Profielwerkstuk door een scholier woorden 25 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 1 Psychologie: een palet vol theorieã«n

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Profielwerkstuk door een scholier woorden 25 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 1 Psychologie: een palet vol theorieã«n"

Transcriptie

1 Profielwerkstuk door een scholier woorden 25 januari keer beoordeeld Vak Biologie Hoofdstuk 1 Psychologie: een palet vol theorieã«n In dit hoofdstuk wordt duidelijk hoe het mogelijk is dat een persoon die zeer regelmatig alcohol drinkt, aangeschoten kan worden na een avondje alcoholvrij bier gedronken te hebben (niet wetende dat dit het geval was). 1.1 Dit hoofdstuk geeft een inleiding in de psychologie en behandelt theorieã«n over psychologie. Drie typen mensbeelden komen aan bod: het personalistische, het mechanistische en het organistische. Tenslotte het biopsychosociale model. Volgens dit model wordt gedrag beã nvloed door psychische, sociale en biologische factoren. 1.2 Voor de definitie van een wetenschap wordt uitgegaan van het studieonderwerp ervan, dit wordt het object genoemd. Het object van de psychologie is, in tegenstelling tot bij veel andere wetenschappen, niet eenduidig omschreven. Er zijn veel verschillende stromingen en opvattingen, evenals methodieken, omtrent het object van de psychologie. Een ander probleem bij de afbakening van het object is dat veel onderwerpen ook bij andere wetenschappen aan bod komen, zoals in de biologie en sociologie. Afhankelijk van de stroming kan een stoornis als depressiviteit verschillend worden benaderd (psychoanalytisch, neurologisch of systeemtheoretisch). In kader 1 geeft Rigter een nadere uitleg bij depressiviteit. Het is een stemmingsstoornis met als belangrijkste symptomen neerslachtigheid en interesseverlies. Prevalentie: het percentage mensen met een bepaalde stoornis in een groep mensen. Lifetime prevalentie: hoe vaak een stoornis over het gehele leven van mensen voorkomt. De lifetime prevalentie van depressiviteit is op dit moment hoger bij jongere dan bij oudere mensen als gevolg van de melancholische tijd waarin we leven (individualisme, hedonisme (genieten van het leven als motto), gevoelens van hulpeloosheid, faalangst, wereldbeeld waarin we zelf verantwoordelijk zijn voor ons leven). Psychologie is een wetenschap waarbij het gedrag en de gevoelens van mensen worden bestudeerd, dit geplaatst in de omstandigheden waarin ze voorkomen. In de psychologie wordt het studieobject op individueel niveau beschreven, in tegenstelling tot bij andere wetenschappen waarin vooral groepen bestudeerd worden. Wetenschappen kunnen gecategoriseerd worden aan de hand van het object, de gebruikte methoden en theorieã«n, en de grenzen van de wetenschap (het maatschappelijk draagvlak). De maatschappelijke betekenis van een wetenschap is afhankelijk van persoonlijke theorieã«n. De perceptie van de wereld is sterk afhankelijk van persoonlijke psychologische theorieã«n. Pagina 1 van 31

2 1.3 De wetenschap van de psychologie wordt voor allerlei maatschappelijke fenomenen ingezet. Er zijn verschillende theorieã«n, verschillende stromingen en verschillende indelingen aan de hand waarvan maatschappelijke verschijnselen verklaard kunnen worden. De theorieã«n zijn referentiekaders. Ze helpen psychologen bij het interpreteren van verschijnselen. Verschillende psychologen kunnen eenzelfde verschijnsel vanuit verschillende referentiekaders verklaren en zo tot totaal verschillende verklaringen en beschrijvingen komen. Anorexia bijvoorbeeld kan verklaard worden vanuit het schoonheidsideaal, of vanuit het gezinsfunctioneren, of vanuit traumatische ervaringen. Het verwerven van kennis op wetenschappelijke wijze en dagelijkse kennisverwerving verschillen weinig van elkaar, beide keren wordt uitgegaan van een bepaald referentiekader. Echter voor wetenschappelijke kennisverwerving zijn een aantal regels opgesteld. De drie functies van wetenschappelijke theorieã«n: - Een verklarende en voorspellende functie: voorspellen van menselijk gedrag - Een heuristische functie: nieuwe voorspellingen op basis van eerdere inzichten - Een systematiserende (ordenende) functie: beschrijving van de waarneming, dit moet volgens expliciete regels plaatsvinden. Verbanden moeten herhaalbaar zijn. Gevaar is dat wetenschappers waarnemingen doen die al te veel door hun theoretische uitgangspunt geladen zijn (theorie-geladen). In kader 2 uitleg van het experiment van Milgram, waarin de invloed van de omgeving op de gehoorzaamheid werd onderzocht. Proefpersonen moesten elektronische schokken toedienen aan proefpersonen in een andere kamer wanneer deze een fout antwoord gaven. Proefpersonen wisten niet dat de proefpersoon in deze andere kamer een medewerker was van het experiment. In dit experiment en bij herhalingen hiervan ging 65% van de mensen door met het toedienen van schokken tot het niveau van 450 Volt (!). Dit experiment werd gebruikt om de wreedheden in de Tweede Wereldoorlog te verklaren. 1.4 Geschiedenis van de theoretische stromingen. Theoretische stromingen hebben een lange voorgeschiedenis en stammen uit de tijd van het oude filosofische denken bij de Grieken. De wetenschap van de psychologie is echter nog maar zoâ n 100 jaar oud (Oprichting: Eerste Internationale Congres voor de Psychologie in Parijs, 1889). Er bloeiden meerdere psychologische stromingen op, waarbinnen schoolvorming optrad. Het probleem was dat psychologen erg weinig gebruik maakten van elkaars kennis en resultaten. Er was rivaliteit tussen de scholen, vergelijkbaar met politieke partijen. Tegenwoordig gaan de scholen steeds meer samenwerken en vermindert het aantal begrippen. Ook zijn de psychologische scholen te plaatsen in een tijd, cultuurhistorische bepaaldheid. In reactie op een bepaalde school, ontstonden er vaak weer nieuwe scholen met nieuwe opvattingen. Slingerbeweging: terugkeer van bepaalde ideeã«n, op dit moment is er een terugkeer van belangstelling voor de psychoanalyse. Er wordt ook steeds meer gebruik gemaakt van elkaars inzichten en resultaten, overname van termen etc. Momenteel is er veel behoefte aan flexibele en pragmatische opvattingen binnen de psychologie. Ieder mens en iedere psychologische stroming heeft een bepaald mensbeeld. Het mensbeeld geeft aan hoe mensen behoren te zijn en geeft een beschrijving van de kenmerkende eigenschappen. Mensbeelden worden door de cultuur en de historie bepaald, tegenwoordig gelden alle mensen als gelijken en is er niet meer zoals in de Middeleeuwen een centrale rol voor het religieuze. In de huidige westerse cultuur staat Pagina 2 van 31

3 het individu centraal, in veel andere culturen wordt juist het collectief, de groep als belangrijkst beschouwd (fijnmazige culturen genoemd). Samengevat: psychologische theorieã«n kennen vaak een lange geschiedenis met wisselende modes. Tegenwoordig worden visies steeds meer samengevoegd. 1.5 Er zijn verschillende manieren om de theoretische stromingen te categoriseren, afhankelijk van de achterliggende veronderstellingen. De eerste indeling is een indeling naar mensbeelden: - het organistisch mensbeeld: mensen waargenomen als een geheel, onderdelen beã nvloeden elkaar. Interne en externe dynamiek (wisselwerking met omgeving). Geen lineaire relatie tussen oorzaak en gevolg, mensen gezien in hun omgeving, organisme gezien als meer dan de som van de delen en vergelijkingen met dieren. - het personalistisch mensbeeld: mensen worden als uniek gezien, mensen zijn scheppers van cultuur en geven zelf zin aan het bestaan en nadruk op doelgericht handelen. Mensen anders dan dieren, mensen gezien als een geheel. - het mechanistisch mensbeeld: mens als een machine, samengesteld uit afzonderlijke delen met hun eigen eigenschappen. Mensen worden door externe krachten voortbewogen. Idee dat mensen zelfstandig (los van de omgeving) bestudeerd kunnen worden, geen onderscheid tussen mensen en dieren, verbanden tussen oorzaak en gevolg zijn lineair (rechtlijnig) en idee dat de som der delen hetzelfde is als het geheel. Methoden in de psychologie zijn afgeleid van het mensbeeld. In het organistische en het mechanistische mensbeeld moet het verwerven van kennis moet in de eerste plaats objectief gebeuren en het moet controleerbaar zijn. In theorieã«n met een personalistisch mensbeeld wordt uitgegaan van het begrijpen van het complexe geheel. Deze methoden zijn eerder subjectief en minder gebaseerd op harde feiten en cijfers. De laatste visie wordt bekritiseerd omdat deze niet gebaseerd zou zijn op een theorie, echter een psycholoog is altijd theoriegeladen dus er is wel een theoretisch kader aanwezig. De hermeneutische methode is een methode die deze geladenheid als uitgangspunt neemt van de waarneming in de hulpverlening, het interpreteren van de waarneming is belangrijker dan de waarneming zelf. Het is heel goed mogelijk verschillende stromingen en theorieã«n gelijktijdig te gebruiken, hierbij is het van belang dat de methoden op de juiste manier worden toegepast. Elke stroming heeft zijn sterke en zwakke punten en elke stroming bestudeert een aspect van de werkelijkheid waarbij andere aspecten verwaarloosd worden. Een patiã«nt herstellende van een hersenbloeding zal door een arts met een mechanistische visie bekeken worden. De arts zal causale verbanden gaan zoeken. De organistische visie bestudeert de veranderende relatie met de omgeving. De personalistische visie zal de het verhaal van de patiã«nt trachten te verklaren. Hersenonderzoek toont aan dat het menselijk brein uit drie lagen is opgebouwd, die verschillen in leeftijd. De eerste laag is de hersenstam (reflexen, automatismen, slapen), de tweede laag is het limbische systeem (emoties), de derde laag, de neocortex bevat de taal, het denken, de persoonlijkheid en de wil. Het model van de mensbeelden is te vergelijken met de opbouw van de hersenen. De eerste laag is de mechanistische laag, deze is het minst complex. Hulpverleners kunnen het beste proberen de verschillende methoden en mensbeelden te combineren om zo tot het beste inzicht te komen. De algemene systeemtheorie (AST) is in het leven geroepen om verschillende wetenschappen en de daarbij behorende inzichten te integreren. De ATS is een metatheorie, een theorie over theorieã«n. Pagina 3 van 31

4 Belangrijkste punten Algemene systeemtheorie: - mens gezien als een biologisch organisme en als een symbolisch wezen - hiã«rarchisch geordende niveaus die de werkelijkheid weergeven - geen enkel niveau is te herleiden tot de hoger gelegen niveaus - hogere niveaus zijn complexer dan lagere niveaus - systeem blijft in stand door het interne en externe evenwicht te bewaren - het is een open systeem, dynamisch denken Zie fig. 1.2; p.35; hoofdstuk 1; Het palet van de psychologie, Rigter Het denken in de systeemtheorie is niet statisch, maar dynamisch. Dingen kunnen veranderen, wanneer een persoon openstaat voor de omgeving. Het systeemtheoretisch denken benadrukt de relatie tussen persoon of tussen objecten en personen. Ook vragenlijsten kunnen dynamisch of statisch ingesteld zijn. Bij dynamisch systeemdenken wordt het procesmatige beschouwd. De AST visie is een holistische visie, het betrekt alle aspecten bij de analyse van gedrag. Een gereduceerde vorm van de AST is het biopsychosociale model, in dit model worden biologische, psychische en sociale factoren geã ntegreerd, alle factoren worden meegenomen. Het hangt van de situatie af welke factoren het meest belangrijk zijn. In het geval van een patiã«nt met de ziekte van Huntington is het belangrijker te kijken naar de biologische factoren (die wellicht genezing kunnen bewerkstelligen) dan naar de psychische en sociale kanten ervan. Omgekeerd reductionisme, denken dat ziektes op een lager niveau veroorzaakt worden door problemen op het hogere niveau (denkprocessen), komt voor in New Age stromingen en is strijdig met de Algemene systeemtheorie. De AST stelt namelijk dat geen enkel hiã«rarchische niveau in zijn geheel te herleiden valt tot een ander niveau. Psychosomatische klachten zijn klachten die geen lichamelijke oorzaak hebben. Na een diagnose blijken mensen ineens allerlei lichamelijke klachten bij zichzelf te ontdekken die zij in verband brengen met de ziekte, terwijl deze daar niet door veroorzaakt worden. Dit wordt betekenisverlening genoemd. Lichamelijke klachten zijn subjectief. Wanneer patiã«nten een dagje uit gaan, hebben ze veel minder last van hun klachten dan wanneer ze zich in een prikkelarme omgeving bevinden (aandacht voor interne zaken wordt afgeleid). Het biopsychosociale model levert ook een verklaring voor het feit dat vrouwen die thuis blijven of in deeltijd werken meer lichamelijke klachten hebben dan werkende mannen. De oorzaak is het ontbreken van een interessante omgeving, waardoor als vanzelf meer aandacht ontstaat voor de lichamelijke klachten. Het is mogelijk mensen stoned of dronken gedrag te laten vertonen, zonder dat zij drugs of alcohol tot zich genomen hebben. Door mensen te vertellen dat ze een farmacologische stof tot zich genomen hebben, worden de verwachtingen behorende bij drugs of alcohol geactiveerd en ontstaat vergelijkbaar gedrag als na inname. Het gedrag dat hoort bij dronkenschap wordt gedeeltelijk cultureel overgedragen. In het westen is het gedrag van dronken mensen problematischer dan in andere culturen. Samengevat kan gesteld worden dat het menselijk handelen altijd beã nvloed wordt door zowel biologische, als psychische en sociale factoren (biopsychosociale model). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen over de stof (leesvragen), multiple-choicevragen, inzichtsvragen, meningvormende vragen en casuã stiek (toepassing en meningsvorming). Hoofdstuk 2 Psychoanalyse Pagina 4 van 31

5 2.1 De psychoanalyse is een theorie die in de hulpverlening wordt toegepast. Een synoniem voor psychoanalyse is psychodynamische benadering. De psychoanalyse gaat uit van het bestaan van een onbewuste waarin verdrongen wensen. Daarnaast hebben mensen subjectieve ervaringen die het gedrag bepalen. Dit waarneembare gedrag, het manifeste gedrag wordt bepaald door zowel onbewuste wensen als het verbod op het bestaan van deze onbewuste wensen. Al het gedrag is dus resultaat van een conflict, dit wordt het conflictmodel genoemd. De keuzes die mensen maken worden niet door onszelf bepaald, maar door een combinatie van onbewuste wensen en bewuste ervaringen. Volgens psychoanalisten is geen enkele vorm van gedrag toeval, al het gedrag heeft een betekenis. De latere persoonlijkheid wordt grotendeels gevormd in de eerste levensjaren. Vroege jeugdervaringen hebben grote invloed op de vorming van de hersenen. De grondlegger van de psychoanalyse is Freud. Freud bedacht eerste en theoretisch framework en paste daar later de feiten in en paste dan zonodig de theorie weer aan. Het gevolg is dat de psychoanalyse steeds aan verandering onderhevig is. De theorie van Freud kent een romantische benadering en een natuurwetenschappelijke benadering. In de romantische benadering is er vooral aandacht voor het onbewuste, het irrationele. Met behulp van de psychoanalyse werd het gedrag uitgelegd en kreeg betekenis. In de natuurwetenschappelijke benadering staan neuropsychologische processen centraal, de medische kant van de theorie. De psychoanalyse kent zowel een personalistisch als een mechanistisch mensbeeld. De theorie van Freud werd beã nvloed door een drietal gebeurtenissen in zijn leven, te weten: - de publicatie van de ziektegeschiedenis van Anna O. De neurotische symptomen werden verklaard door traumatische gebeurtenissen in het verleden - contact met de hypnose - publicatie van het boek Droomduiding (1900). Belangrijkste hieruit: traumaâ s komen weer boven onder hypnose, als de weerstand was weggenomen. Anderzijds stelde Freud dat het onbewuste geen onderscheid maakt tussen fantasie en realiteit. De theorie van Freud gaat er dus vanuit dat de manifeste inhoud (de herinneringen) een bedekte weergave zijn van de latente inhoud (onbewuste wensen). Binnen de psychoanalyse ontstonden verschillende scholen, mede doordat het een theorie is die vooral in de hulpverleningspraktijk wordt toegepast. Het mensbeeld binnen de psychoanalyse heeft de volgende kenmerken; - Mensen hebben een levensdrift (seksualiteit) en een doodsdrift (agressiedrift) - Gedrag wordt bepaald door de levensloop, de ervaringen uit de jeugd. - Psychoanalyse is gericht op bewustwording van het gedrag - Psychoanalyse wordt op normaal en op afwijkend gedrag toegepast, elk individu heeft aspecten van normaal en abnormaal gedrag - Het leven wordt bepaald door irrationele, onbewuste wensen - Het gedrag van mensen wordt bepaald door een combinatie van onbewuste wensen en het geweten, het conflictmodel. De psychoanalyse is te typeren als een biopsychische benadering, tegenwoordig worden ook omgevingsfactoren meegenomen en is het een biopsychosociaal model. Nog steeds staat het niveau van de psyche centraal en staan de biologische en sociale factoren onder invloed van psychische factoren. Pagina 5 van 31

6 2.2 Freudâ s theorie bevat vijf subtheorieã«n: 1. psychoseksuele ontwikkeling van kinderen 2. verdediginsgmechanismen 3. praktijktheorie 4. onbewuste mentale processen 5. ontwikkeling van een psychische structuur ad 1. Psychoseksuele ontwikkeling gaat volgens Freud volgens een vaste volgorde van stadia. De eerste fase is lustenbevrediging in de lichamelijke zone. Dit kan verstoord worden door fixatie (blijven hangen in een fase) of door regressie (terugval naar eerdere fase). Fasen in de psychoseksuele ontwikkeling: de orale fase, anale fase, fallische fase (overinteresse in penis, clitoris), de oedipale fase (conflict oplossen, jongens zien hun moeder als liefdesobject, de vader wordt gehaat). Later wordt deze angst (castratieangst) voor de vader vervangen dooridentificatie met de vader. Meisjes kunnen penisnijd krijgen omdat ze ontdekken dat ze geen penis hebben, de woede wordt naar de moeder gericht en vader wordt het liefdesobject. Ook onderscheidde Freud de latentieperiode en de genitale fase. In de latentieperiode is er emotionele rust (6 jaar tot puberteit). De genitale fase is de periode van volwassenheid. ad 4. De psyche bestaat uit het onbewuste (primitieve wensen waarvan men het bestaan niet weet), het voorbewuste (oproepbare kennis en emoties) en het bewuste (waarneming, herinnering). Het onbewuste staat voor de cognitieve, motivationele en emotionele driften die angst oproepen. Een lapsus is iets waardoor een onbewuste gedachte naar boven komt, het kan in de vorm van een verspreking of het vergeten van iets. Het primaire proces van het psychisch proces is onbewust en irrationeel. Het secundaire proces is het voorbewuste of het bewuste, en is rationeel.. Dit samen heet het dynamisch proces. De levensdrift werd omschreven met Eros, het lustprincipe. De doodsdrift werd aangeduid met Thanatos. Libido vertegenwoordigt de driftenergie. Kinderen moeten leren hun driften te richten op objecten anders dan zijzelf (objectgerichte energie). ad 5. Het Id is het onbewuste. Dit is het enige wat een pasgeborene bezit. Delen van het Id veranderen in het Ego, de ratio. Later ontstaat ook het geweten, het Superego, deze handhaaft verdedigingsmechanismen. 2.3 De hechtingstheorie van Bowlby wordt in de hulpverlening toegepast om abnormaal gedrag te verklaren. In tegenstelling tot in de psychoanalyse, wordt er in de hechtingstheorie niet teruggeredeneerd, is er nadruk op de echte gebeurtenissen, wordt er van echte observaties uitgegaan en niet van verhalen van volwassenen en worden mensen vergeleken met dieren (ethologie). Hechting is volgens Bowlby genetisch vastgelegd en komt zowel bij mensen als bij dieren voor. Er is een kritieke periode voor hechting. Een slechte hechting uit zich als volgt: eerst is er protest, daarna terugtrekking en vervolgens onthechting. Stadia in hechting. Het hechtingsproces: - belang van moeder-kind interactie Pagina 6 van 31

7 - achtmaandsangst, eerste acht maanden angst voor vreemden - volwassenen hebben aangeboren zorginstinct - matching van signalen tussen verzorger en kind, attunement - aangeboren gedragsrepertoire zoals huilen en lachen waarmee het kind interactie kan uitlokken. Dit garandeert veiligheid voor het kind en aanwezigheid van de volwassene. - Slecht gehechte kinderen: apathie, boosheid, ambivalent gedrag. Goed gehechte kinderen: glimlachen, naar ouder toe gaan, begroeten De hechting heeft gevolgen voor het emotionele gedrag van later, in relaties met anderen. Hechting kan belemmerd worden door hersenbeschadiging, door lichamelijke of psychische problemen bij de ouders, door het liggen in een couveuse, psychiatrische problemen bij de ouders (depressiviteit, verslaving). In deze hechtingstheorie wordt de nadruk gelegd op het mechanistisch denken. In de objectrelatie theorie (relaties met andere personen) ligt de nadruk op het personalistisch denken. De objectrelatie theorie richt zich niet op de fantasie zoals de psychoanalyse. De objectrelatie theorie veronderstelt ook geen aangeboren driften. In de objectrelatie theorie is er als eerste een symbiotische relatie tussen moeder en kind, in de volgende fase gaat het kind ook relaties aan met andere personen. Dit wordt het proces van separatie-individuatie genoemd, het kind krijgt een eigen identiteit en maakt zich als het ware los.tijdens het proces van verinnerlijking worden beelden en herinneringen van de objecten (personen) uit de omgeving van het kind opgeslagen, deze beelden hoeven niet altijd waarheidsgetrouw te zijn. Gedeelten van personen worden opgeslagen, personen worden nog niet als een compleet geheel gezien. Transitionele objecten (zoals knuffelberen) kunnen de plaats innemen van bijvoorbeeld de moeder. Vanaf drie jaar ontstaat de emotionele objectconstantie (Piaget), kinderen kunnen nu beelden van personen vasthouden. De objectrelatie theorie benadrukt dat angst ook al bij jonge kinderen kan optreden, en niet alleen in de Oedipusfase zoals Freud beweerde. Onbewuste conflicten zijn hier conflicten tussen tegengestelde beelden van objecten. 2.4 De psychoanalyse beschouwt psychische stoornissen als uitingen van onbewuste conflicten, tegenwoordig wordt ook het belang van biologische factoren meegewogen. Freud maakte een onderscheid tussen depressieve gevoelens na rouw en depressieve gevoelens in de zin van melancholie. Depressies werden volgens Freud veroorzaakt door het Superego (te veeleisend). Angst is nodig om te overleven, we spreken van een angststoornis wanneer de angst op zichzelf het probleem is. In de psychoanalyse geldt angst als symptoom van een onbewust conflict. De verdedigingsmechanismen verhullen het onbewuste conflict. Psychische stoornissen kunnen evenwel veroorzaakt worden door biologische factoren, maar ook dan is de ontwikkeling ervan afhankelijk van de vroegkinderlijke ervaringen. 2.5 De psychoanalyse helpt ons anders tegen het gedrag van anderen aan te gaan kijken. Het mechanisme dat herinneringen tegenhoud, het verdedigingsmechanisme genoemd, is belangrijk voor de hulpverlening. Drie typen verdediginsgmechanismen: 1. De volwassen verdedigingsmechanismen: altruã sme (eigenbelang ondergeschikt maken aan anderen), humor, sublimatie (onaanvaardbare wensen omzetten in sociaal aanvaardbaar gedrag bijvoorbeeld Pagina 7 van 31

8 agressie omzetten in sport). 2. De neurotische verdedigingsmechanismen: weren onbewuste gedachten, verdrongen gedachten kunnen terugkeren bijvoorbeeld bij het zien van een film. Gevoelens behorende bij een bepaalde situatie kunnen verplaatst worden naar een andere situatie of persoon. Gevoelens kunnen ook onbewust verdrongen worden. Wegstoppen van herinneringen kan ook via: isoleren van gevoel, somatiseren, vermijding, ongedaan maken, ageren, reactieformatie (omkering tegendeel). 3. De primitieve verdedigingsmechanismen: splitsing (scheiding van goed en slecht), projectie (gevoelens toeschrijven aan een ander), ontkenning. In de hulpverlening komt het nogal eens voor dat cliã«nten hun woede op een bepaald persoon uit het verleden richten op de therapeut: dit wordt overdracht genoemd. In zoâ n overdrachtsreactie worden gedragspatronen uit het verleden opnieuw beleefd. De reacties zijn inadequaat, niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Positieve gevoelens komen voor bij positieve overdracht, negatieve gevoelens als agressie en boosheid bij negatieve overdracht. Pas na het bereiken van de fase van emotionele objectconstantie kan er bij kinderen overdracht plaatsvinden. In de residentiã«le hulpverlening wordt overdracht soms bewust uitgelokt ten behoeve van de behandeling. Bij overdracht speelt ook het verleden van de hulpverlener een rol, de hulpverlener moet zich bewust zijn van de gevoelens die patiã«nten bij hem of haar kunnen oproepen. De reactie van de hulpverlener op overdrachtgevoelens bij een patiã«nt heet tegenoverdracht. Tegenoverdracht kan voorkomen in de volgende gevallen: - patiã«nten die in de hulpverlening en thuis vaak alleen zijn gelaten - vluchtelingen met gruwelijke verhalen - in het werken met kinderen - ouders die hun kind haten In de praktijk kunnen hulpverleners in dit soort gevallen het beste voorzichtig zijn met hun interpretaties en het toepassen van verdediginsgmechanismen, tegenoverdracht moet besproken worden met collegaâ s, hulpverleners moeten zich ervan bewust zijn dat er gevoelens van tegenoverdracht bestaan en dit moeten ze zoveel mogelijk bespreken met collegaâ s. 2.6 De psychoanalyse kent ook een aantal minder fraaie aspecten: - weinig aandacht voor ontwikkelingen buiten het gezin - psychoanalyse is moeilijk wetenschappelijk te toetsen, want erg subjectief - de theorie is erg gesloten, begrippen kunnen worden toegepast zonder dat daarbij veel kritiek mogelijk is. Het hoofdstuk wordt afgesloten met leesvragen, multiple-choicevragen, inzichtsvragen, meningvormende vragen en casuã stiek (p. 86 t/m 92, Het palet van de psychologie, Rigter). Hoofdstuk 3 Behaviorisme 3.1 In het behaviorisme staan leerprocessen centraal. Kenmerken van het behaviorisme: - het gedrag van mensen en dieren is continu, leerprocessen bij beide soorten Pagina 8 van 31

9 - mensen zijn blanco (tabula rasa) wanneer zij geboren worden, al het gedrag is aangeleerd. - Gedrag wordt gereduceerd tot kleinere delen om het te kunnen begrijpen - Het behaviorisme was aanvankelijk een wetenschapsfilosofische opvatting die stelde hoe wetenschap bedreven diende te worden. Behavioristen richten zich op het objectief waarneembare gedrag. - Het behaviorisme bestudeert slechts de externe factoren die van invloed zijn op het gedrag van mensen en dieren. Watson is de grondlegger van deze stroming. Eerste behavioristische artikel: Psychology as the Behaviorist Views it (Watson). Gedrag is een reactie op een stimulus, er werd uitgegaan van klassieke conditionering zoals die van Pavlov. Watson richtte zich op de praktische toepassing van psychologie, hierin maakte hij geen onderscheid tussen mensen en dieren omdat leerprocessen volgens hem centraal stonden bij gedrag. Een latere stroming, het neobehaviorisme stelde dat het gedrag (respons) afhankelijk is van stimuli maar ook van het organisme zelf. Er was dus een interveniã«rende variabele tussen de stimulus en de respons. Nog steeds moest dit observeerbaar zijn (in tegenstelling tot in de psychoanalyse). Skinner: operant conditioneren. Het gevolg op de consequentie van het gedrag zal bepalen of gedrag in frequentie toe zal nemen of af zal nemen. Bij Watson, klassieke conditionering, lag de nadruk op de stimulus waarmee het gedrag verklaard kon worden, Skinner benadrukte de consequentie van het gedrag. Reà nforcement: beloning en straf beã nvloeden de frequentie van gedrag. Mensen worden dus geboren als een tabula rasa en veranderen onder invloed van de omgeving. In de jaren zestig ontwikkelde Bandura de sociale leertheorie. Leren door imitatie, model-leren. Het behaviorisme heeft een eigen begrippenkader, maar geen eigen organisatie. Er is geen hulpverlening aan verbonden, later wel de gedragstherapie die gebaseerd is op de principes van het behaviorisme. Gedrag wordt bepaald door omgevingsinvloeden: periferalisme. Een ander kenmerk van het behaviorisme is de cirkelredenering: hij kan goed voetballen, hij heeft talent. Waarom heeft hij talent, omdat hij goed kan voetballen (je kunt het talent niet zien). De leerprincipes in het behaviorisme werken voor zowel mensen als dieren, kinderen en volwassenen. Het behaviorisme heeft een mechanistisch mensbeeld, gedrag is op te delen in onderdelen. Het behaviorisme, kijkt met betrekking tot het biopsychosociale model, niet naar de erfelijke factoren, ook biologische factoren krijgen weinig aandacht. 3.2 Leerprocessen zijn te ordenen naar de evolutionaire ladder. Hogere soorten vertonen complexer gedrag: cognitief, symbolisch leren. De middelste groep: associatief leren. Laagste niveau: habituatie. Habituatie: organismen selecteren prikkels. Babyâ s habitueren al, sommige mensen wennen sneller aan prikkels dan andere. Autisten en schizofrenen habitueren slecht, herhaalde prikkels worden steeds als nieuw waargenomen. Als je schrikt van een claxon bijvoorbeeld, is er volgens de klassieke conditionering een ongeconditioneerde respons op een ongeconditioneerde stimulus. Wanneer stimuli gelijktijdig optreden kan er associatie optreden. Een stimulus kan dan al een angstreactie oproepen, ook bij afwezigheid van de andere stimulus. Leerwetten bij het klassiek conditioneren: - Continuà teit: ongeconditioneerde en geconditioneerde stimulus moeten aangrenzend zijn, anders treedt er geen associatie op. - Onbewust leren en geringe invloed van kennis - Discriminatie: onderscheid maken tussen stimuli en generalisatie: geen onderscheid maken Pagina 9 van 31

10 Volgens de operante conditionering wordt gedrag geleerd door trial and error. Gedrag verdwijnt door uitdoving (extinctie). Skinner ontwikkelde het S-R-C model (stimulus, respons, consequentie). Verstandelijk gehandicapten gaan soms expres zichzelf verwonden als de groepsleiding in de buurt is om aandacht te krijgen. De aanwezigheid van de groepsleiding is dan de stimulus discriminante. Consequenties op gedrag kunnen prettig zijn of niet-prettig. De consequentie kan tot stand komen door dat er iets wordt toegevoegd, of dat er een consequentie wordt weggenomen of uitblijft. In de residentiele hulpverlening wordt veel gebruik gemaakt van beloning om goed gedrag aan te leren. Intrinsieke beloning: consequentie op het gedrag (honger ï ½ eten), extrinsieke beloning wordt door de omgeving toegediend (ouders geven compliment voor leegeten bord). Een straf die wordt toegediend is een positieve straf. Een negatieve straf komt voor wanneer iets fijns wordt weggenomen. Gedrag kan ook stoppen na verzadiging of na het negeren ervan. Bij fobieã«n wordt wel de techniek van exposure (blootstelling) toegepast. Invloed van de hoeveelheid consequenties: wet van de frequentie van de consequentie en de toedieningssnelheid. Gedrag zal uitdoven wanneer er geen prettige consequentie meer volgt, gedrag dat zo af en toe beloond wordt zal langzaam uitdoven. Af en toe belonen: intermittant reã nforcement. Straf: - straf is niet altijd vervelend, want aandacht - ook gewenst gedrag wordt onderdrukt - straf geven kan als model dienen voor het slachtoffer, deze leert dan hoe agressief te zijn. - straf kan wraakacties tot gevolg hebben Vooral in de hulpverlening keert het ritssluitingsprincipe nog al eens terug. Hulpverlener en patiã«nt belonen elkaar negatief. Het model-leren van de sociale leertheorie komt niet bij alle soorten voor, alleen bij de hogere. In modelleren leert een individu in welke situatie het model het gedrag vertoont en wat de consequenties ervan zijn. Hulpverleners zijn een model voor de hulpvrager, ook wordt dit principe gebruik bij video-home training en sociale-vaardigheidstrainingen. 3.4 (paragraaf 3.3 ontbreekt in boek) Psychologen hebben inmiddels afstand genomen van de behavioristische gedachte dat de mens slechts een black box is, zonder cognitieve verschijnselen. Het neobehaviorisme was een eerste aanzet voor een theorie waarin ook aandacht is voor omgevingsvariabelen. Het begrip associatie slaat op het leren van betekenissen. Door het leren van een betekenis wordt de omgeving voorspelbaar (donkere wolken -> regen). 3.5 Het behaviorisme hield zich vooral bezig met angststoornissen en depressie. Depressie is een stemmingsstoornis waarbij prettige consequenties afwezig zijn en normaal gedrag uitdooft. In de residentiã«le hulpverlening wordt nogal eens aangeleerde hulpeloosheid aangetroffen. Het eigen initiatief van patiã«nten verdwijnt, doordat zij voortdurend verzorgd worden ook als ze daar niet om vragen. Angststoornissen worden problematisch wanneer de angst zelf het probleem is, zoals in een fobie of obsessief-compulsieve stoornis. Volgens het tweefactorenmodel ontstaat een fobie door klassieke Pagina 10 van 31

11 conditionering en blijft het in stand door operante conditionering. Een obsessief-compulsieve stoornis (dwangstoornis) ontstaat door de wet van het effect uit het operant conditioneren. 3.6 In de hulpverlening wordt nogal eens gebruik gemaakt van de gedragsanalyse. Het verkeerde gedrag wordt vastgesteld en onderzocht. Veel gemaakte fout is het interpreteren van verkeerd gedrag. Bij een gedragsmeting wordt gelet op de tijdsduur, de frequentie en de intensiteit van het verkeerde gedrag. Na de observatie wordt er een nullijn voor het gedrag bepaald. In de uitvoering van de beã nvloeding van probleemgedrag moet er rekening mee worden gehouden dat positief straffen allerlei nadelen heeft en dat het negeren van gedrag tot gevolg heeft dat het gedrag in het begin in frequentie toe zal nemen. De patiã«nt moet gaan inzien dat het gewenste gedrag prettige consequenties heeft. Sociale-vaardigheidstrainingen zoals de Goldstein training (voor laag opgeleiden) is een mix van operant conditionering en model-leren. Mensen met gebrekkige sociale vaardigheden zoals zwakbegaafden, kinderen en psychiatrische patiã«nten hebben vaak een gedragstekort (verlegen) dat ze compenseren met een teveel aan gedrag. In de socialevaardigheidstrainingen leren patiã«nten hun negatieve gedrag om te zetten in sociaal competent gedrag dat beloond wordt. Token Economy systeem: hulpverleningsmethode gebaseerd op het idee dat gedrag in stand blijft door de consequenties en het gedrag van de hulpverleners. Bewoners krijgen een beloning (fiche of iets dergelijks) bij goed gedrag en moeten inleveren bij ongewenst gedrag. De patiã«nt leert zo met welk gedrag hij beloningen kan krijgen en is dus minder afhankelijk van de hulpverlening. Tot slot: - de black box visie van het behaviorisme is inmiddels achterhaald. Er zijn meerdere factoren - de experimenten zijn voornamelijk in laboratoria met dieren uitgevoerd. In de hulpverlening is toepassing van de leerprincipes soms moreel bezwaarlijk en ook praktisch onuitvoerbaar. - opvattingen over belonen en straffen verschillen, lastig bij toepassing token economy systeem. Hoofdstuk 4 Humanistische psychologie 4.1 In de hulpverlening wordt vooral de theorie van Rogers veel toegepast. In reactie op de psychoanalyse en het behaviorisme ontstond er een stroming waarin subjectiviteit centraal staat, evenals de ontwikkeling van een persoon. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun leven en de eigen ervaringen hierin zijn erg belangrijk. Daarbij wordt de mens gezien als een totaliteit. De humanistische psychologie heeft als doelstelling de eventuele belemmeringen van een persoon weg te nemen om het voor hem of haar mogelijk te maken verder te groeien. Andere, vergelijkbare stromingen: - existentialisme (Sartre en Heidegger): individuele keuzes staan centraal, subjectiviteit en persoonlijke beslissingen. - gestaltpsychologie: gehele mens centraal, mens in interactie met omgeving. Het geheel is meer dan de som der delen. Maslow gaf het doelgerichte gedrag van mensen een centrale plaats. Mensen proberen eerst hun lagere motivaties, zoals slaap, te verwezenlijken alvorens de hogere behoeftes verschijnen. In reactie op oorlog Pagina 11 van 31

12 en geweld, zoals de Vietnam oorlog, ontstond er behoefte aan een psychologie waarin de mens als uniek individu centraal staat. Nu nog wordt het idee dat de mens een geheel is aangehangen. Ook in de hulpverlening is het humanistische begrip empathie nog steeds populair. In het westerse denken is ook de mens uniek, hierom is er nog steeds sympathie voor de humanistische visie, maar in de psychologie is de theorie inmiddels al vervangen. Rogers perioden in theorievorming: - non-directieve periode: adviseren en interviewen centraal in de hulpverlening. De cliã«nt bepaalt zelf de doelstellingen van de therapie, de therapie benadrukt het hier en nu en niet het verleden, de therapeut maakt geen gebruik van directieve interventies. - client-centered therapy: cliã«nt staat centraal. De hulpverlener heeft geen actieve rol, geeft niet zijn mening en geen adviezen maar volgt het spoor van de cliã«nt. - Drie uitgangspunten voor hulpverleners: echtheid van de hulpverlener, empathie, onvoorwaardelijke positieve acceptatie van de cliã«nt. In het licht van de debatten over het ontstaan van oorlog en geweld na de Tweede Wereldoorlog had Rogers de vrije hand. De psychoanalyse en het behaviorisme konden de vragen niet beantwoorden. Rogers theorie daarentegen was eenvoudig en begrijpelijk, een theorie waar iedereen wat mee kon. In Nederland werden de mensen verstikt door de normen en waarden van de kerk, school en het gezin. Een theorie waarin groei en zelfactualisatie de ruimte kregen werd dan ook populair. Het individu werd nu centraal gesteld, in plaats van de autoriteit. De humanistische school was vooral een alternatieve beweging geworden. Er is geen eigen organisatie van humanisten. Het mensbeeld was vooral een optimistisch mensbeeld, mensen moesten de ruimte krijgen om te groeien. De rol van het individu is erg belangrijk. Subjectiviteit is een ander kenmerk. In de rogeriaanse humanistische psychologie hebben kinderen een iets andere belevings- en ervaringswereld dan volwassenen. De gevoelens van kinderen zijn minder gedifferentieerd en echter dan die van volwassenen. Dieren en mensen zijn wezenlijk verschillend volgens de humanistische psychologie. Roger reduceerde de invloed van de werkelijkheid, de sociale invloed op de mens. Dit wordt nu vooral bekritiseerd. Een ander uitgangspunt van de rogeriaanse psychologie is de goedheid van de mens. Het kwade zou slechts van buiten afkomstig kunnen zijn. Moderne rogerianen verwerpen dit standpunt. Het personalistisch mensbeeld past het best bij de humanistische visie. Het innerlijke van de mens en de eigen emoties staan centraal (centralisme: de mens centraal gesteld). Er is weinig aandacht voor de biologische en culturele invloeden. Later werden wel de sociale invloeden in de theorie verwerkt. 4.2 De Rogeriaanse theorie benadrukt de dynamische persoonlijkheid, de ontwikkeling van een individu. De interactie tussen voelen, denken en handelen heeft een centrale rol. De interactie tussen denken en voelen wordt aangeduid met de interne dialoog. De interactie met anderen heet de externe dialoog. Hulpvragers hebben te kampen met een vastgelopen interne dialoog, het afsluiten voor de eigen gevoelens. Wanneer de interne en de externe dialoog goed op elkaar zijn afgestemd spreekt men van een gezond, geã ntegreerd individu. De lichamelijk gevoelde betekenis is belangrijker dan het denken in de rogeriaanse benadering. In de rogeriaanse psychotherapie is het belangrijkste doel: persoonlijkheidsverandering, het herstellen van de interne en externe dialoog. Voorwaarden van de hulpverlener: Pagina 12 van 31

13 1. Echtheid is een van de noodzakelijke en voldoende voorwaarden voor het succesvol zijn van een therapie volgens Rogers. Echtheid heeft een binnenzijde, namelijk dat de hulpverlener zich openstelt voor alle gevoelens en een buitenzijde, de hulpverlener moet inzien dat cliã«nten niet aan alle eigen gevoelens behoeven te worden blootgesteld maar dat ze worden gebruikt wanneer ze een therapeutische werking hebben.de hulpverlener moet congruent zijn, dat wil zegen een goed geã ntegreerd persoon die zijn eigen tekortkomingen onderkent. Gespeelde echtheid, ingegeven door verveling, moet worden benoemd en zo veel mogelijk opgelost worden. 2. De hulpverlener moet de cliã«nt onvoorwaardelijk aanvaarden. De belevingen van de cliã«nt moeten niet vanuit het eigen referentiekader bekeken en beoordeeld worden maar geaccepteerd worden. Het idee is dat mensen zichzelf sneller aanvaarden wanneer zij door de hulpverlener aanvaard worden. 1. Empathie: cognitief en emotioneel begrijpen van de ervaringen van de cliã«nt. Een empathische hulpverlener geeft prioriteit aan de gevoelens en waarden van de cliã«nt boven die van zichzelf. Empathie is niet hetzelfde als identificatie of als het steunen van de cliã«nt. De hulpverlener begrijpt wel de gevoelens maar hoeft deze niet zelf aan te nemen. Gendlin was een leerling van Rogers. Hij ontwikkelde de experiã«ntele therapie. Gendlin benadrukte hierin vooral het lichamelijk gevoel bij ervaringen. Door het innerlijke gevoelsleven te betrekken bij de therapie zal het nieuwe gedrag beter werken is de achterliggende gedachte. Focusing: methode waarbij cliã«nt leert open te staan voor zijn lichamelijke gevoelens. Dit is nog preconceptieel: de cliã«nt kent de gevoelens cognitief nog niet. 4.3 Nieuwe ontwikkelingen: - het schizofrenieproject: Rogers methode werkte niet bij schizofrenen, de drie grondhoudingen van de therapeut waren ontoereikend. De therapeut kreeg nu ook een sturende houding - een andere ontwikkeling is de totstandkoming van een benadering waarin het denken centraal staat. Spiegelen: gesprekstechniek waarbij de therapeut de gevoelens in een gesprek naar voren laat komen. - Procesgerichte gesprekstherapie: eclectisch: niet een theorie centraal, maar verschillende benaderingen die van nut zijn toepassen. Hierbij wel een directieve houding van de therapeut, vooral bij moeilijke cliã«nten. Het groeiproces van de cliã«nt krijgt een belangrijke rol toebedeeld. - er kwam kritiek vanuit andere theoretische stromingen. Leerpsychologen stelden dat de hulpverlener de gespreksthemaâ s uitkiest en daarmee de aandacht verdeeld en dat de therapeut altijd een modelfunctie heeft. Communicatietheoretici stellen dat al ons gedrag communicatieve waarde heeft, je communiceert dus altijd als hulpverlener ook al zwijg je. 4.4 Rogers verwierp diagnostische categorisering van individuen met psychische stoornissen. Hij vond dat hierdoor het individu naar de achtergrond verdween en de stoornis te veel naar voren kwam. Stoornissen worden gezien als het gevolg van incongruentie. Tegenwoordig wordt er wel gebruik gemaakt van diagnostische categorieã«n, maar is er geen theoretisch kader voor het ontstaat ervan binnen de rogeriaanse psychologie Pagina 13 van 31

14 Rogers veranderde de positie van de therapeut, hij verlaagde de positie ervan en stelde de cliã«nt centraal. Gordon-methode: gericht op opvoedingssituaties.speerpunten van de methode: onvoorwaardelijke acceptatie, transparant uiten van boodschappen, actief luisteren. Bij de acceptatie van gevoelens moet gelet worden op pseudo-acceptatie (net doen alsof je gedrag aanvaardt). Ouders mogen inconsequent izjn in het accepteren van gedrag, mits ze laten merken waarom bepaald gedrag wel of niet geaccepteerd wordt. Luisteren is erg van belang in de opvoeding. Luisteren kan zowel niet-verbaal als verbaal. Niet-verbaal luisteren: laten merken dat je luistert door gebaren. Het transparant uiten van boodschappen kan door het uitzenden van ik-boodschappen. Gentle teaching: op een vriendelijke manier onderwijs geven, toegepast bij gedragsgestoorde verstandelijk gehandicapten. In deze methode wordt de mens ook als een geheel gezien, maar daarnaast wordt het samenleven met anderen benadrukt. Onderlinge afhankelijkheid tussen hulpvrager en hulpverlener heeft een hoofdrol. Kernbegrippen: solidariteit, vriendschap en samenzijn. Hulpverlener en hulpvrager hebben een gelijkwaardige relatie. Bowlby benadrukte het belang van hechting, het bestaan van een affectieve band tussen de opvoeder en het kind. Probleemgedrag moet volgens hem geen aandacht krijgen, maar juist genegeerd worden. De Nederlandse orthopedagoog Peters vond dat er wel enige ruimte moet zijn voor de hulpverlener om grenzen aan te geven en probleemgedrag moet niet altijd genegeerd worden. De validation-methode is een manier om dementerenden te benaderen. In deze theorie, ontwikkeld door Feil, dient de hulpverlener het ophalen van herinneringen te stimuleren om de angst en het terugtrekgedrag van dementerende bejaarden te beperken. De validationtheorie gaat uit van de uniciteit van het individu, de hulpverlener moet een empathische houding aannemen om de waardigheid van de bejaarde te herstellen, de dementerende moet gewaardeerd en geaccepteerd worden, gevoelens moeten geuit worden. 4.6 Algemene kritiek op de rogeriaanse hulpverlening bestaat voornamelijk uit het ontbreken van de factor sociale omstandigheden. De drie grondhoudingen doen niet altijd opgeld, bijvoorbeeld in de behandeling van schizofrene patiã«nten. De houding onvoorwaardelijke acceptatie van de patiã«nt is in veel praktijksituaties onhoudbaar. Een empathische houding is moeilijk vol te houden wanneer er culturele verschillen zijn tussen hulpverlener en hulpvrager. 4.7 Samengevat kan gesteld worden dat de humanistische psychologie een psychologie is waarin de mens als geheel centraal staat. In de rogeriaanse visie is het machtsverschil tussen hulpverlener en cliã«nt opgeheven. Hoofdstuk 5: Cognitieve psychologie 5.1 Als reactie op het behaviorisme ontstond de cognitieve psychologie: - in de cognitieve psycholoog wordt de totstandkoming van gedrag onderzocht en worden geen Stimulus- Pagina 14 van 31

15 Respons schemaâ s gebruikt. - dieren en mensen zijn verschillend, dieren hebben geen taalvermogen - cognitief psychologen onderzoeken de binnenkant van de mens, de black box - mensen zijn actief en creatief en sturen zelf hun leven In de jaren zestig verscheen het boek Cognitive Psychology van Neisser. Verschillende maatschappelijke ontwikkelingen versnelden de totstandkoming van de cognitieve psychologie. In de Tweede Wereldoorlog kwam er aandacht voor communicatieprocessen en informatieoverdracht. De opkomst van de informatietheorie werd ook vergroot door de ontwikkeling van de computer. Het behaviorisme werd definitief weggevaagd door de taalkundige Chomksy, die een taaltheorie presenteerde waarin een aangeboren taalvermogen verondersteld werd. Kinderen konden onmogelijk het grote aantal zinnen leren dat ze uiteindelijk leren op basis van een tabula rasa (blanco geest) en behavioristische leerprincipes. De cognitieve psychologie had een mechanistisch mensbeeld, de mens werd waargenomen als een machine met input en output. Later voegden cognitief psychologen het idee van het actieve organisme toe aan dit mensbeeld. Mensen selecteren en construeren zelf de informatie die ze tot zich nemen. Nu is er sprake van een organistische visie. Sommige cognitief psychologen gaan nog verder en beweren dat de mens zelf zijn leven indeelt, dit is dan een personalistische visie. Het sociaal constructivisme is een theorie waarin kennis wordt gezien als een sociaal verschijnsel, ook het geheugen is een sociaal gebeuren (samen herinneringen ophalen). Nieuwe technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om de hersenen van binnen te bekijken (beeldvormende technieken), aan de hand van de resultaten daarvan wordt de cognitieve informatietheorie getoetst. Er zijn veel verschillende varianten van de cognitieve psychologie, er is nooit een organisatie opgericht. In het cognitief psychologische mensbeeld zijn er kwalitatieve verschillen tussen dieren en mensen, verschillen leerprocessen van kinderen en volwassenen en staan innerlijke cognitieve processen centraal in de verklaring van het gedrag. De eerste vormen van de cognitieve psychologie waren mechanistisch, de mens als een computer. Later (Piaget) werd de mens als een organisme beschouwd, er is wederzijdse beã nvloeding tussen het organisme en zijn omgeving. In de personalistische visie is de mens een actief en creatief wezen. Het biopsychosociale model is van toepassing op deze psychologie, omdat zowel het biologische, als het psychische en het sociale van invloed wordt geacht op het individu. 5.2 Cognitie is het bewerken en ontwikkelen van kennis en informatie. Bij de verwerking van informatie zijn veel processen betrokken: waarneming, aandacht, concentratie, psychomotoriek, probleemoplossend vermogen, beoordelen, reactievermogen, intelligentie, oriã«ntatie, geheugen, leervermogen en sociale aanpassing. Cognitieve processen kunnen automatisch verlopen of doelbewust aangestuurd worden. Van cognitieve processen is het resultaat vaak wel aan te wijzen, maar is het lastiger het proces te benoemen. Waarneming is een actief en een cyclisch proces. Op basis van hun verwachtingen over de werkelijkheid wordt de aandacht selectief verdeeld over de binnenkomende informatie. Mensen ontwikkelen in hun leven cognitieve schemaâ s van objecten of situaties met de bijbehorende kenmerken. Tijdens het waarnemen wordt er informatie vanuit de omgeving gecombineerd met de bestaande cognitieve schemaâ s. Bruner verdeelde de waarneming in de drie processen hypothesevorming, informatie-/verkenningsfase en confirmatiefase. Mensen hebben de behoefte om hun gedrag af te stemmen op anderen. Cognitieve dissonantie: Pagina 15 van 31

16 verschil tussen eigen gedrag en cognitie. Bij een bewuste waarnemingscyclus krijgt à à n situatie de aandacht, bij onbewuste waarneming wordt een groot aantal situaties gelijktijdig waargenomen. Het geheugen wordt beã nvloed door waarneming en waarneming wordt beã nvloed door de aanwezige kennis. Het geheugen stuurt de waarneming en de waarneming voedt het geheugen. Zintuigen zijn de basis van het sensorisch geheugen. Het geheugen gaat informatie selecteren en doorsturen naar het korte-termijn geheugen. Dit geheugen houdt informatie ongeveer twee minuten vast. Het werkgeheugen (onderdeel van het korte-termijn geheugen) bewerkt de informatie. Na de twee minuten gaat de informatie verloren of wordt doorgestuurd naar het lange termijn geheugen. Echter dit model kan niet alles verklaren. In het korte-termijn geheugen komt ook informatie vanuit het lange-termijn geheugen terecht en bij de afwezigheid van prikkels gaan mensen zelf prikkels opwekken door middel van hallucinatie bijvoorbeeld. Onderzoek wijst uit dat het dromen in de REM-slaap (Rapid Eye Movement) van groot belang is bij de ontwikkeling van de hersenen en het denken (onthouden). In bovenstaand model wordt uitgegaan van bewuste informatieverwerking, echter ook onbewust wordt informatie verwerkt en opgeslagen. Enkele feiten over het geheugen: - mensen hebben verschillende geheugens (beelden, geuren, geluiden). In het semantische geheugen wordt algemene kennis opgeslagen, zoals taal, rekenen en geschiedenisfeiten. In het episodisch geheugen wordt informatie omtrent de eigen persoon, het verleden opgeslagen. - Geheugenprocessen kunnen expliciet plaatsvinden ofwel bewust of impliciet (onbewust). Korsakoff patiã«nten kunnen nog wel impliciete informatie opslaan, maar geen expliciete. - Het geheugen is contextafhankelijk; herinneringen komen sneller en beter naar voren wanneer de context vergelijkbaar of gelijk is. Deze opsomming laat zien dat geheugenprocessen minder bewust verlopen dan we vaak zelf denken. De psychoanalytische theorie krijgt zo meer waarde. Bij geheugenstoornissen is meestal slechts een bepaald deel van het geheugen aangetast (bijvoorbeeld het episodische geheugen). Piaget beschreef een theorie over de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Geheugenschemaâ s vervullen hierin een centrale rol. In de verschillende stadia van ontwikkeling wordt het logisch redeneren ontwikkeld. Het geheugen wordt ontwikkeld met behulp van interactie tussen kinderen en de omgeving. De mechanismen van assimilatie (nieuwe informatie verwerken in bestaande schemaâ s) en accommodatie (construeren van nieuw schema op basis van nieuwe informatie) zijn de pijlers van de cognitieve ontwikkeling in de theorie van Piaget. De cognitieve stadia: 1. Sensomotorische fase, 0-2 jaar: waarneming en motoriek, onderscheid leren tussen zichzelf en de wereld. Objectconstantie: leren dat een object nog steeds aanwezig is ook al is het niet meer zichtbaar. 2. Preoperationele fase, 2-7 jaar: denken is gebonden aan de waarneming en egocentrisch, ook is de waarneming gericht op à à n aspect. Het kind gaat oorzaak en gevolg met elkaar verbinden, toeval is niet mogelijk. Fase van het magisch denken: levenloze objecten bevatten menselijke eigenschappen 3. Concreet operationele fase, 7-11 jaar: ontwikkeling conservatiebegrip (overgieten van een vloeistof in een anders gevormd glas, kind snapt dat hoeveelheid vloeistof gelijk is gebleven). 4. Formeel operationele stadium, vanaf 11 jaar: logisch rederenen, hoofdrekenen, conservatiebegrip. Kinderen maken minder gebruik van accommodatiemechanismen dan van assimilatiemechanismen. Beelden van de persoonlijkheid van anderen laat ons de individuele verschillen tussen mensen zien en zorgt voor stabiliteit van een persoon. Cognitieve stijl slaat op het verschil tussen mensen, bijvoorbeeld het Pagina 16 van 31

Vragen Algemene psychologie Het palet van de psychologie, Jakop Rigter (ISBN 9062830307, derde druk, 2005)

Vragen Algemene psychologie Het palet van de psychologie, Jakop Rigter (ISBN 9062830307, derde druk, 2005) 1) De opvatting dat de mens meer is dan de som der delen past binnen de algemene systeemtheorie. (36) 2) Volgens het biopsychosociaal model hebben factoren die zich afspelen op het psychische niveau invloed

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 11. 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13. 2. Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51

Inhoud. Woord vooraf 11. 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13. 2. Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51 Inhoud Woord vooraf 11 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13 1.1 Een definitie van de psychologie 14 1.2 Wetenschappelijke psychologie en intuïtieve mensenkennis 16 1.2.1 Verschillen in het verzamelen

Nadere informatie

Antwoorden Algemene psychologie Het palet van de psychologie, Jakop Rigter (ISBN , derde druk, 2005)

Antwoorden Algemene psychologie Het palet van de psychologie, Jakop Rigter (ISBN , derde druk, 2005) 1) Ja 2) Nee, factoren op het hoger gelegen psychische niveau hebben geen invloed op bijv. biologische processen. 3) Ja, echter deze hebben niet daadwerkelijk invloed op een biologisch proces wat de veroorzaker

Nadere informatie

LA KOL 12-13 Bijeenkomst 4

LA KOL 12-13 Bijeenkomst 4 LA KOL 12-13 Bijeenkomst 4 Terugblik bijeenkomst 3: 4: cognitieve ontwikkeling - ontwikkeling/leren/rijpen - geheugen - vormen van leren Opdrachten: - Deskundigen verdiepen - lezen H7 - Presentatie materialen

Nadere informatie

Werkstuk Maatschappijleer Freud + leer

Werkstuk Maatschappijleer Freud + leer Werkstuk Maatschappijleer Freud + leer Werkstuk door een scholier 1004 woorden 25 februari 2006 5,8 15 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Freud -> Arts in wenen die gespecialiseerd was in zenuwziekten

Nadere informatie

Summer University Psychoanalyse 2017

Summer University Psychoanalyse 2017 Summer University Psychoanalyse 2017 Sacha de Reuver 3 juli t/m 7 juli 2017 UvA Wat is psychoanalyse? Mensbeeld Verzameling theorieën over psychisch functioneren Therapeutisch proces Klassieke Psychoanalyse

Nadere informatie

Inhoud. 1 Oriëntatie op de psychologie 15

Inhoud. 1 Oriëntatie op de psychologie 15 Inhoud 1 Oriëntatie op de psychologie 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Wetenschap 16 1.3 Psychologie 19 1.3.1 Object van de psychologie 20 1.3.2 Object en theorie 23 1.4 Relatie tussen de psychologie en andere

Nadere informatie

De machinemens in de medische geschiedenis en in de huidige medische praktijk

De machinemens in de medische geschiedenis en in de huidige medische praktijk De machinemens in de medische geschiedenis en in de huidige medische praktijk Nel van den Haak Filosofisch Café Zwolle 19 januari 2015 Aandachtspunten: Wat zijn metaforen? De machinemens in de historische

Nadere informatie

A. De wetenschap van psychologie

A. De wetenschap van psychologie A. De wetenschap van psychologie Psychologische wetenschap Psychologie is de studie naar mentale activiteiten en gedrag. Psychologen proberen het mentale leven te begrijpen en gedrag te voorspellen. Alle

Nadere informatie

26/02/2013. Prenatale ontwikkeling. De geboorte. Pasgeborene

26/02/2013. Prenatale ontwikkeling. De geboorte. Pasgeborene Prenatale ontwikkeling De geboorte Pasgeborene 1 Motorische ontwikkeling 5 fasen van arousal state 1. Rustige slaap (1/3) 2. REM slaap (1/3 1/4) 3. Passieve waaktoestand 4. Actieve waaktoestand 5. Huilen

Nadere informatie

HIC, specialisatie kinderen

HIC, specialisatie kinderen HIC, specialisatie kinderen Module Docent contact uren Zelfstudie Psychologie en psychopathologie 11 44 uur Ontwikkelingspsychologie 11 22 uur Inleiding in de Chakrapsychologie 11 36 uur Jungiaanse psychologie,

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

8/03/2013. Prenatale ontwikkeling. De geboorte. Pasgeborene

8/03/2013. Prenatale ontwikkeling. De geboorte. Pasgeborene Prenatale ontwikkeling De geboorte Pasgeborene 1 Baby Motorische ontwikkeling Kijkstadium (0 3m) Grijpstadium (3 6) Zitstadium (6 9) Rechtop staan (-9-12) Loopstadium (12-15) Geboorte = beperkt aantal

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Voorkómen van huiselijk geweld

Voorkómen van huiselijk geweld Voorkómen van huiselijk geweld hoe profiteren we van wetenschappelijke kennis? Nico van Oosten senior adviseur Huiselijk en Seksueel Geweld Movisie There is nothing more practical than a good theory (Kurt

Nadere informatie

Ziekte van Huntington

Ziekte van Huntington Ziekte van Huntington Begrijpen van en omgaan met veranderend gedrag Niels Reinders en Henk Slingerland (psychologen) Huntington Café 27 september 2018 Ziekte van Huntington Erfelijke neurologische ziekte

Nadere informatie

VERBETERSLEUTEL MINI-EXAMEN STOP MET BLOKKEN

VERBETERSLEUTEL MINI-EXAMEN STOP MET BLOKKEN VERBETERSLEUTEL MINI-EXAMEN STOP MET BLOKKEN 1 Examen /20 1. Wat is binnen de theorie van de psychoanalyse belangrijk? Duid het juiste antwoord aan. ( /1) a. Het statistisch meten b. Het begrijpen c. Gemiddelden

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Geweld is het vernietigen of schade toebrengen aan mensen, de natuur of aan dingen/

Geweld is het vernietigen of schade toebrengen aan mensen, de natuur of aan dingen/ Samenvatting door Jasmijn 918 woorden 27 juni 2016 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Zin in zin Godsdienst/ levensbeschouwing samenvatting hoofdstuk 5 geweld. Geweld is het vernietigen

Nadere informatie

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Dit is de inleiding van de psycho-educatie modules. Aan de hand van deze modules geven we meer informatie over hoe autismespectrumstoornissen (ASS) zich uiten

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Mijn remmingen en strevingen

Mijn remmingen en strevingen Mijn remmingen en strevingen Mijn remmingen ben ik me al enige tijd van bewust. Na ander half jaar gekampt te hebben met depressie heb ik veel over mezelf geleerd. Ik heb geleerd om bepaalde remmingen

Nadere informatie

Inhoud Uitgebreid. Foreword 15 Voorwoord 17. deel 1 WAT IS HET? 19

Inhoud Uitgebreid. Foreword 15 Voorwoord 17. deel 1 WAT IS HET? 19 Inhoud Uitgebreid Foreword 15 Voorwoord 17 deel 1 WAT IS HET? 19 1 Inleiding 21 De eerste onderzoekers 22 De opbouw van het boek 24 Aanleg of opvoeding 27 Diagnose of etiket 30 De kracht en de zwakte 32

Nadere informatie

Centrum Bergkristal Studieplan Deelopleiding Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor

Centrum Bergkristal Studieplan Deelopleiding Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor Centrum Bergkristal Studieplan Deelopleiding Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor Modules Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor 1. Psychologie en Psychopathologie 2. Sociale psychologie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Ontwikkelingspsychologie door de ogen van: Piaget, Erikson & Freud

Ontwikkelingspsychologie door de ogen van: Piaget, Erikson & Freud Piaget Jean Piaget was de eerste die een veelomvattende theorie over de cognitieve ontwikkeling ontwikkelde. = de ontwikkeling van het denken Piaget bestudeerde normale kinderen. Volgens Piaget doorloopt

Nadere informatie

Doen bij Depressie. Module 2 voor cognitief beperkte cliënten Fase 4 - Behandelen

Doen bij Depressie. Module 2 voor cognitief beperkte cliënten Fase 4 - Behandelen Bijlage 7 Doen bij Depressie Module 2 voor cognitief beperkte cliënten Fase 4 - Behandelen Leidraad voor individuele ondersteuning en mediatieve therapie bij depressieve cliënten met ernstige cognitieve

Nadere informatie

Meer informatie MRS 0610-2

Meer informatie MRS 0610-2 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie

Herstel en Rehabilitatie In de Gerontopsychiatrie

Herstel en Rehabilitatie In de Gerontopsychiatrie Herstel en Rehabilitatie In de Gerontopsychiatrie Wat is Herstel Ondersteunende Zorg? Herstelondersteunende zorg helpt mensen met ernstige psychische problemen zichzelf te helpen. Herstel betekent hier

Nadere informatie

Integrale lichaamsmassage

Integrale lichaamsmassage Integrale lichaamsmassage Eindtermen theorie: - De therapeut heeft kennis van anatomie/fysiologie en pathologie m.b.t. Integrale lichaamsmassage; - De therapeut is zich ervan bewust dat een massage behandeling

Nadere informatie

Eindexamen vwo filosofie II

Eindexamen vwo filosofie II Opgave 2 Leven vanuit vrije wil 7 maximumscore 3 een weergave van een overeenkomst tussen de Avatar-training en Sartre wat betreft de opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking: beiden lijken uit

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

EMOTIEREGULATIE DMV SURFEN OP EMOTIES DR CORINE FACHÉ KINDER- EN JEUGDPSYCHIATER UKJA

EMOTIEREGULATIE DMV SURFEN OP EMOTIES DR CORINE FACHÉ KINDER- EN JEUGDPSYCHIATER UKJA EMOTIEREGULATIE DMV SURFEN OP EMOTIES DR CORINE FACHÉ KINDER- EN JEUGDPSYCHIATER UKJA WAAROM IS EMOTIEREGULATIE BELANGRIJK??? VERSCHILLENDE MANIEREN OM NAAR DIAGNOSE TE KIJKEN Categorische diagnostische

Nadere informatie

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave Wat betekent het dat uw kind moeilijk lerend is en wat 3

Nadere informatie

Neuropsychologisch onderzoek

Neuropsychologisch onderzoek Neuropsychologisch onderzoek Inhoudsopgave Inleiding... 1 Wat is neuropsychologie?... 1 Mogelijke gevolgen van hersenproblematiek... 1 Wat is een neuropsychologisch onderzoek?... 2 Voorbeelden van neuropsychologisch

Nadere informatie

1.1 Ontwikkelingspsychopathologie Opbouw van het boek Hoofdstuk 1 in tien punten 25 Belangrijke begrippen 25

1.1 Ontwikkelingspsychopathologie Opbouw van het boek Hoofdstuk 1 in tien punten 25 Belangrijke begrippen 25 Inhoudsopgave 1 Introductie 17 1.1 Ontwikkelingspsychopathologie 17 1.2 Opbouw van het boek 20 1.3 Hoofdstuk 1 in tien punten 25 Belangrijke begrippen 25 2 Classificatie, diagnostiek en epidemiologie 27

Nadere informatie

Question 6 Multiple Choice

Question 6 Multiple Choice Question 1 Multiple Choice Het onderzoek van Strack e.a. (1988) waarin mensen op verschillende manieren een pen vasthielden terwijl ze cartoons beoordeelden toont aan dat: Question 2 Multiple Choice mensen

Nadere informatie

Behandeling informatie.

Behandeling informatie. Behandeling informatie. Bij een wachttijd langer dan een maand wordt de mogelijkheid geboden om door te verwijzen naar een andere GBGGZ- aanbieder. Psychologenpraktijk NK heeft nauwe contacten met een

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

Opgave 3 De gewapende overval

Opgave 3 De gewapende overval Opgave 3 De gewapende overval 12 maximumscore 2 een argumentatie dat het idee van vrije wil als bovennatuurlijke kracht in het kader van vrije wil als bewuste aansturing voor veel mensen aantrekkelijk

Nadere informatie

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg Combinatie Jeugdzorg helpt kinderen en ouders vakkundig bij complexe vragen over opvoeden en opgroeien, zodat kinderen zich optimaal ontwikkelen en meedoen in de samenleving. Daarbij worden participatie

Nadere informatie

De lat, de bril en de ander

De lat, de bril en de ander De lat, de bril en de ander Over laat-adolescentie en jongvolwassenheid Summer University Psychoanalyse 2018 Jaap van der Staal Kenmerken van laat-adolescentie (18-21) en jong volwassenheid (21-25) Ontwikkelingstaken:

Nadere informatie

Traumatische jeugdervaringen zijn belangrijke risicofactoren

Traumatische jeugdervaringen zijn belangrijke risicofactoren Samenvatting De minister van VWS heeft de Gezondheidsraad om advies gevraagd over de stand van wetenschap inzake therapieën waarbij hervonden herinneringen aan traumatische jeugdervaringen, in het bijzonder

Nadere informatie

Spiegelingen uit diverse werelden

Spiegelingen uit diverse werelden Spiegelingen uit diverse werelden De twee koningskinderen hadden elkaar zo lief, alleen het water, tussen hen, was zo diep. 1 Er zijn spiegelingen uit diverse werelden. Alles wat je niet wilt ervaren of

Nadere informatie

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Theorie en filosofie. 2.1 Theorie

Theorie en filosofie. 2.1 Theorie Theorie en filosofie 2 De belangrijkste uitgangspunten van de RET, het verband tussen gevoel, gedachte en gedrag; de centrale plaats van het denken, de filosofische grondslag, en de empirische onderbouwing.

Nadere informatie

Individuele coaching en groepsbijeenkomsten. Volwassenen met AD(H)D

Individuele coaching en groepsbijeenkomsten. Volwassenen met AD(H)D Individuele coaching en groepsbijeenkomsten Volwassenen met AD(H)D Behandeling en coaching Psycho-educatie cliënt en partner Staken alcohol en/of drugs Medicatie Coaching individueel Coaching in de groep

Nadere informatie

PTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren

PTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren PTSS - diagnostiek en behandeling drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren Opbouw Diagnose PTSS Prevalentiecijfers PTSS en arbeid Preventie van PTSS Behandeling

Nadere informatie

Hoogbegaafdheid en prikkelverwerking

Hoogbegaafdheid en prikkelverwerking Hoogbegaafdheid en prikkelverwerking dr. M.C. Coppens Inhoud Vaststellen van het begrip (hoog)begaafdheid. Informatieverwerking Sensorische prikkelverwerking Leerbehoeften van hoogbegaafde kinderen en

Nadere informatie

MAAK ER WAT VAN. Gedragstraining voor leerlingen praktijkonderwijs

MAAK ER WAT VAN. Gedragstraining voor leerlingen praktijkonderwijs MAAK ER WAT VAN Gedragstraining voor leerlingen praktijkonderwijs Samenvatting Binnen het praktijkonderwijs aan licht verstandelijk gehandicapte jongeren is behoefte aan een doel- en resultaatgerichte

Nadere informatie

Delfin EMDR en hypnotherapie cognitieve therapie Page 1 of 5

Delfin EMDR en hypnotherapie cognitieve therapie Page 1 of 5 Delfin EMDR en hypnotherapie cognitieve therapie Page 1 of 5 DE THEORIE DE PRAKTIJK OVEREENKOMSTEN Cognitieve therapie Naast een paar grote verschillen heeft de moderne hypnotherapie veel overeenkomsten

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

Geheugenklachten als bijwerking van Electroconvulsieve Therapie (ECT)

Geheugenklachten als bijwerking van Electroconvulsieve Therapie (ECT) Geheugenklachten als bijwerking van Electroconvulsieve Therapie (ECT) Informatie voor patiënten en hun naaste(n) Samenvatting van de informatie in de folder Patiënten die een electroconvulsieve therapie

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie Cognitieve gedragstherapie Een succesvolle psychotherapie voor diverse emotionele stoornissen en problemen Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is Cognitieve Gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie

Nadere informatie

Het neuropsychologisch onderzoek. Informatie voor de patiënt en verwijzer

Het neuropsychologisch onderzoek. Informatie voor de patiënt en verwijzer Het neuropsychologisch onderzoek Informatie voor de patiënt en verwijzer Wat is neuropsychologie en wat is een neuropsycholoog? De neuropsychologie is het vakgebied dat de relatie bestudeert tussen het

Nadere informatie

Christina van der Feltz-Cornelis en Willem van Tilburg

Christina van der Feltz-Cornelis en Willem van Tilburg De revanche van het systeemdenken: wat is de waarde voor de sociale psychiatrie? Christina van der Feltz-Cornelis en Willem van Tilburg SYMPOSIUM SOCIALE PSYCHIATRIE: REVANCHE VAN HET SYSTEEMDENKEN 6 november

Nadere informatie

Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek

Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek Inleiding Neuropsychologie is het vakgebied dat de relatie bestudeert tussen gedrag en de werking van de hersenen. De neuropsycholoog stelt met een psychologisch

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

Een niet biologisch verklarings- en behandelmodel voor hardnekkige psychiatrische klachten

Een niet biologisch verklarings- en behandelmodel voor hardnekkige psychiatrische klachten Een niet biologisch verklarings- en behandelmodel voor hardnekkige psychiatrische klachten Maureen Oliver Lezing gehouden tijdens het symposium van de Vereniging voor Transpersoonlijke Psychiatrie op 20

Nadere informatie

Agressiebeheersing vanuit het emotionele ontwikkelingsprofiel 28/04/2015 EMOTIONELE ONWIKKELING. buitenkant versus binnenkant

Agressiebeheersing vanuit het emotionele ontwikkelingsprofiel 28/04/2015 EMOTIONELE ONWIKKELING. buitenkant versus binnenkant Agressiebeheersing vanuit het emotionele ontwikkelingsprofiel Dr. Iris Van den Brandei.o. SEN vzw Centrum voor Therapie en Welzijn Balans EMOTIONELE ONWIKKELING buitenkant versus binnenkant intrapsychisch

Nadere informatie

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1 Eindtermen Voetreflexzonetherapie: Eindtermen theorie: - De therapeut behandelt vanuit een holistische mensvisie en stelt binnen het kader van beroepsprofiel het lichamelijk en geestelijk functioneren

Nadere informatie

J.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl

J.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl J.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl Waar gaan we het over hebben? Samen gaan Mechanismen misbruik Consequenties voor bejegening Schadelijke Gevolgen Middelen Kalant,

Nadere informatie

2 Training of therapie/hulpverlening?

2 Training of therapie/hulpverlening? Bewustwording wordt de sleutel voor veranderen Peter is een zeer opvallende leerling die voortdurend conflicten heeft met medeleerlingen en de schoolleiding. Bij een leerlingbespreking wordt opgemerkt

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 Kortdurende motiverende interventie en cognitieve gedragstherapie Een effectieve behandeling

Nadere informatie

het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP

het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP 15-03-2013 Inhoud Het neuropsychologisch denkkader De schoolsetting Ter ondersteuning bij het kind met

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Emoties

Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting door een scholier 1030 woorden 28 mei 2013 3,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Filosofie samenvatting Emoties (theorie en primaire teksten) THEORIE

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleid van Kappio (locaties Seppelin en Gastouderbureau) Voor u ligt het pedagogisch beleid van Kappio (locaties Seppelin en Gastouderbureau). Hierin wordt beschreven

Nadere informatie

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Cecile Blansjaar: orthopedagoog/autisme specialist Gedragskundige Stichting de Waerden Mede oprichter De Sociale Bron Wat is Autisme? In Nederland

Nadere informatie

Angst Stemming Psychose Persoonlijkheid Gebruik middelen Rest

Angst Stemming Psychose Persoonlijkheid Gebruik middelen Rest Ad Kaasenbrood, psychiater/psychotherapeut Congres Een te gekke wijk, Bunnik, 8 November 2017 Psychiatrische ziekten Komen vaak voor Zijn ernstig Zijn duur Zijn complex Verhouden zich tot geestelijke gezondheid,

Nadere informatie

De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk. 2013 Universitair Ziekenhuis Gent

De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk. 2013 Universitair Ziekenhuis Gent De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk Dr. Leyman Lemke Deswarte Annelies 2013 Universitair Ziekenhuis Gent Inhoud workshop Kapstok: Het neurotische lussenmodel (NLM) (R. Schacht

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Sessie 1 19 Introductiebijeenkomst

Sessie 1 19 Introductiebijeenkomst Inhoud I Introductie op het begrip Theory of Mind 7 II Visie op de behandeling van de mens met autisme 9 III Overzicht van de ToM-behandeling 13 IV Programma ToM-behandeling 15 V Gebruik van het werkboek

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Op zoek naar herstel

Op zoek naar herstel Op zoek naar herstel Herstel en herstelondersteunende zorg voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag en hun begeleiders Door Jos Dröes Stichting Rehabilitatie 92 Het probleem (?) mijn cliënten zijn

Nadere informatie

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein Fijn, mijn kind heeft een puberbrein drs. Anje de Vries Bureau Meesterschap Oosterhoutstraat 9a 9401 NA Assen Ontwikkeling Ontwikkelingsgebieden A. Lichamelijke ontwikkeling groei, zintuigen en de motoriek

Nadere informatie

Omgaan met lastige leerlingen op de ISK

Omgaan met lastige leerlingen op de ISK Omgaan met lastige leerlingen op de ISK Pedagoog, leraar, intern begeleider, zorgcoördinator, schoolleider en adviseur. Verwachtingen Training Omgaan met lastige leerlingen op de ISK Inhoud van de workshop

Nadere informatie

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers Autismespectrumstoornis SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND 19-10-2016 Mandy Bekkers (mandybekkers@hotmail.com) Waarschuwing vooraf! 2 Geschiedenis Autos (Grieks: zelf) 1937-1940: Term autisme 1943 &

Nadere informatie

Dementie & diversiteit. Britt Fontaine Lid kenniskring lectoraat Psychogeriatrie

Dementie & diversiteit. Britt Fontaine Lid kenniskring lectoraat Psychogeriatrie Dementie & diversiteit Britt Fontaine Lid kenniskring lectoraat Psychogeriatrie Wat ga ik doen? Leeftijd en Veroudering Dementie wereldwijd Is dementie een ziekte? wij en zij denken Vragen en een preekje

Nadere informatie

Oplossingsgericht en waarderend coachen.

Oplossingsgericht en waarderend coachen. Oplossingsgericht en waarderend coachen. Coaching is die vorm van professionele begeleiding waarbij de coach als gelijkwaardige partner de cliënt ondersteunt bij het behalen van zelfgekozen doelen. Oplossingsgericht

Nadere informatie

Psychisch of Psychiatrie? 12-06-2012

Psychisch of Psychiatrie? 12-06-2012 Wat is een psychische stoornis? Een psychische stoornis is een patroon van denken, voelen en gedrag dat binnen de geldende cultuur ongebruikelijk is. Het patroon veroorzaakt last bij de persoon zelf en/of

Nadere informatie

Wat is niet aangeboren hersenletsel?

Wat is niet aangeboren hersenletsel? Wat is niet aangeboren hersenletsel? Als hersenen beschadigd raken op latere leeftijd spreken we van (NAH) Niet aangeboren hersenletsel Niet-aangeboren hersenletsel is blijvende schade aan de hersenen

Nadere informatie

Module Docent contact uren Zelfstudie. Psychologie en psychopathologie 11 44 uur Chakrapsychologie 11 72 uur

Module Docent contact uren Zelfstudie. Psychologie en psychopathologie 11 44 uur Chakrapsychologie 11 72 uur Deelopleiding Healing en Energiewerk Mogelijkheden Je kunt deze opleiding en de modules van de opleiding op verschillende manieren benutten. Onderstaand vind je een overzicht van de mogelijkheden. 1. Je

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

Omgaan met stemmen horen. Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks

Omgaan met stemmen horen. Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks Omgaan met stemmen horen Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks Hoort stemmen horen bij de Psychiatrie? Ja? Nee? JA Want: Het betreffen vocale, audiatieve hallucinaties. 85 % van de Mensen met een dissociatieve

Nadere informatie

1. Waarneming: omgevingsinformatie wordt waargenomen aan de hand van de verschillende zintuigen.

1. Waarneming: omgevingsinformatie wordt waargenomen aan de hand van de verschillende zintuigen. Cognities In deze module gaan we eerst in op wat cognitie in het algemeen is. Daarna komen de drie verschillende cognitieve theorieën voor ASS aan bod, namelijk: theory of mind, centrale coherentie en

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek Patiënteninformatie Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek U bent door een specialist van het ziekenhuis verwezen

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014. presentatie symposium pleegzorg

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014. presentatie symposium pleegzorg Seksualiteit en ASS Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014 programma Opfrissen van informatie over ASS (heel kort het spectrum toelichten). ASS en seksualiteit belichten. Seksuele en relationele

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

VISIE OP PROBLEEMGEDRAG

VISIE OP PROBLEEMGEDRAG VISIE OP PROBLEEMGEDRAG INLEIDING Bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) kunnen zorgprofessionals en anderen terecht voor expertise over ernstig en aanhoudend probleemgedrag. Het gaat om probleemgedrag

Nadere informatie

Overzicht Autisme net ff anders. Herkennen van autisme in contact. Autisme Specifieke Communicatie. Vragen

Overzicht Autisme net ff anders. Herkennen van autisme in contact. Autisme Specifieke Communicatie. Vragen Autisme niet begrepen? Niet herkend! Gemeente Koggenland 6 november 2017 & Stichting Deuvel Mieke Bellinga Mariëlle Witteveen Overzicht Autisme net ff anders Herkennen van autisme in contact Autisme Specifieke

Nadere informatie

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen?

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motieven en persoonlijkheid Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatie psychologen vragen: Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatiepsychologen zoeken naar de motieven, de drijfveren

Nadere informatie

Informatie over het werkgeheugen

Informatie over het werkgeheugen Informatie over het werkgeheugen Wat is het Werkgeheugen? De mogelijkheid om informatie van verschillende aard vast te houden en deze informatie te gebruiken in een denkproces waarbij nieuwe en reeds aanwezige

Nadere informatie