Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa
|
|
- Juliana Janssen
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa Vispassage Loonerdiep 2 Rapport W. Patberg G. Wolters
2
3 Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa Vispassage Loonerdiep 2 Rapport W. Patberg G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres postbus AC Haren telefoon telefax info@koemanenbijkerk.nl website
4
5 Evaluatie vispassage Loonerdiep 2 3 Colofon Opdrachtgever Waterschap Hunze en Aa s Postbus 195, 9640 AD, Veendam Contactpersoon opdrachtgever P.P. Schollema Titel Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa Subtitel Vispassage Loonerdiep 2 Auteurs W. Patberg, G. Wolters Datum 26 juni 2012 Pagina s (inclusief bijlagen) 36 Opdrachtnr Brief met kenmerk IN / Projectnr Rapportnr Status Akkoord Eindrapport Ir. G.H. Bonhof Paraaf Foto omslag: Vispassage Loonerdiep 2 Deze publicatie kan geciteerd worden als: Patberg, W. & G. Wolters Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa, vispassage Loonerdiep 2. Rapport Koeman en Bijkerk bv, Haren. In opdracht van Waterschap Hunze en Aa s, Veendam. Koeman en Bijkerk bv / Waterschap Hunze en Aa s Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Koeman en Bijkerk bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Koeman en Bijkerk bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede schade welke voortvloeit uit toepassingen van resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Koeman en Bijkerk bv; opdrachtgever vrijwaart Koeman en Bijkerk bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing.
6 4 Koeman en Bijkerk rapport
7 Evaluatie vispassage Loonerdiep 2 5 Inhoudsopgave Summary 7 Samenvatting 9 1 Inleiding Achtergrond Doel en onderzoeksvragen Onderzoekslocatie vispassage Loonerdiep Projectuitvoering 13 2 Materiaal en methoden Vangopstelling Uitvoering, verwerking vis en gegevens 16 3 Resultaten Algemeen Vangstresultaten; soorten en aantallen Vangstresultaten; lengteklassen Verloop migratie tijdens onderzoeksperiode 19 4 Discussie en conclusies Discussie Samenvatting resultaten Conclusies Aanbeveling 25 5 Literatuur 27 Bijlage I Vispassage Loonerdiep 2 29 Bijlage II Vangstresultaten per fuiklichting 31
8 6 Koeman en Bijkerk rapport
9 Evaluatie vispassage Loonerdiep 2 7 Summary At the request of the Regional Water Authority Hunze and Aa s, Koeman and Bijkerk investigated the functioning of the fish pass Loonerdiep 2 in the old meander of the Loonerdiep located south of the village Loon. This work was carried out in the period March 5 June 1, 2012 as part of the Interreg project Living North Sea. To investigate the functioning of the fish pass, a fyke net was placed upstream from the passage such that the inlet was completely closed. The net was emptied every two to three days yielding a total of 25 samples. Overall, 508 fish were caught, representing 12 species. Gudgeon was the most abundant species of which 268 individuals were caught, followed by Roach (89) and Perch (63). Seven species belonged to the eurytopic guild, three to the rheophilic and two to the limnophilic guild. In numbers they were more or less equally divided over the eurytopic and rheophilic guilds (resp. 56 and 43%). Gudgeon was the most abundant rheophilic species whereas Roach and Perch were the most abundant eurytopic species. Considering the migration guilds the local-migrating species were most abundant. The majority of fish belonged to the length class >0+-15 centimeter followed by the class centimeter. In the class centimeter only two Tenches were caught. In the class >=41 all Eels were caught (33 individuals), one Tench and two Pikes. Only two fish were caught in the 0+ class. The smallest fish caught was a Gudgeon of 6 centimeter and the largest was a Pike of 78 centimeter. The course of the catches are characterized by two periods of increased catches. During these periods the catches were mainly dominated by Gudgeon. The increased catches seemed to follow increasing temperatures of the air and water. Based on the species composition of the caught fish and their lengths one can conclude that the fish pass Loonerdiep 2 should be passable for most migrating fish which are present in this part of the river system.
10 8 Koeman en Bijkerk rapport
11 Evaluatie vispassage Loonerdiep 2 9 Samenvatting Op verzoek van het Waterschap Hunze en Aa s heeft Koeman en Bijkerk bv in de periode 5 maart tot en met 1 juni 2012 onderzoek gedaan naar de vispasseerbaarheid van de vispassage Loonerdiep 2 in de oude meander van het Loonerdiep gelegen ten zuiden van het dorp Loon. Het onderzoek maakte onderdeel uit van het Interreg project Living North Sea. Om de passeerbaarheid van de vispassage te onderzoeken, is een fuik bovenstrooms van de passage geplaatst, zodanig dat de gehele instroomopening van de passage werd afgesloten. De fuik is om de twee tot drie dagen gelicht. In totaal zijn er 25 lichtingen uitgevoerd. In totaal zijn er 508 vissen gevangen verdeeld over twaalf soorten. Riviergrondel is met 268 exemplaren de meest gevangen vis, gevolgd door Blankvoorn (89) en Baars (63). Van de twaalf soorten behoren er zeven tot het eurytope gilde, drie tot het rheofiele gilde en twee tot het limnofiele gilde. Wat aantallen betreft werden de vangsten min of meer gelijk verdeeld over de rheofiele en eurytope soorten met respectievelijk 56 en 43%. Riviergrondel neemt bijna alle aantallen binnen het rheofiele gilde voor zijn rekening. Binnen het eurytope gilde zijn de meest voorkomende soorten Blankvoorn en Baars. Ten aanzien van de migratiegilden was er sprake van een dominantie van de lokaal-migrerende vissoorten. De meeste gevangen vis valt in de klasse >0+-15 centimeter op afstand gevolgd door de klasse centimeter. In de categorie zijn slechts twee Zeelten gevangen en in de categorie >41 centimeter vielen alle Palingen (33 stuks), één Zeelt en de twee gevangen Snoeken van 67 en 78 centimeter. In de categorie 0+ zijn slechts twee vissen gevangen, beide Baarzen. De kleinste vis die gevangen is, was een Riviergrondel van 6 centimeter en de grootste een Snoek van 78 centimeter. Het verloop van de vangsten wordt in het algemeen gekenmerkt door twee perioden van toegenomen vangstaantallen. In deze perioden zijn voornamelijk Riviergrondels aangetroffen. De pieken in de vangsten lijken vaak te volgen op zowel stijgende maximale luchttemperaturen en watertemperaturen. Op basis van de soortensamenstelling en de lengteverdeling kan geconcludeerd worden dat de meeste trekbehoeftige vissoorten, die in dit deel van het systeem aanwezig zijn, de vispassage Loonerdiep 2 moeten kunnen passeren.
12 10 Koeman en Bijkerk rapport
13 Evaluatie vispassage Loonerdiep Inleiding 1.1 Achtergrond Het stroomdal van de Drentsche Aa kent een grote diversiteit aan soorten en habitattypen. Deze waarden worden landelijk erkend en hebben het gebied de status van Nationaal Park (Nationaal Beek en Esdorpenlandschap Drentsche Aa) en Natura 2000 gebied opgeleverd. In het gebied wordt veel aandacht besteed aan het behoud en verdere verbetering van de aanwezige natuurwaarden. Een van de programma s waar het Waterschap samen met Provincie Drenthe, Staatsbosbeheer en de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe veel aandacht aan besteed is het vispasseerbaar maken van dit stelsel van beken conform de Visie Vismigratie - Van Wad tot Aa (Riemersma en Kroes 2006). Hier wordt al een aantal jaren aan gewerkt en ondertussen zijn er circa 36 knelpunten opgelost. De komende jaren zullen ook de resterende 13 knelpunten aangepakt gaan worden. Om de werking van de reeds gerealiseerde vismigratie voorzieningen te evalueren, selecteert het Waterschap ieder jaar een aantal voorzieningen die gedurende de voorjaarstrek bemonsterd worden. Deze onderzoeken worden uitgevoerd in het kader van het overkoepelende onderzoek project Living North Sea waarbinnen gekeken wordt naar de volledige vismigratie routes van zee naar bron die voor diadrome soorten van belang zijn. In 2012 zijn binnen het stroomdal van de Drentsche Aa vier vismigratievoorzieningen onderzocht; een vispassage en een duiker in het Loonerdiep en een vispassage en een duiker in het Deurzerdiep. Beide diepjes liggen in elkaars verlengde ten oosten van Assen (Figuur 1). Voorliggende rapportage behandelt de resultaten van het onderzoek naar de passeerbaarheid van de vispassage Loonerdiep 2 gelegen in het Loonerdiep. 1.2 Doel en onderzoeksvragen Het doel van het onderzoek is de werking van de vispassage te onderzoeken gedurende de voorjaarsmigratie. De volgende onderzoeksvragen worden gesteld: Welke soorten kunnen de vispassage in stroomopwaartse richting passeren? Wat zijn de aantallen per soort die passeren en hoe is de lengteverdeling? In welke periode vindt de migratie plaats? De verkregen gegevens kunnen gebruikt worden om de vispasseerbaarheid van de passage te bepalen. Tevens kunnen de gegevens gebruikt worden bij de aanleg van nieuwe vismigratievoorzieningen.
14 12 Koeman en Bijkerk rapport Figuur 1 De ligging van de vier vismigratievoorzieningen in het stroomdal van de Drentsche Aa die in het voorjaar van 2012 zijn onderzocht (bron: Schollema, 2012). Vispassage Loonerdiep 2 is onderwerp van dit rapport. 1.3 Onderzoekslocatie vispassage Loonerdiep 2 De vispassage Loonerdiep 2 maakt deel uit van een serie vispassages in de oude meander van het Loonerdiep. Deze herstelde meander maakt het voor de vissen mogelijk om het verdeelwerk Loon te passeren en vanuit het Loonerdiep stroomopwaarts te zwemmen in de richting van het Deurzerdiep. Echter, voordat de vissen het Deurzerdiep bereiken komen ze een viertal kunstwerken tegen in de oude meander. Te weten, in stroomopwaartse richting: 1. Vispassage Loonerdiep 3 (betonnen bekkens met stoorstenen) 2. Vispassage Loonerdiep 2 (betonnen bekkens met stoorstenen) 3. Vispassage Loonerdiep 1 (voorde met wandelpad + steenstort drempel) 4. Inlaat oude meander Loonerdiep Gedurende het voorjaar van 2012 worden de vispassage Loonerdiep 2 en de inlaat bemonsterd. Deze keuze is gemaakt omdat de vispassages Loonerdiep 2 en 3 qua constructie vrijwel identiek zijn. Als passage 2 gepasseerd is zijn de vissen ook langs
15 Evaluatie vispassage Loonerdiep 2 13 Figuur 2 Vispassage Loonerdiep 2. Foto s genomen in stroomopwaartse richting. Links de vistrap tijdens groot onderhoud. Rechts de vistrap in het voorjaar van passage 3 gezwommen. Vispassage Loonerdiep 1 is een betrekkelijk eenvoudige passage met weinig verval. De verwachting is dat het laatste kunstwerk, de inlaat, het meest kritische punt voor vismigratie zal zijn op deze locatie (Schollema 2012). Vispassage Loonerdiep 2 is onderwerp van dit rapport. Vispassage Loonerdiep 2 is gelegen in het Loonerdiep ten zuiden van Loon. De vistrap bestaat uit een viertal betonnen drempels in de hoofdloop zelf, waarop stoorstenen zijn geplaatst (Figuur 2). Iedere drempel heeft aan de stroomafwaartse zijde een flauw oplopende helling (voor bodemvissen) en een steile oplopende helling (voor grotere vissen) met diep water er direct voor. Deze zijden wisselen van links naar rechts bij de volgende drempel. In Bijlage I staan een aantal foto s van de vispassage die genomen zijn tijdens groot onderhoud van de passage. Op deze foto s is de constructie van de passage goed te zien. 1.4 Projectuitvoering Het project is uitgevoerd in samenwerking Mans Vos, een gecertificeerde beroepsvisser uit de regio, en de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe. Hieronder een lijst met de personen die aan het project hebben meegewerkt: Koeman en Bijkerk bv Beroepsvisserij Gerwin Bonhof: projectcoördinatie, veldwerk Wouter Patberg: rapportage, verwerking gegevens, veldwerk Gersjon Wolters: verwerking gegevens, veldwerk Mans Vos Waterschap Hunze en Aa s Peter Paul Schollema: opdrachtgever, begeleiding, veldwerk Cas Franke: veldwerk
16 14 Koeman en Bijkerk rapport Hengelsportfederatie Groningen Drenthe Hennie Huttinga: verwerking gegevens, veldwerk Frans Leeuw: veldwerk
17 Evaluatie vispassage Loonerdiep Materiaal en methoden 2.1 Vangopstelling Om de passeerbaarheid van de vistrap te bepalen, is een fuik bovenstrooms van de vistrap geplaatst met de opening naar de vistrap gericht. Op de fuik zijn extra vleugels geplaatst zodat de instroomopening van de passage volledig werd afgesloten. Om beschadiging aan of dichtslaan van de fuik te voorkomen als gevolg van vuilophoping aan de achterkant van de vleugels zijn extra palen geplaatst halverwege de vleugels om de fuik goed open te houden. De gebruikte fuik had een maaswijdte van 5 millimeter halve maas. De maaswijdte van de extra vleugel bedroeg 9 millimeter halve maas. De diameter van de eerste hoepel bedroeg 70 centimeter. In verband met diefstal van bovengenoemde fuik is er vanaf 26 mei noodgedwongen gebruik gemaakt van een andere fuik. Deze had een opzet van 150 en een maaswijdte van 7 millimeter halve maas. De diameter van de eerste hoepel bedroeg 80 centimeter. Figuur 3 De opstelling van de fuik stroomopwaarts achter de vistrap. De fuik is over de gehele breedte van het Loonerdiep geplaatst zodat de gehele instroomopening van de vispassage werd afgesloten.
18 16 Koeman en Bijkerk rapport Uitvoering, verwerking vis en gegevens De fuik is op 5 maart 2012 geplaatst. Vervolgens is de fuik om de twee of drie dagen geleegd. In totaal zijn er 24 lichtingen uitgevoerd. De laatste lichting heeft plaatsgevonden op 1 juni Bij iedere lichting is rommel (voornamelijk ophoping van plantenmateriaal aan de achterkant van de vleugels) verwijderd en is de fuik schoongemaakt. De gevangen vissen werden na iedere lichting gemeten (op 1 cm nauwkeurig) en op naam gebracht. Na meting is de vis stroomopwaarts van de passage en vangopstelling teruggezet om hervangst te voorkomen. De gegevens zijn verwerkt met het databaseprogramma Piscaria. Dit programma is door de STOWA speciaal ontwikkeld voor de opslag en verwerking van visgegevens. De vangsten zijn per fuik en per lichting ingevoerd en verwerkt tot de in dit rapport gepresenteerde grafieken en tabellen. In dit rapport zijn de vissoorten ingedeeld in stromings- en migratiegilden. Hiervoor is gebruik gemaakt van Emmerik (2003). In Bijlage II zijn de vangsten per fuiklichting weergegeven.
19 Evaluatie vispassage Loonerdiep Resultaten 3.1 Algemeen De bemonsteringen op de locatie Loonerdiep 2 zijn over het algemeen goed verlopen. Echter, op 24 mei was de fuik gestolen waardoor er één lichting verloren is gegaan. Twee dagen na de diefstal is een nieuwe fuik geplaatst waardoor de bemonstering voortgezet kon worden. Op de gestolen fuik na konden de bemonsteringen volgens schema worden uitgevoerd. Twee keer is er (lichte) schade aan de fuik aangetroffen: op 26 maart en 2 april zat er een klein gat in de fuik die ter plekke werd gerepareerd. Naar verwachting heeft deze schade de vangsten niet beïnvloed. 3.2 Vangstresultaten; soorten en aantallen In totaal zijn er 508 vissen gevangen verdeeld over twaalf soorten (Tabel 1). Riviergrondel is met 268 exemplaren de meest gevangen vis, gevolgd door Blankvoorn (89) en Baars (63). Van de twaalf soorten behoren er zeven tot het eurytope gilde, drie tot het rheofiele gilde en twee tot het limnofiele gilde. Tabel 1 De gevangen aantallen per soort. Per soort is ook aangegeven tot welk stromings- en migratiegilde het behoort, volgens Emmerik (2003). Naam Stromingsgilde Migratiegilde Aantal Paling Eurytoop Katadroom 33 Alver Eurytoop Regionaal 11 Baars Eurytoop Lokaal/regionaal 63 Blankvoorn Eurytoop Lokaal/regionaal 89 Kolblei Eurytoop Lokaal 1 Pos Eurytoop Lokaal 19 Snoek Eurytoop Lokaal/regionaal 2 Ruisvoorn Limnofiel Lokaal 2 Zeelt Limnofiel Lokaal 3 Bermpje Rheofiel Lokaal 6 Riviergrondel Rheofiel Lokaal 268 Serpeling Rheofiel Potamodroom 11 Gebaseerd op de stromingsgilden werden de vangsten qua aantallen min of meer gelijk verdeeld over de rheofiele en eurytope soorten met respectievelijk 56 en 43% (Figuur 4). Riviergrondel neemt bijna alle aantallen binnen het rheofiele gilde voor zijn rekening. Binnen het eurytope gilde zijn de meest voorkomende soorten Blankvoorn en Baars. De limnofiele soorten, Ruisvoorn en Zeelt, namen slechts 1% van de totaalvangst in. De gevangen soorten zijn onder te verdelen in vijf verschillende migratiegilden (Figuur 4); katadroom, regionaal, lokaal, lokaal/regionaal en potamodroom. Ten aanzien van de
20 18 Koeman en Bijkerk rapport eurytoop limnofiel rheofiel katadroom regionaal lokaal/regionaal lokaal potamodroom Figuur 4 aantallen. Percentuele verdeling over stromings- (links) en migratiegilden (rechts) op basis van gevangen De gevangen soorten zijn onder te verdelen in vijf verschillende migratiegilden (Figuur 4); katadroom, regionaal, lokaal, lokaal/regionaal en potamodroom. Ten aanzien van de migratiegilden was er sprake van een dominantie van de lokaal-migrerende vissoorten, wat voornamelijk toe te schrijven is aan het grote aandeel van Riviergrondel in de vangsten. Het aandeel van de overige migratiegilden (met meest dominante soort) is: regionaal (2%; Alver), lokaal/regionaal (30%; Blankvoorn), katadroom (6%; Paling) en potamodroom (2%; Serpeling). 3.3 Vangstresultaten; lengteklassen In Tabel 2 staan per soort de aantallen per lengteklasse weergegeven. De lengteklassen zoals ze in Piscaria zijn gedefinieerd, worden ook hier gebruikt. Deze indeling is voornamelijk gebaseerd op voedselvoorkeur. Voor Snoek geldt een andere indeling dan de overige vissoorten. De indeling voor Snoek is gebaseerd op habitatvoorkeur; Snoeken vanaf circa 35 cm bevinden zich vaker in het open water terwijl kleinere Snoeken vaker schuilt tussen de vegetatie (Handboek Hydrobiologie). In het algemeen geldt dat verreweg de meeste gevangen vis in de categorie >0+-15 centimeter valt. Voor de afzonderlijke vissoorten geldt dit, op de Paling en de Zeelt na, ook. Van Alver, Bermpje, Kolblei, Pos en Riviergrondel zijn alleen maar exemplaren gevangen die in de >0+-15 centimeter categorie vallen. Baars en Blankvoorn zijn de soorten met de meeste aantallen in de categorie centimeter. In de categorie zijn slechts twee Zeelten gevangen en in de categorie >41 centimeter vielen alle Palingen (33 stuks), één Zeelt en de twee gevangen Snoeken van 67 en 78 centimeter. In de categorie 0+ zijn slechts twee vissen gevangen, beide Baarzen. De kleinste vis die gevangen is, was een Riviergrondel van 6 centimeter en de grootste een Snoek van 78 centimeter.
21 Evaluatie vispassage Loonerdiep 2 19 Tabel 2 Per gevangen soort de aantallen per lengteklasse (cm). De meest gevangen soort staat bovenaan. De vetgedrukte getallen geven per soort de lengteklasse aan waarin de meeste exemplaren zijn gevangen. Soort Totaal 0+ > >=41 Riviergrondel Blankvoorn Baars Paling Pos Alver Serpeling Bermpje 6 6 Zeelt Ruisvoorn Kolblei 1 1 Soort Totaal >=55 Snoek Verloop migratie tijdens onderzoeksperiode Figuur 5 geeft het verloop van de gevangen aantallen vissen per vissoort in de tijd weer. Op basis van deze figuur kan een indruk verkregen worden van het verloop van de migratie van de verschillende vissoorten gedurende de onderzoeksperiode. Naast het vangstverloop is ook het verloop van de watertemperatuur en de maximale luchttemperatuur tijdens de onderzoeksperiode weergegeven. Eén van de stimuli voor vismigratie is de watertemperatuur (Kroes en Monden 2005). De maximale luchttemperatuur is opgenomen omdat het vermoeden bestaat dat vis in het vroege voorjaar migratiebewegingen gaan vertonen zodra er zich mooie warme dagen voordoen. De bovenlaag van het water kan dan snel opwarmen. Uit Figuur 6 blijkt dat de maximale luchttemperatuur en de watertemperatuur sterk met elkaar correleren. De watertemperatuurgegevens zijn afkomstig van continu-metingen door een diver die in het Loonerdiep hangt op 0,5 meter diepte bij de brug bij Loon. Door de stroming zal het water in de beek goed gemengd zijn. Als gevolg daarvan zal de temperatuur in de gehele waterkolom min of meer hetzelfde zijn. Deze waarden worden representatief geacht voor het temperatuursverloop van het water bij de vispassage. De maximale luchttemperatuurgegevens zijn gemeten in Eelde en verkregen via Het onderzoek startte in een warme periode en duurde tot 28 maart. Hierna bleef het lange tijd relatief koud tot ongeveer eind april. Eind april begon de luchttemperatuur weer sterk te stijgen. De watertemperatuur nam over de gehele periode toe, maar vertoont een fluctuerend patroon. Deze fluctuaties in watertemperatuur vertonen een sterke correlatie met de maximale luchttemperatuur. Het verloop van de vangsten wordt in het algemeen gekenmerkt door twee perioden van
22 aantal Temperatuur (graden Celsius) 20 Koeman en Bijkerk rapport Zeelt Snoek Serpeling Ruisvoorn Riviergrondel Pos Paling Kolblei Blankvoorn Bermpje Baars Alver T water T lucht (max.) 0 0 datum Figuur 5 Weergave van de aantallen gevangen vis per soort en per lichting gecombineerd met het verloop van de watertemperatuur (T water) in het Loonerdiep en de maximale luchttemperatuur (T lucht (max.)) gedurende de onderzoeksperiode. De rode pijl geeft het moment van de diefstal van de fuik aan. toegenomen vangstaantallen; de eerste periode begint half maart en loopt door tot begin april. De tweede piek loopt van eind april (23-4) tot ongeveer half mei. Op 28 mei is ook nog een kleine piek van 20 gevangen vissen te zien. Deze perioden komen sterk overeen met de waargenomen toename in de vangsten op de locatie inlaat meander Loonerdiep (Patberg & Wolters, 2012). De pieken in de vangsten lijken vaak te volgen op zowel stijgende maximale luchttemperaturen en watertemperaturen. Andersom is dit minder vaak het geval; een toename in de temperatuur leidt lang niet altijd direct tot grotere vangstaantallen. Dit zou men kunnen wijten aan het feit dat naast de temperatuur nog meerdere factoren als stimulus voor de vismigratie op kunnen treden. Hierbij valt te denken aan daglengte en debiet. Daarnaast kunnen verschillende vissoorten verschillend reageren op deze stimuli. Gedurende beide pieken zijn het de Riviergrondels die het meest werden aangetroffen. Overigens in de eerste periode werden er meer Riviergrondels gevangen dan in de tweede. Dit in tegenstelling tot de aantallen gevangen Riviergrondel bij de inlaat van de meander. Op die locatie werden juist de grootste aantallen tijdens de tweede piek, eind april, gevangen (Patberg & Wolters 2012). Wat de vangsten van Riviergrondel betreft lijkt er een relatie met de temperatuur te bestaan. Op 26 maart nemen de gevangen aantallen sterk toe na een stijging van de temperatuur van zowel de lucht als het water. De afname in de vangsten begin april gaan gepaard met een koudere periode waardoor de watertemperatuur afneemt. Een volgende toename in de temperatuur half april leidt weer tot een toename in de vangsten. Ondanks stijgende temperaturen zijn de vangsten van Riviergrondel begin mei over hun hoogtepunt heen. Riviergrondel paait normaal gesproken in de periode april- mei bij een watertemperatuur van tenminste 12 C. Deze temperatuur werd voor het eerst op 28 april bereikt.
23 Evaluatie vispassage Loonerdiep 2 21 Ook Blankvoorn werd voornamelijk gevangen tijdens de twee vangstpieken met de grootste aantallen tijdens de tweede piek. Van Blankvoorn is bekend dat deze paait bij een watertemperatuur van C (Kroes & Monden 2005). Van Alver zijn slechts 11 exemplaren aangetroffen. Dit is opmerkelijk te noemen, gezien gedurende dezelfde periode een paar honderd meter stroomopwaarts bij de inlaat meander Loonerdiep maar liefst 319 exemplaren zijn gevangen. 10 van de 11 Alvers zijn de passage eind mei gepasseerd. Dit is dezelfde periode als waarin de Alver de inlaat in grote getale passeerde. Deze periode ging gepaard met een aantal mooie dagen waardoor de watertemperatuur sterk steeg, tot boven de 15 graden. Volgens Kroes en Monden (2005) paait Alver tussen de 15 en 22 C. Paling is ook met zekere regelmaat in de fuik aangetroffen; 33 exemplaren in totaal. De meeste exemplaren zijn gevangen tijdens het tweede deel van het onderzoek. Noemenswaardig is het grote aandeel van Pos in de vangst op 29 maart. Van de 19 exemplaren die tijdens het hele onderzoek zijn gevangen op deze locatie zijn er op deze dag 14 gevangen. Gezien het feit dat de migratieperiode van Pos loopt van maart tot mei (Kroes en Monden 2005) is zo n kortstondige migratiebeweging opmerkelijk te noemen. Het grootste deel van de Serpelingen, behorend tot het rheofiele gilde, werd aangetroffen in de eerste weken van het onderzoek (tot 26-3). Ook werden er nog twee exemplaren gevangen op 30 april. Serpeling migreert voornamelijk in de periode februarimaart en paait bij een temperatuur vanaf 8 C. Ook de Snoek migreert vroeg in het voorjaar (februari - maart; Kroes en Monden 2005). Op deze locatie zijn slechts twee Snoeken aangetroffen, beide voor half maart. Snoek paait bij een temperatuur van 6 tot 14 C.
24 22 Koeman en Bijkerk rapport
25 Evaluatie vispassage Loonerdiep Discussie en conclusies 4.1 Discussie Tijdens het onderzoek er voor gekozen om gebruik te maken van fuiken met een smalle maas om ook kleinere soorten als bijvoorbeeld Bermpje en Riviergrondel goed te kunnen vangen. Het risico bestond hierdoor wel dat door ophoping van vuil aan de achterkant van de vleugels de fuik zou beschadigen en/of dichtslaan waardoor de vangsten beïnvloed zouden kunnen worden. Om dit te voorkomen zijn extra palen geplaatst halverwege de vleugels om de fuik goed open te houden. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de vleugels wel het nodige vuil opvingen, maar dat dit er niet voor heeft gezorgd dat de fuik werd dichtgedrukt. Ondanks de keuze voor de smallere maas (5 millimeter) zijn er weinig bermpjes gevangen, 6 stuks in totaal. Daarnaast zijn slechts twee exemplaren (beide Baarzen) in de klasse 0+ gevangen. Wat de Bermpjes betreft kunnen hier meerdere oorzaken kunnen hier aan ten grondslag liggen; of er komen geen (of weinig) Bermpjes voor in het onderzochte deel van het Loonerdiep of de vispassage is niet optimaal passeerbaar voor Bermpjes. De bepaling van de vispasseerbaarheid van de vispassage in het Loonerdiep is onderzocht door een fuik stroomopwaarts achter de duiker te plaatsen. Tijdens vele vismigratieonderzoeken wordt ook de watergang stroomafwaarts van de vismigratievoorziening dichtgezet met een fuik om zo het visaanbod te bepalen. Het aanbod geeft dan een indicatie van de hoeveelheid vis en de vissoorten die in potentie van de migratievoorziening gebruik zouden kunnen en/of willen maken. Een vergelijking tussen het aanbod en de gepasseerde vis geeft dan een indicatie over de passeerbaarheid van de migratievoorziening. In eerder uitgevoerde onderzoeken is wel getracht het aanbod te meten door een fuik stroomafwaarts van de vispassage te plaatsen. De vangsten van deze fuik lagen echter bijna altijd lager dan de vangsten in de passagefuik. Dit kwam omdat de watergang met de aanbodfuik niet volledig kon worden afgesloten waardoor een deel van de vis er langs kon. Het gevolg was doorgaans dat het gebruik van een aanbodfuik geen extra informatie oplevert terwijl de kosten voor het onderzoek wel hoger lagen. In dit geval is er dus gekozen om enkel stroomopwaarts van de vispassage te vissen. Middels onderhavig onderzoek kunnen dus geen harde uitspraken gedaan worden over welk percentage van de vis en de aanwezige vissoorten die de passage hadden willen passeren, ook daadwerkelijk gepasseerd is. Het enige dat hierover gezegd kan worden is dat vanuit het veld geen signalen zijn gekomen (bijvoorbeeld ophoping van veel vis benedenstrooms van de passage) dat er veel meer aanbod is geweest dan dat er vis over de passage is gekomen. Ondanks bovenstaande kanttekening is door het onderzoek wel duidelijk geworden welk vissoorten in welke aantallen de vispassage kunnen passeren (Tabel 1). Ook de lengtes van de gepasseerde vissen zijn bekend (Tabel 2). Hieruit kan de passeerbaarheid van de
26 24 Koeman en Bijkerk rapport vispassage voor verschillende typen vissoorten (sterk/niet sterke zwemmers, bodemsoorten/ pelagische soorten) bepaald worden. Zo zijn zowel bodemsoorten (Bermpje, Pos en Paling), als pelagische soorten (o.a. Blankvoorn) en soorten die zowel bij de bodem als pelagisch leven (o.a. Serpeling en Riviergrondel) in staat de passage te passeren. Ook variëren de gevangen soorten sterk in hun sprintcapaciteit. Volgens Kroes en Monden (2005) heeft de Paling een sprintsnelheid van 1 m/s en een Serpeling een van 2,4 m/s. De Snoek wordt zelfs een sprintsnelheid van 3-6,9 m/s toebedeeld. De Riviergrondel, de meest gevangen soort op deze locatie, heeft een sprintsnelheid van 0,6-2,0 m/s. Op basis van de hier gevonden resultaten kan de passeerbaarheid van de voorziening doorvertaald worden naar niet-aangetroffen soorten en op die manier van betekenis zijn voor de aanleg van soortgelijke vismigratievoorzieningen op andere locaties. Naast het bepalen van de vispasseerbaarheid van de vispassage is het ook een doel van dit onderzoek om te weten in welke periode de migratie plaatsvindt. Om de start van de migratieperiode te kunnen bepalen moet er vroegtijdig begonnen worden met de monitoring waardoor men vanuit (relatief) lage vangstaantallen een toename in de vangsten waarneemt en zo kan zien dat de migratie op gang komt. Het verloop van de vangsten tijdens dit onderzoek laten duidelijk de start van de migratie zien; in het begin van het onderzoek worden vissen in lage aantallen gevangen en na een aantal weken, eind maart, nemen de vangsten in aantal toe. Aan het einde van de onderzoeksperiode namen de vangstaantallen weer af. Gezien de vismigratie in zijn algemeenheid doorgaans tot begin juni plaatsvindt zijn we er van uitgegaan dat deze daling in vangstaantallen het einde van de migratieperiode inluidde. Hierdoor hebben we alle potentieel migrerende soorten kunnen vangen. Kortom, het verloop van de vangsten laat zien dat het onderzoek tijdig is gestart en lang genoeg heeft doorgelopen om een goed beeld van de migratieperiode te krijgen. 4.2 Samenvatting resultaten Bij de vispassage Loonerdiep 2 zijn er in totaal 508 vissen gevangen, verdeeld over twaalf soorten. Riviergrondel is de meest gevangen vis op afstand gevolgd door Blankvoorn en Baars. Qua aantallen waren de rheofiele soorten het meest abundant. Ten aanzien van de migratiegilden hadden de lokaal migrerende soorten de overhand. Verreweg de meest gevangen vis behoorde tot de lengtecategorie >0+-15 centimeter (82%). In de klasse cm werden 53 vissen gevangen (10%) en in de klasse 26-40cm slechts 2 exemplaren, beide Zeelten. 36 vissen vielen in de klasse > 41 cm, waarvan 33 Palingen. In de categorie 0+ zijn slechts twee vissen gevangen, beide Baarzen. De kleinste vis die gevangen is, was een Riviergrondel van 6 cm en de grootste een Snoek van 78 centimeter. Het verloop van de vangsten in het algemeen wordt gekenmerkt door twee perioden van toegenomen vangstaantallen.
27 Evaluatie vispassage Loonerdiep 2 25 Voor de soort Riviergrondel is een duidelijk migratiepatroon in de vangsten waar te nemen. De pieken in de vangsten werden bijna allemaal vooraf gegaan aan relatief hoge maximale luchttemperatuur en watertemperatuur. 4.3 Conclusies In de onderzoeksperiode zijn diverse vissoorten (zowel pelagische en bodemsoorten) over de vispassage gekomen. Ook zijn er over een brede lengterange (6-78 centimeter) vissen gevangen. Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat de vispassage Loonerdiep 2 passeerbaar is voor een groot aantal vissoorten. 4.4 Aanbeveling Aanbevolen wordt om bij toekomstig onderzoek vanaf het begin van het veldwerk een reservefuik achter de hand te hebben die dezelfde maaswijdte heeft als de onderzoeksfuik. Gebleken is dat een maximale maaswijdte van 5 millimeter halve maas noodzakelijk is om ook de kleine vissoorten goed te vangen. Wanneer bij diefstal tijdens het onderzoek nog een nieuwe fuik moet worden vervaardigd kost dit teveel tijd omdat de gehanteerde maaswijdte niet standaard is.
28 26 Koeman en Bijkerk rapport
29 Evaluatie vispassage Loonerdiep Literatuur Emmerik, W.A.M Indeling van de vissoorten van de Nederlandse binnenwateren in ecologische gilden en in hoofdgroepen. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, Nieuwegein. Kroes, M.J. & S. Monden Vismigratie, een handboek voor herstel in Vlaanderen en Nederland. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, Nieuwegein. Riemersma, P. & M. J. Kroes, Van Wad tot Aa. Visie Vismigratie Groningen Noord Drenthe Grontmij Noord, Drachten / Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, Nieuwegein, 111 pagina s incl. 3 bijlagen en 2 visiekaarten). Schollema, P.P Monitoringsplan vismigratievoorzieningen Loonerdiep en Deurzerdiep. Waterschap Hunze en Aa s, Veendam. STOWA, Handboek Hydrobiologie. Biologisch onderzoek voor de beoordeling van Nederlandse zoete en brakke oppervlaktewateren. STOWA-rapport
30 28 Koeman en Bijkerk rapport
31 Evaluatie vispassage Loonerdiep 2 29 Bijlage I Vispassage Loonerdiep 2 Foto s van de vispassage Loonerdiep 2 genomen tijdens groot onderhoud van de vispassage. Zie pagina 13 voor een beschrijving van de vistrap.
32 30 Koeman en Bijkerk rapport
33 Evaluatie vispassage Loonerdiep 2 31 Bijlage II Vangstresultaten per fuiklichting Serpeling Snoek , Blankvoorn Paling , Riviergrondel , Serpeling , Blankvoorn Paling , Riviergrondel , Snoek , Alver Baars , Bermpje Blankvoorn Paling , Pos Riviergrondel , Serpeling ,
34 32 Koeman en Bijkerk rapport Baars Bermpje Blankvoorn , Riviergrondel , Serpeling Baars , Blankvoorn , Paling , Pos Riviergrondel , Serpeling Baars Pos , Riviergrondel Baars , Bermpje Paling , Pos Baars Pos
35 Evaluatie vispassage Loonerdiep Baars Bermpje Riviergrondel Baars Blankvoorn Paling , Riviergrondel geen vis Baars , Paling , Riviergrondel Baars , Bermpje Blankvoorn , Riviergrondel ,3 2 12
36 34 Koeman en Bijkerk rapport Baars , Riviergrondel , Baars Blankvoorn , Riviergrondel , Serpeling , Baars , Blankvoorn Paling , Riviergrondel Baars , Blankvoorn , Kolblei Paling , Riviergrondel , Baars , Blankvoorn Paling , Riviergrondel
37 Evaluatie vispassage Loonerdiep Baars Blankvoorn , Paling , Riviergrondel Zeelt Blankvoorn Paling , Riviergrondel Paling , Riviergrondel fuik gestolen, geen vis Alver , Baars , Paling , Pos Ruisvoorn , Zeelt ,
38 36 Koeman en Bijkerk rapport Alver Baars Paling , Ruisvoorn Zeelt
Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa
Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa Inlaat meander Loonerdiep Rapport 2012-034 W. Patberg G. Wolters Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa Inlaat meander Loonerdiep Rapport 2012-034
Nadere informatieEvaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa
Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa Vispassage De Hemmen, Deurzerdiep Rapport 2012-036 G.H. Bonhof G. Wolters Evaluatie vismigratievoorzieningen Drentsche Aa Vispassage De Hemmen, Deurzerdiep
Nadere informatieBepaling visaanbod Noordoost-Groningen
Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen Gemaal Hongerige Wolf en stuw Veelerveen Rapport 2011-017 G.H. Bonhof G. Wolters koeman en bijkerk bv ecologisch onderzoek en advies Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen
Nadere informatieOnderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.
Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de
Nadere informatieMONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012
MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE
Nadere informatieVismigratie onder het kanaal
Vismigratie onder het kanaal Is de langste en diepste onderleider van Nederland vispasseerbaar? Door Hendry Vis VisAdvies B.V. Monitoring vispassages in Nederland Compilatie monitoringsresultaten door
Nadere informatie2 Materiaal en methode
2 Materiaal en methode 2.1 MONITORINGSMETHODE ALGEMEEN De STOWA richtlijnen voor bemonstering schrijven voor dat een monitoring, indien mogelijk continue dient te worden uitgevoerd. Continue monitoring
Nadere informatieDe visstand in vaarten en kanalen
De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde
Nadere informatieHydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe"
Hydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe" Project: VA2012_08 Opgesteld in opdracht van: Ploegam noord BV maart 2012 door: Q. de Bruijn & H. Vis Statuspagina Statuspagina Titel: Hydraulische
Nadere informatieVISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL
VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL TYPEN, LOCATIES EN MONITORING VAN DE VISOPTREK VISPASSAGE OVERWATER Gertie Schmidt Waterschap Regge en Dinkel, afd. BOA oktober VISPASSAGES
Nadere informatieKRW visstandmonitoring Woldmeer 2016
KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 Rapport 2016-112 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 Rapport 2016-112 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters bezoekadres
Nadere informatieKRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013
KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013 Rapport 2013-091 W. Patberg G. Wolters KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013 Rapport 2013-091 W. Patberg G. Wolters bezoekadres oosterweg 127
Nadere informatieVisserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk Onderzoek aanbod glas- en pootaal met glasaaldetector Rapport VSN 2016.06 In opdracht van Waterschap Rivierenland 19 juli 2016 Glasaalonderzoek
Nadere informatieInventarisatie beschermde vissoorten Vreeland
Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde
Nadere informatieKRW visstandmonitoring Drentsche Aa 2016
KRW visstandmonitoring Drentsche Aa 2016 Rapport 2016-109 W. Patberg KRW Visstandmonitoring Drentsche Aa 2016 Rapport 2016-109 W. Patberg bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres postbus 111 9750 AC
Nadere informatieBijlagenrapport 6 Hidrostalpompen
Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport 6 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieVismigratie-onderzoek. Dwarsdiep Onderzoek naar de werking van een tweetal vispassages in het Dwarsdiep
Vismigratie-onderzoek Dwarsdiep 2008 Onderzoek naar de werking van een tweetal vispassages in het Dwarsdiep Colofon Opdrachtgever: Afdeling Onderzoek en Planvorming, Waterschap Noorderzijlvest Titel: Vismigratie-onderzoek
Nadere informatieVismigratie onderzoek Hertogswetering
Vismigratie onderzoek Hertogswetering Hevelvispassages en De Wit passage in beheergebied Waterschap Aa en Maas P.B. Broeckx J.H. Bergsma J.L. Spier Vismigratie onderzoek Hertogswetering Hevelvispassages
Nadere informatieBijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen
Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 8 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper
Nadere informatieTREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages
TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK onderzoek aan vier vispassages De waterhuishouding aan de voet van de stuwwal vanaf Ubbergen tot en met Beek is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd.
Nadere informatieBIJLAGENRAPPORT 9. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 OPEN SCHROEFPOMPEN. w09 RAPPORT
BIJLAGENRAPPORT 9 GEmALEN Of vermalen worden fase OPEN SCHROEFPOMPEN RAPPORT w9 BIJLAGENRAPPORT 9 Gemalen of vermalen worden fase Open schroefpompen RAPPORT w9 Bijlagenrapport 9 bij het hoofdrapport Gemalen
Nadere informatieBijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen
Bijlagenrapport Centrifugaalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieHet visperspectief. Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Het visperspectief Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Intro Foto: Wikipedia Deel 1: De leefgebieden, de knelpunten en de oplossingen Deel
Nadere informatieMONITORING EN EVALUATIE VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2013
MONITORING EN EVALUATIE VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2013 WATERSCHAP GROOT SALLAND 28 oktober 2013 077348871:0.5 - Definitief C01012.100237.0100/SD Inhoud Samenvatting... 5 1 Inleiding... 7 2 Materiaal
Nadere informatieOnderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar
Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar december 2006 Versie 1 door: Kemper Jan H. Statuspagina Titel Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Samenstelling:
Nadere informatieBijlagenrapport 9 Open schroefpompen
Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport 9 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieKRW visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016
KRW visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016 Rapport 2016-110 W. Patberg G. Wolters KRW Visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016 Rapport 2016-110 W. Patberg G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres
Nadere informatieVismigratie in de Achterhoek
Vismigratie in de Achterhoek Onderzoek naar vismigratie in de Schipbeek, de Groenlose Slinge en de Oude IJssel J.L. Spier P.B. Broeckx J.H. Bergsma Vismigratie in de Achterhoek Onderzoek naar vismigratie
Nadere informatieKRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014
KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014 Rapport 2014-097 G. Wolters W. Patberg KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014 Rapport 2014-097 G. Wolters W. Patberg bezoekadres
Nadere informatieFlora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen
Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering
Nadere informatieBijlagenrapport 3 Vijzels; faunapomp
Bijlagenrapport Vijzels; faunapomp Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieKRW-visstandmonitoring Hunze, 2015
KRW-visstandmonitoring Hunze, 2015 Rapport 2016-023 G.H. Bonhof J.H. van der Heide G. Wolters KRW-visstandmonitoring Hunze, 2015 Rapport 2016-023 G.H. Bonhof J.H. van der Heide G. Wolters bezoekadres
Nadere informatieProvinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen
Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Malfroid D., Poelman E. (2017). Visstandsonderzoek
Nadere informatieMONITORING EN EVALUATIE VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN
MONITORING EN EVALUATIE VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS, WATERSCHAP DE DOMMEL, WATERSCHAP REGGE & DINKEL, HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN, WATERSCHAP VELUWE, WATERSCHAP ZUIDERZEELAND
Nadere informatieBIJLAGENRAPPORT 3. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP. w03 RAPPORT
BIJLAGENRAPPORT 3 GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP RAPPORT w3 BIJLAGENRAPPORT 3 Gemalen of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP RAPPORT w3 Bijlagenrapport 3 bij het hoofdrapport
Nadere informatieBijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact)
Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact) Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 7 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen.
Nadere informatieSchroefcentrifugaalpompen
BIJLAGENRAPPORT GEmALEN Of vermalen worden fase 3 Schroefcentrifugaalpompen RAPPORT w BIJLAGENRAPPORT Gemalen of vermalen worden fase 3 Schroefcentrifugaalpompen RAPPORT w Bijlagenrapport bij het hoofdrapport
Nadere informatieMigratie door een temporele nevengeul en habitatgebruik door vissen in de Itterbeek. Arthur de Bruin
Migratie door een temporele nevengeul en habitatgebruik door vissen in de Itterbeek Arthur de Bruin Deelonderzoeken 1. Migratie temporele nevengeul 2. Habitatgebruik vissen Itterbeek Itterbeek Schouwsmolen
Nadere informatieKRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011
KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011 Rapport 2012-024 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011 Rapport 2012-024 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres
Nadere informatieKRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016
KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016 Rapport 2016-111 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016 Rapport 2016-111 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters bezoekadres
Nadere informatieVisstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 2009
Visstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 29 Rapport 21-21 G.H. Bonhof G. Wolters Visstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 29 Rapport 21-21 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres
Nadere informatieGeautomatiseerde monitoring van vismigratie door de vispassage bij de Bieberg (NB), 2006
Geautomatiseerde monitoring van vismigratie door de vispassage bij de Bieberg (NB), 2006 Rapport: VA2006_09 Opgesteld in opdracht van: Waterschap Brabantse Delta Augustus 2006 door: M.C. de Lange & M.J.
Nadere informatieWerkplan ten behoeve de biologische monitoring vispassage Oranjesluizen te Schellingwoude
Werkplan ten behoeve de biologische monitoring vispassage Oranjesluizen te Schellingwoude Bijgestelde versie september uitgevoerd in opdracht van de RWS dir. N-H RWSNH/OVB - (C) OVB Nieuwegein; RWS Noord-Holland,
Nadere informatieVistoets Opsterlandse Compagnonsvaart
Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Rapport: VA2012_36 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV 22 november 2012 door: Q.A.A. de Bruijn Statuspagina Statuspagina Titel: Vistoets Opsterlandse
Nadere informatieTitel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp)
ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR Vis monitoring met innovatieve technieken Ontwikkeling van een camera tel- en volgsysteem voor het onderzoeken van vismigratie. Pilotlocatie de Onlanden: Ingang zuidelijke slenk
Nadere informatieVisserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2013
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2013 Werkgebied Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Rapport VSN 2013.07 In opdracht van Stichting Waterproef 13 februari
Nadere informatieVerbindingen voor vis
Verbindingen voor vis Verleden, heden, toekomst Vissennetwerk, 25 November 2016 Martin Kroes Verleden Vismigratie,? Visstandbeheerder (Hengelsportfederaties) Waterkwaliteit- en -kwantiteitsbeheer gescheiden
Nadere informatieVisstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel
Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel veldwerkverslag 2008 Rapport 2009-023 J.H. Wanink Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel veldwerkverslag
Nadere informatieWetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest
Wetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest Rapportnummer: 3/rap Status rapport: Definitief Datum rapport: februari Auteur: J. Hop paraaf:
Nadere informatieKRW-visstandmonitoring Westerwoldse Aa Zuid, 2014
KRW-visstandmonitoring Westerwoldse Aa Zuid, 2014 Rapport 2014-095 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Westerwoldse Aa Zuid, 2014 Rapport 2014-095 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg
Nadere informatieMet DNA visstand monitoren op de grote rivieren
Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Wouter Patberg (Koeman en Bijkerk), Jan Warmink (Sylphium molecular ecology), Hans Ruiter (Rijkswaterstaat), Bart Wullings, Edwin Kardinaal (KWR Watercycle
Nadere informatieKRW-visstandmonitoring Westerwoldse Aa Noord 2011
KRW-visstandmonitoring Westerwoldse Aa Noord 2011 Rapport 2012-026 W. Patberg G. Wolters KRW-visstandmonitoring Westerwoldse Aa Noord 2011 Rapport 2012-026 W. Patberg G. Wolters bezoekadres oosterweg
Nadere informatieBiomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever
Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Mei 2007 Versie 1 door: Kemper, Jan H. Statuspagina Statuspagina Titel Biomassaschatting van de pelagische
Nadere informatieVismigratie waterschap Brabantse Delta. Reinier van Nispen
Vismigratie waterschap Brabantse Delta Reinier van Nispen Opbouw presentatie: Vismigratie waterschap Brabantse Delta: - West-Brabant - Vismigratiebeleid Type vispassages waterschap Brabantse Delta Vistrappen
Nadere informatieVisintrek via inlaatwerk bij gemaal Colijn voorjaar Rapportnummer: /001 Status rapport: Definitief Datum rapport: 28 september 2012
Visintrek via inlaatwerk bij gemaal Colijn voorjaar 212 Waterschap Zuiderzeeland Rapportnummer: 21269/1 Status rapport: Definitief Datum rapport: 28 september 212 Auteur: Projectleider: J. Hop J. Kampen
Nadere informatieNevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten
Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren
Nadere informatieRapportage Fuikenmonitoring Vispassage Vechtpark Vechtpark te Hardenberg
2014 Rapportage Fuikenmonitoring Vispassage Vechtpark Vechtpark te Hardenberg Een rapportage met de bevindingen van de fuikenmonitoring in het vechtpark te Hardenberg in de periode maart - juni 2014. Mark
Nadere informatieKRW-visstandmonitoring boezemkanalen Oldambt 2010
KRW-visstandmonitoring boezemkanalen Oldambt 2010 Rapport 2011-013 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring boezemkanalen Oldambt 2010 Rapport 2011-013 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg
Nadere informatieWerkprotocol onderzoeken vismigratie
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol onderzoeken vismigratie Werkwijze en richtlijnen voor diverse bemonsteringstypen Opgesteld: Februari 2012 Update februari 2014 Visserij Service
Nadere informatieVismigratie via de vispassage bij Grave, voorjaar 2007
Vismigratie via de vispassage bij Grave, voorjaar 27 Rapport: VA27_15 Opgesteld in opdracht van: Rijkswaterstaat, RIZA A.W. Breukelaar Oktober, 27 Definitieve versie door: M.C. de Lange & J.C.A. Merkx
Nadere informatieOnderzoek vispasseerbaarheid sifon Wilhelminakanaal
Onderzoek vispasseerbaarheid sifon Wilhelminakanaal Rapportnummer: 20120498/002 Status rapport: Definitief Datum rapport: 17 januari 2013 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole: I.L.Y. Spierts T.F.
Nadere informatieVisbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 2001).
Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 00). Gerlinde Van Thuyne Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan 4 B-50 Hoeilaart-Groenendaal Werkdocument juni 00 IBW.Wb.V.IR.00.4 . Inleiding
Nadere informatieMonitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014
In samenwerking met Monitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014 A&W-rapport 2030 in opdracht van Monitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014 A&W-rapport 2030 M. Koopmans Foto Voorplaat
Nadere informatie! " # # $ ( ) * +, ( " - +. ( '. / 0 0 + 3 / #
! " # # $ % & ' ! " # # $! """" #### #### """" $" """ #### #### %%%% &&&& '''' (((( (((( )))) ( ) * +, ( " - +. ( '. / 0 0 + + ( + ( ' ( 1 ( 1 / *! ( 0 2 /! " 3 / # - +. 1 ,,,, %%%% //// + + + + + + +
Nadere informatieUltrasone bestrijding blauwalg - effecten op vis
Ultrasone bestrijding blauwalg - effecten op vis Rapport: VA2007_28 Opgesteld in opdracht van: Hoogheemraadschap van Rijnland Oktober, 2007 2 e concept door: M.C. de Lange Statuspagina Statuspagina Titel:
Nadere informatieAdvies betreffende vrije vismigratie op de Kasteelbeek, West-Vlaanderen
Advies betreffende vrije vismigratie op de Kasteelbeek, West-Vlaanderen Nummer: INBO.A.2010.133 Datum: 27 april 2010 Auteur(s): Contact: David Buysse Marijke Thoonen - marijke.thoonen@inbo.be Kenmerk aanvraag:
Nadere informatieMigratie van salmoniden naar het binnenwater met nadruk op de intrek via de Haringvlietsluizen en de vervolgmigratie op de Maas
Migratie van salmoniden naar het binnenwater met nadruk op de intrek via de Haringvlietsluizen en de vervolgmigratie op de Maas Tim Vriese (ATKB) In opdracht van : Harriet Bakker (ZN) Inhoudelijk begeleider:
Nadere informatieVis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland
Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland St. Zeeschelp M. Dubbeldam Waterschap Zeeuwse Eilanden W. Quist Inhoudsopgave Waterschap Zeeuwse Eilanden Beleidskader (kort) Huidige situatie Gewenste beeld Maatregelen
Nadere informatieNieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015
Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers
Nadere informatieKRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014
KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen J.H. Bergsma P.B. Broeckx D.M. Soes Ecologie & landschap KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen ir
Nadere informatieRapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport:
Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande en kleine wateren Scheldemeander Meerseput, Scheldemeander Het Anker, Leiemeander te Oeselgem, Oude Durme te Hamme en de Rupelmondse Kreek, 22 Provincie
Nadere informatieVisonderzoek Gamerensche Plas
Visonderzoek Gamerensche Plas Eerste inventarisatie na uitvoering van 85% van de verondiepingsmaatregelen REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Visonderzoek Gamerensche Plas Eerste inventarisatie
Nadere informatieVisserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring visaanbod en migratie Oostwaard
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring visaanbod en migratie Oostwaard Gemalen Bruine Kil, Oostkil en hevelinlaat Bakkerskil Rapport VSN 2018.09 In opdracht van Waterschap Rivierenland
Nadere informatieGeschiedenis van de Drentsche Aa
Geschiedenis van de Drentsche Aa Ontwikkeling van een beeksysteem gedurende de laatste 500 jaar Marije Langstraat Ronald Leeraar Methodiek Afbakening Gebiedsbeschrijving Ontwikkeling Systeem Stroming Structuur
Nadere informatieVisvriendelijk waterbeheer. Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk
et Visvriendelijk waterbeheer Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk Visvriendelijk waterbeheer Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost
Nadere informatieNetwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant
Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Activiteitenverslag Aa en Maas 2015 Martijn Schiphouwer Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Activiteitenverslag Aa en Maas 2015 Martijn Schiphouwer Colofon Status
Nadere informatieResultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg
NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:
Nadere informatieVisseninventarisatie terrein Simon Loos
Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel
Nadere informatieVisinventarisatie in Lek en uiterwaarden rondom de stuw van Hagestein. Roon Bakels en Willie van Emmerik RAVON Utrecht september 2005
Visinventarisatie in Lek en uiterwaarden rondom de stuw van Hagestein Roon Bakels en Willie van Emmerik RAVON Utrecht september 2005 Door de centrale ligging in ons land is de provincie Utrecht bij uitstek
Nadere informatieKRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009
KRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009 Rapport 2010-20 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009 Rapport 2010-020 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres postbus
Nadere informatieAdvies betreffende de werking van de vistrap 'Dalemse molen' op de Velpe te Tienen
Advies betreffende de werking van de vistrap 'Dalemse molen' op de Velpe te Tienen Nummer: INBO.A.2011.119 Datum advisering: 16 november 2011 Auteur: Contact: David Buysse Marijke Thoonen (marijke.thoonen@inbo.be)
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest
Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Vijvers Vlaams-Brabant Rapportnummer: 265/3 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:
Nadere informatieRode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014
Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen
Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Leiemeanders Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 265/4 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:
Nadere informatieRWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer:
RWS Waterdienst Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in 28 Projectnummer: 28219 Status Definitief Kenmerk 28219/rap1 Datum 19 november 28 Opgesteld
Nadere informatieHandreiking vispassages in Noord-Brabant Waterschap De Dommel, Waterschap Aa en Maas en Waterschap Brabantse Delta
Handreiking vispassages in Noord-Brabant Waterschap De Dommel, Waterschap Aa en Maas en Waterschap Brabantse Delta Handreiking vispassages in Noord-Brabant Waterschap De Dommel, Waterschap Aa en Maas
Nadere informatieRuimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II
Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II Notitie met aanvullingen op een eerder mitigatieplan 2011, Vilmar Dijkstra Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Waterschap Groot Salland
Nadere informatieSterfte van migrerende zalmsmolts bij de stuw en waterkrachtcentrale
Sterfte van migrerende zalmsmolts bij de stuw en waterkrachtcentrale Linne. Rapport: VA2010_18 Opgesteld in opdracht van: Rijkswaterstaat Limburg Juli 2010 door: Kemper Jan H., I.L.Y Spierts & H. Vis Statuspagina
Nadere informatieSteeknet & Hengelvangstregistratie
Steeknet & Hengelvangstregistratie Schepnetvissers & hengelaars gezamenlijk op pad? Jan Kranenbarg & Toine Aarts Opbouw presentatie 1. Hengelaars & schepnetters bekeken 2. Wat wordt er zoal gevangen? 3.
Nadere informatieEBO (Eigendom, Beheer en Onderhoud) staten en toelichting Ecologische Verbindingszone Ter Wisch versie 25 mei 2012
Waterlopen: Nummer Naam Eigendom Beheer Onderhoud Bijzonderheden OAF-W-3118 Ruiten Aa Waterschap Hunze en Aa s Waterschap Hunze en Aa s Waterschap Hunze en Aa s OAF-W-3138 Ruiten Aa Waterschap Hunze en
Nadere informatieDe aanpassing van de maatlatten. Eddy Lammens, RWS WVL Roelf Pot. De evaluatie van de maatlatten in 2010
RWS Water, Verkeer en Leefomgeving De aanpassing van de maatlatten Eddy Lammens, RWS WVL Roelf Pot 1 van Verkeer en van 9-5-201212-4-20128-9 Infrastructuur 12-4-20128-9 en Milieu De evaluatie van de maatlatten
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DE PASSEERBAARHEID VAN SIFONS.
ONDERZOEK NAAR DE PASSEERBAARHEID VAN SIFONS. 14 januari 1998 Uitgevoerd in opdracht van Dienst Weg- en Waterbouwkunde Project RWS/OVB 1997-45 Bibliografische referentie: Kemper Jan H., 1997. Onderzoek
Nadere informatieVisserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 KRW-visbemonstering Tochten lage afdeling NOP en Vaarten NOP Rapport VSN 2014.05 In opdracht van Waterschap Zuiderzeeland 4 december 2014
Nadere informatieVismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk. Terugvangproef bot en tarbot 2018
Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk Terugvangproef bot en tarbot 2018 Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk Terugvangproef bot en tarbot 2018 In opdracht van: Sportvisserij Zuidwest Nederland Uitgevoerd
Nadere informatieVisstand Haringvliet en Voordelta - heden -
Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Johan van Giels Bijeenkomst Vissennetwerk 19 mei 2016, Haringvliet Inhoudsopgave Inleiding/achtergrond Materiaal en Methode Soortensamenstelling Omvang visbestand
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen
Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen Rapportnummer: 26/ Status rapport: Definitief Datum rapport: maart 22 Auteur:
Nadere informatiePassieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C094/08 1 van 8
Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november 2008 O.A. van Keeken, J.A.M. Wiegerinck, J. van Willigen, H.J. Westerink & H.V. Winter Rapport C094/08 Vestiging IJmuiden
Nadere informatieStoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de
Nadere informatieVerkenning kansen Groene Golf
Verkenning kansen Groene Golf Potenties voor vismigratie en soortdiversiteit door inzet van stuwen. Arthur de Bruin & Jan Kranenbarg Verkenning kansen Groene Golf Potenties voor vismigratie en soortdiversiteit
Nadere informatieVispassage Vierlingsbeek, meer dan alleen veel vis
Vispassage Vierlingsbeek, meer dan alleen veel vis Mark Kerkhoff, Johnny van Keulen, Bart Brugmans (waterschap Aa en Maas), Timo Worm, Tim Puts (WiAeveen+Bos) De watermolen bij Vierlingsbeek was al eeuwen
Nadere informatie