Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2013"

Transcriptie

1 Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2013 Werkgebied Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Rapport VSN In opdracht van Stichting Waterproef 13 februari 2014

2

3 Monitoring vismigratieknelpunten 2013; Werkgebied Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Projectnummer VSN Datum 13 februari 2014 Aantal pagina s 120 Opdrachtgever Contactpersoon Samenstelling Auteurs Stichting Waterproef Emile Nat Visserij Service Nederland Molenkade LB Groot-Ammers info@visserijservicenederland.nl Jan-Willem Kroon & Bram van Wijk Bibliografische referentie: Kroon, J.W. & A.N. van Wijk, Monitoring vismigratieknelpunten 2013; Werkgebied Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, VSN Visserij Service Nederland in opdracht van Stichting Waterproef Visserij Service Nederland, Groot-Ammers / Stichting Waterproef Dit rapport is vervaardigd op verzoek van de opdrachtgever en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en Visserij Service Nederland, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Visserij Service Nederland is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede schade welke voortvloeit uit toepassingen van resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Visserij Service Nederland; opdrachtgever vrijwaart Visserij Service Nederland voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing.

4 Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Aanleiding Doel Leeswijzer Kanttekeningen... 9 VOORJAAR Gemaal Warder Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting Gemaal Lely Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen Werkwijze Resultaten Gemaal Westerkogge Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting Gemaal Pieter Engel Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting NAJAAR Gemaal Warder Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting Gemaal Lely Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting... 64

5 9 Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting Gemaal Westerkogge Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting Gemaal Oosterdel en Broekersluis Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting Gemaal Pieter Engel Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting Gemaal Eilandspolder Zuid Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting Gemaal en sluis Westwouderpolder Werkwijze Resultaten Conclusie/samenvatting Bijlage: Toelichting aanbevelingen maalregime

6 - Monitoring vismigratieknelpunten Samenvatting In 2013 is op acht locaties verspreid door het beheersgebied van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier onderzoek gedaan naar vismigratie. Bij vijf locaties is in het voorjaar onderzoek gedaan naar aanbod en zo mogelijk intrek van vis. In het najaar is op acht locaties een monitoring gedaan naar uittrekkende vis en beschadiging van vis door gemalen. De doelsoorten bij de onderzoeken zijn paling, driedoornige stekelbaars en spiering, maar ook andere vissoorten zijn in de rapportage verwerkt. In het voorjaar migreert veel vis vanuit groot water richting polders. Dit omdat het watertemperatuur in het ondiepe polderwater sneller oploopt, waardoor er optimale paaiomstandigheden zijn. Daarnaast is het voorjaar de tijd waarin glasaal vanuit zee de binnenwateren intrekt om op te groeien. Bij de voorjaarsbemonsteringen werd bij vijf gemalen onderzoek gedaan naar aanbod van vis. Op alle locaties is veel aanbod van driedoornige stekelbaars vastgesteld. Daarnaast zijn bij de gemalen Lely, Vier Noorderkoggen en Westerkogge enkele glasalen gevangen, maar de aantallen van deze vissoort waren gering. De aanwezigheid van spiering en overige vissoorten varieerde sterk per locatie. Naast de gemalen zijn bij de locaties stoomgemaal Vier Noorderkoggen en Westerkogge ook aanbodbemonsteringen bij waterinlaten uitgevoerd door middel van zegenvisserij. Bij beide inlaten werd een aanzienlijke hoeveelheid witvis aangetroffen. Bij de inlaat bij stoomgemaal Vier Noorderkoggen is met behulp van een fuik onderzoek gedaan naar de intrek van vis. Hierbij is een zeer grote hoeveelheid vis gevangen, waarbij pos de meest algemene vissoort was. Bij de passagebemonsteringen bij waterinlaten nabij de gemalen Westerkogge en Pieter Engel waren de vangsten een stuk kleiner. In het najaar migreren veel vissoorten, indien mogelijk, vanuit polders naar hun overwinteringsgebieden. Daarnaast vind in deze periode van het jaar migratie van schieraal plaats. Bij de najaarsmonitoring is op acht locaties onderzoek gedaan naar aanbod en uittrek/uitspoeling van vis. Op vrijwel alle locaties is aanbod en uittrek van schieraal geconstateerd. Op de locaties Vier Noorderkoggen en Westerkogge zijn naast aanbodbemonsteringen bij het gemaal ook aanbodfuiken bij waterinlaten geplaatst. Ook is het visaanbod bij de Broekersluis bepaald. Bij stoomgemaal Vier Noorderkoggen bleek het schieraalaanbod een factor 3 hoger dan bij het gemaal. Bij de andere locaties was het aanbod bij de waterinlaat of sluis kleiner of gelijk aan het aanbod bij het gemaal. Bij de uittrekbemonsteringen bij de gemalen Warder, Lely en Pieter Engel trad aanzienlijke schade en sterfte op onder passerende schieralen. Voor schubvis was de schade hoog bij de gemalen Warder en Pieter Engel. Bij de andere bemonsterde gemalen lag het vastgestelde sterftepercentage zowel voor schieraal als voor schubvis onder de 10%. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 6

7 - Inleiding - 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier zet zich in voor een verbetering van de vismigratie in haar beheersgebied. In het rompprogramma worden 33 van de 55 prioritaire vismigratieknelpunten aangepakt. In het kader van WBP4 zullen tot 2015 in totaal 42 knelpunten worden aangepakt. In 2010 en 2011 heeft Visserij Service Nederland in opdracht van het Hoogheemraadschap diverse knelpunten onderzocht op visaanbod, migratiemogelijkheden en schade door gemalen. In 2012 heeft Visserij Service Nederland het migratieonderzoek in opdracht van Stichting Waterproef uitgevoerd. Ook in 2013 heeft het hoogheemraadschap aan Stichting Waterproef opdracht gegeven om de projectcoördinatie voor het migratieonderzoek van het jaar 2013 op zich te nemen. Waterproef heeft aan Visserij Service Nederland gevraagd om evenals in voorgaande jaren het veldwerk en de rapportage te verzorgen. Om te komen tot een goede oplossing voor het opheffen van een migratieknelpunt is het van belang dat er meer inzicht komt in de aard en de omvang van het knelpunt en het aanbod van vis voor en achter een knelpunt. In dit onderzoek is gekeken naar 8 migratieknelpunten, verspreid door het werkgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. In tabel 1.1 is een overzicht van de locaties gegeven. Tabel 1.1 Locaties vismigratieonderzoek 2013 Locatie Voorjaar Najaar 1. Gemaal Warder Ja Ja 2. Gemaal Lely Ja Ja 3. Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen Ja Ja 4. Gemaal Westerkogge Ja Ja 5. Gemaal Oosterdel en Broekersluis - Ja 6. Gemaal Pieter Engel Ja Ja 7. Gemaal Eilandspolder Zuid - Ja 8. Gemaal en sluis Westwouderpolder - Ja TOTAAL AANTAL LOCATIES 5 locaties 8 locaties In het voorjaar is op 5 locaties onderzoek gedaan naar intrekkende vis. In het najaar zijn 8 locaties onderzocht op uittrekkende vis. In figuur 1.1 zijn de locaties op een kaart weergegeven Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

8 - Monitoring vismigratieknelpunten Gemaal Oosterdel Gemaal Lely Stoomgemaal 4 NK Gemaal Vier Noorderkoggen Broekersluis Gemaal Westerkogge Gemaal Eilandspolder Zuid Gemaal Warder Gemaal en sluis Westwouderpolder Gemaal Pieter Engel 1.3 Leeswijzer Figuur 1.1. Locaties onderzoeken vismigratie 2013 (afbeelding: Google Maps) Naast de hoofddoelsoorten paling, driedoornige stekelbaars en spiering zijn ook alle andere gevangen vissoorten geregistreerd en in de rapportage verwerkt. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen in welke mate de knelpunten daadwerkelijk een barrière vormen voor migrerende vis. Daarnaast bieden de onderzoeken inzicht in de mogelijkheden om de knelpunten daadwerkelijk op te lossen. Het uitwerken van aanbevelingen voor het verbeteren van de vispassage maken geen onderdeel uit van de opdracht. Daarom word volstaan met het per knelpunt in een kader puntsgewijs noemen van aanbevelingen. In overleg met de opdrachtgevers en objectbeheerders van onderzochte locaties kunnen de aanbevelingen per locatie nader worden uitgewerkt. Daarom vindt na afloop van de bemonsteringen een vergadering met alle betrokkenen plaats, waarbij de aanbevelingen in de kaders richtinggevend zijn. Het rapport bestaat uit twee delen, namelijk de resultaten van het voorjaarsonderzoek en de resultaten van het najaarsonderzoek. Zoals eerder beschreven is gekeken naar 8 migratieknelpunten. In het voorjaar is op 5 locaties Visserij Service Nederland sterk in viswerk 8

9 - Inleiding - onderzoek gedaan naar intrekkende vis. In het najaar zijn alle 8 locaties onderzocht op uittrekkende vis. Iedere bemonsterde locatie wordt in een apart hoofdstuk beschreven. Voor de overzichtelijkheid is er onderscheid gemaakt tussen voor- en najaar. Per hoofdstuk worden de werkwijze en de resultaten behandeld. Omdat de werkwijze op bepaalde locaties hetzelfde was, wordt er regelmatig verwezen naar voorgaande hoofdstukken. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een beknopte conclusie/samenvatting van de resultaten. Daarnaast is in deze paragraaf een kader opgenomen met daarin puntsgewijs enkele aanbevelingen voor optimalisatie van vismigratie. 1.4 Kanttekeningen Vissen reageren op weersomstandigheden. Voor veel vissoorten speelt naast de daglengte vooral de watertemperatuur een belangrijke rol voor het moment waarop ze migreren. Schieralen migreren vooral bij ruig herfstweer. Bij de interpretatie van de onderzoeksresultaten van de voorjaarsbemonsteringen dient er rekening te worden gehouden met de lang aanhoudende kou in de maanden april en mei. Mogelijk is dit van invloed geweest op de migratieperiode van verschillende vissoorten. Ondanks de weeromstandigheden is op de meeste locaties toch een redelijke tot grote hoeveelheid vis gevangen, waardoor een goed beeld is verkregen van de vismigratie. Tijdens de bemonsteringen in het najaar was het vooral in september vaak relatief rustig weer, waardoor de migratie van schieraal niet goed op gang kwam. In oktober waren er enkele dagen met veel regen en wind, waardoor de schieraalmigratie beter op gang kwam. Het was echter niet mogelijk om op alle locaties tegelijk te bemonsteren, waardoor bij enkele locaties slechts enkele door het gemaal migrerende schieralen zijn gevangen. Op de meeste locaties is het wel gelukt om een redelijk beeld van het aanbod van schieraal en andere vissoorten te krijgen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

10 - Monitoring vismigratieknelpunten VOORJAAR 2013 Visserij Service Nederland sterk in viswerk 10

11 - Gemaal Warder - 2 Gemaal Warder 2.1 Werkwijze Gemaal Warder ligt zoals de naam al aangeeft in Warder en maalt water uit een polder naar het Markermeer. Er is geen inlaat of andere migratiemogelijkheid aanwezig voor vis die in de richting van de polder wil migreren. De uitstroom van het gemaal is erg ondiep. De waterdiepte is hier hooguit een meter. Om te bepalen of er bij gemaal Warder aanbod van vis is, zijn aan de Markermeerzijde van het gemaal de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen visaanbod (met name glasaal, driedoornige stekelbaars en spiering) door middel van kruisnetbemonsteringen; Bepalen aanbod van (grote) vis door middel van zegenbemonsteringen. Voor het gemaal is gedurende vier avonden met een kruisnet bemonsterd. De afmeting van het kruisnet was 1,3 bij 2,6 meter. De bemonsteringen vonden plaats van tot uur, waarbij het kruisnet om het kwartier werd opgehaald. Voorafgaand aan de bemonsteringen draaide het gemaal enige tijd. Hierdoor werd een lokstroom gecreëerd, waardoor vissoorten als glasaal en driedoornige stekelbaars worden aangetrokken. Omdat de migratieactiviteit van veel vissoorten in het donker het grootst is, zijn de bemonsteringen in de avonduren uitgevoerd. Om tijdens de bemonstering vis te lokken werd boven het kruisnet een lamp van 1000 Watt geplaatst. Om vast te stellen of er ook grote vis voor het gemaal aanwezig is, is twee keer een bemonstering door middel van een zegen uitgevoerd. Hierbij is gevist met een hydraulische zegen met een lengte van 200 meter. Beide zegenbemonsteringen hebben overdag plaatsgevonden. Bij de bemonsteringen werden alle gevangen vissen gedetermineerd en doorgemeten, waarbij de gegevens op een turfformulier zijn genoteerd. Vervolgens zijn de vissen teruggezet in hetzelfde water. In tabel 2.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal Warder. Bij de kruisnetbemonsteringen is de tijdsduur van tot uur aangegeven. Hier kan in de praktijk een kleine afwijking in zitten omdat iets eerder/later is begonnen of geëindigd, maar dit verschil is voor het resultaat van het onderzoek verwaarloosbaar Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

12 - Monitoring vismigratieknelpunten Tabel 2.1. Overzicht bemonsteringen gemaal Warder Datum Activiteit Tijdsduur 9 april Kruisnetbemonstering uur 17 april Kruisnetbemonstering uur 1 mei Zegenbemonstering uur 13 mei Kruisnetbemonstering uur 15 mei Zegenbemonstering uur 21 mei Kruisnetbemonstering uur Figuur 2.1. Kruisnetbemonstering Figuur 2.2. Zegenbemonstering 2.2 Resultaten In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij gemaal Warder 15 vissoorten gevangen. Bij de kruisnetbemonsteringen ging het om 1900 exemplaren, verdeeld over 14 soorten. Met de zegen zijn 7 vissoorten gevangen. Hierbij ging het in totaal om slechts 34 exemplaren. Aanbod kruisnetbemonsteringen In tabel 2.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de kruisnetbemonsteringen opgenomen. Bijna 90% van de vangst bestond uit driedoornige stekelbaarzen. Dit waren 1168 exemplaren. Tijdens de bemonsteringen werden in het ondiepe en heldere water voor het gemaal ook veel stekelbaarzen waargenomen, die tegen de terugslagklep zoeken naar een migratiemogelijkheid. Naast de driedoornige stekelbaarzen is van de doelsoorten één spiering gevangen. Van de overige vissoorten werd de tiendoornige stekelbaars met 100 exemplaren het meest gevangen, gevolgd door blankvoorn (47) en brasem (45). De gevangen aantallen van de overige vissoorten waren klein. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 12

13 - Gemaal Warder - Tabel 2.2. Gevangen vissoorten kruisnetbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Driedoornige stekelbaars Spiering 1 7 Overige vissoorten Alver Baars Blankvoorn Brasem Kolblei 1 15 Marmergrondel Pos Riviergrondel 1 5 Ruisvoorn Snoekbaars 1 12 Tiendoornige stekelbaars Winde TOTAAL In figuur 2.3 is een lengte-frequentieverdeling van de gevangen driedoornige stekelbaarzen te zien. De meeste vissen hadden een lengte tussen de 4 en 6 centimeter. Figuur 2.3. Lengte-frequentieverdeling driedoornige stekelbaars In figuur 2.4 zijn de vangsten per avond weergegeven, waarbij driedoornige stekelbaars en overige vissoorten apart zijn genoemd. De vangst van driedoornige stekelbaarzen vertoont een grote piek op 15 april, waarna de vangsten in mei sterk teruglopen. Ook overige vissoorten werden in april meer aangetroffen dan in mei, hoewel de aantallen geen enkele keer erg groot waren Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

14 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 2.4. Vangsten per datum Een mogelijke verklaring voor de grote vangst op 17 april is dat het gemaal op de dagen voorafgaand aan deze bemonstering lange tijd heeft gedraaid, waardoor ook lang een lokstroom voor vis aanwezig was. De geringe vangst op 21 mei wordt mogelijk veroorzaakt doordat het gemaal voorafgaand aan deze bemonstering helemaal niet heeft gedraaid. Zie hiervoor figuur 2.5 waarin het maalregime en de bemonsteringstijdstippen samen in een grafiek zijn gezet. Figuur 2.5. Vergelijking maalregime en bemonsteringstijdstippen Visserij Service Nederland sterk in viswerk 14

15 - Gemaal Warder - Aanbod zegenbemonsteringen In tabel 2.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen met de zegen opgenomen. De vangst was met in totaal 34 vissen gering. Van de doelsoorten zijn 5 driedoornige stekelbaarzen en 6 spieringen aangetroffen. Tabel 2.3. Gevangen vissoorten zegenbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Driedoornige stekelbaars Spiering Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Pos Zwartbekgrondel 1 8 TOTAAL In figuur 2.6 is de lengte-frequentieverdeling van de met de zegen gevangen vis opgenomen. Behalve 2 brasems van 48 en 52 centimeter zijn alleen kleine vissen aangetroffen. Waarschijnlijk is deze geringe vangst het gevolg van het heldere, ondiepe water. Figuur 2.6. Lengte-frequentieverdeling schubvis zegenbemonsteringen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

16 - Monitoring vismigratieknelpunten Conclusie/samenvatting Tussen 9 april en 21 mei zijn bij gemaal Warder bemonsteringen uitgevoerd door middel van een kruisnet en een zegen. Een groot deel van het vastgestelde visaanbod bestond uit driedoornige stekelbaarzen, waarvan de meeste een lengte van 4 tot 6 centimeter hadden. De vangst van driedoornige stekelbaarzen vertoonde een piek op 15 april, waarna de vangsten in mei sterk afnamen. Daarnaast zijn van de doelsoorten enkele spieringen aangetroffen. Van de overige vissoorten zijn met het kruisnet alleen kleine exemplaren gevangen. De vangst bij de zegentrekken die overdag zijn uitgevoerd was gering, waarschijnlijk als gevolg van het heldere en ondiepe water voor het gemaal. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie - Maken voorziening voor intrek vis. - Aanbrengen schuilgelegenheid voor vis nabij de uitstroomzijde van gemaal. - Aanpassen maalregime ten behoeve van verbeteren lokstroom. Een kanttekening is dat het als gevolg van de aanwezige natuurwaarden niet wenselijk is om gebiedsvreemd water in de polder in te laten. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 16

17 - Gemaal Lely - 3 Gemaal Lely 3.1 Werkwijze Gemaal Lely ligt in Wieringerwerf. Het gemaal kan water uit drie verschillende peilgebieden in de Wieringermeer naar het IJsselmeer pompen. Omdat het water in de Wieringermeer zouter is dan het IJsselmeerwater, wordt het gemaal maar weinig gebruikt, maar wordt de polder in de meeste gevallen bemalen door gemaal Leemans, dat het water uitslaat op de Waddenzee. Bij veel regen of een ongunstige windrichting als gemaal Leemans niet al het water kan afvoeren treedt gemaal Lely in werking. Om te bepalen of er bij gemaal Lely aanbod van vis is, zijn aan de IJsselmeerzijde van het gemaal de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen visaanbod (met name glasaal, driedoornige stekelbaars en spiering) door middel van kruisnetbemonsteringen. Voor het gemaal is gedurende vijf avonden met een kruisnet bemonsterd. De afmeting van het kruisnet was 1,5 bij 1,5 meter. De bemonsteringen vonden plaats van tot uur, waarbij het kruisnet om het kwartier werd opgehaald. Voorafgaand aan de bemonsteringen draaide de pomp van het hoge peil enige tijd om zo een lokstroom voor vis te creëren. Zie voor een verdere beschrijving van de bemonstering paragraaf 2.1. Volgens de planning was het de bedoeling om vier avonden te bemonsteren, maar omdat het gemaal voorafgaand aan de bemonstering op 14 mei niet had gedraaid en er toen geen enkele vis werd gevangen, is op 28 mei een extra monitoring uitgevoerd. Een aanvullende onderzoeksvraag was het onderzoeken van de werking van de gaatjes in de wachtdeur voor de intrek van kleine vis als glasaal en driedoornige stekelbaars. In de praktijk bleek echter dat het niet mogelijk was om hier een glasaalfuik te plaatsen. Ook werd vastgesteld dat de gaten niet effectief kunnen zijn, omdat tussen de wachtdeur en de pompen ook nog een tolklep zit, die niet passeerbaar is voor vis. Als de pompen van het gemaal aan gaan, gaat de tolklep open, waardoor aanwezige vis weer terug wordt geduwd naar het IJsselmeer. Als maatregel zouden deze tolkleppen anders moeten worden ingesteld, zodat deze wel passeerbaar zijn voor de vis. Echter tijdens de bemonsteringsperiode is dit nog niet gerealiseerd. Bij de bemonsteringen werden alle gevangen vissen gedetermineerd en doorgemeten, waarbij de gegevens op een turfformulier zijn genoteerd. Vervolgens zijn de vissen teruggezet in hetzelfde water Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

18 - Monitoring vismigratieknelpunten Resultaten In tabel 3.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal Lely. Bij de kruisnetbemonsteringen is de tijdsduur van tot uur aangegeven. Hier kan in de praktijk een kleine afwijking in zitten omdat iets eerder/later is begonnen of geëindigd, maar dit verschil is voor het resultaat van het onderzoek verwaarloosbaar. Tabel 3.1. Overzicht bemonsteringen gemaal Lely Datum Activiteit Tijdsduur 3 april Kruisnetbemonstering uur 11 april Kruisnetbemonstering uur 1 mei Kruisnetbemonstering uur 14 mei Kruisnetbemonstering uur 28 mei Kruisnetbemonstering uur Aanbod kruisnetbemonsteringen Tijdens de kruisnetbemonsteringen bij gemaal Lely zijn 11 vissoorten gevangen. Dit waren in totaal 3498 exemplaren. Ruim 40% van de vangst bestond uit driedoornige stekelbaarzen. Hierbij ging het om 1503 exemplaren. Daarnaast bestond circa 25% van de vangst uit spieringen (903 exemplaren). Ook zijn twee glasalen aangetroffen. Van de overige vissoorten was de pos algemeen met 941 exemplaren De gevangen aantallen van andere vissoorten waren niet groot. Zie voor een overzicht van de vangsten tabel 3.2. Tabel 3.2. Gevangen vissoorten kruisnetbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling glasaal 2 <10 Driedoornige stekelbaars Spiering Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Kolblei 1 17 Marmergrondel Pos Rivierdonderpad 1 6 Snoekbaars TOTAAL Visserij Service Nederland sterk in viswerk 18

19 - Gemaal Lely - In figuur 3.1 is een lengte-frequentieverdeling van de gevangen driedoornige stekelbaarzen te zien. Er is een piek te zien bij driedoornige stekelbaarzen van 5 en 6 centimeter. De grootste stekelbaarzen hadden een lengte van 8 centimeter. De aanwezigheid van deze grote stekelbaarzen maakt het aannemelijk dat het gaat om anadrome vissen, die vanuit zee het zoete water intrekken om zich voort te planten. Figuur 3.1. Lengte-frequentieverdeling driedoornige stekelbaars In figuur 3.2 is een lengte-frequentieverdeling van de gevangen spieringen te zien. Vrijwel alle spieringen hadden een lengte tussen de 6 en 8 centimeter. Grote spieringen zijn niet aangetroffen. Gelet op het formaat zijn de gevangen spieringen waarschijnlijk zogenaamde binnenspieringen die hun hele levenscyclus in zoet water doorbrengen. Figuur 3.2. Lengte-frequentieverdeling spiering In figuur 3.3 zijn de vangsten per avond weergegeven, waarbij onderscheid is gemaakt tussen driedoornige stekelbaars, spiering en overige vissoorten. Het aanbod van driedoornige stekelbaars was begin april het grootst, waarna de vangst Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

20 - Monitoring vismigratieknelpunten tijdens de daarop volgende bemonsteringen steeds verder afnam. De spiering werd vrijwel uitsluitend op 11 april aangetroffen. Opvallend is dat op deze datum ook veel andere vissoorten zijn gevangen, terwijl de vangst op de andere datums gering was. Figuur 3.3. Vangsten per datum De grote vangst op 3 en 11 april is niet te verklaren door een langdurige lokstroom voorafgaand aan de bemonstering. Evenals bij de bemonsteringen van 1 en 28 mei draaide het gemaal alleen direct voorafgaand aan de bemonstering enige tijd. Dat de aanwezigheid van een lokstroom wel degelijk van invloed is op de vangsten is te zien aan de resultaten van de bemonstering op 14 mei. Toen heeft het gemaal voorafgaand aan de bemonstering niet gedraaid en het gevolg hiervan was dat geen enkele vis is gevangen. Zie hiervoor figuur 3.4. Figuur 3.4. Vergelijking maalregime en bemonsteringstijdstippen Visserij Service Nederland sterk in viswerk 20

21 - Gemaal Lely - Figuur 3.4. Driedoornige stekelbaars Figuur 3.5. Spiering 3.3 Conclusie/samenvatting Tussen 3 april en 28 mei zijn bij gemaal Lely bemonsteringen uitgevoerd door middel van een kruisnet. Van de doelsoorten zijn de driedoornige stekelbaars en de spiering in aanzienlijke aantallen aangetroffen. Gelet op het formaat ging het bij de driedoornige stekelbaars waarschijnlijk (gedeeltelijk) om de anadrome vorm, terwijl het bij de spiering om zogenaamde binnenspieringen ging. Naast deze doelsoorten zijn ook twee glasalen gevangen. Van de overige vissoorten is de pos in grote aantallen aangetroffen. De vangst van andere vissoorten was niet groot. Een aanvullende onderzoeksvraag was het monitoren van visintrek via de gaatjes in de wachtdeur door middel van een glasaalfuik. Het bleek in de praktijk echter niet mogelijk om een glasaalfuik te plaatsen. Wel werd vastgesteld dat de gaatjes niet effectief kunnen zijn, omdat tussen de wachtdeur en de pompen een tolklep aanwezig is, die niet passeerbaar is voor vis. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie - Aanpassen regeling tolklep, zodat vismigratie mogelijk wordt. - Aanpassen maalregime ten behoeve van verbeteren lokstroom (water hoge peil altijd afvoeren via gemaal Lely) Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

22 - Monitoring vismigratieknelpunten Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen 4.1 Werkwijze Gemaal Vier Noorderkoggen ligt in Onderdijk. Het gemaal pompt water uit twee peilgebieden in de achterliggende polder naar het IJsselmeer. Daarnaast is ook een effluentpomp aanwezig, waarmee gezuiverd water van een rioolwaterzuivering naar het IJsselmeer wordt gepompt. Het stoomgemaal Vier Noorderkoggen ligt enkele kilometers ten noorden van het gemaal, in Medemblik. Dit stoomgemaal is sinds de komst van het normale gemaal niet meer in werking. Wel wordt op deze locatie in droge periodes regelmatig water ingelaten in de polder. Om te bepalen of er bij gemaal Vier Noorderkoggen aanbod van vis is, zijn aan de IJsselmeerzijde van het gemaal de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen visaanbod (met name glasaal, driedoornige stekelbaars en spiering) door middel van kruisnetbemonsteringen. Voor het gemaal is gedurende vier avonden met een kruisnet bemonsterd. De afmeting van het kruisnet was 1,3 bij 2,6 meter. Voorafgaand aan de bemonsteringen draaide de pomp van het lage peil en/of de effluentpomp enige tijd om zo een lokstroom voor vis te creëren. Zie voor een verdere beschrijving van de bemonstering paragraaf 2.1. Aanvullend aan de bemonsteringen bij het gemaal zijn ook bemonsteringen bij stoomgemaal Vier Noorderkoggen uitgevoerd. Op deze locatie hebben de volgende bemonsteringen plaatsgevonden: Bepalen visaanbod (met name grotere vis) door middel van zegenbemonsteringen; Bepalen visintrek via waterinlaat door middel van fuikbemonsteringen. Om vast te stellen of er aanbod van vis voor de waterinlaat bij het stoomgemaal aanwezig is, is twee keer een bemonstering door middel van een zegen uitgevoerd. Hierbij is gevist met een zegen met een lengte van 100 meter. Beide zegenbemonsteringen hebben overdag plaatsgevonden. Om te onderzoeken of er vis vanuit het IJsselmeer via de waterinlaat bij het stoomgemaal de polder intrekt, is gedurende een periode van vier weken een hokfuik achter de inlaat geplaatst. De fuik is twee tot drie keer per week bemonsterd. In tabel 4.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij het gemaal en het stoomgemaal Vier Noorderkoggen. Bij de tijdsduur is bij de fuikmonitoringen uitgegaan van het aantal geviste nachten, Visserij Service Nederland sterk in viswerk 22

23 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - omdat de migratieactiviteit in het donker het grootst is en de meeste vis daarom s nachts in de fuik zal zwemmen. Zie voor een verdere toelichting van de tabel paragraaf 2.1. Tabel 4.1. Overzicht bemonsteringen gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen Datum Activiteit Tijdsduur 4 april Kruisnetbemonstering uur 10 april Plaatsen fuik n.v.t. 12 april Monitoren fuik 2 nachten 15 april Kruisnetbemonstering Monitoren fuik Zegenbemonstering uur 3 nachten uur 18 april Monitoren fuik 3 nachten 22 april Monitoren fuik 4 nachten 24 april Monitoren fuik 2 nachten 29 april Monitoren fuik 5 nachten 1 mei Monitoren fuik 2 nachten 2 mei Zegenbemonstering uur 6 mei kruisnetbemonstering Monitoren fuik uur 5 nachten 8 mei Monitoren en verwijderen fuik 2 nachten 15 mei Kruisnetbemonstering uur Figuur 4.1. Zegenbemonstering Figuur 4.2. fuikbemonstering 4.2 Resultaten In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen 21 vissoorten gevangen. Bij de kruisnetbemonsteringen bij het gemaal ging het om 1480 exemplaren, verdeeld over 16 soorten. Bij het stoomgemaal zijn met de zegen 11 vissoorten gevangen. Hierbij ging het in totaal om 6155 exemplaren. In de fuik achter de waterinlaat zijn maar liefst vissen gevangen, verdeeld over 14 soorten Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

24 - Monitoring vismigratieknelpunten Gemaal Aanbod kruisnetbemonsteringen In tabel 4.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de kruisnetbemonsteringen opgenomen. De driedoornige stekelbaars maakte met 885 exemplaren 60% van de totale vangst uit. Van de spiering werden 113 exemplaren gevangen en van de doelsoort paling zijn 5 glasalen, 20 pootalen en 2 rode alen gevangen. Voor wat betreft de overige vissoorten bestond de vangst voornamelijk uit blankvoorn (121), brasem (102) en pos (115). Ook de exotische marmergrondel was met 84 exemplaren goed vertegenwoordigd. De gevangen aantallen van overige vissoorten waren klein. Tabel 4.2. Gevangen vissoorten kruisnetbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling glasaal 5 <10 Paling pootaal 20 <20 Paling rode aal 2 >20 Driedoornige stekelbaars Spiering Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Bittervoorn 2 5 Hybride 1 16 Kleine modderkruiper Kolblei Marmergrondel Pos Snoekbaars 1 16 Tiendoornige stekelbaars Vetje 1 5 Winde TOTAAL >20 In figuur 4.3 is een lengte-frequentieverdeling van de gevangen driedoornige stekelbaarzen te zien. Met een piek bij de 4 en 5 centimeter waren de stekelbaarzen gemiddeld wat kleiner dan de gevangen stekelbaarzen bij gemaal Lely. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 24

25 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - Figuur 4.3. Lengte-frequentieverdeling driedoornige stekelbaars In figuur 4.4 is een lengte-frequentieverdeling van de gevangen spieringen te zien. Op één spiering van 15 centimeter na hadden alle vissen een lengte tussen de 6 en 8 centimeter. Dit is vergelijkbaar met het formaat van de spieringen die zijn gevangen bij gemaal Lely. Figuur 4.4. Lengte-frequentieverdeling spiering In figuur 4.5 zijn de vangsten per avond weergegeven, waarbij onderscheid is gemaakt tussen driedoornige stekelbaars, spiering en overige vissoorten. Bij alle vissoorten is er een duidelijke vangstpiek te zien op 15 april, waarna de vangsten in mei sterk teruglopen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

26 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 4.5. Vangsten per datum In figuur 4.6 zijn het maalregime en de bemonsteringstijdstippen samen in een grafiek zijn gezet. Omdat gemaal Vier Noorderkoggen zeer vaak draait, is er in de grafiek geen relatie zichtbaar tussen de vangst per bemonsteringsavond en het maalregime. Figuur 4.6. Vergelijking maalregime en bemonsteringstijdstippen Stoomgemaal/inlaat Aanbod zegenbemonsteringen In tabel 4.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen met de zegen voor het stoomgemaal opgenomen. In totaal zijn 6155 vissen gevangen, waarvan bijna 80% (4854 exemplaren) uit kleine brasem bestond. Daarnaast werden de blankvoorn (674) en pos (577) vrij veel aangetroffen. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 26

27 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - Tabel 4.3. Gevangen vissoorten zegenbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Driedoornige stekelbaars 3 5 Overige vissoorten Alver Baars Blankvoorn Brasem Kolblei Marmergrondel 1 6 Pos Roofblei 1 12 Tiendoornige stekelbaars 1 4 Winde TOTAAL In figuur 4.7 is de lengte-frequentieverdeling van de met de zegen gevangen vis opgenomen, waarbij onderscheid is gemaakt tussen de twee bemonsteringsdatums. Als gekeken wordt naar het totaalbeeld valt op dat vrijwel alleen jonge vis met een lengte tussen de 6 en 13 centimeter is aangetroffen. Grote exemplaren van soorten als brasem en blankvoorn zijn niet gevangen. Bij een vergelijking van de bemonsteringsdatums valt op dat het overgrote deel van de vis is gevangen op 15 april. Toen zijn 5989 vissen gevangen, terwijl de vangst op 2 mei met 166 exemplaren niet groot was. Figuur 4.7. Lengte-frequentieverdeling schubvis zegenbemonsteringen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

28 - Monitoring vismigratieknelpunten Passage inlaat fuikbemonsteringen In tabel 4.4 zijn de gevangen vissoorten en aantallen die zijn gevangen in de fuik achter de waterinlaat opgenomen. De vangst was met ruim vissen zeer groot, wat aangeeft dat de inlaat goed functioneert voor de intrek van vis. Circa 80% van de vangst bestond uit pos (52257 exemplaren). Daarnaast werden de vissoorten baars (3768), blankvoorn (4082) en brasem (3753) veel aangetroffen. Van de doelsoorten werden 30 rode alen en 47 schieralen gevangen. Het is onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk dat schieralen vanuit het IJsselmeer de polder intrekken. Dit omdat schieralen juist richting zee migreren, op weg naar hun voortplantingsgebied in de Sargassozee. Ook de aanwezigheid van een redelijke hoeveelheid schieraal in het voorjaar is opvallend, omdat deze geslachtsrijpe palingen normaal gesproken in het najaar wegtrekken. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de schieralen al in de polder aanwezig waren en in het najaar van 2012 geen mogelijkheid hebben gevonden om uit de polder weg te trekken. De vissen zijn tijdens de bemonstering op de lokstroom van IJsselmeerwater afgekomen, om daarna in de fuik terecht te komen. Echter de inlaat was afgesloten voor vis vanuit de polder, omdat de fuik met een frame in de sponning van de inlaat was bevestigd. Theoretisch is het dan niet mogelijk dat de schieraal vanuit de polder in de fuik kan komen. In het najaar als aan de polderzijde enkele aanbodfuiken worden geplaatst zal onderzocht worden of deze theorie klopt. Van de doelsoort driedoornige stekelbaars zijn 20 exemplaren gevangen. Gelet op de maaswijdte van de fuik zullen de kleine stekelbaarzen echter door de mazen zwemmen en is er geen volledig beeld gevormd van de daadwerkelijke intrek van driedoornige stekelbaars. Tabel 4.4. Gevangen vissoorten fuikbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling rode aal Paling schieraal Driedoornige stekelbaars Overige vissoorten Alver Baars Blankvoorn Brasem Giebel Karper Kolblei Pos Roofblei 1 71 Snoekbaars Winde Zeelt 1 14 TOTAAL Visserij Service Nederland sterk in viswerk 28

29 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - In figuur 4.8 is de lengte-frequentieverdeling van de in de fuik gevangen vis opgenomen. Voor de overzichtelijkheid is de pos uit deze grafiek weggelaten. Er is hoofdzakelijk vrij kleine vis met een lengte tussen de 5 en 20 centimeter gevangen. Daarnaast zijn enkele grotere vissen gevangen. Dit waren brasems, windes en een roofblei. Mogelijk is de geringe vangst van grote vis het gevolg van het koude voorjaar, waardoor paaimigratie laat op gang kwam. De grote exemplaren van de brasem zijn allemaal gevangen tijdens de laatste bemonstering op 8 mei, daarvoor is geen enkele grote brasem aangetroffen. Een andere mogelijke verklaring is dat er weinig tot geen aanbod van grote vis was. Bij de aanbodbemonsteringen met de zegen is geen enkele grote vis gevangen. Detail vis >20 cm Figuur 4.8. Lengte-frequentieverdeling schubvis fuikmonitoring In figuur 4.9 is een lengte-frequentieverdeling van de gevangen palingen te zien. Bij de rode aal valt op dat vrij veel palingen met een lengte van minder dan 50 centimeter aanwezig zijn. Ervan uitgaande dat de paling al in de polder aanwezig was, heeft in de afgelopen jaren dus intrek van glasaal plaatsgevonden. Ook bij de gevangen schieralen valt op dat enkele kleine, mannelijke exemplaren zijn gevangen. De aanwezigheid van kleine schieralen kan wijzen op een relatief goede palingstand. Als een paling geboren wordt is het geslacht van de vis nog niet bepaald. Dit wordt tijdens zijn verblijf in het zoete water bepaald, waarbij de dichtheid van de palingstand een belangrijke sturende factor is. Bij een lage dichtheid ontwikkelen (vrijwel) alle palingen zich tot grote, vrouwelijke schieralen. Hoe hoger de dichtheid, hoe groter het percentage kleine, mannelijke schieralen in het betreffende water Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

30 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 4.9. Lengte-frequentieverdeling paling fuikmonitoring De intrek van vis varieerde sterk gedurende de bemonsteringsperiode van vier weken. In figuur 4.10 is de hoeveelheid gevangen schubvis (zonder pos) per bemonsteringsdatum weergegeven. Omdat de periode tussen twee lichtingen van de fuik niet altijd gelijk was, is in de tabel ook de zogenaamde Catch Per Unit Effort (CPUE) weergegeven, uitgedrukt in aantal gevangen vissen per fuiketmaal. Tijdens de eerste bemonsteringen was de vangst gering, maar vanaf half april namen de vangsten sterk toe, hoewel de fluctuaties groot waren. De zeer geringe vangst op 24 april werd veroorzaakt doordat de inlaat in de dagen daarvoor dicht stond, waardoor geen migratie mogelijk was. Dit is te zien in figuur Figuur Vangsten per datum en CPUE schubvis In figuur 4.11 is de hoeveelheid gevangen pos en de CPUE per bemonsteringsdatum weergegeven. Opvallend is dat de posvangsten vrijwel dezelfde fluctuatie vertonen als de vangst van de overige schubvissoorten. Waarschijnlijk is dit het gevolg van weersveranderingen (temperatuurschommelingen?) waar alle vissen op reageren. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 30

31 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - Figuur Vangsten per datum en CPUE pos In figuur 4.12 is weergegeven hoe ver de twee inlaten tijdens de bemonsteringsperiode open stonden. Beide inlaten liggen naast elkaar en met de fuik zijn deze ook allebei gelijktijdig bemonsterd. Een groot deel van de bemonsteringsperiode stond minimaal één inlaat tussen de 18 en 40% open en het kwam ook voor dat beide inlaten open water. Alleen in de periode van 22 tot 26 april waren beide inlaten zo goed als dicht. Dit verklaart de zeer geringe vangst op 24 april. Bij de overige bemonsteringen is er geen relatie zichtbaar tussen de openingspercentages van de inlaten en de omvang van de vangst. Figuur Vergelijking opening inlaat en vangsten tijdens bemonsteringsperiode Vergelijking aanbod en passage In tabel 4.5 is een vergelijking te zien tussen het vastgestelde visaanbod met de zegen en de vispassage door middel van de fuik. Bij de meeste vissoorten valt op dat de met de zegen gevangen aantallen kleiner zijn dan de in de fuik gevangen aantallen. Ook zijn in de fuik meer vissoorten aangetroffen dan in de zegen. Dit is te verklaren doordat de zegentrekken slechts een momentopname vormen, terwijl Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

32 - Monitoring vismigratieknelpunten met de fuik de intrekkende vissen over langere periode worden gevangen. Daarom zijn er voor de meeste vissoorten geen opmerkelijke verschillen zichtbaar. Van de brasem zijn echter met de zegen aanzienlijk meer exemplaren gevangen dan in de fuik. Dit betekent dat (een deel van) de voor het gemaal aanwezige jonge brasem geen migratiegedrag vertoont. Omdat brasems pas vanaf een lengte van circa 25 centimeter paairijp zijn, vindt bij kleinere exemplaren logischerwijs ook geen paaimigratie plaats. Tabel 4.5. Vergelijking aanbod en passage Vissoort Aanbod (zegen) Passage (fuik) Doelsoorten Paling rode aal - 30 Paling schieraal - 47 Driedoornige stekelbaars 3 20 Overige vissoorten Alver 4 1 Baars Blankvoorn Brasem Giebel - 4 Karper - 3 Kolblei Marmergrondel 1 - Pos Roofblei 1 1 Snoekbaars Tiendoornige stekelbaars 1 - Winde Zeelt - 1 TOTAAL Conclusie/samenvatting Tussen 4 april en 15 mei zijn bij gemaal Vier Noorderkoggen bemonsteringen uitgevoerd door middel van een kruisnet. In dezelfde periode zijn bij het stoomgemaal en waterinlaat Vier Noorderkoggen bemonsteringen uitgevoerd met een zegen (aanbod) en een fuik (passage). Met het kruisnet zijn van de doelsoorten vooral driedoornige stekelbaars en spiering gevangen. Daarnaast zijn zowel glasaal, pootaal en rode aal in kleine aantallen aangetroffen. Van de overige vissoorten zijn vooral blankvoorn, brasem en pos aangetroffen. Ook de aanwezigheid van flinke aantallen van de exotische marmergrondel was opvallend. Voor de waterinlaat bij het stoomgemaal is met de zegen vooral kleine brasem en in mindere mate blankvoorn en pos aangetroffen. In de passagefuik achter de waterinlaat werd een zeer grote hoeveelheid van ruim vissen gevangen, wat aangeeft dat de vispassage goed functioneert voor de intrek van vis. Qua Visserij Service Nederland sterk in viswerk 32

33 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - soortensamenstelling viel vooral de vangst van tienduizenden possen op. Van de vissoorten baars, blankvoorn, brasem en kolblei werden enkele duizenden intrekkende exemplaren gevangen. Wat ook opviel was de vangst van schieralen. Waarschijnlijk waren deze schieralen al in de polder aanwezig en werden ze aangetrokken door de lokstroom van het ingelaten water. De aanwezigheid van schieralen in het voorjaar kan wijzen op het ontbreken van (goede) migratieroutes vanuit de polder. Een vergelijking van aanbod en passage laat voor de meeste vissoorten geen opvallende verschillen zien. Alleen bij de brasem valt op dat het aanbod veel groter was dan de passage. Dit is te verklaren doordat met de zegen alleen jonge brasems werden gevangen, die nog niet geslachtsrijp zijn. Daarom vertonen deze vissen geen paaimigratie. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie Gemaal - Aanbrengen vismigratievoorziening bij uitstroom van gemaal. Inlaat - Opstellen protocol voor verbetering intrekmogelijkheden inlaat en inregelen in systeem Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

34 - Monitoring vismigratieknelpunten Gemaal Westerkogge 5.1 Werkwijze Gemaal Westerkogge ligt in Scharwoude. Het gemaal pompt water uit twee peilgebieden in de achterliggende polder naar het Markermeer. Enkele honderden meters ten noorden van het gemaal ligt een waterinlaat, waarmee bij droogte water uit het Markermeer kan worden ingelaten in de polder. Om te bepalen of er bij gemaal Westerkogge aanbod van vis is, zijn aan de Markermeerzijde van het gemaal de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen visaanbod (met name glasaal, driedoornige stekelbaars en spiering) door middel van kruisnetbemonsteringen; Bepalen aanbod van (grote) vis door middel van zegenbemonsteringen. Voor het gemaal is gedurende vier avonden met een kruisnet bemonsterd. De afmeting van het kruisnet was 1,3 bij 2,6 meter. Zie voor een verdere beschrijving van de bemonstering paragraaf 2.1. Om vast te stellen of er ook grote vis voor het gemaal aanwezig is, is twee keer een bemonstering door middel van een zegen uitgevoerd. Hierbij is gevist met een zegen met een lengte van 100 meter. Beide zegenbemonsteringen hebben overdag plaatsgevonden. Aanvullend aan de bemonsteringen bij het gemaal zijn ook bemonsteringen bij de waterinlaat uitgevoerd. Op deze locatie hebben de volgende bemonsteringen plaatsgevonden: Bepalen visaanbod (met name grote vis) door middel van zegenbemonsteringen; Bepalen visintrek via waterinlaat door middel van fuikbemonsteringen. Om vast te stellen of er vis voor de waterinlaat aanwezig is, is twee keer een bemonstering door middel van een zegen uitgevoerd. Hierbij is gevist met een zegen met een lengte van 100 meter. Beide zegenbemonsteringen hebben overdag plaatsgevonden. Om te onderzoeken of er vis vanuit het Markermeer via de waterinlaat de polder intrekt, is een hokfuik achter de inlaat geplaatst. De fuik is twee tot drie keer per week bemonsterd. De planning was om vier weken te bemonsteren, maar op 3 juni bleek dat de fuik was vernield, waarna geen nieuwe fuik is geplaatst. Daarom zijn bemonsteringsgegevens van 12 dagen beschikbaar. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 34

35 - Gemaal Westerkogge Resultaten Gemaal In tabel 5.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij het gemaal en de waterinlaat Westerkogge. Zie voor een toelichting op de tabel paragraaf 2.1 en 4.1. Tabel 5.1. Overzicht bemonsteringen gemaal en waterinlaat Westerkogge Datum Activiteit Tijdsduur 8 april Kruisnetbemonstering uur 16 april Kruisnetbemonstering uur 2 mei Zegenbemonsteringen uur 7 mei Kruisnetbemonstering uur 17 mei Plaatsen fuik n.v.t. 21 mei Kruisnetbemonstering Monitoren fuik uur 4 nachten 24 mei Zegenbemonsteringen Monitoren fuik uur 3 nachten 27 mei Monitoren fuik 3 nachten 29 mei Monitoren fuik 2 nachten 3 juni Monitoren fuik FUIK VERNIELD In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij gemaal en inlaat Westerkogge 22 vissoorten gevangen. Bij de kruisnetbemonsteringen bij het gemaal ging het om 4648 exemplaren, verdeeld over 19 soorten. Met de zegen zijn op deze locatie 102 exemplaren van 6 soorten aangetroffen. Bij de inlaat zijn met de zegen 12 vissoorten gevangen. Hierbij ging het in totaal om exemplaren. In de fuik achter de waterinlaat zijn 692 vissen gevangen, verdeeld over 10 soorten. Aanbod kruisnetbemonsteringen In tabel 5.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de kruisnetbemonsteringen opgenomen. Van de driedoornige stekelbaars zijn 3106 exemplaren gevangen. Dit is ruim 65% van de totale vangst. Daarnaast zijn van de doelsoorten 2 glasalen, 8 pootalen en 2 spieringen aangetroffen. Voor wat betreft de overige vissoorten bestond de vangst voornamelijk uit blankvoorn (404), brasem (498) en tiendoornige stekelbaars (259). Opvallend was ook de vangst van 151 marmergrondels Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

36 - Monitoring vismigratieknelpunten Tabel 5.2. Gevangen vissoorten kruisnetbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling glasaal 2 <10 Paling pootaal 8 <20 Driedoornige stekelbaars Spiering 2 7 Overige vissoorten Alver Baars Blankvoorn Brasem Bittervoorn 1 6 Kolblei 1 9 Marmergrondel Pos Rivierdonderpad 1 7 Riviergrondel 1 7 Ruisvoorn 2 9 Snoekbaars Tiendoornige stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel TOTAAL In figuur 5.1 is een lengte-frequentieverdeling van de gevangen driedoornige stekelbaarzen te zien. De meeste stekelbaarzen hadden een lengte tussen de 4 en 6 centimeter. Figuur 5.1. Lengte-frequentieverdeling driedoornige stekelbaars Visserij Service Nederland sterk in viswerk 36

37 - Gemaal Westerkogge - In figuur 5.2 zijn de vangsten per avond weergegeven, waarbij onderscheid is gemaakt tussen driedoornige stekelbaars en overige vissoorten. Evenals bij de gemalen Warder en Vier Noorderkoggen is de vangst van stekelbaarzen half april het grootst, waarna de vangst in mei afneemt. De vangst van overige vissoorten varieert per datum, zonder duidelijk patroon. Figuur 5.2. Vangsten per datum In figuur 5.3 zijn het maalregime en de bemonsteringstijdstippen samen in een grafiek zijn gezet. Omdat gemaal Westerkogge vaak draait, is er in de grafiek geen duidelijke relatie zichtbaar tussen de vangst per bemonsteringsavond en het maalregime. Figuur 5.3. Vergelijking maalregime en bemonsteringstijdstippen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

38 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 5.4. Marmergrondel Figuur 5.5. Pootaal Inlaat Aanbod zegenbemonsteringen In tabel 5.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen met de zegen opgenomen. In totaal zijn slechts 102 vissen gevangen, waarbij het vooral ging om kleine blankvoorn (69) en brasem (29). Er is één grote vis gevangen, namelijk een karper van 68 centimeter. De geringe vangsten worden waarschijnlijk veroorzaakt doordat het uitstroomkanaal voor het gemaal erg ondiep is. Overdag is hier meestal weinig vis aanwezig. Tijdens de avondbemonsteringen werden enkele grote vissen (waarschijnlijk karpers) waargenomen, maar de aantallen waren gering. Tabel 5.3. Gevangen vissoorten zegenbemonsteringen gemaal Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten GEEN - - Overige vissoorten Baars 1 8 Blankvoorn Brasem Hybride 1 10 Karper 1 68 Zwartbekgrondel 1 13 TOTAAL Aanbod zegenbemonsteringen In tabel 5.4 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen met de zegen in de kom voor de waterinlaat opgenomen. In tegenstelling tot de geringe vangsten voor het gemaal werd hier een grote hoeveelheid vis gevangen. In totaal ging het om exemplaren. Een groot deel bestond uit blankvoorn (6787), brasem (3060) en kolblei (1011). Van de doelsoorten zijn 48 driedoornige stekelbaarzen gevangen. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 38

39 - Gemaal Westerkogge - Tabel 5.4. Gevangen vissoorten zegenbemonsteringen inlaat Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Driedoornige stekelbaars Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Hybride 1 15 Karper Kolblei Roofblei Ruisvoorn Snoekbaars Winde Zwartbekgrondel 1 15 TOTAAL In figuur 5.6 is de lengte-frequentieverdeling van de met de zegen gevangen vis opgenomen, waarbij onderscheid is gemaakt tussen de twee bemonsteringsdatums. Een groot deel van de gevangen vis had een lengte tussen de 5 en 20 centimeter, maar er zijn ook redelijke aantallen vissen tussen de 20 en 55 centimeter aangetroffen. Hierbij ging het om soorten als blankvoorn, brasem, kolblei, roofblei en winde. Daarnaast zijn enkele karpers gevangen, waarvan de grootste een lengte had van 78 centimeter. Veel van de grotere blankvoorns, brasems en kolbleien waren paairijpe vissen die vol zaten met kuit. Als gekeken wordt naar de vangsten per datum valt op dat op 24 mei veel meer kleine vis aanwezig was dan op 2 mei. Op 2 mei werd juist iets meer grote vis aangetroffen. Detail vis >15 cm Figuur 5.6. Lengte-frequentieverdeling schubvis zegenbemonsteringen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

40 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 5.7. Zegenbemonstering Figuur 5.8. Doormeten vis Passage inlaat fuikbemonsteringen In tabel 5.5 zijn de vissoorten en aantallen die zijn gevangen in de fuik achter de waterinlaat opgenomen. De vangst was met in totaal 692 vissen niet groot. Een groot deel van de vangst bestond uit baars (365), gevolgd door brasem (189), blankvoorn (51) en kolblei (38). Van de doelsoorten werden 14 rode alen en 4 schieralen en 5 driedoornige stekelbaarzen gevangen. Tabel 5.5. Gevangen vissoorten fuikbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling rode aal Paling schieraal Driedoornige stekelbaars 5 5 Overige vissoorten Alver Baars Blankvoorn Brasem Kolblei Pos Ruisvoorn Zwartbekgrondel 1 7 TOTAAL In figuur 5.9 is de lengte-frequentieverdeling van de in de fuik gevangen vis opgenomen. Op enkele exemplaren na hadden alle vissen een lengte tussen de 5 en 20 centimeter. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 40

41 - Gemaal Westerkogge - Figuur 5.9. Lengte-frequentieverdeling schubvis fuikmonitoring Vergelijking aanbod en passage In tabel 5.6 is een vergelijking te zien tussen het vastgestelde visaanbod met de zegen en de vispassage door middel van de fuik. In vergelijking met het grote visaanbod is de hoeveelheid intrekkende vis van de meeste vissoorten minimaal. Dit terwijl de zegenvisserij slechts een momentopname is en met de fuik alle passerende vis over een langere periode wordt gevangen. Het vangstverschil geeft aan dat slechts weinig vissen gebruik maken van de inlaat als migratieroute. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat de inlaat niet in het kader van het onderzoek verder is geopend. De inlaat staat jaarrond open, maar waarschijnlijk gaat het hierbij om een kier van enkele centimeters. Daardoor kan weinig vismigratie plaatsvinden. Dit wordt bevestigd door het feit dat alleen kleine vis via de inlaat migreerde Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

42 - Monitoring vismigratieknelpunten Tabel 5.6. Vergelijking aanbod en passage Vissoort Aanbod (zegen) Passage (fuik) Doelsoorten Paling rode aal - 14 Paling schieraal - 4 Driedoornige stekelbaars 48 5 Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Hybride 1 - Karper 3 - Kolblei Pos - 4 Roofblei 43 - Ruisvoorn 8 3 Snoekbaars 4 - Winde 33 - Zwartbekgrondel 1 1 TOTAAL Conclusie/samenvatting Tussen 8 april en 3 juni zijn bij het gemaal Westerkogge bemonsteringen uitgevoerd door middel van een kruisnet en een zegen. In dezelfde periode zijn bij de waterinlaat bemonsteringen uitgevoerd met een zegen (aanbod) en een fuik (passage). Met het kruisnet zijn van de doelsoorten vooral aanbod van driedoornige stekelbaars vastgesteld. Daarnaast zijn enkele spieringen glasalen en pootalen aangetroffen. Met de zegen is weinig gevangen. Dit waarschijnlijk als gevolg van het ondiepe uitstroomkanaal voor het gemaal, waar overdag weinig tot geen (grote) vis aanwezig is. Bij de waterinlaat is met de zegen een grote hoeveelheid vis gevangen, waarbij blankvoorn, brasem en kolblei het meest zijn aangetroffen. De vangst in de passagefuik was niet groot. Ook ging het hierbij alleen om kleine vis, terwijl met de zegen werd vastgesteld dat wel aanbod van grote vis aanwezig was. De waterinlaat functioneerde dus slecht als migratieroute voor vis, waarschijnlijk omdat de inlaat slechts enkele centimeters geopend was. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie Gemaal - Aanbrengen vismigratievoorziening bij uitstroom van gemaal. Inlaat - Opstellen protocol voor verbetering intrekmogelijkheden inlaat (inlaat verder open) en inregelen in systeem. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 42

43 - Gemaal Pieter Engel - 6 Gemaal Pieter Engel 6.1 Werkwijze Gemaal Pieter Engel ligt in Krommenie. Het gemaal pompt water uit de achterliggende polder naar de Nauernasche Vaart. Het gemaal heeft twee pompen die beide een debiet van 125 kubieke meter per minuut hebben. Aan beide zijden is op enige afstand van het gemaal een waterinlaat aanwezig, waarmee water uit de Nauernasche Vaart kan worden ingelaten in de polder. Deze inlaten bestaan uit buizen met een diameter van circa 15 centimeter. Om te bepalen of er bij gemaal Pieter Engel aanbod van vis is, zijn in de Nauernasche Vaart voor het gemaal de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen visaanbod (met name glasaal, driedoornige stekelbaars en spiering) door middel van kruisnetbemonsteringen. Voor het gemaal is gedurende vier avonden met een kruisnet bemonsterd. De afmeting van het kruisnet was 1,3 bij 2,6 meter. Voorafgaand aan de bemonsteringen draaide het gemaal enige tijd om zo een lokstroom voor vis te creëren. Zie voor een verdere beschrijving van de bemonstering paragraaf 2.1. Aanvullend aan de bemonsteringen bij het gemaal zijn ook bemonsteringen bij de aan beide zijden van het gemaal aanwezige waterinlaten uitgevoerd. Op deze locaties hebben de volgende bemonsteringen plaatsgevonden: Bepalen visintrek via waterinlaat door middel van glasaalfuiken. Om te onderzoeken of er vis vanuit de Nauernasche Vaart via de waterinlaten de polder intrekt, is aan beide inlaten een glasaalfuik bevestigd. De fuik is twee keer per week bemonsterd. Vaker bemonsteren was vanwege de geringe hoeveelheid intrekkende vis niet nodig. In is met de glasaalfuiken ruim drie weken bemonsterd. In tabel 6.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal Pieter Engel. Zie voor een toelichting op de tabel paragraaf 2.1 en Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

44 - Monitoring vismigratieknelpunten Tabel 6.1. Overzicht bemonsteringen gemaal en inlaten Pieter Engel Datum Activiteit Tijdsduur 10 april Kruisnetbemonstering uur 15 april Plaatsen glasaalfuiken n.v.t. 18 april Monitoren glasaalfuiken Kruisnetbemonstering 3 nachten uur 22 april Monitoren glasaalfuiken 4 nachten 25 april Monitoren glasaalfuiken 3 nachten 29 april Monitoren glasaalfuiken 4 nachten 2 mei Monitoren glasaalfuiken Kruisnetbemonstering 3 nachten uur 7 mei Monitoren en verwijderen 5 nachten glasaalfuiken 22 mei Kruisnetbemonstering uur Figuur 6.1. Kruisnetbemonstering Figuur 6.2. Glasaalfuik 6.2 Resultaten Gemaal In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij gemaal Pieter Engel en de naastgelegen inlaten 14 vissoorten gevangen. Bij de kruisnetbemonsteringen bij het gemaal ging het om 918 exemplaren, verdeeld over 13 soorten. In de glasaalfuiken achter de waterinlaten zijn 116 vissen gevangen, verdeeld over 8 soorten. Aanbod kruisnetbemonsteringen In tabel 6.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de kruisnetbemonsteringen opgenomen. 90% van de vangst bestond uit driedoornige stekelbaars (823 exemplaren). Voor wat betreft de overige vissoorten zijn 71 vetjes gevangen. Van andere vissoorten werden slechts enkele exemplaren aangetroffen. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 44

45 - Gemaal Pieter Engel - Tabel 6.2. Gevangen vissoorten kruisnetbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling rode aal 1 43 Driedoornige stekelbaars Overige vissoorten Blankvoorn Brasem Bittervoorn 1 3 Kolblei 1 9 Pos 1 15 Rivierdonderpad 1 6 Riviergrondel Ruisvoorn 1 6 Tiendoornige stekelbaars Vetje Zwartbekgrondel TOTAAL In figuur 6.3 is een lengte-frequentieverdeling van de gevangen driedoornige stekelbaarzen te zien. De meeste driedoornige stekelbaarzen hadden een lengte tussen de 4 en 6 centimeter. Figuur 6.3. Lengte-frequentieverdeling driedoornige stekelbaars In figuur 6.4 zijn de vangsten per avond weergegeven, waarbij onderscheid is gemaakt tussen driedoornige stekelbaars en overige vissoorten. Een groot deel van de stekelbaarzen is gevangen op 18 april. Tijdens andere bemonsteringsavonden waren de vangsten een stuk kleiner. Overige vissoorten zijn voornamelijk op 18 april en 22 mei gevangen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

46 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 6.4. Vangsten per datum Een mogelijke verklaring voor de grote vangst op 18 april is dat het gemaal op de dag voorafgaand aan deze bemonstering vaak heeft gedraaid, waardoor lange tijd een lokstroom voor vis aanwezig was. Ditzelfde geldt in mindere mate voor 22 mei. De migratieperiode voor driedoornige stekelbaars was toen echter al grotendeels voorbij, maar bij andere vissoorten is de aantrekkende werking van het gemaal wel zichtbaar. Zie hiervoor figuur 6.5 waarin het maalregime en de bemonsteringstijdstippen samen in een grafiek zijn gezet. Figuur 6.5. Vergelijking maalregime en bemonsteringstijdstippen Visserij Service Nederland sterk in viswerk 46

47 - Gemaal Pieter Engel Inlaten Passage inlaten glasaalfuikbemonsteringen In tabel 6.3 zijn de vissoorten en aantallen die zijn gevangen in de glasaalfuiken achter de waterinlaten opgenomen. De vangst was met in totaal 116 vissen niet groot. Bij de noordelijke inlaat zijn 68 vissen gevangen en bij de zuidelijke inlaat waren dit er 48. Vanwege de geringe afmeting van de inlaten ging het alleen om kleine vis. Er zijn 7 driedoornige stekelbaarzen gevangen, waarvan 1 bij de noordelijke en 5 bij de zuidelijke inlaat. Daarnaast zijn bij de zuidelijke inlaat 1 pootaal en 2 rode alen gevangen. Bij de overige vissoorten viel vooral de vangst van de volgens de Flora- en faunawet beschermde rivierdonderpadden op. Naast rivierdonderpadden zijn ook 40 exemplaren van de exoot zwartbekgrondel gevangen. Op veel plaatsen heeft de zwartbekgrondel de inheemse rivierdonderpad verdrongen, maar op deze locatie komen beide soorten (nog) naast elkaar voor. Tabel 6.3. Gevangen vissoorten glasaalfuikbemonsteringen Noordelijke inlaat Zuidelijke inlaat Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling pootaal Paling rode aal Dried. stekelbaars Overige vissoorten Baars Blankvoorn Rivierdonderpad Ruisvoorn Tiend. stekelbaars Zwartbekgrondel TOTAAL In figuur 6.6 is een overzicht van de vangst per waterinlaat gemaakt, waarbij onderscheid is gemaakt tussen de verschillende vissoorten. In de glasaalfuik achter de noordelijke inlaat is meer vis gevangen dan bij de zuidelijke inlaat. Dit verschil werd vooral veroorzaakt door de grotere aantallen baars, rivierdonderpad en zwartbekgrondel. Als gekeken wordt naar de doelsoorten valt op dat deze juist vooral door de zuidelijke inlaat passeerden Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

48 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 6.6. Vangsten per inlaat Vergelijking aanbod gemaal en passage inlaten In tabel 6.4 is een vergelijking te zien tussen het vastgestelde visaanbod bij het gemaal en de vispassage door middel van de glasaalfuiken. In vergelijking met het visaanbod is de hoeveelheid intrekkende vis van de meeste vissoorten niet groot. Vooral bij de driedoornige stekelbaars valt op dat er bij het gemaal veel aanbod was, maar dat slechts een enkele stekelbaars via de waterinlaten migreert. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het ontbreken van een lokstroom bij de inlaten en de geringe hoeveelheid water die door de pijpen stroomt. De vissoorten baars, rivierdonderpad en zwartbekgrondel zijn juist veel meer in de glasaalfuiken gevangen dan op het kruisnet. Figuur 6.7. Zwartbekgrondel (links) en rivierdonderpad Visserij Service Nederland sterk in viswerk 48

49 - Gemaal Pieter Engel - Tabel 6.4. Vergelijking aanbod en passage Vissoort Aanbod (kruisnet) Passage (glasaalfuiken) Doelsoorten Paling pootaal - 1 Paling rode aal 1 2 Driedoornige stekelbaars Overige vissoorten Baars - 25 Blankvoorn 3 3 Brasem 6 - Bittervoorn 1 - Kolblei 1 - Pos 1 - Rivierdonderpad 1 28 Riviergrondel 2 - Ruisvoorn 1 7 Tiendoornige stekelbaars 5 3 Vetje 71 - Zwartbekgrondel 2 40 TOTAAL Conclusie/samenvatting Tussen 10 april en 22 mei zijn bij het gemaal Pieter Engel en de naastgelegen waterinlaten bemonsteringen uitgevoerd door middel van een kruisnet en glasaalfuiken. Met het kruisnet zijn hoofdzakelijk driedoornige stekelbaars gevangen. De aantrekkende werking van de lokstroom die aanwezig is bij een draaiend gemaal was goed zichtbaar. Achter beide waterinlaten is een glasaalfuik geplaatst, om intrekkende vis te bemonsteren. In tegenstelling tot het aanbod bij het gemaal is de hoeveelheid door de pijpen migrerende driedoornige stekelbaarzen minimaal. Opvallend was de vangst van rivierdonderpadden en zwartbekgrondels, die op deze locatie naast elkaar voorkomen. Gelet op de geringe totale vangst is de functie als migratieroute niet groot, waarschijnlijk als gevolg van de kleine diameter en daardoor vrij geringe waterverplaatsing door de inlaten. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie - Aanbrengen vismigratievoorziening bij uitstroom van gemaal Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

50 - Monitoring vismigratieknelpunten NAJAAR 2013 Visserij Service Nederland sterk in viswerk 50

51 - Gemaal Warder - 7 Gemaal Warder 7.1 Werkwijze In het voorjaar is bij gemaal Warder onderzoek gedaan naar aanbod van potentieel intrekkende vis. In het najaar is onderzoek gedaan naar aanbod van uittrekkende vis en de daadwerkelijke uittrek/uitspoeling door het gemaal. Hierbij is het bepalen van visschade door het gemaal belangrijker dan het aantal passerende vissen, om zo meer inzicht te krijgen in het effect van het gemaal op migrerende vis. Om te bepalen in welke mate gemaal Warder een knelpunt is voor migrerende (uittrekkende) vis zijn de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen aanbod van vis aan de instroomzijde van het gemaal door middel van twee monitoringsfuiken; Bepalen vispassage door het gemaal en schade aan vis veroorzaakt door het gemaal door middel van een fuik voor de uitstroomopening. Om het aanbod van vis te bepalen zijn twee fuiken geplaatst aan de instroomzijde van het gemaal. Deze fuiken hebben gedurende twee weken gestaan en zijn in die periode vier keer bemonsterd. Om de passage van vis en beschadiging van vis door het gemaal te meten is er aan de uitstroomzijde van het gemaal een fuik geplaatst, waarin alle vissen die tijdens de bemonstering door het gemaal werden gepompt zijn opgevangen. De fuik is bevestigd in een speciaal op maat gemaakt frame van steigerpijpen, dat in een sponning werd geplaatst. Hierdoor werd de uitstroomopening van het gemaal volledig afgesloten. De bemonstering is gedurende vier avonden uitgevoerd van tot uur. Er is voor de avonden gekozen omdat dan de kans het grootst is dat de vis migreert. Dit geldt vooral voor de paling, die vrijwel uitstuitend in het donker actief is. Tijdens de bemonstering is de fuik meerdere malen geleegd om zo visschade veroorzaakt door vuil of een te grote hoeveelheid vis in de fuik tot een minimum te beperken. Bij de bemonsteringen werden alle gevangen vissen gedetermineerd en doorgemeten, waarbij de gegevens zijn genoteerd op een turfformulier. Vervolgens zijn de vissen teruggezet in hetzelfde water. Bij de bemonsteringen is samengewerkt met de lokale beroepsvisser Simon Hogetoorn. In tabel 7.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal Warder. Bij de tijdsduur voor het monitoren van de aanbodfuiken is uitgegaan van het aantal geviste nachten, omdat de meeste vis in de nacht zal migreren en in de fuik zal zwemmen. Bij de bemonstering van passage door het gemaal is de tijdsduur van tot uur aangegeven. Hier kan in de Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

52 - Monitoring vismigratieknelpunten Resultaten praktijk een kleine afwijking in zitten omdat iets eerder/later is begonnen of geëindigd. Dit verschil is voor het resultaat van het onderzoek verwaarloosbaar. Tabel 7.1. Overzicht bemonsteringen gemaal Warder Datum Activiteit Tijdsduur 11 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 16 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 20 sep Plaatsen aanbodfuiken n.v.t. 23 sep Monitoren aanbodfuiken Fuikmonitoring vispassage gemaal 3 nachten uur 26 sep Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 30 sep Monitoren aanbodfuiken Fuikmonitoring vispassage gemaal 4 nachten uur 3 okt Monitoren en verwijderen aanbodfuiken 3 nachten In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij gemaal Warder 19 vissoorten gevangen. In de aanbodfuiken zijn 3710 exemplaren gevangen van 15 vissoorten. Bij de bemonstering van vispassage door het gemaal zijn 200 vissen gevangen van eveneens 15 soorten. Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 7.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken opgenomen. De vangst was met ruim 3700 exemplaren aanzienlijk. Een groot deel van de vangst bestond uit brasem (1495 exemplaren, 40%) en kolblei (1216 exemplaren, 33%). Van de doelsoort schieraal werden slechtst twee exemplaren gevangen, wat aangeeft dat het schieraalaanbod niet groot is. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 52

53 - Gemaal Warder - Tabel 7.2. Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Alver Baars Blankvoorn Brasem Giebel Hybride Karper Kolblei Kroeskarper 1 15 Pos Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek 1 66 TOTAAL In figuur 7.1 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. De meeste vissen hadden een lengte tussen de 8 en 20 centimeter, maar ook vissen met een lente tussen de 20 en 30 centimeter waren in een redelijk aantal aanwezig. Van de vissoorten karper en snoek zijn enkele grotere exemplaren aangetroffen. Figuur 7.1. Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Passage fuikbemonsteringen In tabel 7.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen van vispassage door het gemaal opgenomen. De vangst was met 200 exemplaren niet erg groot. De brasem (87 exemplaren, 44%) en de kolblei (56 exemplaren, 28%) Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

54 - Monitoring vismigratieknelpunten waren de meest aangetroffen vissoorten. Van de doelsoorten zijn twee schieralen, een rode aal en vier driedoornige stekelbaarzen gevangen. Tabel 7.3. Gevangen vissoorten passagebemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Paling rode aal 1 29 Driedoornige stekelbaars Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Giebel 1 5 Hybride Karper 1 6 Kolblei Pos Ruisvoorn 1 9 Snoekbaars Vetje Zwartbekgrondel Zeelt 1 29 TOTAAL In figuur 7.2 is de lengte-frequentieverdeling van de tijdens de bemonstering passerende palingen opgenomen. De twee gevangen passerende schieralen waren beide dood. Bij één exemplaar was de huid grotendeels afgestroopt en van een ander exemplaar werden, nadat de pomp van het gemaal enige tijd veel herrie maakte, alleen stukken in de fuik aangetroffen. De rode aal met een lengte van 29 centimeter was niet beschadigd. Mogelijk ging het hierbij om een paling die al aan de Markermeerzijde van het gemaal aanwezig was en dus niet het gemaal heeft gepasseerd. Gelet op hoe de enkele gevangen schieralen uit het gemaal kwamen en het grote schadepercentage bij de schubvis (zie pagina 55), wordt ondanks de geringe vangst aangenomen dat gemaal Warder voor paling zeer visonvriendelijk is. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 54

55 - Gemaal Warder - Figuur 7.2. Lengte-frequentieverdeling paling passagebemonsteringen In figuur 7.3 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende schubvis opgenomen. De meeste vissen hadden een lengte tussen de 5 en 20 centimeter. Het schadepercentage onder de passerende vis was met 60% zeer hoog. Hierbij ging het vooral om dodelijke schade als insnijdingen, doorsnijdingen, of zware schubschade. Figuur 7.3. Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen In figuur 7.4 is voor vissen met een lengte van 5 tot 20 centimeter het schadepercentage per lengtecategorie van 5 centimeter weergegeven. Bij een grotere lengte neemt het percentage beschadigde vissen toe van circa 30% in de categorie 5 9 cm tot circa 80% in de categorie cm Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

56 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 7.4. Schadepercentage per lengtecategorie Figuur 7.5. Passagebemonstering Figuur 7.6. Brasems uit passagefuik Vergelijking aanbod en passage In tabel 7.4 is een vergelijking te zien tussen de vangsten in de aanbodfuiken en in de passagefuik. Hieruit blijkt dat de vangst in de passagefuik in vergelijking met het visaanbod gering is. Zowel bij het aanbod als bij de passage zijn brasem en kolblei de meest aangetroffen vissoorten. Ook verder komt de vangst in de aanbodfuiken en passagefuik qua soortensamenstelling redelijk met elkaar overeen, waarbij er wel verschillen in migratiedrang tussen de vissoorten lijken te zijn. Enkele weinig voorkomende soorten zijn of alleen in de aanbodfuiken of alleen in de passagefuik aangetroffen. Dit is te verklaren doordat bij zeldzame soorten toeval een grotere rol speelt. Zowel in de aanbodfuiken als de passagefuik is het aantal gevangen schieralen gering. Dit is een aanwijzing dat de dichtheden van paling in deze polder laag zijn en dat hierdoor weinig schieralen gebruik lijken te maken van gemaal Warder als migratieroute. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 56

57 - Gemaal Warder - Tabel 7.4. Vergelijking visaanbod en vispassage Vissoort Aanbodfuiken Passagefuik Doelsoorten Paling schieraal 2 2 Paling rode aal - 1 Driedoornige stekelbaars - 4 Overige vissoorten Alver 89 - Baars Blankvoorn Brasem Giebel 38 1 Hybride 60 6 Karper Kolblei Kroeskarper 1 - Pos Riviergrondel 3 - Ruisvoorn 89 1 Snoekbaars 24 9 Snoek 1 - Vetje - 4 Zwartbekgrondel - 3 Zeelt - 1 TOTAAL Conclusie/samenvatting Tussen 11 september en 3 oktober zijn bij gemaal Warder bemonsteringen uitgevoerd door middel van aanbod- en passagefuiken. Een groot deel van het vastgestelde visaanbod bestond uit schubvis met een lengte tussen de 8 en 30 centimeter. De passerende aantallen schubvis waren in vergelijking met het grote visaanbod gering, waarschijnlijk doordat deze vissoorten weinig migratiedrang hebben. Het vastgestelde schadepercentage onder passerende vis was zeer hoog. Dit percentage steeg van 30% bij vissen in de lengtecategorie 5-9 cm tot 80% in de categorie cm. Zowel het aanbod als de passage van schieraal was minimaal. De twee schieralen die in de passagefuik zijn gevangen waren beide dood. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie - Verminderen/voorkomen visschade door passage gemaal: aanbrengen viswering; - Verminderen/voorkomen schade door passage gemaal: maaltijdstip afstemmen op aanbod vissoorten; - Alternatieve vispassage: onderzoeken alternatieve migratieroutes in hetzelfde peilgebied Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

58 - Monitoring vismigratieknelpunten Gemaal Lely 8.1 Werkwijze In het voorjaar is bij gemaal Lely onderzoek gedaan naar aanbod van potentieel intrekkende vis. In het najaar is onderzoek gedaan naar aanbod van uittrekkende vis en de daadwerkelijke uittrek/uitspoeling door het gemaal. Hierbij is het bepalen van visschade door het gemaal belangrijker dan het aantal passerende vissen, om zo meer inzicht te krijgen in het effect van het gemaal op migrerende vis. Om te bepalen in welke mate gemaal Lely een knelpunt is voor migrerende (uittrekkende) vis zijn de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen aanbod van vis aan de instroomzijde van het gemaal door middel van twee monitoringsfuiken; Bepalen vispassage door het gemaal en schade aan vis veroorzaakt door het gemaal door middel van een fuik voor de uitstroomopening. De aanbodbemonsteringen zijn uitgevoerd in het peilvak afdeling 2. Bij de passagebemonsteringen is de pomp die dit peilvak bemaalt onderzocht. Om het aanbod van vis te bepalen zijn twee fuiken geplaatst aan de instroomzijde van het gemaal. Deze fuiken hebben gedurende twee weken gestaan en zijn in die periode vier keer bemonsterd. Om de passage van vis en beschadiging van vis door het gemaal te meten is er aan de uitstroomzijde van het gemaal een fuik geplaatst, waarin alle vissen die tijdens de bemonstering door het gemaal werden gepompt zijn opgevangen. De fuik is bevestigd met steigerpijpen, omdat er geen sponning aanwezig was. Hierdoor heeft de fuik door de waterdruk van het gemaal mogelijk de uitstroomopening van het gemaal niet geheel afgesloten. De uitvoering van de bemonstering was verder vergelijkbaar aan de bemonstering bij gemaal Warder. Voor een verdere beschrijving wordt daarom verwezen naar paragraaf 7.1. Bij de bemonsteringen is samengewerkt met de lokale beroepsvisser Dick Bakker. In tabel 8.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal Lely. Tijdens de bemonsteringsavond van 24 september heeft het gemaal als gevolg van een storing niet gemalen. Daarom is er een extra avond bemonsterd op 24 oktober en zijn er dus toch van vier avonden gegevens beschikbaar. Voor een nadere toelichting op de tabel wordt verwezen naar paragraaf 7.1. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 58

59 - Gemaal Lely Resultaten Tabel 8.1. Overzicht bemonsteringen gemaal Lely Datum Activiteit Tijdsduur 17 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 24 sep Plaatsen aanbodfuiken Fuikmonitoring vispassage gemaal n.v.t. NIET GEMALEN 27 sep Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 30 sep Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 4 okt Monitoren aanbodfuiken 4 nachten 7 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 8 okt Monitoren en verwijderen 4 nachten aanbodfuiken 10 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 24 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal uur In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij gemaal Lely 15 vissoorten gevangen. In de aanbodfuiken zijn 1999 exemplaren gevangen van 12 vissoorten. Bij de bemonstering van vispassage door het gemaal zijn 1823 vissen gevangen van 9 soorten. Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 8.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken opgenomen. In totaal zijn circa 2000 vissen gevangen. Ruim 50% van de vangt bestond uit baars (1078 exemplaren). Daarna was blankvoorn de meest aangetroffen vissoort (461 exemplaren, 23%). Het aanbod van de doelsoort schieraal was met 91 exemplaren vrij groot. Tabel 8.2. Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Giebel Karper Kolblei Pos Ruisvoorn 2 15 Snoekbaars Snoek Winde TOTAAL Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

60 - Monitoring vismigratieknelpunten In figuur 8.1 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schieralen te zien. Er zijn enkele kleine, mannelijke schieralen gevangen. Het grootste deel van de vangst bestond echter uit grotere, vrouwelijke schieralen met een lengte tussen de 60 en 90 centimeter. Er is geen enkele rode aal aangetroffen. Figuur 8.1. Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken In figuur 8.2 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. Voor de leesbaarheid van de grafiek is hierin de vissoort baars weggelaten. Het grootste deel van de gevangen vis had een lengte tussen de 5 en 25 centimeter. Daarnaast zijn van de vissoorten blankvoorn, brasem, karper, kolblei en winde enkele grotere vissen gevangen. Figuur 8.2. Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken zonder baars In figuur 8.3 zijn de passerende baarzen wel opgenomen. De meeste baarzen waren kleine vissen met een lengte tussen de 5 en 10 centimeter. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 60

61 - Gemaal Lely - Figuur 8.3. Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken inclusief baars Passage fuikbemonsteringen In tabel 8.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen van vispassage door het gemaal opgenomen. In totaal zijn ruim 1800 vissen gevangen. Een groot deel van de vangst bestond uit snoekbaars (747 exemplaren, 41%) en baars (511 exemplaren, 28%). Van de doelsoorten was de driedoornige stekelbaars met 290 exemplaren de meest aangetroffen vissoort. Daarnaast zijn zes schieralen, 28 rode alen en twee spieringen gevangen. Tabel 8.3. Gevangen vissoorten passagebemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Paling rode aal Driedoornige stekelbaars Spiering Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Pos Snoekbaars Zwartbekgrondel 1 7 TOTAAL In figuur 8.4 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering gevangen palingen opgenomen. Hierbij valt vooral de vangst van enkele tientallen kleine rode alen op. Gelet op de kleur van deze vissen en het feit dat geen enkele rode aal beschadigd was, wordt vermoed dat deze vissen al in het IJsselmeer aanwezig waren en niet door het gemaal zijn gegaan. Dit vermoeden wordt versterkt doordat de fuik mogelijk niet de volledige uitstroomopening heeft afgesloten door het Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

62 - Monitoring vismigratieknelpunten ontbreken van een bruikbare sponning. De gevangen schieralen waren alle zes dodelijk beschadigd, wat aangeeft dat het gemaal voor uittrekkende schieraal zeer visonvriendelijk is. Figuur 8.4. Lengte-frequentieverdeling paling passagebemonsteringen In figuur 8.5 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende schubvis opgenomen. De meeste vissen hadden een lengte tussen de 3 en 15 centimeter. Het schadepercentage onder de passerende vis was met 6% laag, maar neemt wel toe bij een toenemende lengte van de vissen. De vastgestelde schade bestond vooral uit ernstige schubschade, kieuwschade en enkele insnijdingen. Ook hadden diverse vissen rode ogen, veroorzaakt door drukverschillen bij het passeren van de pomp. Waarschijnlijk is een groot deel van de vastgestelde schade bij de schubvis dodelijk. Uit een 24 overlevingsproef bleek dat de opgelopen schubschade vooral bij kleine vis dodelijk was. Figuur 8.5. Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen Visserij Service Nederland sterk in viswerk 62

63 - Gemaal Lely - Vergelijking aanbod en passage In tabel 8.4 is een vergelijking te zien tussen de vangsten in de aanbodfuiken en in de passagefuik. De vissoorten die in grote aantallen in de aanbodfuiken zijn aangetroffen, zijn ook in de passagefuik gevangen. Als gekeken wordt naar de doelsoorten, valt op dat in de aanbodfuiken een veel groter aantal schieralen is gevangen dan in de passagefuik. Dit kan betekenen dat de meeste schieralen het gemaal als gevolg van geluid of trillingen niet durven te passeren, waardoor ophoping van schieraal plaatsvindt. Het zou ook kunnen betekenen dat de schieralen als gevolg van de weersomstandigheden nog weinig migratiedrang hadden. Daarnaast valt op dat in de passagefuik kleine rode alen zijn gevangen. Waarschijnlijk waren deze al in het IJsselmeer aanwezig. Driedoornige stekelbaarzen zijn in een flink aantal in de passagefuik gevangen, terwijl in de aanbodfuiken geen enkel exemplaar is aangetroffen. Waarschijnlijk speelt hierbij de maaswijdte van de aanbodfuiken een rol, waardoor kleine visjes als driedoornige stekelbaarzen niet gevangen konden worden. Tabel 8.4. Vergelijking visaanbod en vispassage Vissoort Aanbodfuiken Passagefuik Doelsoorten Paling schieraal 91 6 Paling rode aal - 28 Driedoornige stekelbaars Spiering - 2 Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Giebel 2 - Karper 9 - Kolblei 64 - Pos Ruisvoorn 2 - Snoekbaars Snoek 2 - Winde 3 - Zwartbekgrondel - 1 TOTAAL Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

64 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 8.6.Baars uit aanbodfuiken Figuur 8.7. Dodelijk beschadigde paling 8.3 Conclusie/samenvatting Tussen 17 september en 24 oktober zijn bij gemaal Lely bemonsteringen uitgevoerd door middel van aanbod- en passagefuiken. Een groot deel van het vastgestelde visaanbod bestond uit schubvis met een lengte tussen de 5 en 25 centimeter. Hierbij was baars de meest aangetroffen vissoort. Van de doelsoorten werd de schieraal met 91 exemplaren veel gevangen. In de passagefuik zijn slechts 6 schieralen gevangen. In vergelijking met het aanbod was de passage daarom gering. Mogelijke verklaringen zijn een afschrikkende werking van het gemaal of een geringe migratiedrang als gevolg van de weersomstandigheden bij de passagebemonsteringen. De gevangen passerende schieralen waren alle zes dodelijk beschadigd. Het gemaal lijkt dus zeer visonvriendelijk voor paling. Bij de passerende schubvis was het schadepercentage met 6% niet hoog. Een kanttekening is dat er vrijwel uitsluitend kleine schubvis met een lengte tussen de 3 en 15 is gevangen. Het schadepercentage lijkt bij een grotere lengte toe te nemen. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie - Korte termijn: vangen en overzetten schieraal ( Paling over de dijk ); - Verminderen/voorkomen schade aan schieraal door passage gemaal: aanbrengen viswering; - Verminderen/voorkomen schade aan schieraal door passage gemaal: zoveel mogelijk overdag malen, als geen schieraalmigratie plaatsvindt; - Alternatieve vispassage: onderzoeken alternatieve migratieroutes in hetzelfde peilgebied. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 64

65 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - 9 Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen 9.1 Werkwijze In het voorjaar is bij het gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen onderzoek gedaan naar aanbod en intrek van vis. In het najaar zijn onderzoeken uitgevoerd naar aanbod van uittrekkende vis op beide locaties en de daadwerkelijke uittrek/uitspoeling door het gemaal. Hierbij is het bepalen van visschade door het gemaal belangrijker dan het aantal passerende vissen, om zo meer inzicht te krijgen in het effect van het gemaal op migrerende vis. Om te bepalen in welke mate gemaal Vier Noorderkoggen een knelpunt is voor migrerende (uittrekkende) vis zijn de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen aanbod van vis aan de instroomzijde van het gemaal (beide peilen) door middel van twee monitoringsfuiken in het hoge peilvak en twee monitoringsfuiken in het lage peilvak; Bepalen vispassage door het gemaal en schade aan vis veroorzaakt door het gemaal door middel van een fuik voor de uitstroomopening (beide pompen). Aanvullend aan de bemonsteringen bij het gemaal zijn ook bemonsteringen bij stoomgemaal Vier Noorderkoggen uitgevoerd. Op deze locatie hebben de volgende bemonsteringen plaatsgevonden: Bepalen van aanbod van vis aan de polderzijde van het stoomgemaal door middel van twee monitoringsfuiken. Omdat het stoomgemaal niet meer in werking is, is hier geen onderzoek gedaan naar passage van vis door het gemaal. De aanbodfuiken die bij het stoomgemaal en in beide peilvakken voor het gemaal zijn geplaatst, hebben gedurende een periode van twee weken gestaan en zijn in deze tijd vier keer bemonsterd. Om de passage van vis en beschadiging van vis door het gemaal te meten is er aan de uitstroomzijde van de pompen van beide peilvakken van het gemaal een fuik geplaatst, waarin alle vissen die tijdens de bemonstering door het gemaal werden gepompt zijn opgevangen. Beide pompen zijn gelijktijdig bemonsterd. De fuiken zijn bevestigd in op maat gemaakt frames van steigerpijpen, die in een sponning werden geplaatst. Hierdoor werden de uitstroomopeningen van het gemaal volledig afgesloten. De uitvoering van de bemonstering was vergelijkbaar aan de bemonstering bij gemaal Warder. Voor een verdere beschrijving wordt daarom verwezen naar paragraaf 7.1. Bij de bemonsteringen is samengewerkt met de lokale beroepsvisser Jaap Buitenhuis Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

66 - Monitoring vismigratieknelpunten Resultaten In tabel 9.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen. Voor een nadere toelichting op de tabel wordt verwezen naar paragraaf 7.1. Tabel 9.1. Overzicht bemonsteringen gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen Datum Activiteit Tijdsduur 18 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 19 sep Plaatsen aanbodfuiken n.v.t. 24 sep Monitoren aanbodfuiken 5 nachten 25 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 27 sep Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 1 okt Monitoren aanbodfuiken 4 nachten 2 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 3 okt Monitoren en verwijderen 2 nachten aanbodfuiken 8 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal uur In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen 18 vissoorten gevangen. Bij de bemonsteringen in het lage peilvak zijn in de aanbodfuiken 593 vissen van 10 soorten gevangen en in de passagefuik 925 vissen van 14 soorten. In het hoge peilvak zijn in de aanbodfuiken 601 vissen (8 soorten) en in de passagefuik 5948 vissen (14 soorten) aangetroffen. In de aanbodfuiken bij het stoomgemaal zijn 1267 vissen gevangen. Dit waren 8 verschillende soorten Gemaal lage peil/effluentpomp Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 9.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken in het lage peilvak opgenomen. In totaal zijn 593 vissen gevangen. De vangst werd gedomineerd door blankvoorn (306 exemplaren, 52%), gevolgd door baars (123 exemplaren, 21%) en brasem (78 exemplaren, 13%). Van de doelsoorten zijn 43 schieralen en 10 rode alen gevangen. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 66

67 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - Tabel 9.2. Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Paling rode aal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Giebel Karper 1 8 Kolblei Pos 1 10 Snoekbaars Zeelt 1 46 TOTAAL In figuur 9.1 is een is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen palingen te zien. De meeste schieralen hebben een lengte tussen de 50 en 90 centimeter. De gevangen rode alen zijn gemiddeld een stuk kleiner dan de schieralen. Figuur 9.1. Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken In figuur 9.2 is lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. Er is vooral vis met een lengte tussen de 5 en 20 centimeter gevangen. Daarnaast zijn een tiental grotere vissen met een lengte tussen de 35 en 55 centimeter gevangen. Dit waren vooral brasems Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

68 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 9.2. Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Passage fuikbemonsteringen In tabel 9.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen van vispassage door het gemaal opgenomen. Hierbij zijn in totaal 925 vissen gevangen. De meest aangetroffen soorten waren brasem (335 exemplaren, 36%) en baars (308 exemplaren, 33%). Van de doelsoorten zijn vier schieralen gevangen. Tabel 9.3. Gevangen vissoorten passagebemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Baars Bittervoorn Blankvoorn Bot 1 24 Brasem Giebel Karper Kolblei Pos Riviergrondel Snoekbaars Winde Zwartbekgrondel 1 7 TOTAAL Visserij Service Nederland sterk in viswerk 68

69 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - In figuur 9.3 is de lengte-frequentieverdeling van de gevangen schieralen te zien. De vier aangetroffen schieralen kwamen allemaal onbeschadigd door het gemaal. Omdat het aantal gering is, is niet met zekerheid te zeggen of dit representatief is voor de schadelijkheid van het gemaal voor schieraal, maar het lijkt erop dat de meeste schieralen het gemaal ongeschonden kunnen passeren. Figuur 9.3. Lengte-frequentieverdeling paling passagebemonsteringen In figuur 9.4 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende schubvis opgenomen. Het grootste deel van de passerende vis bestond uit kleine exemplaren met een lengte tussen de 5 en 10 centimeter. Daarnaast werden ook wat vissen met een lengte tussen de 10 en 20 centimeter aangetroffen. Bij de kleine vis is de kans groot dat het vooral ging om onvrijwillige passage (uitspoeling). Het schadepercentage onder de passerende vis was met 4% laag. Hierbij ging het vooral om lichte schubschade. Figuur 9.4. Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

70 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur 9.5.Paling in aanbodfuiken Figuur 9.6. Bot bij passagebemonstering Vergelijking aanbod en passage In tabel 9.4 is een vergelijking te zien tussen de vangsten in de aanbodfuiken en in de passagefuik. Hieruit blijkt dat de vangst in de passagefuik hoger is dan in de aanbodfuik. Bij de witvis valt op dat in de aanbodfuiken met name blankvoorn is gevangen en in de passagefuik vooral brasem. Het is zeer aannemelijk dat jonge brasem gevoeliger is voor uitspoeling dan blankvoorn. Bij de schieraal valt op dat het aantal passerende vissen in vergelijking met het aanbod gering is. Dit geeft aan dat de schieralen nog geen duidelijke migratiedrang vertoonden, mogelijk als gevolg van de weersomstandigheden. Tabel 9.4. Vergelijking visaanbod en vispassage Vissoort Aanbodfuiken Passagefuik Doelsoorten Paling schieraal 43 4 Paling rode aal 10 - Overige vissoorten Baars Bittervoorn - 21 Blankvoorn Bot - 1 Brasem Giebel 4 4 Karper 1 11 Kolblei 8 5 Pos 1 97 Riviergrondel - 3 Snoekbaars Winde - 4 Zeelt 1 - Zwartbekgrondel - 1 TOTAAL Visserij Service Nederland sterk in viswerk 70

71 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen Gemaal hoge peil Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 9.5 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken in het hoge peilvak opgenomen. In totaal zijn 601 vissen gevangen. In het hoge peilvak was brasem met 201 exemplaren (33%) de meest gevangen vissoort, gevolgd door baars (137 exemplaren, 23%) en snoekbaars (110 exemplaren, 18%). Van de doelsoorten zijn 41 schieralen gevangen. Het aanbod is hiermee vrijwel gelijk met het aanbod in het lage peilvak, waar 43 exemplaren werden gevangen. Tabel 9.5. Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Kolblei Pos Snoekbaars Zeelt TOTAAL In figuur 9.6 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen palingen te zien. De meeste schieralen hebben een lengte tussen de 60 en 80 centimeter. Rode alen zijn niet aangetroffen. Figuur 9.6. Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken In figuur 9.7 is lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. Er is vooral vis met een lengte tussen de 5 en 20 centimeter Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

72 - Monitoring vismigratieknelpunten gevangen. Daarnaast zijn enkele grotere vissen met een lengte van rond de 50 centimeter gevangen. Dit waren vooral brasems. Er is één grote snoekbaars van 76 centimeter in de fuik aangetroffen. Figuur 9.7. Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Passage fuikbemonsteringen In tabel 9.6 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen van vispassage door het gemaal opgenomen. Hierbij zijn in totaal bijna 6000 vissen gevangen. De meest aangetroffen soorten waren brasem (3255 exemplaren, 55%) en pos (1046 exemplaren, 18%). Van de doelsoorten zijn 12 schieralen gevangen. Tabel 9.6. Gevangen vissoorten passagebemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Alver Baars Bittervoorn Blankvoorn Brasem Giebel Karper Kolblei Pos Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Zeelt TOTAAL Visserij Service Nederland sterk in viswerk 72

73 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - In figuur 9.8 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende palingen opgenomen, waarbij ook is aangegeven of de palingen al dan niet beschadigd waren. Van de 12 passerende schieralen was er slechts één exemplaar beschadigd. Na 24 uur bleek deze paling echter nog te leven en zijn geen breuken of bloeduitstortingen vastgesteld. Gelet op deze resultaten is het schadepercentage voor paling gering. Figuur 9.8. Lengte-frequentieverdeling paling passagebemonsteringen In figuur 9.9 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende schubvis opgenomen. Het grootste deel van de passerende vis bestond uit exemplaren met een lengte tussen de 5 en 15 centimeter. Het schadepercentage onder de passerende vis was met 2% laag. Hierbij ging het vooral om schubschade. Figuur 9.9. Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen Omdat vermoedt werd dat mogelijk een deel van de in de passagefuik gevangen vis niet door het gemaal werd gepompt, maar aan de buitenkant van het gemaal aanwezig was, is tijdens de bemonsteringen van 18 september en 2 oktober onderscheid gemaakt tussen de vangsten tijdens de eerste lichting van de fuik en de vangsten tijdens de rest van de avond. Een overzicht hiervan is te zien in tabel 9.7. Tijdens de eerste lichting is meer vis gevangen dan tijdens de rest van de avond, terwijl de eerste lichting een periode van circa 1 uur is en de rest van de avond 5 uur. Het verschil is vooral groot bij de vissoorten baars, blankvoorn en pos. Mogelijk was een deel van deze vis aan de IJsselmeerzijde van het gemaal aanwezig. Gelet op Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

74 - Monitoring vismigratieknelpunten de geringe vangst van pos in de aanbodfuiken en de grote populatie van deze vissoort in het IJsselmeer wordt verwacht dat dit bij de pos het geval was. Bij andere vissoorten is echter ook mogelijk dat deze aan de binnenzijde van het gemaal in het pomphuis aanwezig waren en bij het aanslaan van het gemaal direct door het gemaal werden gepompt. Het aantreffen van beschadigde brasems en blankvoorns bij de eerste lichting bevestigd dit vermoeden. Het schadepercentage was zowel bij de eerste lichting als de rest van de avond zeer laag, waardoor het al dan niet aanwezig zijn van vis aan de binnen- en buitenzijde van het gemaal geen groot effect heeft op het berekende schadepercentage voor schubvis. Tabel 9.7. Vergelijking vangst eerste fuiklichting en rest van avond (2 avonden) Vissoort Eerste lichting Rest avond Doelsoorten Paling schieraal - 7 Overige vissoorten Baars Bittervoorn 16 - Blankvoorn Brasem Giebel 5 2 Karper - 2 Kolblei 26 6 Pos Riviergrondel 5 2 Ruisvoorn - 1 Snoekbaars Zeelt 1 1 TOTAAL Vergelijking aanbod en passage In tabel 9.8 is een vergelijking te zien tussen de vangsten in de aanbodfuiken en in de passagefuik. Hieruit blijkt dat de vangst in de passagefuik circa 10 keer zo hoog is dan de vangst in de aanbodfuiken. Er wordt dus relatief veel vis door het gemaal naar het IJsselmeer gepompt. Mogelijk is dit beeld licht vertekend, doordat een deel van de vis (met name pos) waarschijnlijk al aan de IJsselmeerzijde aanwezig was. Bij de schieraal valt op dat het aantal passerende vissen in vergelijking met het aanbod gering is. Zie voor een mogelijke verklaring de vergelijking bij het lage peil. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 74

75 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - Tabel 9.8. Vergelijking visaanbod en vispassage Vissoort Aanbodfuiken Passagefuik Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Alver - 2 Baars Bittervoorn - 48 Blankvoorn Brasem Giebel Karper - 26 Kolblei Pos Riviergrondel - 7 Ruisvoorn - 3 Snoekbaars Zeelt 2 3 TOTAAL Stoomgemaal Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 9.9 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken bij het stoomgemaal opgenomen. In totaal zijn 1267 vissen gevangen. Hierbij was pos met 756 exemplaren (60% van totaal) de meest voorkomende vissoort, gevolgd door baars (260 exemplaren, 21%). Opvallend was het vrij grote schieraalaanbod. In totaal zijn 135 exemplaren gevangen. Daarnaast zijn twee rode alen in de fuiken aangetroffen. Tabel 9.9. Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Paling rode aal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Hybride 1 10 Pos Ruisvoorn 1 12 Snoekbaars TOTAAL Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

76 - Monitoring vismigratieknelpunten In figuur 9.10 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen palingen te zien. De meeste palingen hadden een lengte tussen de 55 en 90 centimeter. Figuur Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken In figuur 9.11 is lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. Er is vooral kleine vis met een lengte tussen de 5 en 10 centimeter gevangen. Grote schubvissen zijn op deze locatie helemaal niet in de fuik aangetroffen. Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Vergelijking aanbod stoomgemaal en aanbod gemaal hoge peil Omdat met de aanbodfuiken bij het stoomgemaal en de aanbodfuiken bij het gemaal (hoge peil) twee potentiele uittrekpunten van hetzelfde peilgebied zijn bemonsterd, is in tabel 9.10 een vergelijking gemaakt tussen de vangsten op beide locaties. Hierbij valt vooral de grote hoeveelheid pos bij het stoomgemaal op, terwijl deze vissoort bij het gemaal slechts weinig is gevangen. Dit is te verklaren doordat Visserij Service Nederland sterk in viswerk 76

77 - Gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen - de waterinlaat bij het stoomgemaal gedurende de bemonstering open heeft gestaan. De gevangen possen zijn waarschijnlijk via deze inlaat vanuit het IJsselmeer naar binnen gekomen, zoals ook bij de voorjaarsbemonsteringen is vastgesteld. Daarnaast valt op dat het schieraalaanbod bij het stoomgemaal een factor 3 hoger was dan bij het gemaal. Mogelijk zijn deze schieralen als glasaal via de inlaat binnengekomen en willen ze daarom via dezelfde weg de polder weer verlaten. Omdat de inlaat een groot verval en hoge stroomsnelheid heeft, is uittrek op deze locatie echter niet mogelijk, waardoor ophoping van schieraal plaatsvindt. Dit verklaart de grote schieraalvangst in het najaar en ook de vangst van schieralen tijdens de voorjaarsbemonsteringen. Tabel Vergelijking visaanbod stoomgemaal en gemaal hoge peil Vissoort Stoomgemaal Gemaal hoge peil Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Hybride 1 - Kolblei - 16 Pos Ruisvoorn 1 - Snoekbaars Zeelt - 2 TOTAAL Conclusie/samenvatting Tussen 18 september en 8 oktober zijn bij gemaal en stoomgemaal Vier Noorderkoggen bemonsteringen uitgevoerd door middel van aanbod- en passagefuiken. Bij het lage peil is vooral aanbod van schubvis met een lengte van 5 tot 20 centimeter vastgesteld. Van de doelsoorten zijn 43 schieralen en 10 rode alen gevangen. Bij de bemonstering van passage door het gemaal, was de schubvisvangst min of meer vergelijkbaar met de vangst in de aanbodfuiken. Van de schieraal zijn slechts 4 exemplaren gevangen. Mogelijk vond als gevolg van de weersomstandigheden weinig migratie plaats. Er is geen schade onder passerende palingen vastgesteld. Bij witvis was het schadepercentage met 4% laag. De vangst in de aanbodfuiken in het hoge peilvak was qua aantallen vrijwel gelijk aan de vangst in het lage peilvak. De passage van vis was een stuk groter, waarbij het vooral ging om zeer kleine vis. Het vastgestelde schadepercentage voor schubvis was 2%. Van de 12 gevangen schieralen was één exemplaar licht beschadigd. Bij het stoomgemaal was de vangst in de aanbodfuiken hoger dan bij het gemaal (hoge peil). Bij een vergelijking van de vangsten op deze locaties, die beide een potentiële uittreklocatie in hetzelfde peilvak zijn, valt op dat er in de aanbodfuiken bij het stoomgemaal ongeveer drie keer zoveel schieraal is gevangen dan bij het Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

78 - Monitoring vismigratieknelpunten gemaal. Uittrek via de waterinlaat bij het stoomgemaal is niet mogelijk, waardoor ophoping van schieraal plaatsvindt. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie Gemaal (beide peilvakken) - Aanpassen maalregime; met het oog op schieraalmigratie zoveel mogelijk in de avond/nacht malen. Stoomgemaal - Korte termijn: vangen en overzetten schieraal ( Paling over de dijk ); - Lange termijn: aanleggen vispassage voor uittrekkende schieraal. Figuur Onbeschadigde schieralen Figuur Ernstig beschadigde karper Visserij Service Nederland sterk in viswerk 78

79 - Gemaal Westerkogge - 10 Gemaal Westerkogge 10.1 Werkwijze In het voorjaar is bij het gemaal Westerkogge en de nabijgelegen waterinlaat onderzoek gedaan naar aanbod en intrek van vis. In het najaar zijn onderzoeken uitgevoerd naar aanbod van uittrekkende vis op beide locaties en de daadwerkelijke uittrek/uitspoeling door het gemaal. Hierbij is het bepalen van visschade door het gemaal belangrijker dan het aantal passerende vissen, om zo meer inzicht te krijgen in het effect van het gemaal op migrerende vis. Om te bepalen in welke mate gemaal Westerkogge een knelpunt is voor migrerende (uittrekkende) vis zijn de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen aanbod van vis aan de instroomzijde van het gemaal (beide peilen) door middel van twee monitoringsfuiken in het hoge peilvak en twee monitoringsfuiken in het lage peilvak; Bepalen vispassage door het gemaal en schade aan vis veroorzaakt door het gemaal door middel van een fuik voor de uitstroomopening van de pomp van het hoge peilvak. Aanvullend aan de bemonsteringen bij het gemaal zijn ook bemonsteringen bij de waterinlaat uitgevoerd. Deze waterinlaat laat water in, in het hoge peilvak dat door gemaal Westerkogge wordt bemalen. Bij de inlaat hebben de volgende bemonsteringen plaatsgevonden: Bepalen van aanbod van vis aan de polderzijde van de inlaat door middel van twee monitoringsfuiken. De aanbodfuiken die in beide peilvakken voor het gemaal en voor de waterinlaat zijn geplaatst, hebben gedurende een periode van twee weken gestaan en zijn in deze tijd vier keer bemonsterd. Om de passage van vis en beschadiging van vis door het gemaal te meten is er aan de uitstroomzijde van de pomp van het lage peilvak van het gemaal een fuik geplaatst, waarin alle vissen die tijdens de bemonstering door het gemaal werden gepompt zijn opgevangen. De fuik is bevestigd in op maat gemaakt frame van steigerpijpen, dat in een sponning werd geplaatst. Hierdoor werd de uitstroomopening van het gemaal volledig afgesloten. De uitvoering van de bemonstering was vergelijkbaar aan de bemonstering bij gemaal Warder. Voor een verdere beschrijving wordt daarom verwezen naar paragraaf 7.1. Bij de bemonsteringen is samengewerkt met de lokale beroepsvisser Dirk Langenberg Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

80 - Monitoring vismigratieknelpunten Resultaten In tabel 10.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal en waterinlaat Westerkogge. Voor een nadere toelichting op de tabel wordt verwezen naar paragraaf 7.1. Tabel Overzicht bemonsteringen gemaal en waterinlaat Westerkogge Datum Activiteit Tijdsduur 16 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 23 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 30 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 5 okt Plaatsen aanbodfuiken n.v.t. 8 okt Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 9 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 11 okt Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 14 okt Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 18 okt Monitoren en verwijderen aanbodfuiken 4 nachten In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij het gemaal en de waterinlaat Westerkogge 17 vissoorten gevangen. Bij de bemonsteringen in het lage peilvak zijn in de aanbodfuiken 650 vissen van 10 soorten gevangen. In het hoge peilvak zijn in de aanbodfuiken 250 vissen gevangen en in de passagefuik vissen van 13 soorten. Dit waren 9 soorten. In de aanbodfuiken bij de waterinlaat zijn 539 vissen van 10 soorten aangetroffen Gemaal lage peil Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 10.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken in het lage peilvak opgenomen. In totaal zijn 650 vissen gevangen. De schieraal was met 168 exemplaren (26%) de meest aangetroffen vissoort, gevolgd door pos (153 exemplaren, 24%), brasem (136 exemplaren, 21%) en baars (109 exemplaren, 17%). Naast het grote aantal schieralen zijn ook vijf rode alen gevangen. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 80

81 - Gemaal Westerkogge - Tabel Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Paling rode aal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Giebel 1 24 Kolblei Pos Ruisvoorn Snoekbaars Winde TOTAAL In figuur 10.1 is een is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen palingen te zien. De schieralen waren zeer variabel van lengte. Naast enkele kleine mannetjes zijn vooral vrouwelijke schieralen gevangen. Figuur Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken In figuur 10.2 is lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. Er is vooral vis met een lengte tussen de 5 en 15 centimeter gevangen, maar ook vissen met een lengte tussen de 15 en 30 centimeter werden regelmatig in de fuiken aangetroffen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

82 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Gemaal hoge peil Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 10.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken in het hoge peilvak opgenomen. In totaal zijn 250 vissen gevangen. De baars was met 97 exemplaren (39%) de meest voorkomende vissoort, gevolgd door schieraal met 62 exemplaren (25%). In vergelijking met het lage peilvak was het aanbod van schieraal een factor drie lager. Naast schieralen zijn ook 5 rode alen gevangen. Dit aantal was gelijk aan het aantal in het lage peilvak. Tabel Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Paling rode aal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Karper 1 52 Kolblei Pos Snoekbaars Snoek 1 42 TOTAAL In figuur 10.3 is een is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen palingen te zien. De lengteverdeling en de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke schieralen is redelijk vergelijkbaar met die van de gevangen palingen in het lage peilvak. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 82

83 - Gemaal Westerkogge - Figuur Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken In figuur 10.4 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. Er is vooral vis met een lengte tussen de 5 en 25 centimeter gevangen. Daarnaast zijn enkele grotere vissen aangetroffen, waarbij het ging om brasem, karper en snoek. Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Passage fuikbemonsteringen In tabel 10.4 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen van vispassage door het gemaal opgenomen. Hierbij is een zeer groot aantal vissen gevangen, namelijk ruim exemplaren. De meest gevangen vissoorten waren baars (8113 exemplaren, 44%) en pos (7862 exemplaren, 43%), op afstand gevolgd door brasem (1250 exemplaren, 7%). Van de doelsoorten zijn 17 schieralen, 1 rode aal en 13 driedoornige stekelbaarzen in de passagefuik aangetroffen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

84 - Monitoring vismigratieknelpunten Tabel Gevangen vissoorten passagebemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling - schieraal Paling - rode aal 1 65 Driedoornige stekelbaars Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Karper Kolblei Pos Riviergrondel 3 11 Ruisvoorn Snoekbaars Winde 1 17 Zwartbekgrondel TOTAAL In figuur 10.5 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering in de passagefuik gevangen schieralen opgenomen. De lengte varieerde van circa 50 tot 85 centimeter. De 17 gevangen schieralen kwamen allemaal onbeschadigd door het gemaal. Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen In figuur 10.6 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering in de passagefuik gevangen schubvis opgenomen. Het grootste deel van de passerende vis bestond uit kleine exemplaren met een lengte tussen de 5 en 10 centimeter. Daarnaast werden ook wat vissen met een lengte tussen de 10 en 20 centimeter aangetroffen. Het schadepercentage onder de passerende vis was met 1% zeer laag. Hierbij ging het vooral om (lichte) schubschade. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 84

85 - Gemaal Westerkogge - Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen Vanwege de grote aantallen kleine pos en baars was het vermoeden dat een deel van de in de passagefuik gevangen vis niet door het gemaal werd gepompt, maar aan de buitenkant van het gemaal aanwezig was. Daarom is tijdens de bemonsteringen van 23 september en 9 oktober onderscheid gemaakt tussen de vangsten tijdens de eerste lichting van de fuik en de vangsten tijdens de rest van de avond. Een overzicht hiervan is te zien in tabel Tijdens de eerste lichting is meer vis gevangen dan tijdens de rest van de avond, terwijl de eerste lichting een periode van circa 1 uur is en de rest van de avond 5 uur. Met name bij de pos en in mindere mate bij de snoekbaars werd een groot deel van de vis tijdens de eerste lichting gevangen. Mogelijk was een deel van deze vissoorten aan de Markermeerzijde van het gemaal aanwezig. Bij de baars is dit niet vastgesteld. Daarom wordt vermoed dat de grote hoeveelheid gevangen baars toch grotendeels door het gemaal werd gepompt. Dit wordt bevestigd door de resultaten van 30 september. Toen draaide het gemaal al voordat de fuik werd geplaatst, zodat eventueel aan de buitenzijde aanwezige vis al was verdwenen. Toch werden tijdens deze avond duizenden baarsjes gevangen, die dus allemaal afkomstig waren uit de polder. Het schadepercentage was bij de eerste lichtingen en tijdens de rest van de avond van een vergelijkbaar laag niveau, waardoor het al dan niet aanwezig zijn van vis aan de buitenzijde van het gemaal geen groot effect heeft op het berekende schadepercentage voor schubvis Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

86 - Monitoring vismigratieknelpunten Tabel Vergelijking vangst eerste fuiklichting en rest van avond (2 avonden) Vissoort Eerste lichting Rest avond Doelsoorten Paling schieraal - 6 Driedoornige stekelbaars - 12 Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Karper 1 14 Kolblei Pos Riviergrondel - 1 Snoekbaars Zwartbekgrondel - 12 TOTAAL Vergelijking aanbod en passage In tabel 10.6 is een vergelijking te zien tussen de vangsten in de aanbodfuiken en in de passagefuik. Hieruit blijkt dat de vangsthoeveelheid in de passagefuik vele malen hoger was dan in de aanbodfuik. Dit geeft aan dat vis het gemaal gemakkelijk passeert. Gelet op het gemiddeld kleine formaat van de vis gaat het hierbij mogelijk voor een groot deel om onvrijwillige uitspoeling. Het aantal passerende schieralen was gelet op het aanbod vrij gering. Mogelijk vond tijdens de bemonsteringsavonden als gevolg van de weersomstandigheden weinig schieraalmigratie plaats. Tabel Vergelijking visaanbod en vispassage Vissoort Aanbodfuiken Passagefuik Doelsoorten Paling schieraal Paling rode aal 5 1 Driedoornige stekelbaars - 13 Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Karper 1 20 Kolblei Pos Riviergrondel - 3 Ruisvoorn - 2 Snoekbaars Snoek 1 - Winde 2 1 Zwartbekgrondel - 17 TOTAAL Visserij Service Nederland sterk in viswerk 86

87 - Gemaal Westerkogge Waterinlaat Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 10.7 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken bij het stoomgemaal opgenomen. In totaal zijn 593 vissen gevangen. Hierbij was baars met 306 exemplaren (52% van totaal) de meest voorkomende vissoort, gevolgd door kolblei (99 exemplaren, 17%). Van de doelsoort paling zijn 42 schieralen en 2 rode alen gevangen. Tabel Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Paling rode aal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Graskarper 1 80 Hybride 1 25 Kolblei Pos Snoekbaars Snoek 1 86 TOTAAL In figuur 10.7 is een is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen palingen te zien. Een groot deel van de gevangen schieralen had een lengte tussen de 55 en 75 centimeter. Figuur Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

88 - Monitoring vismigratieknelpunten In figuur 10.8 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. Er is vooral vis met een lengte tussen de 5 en 25 centimeter gevangen. Daarnaast zijn enkele grote vissen van de soorten brasem, graskarper, snoekbaars en snoek in de fuiken aangetroffen. Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Vergelijking aanbod inlaat en aanbod gemaal hoge peil Omdat met de aanbodfuiken bij de waterinlaat en de aanbodfuiken bij het gemaal (hoge peil) twee potentiele uittrekpunten van hetzelfde peilgebied zijn bemonsterd, is in tabel 10.9 een vergelijking gemaakt tussen de vangsten op beide locaties. Hierbij valt vooral op dat bij de waterinlaat veel meer kleine baarzen zijn gevangen dan bij het gemaal. Een mogelijke verklaring is dat de waterinlaat jaarrond op een kier staat en dat het hierbij gaat om vanuit het Markermeer inspoelende baarsjes. Het aantal gevangen schieralen was bij de waterinlaat lager dan bij het gemaal. Dit kan betekenen dat er meer schieralen via het gemaal uittrekken dan via de op een kier staande waterinlaat. Mogelijk is de lokstroom van de inlaat zo gering, dat hier slechts weinig schieralen op af komen. De kans dat schieralen via de inlaat naar het Markermeer migreren is klein, aangezien het peilverschil tussen het Markermeer en de polder circa twee meter bedraagt en de stroomsnelheid door de inlaat dus hoog zal zijn. Aan de hand van de bemonsteringsresultaten kan daarom gesteld worden dat zowel de inlaat als het gemaal (potentiële) uittrekpunten voor schieraal zijn, maar er is geen goede vergelijking tussen de hoeveelheid uittrekkende schieraal per locatie te maken. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 88

89 - Gemaal Westerkogge - Tabel 10.9 Vergelijking visaanbod waterinlaat en gemaal hoge peil Vissoort Gemaal hoge peil Waterinlaat Doelsoorten Paling schieraal Paling rode aal 5 2 Overige vissoorten Baars Blankvoorn 7 16 Brasem Graskarper - 1 Hybride - 1 Karper 1 - Kolblei Pos Snoekbaars Snoek 1 1 TOTAAL Figuur Lichten van fuiken Figuur Grote snoek uit aanbodfuik 10.3 Conclusie/samenvatting Tussen 16 september en 18 oktober zijn bij gemaal en waterinlaat Westerkogge bemonsteringen uitgevoerd door middel van aanbod- en passagefuiken. Bij het lage peil was het aanbod van schieraal met een vangst van 168 exemplaren hoog. Daarnaast is vooral aanbod van schubvis met een lengte van 5 tot 30 centimeter vastgesteld. Uittrek van vis is in dit peilvak niet onderzocht. Het aanbod van schubvis en schieraal in het hoge peilvak was kleiner dan in het lage peilvak. Bij de schieraal was het aanbod zelfs een factor drie lager. In de passagefuik zijn 17 schieralen gevangen. Mogelijk vond als gevolg van de weersomstandigheden weinig migratie plaats. De hoeveelheid uittrekkende schubvis was zeer groot. Gelet op het gemiddeld zeer kleine formaat van 5 tot 10 centimeter ging het mogelijk vooral om onvrijwillige uitspoeling. Het vastgestelde schadepercentage was met 1% zeer laag. Hierbij ging het vooral om (lichte) schubschade. Bij de passerende schieralen is helemaal geen schade geconstateerd. In de aanbodfuiken bij de waterinlaat (hetzelfde peilvak als gemaal hoge peil) is ruim twee keer zoveel schubvis gevangen als bij het gemaal. Hierbij ging het vooral Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

90 - Monitoring vismigratieknelpunten om kleine baarsjes, die mogelijk via de inlaat vanuit het Markermeer zijn ingetrokken. Het schieraalaanbod bij de inlaat is lager dan bij het gemaal. Een mogelijke oorzaak is dat het gemaal een grotere aantrekkingskracht op schieraal heeft. Een andere mogelijkheid is dat schieralen vrij gemakkelijk via de waterinlaat uit kunnen trekken, waardoor minder ophoping plaatsvindt dan voor het gemaal. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie Gemaal - Aanpassen maalregime; met het oog op schieraalmigratie zoveel mogelijk in de avond/nacht malen. Waterinlaat - Onderzoek schieraaluittrek via waterinlaat; - Aan de hand van onderzoeksgegevens zo nodig realiseren/optimaliseren uittrekmogelijkheden. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 90

91 - Gemaal Oosterdel en Broekersluis - 11 Gemaal Oosterdel en Broekersluis 11.1 Werkwijze Gemaal Oosterdel is een klein gemaal dat ligt in Zuid-Scharwoude. De Broekersluis ligt op enkele kilometers afstand hiervan in Broek op Langendijk. Omdat het gemaal en de sluis potentiele uittrekpunten zijn voor vis vanuit dezelfde polder, worden deze locaties in dit rapport samen behandeld. Om te bepalen in welke mate gemaal Oosterdel een knelpunt is voor migrerende (uittrekkende) vis zijn de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen aanbod van vis aan de instroomzijde van het gemaal door middel van twee monitoringsfuiken; Bepalen vispassage door het gemaal en schade aan vis veroorzaakt door het gemaal door middel van een fuik voor de uitstroomopening. Om te bepalen in welke mate de Broekersluis een knelpunt is voor migrerende (uittrekkende) vis zijn de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen aanbod van vis aan de polderzijde van het gemaal door middel van twee monitoringsfuiken. De aanbodfuiken zijn op beide locaties gelijktijdig geplaatst. Bij gemaal Oosterdel bleek bij de tweede bemonstering dat de fuiken waren vernield. Vanwege de gevoeligheid voor vandalisme van deze locatie zijn daarna geen nieuwe fuiken geplaatst. Daarom zijn van deze locatie van slechts van drie nachten bemonsteringsgegevens beschikbaar. Bij de sluis is gedurende een periode van twee weken bemonsterd. In deze periode zijn de fuiken vier keer bemonsterd. Om de passage van vis en beschadiging van vis door het gemaal te meten is er aan de uitstroomzijde van het gemaal een fuik geplaatst, waarin alle vissen die tijdens de bemonstering door het gemaal werden gepompt zijn opgevangen. De fuik is bevestigd in op maat gemaakt frame van steigerpijpen, dat in een sponning werd geplaatst. Hierdoor werd de uitstroomopening van het gemaal volledig afgesloten. De uitvoering van de bemonstering was vergelijkbaar aan de bemonstering bij gemaal Warder. Voor een verdere beschrijving wordt daarom verwezen naar paragraaf 7.1. Bij de bemonsteringen is samengewerkt met de lokale beroepsvisser Frans Boerdijk. In tabel 11.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal Oosterdel en de Broekersluis. Voor een nadere toelichting op de tabel wordt verwezen naar paragraaf Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

92 - Monitoring vismigratieknelpunten Resultaten Tabel Overzicht bemonsteringen gemaal Oosterdel en Broekersluis Datum Activiteit Tijdsduur 19 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 23 sep Plaatsen aanbodfuiken (gemaal en sluis) n.v.t. 26 sep Monitoren aanbodfuiken Fuikmonitoring vispassage gemaal 3 nachten uur 30 sep Monitoren aanbodfuiken 4 nachten Fuiken gemaal vernield 3 okt Monitoren aanbodfuiken Fuikmonitoring vispassage gemaal 3 nachten uur 7 okt Monitoren en verwijderen 4 nachten aanbodfuiken 15 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal uur In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij gemaal Oosterdel en de Broekersluis slechts 8 vissoorten gevangen. In de aanbodfuiken bij het gemaal zijn 27 vissen gevangen van 6 soorten. In de passagefuik waren dit 41 exemplaren van 7 soorten. In de aanbodfuiken bij de Broekersluis zijn 726 vissen aangetroffen, waarbij het ging om 6 verschillende soorten Gemaal Oosterdel Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 11.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken opgenomen. In de drie nachten waarvan gegevens van de aanbodfuiken bekend zijn, zijn slechts 27 vissen gevangen. Het grootste deel (60%) van de totale vangst bestond uit paling, namelijk 7 schieralen en 9 rode alen. Het aanbod van schubvis lijkt op deze locatie minimaal. Tabel Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Paling rode aal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem 1 7 Kolblei 1 16 Snoekbaars TOTAAL Visserij Service Nederland sterk in viswerk 92

93 - Gemaal Oosterdel en Broekersluis - In figuur 11.1 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen palingen te zien. De meeste schieralen hadden een lengte van tussen de 60 en 70 centimeter. Bij de rode alen lag de vangstpiek rond de 50 centimeter. Figuur Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken Passage fuikbemonsteringen In tabel 11.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen van vispassage door het gemaal opgenomen. Met slechts 41 vissen is de totale vangst zeer klein. Waarschijnlijk wordt deze geringe vangst veroorzaakt door de minimale capaciteit van dit kleine gemaal. Van de doelsoort schieraal zijn vier exemplaren gevangen. Tabel Gevangen vissoorten passagebemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Alver 1 12 Baars Brasem Blankvoorn 2 12 Pos Snoekbaars TOTAAL In figuur 11.2 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende palingen opgenomen. De vier gevangen schieralen waren allemaal onbeschadigd. Ondanks de geringe vangsthoeveelheid lijkt het er dus op dat het gemaal niet leidt tot een hoog schadepercentage bij passerende palingen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

94 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur Lengte-frequentieverdeling schieraal passagebemonsteringen In figuur 11.3 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende schubvis opgenomen. Van de 37 passerende schubvissen waren er drie beschadigd. Hierbij ging het om oogschade en ernstige schubschade, die waarschijnlijk dodelijk is. Volgens de bemonsteringsresultaten ligt het schadepercentage onder de 10%. Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen Vergelijking aanbod en passage In tabel 11.4 is een vergelijking te zien tussen de vangsten in de aanbodfuiken en in de passagefuik. Een kanttekening hierbij is dat van de aanbodfuiken slechts van drie nachten gegevens beschikbaar zijn. Het aanbod en de passage van schubvis waren beide zeer gering. Er lijkt wel een redelijk aanbod van schieraal te zijn, maar de passage van schieraal tijdens de bemonsteringsavonden was niet groot. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 94

95 - Gemaal Oosterdel en Broekersluis Broekersluis Tabel Vergelijking visaanbod en vispassage Vissoort Aanbodfuiken Passagefuik Doelsoorten Paling schieraal 7 4 Paling rode aal 9 - Overige vissoorten Alver - 1 Baars 2 14 Blankvoorn 5 2 Brasem 1 9 Kolblei 1 - Pos - 5 Snoekbaars 2 6 TOTAAL Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 11.5 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken bij de Broekersluis opgenomen. In totaal zijn in twee weken tijd 726 vissen gevangen. Hiervan bestond 87% (631 exemplaren) uit baars. Van andere schubvissoorten was het aanbod gering. Van de doelsoorten zijn 25 schieralen aangetroffen. Tabel Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Pos Snoekbaars TOTAAL In figuur 11.4 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schieralen te zien. Er zijn drie schieralen met een lengte van rond de 40 centimeter gevangen. Daarnaast zijn schieralen gevangen, die een lengte tussen de 55 en 80 centimeter hadden. Rode alen zijn niet aangetroffen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

96 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken In figuur 11.5 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. Het merendeel bestond uit eenzomerige baarsjes met een lengte van 5 tot 7 centimeter. Grote vissen zijn niet gevangen. Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Vergelijking aanbod gemaal en sluis Omdat met de aanbodfuiken bij gemaal Oosterdel en de aanbodfuiken bij de Broekersluis twee potentiële uittrekpunten van dezelfde polder zijn bemonsterd, is in tabel 11.6 een vergelijking gemaakt tussen de vangsten op beide locaties. Omdat van de aanbodfuiken bij het gemaal alleen van de periode van 23 tot 26 september gegevens beschikbaar zijn, zijn voor de sluis ook alleen de gegevens van deze periode in de tabel opgenomen. De schieraalvangst is op beide locaties vergelijkbaar. Bij gemaal Oosterdel is naast schieraal ook aanbod van rode aal, terwijl bij de sluis alleen schieralen zijn aangetroffen. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 96

97 - Gemaal Oosterdel en Broekersluis - Voor de meeste schubvissoorten is het visaanbod op beide locaties vergelijkbaar. Alleen jonge baars is bij de sluis duidelijk meer gevangen dan bij het gemaal. Tabel Vergelijking visaanbod Broekersluis en gemaal Oosterdel (23 26 sep) Vissoort Broekersluis* Oosterdel Doelsoorten Paling schieraal 10 7 Paling rode aal - 9 Overige vissoorten Alver - - Baars 60 2 Blankvoorn 4 5 Brasem 1 1 Kolblei - 1 Pos 3 - Snoekbaars 1 2 TOTAAL * Voor een eerlijke vergelijking zijn bij de Broekersluis alleen de gegevens van de periode van 23 tot 26 september opgenomen, zodat de vangstperiode gelijk is aan die bij gemaal Oosterdel Conclusie/samenvatting Tussen 19 september en 15 oktober zijn bij gemaal Oosterdel en de Broekersluis bemonsteringen uitgevoerd door middel van aanbod- en passagefuiken. Bij het gemaal was het aanbod en de passage van vis minimaal. Van de 37 passerende schubvissen waren er drie beschadigd. De vier gevangen schieralen kwamen allen onbeschadigd door het gemaal. Bij de sluis was meer visaanbod, voornamelijk bestaande uit kleine baarsjes. De omvang van het schieraalaanbod bij de sluis en bij het gemaal is vergelijkbaar. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie - Alternatieve vispassage: onderzoeken alternatieve migratieroutes in hetzelfde peilgebied. Gemaal - Aanpassen maalregime; met het oog op schieraalmigratie zoveel mogelijk in de avond/nacht malen. Sluis - Automatiseren sluis voor schieraalmigratie in najaar (regelbare migratieopening (rinket) in sluisdeur, vis schutten). Bij een keuze voor het al dan niet uitvoeren van deze maatregelen moet een afweging worden gemaakt tussen de kosten en nut/noodzaak van de maatregel. Dit in verband met de geringe hoeveelheid vis op deze locatie Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

98 - Monitoring vismigratieknelpunten Gemaal Pieter Engel 12.1 Werkwijze In het voorjaar is bij gemaal Pieter Engel onderzoek gedaan naar aanbod van potentieel intrekkende vis. In het najaar is onderzoek gedaan naar aanbod van uittrekkende vis en de daadwerkelijke uittrek/uitspoeling door het gemaal. Hierbij is het bepalen van visschade door het gemaal belangrijker dan het aantal passerende vissen, om zo meer inzicht te krijgen in het effect van het gemaal op migrerende vis. Om te bepalen in welke mate gemaal Pieter Engel een knelpunt is voor migrerende (uittrekkende) vis zijn de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen aanbod van vis aan de instroomzijde van het gemaal door middel van twee monitoringsfuiken; Bepalen vispassage door het gemaal en schade aan vis veroorzaakt door het gemaal door middel van een fuik voor de uitstroomopening. Om het aanbod van vis te bepalen zijn twee fuiken geplaatst aan de instroomzijde van het gemaal. Deze fuiken hebben gedurende twee weken gestaan en zijn in die periode vier keer bemonsterd. Om de passage van vis en beschadiging van vis door het gemaal te meten is er aan de uitstroomzijde van het gemaal een fuik geplaatst, waarin alle vissen die tijdens de bemonstering door het gemaal werden gepompt zijn opgevangen. De fuik is bevestigd in een speciaal op maat gemaakt frame van steigerpijpen, dat in een sponning werd geplaatst. Hierdoor werd de uitstroomopening van het gemaal volledig afgesloten. De uitvoering van de bemonstering was vergelijkbaar aan de bemonstering bij gemaal Warder. Voor een verdere beschrijving wordt daarom verwezen naar paragraaf 7.1. Bij de bemonsteringen is samengewerkt met de lokale beroepsvisser Joop Post. In tabel 12.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal Pieter Engel. Voor een nadere toelichting op de tabel wordt verwezen naar paragraaf 7.1. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 98

99 - Gemaal Pieter Engel Resultaten Tabel Overzicht bemonsteringen gemaal Pieter Engel Datum Activiteit Tijdsduur 19 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 4 okt Plaatsen aanbodfuiken (gemaal en sluis) n.v.t. 8 okt Monitoren aanbodfuiken 4 nachten 11 okt Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 15 okt Monitoren aanbodfuiken Fuikmonitoring vispassage gemaal 4 nachten uur 18 okt Monitoren en verwijderen 3 nachten aanbodfuiken 30 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal uur 4 nov Fuikmonitoring vispassage gemaal uur In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij gemaal Pieter Engel 13 vissoorten gevangen. In de aanbodfuiken zijn 105 exemplaren gevangen van 10 vissoorten. Bij de bemonstering van vispassage door het gemaal zijn 189 vissen gevangen van 12 soorten. Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 12.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken opgenomen. Met in totaal 105 vissen was de vangst niet groot. De brasem was met 36 exemplaren (34% van totaal) de meest aangetroffen vissoort, gevolgd door baars, blankvoorn en pos (allen 13 exemplaren, 12 %). Van de doelsoort schieraal zijn 10 exemplaren gevangen. Het aanbod van schieraal lijkt daarmee niet erg groot. Tabel Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Karper 1 13 Kolblei Pos Ruisvoorn Snoekbaars Snoek 1 84 TOTAAL Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

100 - Monitoring vismigratieknelpunten In figuur 12.1 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schieralen te zien. Er is één exemplaar van 44 centimeter gevangen. Dit was waarschijnlijk een mannetje. De overige vissen varieerden in lengte van ongeveer 60 tot 75 centimeter. Figuur Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken In figuur 12.2 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. De meeste vissen hadden een lengte tussen de 5 en 20 centimeter. Er is één grote snoek met een lengte van 84 centimeter gevangen. Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Passage fuikbemonsteringen In tabel 12.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen van vispassage door het gemaal opgenomen. De vangst was met 189 exemplaren niet erg groot. Ruim 50% van de vangst bestond uit brasem (100 exemplaren). Daarna was de doelsoort schieraal met 25 exemplaren de meest gevangen vissoort. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 100

101 - Gemaal Pieter Engel - Tabel Gevangen vissoorten passagebemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Driedoornige stekelbaars Overige vissoorten Baars Brasem Blankvoorn Karper 1 15 Kolblei Pos Ruisvoorn Snoekbaars Tiendoornige stekelbaars 1 3 Vetje 1 6 TOTAAL In figuur 12.3 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende schieralen opgenomen, waarbij is aangegeven welke schieralen beschadigd waren. Van de 25 gevangen schieralen waren er maar liefst 19 beschadigd. Hiervan was circa tweederde dodelijk beschadigd. Bij de meeste palingen waren geen uitwendige verwondingen te zien, maar toen een vis werd open gesneden waren inwendig diverse bloeduitstortingen en breuken in de ruggengraat te zien. Concluderend is het vastgestelde totale schadepercentage voor uittrekkende schieraal circa 75%, waarvan tweederde dodelijk is geraakt. Figuur Lengte-frequentieverdeling paling passagebemonsteringen In figuur 12.4 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende schubvis opgenomen. De meeste vissen hadden een lengte tussen de 5 en 20 centimeter. Het totale schadepercentage onder de passerende vis was met 30% hoog. Ongeveer de helft van deze vissen had (lichte) schubschade, die mogelijk niet dodelijk is. Voorbeelden van waargenomen ernstige schade zijn doorsnijdingen en bloed in de ogen. Uit de 24 uurs overlevingsproef bleek dat de meeste vissen (vooral kleine vis) met schubschade de volgende dag niet meer leefde Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

102 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen In figuur 12.5 is voor vissen met een lengte van 5 tot 20 centimeter het schadepercentage per lengtecategorie van 5 centimeter weergegeven. Bij een grotere lengte neemt het percentage beschadigde vissen toe van ruim 10% in de categorie 5 9 cm tot circa 50% in de categorie cm. Figuur Schadepercentage per lengtecategorie Vergelijking aanbod en passage In tabel 12.4 is een vergelijking te zien tussen de vangsten in de aanbodfuiken en in de passagefuik. Zowel qua omvang van de vangst als qua aantallen komt de vangst redelijk overeen. Opvallend is dat het aantal gevangen schieralen in de passagefuik groter is dan in de aanbodfuiken. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt, doordat de schieraalmigratie tijdens de aanbodbemonsteringen nog niet goed op gang was gekomen. In de passagefuik werden de meeste schieralen tijdens de laatste twee bemonsteringsavonden gevangen, toen de aanbodfuiken al verwijderd waren. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 102

103 - Gemaal Pieter Engel - Tabel Vergelijking visaanbod en vispassage Vissoort Aanbodfuiken Passagefuik Doelsoorten Paling schieraal Driedoornige stekelbaars - 2 Overige vissoorten Baars Blankvoorn 13 2 Brasem Karper 1 1 Kolblei 6 3 Pos Ruisvoorn 6 4 Snoekbaars 6 6 Snoek 1 - Tiendoornige stekelbaars - 1 Vetje - 1 TOTAAL Conclusie/samenvatting Tussen 19 september en 4 november zijn bij gemaal Pieter Engel bemonsteringen uitgevoerd door middel van aanbod- en passagefuiken. Het visaanbod was op deze locatie niet groot en bestond vooral uit schubvis met een lengte tussen de 5 en 20 centimeter. Van de schieraal zijn 10 exemplaren gevangen in de aanbodfuiken. Voor wat betreft schubvis was de hoeveelheid passerende vis in lijn met het geringe aanbod. Van de schieraal zijn 25 exemplaren gevangen. Waarschijnlijk kwam de schieraalmigratie pas in de loop van oktober goed op gang, toen de aanbodfuiken al verwijderd waren. Van de passerende schieralen was maar liefst 75% beschadigd, waarvan tweederde dodelijk beschadigd. Ook de schade onder schubvis was groot, van ruim 10% in de lengtecategorie 5-9 cm tot circa 50% in de lengtecategorie cm. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie - Korte termijn: vangen en overzetten schieraal ( Paling over de dijk ); - Verminderen/voorkomen schade door passage gemaal: aanbrengen viswering; - Verminderen/voorkomen schade door passage gemaal: maaltijdstip afstemmen op aanbod vissoorten; - Alternatieve vispassage: onderzoeken alternatieve migratieroutes in hetzelfde peilgebied Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

104 - Monitoring vismigratieknelpunten Gemaal Eilandspolder Zuid 13.1 Werkwijze Gemaal Eilandspolder Zuid is een klein gemaal dat ligt in De Rijp. Het gemaal maalt water uit een polder naar de Beemsterringvaart. Gemaal Eilandspolder Zuid is een vijzelgemaal met twee pompen. Om te bepalen in welke mate gemaal Eilandspolder Zuid een knelpunt is voor migrerende (uittrekkende) vis zijn de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen aanbod van vis aan de instroomzijde van het gemaal door middel van drie monitoringsfuiken; Bepalen vispassage door het gemaal en schade aan vis veroorzaakt door het gemaal door middel van een fuik voor één van de pompen. Om het aanbod van vis te bepalen zijn drie fuiken geplaatst aan de instroomzijde van het gemaal. Er is gekozen voor drie fuiken, zodat in elk van de drie richting het gemaal lopende watergangen een fuik geplaatst kon worden. Deze fuiken hebben gedurende twee weken gestaan en zijn in die periode vier keer bemonsterd. Om de passage van vis en beschadiging van vis door het gemaal te meten is er aan de uitstroomzijde van het gemaal een fuik geplaatst, waarin vissen die tijdens de bemonstering door het gemaal werden gepompt zijn opgevangen. De fuik is bevestigd aan twee stijgerpijpen. Hierdoor werd de uitstroomopening van het gemaal grotendeels afgesloten. Tweemaal is de zuidelijke pomp en tweemaal de noordelijke pomp bemonsterd. De uitvoering van de bemonstering was vergelijkbaar aan de bemonstering bij gemaal Warder. Voor een verdere beschrijving wordt daarom verwezen naar paragraaf 7.1. Bij de bemonsteringen is samengewerkt met de lokale beroepsvisser Jan Butter. In tabel 13.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal Eilandspolder Zuid. Voor een nadere toelichting op de tabel wordt verwezen naar paragraaf 7.1. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 104

105 - Gemaal Eilandspolder Zuid Resultaten Tabel Overzicht bemonsteringen gemaal Eilandspolder Zuid Datum Activiteit Tijdsduur 20 sep Fuikmonitoring vispassage gemaal noord uur 4 okt Plaatsen aanbodfuiken (gemaal en sluis) n.v.t. 8 okt Monitoren aanbodfuiken 4 nachten 11 okt Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 14 okt Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 16 okt Monitoren en verwijderen aanbodfuiken Fuikmonitoring vispassage gemaal noord 2 nachten uur 31 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal zuid uur 4 nov Fuikmonitoring vispassage gemaal zuid uur In totaal zijn tijdens de bemonsteringen bij gemaal Eilandspolder Zuid 16 vissoorten gevangen. In de aanbodfuiken zijn 178 exemplaren gevangen van 10 vissoorten. Bij de bemonstering van vispassage door het gemaal zijn 90 vissen gevangen van 14 soorten. Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 13.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken opgenomen. In totaal zijn 178 vissen gevangen. De kolblei was met 74 exemplaren (42% van totaal) de meest aangetroffen vissoort, gevolgd door de brasem (29 exemplaren, 16%). Van de doelsoort schieraal zijn 20 exemplaren gevangen. Tabel Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling schieraal Overige vissoorten Baars Blankvoorn Brasem Giebel Karper Kolblei Ruisvoorn Snoekbaars Zeelt 1 25 TOTAAL In figuur 13.1 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schieralen te zien. Er zijn alleen grote vrouwelijke schieralen gevangen met een lengte tussen de 60 en 85 centimeter Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

106 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur Lengte-frequentieverdeling paling aanbodfuiken In figuur 13.2 is een lengte-frequentieverdeling van in de aanbodfuiken gevangen schubvis te zien. Er is een duidelijke piek te zien bij vissen van 8 tot 12 centimeter, maar ook grotere vissen met een lengte tot 30 centimeter zijn aangetroffen. Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Passage fuikbemonsteringen In tabel 13.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen van vispassage door het gemaal opgenomen. Omdat twee avonden de noordelijke pomp is bemonsterd en twee avonden de zuidelijke pomp, zijn de vangstgegevens per pomp weergegeven. De totale vangst was met 90 exemplaren gering. Waarschijnlijk wordt deze lage vangst veroorzaakt doordat de aanzuigcapaciteit van het gemaal niet erg groot is. Van de doelsoorten zijn vier schieralen, twee driedoornige stekelbaarzen en een spiering aangetroffen. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 106

107 - Gemaal Eilandspolder Zuid - Tabel Gevangen vissoorten passagebemonsteringen Vissoort NOORDELIJKE POMP ZUIDELIJKE POMP Aantal Lengteverdeling Aantal Lengteverdeling Doelsoorten Paling schieraal Dried. stekelbaars Spiering Overige vissoorten Alver Baars Blankvoorn Bittervoorn Brasem Hybride Karper Kolblei Pos Rivierdonderpad Ruisvoorn Snoekbaars Vetje TOTAAL In figuur 13.3 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende palingen door de noordelijke pomp opgenomen. De drie passerende schieralen kwamen onbeschadigd door het gemaal. Figuur Lengte-frequentieverdeling paling passagebemonsteringen In figuur 13.4 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende schubvis door de noordelijke pomp opgenomen. Er werd vrijwel uitsluitend kleine vis met een lengte tussen de 5 en 15 centimeter gevangen. Enkele van de passerende vissen waren beschadigd, waarbij het hoofdzakelijk ging om lichte schubschade. Gelet op de kleine vangsthoeveelheid wordt het niet mogelijk geacht om een voldoende betrouwbare schatting van het schadepercentage te geven Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

108 - Monitoring vismigratieknelpunten Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen In figuur 13.5 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende paling door de zuidelijke pomp opgenomen. De enige gevangen schieraal kwam onbeschadigd door het gemaal. Figuur Lengte-frequentieverdeling paling passagebemonsteringen In figuur 13.6 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende schubvis door de zuidelijke pomp opgenomen. Het totale vangstaantal was hoger dan bij de bemonsteringen van de noordelijke pomp en ook werden wat grotere vissen gevangen. Omdat beide pompen niet op dezelfde avond werden bemonsterd, is het echter niet nuttig om een verdere vergelijking tussen aantallen en lengtes te maken. Wat opvalt is dat veel meer vissen beschadigd waren dan bij de bemonstering van de noordelijke vijzel. Bij vissen met een lengte van 4 tot 6 centimeter ging het vooral om vetjes, die gemakkelijk hun schubben verliezen en daardoor in de categorie lichte schade zijn genoteerd. Ook enkele grotere vissen van de soorten alver, brasem en kolblei waren echter beschadigd, waarbij het vooral ging om (lichte) schubschade, die mogelijk niet dodelijk is. Bij één vis werd een insnijding vastgesteld en bij één vis een diepe schaafwond. Gelet op de kleine vangsthoeveelheid wordt het niet mogelijk geacht om een voldoende betrouwbare schatting van het schadepercentage te geven. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 108

109 - Gemaal Eilandspolder Zuid - Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen Een mogelijke verklaring voor het verschil in schade tussen de twee pompen kan zijn dat de zuidelijke pomp meer slijtage vertoond, waardoor passerende vissen meer kans op beschadiging hebben als gevolg door beknelling tussen de ontstane ruimte tussen de vijzel en de buis waarin de vijzel draait. Een vergelijking van het aantal draaiuren vanaf november 2006 laat zien dat beide pompen in die periode ongeveer even vaak hebben gedraaid. Aan de hand van deze gegevens is een eventueel verschil in slijtage en daarmee het verschil in schade niet te verklaren. Gelet op het geringe aantal vissen, kan het geconstateerde verschil ook op toeval berusten. Figuur Lichten van aanbodfuiken Vergelijking aanbod en passage In tabel 13.4 is een vergelijking te zien tussen de vangsten in de aanbodfuiken en in de passagefuik, waarbij de vangstgegevens van de beide pompen bij elkaar zijn opgeteld. Gelet op het aanbod is de hoeveelheid passerende vis gering. Dit geldt niet alleen voor schubvis, maar ook voor schieraal. Mogelijk was de schieraalmigratie tijdens de bemonsteringsavonden van het gemaal gering, of hebben schieralen een andere mogelijkheid om uit de polder te trekken Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

110 - Monitoring vismigratieknelpunten Tabel Vergelijking visaanbod en vispassage Vissoort Aanbodfuiken Passagefuik Doelsoorten Paling schieraal 20 4 Driedoornige stekelbaars - 2 Spiering - 1 Overige vissoorten Alver - 1 Baars 5 34 Blankvoorn 13 5 Bittervoorn - 2 Brasem 29 5 Giebel 2 - Hybride - 2 Karper 5 4 Kolblei 74 8 Pos - 1 Rivierdonderpad - 1 Ruisvoorn 20 1 Snoekbaars 9 9 Vetje - 10 Zeelt 1 - TOTAAL Conclusie/samenvatting Tussen 20 september en 4 november zijn bij gemaal Eilandspolder Zuid bemonsteringen uitgevoerd door middel van aanbod- en passagefuiken. Het visaanbod was op deze locatie niet erg groot. In totaal zijn 178 vissen gevangen, waarvan 20 schieralen. Tijdens de bemonsteringen van de vispassage zijn slechts vier schieralen aangetroffen. Mogelijk is dit geringe aantal het gevolg van de weersomstandigheden en daardoor geringe migratiedrang. Ook de hoeveelheid passerende schubvis was gering. Opvallend was dat bij de noordelijke pomp weinig visschade optrad, terwijl bij de zuidelijke pomp meer (lichte) schade werd vastgesteld. Het verschil in schadepercentages kan het gevolg zijn van slijtage van de zuidelijke pomp, maar zou gelet op de geringe vangsthoeveelheid ook op toeval kunnen berusten. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie - Aanpassen maalregime; met het oog op schieraalmigratie zoveel mogelijk in de avond/nacht malen. - Onderzoeken eventuele schade/slijtage aan zuidelijke vijzel. Zo nodig vervangen van vijzel(s). - Alternatieve vispassage: onderzoeken alternatieve migratieroutes in hetzelfde peilgebied. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 110

111 - Gemaal en sluis Westwouderpolder - 14 Gemaal en sluis Westwouderpolder 14.1 Werkwijze Gemaal Westwouderpolder is een klein gemaal dat ligt in De Woude. Op een afstand van enkele honderden meters van het gemaal ligt een sluisje. Het gemaal en de sluis zijn voor vis de enige mogelijkheden om uit de achterliggende polder te migreren. Om te bepalen in welke mate gemaal Westwouderpolder een knelpunt is voor migrerende (uittrekkende) vis zijn de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen aanbod van vis aan de instroomzijde van het gemaal door middel van twee monitoringsfuiken; Bepalen vispassage door het gemaal en schade aan vis veroorzaakt door het gemaal door middel van een fuik voor de uitstroomopening van het gemaal. Naast de bemonsteringen bij het gemaal is ook onderzoek gedaan naar de functie van de sluis voor vismigratie. Daarom zijn bij de sluis de volgende bemonsteringen uitgevoerd: Bepalen vispassage door de sluis door middel van een fuik in de sluis. Om het aanbod van vis te bepalen zijn twee fuiken geplaatst aan de instroomzijde van het gemaal en twee fuiken aan de polderzijde van de sluis. Deze fuiken hebben gedurende twee weken gestaan en zijn in die periode vier keer bemonsterd. Om de passage van vis en beschadiging van vis door het gemaal te meten is er aan de uitstroomzijde van het gemaal een fuik geplaatst, waarin vissen die tijdens de bemonstering door het gemaal werden gepompt zijn opgevangen. Het hok van de fuik is door middel van twee kettingen aan de onderkant en twee touwen aan de bovenkant direct voor de uitstroomopening van het gemaal bevestigd. De uitvoering van de bemonstering was vergelijkbaar aan de bemonstering bij gemaal Warder. Voor een verdere beschrijving wordt daarom verwezen naar paragraaf 7.1. Tegelijk met de bemonstering van het gemaal is een hokfuik in de sluis geplaatst, waarmee vis die vanuit de polder migreerde werk gevangen. Hierbij werd de sluisdeur aan de polderzijde open gezet. De rinketten van de andere deuren werden op een kier gezet, waardoor een lokstroom ontstond vanuit het kanaal naar de polder. De fuik is aan het einde van de bemonsteringsavond weer verwijderd. Bij de bemonsteringen is samengewerkt met de lokale beroepsvisser Jeroen Los. In tabel 14.1 is een overzicht opgenomen van datums en tijd van de uitgevoerde bemonsteringen bij gemaal en sluis Westwouderpolder. Voor een nadere toelichting op de tabel wordt verwezen naar paragraaf Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

112 - Monitoring vismigratieknelpunten Resultaten Gemaal Tabel Overzicht bemonsteringen gemaal Westwouderpolder Datum Activiteit Tijdsduur 20 sep Plaatsen aanbodfuiken Fuikmonitoring vispassage gemaal en sluis n.v.t uur 25 sep Monitoren aanbodfuiken 5 nachten 28 sep Monitoren aanbodfuiken 3 nachten 2 okt Monitoren aanbodfuiken 4 nachten 5 okt Monitoren en verwijderen aanbodfuiken 3 nachten 17 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal en sluis uur 31 okt Fuikmonitoring vispassage gemaal en sluis uur 7 nov Fuikmonitoring vispassage gemaal en sluis uur In totaal zijn tijdens de bemonsteringen gemaal en sluis Westwouderpolder 12 vissoorten gevangen. In de aanbodfuiken bij het gemaal zijn 14 vissen gevangen van 6 soorten. In de passagefuik waren dit 80 exemplaren van 9 soorten. In de passagefuik in de sluis zijn 8 vissoorten gevangen. Dit waren in totaal 91 exemplaren. Aanbod fuikbemonsteringen In tabel 14.2 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering met de aanbodfuiken opgenomen. De totale vangst in met slechts 14 vissen zeer gering. Van de doelsoorten is één rode aal gevangen. Schieralen zijn niet in de fuiken aangetroffen. Tabel Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Paling rode aal 1 41 Overige vissoorten Baars Blankvoorn 2 10 Kolblei 1 9 Ruisvoorn Zeelt 1 37 TOTAAL Visserij Service Nederland sterk in viswerk 112

113 - Gemaal en sluis Westwouderpolder - Passage fuikbemonsteringen In tabel 14.3 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonsteringen van vispassage door het gemaal opgenomen. In totaal zijn slechts 80 vissen gevangen, waarvan brasem met 29 exemplaren (36%) het grootste deel uitmaakte, gevolgd door baars (19 exemplaren, 24%). Er is geen enkele schieraal of andere doelsoort aangetroffen. Een mogelijke verklaring voor de geringe vangst is de kleine capaciteit van het gemaal en het (zeer) geringe aanbod van doelsoorten in deze polder. Tabel Gevangen vissoorten passagebemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Overige vissoorten Alver 1 5 Baars Bittervoorn Blankvoorn Brasem Kolblei Pos 3 9 Ruisvoorn Snoekbaars TOTAAL In figuur 14.1 is de lengte-frequentieverdeling van tijdens de bemonstering passerende schubvis opgenomen. Er zijn vooral vissen met een lengte van 5 tot 15 centimeter gevangen. Bij deze vissen ligt het schadepercentage onder de 10%, waarbij het vooral ging om lichte schub- en staartschade. Omdat slechts twee grotere vissen zijn gevangen, is niet te zeggen hoe het schadepercentage bij grotere vissen zal zijn. Wat wel opviel was dat de enkele vissen van 15 centimeter en groter allemaal waarschijnlijk dodelijk beschadigd waren. Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis passagebemonsteringen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

114 - Monitoring vismigratieknelpunten Sluis Vergelijking aanbod en passage In tabel 14.4 is een vergelijking te zien tussen de vangsten in de aanbodfuiken en in de passagefuik. Zowel in de aanbodfuiken als in de passagefuik was de vangst gering. In de passagefuik zijn wel wat meer vissoorten gevangen. Het ontbreken van schieraal in de aanbodfuiken en passagefuik geeft mogelijk aan dat er weinig paling in de polder aanwezig is. Vaak is de piek van de schieraalmigratie in dergelijke kleine polders met een lage bezetting heel kort en heftig (soms maar enkele avonden), waardoor het zeer aannemelijk is dat deze migratiepiek is gemist. Tabel Vergelijking visaanbod en vispassage Vissoort Aanbodfuiken Passagefuik Doelsoorten Paling rode aal 1 - Overige vissoorten Alver - 1 Baars 6 19 Bittervoorn - 2 Blankvoorn 2 10 Brasem - 26 Kolblei 1 2 Pos - 3 Ruisvoorn 3 8 Snoekbaars - 9 Zeelt 1 - TOTAAL Passage fuikbemonsteringen In tabel 14.5 zijn de gevangen vissoorten en aantallen bij de bemonstering van vispassage door de sluis opgenomen. In totaal zijn 91 vissen gevangen. Kolblei was met 44 exemplaren (48%) de meest gevangen vissoort, gevolgd door baars (19 exemplaren, 21%). Er is geen enkele paling of andere doelsoort gevangen. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 114

115 - Gemaal en sluis Westwouderpolder - Tabel Gevangen vissoorten aanbodbemonsteringen Vissoort Aantal Lengteverdeling (cm) Doelsoorten Overige vissoorten Alver Baars Blankvoorn Brasem 1 8 Karper 1 9 Kolblei Pos Ruisvoorn TOTAAL In figuur 14.2 is een lengte-frequentieverdeling van in de passagefuik gevangen schubvis te zien. Er is alleen kleine vis aangetroffen, tot een maximale lengte van 15 centimeter. Figuur Lengte-frequentieverdeling schubvis aanbodfuiken Vergelijking passage gemaal en sluis Omdat de bemonsteringen met de passagefuiken in de sluis en bij het gemaal gelijktijdig zijn uitgevoerd en dit twee potentiële uittrekpunten van dezelfde polder zijn, is in tabel 14.6 een vergelijking gemaakt tussen de vangsten op beide locaties. De totale vangsthoeveelheid op beide locaties is vrijwel gelijk. Voor wat betreft de soortensamenstelling zijn er ook veel overeenkomsten. Het grootste verschil is dat bij de sluis veel kolblei is gevangen en bij het gemaal brasem en snoekbaars Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

116 - Monitoring vismigratieknelpunten Tabel Vergelijking visaanbod sluis en gemaal Vissoort Sluis Gemaal Doelsoorten Overige vissoorten Alver 3 1 Baars Bittervoorn - 2 Blankvoorn Brasem 1 26 Karper 1 - Kolblei 44 2 Pos 6 3 Ruisvoorn 6 8 Snoekbaars - 9 TOTAAL Conclusie/samenvatting Tussen 20 september en 7 november zijn bij gemaal en sluis Westwouderpolder bemonsteringen uitgevoerd door middel van aanbod- en passagefuiken. Het visaanbod en de vispassage waren op deze locaties gering. Van de doelsoorten is één rode aal gevangen. Schieralen zijn helemaal niet aangetroffen. Het bij de bemonsteringen van de vispassage door het gemaal vastgestelde schadepercentage onder schubvis is minder dan 10%. De hoeveelheid passerende vis door het gemaal en door de sluis waren van een vergelijkbaar laag aantal. Aanbevelingen optimalisatie vismigratie Gelet op het zeer geringe visaanbod en de minimale vispassage worden investeringen in vismigratie niet zinvol geacht. Als het gemaal vanwege slijtage/ouderdom aan vervanging toe is, wordt aanbevolen om voor een visvriendelijke pomp te kiezen. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 116

117 - Bijlage: Toelichting aanbevelingen maalregime - Bijlage: Toelichting aanbevelingen maalregime Elk hoofdstuk in dit rapport wordt afgesloten met een kader, waarin aanbevelingen zijn opgenomen. Deze aanbevelingen zijn zeer beknopt omschreven en worden niet tot in detail uitgewerkt. Met name bij de verschillende aanbevelingen die betrekking hebben op aanpassen van het maalregime kan dit mogelijk onduidelijkheid geven. Daarom wordt in deze bijlage een toelichting op de genoemde maatregelen gegeven. Voorjaar In de hoofdstukken die betrekking hebben op de voorjaarsbemonsteringen wordt bij enkele onderzochte locaties als maatregel Aanpassen maalregime ten behoeve van verbeteren lokstroom genoemd. Bij de uitwerking van de resultaten van de voorjaarsbemonsteringen is een vergelijking gemaakt tussen de vangsten per bemonsteringsavond en de draaiuren van het gemaal voorafgaand aan de bemonstering. Hieruit blijkt dat er een duidelijk verband tussen deze twee gegevens is. Hoe langer het gemaal voorafgaand aan de bemonstering in werking was, hoe groter de vangst met het kruisnet. Als het gemaal voorafgaand aan een bemonstering helemaal niet had gedraaid, werd soms geen enkele vis gevangen. Omdat vissoorten als glasaal, driedoornige stekelbaars en spiering vooral in het donker migreren, kan het best in de avond worden gemalen, zodat de lokstroom tijdens de migratieperiode aanwezig is. Belangrijk is wel dat er naast het creëren van een lokstroom ook een migratiemogelijkheid voor vis wordt gerealiseerd. Zonder de mogelijkheid om bij het gemaal de polder in te migreren, heeft de lokstroom voor vis geen enkel nut. Najaar In de hoofdstukken die betrekking hebben op de bemonsteringen in het najaar zijn de volgende aanbevelingen opgenomen die betrekking hebben op het maalregime: - Verminderen/voorkomen schade door passage gemaal: maaltijdstip afstemmen op aanbod vissoorten; - Verminderen/voorkomen schade aan schieraal door passage gemaal: zoveel mogelijk overdag malen, als geen schieraalmigratie plaatsvindt; - Aanpassen maalregime; met het oog op schieraalmigratie zoveel mogelijk in de avond/nacht malen. Met name de tweede en derde aanbeveling kunnen als gevolg van de schijnbare tegenstelling voor onduidelijkheid zorgen. Als gekeken wordt naar maatregelen met betrekking tot schieraalmigratie, hangt de keuze voor het bemonsteringstijdstip af van de schade die het gemaal toebrengt aan passerende schieralen. Bij een gemaal dat weinig tot geen schade aan schieraal toebrengt, kan het best worden gemalen op een tijdstip dat schieraalmigratie plaatsvindt. Paling is een vissoort die vrijwel uitsluitend in het donker actief is. Daarom wordt bij schieraalvriendelijke gemalen voorgesteld om in de avond/nacht te malen Visserij Service Nederland / Stichting Waterproef

118 Schade paling Veel Weinig - Monitoring vismigratieknelpunten Schieralen kunnen door het draaiende gemaal migreren, waardoor het gemaal geen migratiebarrière vormt. Als een gemaal veel schade toebrengt aan migrerende schieralen, kan het best worden gemalen in een periode dat weinig tot geen migratie plaatsvindt. Dit om te voorkomen dat migrerende schieralen sterven als gevolg van passage van het gemaal. Bij schieraalonvriendelijke gemalen wordt daarom geadviseerd om overdag te malen, als schieralen weinig tot geen migratie vertonen. Hierbij is het wel van belang dat er voor schieralen een alternatieve migratieroute beschikbaar is. Bij schubvis zijn de adviezen met betrekking tot maaltijdstip juist andersom. In het algemeen migreert overdag meer schubvis dan s nachts. Om de beschadiging aan schubvis door passage van het gemaal zo klein mogelijk te houden, verdient het in sommige gevallen de aanbeveling om zoveel mogelijk in het donker te malen, zodat minder schubvis door het gemaal wordt gepompt. Een lastig geval is als het gemaal zowel schadelijk is voor paling als voor schubvis. In dat geval moet een afweging worden gemaakt tussen een maalregime ten gunste van de paling en een maalregime ten gunste van de schubvis. Deze afweging kan gemaakt worden aan de hand van het aanbod van verschillende vissoorten. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van het beste maaltijdstip, afgestemd op schade aan passerende schieraal en schubvis. Schade schubvis Weinig In avond/nacht malen voor stimuleren migratie schieraal. Veel In avond/nacht malen voor stimuleren migratie schieraal en beperken schade aan schubvis. Overdag malen voor voorkomen schade aan schieraal. Afweging maken aan de hand van aanbod schubvis en schieraal. Visserij Service Nederland sterk in viswerk 118

119

120 Visstandonderzoek Afvissingen Vismigratieonderzoek Natuurtoetsen en QuickScans Calamiteitenservice Advies en begeleiding Rapportage Transport en opslag van vis

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk Onderzoek aanbod glas- en pootaal met glasaaldetector Rapport VSN 2016.06 In opdracht van Waterschap Rivierenland 19 juli 2016 Glasaalonderzoek

Nadere informatie

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2011

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2011 Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2011 Voor- en najaarsbemonstering bij diverse gemalen en sluizen Rapport VSN 2011.01 In opdracht van Hoogheemraadschap Hollands

Nadere informatie

Werkprotocol onderzoeken vismigratie

Werkprotocol onderzoeken vismigratie Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol onderzoeken vismigratie Werkwijze en richtlijnen voor diverse bemonsteringstypen Opgesteld: Februari 2012 Update februari 2014 Visserij Service

Nadere informatie

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring visaanbod en migratie Oostwaard

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring visaanbod en migratie Oostwaard Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring visaanbod en migratie Oostwaard Gemalen Bruine Kil, Oostkil en hevelinlaat Bakkerskil Rapport VSN 2018.09 In opdracht van Waterschap Rivierenland

Nadere informatie

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de

Nadere informatie

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE

Nadere informatie

Waterschap Zuiderzeeland

Waterschap Zuiderzeeland Waterschap Zuiderzeeland Visonderzoek migratieknelpunten Fase II: Voorjaarsonderzoek Projectnummer: 898 Status Definitief Datum November 9 Opgesteld door Jochem Hop Gecontroleerd Jouke Kampen AquaTerra

Nadere informatie

Bijlagenrapport 3 Vijzels; faunapomp

Bijlagenrapport 3 Vijzels; faunapomp Bijlagenrapport Vijzels; faunapomp Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)

Nadere informatie

Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen

Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 8 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper

Nadere informatie

BIJLAGENRAPPORT 3. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP. w03 RAPPORT

BIJLAGENRAPPORT 3. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP. w03 RAPPORT BIJLAGENRAPPORT 3 GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP RAPPORT w3 BIJLAGENRAPPORT 3 Gemalen of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP RAPPORT w3 Bijlagenrapport 3 bij het hoofdrapport

Nadere informatie

Bijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen

Bijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen Bijlagenrapport Centrifugaalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)

Nadere informatie

Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact)

Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact) Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact) Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 7 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen.

Nadere informatie

Monitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014

Monitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014 In samenwerking met Monitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014 A&W-rapport 2030 in opdracht van Monitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014 A&W-rapport 2030 M. Koopmans Foto Voorplaat

Nadere informatie

Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen

Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport 9 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)

Nadere informatie

BIJLAGENRAPPORT 9. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 OPEN SCHROEFPOMPEN. w09 RAPPORT

BIJLAGENRAPPORT 9. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 OPEN SCHROEFPOMPEN. w09 RAPPORT BIJLAGENRAPPORT 9 GEmALEN Of vermalen worden fase OPEN SCHROEFPOMPEN RAPPORT w9 BIJLAGENRAPPORT 9 Gemalen of vermalen worden fase Open schroefpompen RAPPORT w9 Bijlagenrapport 9 bij het hoofdrapport Gemalen

Nadere informatie

2 Materiaal en methode

2 Materiaal en methode 2 Materiaal en methode 2.1 MONITORINGSMETHODE ALGEMEEN De STOWA richtlijnen voor bemonstering schrijven voor dat een monitoring, indien mogelijk continue dient te worden uitgevoerd. Continue monitoring

Nadere informatie

Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen

Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport 6 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)

Nadere informatie

Schroefcentrifugaalpompen

Schroefcentrifugaalpompen BIJLAGENRAPPORT GEmALEN Of vermalen worden fase 3 Schroefcentrifugaalpompen RAPPORT w BIJLAGENRAPPORT Gemalen of vermalen worden fase 3 Schroefcentrifugaalpompen RAPPORT w Bijlagenrapport bij het hoofdrapport

Nadere informatie

Het visperspectief. Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Het visperspectief. Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Het visperspectief Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Intro Foto: Wikipedia Deel 1: De leefgebieden, de knelpunten en de oplossingen Deel

Nadere informatie

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar december 2006 Versie 1 door: Kemper Jan H. Statuspagina Titel Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Samenstelling:

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde

Nadere informatie

Visintrek via inlaatwerk bij gemaal Colijn voorjaar Rapportnummer: /001 Status rapport: Definitief Datum rapport: 28 september 2012

Visintrek via inlaatwerk bij gemaal Colijn voorjaar Rapportnummer: /001 Status rapport: Definitief Datum rapport: 28 september 2012 Visintrek via inlaatwerk bij gemaal Colijn voorjaar 212 Waterschap Zuiderzeeland Rapportnummer: 21269/1 Status rapport: Definitief Datum rapport: 28 september 212 Auteur: Projectleider: J. Hop J. Kampen

Nadere informatie

De visstand in vaarten en kanalen

De visstand in vaarten en kanalen De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde

Nadere informatie

Glasaal over de dijk 2014

Glasaal over de dijk 2014 Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaal over de dijk 2014 Uitgevoerd in Den Oever Rapport VSN 2014.04 In opdracht van Stichting DUPAN 14 augustus 2014 Met bijdrage van: Glasaal over de dijk

Nadere informatie

Wetterskip Fryslân. Monitoring van vismigratie bij gemaal J.L. Hoogland en de Johan Friso-sluis. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2.

Wetterskip Fryslân. Monitoring van vismigratie bij gemaal J.L. Hoogland en de Johan Friso-sluis. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. Wetterskip Fryslân Monitoring van vismigratie bij gemaal J.L. Hoogland en de Johan Friso-sluis van Twickelostraat 2 postbus 233 7 AE Deventer telefoon 57 69 79 11 telefax 57 69 73 INHOUDSOPGAVE blz. 1.

Nadere informatie

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland St. Zeeschelp M. Dubbeldam Waterschap Zeeuwse Eilanden W. Quist Inhoudsopgave Waterschap Zeeuwse Eilanden Beleidskader (kort) Huidige situatie Gewenste beeld Maatregelen

Nadere informatie

KNNV afdeling Delfland

KNNV afdeling Delfland voor een natuurlijke leefomgeving In opdracht en in overleg met RAVON Uitgevoerd door de studiegroep vissen KNNV afdeling Delfland Doel: input voor digitale visatlas van Nederland en speciaal Zuid-Holland

Nadere informatie

Vissen met een potje water edna metabarcoding

Vissen met een potje water edna metabarcoding Vissen met een potje water edna metabarcoding Jelger Herder, Mark Scheepens en Marco Beers Den Bosch, 3 November 2016 Environmental DNA (edna) Hoe werkt het? Alle soorten in het water laten DNA sporen

Nadere informatie

NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN

NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN Opdrachtgever Stichting Natuur & Milieu Educatie Zaanstreek Postbus 223 1500 EE Zaandam Telefoon: 075-6312020 Fax: 075-6312468 E-mail: info@nme-zaanstreek.nl Samenstelling Natuuratlas

Nadere informatie

Experimentele inventarisatie van visschade bij gemalen

Experimentele inventarisatie van visschade bij gemalen VisAdvies BV Postadres Vondellaan 14 3521 GD Utrecht Nederland ABN-AMRO Rek.nr. 40.01.19.528 Experimentele inventarisatie van visschade bij gemalen KvK nr. 30207643 t. 030 285 10 66 e. info@visadvies.nl

Nadere informatie

Vismigratie onder het kanaal

Vismigratie onder het kanaal Vismigratie onder het kanaal Is de langste en diepste onderleider van Nederland vispasseerbaar? Door Hendry Vis VisAdvies B.V. Monitoring vispassages in Nederland Compilatie monitoringsresultaten door

Nadere informatie

Intrek Glasaal Gemaal Halfweg. Bemonstering Glasaalfuik voorjaar 2014

Intrek Glasaal Gemaal Halfweg. Bemonstering Glasaalfuik voorjaar 2014 Intrek Glasaal Gemaal Halfweg Bemonstering Glasaalfuik voorjaar 2014 Rapport door Visserijbedrijf Piet Ruijter versie 1.1, November 2014 Intrek glasaal Gemaal Halfweg voorjaar 2014 2 Voorwoord... 4 1.

Nadere informatie

Vismonitoring Hollandse IJssel 2003

Vismonitoring Hollandse IJssel 2003 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 3 Vismonitoring Hollandse IJssel . Inleiding

Nadere informatie

Resultaten monitoring Koopmanspolder

Resultaten monitoring Koopmanspolder Resultaten monitoring Koopmanspolder Remco van Ek (thans Witteveen+Bos) Met: Leon Kelder (SBB), Marco Bats, Patrick Bakker (HHNK), Vrijwilligers KNNV, Studenten AERES, Landschap Noord-Holland, Fishflow

Nadere informatie

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering

Nadere informatie

Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant

Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Activiteitenverslag Aa en Maas 2015 Martijn Schiphouwer Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Activiteitenverslag Aa en Maas 2015 Martijn Schiphouwer Colofon Status

Nadere informatie

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden -

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Johan van Giels Bijeenkomst Vissennetwerk 19 mei 2016, Haringvliet Inhoudsopgave Inleiding/achtergrond Materiaal en Methode Soortensamenstelling Omvang visbestand

Nadere informatie

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers

Nadere informatie

Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot

Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot NL39_03 Ringvaart Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot SportvisserijZuidwest Nederland machtigi ng Waterbeheerder: Hoogheemraadschap

Nadere informatie

V.V: 25 juni 2008 Datum 13 mei 2008 Agendapuntnr. 8.9 Bijlagen 4 Onderwerp kredietvoorstel planstudies naar oplossingen enkele vismigratieknelpunten

V.V: 25 juni 2008 Datum 13 mei 2008 Agendapuntnr. 8.9 Bijlagen 4 Onderwerp kredietvoorstel planstudies naar oplossingen enkele vismigratieknelpunten Aan de leden van de verenigde vergadering V.V: 25 juni 2008 Datum 13 mei 2008 Agendapuntnr. 8.9 Bijlagen 4 Onderwerp kredietvoorstel planstudies naar oplossingen enkele vismigratieknelpunten 1. Inleiding

Nadere informatie

EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK

EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK RIJKSWATERSTAAT MIDDEN NEDERLAND 28 april 2015 Definitief C01021.200821. Samenvatting Rijkswaterstaat Midden Nederland

Nadere informatie

Schetsontwerp vispassage Lage Abstwoudschepolder. 1. Inleiding

Schetsontwerp vispassage Lage Abstwoudschepolder. 1. Inleiding 1. Inleiding 1.1 Achtergrond Visie Vismigratie De Verenigde Vergadering (hierna: VV) heeft op 20 november 2008 de Visie Vismigratie vastgesteld (kenmerk 711940). In de Visie Vismigratie is uiteengezet

Nadere informatie

Advies aanpassing vispassage gemaal Den Deel

Advies aanpassing vispassage gemaal Den Deel Advies aanpassing vispassage gemaal Den Deel November 2017 Inhoud 1 Aanleiding... 3 1.1 Beleid... 3 1.1.1 Europese Kaderrichtlijn Water... 3 1.1.2 Visie van Wad tot Aa... 4 2 Typen vispassages en hun functioneren...

Nadere informatie

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten

Nadere informatie

Vismigratie onderzoek Hertogswetering

Vismigratie onderzoek Hertogswetering Vismigratie onderzoek Hertogswetering Hevelvispassages en De Wit passage in beheergebied Waterschap Aa en Maas P.B. Broeckx J.H. Bergsma J.L. Spier Vismigratie onderzoek Hertogswetering Hevelvispassages

Nadere informatie

Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer

Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: WBMU1310 Datum: 03-12-2013 Projectgebied: Gemaallocatie Monnickendam Onderwerp: Inventarisatie

Nadere informatie

KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014

KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen J.H. Bergsma P.B. Broeckx D.M. Soes Ecologie & landschap KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen ir

Nadere informatie

! " # # $ ( ) * +, ( " - +. ( '. / 0 0 + 3 / #

!  # # $ ( ) * +, (  - +. ( '. / 0 0 + 3 / # ! " # # $ % & ' ! " # # $! """" #### #### """" $" """ #### #### %%%% &&&& '''' (((( (((( )))) ( ) * +, ( " - +. ( '. / 0 0 + + ( + ( ' ( 1 ( 1 / *! ( 0 2 /! " 3 / # - +. 1 ,,,, %%%% //// + + + + + + +

Nadere informatie

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK onderzoek aan vier vispassages De waterhuishouding aan de voet van de stuwwal vanaf Ubbergen tot en met Beek is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd.

Nadere informatie

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Mei 2007 Versie 1 door: Kemper, Jan H. Statuspagina Statuspagina Titel Biomassaschatting van de pelagische

Nadere informatie

edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch

edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch Opbouw presentatie Visgemeenschap in het NZK: (Bas van den Boogaard) - monitoring en visserijtechnieken,

Nadere informatie

VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL

VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL TYPEN, LOCATIES EN MONITORING VAN DE VISOPTREK VISPASSAGE OVERWATER Gertie Schmidt Waterschap Regge en Dinkel, afd. BOA oktober VISPASSAGES

Nadere informatie

Hoogheemraadschap van Rijnland. Monitoring van stroomafwaartse migratie van vis bij gemaal Katwijk

Hoogheemraadschap van Rijnland. Monitoring van stroomafwaartse migratie van vis bij gemaal Katwijk Hoogheemraadschap van Rijnland Monitoring van stroomafwaartse migratie van vis bij gemaal Katwijk Onder mede-financiering van Rijkswaterstaat Zuid-Holland en Rijkswaterstaat Noord-Holland Van Twickelostraat

Nadere informatie

Vrijwilligersmonitoring

Vrijwilligersmonitoring Vrijwilligersmonitoring Arjen Kikkert Adviseur Waterkwaliteit en Ecologie Rijkswaterstaat West Nederland Noord 9 april 2015 Zoet-zoutmigratie - verbinding zoet-zout - zachte overgang in ruimte/tijd - verbindingen

Nadere informatie

Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet

Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Bemonstering, vaststellen ecologisch effect, aanvragen ontheffing Opgesteld: Januari 2012 Update februari 2014 Visserij

Nadere informatie

Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal. Jasper Arntz 6 juni 2013

Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal. Jasper Arntz 6 juni 2013 Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal Jasper Arntz 6 juni 2013 Inhoud Karakteristieken Julianakanaal Grensmaasproject Effecten van vertroebeling Abiotische monitoring Biotische

Nadere informatie

Met kruisnet trekvissen monitoren in het Noordzeekanaal e.o.

Met kruisnet trekvissen monitoren in het Noordzeekanaal e.o. Met kruisnet trekvissen monitoren in het Noordzeekanaal e.o. Edo Goverse e.goverse@uva.nl 020-5257331 Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland namens de Werkgroep Monitoring Noordzeekanaal 14 april

Nadere informatie

Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen

Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen Gemaal Sans Souci Rapport 2011-092 H. Boonstra G.H. Bonhof G. Wolters Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen Gemaal Sans Souci Rapport 2011-092 H. Boonstra G.H.

Nadere informatie

Steeknet & Hengelvangstregistratie

Steeknet & Hengelvangstregistratie Steeknet & Hengelvangstregistratie Schepnetvissers & hengelaars gezamenlijk op pad? Jan Kranenbarg & Toine Aarts Opbouw presentatie 1. Hengelaars & schepnetters bekeken 2. Wat wordt er zoal gevangen? 3.

Nadere informatie

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 KRW-visbemonstering Tochten lage afdeling NOP en Vaarten NOP Rapport VSN 2014.05 In opdracht van Waterschap Zuiderzeeland 4 december 2014

Nadere informatie

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Rapport: VA 2010_06 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Juni, 2010 door: I.L.Y. Spierts Statuspagina Statuspagina Titel: Flora- en faunabemonstering

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses

Nadere informatie

Vismigratie in de Achterhoek

Vismigratie in de Achterhoek Vismigratie in de Achterhoek Onderzoek naar vismigratie in de Schipbeek, de Groenlose Slinge en de Oude IJssel J.L. Spier P.B. Broeckx J.H. Bergsma Vismigratie in de Achterhoek Onderzoek naar vismigratie

Nadere informatie

RWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer:

RWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer: RWS Waterdienst Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in 28 Projectnummer: 28219 Status Definitief Kenmerk 28219/rap1 Datum 19 november 28 Opgesteld

Nadere informatie

Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen

Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen Gemaal Hongerige Wolf en stuw Veelerveen Rapport 2011-017 G.H. Bonhof G. Wolters koeman en bijkerk bv ecologisch onderzoek en advies Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen

Nadere informatie

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Wouter Patberg (Koeman en Bijkerk), Jan Warmink (Sylphium molecular ecology), Hans Ruiter (Rijkswaterstaat), Bart Wullings, Edwin Kardinaal (KWR Watercycle

Nadere informatie

Rapportage Fuikenmonitoring Vispassage Vechtpark Vechtpark te Hardenberg

Rapportage Fuikenmonitoring Vispassage Vechtpark Vechtpark te Hardenberg 2014 Rapportage Fuikenmonitoring Vispassage Vechtpark Vechtpark te Hardenberg Een rapportage met de bevindingen van de fuikenmonitoring in het vechtpark te Hardenberg in de periode maart - juni 2014. Mark

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011

KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011 KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011 Rapport 2012-024 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011 Rapport 2012-024 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres

Nadere informatie

MONITORING EN EVALUATIE VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN

MONITORING EN EVALUATIE VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN MONITORING EN EVALUATIE VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS, WATERSCHAP DE DOMMEL, WATERSCHAP REGGE & DINKEL, HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN, WATERSCHAP VELUWE, WATERSCHAP ZUIDERZEELAND

Nadere informatie

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Rapport: VA2012_36 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV 22 november 2012 door: Q.A.A. de Bruijn Statuspagina Statuspagina Titel: Vistoets Opsterlandse

Nadere informatie

Rapport Monitoring Bijvangst Krabbenvisserij IJsselmeer

Rapport Monitoring Bijvangst Krabbenvisserij IJsselmeer www.kenniskringvisserij.nl Rapport Monitoring Bijvangst Krabbenvisserij IJsselmeer Overzicht van bijvangsten van schubvis van 3 IJsselmeervissers in de periode oktober t/m eind november. December J. Kampen

Nadere informatie

Oeverbemonstering IJsselmeer Markermeer: Resultaten 2008 & Evaluatie Pilot

Oeverbemonstering IJsselmeer Markermeer: Resultaten 2008 & Evaluatie Pilot Oeverbemonstering IJsselmeer Markermeer: Resultaten 28 & Evaluatie Pilot 27-28 O. van Keeken, I.J. de Boois, H. Wiegerick, E. van Barneveld, T. Leijzer Rapport C62/9 Opdrachtgever: Ministerie van Landbouw,

Nadere informatie

Ultrasone bestrijding blauwalg - effecten op vis

Ultrasone bestrijding blauwalg - effecten op vis Ultrasone bestrijding blauwalg - effecten op vis Rapport: VA2007_28 Opgesteld in opdracht van: Hoogheemraadschap van Rijnland Oktober, 2007 2 e concept door: M.C. de Lange Statuspagina Statuspagina Titel:

Nadere informatie

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden BIJLAGE Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Stromingsgilde Aal Anguilla anguilla EURY Alver Alburnus alburnus EURY Baars Perca fluviatilis EURY

Nadere informatie

Door paling over de dijk naar een versneld herstel en een duurzame palingstand in Nederland. Alex Koelewijn, Voorzitter Stichting DUPAN

Door paling over de dijk naar een versneld herstel en een duurzame palingstand in Nederland. Alex Koelewijn, Voorzitter Stichting DUPAN Door paling over de dijk naar een versneld herstel en een duurzame palingstand in Nederland Alex Koelewijn, Voorzitter Stichting DUPAN Alex Koelewijn Paling Duurzaamheid Mei 2006 Verwerker & Sport (Hoop

Nadere informatie

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009)

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Linde Galle en Gerlinde Van Thuyne Blankenbergse vaart,

Nadere informatie

Delfland opent deuren voor vis

Delfland opent deuren voor vis onderhoud en beheer Delfland opent deuren voor vis TEKST Jos de Bijl, Hoogheemraadschap van Delftland ILLUSTRATIES Jos de Bijl en Aart Reitsma Het hoogheemraadschap van Delftland werkt hard aan het verbeteren

Nadere informatie

Werkplan ten behoeve de biologische monitoring vispassage Oranjesluizen te Schellingwoude

Werkplan ten behoeve de biologische monitoring vispassage Oranjesluizen te Schellingwoude Werkplan ten behoeve de biologische monitoring vispassage Oranjesluizen te Schellingwoude Bijgestelde versie september uitgevoerd in opdracht van de RWS dir. N-H RWSNH/OVB - (C) OVB Nieuwegein; RWS Noord-Holland,

Nadere informatie

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2018

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2018 Indicator 19 april 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Trekvissen kunnen vanuit zee of

Nadere informatie

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) Jelger Herder Utrecht, 9 april 2015 Sommige soorten zijn lastig te monitoren Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) Vrijwilligers

Nadere informatie

Visvriendelijk waterbeheer. Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk

Visvriendelijk waterbeheer. Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk et Visvriendelijk waterbeheer Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk Visvriendelijk waterbeheer Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost

Nadere informatie

RAVON Vissenweekend 2011 Limburg

RAVON Vissenweekend 2011 Limburg RAVON Vissenweekend 2011 Limburg REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2011 Limburg Arthur de Bruin & Frank Spikmans November 2011 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501 BK NIJMEGEN

Nadere informatie

Migratiemogelijkheden voor trekvissen

Migratiemogelijkheden voor trekvissen Indicator 15 juli 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Trekvissen kunnen slechts weinig

Nadere informatie

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Malfroid D., Poelman E. (2017). Visstandsonderzoek

Nadere informatie

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer:

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer: Memo Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer: 035.00.03.00.00 Aan: Gemeente Bodegraven Van: Mevrouw drs. A.A. Schwab Onderwerp: Actualisatie natuurwaardenonderzoek Bodegraven-Oost Datum: 13-11-2013

Nadere informatie

RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch

RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch Frank Spikmans en Rombout van Eekelen oktober 2008 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501

Nadere informatie

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Kristof Vlietinck Beleidsthemabeheerder Visserij Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000

Nadere informatie

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2015

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2015 Indicator 16 juni 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Trekvissen kunnen vanuit zee of

Nadere informatie

Kansen en knelpunten voor vismigratie bij zoet-zout overgangen in het Volkerak-Zoommeer. Monitoring en resultaten

Kansen en knelpunten voor vismigratie bij zoet-zout overgangen in het Volkerak-Zoommeer. Monitoring en resultaten Kansen en knelpunten voor vismigratie bij zoet-zout overgangen in het Volkerak-Zoommeer g Monitoring en resultaten 2013-2014 Kansen en knelpunten voor vismigratie bij zoet-zout overgangen in het Volkerak-Zoommeer

Nadere informatie

Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk. Terugvangproef bot en tarbot 2018

Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk. Terugvangproef bot en tarbot 2018 Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk Terugvangproef bot en tarbot 2018 Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk Terugvangproef bot en tarbot 2018 In opdracht van: Sportvisserij Zuidwest Nederland Uitgevoerd

Nadere informatie

Vismigratie via de vispassage bij Grave, voorjaar 2007

Vismigratie via de vispassage bij Grave, voorjaar 2007 Vismigratie via de vispassage bij Grave, voorjaar 27 Rapport: VA27_15 Opgesteld in opdracht van: Rijkswaterstaat, RIZA A.W. Breukelaar Oktober, 27 Definitieve versie door: M.C. de Lange & J.C.A. Merkx

Nadere informatie

Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel

Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel veldwerkverslag 2008 Rapport 2009-023 J.H. Wanink Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel veldwerkverslag

Nadere informatie

Deelnemende Vissers Rotgans/Bakker Schilder/Smit Last Klop. Rapportage door; Arjan Heinen Adviseur visserijbeheer bij de Combinatie van Beroepsvissers

Deelnemende Vissers Rotgans/Bakker Schilder/Smit Last Klop. Rapportage door; Arjan Heinen Adviseur visserijbeheer bij de Combinatie van Beroepsvissers Kenniskring IJsselmeervisserij & Kenniskring Binnenvisserij www.kenniskringvisserij.nl Onderzoek naar bijvangsten aan aal in aangepaste hokfuiken en schietfuiken. Verslag van een proef Deelnemende Vissers

Nadere informatie

Onderzoek naar bijvangsten aan aal in aangepaste hokfuiken en schietfuiken. Verslag van een experiment

Onderzoek naar bijvangsten aan aal in aangepaste hokfuiken en schietfuiken. Verslag van een experiment Kenniskring IJsselmeervisserij & Binnenvisserij www.kenniskringvisserij.nl Onderzoek naar bijvangsten aan aal in aangepaste hokfuiken en schietfuiken. Verslag van een experiment Rapportage door Arjan Heinen

Nadere informatie

Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa

Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa Vispassage Loonerdiep 2 Rapport 2012-033 W. Patberg G. Wolters Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa Vispassage Loonerdiep 2 Rapport 2012-033

Nadere informatie

Vismigratie-onderzoek. Dwarsdiep Onderzoek naar de werking van een tweetal vispassages in het Dwarsdiep

Vismigratie-onderzoek. Dwarsdiep Onderzoek naar de werking van een tweetal vispassages in het Dwarsdiep Vismigratie-onderzoek Dwarsdiep 2008 Onderzoek naar de werking van een tweetal vispassages in het Dwarsdiep Colofon Opdrachtgever: Afdeling Onderzoek en Planvorming, Waterschap Noorderzijlvest Titel: Vismigratie-onderzoek

Nadere informatie

Vismigratie binnen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Vismigratie binnen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Vismigratie binnen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier K.S. de Boer Adviseur watersystemen Inhoud inleiding Beleid HHNK Nota Visbeleid Vismigratie vice versa Programmering 53 vismigratieknelpunten

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. Trekgedrag van schieraal rondom het Zaangemaal in Zaandam. DIDSON metingen. O. van Keeken, E. Winter.

IMARES Wageningen UR. Trekgedrag van schieraal rondom het Zaangemaal in Zaandam. DIDSON metingen. O. van Keeken, E. Winter. Trekgedrag van schieraal rondom het Zaangemaal in Zaandam. DIDSON metingen. O. van Keeken, E. Winter Rapport C018/10 IMARES Wageningen UR Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies Opdrachtgever:

Nadere informatie

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 November 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland

Nadere informatie