelde groei (vastgesteld 1996) - Kadernota Grondbeleid (vastgesteld 2012) - Meerjarenbouwprogramma In de complexe werkelijkheid van de stad is de overheid niet meer alleen zaligmakend. Tegen de achtergrond van de economische crisis worden marktpartijen, het maatschappelijk middenveld en de burgers steeds meer aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor de stad, op hun rol in de economische ontwikkeling, in de woningbouwproductie en de woonomgeving. De gemeente voert de regie,stelt en bewaakt de kaders, schept de randvoorwaarden en faciliteert de deelnemende partijen. In dit programma wordt ingegaan op de uitdagingen om de samenhang tussen de economische, fysieke en demografische ontwikkelingen van de stad te bereiken. Instrumenten daartoe zijn een actualisatie of herziening van de structuurvisie Lelystad 2005, het actualiseren van het meerjaren woningbouwprogramma maar ook het sterk inzetten op de regionale samenwerking en lobby in het kader van de MetropoolRegio Amsterdam (MRA) alsmede het onderzoeken van de kansen binnen de IJsseldelta regio. Lelystad zal zich profileren als poort en entreegebied naar de gehele MRA regio. Het meerjarenbouwprogramma is dit jaar voor het eerst opgenomen in het Meerjaren perspectief Grondbedrijf dat gelijktijdig met deze begroting aan de Raad wordt aangeboden. Lelystad kent een lange traditie van stadsplanning en ontwikkeling. Daarbij lag de verantwoordelijkheid in belangrijke mate bij de gemeente, die de regie voerde op het maken van de stad. De laatste jaren is daarin veel veranderd. Tegenwoordig gaat het meer om stad zijn. Dit vraagt om meer aandacht voor het behouden en verder ontwikkelen van de kwaliteiten van de bestaande stad. In dit bredere kader houdt een werkgroep van de raad de actualisatie van de structuurvisie tegen het licht. De economische crisis heeft een - naar alle waarschijnlijkheid tijdelijke - temporisering van de groei van Lelystad tot gevolg. We zien echter dat het stedelijk systeem ondertussen een stoot kan hebben. De woningbouwproductie is wel gedaald, maar niet stil gevallen. Tegelijkertijd is de 54

55 werkgelegenheid gegroeid tot over de voltijdbanen. Samen met onze partners blijft het belangrijk alert te zijn en scherp te kiezen om een bescheiden economische groei vast te houden. De ontwikkeling van Lelystad Airport (met de OMALA-terreinen) zal voor de groei van de werkgelegenheid een economisch vliegwiel effect hebben. Lelystad kan hierdoor een toenemende betekenis krijgen in het verband van internationale logistieke complexen rondom Schiphol en de Amsterdamse havens en hun landinwaartse netwerken 1 ). Essentieel is een congestievrije verbinding met Schiphol (zowel over de weg als het spoor) en een waterverbinding met het Noordzeekanaalgebied door de ontwikkeling van Flevokust(terrein) als overslaghaven (inlandterminal). Deze ontwikkeling versterkt de logistieke positie van Lelystad en maakt Lelystad ook steeds aantrekkelijker voor industriële productie. Daarnaast zal meer ingezet worden op toerisme en recreatie. Mogelijkheden hiervoor zijn de ontwikkelingen van de kustzone, Hollandse Hout en de omgeving van de luchthaven (o.a Aviodrome) en hun onderlinge samenhang, zowel qua attracties als bereikbaarheid. De ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve aantrekkelijkheid van de stad zal ook bijdragen aan de aantrekkingskracht van het woonmilieu van de stad. Lelystad is succesvol gebleken in het aantrekken van jonge ouders met een goede, vooral technische, opleiding. De beroepsbevolking is mede daardoor in kwaliteit gestegen. Het belang om de kwaliteiten van Lelystad bij grote groepen mensen buiten de stad bekendheid te geven is groot. We beogen dat Lelystad door steeds meer mensen gezien wordt als een prima plek om te wonen, te ondernemen, te winkelen en/of te recreëren. In dit kader is het van belang door te blijven gaan met city marketing, in afgeslankte vorm, met de gemeente in regie en op afstand. De onderstaande tabel laat per subprogramma de baten en lasten voor de begroting 2013 en daarop volgende jaren zien en geeft de voorgestelde wijzigingen weer. Vervolgens wordt per subprogramma een antwoord gegeven op de vragen wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? 1 Economisch Perspectief Lelystad, Routes naar stedelijke en regionale synergie, juni 2011, P.P. Tordoir. 55

56 Wat mag het kosten? Tabel: Overzicht middelen Bedragen x Begroting Meerjarenraming Programma 4: Sterke stad Exploitatie Lasten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Lasten Baten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Baten Totaal Exploitatie Reserves Lasten P42 Kw aliteit aanbod versterken Totaal Lasten Baten P41 Werken aan de basis 125 P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Baten 125 Totaal Reserves Eindstand meerjarenraming vóór w ijzigingen Voorgestelde w ijzigingen programma 4 Voorgestelde w ijzigingen 4.1 Werken aan de basis Wenselijke bijstellingen Regionale samenw erkingsverbanden Bedrijfsinvesteringszone Bedrijfsinvesteringszone - dekking WOZ heffing Totaal 4.1 Werken aan de basis Kwaliteit aanbod versterken Onontkoombare bijstellingen Begeleiding breedband -40 Begeleiding breedband - dekking uit legesopbrengsten 40 Totaal 4.2 Kw aliteit aanbod versterken Eindstand programmabegroting ná w ijzigingen In bovenstaande tabel zijn de volgende gehonoreerde Kadernota voorstellen verwerkt (situatie na besluitvorming): 56

57 Gehonoreerde kadernotavoorstellen Onontkoombaar Besluit Investeringssubsidie Stichting Radio lelystad -15 Onontkoombaar programma Wenselijk Subsidie bossen (minder baten) Subsidie bossen (minder lasten) Stimuleren ontwikkeling kust [Amendement 17] 0 Dekking uit Ros (ontwikkeling kust) [Amendement 17] 0 Wenselijk programma Ombuigingen Onderzoek & Beleid EVO Cultuurinstellingen (KUBA) Kunst en cultuur Markten [Amendement 22] Woningbouwontwikkeling Herontwikkeling Startersleningen WoonBeleid Grondbedrijf Ruimtelijke ontwikkeling Uitvoering wet ruimtelijke ordening Ombuigingen programma

58 3.4.1 Werken aan de basis Wat willen we bereiken? Bevorderen van de werkgelegenheid is ook de komende jaren één van de belangrijkste doelstellingen. Wij zetten in op de groei van de werkgelegenheid tot voltijdse arbeidsplaatsen gekoppeld aan het bereiken van inwoners. Begin 2010 is de werkgelegenheid door de grens van voltijds arbeidsplaatsen gegaan. Verhoudingsgewijs is het aantal banen de laatste jaren harder gegroeid dan het aantal inwoners, daardoor hebben wij de beoogde werkgelegenheidsfunctie van 40 banen op 100 inwoners (werkgelegenheidsfunctie van 40%) reeds gehaald. De ontwikkeling van de werkgelegenheid(sfunctie) is de komende jaren onzeker. Het in balans brengt van de werkgelegenheid en de werkloosheid is een grote opgave. Aan de ene kant verbeteren we de basisvoorwaarden voor economische groei in Lelystad en omgeving structureel: de ontwikkeling van Lelystad Airport, de ontwikkeling van bedrijventerrein OMALA/Larserknoop; en de binnenhavenontwikkeling Flevokust, maar ook de verbreding van A6/A9 en de Hanzelijn. Aan de andere kant zullen de nasleep van de financiële crisis alsmede structurele schaalvergrotingsprocessen het aandeel van de zakelijke -, financiële - en publieke dienstverleningssector relatief en misschien ook wel absoluut doen krimpen: de concurrentie vanuit grotere dienstencentra Almere en Zwolle verhevigt en neemt toe met de verbetering van verbindingen. Lelystad kan immers goed worden bediend vanuit die centra. Volgens hoogleraar Economische Geografie, Pieter Tordoir 2, is de economie van Lelystad langzaam maar zeker aan het veranderen in een op goederen gerichte economie. Door krachtig in te zetten op de sectoren industrie, handel en vervoer, kan de stedelijke economie zich verder specialiseren en complementair worden met de andere kernen in de Amsterdamse regio. Dit biedt volgens hem een uitstekend perspectief op verdere groei van de werkgelegenheid in Lelystad. Acquisitie-inspanningen zullen nog sterker gericht worden op bovengenoemde sectoren waarbij gezien de beperkte formatie en middelen ingezet wordt op de samenwerking de lokale exponenten uit die sectoren om Lelystad zichtbaarder te maken. Samenwerking met OMALA en Amsterdam Airport Area (AAA) dient te worden gecontinueerd. Daarbij dient Lelystad het accent te blijven leggen op de integrale ontwikkeling van werkgelegenheid, arbeidsmarkt en onderwijs. Lelystad Airport en container- en overslaghaven Flevokust zijn de economische motoren voor de structurele verbetering van de Lelystadse economie. De uitbreiding van de luchthaven genereert, naast de verbetering van de internationale bereikbaarheid van Flevoland, veel nieuwe arbeidsplaatsen. Investeringen in de toeleidende infrastructuur naar Lelystad Airport zijn daarvoor noodzakelijk, met name het verbeteren van de kwaliteit van het voor- en natransport, de optimalisatie van de aansluiting op de A6 bij Lelystad en de ontwikkeling van Larserknoop/Omala (omvang eerste fase: 92 ha. netto uitgeefbaar bedrijventerrein). De ontwikkeling van de binnenhaven Flevokust biedt straks een open infrastructuur met daaraan grenzend een terrein voor havengerelateerde bedrijvigheid. Een trimodale ontsluiting water, spoor en weg - van Flevokust is op termijn in het licht van de behoefte aan synchromodale verbindingen/knooppunten in de logistiek, essentieel. Voor het realiseren van onze doelstellingen wordt de externe oriëntatie en het gezamenlijk optrekken met derden partijen steeds belangrijker. Lelystad blijft volop meedraaien in de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Een sterke Metropoolregio is goed voor Lelystad. Lelystad trekt hierin op met Almere en Provincie Flevoland, maar ook met de andere partners. Wij richten ons op een intensievere samenwerking met andere overheden binnen de metropoolregio, via de BKG/AKG (de bestuurlijke en ambtelijke kerngroep van de MRA) en Platform Regionaal Economische Stimulering (PRES) alsmede Platform voor Planning van Bedrijventerreinen en Kantoren (Plabeka) en Amsterdam Airport Area (AAA) gezamenlijke internationale acquisitie) om te komen tot strategische allianties binnen de MRA. Daarnaast wordt het stedelijke netwerk van IJsseldelta belangrijker. Via de Hanzelijnsamenwerking 2 Economisch Perspectief Lelystad, Routes naar stedelijke en regionale synergie, juni 2011, P.P. Tordoir. 58

59 (Dronten, Kampen, Zwolle, Provincies Flevoland en Overijssel) wordt hieraan vorm en inhoud gegeven. Op het gebied van life sciences huisvest Lelystad binnen haar grensgebied een belangrijke kennisinstellingen voor veterinaire infectieziekten, zoals het Centraal Veterinair Instituut en de Animal Sciences Group (WUR) en enkele bedrijven (Merial, Prionics, Schothorst Feed Research). Lelystad heeft de ambitie in te zetten op de ontwikkeling van een life science cluster: enerzijds omdat het hoogwaardige werkgelegenheid betreft die mogelijk in de nabije toekomst kan worden uitgebouwd; anderzijds omdat zich thans vanuit het veld een netwerk aan het ontrollen is, en wel Immuno Valley met als trekker de faculteit Diergeneeskunde Universiteit van Utrecht. Ondersteuning van deze ontwikkeling genaamd iboost (opvolger van het Immuno Valley project) ligt derhalve in de rede. We zijn verheugd dat Almere over 10 jaar de Floriade mag organiseren. In de voorbereiding en aanloop hiernaar is lelystad goed betrokken geweest. Het is nu de uitdaging om de komende 10 jaar actief te participeren en te profiteren van de spin-off van de making-off periode. Hiertoe zullen nadere voorstellen aan de Raad worden voorgelegd. Wij zijn op weg naar een nog beter vestigingsklimaat. We bieden de ondernemers volop ruimte om te ondernemen. Hiervoor zullen wij het zittende bedrijfsleven koesteren, onder andere door vaste aanspreekpunten voor bouwplannen, vergunningen en arbeidsmarktvraagstukken en geen aanvullende voorwaarden te stellen op landelijke richtlijnen voor vergunningen. Om die reden blijven we onze inspanningen meten via de monitor van MKB-Nederland, de MKB-vriendelijkste stad van Nederland. Bovendien is Lelystad bereid het Convenant Smarter Cities (dat naast een digitale agenda ook afspraken kent rond dienstverlening aan bedrijfsleven en regeldruk) met het rijk te ondertekenen. De samenhang tussen nieuwe bedrijventerreinen en kantoorontwikkeling dient in samenhang te worden bezien met de bestaande voorraad. Dit is van groot belang omdat de leegstand van kantoren en het overaanbod van bedrijventerreinen in Nederland de pan dreigt uit te rijzen. Lelystad onderkent deze problematiek en stemt haar plannen voor toekomstige werklocaties af in Metropoolregio Amsterdam-verband (Plabeka). Daarnaast vindt over deze problematiek ook afstemming plaats met de provioncie Flevoland en Almere. De vigerende Gemeentelijke Visie Vestigingsbeleid (GVV) wordt om die reden begin 2013 geactualiseerd. De bestaande bedrijventerreinen op orde te houden is ook de komende jaren ons doel. De bedrijventerreinen moeten een nette uitstraling blijven houden. In de zijlijn van de herziening van het GVV wordt een monitorsysteem opgezet voor het permanent volgen van de kwaliteit en het de bedreiging ervan door het verouderingsproces, alsmede de kleur (type terrein) en de verkleuring van werklocaties. Hierbij wordt, analoog aan de opzet van gemeente Almere, uitgegaan van een gemeentelijke monitor gebaseerd op binnen de gemeente beschikbare data, die automatisch wordt voorzien van de laatste gegevens door een koppeling met bestaande databestanden en straks op elk gewenst moment oproepbaar is: de kwaliteitskaarten. Zo kan, uiteraard in samenspraak met het bedrijfsleven, de vinger aan de pols gehouden. Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Groei van de werkgelegenheid. - Stijging van het aantal voltijds arbeidsplaatsen in Lelystad van in 2010 naar in 2014 ( in 2011). Bron: Provincie Flevoland 59

60 Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Versterken positionering in regionaal verband: o.a. iintensivering en versterking netwerk en partnership in onder andere MRA. EDB Amsterdam en de IJsseldelta. Realiseren geschikte werklocatie: aanleg nieuwe bedrijfsterreinen. Volwaardige deelname (naast AKG/BKG en PRES) aan: 1. AEB Amsterdam waaronder de clusters logistiek & handel en life sciences 2. Metropoolregionale economische verkenningen 3. Deelname Hanzelijn Monitor (2 jaar, daarna evaluatie) Uitvoering business case Binnenhaven Flevokust (op basis van go/no go besluit in 2012) PPS-constructie met risicodragende derden partijen realiseren. Start uitvoering (o.a. aanleg dijklichaam van de insteekhaven) In zetten op acquisitie potentieel kerngebied OMALA Ontwikkeling Lelystad Airport. Vaststellen bestemmingsplan Luchthaven Bijdrage aan uitwerking advies Alders met daarin uitwerking van o.a. landzijdige ontsluiting, route structuur en compensatieregelingen Voorbereiden luchthavenbesluit (o.a. MilieuEffectRapportage) Maatwerk oplossing voor luchtverkeersleiding Gerichte acquisitie. 1. Focus vasthouden binnen geselecteerde sectoren: - Inzetten op industrie gericht op o.a. onderhoudsbedrijven bij de luchthaven - Versterken Life Sciences: ondersteuning iboost (opvolger van Immuno Valley Project) - Faciliteren High Containment Unit 2. AAA (Amsterdam Airport Area 3. Lelystadse bedrijven betrekken Uitvoering InvesteringsPremieRegeling MKB Evaluatie InvesteringsPremieRegeling MKB en bepalen vervolgstappen m.b.t. restant middelen. Ruimte bieden om te ondernemen. Ondertekening Convenant Smarter Cities 60

61 3.4.2 Kwaliteit aanbod versterken Wat willen we bereiken? De ontwikkeling van de stad vraagt om meer aandacht voor het behouden en verder ontwikkelen van de kwaliteiten van de bestaande stad. We streven naar een vitale woonstad, die kwalitatief goede woningen biedt in een prettige woonomgeving. Door een aantrekkelijk en gedifferentieerd woningaanbod wordt beoogd de waardering van het wonen door zowel onze eigen inwoners als die van onze toekomstige inwoners te vergroten. Daarbij wordt ingezet op een brede spreiding van vestigingsmilieus en prijsklassen, waarbij de verhouding sociaal : markt van 30 : 70 onverkort gehandhaafd blijft. Bewust omgaan met de keuze tussen nieuwbouw en bestaande bouw, tussen productie en ontwikkelen en behouden van kwaliteit hoort daarbij. Hiervoor wordt uitgegaan van het scenario Behoedzaam oftewel een afzet van 200 woningen per jaar. De verdeling van deze 200 woningen over de verschillende projecten wordt beschreven in het meerjarenbouwprogramma nieuwe stijl ofwel de MeerjarenBouwprognose. Uitgangspunten hiervoor zijn: Kwaliteit van de bestaande stad behouden en vergroten; Projecten in de bestaande stad afronden; Van Warande een evenwichtige wijk maken en overaanbod tegengaan; Appartementen alleen ontwikkelen op specifieke locaties. De meerjarenbouwprognose heeft betrekking op het lopende jaar, komend jaar en in sommige gevallen het jaar daarna. De meerjarenbouwprogrnose is als zelfstandig onderdeel opgenomen in het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MGP), waarin ook de financiële effecten worden aangegeven op de verschillende grondexploitaties. De bouwstroommeter is hierbij een belangrijk dynamisch sturingsinstrument, waarmee de stand van zaken van de woningbouw gemonitord wordt. De laatste jaren wordt voor de ontwikkeling van de stad meer en meer een beroep gedaan op marktpartijen, op het maatschappelijk middenveld en op de bewoners zelf. Mede als gevolg van de bezuinigingen wordt de verantwoordelijkheid voor de woonomgeving in steeds grotere mate bij de bewoners zelf neergelegd. In het kader van het Nieuwe Werken in de Wijk wordt de actieve betrokkenheid van bewoners bij hun woon- en leefomgeving gestimuleerd en gefaciliteerd. Ook het (collectief) particulier opdrachtgeverschap is een belangrijk instrument om de actieve betrokkenheid van bewoners te stimuleren. Om dit goed te faciliteren is het van belang het proces van het flexibiliseren van bestemmingsplannen voort te zetten. Van groot belang is het om te blijven investeren in de kwaliteit van de bestaande stad, naast de gemeente ook door partijen, zoals corporaties, ondernemers en de particuliere eigenaren van woningen. In hun analyse van de woningbehoefte in Lelystad concluderen Tordoir en medewerkers van het RIGO 3 dat het zaak is om de kwaliteit van de bestaande stad te verbeteren om zo vertrek van groepen naar de andere delen van de Flevopolder te voorkomen. Binnen Flevoland vervullen Almere en Lelystad een soortgelijke functie op de woningmarkt. De onderlinge concurrentie betreft vooral de woonkwaliteit. Hierin speelt de leefbaarheid in de bestaande stadswijken een grote rol (zie ook belang van particuliere woningverbetering en programma Leefbare Stad). In de grotere ruimtelijke netwerken vervult Lelystad volgens Tordoir en RIGO in relatie tot de MRA enerzijds de rol van overloopgebied voor de minder welvarende huishoudens en jonge gezinnen met een gemiddeld inkomen en in relatie met de rest van Nederland anderzijds een (voor-)portaalfunctie voor de meer hoogopgeleide welvarende groepen. 3 Grip op de toekomst, Analyse en prognose van demografische bewegingen en de woningbehoefte in Lelystad, Pieter Tordoir, Ruimtelijk Economisch Atelier Tordoir, Johan van Iersel en Ilse Giesbers, RIGO, juni

62 Het vinden van de juiste antwoorden op de geschetste ontwikkelingen dient de komende jaren volop aandacht te krijgen. Hiervoor wordt in 2013 de Woonvisie geactualiseerd. In de nieuwe woonvisie zal ook de regionalisering en het regionaal afstemmen van het woonbeleid meer aandacht krijgen. Bovendien zullen er nieuwe vier jarige prestatieafspraken met Centrada gemaakt worden (Lokaal Akkoord ), waarin met name aandacht zal zijn voor de wachttijden van woningzoekenden voor sociale huurwoningen en het actief bestrijden van woonoverlast. Daarnaast investeert Lelystad via het G32 stedennetwerk in het versterken van de rol van de steden in de volkshuisvesting en de stedelijke vernieuwing en bepleit de G32 een sterke positie van de woningcorporaties. De steden zullen de komende 10 jaar de corporaties harder nodig hebben dan de afgelopen 10 jaar. Voor een goed woonklimaat is een levendig en gezellig stadshart met een goede winkelvoorziening en uitgaansmogelijkheden een essentiële voorwaarde. In het kader van de sterk veranderende maatschappelijke en financiële context is het huidige masterplan stadshart tegen het licht gehouden. De uitkomsten daarvan zullen in een nieuw masterplan stadshart verwerkt worden. Op de ambities voor het stadshart wordt niet ingeleverd, wel zal in de uitvoering meer gestuurd worden vanuit de marktvraag en de looptijd meer gefaseerd en getemporiseerd worden. Bovendien zal meer ingespeeld worden op de kansen die de opening van de Hanzelijn biedt, zoals de rol voor ontmoeting door het bieden van ontmoetingsplekken en vergaderruimten in het stadshart. Ook cultuur en culturele voorzieningen zien wij als een belangrijke voorwaarde voor een goed woonen leefklimaat. Creatieve dynamiek blijkt een belangrijke factor voor de aantrekkelijkheid en ontwikkeling van steden. De mogelijkheid om in je directe woonomgeving aan een gevarieerd kunsten cultuuraanbod deel te kunnen nemen, is een relevant criterium geworden bij de woonplaatskeuze. Wij blijven ons daarom inzetten voor een breed cultureel voorzieningenniveau, dat zorgt voor een attractieve en dynamische stad. Daarnaast blijft er aandacht voor het stimuleren van de cultuurparticipatie via amateurkunst en cultuur educatie in het onderwijs. Ondanks een forse bezuiniging op de gemeentelijke uitgaven op cultuur is een gedachtenlijn ontwikkeld om verschraling van het culturele klimaat tegen te gaan. Samen met de KUBA-instellingen ( het Agoratheater, de Kubus, de bibliotheek, Underground) wordt het culturele ondernemerschap verder ontwikkeld (o.a. door de ontwikkeling van andere commerciële culturele activiteiten). We streven er naar dat de kust uitgroeit tot de belangrijkste parel van de stad. Lelystad wil zich nadrukkelijk profileren als aantrekkelijke stad aan het water, met mogelijkheden voor de watersport, evenementen, toeristisch recreatieve voorzieningen en onderscheidende woonmilieus. Groei van het aantal bezoeken als ook de toename van de verblijfsduur (meerdaags verblijf) zowel aan de kust (Bataviastad, de scheepswerf, de musea, de jachthavens en de evenementen) als aan de groene recreatieve gebieden om de stad (onder andere de Oostvaardersplassen en het Natuurpark) genereert een positief effect op de toeristisch-recreatieve bestedingen in Lelystad en daarmee op de werkgelegenheid. Een belangrijk UPR-project (Urgent Project Randstad) is de Toekomst Markermeer IJmeer ofwel de toerisme- en recreatieontwikkeling op schaal van de Randstad. Doel is het realiseren van een Toekomst Bestendig Ecologisch Systeem (TBES) om op deze wijze de eventuele negatieve effecten van de Schaalsprong van Almere en voor Lelystad het buitendijks bouwen (zoals opgenomen in de concept Kustvisie) op te vangen. In dit kader is natuurcompensatie voor het Markermeer belangrijk. Wanneer er meer duidelijkheid ontstaat over de mogelijkheden en kansen, moeten we deze gaan benutten. Voor het versterken van recreatieve en toeristische voorzieningen in Lelystad willen wij inzetten op meer samenhang van de ontwikkelingen in de blauwgroene zoom van Lelystad. Door de onderlinge banden tussen de kustzone, de Hollandse Hout en het gebied en de attracties rond de luchthaven te versterken beogen we een vergroting van de interregionale en nationale aantrekkingskracht. Wij staan dan voor de opgave de toerisch-recreatieve waarde en de toegankelijkheid te vergroten en de versnippering van het groen tegen te gaan. Hierbij gaat het om het open stellen van een extra gebied van de Oostvaardersplassen, het Oostervaardersveld en de verbinding met de attracties in de kustzone, Bataviastad en Bataviahaven. 62

63 Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Vasthouden van de huidige inwoners en aantrekken van huishoudens van buiten de gemeente. Goed functioneren van het stadshart voor de eigen bewoners. Groei van de werkgelegenheid in de toeristischrecreatieve sector. Waardering culturele voorzieningen handhaven op niveau van Beoogde effectresultaten Positief vestigingsoverschot (jaarlijks positief saldo van het aantal vestigers min het aantal vertrekkers) (in 2010 resp 2011 een negatief saldo van circa -200 resp personen). Bron: GBA Stijging van gemiddelde rapportcijfer dat bezoekers van het stadscentrum geven; van 6,1 in 2009 naar 6,4 in 2014 (6,6 in 2012). Bron: Goudappel Coffeng Stijging van het aandeel inwoners dat van mening is dat het stadshart gezellig is; van 21% in 2010 naar 35% in 2014 (19% in 2012). Bron: burgerpeiling FAB-OS Stijging van het aantal werkzame personen in de horeca-recreatieve sector (met 3% per jaar ten opzichte van 1950 in 2010) naar 2200 in 2014 (1970 in 2011). Bron: Provincie Flevoland. Het rapportcijfer van 6,5 voor 'vrijetijdsvoorzieningen' in de stad in 2011 vasthouden Bron: burgerpeiling FAB-OS. Meer gebruik van het groen in en om de stad. Groei van het bezoekersaantal Natuurpark en Oostvaardersplassen ( respectievelijk in 2010 naar in 2014). Bron: Park administraties 63

64 Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Bestemmingsplannen globaal en flexibel maken. Afronding van de aanpassing van alle nieuwe maar ook reeds op de rit staande bestemmingsplannen. Versterken woonbeleid - Actualisatie Woonvisie - Voorbereiding vier jarige prestatieafspraken met de corporaties en jaarlijkse toets van de jaarafspraken - Beheer en uitvoering bouwstroommeter als dynamisch sturingsinstrument Herijking MeerjarenbouwProgramma Stimuleren en faciliteren van duurzame herstructurering van bestaande wijken Stimuleren van (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Realiseren van huisvesting voor doelgroep, die door hun woongedrag veel overlast bezorgen Herprogrammering woningbouwproductie opgenomen in Meerjarenbouwprognose als zelfstandig onderdeel van het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf Het toevoegen van 200 woningen per jaar waarvan; - 50% voor mensen van buiten; - 33% voor particuliere opdrachtgeverschap, inclusief collectief opdrachtgeverschap; - 30% te realiseren in de sociale woningbouw (huur/koop); - investeren in de bestaande wijken (woningen en woonomgeving). De woningbouw volgt binnen de kaders de vraag. Verduurzamen van de bestaande woningvoorraad, zowel door de corporaties als door de particuliere eigenaren: leningen voor particuliere woningverbetering duurzaamheidsleningen inzetten op meer maatwerk, kleine fysieke aanpassingen en vergroting van de betrokkenheid van bewoners (ISV-projecten) Inhoudelijke ondersteuning van mensen die zelf, eventueel in groepsverband, een woning willen bouwen, vooral op het terrein van advies en juridische ondersteuning. Realisatie van Skaeve Huse Uitvoering Nieuw Masterplan Stadshart - Concentreren en versterken van de winkel 8 - Inrichting en beheer openbare ruimte, dat niet ontwikkeld wordt. - Invoeren van BedrijfsInvesteringsZone (BIZ) Breed cultureel voorzieningenniveau behouden - Doorontwikkelen van cultureel ondernemerschap samen met de KUBA instellingen - Faciliteren van projecten op het gebied van professionele en amateurkunst en het aanbod van cultuureducatie Realisatie van Bataviastad Focus op regionale samenwerking toerisme en recreatie (MRA) Fase 4 uitbreiding Batavia stad - Via deelname aan de werkgroep Toerisme MRA onderzoeken of ingespeeld kan worden op projecten die uit dat verband worden opgestart (zoals e-tourism en Amsterdam Bezoeken, Holland Zien). 64

65 3.4.3 Verbeteren regionale bereikbaarheid Wat willen we bereiken? We willen onze ligging aan de rand van de Randstad strategisch benutten om de werkgelegenheid te bevorderen, nieuwe inwoners aan te trekken en een aantrekkelijke plek te bieden voor toerisme. Een goede regionale bereikbaarheid heeft een sterk wervende werking voor Lelystad. De positie van Lelystad is bijzonder. De stad ligt aan de rand van de Randstad maar vormt ook een schakel met de verstedelijking in noordoost Nederland (Kampen, Zwolle, Heerenveen, Drachten). Deze schakelpositie zal met de opening van de Hanzelijn versterkt worden. De komende jaren zetten we intensief in op het verbeteren van de bereikbaarheid van Lelystad. Dit zal onder meer gebeuren middels de projecten in het kader van het Urgentieprogramma Randstad en in nauw overleg met andere overheden en maatschappelijke organisaties. De doelstellingen luiden als volgt: Lelystad komt dichter bij de Randstad te liggen; Een toekomstvast verkeers- en vervoerssysteem voor verplaatsingen op alle schaalniveaus met keuzes tussen verschillende reismogelijkheden; Aantakking op de nationale netwerken, zowel naar de Metropoolregio Amsterdam als naar de overige delen van het land; Optimale benutting van de kansen die de huidige (A6, vaarroute Amsterdam Lemmer, Flevolijn) en toekomstige verbindingen (Hanzelijn, Lelystad Airport, N23) mogelijk maken. De bereikbaarheid van Lelystad Zuid (de derde aansluiting op de A6 met onderliggende infrastructuur en station Lelystad Zuid ten behoeve van de gebiedsontwikkeling van stadsdeel Warande en de luchthaven plus naastgelegen bedrijventerrein Larserknoop) is een belangrijke aanjager. De onderling met elkaar verweven projecten vormen een gezamenlijk knooppunt van lucht-, weg-, rail- en waterwegen, uit te voeren door verschillende publieke en private partijen. De gebiedsontwikkeling is van betekenis voor de mainportontwikkeling van Schiphol en kan bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid en de bevoorrading van de Metropoolregio Amsterdam. Eveneens van belang in dit kader zijn de aanleg van de N23 en de ontwikkeling van overslaghaven Flevokust. Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Ontwikkeling Lelystad als regionaal vervoersknooppunt. Beoogde effectresultaten Handhaven van het percentage Lelystedelingen dat van mening is 'Vanuit Lelystad kan ik met de auto overal makkelijk naar toe' (84% in 2010, 86% in 2012). Stijging van het percentage Lelystedelingen dat van mening is 'Vanuit Lelystad kan ik met het openbaar vervoer overal makkelijk naar toe' (52% in 2010, 57% in 2012) naar 60% in Bron: Burgerpeiling FAB-OS 65

66 Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Verbetering bereikbaarheid Lelystad Zuid Lelystad (transferium Lelystad). Verbeteren oost-west verbindingen. 3de aansluiting A6 en bereikbaarheid Lelystad Airport Uitvoering van Beter Benutten maatregelen door rijk, provincie en gemeente aan bestaande aansluiting. Het rijk wil 3 de aansluiting A6 pas na Lelystad zet in op realisatie na 2017/2018 op het moment dat ontwikkeling Luchthaven dat noodzakelijk maakt. OV SAAL Dit project is een initiatief van en wordt uitgevoerd door het Rijk. Doel is uitbreiding van capaciteit op het spoor tussen Lelystad en Schiphol. Station Zuid Lobby voor realisatie Station Zuid na Sation t.b.v. Warande en Larserknoop met sprinterbediening. Verbinding van Airport Lelystad blijft georiënteerd op NS Lelystad Centrum. N23 west: Het westelijke deel van de N23 (Lelystad-Enkhuizen) bestaat uit een verbetering van de bestaande wegverbinding over de Markerwaarddijk en een kortsluiting tussen de Houtribweg en de Markerwaarddijk over de Baai van Van Eesteren. De uitvoering voor de verbetering van de bestaande weg, met een uitbreiding naar 3 rijstroken loopt. De kortsluiting over de Baai van Van Eesteren wordt niet voor 2020 gerealiseerd. Rondje Randstad, A30. 66

67 3.4.4 Imago versterken Wat willen we bereiken? We willen dat de kwaliteiten van Lelystad bij grotere groepen mensen buiten de stad bekendheid krijgt. Dat Lelystad door steeds meer mensen gezien wordt als een prima plek om te wonen, te ondernemen, te winkelen en/of te recreëren. Onze prestaties van de afgelopen jaren hebben daartoe bijgedragen, zoals de ontwikkelingen in het stadscentrum en aan de kust, de herstructurering in bestaande woonwijken, de groei van de werkgelegenheid en de verbetering van het onderwijs. Belangrijk is al deze prestaties ook goed onder de aandacht te brengen bij de juiste doelgroepen. Met de start van City Marketing Lelystad en de nieuwe slogan Lelystad geeft lucht in 2009 is de professionalisering van citymarketing ingezet. De gemeente heeft hierin de regierol ter hand genomen. De professionaliseringsslag is voortvarend en succesvol. Stakeholders uit het bedrijfsleven en de eigen inwoners als ambassadeurs spelen een nadrukkelijke rol in de citymarketing organisatie. In 2012 is tussen de gemeente en CML een meerjarige partnerovereenkomst voor de periode gesloten. Jaarlijks wordt op basis van een jaarplan bij de vaststelling van de gemeentebegroting de hoogte van de bijdrage aan CML vastgesteld. Onderzoeken van Tordoir tonen aan en bevestigen dat het blijven investeren in de positionering en vermarketing van de stad naar de verschillende donorgebieden voor woningen en bedrijfsvestigingen een essentiële voorwaard is om die vestigingen daadwerkelijk tot stand te laten komen. Door concentratie van activiteiten gebeurt dat inmiddels op een kwalitatief uitstekend niveau, waarbij een totale kostenreductie van ongeveer 50% op de totale kosten voor stadspromotie en acquisitie is doorgevoerd. Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Meer waardering voor Lelystad onder inwoners en bedrijven in omliggende regio s. Vergroten van bekendheid Lelystad. Beoogde effectresultaten Stijging van gemiddeld schaalscore imago Lelystad onder omwonenden (5,8 in 2009, 5,9 in 2012) richting gemiddeld schaalscore identiteit Lelystad onder inwoners (6,9, in 2010, 7,0 in 2012). Bron: Burgerpeiling Intomart / FAB-OS. Stijging van gemiddeld schaalscore bekendheid Lelystad onder omwonenden : 4,7 in 2009 (5,1 in 2012) naar 5,6 in Bron: Burgerpeiling Intomart Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Versterken city marketing. - Uitvoering jaarplannen CML aan de hand van domeinen; Wonen, Werken en Vrije Tijd; - Goede afstemming van beleid en activiteiten tussen marketing, acquisitie, accountmanagement, evenementen, externe communicatie en pr en stadspromotie, met als gevolg bundeling van evenementen met daardoor een een meer bovenregionale uitstraling te bevorderen (Oldtimer dagen aan de kust in 2012 met bezoekers en een toename in Bataviastad van in 2011 naar in 2012); - Door middel van publiciteit een mediawaarde van rondom 3 mln bewerkstelligen - Één stadsstijl voor Lelystad; - Evalueren aansturing en regie op city marketing. 67

68 3.5 Veilige stad Vigerende beleidsnota's - Kadernota veiligheid Beleidsplan handhaving fysieke leefomgeving In de Kadernota Veiligheid zijn de visie en missie van het veiligheidsbeleid van Lelystad als volgt omschreven: Veiligheid is de basis voor het kunnen samenleven. Wonen en opgroeien in een veilige omgeving helpt mensen tot hun recht te laten komen en leert hen voor zichzelf op te komen. Een respectvolle omgang van burgers met elkaar is een essentiële voorwaarde voor maatschappelijke samenhang, binding en veiligheid. De gemeente en haar veiligheidspartners ontwikkelen een integraal veiligheidsbeleid dat door middel van actieplannen tot uitvoering wordt gebracht. Het resultaat moet zijn een afname van criminaliteit, een toename van de leefbaarheid en daarmee een verbetering van de veiligheidsbeleving. Het Lelystadse veiligheidsbeleid is sterk preventief van karakter. Daarvoor is goede afstemming met andere samenhangende beleidsterreinen ( onder andere jeugd en onderwijs) een voorwaarde. Door middel van preventie kan criminaliteit en onveiligheid worden voorkomen, maar daar waar nodig wordt er repressief gehandeld. Het motto hierbij is perspectieven bieden en grenzen stellen De activiteiten ter uitvoering van het veiligheidsbeleid in 2013 zijn grotendeels een voortzetting c.q. aanpassing van al in voorgaande jaren ingezette activiteiten, met uitzondering van het Burgernet. Hiervoor wordt vanaf 2013 een financiële bijdrage gevraagd van de gemeente. De tabel hieronder laat per subprogramma de baten en lasten voor de begroting 2013 en daarop volgende jaren zien en geeft de voorgestelde wijzigingen weer. Vervolgens wordt per subprogramma een antwoord gegeven op de vragen wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? 68

69 Wat mag het kosten? Tabel: Overzicht middelen Bedragen x Begroting Meerjarenraming Programma 5: Veilige stad Exploitatie Lasten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Lasten Baten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Baten Totaal Exploitatie Reserves Lasten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Lasten Baten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Baten Totaal Reserves Eindstand meerjarenraming vóór w ijzigingen Voorgestelde w ijzigingen programma 5 Voorgestelde w ijzigingen 5.1 Veilige stad Onontkoombare bijstellingen Actualisatie bijdrage veiligheidsregio Wenselijke bijstellingen Burgernet Totaal 5.1 Veilige stad Totaal Voorgestelde w ijzigingen Totaal w ijzigingen Eindstand programmabegroting ná w ijzigingen In bovenstaande tabel zijn de volgende gehonoreerde Kadernota voorstellen verwerkt (situatie na raadsbehandeling): Gehonoreerde kadernotavoorstellen Onontkoombaar Besluit Verhoging verplichte bijdrage Nationale ombudsman Implementatie nieuwe Drank en Horecawet [Amendement 23] Onontkoombaar programma Wenselijk Preventie jeugdcriminaliteit Exploitatiekosten Burgernet Lelystad [Amendement 26] Wenselijk programma Ombuigingen Invoeren bestuurlijke strafbeschikking Verlagen opleidingsbudget Ombuigingen programma

70 3.5.1 Veiligheid De kaders voor het veiligheidsbeleid zijn als volgt vastgesteld: a. Aantoonbare vermindering van de criminaliteit in al zijn vormen; b. Verbetering van de leefbaarheid van Lelystad; c. Verbetering van objectieve en subjectieve veiligheid; d. Acteren dient plaats te vinden aan het begin van de veiligheidsketen ( proactie, preventie en preparatie) e. De thema s sociale veiligheid, fysieke veiligheid, openbare orde en veiligheid, crisis- en rampenbeheersing en brandweerzorg dienen integraal te worden benaderd. In 2013 wordt prioriteit gegeven aan de thema s vermindering van recidivegedrag door jongeren, veilige woonomgeving, veilig uitgaan en adequate nazorg aan ex-gedetineerden. Daarnaast zijn er basisthema s en reguliere activiteiten die deel uitmaken van het veiligheidsbeleid. Prioriteit: Vermindering recidivegedrag door jongeren. In 2013 wordt verder uitvoering gegeven aan het plan van aanpak inzake vermindering van jeugdcriminaliteit. Doel is te komen tot verdere afname van overlast en criminaliteit, veroorzaakt door jongeren tot 24 jaar. Gelet op de omvang en zwaarte van de problematiek ligt de prioriteit bij de leeftijdscategorie van 17 tot 24 jaar. Kern van de werkwijze is een persoonsgerichte aanpak van criminele en overlastgevende jongeren tot 24 jaar. Dit gebeurt door inzet van outreachend werkende teams ( politie, jongerenwerk, talentmanagers), die de jongeren actief benaderen. Er is sprake van nauwe samenwerking tussen andere strafrechtelijke en zorgorganisaties, zoals Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming, Reclassering, Stichting Maatschappelijke Dienstverlening, GGD Flevoland, Stichting IDO en Bureau Jeugdzorg Prioriteit: Veilige woonomgeving Gebiedsgerichte aanpak Voor het in stand houden van een veilige woonomgeving is de belangrijkste troef de versterking van de integraliteit waarbij alle partners (dus ook burgers, ondernemers en woningbouwcoöperaties) worden benut, waar partners hun verantwoordelijkheid nemen en waar maatregelen op maat worden genomen. De Integrale teams van Welzijn Lelystad spelen hierbij een belangrijke rol. Mede op basis van de gebiedsscan van de politie, de informatie van de partners en het advies van betrokken gemeentelijke veiligheidsmedewerkers worden de prioriteiten en de mate van inzet bepaald. Met de partners worden prestatieafspraken gemaakt. De coördinator Zorg en Welzijn van Welzijn Lelystad kan op basis van deze informatie de inzet per wijk van de diverse (strategische)partners coördineren; bewoners en corporaties zijn hierin ook onze partners. De inzet van integrale teams binnen het Nieuwe Werken in de Wijk wordt in 2012 bepaald en zal in 2013 volledig operationeel en geëffectueerd zijn. De thema s zullen in eerste aanleg stedelijk worden opgepakt. Daarnaast zal met name ingezoomd worden op die locaties waar verloedering en (woon)overlast een grote rol speelt. Uiteindelijk moet dit leiden tot een vermindering van woonoverlast en vermogensdelicten, een verbetering van de sociale veiligheid en de subjectieve/objectieve verkeersveiligheid Continuering Roma-aanpak. In 2009 heeft het vorige kabinet gekozen voor een aanpak van 'grenzen stellen, perspectief bieden' met betrekking tot de Roma-problematiek. Voorop staat dat tegen de geconcentreerde problematiek binnen de Roma gemeenschap van hoge criminaliteit, schoolverzuim en overlast stevig moet worden opgetreden. Lelystad is één van de elf gemeenten die met het rijk samen optrekken in de aanpak. 70

71 Doel van de aanpak is verbetering van de maatschappelijke positie van ROMA s en vermindering van overlast. De activiteiten bestaan uit vermindering van taal- en ontwikkelingsachterstanden, opvoedondersteuning, interventies in gezinnen, toeleiding naar scholing en werk en vermindering van kinderuitbuiting. Deze aanpak wordt de komende jaren voortgezet. Verder is in 2011 door het Ministerie van Veiligheid en Justitie besloten tot de start van het landelijk programma Aanpak uitbuiting ROMA kinderen. In het kader van dit programma zijn vier gemeenten als proeftuingemeenten aangewezen ( Lelystad, Ede, Veldhoven en Nieuwegein). Doel van het programma is uitbuiting van kinderen met een ROMA achtergrond aan te pakken, door middel van een integrale ( bestuursrechtelijke en strafrechtelijke) aanpak onder gemeentelijke regie. Burgernet In 2012 is in de gemeente Lelystad, in samenwerking met Politie Flevoland gestart met Burgernet. Burgernet is een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Burgernet biedt een instrument om de burger via de meldkamer actief te laten participeren bij veiligheid en in het bijzonder bij opsporing en handhaving. De kracht van Burgernet is dat het enerzijds iets concreets oplevert (aanhoudingen, terugvinden van vermiste personen en dus veiligheid) en anderzijds de burger bewuster met veiligheid leert omgaan. De gemeente is verantwoordelijk voor de strategische regie, het contact met de deelnemers en het beheer (kwalitatief en kwantitatief) van het deelnemersbestand. Tot en met 2012 werden de kosten van het relatiebeheer bekostigd door het rijk. Vanaf het jaar 2013 zijn deze kosten voor de rekening van de gemeente. Hiervoor is een voorstel gedaan in het hoofdstuk bijstellingen. Prioriteit: veilig uitgaan. Toezien op Keurmerk Veilig Uitgaan Naast het gewone toezicht en de controles ter uitvoering van de Drank- en Horecawet zorgen we voor frequent contact met de ondernemers en politie om zaken goed af te stemmen. De inzet zal voornamelijk richten op de uitgaansgebieden in het Stadshart en het Lelycentre. De inzet moet uiteindelijk resulteren in een afname van uitgaansgeweld en veiliger uitgaansgebieden. Per 1 januari 2013 wijzigt de Drank- en Horecawet. Er worden wettelijke taken overgeheveld van het rijk ( nvwa) naar gemeente: controle en handhaven van taptijden van bijvoorbeeld sportkantines, controleren verkooppunten voor licht alcoholische dranken op verkoop aan jongeren onder de 16 jaar. Prioriteit: adequate nazorg ex-gedetineerden. De activiteiten in het kader van aanpak veelplegers en nazorg voor ex-gedetineerden worden gecontinueerd en waar nodig en mogelijk, aangepast. Dit moet leiden tot een vermindering van criminaliteit en overlast en een verhoging van het veiligheidsgevoel bij burgers. We realiseren het beleid door inzet van coördinatie van de GGD. Deze zorgt ervoor dat er tussen uitvoerende partners goede afspraken worden gemaakt omtrent de nazorg van de cliënten. De afspraken gaan over identiteit (zorgen voor ID-bewijs), toeleiding naar werk of uitkering, huisvesting, zorg en schuldsanering. Op het onderdeel schuldsanering is IDO actief. Jaarlijks keren circa 200 exgedetineerden terug naar Lelystad. Vermindering van recidive beperkt maatschappelijke schade en overlast en verhoogt het veiligheidsgevoel van burgers. Eigen verantwoordelijkheid van de terugkeerder staat voorop, gevolgd door ondersteuning waar het moet. Basisthema: Veiligheid en ruimtelijke ontwikkelingen Door veiligheid in alle aspecten te betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen kunnen problemen in de toekomst vaak worden voorkomen zodat er een veiliger woon- en leefomgeving voor burgers en bedrijven ontstaat.. Daarvoor worden twee activiteiten voorzien: 71

72 Veiligheid wordt in al zijn facetten van begin af aan volledig betrokken Borging veiligheid in RO-proces door ontwikkelen van veiligheidscan naar Lelystads model Aanpassingen achteraf brengen de nodige extra kosten met zich mee. In het verleden is voorgekomen dat er bij ruimtelijke planvorming onvoldoende rekening werd gehouden met veiligheidseisen. Om dit probleem voor te zijn, is het van belang dat al in een vroeg stadium in het planvormingsproces veiligheid betrokken wordt en dit geborgd wordt in het planvormingsproces. Tevens zullen kaders worden ontwikkeld waaraan op een eenvoudige wijze getoetst kan worden. Alleen bij afwijkingen hiervan is afstemming nodig tussen de juiste partners/belanghebbenden. Basisthema: Kwetsbare ondergrondse infrastructuur. In het komende jaar zal opnieuw wijkgericht gasleidingen worden geïnspecteerd bij woningen die gebouwd zijn vóór 1985 en zo nodig zullen de huiseigenaren schriftelijk worden verzocht om de leidingen te vervangen. Tevens zal geïnventariseerd worden waar de komende jaren onderhoud nodig is aan de ondergrondse infrastructuur. Basisthema: Voorlichting veiligheid in en om het huis Uit ervaringen blijkt incidenteel dat er nog winst is te behalen op het gebied van kennis bij inwoners omtrent de veiligheid van de eigen woonomgeving. Door thematische voorlichting via onder meer de gemeentelijke website willen we daarom het bewustzijn onder inwoners van Lelystad van mogelijke gevaren in en om het huis en tips om deze gevaren te voorkomen vergroten. De insteek daarbij is: geen paniek zaaien, maar inwoners bewust maken van hun eigen verantwoordelijkheid waar het gaat om de veiligheid van de eigen leefomgeving. Basisthema: Crisisbeheersing & Rampbestrijding Vanaf 2012 is het Regionaal Crisisplan de opvolger van het gemeentelijk rampenplan. Er vindt tevens een regionalisering plaats van de diverse sleutelfuncties, alsmede van activiteiten op het terrein van opleidingen en trainingen. De samenwerking met de Veiligheidsregio Gooi en Vecht zal intensiever gaan verlopen. Er wordt aansluiting gezocht bij de regionale en landelijke samenwerkingsverbanden. Reguliere activiteit: Terugdringen geweld. Uitvoering geven aan de Wet tijdelijk huisverbod Het preventief huisverbod is een bestuursrechtelijk instrument dat de burgemeester in staat stelt een (potentiële pleger voor tien dagen de toegang tot zijn of haar woning te ontzeggen en een contactverbod met nader genoemde huisgenoten op te leggen. Er kan op deze wijze eerder (preventief) worden ingegrepen bij signalen van huiselijk geweld. Ook in 2013 wordt doorgegaan met de toepassing van de Wet Tijdelijk Huisverbod. Uitvoering geven aan afspraken, zoals vastgelegd in Convenant aanpak huiselijk geweld De regiovisie huiselijk geweld Flevoland is voor de gemeenten in Flevoland het uitgangspunt voor beleid. Centrumgemeente Almere is verantwoordelijk voor het zo evenwichtig mogelijk realiseren van een basisaanbod in de regio. Dit basisaanbod omvat primair de bereikbaarheid, openstelling en de noodzakelijke dienstverlening in geval van huiselijk geweld. De regiogemeente zijn verantwoordelijk voor preventieve maatregelen. Het uitgangspunt van de gemeente Lelystad is dat het beleid blijft passen binnen de financiële kaders van de gemeente. De gemeente Lelystad zal het huidige beleid voortzetten en de uitvoering hiervan zal, zoals in voorgaande jaren, plaatsvinden vanuit het Steunpunt Huiselijk Geweld (Blijfgroep). De komende jaren zal er in het beleid een accentverschuiving plaatsvinden en zal er extra aandacht komen voor het versterken van de ketensamenwerking en het vergroten van de signaleringen van huiselijk geweld. 72

73 Reguliere activiteit: bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit De gemeente Lelystad zet in op: Toepassing van de wet BIBOB - Participeren in Regionaal Informatie en Expertise Centrum Midden-Nederland (RIEC) Georganiseerde criminaliteit is een complex fenomeen. Gemeente Lelystad heeft de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit als een prioriteit aangewezen. De gemeente wil niet onbewust criminele activiteiten faciliteren. Het instrument BIBOB wordt nu ingezet voor de horecabranche, prostitutie en coffeeshop. Criminele groeperingen maken gebruik van dezelfde economische en juridische infrastructuur die ook de legale economie faciliteert. Daar zit de kern van de problematiek van verwevenheid van onder- en bovenwereld. De bestuurlijke aanpak wil: - voorkomen dat criminelen door de overheid worden gefaciliteerd; - voorkomen dat er vermenging ontstaat tussen de onder- en bovenwereld; - de economische machtsposities doorbreken die zijn opgebouwd met kapitaal dat met criminele activiteiten is verkregen. De RIEC s hebben primair tot doel de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit te versterken. In Lelystad werken we al jaren met een BIBOB casusoverleg en is er sprake van een lokale Lelystadse RIEC overleg met vertegenwoordigers van handhavers, toezichthouders, politie, RIEC en andere medewerkers van de gemeente Lelystad. In Lelystad zetten we stevig in op versterking van de samenwerking met het RIEC Midden Nederland en de toepassing van de wet BIBOB. Prioriteit wordt gegeven aan aanpak van de hennepteelt en ongebruikelijk bezit. Informatieuitwisseling tussen de partners is van cruciaal belang voor een daadkrachtige overheid. Om dit mogelijk te maken worden in het kader van het regionaal kaderconvenant integrale handhaving een aantal protocollen verder uitgewerkt. Hierin worden met de politie, OM en belastingdienst aanvullende afspraken gemaakt over de samenwerking en informatie uitwisseling. Hiertoe is in 2011 het protocol hennep is onderschreven door alle regionale partners. Bij de Eerste Kamer ligt een wetsvoorstel om de prostitutiewet (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche) aan te passen. Het wetsvoorstel beoogt het verkleinen van lokale en regionale verschillen in prostitutie- en vergunningenbeleid, het verkrijgen van meer zicht en grip op de seksbranche door alle vormen van prostitutie onder één vorm van regulering te brengen en het vergemakkelijken van toezicht en handhaving. Onduidelijk is of deze wet per 1 januari 2013 ingaat of later. 73

74 Wat willen we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Aantoonbare vermindering van criminaliteit in al zijn vormen. Veilige woonomgeving Veilig uitgaan Beoogde effectresultaten Daling van het jaarlijks aantal verdachten in de leeftijd van 18 tot 24 jaar van gemiddeld 5,25% van alle jongeren in , naar 4,25% in de jaren Daling van het jaarlijks aantal verdachten in de leeftijd van 12 tot 18 jaar van 3,7% in (2,2% in 2011) tot onder het gemiddelde van alle G31 steden in ( dit was 3,6% in , 2,6% in 2011) Bron: KPLD,bewerking FAB-OS Percentuele daling van het aantal recidivisten onder de ex-gedetineerden die vrijwillige nazorg ontvangen. Daling van het aandeel inwoners dat zich wel eens onveilig voelt op plekken waar groepen jongeren rondhangen van 67% in 2009 ( en 63% in 2011) naar Nederlands gemiddelde in 2015 van (46% in 2009 en 43% in 2011) Daling van de gemiddelde schaalscore sociale overlast in de woonomgeving ( van 2,0 in 2009) naar 1,7 ( Nederlands gemiddelde Nederlands gemiddelde in 2009 en 2011) in Daling van het aantal delicten in woonwijken van gemiddeld 6,7 in de jaren naar 5,0 per 100 inwoners in 2015 ( 5,3 in 2011) Bron: Regio Politie, bewerking FAB-OS Handhaving van het gemiddeld rapportcijfer buurtveiligheid van 7,2 ( in ) boven het Nederlands gemiddelde van 6,9 in 2009 ( in ,2 In Lelystsad, 7,0 in Nederland) Daling van de gemiddelde schaalscore verkeersoverlast in de woonomgeving (van 4,0 in 2009 en 3,7% in 2011), naar Nederlands gemiddelde in 2015 ( 3,8% in 2009 en 3,6% in 2011) Bron: Burgerpeiling FAB OS / Landelijk IVM Daling van het aantal geweldsdelicten in het Stadshart van gemiddeld 175 in de jaren , naar maximaal 150 in de jaren 2012 tot 2015 Daling van het aantal inwoners dat zich wel eens onveilig voelt rondom uitgaansgelegenheden van 47% ( in 2009) naar Nederlandse gemiddelde 25% ( in 2009) in

75 Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2012 Verminderen criminaliteit - Uitvoeren van sluitende trajecten voor meer- en veelplegers. - Uitvoeren Plan van Aanpak Vermindering jeugdcriminaliteit. - Continueren Roma-aanpak Aanpak huiselijk geweld - Uitvoering geven aan de Wet tijdelijk huisverbod - Uitvoering geven aan afspraken, zoals vastgelegd in Convenant aanpak huiselijk geweld. Veiliger wijken Stedelijke veiligheidsthema s zullen als zodanig worden opgepakt. Prioriteiten en mate van inzet worden door betrokken partners vastgesteld. Hiertoe wordt samengewerkt in de Integrale wijkteams van Welzijn Lelystad. Er wordt met name ingezet op die locaties waar sprake is van verloedering en (woon)overlast. Concreet kunnen genoemd worden: - Inzet van ambulant jongerenwerk, talentmanagers ten behoeve van overlastgevende probleemgroepen - Toezien op Keurmerk Veilig Uitgaan - Alle nieuwe woonwijken voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen Veiligheid in ruimtelijke planproces - Veiligheid wordt in al zijn facetten van begin af aan volledig betrokken - Borging veiligheid in RO-proces door ontwikkelen van veiligheidscan naar Lelystads model Veiliger bedrijventerreinen Door een terugtredende overheid zal alleen tijd worden gestoken in het motiveren van bedrijven tot een gezamenlijk aanpak van de veiligheid. De gemeente stimuleert/motiveert bedrijven tot gezamenlijke aanpak die de veiligheid bevordert. - Openbare orde en veiligheid - Voortzetten uitvoering Wet BIBOB - Participeren en gebruik maken van het Regionaal informatie en Expertisecentrum (RIEC) Midden-Nederland - Uitvoering van het project Van coffeeshop naar overlast? - Implementatie en toepassing van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast Crisisbeheersing, rampenbestrijding en brandweerzorg - Regionaal opleiden en oefenen - Samenwerking met Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek, alsmede met regionale en landelijke samenwerkingsverbanden verder vorm geven.. - Met de KNRM de reddingspost Lelystad realiseren. 75

76 3.6 Voor de Lelystedeling Vigerende beleidsnota's - Bevolkingsprognose Lelystad Meerjaren Uitvoerings programma (MOP) Toekomstvisie Lelystad Visie en veranderopgave Maatschappelijk Vastgoed (vastgesteld 2009) Met betere dienstverlening en minder regels méér bereiken, dat is de uitdaging waar de overheid voor staat. De vijf beloften ( aan de burger is ook voor gemeente Lelystad de leidraad om de (digitale) dienstverlening de komende jaren te verbeteren. Een dienstverlening die mensgericht is, waar zaken snel en zeker geregeld worden, er een optimale keten samenwerking is, waardoor burgers altijd bij de juiste deur aankloppen, gegevens maar één maal worden opgevraagd en de organisatie transparant en aanspreekbaar is. Werkende vanuit het concept Antwoord en vastgelegd in het Realisatieplan Dienstverlening worden in de komende periode de toekomstvisies in daden omgezet. In 2015 is ook de gemeente Lelystad hèt voorportaal van alle dienstverlening van de overheid. Er is dan een klantcontactcentrum operationeel via het telefoonnummer. Het is daarbij van belang dit lange termijn perspectief ook in de komende jaren (2012) met concrete acties en quick wins zichtbaar en voelbaar te maken. Daarnaast is de gemeente transparant en betrouwbaar in de afspraken die ze maakt en het nakomen daarvan. De inrichting van het huidige stadhuis maakt de éénloket gedachte onmogelijk. Daarom zal van deze gedachte voorlopig worden afgeweken en meer op domeinen worden ingezet. De klant merkt hier niets van, behalve dat ze sneller bij de persoon is die het juiste antwoord kan geven. Maar dat niet alleen. In 2015 is de dienstverlening in belangrijke mate digitaal. De gemeentelijke organisatie werkt plaats- en tijdonafhankelijk met digitale stukken. Burgers kunnen hun zaken 24 uur per dag, 7 dagen per week digitaal regelen met de overheid. De fysieke kanalen (de balies op het stadhuis en de wijkwinkels) zullen beperkte openingstijden kennen. De zaterdagopenstelling vindt in het nieuwe stadhuis niet meer plaats, maar er zal wel een haalbaarheidsonderzoek plaatsvinden. Burgers worden zo nodig geholpen om met het digitale kanaal om te kunnen gaan. Alleen waarvoor het wettelijk moet (bijv. voor identificatie) zal het fysieke loket worden gebruikt. Een onbemand informatiecentrum is een van de voorzieningen. Met de voorgenomen investeringen moet een hoge score in landelijke vergelijkingsoverzichten van gemeentelijke digitale dienstverlening bereikbaar zijn. De sterke inzet op het digitale kanaal in Lelystad betekent een zekere beperking in de keuzevrijheid van de burger om het meest gewenste kanaal te kiezen. Het uitgangspunt blijft echter om het de burger zo gemakkelijk mogelijk te maken waarbij altijd een vangnet aanwezig is om burgers te helpen het digitale kanaal ook te kùnnen gebruiken. Het op korte termijn vrijwel geheel overschakelen op het digitale kanaal is een expliciete trendbreuk ten opzichte van het Lelystadse dienstverleningsbeleid ( multichannel benadering) in voorgaande jaren. Wel zal er meer op afspraken worden gestuurd ten koste van de vrije inloop. Dit, geheel in overeenstemming met het coalitie akkoord om het digitale- en telefonische kanaal preferent te maken. Om grotere betrokkenheid te krijgen bij de eigen woon- en leefomgeving stimuleren wij dat de afstand tussen het politiek bestuur en de inwoners van Lelystad verder wordt verkleind. Inwoners in een vroegtijdig stadium actief betrekken bij gemeentelijke plannen, vermindering van regeldruk voor inwoners en bedrijven, verbetering van de kwaliteit van onze dienstverlening, het gebruik van heldere en begrijpelijke taal en een actief gemeentelijk communicatiebeleid zijn eveneens voorwaarden voor een betere participatie. 76

77 Wat mag het kosten? Tabel: Overzicht middelen Bedragen x Begroting Meerjarenraming Programma 6: Voor de Lelystedeling Exploitatie Lasten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Totaal Exploitatie Reserves Lasten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Totaal Reserves Eindstand meerjarenraming vóór w ijzigingen Voorgestelde w ijzigingen programma Dienstverlening Onontkoombare bijstellingen Onderhoud GBA Onderhoud GBA - dekking uit telefonische dienstverlening Besparingen NUP gelden Totaal 6.1 Dienstverlening Gemeentelijke organisatie Onontkoombare bijstellingen Actualisatie salarissen en sociale lasten Actualisatie bijdrage Grondbedrijf aan bedrijfsvoering Besparingen Bedrijfsvoering 200 Totaal 6.2 Gemeentelijke organisatie Financiën Onontkoombare bijstellingen Technische actualisaties Actualisatie algemene uitkering Wenselijke bijstellingen Kw ijtschelding ondernemers Besparingen Actualisatie ICL storting in voorziening Actualisatie opbrengsten precario Vrijval reserve Bovenw ijkse voorzieningen 510 Inzet ruimte in begroting Budget materieel evenw icht 768 Stelpost rijksbezuinigingen Begrote storting algemene reserve 450 Totaal 6.3 Financiën Totaal Voorgestelde wijzigingen Totaal wijzigingen Eindstand programmabegroting ná w ijzigingen

78 In de tabel op de vorige bladzijde zijn de volgende gehonoreerde Kadernota voorstellen verwerkt (situatie na raadsbehandeling): Gehonoreerde kadernotavoorstellen Onontkoombaar Besluit Daling legesinkomsten bouwvergunningen Dekking uit budget materieel evenwicht 732 Juridische advieskosten Looncompensatie Algemene uitkering Budget hervormingen en personele frictie Dekking uit vrijval kapitaallasten Salarissen en wachtgelden Aanpassing hoogte vergoedingen Raadsleden Wethouderspensioenen Kapitaallasten (vervangings) investeringen Verhogen jaarlijkse kosten schoonmaken en energiekosten Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Dekking NUP (BGT) Bijstellen stortingen en onttrekkingen reserves Nuon Financieel technische aanpassingen Actualisatie totale OZB ontvangst [Amendement 31] Ophogen voorziening dubieuze debiteuren Onontkoombaar programma Wenselijk Onderhoudsbudget bezwaarschriftenvolgsysteem Octopus Aanschaf kaartviewer Rechtmatigheid [Amendement 35] Waterpassing peilmerken hoogtebouten net Lelystad [Amendement 32] 0 Budget materieel evenwicht (motie raad) Prijscompensatie gemeentebegroting Prijscompensatie gesubsidieerde instellingen Compensatie niet meer toerekenen rente A-staten Compensatieregeling ozb voor startende ondernemers [Amendement 37] Wenselijk programma Ombuigingen Aframen budget voormalig personeel Verminderen politieke ambtsdragers [Amendement 39] 0 0 Aanbestedingsvoordeel herwaardering Prijscompensatie gemeentebegroting Prijscompensatie gesubsidieerde instellingen Taakstelling gebouwenbeheer cq accommodatiebeleid Bouwleges Burgerlijke stand Klant Contact Centrum & Receptie Beheer onroerend goed Bedrijfsvoeringstaakstelling Vrij laten vallen stelpost kapitaallasten Organisatieontwikkeling Onderzoeksbudget beleid Gebruikersbelasting naar de eigenaren belastingen niet woningen Invoeren toeristenbelasting [Amendement 44] Onvoorzien Ombuigingen programma

79 3.6.1 Gemeentelijke dienstverlening Wat willen we bereiken? Verhogen van de klanttevredenheid over de gemeentelijke dienstverlening Een optimale dienstverlening aan de Lelystadse burger tegen aanvaardbare inzet van middelen. Het ontwikkelen van de organisatiecultuur van de gemeente Lelystad staat ten dienste van het versterken van de control en verbeteren van de dienstverlening. De afgelopen jaren is er achter de schermen veel geïnvesteerd in het verbeteren van de dienstverlening. Om de burger optimaal van het nieuwe dienstverleningsconcept gebruik te laten maken, is bekendheid door de burger met de nieuwe mogelijkheden essentieel. Het is dan ook van groot belang binnen het beschikbare budget een sterk communicatietraject te blijven uitvoeren. Eindproduct: een in de organisatie geïmplementeerd en werkend dienstverleningsconcept welke voldoet aan de vastgestelde servicekaders van het dienstverleningsmanifest en de uitgangspunten van het vastgestelde multichannel dienstverleningsconcept (gestructureerde en gecoördineerde inzet van de distributiekanalen schriftelijk, telefonisch, elektronisch en persoonlijk). De dienstverlening aan de burger moet voldoen aan de volgende voorwaarden: Laagdrempelig en makkelijke toegang; Op elk gewenst tijdstip; Helder en simpel; Snelle afhandeling; Kwalitatief goed product/dienst; Veilig en betrouwbaar; Klantvriendelijke behandeling; Efficiënte en effectieve inzet van gemeentelijke middelen. De verschillende distributiekanalen kennen elk hun eigen sterke punten en moeten zo worden ingezet dat de burger tevreden is over de keuzemogelijkheid, de wijze van dienstverlening en het resultaat en dat de gemeente haar schaarse middelen zo efficiënt en effectief mogelijk heeft aangewend. Het streven is om de digitale dienstverlening het dominante kanaal te laten zijn in Lelystad waarbij een kwalitatief betere dienstverlening in balans is met de noodzakelijke besparingen en benodigde investeringen in mensen en middelen. Als streefbeeld voor de Lelystadse gemeentelijke dienstverlening staat het landelijke concept Antwoord centraal. Doelstelling voor de gemeente Lelystad: eind 2015 is de eindfase van het concept Antwoord bereikt ( overheid geeft antwoord ). De indicatoren voor verbetering van de dienstverlening worden gemeten in een dienstverleningsonderzoek dat elke twee jaar wordt gehouden onder het Lelystads panel. Het onderzoek uit 2007 wordt gehanteerd voor de zogenoemde nulmeting van de klanttevredenheid op de boven beschreven aspecten (schaal van 1 (laag) tot 10 (hoog)). In dit onderzoek is ook de behoefte onderzocht naar het gebruik van de verschillende distributiekanalen. In januari 2012 heeft het vervolgonderzoek plaatsgevonden. De volgende tabel geeft een samenvatting weer van de indicatoren voor het beoogde maatschappelijke effect, oftewel de klanttevredenheid over de dienstverlening. Deze indicatoren worden daarna gerelateerd aan de ambitie van het programma. Met de veranderende omstandigheden (bezuinigingen en crisis) is het de vraag of de ambities die in 2005 zijn opgesteld moeten worden bijgesteld. 79

80 Beoogde maatschappelijke effecten Beoogde effectresultaten (indicatoren plus ambitie) 2013 en 2015 (doelstellingen) Indicator klanttevredenheid (12) Ambitie 2013 Toegankelijkheid 5,4 5,9 6,3 6,3 6,8 6,8 Openingstijden 6,9 6,7 6,9 6,9 7,0 7,0 Duidelijkheid 6,2 6,9 7,7 7,7 7,7 7,7 Snelheid 5,5 5,5 5,7 5,7 6,7 6,7 Afhandelingsproces 5,9 5,9 6,3 6,3 6,8 6,8 Veiligheid 5,3 5,3 6,3 6,3 6,7 6,7 Vriendelijkheid 7,1 7,2 7,2 7,2 7,3 7,3 Gemiddelde 6,0 6,4 6,6 6,6 7,0 7,0 Ambitie 2015 De afgelopen jaren is er vooruitgang geboekt in de klanttevredenheid, met name op het gebied van duidelijkheid en toegankelijkheid, maar dat stagneert op dit moment. Ons aandachtspunt blijft met name de snelheid van dienstverlening. Ook zal er beter moeten worden gecommuniceerd naar de burger om de verwachtingen te managen. Wat gaan we daarvoor doen? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Beoogde prestatie in 2013 Toegankelijkheid vergroten: - Uitbreiding digitaal loket - Contact formulier (algemene informatie) - Bezwaar op gemeentelijke belastingen - Integrale horecavergunning - Aansluiten bij het landelijk project lokale bekendmakingen Snelheid verhogen: - Verbetering servicenormen - Vermindering lastendruk Afhandelingsproces verbeteren: - Klantbeeld registreren - Kanaalintegratie - Basisregistraties koppeling Duidelijkheid verbeteren: - Persoonlijke internetpagina (PIP) - Contract van Lelystad - Communicatie dienstverlening - afhandeling versnellen en verbeteren - aantal processen herontwerp realiseren - Backoffice bereikbaarheids sturing via rapportages - Digitale terugbelnotities realiseren obv dossiers - Kanalen zo snel mogelijk naar één afhandelingsproces (proces herontwerp) - Voortgang via alle kanalen zichtbaar maken op PIP - Verder uitbreiden en zo nodig aanpassen Contract van Lelystad - Communicatie telefoonnummer uitbreiden - Informatie gekoppeld aan geografische componenten starten 80

81 3.6.2 Gemeentelijke organisatie De vormgeving van de organisatie van de gemeente Lelystad is volgend op de taken die de organisatie uitvoert. De doelstelling is hierbij om met een zo klein mogelijk ambtelijk apparaat een invulling te geven aan het zo effectief en efficiënt mogelijk uitvoeren van de gemeentelijke taken. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt op de omvang en inrichting van de ambtelijke organisatie nader ingegaan Algemene dekkingsmiddelen (en onvoorzien) Onze financiën zijn wellicht de belangrijkste ondersteuning voor ons werk. Zonder voldoende geld is het simpelweg niet mogelijk om onze ambities te realiseren. Wij streven ernaar onze financiële middelen zo doeltreffend en doelmatig mogelijk in te zetten. Tevens willen wij bij het optimaliseren van onze financiën de Lelystadse samenleving zo min mogelijk belasten. Om haar uitgaven te kunnen dekken heeft de gemeente verschillende inkomstenbronnen. Deze inkomstenbronnen zijn te splitsen in specifieke en algemene dekkingsmiddelen. Specifieke dekkingsmiddelen Bij specifieke dekkingsmiddelen is sprake van een directe relatie tussen de uitgaven en inkomsten. Een voorbeeld is de afvalstoffenheffing, die gebaseerd is op de kosten van het inzamelen, afvoeren en verwerken van afvalstoffen. Op grond van de directe relatie met de doelstellingen van de programma s zijn specifieke dekkingsmiddelen opgenomen binnen de programma s. Algemene dekkingsmiddelen De gemeente heeft ook een aantal inkomstenbronnen, waarbij er geen directe relatie bestaat met uitgaven van programma s of producten. Deze dekkingsmiddelen zijn binnen de algemene wettelijke kaders vrij besteedbaar en worden ingezet binnen het totaal van de begroting. Aangezien er geen directe relatie is met de specifieke programma s zijn deze dekkingsmiddelen opgenomen in het meer overkoepelende programma 6: voor de Lelystedeling. Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) worden de algemene dekkingsmiddelen in dit hoofdstuk opgenomen en toegelicht. Onvoorzien De gemeente kent naast genoemde inkomstenbronnen ook nog het product onvoorzien. Bij dit product zijn dekkingsmiddelen opgenomen, die gebruikt kunnen worden als de gemeente met onvoorziene, onvermijdelijke en niet uitstelbare uitgaven geconfronteerd wordt. De post onvoorzien bedraagt ,- in 2013 t/m 2015 en ,- in 2016 (dit naar aanleiding van de besluitvorming over de Kadernota 2013). 81

82 Tabel: Algemene dekkingsmiddelen Bedragen x Algemene dekkingsmiddelen 2013 Lasten Baten Saldo % Algemene uitkering Subtotaal % Kw ijting belastingen Uitvoering w et WOZ Baten, OZB gebruikers Baten, OZB eigenaren Baten, hondenbelasting Precariobelasting Toeristenbelasting Lasten heffing en invordering gem.bel Subtotaal % Treasury activiteitenn <1 jaar Treasury activiteiten >1 jaar Subtotaal % Deelnemingen Subtotaal % Totaal algemene dekkingsmiddelen % Algemene uitkering In deze Programmabegroting wordt de raming van de algemene uitkering geactualiseerd. De basis daarvoor is de junicirculaire In de junicirculaire 2012 zijn de hoofdlijnen uit het akkoord met de bijnamen Kunduzakkoord en Lenteakkoord, hierna genoemd Begrotingsakkoord meegenomen. In het begrotingsakkoord zijn ombuigingen op de rijksbegroting opgenomen ter hoogte van 12 miljard. De algemene uitkering over 2012 is minder negatief dan dat begin 2012 werd gedacht. Dat was de eerste conclusie nadat de uitkomsten van de junicirculaire werden vergeleken met de uitkomsten uit de septembercirculaire Dit heeft vooral te maken met het tempo van de rijksbezuinigingen dat lager ligt dan door de ministeries was gehoopt. Van uitstel komt helaas geen afstel; de jaren 2015 en 2016 zullen structureel zo n 0,75 miljoen lager uitvallen dan bij de Kadernota werd becijferd. Het dieptepunt ligt in 2013 dat ruim 1,5 miljoen tegenvalt. Vlak voor de productiedeadline van deze programmabegroting werd de septembercirculaire 2012 gepubliceerd. In grote lijnen is onderzocht of en zo ja, hoeveel dan en in welke richting de ramingen op basis van de junicirculaire 2012 zouden moeten worden bijgesteld. Eerste conclusie is dat de septembercirculaire 2012 beperkte gevolgen heeft voor de algemene uitkering. Sinds de juni-circulaire 2012 zijn de omstandigheden niet wezenlijk veranderd. Dan kan ook niet anders want we hebben te maken met een demissionair kabinet dat op Prinsjesdag een begroting heeft gepresenteerd conform het zgn. Lente-akkoord. Dat akkoord was al verwerkt in de juni-circulaire Voor het lopende jaar 2012 valt het accres iets minder negatief uit, een uitkomst die in 2013 door een vrijwel even grote tegengestelde ontwikkeling van het accres ongedaan wordt gemaakt. Daardoor komen per saldo voor de jaren 2012 en 2013 samen de accressen ongeveer uit op de in de junicirculaire opgenomen bedragen. In de junicirculaire is verder gesproken over een mogelijke correctie op het accres in verband met dubbele compensatie voor de verhoging van de BTW van 19 naar 21%. Deze correctie is in de septembercirculaire ingevuld via een korting van 64,7 miljoen op het gemeentefonds, die aan de andere kant weer wordt goedgemaakt door een grotere declaratie aan het BTW-compensatiefonds op basis van de verschuiving van 19% naar 21%. Tot slot zijn er in de septembercirculaire nog een aantal taakmutaties opgenomen. Deze taakmutaties zijn doorvertaald in de voorstellen: wijkverpleegkundige in de wijk (zichtbare schakel), extra contactmoment jeugdgezondheidszorg, invoeringsbudget decentralisatie jeugdzorg, LBHTemancipatie en combinatiefuncties sportimpuls. De toevoegingen aan de algemene uitkering als gevolg van deze taakmutaties worden dan ook betrokken bij de specifieke voorstellen zelf. Verder wordt op rijksniveau een bedrag van 40 miljoen structureel uit het gemeentefonds genomen, omdat de kinderopvangtoeslag vanaf 2013 niet meer door de gemeente maar door de belastingdienst 82

83 wordt verstrekt. Omgerekend naar de Lelystadse situatie betekent dat een bedrag van ,-. Dat bedrag was vanaf 2005 aan het gemeentefonds toegevoegd, sindsdien geïndexeerd met accressen. Doordat naast de financiering vanuit het gemeentefonds ook de taak voor de gemeente wegvalt, zou er ook sprake moeten zijn van een reductie van uitvoeringslasten. Het verschijningsmoment van de septembercirculaire maakte het niet meer mogelijk daar een adequate inschatting van te maken zodat vanuit het oogpunt van voorzichtigheid wel alvast de uitname is meegenomen maar de mogelijke lastenreductie nog niet. Hierop zal in volgende planning en control documenten worden teruggekomen. Macro-economische ontwikkelingen De wereldeconomie vertraagt en deze vertraging is het sterkst in het eurogebied. Voor 2013 is de verwachting dat de Nederlandse economie zich weer enigszins herstelt onder invloed van een licht aantrekkende wereldhandel. Bij dit beeld blijft de Europese schuldencrisis een belangrijk neerwaarts risico. Uitgangspunt is dat beleidsmakers erin blijven slagen om een escalatie te voorkomen. Voor dit jaar wordt nog gerekend met krimp van de Nederlandse economie van 0,5%, voor 2013 met 0,75% 4 groei. De overheidsfinanciën verbeteren, hoofdzakelijk als gevolg van een restrictief begrotingsbeleid, van een tekort van 4,5% in 2011 naar 2,7% in De koopkracht daalt in 2012 met 175% en in 2013 met 0,75%. In de stand van het gemeentefonds is het Begrotingsakkoord verwerkt. Op basis van het economisch perspectief zijn aanvullende bezuinigingen zeer wel denkbaar. Ter zake heeft het CPB scenario s doorgerekend resulterend in bezuinigingen met een bandbreedte tussen 7 en 29 miljard in de jaren 2013 t/m Hiermee is in de berekening van de algemene uitkering nog geen rekening gehouden. ICL De ICL uitkering van het rijk is voor het jaar 2013 begroot op ,-. Normaliter wordt deze jaarlijks geïndexeerd, omdat één van de eisen van de ICL-bijdrage is dat de voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte gereserveerde middelen meerjarig moeten voorzien in de planmatig onderbouwde lasten. Hiervoor is een correctie voor de prijsontwikkeling nodig op zowel de gemeentelijke als de rijksmiddelen die voor dit doel worden ingezet. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft echter bij de vaststelling van de bijdrage voor 2012 laten weten dat de bijdrage in 2013 niet zal worden geïndexeerd. De oorzaak is gelegen in de ontwikkeling van het accres van het gemeentefonds. De minister acht het niet verantwoord om de algemene uitkering niet maar de icl-uitkering wel te laten stijgen, omdat beide uitkeringen uit het gemeentefonds worden gefinancierd. In het licht van de voorschriften rond het beheer van de icl-middelen zou dit betekenen dat de indexering geheel voor rekening van de gemeente komt. Op 20 september jongstleden heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de minister. Hierbij is het standpunt van de minister toegelicht. Van Lelystadse zijde is aangegeven dat bij het uitblijven van een indexering van rijkswege, in combinatie met de ontwikkeling van de algemene uitkering de gemeente niet in staat is de indexering door te voeren. Aangegeven is dat zolang de ICL-uitkering en de algemene uitkering niet aan de prijsontwikkeling worden aangepast, de indexering van de ICLmiddelen achterwege zal blijven. In de Nota Reserves en Voorzieningen is hiertoe een beslispunt opgenomen. Naast het achterwege blijven van de indexering heeft de minister ook aangegeven dat de evaluatie van de ICL-bijdrage in 2015 zou moeten plaatsvinden. Omdat in het gesprek met de minister is geconstateerd dat het beter is de evaluatie te laten plaatsvinden op basis van zo recent mogelijke en in de begroting verwerkte gegevens, wordt in samenwerking met het ministerie een planning opgesteld waarin de periodieke herziening van de Meerjarenraming Beheer Openbare Ruimte en het Gemeentelijk Rioleringsplan en de evaluatie aan elkaar worden gekoppeld. Over het hieruit voortvloeiende uiteindelijke moment van de evaluatie kan nog geen uitsluitsel worden gegeven. Tot slot is door de minister aangegeven dat het onwenselijk is dat de gemeente de rioolheffing op een niet kostendekkend niveau vaststelt en de extra rijksmiddelen deels worden ingezet voor het dekken 4 Bron: CPB Macro-economische verkenning

84 van de resterende budgetbehoefte. De minister heeft aangegeven dat het wenselijk is dat uiterlijk bij de herziening van het GRP (in 2015) hiervoor een oplossing wordt gepresenteerd. Belastingen In de gemeente Lelystad kennen we twee belastingen, waarvan de omvang en de besteding niet gebonden zijn. Dit leidt tot algemene dekkingsmiddelen die verantwoord worden binnen dit onderdeel: de onroerende zaakbelasting, ,- en de hondenbelasting ,-. Het beleid ten aanzien van alle belastingen en heffingen staat in paragraaf 4.3 Lokale heffingen. Treasury De afgelopen jaren is er door Lelystad geïnvesteerd in vaste materiële activa zoals bijvoorbeeld gebouwen (stadhuis, theater, MFA en perkeergarages) en grondposities en onderhanden werk binnen het grondbedrijf. Gezien de liquiditeispositie van de gemeente lelystad is hiervoor extern financiering aangetrokken waarvan de rentelasten drukken op de exploitatie. Fluctuaties op de kapitaalmarkt hebben daarmee invloed op de rentelasten binnen de exploitatie. Door gebruik te maken van een mix van lang en kortlopende rente s wordt dat renterisico zo veel mogelijk afgedekt. In hoofdstuk 6.5 is een overzicht van de leningportefeuille opgenomen. Deelnemingen De inkomsten uit deelnemingen bestaan hoofdzakelijk uit dividend en garantieprovisie. Voor 2013 wordt daarin geen ander beeld verwacht dan voor

85 4. Paragrafen 4.1 Bedrijfsvoering Bij de instelling van het instrument Programmabegroting is voor een weergave gekozen, gegroepeerd naar inhoudelijke thema s. De paragrafen kunnen worden gezien als een nadere toelichting op een aantal aspecten dat door de programma s heen verweven is. De hierbij te hanteren lijn is dat het volledige financiële beeld van de gemeentelijke begroting wordt weergegeven in de programma s. In de paragraaf bedrijfsvoering worden de actuele ontwikkelingen beschreven op het gebied van het beheer van de middelen die worden ingezet om de doelen, zoals beschreven in de programma s, te verwezenlijken. Bij de behandeling van de Kadernota zijn een aantal uitspraken gedaan die de inrichting van de paragraaf Bedrijfsvoering betreffen. Aangegeven is dat er naast de informatie over het organisatiebeheer meer informatie moet worden verstrekt over de doorbelasting van interne kosten, de kostprijsberekening en de omvang van de bedrijfsvoeringskosten. Hierop wordt in de navolgende teksten nader ingegaan. Daarnaast wordt dieper ingegaan op het opschoningsproces van de begroting. Een transparante en schone begroting De laatste vijf jaar zijn, mede op basis van uitspraken van de accountantsrapporten verbeterslagen gemaakt in het financieel beheer. Het resultaat hiervan is onder andere terug te zien in een verschuiving in de aard van de opmerkingen van de accountant. In de eerste instantie betrof dit basale administratieve onderwerpen en op dit moment zitten deze opmerkingen meer op het gebied van risicomanagement en waarderingskwesties. De laatste twee jaar is met name het op orde krijgen van de gemeentelijke financiën verder geïntensiveerd door onder andere een andere positionering van de controllers, meer aandacht voor budgetbeheer, de introductie van een crisismonitor en de focus op een schone begroting. Daarnaast zijn we continue op zoek naar mogelijkheden om de begroting en het financiële proces te vereenvoudigen en de kans op het maken van fouten verder te verkleinen. Hieraan wordt het komend jaar hard verder gewerkt. Naast het op orde brengen van de begroting worden ook stevige slagen gemaakt met het aanpassen van de begroting aan de realiteit van nu: krimp van de projectorganisatie en een kleinere bijdrage van het grondbedrijf aan de algemene dienst voor bedrijfsvoering. Vernieuwing, innovatie en de basis op orde De gemeentelijke organisatie staat voor grote uitdagingen. De afgelopen jaren is stevig bezuinigd als gevolg van de voortdurende economische crisis. Dit heeft een grote krimp van de organisatie tot gevolg. Dit is de consequentie van de directe bezuinigingen in voorgaande Kadernota s en begrotingen, maar het laatste jaar daarbovenop ook door een ingrijpende aanpassing van de projectorganisatie. Ondertussen verandert de werkwijze van onze organisatie zowel intern als tegenover samenleving in rap tempo van analoog / op papier naar digitaal. De uitwisseling van informatie via sociale media is enorm en plaats en tijd onafhankelijk. Kennis is niet meer schaars maar in overvloed aanwezig en toegankelijk voor iedereen. Hierdoor worden steeds meer effectief gedrag en vaardigheden, in plaats van kennis, de onderscheidende factoren voor medewerkers en de gemeente als geheel richting de samenleving. Tot slot zitten we nog midden in de krimp van de organisatie en veranderingen die dit in organisatie en in de relatie met de samenleving te weeg brengt. Ook deze ontwikkeling gaat de komende jaren door. Om die veranderingen te kunnen volgen, en waar mogelijk mede vorm te geven, zetten we in op: - Focus op toegevoegde waarde in de samenleving - Hervorming van onze werk/bedrijfsprocessen - Versnelling van het leren, zowel individueel als organisatie als geheel 85

86 Uitgangspunt hierbij is dat we dit (steeds meer) met de hele organisatie doen: telkens weer blijkt dat de drijfveer van onze medewerkers het resultaat buiten is, er wordt niet voor medewerkers gedacht maar ze hervormen zelf (met ondersteuning) hun werkprocessen, ze zijn zelf (met ondersteuning) verantwoordelijk voor hun ontwikkeling en groei. Leidinggevenden zijn cruciaal om te zorgen dat dit proces doorzet door te zorgen voor een veilige werk/leeromgeving, helderheid over verwachte resultaten en gedrag en medewerkers daarop aan te spreken, leren te stimuleren / uit te dagen en last but not least, het goede voorbeeld te geven. Concreet doen we dit door o.a.: 1. Investeren in mensen en hun talent/kwaliteit 2. Introductie van de Proeftuin Lelystad 3. Hervormen van de werkprocessen volgens de Lean methode 4. HRM gebaseerd op een gelijkwaardige relatie medewerker organisatie 5. Ontwikkeling van leidinggevenden / frontlinie centraal 1. Investeren in mensen Medewerkers van wie het werk weg gaat vallen, worden Herplaatsingskandidaat (HPK). Zij hebben de verantwoordelijkheid zelf alles te doen wat nodig is om nieuw werk te vinden (bij/om scholing, stages, solliciteren etc) en krijgen daar de ondersteuning en faciliteiten voor. Leidinggevenden zijn verantwoordelijk voor het creëren van kansen en ondersteunen van HPK s. Daarnaast worden overige medewerkers door onder andere P&O en leidinggevenden ondersteund om zich verder te ontwikkelen en op die plek terecht te komen waar ze het best uit de verf komen. Het resultaat van deze inzet is dat bijna alle HPK s uit vorige bezuinigingsrondes een andere plek hebben of daar in elk geval zicht op hebben. De bezuinigingen van de onderhavige begroting, krimp van de projectorganisatie en bezuinigingen op de bedrijfsvoering leiden voorlopig tot naar schatting 20 à 25 nieuwe HPK s. De organisatieaanpassing hiervoor is voor een belangrijk deel al besproken met de OR en betrokken medewerkers. Ook voor deze nieuwe groep zal ingezet worden op herplaatsing. 2. Proeftuin Lelystad In 2013 gaan we verder met de in 2012 gestarte Proeftuin Lelystad. Hierin participeren telkens 10 tot 15 medewerkers die werken aan een vraagstuk waar we als organisatie tegenaan lopen of waar we kansen voor vernieuwing zien. Door deze vraagstukken tijdelijk uit de lijn te halen en met een diversiteit aan mensen beet te pakken sporen we kansen voor vernieuwing op en parallel ontwikkelen betrokken medewerkers zich meer in de breedte en leren nieuwe vaardigheden. Dit zal ook de integraliteit in de organisatie ten goede komen. Uiteindelijk hopen we te komen tot een permanente proeftuin waarin we als gemeente met deelnemers uit de samenleving, in wisselende samenstellingen, lastige vraagstukken integraal en op een lerende manier beetpakken. 3. Hervorming van onze werkprocessen In juni 2012 is gestart met het lean maken van een zestal processen, waaronder het inkoopproces, de Wet Werk en Bijstand, de financiële processen en Planning & Control. Dit gebeurt door de in de werkprocessen betrokken medewerkers zelf. In eerste instantie is er externe ondersteuning, maar parallel worden diverse eigen medewerkers opgeleid om de begeleiding van de externe organisatie over te nemen. Het leidt uiteindelijk tot verbeterde dienstverlening door snellere doorlooptijden, verhoging van kwaliteit en efficiency en uiteindelijk kostenbesparing. Ook wordt scherp gekeken wat daadwerkelijk (voldoende) toegevoegde waarde heeft en wat we met acceptabele consequenties achterwege kunnen laten. Het leidt ook tot een werkwijze van continue aanpassen en verbeteren van de processen (continu leren). Daar waar het processen betreft waar college en raad een actieve rol in hebben, zoals besluitvormingsprocessen of Planning & Control, wordt ook van bestuurlijke zijde een actieve deelname gevraagd. In 2013 gaat dit traject verder en worden er nadrukkelijk keuzes gemaakt welke processen essentieel zijn voor de organisatie en waar deze verbeterd kunnen worden. 86

87 4. HRM De uitgangspunten voor het HRM beleid zijn opnieuw vormgegeven. Een 7-tal punten vormt het referentiekader voor alles wat we doen op dit vlak: onze medewerker is mede-eigenaar van Lelystad, is verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling, is gelukkig en wordt daarin gefaciliteerd door de werkgever; onze medewerker is generalistisch, multidisciplinair en ketengericht en werkt (waar mogelijk) plaats- en tijdonafhankelijk. De medewerker zal worden beoordeeld op behaalde resultaten en zijn toegevoegde waarde. Het gehele HRM-instrumentarium wordt doorgelicht en zoveel mogelijk vereenvoudigd op basis van deze uitgangspunten. Hiermee wordt een goed fundament neergelegd voor de continuering van een kwalitatief hoogwaardige dienstverlening van de gemeente aan haar burgers en bedrijven. 5. Ontwikkeling leidinggevenden / frontlinie centraal Waar vroeger een leidinggevende vooral meewerkend voorvrouw/man was, medewerkers aangestuurd moesten worden en er vooral veel over en voor medewerkers beslist werd, komen we er steeds meer achter dat dit niet leidt tot een inspirerende en effectieve organisatie. Leidinggevenden hebben (naast dat ze ook regelmatig wel stevige inhoudelijke kennis nodig hebben) vooral de taak om te zorgen dat medewerkers goed uit de verf komen en we een cultuur van leren en verbeteren krijgen. Niet door te sturen en voor hen te denken, maar door helder te zijn welke resultaten verwacht worden, ze aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en een dusdanig uitdagende én veilige werkomgeving te creëren dat talenten maximaal uit de verf komen. Er moet sprake zijn van continu leren en verbeteren. Met andere woorden: medewerkers en hun toegevoegde waarde en effectiviteit buiten/in de samenleving staan centraal, leidinggevenden ondersteunen en zijn verantwoordelijk dat dit proces goed uit de verf komt. Hieraan wordt per afdeling en collectief met alle leidinggevenden gewerkt. Dit traject wordt ondersteund met onder andere coaching en intervisie en de nodige ondersteuning vanuit HRM, zoals bijvoorbeeld de vernieuwde HR cyclus met plannings- en functioneringsgesprekken. Huisvesting en ICT Op het gebied van huisvesting en ICT heeft de gemeente Lelystad in de afgelopen jaren een forse inhaalslag gemaakt. De investeringen op deze gebieden werpen inmiddels dagelijks hun vruchten af op het gebied van flexibiliteit en productiviteit. Ook maken deze investeringen het mogelijk dat in de komende jaren de investeringen in huisvesting en ICT beperkt kunnen blijven tot minimale reguliere vervangingsinvesteringen om de continuïteit van de bedrijfsvoering zeker te stellen. Het structureel in de begroting aanwezige budget is hiervoor toereikend. Takendiscussie, doorbelastingen en bedrijfsvoeringskosten De bedrijfsvoering is ondersteunend aan de primaire processen van de gemeentelijke organisatie. De bedrijfsvoering is in die zin niet leidend, maar volgend: aanpassingen in de primaire processen leiden onherroepelijk tot aanpassingen in de bedrijfsvoering. Het omgekeerde is echter ook waar: als deze volgorde wordt omgedraaid en de bedrijfsvoering autonoom wordt aangepast, heeft dit onherroepelijk gevolgen voor de primaire processen. De ervaring leert inmiddels dat een eenzijdige aanpassing in de bedrijfsvoeringssfeer tot moeilijk te managen effecten op de primaire processen leidt. Omgekeerd is ook waar dat aanpassingen in de primaire processen moeilijk konden worden doorvertaald naar effecten op de gemeentelijke begroting vanwege de complexe systematiek die voor de kostprijsberekening wordt gehanteerd. Hierdoor ontstond vaak naast de direct zichtbare effecten op (vaak materiële) budgetten een in de tijd na-ijlend effect in de overhead. In de Programmabegroting 2012 is deze werkwijze daarom losgelaten. De kosten voor de concernbrede bedrijfsvoering zijn bijeengebracht op een product in programma 6. De in de overige programma s opgenomen lasten beperken zich hierdoor tot de direct aan de activiteiten toe te rekenen kosten, en de kosten van het afdelingsmanagement. Door deze systematiek toe te passen is het makkelijker een beeld te vormen van de directe financiële consequenties van een 87

88 gemeentelijke activiteit. In onderstaand schema worden de bedrijfsvoeringskosten nader gespecificeerd. Tabel: meerjarenbegroting bedrijfsvoeringskosten bedragen x 1000,- Concernstaf Lasten Bedrijfsvoering Administratie en ondersteuning Directie en staf Huisvesting ICT Som Lasten Eindtotaal In de programma s zijn de financiële consequenties van de beleidskeuzes op (sub)programmaniveau uiteengezet. In bijlage 2 worden deze gegevens op afdelingsproduct weergegeven. Ten opzichte van de informatie zoals die in de Programmabegroting was opgenomen is de weergave van bijlage 2 in overleg met enkele raadsleden verder ontwikkeld. 88

89 4.2 Grondbeleid Grondbeleid is feitelijk het doelgericht ingrijpen van de overheid in de grondmarkt ten aanzien van de aspecten vraag, aanbod of prijs. In de Kadernota Grondbeleid is de keuze gemaakt om bij voorkeur als actief zelfstandige regisseur de grondexploitatie ter hand te nemen ter uitvoering van de doelstellingen, zoals opgenomen in het programmaplan (gebaseerd op het structuurplan). Binnen het grondbeleid wordt het geheel aan instrumentarium beschreven dat de gemeente toe kan passen in de omgang met de grond ter versterking van het ruimtelijk beleid en welke voorkeuren zij heeft in de uitvoering daarvan. In deze paragraaf Grondbeleid wordt nader ingegaan op het grondbeleid hetgeen voor de raad om twee redenen van belang is: ten eerste het financiële belang en de risico s en ten tweede de relatie met de doelstellingen, zoals aangegeven in de programma s. Deze belangen kunnen elkaar overigens negatief beïnvloeden. Visie op het grondbeleid en beschikbare instrumenten Door de veranderde situatie op de grondmarkt en de diversiteit in belangen die dit met zich mee brengt, is het meer dan ooit van belang dat de overheid regie blijft voeren bij de realisatie van het ruimtelijk beleid. Het voeren van de regie is gepast om de publieke dimensie van de ruimtelijke ordening veilig te stellen en een optimale allocatie van de grond te bereiken. In de praktijk zijn er factoren die van invloed zijn op de mogelijkheden om regie te voeren. De belangrijkste factoren zijn: - De mate waarin de gemeente een (grond)positie in een bepaald gebied heeft; - De complexiteit van een bepaalde ontwikkeling; - De mate waarin de gemeente het risico van de ontwikkeling wil dragen; - Er moeten medewerkers zijn die over de gevraagde expertise beschikken en er moet voldoende capaciteit aanwezig zijn om het project ook op een goede wijze af te ronden. Beschikbare instrumenten voor het voeren van gemeentelijk grondbeleid In de Kadernota Grondbeleid is aangegeven dat onder meer de volgende instrumenten beschikbaar zijn: Een actief ( strategisch en anticiperend ) aankoopbeleid De gemeente Lelystad heeft door middel van een afspraak met RVOB (Rijks Vastgoed en Ontwikkelings Bedrijf voorheen Domeinen) een zekere voorkeurspositie met betrekking tot verwerving van gronden. In principe wil de gemeente zelf bouw- en woonrijp maken. Daarbij is het uitgangspunt dat binnen de gemeente een grondexploitatie in principe minimaal budgettair neutraal ontwikkeld moet kunnen worden. Bij het nemen van risico s dienen ook kansen tot een positief resultaat aanwezig te zijn. Op deze manier behoudt de gemeente het initiatief en heeft de mogelijkheid tot het zelf kiezen van partners bij de planontwikkeling. Voor herstructureringsgebieden zal daarnaast steeds vaker bij andere partijen moeten worden aangekocht. Voorkomen speculatieve vastgoedhandel via WVG Aan de vooravond van grootschalige ontwikkelingen in een gebied met een verdeelde grondeigendomsituatie, zoals in het bedrijventerrein OMALA tussen Larserpoort en de Luchthaven Lelystad, heeft de gemeente Lelystad in nauwe samenwerking met de gemeente Almere en de Provincie via het vestigen van een gemeentelijk voorkeursrecht op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten (WVG) voor de ontwikkeling van de 1 e fase, voorkomen dat in het gebied speculatieve vastgoedhandel ontstaat. Omdat eigenaren niet verplicht kunnen worden hun gronden te verkopen is in het kader van het kostenverhaal een planexploitatie opgesteld. Aanleg van openbare ruimte, infrastructuur en dergelijke kunnen via dit instrument (deels) verhaald worden bij zelf - ontwikkelende eigenaren. 89

90 Volledig kostenverhaal via de grondexploitatie Instrumentarium nieuwe WRO De nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening die op 1 juli 2008 in werking is getreden, biedt aanvullend instrumentarium om tot kostenverhaal te komen in het geval dat de gemeente eens niet in de gelegenheid is om gronden voor gebiedsontwikkeling te verwerven. Dit instrumentarium, samengevat faciliterend grondbeleid genaamd, biedt wel de mogelijkheid om tot gedeeltelijk kostenverhaal te komen, maar daarmee is het niet mogelijk om een bedrijfsresultaat te genereren als dekkingsmiddel voor de ROS. Het voeren van een marktconform prijsbeleid Hierdoor ontstaat optimalisatie van de samengestelde gemeentelijke beleidsdoeleinden en kan flexibel worden gereageerd op veranderingen op de grond- en woningmarkt. De gemeente geeft zelf sturing aan het uitgeven van grond en kavels. Ondersteunend beleid wordt uitgevoerd door middel van de grondprijsdifferentiatie zoals dat onder meer tot uiting komt in de antispeculatie-, winstverdelings- en kettingbedingen die door de gemeente worden opgelegd. Meerjaren investering- en risico analyses Op basis van het meerjaren bouwprogramma wordt een meerjaren investeringsprogramma opgesteld zodat de consequenties van de op basis van andere programma s gemaakte keuzes inzichtelijk zijn. Tevens vindt periodiek een doorlichting van contracten en overeenkomsten plaats ten aanzien van de juridische of andere risico s. Kadernota grondbeleid Omdat de vorige Kadernota Grondbeleid dateerde uit 2004 en inmiddels een aantal voor het grondbeleid relevante feiten en omstandigheden zijn gewijzigd, is er in 2010 een nieuwe Kadernota door de gemeenteraad vastgesteld. In deze nota is onder andere de positionering van het Grondbedrijf in de gemeentelijke organisatie voor nu en in de toekomst vastgelegd. Daarnaast is een heroriëntatie opgenomen ten aanzien van de positie en de rol van de gemeente in het bouwproces. Met als uitgangspunt het proces tot realisering van de bouwopgave van de gemeente te verbeteren om zo adequater te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. De beheersverordening Naar aanleiding van het vaststellen van de Kadernota Grondbeleid is ook besloten de beheersverordening daterend uit 1990 te herzien. Kijkend naar de huidige economische situatie en de voorzienbare marktontwikkelingen, vooral die van de woningmarkt, is het niet meer vanzelfsprekend dat het Grondbedrijf de komende jaren winstgevend zal zijn. Daarom is het van belang dat de aansturing van gebiedsontwikkelingen gebeurt op basis van outputgerichte managementprincipes en zoveel mogelijk kostenbewust. De herziene beheersverordening is in 2010 door de raad vastgesteld. Prognose te verwachten resultaat Het Grondbedrijf vertaalt de doelstellingen van de beleidssectoren, het Structuurplan en het daaruit voortvloeiende stedelijk programma naar financieel economische kaders voor ruimtelijk fysieke projecten. Het verwachte bedrijfsresultaat van het grondbedrijf voor de komende jaren is in de tabel hieronder opgenomen. De verdere onderbouwing van de resultaatbepaling wordt opgenomen in het Meerjarenperspectief grondbedrijf (MPG). Na resultaatsbepaling wordt dit resultaat als volgt bestemd. Storting naar de reserve Risico Grondexploitatie. Deze vindt per complex plaats naar rato van de realisatie van de verwachte winst die in de actuele grondexploitatie is voorzien. De maximale omvang van deze reserve wordt bepaald aan de hand van de nog te maken kosten en de nog te realiseren opbrengsten. Vervolgens wordt afgestort in de Algemene reserve Grondbedrijf totdat die op het minimum niveau conform de IFLO-norm is gekomen, zijnde 10% van de boekwaarde van de niet in exploitatie genomen gebieden verminderd met de getroffen voorzieningen. Wat daarna resteert wordt afgestort in de Reserve Ontwikkeling Stad (ROS). Dit gebeurt in het jaar dat volgt op het jaar nadat dit resultaat gerealiseerd is. Onderstaand zijn de te verwachten resultaten opgenomen. Als gevolg van marktontwikkeling kan dit geprognosticeerde resultaat aan veranderingen onderhevig zijn. Het verwachte bedrijfsresultaat loopt 90

91 in de komende jaren sterk terug, omdat alleen de opbrengsten van vastgestelde bouwgrondexploitaties zijn opgenomen in de cijfers. Tabel: verwacht bedrijfsresultaat Grondbedrijf Bedragen x 1000,- Rekening 2011 Prognose MPG 2012 Begroting 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Bedrijfsresultaat Grondbedrijf Het aan- en verkopen van gronden brengt risico s met zich mee. Om deze reden zijn twee reserves gevormd: 1. Reserve Risico Grondexploitatie; 2. Algemene Reserve Grondbedrijf. In grondbedrijfcomplexen worden de risico s gedurende de duur van de grondexploitatie gedekt door de risicoreserve grondexploitatie. De vorming van deze reserve vindt plaats door de grondexploitaties op 9 risico s en 6 kansen te analyseren. Kans maal omvang (van verlies of winst) leidt tot een risicofactor. Deze risicofactor wordt in geld vertaald, te weten de gewenste risicobuffer. Deze risicoanalyse wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van de situatie per 1 januari van het betreffende jaar. Risico s en de gevolgen van de kredietcrisis op het economisch beleid. De huidige tijd vraagt om goed risicomanagement. Een gedegen inschatting van de gevolgen van de huidige economische recessie draagt hieraan bij, bijv. De Kredietcrisis voorbij. In De kredietcrisis voorbij is gekeken naar hoe om te gaan met de gevolgen van de crisis op de lokale economie. In deze analyse worden enerzijds enkele gevolgen van de crisis in kaart gebracht en anderzijds enkele maatregelen voorgesteld die de gevolgen van de crisis een beetje kunnen verzachten. Het betreft: - het meten van de temperatuur van de economie (waar staan we? Zijn er al tekenen van herstel te ontwaren?); - terughoudendheid op het gebied van nieuwe regelgeving/regeldruk (geef bedrijven wat ruimte en daarmee het herstel); - extra steun en begeleiding bij de vestiging van nieuwe bedrijven; - een duwtje in de rug bij bedrijven die het tijdelijk moeilijk hebben, en, meer focus op de middellange termijn; - uiteindelijk zullen betere tijden aanbreken. Per grondexploitatie kan het risicoprofiel verschillen. In deze risicoanalyses wordt nader ingegaan op de locatie specifieke risico s. De gemeente wordt geconfronteerd met de gevolgen van de kredietcrisis op de bouwproductie en daarmee op de volkshuisvesting in Lelystad. Inmiddels heeft de situatie de afmetingen aangenomen van een wereldwijde kredietcrisis die zelfs is doorgeslagen naar een recessie in de reële economie. De verwachting voor 2013 en latere jaren is dat de totale bouwproductie tenminste zal halveren. Als gevolg van de economische ontwikkelingen wordt het steeds moeilijker de in de grondexploitaties vastgelegde resultaten binnen te halen. De economische situatie leidt er toe dat vertraging optreedt in de uitgifte van gronden voor woningbouw en bedrijventerreinen. Dit heeft geleid tot de nodige herontwikkelingen. Als gevolg van herontwikkelingen van plannen door tegenvallende verkopen staan zowel de opbrengsten als de kosten onder druk. In een aantal plannen stijgen met name de planontwikkelingskosten ver boven de ramingen uit. Door een andere manier van gronduitgifte (de bouwenvelop) worden de planontwikkelingskosten verminderd. Tevens wordt aan de hand van verbeterde rapportagetools en op vaste momenten de voortgang van de gerealiseerde productie in relatie tot de bestede middelen te monitoren. 91

92 4.3 Lokale heffingen In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de verschillende gemeentelijke belastingen, heffingen en rechten en gaat in op de consequenties daarvan voor de inwoners. Deze gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan: - het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; - geraamde inkomsten; - een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; - een aanduiding van de lokale lastendruk; - een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. Beleidsuitgangspunten In de Kadernota staat expliciet vermeld dat het college er bewust voor kiest de woonlasten voor de burgers niet te laten stijgen. De transparante norm van de OZB en de inflatiecorrectie van de rioolheffing worden niet doorberekend aan de burger. De tarieven van de afvalstoffenheffing blijven op hetzelfde niveau als dat van belastingjaar Daarnaast wordt overgegaan tot een hogere kostendekkendheid van de leges. Het beleid inzake de lokale belastingen is opgenomen in: - Diverse belastingverordeningen; - Verordening kwijtschelding van gemeentelijke belastingen; - Verordening Lijkbezorgingrechten; - Leidraad invordering gemeentelijke belastingen; - Afvalbeleidsplan ; - Beleidsregels. Bovenstaand beleid leidt tot de volgende uitgangspunten voor de verschillende tarieven: - De ozb-opbrengst is geactualiseerd op basis van de besluitvorming in de Kadernota 2013; - De tarieven afvalstoffenheffing 2013 blijven op hetzelfde niveau als dat van belastingjaar 2012; - De tarieven rioolheffing 2013 blijven op hetzelfde niveau als dat van belastingjaar 2012; - De tarieven hondenbelasting 2013 blijven op hetzelfde niveau als dat van belastingjaar 2012; - De legestarieven 2013 meer kostendekkend maken en op sommige elementen de tarieven te verhogen; - De lijkbezorgingrechten stijgen conform de Nota exploitatie begraafplaats met maximaal het percentage voor inflatiecorrectie; - De tarieven van de liggelden Bataviahaven overeenkomstig laten zijn met de tarieven van omliggende Lelystadse havens; - De tarieven precariobelasting 2013 blijven op hetzelfde niveau als dat van belastingjaar 2012; - De aanslagen Bedrijven InvesteringsZone in 2013 op te leggen; - De toeristenbelasting wordt met ingang van 2013 ingevoerd; - De besluitvorming omtrent de parkeertarieven 2013 (parkeer exploitatienota) dient nog plaats te vinden. De opbrengsten van 2012 worden derhalve weergegeven; - Afhankelijk van de besluitvorming zal kwijtschelding voor ondernemers worden ingevoerd. 92

93 Geraamde inkomsten In onderstaande tabel zijn de inkomsten uit de lokale heffingen opgenomen zoals die binnen de gemeente Lelystad begroot zijn. Deze worden vervolgens per onderdeel toegelicht. Tabel: Gemeentelijke belastingen Gemeentelijke belastingen Begroting 2013 Bedragen * 1 mln Procentueel 2013 Algemene belastingen 1. Onroerende zaakbelasting 19,80 53,8% 2. Parkeerbelastingen (parkeergeld zonder boetes) 2,10 5,7% 3. Hondenbelasting 0,59 1,6% 4. Precariobelasting 1,30 3,5% 5. Toeristenbelasting 0,10 0,3% Collectieve dienstverlening (heffingen) 6. Afvalstoffenheffing 7,94 21,6% 7. Rioolheffing 1,80 4,9% 8. Wet Bedrijven investeringszone (1) 0,00 0,0% Individuele dienstverlening (rechten) 9. Leges 2,70 7,3% 10. Lijkbezorgingrechten 0,40 1,1% 11. marktgelden 0,10 0,3% 12. Liggelden Bataviahaven (2) 0,00 0,0% Totaal 36,83 100,0% 1. De gemeente keert de opbrengst uit aan de Stichting Ondernemersfonds groene Carré, die de activiteiten namens de ondernemers uitvoert. 2. Er is sprake van een exploitatieovereenkomst waarbij de gemeente per saldo een vergoeding betaalt aan de exploitant voor de door deze gemaakte kosten -/- de gerealiseerde opbrengsten. Toelichting op de diverse heffingen Binnen de gemeente kennen we verschillende soorten heffingen, namelijk algemene belastingen, heffingen en rechten (leges). De algemene belastingen De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de algemene belastingen, waarvan de onroerende zaakbelasting (OZB) de omvangrijkste is. Bij het innen van deze belastingen bestaat er geen directe relatie tussen wat de burger betaalt en de door de gemeente geleverde dienst. Tot de lokale heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen van de gemeente horen, behoren de OZB, parkeerbelastingen, hondenbelasting, precariobelasting en toeristenbelasting. Onroerendezaak belasting (OZB) De OZB is een belangrijke eigen inkomstenbron voor de gemeente. Deze inkomsten worden onder andere gebruikt voor zaken als: wegen, cultuur, openbare verlichting, maatschappelijke dienstverlening en onderwijs. Onder de naam onroerende zaakbelasting worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: een gebruikersbelasting van degenen die aan het begin van het kalenderjaar onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen, gebruiken; een eigenarenbelasting van degene die aan het begin van het kalenderjaar eigenaar is van een onroerende zaak (bijvoorbeeld woning of bedrijf). De totale OZB inkomsten zijn in 2013 begroot op ,-. 93

94 Op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) wordt er voor elke individuele onroerende zaak een waarde vastgesteld. Aan de hand van de waarde wordt het te betalen bedrag aan onroerende zaakbelasting berekend. Middels een aanslag wordt het te betalen bedrag aan de belastingplichtige opgelegd. De opbrengst 2013 is gebaseerd op de waarde van de tot 2012 aanwezige objecten. Parkeerbelasting In het kader van de parkeerregulering worden de volgende belastingen geheven: a. een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze; b. een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangeven plaats en wijze. De opbrengsten uit de heffingen zoals in deze paragraaf weergegeven zijn gebaseerd op de huidige vastgestelde tarieven voor straatparkeren, garageparkeren en vergunningen. De huidige doelstelling is om de parkeerexploitatie kostendekkend te maken. De vaststelling van de tarieven worden in de tarievennota aan de raad voorgelegd. Hondenbelasting Onder de naam hondenbelasting wordt een belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente Lelystad. In het verleden is afgesproken dat eenmaal per twee jaar een verhoging van de tarieven van de hondenbelasting met een vast tarief plaatsvindt. Aangezien de tariefsverhoging in 2012 heeft plaatsgevonden, zal het tarief van de hondenbelasting voor 2013 wederom 79,39 bedragen. De opbrengst hondenbelasting is een algemene opbrengst. Dit betekent dat de gemeente vrij is in het besteden van deze opbrengst. Met de opbrengst van deze belasting betaalt de gemeente onder meer maatregelen ter bestrijding en voorkoming van hondenoverlast, zoals het afschermen van kinderspeelplaatsen, zandbakken en speelweides, het aanbrengen van borden, uitlaatplaatsen voor honden en het maken van voorlichtingsmaterialen. Om eventuele hondenoverlast zo veel mogelijk te beperken ziet de milieupolitie toe op de naleving van de door de gemeente vastgestelde regels. Precariobelasting Met ingang van 2012 is de verordening precariobelasting 2012 vastgesteld. Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Toeristenbelasting Met ingang van 2013 de toeristenbelasting in Lelystad worden ingevoerd. Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven. Deze wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook. Personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de GBA worden in deze belasting betrokken. Collectieve dienstverlening (heffingen) De heffingen behoren niet tot de algemene dekkingsmiddelen, maar dienen ter dekking van de kosten van de algemene dienstverlening. De belangrijkste heffingen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Afvalstoffenheffing Vanuit de wet is de gemeente belast met de inzamelverplichting van huishoudelijk afval. Het betreft hier bijvoorbeeld de wekelijkse inzameling aan huis van rest- en gft-afval en de inzameling en verwerking van andere huishoudelijke afvalstromen zoals papier, glas, textiel, grof huishoudelijk afval, et cetera. De kosten voor de afvalverwijdering worden volledig doorgerekend aan de inwoners in de vorm van een afvalstoffenheffing. Uit het nieuwe afvalbeleidsplan blijkt dat de kostendekkendheid wordt aangepast naar 100%, zodat de tarieven niet stijgen. De correctie voor inflatie wordt net zoals de OZB als de rioolheffing niet doorgevoerd. 94

95 Rioolheffing Onder de naam "rioolheffing" wordt een heffing van de gebruiker van een eigendom geheven dat in gebruik of bestemd is als woning van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De heffing wordt geheven naar huishoudingomvang, éénpersoonshuishoudens en twee of meerpersoonshuishoudens. De correctie voor inflatie wordt niet toegepast, zodat de tarieven niet stijgen. De rioolheffing is niet kostendekkend. Wet Bedrijven investeringszone (BIZ) Zowel ondernemers als de gemeente heeft belang bij investeringen in de bedrijfsomgeving. Voor het bedrijfsleven is de kwaliteit en veiligheid van de bedrijfsomgeving een belangrijke factor voor de aantrekkelijkheid van een onderneming voor klanten. Voor de gemeente is een veilige en leefbare publieke ruimte van belang om bedrijven en bezoekers aan te trekken. Dat is voor regering en parlement aanleiding geweest om de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones vast te stellen. Een Bedrijven Investeringszone (kortweg BI-zone) maakt het voor ondernemers mogelijk om gezamenlijk te investeren in hun bedrijfsomgeving. Een BI-zone is een door de gemeente aangewezen gebied waarbinnen een bestemmingsheffing wordt geheven ter financiering van door de ondernemers in dat gebied gewenste voorzieningen. De gemeente stelt hiervoor een heffing in en keert de opbrengst van de heffing uit aan de stichting die de activiteiten namens de onderneming uitvoert. Individuele dienstverlening (rechten) Naast belastingen heft de gemeente rechten in de vorm van leges voor de individuele dienstverlening aan haar burgers. Leges worden geheven als vergoeding voor een door de gemeente te verlenen individuele dienst. Deze dienstverlening kan bestaan uit het verstrekken van een paspoort of een uittreksel uit het bevolkingsregister, maar ook bijvoorbeeld uit de verlening van een bouwvergunning of een gebruiksvergunning. Een aantal tarieven wordt door de Rijksoverheid voorgeschreven. In dit kader kan gedacht worden aan de te heffen leges voor het aanvragen van een verklaring omtrent gedrag, een uittreksel uit de registers van de burgerlijke stand en de leges voor het aanvragen van het Nederlanderschap. Daarnaast zijn er tarieven waaraan de Rijksoverheid een maximum gesteld heeft. De tarieven voor reisdocumenten zijn hiervan een voorbeeld. Een van de speerpunten is ook het kostendekkend maken van de leges. In de meeste gevallen zijn de kosten ten opzichte van de in rekening gebrachte tarieven, niet dekkend. Door de tarieven te verhogen wordt de onderdekking tegen gegaan. In principe dienen de kosten en de baten in evenwicht te zijn. Leges Omgevingsvergunning. Vanwege het langer voortduren van de economische crisis, duurt het herstel van het aantal vergunningsaanvragen in de bouwsector langer. Hierdoor worden de baten van de meerjarenraming voor de leges bouwvergunningen incidenteel naar beneden bijgesteld met ,-. Daarnaast wordt het percentage van de bouwleges verhoogd van 1,9% naar 2,1%, om meer kostendekkend te werken. Hierdoor is met het vaststellen van de Kadernota 2013 de meerjarenraming structureel bijgesteld met ,-. Burgerlijke stand De tarieven die niet aan wettelijke maximumprijzen zijn verbonden worden naar aanleiding van de besluiten in de Kadernota 2013 verhoogd om meer kostendekkend te zijn. U kunt hierbij denken aan de leges voor het sluiten van een huwelijk, het verstrekken van persoonsgegevens en het waarmerken van documenten. Hierdoor is de meerjarenraming structureel bijgesteld met ,-. Een bijzondere positie neemt de dekking van de subsidieverordening Duurzaam Bouwen in. Daarmee kunnen kavelkopers (een deel van) de betaalde bouwleges terugverdienen. Voorwaarde is wel dat de woning duurzaam wordt gebouwd. Na oplevering van de woning kunnen deze eigenaren een deel van de betaalde leges terug ontvangen. Daarvoor is ,- op jaarbasis begroot. Lijkbezorgingrechten Op basis van de Verordening Lijkbezorgingrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de 95

96 begraafplaats. Conform de Nota exploitatie algemene begraafplaats zullen de tarieven in 2013 conform de vastgestelde inflatiecorrectie worden verhoogd. Dit om een kostendekkende exploitatie te kunnen realiseren. Marktgelden Marktgeld is een vergoeding voor het innemen van een standplaats op een plaatselijke markt. De hoogte hiervan is opgenomen in de verordening op de heffing en invordering van marktgelden. De jaarlijkse promotiebijdrage is ook in de tarieven verwerkt. Liggelden Bataviahaven Bij besluit van 1 november 2005 heeft het college besloten het beheer van de Bataviahaven uit te besteden aan de Stichting Beheer Bataviahaven. Uitgangspunt is dat het college de sturing wenst te behouden over de activiteiten in de Bataviahaven. Hiertoe is een uitvoeringsovereenkomst opgesteld waarin de verplichtingen over en weer zijn uitgewerkt. In 2010 is deze vervangen door de Dienstverleningsovereenkomst. De tarieven worden afgestemd op de tarieven die gelden voor soortgelijke dienstverlening in andere charterhavens rond het Marker- en IJsselmeer en worden jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Het verschil tussen kosten en opbrengsten wordt gedekt door een gemeentelijke exploitatiebijdrage aan de Stichting. Deze bijdrage is voor de komende vijf jaren contractueel vastgesteld en daalt tot het niveau van kostendekkendheid van de havenexploitatie. Het exploitatieresultaat komt ten goede of ten laste van de Stichting, die een beperkte financiële reserve mag vormen ter afdekking van eventuele verliezen. Er is sprake van een exploitatieovereenkomst waarbij de gemeente per saldo een bijdrage betaalt aan de exploitant voor de door deze gemaakte kosten minus de gerealiseerde opbrengsten. 96

97 Lokale lastendruk In het voorgaande is per belastingsoort aangegeven hoeveel de stijging in het begrotingsjaar 2013 is. Uitgedrukt in de tarieven leiden deze verhogingen tot de volgende lastendruk. Tabel: lastendruk naar belastingsoort Bedragen * 1,- Belastingsoort lastendruk 2012 lastendruk 2013 afvalstoffenheffing, 2 personen rioolheffing, 2 personen onroerende zaakbelasting(1) Het uiteindelijke tarief is afhankelijk van de waardeontwikkeling van de onroerende zaak en wordt in de Tarievennota voorgelegd. Hieronder staat een vergelijking van de woonlasten in 2012 (meest recent beschikbare gegevens) tussen Lelystad en de gemeenten in Flevoland en enkele met ons vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal, van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO). In de ranglijst is de gemeente met de laagste woonlasten de gemeente met het laagste rangnummer. Tabel: vergelijking woonlasten per gemeenten Gemeente Woonlasten Woonlasten rangnummer: 1 = laagste woonlasten Eenpersoons- Meerpersoons- 432 = hoogste woonlasten huishoudens huishoudens Flevoland Lelystad Zeewolde Almere Noordoostpolder Urk Dronten Vergelijkbare gemeenten(1) Hoorn Spijkernisse Vlaardingen hoogste en laagste woonlasten Bunschoten (goedkoopste gemeente) Blaricum (duurste gemeente) vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal, van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO). Uit bovenstaande tabel blijkt dat gemeente Lelystad de 96 e plaats inneemt. In 2011 stond de gemeente Lelystad op plaats 123. In 2010 op plaats 140. In 2009 op plaats 171. In 2008 op plaats 247. In 2007 op plaats 280 en in 2006 op plaats

98 Kwijtschelding Kwijtschelding particulieren Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te kunnen voldoen, kan onder bepaalde voorwaarden kwijtschelding van belasting worden verleend. De kwijtscheldingsnorm die in Lelystad wordt gehanteerd bedraagt 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben op bijstandsniveau (= gelijk aan de norm van 100%) of lager in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Kwijtschelding wordt alleen verleend voor de onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor de overige belastingen zoals bijvoorbeeld de hondenbelasting of de leges wordt geen kwijtschelding verleend. Tabel: gemeentelijke belastingen bedragen * 1000,- Gemeentelijke belastingen Begrote kwijtschelding afvalstoffenheffing Rioolheffing Onroerende zaakbelasting 160 Kwijtschelding Ondernemers Net als natuurlijke personen kunnen er kleine ondernemers zijn die op een minimuminkomen uitkomen. Ze verkeren daarmee in dezelfde situatie als natuurlijke personen op bijstandsniveau. Om de kleine ondernemers die van een minimuminkomen dienen rond te komen de kans te geven om het ondernemerschap verder te ontwikkelen, zodat ze niet op een uitkering hoeven terug te vallen, is het wenselijk om kwijtschelding te verlenen. Daarnaast zou het de drempel van uitkeringsgerechtigde naar startende ondernemers kunnen verlagen en tevens de armoedeval. De uitkeringsgerechtigde geniet immers al kwijtschelding. De regels van de inkomens- en vermogenstoets voor particulieren geldt ook voor de ondernemers. Tabel: gemeentelijke belastingen bedragen * 1000,- Gemeentelijke belastingen Begrote kwijtschelding afvalstoffenheffing 12 2.Rioolheffing 3 3. Onroerende zaakbelasting (1) Dit is exclusief de onroerende zaakbelasting, omdat deze beoordeling afhankelijk is van vele factoren waardoor hiervoor geen inschatting kan worden gemaakt. 98

99 4.4 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen we de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit enerzijds en de financieel gekwantificeerde risico s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit anderzijds. Risico's Beschikbare weerstandscapaciteit Gewenste weerstandscapaciteit Weerstandsvermogen De ratio van het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de gewenste weerstandscapaciteit. In onderstaande secties volgen achtereenvolgens een inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit ( 4.4.1) en de gewenste weerstandscapaciteit ( 4.4.2). Met behulp van deze gegevens wordt vervolgens het weerstandsvermogen bepaald en volgt het beleid van de gemeente Lelystad over de weerstandscapaciteit en de risico s ( 4.4.3). Afsluitend wordt dieper ingegaan op de risicoreserve grondbedrijf ( 4.4.4) Inventarisatie beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het huidige niveau. Binnen de gemeente Lelystad vallen de algemene reserve en de deels vrij besteedbare bestemde reserves onder de incidentele weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit zijn die middelen, die permanent ingezet kunnen worden om langdurige tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. Binnen de gemeente Lelystad vallen de onbenutte belastingcapaciteit en de flexibiliteit in de begroting onder de structurele weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit Het eerste deel van de incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de Algemene Reserve. De norm van de Algemene Reserve is door de raad bepaald op 10% van de algemene uitkering (zonder de ICL-bijdrage). Op basis van de septembercirculaire 2012 is de algemene uitkering exclusief ICLbijdrage ruim 71 mln. Dit houdt in dat de norm van de algemene reserve wordt gesteld op 7,1 mln. De stand van de Algemene Reserve per bedraagt ,- en ligt daarmee onder de norm van 7,1 mln. Voor 2012 is de verwachting dat er 5,1 mln. wordt toegevoegd aan het saldo van de algemene reserve. Daarmee komt de algemene reserve op 6 mln. eind 2012, wat nog steeds 1 mln. onder de norm ligt. Echter op basis van de reeds begrote stortingen en het positieve meerjarig perspectief is de verwachting dat de algemene reserve ultimo 2014 weer minimaal de gestelde omvang zal hebben. 99

100 Bij de incidentele weerstandscapaciteit worden ook de bestemmingsreserves betrokken. Bestemmingsreserves zijn weliswaar ingesteld voor een bepaald doel, maar de raad kan besluiten deze middelen alsnog op een andere manier te besteden, zoals gebeurd is bij de begrote aanvulling van de algemene reserve. In de berekening van de incidentele weerstandscapaciteit worden o.a. de Nuon reserves meegenomen. Deze zijn toegenomen door ontvangst van de derde tranche (overheveling van de reserve nuon- nog niet vrij te besteden naar reserve nuon vrij besteedbaar). Structurele weerstandscapaciteit Het eerste onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit betreft de onbenutte belastingcapaciteit. Dit is het verschil tussen de belasting die geheven zou moeten worden om de heffingen kostendekkend te maken en het bedrag dat werkelijk geheven wordt. Het gaat daarbij om de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de maximum tarieven van de onroerende zaak belasting. De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt ,-. Afvalstoffenheffing. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt 0. In 2013 wordt een kostendaling en een batenstijging gerealiseerd door verbeterde contracten op het gebied van afval inzamelen en verwerken. Bij de Kadernota is besloten om de beschikbare financiële ruimte te gebruiken om een drietal extra kostencomponenten ten laste te brengen van de afvalstoffenheffing en daarnaast het dekkingspercentage te verhogen naar 100%. Rioolheffing De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt maximaal ,-. De maximale inkomsten zouden ,- kunnen bedragen. In 2012 werd ,- aan inkomsten begroot. OZB Uit de junicirculaire gemeentefonds 2012 blijkt dat de macronorm voor de OZB voor % bedraagt. Uitgangspunt van de Kadernota is, geen lastenverzwaring voor de burger, ook niet met de prijsindexcijfers. Aangezien de OZB deel uitmaakt van de woonlasten en de woonlasten 2013 ten opzichte van 2012 niet mogen stijgen, is de prijsstijging 0%. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt daarmee maximaal Het tweede onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit is de flexibiliteit in de exploitatiebegroting. Belangrijke elementen bij de beoordeling hiervan zijn: - De mogelijkheid om binnen een kort tijdsbestek de kosten te beïnvloeden - Inzicht in het minimumniveau van de wettelijke taken die de gemeente moet uitvoeren - De bereidheid die binnen de gemeente bestaat om bestaand beleid te heroverwegen. De mogelijkheden om bij lopende verplichtingen binnen een kort tijdsbestek (oftewel binnen een begrotingsjaar) de kosten te beïnvloeden zijn zeer beperkt. Ook is het vrijwel niet mogelijk binnen een jaar de kosten verbonden aan niet-wettelijke taken te verminderen. Wel heeft de gemeente in de begroting ruimte voor flexibiliteit in de vorm van de post college onvoorzien. Hiermee heeft het college een begrotingsruimte van ,- beschikbaar, waarover het vrij kan beschikken. In de tabel hieronder wordt de totale incidentele en structurele weerstandscapaciteit van de gemeente Lelystad weergegeven. Tabel: beschikbare weerstandscapaciteit Bedragen x 1.000,- Incidenteel Structureel Algemene reserve AD Reserve Nuon (vrij besteedbaar) Reserve Nuon (compensatie dividend) Onbenutte belastingcapaciteit Flexibiliteit in de exploitatiebegroting 214 Totaal weerstandscapaciteit

101 Bedragen x 1000,- Bedragen x 1000, Gewenste weerstandscapaciteit Een risico bestaat uit de kans dat een gebeurtenis zich voordoet en het mogelijke gevolg wat dit met zich meebrengt. Op basis van het product kans maal gevolg dient een aanpak gekozen te worden om met het risico om te gaan. Deze aanpak kan betrekking hebben op het verkleinen van de kans op een gebeurtenis of op het beperken van de gevolgen van een gebeurtenis. Het aanwenden van weerstandscapaciteit is gericht op het laatste. Risico s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn de mogelijke gebeurtenissen met een negatief financieel gevolg voor 2013 en verder, die niet anders te ondervangen zijn dan door het aanwenden van weerstandscapaciteit. Risico s die binnen de exploitatie worden opgevangen, waar een risicovoorziening voor is ingesteld of (reguliere) risico s waarvoor verzekeringen zijn afgesloten, hebben geen financiële consequenties en maken daarom geen deel uit van deze paragraaf. In het algemeen kan worden gesteld dat door maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder een toenemende complexiteit en wijzigingen in de verhouding tussen rijksoverheid en gemeenten, de financiële risico s de laatste jaren zijn toegenomen. Ook de financiële crisis en decentralisatie van het Rijk richting gemeenten heeft geleid tot toenemende risico s. Om deze risico s te kunnen opvangen is het belangrijk dat inzicht bestaat in de risico s die de gemeente loopt en dat rekening gehouden wordt met de veranderingen hierin. Zoals gebruikelijk in de paragraaf weerstandsvermogen is een inventarisatie gemaakt van de risico s die zich mogelijk gaan voordoen in het begrotingsjaar Op basis van deze geïnventariseerde risico s wordt de benodigde incidentele en structurele weerstandscapaciteit bepaald Risico-inventarisatie Risico / gebeurtenis Kans Incidenteel / Structureel Financieel gevolg Omvang risico Kwijtschelding 50% Structureel De economische recessie heeft zijn weerslag op de werkgelegenheid en het aantal mensen dat mogelijk met een inkomensdaling krijgt te maken. Wanneer de economische recessie voort blijft duren, loopt de gemeente het risico dat het aantal personen dat in aanmerking komt voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen toeneemt. Risico / gebeurtenis Kans Incidenteel / Structureel Financieel gevolg Omvang risico Dubieuze debiteuren 50% Structureel Het aantal dubieuze debiteuren stijgt en rekeningen staan langer open dan voorheen. Het aantal bedrijfsfaillissementen in de wereld neemt in 2013 mogelijk met 3 procent toe. Deze ontwikkelingen kunnen ook gevolgen hebben voor het innen van belastingschulden. 101

102 Bedragen x 1000,- Bedragen x 1000,- Bedragen x 1000,- Risico / gebeurtenis Kans Incidenteel / Structureel Financieel gevolg Omvang risico Bouwleges 50% Structureel In de Kadernota 2013 is aangegeven dat door het uitblijven van economisch herstel er de komende jaren met minder bouwaanvragen met grote bouwsommen (die voor een belangrijk deel de hoogte van de legesinkomsten bepalen) rekening gehouden moet worden. In de crisismonitor is een bandbreedte opgenomen voor de legesinkomsten vanwege de economisch situatie. Als afgegaan wordt op de huidige werkvoorraad, grondverkoop, lagere woningproductie en de landelijke berichtgeving over het economisch herstel is het risico aanwezig dat de legesinkomsten voor 2013 nog lager zullen uitvallen dan begroot. Risico / gebeurtenis Kans Incidenteel / Structureel Financieel gevolg Omvang risico Aanvulling tekort HVC 50% Incidenteel De gemeente Lelystad is voor 3,3% aandeelhouder van HVC N.V. In de ballotageovereenkomst is opgenomen dat de aandeelhouders de tekorten van HVC aanvullen. Nu HVC een (boekhoudkundig) verlies heeft geleden van 11,4 miljoen euro in 2011 en ook voor 2012 en 2013 een verlies verwacht wordt, bestaat de kans dat ons gevraagd wordt 3,3% van het tekort over te maken aan HVC. Risico / gebeurtenis Kans Incidenteel / Structureel Financieel gevolg Omvang risico Bijstandsuitkeringen 50% Incidenteel De grootte van het risico is afhankelijk van de ontwikkeling op de parameters klantenaantal, gemiddelde uitkeringslast (= samenstelling klantenbestand) en te ontvangen rijksbijdrage. Als bandbreedte wordt uitgegaan van 6% van de geprognosticeerde uitkeringslast voor 2013 ofwel 6% van 28,7 mln ; afgerond op 1,75 mln. 102

103 Bedragen x 1000,- Bedragen x 1000,- Bedragen x 1000,- Risico / gebeurtenis Kans Incidenteel / Structureel Financieel gevolg Omvang risico Sociale lasten 50% Structureel Het risico bestaat dat de premies voor pensioen en zorgverzekeringswet verder stijgen dan waarmee in de Kadernota 2013en deze Programmabegroting 2013 rekening is gehouden. De ontwikkelingen op dit gebied zijn momenteel lastig te voorspellen. Recent is het voornemen uitgesproken de rekenrente voor pensioenfondsen aan te passen voor een deel van het kapitaal, wat een drukkend effect heeft op de premiestijging. Tevens wordt door het college van Arbeidszaken (mede namens de gemeente Lelystad) aangestuurd op een stelselherziening, waarmee de premiestijging (enigszins) verder beperkt wordt en de premies voor langere tijd vast worden gezet. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat de consequenties voor de gemeentebegroting in de toekomst beter te voorspellen zijn. Risico / gebeurtenis Kans Incidenteel / Structureel Financieel gevolg Omvang risico Bataviawerf 65% Incidenteel In 2008 is een deel van de Bataviawerf afgebrand. In 2011 heeft besluitvorming rond de nieuwbouw van de Bataviawerf plaatsgevonden. De herbouw wordt volledig uit de verzekeringspolis gedekt. Op basis van de polisvoorwaarden is de gemeente van mening dat zij ook recht heeft op vergoeding van de gemaakte kosten voor tijdelijke huisvesting en de op basis van de polis meeverzekerde BTW schade. In de jaarrekening is rekening gehouden met een hiervoor te ontvangen bedrag van ,-. Inmiddels heeft de verzekeraar ,- uitbetaald, de verwachting is dat er nog eens ,- à ,- betaald wordt. Over een bedrag van ,- bestaat nog onzekerheid of dit wordt uitgekeerd. Risico / gebeurtenis Kans Incidenteel / Structureel Financieel gevolg Omvang risico Blauwalg Bovenwater 50% Incidenteel Door de rechtbank Zwolle-Lelystad is de gemeente veroordeeld tot het aanleggen van een duiker in een zijarm van het Bovenwater teneinde blauwalgoverlast ter plaatse voor de wederpartij te voorkomen. De kosten hiervoor worden geraamd op ,-. Daarnaast is de gemeente veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van maximaal ,- indien de duiker niet binnen drie maanden is aangelegd. De gemeente heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld. 103

104 Bedragen x 1000,- Risico / gebeurtenis Kans Incidenteel / Structureel Financieel gevolg Omvang risico Begroting OFGV 50% Structureel Er is een zienswijze in procedure gebracht op de ontwerpbegroting van de Omgevingsdienst Flevoland Gooi- en Vechtstreek (OFGV), waarbij wij het verschil van het door ons begrote bedrag en de begroting van OFGV van ca ,- aanhangig maken en dit graag aangepast zien. Mocht de zienswijze door de OFGV worden afgewezen dan ontstaat er een tekort in onze begroting van ruim ,-. Ontwikkelingen na 2013 AWBZ en Jeugdzorg In 2014 en 2015 wordt de gemeente naar verwachting verantwoordelijk voor de AWBZ begeleiding (dagbesteding en dergelijke) en de Jeugdzorg. Het beleid voor beide onderdelen zal in de komende periode worden vastgesteld. Daarbij zal rekening worden gehouden met de rijksbudgetten die hiervoor beschikbaar komen. Hieraan zijn evenwel de nodige risico s verbonden: Er wordt een generieke korting van 5% toegepast op het landelijke budget voor extramurale begeleiding. Daarnaast zal het landelijk budget op basis van een aantal nog nader te bepalen objectieve criteria worden herverdeeld over de gemeenten. Dit zal wellicht voor Lelystad (net als bij eerdere decentralisaties) ongunstig uitpakken. Ook worden er nu diverse bezuinigingen toegepast op de AWBZ. Dit heeft tot gevolg dat er een groter beroep wordt gedaan op allerlei Wmo voorzieningen terwijl daar van rijkszijde geen financiële tegemoetkoming tegenover staat. Voor zover nu bekend is komt het totale budget voor de provinciale jeugdzorg, de jeugd-ggz, jeugd-lvb en jeugdbescherming/jeugdreclassering naar de gemeenten met een generale korting van 10%, niveau Inmiddels is een extra korting van 2,65% op het provinciale budget jeugdzorg aangekondigd per Lelystad heeft een relatief hoog gebruik van de jeugdzorg (in ,3% van de jeugdigen ten opzichte van 2,2% gemiddeld in Flevoland en landelijk). Verder constateren we een groei van de jeugdzorg van jaarlijks 6% die moet worden opgevangen binnen het huidige provinciebudget. De toekenning van budget wordt niet gerelateerd aan het werkelijke zorggebruik in een gemeente. De parameters voor de berekening van het budget voor de zorg voor jeugd worden nog landelijk bepaald. Precariobelasting Verder bestaat er het risico met betrekking tot het afschaffen van de mogelijkheid voor gemeenten om precariobelasting te heffen. De kans bestaat dat vanaf het jaar 2013 een overgangsregeling in het leven geroepen wordt waarin de opbrengsten van deze belasting ieder jaar met 10% afgebouwd moeten worden. Rente In de jaarrekening 2011 hebben we al aangegeven dat gedurende alle kwartalen in 2011 de kasgeldlimiet is overschreden. Met betrekking tot dit punt is bestuurlijk overleg geweest met de provincie als toezichthouder. Wij hebben aangegeven dat in het 3e kwartaal 2012 deze overschrijding van de kasgeldlimiet teniet is gedaan doordat wij begin 3e kwartaal 2012 kortlopende in langlopende leningen hebben omgezet. 104

105 Uiteraard probeert de gemeente zo scherp mogelijk aan de wind te varen door maximale benutting van de kasgeldlimiet uit de wet FIDO, kort geld is immers goedkoper. In de aankomende jaren dienen wederom een aantal leningen geherfinancierd te worden. De kasgeldlimiet beperkt de gemeente in het financieren met een korte looptijd. De uiteindelijke rentelasten worden bepaald door de verhouding tussen korte en lange leningen enerzijds en de ontwikkelingen op de rentemarkt. Hoe deze lasten zich zullen gaan verhouden tot de in de begroting opgenomen budgetten voor rente wordt de aankomende periode onderzocht. Eventuele effecten worden betrokken bij de Kadernota Bepaling weerstandsvermogen Op basis van de risico-inventarisatie bedraagt de benodigde incidentele weerstandscapaciteit circa ,-, bedoeld om incidentele risico s financieel af te dekken. De benodigde structurele weerstandscapaciteit bedraagt ,- bedoeld om structurele risico s financieel af te dekken. Incidenteel weerstandsvermogen Het incidentele weerstandsvermogen is voldoende om de gevolgen van de incidentele risico s zoals gemeld in de vorige paragraaf op te vangen. Structureel weerstandsvermogen In theorie is de structureel beschikbare weerstandscapaciteit afdoende om structurele risico s af te dekken. In het coalitieakkoord is echter afgesproken om geen lastenverzwaring voor de burger door te voeren, wat de onbenutte belastingcapaciteit enkel theoretisch benutbaar maakt. Bij het zich manifesteren van voornoemde structurele risico s kan in eerste instantie een beroep worden gedaan op de flexibiliteit in de begroting (post college onvoorzien), maar deze is met niet voldoende voor het genoemde risico groot ,-. Deze risico s kunnen wel worden opgevangen door de incidentele weerstandscapaciteit aan te wenden en vervolgens te anticiperen op deze nieuwe situatie door ruimte te scheppen in de begroting. Met de reeds doorgevoerde gerealiseerde bezuinigingen zal het wel lastiger zijn dit te realiseren Risicoreserve grondbedrijf Jaarlijks wordt bij het opmaken van de programmarekening de hoogte van de reserve bepaald. Daarnaast wordt jaarlijks een nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf (MPG), voorheen nota weerstandsvermogen grondbedrijf, opgemaakt waarbij het risicoprofiel wordt geactualiseerd. De maximale omvang van de Reserve Risico Grondexploitatie wordt afgeleid van de nog te realiseren investeringen en grondopbrengsten van de door de Raad vastgestelde grondexploitaties. Immers over beide wordt risico gelopen. Hiertoe is per grondexploitatie een risicoprofiel opgesteld gebaseerd op kansen en bedreigingen. De saldi van de kansen en bedreigingen vormen de omvang van de reserve. Deze omvang wordt vertaald in een percentage dat weer wordt gebruikt voor de prognose van de risicobuffer. Indien door de stortingen uit de verschillende grondexploitaties de aldus berekende maximaal benodigde reserve wordt overschreden dan wordt het meerdere overgeheveld naar de Algemene Reserve Grondbedrijf. De nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf geeft een totaal beeld van de reservepositie van het grondbedrijf. In 2011 is het geïnvesteerd vermogen toegenomen met ca ,- tot ca ,-. Rekening houdend met de bedrijfsvoorraad en het geïnvesteerde vermogen betekent 105

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 7

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 7 RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 7 Datum: 6 november 2012. Deelsessie: 20.45 22.15 uur in de Raadzaal. Doel: Beeldvorming/Oordeelvorming. Onderwerp: Programmabegroting 2013 en meerjarenraming 2014-2016.

Nadere informatie

Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening en gemeentelijke organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling

Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening en gemeentelijke organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling Voorstel aan de raad Nummer: Z12-240934 Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail: D.Steert / J.W. van Dijk CS Concernadvies Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening

Nadere informatie

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007 Nummer Onderwerp : B-2.14.2006 : Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007 Korte inhoud : Voor de voorjaarsnota moet de begrote algemene uitkering worden verhoogd met 144.637 en de

Nadere informatie

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Reg.nr: BW17-0200 Casenr.:CBB170194 Sector/afd.:Regie & Ontwikkeling / Regie & Ontwikkeling 1 Steller/tel/e-mail: I. Harmsen / 5271 / i.harmsen@heerhugowaard.nl

Nadere informatie

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan. Memo Aan: de Raad van de gemeente Oude IJsselstreek Cc: Van: College van burgemeester en wethouders Datum: 6 oktober 2015 Kenmerk: 15ini02499 Onderwerp: uitwerking septembercirculaire 2015 (Algemene uitkering

Nadere informatie

Algemene uitkering

Algemene uitkering Onderwerp Decembercirculaire 2010 van het Gemeentefonds. Beslispunten 1. De Decembercirculaire 2010 voor kennisgeving aan te nemen; 2. Op basis van de uitkomsten van de Decembercirculaire 2010 de begroting

Nadere informatie

OXT.?W III III MUI MUI INI II 13.017609. Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

OXT.?W III III MUI MUI INI II 13.017609. Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer Advies B&W B&W Registratienummer 2 2 OXT.?W Beslissing Burgemeester Gelok Raadsinformatiebijeenkomst 7 november 203 Secretaris Van den Berge Gemeenteraadsbijeenkomst n.v.t. Wethouder Schenk T Bespreken

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii eeme ^Echt-Susteren Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii Kenmerk Z19/010306 / D - 18943 Datum B&W-vergadering Portefeuillehouder(s) G.H.C. Frische Onderwerp

Nadere informatie

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting Haarlem, 23 augustus 2011 2011 77 Onderwerp: Begroting 2012 Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting 1 Inleiding De voor u liggende begroting 2012-2015 is de eerste begroting van het nieuwe college na de verkiezingen

Nadere informatie

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal Meerjarenbegroting 2019-2022 1 Belangrijke data: 25 september 2018 vastgesteld in college 11 oktober 2018 informatiebijeenkomst (beeldvormend - technisch) 16, 17 en 18 oktober 2018 commissiebehandeling

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Raadsstuk Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/802709 Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Afdeling Concerncontrol Auteur Geffen, M. van Telefoonnummer

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 575 521 Agendapunt: 8 ONDERWERP

Doorkiesnummer : (0495) 575 521 Agendapunt: 8 ONDERWERP Wijnen, Peter FIN S3 RAD: RAD131106 2013-11-06T00:00:00+01:00 BW: BW131001 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 6 november 2013 Portefeuillehouder : J.M. Cardinaal Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

i^v RAADSINFORMATIEBRIEF

i^v RAADSINFORMATIEBRIEF i^v gemeente WOERDEN Van: college van burgemeester en wethouders Datum: 1 november 211 Portefeuillehouder(s): B. Duindam Portefeuille(s): Financiën Contactpersoon: Ivonne Mellema-Moor Tel.nr.: 843 E-mailadres:

Nadere informatie

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Kaders begroting III Financiële beschouwing begroting 2014 en meerjarenraming 4

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Kaders begroting III Financiële beschouwing begroting 2014 en meerjarenraming 4 Perspectiefnota 2014 Inhoudsopgave blz. I Inleiding 3 II Kaders begroting 2014 3 III Financiële beschouwing begroting 2014 en meerjarenraming 4 Bijlagen: begrotingscirculaire 2014-2017 provincie Groningen

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief 73

Raadsinformatiebrief 73 Aan de leden van de gemeenteraad. Raadsinformatiebrief 73 Helmond, 10 oktober 2017 Zaaknummer: Telefoon.: 0492-587117 Onderwerp: Septembercirculaire 2017 Uw kenmerk: Uw brief d.d.: Onlangs is de Programmabegroting

Nadere informatie

Kader Dit besluit vloeit over het algemeen voort uit de Financiële Verhoudingswet en heeft specifiek betrekking op het Gemeentefonds.

Kader Dit besluit vloeit over het algemeen voort uit de Financiële Verhoudingswet en heeft specifiek betrekking op het Gemeentefonds. Ambtelijke toelichting / voorstel aan het college zaaknummer : 111308 steller : John van Eijk portefeuillehouder : wethouder D.A. (Dirk) Heijkoop Onderwerp : Meicirculaire 2014 Gevraagd besluit: Het college

Nadere informatie

Totaal

Totaal Raadsvoorstel Onderwerp: Perspectiefnota 2015 Datum collegevergadering 10 mei 2016 Ambtenaar Registratienummer Telefoon Portefeuillehouder(s) A. Verkaik E-mailadres Voorgesteld raadsbesluit Kennis te nemen

Nadere informatie

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013 Begroting 2014 Aanbieding Gemeenteraad ember Laatste begroting deze raadsperiode Sluitende begroting 2014 Meerjarenperspectief moeilijk Bezuinigingsplan Strategische investeringen Ambities Stadsvisie Belastingen

Nadere informatie

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016.

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016. Memo Aan: Gemeenteraad Oude IJsselstreek Cc: Van: College B&W Datum: 14 juni 2016 Kenmerk: 16ini01540 Onderwerp: Meicirculaire 2016 Geachte gemeenteraad, In deze memo vindt u de informatie over de Meicirculaire

Nadere informatie

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015 Raadsvoorstel *Z0150D438FB* Aan de raad Documentnummer : INT-14-14335 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting

Nadere informatie

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling Statenvoorstel P r o v i n c i e F l e v o l a n d Statenvoorstel *450788* Aan: Provinciale Staten Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

Nadere informatie

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter Aan Gemeenteraad Datum Betreft Contactpersoon 23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter Doorkiesnummer Email Bijlage(n) Ons kenmerk Uw kenmerk CC 1 592113 Hofhoek 5

Nadere informatie

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag.

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag. STATENVOORSTEL Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle Registratienummer : 2005cgc000636i Rapporteur : J.G.P. van Bergen Titel : Programmabegroting 2006 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden.

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden. Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden. Algemeen Op 18 april 2012 zijn de programmabegroting 2013 en de jaarstukken 2011 ontvangen van GGD Hollands Noorden (GGD).

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5 2017MME151 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 26 september 2017 NUMMER PS AFDELING Managementondersteuning COMMISSIE Alle STELLER Alex van der Weij DOORKIESNUMMER 3992 DOCUMENTUMNUMMER

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030 Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030 Gemeente Bussum Vaststellen Perspectiefnota 2015 Brinklaan 35 Postbus 6000 1400 HA Bussum Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 4 oktober 2016 Opsteller A. de Boer Registratie GF16.20071 Agendapunt 3/4 Voorstel 1. Vaststellen van

Nadere informatie

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 13-9-2016 NUMMER PS PS2016PS17 AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Leo Donker DOORKIESNUMMER 0646994683 DOCUMENTUMNUMMER 818ACAEO PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 10 november 2016

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 10 november 2016 GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 10 november 2016 Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Onderwerp: Programmabegroting 2017 en verwerking financiële effecten uit de septembercirculaire.

Nadere informatie

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

Bijlagen 1 Voorjaarsnota Raadsvoorstel Agendapunt: Onderwerp Voorjaarsnota 2012 Datum voorstel 10 april 2012 Datum raadsvergadering 15 mei 2012 Bijlagen 1 Voorjaarsnota Ter inzage Aan de gemeenteraad, 0. Samenvatting De voorjaarsnota

Nadere informatie

Gemeente Langedijk Kaderbrief Kaderbrief 2018

Gemeente Langedijk Kaderbrief Kaderbrief 2018 Kaderbrief 2018 Vastgesteld door het college van B&W van Langedijk op 21 maart 2017 1 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 2. Uitgangspunten en begrotingsrichtlijnen... 3 2.1 Prijsstijgingen... 3 2.2 Loonstijgingen...

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief1

Raadsinformatiebrief1 /29074 Raadsinformatiebrief1 Onderwerp Portefeuillehouder B&W besluit d.d. Raadsinformatiebrief meicirculaire gemeentefonds D. Emmer 2706 Aan de leden van de gemeenteraad Zaanstad, Inleiding Gemeenten

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 6

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 6 2018BEM55 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 12 juni 2018 NUMMER PS AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Arjan Vermeeren DOORKIESNUMMER 3321 DOCUMENTUMNUMMER 81D3E4D8 PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 - Gemeente Langedijk 2e Kwartaalrapportage 2014 Verzonden aan de raad 23 juli 2014. - 1 - - 2 - Inleiding Hierbij ontvangt u de 2 e Kwartaalrapportage 2014. In de nu voorliggende kwartaalrapportage wordt

Nadere informatie

Onderwerp Meicirculaire 2009 Gemeentefonds en aanpassingen begroting 2009

Onderwerp Meicirculaire 2009 Gemeentefonds en aanpassingen begroting 2009 Gemeente Appingedam Raadsvoorstel Raadsagenda d.d.: 17 september 2009 Voorstel nummer : 9 Behandelend ambtenaar : A. Schuur Telefoonnummer : 0596 691241 E-mailadres : a.schuur@appingedam.nl Portefeuillehouder

Nadere informatie

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS 2013-37 Aan : Raadsleden gemeente Boxmeer Van : College van Burgemeester en Wethouders Kopie : Datum : 23 januari 2013 Onderwerp : Decembercirculaire 2012 Bijlage(n) :

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 10 mei 2012 Agendapuntnummer : VIII, punt 6 Besluitnummer : 389 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Programma Decentralisaties.

Nadere informatie

Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 31 mei 2011 Registratienummer: 2011/45 Agendapunt nummer: 16 Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING PROBLEEMSTELLING OPLOSSINGSRICHTINGEN

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING PROBLEEMSTELLING OPLOSSINGSRICHTINGEN Wijnen, Peter FIN S3 RAD: RAD121107 2012-11-07T00:00:00+01:00 BW: BW121002 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 7 november 2012 Portefeuillehouder : J.M. Cardinaal Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord.

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord. GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 6 juni 2017 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming

Nadere informatie

19 januari 2015 10 2015/ n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien

19 januari 2015 10 2015/ n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Voorstelnummer Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 19 januari 2015 10 2015/ n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien Kenmerk 14.411162

Nadere informatie

Raadsvoorstel: 2015-1464 Onderwerp: Septembercirculaire 2015

Raadsvoorstel: 2015-1464 Onderwerp: Septembercirculaire 2015 Raadsvoorstel: 2015-1464 Onderwerp: Septembercirculaire 2015 Datum: 12 oktober 2015 Portefeuillehouder: M. Doodkorte Raadsbijeenkomst: 27 oktober 2015 (inloop) Raadsvergadering: 5 november 2015 Programma:

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2013-068 Houten, 1 oktober 2013 Onderwerp: Raadsvoorstel Tweede bestuursrapportage 2013 Beslispunten: 1. De begroting 2013 te wijzigen op basis van de sheet "Financiële effecten

Nadere informatie

Tabel 3-1 bedragen x 1.000

Tabel 3-1 bedragen x 1.000 3 Ruimte en Wonen Wat mag het kosten Tabel 3-1 bedragen x 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 actualisatie perspectief energie hoofdinfrastructuur -0,1 actualisatie Wabo 1,0 0,3 0,3 0,3 0,3 kavelwinkel ICT

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief 81

Raadsinformatiebrief 81 Aan de leden van de gemeenteraad. Raadsinformatiebrief 81 Financiën Helmond, 21 oktober 2016 Zaaknummer: 1223942 Telefoon.: 0492-587117 Onderwerp: Septembercirculaire 2016 Uw kenmerk: Uw brief d.d.: Onlangs

Nadere informatie

Financiële ontwikkelingen na gereedkomen primitieve begroting

Financiële ontwikkelingen na gereedkomen primitieve begroting Financiële ontwikkelingen na gereedkomen primitieve begroting Inleiding In de raadsvergadering van 3 december 2014 is een nieuwe Planning & Control Cyclus vastgesteld. Met deze vaststelling zijn de 1 e

Nadere informatie

Financiële begroting 2015 samengevat

Financiële begroting 2015 samengevat Financiële begroting 2015 samengevat Begrotingscyclus Het beleid en de financiën van de provincie komen op een aantal momenten in het jaar provinciebreed aan de orde. Dit wordt ook wel de begrotings- of

Nadere informatie

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product Programma 11 Overzicht algemene dekkingsmiddelen Burgemeester W.J.F.M. van Beek Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product Product 11.01 Beleggingen en Treasury

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Nr Houten, 12 april 2011

Nr Houten, 12 april 2011 Raadsvoorstel BARCODE STICKER Nr. 2011-021 Houten, 12 april 2011 Onderwerp: Jaarstukken 2010 - resultaatbestemming Beslispunten: 1. In te stemmen met het opheffen van de voorziening Straatmeubilair per

Nadere informatie

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal Collegebesluit Onderwerp: Decembercirculaire 2016 Gemeentefonds BBV nr: 2017/16809 1. Inleiding De decembercirculaire is de derde circulaire van het jaar over het gemeentefonds. Het karakter van de circulaire

Nadere informatie

8 februari Begrotingswijziging

8 februari Begrotingswijziging Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 8 februari 2018 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren. Aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Gemeente Bladel MEDEDELING. Aan de raad. Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll. : R : Septembercirculaire 2017

Gemeente Bladel MEDEDELING. Aan de raad. Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll. : R : Septembercirculaire 2017 Gemeente Bladel MEDEDELING Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll Nummer Onderwerp : R2017.142 : Septembercirculaire 2017 Bladel Casteren Hapert Hoogeloon Netersel Aan de raad Samenvatting

Nadere informatie

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 29 april Nummer: Portefeuillehouder: P. Verbraak. Afdeling: Beleid. Programma: Leven en welzijn koesteren

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 29 april Nummer: Portefeuillehouder: P. Verbraak. Afdeling: Beleid. Programma: Leven en welzijn koesteren \ raadsvoorstel Voerendaal, d.d. 29 april 2009 Nummer: Portefeuillehouder: P. Verbraak Afdeling: Beleid Programma: Leven en welzijn koesteren Product: Onderwerp: Zuid-Limburg Aan de Raad. \ Voorstel De

Nadere informatie

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016 CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016 = aankruisen wat van toepassing is BEGROTING Artikel 7 t/m 21 BBV Beleidsbegroting

Nadere informatie

4.2. Financiële positie en toelichting

4.2. Financiële positie en toelichting 4.2. Financiële positie en toelichting De paragraaf financiële positie geeft een integraal beeld van de gemeentelijke financiën (vermogen, exploitatie en risico s) voor het begrotingsjaar en verdere jaren.

Nadere informatie

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering R A A D S I N F O R M A T I E B R I E F De leden van de raad Postbus 200 2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL Datum: 1-12-2016 Zaaknummer: ZK16006137 Afdeling: Financiën en Control Contactpersoon: J.M.T. Koren

Nadere informatie

ADDENDUM KADERBRIEF 2015 INZAKE HERZIENE MEERJARENBEGROTING 2015-2018 + OMBUIGINGSOPERATIE GEMEENTE TUBBERGEN

ADDENDUM KADERBRIEF 2015 INZAKE HERZIENE MEERJARENBEGROTING 2015-2018 + OMBUIGINGSOPERATIE GEMEENTE TUBBERGEN ADDENDUM KADERBRIEF 2015 INZAKE HERZIENE MEERJARENBEGROTING 2015-2018 + OMBUIGINGSOPERATIE GEMEENTE TUBBERGEN Definitieve versie 12-08-2014 Addendum Kaderbrief 2015 gemeente Tubbergen definitieve versie

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.0709 B.17.0709 Landgraaf, 20 april 2017 ONDERWERP: 1e berap 2017 ISD BOL PROGRAMMA 2. Maatschappelijke voorzieningen Verantwoordelijke

Nadere informatie

Raadsnota Raadsvergadering d.d. 19 december 2016 Agenda nr. Onderwerp: Tweede algehele bijstelling begroting 2016

Raadsnota Raadsvergadering d.d. 19 december 2016 Agenda nr. Onderwerp: Tweede algehele bijstelling begroting 2016 Raadsnota Raadsvergadering d.d. 19 december 2016 Agenda nr. Onderwerp: Tweede algehele bijstelling begroting 2016 Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel Conform het

Nadere informatie

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord 1 e HERZIENING BEGROTING 2017 Omgevingsdienst Brabant Noord 1. ALGEMEEN 1.1 Algemene uitgangspunten Op basis van de meest actuele ontwikkelingen is de op een aantal onderdelen bijgesteld. Bij de herziening

Nadere informatie

Samenleving, Bestuur en Ruimte

Samenleving, Bestuur en Ruimte Agendapunt 6 Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer: 2010/31770 Datum: 21 september 2010 programma: Blad: 1 van 5 cluster: Samenleving, Bestuur en Ruimte portefeuillehouder: R.G. de Vries

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Normenkader, toets van de begroting aan de formele eisen Inhoudsopgave 1 Normenkader 2 1.1 Besluit Begroting en Verantwoording 2 1.2 Verordening

Nadere informatie

Onderwerp : Gevolgen meicirculaire 2013 voor de Voorjaarsnota 2013 en de Kadernota

Onderwerp : Gevolgen meicirculaire 2013 voor de Voorjaarsnota 2013 en de Kadernota Nummer : 05.11.2013 (aanvullend voorstel) Onderwerp : Gevolgen meicirculaire 2013 voor de Voorjaarsnota 2013 en de Kadernota 2014 2017 Korte inhoud : Gevolgen voor de Voorjaarsnota 2013 We stellen voor

Nadere informatie

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting Perspectiefnota 2016 Inhoudsopgave blz. I Inleiding 3 II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3 III Kaders begroting 2016 4 Bijlagen: begrotingscirculaire 2016-2019 provincie Groningen

Nadere informatie

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire Memo meicirculaire 2016 De laatste bijstelling van de algemene uitkering heeft plaatsgevonden in de Voorjaarsnota 2016 op basis van de decembercirculaire 2015 en de meest actuele gegevens eenheden verdeelmaatstaven

Nadere informatie

gemeente Eindhoven 0,6 1,5 3,6 4,0 2,8 5,9 7,9 8,2

gemeente Eindhoven 0,6 1,5 3,6 4,0 2,8 5,9 7,9 8,2 gemeente Eindhoven Inboeknummer 14bst001068 Dossiernummer 14.27.601 1 juli 2014 Raadsinformatiebrief Onderwerp: Meicirculaire Gemeentefonds 2014. Inleiding Drie keer per jaar (in mei, september, december)

Nadere informatie

Financiën Ingekomen stuk D5 (PA 13 november 2013) Concern Financiën. Ons kenmerk FA20/13.0012907. Datum uw brief

Financiën Ingekomen stuk D5 (PA 13 november 2013) Concern Financiën. Ons kenmerk FA20/13.0012907. Datum uw brief Ingekomen stuk D5 (PA 13 november 2013) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500

Nadere informatie

2e Kwartaalrapportage 2015

2e Kwartaalrapportage 2015 2e Kwartaalrapportage 2015 Verzonden aan de Raad 29 juli 2015 Gemeente Langedijk Inleiding Hierbij ontvangt u de 2 e Kwartaalrapportage 2015. In deze kwartaalrapportage wordt u geïnformeerd over financiële

Nadere informatie

Openbaar Lichaam Park Lingezegen CONCEPT BEGROTING 2016

Openbaar Lichaam Park Lingezegen CONCEPT BEGROTING 2016 Openbaar Lichaam Park Lingezegen CONCEPT BEGROTING 2016 13 februari 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Algemeen... 4 3. Begroting... 5 4. Begroting... 5 4. Toelichting bij de begroting... 7 LASTEN...

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres; Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Contactpersoon

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel *Z01633AB306* documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel Onderwerp : Jaarrekening 2015 en begroting 2017 ODBN Datum college : 21 juni 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling

Nadere informatie

FINANCIEEL KADER RAADSPROGRAMMA ZUNDERT

FINANCIEEL KADER RAADSPROGRAMMA ZUNDERT Bijlage bij voorstel Gemeenteraad Datum : 8 juni 2006 Agendapunt : 20 Reg. nummer : 2006/4733 FINANCIEEL KADER RAADSPROGRAMMA 2006-2010 ZUNDERT 1 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING EN SAMENVATTING... 3 2 KADERNOTA...

Nadere informatie

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld de programmabegroting 2018 en de meerjarenraming vast te stellen.

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld de programmabegroting 2018 en de meerjarenraming vast te stellen. Vergadering gemeenteraad d.d. 9 november 2017 Agenda nummer 4 Portefeuillehouder: wethouder de heer J.H. Menninga Onderwerp: Programmabegroting 2018 en meerjarenraming 2019-2021 Korte inhoud: Op grond

Nadere informatie

Advies aan B&W 6 november 2012

Advies aan B&W 6 november 2012 Advies aan B&W 6 november 2012 Dienst Gemeentebedrijven Ambtenaar, tel.nr. W van de Camp, 9929 Afdeling F&C Portefeuillehouder J van Loon Onderwerp: Effecten regeerakkoord op gemeentefonds en de specifieke

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren Voorstel Raad te besluiten: 1. de raad voor te stellen als zienswijze aan het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding... 5

Inhoudsopgave. 1 Inleiding... 5 Kadernota 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding.... 5 2 Financieel perspectief 2015-2018... 6 2.1 Inleiding... 6 2.2 Algemene uitgangspunten voor de begroting.... 6 2.3 Meerjarig perspectief, bestaand beleid....

Nadere informatie

[V Heerhugowaard Stad van kansen. Financiële stukken 2012, 2013 en 2014 Recreatieschap Geestmerambacht

[V Heerhugowaard Stad van kansen. Financiële stukken 2012, 2013 en 2014 Recreatieschap Geestmerambacht [V Heerhugowaard Stad van kansen ļ Raadvergadering 7 Besluip p í-íii-źfl Agendanr.: 10 Voorstelnr.: RB2013079 Onderwerp: Financiële stukken 2012, 2013 en 2014 Recreatieschap Geestmerambacht Aan de Raad,

Nadere informatie

Ten opzichte van de kadernota ontwikkelt de algemene uitkering zich als volgt in de meicirculaire: [zie volgende pagina]

Ten opzichte van de kadernota ontwikkelt de algemene uitkering zich als volgt in de meicirculaire: [zie volgende pagina] Gemeenteraad van Wageningen Postbus 1 6700 AA WAGENINGEN *17.0102052* Wageningen 13 juni 2017 ons kenmerk FC/17.0102052 ons nr. ink. brief FC/ onderwerp Meicirculaire 2017 bijlagen 1 behandeld door R.

Nadere informatie

Een aantal financiële ontwikkelingen zijn aanleidingen de begrotingcijfers 2015 bij te stellen.

Een aantal financiële ontwikkelingen zijn aanleidingen de begrotingcijfers 2015 bij te stellen. Raadsvoorstel Agenda nr. 10 Onderwerp: Vaststellen wijziging begroting 2015 Soort: Besluitvormend Opsteller: J.H.M. Sonnemans Portefeuillehouder: W.L.G. Hanssen Zaaknummer: SOM/2015/020833 Documentnummer:

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum voorstel : 18 augustus 2015 Raadsvergadering : 29 september 2015 Agendapunt : Bijlage(n) : 8 Kenmerk : Portefeuille : wethouder H.J.C. Vreeswijk Behandeld door:

Nadere informatie

Budgettair perspectief

Budgettair perspectief 1. Zorgvuldig ruimtegebruik, borgen en bevorderen van ruimtelijke kwaliteit voor steden en platteland. Budgettair perspectief Begroting 2017 Inleiding Het budgettair perspectief toont de financiële ruimte

Nadere informatie

2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord.

2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord. 2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord. Tijdens de ledenconsultaties die in juni over het Bestuursakkoord en het rapport De eerste overheid hebben plaatsgevonden

Nadere informatie

Voorstel In te stemmen met de 10e wijziging van de begroting 2018 waarin de mutaties zijn verwerkt van de

Voorstel In te stemmen met de 10e wijziging van de begroting 2018 waarin de mutaties zijn verwerkt van de Raadsvoorstel Zaaknummer: 2018-009925 Onderwerp Bestuursrapportage 2018 Datum voorstel Datum raadsvergadering 21 augustus 2018 9 oktober 2018 Aan de raad, Voorstel In te stemmen met de 10e wijziging van

Nadere informatie

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren 2015-2019, welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015.

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren 2015-2019, welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015. Resultaat Septembercirculaire 2015 Op basis van de septembercirculaire 2015 is de algemene uitkering berekend voor de jaren 2015 tot en met 2019. Berekening heeft plaatsgevonden op basis van constante

Nadere informatie

Begroting Aanbieding Raad

Begroting Aanbieding Raad Begroting 2013 Aanbieding Raad Agenda Financieel meerjarenperspectief 2013 e.v. Onzekerheden en risico s Bezuinigingen IVP en strategische investeringen Traject behandeling Presentatie begroting 2013 2

Nadere informatie

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019 Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur d.d. Voorzitter Secretaris INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD/SAMENVATTENDE INLEIDING... 3 2.

Nadere informatie

datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering

datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering Memo datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering behandeld door bijlage(n) A. ter Beest 1 Onderwerp Effecten meicirculaire 2015 i.r.t. de Voorjaarsnota 2015 Geachte leden

Nadere informatie

De heer J. Franx, wethouder Programmabegroting

De heer J. Franx, wethouder Programmabegroting Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 519428 De heer J. Franx, wethouder Programmabegroting 2018-2021 Aan de raad, 1. Beslispunten 1. In te stemmen met de voorliggende Programmabegroting

Nadere informatie

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Reg.nr: BW16-0261 Casenr.: Cbb160259 Sector/afd.:Regie & Ontwikkeling / Regie & Ontwikkeling 1 Steller/tel/e-mail: R. Kieft/ I. Harmsen 5789 / 5271

Nadere informatie

Raadsvergadering 5 maart Voorstel B 7

Raadsvergadering 5 maart Voorstel B 7 Raadsvergadering 5 maart 2015 Voorstel B 7 Heinkenszand, 17 februari 2015 Onderwerp: voorstel tot het opheffen van de voorziening huisvesting basisonderwijs als gevolg van de doordecentralisatie van het

Nadere informatie

Raadsvoorstel. !IL Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten

Raadsvoorstel. !IL Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten !IL Agendapuntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d.d. : Raadscommissie Commissie d.d. Programma Ondetwerp Portefeuillehouder : Bijlagen 12 juli 2017 Commissie Samenleving 28 juni 2017 Sociale en

Nadere informatie

Investeringsplan 2015 Krachtig Noordoostpolder

Investeringsplan 2015 Krachtig Noordoostpolder Investeringsplan 2015 Krachtig Noordoostpolder Gemaakt Genop 10/29/2014 12:17:00 PM Gemeente Noordoostpolder 29 oktober 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 1.1. Achtergrond... 3 1.2.

Nadere informatie

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden 1. Inleiding Ten tijde van het schrijven van de kadernota 2016 wordt nog volop gewerkt aan de uitwerking van het proces Kracht#15. Voor het besluitvormingsproces dient de Kadernota 2016 in januari 2015

Nadere informatie

Afweging Het voorstel is om kennis te nemen van de uitkomsten van de meicirculaire en de raadsleden te informeren met het bijgevoegde memo.

Afweging Het voorstel is om kennis te nemen van de uitkomsten van de meicirculaire en de raadsleden te informeren met het bijgevoegde memo. Zaaknummer 00514998 Onderwerp Uitkomsten meicirculaire 2017 gemeentefonds Collegevoorstel Aanleiding / voorgeschiedenis Onlangs is de meicirculaire gemeentefonds verschenen die ingaat op de ontwikkeling

Nadere informatie

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Inleiding In de fusieraad van 30 juni 2014 is gesproken over een consolidatie van de drie begrotingen en om inzicht te krijgen in

Nadere informatie

OplegvelRaadsvoorstel inzake de financiele verwerking van de Wet maatschappelijke ondersteuning

OplegvelRaadsvoorstel inzake de financiele verwerking van de Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Onnvikkeling Raadsnummer 07. R205$. OOI Inboeknummer opbstoosbb Beslisdatum BSP B april 2007 Dossiernummer yrq.qs6 OplegvelRaadsvoorstel inzake de financiele

Nadere informatie

1. Mutaties Themabegroting 2017

1. Mutaties Themabegroting 2017 1. Mutaties Themabegroting 2017 Totaal per thema Mutaties Omschrijving thema Bedrag afwijking 1 Financiën en Bedrijfsvoering 17.200 2 Sociaal Domein 0 3 Onderwijs en Sport (accommodaties) -92.000 4 Eigen

Nadere informatie

Tussenrapportage juni

Tussenrapportage juni Tussenrapportage juni Veiligheidsregio Groningen Pagina 2 van 8 1 Inleiding Conform artikel 7 van de financiële verordening van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Groningen (VRG) wordt u de

Nadere informatie