Subcommissie Erfgoed. van de COMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT A M E R S F O O R T. Verslag d.d

Transcriptie

1 Subcommissie Erfgoed van de COMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT A M E R S F O O R T weeknummer: 10 Verslag d.d Status vastgesteld Aanwezig: Leden: - mevr. Ir. L.L.M. Oudenaarde, voorzitter, stadsbouwmeester - dhr. Ir. M.A. van Bleek, restauratiearchitect - mevr. drs. A. Scholtz-Vreeken, architectuurhistoricus - mevr. E.G. Jansen MM, burgerlid Ambtelijke ondersteuning: Secretaris subcie Erfgoed: - mevr. S. Stouten-Schrijer MA Verslag beoordelingen Subcommissie Erfgoed d.d vastgesteld pagina 1 van 7

2 B E O O R D E L I N G E N : AANVRAGEN (inclusief wijzigen van eerder beoordeelde plannen): 1. Dossiernr: Achter de Heilige Geest 9 het legaliseren van het geplaatste dakterras bij de woning Achter de Heilige Geest 9 is een beeldbepalend pand in rijksbeschermd stadsgezicht Binnenstad. De aanvraag betreft het legaliseren van het geplaatste dakterras bij de woning. Het dakterras heeft een hekwerk van 1,0 meter hoog en is toegankelijk via een trap vanaf het maaiveld. Op 27 november 2018 achtte de subcommissie het ontwerp niet aanvaardbaar. Geconstateerd was dat het bestaande dakterras door de vorige bewoner ook al zonder vergunning werd gerealiseerd. In die vorige situatie was de vloerafscheiding van het dakterras vervaardigd uit hout. De als vloerafscheiding aanwezige hekwerken verkeerden in slechte staat en werden ook nu onwetend zonder vergunning vervangen in een aangepaste materialisering. Het dakterras heeft een toegang vanuit de patio achter de woning met een rechte steektrap. Voor de hekwerken is daarbij gebruik gemaakt van steigerbuis. Vanuit ruimtelijk oogpunt werd het denkbaar geacht dat met een afwijking van het bestemmingsplan aan het gerealiseerde dakterras medewerking zou kunnen worden verleend en was het met name de vraag in hoeverre de uitvoering hiervan gelet op de cultuurhistorisch kwaliteiten van de binnenstad als rijksbeschermd stadsgezicht denkbaar is. De subcommissie was van oordeel dat de gebruikte materialisering voor de vloerafscheiding van dit dakterras niet passend was bij het karakter van het rijksbeschermde stadsgezicht en onvoldoende aansloot bij de kwaliteiten daarvan. De gerealiseerde uitvoering is daarmee niet aanvaardbaar. Op zich is een dakterras denkbaar, maar dan moeten daarvoor meer voor deze situatie geëigende materialen worden toegepast. Daarbij zou gedacht kunnen worden aan houten of stalen spijlen hekwerken in een donkere kleur. Het laten begroeien van dit uit steigerbuizen bestaande hekwerk was hiervoor geen goed alternatief. Thans ligt een aangepast plan voor, waarbij een houten aftimmering op het bestaande hekwerk zal worden toegepast. De subcommissie is van oordeel dat in het aangepaste ontwerp alle opmerkingen van de subcommissie zijn verwerkt. Wel acht de subcommissie het wenselijk dat de houten aftimmering in een gedekte kleur (donkergroen, donkerbruin of antraciet) zal worden uitgevoerd., mits de voorgestelde houten aftimmering in donkergroen, donkerbruin of antraciet zal worden uitgevoerd. 2. Dossiernr: Ringweg Randenbroek 123 het bouwen van een bijgebouw Gasten Dhr. Van L öben Sels (architect) en dhr. Schoenmakers (aanvrager) Ringweg Randenbroek 123 is een pand zonder monumentale status, gelegen binnen het rijksmonumentale complex Park Randenbroek. De aanvraag betreft het bouwen van een bijgebouw, waarbij de bestaande carport/schuur en schuur in de zij- en achtertuin worden gesloopt. Materialisering gevels metselwerk/baksteen als bestaand, plint trasraamklinker paarsrood, kozijnen wit hout, ramen/deuren en dakgoten donkergroen. Dakbedekking keramische pannen rood (niet aangegeven of deze als type gewijzigd worden). Er wordt een nieuwe entreepartij gecreëerd in de te realiseren rechthoekige vestibule. In het te realiseren bijgebouw bevindt zich naast een garage ook een kelder en zolderverdieping. Verslag beoordelingen Subcommissie Erfgoed d.d vastgesteld pagina 2 van 7

3 Dhr. Van L ben Sels geeft een toelichting op het ontwerp. Vanuit het gebruik is de wens ontstaan om de terreininrichting aan te passen en een nieuw bijgebouw te ontwerpen, die middels een vestibule met het bestaande hoofdgebouw wordt verbonden. De subcommissie is van oordeel dat het hoofdgebouw en ontworpen bijgebouw twee heldere volumes zijn, door een dakje te plaatsen op het tussenlid wordt het ontwerp enigszins diffuus. Door het tussenlid met plat dak uit te voeren, wordt het ontwerp helderder. Het boeiboord van het tussenlid dient aan te sluiten bij de gootlijn van het hoofdgebouw. De toe te passen deuren in het bijgebouw dienen voldoende onderscheidend te zijn van de voordeur, dit kan bereikt worden hier geklampte deuren met verticale delen toe te passen. Aanpassing huidig plan en uitvoering in overleg met Monumentenzorg., mits: - het tussenlid met plat dak wordt vormgegeven, waarbij het boeiboord van het tussenlid aansluit op de gootlijn van het hoofdgebouw; - de deuren van het bijgebouw zich voldoende onderscheiden van de voordeur, door geklampte deuren met verticale delen toe te passen. Aanpassing huidig plan en uitvoering in overleg met Monumentenzorg. 3. Dossiernr: Leenaert Nicasiusdwarsstraat 4 het intern verbouwen en uitbreiden van de woning aan de achtergevel Gasten Dhr. H. van Gellekom (gemeente Amersfoort) Leenaert Nicasiusdwarsstraat 4 is een beeldbepalend pand in gemeentelijk stadsgezicht. De aanvraag betreft het intern verbouwen en uitbreiden van de woning op de begane grond en eerste verdieping aan de achtergevel. Op 2 oktober 2018 achtte de subcommissie het plan aanvaardbaar, mits de gevelbekleding met een red cedar beits wordt behandeld om een egale vergrijzing te bereiken. De subcommissie constateerde dat de uitbreiding een forse omvang heeft, maar passend was binnen het bestemmingsplan. De subcommissie achtte het te prijzen dat er gezocht was naar een eigentijds ontwerp, dat ondergeschikt is gemaakt aan het hoofdgebouw. De subcommissie achtte het wenselijk dat de gevelbekleding een beitskleur meekrijgt, om nietegale vergrijzing zoals windstrepen te voorkomen. Daarnaast gaf de subcommissie het advies mee om het balkonhek op de verdieping in lijn te zetten met de knik in het dak, door een losse balustrade in het ontwerp toe te passen. De uitbouw bevat twee bouwlagen, is 6,5 meter diep en is gevat in onder een zadeldak, welke ondergeschikt is gemaakt aan het hoofdgebouw door onder de nokhoogte aan te grijpen. In het dakvlak van de aanbouw is een dakraam geplaatst. Materialisering gevelbekleding antraciet zink/ gevel en dak zijn bekleed met red ceder planken 140mm breed, kozijnen eiken, dakgoten geïntegreerd in zink. Dhr. Brummelhuis (architect) gaf op 2 oktober 2018 een toelichting. In het ontwerp is getracht het nieuw te realiseren bijgebouw en eigentijdse uitstraling te geven en daarbij ondergeschikt te maken aan de architectuur van het hoofdgebouw. De huidige goothoogte van het hoofdgebouw is doorgetrokken in het bijgebouw, ook is de bestaande dakhelling herhaald in het nieuwe bijgebouw. Gekozen is voor bekleding in red ceder hout. Aan de subcommissie wordt gevraagd om in het kader van bezwaar van de omwonenden welstandshalve te reageren op de pleitnota van de bezwaarmakers. De subcommissie constateert dat in de laatste tekening in het dossier ( ) alle eerder gemaakte opmerkingen van de subcommissie zijn verwerkt. Bezwaarmaker haalt in de pleitnota de thema s ondergeschiktheid, materialisering en zichtbaarheid van de aanbouw vanuit de openbare ruimte aan. De subcommissie constateerde al eerder dat de uitbreiding een forse omvang heeft, maar passend is binnen het bestemmingsplan. De subcommissie is van oordeel dat de aanbouw, daar deze onder de nokhoogte aanhaakt, voldoende ondergeschikt is ten opzichte van het hoofdgebouw. De subcommissie acht de voorgestelde materialisering aanvaardbaar, aangezien deze zichtbaar zal maken dat het een eigentijdse aanbouw betreft. De Verslag beoordelingen Subcommissie Erfgoed d.d vastgesteld pagina 3 van 7

4 subcommissie achtte het daarbij wel wenselijk dat het materiaal egaal zal vergrijzen en acht het daarbij noodzakelijk dat de gevelbekleding zal worden behandeld met een red ceder beits zoals aangegeven. De zichtbaarheid vanuit de openbare ruimte is in dit geval geen beoordelingscriterium omdat het bijgebouw niet grenst aan de openbare ruimte. De subcommissie is van oordeel dat het ontwerp voldoet aan de algemene criteria zoals verwoord in de Welstandsnota 2017., mits de gevelbekleding met een red cedar beits wordt behandeld om een egale vergrijzing te bereiken. 4. Dossiernr: Regentesselaan 12 het plaatsen van een nieuwe toegangspoort Regentesselaan 12 is een gemeentelijk monument in rijksbeschermd stadsgezicht Bergkwartier. De aanvraag betreft het plaatsen van een nieuwe toegangspoort, waarbij het huidige spijlen hekwerk zal worden vernieuwd. De subcommissie is van oordeel dat het voorgestelde hekwerk passend is bij het monument, mits deze in gedekte donkere kleur zal worden uitgevoerd., mits het hekwerk in gedekte, donkere, kleur zal worden uitgevoerd. 5. Dossiernr: Eikstraat 10 het plaatsen van dakkapellen op het voor- en achterdakvlak van de woning Eikstraat 10 is een pand met cultuurhistorische waarde in gemeentelijk stadsgezicht Bomenbuurt. De aanvraag betreft het plaatsen van een dakkapel op de voor- en achtergevel. Op 5 februari jl. werd het ontwerp niet aanvaardbaar geacht, het ontwerp zal worden aangepast naar de reeds gerealiseerde dakkapel (trendsetters) op Eikstraat 6 of 7. Aanvrager had het ontwerp aangepast naar reeds geplaatste dakkapel op Beukstraat (Beukstraat 46 dakopbouw uit 2004, Beukstraat 60 enkelzijdige dakopbouw uit 2001). De subcommissie bleef bij haar eerdere oordeel dat het ontwerp aan moet sluiten bij de eerdere precedenten uit de straat; te weten de reeds gerealiseerde dakkapel op Eikstraat 6 of 7. De reeds aanwezige dakopbouwen van Beukstraat 46 en 60 zijn te oud om als precedent te gelden. De eerste aanvraag bestond uit: Afmetingen dakkapel voor: 3,05m, afmeting dakkapel achter 4,65m. Dakbreedte is 6,1m. Materialisering kozijnen, ramen : kunststof RAL9001 crème, dakgoten en boeidelen en zijwangen kunststof RAL 7016 antraciet. Op 11 december 2018 achtte de subcommissie de aanvraag niet aanvaardbaar, tenzij de dakkapellen zullen worden aangepast naar de trendsetter op Eikstraat 7. De cultuurhistorische waarden van dit stadsgezicht zijn onder meer gelegen in de eenheid van deze dakvlakken. De dakkapellen die zijn gerealiseerd op deze bouwblokken, zijn vormgegeven naar de dakkapel op Eikstraat 7 uit 2011 (dossiernummer ), die eerder als trendsetter is benoemd. De subcommissie constateerde dat het voorliggende ontwerp hiervan afwijkt en acht het ontwerp derhalve niet aanvaardbaar, tenzij de dakkapellen zullen worden aangepast naar de trendsetter op Eikstraat 7. Naast maatvoering heeft deze trendsetter wit geschilderde wangen (RAL9010) van horizontaal rabat. Op 8 januari jl. achtte de subommissie de aanvraag aanvaardbaar, mits het ontwerp voor de dakkapel wordt aangepast naar de precedent op Eikstraat 6 of 7, waarbij de positie op het dak, de indeling en detaillering identiek is aan een van deze precedenten. De subcommissie heeft de aangeleverde informatie van de aanvrager bestudeerd. Eikstraat 10 is een waardevol pand gelegen in het gemeentelijk stadsgezicht Bomenbuurt. Hierdoor acht de subcommissie het van belang dat er zoveel mogelijk eenheid in de architectuur wordt nagestreefd. De subcommissie constateerde dat er in de straat een precedent is aan te wijzen op Eikstraat 6, die afwijkt van de door de subcommissie benoemdetrendsetter op Eikstraat 7. De subcommissie achtte het wenselijk dat ontwerp voor de dakkapel wordt Verslag beoordelingen Subcommissie Erfgoed d.d vastgesteld pagina 4 van 7

5 aangepast naar de precedent op Eikstraat 6 of 7, waarbij de positie op het dak, de indeling en detaillering identiek is aan een van deze precedenten. In het aangepaste ontwerp is de dakkapel aan de voorzijde aangepast naar de trendsetter op Eikstraat 6. De subcommissie constateert dat het ontwerp is aangepast naar de trendsetter op Eikstraat 6 en acht het ontwerp daarmee aanvaardbaar. 6. Dossiernr: Johan v Oldenbarneveltln 3 wijzigen van het bijgebouw en plaatsen van een veranda Johan van Oldenbarneveltlaan 3 is een beeldbepalend pand binnen rijksbeschermd stadsgezicht Bergkwartier. De aanvraag betreft het wijzigen van het bijgebouw en het plaatsen van een veranda, waarbij het bestaande bijgebouw wordt aangepast. In de zijgevel wordt een kozijn vervangen door (schuif)deuren, in de voorgevel idem. Voor het bestaande bijgebouw wordt een overkapping met zinken (fels)dak en gevelbekleding geplaatst, met aan de binnenzijde douglas planken (fijn bezaagd). De subcommissie is van oordeel dat het ontwerp passend is bij het bestaande hoofdgebouw, en geen gevolgen zal hebben voor het aanzicht van het beschermd stadsgezicht. De subcommissie acht het ontwerp aanvaardbaar. Het is mogelijk dat vanuit milieu-eisen een voorziening zal moeten worden getroffen voor de uitloging van het zink in het regenwater. 7. Dossiernr: Prins Frederiklaan 20, 20A / Anna Paulownalaan 17 het slopen van het gebouw Prins Frederiklaan 20, 20A / Anna Paulownalaan 17 is een pand zonder monumentale status in rijksbeschermd stadsgezicht Bergkwartier. De aanvraag betreft het slopen van het gebouw, ten behoeve van een nieuwbouwproject Amerberg. De nieuwbouw valt buiten deze aanvraag. Voorwaarde voor verlening van de omgevingsvergunning is dat aannemelijk is dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd. Het bouwplan voor de locatie bestaat uit acht tot negen nieuwbouwkavels, voor drie tot vier vrijstaande woningen, vier of zes geschakelde woningen en één kleinschalig appartementengebouw (urban villa), waarin zeven tot tien appartementen worden gerealiseerd. In het totaal zullen op de locatie tussen de veertien en achttien wooneenheden worden gerealiseerd. Hiervoor is op 20 november 2018 een bestemmingsplan vastgesteld. De subcommissie constateert dat de bestaande bebouwing geen cultuurhistorische waarden heeft. De korrelgrootte van het gebouw past niet goed bij de maat en schaal van de bebouwing van het Bergkwartier. Ook de architectuur en vormgeving hebben geen bijzondere betekenis. Tevens betreft het bestaande complex geclusterde bebouwing. Deze vorm wijkt af van de karakteristieken van het beschermd stadsgezicht, waarin groen en ruimte tussen de bebouwing de boventoon voeren. De voorgenomen nieuwbouw (nog niet in deze aanvraag opgenomen) zal dit herstellen, waardoor deze locatie zich weer voegt in het beschermd stadsgezicht. Derhalve acht de subcommissie de sloop van het huidige complex aanvaardbaar. Verslag beoordelingen Subcommissie Erfgoed d.d vastgesteld pagina 5 van 7

6 8. Dossiernr: Ringweg-Dorrestein 9 het bouwen van een afscheidshuis op de parkeerplaats van een voormalige kerk De aanvraag betreft het bouwen van een afscheidshuis naast de voormalige kerk die herbestemd wordt voor wonen. Op 13 juni 2017 achtte de subcommissie het ontwerp aanvaardbaar. De commissie had geen bezwaar tegen het bouwen van dit bescheiden volume naast de voormalige kerk, en stelde vast dat het geen afbreuk doet aan het gemeentelijk monument. Op 6 juni 2017 gaf de architect een toelichting op het plan. De nieuwbouw voor het afscheidshuis hangt samen met het bouwplan voor de verbouwing van het voormalige kerkgebouw (gemeentelijk monument). Het gebruik als uitvaartcentrum van dit gebouw zal beëindigd worden en daarvoor in de plaats zal op het perceel, tussen het kerkgebouw en de bebouwing van het Corderius College, het afscheidshuis gebouwd worden. Het gebouw komt hiermee tussen de Ringweg-Dorrestein en Den Wijnbergh. De zijde van de Ringweg-Dorrestein is de zijde met de meer publieke hoofdtoegang, terwijl aan de zijde van Den Wijnbergh een dienstingang is voorzien. De opzet is zodanig dat in de toekomst dit pand te verbouwen moet zijn naar woning. Door bezwaarmakers is een second opinion aangevraagd bij MooiSticht. Aan de subcommissie wordt in dit kader gevraagd om hier welstandshalve op te reageren. De subcommissie Erfgoed heeft de ingebrachte second opinion van MooiSticht tot zich genomen. Het ontwerp voor het afscheidshuis achtte de subcommissie welstandshalve acceptabel, maar de subcommissie is niet tegen een hogere ambitie voor het ontwerp. De subcommissie heeft bij de planbeoordeling getoetst aan de redelijke eisen van welstand, waarbij het ontwerp is beoordeeld als ondergeschikt bouwwerk bij een monumentale kerk. De subcommissie heeft het plan voor het afscheidshuis op 13 juni 2017 als aanvaardbaar beoordeeld. Na deze welstandsbeoordeling is naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen de verplichting opgenomen om een hekwerk te plaatsen van minimaal 1,2 meter hoogte en maximaal 2 meter hoogte op de perceelsgrens van het afscheidshuis aan de zijde van het Corderius College. Dit hekwerk is derhalve niet door de subcommissie beoordeeld. De subcommissie onderschrijft dat de hoogte van de afscheiding op deze plek beperkt zou moeten worden tot maximaal 1 meter hoogte, en dat de voorkeur moet worden gegeven aan geen erfafscheiding. De subcommissie blijft dus bij haar eerdere beoordeling en acht het plan aanvaardbaar. Het ontwerp voor het afscheidshuis is ondergeschikt aan het kerkgebouw en laat de monumentale waarden van dit gemeentelijk monument ongemoeid. De relatie van het afscheidshuis met de openbare ruimte kan verder worden versterkt door een lager of geen hekwerk te plaatsen; daardoor acht de subcommissie het wenselijk dat de erfafscheiding aan de zijde van het Corderius College wordt verlaagd naar maximaal 1 meter., mits de erfafscheiding aan de zijde van het Corderius College wordt verlaagd naar maximaal 1 meter. 9. Dossiernr: Willem de Zwijgerlaan 12 het vervangen van de leien kap door riet en het verhogen van de nok Willem de Zwijgerlaan 12 is een pand zonder monumentale status binnen rijksbeschermd stadsgezicht Bergkwartier. De aanvraag betreft het vervangen van de leien (ethernieten) kap door riet en het verhogen van de nok. Aan de achterzijde worden twee extra vensters aan de dakkapel toegevoegd. De subcommissie is van oordeel dat door het wijzigen van de kap in vorm en materialisering het rijksstadsgezicht niet in waarde wordt aangetast. De subcommissie geeft de aanvrager de tip mee om voor de hemelwaterafvoer geen zink toe te passen, in relatie tot werking met het riet. De subcommissie adviseert om nogmaals te kijken naar de waterdichtheid/ waterafvoer in het bestaande ontwerp, in relatie tot de bestaande goot. Daarnaast constateert dat de getekende felsrichting op de dakkapel waarschijnlijk zal zorgen voor waterterugslag, geadviseerd wordt om een platte fels of fels in verticale richting toe te passen. Mocht de aanvrager vragen hebben kan contact worden opgenomen met Monumentenzorg. Verslag beoordelingen Subcommissie Erfgoed d.d vastgesteld pagina 6 van 7

7 Amersfoort, 8 maart 2019 de secretaris van de CRK Subcommissie Erfgoed, S. Stouten-Schrijer MA Verslag beoordelingen Subcommissie Erfgoed d.d vastgesteld pagina 7 van 7