Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact)
|
|
- Pepijn Jacobs
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact) Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 7 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,) Opgesteld in opdracht van: STOWA februari door: F.T. Vriese, J. Hop, H. Vis & I.L.Y. Spierts
2 Statuspagina Titel: Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact) Samenstelling: VisAdvies BV Adres: Twentehaven PT Nieuwegein Telefoon: Homepage: Opdrachtgever: STOWA Auteur(s): F.T. Vriese, J. Hop, H. Vis & I.L.Y. Spierts adres: Info@visadvies.nl Eindverantwoording Jan H. Kemper pagina s: 9 Trefwoorden: opvoerwerken, visschade, visvriendelijk Projectnummer: VA9_33 Datum: februari Versie: definitief Bibliografische referentie Vriese F.T., J. Hop, H. Vis & I.L.Y. Spierts,. Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact). VisAdvies BV, Nieuwegein. Projectnummer VA9_33, 9 pag. Copyright: VisAdvies BV Behoudens wettelijke uitzonderingen mag niets uit dit document worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaargemaakt, in enige vorm of op enige wijze hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VisAdvies BV.
3 Inhoudsopgave Algemeen... Berkel.... Algemene overzichten.... Tijdseries Schade in relatie tot vislengte.... Schadetypen Holierhoekse en Zouteveensepolder Algemene overzichten Tijdseries Schade in relatie tot vislengte Schadetypen... 6 Meerpolder Algemene overzichten Tijdseries Schade in relatie tot vislengte Schadetypen Antlia Algemene overzichten Tijdseries Schade in relatie tot vislengte Schadetypen... 9
4 Algemeen De gesloten schroefpompen (compact) die zijn onderzocht door de monitoring van de natuurlijke doortrek betreffen: opvoerwerk Berkel, opvoerwerk Holierhoekse en Zouteveense polder, opvoerwerk Meerpolder, en Antlia. Dit zijn allen conventionele (compacte) gesloten schroefpompen die voornamelijk van elkaar verschillen op basis van capaciteit. Berkel. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten gepresenteerd welke verkregen zijn bij opvoerwerk Berkel. In tabel. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per datum het aantal lichtingen weergegeven, evenals het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk Berkel acht maal gemonitord in de periode van oktober tot en met 5 november 9. Het opvoerwerk heeft gedurende deze periode ruim 5 maaluren gemaakt. tabel. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Datum Volgnr Begintijd Eindtijd Maalduur (uren) -okt-9 7 8:3: ::,7 7 :3: 3:55:, -okt :3: :: 3,5 7 :: 3:: 3, 8-okt :3: :: 3,5 76 :: :: 3, 5-nov-9 77 :3: 5::, 78 5:: 7:3:,8 79 7:3: :3: 3, 7 :3: :3:, 6-nov-9 7 :5: 6:5:,5 7 6:5: 9:5:,3 73 9:5: ::,3 7 :: 5:: 3,7 -nov :5: 7::,8 76 7:: 7:3:,5 77 7:3: ::,8 78 :: :5:,9 7-nov :: 9::,3
5 7 9:: :5:,9 5-nov-9 7 6:3: 8:3:, 7 8:3: :3: 3, 73 :3: :5:,3 Totaal maaluren 5, In tabel. is de visserij inspanning weergegeven, behorend bij de aanbodsbepaling van vis aan de instroomzijde van het opvoerwerk. In deze tabel is per datum weergegeven hoeveel tijd het vangtuig in het water heeft gestaan. Het aanbod van vis is bepaald door middel van een aalfuik en visfuik, welke respectievelijk 5 en 36 etmalen in het water hebben gestaan. tabel. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik -okt-9 6, 6, -okt-9 68, 68, 8-okt-9 68, 5-nov-9 68, 68, -nov-9 68, 68, 7-nov-9,, 5-nov-9 68, Totaal uren, 86, Totaal etmalen 5, 36, In tabel.3 is de totale vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft weergegeven, in de periode zoals in tabel. is vermeld. Tevens is de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten weergegeven, evenals het totale vangstgewicht per soort. tabel.3 Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht (kg) alver 7 8, baars 6 5,39 brasem ,7 blankvoorn 5,5 dd-stekelbaars 6, kolblei 5 3,9 paling ,6 pos 738 5,96 roofblei 8 8, riviergrondel 8 3, ruisvoorn 6 5, snoekbaars 7 8,5 td-stekelbaars 3 8,3 vetje 5 5, winde 3 9, Totaal 75 33,6 5
6 In totaal zijn er tijdens de bepaling van de natuurlijke doortrek iets meer dan.7 exemplaren gevangen, overeenkomend met iets meer dan 33 kg. Deze vangst werd op aantalbasis met name gevormd door de soorten baars en pos en in mindere mate door brasem en blankvoorn. Ook op basis van biomassa bestond de vangst met name uit de soorten baars en pos. In totaal zijn er 5 verschillende soorten aangetroffen welke het opvoerwerk passeerden. Deze vissen hadden een lengte variërend van 3 cm (tiendoornige stekelbaars) tot maximaal 87 cm (paling). In tabel. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de inspanning welke in tabel. is weergegeven. Deze totale vangst presenteert tevens de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. tabel. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars ,5 brasem 7 3,9 blankvoorn 9 7 3,73 karper 63 7, kolblei 8 3,56 kroeskarper,7 paling ,35 pos 38 7,33 riviergrondel, ruisvoorn 3 7 3,9 snoekbaars 78 6,86 snoek 9 9 5,6 zeelt ,99 Totaal 37 3,7 In totaal zijn er iets meer dan 3 exemplaren gevangen aan de aanbodzijde, overeenkomend met circa 3 kg. Op basis van aantallen bestaat deze vangst met name uit baars en in mindere mate uit blankvoorn, paling en pos. Het grootste aandeel in de biomassa wordt gevormd door paling, snoekbaars en karper. In totaal bestaat het aanbod van vis uit 3 verschillende soorten. De kleinste aangetroffen vis had een lengte van 6 cm (baars), de grootste had een lengte van 99 cm (paling). In figuur. is het aandeel (%) vis weergegeven dat het opvoerwerk passeerde, of dat in de fuiken aan de instroomzijde is aangetroffen (aanbod). Het totale aantal gevangen exemplaren is hierbij het totaal (passage + aanbod). Bij de presentatie van de gegevens is onderscheidt gemaakt in lengteklasse (tot en met 5 cm of groter). De figuur geeft weer in hoeverre er een verschil is in passage en aanbod tussen de verschillende lengteklassen en vissoorten. 6
7 Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis<5 cm. : Berkel % 5% % Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis>5 cm. : Berkel % 5% % figuur. Procentueel aandeel vis < 5 cm en vis > 5 cm in aanbod en natuurlijke doortrek (passage). Vissen groter dan 5 cm zijn met name in het aanbod aangetroffen. Met name bij paling, waarvan in totaal 53 exemplaren zijn aangetroffen is dit duidelijk waarneembaar. Ook bij blankvoorn, kolblei, brasem en baars is dit enigszins waarneembaar. De soorten karper, ruisvoorn, snoekbaars, snoek en zeelt zijn bij een lengte groter dan 5 cm enkel in het aanbod aangetroffen. Vissen met een lengte tot 5 cm zijn met name na passage aangetroffen, slechts een beperkt deel van deze lengteklasse bevond zich in het aanbod. Bij soorten als baars, brasem en blankvoorn zijn duidelijke verschillen te zien tussen het aandeel aanbod/passage bij de beide lengteklassen. In tabel.5 zijn de gegevens weer gegeven uit figuur.. Hierbij wordt tevens het percentage weergegeven van de lengteklassen behorend bij aanbod en passage. 7
8 tabel.5 len van soorten in lengte klassen in aanbod en passage. Soort Vis < 5cm Vis > 5cm Aanb. Pass. Aanb. Pass. alver baars brasem 66 blankvoorn 36 3 dd-stekelbaars karper kolblei kroeskarper paling 8 5 pos roofblei riviergrondel 8 ruisvoorn 6 snoekbaars 7 9 snoek td-stekelbaars vetje winde 3 zeelt 5 Totaal Percentage 67, 99,5 3,6,5 Uit tabel.5 blijkt dat het aanbod van vis voor 67,% uit exemplaren tot 5 cm bestaat en voor 3,6% uit exemplaren groter dan 5 cm. Van de passerende vissen behoort slechts,5% tot de lengteklasse groter dan 5 cm en bestaat bijna de gehele vangst 99,5% uit exemplaren met een lengte tot 5 cm. Het aandeel van vis groter dan 5 cm is hiermee vele malen groter in het aanbod dan bij passage. In tabel.6 is voor cyprinidae en percidae weergegeven hoeveel exemplaren per maaluur het opvoerwerk passeerden en welk aantal/percentage dit niet overleefde. tabel.6 passages en per maaluur cyprinidae en percidae. cyprinidae percidae Datum Volgnr Pass. per maaluur Dood per maaluur Pass. per maaluur Dood per maaluur , 5, 3,5 95, 7,5, ,,9 76,6 3,7,8, ,6,,8 6,9,3, ,3, 6, 78,,, , 6, 75, 3,,3 7, , 5, 35,7,,7, ,7,,,3,7 7, ,7,5, 3,,5, ,7,3 8,6 35,7,, ,5,, 8,5,, ,, 5, 5,,, ,9 6,9 3,,,, 8
9 ,7,,7 5,,, ,5,5 5,7 9,,, ,7,7 7,9 5,3, 3, ,,,,,, ,7,6 36,,5,, ,9,,5,6,, ,9, 5, 36,9,3 3, ,,, 7,9, 3, ,, 5,, 3, 3, ,3,3 57,, 6,3 57, ,3,5 66,7 9,8 7,5 76,9. Tijdseries Het totaal aantal passages varieert bij cyprinidae tussen de,9 tot bijna 9 per maaluur. Bij de percidae varieerde dit aantal passages tussen de,6 en bijna 5 per maaluur. Voor zowel de cyprinidae als de percidae geldt dat het maximale sterftepercentage bij passage bijna 8% is, waarbij in het algemeen het sterftepercentage bij de cyprinidae hoger is. In figuur. is per meetronde grafisch weergegeven hoeveel cyprinidae of percidae per lichting het opvoerwerk passeerden (aantal passages per maaluur). Tevens is het bijbehorende sterftepercentage weergegeven. cyprinidae: Berkel --9 percidae: Berkel % 5% % % 5% % cyprinidae: Berkel --9 percidae: Berkel % 5% % % % %
10 cyprinidae: Berkel 8--9 percidae: Berkel % 5% % % 5% % cyprinidae: Berkel 5--9 percidae: Berkel % 5% % % 5% % cyprinidae: Berkel --9 percidae: Berkel % 5% % 8 6 % 5% % cyprinidae: Berkel 7--9 percidae: Berkel 7--9,,8,6,,,,8,6,,, % 5% % % 5% % 79 7
11 cyprinidae: Berkel 5--9 percidae: Berkel % 5% % 8 6 % 5% % figuur. Opbouw passages en per maaluur cyprinidae (links) en percidae (rechts). Hoewel het aantal passages per maaluur voor cyprinidae en percidae niet altijd synchroon loopt hebben de curves toch enige gelijkenis, wat in mindere mate ook enigszins voor het sterftepercentage geldt. In meer dan de helft van het aantal metingen geldt dat de hoogste aantal passages per maaluur bij de eerste lichting (volgnummer) zijn behaald..3 Schade in relatie tot vislengte In figuur.3 is voor cyprinidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk LF cyprinidae. Gemaal: Berkel (Passage) Dood Licht Geen 35 3 LF cyprinidae en. passages
12 LF cyprinidae. Gemaal: Berkel (Aanbod) figuur.3 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Wanneer de lengtefrequentieverdelingen van aanbod en passage vergeleken worden, dan blijkt dat bij passage met name vissen kleiner dan cm zijn aangetroffen. Bij het aanbod is deze lengteklasse in verhouding klein en worden met name cyprinidae groter dan cm aangetroffen tot circa 5 cm. De grootste cyprinidae in het aanbod hadden een lengte van circa 5 cm. Het sterftepercentage laat een duidelijk toenemende lijn zien, de grafiek geeft aan dat tussen een lengte van tot cm de sterfte zeer sterk toeneemt. In figuur. wordt de lengtefrequentieverdeling van de percidae weergegeven (aanbod en passage). Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. 6 LF percidae. Gemaal: Berkel (Passage) Dood Licht Geen 6 LF percidae en. passages
13 LF percidae. Gemaal: Berkel (Aanbod) figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Zowel het aanbod als passage bestaat met name uit percidae kleiner dan 5 cm, waarbij de meeste exemplaren kleiner dan cm zijn. In verhouding tot deze lengteklassen is bij het aanbod nog enigszins vis aangetroffen met een lengte omstreeks -5 cm. Het sterftepercentage van de percidae ligt tot de cm vrij laag, maar neemt vervolgens in enkele gevallen toe tot meer dan %. Het aantal aangetroffen exemplaren waarop dit sterftepercentage is gebaseerd is echter vele malen lager dan in de voorliggende lengteklassen. Op basis van de gepasseerde percidae en het aangetroffen sterftepercentage is niet eenduidig een sterke toename van de sterfte bij grotere lengteklassen vast te stellen. In figuur.5 is voor alle schubvis de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF schubvis. Gemaal: Berkel (Passage) LF Schubvis en. 8 6 Dood Licht Geen 8 6 passages
14 LF Schubvis. Gemaal: Berkel (Aanbod) figuur.5 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Uit de lengtefrequentieverdelingen blijkt dat de passerende schubvis veelal een lengte heeft kleiner dan cm. De omvang van deze lengteklasse is in het aanbod beduidend kleiner in relatie tot de grotere lengteklassen. In het aanbod zijn relatief veel schubvissen in de lengteklasse van tot circa 5 cm aangetroffen. Het sterftepercentage toont eenzelfde beeld als bij de cyprinidae, waarbij er een duidelijke toename lijkt te zijn in het sterftepercentage bij een toenemende lengte van de passerende vis. In figuur.6 zijn de lengtefrequentieverdelingen van aal weergegeven aan de instroomzijde (aanbod) en uitstroomzijde (passage). Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of de passage zelfs niet overleefden. LF aal. Gemaal: Berkel (Passage) LF Aal en. 5 Dood Licht Geen 5 passages
15 LF Aal. Gemaal: Berkel (Aanbod) figuur.6 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Het aantal aangetroffen alen in het aanbod is beduidend hoger dan het aantal alen wat het opvoerwerk passeerde. Op basis van het aanbod zou normaliter verwacht worden dat het aantal gepasseerde alen hoger zou zijn. Van de vijf alen welke het opvoerwerk wel passeerden overleefden overigens vier dit niet. Het aantal passerende exemplaren per familie en lengteklasse. Is weergegeven in tabel.7. Tevens wordt weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of de passage niet overleefden. Bij sterfte is tevens de proportie weergegeven, evenals de bijbehorende boven- en ondergrens (bij 95% betrouwbaarheidsinterval). tabel.7 e aantallen en schade per familie. Percentage schade, schadeproportie en betrouwbaarheidsinterval (x = dood; N= totaal gepasseerd). Berkel Berkel Familie LK Dood Licht Geen totaal x N Bovengrens Ondergrens Proportie anguillidae >5 5 anguillidae >5 5,999,836,8 cyprinidae < cyprinidae <5 9 89,8,878, >5 8 cyprinidae >5 8,9398,393,773 gasterosteidae <5 38 gasterosteidae <5,6,66,95 percidae < percidae < ,369,56,39 >5 5 7 percidae >5 7,5787,36,9 totaal Van de in totaal.75 gepasseerde vissen waren er 63 licht beschadigd en waren er 3 dood. Het hoogste sterftepercentage is waargenomen bij aal en cyprinidae gorter dan 5 cm (respectievelijk 8 en 7%). In beide gevallen geldt dat het betrouwbaarheidsinterval vrij groot is door het beperkte aantal gepasseerde exemplaren. Bij zowel de cipriniden als de percidae met een lengte tot 5 cm is het betrouwbaarheidsinterval vrij klein. Het sterftepercentage ligt bij de cyprinidae echter beduidend hoger, namelijk versus 3% De kans op schade per familie en lengteklasse is weergegeven in figuur.7, evenals het 95% betrouwbaarheidsinterval. 5
16 Error! Style not defined. Schade percentage (%) % % % anguillidae >5 cobitidae <5 cottidae <5 Kans op schade (met interval) bij gemaal: Berkel cyprinidae <5 cyprinidae >5 esocidae <5 esocidae >5 gasterosteidae <5 gobiidae <5 osmeridae <5 percidae <5 percidae >5 pleuronectidae <5 salmonidae >5 figuur.7 Kans op schade (rode bal) en 95% betrouwbaarheidsinterval (zwarte staaf) van schade Bij de cyprinidae en percidae tot 5 cm is duidelijk te zien dat het betrouwbaarheidsingerval zeer klein is. De cyprinidae hebben hierbij duidelijk een hoger sterftepercentage dan de percidae in deze lengteklasse. Bij zowel de alen als de cyprinidae groter dan 5 cm is de kans op sterfte groot, al is door het beperkte aantal waarnemingen de betrouwbaarheid van dit sterftepercentage beperkt. Bij de percidae groter dan 5 cm lijkt het sterftepercentage lager te liggen dan bij de cyprinidae in deze lengteklasse (overeenkomend met het beeld wat bij de kleinere lengteklasse verkregen is), al is de betrouwbaarheid van dit sterftepercentage wederom beperkt door het lage aantal waarnemingen.. Schadetypen In tabel.8 is het schadebeeld bij opvoerwerk Berkel weergegeven. Het schadebeeld bij dit opvoerwerk wordt gedomineerd door breuken en fracturen, dat met 7,% het hoogst scoort. Daarna volgen insnijdingen en doorsnijdingen met 39,9%, abnormale zwem-bewegingen met 8,%, schade aan ogen etc. met 3,8% en beschadigingen aan kieuwdeksels met,7%. Dit schadebeeld is bepaald op 3 individuen. tabel.8 Typering van de schade bij opvoerwerk Berkel Schadetype Percentage schade. Insnijding / doorsnijding 39,9%. Breuken / fracturen 7,% 3. Schade aan (of ontbrekende) ogen 3,8%. Beschadiging aan (of omgeklapte) kieuwdeksels/bogen,7% 5. Abnormale zwembewegingen (zonder uiterlijke beschadigingen) 8,% 3 Holierhoekse en Zouteveensepolder 3. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten verkregen bij opvoerwerk Holierhoekse en Zouteveensepolder gepresenteerd. In tabel 3. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per meet- 6
17 ronde het aantal lichtingen weergegeven, evenals het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk Holierhoekse en Zouteveensepolder vijf maal gemonitord in de periode van 3 oktober tot en met december 9. In deze periode hebben er fuiklichtingen plaatsgevonden. Het opvoerwerk heeft gedurende deze periode 65,5 maaluren gemaakt. tabel 3. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Datum Volgnr Begintijd Eindtijd Maalduur (uren) 3-okt-9 6 9:: 3:5: 8, -okt-9 6 8:5: 3:5: 5, -okt :5: 9:5:, -okt-9 6 9:: 3:: 8, 3-nov :3: 3:: 7,5 -nov :3: :3: 9, 6-nov :: :: 5, 7-nov :3: 9:3:, -dec :: 7::, -dec-9 6 8:3: :3: 8, Totaal Maaluren 65,5 In tabel 3. is de visserij inspanning weergegeven, behorend bij de aanbodsbepaling van vis aan de instroomzijde van het opvoerwerk. In deze tabel is per datum weergegeven hoeveel tijd het vangtuig in het water heeft gestaan. Het aanbod van vis is bepaald door middel van een aalfuik en visfuik, welke beide 5,8 etmalen in het water hebben gestaan in de periode waarin ook natuurlijke doortrek is bepaald. tabel 3. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik 3-okt-9 8,3 8,3 -okt-9,, -okt-9,, -okt-9,, 3-nov-9 7,5 7,5 -nov-9 9, 9, 6-nov-9 5, 5, 7-nov-9,, -dec-9 8, 8, -dec-9 8, 8, Totaal uren 39,8 39,8 Totaal etmalen 5,8 5,8 In tabel 3.3 is de totale vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft weergegeven, in de periode zoals in tabel 3. is vermeld. Tevens is de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten weergegeven, evenals het totale vangstgewicht per soort. In totaal zijn er tijdens de monitoring van de natuurlijke doortrek bijna 3. exemplaren gevangen, overeenkomend met bijna kg. Op basis van aantallen en biomassa bestaat deze vangst vrijwel geheel uit brasem. In totaal zijn er verschillende soorten aangetroffen welke het opvoerwerk passeerden. Deze vissen hadden een lengte variërend van 5 cm (brasem, blankvoorn, snoekbaars en vetje) tot maximaal een meter (paling). 7
18 tabel 3.3 Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars ,53 bittervoorn 3 6 7,39 brasem , blankvoorn ,87 kolblei 5 7 3,83 paling ,6 pos ,6 riviergrondel 8, ruisvoorn 53 7, snoekbaars ,7 vetje 8 5 5, Totaal 373 8,59 In tabel 3. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de inspanning welke in tabel 3. is weergegeven. Deze totale vangst presenteert tevens de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. In totaal zijn er ruim.7 exemplaren gevangen aan de aanbodzijde, overeenkomend met iets meer dan kg. Op aantalbasis bestaat deze vangst, net als bij passage, met name uit brasem. De totale biomassa wordt met name gevormd door de soorten brasem en snoek. Het aanbod bestaat uit 5 verschillende soorten. De kleinste aangetroffen vis had een lengte van cm (brasem, tiendoornige stekelbaars en vetje), de grootste vis had een lengte van 95 cm (paling). tabel 3. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 8 7 9,3 bittervoorn 5 5, brasem 5,3 blankvoorn 5 5,6 kolblei 3 5 9,36 kroeskarper,8 paling 65 95,78 pos 7 6,59 riviergrondel 8, ruisvoorn 9 5 8,85 snoekbaars 9 8 3,9 snoek 6 78,5 td-stekelbaars, vetje, zeelt 5 5, Totaal 77,3 8
19 In figuur 3. is het aandeel (%) vis weergegeven dat het opvoerwerk passeerde, of dat in de fuiken aan de instroomzijde is aangetroffen (aanbod). Het totale aantal gevangen exemplaren is hierbij het totaal (passage + aanbod). Bij de presentatie van de gegevens is onderscheidt gemaakt in lengteklasse (tot en met 5 cm of groter). De figuur geeft weer in hoeverre er een verschil is in passage en aanbod tussen de verschillende lengteklassen en vissoorten. Vis<5 cm. : Holierhoekse en Zouteveense polder Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt % 5% % Vis>5 cm. : Holierhoekse en Zouteveense polder Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt % 5% % figuur 3. Procentueel aandeel vis < 5 cm en vis > 5 cm in aanbod en natuurlijke doortrek (passage). Van de vissen groter dan 5 cm zijn de soorten zeelt, snoek en ruisvoorn enkel (hoewel beperkt) in het aanbod aangetroffen. Blankvoorn in deze lengteklasse is met name in het aanbod aangetroffen. Bij de soorten baars, brasem en snoekbaars valt op dat relatief veel van de exemplaren in deze lengteklasse het opvoerwerk passeerden, hoewel het aandeel wel lager is dan in de lengteklasse tot 5 cm. De vissen met een lengte tot 5 cm zijn met name aangetroffen na passage. Bij de soorten baars, bittervoorn, brasem, blankvoorn, pos en snoek is het aandeel van het aanbod relatief klein. Kleine vissen welke in verhouding veel in het aanbod zijn aangetroffen zijn de ruisvoorn en riviergrondel. 9
20 In tabel 3.5 zijn de gegevens weergegeven uit figuur 3.. Hierbij wordt tevens het percentage weergegeven van de lengteklassen behorend bij aanbod en passage. Het aanbod van vis bestaat voor 93% uit vis tot 5 cm en voor 7% uit vis groter dan 5 cm. Na passage is deze verhouding circa 99% voor vis tot 5 cm en bijna % voor vis groter dan 5 cm. tabel 3.5 len van soorten in lengte klassen in aanbod en passage. Soort Vis < Vis > 5 5cm cm Aanb. Pass. Aanb. Pass. baars bittervoorn 3 brasem blankvoorn kolblei kroeskarper paling 6 pos 7 58 riviergrondel ruisvoorn 9 53 snoekbaars snoek td-stekelbaars vetje 8 zeelt Totaal Percentage 93, 99, 7,,8 In tabel 3.6 is voor cyprinidae en percidae weer hoeveel exemplaren per maaluur het opvoerwerk passerden en welk aantal/percentage dit niet overleefde. tabel 3.6 passages en per maaluur cyprinidae en percidae. Datum Volgnr cyprinidae Pass. per maaluur Dood per maaluur percidae Pass. per maaluur Dood per maaluur , 97,7 8, 7,3,, , 569, 97,3 7,8 9,8 7, , 35, 88, 3, 9, ,5 37,5 88, 8,5 6,, ,,7 6, 6,9, 5, , 3,9 56,6 7,3,, ,, 53,9 3,6, 5, ,5 9, 3,,,, ,8 36, 7,5,,, ,, 3,5,8,, Het totaal aantal passages varieert bij cyprinidae tussen de 9,8 en 355 per maaluur. Bij percidae ligt dit aantal tussen de, en 3 passages per maaluur. Sterfte is zowel bij cyprinidae als bij percidae waargenomen, waarbij deze in beide gevallen vrij hoog kan zijn (tot %)
21 3. Tijdseries In figuur 3. is per lichting grafisch weergegeven hoeveel cyprinidae of percidae het opvoerwerk passeerden (aantal passages per maaluur). Tevens is het bijbehorende sterftepercentage weergegeven cyprinidae: Holierhoekse en Zouteveense polder % 5% % schade per datum percidae: Holierhoekse en Zouteveense polder % 5% % schade per datum % % Datum Datum figuur 3. Opbouw passages en per maaluur cyprinidae (links) en percidae (rechts). Het aantal passages per maaluur van cyprinidae en percidae toont een vergelijkbare curve, waarbij deze het hoogst is in de periode rond halverwege oktober. Het sterftepercentage is voor beide families variabel gedurende de meetperiode, maar is bij de cyprinidae duidelijk hoger. Tussen de opeenvolgende lichtingen per meting (opeenvolgende data) is geen duidelijk verband waarneembaar. 3.3 Schade in relatie tot vislengte In figuur 3.3 is voor cyprinidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk.. LF cyprinidae. Gemaal: Holierhoekse en Zouteveense polder (Passage) Dood Licht Geen LF cyprinidae en. passages
22 5 LF cyprinidae. Gemaal: Holierhoekse en Zouteveense polder (Aanbod) figuur 3.3 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Wanneer de lengtefrequentieverdelingen van aanbod en passage vergeleken worden dan blijkt in beide gevallen met name vis tot circa 5 cm te zijn gevangen. Bij passage is echter het grootste deel van de vangst kleiner dan cm, terwijl in het aanbod deze lengteklasse vrijwel even omvangrijk is als de lengteklasse van tot 5 cm. Daarnaast is in het aanbod relatief meer vis aangetroffen groter dan 5 cm. Doordat het sterftepercentage hoog is in alle lengteklassen is geen duidelijk verband waar te nemen tussen het sterftepercentage en een toenemende lengteklasse. In figuur 3. wordt de lengtefrequentieverdeling van de percidae weergegeven (aanbod en passage). Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk LF percidae. Gemaal: Holierhoekse en Zouteveense polder (Passage) Dood Licht Geen 35 3 LF percidae en. passages
23 LF percidae. Gemaal: Holierhoekse en Zouteveense polder (Aanbod) figuur 3. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. De vangst aan de instroomzijde van opvoerwerk Holierhoekse en Zouteveense polder (het aanbod) bestaat grotendeels uit exemplaren kleiner dan cm. Daarnaast zijn echter nog enigszins exemplaren gevangen tot circa cm en een enkele groter dan 3 cm. De lengtefrequentieverdeling na passage komt aardig overeen met die van het aanbod, waarbij het grootste deel van de vangst kleiner is dan cm. Sterfte is waargenomen over de gehele lengterange van de gepasseerde percidae. In figuur 3.5 is voor alle schubvis de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF schubvis. Gemaal: Holierhoekse en Zouteveense polder (Passage) Dood Licht Geen LF Schubvis en. passages
24 5 LF Schubvis. Gemaal: Holierhoekse en Zouteveense polder (Aanbod) figuur 3.5 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Uit de lengtefrequentieverdelingen blijkt dat de passerende schubvis veelal een lengte heeft kleiner dan 5 cm, waarbij de meeste exemplaren kleiner dan cm zijn. Het aanbod van schubvis bestaat met name uit vis kleiner dan cm, alleen is het aandeel van vis kleiner dan cm aanzienlijk kleiner ten opzichte van passage. Het sterftepercentage is redelijk gelijk over de verschillende aangetroffen lengteklassen en is in alle gevallen hoog. In figuur 3.6 zijn de lengtefrequentieverdelingen van aal aan de uitstroomzijde van het opvoerwerk weergegeven (passage). Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of de passage zelfs niet overleefden. Aan de instroomzijde van het opvoerwerk (aanbod) is geen aal gevangen. LF aal. Gemaal: Holierhoekse en Zouteveense polder (Passage) LF Aal en. 5 Dood Licht Geen 5 passages
25 LF Aal. Gemaal: Holierhoekse en Zouteveense polder (Aanbod) figuur 3.6 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Zowel bij het aanbod als bij passage bestaat de vangst van aal met name uit exemplaren in de lengterange van 6 tot cm, in beide gevallen is het aantal aangetroffen exemplaren echter laag. Bij passage is bij geen van de alen sterfte waargenomen. Het aantal passerende exemplaren per familie en lengteklasse is weergegeven in tabel 3.7. Tevens wordt weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of de passage niet overleefden. Bij sterfte is tevens de proportie weergegeven, evenals de bijbehorende boven- en ondergrens (bij 95% betrouwbaarheidsinterval). tabel 3.7 e aantallen en schade per familie. Percentage schade, schadeproportie en betrouwbaarheidsinterval (x = dood; N= totaal gepasseerd). Holierhoekse en Zouteveensepolder Holierhoekse en Zouteveensepolder Familie LK Dood Licht Geen totaal x N Bovengrens Ondergrens Proportie anguillidae >5 6 6 anguillidae >5 6,593,, cyprinidae < cyprinidae < ,837,88,893 > cyprinidae >5 75 9,9,853,9 percidae < percidae <5 39 3,3759,39,373 > percidae >5 7 66,38,578,576 totaal Van de in totaal gepasseerde vissen zijn er 5.6 die dit niet hebben overleefd en waren er 6 licht beschadigd. Het sterftepercentage van de cyprinidae is redelijk gelijk bij een lengte tot 5 cm of een lengte daarboven en is respectievelijk 8 en 9%. Door het hoge aantal gepasseerde vissen is het bijbhorende betrouwbaarheidsinterval vrij klein. De percidae vertonen een lager sterftepercentage dan de percidae, waarbij de schade voor exemplaren tot 5 cm circa 35% bedraagt en voor percidae groter dan 5 cm circa 6%. Het sterftepercentage van deze laatste lengteklasse heeft echter een groter betrouwbaarheidsinterval. Alle alen welke het opvoerwerk passeerden overleefden dit, het totale aantal was echter zeer klein (n = 6). 5
26 Error! Style not defined. De kans op schade per familie en lengteklasse is weergegeven in figuur 3.7, evenals het 95% betrouwbaarheidsinterval. Schade percentage (%) % % % anguillidae >5 Kans op schade (met interval) bij gemaal: Holierhoekse en Zouteveense polder cobitidae <5 cottidae <5 cyprinidae <5 cyprinidae >5 esocidae <5 esocidae >5 gasterosteidae <5 gobiidae <5 osmeridae <5 percidae <5 percidae >5 pleuronectidae <5 salmonidae >5 figuur 3.7 Kans op schade (rode bal) en 95% betrouwbaarheidsinterval (zwarte staaf) van schade De figuur geeft duidelijk weer dat de kans op sterfte bij de cyprinidae groot is, waarbij het betrouwbaarheidsinterval klein is. Bij percidae ligt het sterftepercentage lager. Voor aal is geen duidelijk beeld van het sterftepercentage verkregen door het lage aantal passages. 3. Schadetypen In tabel 3.8 is het schadebeeld bij opvoerwerk Holierhoekse en Zouteveense polder weergegeven. Het schadebeeld bij dit opvoerwerk wordt gedomineerd door breuken / fracturen, dat met 56,3% het hoogst scoort. Insnijdingen / doorsnijdingen volgt vlak daarna met 36,%. Abnormale zwembewegingen scoort daarna met 6,3%, vervolgens de schade aan ogen met,9% en beschadigingen aan kieuwdeksels met,%. De schadebepaling is gebaseerd op een monster uit 5 6 individuen. tabel 3.8 Typering van de schade bij opvoerwerk Holierhoekse en Zouteveense polder Schadetype Percentage schade. Insnijding / doorsnijding 36,%. Breuken / fracturen 56,3% 3. Schade aan (of ontbrekende) ogen,9%. Beschadiging aan (of omgeklapte) kieuwdeksels/bogen,% 5. Abnormale zwembewegingen (zonder uiterlijke beschadigingen) 6,3% Meerpolder. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten verkregen bij opvoerwerk Meerpolder gepresenteerd. In tabel. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per meetronde het aantal lichtingen weergegeven, evenals 6
27 het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk Makkumermar acht maal gemonitord in de periode van oktober tot en met 5 november 9. Het opvoerwerk heeft gedurende deze periode 57, maaluren gemaakt. tabel. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Datum Volgnr Begintijd Eindtijd Maalduur (uren) -okt-9 8 8:5: :3:,8 8 :: 3::, -okt :: :: 3, 8 9:: :3: 3,5 85 6:: 9:: 3, 8-okt :5: 9:5:,3 87 9:5: 3:: 3,6 5-nov-9 88 :: 5::, 89 5:: 6:35:, 8 6:35: 9:: 3, 8 9:: :5: 3, 6-nov-9 8 :: 6:5:, 83 6:5: 8:3:, 8 8:3: :5:,8 85 :5: 3::, -nov :3: 6:5:,8 87 6:5: 8:5:, 88 8:5: :: 3,8 7-nov :: 7:5:,3 8 7:5: ::,8 8 :: :3:,5 5-nov-9 8 6:: 7:3:,5 83 7:3: :5: 3,3 8 :5: :5:,5 Totaal maaluren 57, In tabel. is de visserij inspanning weergegeven, behorend bij de aanbodsbepaling van vis aan de instroomzijde van het opvoerwerk. In deze tabel is per datum weergegeven hoeveel tijd het vangtuig in het water heeft gestaan. Het aanbod van vis is bepaald door middel van een aalfuik, welke respectievelijk,6 etmalen in het water heeft gestaan. tabel. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik -okt-9 6, -okt-9 6, 8-okt-9 6, 6-nov-9, -nov-9 7, 7-nov-9 7,3 5-nov-9 6,5 Totaal uren 6,8 Totaal etmalen,6 7
28 In tabel.3 is de totale vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft weergegeven, in de periode zoals in tabel. is vermeld. Tevens is de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten weergegeven, evenals het totale vangstgewicht per soort. tabel.3 Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 7 6 7,58 brasem 6 5 7,9 blankvoorn 5 5,5 karper 7 7, kolblei 6 8,6 pos 5,93 riviergrondel,3 ruisvoorn, snoekbaars 8 6,3 snoek ,7 zeelt 3 7, Totaal 35 5,7 In totaal zijn er tijdens de bemonsteringsmethode 35 exemplaren gevangen, overeenkomend met 5,7 kg. Op basis van aantallen hebben met name de soorten pos, baars, brasem en blankvoorn het opvoerwerk gepasseerd. Op basis van biomassa met name snoek. In totaal zijn er verschillende soorten aangetroffen welke het opvoerwerk passeerden. Deze vissen hadden een lengte variërend van 3 cm (zeelt) tot maximaal 76 cm (snoek). In tabel. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de inspanning welke in tabel. is weergegeven. Deze totale vangst presenteert tevens de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. tabel. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 7,3 brasem 3 7 6, blankvoorn 7 6 7, giebel 3 3,6 karper ,79 pos 8 8, riviergrondel 9, zeelt, Totaal 59 7,85 In totaal zijn er 59 exemplaren gevangen aan de aanbodzijde, overeenkomend met bijna 8 kg. Op aantalbasis bestaat het aanbod met name uit baars, blankvoorn en brasem, op basis van biomassa vooral uit karper. In het aanbod zijn 8 verschillende soorten aangetroffen. De kleinste aangetroffen vis had een lengte van 6 cm (blankvoorn), de grootste had een lengte van 6 cm (karper). 8
29 In figuur. is het aandeel (%) vis weergegeven dat het opvoerwerk passeerde, of dat in de fuiken aan de instroomzijde is aangetroffen (aanbod). Het totale aantal gevangen exemplaren is hierbij het totaal (passage + aanbod). Bij de presentatie van de gegevens is onderscheidt gemaakt in lengteklasse (tot en met 5 cm of groter). De figuur geeft weer in hoeverre er een verschil is in passage en aanbod tussen de verschillende lengteklassen en vissoorten. Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis<5 cm. : Meerpolder % 5% % Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis>5 cm. : Meerpolder % 5% % 3 3 figuur. Procentueel aandeel vis < 5 cm en vis > 5 cm in aanbod en natuurlijke doortrek (passage). Van de vis groter dan 5 cm zijn zeer weinig exemplaren aangetroffen zowel in het aanbod als bij passage. Ook bij de vissen in de lengteklasse tot en met 5 cm zijn, met uitzondering van baars, brasem, blankvoorn en pos, weinig exemplaren gevangen. De soorten baars, brasem, blankvoorn en pos (< 5 cm) hebben ten opzichte van het aanbod een groot aandeel in de passage. 9
30 In tabel.5 zijn geeft de gegevens weergegeven uit figuur.. Hierbij wordt tevens het percentage weergegeven van de lengteklassen behorend bij aanbod en passage. Het aanbod van vis bestaat voor 88,% uit vis tot 5 cm en voor,9% uit vis groter dan 5 cm. Na passage is deze verhouding bijna 96,3% voor vis tot 5 cm en 3,7% voor vis groter dan 5 cm. De verhouding tussen de beide lengteklassen verschilt hiermee tussen aanbod en passage. tabel.5 len van soorten in lengte klassen in aanbod en passage. Soort Vis < Vis > 5 5cm cm Aanb. Pass. Aanb. Pass. baars 7 brasem 58 blankvoorn giebel karper 3 kolblei pos riviergrondel ruisvoorn snoekbaars snoek zeelt Totaal Percentage 88, 96,3,9 3,7 In tabel.6 is voor cyprinidae en percidae weergegeven hoeveel exemplaren per maaluur het opvoerwerk passeerden en welk aantal/percentage dit niet overleefde. Het totaal aantal passages varieert bij cyprinidae tussen geen enkele tot maximaal,7 passages per maaluur. Bij percidae ligt dit aantal tussen geen enkele tot 3,3 passages per maaluur. Het sterftepercentage is variabel per lichting (volgnummer) en varieert van geen enkele sterfte tot % bij de cyprinidae en 5% bij de percidae. tabel.6 passages en per maaluur cyprinidae en percidae. Datum Volgnr cyprinidae Pass. per maaluur Dood per maaluur 3 percidae Pass. per maaluur Dood per maaluur --9 8,,,,9, 5, --9 8,5,,,,, ,,,,7,, --9 8,,,,6,, ,7,,,3,, ,,,,3,, ,6,3 5,,,, ,7,,,9,, ,,, 7,8,, ,,3 7,7,3,, ,6,6 8, 3,6,, ,7,,3,,, ,, 8,3,,,
31 6--9 8,5, 75,,7, 5, ,,5 33,3,7,, ,,,,7,3 5, ,,, 6,5,, ,3,,,9,, ,,, 9,6,, ,, 6,7,, 33, ,,,,,, ,7,, 3,3,, ,5,3,5,,, ,3,, 6,7,,. Tijdseries In figuur. is per lichting grafisch weergegeven hoeveel cyprinidae of percidae het opvoerwerk passeerden (aantal passages per maaluur). Tevens is het bijbehorende sterftepercentage weergegeven. cyprinidae: Meerpolder --9 percidae: Meerpolder --9,,8,6,,, % 5% % % 5% % cyprinidae: Meerpolder --9 percidae: Meerpolder --9,,8,6,,, % 5% %,,8,6,,,,8,6,,, % 5% %
32 cyprinidae: Meerpolder 8--9 percidae: Meerpolder 8--9,,8,6,,, % 5% %,,,,8,6,,, % 5% % cyprinidae: Meerpolder 5--9 percidae: Meerpolder % 5% % % 5% % cyprinidae: Meerpolder --9 percidae: Meerpolder --9,,8,6,,,,8,6,,, % 5% % % 5% % cyprinidae: Meerpolder 7--9 percidae: Meerpolder 7--9,5,,5,,5, % 5% % 8 6 % % %
33 cyprinidae: Meerpolder 5--9 percidae: Meerpolder % 5% % % 5% % figuur. Opbouw passages en per maaluur cyprinidae (links) en percidae (rechts). Bovenstaande grafieken laten geen duidelijk verband zien tussen de passages van cyprinidae en percidae. Ook gedurende de opeenvolgende lichtingen van een meetronde zijn geen duidelijke patronen waarneembaar..3 Schade in relatie tot vislengte In figuur.3 is voor cyprinidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk LF cyprinidae. Gemaal: Meerpolder (Passage) Dood Licht Geen LF cyprinidae en. passages
34 LF cyprinidae. Gemaal: Meerpolder (Aanbod) figuur.3 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Wanneer de lengtefrequentieverdelingen van aanbod en passage vergeleken worden, dan valt op dat in beide gevallen met name vis tot circa cm is aangetroffen, waarbij de meeste exemplaren een lengte tot cm hebben. Sterfte is relatief vaak waargenomen in de lengteklassen tot cm en in mindere mate bij de exemplaren uit bovenliggende lengteklassen. In figuur. wordt de lengtefrequentieverdeling van de percidae weergegeven (aanbod en passage). Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk LF percidae. Gemaal: Meerpolder (Passage) Dood Licht Geen LF percidae en. passages
35 LF percidae. Gemaal: Meerpolder (Aanbod) figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. De vangst aan de instroomzijde van opvoerwerk Meerpolder (het aanbod) is met exemplaren zeer beperkt. Deze vissen hadden veelal een lengte tot cm. De passerende percidae waren met name kleiner dan circa cm. Sterfte is slechts in beperkte mate waargenomen bij passage. In figuur.5 is voor alle schubvis de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF schubvis. Gemaal: Meerpolder (Passage) LF Schubvis en Dood Licht Geen passages
36 LF Schubvis. Gemaal: Meerpolder (Aanbod) figuur.5 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Uit de lengtefrequentieverdelingen blijkt dat de passerende schubvis veelal een lengte heeft kleiner dan cm, waarbij de meeste exemplaren kleiner dan cm zijn. Het aanbod van schubvis bestaat eveneens met name uit vis kleiner dan cm, waarbij de verhouding tussen exemplaren kleiner dan cm en kleiner dan cm redelijk gelijk is bij aanbod en passage. Daarnaast bestaat het aanbod ook uit enkele schubvissen in de lengteklasse van tot 65 cm. Deze lengteklasse heeft het opvoerwerk niet gepasseerd. Sterfte is enigszins waargenomen bij de lengteklasse tot cm, bij de grotere lengteklassen was het sterftepercentage veelal %. Zowel in het aanbod als bij passage is geen aal aangetroffen bij opvoerwerk Meerpolder. Het aantal passerende exemplaren per familie en lengteklasse is weergegeven in tabel.7. Tevens wordt weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of de passage niet overleefden. Bij sterfte is tevens de proportie weergegeven, evenals de bijbehorende boven- en ondergrens (bij 95% betrouwbaarheidsinterval). tabel.7 e aantallen en schade per familie. Percentage schade, schadeproportie en betrouwbaarheidsinterval (x = dood; N= totaal gepasseerd). Meerpolder Meerpolder Familie LK Dood Licht Geen totaal x N Bovengrens Ondergrens Proportie cyprinidae < cyprinidae <5 8 7,3,938,538 >5 7 9 cyprinidae >5 9,85,8, esocidae >5 esocidae >5,975,, percidae < percidae <5 5 96,585,83,55 >5 percidae >5,89,, totaal Van de 35 gepasseerde vissen zijn er die dit niet hebben overleefd en waren er 6 licht beschadigd. Het sterftepercentage is het laagst voor percidae (<5 cm) waarbij circa 3% de passage niet overleefd. Tevens is geen sterfte waargenomen bij de exocidae en percidae (> 5 cm), in beide gevallen was het aantal passages echter zeer klein (respectievelijk en ). Het hoogste sterftepercentage is waargenomen bij cyprinidae tot en met 5 cm, waarbij circa 5% de passage niet overleeft. De bovenliggende lengteklasse (> 5 36
37 Error! Style not defined. cm) heeft een kans van % op schade, deze proportie is echter gebasseerd op negen passages. De schade per familie en lengteklasse is weergegeven in figuur.6, evenals het 95% betrouwbaarheidsinterval. Schade percentage (%) % % % anguillidae >5 cobitidae <5 cottidae <5 Kans op schade (met interval) bij gemaal: Meerpolder cyprinidae <5 cyprinidae >5 esocidae <5 esocidae >5 gasterosteidae <5 gobiidae <5 osmeridae <5 percidae <5 percidae >5 pleuronectidae <5 salmonidae >5 figuur.6 Kans op schade (rode bal) en 95% betrouwbaarheidsinterval (zwarte staaf) van schade De figuur geeft weer dat de kans op schade het hoogst is bij de cyprinidae. Tevens is zichtbaar dat enkel voor de cyprinidae en percidae tot 5 cm het betrouwbaarheidsinterval klein is.. Schadetypen In tabel.8 is het schadebeeld bij opvoerwerk Meerpolder weergegeven. Het schadebeeld bij dit opvoerwerk wordt gedomineerd door breuken en fracturen dat met, % het hoogst scoort. Daarna volgt insnijdingen en doorsnijdingen met 39,9%. Abnormale zwembewegingen scoort daarna het hoogst met,% en schade aan ogen het laagst met,8%. Beschadigingen aan kieuwdeksels etc. zijn niet waargenomen. Het schadebeeld is bepaald op slechts individuen waarmee de geldigheid beperkt is. tabel.8 Typering van de schade bij opvoerwerk Meerpolder Schadetype Percentage schade. Insnijding / doorsnijding 39,9%. Breuken / fracturen,% 3. Schade aan (of ontbrekende) ogen,8%. Beschadiging aan (of omgeklapte) kieuwdeksels/bogen,% 5. Abnormale zwembewegingen (zonder uiterlijke beschadigingen),% 37
38 5 Antlia 5. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten gepresenteerd welke verkregen zijn bij opvoerwerk Antlia. In tabel 5. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per datum het aantal lichtingen weergegeven, evenals het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk Antlia zeven maal gemonitord in de periode van 3 oktober tot en met 7 november 9. Het opvoerwerk heeft gedurende deze periode bijna maaluren gemaakt. tabel 5. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Datum Volgnr Begintijd Eindtijd Maalduur (uren) 3-okt-9 3 7:: 8::, 3 8:: 9::, 33 9:: ::, 3 :: :5:, -okt :3: 8:3:, 36 8:: 9:3:,8 37 9:3: ::,5 7-okt :3: 7:3:, 39 7:3: 9::,5 3 9:: ::, 3-nov-9 3 6:3: 7:3:, 3 7:3: 8:3:, 33 8:3: 9:3:, 3 9:3: :3:, 9-nov :: 9::, 36 3:: --9, -nov :: 7::, 38 :: ::, 7-nov :3: 6::, 3 6:: 7:3:,8 3 7:3: 9::,5 3 9:: ::, 33 :: ::, Totaal maaluren 3,7 In tabel 5. is de visserij inspanning weergegeven, behorend bij de aanbodsbepaling aan de instroomzijde van het opvoerwerk. In deze tabel is per datum weergegeven hoeveel tijd het vangtuig in het water heeft gestaan. Het aanbod van vis is bepaald door middel van een aalfuik en visfuik, welke beide etmalen in het water hebben gestaan. 38
39 tabel 5. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik 3-okt-9,, -okt-9 68, 68, 7-okt-9 68, 68, 3-nov-9 68, 68, 9-nov-9 68, 68, 6-nov-9 68, 68, Totaal uren 96, 96, Totaal etmalen,, In tabel 5.3 is de totale vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft weergegeven, in de periode zoals in tabel 5. is vermeld. Tevens is de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten weergegeven, evenals het totale vangstgewicht per soort. tabel 5.3 Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht (kg) alver ,96 baars ,65 bittervoorn 5 5 8, blankvoorn ,6 brasem 79 5,8 dd-stekelbaars 7 5 6, kolblei ,77 marmergrondel 3 6 9,7 paling ,3 pos ,79 riviergrondel 8,9 roofblei , ruisvoorn 5 8,3 snoekbaars 8 3 3,83 td-stekelbaars 3 5 5, winde 6 6 6,5 zeelt 5, Totaal 88 5,8 In totaal zijn er tijdens de bemonsteringsmethode bijna 5. exemplaren gevangen, overeenkomend met iets meer dan 5 kg. De pos is de soort welke veruit het vaakst is aangetroffen aan de uitstroomzijde. Andere relatief veel aangetroffen soorten zijn blankvoorn, baars, brasem, alver en winde. Op basis van gewicht bestond de vangst met name uit pos. In totaal zijn er 7 verschillende soorten aangetroffen welke het opvoerwerk passeerden. Deze vissen hadden een lengte variërend van 5 cm (alver, bittervoorn, blankvoorn, brasem, driedoornige stekelbaars, kolblei, pos, ruisvoorn, tiendoornige stekelbaars en zeelt) tot maximaal 85 cm (paling). 39
40 In tabel 5. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de inspanning welke in tabel 5. is vermeld. Deze totale vangst presenteert tevens de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. In totaal zijn er bijna.6 exemplaren gevangen aan de aanbodzijde, overeenkomend met circa kg. Op basis van aantallen bestaat deze vangst met name uit pos, blankvoorn, baars en bittervoorn. De biomassa wordt voor een groot deel gevormd door paling, voor snoek, zeelt en pos. In totaal bestaat de vangst aan de instroomzijde van het opvoerwerk uit verschillende soorten. De kleinste aangetroffen vis had een lengte van cm (bittervoorn en kolblei), de grootste had een lengte van 85 cm (paling). tabel 5. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) alver, baars , bittervoorn 7,3 brasem 6 5, blankvoorn 8 6 7,79 kolblei,5 paling ,7 pos 637 6,7 roofblei 3, ruisvoorn ,93 snoekbaars 9,7 snoek ,8 winde 9,9 zeelt ,3 Totaal 586,3 In figuur 5. is het aandeel (%) vis weergegeven dat het opvoerwerk passeerde, of dat in de fuiken aan de instroomzijde is aangetroffen (aanbod). Het totale aantal gevangen exemplaren is hierbij het totaal (passage + aanbod). Bij de presentatie van de gegevens is onderscheidt gemaakt in lengteklasse (tot en met 5 cm of groter). De figuur geeft weer in hoeverre er een verschil is in passage en aanbod tussen de verschillende lengteklassen en vissoorten. Vis met een lengte groter dan 5 cm is met name aan de instroomzijde (aanbod) aangetroffen. Snoek en kolblei in deze lengteklasse zijn zelfs niet aan de uitstroomzijde aangetroffen. Ook voor paling geldt dat relatief veel exemplaren het opvoerwerk niet passeerde. Bij de vissen kleiner dan 5 cm is duidelijk te zien dat deze met name aan de uitstroomzijde (passage) zijn aangetroffen. Bittervoorn en ruisvoorn zijn relatief gezien echter vaak aangetroffen aan de aanbodzijde.
Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen
Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 8 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper
Nadere informatieBijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen
Bijlagenrapport Centrifugaalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieBijlagenrapport 9 Open schroefpompen
Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport 9 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieBijlagenrapport 6 Hidrostalpompen
Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport 6 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieBijlagenrapport 3 Vijzels; faunapomp
Bijlagenrapport Vijzels; faunapomp Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieBIJLAGENRAPPORT 9. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 OPEN SCHROEFPOMPEN. w09 RAPPORT
BIJLAGENRAPPORT 9 GEmALEN Of vermalen worden fase OPEN SCHROEFPOMPEN RAPPORT w9 BIJLAGENRAPPORT 9 Gemalen of vermalen worden fase Open schroefpompen RAPPORT w9 Bijlagenrapport 9 bij het hoofdrapport Gemalen
Nadere informatieSchroefcentrifugaalpompen
BIJLAGENRAPPORT GEmALEN Of vermalen worden fase 3 Schroefcentrifugaalpompen RAPPORT w BIJLAGENRAPPORT Gemalen of vermalen worden fase 3 Schroefcentrifugaalpompen RAPPORT w Bijlagenrapport bij het hoofdrapport
Nadere informatieBIJLAGENRAPPORT 3. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP. w03 RAPPORT
BIJLAGENRAPPORT 3 GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP RAPPORT w3 BIJLAGENRAPPORT 3 Gemalen of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP RAPPORT w3 Bijlagenrapport 3 bij het hoofdrapport
Nadere informatieOnderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.
Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de
Nadere informatieDe visstand in vaarten en kanalen
De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde
Nadere informatieVistoets Opsterlandse Compagnonsvaart
Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Rapport: VA2012_36 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV 22 november 2012 door: Q.A.A. de Bruijn Statuspagina Statuspagina Titel: Vistoets Opsterlandse
Nadere informatieFlora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen
Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering
Nadere informatieHet visperspectief. Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Het visperspectief Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Intro Foto: Wikipedia Deel 1: De leefgebieden, de knelpunten en de oplossingen Deel
Nadere informatieOnderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar
Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar december 2006 Versie 1 door: Kemper Jan H. Statuspagina Titel Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Samenstelling:
Nadere informatieBijlagenrapport 10 Visvriendelijke hidrostal en Amarex KRT(D)
Bijlagenrapport 10 Visvriendelijke hidrostal en Amarex KRT(D) Rapport: VA2009_33 Bijlagenrapport 10 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 26
Nadere informatieFlora- en faunabemonstering Capreton en Linge
Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Rapport: VA 2010_06 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Juni, 2010 door: I.L.Y. Spierts Statuspagina Statuspagina Titel: Flora- en faunabemonstering
Nadere informatie2 Materiaal en methode
2 Materiaal en methode 2.1 MONITORINGSMETHODE ALGEMEEN De STOWA richtlijnen voor bemonstering schrijven voor dat een monitoring, indien mogelijk continue dient te worden uitgevoerd. Continue monitoring
Nadere informatieInventarisatie beschermde vissoorten Vreeland
Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde
Nadere informatieNATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN
NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN Opdrachtgever Stichting Natuur & Milieu Educatie Zaanstreek Postbus 223 1500 EE Zaandam Telefoon: 075-6312020 Fax: 075-6312468 E-mail: info@nme-zaanstreek.nl Samenstelling Natuuratlas
Nadere informatieSterfte van migrerende zalmsmolts bij de stuw en waterkrachtcentrale
Sterfte van migrerende zalmsmolts bij de stuw en waterkrachtcentrale Linne. Rapport: VA2010_18 Opgesteld in opdracht van: Rijkswaterstaat Limburg Juli 2010 door: Kemper Jan H., I.L.Y Spierts & H. Vis Statuspagina
Nadere informatieMONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012
MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE
Nadere informatieBiomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever
Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Mei 2007 Versie 1 door: Kemper, Jan H. Statuspagina Statuspagina Titel Biomassaschatting van de pelagische
Nadere informatieVissen met een potje water edna metabarcoding
Vissen met een potje water edna metabarcoding Jelger Herder, Mark Scheepens en Marco Beers Den Bosch, 3 November 2016 Environmental DNA (edna) Hoe werkt het? Alle soorten in het water laten DNA sporen
Nadere informatieExperimentele inventarisatie van visschade bij gemalen
VisAdvies BV Postadres Vondellaan 14 3521 GD Utrecht Nederland ABN-AMRO Rek.nr. 40.01.19.528 Experimentele inventarisatie van visschade bij gemalen KvK nr. 30207643 t. 030 285 10 66 e. info@visadvies.nl
Nadere informatieKNNV afdeling Delfland
voor een natuurlijke leefomgeving In opdracht en in overleg met RAVON Uitgevoerd door de studiegroep vissen KNNV afdeling Delfland Doel: input voor digitale visatlas van Nederland en speciaal Zuid-Holland
Nadere informatieVisstand Haringvliet en Voordelta - heden -
Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Johan van Giels Bijeenkomst Vissennetwerk 19 mei 2016, Haringvliet Inhoudsopgave Inleiding/achtergrond Materiaal en Methode Soortensamenstelling Omvang visbestand
Nadere informatieVisserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2013
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2013 Werkgebied Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Rapport VSN 2013.07 In opdracht van Stichting Waterproef 13 februari
Nadere informatieMonitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014
In samenwerking met Monitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014 A&W-rapport 2030 in opdracht van Monitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014 A&W-rapport 2030 M. Koopmans Foto Voorplaat
Nadere informatieVismigratie onder het kanaal
Vismigratie onder het kanaal Is de langste en diepste onderleider van Nederland vispasseerbaar? Door Hendry Vis VisAdvies B.V. Monitoring vispassages in Nederland Compilatie monitoringsresultaten door
Nadere informatieedna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)
edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) Jelger Herder Utrecht, 9 april 2015 Sommige soorten zijn lastig te monitoren Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) Vrijwilligers
Nadere informatieVertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal. Jasper Arntz 6 juni 2013
Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal Jasper Arntz 6 juni 2013 Inhoud Karakteristieken Julianakanaal Grensmaasproject Effecten van vertroebeling Abiotische monitoring Biotische
Nadere informatieOnderzoek naar de visoverleefbaarheid. Ennemaborgh op 23 oktober 2012
Onderzoek naar de visoverleefbaarheid bij vijzelgemaal Ennemaborgh op 23 oktober 2012 Rapport: VA2012_25 Opgesteld in opdracht van: Waterschap Hunze & Aa s januari 2013 door: Vis H., Q.A.A. de Bruijn &
Nadere informatieBekdraden en rugvinnen in Gelderland Determinatie en visgemeenschappen
Bekdraden en rugvinnen in Gelderland Determinatie en visgemeenschappen Arnhem, 2 november 2017 Sanne Ploegaert & Arthur de Bruin Inhoud Workshop Determineren van vissen 2/xx Zoetwatervissen in Nederland
Nadere informatieResultaten monitoring Koopmanspolder
Resultaten monitoring Koopmanspolder Remco van Ek (thans Witteveen+Bos) Met: Leon Kelder (SBB), Marco Bats, Patrick Bakker (HHNK), Vrijwilligers KNNV, Studenten AERES, Landschap Noord-Holland, Fishflow
Nadere informatieNetwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant
Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Activiteitenverslag Aa en Maas 2015 Martijn Schiphouwer Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Activiteitenverslag Aa en Maas 2015 Martijn Schiphouwer Colofon Status
Nadere informatieVismonitoring Hollandse IJssel 2003
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 3 Vismonitoring Hollandse IJssel . Inleiding
Nadere informatieOnderzoeksrapport. Sonaronderzoek naar de visdichtheid. zomer mei Onderdeel van: Rapport visserijkundig onderzoek Lauwersmeer.
Onderzoeksrapport Sonaronderzoek naar de visdichtheid in het Lauwersmeer, zomer 2000. (projectnr. V5086_01.99) 30 mei 2007 Onderdeel van: Rapport visserijkundig onderzoek Lauwersmeer. rapport status Titel
Nadere informatieSonaronderzoek naar het visbestand in het Netekanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 2010.
Sonaronderzoek naar het visbestand in het Netekanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 2010. Project VA2010_22 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos door: Kemper Jan H. & H. Vis Statuspagina
Nadere informatieWaterschap Zuiderzeeland
Waterschap Zuiderzeeland Visonderzoek migratieknelpunten Fase II: Voorjaarsonderzoek Projectnummer: 898 Status Definitief Datum November 9 Opgesteld door Jochem Hop Gecontroleerd Jouke Kampen AquaTerra
Nadere informatieVismigratie onderzoek Hertogswetering
Vismigratie onderzoek Hertogswetering Hevelvispassages en De Wit passage in beheergebied Waterschap Aa en Maas P.B. Broeckx J.H. Bergsma J.L. Spier Vismigratie onderzoek Hertogswetering Hevelvispassages
Nadere informatieEindverslag. De glasaalcollector, een innovatieve maatregel voor monitoring en herstel van de glasaalintrek: pilotgebied Delfland.
Eindverslag De glasaalcollector, een innovatieve maatregel voor monitoring en herstel van de glasaalintrek: pilotgebied Delfland. Rapport: VA2008_41 Opgesteld in opdracht van: Ministerie van LNV Januari
Nadere informatieSoortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden
BIJLAGE Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Stromingsgilde Aal Anguilla anguilla EURY Alver Alburnus alburnus EURY Baars Perca fluviatilis EURY
Nadere informatieKRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014
KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen J.H. Bergsma P.B. Broeckx D.M. Soes Ecologie & landschap KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen ir
Nadere informatieHydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe"
Hydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe" Project: VA2012_08 Opgesteld in opdracht van: Ploegam noord BV maart 2012 door: Q. de Bruijn & H. Vis Statuspagina Statuspagina Titel: Hydraulische
Nadere informatieVisbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009)
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Linde Galle en Gerlinde Van Thuyne Blankenbergse vaart,
Nadere informatieRapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013
Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Kristof Vlietinck Beleidsthemabeheerder Visserij Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000
Nadere informatieMet DNA visstand monitoren op de grote rivieren
Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Wouter Patberg (Koeman en Bijkerk), Jan Warmink (Sylphium molecular ecology), Hans Ruiter (Rijkswaterstaat), Bart Wullings, Edwin Kardinaal (KWR Watercycle
Nadere informatieSteeknet & Hengelvangstregistratie
Steeknet & Hengelvangstregistratie Schepnetvissers & hengelaars gezamenlijk op pad? Jan Kranenbarg & Toine Aarts Opbouw presentatie 1. Hengelaars & schepnetters bekeken 2. Wat wordt er zoal gevangen? 3.
Nadere informatieRapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport:
Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande en kleine wateren Scheldemeander Meerseput, Scheldemeander Het Anker, Leiemeander te Oeselgem, Oude Durme te Hamme en de Rupelmondse Kreek, 22 Provincie
Nadere informatieVISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal
VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003 Sven Vrielynck (1) en Gerlinde Van Thuyne (2) (1) Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge (2) Instituut voor Bosbouw en
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest
Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Vijvers Vlaams-Brabant Rapportnummer: 265/3 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:
Nadere informatieRode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014
Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses
Nadere informatieVISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL
VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL TYPEN, LOCATIES EN MONITORING VAN DE VISOPTREK VISPASSAGE OVERWATER Gertie Schmidt Waterschap Regge en Dinkel, afd. BOA oktober VISPASSAGES
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen
Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Leiemeanders Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 265/4 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:
Nadere informatieWerkprotocol onderzoeken vismigratie
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol onderzoeken vismigratie Werkwijze en richtlijnen voor diverse bemonsteringstypen Opgesteld: Februari 2012 Update februari 2014 Visserij Service
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in de Scheldemeanders Kriephoek, Nedername en de Mesureput, najaar 2013.
Onderzoek naar het visbestand in de Scheldemeanders Kriephoek, Nedername en de Mesureput, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos April 2014 door: Vis,
Nadere informatieRapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen
Rapport Hengelvangstregistraties 2017 Volkerak-Zoommeer en kanalen Inleiding Op het Volkerak-Zoommeer wordt gevist door zowel sport- als beroepsvissers. Sportvisserij Zuidwest Nederland heeft een machtiging
Nadere informatieRAVON Vissenweekend 2011 Limburg
RAVON Vissenweekend 2011 Limburg REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2011 Limburg Arthur de Bruin & Frank Spikmans November 2011 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501 BK NIJMEGEN
Nadere informatieAanpassing vismaatlatten voor M-typen. Inleiding. Inleiding. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten
Aanpassing vismaatlatten voor M-typen Inleiding Nu 5 deelmaatlatten vis in zoete M-typen 5. Aantal soorten 1. brasem - snoekbaars 2. baars - blankvoorn 3. ruisvoorn - snoek 4. zeelt - kroeskarper Guus
Nadere informatieVis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland
Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland St. Zeeschelp M. Dubbeldam Waterschap Zeeuwse Eilanden W. Quist Inhoudsopgave Waterschap Zeeuwse Eilanden Beleidskader (kort) Huidige situatie Gewenste beeld Maatregelen
Nadere informatieInventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland
Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland Een rapportage van RAVON in opdracht Waterschap Zuiderzeeland (mede namens Natuurmonumenten en de provincie Flevoland) J. Kranenbarg
Nadere informatieSonaronderzoek naar het visbestand in het Albertkanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 2010
Sonaronderzoek naar het visbestand in het Albertkanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 21 Project VA21_21 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos door: Kemper Jan H. & H. Vis Statuspagina
Nadere informatieRapportage Fuikenmonitoring Vispassage Vechtpark Vechtpark te Hardenberg
2014 Rapportage Fuikenmonitoring Vispassage Vechtpark Vechtpark te Hardenberg Een rapportage met de bevindingen van de fuikenmonitoring in het vechtpark te Hardenberg in de periode maart - juni 2014. Mark
Nadere informatieWetterskip Fryslân. Monitoring van vismigratie bij gemaal J.L. Hoogland en de Johan Friso-sluis. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2.
Wetterskip Fryslân Monitoring van vismigratie bij gemaal J.L. Hoogland en de Johan Friso-sluis van Twickelostraat 2 postbus 233 7 AE Deventer telefoon 57 69 79 11 telefax 57 69 73 INHOUDSOPGAVE blz. 1.
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013.
Onderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos April
Nadere informatieVisbestandopnames op het Kanaal van Beverlo 2011-Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op het Kanaal van Beverlo 2011-Bemonsteringsverslag Gerlinde Van Thuyne en Isabel Lambeens INBO.IR.2012.37
Nadere informatieRAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch
RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch Frank Spikmans en Rombout van Eekelen oktober 2008 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501
Nadere informatieVisbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag Rode Loop Gerlinde Van Thuyne en Yves Maes INBO.IR.2012.24
Nadere informatieRWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer:
RWS Waterdienst Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in 28 Projectnummer: 28219 Status Definitief Kenmerk 28219/rap1 Datum 19 november 28 Opgesteld
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013.
Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos april 2014 door: Q.A.A. de
Nadere informatieVisonderzoek Gamerensche Plas
Visonderzoek Gamerensche Plas Eerste inventarisatie na uitvoering van 85% van de verondiepingsmaatregelen REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Visonderzoek Gamerensche Plas Eerste inventarisatie
Nadere informatieRapport Monitoring Bijvangst Krabbenvisserij IJsselmeer
www.kenniskringvisserij.nl Rapport Monitoring Bijvangst Krabbenvisserij IJsselmeer Overzicht van bijvangsten van schubvis van 3 IJsselmeervissers in de periode oktober t/m eind november. December J. Kampen
Nadere informatieOnderzoek naar de visstand in Tochten H en J
KRW VISSTANDONDERZOEK ZUIDERZEELAND 2013 Onderzoek naar de visstand in Tochten H en J N. van Kessel B. Niemeijer In opdracht van: Waterschap Zuiderzeeland 23 januari 2014 N A T U U R B A L A N S L I M
Nadere informatieNieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015
Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers
Nadere informatieEvaluatie stroboscooplampen en FishTrack bij gemaal Offerhaus. Stroomafwaartse migratie
Evaluatie stroboscooplampen en FishTrack bij gemaal Offerhaus Stroomafwaartse migratie 25 januari 2013 Evaluatie stroboscooplampen en FishTrack bij gemaal Offerhaus Stroomafwaartse migratie Verantwoording
Nadere informatieVisserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2011
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2011 Voor- en najaarsbemonstering bij diverse gemalen en sluizen Rapport VSN 2011.01 In opdracht van Hoogheemraadschap Hollands
Nadere informatieEINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK
EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK RIJKSWATERSTAAT MIDDEN NEDERLAND 28 april 2015 Definitief C01021.200821. Samenvatting Rijkswaterstaat Midden Nederland
Nadere informatieKader Richtlijn Water
Kader Richtlijn Water Visstandbemonsteringen waterlichamen Delfland Rapport VA2006_44 Opgesteld in opdracht van: Hoogheemraadschap van Delfland 5 februari 2007 Definitieve versie door: M.J. Kroes & F.T.
Nadere informatieNevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten
Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren
Nadere informatieKRW visstandmonitoring Woldmeer 2016
KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 Rapport 2016-112 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 Rapport 2016-112 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters bezoekadres
Nadere informatieTREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages
TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK onderzoek aan vier vispassages De waterhuishouding aan de voet van de stuwwal vanaf Ubbergen tot en met Beek is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd.
Nadere informatieVisbestandopnames in het bekken van de Brugse polders 2012Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames in het bekken van de Brugse polders 2012Bemonsteringsverslag Blankenbergse vaart Gerlinde Van Thuyne
Nadere informatieUltrasone bestrijding blauwalg - effecten op vis
Ultrasone bestrijding blauwalg - effecten op vis Rapport: VA2007_28 Opgesteld in opdracht van: Hoogheemraadschap van Rijnland Oktober, 2007 2 e concept door: M.C. de Lange Statuspagina Statuspagina Titel:
Nadere informatieRekenen Groep 4-1e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatieGeautomatiseerde monitoring van vismigratie door de vispassage bij de Bieberg (NB), 2006
Geautomatiseerde monitoring van vismigratie door de vispassage bij de Bieberg (NB), 2006 Rapport: VA2006_09 Opgesteld in opdracht van: Waterschap Brabantse Delta Augustus 2006 door: M.C. de Lange & M.J.
Nadere informatie! " # # $ ( ) * +, ( " - +. ( '. / 0 0 + 3 / #
! " # # $ % & ' ! " # # $! """" #### #### """" $" """ #### #### %%%% &&&& '''' (((( (((( )))) ( ) * +, ( " - +. ( '. / 0 0 + + ( + ( ' ( 1 ( 1 / *! ( 0 2 /! " 3 / # - +. 1 ,,,, %%%% //// + + + + + + +
Nadere informatieWorden vissen in de maling genomen?
Blankvoorn in paaikleed Samenvatting van het STOWA-onderzoek naar de mogelijke schade aan vissen bij het passeren van gemalen. Worden vissen in de maling genomen? 2010 21 101 WORDEN VISSEN IN IN DE DE
Nadere informatieOnderzoek naar de visveilige axiaalpomp en buisvijzel
Onderzoek naar de visveilige axiaalpomp en buisvijzel Rapport: VA2009_19 Opgesteld in opdracht van: FishFlow Innovations Augustus 2009 door: Auteur(s): F.T. Vriese (VisAdvies). Statuspagina Statuspagina
Nadere informatie1 HET AANVRAGEN VAN WEDSTRIJDEN OP FEDERATIEF WATER... 2
INHOUD: 1 HET AANVRAGEN VAN WEDSTRIJDEN OP FEDERATIEF WATER... 2 1.1 INLEIDING... 2 1.2 WEDSTRIJDMODULE... 2 1.3 WEDSTRIJDSOORTEN EN VERGOEDINGENREGELING... 2 1.4 HET INPLANNEN VAN WEDSTRIJDEN... 3 1.4.1
Nadere informatieHoogheemraadschap van Rijnland. Monitoring van stroomafwaartse migratie van vis bij gemaal Katwijk
Hoogheemraadschap van Rijnland Monitoring van stroomafwaartse migratie van vis bij gemaal Katwijk Onder mede-financiering van Rijkswaterstaat Zuid-Holland en Rijkswaterstaat Noord-Holland Van Twickelostraat
Nadere informatieVissoorten Aal Herkenning: Verspreiding: Voedsel: Lengte afgebeelde vis: Lengte tot circa: Snoek Herkenning: Verspreiding: Voedsel:
Vissoorten Aal Herkenning: Het lichaam is slangachtig van vorm. De borstvinnen bevinden zich direct achter de kop. Op het achterste deel van het lichaam is, zowel onder als boven, een vinzoom aanwezig
Nadere informatieVisserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk Onderzoek aanbod glas- en pootaal met glasaaldetector Rapport VSN 2016.06 In opdracht van Waterschap Rivierenland 19 juli 2016 Glasaalonderzoek
Nadere informatieKRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011
KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011 Rapport 2012-024 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011 Rapport 2012-024 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres
Nadere informatieVisserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 KRW-visbemonstering Tochten lage afdeling NOP en Vaarten NOP Rapport VSN 2014.05 In opdracht van Waterschap Zuiderzeeland 4 december 2014
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen
Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen Rapportnummer: 26/ Status rapport: Definitief Datum rapport: maart 22 Auteur:
Nadere informatieMonitoring van vispopulaties met edna
1 Monitoring van vispopulaties met edna van wens naar werkelijkheid Michiel Hootsmans 2 KWR Watercycle Research Institute Van bron tot kraan en verder.. KWR? Die doen toch alleen drinkwater? KWR = onderzoeksinstituut
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 2012
Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 22 Provincie West Vlaanderen Rapportnummer: 22369/rap4 Status rapport:
Nadere informatieWitteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer
Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: WBMU1310 Datum: 03-12-2013 Projectgebied: Gemaallocatie Monnickendam Onderwerp: Inventarisatie
Nadere informatieLanglopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde
Langlopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde Najaarsonderzoek 2015 Rapportnummer: 20130096_3/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 2 december 2015 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole:
Nadere informatieKRW visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016
KRW visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016 Rapport 2016-110 W. Patberg G. Wolters KRW Visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016 Rapport 2016-110 W. Patberg G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres
Nadere informatie